06.05.2013 Views

Stadspromotie monumenten - Vitruvius

Stadspromotie monumenten - Vitruvius

Stadspromotie monumenten - Vitruvius

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Het is ook de tijd waarin de architectuurtraktaten<br />

verschijnen, met hun principes voor het bouwen*<br />

| 20 |.<br />

Inmiddels, in 1415, waren ook de ‘Tien boeken van<br />

<strong>Vitruvius</strong>’ opgedoken in het klooster van Sankt<br />

Gallen. <strong>Vitruvius</strong> was een Romeins bouwmeester<br />

uit de tijd van keizer Augustus. Omstreeks 25 v.<br />

Chr. publiceerde hij zijn geschriften over de architectuur<br />

en de stedenbouw van zijn tijd.<br />

In 1450 ontwierp Alberti, niet alleen een schilder en<br />

een bouwmeester, maar ook een publicist, een verbouwplan<br />

voor de St.-Franciscuskerk te Rimini. Op<br />

Romeinse wijze werd het gebouw op een voetstuk<br />

geplaatst. Er kwamen klassieke halfzuilen aan te<br />

pas, een hoofdgestel*, arcaden met halfronde bogen<br />

en ingang die met een fronton werd afgedekt.<br />

20<br />

In de tweede helft van de 15de eeuw verspreidde de<br />

‘nieuwe’ vormen zich over het Italië van die tijd.<br />

Architecten zoals Michelozzo en Bramante bouwden<br />

tal van gebouwen geïnspireerd op de stijl van<br />

de klassieken, in techniek, vorm, detail, ook door<br />

gebruik te maken van de vroegere ornamenten.<br />

Na Florence was het Rome dat als het glanzende<br />

middelpunt van kunst en cultuur de hoofdrol voor<br />

zich opeiste. De meest bloeiende periode viel samen<br />

met de eerste helft van de16de eeuw, met klinkende<br />

namen, Raffaël en Michelangelo.<br />

De invloeden van de renaissance vonden hun weg<br />

naar de overige delen van Europa. Het Franse Hof<br />

trok kunstenaars aan in de personen van Da Vinci<br />

en Serlio, waarvan de laatste ook theorieboeken met<br />

voorbeelden naliet.<br />

Over het algemeen kan men niet spreken van een<br />

classicisme* als dogmatische erfenis van hoofdlijnen,<br />

eerder van het onbekommerd en overdadig<br />

toepassen van alles wat het klassieke instrumentarium<br />

te bieden had:<br />

21<br />

zuilen, pilasters,<br />

lijsten, frontons enz*<br />

| 21 |.<br />

Grotesken* en arabesken*<br />

doen hun<br />

intrede, ornamenten<br />

die bij uitstek<br />

geschikt zijn om de<br />

terugliggende panelen<br />

van pilasters te<br />

decoreren. Grotesken<br />

amersfoort<br />

magazine ornamenten<br />

bestaan uit symmetrisch aangebrachte ranken<br />

en acanthusmotieven, samen met dierfiguren en<br />

de afbeeldingen van mensen te halverlijve. Deze<br />

Romeinse versieringen werden in 1490 in de catacomben<br />

ontdekt. Arabesken zijn vegetatieve ranken<br />

en vinden hun toepassing eveneens aan betimmeringen,<br />

friezen enz.<br />

Toen paus Leo X zijn door Raffael ontworpen<br />

tapijten in 1519 in Brussel wilde laten weven kreeg<br />

Thomas Vincidor uit Bologna de opdracht toezicht<br />

te houden op de vorderingen van het werk. Deze<br />

maakte zich nuttig in de Lage Landen en ontwierp<br />

een plan voor het verbouwen van het paleis van<br />

Hendrik III van Nassau. Het gebouw in Breda staat<br />

tegenwoordig bekend als dat van de Koninklijke<br />

Militaire Academie. Met de verbouwing werd in<br />

1536 begonnen. Ook in IJsselstein en Buren zijn<br />

de resultaten van de activiteiten van een andere<br />

Italiaanse architect zichtbaar. In die steden was<br />

Alexander Pasqualini werkzaam en bouwde daar<br />

kerktorens en een kasteel. In Breda komen de<br />

omlopende zuilengalerij met de<br />

22<br />

medaillons en het fries met de trigliefen<br />

ons intussen bekend voor.<br />

In IJsselstein zijn dat de pilasterorden,<br />

geheel naar het schema<br />

en de gangbare volgorde van de<br />

Italiaanse Renaissance.<br />

Een afzonderlijke vermelding verdient<br />

de uit Portugal overgewaaide<br />

Manuelinostijl* | 22 |. Deze geeft<br />

een, in ons land voornamelijk aan<br />

balusters* zichtbare, opeenstapeling<br />

van kleinschalige renaissancistische<br />

vormen te zien, zoals<br />

gecanneleerde cilinders, kubussen<br />

en medaillons.<br />

De pilaren ter weerzijden van<br />

de ingangspartij van het huis<br />

van Maarten van Rossum in<br />

Zaltbommel zijn daarvan een voorbeeld.<br />

Naast de in Italië verschenen uitgaven, eigenlijk<br />

meer boeken met architectuurvoorbeelden, van<br />

Vignola, Palladio en Scamozzi, laten ook de graveurs<br />

en drukkers in onze streken zich niet onbetuigd.<br />

Het zijn onder meer Pieter Coecke van Aelst<br />

en Cornelis Floris die zorgen voor een vertaling van<br />

<strong>Vitruvius</strong>. Zij brengen ook eigen publicaties naar<br />

buiten.<br />

In dit gezelschap treedt Hans Vredeman de Vries in<br />

1560 op de voorgrond met zijn prentwerken. Hierin<br />

brengt hij tal van mogelijkheden onder de aandacht<br />

van iedereen die zich bezighoudt met vormgeven.<br />

Zijn ontwerpen van ornamenten, in het bijzonder<br />

van het bekende rolwerk* | 23 |,<br />

23<br />

de cartouches*, geveltoppen*<br />

| 24 |, fonteinen en gebruiksvoorwerpen<br />

vinden gretig<br />

aftrek. Niet alleen in Noorden<br />

Zuid-Nederland, ook in de<br />

rest van Noord-Europa zijn<br />

de afbeeldingen welkome inspiratiebronnen voor<br />

bouwmeesters. Soms lijkt het of zij de gravures van<br />

Vredeman de Vries zelfs letterlijk hebben overgenomen.<br />

Het rolwerk, bijna<br />

24<br />

het beeldmerk<br />

ven deze graveur,<br />

doet denken aan<br />

omkrullende<br />

banden die met<br />

kopspijkers zijn<br />

vastgenageld. Tot<br />

zijn vocabulaire<br />

behoren verder<br />

hermen*, guirlandes<br />

van vruchten<br />

en bloemen, obelisken* | 25 |,<br />

25<br />

siervazen en bollen*. De in<br />

natuursteen uitgevoerde<br />

S-vormige en C-vormige<br />

belijningen van topgevels<br />

komen eveneens uit de koker<br />

van De Vries. De voorgevel<br />

van het Leidse stadhuis en<br />

de Haarlemse vleeshal, beide<br />

van Lieven de Key (…. - 1627),<br />

zijn in dit verband illustratief<br />

te noemen.<br />

Met deze bouwwerken is men gaandeweg de 17de<br />

eeuw binnengetreden.<br />

Hendrick de Keyser (1565 – 1621), beeldhouwer en<br />

stadsbouwmeester van Amsterdam, brengt in zijn<br />

ontwerpen een ordening van volumen die meer<br />

aansluit bij de klassieke geest. Zijn Delftse stadhuis<br />

toont evenwichtige pilasterstellingen met de opeenvolging<br />

van de orden die inmiddels vertrouwd is.<br />

Boven de vensters zijn als boogvullingen schelpmotieven<br />

aangebracht, zowel Romeins van oorsprong<br />

als afkomstig van het palet van Vredeman de Vries.<br />

Verder is het beeld opgevrolijkt met obelisken,<br />

vazen en balustraden.<br />

Aan de bouwwerken van beide architecten wordt wel<br />

de benaming ‘Hollandse Renaissance’ gegeven. Een<br />

voorbeeld in amersfoort is de hoofdtoegang van het<br />

bekende Secretarishuisje aan de Muurhuizen 109.<br />

Rond het midden van de 17de eeuw ontstaat er een<br />

decoratie die voor het eerst in de ateliers van de<br />

edelsmeden wordt toegepast. Het is het zogenoemde<br />

kwabornament*, dat doet denken aan kraakbeen.<br />

Vaak worden er de natuurstenen ellipsvormige vensters,<br />

de oeil-de-boeufs*, mee toegerust.<br />

Barok*<br />

Opnieuw in Italië had het afgewogen en intellectuele<br />

karakter van de renaissance geleidelijk aan een<br />

verandering ondergaan. Toen eenmaal alle mogelijkheden<br />

van de klassieke orden waren verkend,<br />

bewerkt en aangevuld door de architecten van die<br />

tijd tot ‘eigen orden’, denk aan de vijf orden van<br />

Vignola, zocht men een nieuwe manier van uitdrukken.<br />

Die werd gevonden door te streven naar meer<br />

en andere effecten. Wat door de klassieke thema’s

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!