06.05.2013 Views

Stadspromotie monumenten - Vitruvius

Stadspromotie monumenten - Vitruvius

Stadspromotie monumenten - Vitruvius

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Koolblad,<br />

min of meer naturalistisch hiervan uitgewerkt detail aan goti-<br />

sche kapitelen en lijsten.<br />

Kolossale orde,<br />

gevelschema waarbij pilasters, dan wel halfzuilen, over de volle<br />

hoogte zijn opgetrokken, ook Palladiostijl genoemd.<br />

Kordonboog,<br />

rechthoekige uitstekende band in een gevel die de ronde vorm<br />

van een venster volgt.<br />

Kroonlijst,<br />

bovenste uitspringende lijst van een hoofdgestel*. Men geeft<br />

de naam kroonlijst ook aan het totale lijstwerk waarmee een<br />

lijstgevel* wordt afgedekt.<br />

Kruisbloem,<br />

gotisch, kruisvormig samenstel van vier hogel-achtige* blad-<br />

motieven, bekroning van gevels, torenspitsen, pinakels* en<br />

wimbergen*.<br />

Kruiskozijn,<br />

venster waarin een kruis dat is ontstaan door een elkaar krui-<br />

sende stijl met een middendorpel. De bovenvakken hebben als<br />

regel ‘vast’ glas-in-lood, de benedenvakken naar buiten draai-<br />

ende luiken en, later, ook naar binnen draaiende ramen.<br />

Kwabornament, zie tekening 08,<br />

oorspronkelijk ornament vanaf XVIId, gebaseerd op kraak-<br />

beenvormen zoals van een steur, vanuit metaalkunstnijverheid<br />

ook in de architectuur, ook wel oorschelpornament genoemd.<br />

Lambrequin (F.),<br />

naam afkomstig van het Vlaamse lamberkijn, oorspronkelijk<br />

helmkleed, vanaf XVIIB toegepast als nabootsing van textiel-<br />

rand langs betimmeringen en beeldhouwwerk.<br />

Lelie,<br />

gestileerde bloem in de heraldiek, gebaseerd echter op de vorm<br />

van de iris of lis.<br />

Levensboom,<br />

zinnebeeldige versiering betreffende de loop van het mense-<br />

lijke leven, vanouds ook symbool van onsterfelijkheid, vanaf<br />

XVIIIm toegepast in bovenlichten.<br />

Lisenen,<br />

weinig naar voren springende verticale muurverzwaringen<br />

tegen de buitenmuren van, veelal, Romaanse bouwwerken.<br />

Aan de bovenkanten van de ontstane spaarvelden* worden lise-<br />

nen vaak gekoppeld door boogfriezen*.<br />

Lodewijkstijlen, zie tekening 09,<br />

benaming voor, in het bijzonder, de reeks ornamentstij-<br />

len waarvan de aanduidingen zijn ontleend aan de Franse<br />

Koningen Lodewijk XIV (1643-1715), Regent Philippe van<br />

Orléans (1715-1723, Régence), Lodewijk XV (1715-1774) en<br />

Lodewijk XVI (1774-1792).<br />

Losanges(F.),<br />

ruitvorm, in de stijlen Lodewijk XIV*, Régence* en Lodewijk<br />

XV* toegepast als vlakvulling, netwerken opgevuld met bloem-<br />

motieven.<br />

Luchtboog,<br />

in het gotische bouwstelsel een boogvormige steunende ver-<br />

binding tussen de steunberen* en de plaatsen waar de gewelf-<br />

druk het opgaande werk van de buitenmuur ontmoet.<br />

Makelaar,<br />

middenstijl van een kapspant. Ook verticaal geplaatste, dikwijls<br />

versierde, houten stijl waartegen het schuine verloop van de<br />

betimmering van het dak wordt beëindigd.<br />

Manuelino,<br />

XVIA, naar Manuel I van Portugal, laat-gotische, vroeg-renais-<br />

22<br />

sancistische decoratiestijl, met wapenschilden, scheepswerk-<br />

tuigen, kabels, pinakels met cannelures enz.<br />

Maskaron,<br />

gestoken of gebeeldhouwde grillige kop van b.v. sater, faun of<br />

fabeldier, sinds XVI.<br />

Meander,<br />

van oorsprong Griekse versiering, bestaande uit een veelvuldig<br />

gebroken en haaks omgezette band.<br />

Genoemd naar een rivier van die naam in Klein-Azië met een<br />

grillig verloop.<br />

Medaillon,<br />

cirkelvormige omlijsting van een kop en-profiel, oorspronkelijk<br />

Romeins, ook tondo.<br />

Metopen,<br />

in het fries* de vlakke platen tussen de trigliefen*, in de<br />

Griekse architectuur vaak voorzien van beeldhouwwerk.<br />

Mudejar (uit Arabisch):<br />

‘onderworpenen, zij die mogen blijven’, benaming voor Moren<br />

in het door de Christenen heroverde Spanje, hun stijlelemen-<br />

ten zijn van invloed geweest op het plateresko*.<br />

Muuranker, zie tekening 10,<br />

ijzeren constructie, bestaande uit twee stukken die haaks aan<br />

elkaar zijn verbonden. Het door de muur stekende onderdeel is<br />

aan de binnenzijde van het gebouw tegen de verdiepingsbalk-<br />

laag gespijkerd. Het andere, aan de buitenkant zichtbare, deel<br />

kan bestaan uit een eenvoudige staaf. In veel gevallen worden<br />

juist deze onderdelen als siersmeedwerk uitgevoerd.<br />

Neo-Gotiek,<br />

in Nederland XIXB, wederopleving van deze middeleeuwse<br />

bouwstijl.<br />

Neoclassicisme,<br />

wederopleving van het classicisme* XVIIIB, bepaalt de grond-<br />

toon voor Lodewijk XVI*. Sterk beïnvloed door de opgravingre-<br />

sultaten, die vanaf 1748 in Pompeï en Herculanum werden<br />

uitgevoerd.<br />

Neorenaissance,<br />

in Nederland XIXd, bouwkunst die opnieuw gebruik maakt<br />

van ontwerpschema’s, vormen en details van de renaissance.<br />

Obelisk,<br />

geleidelijk opwaarts verjongende zuil van natuursteen, uit<br />

één stuk, met een vierkante doorsnede en bekroond door een<br />

piramide. Egyptisch, in de Romeinse keizertijd naar Europa<br />

gebracht en sindsdien als voorbeeld opgenomen in het<br />

decoratieve arsenaal van de westerse wereld. Ook wel naald<br />

genoemd.<br />

Oeil de boeuf (F.: ossenoog),<br />

kleine ronde of ellipsvormige lichtopening, dikwijls rondom<br />

voorzien van kwabornament*.<br />

Opgeklampt,<br />

constructiewijze bij deuren en luiken waarbij staande planken<br />

door middel van doorspijkeren worden verbonden aan achter-<br />

liggende dwarse klampen.<br />

Orde,<br />

bouwkunstig vormprincipe. Met betrekking tot de Griekse<br />

bouwkunst onderscheid men de Dorische*-, de Ionische*-<br />

en de Korinthische* orde. De Romeinen voegden daar de<br />

Toskaanse*- en de Composiete* orde aan toe.<br />

De Italiaanse Renaissance nam deze op zijn beurt weer over en<br />

verschillende architecten stelden, door voorbeeldenboeken te<br />

maken, orde op zaken (o.a. Palladio, Scamozzi, en Serlio).<br />

Palmet, zie tekening 11,<br />

amersfoort<br />

magazine ornamenten<br />

palmbladvormig versieringselement in de Oudheid en van daar-<br />

uit ook in het classicisme en neoclassicisme.<br />

Parelrand,<br />

zie astragaal.<br />

Peerkraal,<br />

afwerking van, in het bijzonder, een console in de vorm van<br />

kraal van peervormige doorsnede, gotisch, sinds XIIIm.<br />

Piëdestal,<br />

voetstuk van een zuil of onderbouw.<br />

Pijler,<br />

pilaar, vrijstaande ondersteuning van een hoofdgestel, een<br />

boog enz.<br />

Pilaster,<br />

slanke rechthoekige uit de wand naar voren tredende muur-<br />

verzwaring, voorzien van basement* en kapiteel*, de klassieke<br />

orden* volgend. Drager van hoofdgestel*.<br />

Pinakel,<br />

gotische spitsvormige bekroning van steunberen, geveltoppen,<br />

balustraden* enz.<br />

Plateresko (Sp.), XV,<br />

komend vanuit de edelsmeedkunst, eveneens toegepast in de<br />

architectuur, beïnvloed door de mudejar. Ook de kandelaber-<br />

zuilen* behoren hiertoe.<br />

Profiel,<br />

geheel van samenstellende vormen, zoals ojief*, hol en bol,<br />

rondstaaf enz. die bepalend zijn voor het aanzicht van een<br />

architraaf*, een kroonlijst* en diverse andere betimmeringen.<br />

Radvenster,<br />

groot raam, b.v. in de westgevel van een kerk, waarbij als de<br />

spaken van een wiel vanuit het midden een aantal kolommen<br />

radiaal naar buiten is gericht, zie ook roosvenster.<br />

Régence,<br />

stijluiting genoemd naar het regentschap van Philippe van<br />

Orléans (1715-1723), zie ook Lodewijkstijlen, beperkt waar te<br />

nemen overgang tussen Lodewijk XIV en Lodewijk XV.<br />

Renaissance (Fr.: wedergeboorte),<br />

aanduiding van de cultuurstroom die, beïnvloed door de klas-<br />

sieke* denkbeelden en kunstuitingen, vanuit Italië de rest van<br />

Europa (XV, XVI en XVII) in esthetisch opzicht een andere<br />

kleur heeft gegeven.<br />

Rib,<br />

doorstekende overgang tussen gewelfvelden.<br />

Rococo (Fr.: rocaille), zie tekening 12,<br />

in Frankrijk: Lodewijk XV, ornamentstijl die overvloedig<br />

gebruik maakt van C-vormen en S-vormen die ‘rug-aan-rug’<br />

zijn geplaatst, licht, sierlijk en geraffineerd. Rechte begren-<br />

zingen en geometrische figuren worden zoveel mogelijk<br />

vermeden.<br />

Rolwerk,<br />

als gedeeltelijk ‘uitgerolde’ en uit leer of perkament gemaakte,<br />

natuurstenen omlijstingen en begrenzingen van cartouches*en<br />

geveltoppen. Hans Vredeman de Vries (1527-1606) geeft in<br />

1555 een boek met architectuurvoorbeelden uit.<br />

Romaanse bouwstijl, zie tekening 13,<br />

middeleeuwse bouwstijl (X – XII), voortgekomen uit de<br />

Karolingische* bouwstijl. Het Romaans bedient zich van<br />

zware massieve muren, waarin vensters met rondbogen van<br />

geringe grootte worden opgenomen. De hoogteontwikkeling<br />

blijft doorgaans beperkt in verband met de zijdelingse druk<br />

van de stenen tongewelven*. Kenmerkende vormen zijn o.m.<br />

teerlingkapitelen*, deelzuiltjes*, vlechtwerk, geometrische<br />

ornamenten enz.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!