Dicht- en zedekundige zinnebeelden en bespiegelingen
Dicht- en zedekundige zinnebeelden en bespiegelingen Dicht- en zedekundige zinnebeelden en bespiegelingen
6 RIorgenflond! ó Levenwekker! Die Mensch , en Vee , en 't Pluimgedierc' Vervrolykc, Bloem en Loof met Zilvren Dauw verfiert. Van 's Hemels Wondren grootfte ontdekker. Ge ontfluit door 't Ligt der Zon de Werken van Godts magt Begraven in den donk'ren Nagt. Hier praalt de Jeugd in Sterkte en Luister, Wyl de Ouderdom zyn Zwakheid meldt. Die door vermindering van Geest en Kragt ontfteld. Ten Grave daalt in 't aaklig duister, Een Krezus ftoft op goud, op waereldfche eere en pragt, Daar d'armen Irus elk veragr. Fergangklykheid kan 't al ontbinden Zy, die het Staal en Marmer flyt, (Gelukkig, die daar in zig heeft der Deugd gewyd,) Ziet zig door de Eeuwigheid verflinden Voor Hemel en voor Hel , ó Naare ! ó Zalige Eeuwigheid. voor Vreugd en Straf bereid Zou u myn Zang al 't werk afmaaien Dat Broek HOFFs Kunst aan Neetland fchonk. En als een eêl gefteente in kenners oogen blonk 'k Zou in dien ruimen oogst verdwaalen, 't Vereischt een' Man , ee»' Held , door Konst vermaard alom Geen Pen , verzwakt door Ouderdom. Hy
Ily nigt elk in zyn Kunstgezangen Maalc in verheven Poëzy, Van Deugd en Ondeugd een volmaakte Schildery Waard' in den Tempel optehangen Der Wysheid , en beftiert , in voor- en tegenfpoed , Door 't ligt der reden elks gemoed. Leert hier, ó Neêrlands eedle Zoonen! Uw pligt, van vlyt ontaart, nog deugd. Treedt dezen Lusthof in , een fpiegel voor de Jeugd Hy zal den Weg tot Heil u toonen 'k Zie Ent R OP door zyn Kunst, op hoogen leest gefchoeit, Uw winst, en 's Digters roem gegroeit. A. H. A. Z. Onder de Zinfpreuk Caudent Sudoribus /trtes. O P
- Page 1: LI 'iri"^?,!)- M i i d
- Page 7 and 8: •jd:[cmt^ enZje:dje:jk:x7jfjdiqje
- Page 11: niCJBCT- ENZEIJDEJ^TrWJDIGJB INMEEE
- Page 14 and 15: Carmen honoris habe , mea qtiod Tib
- Page 16 and 17: Carmina casta vides, casto qua eerd
- Page 18 and 19: •VOORREDEN. mflerflykbeid te verb
- Page 20 and 21: VOORREDEN. pukken in Nederland verm
- Page 22 and 23: VOORREDEN. Het is aan z-eelen beken
- Page 24 and 25: VOORREDEN. ge-vuenfcht , dat , onde
- Page 26 and 27: VOORREDEN, Zie de Ondeugd , maar ve
- Page 28 and 29: o P D E DIGT KUNDIGE ZINNEBEELDEN e
- Page 30 and 31: De Haat , door 'c Helfche vuur aan
- Page 32 and 33: 'k Zie eigen Rook hier meer behaage
- Page 36 and 37: o P D E DICHT- EN ZEDEKUNDIGE ZINNE
- Page 38 and 39: Toon vah haar uwe afkeer vry. .; Ma
- Page 40 and 41: Het zalig nut der Liefde en 't leed
- Page 42 and 43: o P D E DICHT- EN ZEDE KUNDIGE BESP
- Page 44 and 45: o P D E DICHT- en ZEDEKUNDIGE BESPI
- Page 46 and 47: Zo hint ge ons {lichten en vermaakc
- Page 49 and 50: T. R T T E R o E F E N I N G. Die z
- Page 51 and 52: OVER DE LETT EROEFENING. ; Gy, van
- Page 53 and 54: OVER DE LETTEROEFENING. 5 Heeft het
- Page 55 and 56: OVER DE LETTEROEFENING. Siert de Ta
- Page 57 and 58: HOOP. De Hoope der Rechtvaardigen i
- Page 59 and 60: , : , ; , : , OVER DE H O O P, 't O
- Page 61 and 62: OVER DE H o o P. 13 Gy deedt Jakobs
- Page 63 and 64: OverdeHOOP, 15 Schoon de Zee der Vo
- Page 65 and 66: LYDZAAMHEID. Bezittet uwe Zielen in
- Page 67 and 68: OVER DE LYDZAAMHEID. i^ Lydzaamheid
- Page 69 and 70: OVER DE LYDZ AAMHEID. u Immers weet
- Page 71 and 72: , : , ! , OVER DE LYDZAAMHEID. .y}
- Page 73 and 74: M A A T I G H E I D. Voegt-ly de Ke
- Page 75 and 76: OVER DE MA A TI G HE ID. 27 Hoe voo
- Page 77 and 78: OVER DE M A A T I G H E I D. 29 Gy
- Page 79 and 80: OVER DE M A A TI G H E I D. 31 „
- Page 81 and 82: E B E D. . Een h-achtlg Gehcd des R
- Page 83 and 84: . , , : overhetGEBED. 35 Gödvrugt,
6 RIorg<strong>en</strong>flond! ó Lev<strong>en</strong>wekker!<br />
Die M<strong>en</strong>sch , <strong>en</strong> Vee , <strong>en</strong> 't Pluimgedierc'<br />
Vervrolykc, Bloem <strong>en</strong> Loof met Zilvr<strong>en</strong> Dauw verfiert.<br />
Van 's Hemels Wondr<strong>en</strong> grootfte ontdekker.<br />
Ge ontfluit door 't Ligt der Zon de Werk<strong>en</strong> van Godts magt<br />
Begrav<strong>en</strong> in d<strong>en</strong> donk'r<strong>en</strong> Nagt.<br />
Hier praalt de Jeugd in Sterkte <strong>en</strong> Luister,<br />
Wyl de Ouderdom zyn Zwakheid meldt.<br />
Die door vermindering van Geest <strong>en</strong> Kragt ontfteld.<br />
T<strong>en</strong> Grave daalt in 't aaklig duister,<br />
E<strong>en</strong> Krezus ftoft op goud, op waereldfche eere <strong>en</strong> pragt,<br />
Daar d'arm<strong>en</strong> Irus elk veragr.<br />
Fergangklykheid kan 't al ontbind<strong>en</strong><br />
Zy, die het Staal <strong>en</strong> Marmer flyt,<br />
(Gelukkig, die daar in zig heeft der Deugd gewyd,)<br />
Ziet zig door de Eeuwigheid verflind<strong>en</strong><br />
Voor Hemel <strong>en</strong> voor Hel ,<br />
ó Naare ! ó Zalige Eeuwigheid.<br />
voor Vreugd <strong>en</strong> Straf bereid<br />
Zou u myn Zang al 't werk afmaai<strong>en</strong><br />
Dat Broek HOFFs Kunst aan Neetland fchonk.<br />
En als e<strong>en</strong> eêl gefte<strong>en</strong>te in k<strong>en</strong>ners oog<strong>en</strong> blonk<br />
'k Zou in di<strong>en</strong> ruim<strong>en</strong> oogst verdwaal<strong>en</strong>,<br />
't Vereischt e<strong>en</strong>' Man , ee»' Held , door Konst vermaard alom<br />
Ge<strong>en</strong> P<strong>en</strong> , verzwakt door Ouderdom.<br />
Hy