You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Zestien beschouwingen over vis.<br />
Gedachten bij een rookoven met<br />
een multiculturele invalshoek.<br />
Humor en vertedering bij zalm,<br />
garnalen en makreel die in rook<br />
opgaan, en het toetje, niet te<br />
vergeten.<br />
Uitgeverij Ter Verpoozing<br />
ISBN: 978-90-73064-08-9<br />
VISROKERIJ<br />
filosofie bij gerookte vis<br />
Gerard Stout
VISROKERIJ<br />
overpeinzingen bij een rookoven<br />
gerard stout
Uitgeverij Ter Verpoozing<br />
ISBN: 978-90-73064-08-9<br />
NUR 350<br />
© g.h.w.j. stout<br />
Eerste druk 2010<br />
Omslag: Gerard Stout<br />
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door<br />
middel van druk, fotocopie, microfilm, digitale bestanden of op welke andere<br />
wijze dan ook zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
Alles gaat op in rook
Student 7<br />
Bioloog 10<br />
Kok 13<br />
Onderwijskundige 16<br />
Mathemaat 19<br />
Seksuoloog 22<br />
Fysicus 25<br />
Directeur 28<br />
Drent 31<br />
Diaken 35<br />
Chemicus 39<br />
Patiënt 43<br />
Blindeman 47<br />
Fakir 51<br />
Neuroloog 55<br />
Lezer 58
student<br />
Ik houd van schransen. Als ik maar kan eten in korte<br />
en intense pulsen. Ik ben opgevoed bij McDonalds.<br />
Mijn fijnproeverij gaat niet veel verder dan patat en<br />
frikadel. Mijn smaakpapillen zijn getraind op piccalilly,<br />
tomatenketchup, kroket, mayonaise en patatje oorlog.<br />
Ik heb weinig met verse groente. Sinds ik op kamers<br />
woon, eet ik chili con carne uit blik en af en toe<br />
trakteer ik mezelf op eten van de AH.<br />
Ik voel me ongemakkelijk bij een visrokerij. Ik kan me<br />
er niet aan onttrekken; liever bleef ik weg.<br />
Ik kan me niet concentreren. Ik heb ADHD. Ik heb<br />
uitstelgedrag en faalangst. Ik worstel met mijn ego en<br />
meer nog met het ego van mijn vader en moeder, die<br />
ik later een goede vader en een goede moeder noemen<br />
zal, maar nu nog niet.<br />
Ik ben student, ik ben gedragsgestoord. Met twee<br />
woorden spreken kan ik nog niet en zonder drinkfles<br />
in de hand voel ik me onzeker. Houvast heb ik nodig.<br />
Ik word misselijk van vislucht, maar ik kan niet<br />
ontsnappen met mijn chronische honger naar<br />
aandacht. Zonder mensen om me heen voel ik me<br />
depressief en overbodig.<br />
Ik zie de gamba’s - nog nooit gegeten - en de zalm -<br />
ooit op een toastje geproefd - in de marinade van<br />
olijfolie. Dat was in Italië, dat was in Frankrijk.<br />
Mislukte campingvluchtverkering door een teveel aan<br />
olijfolie. Nee, niet alleen door de olie, ook door mijn<br />
hypersensitiviteit.<br />
’J’ai faim’, zei ze.<br />
Ze wilde alleen dát.<br />
7
Ze had honger. Naakt en roze was ze als de zalm.<br />
Open lag ze, op een groen luchtbedje dat ik halfzacht<br />
had opgeblazen, op een peperrode slaapzak. Ik had<br />
gegeten en gedronken. Mijn innerlijk was gesmeerd<br />
met witte wijn en olijfolie. Virginale persing. Ik kende<br />
de wereld.<br />
Ik heb ADHD en ik ben hypersensitief, met een<br />
onverzadigbare affectiehonger. Vastgesteld en<br />
geregistreerd door een gediplomeerd therapeut. Ik<br />
mocht het etiket kiezen: hypersensitief of ADHD. Ik<br />
koos beide.<br />
Nee, ik ben geen meervoudige persoonlijkheid. Ik heb<br />
ook mijn beperkingen. Hypersensitief is een voordeel<br />
en een nadeel. Ik voel haarfijn wat mensen bedoelen,<br />
ik kan stemmingen peilen tot op de bodem. Eén<br />
oogopslag is voldoende. Zelden vergis ik me, eigenlijk<br />
nooit.<br />
Die vis in de rookoven kan niet meer zwemmen; ik<br />
zwem in mijn eigen overtuiging, in mijn eigen gelijk.<br />
En dat bevalt me prima.<br />
Jammer dat ik nog geen verkering heb. Ik ben daar te<br />
gevoelig voor. Zo ben ik door God geschapen. Groot<br />
en sensitief.<br />
Ik stel uit. Ik aarzel om te koken en te roken. Ik laat<br />
dat handwerk liever aan een ander over. Ik denk, dus<br />
ik besta, dat past me beter. Een gamba kan niet<br />
denken, een moot zalm denkt niet na en toch bestaat<br />
die gamba en toch bestaat die zalm.<br />
Voor hoeveel procent ik mezelf ken? Wat een vraag!!!<br />
Ik ken mijn kwaliteiten, ik noemde ze al: autist, ADHD,<br />
dyslectisch en hypersensitief. Verder heb ik een<br />
verstoorde relatie met mijn verwekkers, dat zit in de<br />
8
genen, mijn ouders hebben hun ouders ook de deur<br />
uitgezet. Stress en eigenheid zijn beide erfelijk, net als<br />
al die andere zaken die een mens bepalen. Ik besteed<br />
mijn energie aan de verloren strijd met mijn ouders<br />
over mijn verloren kinderjaren. Ik zwem in mijn rol als<br />
slachtoffer van mijn opvoeding. Een warme zee is dit<br />
rotgevoel.<br />
Ik ken mijn kwaliteiten voor 90%, OK laat ik<br />
bescheidener zijn: 85% van mijn aard is me helder.<br />
Dat is meer dan een forel met kruiden in zijn lijf<br />
zichzelf kent. Ha, ha, ha. Erlebniss.<br />
Ik laat me niet verrassen. Nou ja, voor maximaal 15%<br />
ben ik nieuwsgierig - maar niet heus - naar mijn ware<br />
aard. Zelfvertrouwen heb ik genoeg, al mijn antennes<br />
zijn op de buitenwereld gericht. Jammer dat de wereld<br />
dat niet ziet.<br />
Anderen willen een spel met me spelen. Ik doe niet<br />
mee. Ik ben niet gek. ADHD en hypersensitief, dat zijn<br />
mijn kwaliteiten. Ik laat niet de draak met me steken.<br />
Dat ik geen tafelmanieren laat zien, is mijn protest<br />
tegen wat me wordt opgedrongen. Ik kan wel netjes en<br />
beleefd zijn, ik wil het niet.<br />
Olijven eet ik niet en ook geen pepers of paprika’s<br />
gevuld met schimmelkaas. Die lust ik niet.<br />
Uit beleefdheid eet ik mee met de anderen, ik eet<br />
vanwege het gezelschap, niet vanwege de vis. Ik koop<br />
mijn gezelligheid met een wansmaak in mijn mond.<br />
De pudding heb ik al zien staan. Custard, net als mijn<br />
moeder maakte, met vanille en slagroom uit een<br />
spuitbuis. Synthetische room, net als de wereld om me<br />
heen, namaak.<br />
Straks is er McDonalds.<br />
9
ioloog<br />
Ik heb respect voor het leven. Ik ben bioloog.<br />
Eigenlijk ben ik vegetariër, maar als ik om me heen<br />
kijk in de vrije natuur zie ik niet enkel herbivoren. Een<br />
mens leeft niet van sla alleen, ook niet van enkel lof,<br />
paprika, pepers en peen. In de vrije natuur zijn er<br />
omnivoren en vlees-eters. Als compromis beperk ik<br />
me bij de maaltijd tot de koudbloedige dieren. Die<br />
staan wat verder van me. Af en toe vergrijp ik me aan<br />
een kip of kalkoen. Daar kan ik niets aan doen.<br />
Respect is voor mij de basis van gezelligheid. Eten<br />
vind ik gezellig, als ik in mijn eentje eet, maar ook in<br />
gezelschap. Eten versterkt de kuddegeest, het<br />
groepsgevoel. Tot die school hoor ik.<br />
Zalm vind ik lekker, ook als ze niet roze is gekleurd.<br />
Zalmen eten roze garnalen, vandaar de kleur van het<br />
visvlees. Dat geldt ook voor flamingo’s in de<br />
dierentuin die ook garnalen op het menu hebben<br />
staan. Roze gekleurd door inname van een ander. Net<br />
mensen.<br />
De meeste zalm is gekweekt. Ik belast het natuurlijke<br />
milieu niet met mijn consumptie. Haring eet ik niet,<br />
maar dat is omdat die vis rauw is. Ik houd niet van<br />
rauw. Kom me niet aan met sushi’s.<br />
Een tevreden roker is geen onruststoker, dat zei wijlen<br />
mijn goede moeder. Ze rookte sigaren. Ik rook niet. Ik<br />
zie het liefst hoe een ander vis rookt. Ik ben een<br />
onruststoker, al weet ik die eigenschap redelijk<br />
binnenboord te houden. Ik ben etholoog en ik weet<br />
veel van individueel gedrag en van groepsgedrag. De<br />
menselijke natuur is allerminst vriendelijk, lees er de<br />
10
krant maar op na. Ik ken de natuur een beetje. Ik ken<br />
mijn natuur, dat is een groot goed. Wie de natuur wil<br />
beheersen, moet haar gehoorzamen.<br />
Samen koken en samen roken bevordert de<br />
saamhorigheid, de basis van gezelligheid. Als ik een vis<br />
- een koudbloedige gewervelde - op het rooster zie<br />
liggen, denk ik aan koudbloedige paarden en<br />
koudbloedige mensen, dat gaat vanzelf, daar hoef ik<br />
niets voor te doen.<br />
Ik ben van nature terughoudend en traag, niet van<br />
begrip, maar wel van handelen. Ik ben een afwachtend<br />
type. Dat is mijn overeenkomst met leeuwen en<br />
luipaarden die wachten tot ze toeslaan. Leer mij de<br />
mensen kennen, en de vissen.<br />
Nee, van sterrenbeelden houd ik niet, ook al ben ik<br />
bioloog. Ik ben een Darwinist in hart en nieren, ik<br />
volg geen religie. Kom me niet aan met horoscopen en<br />
andere piskijkerij. Ik heb veel geleerd over vissen,<br />
kreeften, tweelingen, rammen en stieren, maar<br />
daarvoor hoef ik de sterren niet te raadplegen.<br />
Als een vis in de rookoven transformeert in een<br />
warme maaltijd ontdooi ik langzaam en doe ik mee<br />
met de gezelligheid.<br />
Ik praat graag over paaigedrag van vissen, kuit schieten<br />
en stilstaan van snoeken in beekjes. Ik vertel hoe ik<br />
met mijn opa ging vissen in het Eelder Diepje. Een lus<br />
van koperdraad kalm en bedaard om de kop van de<br />
staande snoek schuiven en dan de snoek met een<br />
snelle ruk uit het water trekken. Op het strand van<br />
Texel, Tessel zei opa, met een werphengel op geep<br />
vissen en op bot, schar, schol, zeebaars en paling. Met<br />
blote handen krabben vangen. Zonder vergunningen<br />
11
tot de heupen in het water. Lekker was dat, ook al<br />
vingen we niets. Ik was zestien.<br />
Ik praat over dwarsgestreepte spieren en zenuwknopen<br />
in een vis. Ik vertel over pijn aan de haak en<br />
het kortetermijngeheugen van vissen. Ik weet van<br />
kaviaar in blik en ik ken de samenstelling van de graten<br />
van een forel. Calciumcarbonaat in een matrix van<br />
eiwitten en koolhydraten. Vistrappen zijn mij bekend.<br />
En als het onderwerp is uitgekauwd, - es kan nicht immer<br />
Kaviar sein - vertel ik over het kruidenrekje: tijm,<br />
rozemarijn in de buik van de forel en verder over dille,<br />
munt, steranijs en lavendel. Ik ben niet voor één gat te<br />
vangen.<br />
Glasaaltjes van de paling, de Saragossa Zee, de ademhaling,<br />
de schubben en de kieuwen, de buikvinnen en<br />
de rugvinnen. Ik weet er van. Soms hoor ik mezelf<br />
praten, dan lijk ik weggelopen uit Discovery Channel<br />
of National Geographic. Dan zwijg ik. Dat is het<br />
mooiste van vissen: zwijgen tijdens het eten en tijdens<br />
het vangen.<br />
Vissen staan vooraan in de evolutie. Waterdieren<br />
waren er het eerst. Ze verdwijnen ook als eerste. De<br />
oceanen raken leeg terwijl we lekker eten. Ik heb geen<br />
schuldgevoelens over lege zeeën. Ik eet weekdieren net<br />
zo makkelijk en lekker als trilpudding.<br />
Een bioloog weet wat het leven is. Ik doe van harte<br />
mee aan de kringloop.<br />
12
kok<br />
Ik houd van gezelligheid. Je kunt me geen groter<br />
plezier doen dan een lichte maaltijd in prettig<br />
gezelschap. Gezellig, het woord komt van gezelschap,<br />
samen aan tafel, samen in de keuken, samen in de<br />
buitenlucht. Ik houd van goed gezelschap, wie niet?<br />
Ik ben een bbhh - man: ik heb mijn bezigheden<br />
buitenshuis. Ik kook. Ik sta in de keuken van een<br />
restaurant. Vis heeft mijn voorkeur: zalm, forel en<br />
zalmforel. Ik houd van gamba’s en garnalen. Kleine<br />
juweeltjes uit de zee. Limoensap in een karaf, om te<br />
drinken en stiekem de vingers in te dopen. Verse<br />
groente, liefst uit eigen tuin en onbespoten.<br />
In het restaurant waar ik werk, licht ik daar wel eens<br />
de hand mee. Dat onbespotene. Soms lik ik de rand<br />
van het dessertschaaltje schoon voor het naar de<br />
gasten gaat. Niemand die dat weet, dat is mijn plezier.<br />
Thuis rook ik. Ik rook geen tabak, ik rook vis. Maar<br />
liever nog laat ik anderen roken: vis roken. Ik kijk toe<br />
en ik houd mijn mond. Dat vind ik gezelligheid:<br />
zwijgen in goed gezelschap. Ik praat tegen mezelf en<br />
tegen de gerechten als ik ze stoof en bak. Voor een<br />
goed gesprek heb ik een ander niet nodig. Ik heb het<br />
met mezelf getroffen.<br />
Zwijgen aan een chique gedekte tafel. Fraai servies en<br />
bijpassend bestek, dat is het zout in de pap. Dat is het<br />
zout op de vis.<br />
Bij spiritus, ook bij brandspiritus denk ik aan geest, de<br />
heilige geest en aan geestrijk vocht. Dat kan een<br />
Gewürtztraminer zijn, maar ook een Chablis. Als wijn<br />
goed is en goed op temperatuur, ben ik tevreden.<br />
13
Het zaagsel in de rookoven is van beuken of van<br />
eiken. Het ene zaagsel is goed voor vis, het andere<br />
voor vlees.<br />
De baas van het restaurant heeft zaagsel in zijn hoofd,<br />
ik vraag me af hoe dat kan bij iemand die baas is. De<br />
wonderen zijn de wereld uit. Iedereen doet alles<br />
zonder verstand, lijkt het. Wonderen gebeuren in de<br />
hemel. Of dat zo is, dat weet ik niet: dat van die<br />
wonderen; dat van die hemel.<br />
Beukenzaagsel ontleedt door de hitte van de<br />
spiritusvlam. Spiritus is alcohol, dat heet ook wel<br />
wijngeest. Die alcohol komt ook voor in wijn.<br />
Houtgeest is de verkeerde alcohol, het is methanol. Je<br />
kunt er blind van worden, als je het drinkt, je kunt er<br />
dood aan gaan, net als van wijngeest, maar dan heb je<br />
meer nodig, of niet Korsakov?<br />
Zalm als voorgerecht, met gemarineerde gamba’s en<br />
dan zachtjes gerookt; niet te lang. Ik houd van stevig,<br />
als het over vis gaat. Zachtheid en mildheid haal ik<br />
elders.<br />
Spiritus kan gevaarlijk zijn. Dat geldt ook voor de<br />
spirit; de geest. Wie veel nadenkt en wie veel doet, kan<br />
aan de kook raken. Er is zoveel te ontdekken;<br />
overweldigend. Daar denk ik aan als de vis in de hete<br />
stoom met de aromastoffen uit het beukenzaagsel ligt<br />
te wachten op gretige monden. Het deksel is gesloten.<br />
Het is geheim dat zich in de mist van de rookoven<br />
afspeelt. Ik wil dat niet weten.<br />
Alles weten maakt niet gelukkig en alles eten maakt<br />
dik, dat zei mijn vader zaliger. Hij wist heel veel. Ik<br />
heb nagelaten hem te vragen naar zijn kennis en zijn<br />
vaardigheden, dat spijt me soms nog. Hij heeft me<br />
14
mijn leven nagelaten. Ik kan die rijkdom nog niet<br />
vatten. Soms wou ik dat ik wat nieuwsgieriger was,<br />
maar dat ben ik niet. Ik hoef niet alles te weten.<br />
Gamba’s en garnalen zijn lekkerder als ze eerst in een<br />
marinade hebben gerust. Olie met een mengsel van<br />
kruiden. Niet meer naturel, niet meer de smaak van de<br />
woeste zee, niet meer het zout en het zilt van het<br />
natuurlijke nat. Ook de forel is lekkerder met zout op<br />
de huid en aan de binnenkant. En met rozemarijn en<br />
tijm binnenin, een slordig bosje op het magere vlees;<br />
en dan in de oven, in de rook.<br />
De plant geeft de rijkdom aan de vis, en de vis geeft de<br />
rijkdom van de plant en van zichzelf aan de mens; kijk<br />
dat vind ik nou gezellig.<br />
Gezellig is niet het goede woord. Erotisch, dat past<br />
beter. Eten is vrijen met andere middelen. Een toef<br />
tijm en een rozet rozemarijn in de intieme delen van<br />
de vis. Niet dat het me opwindt, dat gebeurt niet naast<br />
een rookoven, dat treft me niet met koude vis.<br />
Het moment is aangebroken om over een tintelende<br />
tong woorden los te laten. Hoe lekker de gamba’s<br />
waren en de delicate smaak van de zalm die de<br />
rozemeisjeskleur is kwijtgeraakt, het zachte vlees van<br />
de forel en de exquise smaak van rozemarijn. Het<br />
glimmende vel van de forel.<br />
Knapperige peentjes en frisse pepers en paprika’s.<br />
Gebakken aardappelen; voorgekookt en in roomboter<br />
bereid.<br />
De pudding maakt het af: bosbessen, vanille,<br />
frambozen en slagroom. De pudding trilt, de pudding<br />
valt uiteen, dat is gezelligheid, al is dat niet het juiste<br />
woord.<br />
15
onderwijskundige<br />
Eten is een leermoment. Van alles wat een mens<br />
hoort, beklijft 10%, en dat percentage groeit met<br />
horen, zien, voelen, en zelf uitleggen naar 100%. Dat<br />
is de exactheid van een onderwijskundige. Daar voel ik<br />
me bij thuis. Leermomenten zonder cijfers achter de<br />
komma zijn mijn hartstocht.<br />
Ik houd van vis met appelmoes. Ik houd van vis met<br />
groente en van vis met aardappelen, gebakken of<br />
gekookt. Pommes parisiënnes mag ook, als ze maar<br />
bruin zijn en krokant.<br />
Ik heb geen vak geleerd, lesgeven kan ik niet, maar ik<br />
heb verstand van onderwijs, en van vis en van eten.<br />
Ik ken de marinades, ik weet olijven op kwaliteit te<br />
beoordelen. Zout, zachtzuur, licht wrange soorten,<br />
droog en mat. Met knoflook en met pepers, leer mij<br />
olijven kennen, en vissen.<br />
Gamba’s, garnalen, schol, schar, kabeljauw, tong,<br />
makreel. Ik ken de zee van binnenuit. Als ik zwem en<br />
de deining trotseer voel ik me in mijn element.<br />
Ik denk niet exact, al ben ik heel precies als ik een<br />
zalm in mootjes snijd. De roze kleur staat me aan. Ik<br />
hoef de oorsprong niet weten van wat mij lekker<br />
smaakt.<br />
Mijn werkwijze is proefondervindelijk. Ik maak een<br />
begin met een proces zonder dat ik weet waar de trip<br />
eindigt, bij de maaltijd natuurlijk, als het over eten<br />
gaat.<br />
Ik oefen met spiritus en met lucifer. Ik steek graag de<br />
brand in een hooiberg, en met evenveel inzet probeer<br />
16
ik beukenhout of eikenhout aan de natuur terug te<br />
geven. Het broeikasgas laat ik met genoegen los.<br />
Ik heb een warme inzet, ik voel me thuis in de tropen.<br />
Ook als die tropen onder een parasol in de achtertuin<br />
opduiken.<br />
Processen analyseren en wegen, daar heb ik voor<br />
doorgeleerd. Hoe leer je een vis villen? Hoe leer je<br />
zout op de staart te leggen? Hoe vul je een koudbloedig<br />
lijk met hete kruiden? Hoe maak je het<br />
smakeloze op smaak?<br />
Hoe leer ik mezelf ontdekken?<br />
Ik ken mezelf voor 15%, dat is een ruwe schatting<br />
zonder cijfers achter de komma. Dat percentage is wel<br />
eens hoger geweest. Met de jaren wordt het lager.<br />
Werkvorm en reflectie, dat zijn mijn toverwoorden.<br />
Hoe steek ik de geest in de spiritus. Hoe ontbrandt het<br />
heilige vuur in een leerling? Hoe ontwikkel ik mezelf?<br />
Door te doen en na te denken. Kolb ging me voor, en<br />
al die anderen Piaget, Vysotsky, Gal’perin, Maria<br />
Montessori, ze zeiden wat mijn goede vader en goede<br />
moeder - de Here beware hunne zielen - al hebben<br />
voorgedaan: Doe wel en zie om.<br />
Ik kook en ik rook de vis. De handelingen gaan me<br />
natuurlijk af, onhandig bij vlagen, maar het lijkt alsof<br />
ik in een eerder leven al eens vis bereidde.<br />
Ik was een kind: Ik ving een paling in een boerensloot.<br />
De haak ver achter in de keel. Zand aan mijn handen<br />
en mijn vader sneed de keel door. De staart van de<br />
paling kronkelde zonder kop tussen mijn vingers. Ik<br />
plaste in mijn broek van vreugde. De kick van een<br />
kind. Mijn goede vader was trots op mij, op de paling<br />
zonder kop, op de emoties van de natte broek. Mijn<br />
17
goede moeder prees me - om de emoties van de natte<br />
broek - en om de paling. Dat was achteraf de basis<br />
voor mijn beroepskeuze. Waardering voor emoties.<br />
Ik kan een forel van het inwendige voorzien als de<br />
ingewanden eruit zijn. Ik ken de plaats van kruiden en<br />
specerijen in een vissenlijf. Ik weet hoe ik gezelschap<br />
boeien kan met alledaagse praat. Op z’n tijd draai ik<br />
me niet om voor een filosofie van Seneca en Socrates,<br />
van Bacon en Valéry, ook al schuurt zand me tussen<br />
de handen. Ik plas niet meer in mijn broek, dat niet. Ik<br />
voel nog steeds de aandrang die mijn lichaam mij heeft<br />
geleerd als ik met passie mijn werk doe om mijn<br />
vaardigheden te ontdekken.<br />
De forel kijkt me met lege ogen aan. Ik zie wat er niet<br />
is, daar heb ik oog voor. Ik snijd de wangetjes<br />
zorgvuldig uit de kop. Het lekkerste weet ik te<br />
waarderen.<br />
Gebakken aardappelen, in olijfolie, in roomboter. Ik<br />
heb het bakken en braden onderzocht en akkoord<br />
bevonden. Op de camping in Frankrijk, of was het<br />
Italië, heb ik haar leren kennen. Spiritus in een<br />
brander, sardientjes in een aluminium steelpannetje en<br />
ansjovis. Rauwe mossels, zachte oesters. Pepers met<br />
gorgonzola en paprika met boursin. Ik heb het<br />
onderzocht.<br />
Ze maakte custardpudding voor me met saus van<br />
frambozen en bosbessen. Ik was onnozel. Ik had geen<br />
vak geleerd. Dat is geen bezwaar, zei ze. Dat spreekt in<br />
je voordeel, zei ze. Neem van mijn spijzen, zei ze.<br />
Neem en eet, zei ze. Ze hoefde dat niet te herhalen.<br />
Ik ben een fijnproever.<br />
18
mathemaat<br />
Een rechte lijn. Een rechte lijn is de kortste verbinding<br />
tussen twee punten. Er zijn anderen, niet mathematen,<br />
die me soms wijs willen maken dat er andere<br />
mogelijkheden zijn om twee punten met elkaar te<br />
verbinden. Natuurlijk kan dat, maar dan wel met een<br />
langere lijn. Wiskunde is wat anders dan een moot<br />
zalm in vier gelijke delen te snijden, of om zeventien<br />
gamba’s over vijf eters te verdelen.<br />
Wiskunde is altijd eerlijk en dat kun je van het<br />
dagelijkse leven niet zeggen. Ik ervaar het tegendeel in<br />
die virtuele wereld van het dagelijkse bestaan. Veilig<br />
voel ik me in de drie dimensies van het assenstelsel<br />
XYZ, en als het nodig is, neem ik de tijd erbij als vierde<br />
dimensie. Ik ben een euclidische mathemaat. In<br />
stereometrie, ruimte-meetkunde, vind ik mijn paradijs.<br />
Dat is mijn reële ruimte, de gamba’s, de zalmmoten,<br />
marinade van olijven en kruiden dat beschouw ik als<br />
mijn virtueel bestaan. Alleen wat echt is, dat is echt.<br />
Het echte ligt in me en niet buiten me.<br />
De rookoven meet 22 x 36 x 18 cm. Dat zie ik zo, daar<br />
heb ik geen meetlat voor nodig. Zonder liniaal ken ik<br />
de maat der dingen, van binnen en van buiten.<br />
Het rooster telt twintig tralies, de tralies zijn drie<br />
millimeter in diameter. Drie dat is een priemgetal, net<br />
als zeventien, het aantal gamba’s op het bord.<br />
Priemgetallen, kwadraten, wortels dat zijn mijn<br />
verbindingen tussen mijn binnenwereld en mijn<br />
buitenwereld. Een zalm mag roze zijn, daar lig ik niet<br />
wakker van, dat is kunstmatig met het voer naar<br />
binnen gebracht. Een zalm heeft een even aantal<br />
19
graten en beentjes, geen priemgetal. De vloeiende<br />
beweging van een vis is met een sinus te beschrijven,<br />
of met een cosinus.<br />
Golvende bewegingen, een harmonische slinger.<br />
Ellipsen, cirkels, kegelsnedes. Het leven is er vol van.<br />
Bij alles wat ik zie, zoek ik als eerste het concept. Het<br />
patroon van de schubben van een forel vertaal ik naar<br />
de chaostheorie. Uit chaos ontstaat een geordend<br />
patroon. Dankzij de wiskunde.<br />
Ook de verbranding van spiritus in koolstofdioxide en<br />
water volgt de chaostheorie. Gas is immers afgeleid<br />
van het woord chaos. Gas en lucht kan ik niet zien.<br />
Atomen en moleculen laat ik graag aan liefhebbers<br />
over.<br />
Mijn eerste, derde, vijfde, zevende, elfde en dertiende<br />
forel at ik in het hetzelfde restaurant, telkens met<br />
hetzelfde meisje. Daarna liepen onze wegen niet meer<br />
parallel.<br />
De forel heeft voor mij de magie verloren na die<br />
divergerende verkering.<br />
Vanaf mijn negentiende eet ik forel als elke andere vis.<br />
Smakelijk, maar niet meer bijzonder, op een<br />
transparante herinnering na die ik in de vierde<br />
negatieve dimensie nog niet kwijt kan raken.<br />
Gezelschap doet er niet toe. Als ik alleen ben is het net<br />
zo gezellig als met anderen. Ik houd niet van<br />
gezelligheid. Het is me te, hoe zal ik het zeggen, het is<br />
me te concreet. Ik houd meer van abstract. Sfeer drukt<br />
op me. Gezelligheid drukt op me. Stemmingen: bah.<br />
Ik haal voldoening uit getallen. Vier forellen, dat is<br />
twee in het kwadraat. Tweemaal vier borden dat is<br />
twee tot de derde. Dat rekenspel kan ik verder spelen<br />
20
met de tanden aan de vorken, met de tegels op de<br />
vloer. Zo reken ik de hele dag. Overal zie ik getallen<br />
en cijfers en als ik even geen aanleiding zie om te<br />
rekenen neem ik de datum of het tijdstip. Ik draag een<br />
digitaal horloge.<br />
Vier forellen, zeventien gamba’s, vier zalmmoten, de<br />
duur van de maaltijd in minuten, en al die getallen met<br />
elkaar vermenigvuldigen. Nooit een priemgetal. En<br />
dan trek ik de vierkantswortel uit het product.<br />
Niemand hoeft te weten hoe ik mijn geest verwen.<br />
Het eten smaakt me goed. Ik houd ook van kip en van<br />
kalkoen op z’n tijd. Bruine bonen, ook prima.<br />
Spaghetti, macaroni.<br />
Vanillevla is ook goed. Op mijn bord teken ik met<br />
mijn dessertlepel in de frambozensaus een assenstelsel.<br />
Ik tel twee tot de vierde blauwe bosbessen op de<br />
pudding. Elke eter krijgt de vierkantswortel van dat<br />
aantal. Geen decimalen deze keer. Ik leg de bessen in<br />
een ruit en ik wacht tot iedereen begint te eten. Ik<br />
schep de pudding uit mijn ruit. Dan haal ik een bes<br />
weg: een driehoek blijft en in gedachten trek ik de<br />
cirkel door de drie punten.<br />
Ik eet nog een bes. Er blijft een rechte lijn. De kortste<br />
verbinding tussen de virtuele pudding en mijn reëel<br />
dimensieloos punt in het diepst van mijn ziel.<br />
21
seksuoloog<br />
Ja, inderdaad, ik ben seksuoloog. Daar kijk je<br />
misschien vreemd van op. Anders ik zelf wel. Het was<br />
geen kinderwens: ’Jongen wat wil jij worden?’<br />
‘Seksuoloog mamma, seksuoloog wil ik worden.’<br />
’Prima vent. Goed beroep. Ga nu eerst je tanden<br />
poetsen en dan naar bed.’<br />
Mijn vader en moeder hebben me vrij opgevoed. Ik<br />
hoefde mijn handen niet boven de lakens te houden.<br />
Ik heb niet uit frustratie dit beroep gevonden.<br />
Ik had ambities in de visserij. Sportvisserij en liever<br />
nog met een kotter de zee op; tong, haring, geep, rog<br />
en als het kon een haai.<br />
Mijn opa had vijf hengels en hij nam me vaak mee<br />
naar de waterkant. We reden naar het IJsselmeer bij<br />
Lemmer en later bij Stavoren en we visten bij Zürich<br />
op de Afsluitdijk. Voorn en blei, we roosterden de<br />
graatvissen boven een houtvuurtje. Dat mocht toen<br />
nog. Vissen op het wad en boven Schiermonnikoog.<br />
Makreel. Ja ook makreel.<br />
Toeval, die seks in de spreekkamer. Seksuoloog is een<br />
eerzaam beroep. Op etentjes word ik telkens ter<br />
verantwoording geroepen. Net als piloten. Zodra een<br />
piloot binnenkomt gaat de fluistering door de<br />
gelederen: ‘Een piloot, hij is piloot.’<br />
Zo gaat dat ook bij een seksuoloog: ‘Hij is seksuoloog.<br />
Hij weet er alles van.’<br />
Als een leraar binnenkomt dan gebeurt dat niet. Bij<br />
een leraar negeert eenieder dat beroep op feesten en<br />
partijen en bij visrokerijen op het terras. Misschien<br />
omdat iedereen dat vak kan uitoefenen. Ach, iedereen<br />
22
kan ook seksuoloog zijn. Kwestie van studeren en veel<br />
oefenen. Praktijk telt.<br />
Gamba’s, zalm en forel. Nee, die vissen staan niet in<br />
de werken van Freud. Ook die andere koudbloedigen<br />
niet, ook de weekdieren niet. Er staat geen handleiding<br />
om roze zalm in een rookoven te laten verkleuren.<br />
Ik was net afgestudeerd en nog hypersensitief.<br />
Oesters, mosselen, schelpen, parels, de hele vitrine van<br />
de visboer had nog een lijfelijke connotatie. Geen<br />
groene mosselen, geen steurgarnalen, geen gesloten<br />
Japanse oesters op mijn menu.<br />
Ik had het gevoel dat ik elk menu uit moest leggen aan<br />
mijn tafelgenoten; ondanks mijn academische<br />
vorming. Een visboer hoeft dat niet. Die eet wat hij<br />
lekker vindt. De tang om een oester te openen leek<br />
voor mijn gasten op een zwanebek voor inwendig<br />
onderzoek bij de andere sekse. Mijn eetlust werd er<br />
niet beter op.<br />
Mijn beroep heeft mij mijn huwelijk gekost. Dat zeg ik<br />
als ernaar gevraagd wordt. Vanzelfsprekend ligt de<br />
oorzaak van die breuk met mijn vrouw elders, maar<br />
dat is wat het gemene volk wil horen: Seksuoloog met<br />
mislukte relatie. Hij kon geen opening vinden voor<br />
communicatie. Misselijkmakend. Josée hield niet van<br />
kwallen, mosselen, oesters. Ze hield niet van koudbloedigen.<br />
Natuurlijk kan ik een rookoven en beukenzaagsel in<br />
combinatie met een spiritusvlam seksueel duiden.<br />
Niets is gemakkelijker dan het hele bestaan te<br />
beschrijven aan de hand van de geslachtsorganen.<br />
De mogelijkheden van deze flexibele uitsteeksels en<br />
zoete invallen zijn oneindig.<br />
23
Ze zijn zender en ontvanger, en de boodschap past in<br />
een schema. Zelfs met het licht uit is dat helder. Bij<br />
seks en bij koken en roken gaat het om de dieperliggende<br />
beleving. Het gaat om de hiërarchie - wie is<br />
de baas en wie wil de baas zijn, of wil je dat juist niet -,<br />
hoe is de relatie? Gelijkwaardig, aardig of vijandig en<br />
opstandig?<br />
Ik zie hoe takjes tijm en dille in de zalm worden<br />
gevouwen. Grove handen, korte vingers en een stevige<br />
greep. Het gaat om subtiliteiten bij de voorbereiding:<br />
het gevoel.<br />
Ik glimlach zachtjes. Ook korte dikke vingers kunnen<br />
gevoelig zijn. Dat is mijn genot. Ik kijk naar mijn<br />
vingers en de vis. In mijn hoofd breiden de neuronennetwerken<br />
zich uit op die kruispunten waar het genot<br />
zetelt. Daar hoef ik niets voor te doen, kijken is<br />
voldoende. Het lichaam regelt dat zelf.<br />
Het leven is te kort om treurig te willen zijn, en hoe je<br />
het ook wendt of keert: genot zetelt in het hoofd, niet<br />
in het kruis, al is het kruis een prettig hulpmiddel voor<br />
wie het weet te gebruiken.<br />
Ik ben geen Freudiaan. Spinoza is mijn leidsman. Ik<br />
overwin de hartstocht door de rede tot hartstocht te<br />
maken. Die uitdrukking begrijp je niet in een keer. Het<br />
kost ook oefening om zalm te roken, om forel te<br />
garen, garnalen te grillen, oesters uit te zuigen,<br />
mosselen te waarderen. Het kost oefening om genot te<br />
halen uit een mes dat voorzichtig door een pudding<br />
glijdt. Het mes dat de gladde binnenkant van griesmeel<br />
met vanille laat zien. Het kost oefening in de pudding<br />
de zoete smaak en de bedwelmende geur van<br />
cointreau en bitterkoekjes te ontdekken.<br />
24
fysicus<br />
Mechanica en optica, daar draait mijn leven om; ook<br />
aan tafel, zelfs als die tafel buiten staat. Ik zeg het<br />
nooit hardop, maar eigenlijk voel ik me boven het<br />
gemene volk verheven. Ik ben een kind van Einstein,<br />
Albert. Ik sta op de schouders van Newton, Isaac. Dat<br />
laat onverlet dat ik van lekker eten houd. Ik zal dat<br />
nuanceren: ik houd van lekker eten, maar er is meer<br />
dan lekker eten. Op het woord lekker heb ik tegen dat<br />
het niet kwantificeerbaar is. Vies, onsmakelijk, lekker,<br />
heerlijk, tongstrelend, formidabel. Het blijft een<br />
kwalitatieve schaal.<br />
Koken en roken vind ik ook kwalitatief, al is het<br />
natuurlijk wel handig dat er voldoende kwantitatieve<br />
porties op tafel staan. In mijn studententijd rekende ik<br />
uit hoeveel mud aardappelen, hoeveel kilo vlees,<br />
hoeveel blikken bruine bonen ik in mijn leven zou<br />
verorberen als ik de gemiddelde leeftijd zou bereiken.<br />
Vis kwam niet in die lijst voor. Thuis bij mijn goede<br />
vader en goede moeder - dat goede is ook weer zo<br />
kwalitatief - aten we geen vis. Dat was not done. Vlees,<br />
rund; daar ben ik mee grootgebracht.<br />
Ik houd niet van kwalitatieve kookvoorschriften. Een<br />
eetlepel van dit, een theelepel van dat, een snufje zout;<br />
daar heb ik niets mee.<br />
Ik zie de spiritusbranders onder het blik. Ik denk in<br />
uitzettingscoëfficiënten en stralingscurves van een<br />
ideaal zwart lichaam. Ik wil het spectrum weten van<br />
het metaal en de afhankelijkheid van de golflengte van<br />
infrarode straling van de temperatuur. De Planckcurve<br />
van het blik wil ik weten. Ik wil weten of het<br />
25
licht dat van de oven weerkaatst lineair gepolariseerd<br />
is, maar ik heb mijn zonnebril niet bij me om dat in<br />
een oogwenk na te gaan. Ik blijf vragend achter in<br />
gezelschap dat een niet-wetenschappelijk referentiekader<br />
heeft.<br />
De thermische geleiding van de hengsels staat mij<br />
nabij. De temperatuur waarbij blaren ontstaan voor<br />
wie de rookdoos zonder handschoenen optilt<br />
interesseert me niet. Eiwitdenaturatie door hitte en<br />
door zout is een zaak voor chemici en misschien voor<br />
biologen, al is het wel handig dat eiwitten van de vis<br />
gedenatureerd zijn voor ik ze eet.<br />
Ik ga voor het oog van de forel. De koele koudbloedige<br />
blik. Ik wil de brekingsindex van de<br />
oogvloeistof weten in relatie tot het zeewater en dan<br />
ook de temperatuur erbij. Als stoom ontsnapt ga ik in<br />
mijn hoofd op zoek naar Raleigh- en Mie-straling,<br />
verstrooiing van licht aan kleine deeltjes - atomen en<br />
moleculen volgens de chemici - verstrooiing aan<br />
clusters van stofkorrels. De stoomdruppels zijn<br />
witgrijs, waardoor is dat zo? Ik weet het, maar tijdens<br />
de maaltijdbereiding zijn de eters niet nieuwsgierig<br />
naar de verklaring. Dat gebrek aan verwondering doet<br />
me pijn, al is ook pijn een kwalitatieve sensatie.<br />
Ik zie hoe de vis gaar stoomt, de zalm, de forel en de<br />
gamba’s. Ik ruik het aroma van rozemarijn en tijm, of<br />
is het dille? Ik voel de warmtestraling van de oven. Op<br />
tafel staat een bedje van verse sla en exotische<br />
groenten klaar om de vis te ontvangen.<br />
Groente is een doorgeefluik voor de vis, groen, rood<br />
en geel als resultante van kleuren die al dan niet<br />
complementair geabsorbeerd zijn.<br />
26
Einstein bedacht en formuleerde de relativiteitstheorie.<br />
De betrekkelijkheid van alles wat ons omringt.<br />
Ik wil het referentiekader van de forel leren kennen,<br />
maar niet heus. In een andere dimensie is de vis al<br />
gaar, in een andere dimensie ben ik tien jaar ouder. In<br />
en andere dimensie is het gezellig, ook voor een<br />
fysicus.<br />
De huid van de forel iridiseert een beetje, ik meen het<br />
te zien. In de opperhuid van de gerookte forel treedt<br />
interferentie op en diffractie en verstrooiing en<br />
breking. Het licht komt in golven uit de duisternis van<br />
de vishuid.<br />
Warme lucht stijgt op: straling, geleiding en convectie.<br />
Dichtheidsverschillen in de lucht zorgen voor een fata<br />
morgana terwijl ik aan tafel schuif en de vork in de vis<br />
prik. De mechanica van een soeplepel, de wrijving van<br />
een mes dat door een gerookte zalm glijdt. De<br />
afschuifspanning van een vissenhuid.<br />
Ik houd van de dode natuur. Die vis en sla zijn ook<br />
dood, maar ze leven nog in mijn geest.<br />
Ik ga voor Archie, de man van staal, uit mijn<br />
kinderstripboek. Tandwielen, versnelling en vertraging<br />
zijn mijn passie. Ik ga voor kogel-banen en<br />
halfgeleiders, ik ga voor holle en bolle lenzen en voor<br />
het brandpunt van een vergrootglas. Ik ga voor<br />
muonen en kwarks. Ik ga voor de Wet van Ohm, de<br />
wet van Snellius.<br />
Custardpudding met Amerikaanse bosbessen en<br />
slagroom, daar ga ik voor.<br />
27
directeur<br />
Ik ben de baas van alles. Ik ben het hoofd. Ik regel<br />
mijn zaken en ik regel zaken van anderen die hun<br />
zaken niet kunnen regelen. Dit werk is me op het lijf<br />
geschreven. Dit werk schrijft zich in mijn lijf. Ik ben<br />
een zwaargewicht. Ik houd van lekker eten. Ik houd<br />
van veel. Het werk is me niet snel teveel, ik krijg er<br />
niet genoeg van. Ik maak mijn uren, op de zaak,<br />
onderweg, op recepties en aan tafel bij Therèse.<br />
Eten is beloning, naast de vergoeding op de bank.<br />
Opties heb ik en aandelen, en ook een dertiende en<br />
veertiende maand. Mijn kledingmaat mag er zijn.<br />
Schoenen: maat 43. Bescheiden, ja toch.<br />
Verse groente en verse vis. Daar houd ik van. Ik zeg<br />
wel tegen mijn vrouw: vis en vrouwen blijven een dag<br />
vers. Je moet gelijk van ze genieten.<br />
Therèse vindt dat niet kies. Dat van die vis.<br />
Ik ben van de oude stempel. Zo ben ik door de<br />
selectie gekomen. Gestempeld en akkoord bevonden.<br />
Wie het ver wil schoppen, moet geen fijnproever zijn.<br />
Niet op het werk en niet privé. Nuances zijn voor<br />
minkukels, mislukkelingen wilde ik zeggen. Ik houd<br />
me in. Ook dat is professioneel. Fijnproeverij kan ik<br />
me enkel bij het eten veroorloven.<br />
Ik houd van zalm en van forel, van zalmforel. Ik proef<br />
verschil tussen kweekvis en exemplaren uit het wild. Ik<br />
weet na één eitje op de tong van welke vis de kaviaar<br />
afkomstig is. Ik ken de zee, de rivier, het meer waar de<br />
vis is gevangen en gedood. Heerlijk, kaviaar, alleen al<br />
het idee.<br />
28
Therèse lacht meewarig, of is het beschroomd, als ik<br />
dat zeg? ‘Eitjes eten.’<br />
Ik begrijp niet waarom vrouwen daar zo moeilijk over<br />
doen. Het is alsof ik iets banaals beweer. Niemand<br />
maakt een zaak van kippeneieren of van eendeneieren,<br />
of van ganzen desnoods. Een ei is een ei. De meeste<br />
eieren in de supermarkt zijn trouwens ook niet<br />
bevrucht. Er is nooit een haan gesignaleerd in het<br />
kippenhok of in een legbatterij. Waar zeuren de<br />
vrouwen over! Kaviaar.<br />
Ik rook. Ik rook niet uit verlangen. Ik rook uit noodzaak.<br />
‘Jongen het wordt tijd dat jij gaat roken.’<br />
Ik was een jaar of dertien, net tiener met een sterk<br />
ontwikkelde puberteit. Ik was dwars en opstandig. Ik<br />
had een sterke eigen wil. Dat is niet overgegaan, dat is<br />
mijn natuur. Daar doe ik het mee, alles doe ik met<br />
mijn natuur. Heel prettig.<br />
De eerste sigaret nam ik van vader aan als een trotse<br />
kerel, geheel uit vrije wil. “Nu hoor ik erbij,” dat ging<br />
door me heen. North State uit een geel pakje met<br />
zilverpapier aan de binnenkant. Ik weet het nog goed.<br />
Mijn vader was trots op me en ik was trots op mezelf.<br />
Mijn moeder was tegen, maar moeder had geen melk<br />
in de pap te brokken. Toen niet en later ook niet. Uit<br />
zo’n nest kom ik.<br />
Vader rookte paling in een ijzeren drum achter de<br />
schuur. IJsselmeerpaling. Vet en druipend tot ze warm<br />
en gaar en geconserveerd uit de ton kwamen. Boeiend<br />
zo’n garingsproces. En de bundeling tot een bos<br />
paling. Aal is eenheid in verscheidenheid. Ik gebruik<br />
het proces paling-roken wel als voorbeeld bij een<br />
29
stafvergadering. Misschien iets voor een teambuildingdag.<br />
Onthoud ik wel.<br />
Geconserveerd, dat zeg ik ook tegen Therèse als ze de<br />
poeders en crèmes op de wastafel uitstalt en zichzelf in<br />
de plamuur zet. Ze vindt dat niet grappig als ik dat<br />
zeg. Dat begrijp ik niet. Gerookte paling is niet<br />
verkeerd. Gerookte zalm, gerookte forel, allemaal<br />
prima. Zorgvuldig en behoudend omgaan met wat op<br />
je bord komt, maar wel doorpakken en niet zeuren. Zo<br />
doe ik dat op de zaak en aan tafel. Iedere actie tot<br />
zelfbehoud ondersteun ik. Ik betaal de potjes en flesjes<br />
van Therèse. Ook tot mijn eigen eer en glorie. Dat<br />
geef ik graag toe. Therèse zorgt voor mijn broeken en<br />
mijn hemden. Ze zorgt goed voor me. We verwennen<br />
elkaar.<br />
‘Roken bederft de smaakpapillen,’ zegt Therèse als ze<br />
boos of verdrietig is. Ze gelooft niet dat ik een fijnproever<br />
ben; van mijn sigaretten blijft ze af. Vrouwen<br />
begrijpen die behoefte niet van mannen. Hoeft ook<br />
niet.<br />
Koken doe ik niet. De handigheid ontbreekt me. Ik<br />
heb geen gevoel voor verhoudingen als het over eten<br />
klaarmaken gaat.<br />
Eén specialiteit in de keuken veroorloof ik me.<br />
Pudding. Melk in een kom, puddingpoeder erbij.<br />
Roeren, verwarmen, bitterkoekjes laten weken in<br />
cointreau, mag ook grand marnier zijn. De geweekte<br />
koekjes in de puddingvorm, warme pudding erbij en<br />
langzaam laten afkoelen. Het stelt niks voor, net als<br />
koken an sich.<br />
Pudding: daar ben ik een meester in.<br />
30
Drent<br />
Zuutwatervis hef teveul graot in het lief. Daor moej<br />
van haolden. Ik haold der niet van, veur ie der weet<br />
van hebt, stiet een graot joe dwars in het keelsgat. Ik<br />
spreek uut ervaring, daor bin ik deskundig in. Spulen<br />
met schoonmaakedik, dat helpt om de graot uut de<br />
keel te kriegen, en de baord.<br />
Een Drent is gien viseter. Wat stelt het open water<br />
now veur in de pervincie? Niks.<br />
De Hoogeveensche Vaort, de Verlengde<br />
Hoogeveensche Vaort, asof e al niet lang genogt was.<br />
Het Stieltieskanaal, het Oranjekanaal, de<br />
Smildigervaort, de Willemsvaort, dan hej het wel zun<br />
beetie had. Ja, toen ik kind was, toen waren der wieken<br />
en sloten.<br />
Die bint as warkverschaffing dichtgooid, now wordt<br />
ze as warkverschaffing uutgraoven.<br />
Snoek, braosem, voornties en paling. Dat was het wel.<br />
In de oorlog, de tweede, kwamen de wieken en sloten<br />
van pas. Toen zwienevlees op de bon was. In de<br />
oorlog kiekt lu niet op een graot meer of minder.<br />
Vis, ienmaol in de week op vrijdag. Roomsche visdag,<br />
we muchten gien vlees eten as we in huus waren. Dat<br />
was veurschrift uut Rome. Mien va zörgde der veur<br />
om op vrijdag bij een protestant an taofel te eten.<br />
Karbonade, runderlappie, kippepoot, maor gien visch.<br />
Visch schreef ie in die tied nog met ch op het ende.<br />
Bij oens in de kamer hung een brettie met de tekst:<br />
Wilt in Uw huis aan Christus kruis een plaats van ere geven.<br />
En menig kruis wordt uit Uw huis door Christus kruis<br />
verdreven.<br />
31
An de aander kaant van de butendeur waren aander<br />
regels geldig. Buten de deure much alles wat god in<br />
huus verboden had.<br />
Ik heb vis eten leerd. Dat kwam deur mien verkering,<br />
as ik dat zo numen mag. Ik was op de brommer hen<br />
Zierikzee, dat lig in Zeeland. De Puch lag in tegen de<br />
Gruunediek. Ik lag op de rugge naost de brommer. Ik<br />
had gien verlangst van vis, ik had honger. Honger dat<br />
nog honger was en dat nog niet trek heette.<br />
Ik had merakel honger, maor nog gien trek in de halve<br />
liter vanillevla van de DOMO uut Beilen, die al drie<br />
dagen in de brommertasse stak.<br />
Ik had de haanden onder het achterheufd. De ogen<br />
dichte. Op de rugge tegen de diek op het warme<br />
basalt. Het klotsen van het water tegen de stienen<br />
maakte mij slaoperig.<br />
Ik weur wakker van de locht van vis.<br />
Ina stun op klompen naost mij. In vetpepier had ze<br />
twee makrelen. Vette makrelen en twee gebakken<br />
vissen, schol of schelvis, dat weet ik niet meer. Ik was<br />
net zestien en ik wus niet beter. Ina wus wel beter.<br />
‘Recht deu zêê. Wul jie un vissie van mien?’ vreug ze.<br />
Een zunige Zeeuwse stemme met een vlakke intonatie.<br />
Ik reuk mien kaans.<br />
‘Tis mossel of vis,’ zee ze.<br />
Ik kwam in het ende. Ze gung naost mij zitten en trök<br />
de zeum van de rok naor de kuten tot halfweg de<br />
veterschoenen met gaaties. De bienen wied en op het<br />
vetpepier de vissen tussen de kneien. Vier dooie<br />
vissen, twee kaold en twee nog hiete.<br />
Ik kreeg een rooie kop, het bloed klopte mij in de<br />
slaopen en niet allent daor.<br />
32
Ik was een bakvis uut de törf. Ik kende allent een graot<br />
van een rietvoorn achter in het keelsgat. Naost mij een<br />
Zeeuws maagie met de rokzeum die zunig hen boven<br />
kreup.<br />
Ik at de vis heur uut de schoot. Ik veegde de vette<br />
haanden of an de rooie buusdoek die de locht dreug<br />
van eulie en mengsmering. Van de Puch vanzölf. Het<br />
hemd pikte mij op de rugge. Zwieten kerel. Het was<br />
vrijdag.<br />
Op schoel had ik bij geschiedenis net leerd dat de<br />
Zeeuwen de apartheid uutvonden hadden. Jaoren<br />
leden. Ina maakte gien verschil tussen noord en zuud,<br />
tussen roomsen en fienen.<br />
Ze vreug of ik sigaretten had. Ik vuulde mij Canadees<br />
in de leste dagen van de oorlog.<br />
‘Ik rook niet,’ zee ik.<br />
Ik vuulde mij een achterlijke Drent.<br />
‘Ie stoomt,’ zee ze.<br />
Ze huuld mij de haand op het veurheufd.<br />
‘Ie stoomt as een bokking.’<br />
Ik weur wat grèl in de kop.<br />
‘Wat mien ie. Doe niet zo vaag Ina.’<br />
Met een toefie zeewier veegde ze mij het zwiet van de<br />
kop. Ze knupte mij het hemd lös en wieder. Ik wus<br />
niet wat mij gebeurde, maor ik leut het geworden. Het<br />
was een merakel apart gevuul, dat kan ‘k joe wel<br />
zeggen. Het stun mij an. Ik dacht an het brettie in de<br />
keuken en de tekst en de plek van het kruus intied dat<br />
heur de rok wieder opscheuf.<br />
Ina gleed met de haand over mien mage met de<br />
makreel en de gebakken vis die an het oplössen waren<br />
in het zoer.<br />
33
Ze gleed met de haand over de ribben, waor nog nooit<br />
een aander met de haand gleden had. Ze gleed met<br />
vette lippen over vel waor nog nooit een aander met<br />
vette lippen gleden had.<br />
Het was asof ik een graot in de keel kreeg, maor het<br />
verschil was dat ik de graot was en niet de keel.<br />
Ja, ik ken de mosselman. Ik was die mosselman. Ik<br />
kun schier zingen.<br />
Ik kreeg mossel en vis.<br />
Ina trök de rok over de kneien. De knopen vanneis op<br />
stee. We drunken om beurten uut het flessie vanillevla,<br />
gele pudding van de DOMO uut Beilen.<br />
Daor moej van haolden.<br />
34
diaken<br />
Eten is voor mij belangrijk, maar niet zo belangrijk als<br />
voor een echte priester. Niet zo belangrijk als voor een<br />
deken, een kardinaal of de paus. Eten is een vervulling<br />
van een vervangende behoefte, of hoe zeg ik dat beter:<br />
eten is een compensatie voor onvervulde behoeften en<br />
niet gestilde verlangens. Eten is een noodzakelijk<br />
middel om de tempel van de Heer in stand te houden,<br />
het basismetabolisme om het plat te zeggen. Eten is<br />
voor de voortleving, maar eten is voor de celibatairen<br />
onder ons ook compensatie voor een gemis.<br />
Dat staat niet in de bijbel, uiteraard niet. Veel van de<br />
gebruiken zijn later bedacht, bij het geloof. Ik heb daar<br />
geen moeite mee, anders was ik geen diaken<br />
geworden.<br />
Ik ben diaken uit affectie. Ik rook geen sigaren en ik<br />
drink geen jenever. Amen.<br />
Ik houd van lekker eten, maar ik ben ook getrouwd.<br />
Niet echt getrouwd. Ik heb een samenlevingscontract<br />
dat bij een notaris is opgemaakt en vastgesteld.<br />
Deze drempel van het notariële broederschap is hoog<br />
genoeg om me bij het echte priesterschap vandaan te<br />
houden. De bisschop wil me niet als voorganger in de<br />
eucharistie, ondanks het tekort aan professionele<br />
krachten. Soms overweeg ik - onbevoegd - naar het<br />
onderwijs over te stappen. Dat kan gemakkelijk. Ik<br />
ken de weg naar de waarheid.<br />
Ik mag niet zeggen dat het brood - het ouweltje - door<br />
mijn Woord verandert in het lichaam van Christus. Ik<br />
deel uit wat een echte pastoor een week eerder heeft<br />
35
ewonderd, dat is: van een wonder voorzien, maar dat<br />
begreep U al.<br />
Nog een geluk dat ouweltjes duurzaam bewaard<br />
kunnen blijven als scheepsbeschuit, ook na de metamorfose<br />
door de pastoor.<br />
Notariële en echtelijke belemmeringen, zo zeg ik dat<br />
als mij gevraagd wordt of ik niet voor the real thing wil<br />
gaan.<br />
Ik ben diaken door mijn voorliefde voor rituelen. Ik<br />
ben een traditioneel man. Ik houd van Gregoriaans<br />
gezang, de paasliturgie vind ik geweldig. De Mattheüs<br />
Passion, de Johannes Passion. Huwelijksdiensten<br />
prima, dooppartijen heel prettig, en rouwdiensten nog<br />
het meest.<br />
Wat ik niet zeg, is dat ik niet intelligent genoeg ben om<br />
tot het priesterambt toegelaten te worden. Reflectie is<br />
bij mij zwak ontwikkeld. Ik zie veel dwarsverbanden<br />
niet en het katholieke geloof levert mij meer vragen<br />
dan antwoorden. Moeder de Heilige Kerk is in<br />
beginsel gebaseerd op een monotheïstische godsdienst.<br />
Toch zijn er drie goden: God de Vader, God de Zoon<br />
en God de Heilige Geest. En toch is er maar één God.<br />
Wonderbaarlijk is dat. Ik weet niet of een kapelaan of<br />
een kardinaal dat wel begrijpt.<br />
Mijn notariële vrouw heet Magdalena. Dat past me<br />
wel. Ik kan daar grapjes over maken, en dat doe ik<br />
ook. Vanwege Magdalena hecht ik niet aan het<br />
avondmaal, ik hecht minder aan hoeveelheid en<br />
smaak, bedoel ik. Ik vind alles lekker, zo ben ik<br />
opgevoed. Magdalena ook. We komen uit een<br />
vergelijkbaar nest, van hetzelfde houtje. Ooit heeft ze<br />
ambities gehad in een klooster te gaan. Nu zijn we<br />
36
samen in een klooster met twee paar klompen onder<br />
het bed.<br />
In de Schrift komt een rookoven voor voedselbereiding<br />
niet voor. De enige rook staat in het oude<br />
testament waar Abraham zijn zoon als rookoffer<br />
aanbiedt; maar dat gaat op het laatste moment niet<br />
door.<br />
Onhelder welke houtsoort Abraham gebruikte om zijn<br />
zoon te verduurzamen in de eeuwigheid.<br />
Braambostakken?<br />
Ik weet het niet. En het kruis op de Calvarie-berg? Dat<br />
was vast geen beuken of eiken. Maar welke boomsoort<br />
leverde de balken? Zo blijven voor mij - als diaken -<br />
veel vragen over. Ook over het lijdensverhaal.<br />
Verrassend eind, maar geen sterke plot. In een<br />
uitvaartdienst wil ik het nog wel eens voordragen.<br />
Met het eten is het matig gestemd in de Schriften. Als<br />
de verloren zoon terugkeert wordt het gemeste kalf<br />
geslacht, en op de bruiloft van Kanaän vloeien water<br />
en wijn rijkelijk. Olijven groeien in de hof van olijven,<br />
maar van een marinade met kruiden en schapenkaas is<br />
geen sprake. De vissen zijn gedroogd of gekookt, maar<br />
een voorschrift voor gerookte vis is niet te vinden.<br />
Geen zalm, geen forel, geen gamba’s en geen<br />
sardientjes.<br />
Als kookboek is de bijbel matig geslaagd. Dat is geen<br />
verwijt, ik zou niet durven. Wiens brood men eet diens<br />
woord men spreekt. En dan de wonderbaarlijke<br />
broodvermenigvuldiging. Twaalf korven brood en een<br />
beetje vis bleven over na enige manipulatie met vijf<br />
broden en twee vissen. Onhelder wat voor vis dat was.<br />
37
Onhelder hoe de vis is bereid. Het was vast geen<br />
haring. Kleine visjes waren het.<br />
Nee, ik wil niet badinerend en meewarig over vissen<br />
spreken. Dat past mij als diaken niet. Zo wil ik niet<br />
bekend staan. Ik vereer het lam Gods, ik vereer de vis<br />
als symbool van Christus. Ik werp elke zondag en<br />
soms ook door de week, mijn netten uit om<br />
ongelovigen te vangen en tot het geloof te brengen.<br />
Op Witte Donderdag zet ik een schaaltje met olijven<br />
achter in de kerk om op te eten na de voetwassing. Ik<br />
doe alles om mijn honger te stillen.<br />
Gelukkig heb ik Magdalena achter de hand. Na het<br />
avondmaal, na de vis, de stamppot, na de pudding met<br />
slagroom en bosbessen, en vaak ook al daarvoor.<br />
Hele stille honger heb ik.<br />
38
chemicus<br />
Als de chemie maar in orde is, is een gevleugelde<br />
uitdrukking van me. Ik ben chemicus. Ik kijk naar<br />
atomen en moleculen. Ik zie ze niet, maar ik weet dat<br />
ze bestaan. Ik zie ze in het groot en ik noem ze bij hun<br />
verzamelnaam. Olijfolie voor de marinade is voor mij<br />
een mengsel van triglyceriden, het zijn esters van<br />
glycerol en vetzuren; onverzadigde vetzuren, dat wel.<br />
Dubbele bindingen daar houd ik van; ook tussen<br />
mensen. Eten versterkt die bindingen: samen eten.<br />
Vis is voor mij eiwit. Zalm is eiwit met een roze<br />
kleurstof. Die roze kleur heet astaxanthine, je vindt het<br />
ook in garnalen, maar niet in alle. Met voedingsstoffen<br />
zijn zalmen rozer te maken dan ze van nature al zijn.<br />
Mensen kunnen dat met wolken: roze wolken maken<br />
ze zelf. Grappig vind ik dat.<br />
Garnalen en zalm in een marinade, forel met tijm en<br />
rozemarijn in de buik. Apolaire kruiden lossen op in<br />
apolaire olijfolie. Met stoomdestillatie in de rookoven<br />
komen etherische oliën uit de kruiden op plek van<br />
bestemming.<br />
Eiwitten zijn ketens van aminozuren, daar denk ik aan<br />
bij vis. Ruim twintig verschillende aminozuren in<br />
tamelijk willekeurige volgorde aan elkaar geregen, net<br />
als kralen zegt de leraar scheikunde. Ik houd niet van<br />
die vergelijking.<br />
Aminozuren zijn geen kralen, het zijn aminozuren.<br />
Een zuurgroep en een aminegroep aan een en<br />
hetzelfde koolstofatoom, en een zijketen die varieert.<br />
Aminozuren zijn chiraal, op 1 na. Chiros is de hand,<br />
de linkerhand die de rechterhaand als spiegelbeeld<br />
39
kent. Zo is het ook met aminozuren. De moleculen<br />
kennen een spiegelbeeld, maar in de vis zijn alleen de<br />
linkervormen te vinden. De rookoven is gevuld met<br />
linkerhanden, als het ware.<br />
Gamba’s en garnalen hebben een chitineskelet. Dat<br />
zijn polymeren van suikers en glucosamines. Suikers<br />
met een aminegroep in het molecuul.<br />
Die polymere suikers komen ook in zaagsel van<br />
beuken en eiken en van andere bomen voor. Cellulose,<br />
onoplosbaar in water, net als het lignine, de houtstof:<br />
het zijn uitgebreide netwerk-moleculen voor stevigheid<br />
en voor de bruine houtkleur. Niets breekt hout af, ach<br />
natuurlijk wel. Bacteriën met de juiste enzymen, geiten<br />
met goede maagbacteriën. Anaërobe vergisting, de<br />
aanvallers zijn met velen.<br />
Thermolyse gebeurt in de rookoven. Pyrolyse,<br />
ontleding door vuur, treedt op onder invloed van<br />
hitte. Als ik de rookoven ruik, zie ik met mijn<br />
geestesoog hoe de houtstof ontleedt, hoe covalente<br />
bindingen in moleculen niet langer weerstand bieden<br />
aan de hoge temperaturen. Lignine en cellulose breken<br />
in kleine moleculen. De hitte drijft ze met water in de<br />
gasfase. Onderweg naar de buitenlucht komen de<br />
brokstukken van het zaagsel de zalm tegen, de gamba’s<br />
en de forel. Aminogroepen, zuurgroepen, thiolen<br />
reageren met de amines, met methanal uit het hout.<br />
De eiwitten verkleuren, de smaak van de vis verandert.<br />
Spiritus vat vlam, ethanol verbrandt kleurloos. Geen<br />
roet om op te lichten en de vlam geel te kleuren.<br />
Blauw licht, een vleugje, van aangeslagen moleculen<br />
die terugvallen naar de grondtoestand. Enkel water en<br />
koolstofdioxide blijven over; onzichtbare gassen.<br />
40
En als het deksel van de rookoven gaat, volgt een<br />
stoomwolk door condensatie van water door de snelle<br />
temperatuurdaling. In mijn hoofd roetsjt de<br />
temperatuur langs de kookpuntslijn van water naar<br />
beneden. Nee, luchtvochtigheid komt nooit boven de<br />
100%. Mist en regen ontstaan spontaan als de<br />
temperatuur daalt; de rookoven wordt een fysisch<br />
bellenvat.<br />
De quarternaire en tertiaire structuur van de eiwitten<br />
raakt verstoord. De viseiwitten verliezen hun<br />
samenhang. De helices van de moleculaire ketens<br />
ontwinden. Denaturatie treedt overal op, maar de<br />
ketens blijven intact, enkel de vorm verandert.<br />
Enzymen in mond en darmen maken het karwei straks<br />
af, ze knippen ketens in brokken.<br />
Gebakken en gebruinde aardappelen in de boter bij de<br />
vis gehoorzamen de Maillardreactie, de Lobry de<br />
Bruijn Alberda van Ekenstein-omlegging van carbonyl<br />
en aminogroep. Dat is pas lekkere chemie.<br />
Sla zorgt voor chlorofyl en in peentjes leveren<br />
caroteen. Goede moleculen voor de ogen en de snelle<br />
aanmaak van rhodopsine voor een heldere blik in<br />
staafjes en kegeltjes.<br />
Pudding met bosbessen, met anthocyaninen als<br />
verzamelnaam voor duizenden kleuren in vruchten en<br />
bessen. Slagroom met vet, water en lucht ineengeklopt<br />
en met lachgas als drijfgas om de Friese Vlag op het<br />
toetje te zetten.<br />
Het lichaam weet wel weg met deze cocktail aan<br />
voedingsstoffen: koolhydraten, vetten, oliën, eiwitten,<br />
vitamines en mineralen als rijstebrijberg voor enzymen<br />
in mond en darmen en voor zoutzuur in de maag.<br />
41
De chemische fabriek die mijn lichaam is, houd ik<br />
graag in stand. Als de chemie maar in orde is, zeg ik,<br />
met dubbele bindingen tussen de tafelgenoten.<br />
Chemie: dat is gezelligheid.<br />
42
patiënt<br />
Ik heb kanker. Prostaat. Dat is het bericht. Schrik als<br />
je wilt. Ik schrik er niet van. Ik werkte op P&O. Dat<br />
heette vroeger personeelszaken en toen ik met werken<br />
stopte, niet uit verlangen, maar uit noodzaak, werd het<br />
omgedoopt in HRM. Human Resources Management.<br />
Die woordverschuiving lijkt op het taalgebruik bij<br />
kanker.<br />
Volgens de boekjes en de artsen heb ik een maligne<br />
carcinoom. Niemand weet meer waar het over gaat, en<br />
dat is goed. Veel weten we niet meer. Laat ik voor<br />
mezelf spreken. Veel weet ik niet meer, daar zal ik het<br />
niet over hebben. Het slechte nieuws is het beste<br />
nieuws om mee te beginnen. Dan zijn alle volgende<br />
berichten beter nieuws.<br />
Ik houd van lekker eten. Ik houd van geuren en<br />
smaken en van een voldaan gevoel. Mijn vader en mijn<br />
moeder hebben me geleerd alles lekker te vinden. Dat<br />
is niet zo moeilijk.<br />
Wat je drie, misschien vier keer, met tegenzin eet dat<br />
ga je waarderen. Mijn vader at nooit eerder tomaten,<br />
tomaten bestonden nog niet toen hij veertig was, wat<br />
zeg je? Natuurlijk, ze bestonden wel, maar niet in zijn<br />
leven.<br />
En dat is wat telt: wat in je eigen leven bestaat.<br />
Olijven heb ik leren eten, zoals ik heb leren roken.<br />
Tabak. De eerste sigaretten, de eerste sigaar, de eerste<br />
inhaleringen door de pijpensteel: vies. Bitter,<br />
hoestverwekkend en later de euforie.<br />
Ik had dat ook met de eerste keer. Dat heb ik Annet<br />
nooit opgebiecht, dat minne nieuws.<br />
43
Toen ik haar leerde kennen werkte ik nog niet bij<br />
personeelszaken. Ik ging nog naar school. Op een fuif,<br />
- dat heette nog geen lounging en chill out, - van de<br />
examenklas stonden er bakjes met olijven en brokjes<br />
geitenkaas in een marinade van olijfolie met pepers en<br />
amandelen.<br />
Verderop tafels klaargemaakt met toast met makreel,<br />
zalm en gerookte forel. Dat was toen heel exotisch,<br />
net als Annet. Onbekend, maar vertrouwd als stil<br />
verlangen.<br />
Annet leerde me mijn milieu te ontstijgen; ze keek me<br />
aan, en met vette vingers duwde ze me een olijf tussen<br />
mijn lippen. Ik hielp haar de groene knikker bij me<br />
binnen te krijgen. Zachte weerstand tegen de<br />
onbekende smaak. Vette vingers hield ik eraan over.<br />
En afdrukken op mijn witte overhemd, dat nog geen<br />
shirt heette. Vette vingers op haar rok, die nog steeds<br />
rok heet.<br />
De context, de schoolfuif met olijven, feta, gerookte<br />
vis, gamba’s, mosselen, oesters en Annet, veranderden<br />
het concept in mijn hoofd. Exotisch werd inotisch. De<br />
aanvankelijke aarzeling veranderde in bevlogenheid en<br />
overgave.<br />
Ik stopte met roken toen het nog kon. Ik was jong.<br />
Puur was Annet.<br />
Ook zij hield van lekker eten. En na die eerste olijven<br />
volgden meer. Olijven met knoflook, met pepers,<br />
olijven met amandelen; ook met bittere amandelen. Na<br />
die aarzelende eerste keer met Annet volgden meer<br />
keren in dulci jubilo.<br />
We rookten vis boven smeulend beukenhout, boven<br />
eikenzaagsel. We aten lamskoteletten, schapenogen,<br />
44
sprinkhanen. We aten aardappelen en andijvie. We<br />
fileerden zalm en forel. We vulden de binnenkant met<br />
dille en met tijm.<br />
We namen de tijd voor eten, leven en werken.<br />
En met de jaren verzaakten we worsten, biefstuk,<br />
karbonades, koteletten en sudderlappen. Onze smaak<br />
verfijnde. De maag verdroeg geen zware kost, dat was<br />
een signaal: de jaren nemen toe in aantal. De tijd te<br />
gaan, krimpt bij het leven.<br />
Annet lag dood naast me, dat is het minne nieuws. Ik<br />
lag levend naast haar. Dat was het goede nieuws.<br />
Ik werd wakker door de wekkerradio met het nieuws<br />
van zeven uur. Wateroverlast in het zuiden van het<br />
land, de Noordzee die leeggevist werd, zorgelijk. En<br />
na het buitenlandse nieuws het weerbericht.<br />
Ik pakte de arm van Annet. Zij wilde elke ochtend<br />
enkel het weer weten, de rest was haar een zorg.<br />
Stabiel zomerweer. Haar arm was koud en stijf, haar<br />
schouder was koud en stijf. Haar nek was stijf, haar<br />
hoofd was koel. Het was een warme dag op haar<br />
uitvaart. Crematie van haar lijf en leden. Verstrooiing<br />
en na afloop olijven in een marinade van pepertjes,<br />
amandelen en feta. Een buffet met gerookte zalm, met<br />
forel, met gamba’s en garnalen. In dierbare<br />
herinnering.<br />
Ik wist al van mijn prostaat. Ik wist al van wildgroei.<br />
Het was een mooie dag. Mijn dochter lustte geen<br />
olijven. Ik hielp haar over de drempel. Ze trok een vies<br />
gezicht. Na de derde olijf lachte ze voorzichtig.<br />
Vrijwillig zou ze zich er nog niet aan overgeven.<br />
Ik draaide van haar vandaan. Uit een ooghoek zag ik<br />
haar snoepen van de trilpudding met slagroom. De<br />
45
smaak van bosbessen. Het aroma van bitterkoekjes<br />
boven de vanillesmaak van de pudding.<br />
Ik ga sterven. Dat is een bijzondere ervaring. Mijn<br />
overgave aan het exotische, dat is mijn overwinning.<br />
46
lindeman<br />
Ik ben blind. Ik kan niet zien. Ik heb inzicht, dat<br />
zeggen anderen die me kunnen zien, mijn vrouw<br />
bijvoorbeeld, maar ik kan niet zien. Dat ik niet kan<br />
zien, dat is mijn geluk, al zou je dat niet zo zeggen.<br />
Kijken is goed, zien nog beter. Dat hoor je alleen van<br />
de éénogigen en van de tweeogigen. Blinden hoor je er<br />
niet over. Mij niet. Ik zie niet zoveel blinden, ze zijn<br />
dun gezaaid en ik heb er ook geen behoefte aan hen te<br />
ontmoeten. Als blinde in het land der zienden voel ik<br />
me koning.<br />
Blindzijn heeft zo voordelen, net als ziendezijn, de<br />
voordelen en nadelen houden elkaar redelijk in balans.<br />
Dat is mijn overtuiging. Je hoeft het daar niet mee<br />
eens te zijn. Ik ben het met veel mensen oneens over<br />
veel zaken, daar hoor je mij niet over.<br />
Ik houd van vis, zowel levende vis als dode vis.<br />
Levende vis ruikt en dode vis ruikt ook. Ik heb nooit<br />
een vis gezien, niet met de ogen, wel met de handen<br />
en met de wangen. Ik houd kleine voorwerpen graag<br />
tegen mijn wang, ook als ik me niet heb geschoren.<br />
Ik voel heel goed, niet alleen met mijn handen, ook<br />
met mijn wangen. Ik weet dat een zalm roze is van<br />
binnen, en een gerookte forel is matwit een beetje<br />
tegen het gele aan. Bruingekleurd visvlees bij de staart,<br />
dat weet ik ook. Ik ken geen verschil tussen kleuren,<br />
maar ik weet dat ze bestaan.<br />
Een dode vis voelt koud en glibberig, soms laten de<br />
schubben los bij het vastpakken, dan blijven schilfers<br />
op mijn handen achter en op mijn wangen. Ik houd<br />
47
van visgeur. Uren later ruik ik het nog, de lucht blijft<br />
bij me als een goede after shave.<br />
Vislucht omringt me zoals de lucht van de echtelijke<br />
sponde in de ochtend. Soms was ik me ’s ochtends<br />
niet om die lucht bij me te houden, tot de middag.<br />
Door die lucht zie ik als het ware de nacht als een film<br />
aan me voorbijgaan. Tot de koffie om 11 uur. Dan is<br />
het genoeg. Je kunt er anders over denken. Dat mag.<br />
Ik was erbij toen mijn vrouw de zalm, de forel en de<br />
gamba’s kocht.<br />
‘Neem die maar,’ zei ik op de Vismarkt.<br />
Ik wees erbij. Dat is mijn humor.<br />
Ik wijs altijd goed. Ik heb een uitstekend gehoor, al<br />
verdwijnen de hoge tonen langzaam uit mijn hoofd. Ik<br />
kan horen waar de visman staat, ik kan horen naar<br />
welke kant hij kijkt, als hij praat. Van mijn vrouw ken<br />
ik de intonatie, het timbre, het volume.<br />
Als ik wetenschapper zou zijn, zou ik de frequenties<br />
van geluidsgolven kunnen noemen. Mij mankeert niets<br />
aan de oren, mij mankeert niets.<br />
Ik ruik spiritus, ik hoor lucifers. Dichtbij de rookoven<br />
kan ik de warmte voelen. Warmte is ook licht, licht dat<br />
zienden niet kunnen zien, blinden wel, die voelen de<br />
warmte beter.<br />
Op de tast kan ik de vissen vullen met kruiden. Ik doe<br />
zout met ruime hand op de buitenkant en in het<br />
vissenlijf, voor ze de rookoven ingaan. Ik kan dat<br />
allemaal, ik doe het niet als er zienden zijn. Ik heb er<br />
geen behoefte aan te laten zien wat ik kan. Ook een<br />
blinde heeft recht op een teruggetrokken bestaan.<br />
Het beukenhout geurt sterk boven de hitte van de<br />
spiritusvlam. Andere geuren raken overstemd. Jammer<br />
48
is dat. Gelukkig staat de rookoven ver genoeg van de<br />
gedekte tafel. Ik ruik de gekookte peentjes, de veldsla<br />
met tijm en dille. Ik ruik peterselie.<br />
De ogen van de vis kijken me niet meer aan. De ogen<br />
zijn verschrompeld in de rookoven. Mijn pink past in<br />
de oogkas. Voor een volwassen blinde heb kleine<br />
vingers.<br />
Met mijn blote handen weet ik de huid van de forel te<br />
vinden. Met mijn mes snijd ik over de rug van de forel.<br />
Ik kerf de huid van de warme vis. Ik kan de huid<br />
netjes en snel opstropen. Ik begin bij de kieuwen, aan<br />
de kant van de wangen en ik trek de huid in een<br />
vloeiende beweging weg naar de staartvin. Dat is mijn<br />
specialiteit.<br />
Ik vraag nooit of ik dat ook voor een andere gast mag<br />
doen; huid opstropen. Ik hoef niet te laten zien wat ik<br />
kan.<br />
Die berusting, dat is pas later gekomen. Die berusting<br />
leerde ik van mijn opa. Mijn opa kon zien. Macula<br />
degeneratie werd zijn gast. Opa werd vlekkerig blind.<br />
Af en toe kwam er een zwarte vlek bij in zijn gezichtsveld.<br />
Opa wist wat hij kwijtraakte. Zijn licht ging<br />
langzaam uit. Ik wist niet wat ik miste.<br />
Gamba’s zijn heerlijk. Knapperig, vlezig en stevig met<br />
een milde smaak. Ze zijn goed als voorgerecht.<br />
Gamba’s domineren niet, ze houden zich op de vlakte,<br />
maar ze zijn er toch. Niet te missen.<br />
Zalm in een moot. Mijn vrouw weet waar de moot op<br />
mijn bord hoort. Op het bord op half twee en de rijst<br />
op kwart voor elf. Peentjes op half negen. Zo ken ik<br />
de velden op het bord. Ik hoef nooit te zoeken. In het<br />
donker weet ik alles te vinden.<br />
49
Ik ben een dankbare eter. Ik lust alles, vrijwel alles. Ik<br />
laat me graag bedienen. Ik laat me graag opscheppen.<br />
Iedereen voelt zich daar prima bij.<br />
De tafelgenoten zijn onmisbaar, dat voelen ze zelf. Ik<br />
voel dat haarfijn aan; op dat gebied ben ik gevoelig.<br />
Ik ruik de pudding. Ik ga voor het dessert met saus. Ik<br />
ga voor de zoete slagroom en het sissen van de<br />
spuitbus. Vanillepudding, dubbel genieten met de<br />
ogen dicht. Ik voel me een vorst, de koning te rijk.<br />
Blind genieten, dat kan ik.<br />
50
fakir<br />
In mijn vrije tijd zit ik op een spijkerbed. Het is een<br />
twijfelaar, breed genoeg voor twee personen als ze<br />
dicht bij elkaar willen liggen. Mijn vrouw ligt soms<br />
naast me op het spijkerbed. De spijkers staan dicht bij<br />
elkaar, de punten naar boven gericht. Meestal leg ik<br />
een dun kleed over het bed voor ik liggen ga. Dat is<br />
niet om de spijkerpunten. Het staat gekleder, het is<br />
netter. Daar denk ik aan naast de zalm, de forel en de<br />
garnalen, daar denk ik aan als het deksel van de<br />
rookoven gaat. Het rooster heeft wel wat van een<br />
spijkerbed, al gaat zo’n vis natuurlijk niet vrijwillig in<br />
de oven.<br />
Wat de mens doet en nalaat is ook niet uit eigen wil en<br />
is ook niet het resultaat van een vrijwillige beslissing.<br />
Volgens velen beslist Allah hoe het leven ter land, ter<br />
zee en in de lucht verloopt.<br />
Ik ben moslim, ik ben van oorsprong muzelman.<br />
Ik kan weten wat de mohammedanen geloven over<br />
vrije wil en voorbestemming.<br />
Mijn vader kwam uit de Libanon, de Lebanon, zei hij.<br />
Het klonk als Leep-a-non. Slim was mijn vader. Hij<br />
was van Beiroet. Bankroet, zei ik als ik mijn puberconflicten<br />
met mijn verwekker niet kon winnen.<br />
Mijn vader werkte bij een bank. Bij dé Bank. Yoesouf<br />
heette hij, mijn moeder heette Maryam. Ze kwam uit<br />
Isphahan, dat ligt in het noorden van Iran.<br />
Thuis spraken we Farsi, dat klinkt als Pharsi als je de f<br />
door ph vervangt. Dat kon ik al. Ik maakte Pharsisch<br />
van Farsi. Puberkunstenaar was ik. Slim als mijn vader.<br />
51
We hadden thuis gloeilampen van Philips, piel-lips, zei<br />
ik, om te puberjennen.<br />
Ik was een moeilijk kind in mijn tienerjaren. Ik liet me<br />
niet als een dode vis roosteren. Ik was wild in mijn<br />
hoofd en in mijn lijf. Driemaal daags bidden, het<br />
hoofd naar Mekka gericht. Gemekker, zei ik toen ik<br />
zestien was. Mijn vader hoorde me niet meer. Ik kon<br />
mijn vader niet meer beledigen. Mijn vader was naar<br />
Mekka. Voor de derde keer, zijn laatste keer. Doodgedrukt<br />
in het gedrang rond de zwarte steen. Ik zat er<br />
niet mee. Pubers, ook late pubers zitten niet met<br />
aardse zaken.<br />
Ik liet geen piercing zetten, dat was nog geen mode.<br />
Uit recalcitrantie timmerde ik een spijkerbed. Uit<br />
recalcitrantie werd ik vegetariër. Ik eet geen geit en<br />
geen rund. Ik eet vis. Zalm en forel zijn niet verboden<br />
volgens de woorden van de profeet - hij zij geprezen -.<br />
Vis mag, garnalen zijn toegestaan zolang de zee niet is<br />
leeggevist.<br />
In de bijbel staat het wonderlijke verhaal van de<br />
enorme visvangst in een leeggevist meer, de<br />
vissersboot zonk bijna en de netten scheurden. Vis<br />
komt in de bijbel 64 keer voor, in de Edele Koran<br />
maar zes keer. De miraculeuze visvangst staat niet in<br />
de Edele Koran, veel andere verhalen wel.<br />
De vormgeving en formulering van de Heilige Bijbel<br />
en de Edele Koran verschilt. Het ene boek is literatuur<br />
met een kleine l, het andere een voorschriftenboek<br />
met een kleine v. Verder zijn er inhoudelijk weinig<br />
verschillen. Jozef heet bij ons Yoesouf, Maria heet<br />
Maryam en Abraham is Ibrahim.<br />
52
Ik let op de overeenkomsten. Dat is de winst van het<br />
spijkerbed, gelijke punten, even scherp. Op het<br />
spijkerbed is stilliggen het parool. Elke beweging<br />
vraagt nauwgezette aandacht. Elke beweging in het<br />
hoofd vraagt om contemplatie. Lichtzinnigheid heeft<br />
ernstige gevolgen op een spijkerbed.<br />
Lichtzinnigheid heeft overal en altijd ernstige<br />
gevolgen, ook voor forel in een rookoven met kruiden<br />
in het lijf. Er is weinig nodig om smaak te bederven.<br />
Niemand vraagt mij naar mijn geloof. Ik heb een<br />
geloof, maar geen religie. Ik bid niet driemaal daags, ik<br />
ga enkel met de ramadan naar de moskee. Ik laat mijn<br />
muzelman niet zien. Ik heb verborgen eigenschappen.<br />
Het spijkerbed is een alibi. Ik geloof, maar niet meer in<br />
de traditie van mijn ouders.<br />
Vis rook ik op cederhout, als dat kan. De Libanon<br />
ceder, en als de witte wijn koel is en ik een half glas<br />
tonggestreeld heb ingenomen, reciteer ik graag het<br />
gedicht: “Ik heb een ceder in mijn tuin geplant.”<br />
Zo eer ik mijn vader - Allah beware zijne ziel -. Ik<br />
reciteer De tuinman en de dood, dat is voor mijn moeder<br />
- Allah beware haar ziel -. Nooit was ik in het Midden-<br />
Oosten.<br />
Ik houd van olijven, ik ben een liefhebber van vis in<br />
milde marinades. Je mag mij wakker maken, behalve<br />
als ik op mijn spijkerbed slaap, voor gerookte vis. Ik<br />
houd van sla met versiering van cherrytomaatje.<br />
Pomodori: gouden appeltjes. Ik weet wat lekker is. Het<br />
woord is te banaal, ik weet het. Als mijn vrouw en ik<br />
de liefde bedrijven op het spijkerbed, als zij mij berijdt,<br />
dan voel ik mij als het vliegende tapijt van Ali Baba,<br />
dan droom ik sprookje 696 van 1001 nacht. Ik hoor<br />
53
muziek van Rimsky Korsakov. Ik zweef op de klanken<br />
van Sheherezade boven tuinen waar water onderdoor<br />
stroomt. En na die kleine dodenrit stapt mijn vrouw<br />
uit het zadel, ze glijdt in haar lange witte jurk, en<br />
terwijl ik me langzaam losmaak van het spijkerbed<br />
haalt ze de pudding uit de koelkast, trilpudding met<br />
frambozensaus.<br />
En elke keer vraagt ze: ‘Met slagroom?’<br />
En elke keer zeg ik: ‘Met slagroom.’<br />
54
neuroloog<br />
Een vis heeft geen gevoel, wat mensen ook mogen<br />
beweren. Ik heb ervoor doorgeleerd. Ik ken de<br />
zenuwlijders en ik ken zenuwleiders. Daar horen geen<br />
vissen bij.<br />
Een zalm zwemt vrij, als een vogel, zou ik zeggen,<br />
maar dat is niet zo. Zalmen zijn geen vliegende vissen,<br />
al springen ze wel over de treden van de zalmtrap.<br />
We stammen van de vis af, dat zal vast zo zijn voor<br />
aanhangers van Darwin. Ik geloof niet in Darwin, ik<br />
geloof nergens in. Ik ben een agnost, je mag dat een<br />
geloof noemen, het maakt me niet uit. Indifferent, zeg<br />
ik. Dat geeft gelijk mijn positie weer. Gesprekken voer<br />
ik graag met gelijken. Op niveau.<br />
Zalm, forel, makreel, schol, schar, haring, ze zijn<br />
gevoelloos. Natuurlijk ze reageren op elektrische<br />
stromen, sommige predatoren gebruiken zelf de<br />
stroom om een prooi te vangen. Juist: de sidderaal, een<br />
palingachtige vermoed ik.<br />
De stroomstoten ken ik wel. Ik pas ze graag en met<br />
liefde toe op de polyneuropathen in mijn praktijk. De<br />
zenuwlijders.<br />
Zenuwen zijn wonderbaarlijke draden. Ze geleiden<br />
stroom, ze zijn beschermd door een myelineschede,<br />
nee, die schede dat is geen vagina, dat mocht je willen.<br />
Ik ben geen gynaecoloog.<br />
De schede is een hoes, een omhulsel om de draad te<br />
isoleren. Soms treedt er lekkage op. Dan is er<br />
lekstroom of kortsluiting. Dat is onderzocht bij vissen.<br />
Een vis is gevoelloos, anders zou die koudbloedige<br />
55
niet telkens weer in dezelfde haak bijten. Ik kan dat<br />
weten, ik vis graag.<br />
De motorische zenuw van een vis is om de samentrekking<br />
van spieren aan te sturen, contractie en ook<br />
weer los te laten natuurlijk. Een snoek is moeilijk te<br />
bedwingen, vooral de grote onder de snoeken.<br />
Ik heb een rubber hamertje in mijn vistas. Een korte<br />
stevige tik achter de kop. Dan is het spartelen wel<br />
voorbij. Meestal lukt het me in één keer om de<br />
zenuwen met één tik uit te schakelen. Dat hoort bij<br />
mijn beroepseer; als visser.<br />
Mijn zenuwlijders help ik niet zo gemakkelijk. Ik sla<br />
niet. Ik plak elektroden op de ledematen en voer<br />
langzaam de spanning op. Het mag niet, maar ik kan<br />
het niet laten.<br />
‘Straks komt een tinteling, dan volgt een stroomstoot<br />
en als u spontaan gaat dansen, dan stop ik. Zegt u het<br />
maar.’<br />
Ik zie de blosjes verschijnen, net zo roze als de zalm<br />
en als ik lang doorga komt er een doorrookte huid met<br />
schroeivlekken. Dat doe ik niet vaak, nooit eigenlijk.<br />
Maar ik zou het heel graag doen, liever nog bij heren<br />
dan bij dames. Ik heb een zwak voor vrouwen, mijn<br />
sensorische zenuwen doen het wat dat aangaat heel<br />
goed.<br />
Eenmaal voerde ik bij een zenuwleider, directeur van<br />
het een of ander, een macho met een grote mond, de<br />
spanning op. Een klein hartje zag ik, niet groter dan de<br />
gamba op het rooster.<br />
‘Komt u over een jaar terug voor controle.’<br />
Ik heb hem nooit weer gezien.<br />
56
Zenuwen zijn er in soorten. Primitief bij vissen en wat<br />
ingewikkelder bij reptielen en amfibieën. Bij zoogdieren<br />
en mensen is het draadjesnetwerk nog<br />
ingewikkelder. Motorisch voor de beweging en<br />
sensorisch voor het gevoel. De draden kruisen elkaar.<br />
Een tik onder de knieschijf - sensorisch - en gelijk wipt<br />
het onderbeen omhoog; dat is motorisch. Ik gebruik<br />
mijn vishamer voor die proef. Ik zie de neuropathen<br />
snuiven.<br />
‘Ja, het ruikt hier naar ziekenhuis en spreekkamers,’<br />
zeg ik.<br />
‘Aan de neus mankeert u niets.’<br />
Dat is geruststellend.<br />
Ik heb dat geleerd. Eerst het boze en het benauwende<br />
op tafel, daarna valt alles mee. Zo bouw ik aan mijn<br />
status als begripvol neuroloog.<br />
De ruggengraat is een kalkskelet. Een klein gaatje in de<br />
wervels is genoeg voor de stroomdraadjes. Met een<br />
vork peuter ik graag de wervels uit elkaar. Mijn beroep<br />
blijft bij me als ik eet en ontleed.<br />
Tongstrelend. Ja, ook een gerookte tong kan mij<br />
strelen. Ik stel de sensorische zenuwen met genoegen<br />
bloot aan de heerlijkheden uit de zee; zoet, zout, zuur<br />
en bitter.<br />
Een vol gevoel na vis? Nou niet zo snel. Toetjes, die<br />
zorgen voor een vol gevoel, pudding is pas echt<br />
sensorisch.<br />
57
lezer<br />
Moby Dick van Herman Melville, natuurlijk, dat is mijn<br />
topper, ook al is die walvis geen vis. Ik identificeer mij<br />
gemakkelijk met strijd en geweld, en de vraag naar de<br />
werkelijkheid en de bedoeling van de wereld. The old<br />
man and the sea, Ernest Hemingway, past me ook. Wie<br />
wint er uiteindelijk, mens of marlijn? En wat is de<br />
werkelijke winst als je eenmaal hebt gewonnen?<br />
Misschien ben je alles kwijt waarvan je dacht dat je het<br />
had. Daarvoor lees ik boeken: voor identificatie en<br />
voor verheldering. Ik lees graag wat beklijft, maar in<br />
de leeskring pas ik mij gemakkelijk aan. Daar laat ik<br />
me graag verrassen.<br />
Natuurlijk heb ik smaak, meerdere smaken. Vis vind ik<br />
heerlijk, en gerookte zalm is voor mij de koningin<br />
onder de gerookte vissen, al versmaad ik garnalen ook<br />
niet. Wel zonder saus, graag. Saus bederft het eten, het<br />
zijn liflafjes, hondenplasjes, het zijn hulpmiddelen om<br />
gebrek aan vakmanschap te verbergen. Puur, dat is<br />
mijn smaak. Marlijn heb ik nog nooit gegeten, dat<br />
hoeft ook niet. Ik heb genoeg aan literatuur wat die vis<br />
aangaat.<br />
In de leeskring lees ik mee wat de voorzitter en<br />
secretaris mij voorzetten, zij maken de keuze. Dat is<br />
bij gerookte zalm niet anders. Het eten is er om<br />
gegeten te worden, niet zeuren, eten wat de pot schaft,<br />
in het onderhavige wat de rookoven te bieden heeft.<br />
In de leeskring ga ik voor het hedendaagse, het<br />
vergankelijke in de literatuur. Ik neem modernen met<br />
snelle verhalen tot me die ik rap weer vergeet.<br />
Natuurlijk, er zijn een paar die me bijblijven, en dan<br />
58
vooral de buitenlanders, in vertaling, want mijn<br />
Engels, Frans, Spaans is beneden de maat, om van<br />
mijn Noors en Russisch maar te zwijgen. Zuid-<br />
Afrikaans, dat weer wel. En dat gezeur over wat er<br />
verloren gaat in vertaling, dat onderscheid maak ik<br />
niet. Lezen is eten, en op elke dagelijkse maaltijd lever<br />
ik geen commentaar.<br />
Kweekzalm of wilde zalm, door de rook proef ik geen<br />
enkel verschil. Zo is het ook met literatuur. Elke<br />
roman staat strak in het vel, of hangt uitgezakt in het<br />
kaft. Neemt en eet, dat geldt voor literatuur en voor de<br />
maaltijd, al dan niet bloedeloos of bloedstollend. De<br />
smaak hangt van de stemming af, bij mij wel. Goed<br />
gezelschap is de helft van de goede smaak.<br />
Noorse zalm, prima, laks, maar Canadese kweek is ook<br />
lekker.<br />
Knut Hamsum lees ik in het Nederlands, Langs<br />
overwoekerde paden, die schrijver was een beetje ‘fout’ in<br />
de oorlog. Dat kan ik wel waarderen; natuurlijk heb ik<br />
bezwaar tegen fout, maar wie weet hoe het in die tijd<br />
was? Ik was er niet bij. Bijna alle goede schrijvers zijn<br />
in meer of mindere mate ‘fout’. In mijn beleving.<br />
Sommige schrijvers zijn een beetje ‘fout’, andere zijn<br />
goed ‘fout’.<br />
Wie fout is heeft wat te vertellen. Wie fout is heeft<br />
anders nagedacht. Hamsun, Celan, Joyce, Hermans,<br />
Mulisch, er zit een smet aan. Zo zie ik dat. Fout is niet<br />
altijd verkeerd, fout is ook oorspronkelijk en tegendraads.<br />
Ik houd van schrijvers die hun nek uitsteken<br />
en iets anders verkondigen dan de schrijvers die met<br />
torenhoge stapels in de boekwinkel naast de kassa<br />
liggen. Bestsellers: allemaal dezelfde boodschap.<br />
59
Vissen zwemmen in scholen allemaal dezelfde kant op,<br />
en als er een vliegende vis uit het water springt en naar<br />
lucht hapt, dan volgen er meer. Bij mensen en<br />
haringen is dat ook zo. Ik zie dat kuddegedrag, die<br />
conditionering. Dan Brown, niets op tegen, maar ik<br />
lees die dikke boeken niet. Mystificatie en tegen de<br />
leugens van religie leunen. Alle favoriete plekken uit<br />
dat spannende boek opzoeken, ook zo’n abberatie.<br />
Mulisch heeft de hemel ontdekt, maar was dat wel<br />
waarheidsgetrouw? Was er wel een station bij<br />
Westerbork? Reed die trein wel op dat uur?<br />
Ieder zoekt zijn eigen gerief. Er is geen boek dat de<br />
ultieme waarheid in zich draagt. Iedereen die over de<br />
hemel schrijft weet dat hij liegt; dat hoort zo. Dat doet<br />
literatuur met me. Ik associeer en ik raak in verwarring<br />
en om het pad terug te vinden lees ik opnieuw een<br />
boek. Elisabeth Eybers dichtte: Die pad kronkel fouteloos<br />
verder, en zo is het.<br />
Mensen zoeken bevestiging voor hun bestaan, ze<br />
volgen Descartes: ik lees dus ik ben. Anderen zoeken<br />
het in lekker eten. Ik eet, dus ik ben, en dan in het<br />
Latijn. Ook die taal beheers ik niet, ik ken maar één<br />
taal en dat is mijn eigen taal.<br />
Mijn tong is mijn taal, dat tong ook vis is, doet er niets<br />
aan af.<br />
De bestsellers praten de lezer naar de mond, die<br />
zeggen steeds: zie je wel, je hebt gelijk. Ik houd niet<br />
van bestsellers, ik hoor graag bij het leger van<br />
individualisten die eigengereid zijn en klassieke boeken<br />
lezen die iedereen laat liggen. Ik houd van Multatuli<br />
omdat hij zegt wat ik niet wil horen. En juist dat wil ik<br />
horen; wat mij verstoort en verwart.<br />
60
Inmiddels zijn er meer boeken in de boekenkasten dan<br />
vissen in de zee. En dan reken ik de digitale werken<br />
nog niet mee. Ook met de zalm gaat het de foute kant<br />
op. Ik neem er geen hap minder om. Natuurlijk, het<br />
noodlot tart ons dagelijks, daar is het noodlot voor;<br />
dat is de poets van onze schepper.<br />
Ik houd van boeken die ‘fout’ aflopen, dat zijn betere<br />
boeken. Niet omdat het noodzakelijkerwijs zo is, maar<br />
omdat het niet anders kan.<br />
Ik weet het, ik spreek mezelf telkens tegen, ik stik niet<br />
in een graat en ook niet in een leugen. Onwaarheid<br />
hangt als een deken om me heen, daar ben ik zeker<br />
van. Ik praat de schrijvers na, ik zeg in eigen woorden<br />
wat ik van schrijvers heb geleerd en ik doe net alsof ik<br />
het allemaal zelf heb bedacht. Citeren doe ik niet.<br />
Bronvermelding laat ik achterwege.<br />
Die zalm in de rook is een metafoor, die zalm wijst de<br />
weg naar goede boeken, over hengelsport en over<br />
walvisvaart, maar ook naar romans over ons lot en<br />
onze bestemming. Over ons pad naar de vergeefsheid.<br />
We zijn allen op weg naar een warme plek. Die plek<br />
van bestemming is nog nooit zo dichtbij geweest. Net<br />
als met een maaltijd, wees niet bang voor het eind, zeg<br />
ik tegen mezelf, het toetje is de perfecte afsluiting van<br />
een literair leven. Het toetje draagt de illusie van<br />
verzadiging met zich mee, maar een goed dessert is als<br />
een goed boek; altijd komt er een volgend boek, de<br />
honger naar lust en leven blijft, tot de hongerdood<br />
erop volgt.<br />
61
Gerard Stout (1950) speelt met<br />
taal sinds hij kan lezen en<br />
schrijven. Veelvuldig neemt hij<br />
in zijn verhalen en romans zijn<br />
opleiding in de scheikunde mee.<br />
Elementen uit zijn werk als<br />
senior lerarenopleider bij de<br />
NHL Hogeschool in<br />
Leeuwarden zijn periodiek in zijn verhalen en romans terug te<br />
vinden.<br />
In het Drents, onderdeel van het Nedersaksisch taalbied, heeft hij<br />
zijn sporen verdiend. Hij hoort tot de meest productieve<br />
schrijvers in deze provincie. De veelschrijver is een aantal malen<br />
vanwege zijn kwaliteiten onderscheiden. SNS bank cultuurprijs<br />
(1999) en de Dagblad van het Noorden streektaalprijs (2008) voor<br />
zijn novelle In paradisum. Zijn Drentse boeken zijn uitgegeven bij<br />
Het Drentse Boek in Beilen www.hetdrentseboek.nl.<br />
Bij zijn eigen uitgeverij Ter Verpoozing verschenen bijna twintig<br />
boeken in het Nederlands, Engels en Drents over uiteenlopende<br />
onderwerpen. Enkele van deze boeken zijn uitverkocht, maar<br />
digitaal te downloaden via www.scribd.com.<br />
Een deel van de bijdragen uit Visrokerij is te beluisteren en te<br />
bekijken op het web in korte films.