13.05.2013 Views

Download Dagboek - De negentiende eeuw

Download Dagboek - De negentiende eeuw

Download Dagboek - De negentiende eeuw

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Bij het inkomen maakte Van Hogendorp zich bekend en deed hem de groet van Capadose<br />

en da Costa. 'Ja, antwoordde hierop Rozenstein, 'het is mij recht aangenaam geweest in hen<br />

broeders in Jesu Christo te vinden: dat was een balsem voor mijn hart.' Dit gezegde hinderde mij:<br />

het had iets van de gesprekken van Tartuffe. - Wij namen plaats en het gesprek een aanvang. Nu<br />

verhaalde hij ons uit zich zelve de gansche historie met Krol, doch met al die uitleggingen welke<br />

tot zijn voordeel konden strekken, en verder zijn ganschen levensloop, waarin dat ons stuitte, dat<br />

hij als zendeling naar Noord Amerika had willen gaan. Ook beviel ons zijne groote genegenheid<br />

voor den gelderschen adel niet, wiens godsdienstigheid genoeg bekend is veel uit klatergoud te<br />

bestaan. - Echter waren de gesprekken die hij voerde, verstandig, hoewel zeer afgepast Ik<br />

bemerkte dat hij als het gesprek veranderde er dadelijk op uit was om ons gevoelen uittehooren<br />

om dan geheel in onzen zin daarover te kunnen spreken, en moet toegeven dat hij die kunst<br />

meesterlijk verstond. Na een goed uur gezeten te hebben, vertrokken wij, hem beloovende indien<br />

wij te Zutphen bleven, den volgenden dag weder bij hem te zullen komen. Op straat gekomen<br />

moesten wij elkander bekennen, dat wij nog even ver waren en niet wisten of wij den man voor<br />

een' waren geloovigen, voor een dweeper of voor een' bedrieger houden moesten. Wij besloten<br />

dus hem, zoo wij bleven, bij ons volgend bezoek eens duchtig en met beleid uittehooren.<br />

In de Societeit gekomen vonden wij van Rappard met wien wij wijn dronken, en zagen in<br />

de nabijgelegen kolfbaan den heer Kretschmar die terug in stad gekeerd ons zeer veele<br />

inlichtingen gaf nopens zijne fabriek en die van <strong>De</strong>venter. Te tien ure wandelden wij huiswaart<br />

met de parapluie van den oversten Molenbeek.<br />

Donderdag 31 July<br />

's Morgens te vijf ure stonden wij op en begaven ons naar het venster om te zien of het weder ons<br />

zoude toelaten naar Arnhem te vertrekken: dan de regen noodzaakte ons te blijven. Wij ontbeten<br />

dus en schreven; vervolgens teekende ik eenige schetsjens op welke ik op de cingels gemaakt<br />

had van de torens en vergezichten. Te half twaalf wandelden wij naar Rozenstein. Hij wachtte<br />

ons zeer net gekleed op, en schoon hij nu zijne conversatie had voorbereid, konde hij onze<br />

strikvragen niet ontduiken. In het begin verhaalde hij ons dat hij zoovele patienten door zijne<br />

krachten en Gods hulp genezen had. Nu vroeg hem Van Hogendorp; terwijl het gesprek over de<br />

Duitsche theologen liep, hoe men in Duitschland over Michaëlis dacht. Rozenstein, die<br />

waarschijnlijk dien schrijver niet gelezen had, beet op zijne lippen en na zich bedacht te hebben<br />

antwoordde hij, dat Michaëlis bij allen niet evenzeer bevriend was. Door dit dubbelzinnig<br />

gezegde meende hij de navorsching te ontduiken, doch Van Hogendorp vroeg hem nadere<br />

uitlegging en liet zich eenige woorden ontvallen waaruit hij opmaken konde dat Van Hogendorp<br />

Michaelis prees. Straks weidde Rozenstein in den lof van dien schrijver uit: doch toen mijn<br />

reisgenoot zich sterk tegen denzelven verklaarde, sloeg het blaadje weder om en hij schold op<br />

Michaëlis, telkens echter het gesprek weder trachtende aftewenden. <strong>De</strong> Remonstranten had hij<br />

nooit hooren noemen en veele godsdienstpunten schenen hem vreemd. Nu vroeg ik hem hoe men<br />

in Duitschland over de praedestinatie en de vrije wil dacht. 'Zij nemen die aan,' antwoordde hij.<br />

'Welke? hernam ik, want zij strijden tegen elkander.' En nu gaf hij ons eene alleronbegrijpelijkste<br />

en wangedrochtelijke beschrijving van zijn geloof, waaruit ons ten klaarsten bleek dat hij met het<br />

masker der godsdienst alleen diegenen bedriegen kon die met derzelver hoofdpunten en<br />

voorname geschillen onbekend zijn. Toen hij eindelijk de existentie des duivels ontkende en de<br />

goede werken verhief, kon Van Hogendorp het niet langer uithouden. Wij stonden op en namen<br />

ons afscheid, thands bewust hoe wij over hem hadden te denken. Ook schreef Van Hogendorp

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!