Download

Download Download

terverpoozing.wikispaces.com
from terverpoozing.wikispaces.com More from this publisher
06.05.2013 Views

chemicus Als de chemie maar in orde is, is een gevleugelde uitdrukking van me. Ik ben chemicus. Ik kijk naar atomen en moleculen. Ik zie ze niet, maar ik weet dat ze bestaan. Ik zie ze in het groot en ik noem ze bij hun verzamelnaam. Olijfolie voor de marinade is voor mij een mengsel van triglyceriden, het zijn esters van glycerol en vetzuren; onverzadigde vetzuren, dat wel. Dubbele bindingen daar houd ik van; ook tussen mensen. Eten versterkt die bindingen: samen eten. Vis is voor mij eiwit. Zalm is eiwit met een roze kleurstof. Die roze kleur heet astaxanthine, je vindt het ook in garnalen, maar niet in alle. Met voedingsstoffen zijn zalmen rozer te maken dan ze van nature al zijn. Mensen kunnen dat met wolken: roze wolken maken ze zelf. Grappig vind ik dat. Garnalen en zalm in een marinade, forel met tijm en rozemarijn in de buik. Apolaire kruiden lossen op in apolaire olijfolie. Met stoomdestillatie in de rookoven komen etherische oliën uit de kruiden op plek van bestemming. Eiwitten zijn ketens van aminozuren, daar denk ik aan bij vis. Ruim twintig verschillende aminozuren in tamelijk willekeurige volgorde aan elkaar geregen, net als kralen zegt de leraar scheikunde. Ik houd niet van die vergelijking. Aminozuren zijn geen kralen, het zijn aminozuren. Een zuurgroep en een aminegroep aan een en hetzelfde koolstofatoom, en een zijketen die varieert. Aminozuren zijn chiraal, op 1 na. Chiros is de hand, de linkerhand die de rechterhaand als spiegelbeeld 39

kent. Zo is het ook met aminozuren. De moleculen kennen een spiegelbeeld, maar in de vis zijn alleen de linkervormen te vinden. De rookoven is gevuld met linkerhanden, als het ware. Gamba’s en garnalen hebben een chitineskelet. Dat zijn polymeren van suikers en glucosamines. Suikers met een aminegroep in het molecuul. Die polymere suikers komen ook in zaagsel van beuken en eiken en van andere bomen voor. Cellulose, onoplosbaar in water, net als het lignine, de houtstof: het zijn uitgebreide netwerk-moleculen voor stevigheid en voor de bruine houtkleur. Niets breekt hout af, ach natuurlijk wel. Bacteriën met de juiste enzymen, geiten met goede maagbacteriën. Anaërobe vergisting, de aanvallers zijn met velen. Thermolyse gebeurt in de rookoven. Pyrolyse, ontleding door vuur, treedt op onder invloed van hitte. Als ik de rookoven ruik, zie ik met mijn geestesoog hoe de houtstof ontleedt, hoe covalente bindingen in moleculen niet langer weerstand bieden aan de hoge temperaturen. Lignine en cellulose breken in kleine moleculen. De hitte drijft ze met water in de gasfase. Onderweg naar de buitenlucht komen de brokstukken van het zaagsel de zalm tegen, de gamba’s en de forel. Aminogroepen, zuurgroepen, thiolen reageren met de amines, met methanal uit het hout. De eiwitten verkleuren, de smaak van de vis verandert. Spiritus vat vlam, ethanol verbrandt kleurloos. Geen roet om op te lichten en de vlam geel te kleuren. Blauw licht, een vleugje, van aangeslagen moleculen die terugvallen naar de grondtoestand. Enkel water en koolstofdioxide blijven over; onzichtbare gassen. 40

kent. Zo is het ook met aminozuren. De moleculen<br />

kennen een spiegelbeeld, maar in de vis zijn alleen de<br />

linkervormen te vinden. De rookoven is gevuld met<br />

linkerhanden, als het ware.<br />

Gamba’s en garnalen hebben een chitineskelet. Dat<br />

zijn polymeren van suikers en glucosamines. Suikers<br />

met een aminegroep in het molecuul.<br />

Die polymere suikers komen ook in zaagsel van<br />

beuken en eiken en van andere bomen voor. Cellulose,<br />

onoplosbaar in water, net als het lignine, de houtstof:<br />

het zijn uitgebreide netwerk-moleculen voor stevigheid<br />

en voor de bruine houtkleur. Niets breekt hout af, ach<br />

natuurlijk wel. Bacteriën met de juiste enzymen, geiten<br />

met goede maagbacteriën. Anaërobe vergisting, de<br />

aanvallers zijn met velen.<br />

Thermolyse gebeurt in de rookoven. Pyrolyse,<br />

ontleding door vuur, treedt op onder invloed van<br />

hitte. Als ik de rookoven ruik, zie ik met mijn<br />

geestesoog hoe de houtstof ontleedt, hoe covalente<br />

bindingen in moleculen niet langer weerstand bieden<br />

aan de hoge temperaturen. Lignine en cellulose breken<br />

in kleine moleculen. De hitte drijft ze met water in de<br />

gasfase. Onderweg naar de buitenlucht komen de<br />

brokstukken van het zaagsel de zalm tegen, de gamba’s<br />

en de forel. Aminogroepen, zuurgroepen, thiolen<br />

reageren met de amines, met methanal uit het hout.<br />

De eiwitten verkleuren, de smaak van de vis verandert.<br />

Spiritus vat vlam, ethanol verbrandt kleurloos. Geen<br />

roet om op te lichten en de vlam geel te kleuren.<br />

Blauw licht, een vleugje, van aangeslagen moleculen<br />

die terugvallen naar de grondtoestand. Enkel water en<br />

koolstofdioxide blijven over; onzichtbare gassen.<br />

40

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!