Download Dagboek - De negentiende eeuw
Download Dagboek - De negentiende eeuw
Download Dagboek - De negentiende eeuw
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>De</strong>rde Hoofdstuk<br />
Rozendaal 37 - Beeckhuize Velp -38 Sonsbeeck -40 Daalhuys 41 Wageninge, Reenen - 43<br />
Ameronge, Eek en Wiel 45 Tiel Zoelen - 48 Nymwegen 53 Ubberge, Beek 45<br />
Te vijf ure aten wij zeer goed; na den eten sprak in den heer J. Nepveu van Amsterdam die te<br />
Rozendaal kwam schilderen. 's Avonds vervoegde zich Hooglandt advokaat te Arnhem, een<br />
mijner gewezene medestudenten bij ons, terwijl wij aan 't schrijven waren en maakte afspraak<br />
met ons voor den volgenden dag eene fraaie wandeling te doen. Tot tien ure schreven wij en<br />
sliepen vervolgens vrij slecht in het benaauwd en klein vertrekje dat ons aangewezen was.<br />
Zaterdag 2 Augustus.<br />
's Morgens te negen ure haalden wij Hooglandt af, die ons achter Klaerenbeek om naar<br />
Rozendaal geleidde. Het weder was zeer schoon en maakte dus onze wandeling<br />
alleraangenaamst. Rozendaal van achteren ingetreden zijnde, bewonderden wij deszelfs heerlijke<br />
boomen en fraaie wandeldreven, daar wij ons thands niet bij het poppespel der waterwerktuigen<br />
en fonteinen ophielden, waar de tuinlieden wanneer zij de plaats toonen, zoolang bij stil blijven;<br />
doch tusschen het plantsoen en in de afgelegene paden en lanen wandelden. Nu toonde ons<br />
Hooglandt een onderaardsch gewelf, met zware boomen en gewassen begroeid, dat sints <strong>eeuw</strong>en<br />
gemetseld schijnt, en wiens oorsprong noch nut niemand weet uitteleggen. In de herberg<br />
rusteden wij een half uur uit en begaven ons vervolgens naar Beeckhuizen, waar wij koffi<br />
dronken bij de groote fontein, die wij springen lieten. Van die plaats begaven wij ons naar een<br />
heuvel achter deze plaats gelegen en onder RheederOost/Oord[?] behoorende, welke de hoogste<br />
van den ganschen omtrek is. Aldaar welt overal het water uit het heidemosch en zandsteengruis<br />
op en vereenigt zich onder eenige boompjens tot eene heldere beek, die aan den ganschen<br />
Beeckhuizen water verschaft en al de watervallen loopen doet. In dat heerlijk oord gekeerd,<br />
doorwandelden wij het geheel, beklommen al deszelfs hoogten en wandelden eindelijk te vijf ure<br />
naar Velp waar wij aten en goeden Rhijnwijn dronken. Hier troffen wij den hoogleeraar Van<br />
Cappelle aan, wien wij beloofden den volgenden dag te zullen bezoeken, en wandelden tegen het<br />
vallen van den avond naar Arnhem terug, opmerkende dat de klokken dezer stad en van <strong>De</strong>venter<br />
drie kwartier uurs scheelden. - Zeer benaauwd sliepen wij in ons klein kamertjen.<br />
Zondag 3 Augustus<br />
Met regenachtig weder begaven wij ons 's morgens te half tien ter kerke. <strong>De</strong> Leydsche predikant<br />
Voet van Campen hield eene stichtelijke en welbewerkte leerreden over Romeinen VII. 13. <strong>De</strong><br />
kerk was zeer vol; en munt uit door verscheidene oude grafsteden.<br />
Na de kerk verlaten te hebben begaven wij ons naar Velp, daar het weder was opgeklaard en<br />
bezochten den Heer van Cappelle en zijne vrouw die ons met koffy wachteden. Ons gesprek was<br />
aangenaam en levendig: tot half drie bleven wij bij hem zitten, terwijl Van Hogendorp en hij<br />
elkander bij uitstek bevielen. Du Quesne, een mijner geliefdste medestudenten, die een gedeelte<br />
van den zomer te dezer plaatse had doorgebracht, had kortelings dezelve verlaten om met<br />
Schade, Lijndrajer en Brantsen naar Frankfort te reizen. Te half vier waren wij weder aan de<br />
herberg, waar ik eene vrouw in eene calèche voorbij zag rijden die ik dadelijk voor mijne nicht<br />
Madelon de Ruuck, geboren Ruysch, herkende, ondanks hare verandering (want zij was dik en<br />
vet geworden). Ik liep in aller ijl het rijtuig achterop, hield het als een bandiet staande en vroeg