blok 7 bloed en bloedvormende organen - VETserieus
blok 7 bloed en bloedvormende organen - VETserieus
blok 7 bloed en bloedvormende organen - VETserieus
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Volgorde in de tijd Effect<br />
1. Vasoconstrictie Kraan dicht, 1 seconde<br />
Weefselfactor →[ trombine ]<br />
Ander oppervlak<br />
2. Plug van actieve <strong>bloed</strong>plaatjes Noodverband 1 minuut<br />
(primaire trombus)<br />
3. Stollingscascade TROMBINE Fibrine ‘Verbandgaas’ 5 minut<strong>en</strong><br />
Trombus/Stolsel<br />
4. Contractie stolsel Herstel <strong>bloed</strong>flow 1 uur<br />
begin fibrinolyse<br />
5. Herstel van de laesie Wondheling 1 dag<br />
plaatje p. 44.<br />
De <strong>bloed</strong>vatwand<br />
na trauma contraheert de <strong>bloed</strong>vatwand direct, dit om de <strong>bloed</strong>ing te beperk<strong>en</strong>. kleine wondjes<br />
beginn<strong>en</strong> daarom pas na e<strong>en</strong> paar minut<strong>en</strong> met <strong>bloed</strong><strong>en</strong>. bij becshadiging van de vatawand kom<strong>en</strong><br />
ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s sub<strong>en</strong>dotheliale structur<strong>en</strong> (intrinsieke stolling)aan het licht die de bloeplaatjes do<strong>en</strong><br />
neerslaan <strong>en</strong> de stollingscascade in gang zett<strong>en</strong>.e<strong>en</strong> abnormale structuur van de vaatwand kan voor<br />
problem<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong>. normaal onbeschadigd <strong>en</strong>dotheel heeft 3 eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> die de stolling <strong>en</strong><br />
aanhechting van plaatjes voorkomt: <strong>en</strong>e negatief gelad<strong>en</strong> oppervlak, synthese van inhibitor<strong>en</strong> voor<br />
plaatjes <strong>en</strong> fibrine <strong>en</strong> secretie van fibrine degradatieactivator<strong>en</strong>. de drie verandering<strong>en</strong> die ontstaan bij<br />
beschadiging van het <strong>en</strong>dotheel zijn: migratie van weefselfactor<strong>en</strong> naar het oppervlak, ton<strong>en</strong> van de vWF<br />
<strong>en</strong> secretie van fibrinolyse inhibitor<strong>en</strong>.<br />
de <strong>bloed</strong>plaatjes:<br />
deze zijn fragm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de megakaryot<strong>en</strong> in het be<strong>en</strong>merg, zonder celkern<strong>en</strong> wel substructur<strong>en</strong>. de<br />
lev<strong>en</strong>sduur is 10-12 dag<strong>en</strong> <strong>en</strong> het grootste deel is opgeslag<strong>en</strong> in de milt. de <strong>bloed</strong>plaatjes bevatt<strong>en</strong><br />
granul<strong>en</strong> die tijd<strong>en</strong>s de cascade kunn<strong>en</strong> vrijkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> op die manier <strong>en</strong>zym<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> vrijlat<strong>en</strong>.de d<strong>en</strong>se<br />
granules bevatt<strong>en</strong> mediator<strong>en</strong> (zoals seretonine, vaatwandcontractie) , de alpha granules allerlei<br />
factor<strong>en</strong> zoals de vWF <strong>en</strong> fibrinoge<strong>en</strong>. de belangrijkste functie van de <strong>bloed</strong>plaatjes zijn:<br />
1. primaire trombus: dit door interactie van de plaatjes met de vaatwand, ze plakk<strong>en</strong> vast aan<br />
sub<strong>en</strong>dotheliale structur<strong>en</strong>. fibronectine, vWF <strong>en</strong> collage<strong>en</strong> help<strong>en</strong> bij deze adhesie. dit do<strong>en</strong> ze<br />
met behulp van glycoproteïn<strong>en</strong> op hun oppervlak. hierbij komt ADP vrij wat de plaatjes plakkerig<br />
maakt <strong>en</strong> zo ook langstrom<strong>en</strong>de plaatjes word<strong>en</strong> gevang<strong>en</strong>. bij sterke adhesie komt beov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />
TxA2 vrij, wat verdere uitstoting van de granulae mogelijk maakt. onder invloed van TxA2 <strong>en</strong><br />
trombine vorm<strong>en</strong> de plaatjes ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s filopodiën waarmee ze elkaar kunn<strong>en</strong> grijp<strong>en</strong>. De<br />
trombine die hiervoor nodig is, is inmiddels uit de extrinsieke stolling gekom<strong>en</strong>.<br />
2. help<strong>en</strong> voor de secundiare trombus: bij grotere <strong>bloed</strong>ing<strong>en</strong> is de primaire trombus niet<br />
voldo<strong>en</strong>de om de <strong>bloed</strong>ing te stelp<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>t in ditgeval meer als basis voor de secundaire<br />
trombus. dit do<strong>en</strong> ze voornamelijk door aan hun oppervlakte fosfolipid<strong>en</strong>, plaatjesfactor 3 (PF3)<br />
te verton<strong>en</strong>. dit is belangrijk bij de stollingscascade <strong>en</strong> vormt e<strong>en</strong> fundam<strong>en</strong>t voor de<br />
fibrineafzetting welke dus voornamelijk aan het oppervlak van de plaatjes zal plaatsvind<strong>en</strong>.<br />
3. versteviging van het stolsel: tijd<strong>en</strong>s de fibrinevorming hecht<strong>en</strong> de filopodiën zich aan de<br />
fibrinedrad<strong>en</strong> <strong>en</strong> trekk<strong>en</strong> hier aan met behulp van trombost<strong>en</strong>ine, deze stof komt uit de plaatjes