Dicht- en zedekundige zinnebeelden en bespiegelingen
Dicht- en zedekundige zinnebeelden en bespiegelingen Dicht- en zedekundige zinnebeelden en bespiegelingen
^ 6 DICHTKUNDIGE BESPIEGELING Zo gemoedigd , (tapt ze nader. Heft eerbiedig hart en hand. Naar een' goedertieren Vader. Smeekt, maar fmeekt hem met verftand. Wyl ze kent den wil des Heeren En het ydel roepen vliedt Zal ze niets van hem begeeren : , , Dan het geen hy zelf gebiedt,. Dat zyn' Kindren zullen fmeeken,. Ter vervulling der gebreken. Zy, die God in waarheid vreest, Dien geen fchyndeugd kan vermaaken j Zal in waarheid en in geest Tot den God der geesten naaken. Die haar voor geveinsdheid hoedt. De onbedriegelyke Lippen, Tolken van 't oprecht gemoed,. Zullen nooit een woord ontglippen ,. Dat geen heilig vuur ontdekt Door Gods geest in 't hart verwekt. , Zy;
OVER HET G E B E D. 37 Zy heeft voor geen flraf te vreezen , ; , Voor geen gloed die h al verteere. Voor geen heilig Opperwezen Die de onreinen van zig weert. Neen! zy heeft den weg gevonden In het Zocnbloed van Gods Zoon,- En, aan Jezus naauw verbonden, Stapt zy met hem naar den troon Daar ze flraks, door dien Beminden,. Een verzoenden God zal vinden^ Dan verzaakt ze , in neJrighcid Voor den Vader neergebogen, Wyl ze op G o ë L s heilwerk pleit Eigen werken en vermogen, Sdiat zig flof en asch gelyk. En erkent haar kleine krachten By de minfte liefdeblyk Roept zy: „Heer! wat ben ik te achten? „ Dat gy my genade fchenkt 5, En nog aan een' aardworm denkt! E 3 : , Dog
- Page 34 and 35: 6 RIorgenflond! ó Levenwekker! Die
- Page 36 and 37: o P D E DICHT- EN ZEDEKUNDIGE ZINNE
- Page 38 and 39: Toon vah haar uwe afkeer vry. .; Ma
- Page 40 and 41: Het zalig nut der Liefde en 't leed
- Page 42 and 43: o P D E DICHT- EN ZEDE KUNDIGE BESP
- Page 44 and 45: o P D E DICHT- en ZEDEKUNDIGE BESPI
- Page 46 and 47: Zo hint ge ons {lichten en vermaakc
- Page 49 and 50: T. R T T E R o E F E N I N G. Die z
- Page 51 and 52: OVER DE LETT EROEFENING. ; Gy, van
- Page 53 and 54: OVER DE LETTEROEFENING. 5 Heeft het
- Page 55 and 56: OVER DE LETTEROEFENING. Siert de Ta
- Page 57 and 58: HOOP. De Hoope der Rechtvaardigen i
- Page 59 and 60: , : , ; , : , OVER DE H O O P, 't O
- Page 61 and 62: OVER DE H o o P. 13 Gy deedt Jakobs
- Page 63 and 64: OverdeHOOP, 15 Schoon de Zee der Vo
- Page 65 and 66: LYDZAAMHEID. Bezittet uwe Zielen in
- Page 67 and 68: OVER DE LYDZAAMHEID. i^ Lydzaamheid
- Page 69 and 70: OVER DE LYDZ AAMHEID. u Immers weet
- Page 71 and 72: , : , ! , OVER DE LYDZAAMHEID. .y}
- Page 73 and 74: M A A T I G H E I D. Voegt-ly de Ke
- Page 75 and 76: OVER DE MA A TI G HE ID. 27 Hoe voo
- Page 77 and 78: OVER DE M A A T I G H E I D. 29 Gy
- Page 79 and 80: OVER DE M A A TI G H E I D. 31 „
- Page 81 and 82: E B E D. . Een h-achtlg Gehcd des R
- Page 83: . , , : overhetGEBED. 35 Gödvrugt,
- Page 87 and 88: overhetGEBED. S^ Daarom zalze nooit
- Page 89 and 90: M I L D D A A D I G H E I n. Ende e
- Page 91 and 92: OVER DE MÏLDDAADIGHEID. 4.^ 't Lie
- Page 93 and 94: OVER DE MILDDAADIGHEID. 45 't Juk,
- Page 95 and 96: OVER DE MILDDAADIGHEID. 47 Gy, door
- Page 97 and 98: o E N. Daarom legget a/" (ff Leugen
- Page 99 and 100: overdeLOGEN. 51 Hebt ge op Edens zt
- Page 101 and 102: OVER DE L O G E N. Schoon ge u ook,
- Page 103 and 104: OVER DE LO GEN. 55 Meent ge, dat ge
- Page 105 and 106: GELOOF. •=— Dit is de Osermmiin
- Page 107 and 108: overhetGELOOF. 59 Laat de Onkunde ,
- Page 109 and 110: OVER HET G E L O O F, 61 G o E L wi
- Page 111 and 112: OVER HET GELOOF. Ö3 Nu juicht ge i
- Page 113 and 114: HET HUWELYK. Het Houmlyk (is) eerly
- Page 115: OVER HET HUWELYK. 67 Durft de Onwee
- Page 118 and 119: 70 DICHTKUNDIGE BESPIEGELING 't Lie
- Page 120 and 121: 7a DICHTKUNDIGE BESPIEGELING Wie du
- Page 122 and 123: 74 DICHTKUNDIGE BESPIEGEL ING Jfwic
- Page 124 and 125: 7
- Page 126 and 127: 78 DICHTKUNDIGE BESPIEGELING De Oog
- Page 128 and 129: 8o DICHTKUNDIGE BESPIEGELING Eer de
- Page 130 and 131: 8a DICHTKUNDIGE BESPIEGELING 'K jSc
- Page 132 and 133: 84 DICHTKUNDIGE BESPIEGELING Lochen
OVER HET G E B E D. 37<br />
Zy heeft voor ge<strong>en</strong> flraf te vreez<strong>en</strong><br />
, ; ,<br />
Voor ge<strong>en</strong> gloed die h al verteere.<br />
Voor ge<strong>en</strong> heilig Opperwez<strong>en</strong><br />
Die de onrein<strong>en</strong> van zig weert.<br />
Ne<strong>en</strong>! zy heeft d<strong>en</strong> weg gevond<strong>en</strong><br />
In het Zocnbloed van Gods Zoon,-<br />
En, aan Jezus naauw verbond<strong>en</strong>,<br />
Stapt zy met hem naar d<strong>en</strong> troon<br />
Daar ze flraks, door di<strong>en</strong> Bemind<strong>en</strong>,.<br />
E<strong>en</strong> verzo<strong>en</strong>d<strong>en</strong> God zal vind<strong>en</strong>^<br />
Dan verzaakt ze , in neJrighcid<br />
Voor d<strong>en</strong> Vader neergebog<strong>en</strong>,<br />
Wyl ze op G o ë L s heilwerk pleit<br />
Eig<strong>en</strong> werk<strong>en</strong> <strong>en</strong> vermog<strong>en</strong>,<br />
Sdiat zig flof <strong>en</strong> asch gelyk.<br />
En erk<strong>en</strong>t haar kleine kracht<strong>en</strong><br />
By de minfte liefdeblyk<br />
Roept zy: „Heer! wat b<strong>en</strong> ik te acht<strong>en</strong>?<br />
„ Dat gy my g<strong>en</strong>ade fch<strong>en</strong>kt<br />
5, En nog aan e<strong>en</strong>' aardworm d<strong>en</strong>kt!<br />
E 3<br />
: ,<br />
Dog