Uitwerkingen oefen ED 3 Zouten, Rekenen en Evenwichten.

Uitwerkingen oefen ED 3 Zouten, Rekenen en Evenwichten.
2004-II
17) FeSO4, ijzer(II)sulfaat ; Fe2(SO4)3 ijzer(III)sulfaat.
18) In 100 g water kan max.15.6 g FeSO4 oplossen
In 15 g water kan max. x g FeSO4 oplossen.
Kruislings vermenigvuldigen: 100 15.6
15 x x= 15 . 15.6 = 2,34 g FeSO4,
100
Er is dus 8,0 - 2.34 = 5.7 g FeSO4 NIET opgelost.
19) Ba(OH)2 . 8H2O : 4.7 g in 100 g water.
20) CuO: koper(II)oxide, Cu 2+ en O 2- deeltjes
Cu2O: koper(I)oxide, Cu + en O 2- deeltjes
21) m% Cu in CuO = massa Cu x 100% = 63,5 x 100% = 79,9%
massa CuO 79,5
m% Cu in Cu2O = massa Cu x 100% = 127 x 100% = 88,8%
massa Cu2O 143
2005-II
31) Na Fe3 || (SO4)2 (OH)6
lading: 1+ x || 2x2- 6x1-
totaal: 1+ 9+ || 10- 3 ijzerionen hebben lading 9+: Fe 3+
32) Fe 2+ 2-
+ SO4 + 7 H2O FeSO4 . 7H2O tussen FeSO4 en 7H2O moet een punt .
staan!
33) m% H2O in FeSO4 . 7H2O = massa 7 H2O x 100% = 126 x 100% = 45.4%
massa FeSO4 . 7H2O 278
34) CaSO4 . 2H2O
2006-I
3) O 2-
Eu 3+ | Eu2O3
4) Y 3+ atoomnummer=39 aantal protonen = 39
aantal elektronen = 39-3 = 36
3- 2+ 2+ 2+
5) VO4 lading Strontiumion is 2+ (zelfde groep als Mg , Ca en Ba )
Sr 2+ | Sr3(VO4)2
2007-I
1) Let op: S2 2- is een samengesteld ion. Structuur: - S-S -
atoomnummer is 16. Aantal protonen: (2xS) 32 p
Aantal elektronen: 32+2 = 34 e -
2) S2 2-
Fe 2+ | FeS2
Het ijzerion moet de lading 2+ hebben.
3) NaFe || (S2)2
lading: 1+ x || 2x2-
totaal: 4+ 4- Fe 3+
4) S2
2- Haakjes om S2
2- verplicht: er zijn in de formule
Sn 4+ | Sn(S2)2 twee of meer v/h samengesteld ion nodig!

Fotolyse
20) in tekst komen indium en tantaal voor waarmee oxiden te maken zijn.
Lading opzoeken van deze metaalionen in binas tabel 40A!
O 2-
In 2+ | InO
Ta + | Ta2O
Ta 2+ | TaO
Ta 3+ | Ta2O3
Ta 5+ | Ta2O5
2010-I
4) Mg2 || SiO4
lading: 2x2+ x
4-
totaal: 4+ 4- SiO4 lading is dus 4-
2007-II
2+
1) Hg2
atoomnummer: 80 aantal protonen: 160 p
aantal elektronen: 160-2 = 158 e -
2) Hg2Cl2
3) kwik(I)nitraat romeins cijfer gebruiken!
2-
4) S04
Hg2 2+ | s slecht oplosbaar.
Hg2 2+ + S04 2- Hg2S04
5) 2 Hg + O2 2 HgO
6) kwik(II)oxide: Hg 2+ en O 2- .
2008-I
2) (2) UO2 + 4 HF UF4 + 2 H2O
(3) UF4 + F2 UF6
3) 4+ en 6+
4) uranium(IV)oxide romeins cijfer gebruiken!
5) in zouten moet je nooit telwoorden gebruiken, alleen soms een romeins cijfer.
Goede naam: uranium(VI)fluoride
6) zout ionbindingen
7) U3 || O8
lading: x || 8x2-
totaal: 16+ || 16- lading van 16+ verdelen over 3 uraniumionen. Dit kan alleen maar
als 2 uraniumionen de lading 6+ hebben (U 6+ ) en 1 uraniumion de
lading 4+ heeft (U 4+ ).
2009-I
29)
30) 4 Fe + 3 O2 + 6 H2O 4 Fe(OH)3
Tel alle atomen in aantallen na bij zo’n soort vergelijking!
31) Fe2 || Si4O10(OH)2
lading: x 4- 2x1-
totaal: 6+ 6- 2 ijzerionen hebben de lading 6+ : Fe 3+
4-
32) SiO4
Al 3+ | Al4(SiO4)3
33) Regels 5 en 6: kogels begonnen te gloeien dit betekent dat er energie vrijkomt:
exotherme reactie.