Dicht- en zedekundige zinnebeelden en bespiegelingen

Dicht- en zedekundige zinnebeelden en bespiegelingen Dicht- en zedekundige zinnebeelden en bespiegelingen

warburg.sas.ac.uk
from warburg.sas.ac.uk More from this publisher
05.05.2013 Views

148 DICHTKUNDIGE BESPIEGELING Gy , aan 't Heilgeloof gepaard Merkt nog meer uw kleine krachten: Als ge ó Nedrigheid! van de aard' Stiert ten beme/ uw gedachten, Daar ge een' God, die eeuwig leeft. God die, naar zyn welbehaagen 't Al, uit niet, gefchapen heeft. En het, fints 't begin der dagen,. Dekt, beftiert, en onderhoudt: Met een diep ontzag befchouwt» Dan in ootmoet neergebogen, Smeekt ge llraks met Terahs Zoon: 5, Toorn niet eeuwig Alvermogen „ Dat uw goedheid my verfchoon' „ Mag een Sterfling vol gebreken , „ Mag een bandvol fiofs, een niei, 3, Met den Waereldrechter fpreeken? „ Met een' Heer die 't al gebiedt; „ Durft een /Aardworm tot u nadren? 3, Wat ben ik? Wat zyn myn Vadrea?" , Gy,

OVER DE NEDRI G H EI D. 149 Gy, als voorfpoed u verblydt, Gy erkent de hulp des Heeren. 't Is geen vriigt van uzve vlytt Als ge uw welvaard ziet vermeeren. 't Is geen werk van uwe magt. Als ge wordt gedekt voor fchade. Neen, daar ge eigen lof veracht, Roept ge : „ Heer ! het is genade „ Dat gy my uw' Zegen fchenkt, 5, Dat my leed nog afgunst krenkt!" Gy zult, onder \ kruis te draagen, Hartvriendin der Lydzanmheid Nooit te veel uw loi beklaagen. Nog het Goddelyk Beleid Door uw tegenfpreeken hoonen. Gy bekent uwe euveldaên. „ Wilt ge naar verdiende loonen? „ Heer! wie zal voor u beflaan?'* Zegt ge, in 't overtuigd geweten. Onder 't lastig juk gezeten. T 3 ! , Dat

OVER DE NEDRI G H EI D. 149<br />

Gy, als voorfpoed u verblydt,<br />

Gy erk<strong>en</strong>t de hulp des Heer<strong>en</strong>.<br />

't Is ge<strong>en</strong> vriigt van uzve vlytt<br />

Als ge uw welvaard ziet vermeer<strong>en</strong>.<br />

't Is ge<strong>en</strong> werk van uwe magt.<br />

Als ge wordt gedekt voor fchade.<br />

Ne<strong>en</strong>, daar ge eig<strong>en</strong> lof veracht,<br />

Roept ge : „ Heer ! het is g<strong>en</strong>ade<br />

„ Dat gy my uw' Zeg<strong>en</strong> fch<strong>en</strong>kt,<br />

5, Dat my leed nog afgunst kr<strong>en</strong>kt!"<br />

Gy zult, onder \ kruis te draag<strong>en</strong>,<br />

Hartvri<strong>en</strong>din der Lydzanmheid<br />

Nooit te veel uw loi beklaag<strong>en</strong>.<br />

Nog het Goddelyk Beleid<br />

Door uw teg<strong>en</strong>fpreek<strong>en</strong> hoon<strong>en</strong>.<br />

Gy bek<strong>en</strong>t uwe euveldaên.<br />

„ Wilt ge naar verdi<strong>en</strong>de loon<strong>en</strong>?<br />

„ Heer! wie zal voor u beflaan?'*<br />

Zegt ge, in 't overtuigd gewet<strong>en</strong>.<br />

Onder 't lastig juk gezet<strong>en</strong>.<br />

T 3<br />

!<br />

,<br />

Dat

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!