05.05.2013 Views

Angststoornissen

Angststoornissen

Angststoornissen

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Angststoornissen</strong><br />

(gebaseerd op de transparantiefiche “Aanpak van angststoornissen”<br />

2004, update juni 2007)<br />

Project<br />

Farmaka


<strong>Angststoornissen</strong><br />

Diagnosestelling<br />

Project<br />

Farmaka


<strong>Angststoornissen</strong> (DSM-IV-R)<br />

Gegeneraliseerde angststoornis<br />

Paniekstoornis +/- agorafobie<br />

Specifieke fobie<br />

Sociale fobie (sociale angststoornis)<br />

Obsessief-compulsieve stoornis<br />

Posttraumatische stress-stoornis<br />

Acute stress-stoornis<br />

Angststoornis door middel<br />

Angststoornis door somatische aandoening<br />

Angststoornis NAO<br />

Project<br />

Farmaka


Meetschalen angststoornissen<br />

Clinical Global Impression Scale (1-7)<br />

ingevuld door arts<br />

GAS: Hamilton Anxiety Rating Scale (14<br />

items, 0-56): ≥ 15=majeure angst<br />

PS: Panic Disorder Severity Scale (7 items)<br />

Fobie: Liebowitz Social Anxiety Scale<br />

(24 items, 0-144)<br />

Project<br />

Farmaka


Relevante eindpunten<br />

Ernst symptomen<br />

Frequentie symptomen<br />

Levenskwaliteit<br />

Dysfunctioneren<br />

Vermijdingsgedrag<br />

Remissie<br />

Project<br />

Farmaka


<strong>Angststoornissen</strong><br />

Buitensporige of aanhoudende angstsymptomen + lijden of<br />

beperking functioneren<br />

Prevalentie in algemene volwassen populatie : 6%<br />

Vrouwen > mannen (x2)<br />

Ontstaansleeftijd: tussen 15 en 30 jaar<br />

38% van de patiënten zoekt professionele hulp, waarvan<br />

80% bij huisarts of psychiater<br />

Vaak psychiatrische comorbiditeit<br />

Project<br />

Farmaka


Gegeneraliseerde angststoornis<br />

(DSM-IV-R)<br />

Buitensporige angst en bezorgdheid (bange voorgevoelens<br />

i.v.m. verschillende gebeurtenissen of activiteiten (werk,<br />

school,…)<br />

Sinds ten minste 6 maanden, meer wel dan niet<br />

+ minstens 3 van 6 symptomen:<br />

• Rusteloosheid, irritatie, opwinding<br />

• Snel vermoeid zijn<br />

• Concentratiemoeilijkheden, zich niets herinneren<br />

• Prikkelbaarheid<br />

• Spierspanning<br />

• Slaapstoornis (in-/doorslapen, niet-herstellende slaap)<br />

Significant lijden of beperkingen in functioneren (sociaal,<br />

professioneel,…)<br />

Project<br />

Farmaka


Gegeneraliseerde angststoornis<br />

(DSM-IV-R)<br />

Niet in het kader van andere psychiatrische stoornis<br />

(psychose, depressie, ontwikkelingsstoornis), niet te wijten<br />

aan middel of somatische aandoening<br />

Thema van de angststoornis niet beperkt tot kenmerken van<br />

andere stoornis (zoals sociale fobie, paniekaanval, OCS,<br />

anorexia nervosa, somatisatiestoornis, PTSS,…)<br />

Project<br />

Farmaka


Gegeneraliseerde angststoornis<br />

Prevalentie in de algemene volwassen populatie: 1,5 tot 3%<br />

4 tot 7% van volwassenen in de loop van hun leven<br />

Vrouwen > mannen (x2)<br />

> 90% psychiatrische comorbiditeit: 39 tot 69% depressie, 22%<br />

dysthymie, andere angststoornis (paniekstoornis, specifieke fobie,<br />

sociale fobie), 1/3 middelenmisbruik, bipolaire stoornis,<br />

somatisatiestoornis, persoonlijkheidsstoornis<br />

Ontstaansleeftijd: meestal jongvolwassenen<br />

Beloop: chronisch, zelden spontane remissie (25% na 2 j, 38% na<br />

5 j ), zelden volledige genezing<br />

Project<br />

Farmaka


Paniekstoornis (DSM-IV-R)<br />

Recidiverende, onverwachte paniekaanvallen<br />

Na ten minste 1 van de paniekaanvallen was er, gedurende ten<br />

minste 1 maand, 1 of meer:<br />

• voortdurende ongerustheid over krijgen van een paniekaanval<br />

• bezorgdheid over complicaties of gevolgen van de paniekaanval<br />

(vb. verlies zelfbeheersing, angst voor hartaanval, angst « gek te<br />

worden »)<br />

• belangrijke gedragsverandering in samenhang met de<br />

paniekaanvallen<br />

Paniekaanvallen niet te wijten aan andere angststoornis, middel of<br />

somatische aandoening<br />

Met of zonder agorafobie<br />

Project<br />

Farmaka


Paniekaanval (DSM-IV-R)<br />

(vroeger “hyperventilatie aanval”)<br />

Begrensde periode van intense angst of gevoel van onbehagen met<br />

minstens 4 van de volgende symptomen, plots ontstaan en binnen 10<br />

minuten op maximum intensiteit:<br />

• Hartkloppingen, bonzend hart of versneld hartritme<br />

• Transpireren<br />

• Trillen of beven<br />

• Gevoel van ademnood of verstikking<br />

• Naar adem snakken<br />

• Pijn of onaangenaam gevoel op de borst<br />

• Misselijkheid of buikklachten<br />

• Gevoel van duizeligheid, onvastheid, licht in het hoofd of flauwte<br />

• Derealisatie (gevoel van onwerkelijkheid) of depersonalisatie (gevoel los van zichzelf te staan)<br />

• Angst voor verlies zelfbeheersing of om « gek te worden »<br />

• Angst om dood te gaan<br />

• Paresthesieën<br />

• Opvliegers of koude rillingen<br />

Project<br />

Farmaka


Agorafobie (DSM-IV-R)<br />

Angst op een plaats of in een situatie, waaruit ontsnappen<br />

moeilijk of genant kan zijn of waar geen hulp beschikbaar zou<br />

kunnen zijn, in het geval men een paniekaanval zou hebben.<br />

(vb. alleen buitenshuis zijn, temidden van een mensenmassa zijn,<br />

in een rij staan, op een brug staan, reizen met bus/trein/auto).<br />

Vermijding van deze situaties of doorstaan van deze situaties met<br />

duidelijk lijden of angst voor een paniekaanval of noodzakelijkheid<br />

van een begeleider<br />

Angst niet te wijten aan een andere angststoornis (vb. vermijding<br />

sociale situaties in het kader van sociale fobie, vermijding liften in<br />

het kader van specifieke fobie)<br />

Project<br />

Farmaka


Paniekstoornis +/- agorafobie<br />

1 tot 3% in de loop van leven<br />

Vrouwen > mannen (2x)<br />

In 1/3 tot 1/2 + agorafobie<br />

Ontstaansleeftijd: piek late adolescentie en piek mid-30<br />

Beloop: wisselend met remissies en exacerbaties; meestal<br />

algemene chronische verslechtering – bij sommigen gelimiteerd in<br />

tijd<br />

Prognose minder gunstig als + agarofobie<br />

Vaak comorbiditeit met depressie, middelenmisbruik en<br />

suicidepogingen; 90% krijgt nog een psychiatrische aandoening in<br />

leven<br />

Project<br />

Farmaka


Specifieke Fobie (DSM-IV-R)<br />

Duidelijke en aanhoudende angst die overdreven of onredelijk is,<br />

uitgelokt door de aanwezigheid van of het anticiperen op een<br />

specifiek voorwerp of situatie (vb. vliegen, hoogte, bepaald dier, bloed,<br />

injectie,…)<br />

Blootstelling hieraan veroorzaakt bijna altijd een onmiddellijke<br />

angstreactie, die de vorm kan krijgen van een situatiegebonden<br />

paniekaanval<br />

Men is er zich van bewust dat de angst onredelijk/overdreven is<br />

Vermijding van de situatie of doorstaan met intense angst of lijden<br />

Significante belemmering van functioneren (sociaal, professioneel,<br />

relationeel,…)<br />

Niet te wijten aan andere angststoornis<br />

Project<br />

Farmaka


Specifieke Fobie<br />

Types:<br />

• Diertype (spinnen,…)<br />

• Natuurtype (storm, hoogte, water,…)<br />

• Bloed/injectie/verwondingstype<br />

• Situationeel type (openbaar vervoer, auto, tunnels,<br />

bruggen, vliegen, afgesloten ruimten,…)<br />

• Overig type (ruimte-fobie, harde geluiden,…)<br />

Meestal niet zeer beperkend<br />

Project<br />

Farmaka


Sociale Fobie (DSM-IV-R)<br />

Duidelijke en aanhoudende angst voor situatie(s) waarbij<br />

men sociaal moet functioneren, moet presteren,<br />

blootgesteld wordt aan onbekenden of aan kritische<br />

beoordeling; angst voor vernedering of om zich<br />

belachelijk te maken (door zijn gedrag of angst)<br />

Blootstelling hieraan veroorzaakt bijna altijd een<br />

onmiddellijke angstreactie, die de vorm kan krijgen van een<br />

situatiegebonden paniekaanval (maar steeds gerelateerd<br />

aan sociale situatie!)<br />

Men is er zich van bewust dan de angst<br />

onredelijk/overdreven is<br />

Project<br />

Farmaka


Sociale Fobie (DSM-IV-R)<br />

Vermijding van de situatie of doorstaan met intense angst of<br />

lijden<br />

Significante beperking van functioneren (sociaal,<br />

professioneel, relationeel,…)<br />

Niet te wijten aan andere angststoornis of somatische<br />

aandoening (vb. angst om te beven bij ziekte van parkinson)<br />

Specifiek (1 specifieke sociale situatie, vb. podiumvrees) of<br />

gegeneraliseerd (angst betreft meeste sociale situaties:<br />

gesprekken voeren/starten, deelnemen aan groepswerk,<br />

uitgaan met iemand, spreken met autoriteitsfiguren, feestjes<br />

bijwonen,…)<br />

Project<br />

Farmaka


Sociale Fobie<br />

2 tot 14% in de loop van hun leven<br />

Comorbiditeit: 70-80% in loop van leven andere<br />

psychiatrische stoornis (in 50% andere angststoornis, in<br />

20% depressie, in 10% middelenmisbruik/afhankelijkheid)<br />

Ontstaansleeftijd: kindertijd tot jongvolwassenheid<br />

Project<br />

Farmaka


Vaak mengbeelden<br />

<strong>Angststoornissen</strong><br />

Vaak comorbiditeit (depressie, andere<br />

angststoornis, middelenmisbruik)<br />

Multicausale etiologie: biologisch<br />

(GABA/noradrenerg/serotonerg), genetische<br />

component, psychologische verklaringen,<br />

externe omstandigheden<br />

Project<br />

Farmaka


<strong>Angststoornissen</strong><br />

bij kinderen en adolescenten<br />

Geen 1e lijnproblematiek<br />

Peuters/kleuters: separatieangst<br />

Kinderleeftijd: separatieangst, overbezorgdheid, specifieke<br />

fobieën<br />

Adolescenten: paniekstoornis, specifieke en sociale fobie<br />

Project<br />

Farmaka


<strong>Angststoornissen</strong><br />

Behandeling<br />

Project<br />

Farmaka


Algemeen<br />

studies bij angststoornissen<br />

● Weinig vergelijkende studies<br />

● Vaak hoge placeborespons (soms > 50%)<br />

● Vaak hoge drop-out (vaak t.g.v. OE)<br />

● Vaak alleen studies op korte termijn<br />

● Meestal co-morbiditeit uitgesloten (≠realiteit)<br />

● Vaak geen informatie over veiligheid<br />

Project<br />

Farmaka


Gegeneraliseerde angststoornis<br />

● Psychotherapie:<br />

- Cognitieve therapie (CT)<br />

- Gedragstherapie<br />

- Cognitieve gedragstherapie (CGT): 20 sessies – 12 à 16 weken<br />

- Relaxatietherapie<br />

- Angstmanagement<br />

- Psychoanalytische therapie<br />

● Benzodiazepines<br />

● Antidepressiva<br />

● Buspiron<br />

● Pregabaline<br />

Project<br />

Farmaka


Gegeneraliseerde angststoornis:<br />

psychotherapie<br />

– Bewezen effectief: CGT*, relaxatietherapie, CT (ook bewezen effect op<br />

lange termijn: 1j )<br />

– Toegepaste relaxatietherapie = CT<br />

– CT > gedragstherapie op lange termijn<br />

– CT > psychoanalytische therapie (zeker op korte termijn)<br />

* Effect-size: 0,70 – 0,90 (4 à 12 w.)<br />

0,65 (minimum 1 jaar)<br />

Clinical Evidence, NHG-Standaard, CBO, La Revue Prescrire<br />

Project<br />

Farmaka


Gegeneraliseerde angststoornis:<br />

antidepressiva<br />

• Effect na 2 - 3 weken:<br />

imipramine, venlafaxine, paroxetine (MA: NNT = 5 : 54% vs 38%)<br />

Opm: hoog placebo effect<br />

sertraline, escitalopram<br />

• Effect op lange termijn onderzocht: venlafaxine (vs placebo), paroxetine (minder herval)<br />

→ Geen verschil tussen TCA en SSRI’s<br />

→ Verschillen SSRI’s onderling: niet eenduidig<br />

Opm.: - patiëntenpopulatie zonder depressie<br />

- OE / grote uitval / lage therapietrouw<br />

Cochrane, La Revue Prescrire, NEJM, NHG, EBMH<br />

Project<br />

Farmaka


Gegeneraliseerde angststoornis:<br />

benzodiazepines<br />

● Snel effect, vermindert na 4 w. (tegenstrijdige gegevens),<br />

werkt vnl. op somatische angstsymptomen<br />

● Na 1 – 2 weken: matig effect (ES = 0,7)<br />

● OE: afhankelijkheid, “rebound”-angst, mogelijks nadelig effect op nietmedicamenteuse<br />

behandeling<br />

● Richtlijnen:<br />

→ Indien gebruik: lange t1/2<br />

→ 1 à 4 weken<br />

→ Langzaam afbouwen<br />

Folia, NHG, Clinical Evidence, CBO, BMJ<br />

Project<br />

Farmaka


Gegeneraliseerde angststoornis:<br />

buspirone<br />

● Zuiver anxiolyticum, minimaal effectieve dosis 30 mg/d<br />

● Effect pas na enkele w., maximaal effect na 3-5w., vnl. op<br />

psychische angstsymptomen<br />

● Na 4–14 weken: NNT=4,4 (Cochrane) / 63% vs 35% (ANAES)<br />

Opm: hoog placebo effect<br />

● In vergelijking met benzo’s<br />

– Minder sedatie, minder afhankelijkheid<br />

– Meer gastro-intestinale (nausea) en neurologische (hoofdpijn, nervositeit,<br />

paresthesieën) OE<br />

Clinical Evidence, Folia, Cochrane, ANAES, CBO, La Revue Prescrire<br />

Project<br />

Farmaka


Gegeneraliseerde angststoornis:<br />

andere medicatie<br />

● Pregabaline: effectief vs placebo, geen vergelijkende studies met<br />

andere producten<br />

7 RCT’s vs placebo, 52% vs 38%: minstens halvering op Hamiltonscore<br />

Opm: hoog placebo effect<br />

● Betablokkers: geen anxiolytisch effect<br />

● Fytotherapie: passiebloem, valeriaan, (kava-kava): onvoldoende<br />

onderzocht<br />

● Neuroleptica: - trifluoperazine (1 RCT): SS/OE<br />

- flupentixol (MA): gering effect (ES=0.32)<br />

● Hydroxyzine: tegenstrijdige resultaten<br />

EBMH, CBO, Cochrane, NHG, La Revue Prescrire<br />

Project<br />

Farmaka


Gegeneraliseerde angststoornis:<br />

vergelijking medicatie<br />

Geen enkele optie is superieur<br />

● Effect TCA = SSRI<br />

● SSRI’s onderling: niet eenduidig<br />

● Benzo’s (halflange of lange t1/2) onderling =<br />

● Antidepressiva ~ benzo’s (weinig onderzoek):<br />

antidepressiva beter op psychische symptomen,<br />

benzo’s beter op somatische symptomen<br />

● Combinatie antidepressiva + benzo’s: niet onderzocht<br />

● Buspiron = venlafaxine<br />

● Benzo’s = buspiron vanaf week 2<br />

● Buspiron = hydroxyzine (1 RCT met weinig patiënten)<br />

NHG, Cochrane, ANAES, Folia, CBO, La Revue Prescrire<br />

Project<br />

Farmaka


Gegeneraliseerde angststoornis<br />

Vergelijking psychotherapie vs medicatie (weinig onderzoek)<br />

– Direct: CGT = medicatie (MA met hoofdzakelijk benzo’s),<br />

meer uitval bij medicatie<br />

– Indirect: CGT = benzo / buspiron / antidepressiva<br />

(matig effect)<br />

ANAES, Evidence-Based Mental Health, CBO<br />

Project<br />

Farmaka


Gegeneraliseerde angststoornis<br />

Combinatie vs monotherapie (1 RCT – 113 ptn)<br />

Week 10<br />

● Diazepam + CGT beter dan diazepam<br />

● Diazepam + CGT niet beter dan CGT<br />

Na 6 maand<br />

● CGT (monotherapie / + diazepam / +placebo) beter dan diazepam in<br />

monotherapie<br />

Opm.: benzo kan negatief effect hebben op leereffect<br />

DARE, CBO Project<br />

Farmaka


Specifieke fobie<br />

Niet-medicamenteus = standaardbehandeling<br />

● Beperkt aantal RCT's voor enkele specifieke fobieën:<br />

- Exposure in vivo: SS, waarschijnlijk ook op lange termijn<br />

- Cognitieve therapie: SS, geen gegevens over lange<br />

termijn<br />

● Combinatietherapie:<br />

- CT + exposure in vivo niet beter dan exposure in vivo<br />

CBO<br />

Project<br />

Farmaka


Specifieke fobie<br />

Medicamenteus = onvoldoende onderzocht<br />

1 korte proefstudie met 11 patiënten, 4 w.:<br />

Combinatie<br />

paroxetine 20 mg > placebo<br />

CGT + noodmedicatie: mogelijk nadelig op leerproces<br />

1 RCT, n = 72:<br />

exposure + “safety behaviour” (vb. noodmedicatie) < exposure<br />

CBO, Journal Watch Psychiatry<br />

Project<br />

Farmaka


Niet-medicamenteus<br />

Sociale fobie<br />

– CGT in open en gecontroleerde studies: SS na 6 – 12 w.<br />

– MA (42 studies: CGT, exposure): SS<br />

– 2 MA: CGT: SS (follow-up tot 6 mnd.)<br />

– Vergelijkend onderzoek tussen verschillende technieken in<br />

CGT: geen verschil<br />

CBO, NHG, La Revue Prescrire, BMJ, Acta Psychiatrica<br />

Scandinavica<br />

Project<br />

Farmaka


Medicamenteus<br />

Sociale fobie<br />

– Benzodiazepines: SS (clonazepam (op lange termijn 2j.), alprazolam,<br />

bromazepam)<br />

– SSRI's op korte termijn: SS (12-24 w., paroxetine, sertraline,<br />

escitalopram, fluoxetine, fluvoxamine - paroxetine en sertraline meest<br />

onderzocht)<br />

– SSRI’s ter preventie van herval: SS (6mnd., paroxetine,<br />

sertraline, escitalopram)<br />

– Venlafaxine, mirtazapine: SS (beperkt onderzoek)<br />

– MAO-inhibitoren: SS (12 w./ ernstige OE - fenelzine, moclobemide)<br />

– TCA’s, fytotherapie: niet onderzocht<br />

– Combinatie antidepressiva + benzo’s: niet onderzocht<br />

CBO, NHG, Cochrane, La revue prescrire, Gebu,<br />

Journal Watch Psychiatry Project<br />

Farmaka


Medicamenteus (vervolg)<br />

Sociale fobie<br />

- Buspiron: geen effect (1 RCT)<br />

– Beta-blokkers: geen effect (behalve bij podiumvrees)<br />

– Gabapentine: SS (1 RCT, n= 69, 14 w.)<br />

– Pregabaline: SS ( 1 RCT, 11 w., 600 mg / d)<br />

Vergelijkende studies medicatie (weinig onderzoek)<br />

– Moclobemide < SSRI’s (1 RCT)<br />

– Venlafaxine (SR 75 – 150 mg) = paroxetine (20 – 50 mg) (1 RCT, n=440,<br />

12 w.)<br />

La Revue Prescrire, EBMH letter, CBO, BMJ, NHG,<br />

Journal Watch Psychiatry, DARE, NEJM Project<br />

Farmaka


Sociale fobie<br />

● Vergelijking CGT/exposure en medicatie<br />

- CGT/exposure minstens even werkzaam als medicatie<br />

- Na stop behandeling: effect alleen behouden met CGT<br />

tot minstens 6mnd.<br />

● Combinatietherapie vs monotherapie<br />

- Exposure + medicatie niet beter dan exposure<br />

Ev.-Based Mental Health, NEJM, DARE,<br />

Journal Watch Psychiatry<br />

Project<br />

Farmaka


Podiumvrees<br />

(specifieke sociale fobie)<br />

● Bewezen effectief:<br />

ß-blokkers indien nodig (8/11 RCT's: SS)<br />

● Niet bewezen effectief:<br />

Benzodiazepines (1 RCT, diazepam 2 mg)<br />

● Niet onderzocht:<br />

Fytotherapie<br />

● Vergelijkende studies:<br />

CBO<br />

Nadolol (40 mg) > diazepam ( 2 mg / lichte verslechtering) (1 RCT)<br />

Project<br />

Farmaka


Paniekstoornis<br />

Niet-medicamenteus<br />

– CGT<br />

– gedragstherapie<br />

– exposure in vivo (als + agarofobie)<br />

– relaxatie<br />

→ effect vanaf 3 – 6 w. / blijft behouden op lange termijn /<br />

weinig herval (5 tot 16%)<br />

– Paniekmanagement:<br />

→ reductie paniekaanvallen en in mindere mate reductie<br />

van vermijdingsgedrag / op lange termijn (>1j)<br />

La Revue Prescrire, DTB, NHG, CBO<br />

Project<br />

Farmaka


Medicamenteus<br />

- Antidepressiva<br />

Paniekstoornis<br />

- SSRI’s (citalopram, escitalopram, fluoxetine, fluvoxamine, paroxetine, sertraline): SS<br />

- TCA (imipramine, clomipramine): SS<br />

- Venlafaxine: SS (1RCT)<br />

- Opm: herval bij stop (imipramine en sertraline)<br />

-Benzo’s: alprazolam, clonazepam, diazepam, lorazepam: SS (beperkt effect)<br />

- Buspiron: niet effectief<br />

- ß-blokkers: niet effectief<br />

- Gabapentine: niet effectief (1 RCT)<br />

- Fytotherapie: niet onderzocht<br />

Clinical evidence, CBO<br />

Project<br />

Farmaka


Vergelijkingen medicatie<br />

– Benzo’s onderling =<br />

Paniekstoornis<br />

– SSRI’s = TCA’s (vooral indirecte vergelijkingen, meer uitval bij TCA’s)<br />

– SSRI’s onderling: weinig onderzoek<br />

– SSRI’s vs venlafaxine: weinig onderzoek<br />

– ß-blokker < benzo’s (beperkt onderzoek)<br />

Vergelijkingen CGT versus medicatie<br />

– CGT = imipramine (1 RCT)<br />

– CGT vs. andere antidepressiva: niet onderzocht<br />

– CGT vs benzo’s: niet onderzocht<br />

CBO, Minerva, La Revue prescrire,<br />

NHG, Clinical evidence, DARE,<br />

Project<br />

Farmaka


Paniekstoornis<br />

Combinatie- versus monotherapie<br />

● Recente review:<br />

– Tijdens behandeling:<br />

● combinatie CGT + antidepressiva > monotherapie<br />

– 6 tot 24 m. na stop behandeling:<br />

● combinatie = CGT<br />

● combinatie > antidepressiva alleen<br />

● CGT is haalbaar in eerste lijn (1 RCT)<br />

Cochrane, Evidence based mental health,<br />

Minerva, Journal Watch Psychiatry, Clinical Evidence, DARE<br />

Project<br />

Farmaka


<strong>Angststoornissen</strong><br />

Addenda<br />

Project<br />

Farmaka


Psychotherapie bij<br />

angststoornissen<br />

Cognitieve therapie: foutieve denkpatronen corrigeren<br />

Gedragstherapie: foutief gedrag vervangen door aangepast<br />

gedrag<br />

Cognitieve gedragstherapie: combinatie<br />

(Toegepaste) relaxatie: stapsgewijs ontspannen (en toepassen<br />

in angstverwekkende situatie)<br />

Exposure in vivo / systematische desensitisatie: relaxatie als<br />

antagonist op angststimulus, waaraan patiënt blootgesteld wordt<br />

Paniekmanagement: geruststellende herinterpretatie van<br />

panieksensatie, aanleren copingvaardigheden, exposure aan<br />

panieksensaties<br />

Psychoanalytische therapie: inzichtgevende therapie<br />

Project<br />

Farmaka


Psychodynamische therapie bij<br />

psychische stoornissen<br />

● Cochrane 2006:<br />

– Criteria:<br />

● RCT’s tot april 2005, 3 reviewers<br />

● Psychodynamische therapie, < 40 u , individueel<br />

● « common mental disorders »<br />

– Resultaten:<br />

● 23 RCT’s, n=1431<br />

● « bescheiden tot matige winst, behouden op termijn » maar «<br />

limited data en heterogeniciteit van studies »<br />

– Conclusie: meer onderzoek van hogere kwaliteit nodig<br />

Project<br />

Farmaka


Paniekstoornis<br />

Combinatie- versus monotherapie<br />

Evidence based mental health nov. 2006 / Cochrane 2007 ( review Furukawa)<br />

– Criteria:<br />

● RCT’s tot oktober 2005, 2 reviewers<br />

● Paniekstoornis +/- agorafobie<br />

● Combinatietherapie (CGT +medicatie) vs. monotherapie<br />

– Resultaten:<br />

● 23 vergelijkingen uit 21 RCT’s, n = 1709<br />

– Conclusie:<br />

● In acute fase:<br />

– CGT + AD > AD<br />

– CGT + AD > CGT<br />

– Combinatie meer drop-out tgv. OE<br />

● Tijdens vervolg (AD) behandeling<br />

– CGT + AD > AD<br />

– CGT + AD > CGT<br />

● Na stop behandeling<br />

– CGT + AD > AD<br />

– CGT + AD = CGT<br />

– Interpretatie: bij paniekstoornis best te behandelen met CGT + AD of CGT afhankelijk van<br />

voorkeur van patiënt<br />

Project<br />

Farmaka


Ongewenste effecten / contraindicaties<br />

/ interacties<br />

Project<br />

Farmaka


Project<br />

Farmaka


TCA<br />

● OE: anticholinerge OE,orthostatische hypotensie, cardiale<br />

geleidingsstoornissen, gewichtstoename, desipramine en<br />

nortriptyline geven soms angst, agitatie en slapeloosheid, zz<br />

serotonerg syndroom<br />

● Dervingssyndroom bij plotse stop<br />

● CI: recent myocardinfarct, geleidingsstoornissen, MAOI,<br />

prostaathypertrofie, gesloten hoek-glaucoom<br />

● TCA op einde zwangerschap: anticholinerg syndroom bij<br />

neonaat<br />

Project<br />

Farmaka


SSRI<br />

● OE (frekwent):digestieve problemen (nausea, diarree,<br />

constipatie), hoofdpijn, somnolentie, insomnie, duizeligheid,<br />

agitatie, seksuele stoornissen (ejaculatiestoornissen,<br />

anorgasmie), zz serotonerg syndroom, zz hyponatriëmie (vnl. bij<br />

bejaarden), zz gastro-intenstinale bloeding (voorzichtig bij >80j,<br />

bij antecedenten, in combinatie NSAID), casuïstiek:<br />

gynecomastie<br />

● Verhoogd risico op suicidaliteit en automutilatie bij kinderen<br />

(+jongvolwassenen)<br />

● Dervingssyndroom bij plotse stop<br />

● Interacties (CYT P450), MAOI, antistolling, NSAID<br />

● CI: acuut myocardinfarct<br />

Project<br />

Farmaka


Venlafaxine<br />

OE: nausea (35%), insomnie (18%), droge mond (22%),<br />

somnolentie (24%), vertigo (18%), asthenie (13%),<br />

constipatie (15%), transpiratie (12%), nervositeit (13%),<br />

systolische hypertensie bij >225mg/d (dosis-dependent:<br />

5,5% bij dosis > 200mg/d), tachycardie, QT-verlenging,<br />

ritmestoornissen, psychostimulant effect (dosisdependent)<br />

Opvolgen bloeddruk, zeker bij > 200mg/d<br />

Dervingssyndroom bij plotse stop<br />

(Relatieve) CI: geleidingsstoornis/ventriculaire aritmie,<br />

cardiopathie, arteriële hypertensie, elektrolietenstoornis<br />

Project<br />

Farmaka


Escitalopram versus citalopram<br />

Actieve enantiomeer versus racemisch mengsel<br />

Conclusie La Revue Prescrire:<br />

• Werkzaamheid idem<br />

• OE idem<br />

• Medicamenteuze interacties idem<br />

Project<br />

Farmaka


Escitalopram versus citalopram<br />

Paniekstoornis<br />

• 1 RCT (escitalopram 10-20mg/d vs. citalopram 20-<br />

40mg/d, placebo, n=366, 10w.): escitalopram SS,<br />

citalopram NS t.o.v. placebo, maar geen vergelijking<br />

Sociale fobie<br />

• 3 RCT's (escitalopram 5-20 mg/d vs. placebo, n=1700,<br />

12-24w): SS<br />

• 1 vergelijkende studie met paroxetine: NS<br />

Gegeneraliseerde angst<br />

• SR (2 RCT's, 10-20 mg, placebo, n=1171, 8w.): SS<br />

• 1 RCT (5-10-20 mg/d, placebo, n=681, 12w): SS (niet<br />

met 5mg)<br />

• 1 RCT (escitalopram vs. paroxetine, n=121, 24 w.):<br />

escitalopram > paroxetine<br />

La revue prescrire, Consensusconferentie<br />

Project<br />

Farmaka


Zuiver anxiolyticum<br />

Klasse azapirone<br />

Buspiron<br />

Minimaal effectieve dosis 30mg/d<br />

Effect pas na enkele weken, maximaal effect na 3-<br />

5 weken, vnl. op psychische angstsymptomen<br />

minder sedatie, minder afhankelijkheid<br />

OE: gastro-intestinaal, neurologisch<br />

Project<br />

Farmaka


Kava-kava<br />

Piper methysticum, wortel: kavapyrones<br />

Afkomstig uit Polynesië<br />

Bewezen effectief op korte termijn bij<br />

angststoornissen (MA)<br />

Verboden in België (MB febr. 2002) wegens kans<br />

op levertoxiciteit ( >30 gevalsbeschrijvingen); FDA:<br />

waarschuwing in maart 2002<br />

Project<br />

Farmaka


Pregabaline<br />

Gegeneraliseerde angst: (7 RCT's, 4-8 w): SS<br />

Sociale fobie: 1 RCT ( 600 mg vs placebo): SS<br />

(klinische relevantie?)<br />

Anticonvulsivum, gelijkend op gabapentine<br />

Officiële indicaties: refractaire partiële epilepsie en<br />

neuropathische pijn<br />

Voordeel: snelle werking, geen seksuele OE<br />

OE: slaperigheid (22,6%), duizeligheid (29,1%),<br />

hoofdpijn, coördinatieverlies, troebel zicht, perifere<br />

oedemen, gewichtstoename, …<br />

La Revue Prescrire<br />

Project<br />

Farmaka


GAS CGT +<br />

Niet-medicament Benzo TCA SSRI’s SNRI’s/ MAO-I Buspirone ß-blokkers<br />

GT (relaxatie) +<br />

CT +<br />

Specifieke fobie Beperkt onderzoek:<br />

CT +<br />

Exposure +<br />

CT+ exposure =<br />

exposure<br />

Diazepam +<br />

Clonazepam +<br />

Alprazolam +<br />

Lorazepam +<br />

Bromazepam +<br />

Clorazepaat +<br />

Clobazam +<br />

Sociale fobie CGT (+exposure) + Clonazepam +<br />

Paniek-stoornis CGT +<br />

GT + , exposure +,<br />

relaxatie +<br />

Paniekstoornis +<br />

Imipramine + Paroxetine +<br />

Sertraline +<br />

Escitalopram +<br />

Geen gegevens Geen gegevens 1 RCT met<br />

paroxetine +/-<br />

Alprazolam +<br />

Bromazepam +<br />

Alprazolam +<br />

Clonazepam +<br />

Diazepam +<br />

Lorazepam +<br />

(beperkt effect)<br />

Geen gegevens Paroxetine +<br />

Imipramine +<br />

Clomipramine +<br />

Sertraline +<br />

Escitalopram +<br />

Fluvoxamine +<br />

Fluoxetine +<br />

Citalopram +<br />

Escitalopram +<br />

Fluoxetine +<br />

Fluvoxamine +<br />

Paroxetine +<br />

Sertraline +<br />

Venlafaxine + Buspirone + Geen gegevens<br />

Geen gegevens Geen<br />

gegevens<br />

Venlafaxine +<br />

Mirtazapine +<br />

Fenelzine +<br />

Moclobemide +<br />

1 RCT:<br />

geen effect<br />

Geen gegevens<br />

Podiumvrees:<br />

nadolol +<br />

propranolol +<br />

Venlafaxine + Niet effectief Niet effectief


Prijsvergelijking<br />

Project<br />

Farmaka


Project<br />

Farmaka


Project<br />

Farmaka


Obsessief-compulsieve stoornis<br />

(DSM-IV-R)<br />

Dwanggedachten (obsessies) of/en dwanghandelingen<br />

(compulsies)<br />

Op een bepaald moment in het beloop van de stoornis is men zich<br />

ervan bewust dat de dwanggedachten / dwanghandelingen<br />

overdreven of onredelijk zijn<br />

Dwanggedachten/dwanghandelingen veroorzaken duidelijk lijden,<br />

kosten veel tijd of verstoren in significante mate het functioneren<br />

(sociaal, professioneel, relationeel,…)<br />

Inhoud van dwanggedachten/dwanghandelingen niet beperkt tot<br />

thema van andere psychiatrische stoornis en niet te wijten aan<br />

middel of somatische aandoening<br />

Project<br />

Farmaka


Dwanggedachten/obsessies<br />

(DSM-IV-R)<br />

Recidiverende en aanhoudende gedachten, impulsen of<br />

voorstellingen, die gedurende bepaalde momenten van de<br />

stoornis als opgedrongen en misplaatst beleefd worden en die<br />

duidelijke angst of lijden veroorzaken<br />

Het gaat hier niet over een overdreven bezorgdheid over<br />

problemen uit het dagelijks leven<br />

Men probeert dit te negeren of te onderdrukken of te neutraliseren<br />

met een andere gedachte of handeling<br />

Men is er zich van bewust dat dit het product is van de eigen<br />

geest (en niet van buitenaf is ‘opgelegd’)<br />

Project<br />

Farmaka


Dwanghandelingen/compulsies<br />

(DSM-IV-R)<br />

Recidiverend gedrag (vb. handen wassen, controleren, opruimen)<br />

of psychische activiteit (vb. bidden, tellen, in stilte woorden<br />

herhalen) waartoe men zich gedwongen voelt in reactie op een<br />

dwanggedachte, of zich aan regels houden die rigide moeten<br />

toegepast worden<br />

Gericht op voorkomen of verminderen van het lijden of<br />

voorkomen van bepaalde gevreesde situatie/gebeurtenis; deze<br />

gedragingen of psychische activiteiten vertonen echter geen<br />

realistische samenhang met de te neutraliseren<br />

situatie/gebeurtenis of zijn duidelijk overdreven.<br />

Project<br />

Farmaka


Posttraumatische stress-stoornis<br />

(DSM-IV-R)<br />

Blootstelling aan traumatische ervaring met<br />

• Blootstelling aan/getuige van gebeurtenis(sen) die een feitelijke of<br />

dreigende dood/ernstige verwondingen met zich meebracht of ernstige<br />

bedreiging vormde voor de eigen of andermans fysieke integriteit<br />

• Gereageerd met intense afschuw, angst of hulpeloosheid<br />

Voortdurende herbeleving van de traumatische gebeurtenis door 1 of meer:<br />

• Recidiverende, zich opdringende onaangename herinneringen aan de<br />

gebeurtenis, o.a. voorstellingen, gedachten of waarnemingen<br />

• Recidiverende akelige dromen over gebeurtenis<br />

• Handelen of voelen alsof de gebeurtenis opnieuw plaatsvindt<br />

• Intens psychisch lijden bij blootstelling aan interne of externe stimuli die<br />

een aspect van de gebeurtenis symboliseren/inhouden<br />

• Fysiologische reacties bij blootstelling aan interne of externe stimuli die<br />

een aspect van de gebeurtenis symboliseren/inhouden<br />

Project<br />

Farmaka


Posttraumatische stress-stoornis<br />

(DSM-IV-R)<br />

Aanhoudende vermijding van prikkels gelieerd aan trauma of afstomping van de<br />

algemene reactiviteit (afwezig voor trauma): 3 of meer:<br />

• Pogingen gedachten/gevoelens/gesprekken gelieerd aan gebeurtenis te vermijden<br />

• Pogingen activiteiten/plaatsen/mensen gelieerd aan gebeurtenis te vermijden<br />

• Onvermogen zich belangrijk aspect van de gebeurtenis te herinneren<br />

• Duidelijk verminderde belangstelling voor belangrijke activiteiten<br />

• Gevoelens van onthechting/vervreemding van anderen<br />

• Beperkt spectrum van gevoelens<br />

• Gevoel een beperkte toekomst te hebben<br />

Aanhoudende verhoogde prikkelbaarheid (afwezig voor trauma): 2 of meer:<br />

• Slaapproblemen<br />

• Prikkelbaarheid of woedeuitbarstingen<br />

• Concentratieproblemen<br />

• Overmatige waakzaamheid<br />

• Overdreven schrikreacties<br />

Sinds > 1 maand<br />

Significant lijden of beperkingen in functioneren (sociaal, professioneel, relationeel,…)<br />

Acuut (duur < 3 maanden) / chronisch (duur > 3 maanden) / met verlaat begin (begin<br />

symptomen minstens 6 maanden na trauma)<br />

Project<br />

Farmaka


Acute stress-stoornis (DSM-IV-R)<br />

Idem PTSS maar<br />

Duur: minimum 2 dagen tot maximaal 4 weken<br />

Optredend binnen 4 weken na de gebeurtenis<br />

Dissociatieve symptomen tijdens doormaken of vlak na<br />

gebeurtenis: 3 of meer:<br />

• Gevoel van verdoving, onthechting, afwezigheid emoties<br />

• Verminderd bewustzijn van de omgeving (« in een waas »)<br />

• Derealisatie<br />

• Depersonalisatie<br />

• Dissociatieve amnesie (niet in staat zijn belangrijk aspect van<br />

gebeurtenis te herinneren)<br />

Project<br />

Farmaka


Angststoornis door somatische<br />

aandoening (DSM-IV-R)<br />

Opvallende angst, paniekaanvallen, obsessies of<br />

compulsies overheersen het klinisch beeld<br />

Aanwijzingen dat dit direct gevolg is van<br />

somatische aandoening<br />

Niet enkel in beloop van delirium<br />

Significant lijden of beperkingen in functioneren<br />

(sociaal, professioneel,…)<br />

Met gegeneraliseerde angst / met paniekaanvallen<br />

/ met OC-symptomen<br />

Project<br />

Farmaka


Angststoornis door somatische<br />

aandoening (DSM-IV-R)<br />

Hyper - hypothyroïdie<br />

Hypoparathyroïdie<br />

Hypoglycemie<br />

Feochromocytoom<br />

Carcinoïd syndroom<br />

Hartprobleem<br />

…<br />

Project<br />

Farmaka


Angststoornis door middel<br />

(DSM-IV-R)<br />

Opvallende angst, paniekaanvallen, obsessies of compulsies<br />

overheersen het klinisch beeld<br />

Aanwijzingen dat dit direct gevolg is van (en binnen 1 maand na)<br />

intoxicatie/onthouding van middel (alcohol, amfetamine,<br />

cannabis, cocaïne, hallucinogeen, vluchtige stoffen,<br />

sedativum/hypnoticum/anxiolyticum,…) of te wijten aan gebruik<br />

van geneesmiddel<br />

Niet enkel in beloop van delirium<br />

Singificant lijden of beperkingen in functioneren (sociaal,<br />

professioneel,…)<br />

Met gegeneraliseerde angst/met paniekaanvallen/met OCsymptomen/met<br />

fobische symptomen<br />

Met begin tijdens intoxicatie of onthouding<br />

Project<br />

Farmaka


Angststoornis NAO (DSM-IV-R)<br />

(niet anderszins omschreven)<br />

Gemengde angststoornis en depressieve stoornis<br />

Significante sociaal-fobische symptomen i.v.m. sociale gevolgen<br />

van een somatische aandoening (vb. ziekte van Parkinson,<br />

stotteren, dermatologische ziekten, anorexia nervosa, stoornis in<br />

de lichaamsbeleving)<br />

Stoornis ernstig genoeg voor diagnose angststoornis maar<br />

onvoldoende om aan criteria voor specifieke angststoornis te<br />

voldoen<br />

Angststoornis waarvan niet kan worden vastgesteld of deze<br />

primair te wijten is aan somatische aandoening of middel<br />

Project<br />

Farmaka

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!