05.05.2013 Views

figuur 1: Stroomdiagram ter bepaling van de representatieve ...

figuur 1: Stroomdiagram ter bepaling van de representatieve ...

figuur 1: Stroomdiagram ter bepaling van de representatieve ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Met ijken meer bereiken,<br />

een follow up (2).


Samenstelling On<strong>de</strong>rzoeksgroep ‘Maten en Meten, IJken is Weten’<br />

Guus Schrijvers<br />

Jo Hermanns<br />

Henk <strong>van</strong> Stel<br />

Ingrid Staal<br />

Lianne Holty<br />

Dré <strong>van</strong> Eekelen<br />

Mayke Roodzant-Velthausz<br />

Jobien Vermue<br />

Noëlle Pötgens<br />

Henny v.d Brink<br />

Mirna Hillebrand<br />

Els Cok<br />

Trees Fockenier<br />

Auteur<br />

Ingrid Staal<br />

Met dank aan<br />

Anneke <strong>van</strong> Pelt<br />

Ruud <strong>van</strong> <strong>de</strong> Woestijne<br />

Illustratie: Els Koopmans<br />

Versprei<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> kennis in dit rapport is toegestaan indien dat gebeurt met<br />

bronvermelding.


Maten en Meten, IJken is Weten: één jaar la<strong>ter</strong><br />

In november 2005 heeft tij<strong>de</strong>ns het symposium ‘Maten en Meten, IJken is Weten’ <strong>de</strong><br />

formele aftrap plaats gevon<strong>de</strong>n voor het on<strong>de</strong>rzoek naar het 1 e ijkmoment binnen <strong>de</strong><br />

JGZ. De hoofddoelstelling <strong>van</strong> dit project is het on<strong>de</strong>rzoeken welke vorm <strong>van</strong><br />

vroegsignalering <strong>van</strong> jonge kin<strong>de</strong>ren die een hoog of verhoogd risico lopen op<br />

problemen met opvoeding of ontwikkeling <strong>de</strong> beste is. Met dit project wordt een <strong>de</strong>el<br />

<strong>van</strong> het han<strong>de</strong>len <strong>van</strong> <strong>de</strong> JGZ wetenschappelijk on<strong>de</strong>rbouwd, waarmee een stap<br />

wordt gezet in <strong>de</strong> richting <strong>van</strong> evi<strong>de</strong>nce-based practice.<br />

Sindsdien is het on<strong>de</strong>rzoeksvoorstel na<strong>de</strong>r uitgewerkt en is <strong>van</strong>af 15 mei 2006 on<strong>de</strong>r<br />

belangstelling <strong>van</strong> Zeeuwse radio en tv gestart met een nieuwe vragenlijst (VOBO-Z)<br />

tij<strong>de</strong>ns alle 18 maands huisbezoeken in Zeeland. Deze nieuwe vragenlijst is in <strong>de</strong><br />

vorm <strong>van</strong> een gestructureerd vraaggesprek waarbij <strong>de</strong> benodig<strong>de</strong> zorg aan <strong>de</strong><br />

ou<strong>de</strong>rs getaxeerd wordt door zowel ou<strong>de</strong>r als JGZ-verpleegkundige. Geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong><br />

vali<strong>de</strong>ringsfase <strong>van</strong> <strong>de</strong> vragenlijst is aan ou<strong>de</strong>rs gevraagd om na het huisbezoek<br />

zelfrapportage vragenlijsten in te vullen en op te sturen. Bij gebrek aan een gou<strong>de</strong>n<br />

standaard is gekozen voor qua inhoud gerelateer<strong>de</strong> instrumenten zoals <strong>de</strong> ASQ,<br />

ASQ:SE, NOSIK en KIPPPI.<br />

Na het vali<strong>de</strong>ringson<strong>de</strong>rzoek volgt het vervolgon<strong>de</strong>rzoek. Binnen <strong>de</strong>ze<br />

on<strong>de</strong>rzoeksfase zal het 18 maan<strong>de</strong>n huisbezoek wor<strong>de</strong>n vergeleken met een<br />

verlengd bezoek aan het consultatiebureau op <strong>de</strong> leeftijd <strong>van</strong> 18 maan<strong>de</strong>n, bei<strong>de</strong>n<br />

met een gestructureer<strong>de</strong> screeningsprocedure, en met een regulier<br />

consultatiebureaubezoek <strong>van</strong> 15 minuten. De aftrap <strong>van</strong> <strong>de</strong> vergelijking tussen<br />

huisbezoek en consultatiebureaubezoek is tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong>, inmid<strong>de</strong>ls traditie gewor<strong>de</strong>n,<br />

novemberbijeenkomst in Mid<strong>de</strong>lburg gepresenteerd mid<strong>de</strong>ls uitleg over <strong>de</strong><br />

doelstelling, opzet & tijdsplanning.<br />

Mid<strong>de</strong>lburg, 23 november 2006


INHOUDSOPGAVE<br />

SAMENVATTING........................................................................................................5<br />

1. INLEIDING.............................................................................................................6<br />

1.1 On<strong>de</strong>rzoeksvraag...........................................................................................8<br />

1.2 On<strong>de</strong>rzoeksobject: het huisbezoek bij 18 maan<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> provincie Zeeland.9<br />

1.3 On<strong>de</strong>rzoeksmetho<strong>de</strong>n..................................................................................10<br />

2. RESULTATEN.....................................................................................................13<br />

2.1 On<strong>de</strong>rzoekspopulatie ...................................................................................13<br />

2.2 Basisgegevens.............................................................................................15<br />

2.3 Statistische analyse .....................................................................................20<br />

2.4 Vergelijking resultaten rapportage 2004, 2005 en follow up 2006................26<br />

3. DISCUSSIE..........................................................................................................28<br />

4. BESLUIT..............................................................................................................31<br />

LITERATUUR ...........................................................................................................32<br />

BIJLAGEN<br />

Bijlage 1: Protocol + evaluatieformulier + fol<strong>de</strong>r<br />

Bijlage 2: Toets significantie steekproef<br />

Bijlage 3: Overzicht kruistabellen


SAMENVATTING<br />

Sinds 2002 wor<strong>de</strong>n kin<strong>de</strong>ren op <strong>de</strong> leeftijd <strong>van</strong> 18 maan<strong>de</strong>n in Zeeland thuis bezocht<br />

door een wijkverpleegkundige <strong>van</strong> <strong>de</strong> Jeugdgezondheidszorg. In maart 2004 zijn <strong>de</strong><br />

aanbevelingen uit <strong>de</strong> eerste rapportage ‘Met IJken Meer Bereiken’ aanleiding<br />

geweest om een wetenschappelijk vervolgon<strong>de</strong>rzoek uit te werken. In <strong>de</strong> tijd tussen<br />

maart 2004 en mei 2006 zijn <strong>de</strong> huisbezoeken voortgezet volgens het protocol zoals<br />

beschreven in ‘Met IJken Meer Bereiken’. In een retrospectief on<strong>de</strong>rzoek zijn <strong>de</strong><br />

evaluatieformulieren <strong>van</strong> <strong>de</strong> huisbezoeken geanalyseerd.<br />

Als on<strong>de</strong>rzoeksvraag stond centraal: kan het gestructureer<strong>de</strong> huisbezoek op <strong>de</strong><br />

leeftijd <strong>van</strong> 18 maan<strong>de</strong>n inzicht bie<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> zorgbehoefte <strong>van</strong> het individuele kind en<br />

<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r, op grond waar<strong>van</strong> groepen met een verhoogd risico te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n zijn<br />

die vervolgactie nodig hebben? En: hoe verhou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> resultaten <strong>van</strong>uit <strong>de</strong>ze follow<br />

up zich ten opzichte <strong>van</strong> <strong>de</strong> resultaten in voorgaan<strong>de</strong> rapportages?<br />

Uit zowel <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> rapportages (2004, 2005) als <strong>de</strong>ze follow up bleek het goed<br />

mogelijk risicogroepen te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n. Bij <strong>de</strong> evaluatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> zuigelingenperio<strong>de</strong><br />

kan een groep ou<strong>de</strong>rs (19,4 - 21,5%) on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n, die aangeven dat <strong>de</strong>ze<br />

perio<strong>de</strong> moeilijk is geweest. Deze groep kan aangemerkt wor<strong>de</strong>n als risicogroep. Een<br />

twee<strong>de</strong> groep met verhoogd risico is op basis <strong>van</strong> een ‘niet pluis’ inschatting <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

wijkverpleegkundige JGZ te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n (3,3 – 3,9%). Bij <strong>de</strong>ze groepen bleek<br />

meer problematiek aanwezig en waren meer vervolgacties nodig.<br />

Tien tot veertien procent <strong>van</strong> alle kin<strong>de</strong>ren (n= 3659, 2004; n= 3115, 2005; n= 4470,<br />

2006) blijkt extra aandacht, zorg of verwijzing naar an<strong>de</strong>re hulpverleners nodig te<br />

hebben in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> tussen het 18-maandscontact en het contact bij twee jaar.<br />

De Ne<strong>de</strong>rlandse JGZ staat bekend om haar lage drempel en hoge bereik, hetgeen<br />

<strong>de</strong> JGZ ui<strong>ter</strong>mate geschikt maakt voor vroegtijdige on<strong>de</strong>rkenning. Deze studie heeft<br />

naar onze mening <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> het huisbezoek als metho<strong>de</strong> voor vroegtijdige<br />

on<strong>de</strong>rkenning laten zien. Ech<strong>ter</strong> <strong>de</strong> vraag: ‘Is een huisbezoek door een JGZ-<br />

verpleegkundige een be<strong>ter</strong>e contactvorm dan een bezoek aan het consultatiebureau<br />

door ou<strong>de</strong>r(s) en kind voor het on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n <strong>van</strong> kin<strong>de</strong>ren die een hoog of<br />

verhoogd risico lopen op problemen met opvoeding of ontwikkeling, op het ijkmoment<br />

bij <strong>de</strong> leeftijd <strong>van</strong> 18 maan<strong>de</strong>n’ blijft onbeantwoord. Met een vervolgon<strong>de</strong>rzoek wil<br />

men in Zeeland een bijdrage leveren aan <strong>de</strong> beantwoording <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze vraag.<br />

5


1. INLEIDING<br />

De leeftijd <strong>van</strong> 18 maan<strong>de</strong>n als ijkmoment voor <strong>de</strong> integrale jeugdgezondheidszorg.<br />

In het lan<strong>de</strong>lijk basistakenpakket jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar, voortkomen<strong>de</strong> uit<br />

<strong>de</strong> gewijzig<strong>de</strong> Wet collectieve preventie volksgezondheid, is een basis<br />

contactmoment vastgesteld op <strong>de</strong> leeftijd <strong>van</strong> 18 maan<strong>de</strong>n (2002). Over metho<strong>de</strong><br />

<strong>van</strong> uitvoering, wordt binnen het basistakenpakket geen uitspraak gedaan. In het<br />

voornoem<strong>de</strong> basistakenpakket wordt het maken <strong>van</strong> een risico-inschatting bij ie<strong>de</strong>r<br />

contactmoment benoemd. Op welke basis en volgens welke metho<strong>de</strong> <strong>de</strong>ze risico-<br />

inschatting gemaakt zou moeten wor<strong>de</strong>n, wordt eveneens geen uitspraak gedaan.<br />

On<strong>de</strong>rzoek geeft aan dat het <strong>de</strong> jeugdgezondheidszorg (JGZ) onvoldoen<strong>de</strong> lukt om<br />

kin<strong>de</strong>ren met problemen op het psychosociale vlak op te sporen (Senten e.a., 2003).<br />

De opdracht die staatssecretaris Ross-Van Dorp aan <strong>de</strong> Inventgroep heeft gegeven<br />

om haar te adviseren over vroegtijdige signalering <strong>van</strong> gedrags- en<br />

opvoedingsproblemen bij kin<strong>de</strong>ren impliceert dat op dit vlak verbe<strong>ter</strong>ingen aan te<br />

brengen zijn. Instrumentarium voor vroegsignalering en risico-inschatting is nodig,<br />

ech<strong>ter</strong> in <strong>de</strong> tussenstand <strong>van</strong> het programma preventie <strong>van</strong> ZonMW wordt het<br />

probleem <strong>van</strong> onvoldoen<strong>de</strong> bruikbare en effectieve vragenlijsten aangehaald. Voor<br />

<strong>de</strong> doelgroep kin<strong>de</strong>ren in <strong>de</strong> leeftijd tot 2 jaar is dit probleem mogelijk nog gro<strong>ter</strong><br />

zoals bleek uit het on<strong>de</strong>rzoek <strong>van</strong> <strong>de</strong> Inventgroep voorafgaan<strong>de</strong> aan hun advies aan<br />

<strong>de</strong> staatssecretaris (2005).<br />

De Ne<strong>de</strong>rlandse JGZ staat bekend om haar lage drempel en hoge bereik, hetgeen<br />

<strong>de</strong> JGZ ui<strong>ter</strong>mate geschikt maakt voor vroegtijdige on<strong>de</strong>rkenning. Vroegtijdige<br />

on<strong>de</strong>rkenning is <strong>van</strong> belang om vroegtijdig ingrijpen mogelijk te maken. Er bestaat<br />

algemene consensus dat in<strong>ter</strong>venties op jonge leeftijd effectiever zijn (Inventgroep,<br />

2005). In <strong>de</strong> provincie Zeeland wordt het 18-maandscontact met een huisbezoek als<br />

methodiek uitgevoerd dit in tegenstelling tot el<strong>de</strong>rs in Ne<strong>de</strong>rland waar het<br />

contactmoment meestal uitgevoerd wordt in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> een<br />

consultatiebureauconsult, al dan niet gecombineerd met een huisbezoek op indicatie.<br />

Uit <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> rapportages (Staal e.a., 2004, 2005) naar <strong>de</strong>ze huisbezoeken<br />

bleek het goed mogelijk te zijn risicogroepen te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n. Te weten een groep<br />

6


waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs aangaven <strong>de</strong> zuigelingenperio<strong>de</strong> als moeilijk te hebben ervaren<br />

(19,4 - 21,5%) en een groep op basis <strong>van</strong> een ‘niet pluis’ inschatting <strong>van</strong> <strong>de</strong> JGZ-<br />

verpleegkundige (3,3 – 3,4%). Bij 10% - 12% <strong>van</strong> alle kin<strong>de</strong>ren (n = 3659, 2004;<br />

n=3115, 2005) werd een vervolgactie uitgevoerd in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> tussen het 18-<br />

maandscontact en het contact bij twee jaar. Door <strong>de</strong> huisbezoeken heeft het<br />

consultatiebureauteam meer kennis <strong>van</strong> het kind en zijn omgeving gekregen. Vragen<br />

blijven open of een huisbezoek <strong>de</strong> meest efficiënte en effectieve metho<strong>de</strong> is. Het<br />

vereist na<strong>de</strong>r, zorgvuldiger on<strong>de</strong>rzoek om te bepalen met welke methodieken<br />

verschillen<strong>de</strong> risicogroepen het beste te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n zijn. Daarnaast is <strong>de</strong> vraag<br />

<strong>van</strong>uit <strong>de</strong> praktijk om risico-inschatting mid<strong>de</strong>ls <strong>de</strong> subjectieve beoor<strong>de</strong>ling ‘niet pluis’<br />

aan te scherpen. Een risicofactor wordt ge<strong>de</strong>finieerd als een kenmerk <strong>van</strong> kin<strong>de</strong>ren<br />

of ou<strong>de</strong>rs, een omstandigheid (context waarin het kind leeft) of een gebeurtenis<br />

waar<strong>van</strong> in on<strong>de</strong>rzoek dui<strong>de</strong>lijk is gewor<strong>de</strong>n, dat er een verband bestaat met la<strong>ter</strong>e,<br />

min<strong>de</strong>r wenselijke ontwikkelingsuitkomsten (Hermanns, 1998).<br />

In <strong>de</strong> leeftijdsperio<strong>de</strong> rond 18 maan<strong>de</strong>n maken kin<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> overgang <strong>van</strong> zuigeling<br />

naar peu<strong>ter</strong>. In <strong>de</strong>ze fase is hechting totstandgekomen en kunnen <strong>de</strong><br />

ontwikkelingstaken exploratie en autonomie op basis <strong>van</strong> veiligheid en on<strong>de</strong>rsteuning<br />

zich optimaal ontplooien (<strong>van</strong> <strong>de</strong>n Boom 1998). Van ou<strong>de</strong>rs wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>ze nieuwe<br />

leeftijdsfase an<strong>de</strong>re competenties en vaardighe<strong>de</strong>n gevraagd dan in <strong>de</strong><br />

zuigelingentijd. Een goe<strong>de</strong> inschatting <strong>van</strong> <strong>de</strong> zorgbehoefte voor <strong>de</strong> komen<strong>de</strong><br />

peu<strong>ter</strong>perio<strong>de</strong> vraagt een zorgvuldige risico-analyse in dialoog met <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r(s).<br />

Mid<strong>de</strong>ls een zogenoemd ijkmoment kan <strong>de</strong> risico-inschatting <strong>van</strong> <strong>de</strong> gehele populatie<br />

in kaart gebracht wor<strong>de</strong>n op basis waar<strong>van</strong> bij individuele kin<strong>de</strong>ren het bijbehorend<br />

zorgaanbod verleend kan wor<strong>de</strong>n, het risicoproces gevolgd en het collectief beleid<br />

bijgestuurd. Het werken met ijkmomenten is ons inziens bij uitstek geschikt om op<br />

belangrijke overgangsmomenten <strong>van</strong> kind en of ou<strong>de</strong>r stil te staan. In het<br />

visiedocument over het basistakenpakket (<strong>van</strong> <strong>de</strong>r Giessen, 2000) zijn vier<br />

ijkmomenten benoemd: overgang zuigeling/peu<strong>ter</strong>, overgang naar basison<strong>de</strong>rwijs,<br />

overgang mid<strong>de</strong>lbaar on<strong>de</strong>rwijs en <strong>de</strong> overgang bij het verlaten <strong>van</strong> het mid<strong>de</strong>lbaar<br />

on<strong>de</strong>rwijs.<br />

Het rapport dat nu voor u ligt doet verslag <strong>van</strong> <strong>de</strong> analyse <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

evaluatieformulieren zoals die zijn ingevuld tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> gestructureer<strong>de</strong> huisbezoeken<br />

7


in Zeeland bij kin<strong>de</strong>ren op <strong>de</strong> leeftijd <strong>van</strong> 18 maan<strong>de</strong>n, zijn<strong>de</strong> een twee<strong>de</strong> follow up<br />

<strong>van</strong> ‘Met IJken Meer Bereiken’.<br />

1.1 On<strong>de</strong>rzoeksvraag<br />

Aanleiding en vraagstellingen<br />

1.1.1 Aanleiding<br />

In maart 2004 is <strong>de</strong> eerste rapportage <strong>van</strong> <strong>de</strong> Zeeuwse huisbezoeken op <strong>de</strong> leeftijd<br />

<strong>van</strong> 18 maan<strong>de</strong>n gepresenteerd en vastgelegd in het rapport ‘Met IJken Meer<br />

Bereiken’. Een klein krantenbericht in <strong>de</strong> PZC hierover heeft geleid tot lan<strong>de</strong>lijke<br />

aandacht zoals berichtgeving in o.a. Trouw, NRC Han<strong>de</strong>lsblad, NOS journaal,<br />

Netwerk, O&O, 0/25, Perspectief. Het on<strong>de</strong>rzoek is genoemd als voorbeeld in<br />

Operatie JONG en handboek Eenheid <strong>van</strong> Taal. Lan<strong>de</strong>lijke voordrachten zijn<br />

gegeven in <strong>de</strong> NIZW vakgroep JGZ, congres kin<strong>de</strong>rgeneeskun<strong>de</strong>, studiemiddag<br />

mo<strong>de</strong>rnisering JGZ, verpleegkundig JGZ symposium en pos<strong>ter</strong>presentaties tij<strong>de</strong>ns<br />

congres babynet, 100 jaar schoolarts en Ne<strong>de</strong>rlands Congres Volksgezondheid. In<br />

<strong>de</strong>cember 2004 is een door ons geschreven artikel geaccepteerd voor publicatie in<br />

Tijdschrift voor Jeugdgezondheidszorg en gepubliceerd in juni 2005. En in juli 2005 is<br />

minis<strong>ter</strong>-presi<strong>de</strong>nt JP Balkenen<strong>de</strong> tij<strong>de</strong>ns een werkbezoek aan <strong>de</strong> provincie Zeeland<br />

meegegaan op huisbezoek.<br />

De aanbevelingen in het rapport ‘Met IJken Meer Bereiken’ en <strong>de</strong> voornoem<strong>de</strong><br />

aandacht heeft geleid tot het uitwerken <strong>van</strong> een wetenschappelijk vervolgon<strong>de</strong>rzoek<br />

on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> naam ‘Maten en Meten, IJken is Weten’. Het opzetten <strong>van</strong> een<br />

wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoeksvoorstel en het uitwerken <strong>van</strong> <strong>de</strong> daarbij horen<strong>de</strong><br />

implicaties voor <strong>de</strong> praktijk kosten tijd. In <strong>de</strong> tijd tussen maart 2004 en mei 2006 is<br />

gekozen om <strong>de</strong> huisbezoeken voort te zetten volgens het protocol zoals beschreven<br />

in ‘Met IJken Meer Bereiken’. Tij<strong>de</strong>ns en na het huisbezoek is <strong>de</strong><br />

wijkverpleegkundige JGZ dan ook een ongewijzigd evaluatieformulier blijven invullen.<br />

Hetgeen nu <strong>de</strong> mogelijkheid biedt om op eenzelf<strong>de</strong> wijze <strong>de</strong>ze evaluatieformulieren<br />

te analyseren als gebeurd is in <strong>de</strong> studie ‘Met IJken Meer Bereiken’ (2004) en <strong>de</strong><br />

eerste follow up in 2005.<br />

8


1.1.2 Vraagstellingen<br />

Bij het analyseren <strong>van</strong> <strong>de</strong> evaluatieformulieren stond <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvraag<br />

centraal: kan het gestructureer<strong>de</strong> huisbezoek op <strong>de</strong> leeftijd <strong>van</strong> 18 maan<strong>de</strong>n inzicht<br />

bie<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> zorgbehoefte <strong>van</strong> het individuele kind en <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r, op grond waar<strong>van</strong><br />

groepen met een verhoogd risico te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n zijn die vervolgactie nodig<br />

hebben? De betekenis <strong>van</strong> een follow up houdt in dat ook <strong>de</strong> vraag gesteld kan<br />

wor<strong>de</strong>n: hoe verhou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> resultaten <strong>van</strong>uit <strong>de</strong>ze follow up zich ten opzichte <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

resultaten in <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> rapportages?<br />

1.2 On<strong>de</strong>rzoeksobject: het huisbezoek bij 18 maan<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> provincie<br />

Zeeland<br />

Doelstellingen en methodiek <strong>van</strong> het huisbezoek bij 18 maan<strong>de</strong>n.<br />

1.2.2 Doelstellingen<br />

Doel <strong>van</strong> een gestructureerd standaard huisbezoek op <strong>de</strong> leeftijd <strong>van</strong> 18<br />

maan<strong>de</strong>n is:<br />

het hoge bereik uit <strong>de</strong> zuigelingenperio<strong>de</strong> ook in <strong>de</strong> peu<strong>ter</strong>perio<strong>de</strong> te behalen<br />

vroegsignalering <strong>van</strong> ach<strong>ter</strong>stan<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> fysieke, sociale, cognitieve of<br />

psychische ontwikkeling <strong>van</strong> jonge 'risicokin<strong>de</strong>ren'<br />

inschatten of extra zorg in <strong>de</strong> peu<strong>ter</strong>tijd voor dit kind in dit gezin noodzakelijk is<br />

preventieve zorg leveren op een leeftijd waarop nog op <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> ontwikkeling<br />

<strong>van</strong> het kind kan wor<strong>de</strong>n ingespeeld.<br />

1.2.3 Methodiek <strong>van</strong> het huisbezoek bij 18 maan<strong>de</strong>n<br />

Tij<strong>de</strong>ns het consultatiebureaubezoek bij 14 à15 maan<strong>de</strong>n vult <strong>de</strong> consultatiebureau-<br />

arts in het dossier <strong>de</strong> samenvatting <strong>van</strong> <strong>de</strong> zuigelingenperio<strong>de</strong> in en geeft <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs<br />

toelichting bij <strong>de</strong> fol<strong>de</strong>r over het huisbezoek bij 18 maan<strong>de</strong>n (bijlage 1). Rond <strong>de</strong><br />

leeftijd <strong>van</strong> 18 maan<strong>de</strong>n maakt <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ een afspraak met <strong>de</strong><br />

ou<strong>de</strong>rs voor een huisbezoek.<br />

Tij<strong>de</strong>ns het huisbezoek wordt aandacht besteed aan <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> elementen:<br />

verle<strong>de</strong>n: door een <strong>ter</strong>ugblik op <strong>de</strong> zuigelingenperio<strong>de</strong>, <strong>de</strong> beleving daar<strong>van</strong> door<br />

<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r en evaluatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> kwaliteit <strong>van</strong> gebo<strong>de</strong>n zorg door <strong>de</strong> JGZ;<br />

he<strong>de</strong>n: door observatie, invullen <strong>van</strong> het dossier en ingaan op actuele vragen;<br />

9


toekomst: door het geven <strong>van</strong> anticiperen<strong>de</strong> voorlichting, bespreken <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

waar<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r <strong>van</strong> het huisbezoek en <strong>de</strong> wens ten aanzien <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

toekomst. Tevens wordt <strong>de</strong> JGZ geprofileerd tenein<strong>de</strong> het contact tussen ou<strong>de</strong>rs,<br />

kin<strong>de</strong>ren en JGZ ook in <strong>de</strong> peu<strong>ter</strong>perio<strong>de</strong> voort te zetten.<br />

Tij<strong>de</strong>ns en na het huisbezoek vult <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ een evaluatieformulier<br />

(bijlage 1) in. De evaluatie betreft <strong>de</strong> beleving <strong>van</strong> <strong>de</strong> zuigelingenperio<strong>de</strong> door <strong>de</strong><br />

ou<strong>de</strong>r, <strong>de</strong> door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r ervaren kwaliteit <strong>van</strong> gebo<strong>de</strong>n zorg, een inschatting <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

ou<strong>de</strong>r wat <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> het huisbezoek betreft en een inschatting <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

wijkverpleegkundige JGZ wat het huisbezoek en zijn/haar 'pluis/niet pluis' gevoel<br />

betreft. De schriftelijke evaluatiegegevens wor<strong>de</strong>n opgestuurd en centraal verwerkt.<br />

Daarnaast rapporteert <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ schriftelijk in het dossier <strong>van</strong> het<br />

kind en mon<strong>de</strong>ling naar het consultatiebureauteam ten behoeve <strong>van</strong> <strong>de</strong> continuïteit<br />

<strong>van</strong> zorg, het inschatten <strong>van</strong> <strong>de</strong> risico's en het inplannen <strong>van</strong> het bijbehorend<br />

zorgaanbod.<br />

1.3 On<strong>de</strong>rzoeksmetho<strong>de</strong>n<br />

Steekproef, dataverzameling en gemaakte keuzes in het on<strong>de</strong>rzoeks<strong>de</strong>sign.<br />

1.3.1 Steekproef<br />

De on<strong>de</strong>rzoekspopulatie bestaat uit een steekproef <strong>van</strong> 4470 kin<strong>de</strong>ren. Deze<br />

Zeeuwse groep is totstandgekomen uit 5756 bezochte kin<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> achttien<br />

maan<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> provincie Zeeland. De toegepaste procedure wordt in <strong>figuur</strong> 1 in een<br />

stroomdiagram weergegeven. Door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> <strong>de</strong> chi-kwadraat toets is bekeken of<br />

er significante verschillen zijn tussen het totale bestand en het bestand <strong>van</strong> <strong>de</strong> 1286<br />

verwij<strong>de</strong>r<strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten. Op basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> chi-kwadraat toets blijken er op twee<br />

punten significante verschillen te bestaan tussen onze on<strong>de</strong>rzoekspopulatie en <strong>de</strong><br />

verwij<strong>de</strong>r<strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten (bijlage 2). Zo wordt op <strong>de</strong> vraag hoe <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r <strong>de</strong><br />

zuigelingenperio<strong>de</strong> heeft ervaren door <strong>de</strong> verwij<strong>de</strong>r<strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten min<strong>de</strong>r vaak ‘fijn’<br />

aangegeven en vaker ‘moeilijk/wisselend’. De vraag naar <strong>de</strong> invulling <strong>van</strong> het<br />

contactmoment op 18 maan<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs is door <strong>de</strong> verwij<strong>de</strong>r<strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten<br />

min<strong>de</strong>r vaak ingevuld, en op <strong>de</strong> optie CB bezoek vaker ‘ja’ en min<strong>de</strong>r ‘nee/geen<br />

voorkeur’ aangegeven.<br />

10


<strong>figuur</strong> 1: <strong>Stroomdiagram</strong> <strong>ter</strong> <strong>bepaling</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>representatieve</strong> steekproef (geb. 01/03/03-31/08/04 =><br />

HB 01/09/04-28/02/06).<br />

5756<br />

respon<strong>de</strong>nten<br />

Vreem<strong>de</strong><br />

waar<strong>de</strong>?<br />

Nee<br />

5737<br />

respon<strong>de</strong>nten<br />

Correctie<br />

Tweeling?<br />

Nee<br />

5665<br />

respon<strong>de</strong>nten<br />

Missing Value?<br />

Nee<br />

5401<br />

respon<strong>de</strong>nten<br />

Buiten Perio<strong>de</strong>?<br />

Nee<br />

4470<br />

respon<strong>de</strong>nten<br />

Ja<br />

Ja<br />

Ja<br />

Ja<br />

19 respon<strong>de</strong>nten<br />

voor Postco<strong>de</strong> of<br />

Geboortedatum<br />

vreem<strong>de</strong> waar<strong>de</strong><br />

72 tweelingen:<br />

Er wordt uitgegaan <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nt, niet <strong>van</strong><br />

het kind<br />

264 Missing Values<br />

Postco<strong>de</strong>, kindrij of<br />

geb.datum ontbreken<br />

Buiten perio<strong>de</strong><br />

geboren:<br />

303 voor 01/03/2003<br />

628 na 31/08/2004<br />

Toets op significante<br />

verschillen mid<strong>de</strong>ls<br />

chi-kwadraat toets<br />

11


1.3.2 Dataverzameling<br />

Voor <strong>de</strong> dataverzameling is gebruikgemaakt <strong>van</strong> <strong>de</strong> tij<strong>de</strong>ns het huisbezoek<br />

ingevul<strong>de</strong> evaluatieformulieren. Het evaluatieformulier bestaat uit vier<br />

<strong>de</strong>elevaluaties. Bij elke <strong>de</strong>elevaluatie zijn doel en instructie op het evaluatieformulier<br />

aangegeven. De eerste drie <strong>de</strong>elevaluaties zijn door <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ<br />

tij<strong>de</strong>ns het huisbezoek in overleg met <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs beantwoord. De vier<strong>de</strong> <strong>de</strong>elevaluatie<br />

is een inschatting die <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ na het huisbezoek maakt. De<br />

evaluatieformulieren zijn centraal ingevoerd en voor dit on<strong>de</strong>rzoek omgezet in een<br />

SPSS bestand.<br />

Deelevaluatie I heeft als doel: inschatten of extra zorg nodig is en bevat <strong>de</strong> beleving<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> zuigelingenperio<strong>de</strong> door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r. De samenvatting <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> is door<br />

97,2% <strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs ingevuld. Indien er sprake is <strong>van</strong> bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n bestaat <strong>de</strong><br />

mogelijkheid aan te geven waardoor <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> vergemakkelijkt dan wel<br />

bemoeilijkt is. Hierbij kunnen meer<strong>de</strong>re items wor<strong>de</strong>n ingevuld. Op <strong>de</strong>ze wijze kan<br />

een balans over <strong>de</strong> zuigelingenperio<strong>de</strong> opgemaakt wor<strong>de</strong>n.<br />

Deelevaluatie II heeft als doel: mogelijke kwaliteitsverbe<strong>ter</strong>ing <strong>van</strong> <strong>de</strong> zorg en bevat<br />

vragen naar door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r ervaren kwaliteit <strong>van</strong> gebo<strong>de</strong>n zorg door <strong>de</strong> JGZ. De<br />

samenvatting <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebo<strong>de</strong>n zorg is door 97% ingevuld. De vragen die <strong>de</strong> gebo<strong>de</strong>n<br />

zorg in sub<strong>de</strong>len specificeren zijn naar aanleiding <strong>van</strong> het antwoord op <strong>de</strong><br />

samenvatting ingevuld. Dit is gebeurd bij 75,4 - 79,4% <strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs.<br />

Bij <strong>de</strong> ontwikkeling <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze evaluatie is gediscussieerd over het sociaal wenselijk<br />

antwoor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> ou<strong>de</strong>rs op <strong>de</strong>ze vraag. Om ou<strong>de</strong>rs niet te dwingen een keuze te<br />

maken tussen positief en negatief is neutraal als antwoordcategorie ingevoegd.<br />

Deelevaluatie III heeft als doel: is dit huisbezoek zinnig of niet? Het betreft hier een<br />

inschatting door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r over het ervaren <strong>van</strong> dit huisbezoek, ingevuld door 96,4%<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs. Tevens wordt <strong>de</strong> mening gevraagd <strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r over <strong>de</strong> invulling<br />

<strong>van</strong> het contactmoment op <strong>de</strong> leeftijd <strong>van</strong> 18 maan<strong>de</strong>n. Deze vraag is door <strong>de</strong><br />

respon<strong>de</strong>nten ingevuld op twee manieren: door een keuze te maken tussen <strong>de</strong><br />

antwoordcategorieën huisbezoek, consultatiebureaubezoek en an<strong>de</strong>rs namelijk… of<br />

door het aangeven <strong>van</strong> een mening ten opzichte <strong>van</strong> elke antwoordcategorie<br />

afzon<strong>de</strong>rlijk.<br />

12


Deelevaluatie IV heeft eveneens als doel: is dit huisbezoek zinnig of niet? Het betreft<br />

hier ech<strong>ter</strong> een inschatting <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ. Deze <strong>de</strong>elevaluatie<br />

bevat drie vragen, namelijk: hoe schat je dit huisbezoek in, heb je bij dit huisbezoek<br />

een 'pluis of niet pluis' gevoel, en is vervolgactie op maat nodig (respectievelijk door<br />

96,8%, 96,2% en 94,9% ingevuld)?<br />

1.3.3 Gemaakte keuzes in het on<strong>de</strong>rzoeks<strong>de</strong>sign<br />

In dit rapport wordt verslag gelegd <strong>van</strong> een retrospectieve studie bij een steekproef<br />

uit kin<strong>de</strong>ren geboren tussen 1 maart 2003 en 31 augustus 2004 en thuis bezocht op<br />

<strong>de</strong> leeftijd <strong>van</strong> 18 maan<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> provincie Zeeland tussen 1 september 2004 en 28<br />

februari 2006.<br />

Voor <strong>de</strong> beschrijven<strong>de</strong> statistiek zijn eerst <strong>de</strong> frequenties bepaald. Om verban<strong>de</strong>n te<br />

kunnen leggen tussen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> <strong>de</strong>elevaluaties zijn univariate analyses<br />

uitgevoerd. In tegenstelling tot <strong>de</strong> eerste rapportage over <strong>de</strong> 18-<br />

maandshuisbezoeken heeft tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> follow up studie geen aanvullend<br />

dossieron<strong>de</strong>rzoek plaats gevon<strong>de</strong>n. Als laatste zijn <strong>de</strong> resultaten vergeleken <strong>van</strong>uit<br />

<strong>de</strong>ze follow up met <strong>de</strong> resultaten in <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> rapportages.<br />

2. RESULTATEN<br />

On<strong>de</strong>rzoekspopulatie, basisgegevens en statistische analyse.<br />

2.1 On<strong>de</strong>rzoekspopulatie<br />

Van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekspopulatie (n = 4470) waren <strong>de</strong> initialen, geboortedata, postco<strong>de</strong><br />

en rangnummer in het gezin bekend. In <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekspopulatie is een spreiding <strong>van</strong><br />

1 tot 13 kin<strong>de</strong>ren waargenomen. Ten tij<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> dataverzameling was <strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rzoekspopulatie woonachtig in Zeeland.<br />

Tabellen 1-3 geven ach<strong>ter</strong>grondkenmerken weer <strong>van</strong> <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekspopulatie in <strong>de</strong><br />

provincie Zeeland ten opzichte <strong>van</strong> <strong>de</strong> populatie <strong>van</strong> Ne<strong>de</strong>rland. Hierbij is<br />

gebruikgemaakt <strong>van</strong> CBS cijfers.<br />

13


tabel 1: Ver<strong>de</strong>ling on<strong>de</strong>rzoekspopulatie naar rangnummer in het gezin in vergelijking met het totaal<br />

<strong>van</strong> Ne<strong>de</strong>rland.<br />

Gegevens in %<br />

Ne<strong>de</strong>rland<br />

2003-2004<br />

on<strong>de</strong>rzoekspopulatie<br />

2004 – 2005<br />

(Zeeland)<br />

Follow up (2)<br />

on<strong>de</strong>rzoekspopulatie<br />

(Zeeland)<br />

1e kin<strong>de</strong>ren 45,5 - 45,6 45,2 – 43,3 43,0<br />

2e kin<strong>de</strong>ren 36,9 - 36,8 34,9 – 36,3 37,4<br />

3e kin<strong>de</strong>ren 12,6 – 12,6 11,6 – 13,3 11,9<br />

4e of volgen<strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren<br />

5,0 – 5,0 8,3 – 7,1 7,7<br />

Meerlingen 1,9 - 1,9 1,8 – 1,3 1,6<br />

© Centraal Bureau voor <strong>de</strong> Statistiek, Voorburg/Heerlen 2006-12-09<br />

Opmerking: In Zeeland komen relatief meer grote gezinnen voor.<br />

tabel 2: Gemid<strong>de</strong>ld besteedbaar inkomen en <strong>de</strong> inkomensver<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> regio Zeeland vergeleken<br />

met Ne<strong>de</strong>rland.<br />

Regionale inkomensver<strong>de</strong>ling 2003 Ne<strong>de</strong>rland Zeeland<br />

Gemid<strong>de</strong>ld besteedbaar inkomen particuliere huishou<strong>de</strong>ns in<br />

euro<br />

30.300 29.500<br />

Particuliere huishou<strong>de</strong>ns met inkomen binnen eerste 10%<br />

groep (in %)<br />

10 9,2<br />

Particuliere huishou<strong>de</strong>ns met inkomen binnen 2 e tot 4 e 10%<br />

groep (in %)<br />

30 30,6<br />

Particuliere huishou<strong>de</strong>ns met inkomen binnen 5 e tot 8 e 10%<br />

groep (in %) 40 41,8<br />

Particuliere huishou<strong>de</strong>ns met inkomen binnen 9 e en 10 e 10%<br />

groep (in %)<br />

© Centraal Bureau voor <strong>de</strong> Statistiek, Voorburg/Heerlen 2006-12-09<br />

Opmerking: <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>ninkomen groep is in Zeeland oververtegenwoordigd.<br />

20 18,5<br />

tabel 3: On<strong>de</strong>rwijsniveau <strong>van</strong> <strong>de</strong> werkzame beroepsbevolking <strong>van</strong> <strong>de</strong> regio Zeeland vergeleken met<br />

Ne<strong>de</strong>rland<br />

On<strong>de</strong>rwijsniveau werkzame beroepsbevolking 2003 -<br />

2004<br />

Ne<strong>de</strong>rland Zeeland<br />

Werkzame beroepsbevolking met lager on<strong>de</strong>rwijs (in %) 25,8 – 24,6 28,3 – 27,5<br />

Werkzame beroepsbevolking met mid<strong>de</strong>lbaar on<strong>de</strong>rwijs<br />

(in %)<br />

44,3 – 42,8 48,7 – 47,1<br />

Werkzame beroepsbevolking met hoger on<strong>de</strong>rwijs (in %) 29,6 – 32,1 23,0 – 24,2<br />

© Centraal Bureau voor <strong>de</strong> Statistiek, Voorburg/Heerlen 2006-12-09<br />

Opmerking: het on<strong>de</strong>rwijsniveau weerspiegelt het feit dat er wel mid<strong>de</strong>lbare scholen zijn in Zeeland,<br />

maar dat er tot voor kort geen universitaire instelling was.<br />

14


De on<strong>de</strong>rzoekspopulatie is vergeleken met <strong>de</strong> gegevens uit <strong>de</strong> Gemeentelijke Basis<br />

Administratie (GBA). In <strong>figuur</strong> 2 wordt dit grafisch weergegeven. Het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong><br />

bereik <strong>van</strong> het huisbezoek bij 18 maan<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> totale provincie Zeeland is 69%, met<br />

een variatiebreedte <strong>van</strong> 57,1% - 86,7%. De on<strong>de</strong>rzoekspopulatie betreft een<br />

geschoond bestand waardoor het werkelijke bereik hoger is dan het hier aangegeven<br />

percentage. Voor <strong>de</strong> in<strong>ter</strong>pretatie <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze gegevens dient tevens opgemerkt te<br />

wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong>ze respons<strong>bepaling</strong> gebaseerd is op GBA gegevens <strong>van</strong> november<br />

2006 in vergelijking met <strong>de</strong> retrospectieve data, waarbij <strong>de</strong> JGZ uitgegaan is <strong>van</strong><br />

kin<strong>de</strong>ren in zorg.<br />

<strong>figuur</strong> 2: Respons per gemeente in %.<br />

2.2 Basisgegevens<br />

Deze resultaten zijn gebaseerd op <strong>de</strong> door <strong>de</strong> wijkverpleegkundigen JGZ genoteer<strong>de</strong><br />

gegevens op het evaluatieformulier (bijlage 1). De <strong>de</strong>elevaluaties zijn:<br />

I <strong>de</strong> beleving <strong>van</strong> <strong>de</strong> zuigelingenperio<strong>de</strong> door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r (2.2.1)<br />

II <strong>de</strong> door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r ervaren kwaliteit <strong>van</strong> gebo<strong>de</strong>n zorg (2.2.2)<br />

III <strong>de</strong> inschatting <strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r over het huisbezoek nu en in <strong>de</strong> toekomst (2.2.3)<br />

IV - <strong>de</strong> inschatting <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ over het afgeleg<strong>de</strong> huisbezoek<br />

(2.2.4)<br />

15


- <strong>de</strong> inschatting <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ <strong>van</strong> het gezin na afloop <strong>van</strong><br />

het huisbezoek (2.2.5)<br />

- aangebo<strong>de</strong>n vervolgacties naar aanleiding <strong>van</strong> het huisbezoek (2.2.5)<br />

2.2.1 De beleving <strong>van</strong> <strong>de</strong> zuigelingenperio<strong>de</strong> door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r<br />

In tabel 1 zijn <strong>de</strong> resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> beleving <strong>van</strong> <strong>de</strong> zuigelingenperio<strong>de</strong> weergegeven.<br />

Van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs gaf 20% aan <strong>de</strong> zuigelingenperio<strong>de</strong> als ‘moeilijk’ of ‘wisselend’ te<br />

hebben ervaren. Aan <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs gerelateer<strong>de</strong> factoren die hierbij wer<strong>de</strong>n aangegeven<br />

waren vooral: vermoeidheid, gevolgd door sombere gedachten en gebrek aan steun.<br />

Factoren betreffen<strong>de</strong> het kind waren: een moeilijk temperament,<br />

gezondheidsproblemen bij het kind en een niet te troosten kind.<br />

Tabel 1: Beleving <strong>van</strong> <strong>de</strong> zuigelingenperio<strong>de</strong> door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r/verzorger (n = 4470)<br />

Belevingsaspect<br />

Antwoordcategorie<br />

Rapportage<br />

(2004–2005)<br />

%<br />

Follow up<br />

(2006)<br />

%<br />

Samenvatting Zuigelingenperio<strong>de</strong> fijn 65,5 – 64,5 66,6<br />

gewoon 12,8 – 11,7 10,6<br />

moeilijk/wisselend 19,4 – 21,5 20<br />

missing 2,4 – 2,3 2,8<br />

De perio<strong>de</strong> werd vergemakkelijkt door gezondheid kind 32,7 – 27,2 24,1<br />

(meer dan één antwoord mogelijk) gemakkelijk temperament 32,4 – 26,1 23,2<br />

goe<strong>de</strong> gezondheid moe<strong>de</strong>r 31,6 – 28,3 27,5<br />

steun <strong>van</strong> partner 30,5 – 24,8 21,5<br />

steun <strong>van</strong> familie, vrien<strong>de</strong>n 26,3 - 21,9 18,3<br />

De perio<strong>de</strong> werd bemoeilijkt door vermoeidheid 19,5 – 18,8 16,3<br />

(meer dan één antwoord mogelijk)<br />

moeilijk temperament: veel huilen,<br />

onrustig<br />

14,0 – 13,2 11,4<br />

niet-gezond kind 9,6 – 9,0 8,6<br />

sombere gedachten 7,0 – 6,7 6,3<br />

gebrek aan ervaren steun omgeving 4,7 – 4,1 3,4<br />

niet te troosten, moeilijk contact 2,8 – 3,0 2,9<br />

2.2.2 De door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r ervaren kwaliteit <strong>van</strong> gebo<strong>de</strong>n zorg (n = 4334)<br />

Door 95,8% <strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs is <strong>de</strong> gebo<strong>de</strong>n zorg 'positief' ervaren, 3,6% geeft aan<br />

'neutraal' te staan tegenover het zorgaanbod en 0,5% (n=21) beoor<strong>de</strong>elt <strong>de</strong> zorg<br />

'negatief' of 'wisselend' (0,2% n.v.t. ingevuld). Deze <strong>de</strong>elevaluatie is na<strong>de</strong>r<br />

on<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>eld in contactmomenten, organisatie, aandacht in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong><br />

16


ejegening en lichamelijk on<strong>de</strong>rzoek, waar<strong>van</strong> hierna puntsgewijs <strong>de</strong> resultaten<br />

wor<strong>de</strong>n weergegeven.<br />

A contactmomenten<br />

A 1 Het eerste contact met <strong>de</strong> JGZ is op <strong>de</strong> 4 e - 7 e dag in verband met <strong>de</strong><br />

zogenaam<strong>de</strong> 'hielprik', <strong>de</strong> screening op drie geestelijk en/of lichamelijk<br />

beschadigen<strong>de</strong> soms do<strong>de</strong>lijke ziekten namelijk adrenogenitaalsyndroom (AGS, 13<br />

kin<strong>de</strong>ren per jaar), congenitale hypothyreodie (CHT, inci<strong>de</strong>ntie 65) en<br />

phenylketonurie (PKU, inci<strong>de</strong>ntie 21) (Lanting en Verkerk 2004). Dit item is op 3396<br />

evaluatieformulieren ingevuld. In 97,1% is <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling 'goed', in 1,5 % 'matig' en<br />

min<strong>de</strong>r dan 0,8% (n=24) heeft een 'slechte' of 'wisselen<strong>de</strong>' ervaring gehad (0,7 %<br />

heeft n.v.t. ingevuld).<br />

A 2 Het eerste huisbezoek bij 2 weken (n=3476) is in 98,4% als 'goed' ervaren, in<br />

0,7% als 'matig' en in 0,5% (n=15) als 'slecht' of 'wisselend' (0,4% n.v.t. ingevuld).<br />

A 3 Het consultatiebureaubezoek (n=3501), 9 à 10 keer in <strong>de</strong> zuigelingenperio<strong>de</strong>,<br />

vindt men in 95,3% 'goed', in 3,6% 'matig' en in 0,9% (n=32) 'slecht' of 'wisselend'<br />

0,2% n.v.t. ingevuld).<br />

B organisatie<br />

B 1 Oproepen (n=3404)<br />

Wat <strong>de</strong> organisatie <strong>van</strong> het oproepen betreft, is <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>ling <strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs voor<br />

meer dan 97,4% 'goed', voor 1,6% 'matig', en voor 0,7% (n=23) 'slecht' (0,4% heeft<br />

n.v.t. ingevuld).<br />

B 2 Bereikbaarheid (n=3433)<br />

Een 'goed' beoor<strong>de</strong>ling heeft plaatsgevon<strong>de</strong>n in 93,0% <strong>van</strong> <strong>de</strong> gevallen, in 4,3%<br />

'matig' en in 1,3% (n=45) 'wisselend' tot 'slecht' (1,4% n.v.t. ingevuld).<br />

B 3 Wachttijd (n=3490)<br />

Wat <strong>de</strong> wachttijd betreft, is het voor 93,4% 'goed', voor 4,8% 'matig' en voor 1,4%<br />

(n=50) 'wisselend' tot 'slecht' (0,3% n.v.t. ingevuld).<br />

C aandacht, bejegening (n=3551)<br />

De bejegening is door 95,9% <strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs als 'goed' aangemerkt, 2,9% oor<strong>de</strong>elt<br />

'matig' en 1,0 % (n=33) 'wisselend' tot 'slecht' (0,3% n.v.t. ingevuld).<br />

17


D aandacht voor lichamelijk on<strong>de</strong>rzoek (n=3440)<br />

Door 97,3% <strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs is lichamelijk on<strong>de</strong>rzoek 'goed' bevon<strong>de</strong>n, 1,9% vindt het<br />

'matig' en 0,6% (n=20) oor<strong>de</strong>elt 'wisselend' of 'slecht' (0,2% n.v.t. ingevuld).<br />

2.2.3 De inschatting <strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r over het huisbezoek nu en in <strong>de</strong> toekomst<br />

De inschatting <strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r over het huisbezoek is op twee manieren nagevraagd:<br />

hoe is het nu ervaren (A) en hoe wil men het in <strong>de</strong> toekomst (B)?<br />

A <strong>de</strong> inschatting <strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r over het huisbezoek nu (n=4309)<br />

Het huisbezoek is door 84,1% <strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs als 'zinvol' ervaren, 13,3% staat er<br />

'neutraal' tegenover en 2,7% beoor<strong>de</strong>elt het huisbezoek als 'overbodig' (n=116).<br />

B <strong>de</strong> inschatting <strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r over het huisbezoek in <strong>de</strong> toekomst<br />

Voor <strong>de</strong> toekomst (n=4169) zegt 88,2% <strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs 'ja' tegen een gestructureerd<br />

huisbezoek bij het begin <strong>van</strong> <strong>de</strong> peu<strong>ter</strong>perio<strong>de</strong> en 9,8% heeft 'geen voorkeur'. Op 612<br />

evaluatieformulieren staat aangegeven dat ou<strong>de</strong>rs een consultatiebureaubezoek bij<br />

18 maan<strong>de</strong>n wensen en op 144 evaluatieformulieren staat het item 'an<strong>de</strong>rs'. Bij<br />

‘an<strong>de</strong>rs’ wordt on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re genoemd: na telefonisch overleg bepalen huisbezoek of<br />

consultatiebureaubezoek, themabijeenkomsten, meten + wegen en geen behoefte<br />

aan contact op 18 maan<strong>de</strong>n en juist tegenovergesteld meer contactmomenten zowel<br />

in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> een huisbezoek als een consultatiebureauconsult. De voorkeur in<br />

contactvorm en frequentie is hierbij zeer uiteenlopend zo heeft <strong>de</strong> ene ou<strong>de</strong>r<br />

behoefte aan meer contactmomenten tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> zuigelingenperio<strong>de</strong> en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r juist<br />

in <strong>de</strong> peu<strong>ter</strong>perio<strong>de</strong>.<br />

2.2.4 De inschatting <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ over het afgeleg<strong>de</strong><br />

huisbezoek (n=4327)<br />

Het huisbezoek is door 86,9% <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijkverpleegkundigen JGZ als 'zinvol' ervaren,<br />

11,0% staat er 'neutraal' tegenover en 2,0% (n=86) beoor<strong>de</strong>elt het huisbezoek als<br />

'overbodig'.<br />

2.2.5 De inschatting <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ <strong>van</strong> het gezin na afloop<br />

<strong>van</strong> het huisbezoek en aangebo<strong>de</strong>n vervolgacties naar aanleiding <strong>van</strong> het<br />

huisbezoek<br />

18


In tabel 2 zijn <strong>de</strong> resultaten <strong>van</strong> <strong>de</strong> inschatting <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ in<br />

combinatie met <strong>de</strong> aangebo<strong>de</strong>n vervolgacties weergegeven. Een 'pluis' gevoel<br />

hebben <strong>de</strong> wijkverpleegkundigen JGZ bij 92,4% <strong>van</strong> <strong>de</strong> huisbezoeken. In 3,8%<br />

(n=168) <strong>van</strong> <strong>de</strong> thuissituaties noteert <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ een 'niet pluis'<br />

gevoel of geeft aan daarover onzeker te zijn.<br />

Bij 81,5% <strong>van</strong> <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren is geen vervolgactie nodig geacht en wor<strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>r en<br />

kind uitgenodigd voor het consultatiebureaubezoek bij twee jaar. Uit <strong>de</strong><br />

evaluatieformulieren bleek dat aan 13,4% <strong>van</strong> <strong>de</strong> thuisbezochte kin<strong>de</strong>ren en hun<br />

ou<strong>de</strong>rs een vervolgactie is aangebo<strong>de</strong>n.<br />

Tabel 2: Inschatting <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ (n = 4470) na afloop huisbezoek en<br />

aangebo<strong>de</strong>n vervolgacties<br />

Inschattingsaspect<br />

Antwoordcategorie<br />

Rapportage<br />

(2004-2005)<br />

%<br />

Follow up<br />

(2006)<br />

%<br />

'pluis' of 'niet pluis' inschatting pluis 92,4 – 91,8 92,4<br />

niet pluis/ onzeker 3,3 – 3,4 3,8<br />

missing 4,2 – 4,7 3,8<br />

vervolgactie op maat geen 83,1 – 80,6 81,5<br />

Conclusie<br />

extra consult 2,6 – 1,9 3,0<br />

extra huisbezoek 1,3 – 1,7 2,1<br />

an<strong>de</strong>rs 5,9 – 7,3 7,4<br />

meer<strong>de</strong>re antwoor<strong>de</strong>n 0,9 – 1,1 0,9<br />

missing 6,3 – 7,4 5,1<br />

Van <strong>de</strong> thuis bezochte ou<strong>de</strong>rs geeft 20,0% aan <strong>de</strong> zuigelingenperio<strong>de</strong> als 'moeilijk'<br />

of 'wisselend' te hebben ervaren. De zorg <strong>van</strong>uit <strong>de</strong> JGZ is door 95,8% positief<br />

genoemd <strong>ter</strong>wijl 0,5% negatief oor<strong>de</strong>elt. De negatieve ervaringen met <strong>de</strong> organisatie<br />

variëren. Wat het oproepen betreft is dit 0,7%, bereikbaarheid 1,3%, wachttijd 1,4%,<br />

bejegening 1,0% en lichamelijk on<strong>de</strong>rzoek 1,9%. Wijkverpleegkundigen JGZ en<br />

ou<strong>de</strong>rs vin<strong>de</strong>n het huisbezoek 'overbodig' in 2,0 – 2,7% <strong>van</strong> <strong>de</strong> situaties. In <strong>de</strong><br />

toekomst zou 88,2% <strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs een huisbezoek bij 18 maan<strong>de</strong>n wensen, <strong>ter</strong>wijl<br />

9,8% 'geen voorkeur' aangeeft.<br />

19


Een 'niet pluis' gevoel heeft <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ in 3,8% <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

thuissituaties. Aan 13,4% <strong>van</strong> <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren en hun ou<strong>de</strong>rs is een vervolgactie<br />

aangebo<strong>de</strong>n.<br />

2.3 Statistische analyse<br />

Nadat voor <strong>de</strong> beschrijven<strong>de</strong> statistiek <strong>de</strong> frequenties bepaald zijn, zijn univariate<br />

analyses uitgevoerd om verban<strong>de</strong>n te kunnen leggen. Een overzicht <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

uitgevoer<strong>de</strong> kruistabellen staat in bijlage 3. Hierbij zijn significante verschillen<br />

aangegeven. De resultaten wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong>ze paragraaf per variabele beschreven. De<br />

bijbehoren<strong>de</strong> kruistabellen zijn via <strong>de</strong> auteur op te vragen.<br />

2.3.1 Invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> plaats in <strong>de</strong> kindrij<br />

Invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> plaats in <strong>de</strong> kindrij in relatie tot beleving <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

zuigelingenperio<strong>de</strong>: ou<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> 1 e kin<strong>de</strong>ren geven in 22,0% aan <strong>de</strong><br />

zuigelingenperio<strong>de</strong> als moeilijk/wisselend te hebben ervaren, bij 2 e kin<strong>de</strong>ren is dit<br />

percentage 20,6; bij 3 e kin<strong>de</strong>ren 14,6 en bij 4 of meer stijgt dit percentage weer tot<br />

21,0%.<br />

Invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> plaats in <strong>de</strong> kindrij in relatie tot het ervaren <strong>van</strong> het huisbezoek<br />

door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs: zinvol ervaren <strong>van</strong> het huisbezoek neemt af naarmate er meer<br />

kin<strong>de</strong>ren zijn. Dit varieert <strong>van</strong> 88,2% bij het eerste kind tot 76,0% bij 4 of meer<br />

kin<strong>de</strong>ren.<br />

Invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> plaats in <strong>de</strong> kindrij in relatie tot het inschatten <strong>van</strong> <strong>de</strong> invulling <strong>van</strong><br />

het contactmoment op <strong>de</strong> leeftijd <strong>van</strong> 18 maan<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r: inschatting over<br />

<strong>de</strong> invulling <strong>van</strong> het contactmoment in <strong>de</strong> vorm <strong>van</strong> een huisbezoek laat eveneens<br />

een daling zien. Dit varieert <strong>van</strong> 90,8% bij het eerste kind tot 79,1% bij 4 of meer<br />

kin<strong>de</strong>ren.<br />

Invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> plaats in <strong>de</strong> kindrij in relatie tot door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r ervaren kwaliteit <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> gebo<strong>de</strong>n zorg door <strong>de</strong> JGZ: kwaliteit <strong>van</strong> zorg is niet afhankelijk <strong>van</strong> kindrij. De<br />

hoge score 'positief' valt op. Dit varieert <strong>van</strong> 94,9 tot 96,1%.<br />

Invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> plaats in <strong>de</strong> kindrij in relatie tot <strong>de</strong> inschatting door <strong>de</strong><br />

wijkverpleegkundige JGZ <strong>van</strong> het huisbezoek: inschatting door <strong>de</strong><br />

wijkverpleegkundige JGZ <strong>van</strong> het huisbezoek laat iets hogere percentages zien<br />

als inschatting door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r. Met een afname naar aantal kin<strong>de</strong>ren en een lichte<br />

20


stijging bij 4 of meer kin<strong>de</strong>ren. Dit is respectievelijk 90,4; 85,9; 81,1 en 82,0% bij<br />

1 e , 2 e , 3 e kin<strong>de</strong>ren en bij 4 of meer.<br />

Invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> plaats in <strong>de</strong> kindrij in relatie tot het 'pluis' of 'niet pluis' inschatten<br />

door <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ: opmerkelijk is dat <strong>de</strong> inschatting <strong>van</strong> 'niet pluis'<br />

oploopt naarmate <strong>de</strong> plaats in <strong>de</strong> kindrij stijgt. Bij 1 e 3,5%; bij 2 e 4,0%, bij 3 e<br />

kin<strong>de</strong>ren 4,3% en bij 4 e en hoger kind in <strong>de</strong> kindrij wordt in 4,8% <strong>van</strong> <strong>de</strong> situaties<br />

een 'niet pluis' inschatting gemaakt.<br />

Invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> plaats in <strong>de</strong> kindrij in relatie tot vervolgactie op maat: vervolgactie<br />

laat geen afhankelijkheid zien met <strong>de</strong> plaats in <strong>de</strong> kindrij.<br />

Conclusie<br />

Kwaliteit <strong>van</strong> zorg en vervolgacties zijn niet afhankelijk <strong>van</strong> plaats in <strong>de</strong> kindrij. Daar<br />

waar het aantal kin<strong>de</strong>ren in een gezin oploopt wordt <strong>de</strong> zuigelingentijd als min<strong>de</strong>r<br />

moeilijk ervaren en het huisbezoek als min<strong>de</strong>r zinvol ingeschat ech<strong>ter</strong> bij 4 of meer<br />

kin<strong>de</strong>ren stijgt dit percentage weer. Bij <strong>de</strong> groep 3 e kin<strong>de</strong>ren lijkt het voor <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>ren<br />

en ou<strong>de</strong>rs het meest gunstig te verlopen. De inschatting <strong>van</strong> 'niet pluis' loopt<br />

daarentegen juist op naarmate <strong>de</strong> plaats in <strong>de</strong> kindrij stijgt.<br />

2.3.2 Invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> ervaren zuigelingenperio<strong>de</strong><br />

Invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> ervaren zuigelingenperio<strong>de</strong> in relatie tot items die <strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />

vergemakkelijkt dan wel bemoeilijkt hebben: bij <strong>de</strong> in<strong>ter</strong>pretatie dient rekening<br />

gehou<strong>de</strong>n te wor<strong>de</strong>n met het feit dat <strong>de</strong> vragen 'naar aanleiding <strong>van</strong>' zijn ingevuld.<br />

Vermoeidheid en moeilijk temperament wor<strong>de</strong>n het meest genoemd.<br />

Invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> ervaren zuigelingenperio<strong>de</strong> in relatie tot het ervaren <strong>van</strong> het<br />

huisbezoek door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs: <strong>van</strong> <strong>de</strong> moeilijk/wisselend ervaren zuigelingenperio<strong>de</strong><br />

heeft 91,1% het huisbezoek zinvol gevon<strong>de</strong>n, tegenover 84,3% <strong>van</strong> <strong>de</strong> gehele<br />

on<strong>de</strong>rzoekspopulatie. Dit verschil is significant (p < 0.05).<br />

Invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> ervaren zuigelingenperio<strong>de</strong> in relatie tot het inschatten <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

invulling <strong>van</strong> het contactmoment op <strong>de</strong> leeftijd <strong>van</strong> 18 maan<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r:<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> moeilijk/wisselend ervaren zuigelingenperio<strong>de</strong> zegt 90,2% ja tegen<br />

huisbezoek in <strong>de</strong> toekomst, tegenover 88,2% <strong>van</strong> <strong>de</strong> gehele on<strong>de</strong>rzoekspopulatie.<br />

Invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> ervaren zuigelingenperio<strong>de</strong> in relatie tot door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r ervaren<br />

kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebo<strong>de</strong>n zorg door <strong>de</strong> JGZ: <strong>van</strong> <strong>de</strong> moeilijk/wisselend ervaren<br />

zuigelingenperio<strong>de</strong> zegt 93,3% positief, 5,5% neutraal en 0,8% negatief/<br />

21


wisselend over <strong>de</strong> gebo<strong>de</strong>n zorg te zijn. Van <strong>de</strong> gehele on<strong>de</strong>rzoekspopulatie is<br />

95,7% positief, 3,6% neutraal en 0,5% negatief/wisselend. Niet <strong>van</strong> toepassing<br />

wordt in 0,2% aangegeven. Dit verschil is significant (p < 0.05).<br />

Invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> ervaren zuigelingenperio<strong>de</strong> in relatie tot <strong>de</strong> inschatting door <strong>de</strong><br />

wijkverpleegkundige JGZ <strong>van</strong> het huisbezoek: <strong>van</strong> <strong>de</strong> moeilijk/wisselend ervaren<br />

zuigelingenperio<strong>de</strong> vindt <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ in 95,1% het huisbezoek<br />

zinvol, tegenover 86,9% <strong>van</strong> <strong>de</strong> gehele on<strong>de</strong>rzoekspopulatie. Dit verschil is<br />

significant (p < 0.05).<br />

Invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> ervaren zuigelingenperio<strong>de</strong> in relatie tot het 'pluis' of 'niet pluis'<br />

inschatten door <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ: <strong>van</strong> <strong>de</strong> moeilijk/wisselend ervaren<br />

zuigelingenperio<strong>de</strong> vindt <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ het in 9,0% 'niet pluis',<br />

tegenover 3,8% 'niet pluis' <strong>van</strong> <strong>de</strong> gehele on<strong>de</strong>rzoekspopulatie. Dit verschil is<br />

significant (p < 0.05).<br />

Invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> ervaren zuigelingenperio<strong>de</strong> in relatie tot vervolgactie op maat: bij<br />

een moeilijk/wisselend ervaren zuigelingenperio<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n in 27,1% vervolgacties<br />

op maat ingezet, tegenover 13,1% <strong>van</strong> <strong>de</strong> gehele on<strong>de</strong>rzoekspopulatie. Dit<br />

verschil is significant (p < 0.05).<br />

Conclusie<br />

Daar waar <strong>de</strong> zuigelingenperio<strong>de</strong> als moeilijk/wisselend ervaren is, wordt het<br />

huisbezoek door ou<strong>de</strong>rs en door <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ significant zinvoller<br />

ingeschat en bestaat er een significant hoger risico (<strong>de</strong> 'niet pluis' inschatting stijgt<br />

met een factor 2,4 en een verdubbeling <strong>van</strong> <strong>de</strong> vervolgacties). Evaluatie <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

zuigelingenperio<strong>de</strong> is <strong>van</strong> essentieel belang om een a<strong>de</strong>quate inschatting te maken<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> zorgbehoefte in <strong>de</strong> toekomst <strong>van</strong> het kind en diens ou<strong>de</strong>rs.<br />

2.3.3 Invloed <strong>van</strong> het ervaren <strong>van</strong> het huisbezoek door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r<br />

Invloed <strong>van</strong> het ervaren <strong>van</strong> het huisbezoek door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r in relatie tot items die<br />

<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> vergemakkelijkt dan wel bemoeilijkt hebben: bij <strong>de</strong> in<strong>ter</strong>pretatie dient<br />

rekening gehou<strong>de</strong>n te wor<strong>de</strong>n met het feit dat <strong>de</strong> vragen 'naar aanleiding <strong>van</strong>' zijn<br />

ingevuld. Vermoeidheid en moeilijk temperament wor<strong>de</strong>n het meest genoemd.<br />

Invloed <strong>van</strong> het ervaren <strong>van</strong> het huisbezoek door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r in relatie tot het<br />

inschatten <strong>van</strong> <strong>de</strong> invulling <strong>van</strong> het contactmoment op <strong>de</strong> leeftijd <strong>van</strong> 18 maan<strong>de</strong>n<br />

door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r: <strong>van</strong> <strong>de</strong> groep die het huisbezoek als 'zinvol' heeft ervaren zegt<br />

22


92,2% 'ja' tegen het huisbezoek in <strong>de</strong> toekomst. Het zijn vooral <strong>de</strong>genen die het<br />

huisbezoek 'overbodig' ervaren die 'nee' zeggen tegen het huisbezoek in <strong>de</strong><br />

toekomst (42,7%) en zij die het huisbezoek 'neutraal' ervaren, zeggen 'geen<br />

voorkeur' te hebben (55,6%).<br />

Invloed <strong>van</strong> het ervaren <strong>van</strong> het huisbezoek door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r in relatie tot door <strong>de</strong><br />

ou<strong>de</strong>r ervaren kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebo<strong>de</strong>n zorg door <strong>de</strong> JGZ: <strong>de</strong> groep die <strong>de</strong><br />

gebo<strong>de</strong>n zorg niet als positief beoor<strong>de</strong>elt is dusdanig klein (< 5%) dat het niet<br />

mogelijk is om hierover statistische uitspraken te doen.<br />

Invloed <strong>van</strong> het ervaren <strong>van</strong> het huisbezoek door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r in relatie tot <strong>de</strong><br />

inschatting door <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ <strong>van</strong> het huisbezoek: in <strong>de</strong>ze<br />

kruistabel wordt een vergelijking gemaakt tussen het ervaren <strong>van</strong> het huisbezoek<br />

door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r en <strong>de</strong> inschatting <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ. De<br />

antwoordcategorieën zijn inge<strong>de</strong>eld in 'zinvol/neutraal/overbodig'. Bei<strong>de</strong> schatten<br />

het huisbezoek als zeer zinvol in, waarbij het percentage 'zinvol' <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

wijkverpleegkundige JGZ iets hoger ligt dan die <strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs. In 0,5% wordt het<br />

huisbezoek door zowel <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ als <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r als overbodig<br />

ervaren.<br />

Invloed <strong>van</strong> het ervaren <strong>van</strong> het huisbezoek door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r in relatie tot het 'pluis'<br />

of 'niet pluis' inschatten door <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ: in <strong>de</strong> groep waar <strong>de</strong><br />

wijkverpleegkundige JGZ een 'niet pluis' inschatting heeft gemaakt, geeft 89,1%<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs aan het huisbezoek als zinvol te hebben ervaren tegenover 83,9%<br />

in <strong>de</strong> 'pluis' groep.<br />

Invloed <strong>van</strong> het ervaren <strong>van</strong> het huisbezoek door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r in relatie tot<br />

vervolgactie op maat: als er vervolgacties wor<strong>de</strong>n ingezet door <strong>de</strong><br />

wijkverpleegkundige JGZ, ervaren ou<strong>de</strong>rs in 89,7% het huisbezoek als zinvol,<br />

tegenover 83,4% als er geen vervolgacties wor<strong>de</strong>n ingezet door <strong>de</strong><br />

wijkverpleegkundige JGZ. Dit verschil is significant (p < 0.05).<br />

Conclusie<br />

Het huisbezoek wordt door ou<strong>de</strong>rs als zinvol ervaren. Dit percentage wordt significant<br />

hoger als er vervolgacties op maat volgen op het huisbezoek.<br />

23


2.3.4 Invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r ervaren kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong> gebo<strong>de</strong>n zorg<br />

door <strong>de</strong> JGZ<br />

Kwaliteit <strong>van</strong> zorg is belangrijk als feedback voor uitvoeren<strong>de</strong>n en organisatie en<br />

daarom goed om te meten, maar <strong>de</strong> groep die <strong>de</strong> gebo<strong>de</strong>n zorg niet als positief<br />

beoor<strong>de</strong>elt is dusdanig klein (< 5%) dat het niet mogelijk is om statistische<br />

uitspraken te doen over <strong>de</strong> invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r ervaren kwaliteit <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

gebo<strong>de</strong>n zorg.<br />

2.3.5 Invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> inschatting door <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ <strong>van</strong> het<br />

huisbezoek<br />

Invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> inschatting door <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ <strong>van</strong> het huisbezoek<br />

in relatie tot items die <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> vergemakkelijkt dan wel bemoeilijkt hebben: bij<br />

<strong>de</strong> in<strong>ter</strong>pretatie dient rekening gehou<strong>de</strong>n te wor<strong>de</strong>n met het feit dat <strong>de</strong> vragen<br />

'naar aanleiding <strong>van</strong>' zijn ingevuld. We<strong>de</strong>rom wor<strong>de</strong>n vermoeidheid en moeilijk<br />

temperament het meest genoemd.<br />

Invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> inschatting door <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ <strong>van</strong> het huisbezoek<br />

in relatie tot het 'pluis' of 'niet pluis' gevoel <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ: als<br />

<strong>de</strong> inschatting <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ 'niet pluis/onzeker' is, wordt het<br />

huisbezoek in 96,9% als zinvol ingeschat door <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ, bij<br />

een inschatting <strong>van</strong> 'pluis' is dit 86,4%. Dit verschil is significant (p < 0.05).<br />

Invloed <strong>van</strong> <strong>de</strong> inschatting door <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ <strong>van</strong> het huisbezoek<br />

in relatie tot vervolgactie op maat: als er vervolgacties wor<strong>de</strong>n ingezet door <strong>de</strong><br />

wijkverpleegkundige JGZ, schat <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ in 97,2% het<br />

huisbezoek als zinvol in, tegenover 85,6% als er geen vervolgacties wor<strong>de</strong>n<br />

ingezet.<br />

Conclusie<br />

Het huisbezoek wordt door <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ als zinvol ervaren. Dit<br />

percentage wordt hoger wanneer <strong>de</strong> inschatting 'niet pluis' wordt gemaakt (significant<br />

p


2.3.6 Invloed <strong>van</strong> het 'pluis' of 'niet pluis' inschatten door <strong>de</strong><br />

wijkverpleegkundige JGZ<br />

Invloed <strong>van</strong> het 'pluis' of 'niet pluis' inschatten door <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ in<br />

relatie tot items die <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> vergemakkelijkt dan wel bemoeilijkt hebben: bij <strong>de</strong><br />

in<strong>ter</strong>pretatie dient rekening gehou<strong>de</strong>n te wor<strong>de</strong>n met het feit dat <strong>de</strong> vragen 'naar<br />

aanleiding <strong>van</strong>' zijn ingevuld. We<strong>de</strong>rom komen vermoeidheid en moeilijk<br />

temperament vaker voor. Voor <strong>de</strong> 'niet pluis' groep wordt naast vermoeidheid en<br />

moeilijk temperament, sombere gedachten en gebrek aan steun veel genoemd.<br />

Invloed <strong>van</strong> het 'pluis' of 'niet pluis' inschatten door <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ in<br />

relatie tot het ervaren <strong>van</strong> het huisbezoek door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs: bij 2 kin<strong>de</strong>ren die als<br />

'niet pluis' zijn ingeschat door <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ is door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs het<br />

huisbezoek als overbodig ervaren.<br />

Conclusie<br />

In 2.3.1 en 2.3.2 is <strong>de</strong> conclusie al getrokken dat 'niet pluis' vaker wordt ingeschat bij<br />

<strong>de</strong> groep die een moeilijk/wisselen<strong>de</strong> zuigelingentijd heeft ervaren (significant<br />

p


Conclusie<br />

Een vervolgactie op maat wordt ruim 2 keer vaker ingezet na een huisbezoek aan<br />

een gezin waar <strong>de</strong> zuigelingentijd als moeilijk/wisselend is ervaren en 8,5 keer vaker<br />

als <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ een 'niet pluis' gevoel heeft.<br />

2.4 Vergelijking resultaten voorgaan<strong>de</strong> rapportages en follow up<br />

Nu <strong>de</strong> resultaten bekend zijn door het analyseren <strong>van</strong> <strong>de</strong> evaluatieformulieren in <strong>de</strong><br />

twee<strong>de</strong> follow up perio<strong>de</strong> kunnen <strong>de</strong>ze vergeleken wor<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> resultaten uit <strong>de</strong><br />

voorgaan<strong>de</strong> rapportages (Staal e.a. 2004, 2005).<br />

In tabel 3 staan <strong>de</strong> resultaten uit <strong>de</strong> drie rapportages naast elkaar. Naast <strong>de</strong>ze<br />

kwantitatieve vergelijking zijn er verschillen waar te nemen bij het invullen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

belevingsaspecten waarbij <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs kon<strong>de</strong>n aangeven waardoor <strong>de</strong><br />

zuigelingenperio<strong>de</strong> vergemakkelijkt dan wel bemoeilijkt werd. Dit komt met name tot<br />

uiting bij <strong>de</strong> invloed <strong>van</strong> het ‘pluis’ of ‘niet pluis’ inschatten door <strong>de</strong><br />

wijkverpleegkundige JGZ en <strong>de</strong> invloed <strong>van</strong> vervolgactie op maat. Gebrek aan steun<br />

en niet te troosten waren <strong>de</strong> meest genoem<strong>de</strong> items bij <strong>de</strong> invloed <strong>van</strong> het ‘pluis/niet<br />

pluis’ inschatten in <strong>de</strong> eerste rapportage (2004) in tegenstelling tot bei<strong>de</strong> follow up<br />

rapportages (2005, 2006) waar vermoeidheid en moeilijk temperament het meest<br />

genoemd wer<strong>de</strong>n. Voor specifiek <strong>de</strong> ‘niet pluis’ ingeschatte groep wordt binnen <strong>de</strong>ze<br />

follow up rapportage naast vermoeidheid en moeilijk temperament, sombere<br />

gedachten en gebrek aan steun veel genoemd. Bij <strong>de</strong> invloed <strong>van</strong> vervolgactie op<br />

maat wordt het item ‘niet gezond’ in <strong>de</strong> eerste rapportage en bij <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> follow up<br />

rapportage vaker benoemd als aanleiding tot een extra consult dit in tegenstelling tot<br />

<strong>de</strong> eerste follow up.<br />

26


Tabel 3: Vergelijking resultaten 1 e on<strong>de</strong>rzoeksrapportage 2004 (n=3659), follow up<br />

rapportage 2005 (n=3115) en <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> follow up rapportage 2006 (n=4470)<br />

27


Conclusie<br />

Uit drie opeenvolgen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekscohorten is informatie <strong>van</strong> ou<strong>de</strong>rs beschikbaar<br />

gekomen over hun beleving <strong>van</strong> <strong>de</strong> zuigelingenperio<strong>de</strong>, <strong>de</strong> ervaren zorg, over het<br />

huisbezoek bij 18 maan<strong>de</strong>n en over <strong>de</strong> invulling <strong>van</strong> het contactmoment bij 18<br />

maan<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> toekomst. De wijkverpleegkundige JGZ heeft haar observaties en<br />

inschatting <strong>van</strong> het huisbezoek, haar 'pluis/niet pluis' gevoel en <strong>de</strong> vervolgacties<br />

weergegeven. Door systematisch aanbie<strong>de</strong>n en registreren <strong>van</strong> een ijkmoment wordt<br />

het 'bereik' let<strong>ter</strong>lijk en <strong>figuur</strong>lijk bekend.<br />

3. Discussie<br />

In dit hoofdstuk wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvragen toegelicht en <strong>de</strong> beperkingen <strong>van</strong> het<br />

on<strong>de</strong>rzoek aangegeven.<br />

3.1 De on<strong>de</strong>rzoeksvragen toegelicht<br />

Kan het gestructureer<strong>de</strong> huisbezoek op <strong>de</strong> leeftijd <strong>van</strong> 18 maan<strong>de</strong>n inzicht bie<strong>de</strong>n<br />

in <strong>de</strong> zorgbehoefte <strong>van</strong> het individuele kind en <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r, op grond waar<strong>van</strong><br />

groepen met een verhoogd risico te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n zijn die vervolgactie nodig<br />

hebben?<br />

Hoe verhou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> resultaten <strong>van</strong>uit <strong>de</strong>ze follow up zich ten opzichte <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

resultaten in <strong>de</strong> eerste rapportage?<br />

Uit zowel <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> rapportages (Staal e.a. 2004, 2005) als <strong>de</strong>ze follow up<br />

bleek het goed mogelijk risicogroepen te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n. Bij <strong>de</strong> evaluatie <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

zuigelingenperio<strong>de</strong> kan een groep ou<strong>de</strong>rs (19,4 - 21,5%) on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n, die<br />

aangeven dat <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> moeilijk is geweest. Deze groep kan aangemerkt wor<strong>de</strong>n<br />

als risicogroep. De resultaten lei<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong> conclusie dat een systematische evaluatie<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> zuigelingenperio<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> totale populatie <strong>van</strong> belang is om een a<strong>de</strong>quate<br />

inschatting <strong>van</strong> <strong>de</strong> zorgbehoefte te kunnen maken. Welke leeftijd <strong>van</strong> het kind<br />

hiervoor het meest geschikt is en wat <strong>de</strong> meest geschikte metho<strong>de</strong> is, is op grond<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong>ze gegevens niet te beantwoor<strong>de</strong>n. Een twee<strong>de</strong> groep met verhoogd risico is<br />

op basis <strong>van</strong> een ‘niet pluis’ inschatting <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ te<br />

on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n (3,3 – 3,9%). Een ‘niet pluis’ gevoel gebaseerd op kennis <strong>van</strong> het<br />

balansmo<strong>de</strong>l, intuïtie en ervaring kan alleen geconstateerd wor<strong>de</strong>n in een relationele<br />

situatie (Kijlstra e.a., 2001). Het vertrouwen tussen <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r en <strong>de</strong> JGZ- me<strong>de</strong>werker<br />

is <strong>de</strong> basis <strong>van</strong> <strong>de</strong> mogelijkheid hulp te bie<strong>de</strong>n en te ont<strong>van</strong>gen.<br />

28


Het aantal ‘niet-pluis’ ingeschatte situaties, 3,3 – 3,9% <strong>van</strong> het totale aantal bezochte<br />

kin<strong>de</strong>ren, ligt in dit on<strong>de</strong>rzoek ongeveer gelijk aan <strong>de</strong> inschatting <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

wijkverpleegkundige JGZ bij het eerste zuigelingenhuisbezoek in het OKé-project<br />

(4,3%) (Bouwmees<strong>ter</strong>-landweer e.a., 2004). Bij dit project wer<strong>de</strong>n op basis <strong>van</strong><br />

vragenlijsten voor <strong>de</strong> geboorte <strong>van</strong> het kind risicogezinnen geselecteerd, waar<strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

helft zes extra huisbezoeken in het eerste an<strong>de</strong>rhalf jaar kreeg aangebo<strong>de</strong>n en <strong>de</strong><br />

an<strong>de</strong>re helft als controle <strong>de</strong> gebruikelijke JGZ-zorg kreeg. Invulling <strong>van</strong> vragenlijsten<br />

door ou<strong>de</strong>rs, zoals gebruikt bij het OKé on<strong>de</strong>rzoek, lever<strong>de</strong> ech<strong>ter</strong> aanzienlijk hogere<br />

at-riskcijfers (>10%) op (Bouwmees<strong>ter</strong>-landweer e.a., 2004). Een verklaring hiervoor<br />

zou kunnen zijn dat het screenen op basis <strong>van</strong> door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs ingevul<strong>de</strong><br />

vragenlijsten plaats vindt met <strong>van</strong> te voren vastgestel<strong>de</strong>, ruime cri<strong>ter</strong>ia <strong>ter</strong>wijl bij het<br />

Zeeuwse huisbezoek mid<strong>de</strong>ls het balansmo<strong>de</strong>l een risico-inschatting wordt gemaakt<br />

op basis <strong>van</strong> een compleet beeld <strong>van</strong> ou<strong>de</strong>r en kind, diens ontwikkeling, thuissituatie<br />

en sociale omgeving. Hierbij wordt rekening gehou<strong>de</strong>n met beschermen<strong>de</strong> factoren<br />

en eventueel al ingezette hulpverlening.<br />

Tien tot veertien procent <strong>van</strong> alle kin<strong>de</strong>ren blijkt extra aandacht, zorg of verwijzing<br />

naar an<strong>de</strong>re hulpverleners nodig te hebben in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> tussen het 18-<br />

maandscontact en het contact bij twee jaar. Op <strong>de</strong> leeftijd <strong>van</strong> 18 maan<strong>de</strong>n staan<br />

patronen tussen ou<strong>de</strong>r en kind nog niet vast, is sturing nog heel goed mogelijk<br />

waarbij er aanwijzingen zijn dat dit snel en/of be<strong>ter</strong> resultaat geeft dan op la<strong>ter</strong>e<br />

leeftijd (Blaa<strong>de</strong>ren e.a., 2001; Tremblay e.a., 2004). Uit <strong>de</strong> eerste rapportage bleek<br />

dat het meren<strong>de</strong>el <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze vervolgacties kan wor<strong>de</strong>n uitgevoerd door het<br />

consultatiebureauteam.<br />

3.2 Beperking <strong>van</strong> <strong>de</strong> studie<br />

In wetenschappelijk on<strong>de</strong>rzoek wordt gestreefd naar een volledige, betrouwbare en<br />

nauwgezette gegevensverzameling. Bij <strong>de</strong> rapportage <strong>van</strong> dit operationele,<br />

retrospectieve on<strong>de</strong>rzoek in <strong>de</strong> JGZ 0-4 jaar zijn enige kanttekeningen te maken.<br />

Volledigheid<br />

Het on<strong>de</strong>rzoekscohort is tot stand gekomen uit <strong>de</strong> beschikbare door <strong>de</strong><br />

wijkverpleegkundige JGZ ingevul<strong>de</strong> evaluatieformulieren. Het is bekend dat jonge<br />

ou<strong>de</strong>rs frequent verhuizen (Herngreen en Reerink 1993). Dit veroorzaakt een zwakke<br />

schakel in het contact tussen ou<strong>de</strong>rs en <strong>de</strong> JGZ. Uit <strong>de</strong> li<strong>ter</strong>atuur is eveneens bekend<br />

29


dat in <strong>de</strong> groep non-participanten situaties met verhoogd risico voorkomen<br />

(Bouwmees<strong>ter</strong>-landweer e.a., 2004; kuiper, 1986). De cijfers met betrekking tot het<br />

bereik <strong>van</strong>uit <strong>de</strong>ze rapportage kunnen gebruikt wor<strong>de</strong>n om het bereik <strong>van</strong> <strong>de</strong> JGZ te<br />

vergroten maar wijzen tevens op het belang om ook <strong>de</strong> groep non-participanten in<br />

beeld te brengen.<br />

In <strong>de</strong> eerste rapportage bleek uit dossieron<strong>de</strong>rzoek dat <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ<br />

tij<strong>de</strong>ns het huisbezoek bij 18 maan<strong>de</strong>n veel nieuwe informatie krijgt over het kind,<br />

diens ou<strong>de</strong>rs en omgeving. Het tijdsin<strong>ter</strong>val tussen het 14 á 15 maandsconsult en het<br />

huisbezoek bij 18 maan<strong>de</strong>n draagt <strong>van</strong>zelfsprekend ook bij aan nieuwe informatie.<br />

De meerwaar<strong>de</strong> <strong>van</strong> het huisbezoek zit naar onze mening ech<strong>ter</strong> vooral in <strong>de</strong> som<br />

<strong>de</strong>r <strong>de</strong>len. Meer tijd voor ou<strong>de</strong>r en kind en het functioneren in <strong>de</strong> eigen sociale<br />

omgeving comple<strong>ter</strong>en het al bestaan<strong>de</strong> beeld voor <strong>de</strong> JGZ en <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r. Om <strong>de</strong><br />

meerwaar<strong>de</strong> evi<strong>de</strong>nce based te krijgen zal getracht wor<strong>de</strong>n in vervolgon<strong>de</strong>rzoek <strong>de</strong><br />

meerwaar<strong>de</strong> in meetbare variabelen mee te nemen.<br />

Betrouwbaarheid<br />

In<strong>ter</strong>- en intra-individuele bias is in meer of min<strong>de</strong>re mate opgetre<strong>de</strong>n. Een<br />

wijkverpleegkundige JGZ kan in het begin an<strong>de</strong>rs ingevuld hebben dan la<strong>ter</strong> en<br />

tussen wijkverpleegkundigen JGZ uit één <strong>van</strong> <strong>de</strong> drie regio's kan verschil in invulling<br />

zijn opgetre<strong>de</strong>n. Ver<strong>de</strong>r zijn sommige on<strong>de</strong>rwerpen met een eenduidig antwoord aan<br />

te geven, <strong>ter</strong>wijl an<strong>de</strong>re genuanceerd zijn.<br />

Opmerkingen, aanvullingen en tips in <strong>de</strong> kantlijn zijn niet systematisch gevraagd en<br />

opgetekend.<br />

Op het evaluatieformulier werd <strong>de</strong> mening <strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs gevraagd over het<br />

gebrachte huisbezoek door <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ. Het is goed mogelijk dat op<br />

<strong>de</strong>ze vraag sociaal wenselijk is geantwoord. Hiertegen pleit dat <strong>de</strong> antwoordcategorie<br />

‘neutraal’ nauwelijks is ingevuld. Van <strong>de</strong> wijkverpleegkundige JGZ werd op het<br />

evaluatieformulier gevraagd een ‘pluis/niet pluis’ inschatting te maken. Vanuit <strong>de</strong><br />

praktijk komt <strong>de</strong> vraag om risico-inschatting mid<strong>de</strong>ls <strong>de</strong> subjectieve beoor<strong>de</strong>ling ‘niet<br />

pluis’ aan te scherpen. Door het han<strong>ter</strong>en <strong>van</strong> <strong>de</strong> begrippen ‘laag’, ‘verhoogd’ en<br />

‘hoog risico’ op la<strong>ter</strong>e, min<strong>de</strong>r wenselijke ontwikkelingsuitkomsten en zoeken naar<br />

factoren die <strong>van</strong> invloed zijn op <strong>de</strong>ze inschatting zal <strong>de</strong> vraag uit <strong>de</strong> praktijk in<br />

vervolgon<strong>de</strong>rzoek wor<strong>de</strong>n meegenomen.<br />

30


4. Besluit<br />

In dit on<strong>de</strong>rzoek is <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> het huisbezoek op <strong>de</strong> leeftijd <strong>van</strong> 18 maan<strong>de</strong>n<br />

geëvalueerd. Er kon<strong>de</strong>n twee risicogroepen wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n, te weten een<br />

groep waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs aangaven <strong>de</strong> zuigelingenperio<strong>de</strong> als moeilijk te hebben<br />

ervaren en een groep op basis <strong>van</strong> een ‘niet pluis’ inschatting <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

wijkverpleegkundige JGZ. Bij <strong>de</strong>ze groepen bleek meer problematiek aanwezig en<br />

waren meer vervolgacties nodig.<br />

De resultaten <strong>van</strong> dit on<strong>de</strong>rzoek roepen ook vragen op zoals welke leeftijd <strong>van</strong> het<br />

kind het meest geschikt is om <strong>de</strong> zuigelingenperio<strong>de</strong> te evalueren en of kin<strong>de</strong>ren met<br />

een verhoogd risico al op een eer<strong>de</strong>r moment in <strong>de</strong> zuigelingenperio<strong>de</strong><br />

on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n had<strong>de</strong>n kunnen wor<strong>de</strong>n. Tevens kan men zich afvragen of het<br />

signaleren <strong>van</strong> risicogroepen niet <strong>de</strong> verplichting met zich mee brengt om aparte<br />

trajecten voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n groepen aan te bie<strong>de</strong>n. Waarborg binnen <strong>de</strong><br />

ketenzorg is hierbij essentieel.<br />

De Ne<strong>de</strong>rlandse JGZ staat bekend om haar lage drempel en hoge bereik, hetgeen<br />

<strong>de</strong> JGZ ui<strong>ter</strong>mate geschikt maakt voor vroegtijdige on<strong>de</strong>rkenning. Deze studie heeft<br />

naar onze mening <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> <strong>van</strong> het huisbezoek als metho<strong>de</strong> voor vroegtijdige<br />

on<strong>de</strong>rkenning laten zien. Ech<strong>ter</strong> vragen blijven open zoals: ‘Hoe stellen we vast<br />

welke ou<strong>de</strong>rs extra on<strong>de</strong>rsteuning nodig hebben?’, ‘Is een huisbezoek door een JGZ-<br />

verpleegkundige een be<strong>ter</strong>e contactvorm dan een bezoek aan het consultatiebureau<br />

door ou<strong>de</strong>r(s) en kind voor het on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n <strong>van</strong> kin<strong>de</strong>ren die een hoog of<br />

verhoogd risico lopen op problemen met opvoeding of ontwikkeling, op het ijkmoment<br />

bij <strong>de</strong> leeftijd <strong>van</strong> 18 maan<strong>de</strong>n?’ en ‘Wat is <strong>de</strong> meerwaar<strong>de</strong> <strong>van</strong> een gestructureer<strong>de</strong><br />

screeningsprocedure ten opzichte <strong>van</strong> care-as-usual?’. Met een vervolgon<strong>de</strong>rzoek,<br />

waar<strong>van</strong> <strong>de</strong> dataverzameling 1 <strong>de</strong>cember 2006 <strong>van</strong> start gaat, wil men in Zeeland<br />

een bijdrage leveren aan <strong>de</strong> beantwoording <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze vragen.<br />

31


Li<strong>ter</strong>atuur<br />

Blaa<strong>de</strong>ren, L., <strong>van</strong>, Wat ou<strong>de</strong>rs niet weten. Hechting, verlangen naar lief<strong>de</strong> en angst<br />

voor lief<strong>de</strong>sverlies. Van Tricht uitgeverij Twello, 2001.<br />

Bertrand R, Hermanns J, & Leseman P. Behoefte aan opvoedingson<strong>de</strong>rsteuning in<br />

Ne<strong>de</strong>rlandse, Marokkaanse en Turkse gezinnen met kin<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> 0-6 jaar.<br />

Ne<strong>de</strong>rlands Tijdschrift voor Opvoeding, Vorming en On<strong>de</strong>rwijs. 1998; 4(1/2):<br />

50-71.<br />

Boom, D.C., <strong>van</strong> <strong>de</strong>n, Ontwikkelingstaken voor 0-18 jaar. In: Het forum <strong>van</strong><br />

opvoedingson<strong>de</strong>rsteuning, Vergeer, M., NIZW/LC OKZ, 1998.<br />

Bouwmees<strong>ter</strong>-Landweer M, Dekker F, Landsmeer-Beker N, Kousemaker N,<br />

Baartman H, Wit J-M. Prevalence of risk factors for child maltreatment in the<br />

Netherlands. Submitted, 2004.<br />

Centraal Bureau voor <strong>de</strong> Statistiek, Voorburg/Heerlen 2006-12-09.<br />

Contactmomenten standpunt Platform Jeugdgezondheidszorg, 9 mei 2003.<br />

Inventgroep: Hermanns J, Öry F, Schrijvers G. Helpen bij opgroeien en opvoe<strong>de</strong>n:<br />

eer<strong>de</strong>r, sneller en be<strong>ter</strong>. Advies aan staatssecretaris Ross-<strong>van</strong> Dorp, 2005.<br />

Herngreen, W.P., Reerink, J.D., Proefschrift Sociaal Medisch On<strong>de</strong>rzoek<br />

Consultatiebureau Kin<strong>de</strong>ren, Lei<strong>de</strong>n TNO, 1993.<br />

Kijlstra, M.A., Prinsen, B., Schulpen, T.W.J., Kwetsbaar jong! Een quickscan <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

kansen op ach<strong>ter</strong>stand <strong>van</strong> kin<strong>de</strong>ren <strong>van</strong> 0-4 jaar in risicosituaties. NIZW/UMC<br />

Utrecht, 2001.<br />

Kuiper, C. W., Non-participatie aan preventieve voorzieningen in <strong>de</strong><br />

jeugdgezondheidszorg (0-4 jaar), Ne<strong>de</strong>rlands Instituut voor Preventieve<br />

Gezondheidszorg - TNO, 1986.<br />

Lanting, C.I., Verkerk, P.H., Evaluatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> screening op AGS/CHT/PKU bij<br />

kin<strong>de</strong>ren geboren in 2002, Rapportnummer PG\JGD\2003.224, Lei<strong>de</strong>n TNO<br />

Preventie en Gezondheid, 2004.<br />

Senten M, Schulz A, <strong>de</strong> Regt W, Janssens M. Preventie loont. Tussenstand <strong>van</strong> het<br />

Programma Preventie <strong>van</strong> ZonMw, Jeugd. Assen: Koninklijke Van Gorcum,<br />

2003.<br />

Staal IIE, Roodzant-Velthausz MD, Reerink JD, Schrijvers AJP. Met ijken meer<br />

bereiken! De leeftijd <strong>van</strong> 18 maan<strong>de</strong>n als ijkmoment voor <strong>de</strong> integrale<br />

jeugdgezondheidszorg. Mid<strong>de</strong>lburg: Zeeuwse Thuiszorgorganisaties, 2004.<br />

Staal IIE, Roodzant-Velthausz MD, Reerink JD, Schrijvers AJP. Huisbezoek bij<br />

32


peu<strong>ter</strong>s <strong>van</strong> 18 maan<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> provincie Zeeland. Tijdschrift voor<br />

Jeugdgezondheidszorg, 2005; 37 (3): 42-46.<br />

Tremblay RE, Nagin SD, Séquin JR, Zoccolillo M, Zelazo PD, Boivin M, et al.<br />

Physical Agression During Early Childhood: Trajectories and Predictors.<br />

Pediatrics 2004;114:43-50.<br />

VWS, Minis<strong>ter</strong>ie <strong>van</strong> Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Giessen, J., <strong>van</strong> <strong>de</strong>r,<br />

e.a., Actieplan/visiedocument in <strong>de</strong> jeugdgezondheidszorg <strong>van</strong> <strong>de</strong> sectie<br />

Jeugdgezondheidszorg, 2000.<br />

VWS, Minis<strong>ter</strong>ie <strong>van</strong> Volksgezondheid, Welzijn en Sport, ‘Tij<strong>de</strong>lijke Regeling<br />

Vroegsignalering’, in: Ka<strong>de</strong>rwet volksgezondheidssubsidies. Kenmerk:<br />

GZB/GZ 2165777, Den Haag, 2001.<br />

VWS, Minis<strong>ter</strong>ie <strong>van</strong> Volksgezondheid, Welzijn en Sport,<br />

Basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar, 2002.<br />

33


Bijlagen<br />

Bijlage 1: Protocol + evaluatieformulier + fol<strong>de</strong>r<br />

Bijlage 2: Toets significantie steekproef<br />

Bijlage 3: Overzicht kruistabellen<br />

34


Bijlage 1: Protocol + evaluatieformulier + fol<strong>de</strong>r<br />

PROTOCOL<br />

HUISBEZOEK BIJ<br />

ACHTTIEN MAANDEN<br />

35


Inhoudsopgave protocol huisbezoek bij achttien maan<strong>de</strong>n<br />

1. Inleiding<br />

2. Uitnodiging<br />

• meegeven fol<strong>de</strong>r tij<strong>de</strong>ns consult 15 maan<strong>de</strong>n (CB-arts)<br />

• afspraak maken<br />

3. Benodigdhe<strong>de</strong>n<br />

• dossier<br />

• evaluatieformulieren<br />

• peu<strong>ter</strong>brief, fol<strong>de</strong>rs<br />

4. Uitvoering<br />

• bewust afsluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> zuigelingenperio<strong>de</strong><br />

• beleving ou<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> zuigelingenperio<strong>de</strong><br />

• beleving ou<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> kwaliteit <strong>van</strong> zorg<br />

• observatie huidige perio<strong>de</strong><br />

• p.r. komen<strong>de</strong> perio<strong>de</strong><br />

• anticiperen<strong>de</strong> voorlichting<br />

• afsluiting en evaluatie<br />

5. Afhan<strong>de</strong>ling huisbezoek<br />

• ver<strong>de</strong>r invullen dossier<br />

• risico- en beschermen<strong>de</strong> factoren beoor<strong>de</strong>len a.h.v. lijst<br />

• <strong>ter</strong>ugkoppeling naar cb-arts<br />

• planning volgend bureau<br />

• eigen evaluatie huisbezoek<br />

• opruimen evaluaties<br />

6. Bijlagen<br />

• Burgmeijer RFJ, Rijcken JAMW. (2001) Het huisbezoek in <strong>de</strong> OKZ:<br />

ritueel of rationeel? Tijdschrift voor Jeugdgezondheidszorg 2.pag. 21-26.<br />

• Lijst beschermen<strong>de</strong> en risicofactoren<br />

• On<strong>de</strong>rwerpen anticiperen<strong>de</strong> voorlichting<br />

• Evaluatieformulieren<br />

36


PROTOCOL HET HUISBEZOEK OP DE LEEFTIJD VAN ACHTTIEN MAANDEN<br />

1. Inleiding<br />

In het ka<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> Tij<strong>de</strong>lijke Regeling Vroegsignalering is door <strong>de</strong> overheid geld beschikbaar<br />

gesteld. Om uitvoering te geven aan <strong>de</strong> vroegsignalering heeft <strong>de</strong> provinciale werkgroep o.a.<br />

gekozen voor een huisbezoek op <strong>de</strong> leeftijd <strong>van</strong> achttien maan<strong>de</strong>n door <strong>de</strong><br />

wijkverpleegkundige OKZ. De leeftijd <strong>van</strong> achttien maan<strong>de</strong>n is gekozen omdat dit een<br />

moment <strong>van</strong> afsluiting is <strong>van</strong> <strong>de</strong> zuigelingenperio<strong>de</strong> gekoppeld aan het begin <strong>van</strong> <strong>de</strong> peu<strong>ter</strong>perio<strong>de</strong>.<br />

In het begin <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> kan er goed anticiperend ingespeeld wor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong><br />

komen<strong>de</strong> ontwikkelingstaken <strong>van</strong> het kind. Door beschermen<strong>de</strong> en risicofactoren te benoemen<br />

kan een inschatting gemaakt wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong> kwetsbaarheid <strong>van</strong> het kind en <strong>van</strong> bedreigen<strong>de</strong><br />

situaties.<br />

Dit protocol dient als handleiding bij <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> het huisbezoek op <strong>de</strong> leeftijd <strong>van</strong><br />

achttien maan<strong>de</strong>n. Kwaliteit <strong>van</strong> zorgverlening en uniformiteit in zorgaanbod ontstaan niet<br />

door alleen een protocol te volgen. Ook is het bewust wor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> eigen han<strong>de</strong>len en het<br />

uitwisselen hier<strong>van</strong> binnen <strong>de</strong> beroepsgroep nodig. Daarom is gekozen voor supervisie/<br />

in<strong>ter</strong>visie, waarin het afleggen <strong>van</strong> het huisbezoek centraal staat.<br />

Bij <strong>de</strong> uitvoering <strong>van</strong> het huisbezoek zijn vier evaluaties opgenomen. Evaluatie I en II dienen<br />

om <strong>de</strong> beleving <strong>van</strong> <strong>de</strong> zuigelingenperio<strong>de</strong> en <strong>de</strong> gebo<strong>de</strong>n zorg in die perio<strong>de</strong> door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs<br />

vast te leggen. Evaluatie III en IV geven inzicht in <strong>de</strong> beleving <strong>van</strong> dit huisbezoek. Ter<br />

oriëntatie is bijgevoegd het artikel <strong>van</strong> Burgmeijer en Rijcken; 'Huisbezoek in <strong>de</strong> OKZ: ritueel<br />

of rationeel?'<br />

2. Uitnodiging<br />

Tij<strong>de</strong>ns het consult op <strong>de</strong> leeftijd <strong>van</strong> 15 maan<strong>de</strong>n krijgt <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> arts een fol<strong>de</strong>r mee<br />

over het huisbezoek bij achttien maan<strong>de</strong>n. Op <strong>de</strong>ze fol<strong>de</strong>r kan <strong>de</strong> naam <strong>van</strong> het kind ingevuld<br />

wor<strong>de</strong>n. De wijze <strong>van</strong> uitnodiging kan aangegeven wor<strong>de</strong>n per organisatie.<br />

3. Benodigdhe<strong>de</strong>n<br />

Voor het huisbezoek neem je mee:<br />

• het dossier dat vooraf doorgenomen is om <strong>de</strong> aandachtspunten die besproken dienen te<br />

wor<strong>de</strong>n vast te stellen<br />

• evaluatieformulieren<br />

I evaluatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> beleving <strong>van</strong> <strong>de</strong> zuigelingenperio<strong>de</strong> door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r(s)<br />

II evaluatie <strong>van</strong> <strong>de</strong> door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r ervaren kwaliteit <strong>van</strong> gebo<strong>de</strong>n zorg door <strong>de</strong> OKZ<br />

III evaluatie <strong>van</strong> dit huisbezoek door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r(s)<br />

IV evaluatie <strong>van</strong> dit huisbezoek door <strong>de</strong> wijkverpleegkundige OKZ<br />

• peu<strong>ter</strong>brief (standaard), fol<strong>de</strong>rs over vi<strong>de</strong>ohometraining en peu<strong>ter</strong>cursus (op<br />

indicatie)<br />

4. Uitvoering<br />

De verschillen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len <strong>van</strong> het huisbezoek geven een logische opbouw <strong>van</strong> het gesprek.<br />

Zij kunnen als leidraad voor <strong>de</strong> structuur <strong>van</strong> het huisbezoek gebruikt wor<strong>de</strong>n. Het is <strong>de</strong><br />

bedoeling samen met <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r alles te bespreken en conclusies te trekken. Dit vraagt <strong>de</strong><br />

37


vaardigheid <strong>van</strong> <strong>de</strong> wijkverpleegkundige om zich er<strong>van</strong> bewust te zijn dat hij/zij luis<strong>ter</strong>t,<br />

samenvat en tot slot samen met <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r antwoor<strong>de</strong>n invult voor <strong>de</strong> evaluatie. Met dit in het<br />

ach<strong>ter</strong>hoofd dienen <strong>de</strong> vooraf bepaal<strong>de</strong> aandachtspunten doelbewust aan bod te komen.<br />

Het bewust afsluiten <strong>van</strong> <strong>de</strong> zuigelingenperio<strong>de</strong><br />

Tij<strong>de</strong>ns het consult <strong>van</strong> 15 maan<strong>de</strong>n heeft <strong>de</strong> arts <strong>de</strong> samenvatting in het dossier (nr. 19 ID-<br />

JGZ) ingevuld en dit nabesproken met <strong>de</strong> wijkverpleegkundige. Deze samenvatting kan als<br />

een start <strong>van</strong> het huisbezoek gebruikt wor<strong>de</strong>n, gevolgd door vragen naar <strong>de</strong> tussenliggen<strong>de</strong><br />

perio<strong>de</strong>. Bij aanwezige bijzon<strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n/extra zorg/risicofactoren doorvragen.<br />

Hoe heeft <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r <strong>de</strong> zuigelingenperio<strong>de</strong> <strong>van</strong> het kind beleefd?<br />

Ga door mid<strong>de</strong>l <strong>van</strong> een open vraag op <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> in. Als leidraad voor het gesprek kan<br />

evaluatie I gebruikt wor<strong>de</strong>n. Vat het antwoord met <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r samen en vul dit in op<br />

evaluatieformulier I; (bijlage 4). Er uitspringen<strong>de</strong> items kunnen hierop tevens aangekruist<br />

wor<strong>de</strong>n.<br />

Hoe heeft <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r <strong>de</strong> kwaliteit <strong>van</strong> zorg <strong>van</strong>uit <strong>de</strong> OKZ ervaren?<br />

Vertel aan <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs dat je dit wilt weten om '<strong>van</strong> te leren', zowel op organisatorisch als op<br />

inhou<strong>de</strong>lijk gebied. Maak hierbij gebruik <strong>van</strong> evaluatieformulier II; (bijlage 4).<br />

Invullen dossier leeftijd achttien maan<strong>de</strong>n<br />

Observeer zo veel mogelijk. Dan kun je <strong>de</strong> te no<strong>ter</strong>en gegevens straks vlot invullen zon<strong>de</strong>r in<br />

vraag en antwoord te vervallen.<br />

a. <strong>de</strong> algemene indruk <strong>van</strong> het kind (dossier nr 16 2 e kolom)<br />

* verzorgd/niet verzorgd<br />

* gezond/niet gezond<br />

* alert/vermoeid/huilerig/huilt door/an<strong>de</strong>rs (18, Van Wiechen): 1½ jr gedragstoestand)<br />

* coöperatief/<strong>ter</strong>ughou<strong>de</strong>nd/verlegen zon<strong>de</strong>r verzet/actief verzet (i<strong>de</strong>m, in<strong>ter</strong>actie)<br />

b. indruk motoriek<br />

* gaat op on<strong>de</strong>rzoek uit (M) Van Wiechen item 14<br />

* pluis/ niet pluis bv kijk naar: speelt met bei<strong>de</strong> han<strong>de</strong>n<br />

kijk of het kind al spelend dingen kan grijpen en loslaten<br />

kruipt vlot op bei<strong>de</strong> knieën, verplaatst <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n al<strong>ter</strong>nerend<br />

* loopt los (dossier nr 19’, indien <strong>van</strong> toepassing en nog niet ingevuld)<br />

c. indruk sociaal optre<strong>de</strong>n<br />

kijkt naar jou als bezoeker<br />

exploratie gedrag, <strong>van</strong>uit zichzelf of gestuurd door ou<strong>de</strong>r<br />

zoekt steun bij <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r<br />

d. indruk communicatie<br />

* zegt 3 'woor<strong>de</strong>n' (M) Van Wiechen item 39<br />

begrijpt spelopdrachtjes (M) Van Wiechen item 40<br />

op welke manier maakt het kind dui<strong>de</strong>lijk wat hij zij wil: met woor<strong>de</strong>n en/of gebaren<br />

* spraak/taal: pluis/niet pluis (dossier nr 16 2 e kolom, spraak/taal)<br />

Bij ou<strong>de</strong>r(s) nagaan of datgene wat jij observeert ook hun observatie is, pas op voor<br />

'momentopname'.<br />

38


Wat kan <strong>de</strong> OKZ <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> betekenen<br />

Vertel wat <strong>de</strong> OKZ in <strong>de</strong> peu<strong>ter</strong>perio<strong>de</strong> te bie<strong>de</strong>n heeft. Geef zo nodig een fol<strong>de</strong>r.<br />

• De consulten op het consultatiebureau en wat ze inhou<strong>de</strong>n<br />

• De spreekuren, ook voor vragen over <strong>de</strong> opvoeding<br />

• Het huisbezoek op indicatie door <strong>de</strong> wijkverpleegkundige<br />

• Het huisbezoek door <strong>de</strong> pedagoog; (momenteel alleen op Walcheren)<br />

• Consultatie pedagoog; (rondom <strong>de</strong> Oos<strong>ter</strong>schel<strong>de</strong>)<br />

• De peu<strong>ter</strong>cursus<br />

• Vi<strong>de</strong>o home training<br />

• Het VTO team<br />

Anticiperen<strong>de</strong> voorlichting<br />

De doelstelling <strong>van</strong> anticiperen<strong>de</strong> voorlichting is:<br />

Het vergroten <strong>van</strong> kennis en inzicht <strong>van</strong> ou<strong>de</strong>rs, zodat <strong>de</strong>ze zelf een afweging kunnen maken<br />

hoe zij met bepaal<strong>de</strong> basisbehoeften en het daarbij behoren<strong>de</strong> gedrag <strong>van</strong> hun kind om willen<br />

gaan, ten ein<strong>de</strong> op langere <strong>ter</strong>mijn vragen of problemen ten aanzien <strong>van</strong> <strong>de</strong> gezondheid <strong>van</strong><br />

ou<strong>de</strong>rs en kin<strong>de</strong>ren te voorkomen of te beperken.<br />

On<strong>de</strong>rwerpen die op <strong>de</strong> leeftijd <strong>van</strong> achttien maan<strong>de</strong>n voor anticiperen<strong>de</strong> voorlichting in<br />

aanmerking komen zijn als bijlage 3 bij dit protocol opgenomen.<br />

Afsluiting en evaluatie<br />

Bij <strong>de</strong> afsluiting <strong>van</strong> het huisbezoek vragen aan <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r(s) hoe ze dit huisbezoek ervaren<br />

hebben. Dit vastleggen in evaluatie III (bijlage 4).<br />

5. Afhan<strong>de</strong>ling huisbezoek<br />

Het dossier wordt ingevuld. Aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> <strong>de</strong> lijst <strong>van</strong> risico en beschermen<strong>de</strong> factoren<br />

wordt nagegaan of er sprake is <strong>van</strong> risicofactoren. De inschatting in hoeverre het huisbezoek<br />

voor <strong>de</strong> OKZ-wijkverpleegkundige zinvol is geweest wordt vermeld in evaluatie IV (bijlage<br />

4).<br />

De evaluatieformulieren wor<strong>de</strong>n verzameld op <strong>de</strong> afgesproken plaats. Deze formulieren<br />

wor<strong>de</strong>n gebruikt voor <strong>de</strong> evaluatie <strong>van</strong> het huisbezoek. Aan <strong>de</strong> hand <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze gegevens zal na<br />

een jaar bekeken wor<strong>de</strong>n of en in welke vorm het huisbezoek voortgezet wordt.<br />

De ervaring <strong>van</strong> het huisbezoek wordt <strong>ter</strong>uggekoppeld naar <strong>de</strong> cb-arts.<br />

Het volgen<strong>de</strong> contact met het gezin wordt gepland.<br />

39


On<strong>de</strong>rwerpen anticiperen<strong>de</strong> voorlichting<br />

On<strong>de</strong>rwerpen die geschikt zijn voor anticiperen<strong>de</strong> voorlichting tij<strong>de</strong>ns het huisbezoek <strong>van</strong><br />

achttien maan<strong>de</strong>n:<br />

• angst, scheidingsangst<br />

• claimgedrag<br />

• eten, voorkeur gedrag, spelen met eten, niet of min<strong>de</strong>r willen eten, zelf eten<br />

• fantasie<br />

• gewetensontwikkeling<br />

• gevoelens, drift, boos, jaloezie<br />

• mondontwikkeling, drinken uit beker, glas of rietje<br />

• mondverzorging<br />

• ont<strong>de</strong>kkingsdrang en veiligheid<br />

• peu<strong>ter</strong>speelzaal<br />

• positief omgaan met kin<strong>de</strong>ren, belonen<br />

• slapen, slaapritueel<br />

• spel en speelgoed, alleen spelen<br />

• tijd voor jezelf<br />

• taal/spraak en tips om dit te stimuleren<br />

• vakantie<br />

• verbie<strong>de</strong>n en straffen, leren luis<strong>ter</strong>en, regels en grenzen<br />

• zelfbewustzijn, ont<strong>de</strong>kken eigen ik, zelf doen<br />

• zin<strong>de</strong>lijkheid, gevoelens <strong>van</strong> drang, beheersing <strong>van</strong> sluitspieren, ont<strong>de</strong>kken<br />

eigen uitscheiding<br />

41


Evaluatieformulier<br />

Initialen kind: Geboortedatum:<br />

Plaats in <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rrij: Postco<strong>de</strong>:<br />

Evaluatie I: Beleving <strong>van</strong> <strong>de</strong> zuigelingenperio<strong>de</strong> door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r/verzorger<br />

Doel: Inschatten of extra zorg nodig is<br />

Instructie: Aankruisen of omcirkelen wat <strong>van</strong> toepassing is<br />

A. De perio<strong>de</strong> werd vergemakkelijkt door:<br />

- goe<strong>de</strong> gezondheid moe<strong>de</strong>r IA1<br />

- steun <strong>van</strong> partner IA2<br />

- steun <strong>van</strong> familie, vrien<strong>de</strong>n IA3<br />

- gezondheid kind IA4<br />

- gemakkelijk temperament IA5<br />

B. De perio<strong>de</strong> werd bemoeilijkt door:<br />

- vermoeidheid IB1<br />

- sombere gedachten IB2<br />

- gebrek aan ervaren steun omgeving IB3<br />

- niet-gezond kind IB4<br />

- moeilijk temperament: veel huilen, onrustig IB5<br />

- niet te troosten, moeilijk contact IB6<br />

C. De perio<strong>de</strong> samengevat:<br />

- fijn …..………..gewoon……..….….moeilijk IC1………………..IC2……………….….IC3<br />

Evaluatie III: Inschatting ou<strong>de</strong>r/verzorger<br />

Doel: Is dit huisbezoek zinnig of niet?<br />

Instructie: aankruisen wat <strong>van</strong> toepassing is<br />

A. Hoe ervaart u dit huisbezoek:<br />

Zinvol IIIA1<br />

Neutraal IIIA2<br />

Overbodig IIIA3<br />

B. Voor in <strong>de</strong> toekomst (standaard op <strong>de</strong> leeftijd <strong>van</strong> 18 maan<strong>de</strong>n)<br />

Huisbezoek Ja Neen Geen voorkeur IIIB1a IIIB1b IIIB1c<br />

CB-bezoek Ja Neen Geen voorkeur IIIB2a IIIB2b IIIB2c<br />

An<strong>de</strong>rs namelijk IIIB3<br />

43


Evaluatie II: Door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r ervaren kwaliteit <strong>van</strong> gebo<strong>de</strong>n zorg door <strong>de</strong> OKZ<br />

Doel: Mogelijke kwaliteitsverbe<strong>ter</strong>ing zorg<br />

Wat weet u nog <strong>van</strong>:<br />

A. Contact ou<strong>de</strong>rs/OKZ<br />

1. 1 e contact goed matig slecht IIA1a IIA1b IIA1c<br />

2. 1 e huisbezoek goed matig slecht IIA2a IIA2b IIA2c<br />

3. CB-bezoeken goed matig slecht IIA3a IIA3b IIA3c<br />

B. Organisatie<br />

1. Oproepen goed matig slecht IIB1b IIB1b IIB1c<br />

2. Bereikbaarheid goed matig slecht IIB2a IIB2b IIB2c<br />

3. Wachttij<strong>de</strong>n goed matig slecht IIB3a IIB3b IIB3c<br />

C. Aandacht voor<br />

1. Bejegening goed matig slecht IIC1a IIC1b IIC1c<br />

2. Lichamelijk on<strong>de</strong>rzoek goed matig slecht IIC2a IIC2b IIC2c<br />

D. De gebo<strong>de</strong>n zorg samengevat<br />

Positief IID1<br />

Neutraal IID2<br />

Negatief IID3<br />

Evaluatie IV: Inschatting wijkverpleegkundige OKZ<br />

Doel: Is dit huisbezoek zinnig of niet?<br />

Zinvol IVA1<br />

Neutraal IVA2<br />

Overbodig IVA3<br />

Heb je bij dit huisbezoek een 'pluis' of 'niet pluis' gevoel?<br />

Pluis IVB1<br />

Niet pluis IVB2<br />

Is vervolg actie op maat nodig:<br />

Geen IVC1<br />

Extra consult IVC2<br />

Extra huisbezoek IVC3<br />

An<strong>de</strong>rs IVC4<br />

April 2002<br />

44


Tekstvoorbeeld fol<strong>de</strong>r:<br />

an<strong>de</strong>rhalf jaar<br />

Naam: ______________________________________<br />

Het huisbezoek bij<br />

In <strong>de</strong> afgelopen perio<strong>de</strong> bent u heel wat keren naar het consultatiebureau gekomen.<br />

Nu uw peu<strong>ter</strong> bijna an<strong>de</strong>rhalf is, komen we een keer bij u op bezoek.<br />

We hebben daar <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen voor:<br />

• Bij u thuis is het rustiger en hebben we meer tijd.<br />

• Graag zien we het kind een keer in zijn eigen omgeving.<br />

• We willen met u praten over <strong>de</strong> zorg die we tot nu toe gebo<strong>de</strong>n hebben, zodat we<br />

het waar mogelijk nog be<strong>ter</strong> kunnen doen.<br />

• We willen ingaan op <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> die voor u ligt. Een peu<strong>ter</strong> stelt veel eisen aan zijn<br />

ou<strong>de</strong>rs. Opvoe<strong>de</strong>n kan een plezierige ont<strong>de</strong>kkingsreis zijn, soms is het een<br />

moeilijke taak. Zonodig kunnen we u daarbij helpen.<br />

Het bezoek duurt ongeveer een uur. Het is <strong>de</strong> bedoeling dat uw peu<strong>ter</strong> wakker is. Als<br />

het mogelijk is, vin<strong>de</strong>n we het fijn als bei<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs aanwezig zijn.<br />

45


Bijlage 2: Toets significantie steekproef<br />

Tabel: Chi-kwadraat toetswaar<strong>de</strong>n <strong>van</strong> het te toetsen bestand <strong>van</strong> 1286 verwij<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

respon<strong>de</strong>nten.<br />

nr Vraag toetswaar<strong>de</strong><br />

Met beperkte set<br />

toetswaar<strong>de</strong><br />

3 Kindrij NTT 0,134<br />

7 Samenvatting perio<strong>de</strong> door ou<strong>de</strong>r 0,026<br />

8 Ervaren huisbezoek door ou<strong>de</strong>r 0,497<br />

9 Toekomst 18 mnd. Huisbezoek door ou<strong>de</strong>r 0,249<br />

10 Toekomst 18 mnd. CB-bezoek door ou<strong>de</strong>r 0,001<br />

11 Toekomst 18 mnd. An<strong>de</strong>rs door ou<strong>de</strong>r 0,819<br />

12 Kwal. Zorg door ou<strong>de</strong>r: Cont. 1e contact NTT 0,704<br />

13 Kwal. Zorg door ou<strong>de</strong>r: Cont. 1e huisbezoek NTT 0,064<br />

14 Kwal. Zorg door ou<strong>de</strong>r: Cont. CB-bezoek NTT 0,22<br />

15 Kwal. Zorg door ou<strong>de</strong>r: Org. Oproepen NTT 0,88<br />

16 Kwal. Zorg door ou<strong>de</strong>r: Org. Bereikbaarheid NTT 0,98<br />

17 Kwal. Zorg door ou<strong>de</strong>r: Org. Wachttijd NTT 0,145<br />

18 Kwal. Zorg door ou<strong>de</strong>r: Aandacht Bejegening NTT 0,267<br />

19 Kwal. Zorg door ou<strong>de</strong>r: Aandacht Lich. Ond. NTT 0,669<br />

Kwal. Zorg door ou<strong>de</strong>r: samenvatting geb.<br />

20 zorg NTT 0,419<br />

21 Inschatting WV-OKZ: Zinvol 0,461<br />

22 Inschatting WV-OKZ: Pluis 0,227<br />

23 Inschatting WV-OKZ: Vervolgactie 0,229<br />

Nulhypothese: er zijn geen significante verschillen tussen het totale bestand<br />

en het te toetsen bestand <strong>van</strong> 1286 verwij<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

respon<strong>de</strong>nten<br />

Al<strong>ter</strong>natieve hypothese: er zijn significante verschillen tussen het totale bestand<br />

en het te toetsen bestand <strong>van</strong> 1286 verwij<strong>de</strong>r<strong>de</strong><br />

respon<strong>de</strong>nten<br />

Er wordt getest met een alpha <strong>van</strong> 0.05 (=95% betrouwbaarheidsin<strong>ter</strong>val)<br />

NTT= Niet Te Toetsen<br />

(indien meer dan 20 % <strong>van</strong> <strong>de</strong> expected frequencies < 5 of niet alle expected<br />

frequencies >1)<br />

46


Bijlage 3: Overzicht kruistabellen<br />

47

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!