06.05.2013 Views

Stadspromotie monumenten - Vitruvius

Stadspromotie monumenten - Vitruvius

Stadspromotie monumenten - Vitruvius

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Alsof de eigen tijd onvoldoende inspiratie wist op<br />

te leveren, en wellicht ook of in het bouwbedrijf de<br />

Romantiek zich wilde laten gelden, werd opnieuw<br />

achterom gekeken.<br />

In Nederland bleef de blik rusten op de periode<br />

waarin ons land iets betekende: de Gouden Eeuw.<br />

Het was de tijd van<br />

35<br />

de trapgevels, rode<br />

baksteen en licht<br />

gekleurde zandsteen,<br />

met luiken<br />

voor de vensters en<br />

glas-in-lood. De complete<br />

staalkaart van alle<br />

bruikbare versieringen<br />

hadden de architecten<br />

van deze richting tot<br />

hun beschikking. Zij<br />

werden daarin terzijde<br />

gestaan door de in druk verschenen opmetingen<br />

en plaatwerken. Net zoals de neogotiek, kon de<br />

renaissance, op haar beurt, ook putten uit de bron<br />

van overal zichtbare voorbeelden: klauwstukken,<br />

obelisken, speklagen* en spekblokken*, schelpmotieven<br />

in de boogvelden* | 35 | enz. En alsof men zich<br />

verplicht voelde het rijtje fatsoenlijk af te werken,<br />

kwam na de neogotiek, en de neorenaissance, de<br />

neobarok. Deze laatste richting bediende zich, net<br />

als vroeger, van forse gebaren, plasticiteit, gebogen<br />

frontons en schaduwpartijen. Amersfoortse<br />

voorbeelden zijn: Museum Flehite, Sint Pieters- en<br />

Bloklandgasthuis en Stadsring 248-250.<br />

Eclecticisme*<br />

Een bijzondere vorm van dit zich laten leiden door<br />

architectuur van destijds, is het zogenoemde eclecticisme.<br />

Daarin worden lukraak elementen van<br />

bouwstijlen uit het verleden toegepast. Alsof men,<br />

staande voor de kast, geen keus kan maken en vervolgens<br />

kledingstukken gaat combineren die niet<br />

echt bij elkaar horen. Dan gaan Romaanse lisenen<br />

over in gotische steunberen, en wordt een eveneens<br />

Romaans klimmend boogfries bekroond door een<br />

gotische pinakel. Dat weerhoudt een architect er<br />

niet van om in dezelfde gevel, bijvoorbeeld, een<br />

empire-ingang te maken, met een pseudo-fronton<br />

daarboven. Aan de gevels van het voormalige<br />

Remonstrantse kerkje aan de Herenstraat zijn in<br />

Amersfoort stijlkenmerken van het Eclecticisme<br />

herkenbaar.<br />

Chaletstijl<br />

Georiënteerd op de Alpenlanden, die door het<br />

voor die tijd moderne vervoer gemakkelijker konden<br />

worden bezocht, komen er nieuwe vormen.<br />

Karakteristiek zijn de overstekende daken die op<br />

regelmatige afstanden door schoren worden ondersteund.<br />

De geveltoppen laten ajour uitgezaagde<br />

panelen zien, waaraan voluten en rolwerk zijn te<br />

herkennen* | 36 |. Er worden bekledingen van houten<br />

planken aangebracht en geveltoppen worden<br />

beëindigd met een doorstekende makelaar*, een<br />

18<br />

36<br />

amersfoort<br />

magazine ornamenten<br />

versiering die eveneens is uitgezaagd, dan wel is<br />

gedraaid. In Amersfoort is de chaletstijl herkenbaar<br />

aan de panden Utrechtseweg 106 en de villa op de<br />

hoek van de Snouckaertlaan en de Utrechtseweg.<br />

Jugendstil en Art Déco<br />

Tegen het einde van de 19de eeuw ontstaat eindelijk<br />

een gloednieuwe richting in de architectuur en de<br />

ornamentiek. Belangrijke centra zijn onder andere<br />

Brussel en Nancy. De beweging zal maar enkele<br />

tientallen jaren bestaan.<br />

In Frankrijk<br />

37<br />

spreekt men van<br />

Art Nouveau, in<br />

Engeland heeft men<br />

het over Modern<br />

Style en in Duits<br />

sprekende landen<br />

wordt het Jugendstil<br />

genoemd.<br />

Vooral het ornament<br />

is goed herkenbaar.<br />

Zij bestaat vaak uit krullende lijnen die eindigen<br />

in een ‘zweepslag’* | 37 |. Tegeltableaus hebben<br />

dikwijls bloemmotieven en illustratief uitgewerkte<br />

afbeeldingen. Constructieve elementen, zoals stalen<br />

balken en kolommen, hoeven niet te worden weggewerkt<br />

maar mogen juist worden gezien, al dan<br />

niet afgewerkt met rozetten.<br />

Nauw verwant aan de Jugendstil, vaak in één adem<br />

daarmee genoemd, is de Art Deco. Al in 1899 duikt<br />

de naam op in een artikel over decoratieve kunst.<br />

Tijdens de Wereldtentoonstelling van 1925 in Parijs<br />

is de doorbraak definitief. De curvilineaire uitbundigheid<br />

heeft dan al plaatsgemaakt voor de nieuwe<br />

richting.<br />

Deze onderscheidt zich door de toepassing van<br />

meer ingehouden vormen, waarbij geometrische<br />

composities en symmetrie, in deze periode tussen<br />

de beide wereldoorlogen, opnieuw door het publiek<br />

worden gewaardeerd.<br />

Ook de elementen die zijn ontleend aan flora en<br />

fauna zijn daarbij nog steeds de geijkte middelen<br />

38<br />

om zich uit te drukken. Voor het merendeel zijn ze<br />

terug te vinden aan sierraden. Gebruiksvoorwerpen,<br />

zoals glas- en vaatwerk en klokken, betimmeringen<br />

en meubilair behoren eveneens tot de doelgroep<br />

van de Art Déco* | 38 |. Door de industriële manier<br />

van vervaardigen en de grotere productie komen de<br />

voortbrengselen binnen het bereik van het publiek.<br />

Amsterdamse School<br />

In de architectuur, na de invloeden van Berlage, is<br />

het lastig, in het bijzonder aan het exterieur, met<br />

enige stelligheid Art Déco te herkennen.<br />

De opkomst van de Amsterdamse School, met<br />

namen als die van Van der Mey, De Klerk en<br />

Kramer, toont gaandeweg een eigen manier van<br />

decoreren. Connecties met de Art Déco zijn met<br />

stelligheid aan te wijzen* | 39 |. Echter, het ontwapenende<br />

karakter van de versieringen, dat op de<br />

gebruiksvoorwerpen wél wordt aangetroffen, is<br />

aan de gebouwen van de Amsterdamse School van<br />

een andere orde. Kenmerkend vooral is de karakteristiek<br />

dat de ornamenten deel uitmaken van, en<br />

ook voortvloeien uit, de verwerkte materialen en<br />

de toegepaste constructies. Smeedstalen hekken<br />

en brugleuningen worden voorzien van grillige<br />

decoraties. Zich daartoe lenende onderdelen van<br />

baksteen worden als siermetselwerk uigevoerd,<br />

met voluten, meanders en verticale hoekvertandingen.<br />

Er ontstaat een voorliefde voor parabolen,<br />

trapeziums, horizontale en verticale geledingen,<br />

die worden afgedekt met muurvorsten.<br />

In glas-in-lood-vensters verschijnen naast de<br />

bloemmotieven eveneens geometrische ornamenten.<br />

Toegangsdeuren delen op verschillende<br />

manieren in de voorkeur van de architecten van de<br />

Amsterdamse School. Houten ramen krijgen door<br />

diagonaal geplaatste roeden een verdeling waardoor<br />

andreaskruisen en ook ‘wybertjes’ ontstaan.<br />

Boeken over bouwkunde, met architectuurvoorbeelden<br />

uit de jaren twintig, geven voorbeelden<br />

van winkelpuien en woningcomplexen waarin dit<br />

gegeven een belangrijke rol speelt, ondermeer in<br />

Amsterdam en Zutphen. In maar enkele gevallen<br />

is er sprake van toegevoegde, of later min of meer<br />

‘gemonteerde’ versieringselementen.<br />

Niettemin kan de Amsterdamse School in de<br />

architectuurgeschiedenis aangemerkt worden als<br />

laatste stijl die serieus werk maakt van het toepassen<br />

van decoraties.<br />

De architectuur van de Delftse School van de jaren

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!