blok 7 bloed en bloedvormende organen - VETserieus

blok 7 bloed en bloedvormende organen - VETserieus blok 7 bloed en bloedvormende organen - VETserieus

vetserieus.nl
from vetserieus.nl More from this publisher
05.05.2013 Views

www.VETserieus.nl Beste Student, De documenten op VETserieus.nl zijn alleen bedoeld als ondersteuning bij het studeren. De samenvattingen worden nagekeken door studenten tijdens het volgen van de lessen en waar nodig aangepast. Dit project heeft als doel foutloze samenvattingen te bieden die met hun tijd meegaan, ondanks dit streven is er altijd een kans dat er fouten in de documenten staan. Mocht je tijdens het lezen van de samenvatting fouten vinden kun je dat doorgeven via de contactpagina op de site of direct een mail sturen naar vetserieus@gmail.com De student is verantwoordelijk voor zijn of haar leermethode en voor het uiteindelijke resultaat. Allemaal veel succes met de voorbereidingen!! Hartelijke groet, VETserieus.nl

www.<strong>VETserieus</strong>.nl<br />

Beste Stud<strong>en</strong>t,<br />

De docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> op <strong>VETserieus</strong>.nl zijn alle<strong>en</strong> bedoeld als ondersteuning bij het<br />

studer<strong>en</strong>. De sam<strong>en</strong>vatting<strong>en</strong> word<strong>en</strong> nagekek<strong>en</strong> door stud<strong>en</strong>t<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s het<br />

volg<strong>en</strong> van de less<strong>en</strong> <strong>en</strong> waar nodig aangepast. Dit project heeft als doel<br />

foutloze sam<strong>en</strong>vatting<strong>en</strong> te bied<strong>en</strong> die met hun tijd meegaan, ondanks dit<br />

strev<strong>en</strong> is er altijd e<strong>en</strong> kans dat er fout<strong>en</strong> in de docum<strong>en</strong>t<strong>en</strong> staan. Mocht je<br />

tijd<strong>en</strong>s het lez<strong>en</strong> van de sam<strong>en</strong>vatting fout<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> kun je dat doorgev<strong>en</strong> via<br />

de contactpagina op de site of direct e<strong>en</strong> mail stur<strong>en</strong> naar<br />

vetserieus@gmail.com<br />

De stud<strong>en</strong>t is verantwoordelijk voor zijn of haar leermethode <strong>en</strong> voor het<br />

uiteindelijke resultaat. Allemaal veel succes met de voorbereiding<strong>en</strong>!!<br />

Hartelijke groet,<br />

<strong>VETserieus</strong>.nl


SAMENVATTING BLOED<br />

Anemie:<br />

Bleke slijmvliez<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> het gevolg zijn van anemie, maar ook van e<strong>en</strong> shock door hypovolemie of<br />

onvoldo<strong>en</strong>de pompfunctie van het hart. In totaal bestaat de ddx van bleke slijmvliez<strong>en</strong> uit:<br />

shock: hypovolemie; onvoldo<strong>en</strong>de pompfunctie hart of verandering<strong>en</strong> in <strong>bloed</strong>distributie<br />

anemie: aanmaak, afbraak of verlies.<br />

anemie kan zowel op de hoeveelheid Hb of de hoeveelheid RBC gedefinieerd. hierbij moet wel rek<strong>en</strong>ing<br />

gehoud<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met de sekwestratie van RBC's door o.a. de milt. ook de hoeveelhed<strong>en</strong> RBC kunn<strong>en</strong><br />

door stromingsnelheid tuss<strong>en</strong> del<strong>en</strong> in het lichaam verschill<strong>en</strong>. de ernst van anemie wordt niet alle<strong>en</strong><br />

bepaald door de aanwezigheid van Hb maar ook door de O2 behoefte van dat weefsel <strong>en</strong> de effectiviteit<br />

van comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>de mechanism<strong>en</strong>. anemie is altijd secundair aan e<strong>en</strong> ander ziekteproces. de ernst van<br />

de anemie wordt dus bepaald door de O2 behoefte van dat mom<strong>en</strong>t <strong>en</strong> de hoeveelheid O2 uitwisseling.<br />

verschijnsel<strong>en</strong> <strong>en</strong> comp<strong>en</strong>satie<br />

we kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> anatal verschijnsel<strong>en</strong> bij anemie zi<strong>en</strong>, afhankelijk van de oorzaak. We zi<strong>en</strong> bijvoorbeeld<br />

zwarte ontlasting (mael<strong>en</strong>a) als gevolg van <strong>bloed</strong>verlies in de darm<strong>en</strong>; hematurie als gevolg van<br />

<strong>bloed</strong>ing<strong>en</strong> in de urineweg<strong>en</strong>. wanneer de anemie op hemolyse berust kunn<strong>en</strong> we rode of bruine urine<br />

zi<strong>en</strong> als gevolg van billirubine <strong>en</strong> hemoglobinurie <strong>en</strong> e<strong>en</strong> oranje ontlasting door verhoogde<br />

urobilineconc<strong>en</strong>tratie <strong>en</strong> icterus. steile pols, tachycardie <strong>en</strong> tachypneu, verhoogde CRT <strong>en</strong> verlaagde Ht<br />

hor<strong>en</strong> bij anemie.<br />

ter comp<strong>en</strong>satie van de anemie nem<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> aantal zak<strong>en</strong> waar. verhoogde hartslag <strong>en</strong> ademhaling<br />

om de zuurstof sneller op z'n plek te krijg<strong>en</strong>.de lage Ht is ook e<strong>en</strong> comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong>de factor, de viscositeit<br />

van het <strong>bloed</strong> neemt toe <strong>en</strong> gata sneller rond. dit is te zi<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> steile pols. belangrijk is ook de<br />

adaptatie van 2,3-DPG welke binn<strong>en</strong> 24 uur in de ery's to<strong>en</strong>eemt. de zuurstofdissociatiecurve schuift<br />

naar links <strong>en</strong> de ery's gev<strong>en</strong> makkelijker O2 af in de weefsels. door deze aanpassingsmechanisme zijn de<br />

verschijnsel<strong>en</strong> bij langzaam ontstane anemie minder ernstig.<br />

E<strong>en</strong> acute hemolytische anemie k<strong>en</strong>merkt zich vaak door geelzucht. Door zuurstoftekort ontstaat<br />

levernecrose --> verminderde leverfunctie <strong>en</strong> daarmee verminderde excretie van billirubine --> icterus.<br />

Bij buikpalpatie kan gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat de milt vergroot is als gevolg van extramedullaire erytropoëse.<br />

Dit is dus wel dan e<strong>en</strong> reg<strong>en</strong>eratieve anemie.<br />

Anemie door <strong>bloed</strong>verlies<br />

Chronisch <strong>bloed</strong>verlies kan leid<strong>en</strong> tot anemie door te weinig <strong>bloed</strong> <strong>en</strong> verminderde aanmaak door<br />

ijzerdeficiëntie. als de <strong>bloed</strong>ing niet te zi<strong>en</strong> is sprek<strong>en</strong> we van occult <strong>bloed</strong>verlies. na ernstig <strong>bloed</strong>verlies<br />

kan e<strong>en</strong> patiënt voornamelijk overlijd<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> shock door hypovolemie <strong>en</strong> hypot<strong>en</strong>sie. Autotransfusie<br />

kan er na <strong>bloed</strong>ing<strong>en</strong> voor zorg<strong>en</strong> dat de <strong>bloed</strong>druk <strong>en</strong> hoeveelheid to<strong>en</strong>eemt. door toevoer van extra<br />

vocht is de hypovolemie <strong>en</strong> hypot<strong>en</strong>sie weliswaar verholp<strong>en</strong>, anemie blijft ontstaan voor e<strong>en</strong> langere<br />

tijd. Dit omdat de ery's langer de tijd nodig hebb<strong>en</strong> om aangevuld te word<strong>en</strong>. in de tuss<strong>en</strong>tijd<br />

manifester<strong>en</strong> zich comp<strong>en</strong>satie mechanism<strong>en</strong>: cardiovasculaire aanspanning<strong>en</strong>, to<strong>en</strong>ame erytropoëse <strong>en</strong><br />

to<strong>en</strong>ame 2,3-DPG. De Ht waarde mag dus ge<strong>en</strong> maat zijn voor de ernst van het <strong>bloed</strong>verlies zolang het<br />

circuler<strong>en</strong>de volume niet is aangevuld. het duurt ongeveer 4 dag<strong>en</strong> voordat het aantal reticulocyt<strong>en</strong> zal<br />

to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. het verlies van andere factor<strong>en</strong> dan RBC <strong>en</strong> plasma is klinisch nauwelijks van belang.<br />

Ijzergebreksanemie kan ontstaan als gevolg van chronisch <strong>bloed</strong>verlies. bij inw<strong>en</strong>dige <strong>bloed</strong>ing<strong>en</strong> gaat<br />

ge<strong>en</strong> ijzer verlor<strong>en</strong>, de ery's word<strong>en</strong> weer opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. uitw<strong>en</strong>dig natuurlijk wel. ook na afbraak door<br />

macrofag<strong>en</strong> komt de ijzer weer ter beschikking. na inw<strong>en</strong>dige <strong>bloed</strong>ing<strong>en</strong> is het <strong>bloed</strong>beeld dus duidelijk<br />

reg<strong>en</strong>eratiever dan uitw<strong>en</strong>dige <strong>bloed</strong>ing<strong>en</strong> (laag ijzergehalte, hoog transferrine gehalte).


aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> gepaard met <strong>bloed</strong>verlies:<br />

rund: met name lebmaag<strong>bloed</strong>ing<strong>en</strong>. wankele gang, hoge pols, bleke slijmvliez<strong>en</strong>. ht zal na<br />

autotransfusie pas dal<strong>en</strong>, <strong>en</strong> na therapie met infuus nog verder.<br />

vark<strong>en</strong>: <strong>bloed</strong>verlies via maag-darmkanaal. meestal snelle dood, wit kadaver bij snelle <strong>bloed</strong>ing<strong>en</strong>, bleek<br />

vark<strong>en</strong> bij langzame <strong>bloed</strong>ing<strong>en</strong>, zwarte mest bij <strong>bloed</strong> in maag/dunne darm, <strong>bloed</strong>erige mest in dikke<br />

darm, ge<strong>en</strong> behandeling.<br />

paard: trauma geeft vaatruptuur of leverruptuur. ook andere oorzak<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong>.<br />

lusteloosheid, verminderd uithoudingsvermog<strong>en</strong>, kortademigheid <strong>en</strong> na langere tijd vermagering.<br />

waard<strong>en</strong> Ht lager dan 0.15 is lev<strong>en</strong>gevaarlijk <strong>en</strong> <strong>bloed</strong>transfudie noodzakelijk.<br />

hond<strong>en</strong>: miltruptuur, ratt<strong>en</strong>gifintoxicatie.<br />

Anemie door hemolyse:<br />

als de lev<strong>en</strong>sduur van ery's pathofysiologisch verkort is sprek<strong>en</strong> we van hemolyse. mits er voldo<strong>en</strong>de<br />

ijzer aanwezig is is het be<strong>en</strong>merg vaak in staat goed te comp<strong>en</strong>ser<strong>en</strong> <strong>en</strong> zi<strong>en</strong> we bijna ge<strong>en</strong><br />

verschijnsel<strong>en</strong>. bij chronische hemolyse (extravasaal) kan echter ijzerstapeling in de weefsels ook tot<br />

pathologie leid<strong>en</strong>. wanneer de hemolyse intravasaal is <strong>en</strong> de Hb glomerulair gefilterd wordt zi<strong>en</strong> we<br />

donkere rood/bruine urine. oranje ontlasting. de rode <strong>bloed</strong>cel is nodig om Hb efficiënt in te verpakk<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> op de manier de O2 uitwisseling optimaal te mak<strong>en</strong>. de RBC heeft <strong>en</strong>ergie nodig voor het in bival<strong>en</strong>te<br />

vorm houd<strong>en</strong> van ijzer (MetHb), het in werking houd<strong>en</strong> van de ion<strong>en</strong>pomp, in in gereduceerde toestand<br />

houd<strong>en</strong> van SH-groep<strong>en</strong> van <strong>en</strong>zym<strong>en</strong> <strong>en</strong> Hb <strong>en</strong> het in stand houd<strong>en</strong> van de vorm van de cel. hemolyse<br />

ontstaat wanneer er e<strong>en</strong> probleem is in:<br />

1. de <strong>en</strong>ergievoorzi<strong>en</strong>ing: Dit kan het gevolg zijn van <strong>en</strong>zymdeficiënties. hier zijn <strong>en</strong>zym<strong>en</strong> uit de<br />

glycolyse, HK, PK <strong>en</strong> PFK belangrijk bij. PFK is ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> voorloper van 2,3-DPG. MetHb<br />

reductase zorgt voor de behouding van ijzer in tweewardige vorm kan ook problem<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>. het<br />

in gereduceerde stata houd<strong>en</strong> van GSH in de membraan <strong>en</strong> Hb wordt voornamelijk geholp<strong>en</strong><br />

door het PPP. G6-PD speelt hier e<strong>en</strong> rol bij <strong>en</strong> e<strong>en</strong> deficiëntie hiervan kan tot hemolyse leid<strong>en</strong><br />

wanneer de ery aan veel vrije radical<strong>en</strong> wordt blootgesteld. dit kunn<strong>en</strong> we waarnem<strong>en</strong> in de<br />

vorm van d<strong>en</strong>atureerd Hb, Heinz Bodies. ook e<strong>en</strong> normale overdosis aan radical<strong>en</strong> terwijl het<br />

PPP goed functioneert kan heinz bodies gev<strong>en</strong> (ui<strong>en</strong>, nitraat, paracetamol bij katt<strong>en</strong>)<br />

2. cong<strong>en</strong>itale beschadeging<strong>en</strong> van de ery: bepaalde eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van het membraan zorgt<br />

voor de discoïde vorm (optimale gasuitwisseling) <strong>en</strong> de vervormbaraheid in de capillair<strong>en</strong>.<br />

erfelijke deficiëntie van spectrine of actine zorgt voor vervorming van de ery <strong>en</strong> mogelijke<br />

hemolyse na complicaties. E<strong>en</strong> abnormale sam<strong>en</strong>stelling van lipid<strong>en</strong> kan verkreg<strong>en</strong> of erfelijk<br />

zijn. verhouding<strong>en</strong> cholesterol/lipid<strong>en</strong> <strong>en</strong> leverfunctie spel<strong>en</strong> hierbinn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol. sommige<br />

erfelijke afwijking<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> voor abnormaal ion<strong>en</strong>transport. sferocyt<strong>en</strong> (bolvormig) of<br />

afgeplatte cell<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. bij huisdier<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> we deze vorm eig<strong>en</strong>lijk niet.<br />

3. of beschadiging<strong>en</strong> van buit<strong>en</strong>af:<br />

infectieus: babesia.<br />

chemisch: 1. nitrat<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> Hb tot metHb oxider<strong>en</strong>, wat niet in staat is zuurstof af te<br />

staan. het <strong>bloed</strong> wordt bruin gekleurd, heinz body hemolyse. toedi<strong>en</strong>ing van<br />

methyle<strong>en</strong>blauw activeert MetHB reductase. 2.koperintoxicatie kan leid<strong>en</strong> tot<br />

beschadiging membraan, inactivatie <strong>en</strong>zym<strong>en</strong> hemolyse <strong>en</strong> versnelde oxidatie van Hb. 3.<br />

loodvergiftiging verstoort de Hb synthese <strong>en</strong> zorgt voor verhoogde afbraak van ery's. 4.<br />

zinkintoxicatie --> acute hemolyse.


cell<strong>en</strong>.<br />

mechanisch: kan onstaan door afwijk<strong>en</strong>de vaatwand<strong>en</strong> maar ook door interne<br />

parasiet<strong>en</strong> zoals babesia.<br />

fysisch: overmatige wateropname na dehydratatie, brandwond<strong>en</strong>.<br />

metabole: hypofosfatemie --> te weinig ATP <strong>en</strong> 2,3-DPG --> intravasale hemolyse. Lsorbose<br />

(zoetstof) kan bij hond<strong>en</strong> hemolyse gev<strong>en</strong>.<br />

immunologisch: meestal zijn de antilicham<strong>en</strong> van de IgG of IgM klasse. homologe<br />

antilicham<strong>en</strong> zijn bijvoorbeeld teg<strong>en</strong> de <strong>bloed</strong>groep<strong>en</strong>. dit veroorzaakt agglutinatie of<br />

complem<strong>en</strong>t hemolyse uit. kan kom<strong>en</strong> via de plac<strong>en</strong>ta, biest of transfusie (tweede keer<br />

door eerste keer afwezig zijn antilicham<strong>en</strong>). Immungemedieerde (IHA) met autologe<br />

antilicham<strong>en</strong> kan secundair aan e<strong>en</strong> andere ziekte plaatsvind<strong>en</strong> of op zichzelf staand<br />

(idiopathisch). secundair komt voor bij neoplasiën van hematopoëtische organ<strong>en</strong>.<br />

Primair ontstaat bij kruisreactiviteit tuss<strong>en</strong> autoantig<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> antig<strong>en</strong><strong>en</strong>. innoc<strong>en</strong>t<br />

bystander ontstaat wanneer antig<strong>en</strong><strong>en</strong> aan de <strong>bloed</strong>cell<strong>en</strong> hecht<strong>en</strong>. IgG (37C,<br />

c<strong>en</strong>traal gebied) antilicham<strong>en</strong> veroorzak<strong>en</strong> voornamelijk incomplete hemolyse, warabij<br />

de ery's word<strong>en</strong> geopsoniseerd voor macrofag<strong>en</strong>. er vind ge<strong>en</strong> agglutinatie plaats omdat<br />

de zeta-kracht<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> te grote afstand tuss<strong>en</strong> de ery's zorg<strong>en</strong>. IgM (2-4C,<br />

extremiteit<strong>en</strong>) veroorzaakt voornamelijk complete hemolyse, waarbij door complem<strong>en</strong>t<br />

binding die de hele cascade doorloopt gat<strong>en</strong> in het membraan kom<strong>en</strong>. er vind<br />

agglutinatie plaats <strong>en</strong> door klemlop<strong>en</strong> in de kleinere vat<strong>en</strong> soms zelfs afbraak van<br />

stukk<strong>en</strong> membraan.<br />

kort gezegd dus door:<br />

1. binn<strong>en</strong>gekreg<strong>en</strong>: transfusie <strong>en</strong> colostrum (iso-erytrolyse neonatalis bij paard,<br />

kat, vark<strong>en</strong> soortvreemde colostrum bij schaap)<br />

2. zelfgemaakt: als reactie op infectie, medicatie, vaccinatie of maligniteit<strong>en</strong>.<br />

3. primaire idiopathische immuungemedieerde hemolyse (hond/kat) teg<strong>en</strong> eig<strong>en</strong><br />

belangrijke k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> bij hemolyse zijn door anemie: bleke slijmvliez<strong>en</strong>; dyspneu, sloomheid,<br />

tachycardie <strong>en</strong> icterus. Door hemoglobinemie: gele faeces <strong>en</strong> hemoglobinurie.<br />

Hemosiderine in de milt <strong>en</strong> extramedullaire hematopoëse duidt op e<strong>en</strong> extravasculaire hemolyse.<br />

Extravasale hemolyse door opsonisatie voor macrofag<strong>en</strong>, intravasaal door allerlei factor<strong>en</strong> zoals toxin<strong>en</strong>,<br />

koper etc.<br />

aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> gepaard met hemolyse:<br />

- hemotrope-mycoplasma infectie kat: parasiet die overgedrag<strong>en</strong> wordt via de vlo (dus <strong>bloed</strong>) <strong>en</strong> op de<br />

RBC membraan gaat zitt<strong>en</strong>. hemolyse door onduidelijke oorzaak, mogelijk door immuunrecatie teg<strong>en</strong><br />

parasiet <strong>en</strong> niet parasiet zelf. slechts e<strong>en</strong> deel van de infecties gaan gepaard met anemie. mogelijk is<br />

diagnose met microscoop maar moeilijk, PCR is aan te rad<strong>en</strong>. doxycycline is de behandeling.<br />

- babesiose hond: komt voor in zuid europa (vakantie anamnese), protozo in ery's <strong>en</strong> destructie van<br />

ery's. overdracht door tek<strong>en</strong>. acuut verlop<strong>en</strong>de infectie (1-3 wek<strong>en</strong>). naast de normale anemische<br />

verschijnsel<strong>en</strong> ook hemoglobinurie, icterus <strong>en</strong> miltvergroting. soms brak<strong>en</strong>. anemie het gevolg van


hemolyse ne sekwestratie in de milt waarna fagocytaire activiteit in de milt plaatsvind. er wordt<br />

ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s vaak trombop<strong>en</strong>ie gezi<strong>en</strong> als gevolg van DIS, sekwestratie in de milt <strong>en</strong> aggregatie in<br />

microcirculatie. babesie parasiteert voornamelijk reticulocyt<strong>en</strong>, microscopie <strong>en</strong> PRC voor detectie.<br />

behandeling twee injecties.<br />

- babesiose rund: in de zomermaand<strong>en</strong> ook in bepaalde gebied<strong>en</strong> in nederland (wadd<strong>en</strong>eiland<strong>en</strong>,<br />

dr<strong>en</strong>the, achterhoek, veluwe). belangrijkste verschijnsel<strong>en</strong> naast koorts zijn '<strong>bloed</strong>water<strong>en</strong>'<br />

(hemoglubinurie), icterus <strong>en</strong> anemie. DDx d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan: ui<strong>en</strong>intoxicatie, hemoglobinurie als gevolg van<br />

koud water <strong>en</strong> puerpale hemoglobinurie.<br />

- infectieuze anemie bij het paard: EIA ontstaat door persister<strong>en</strong>de infectie retrovirus. <strong>en</strong>demisch maar<br />

preval<strong>en</strong>tie laag. aangifteverplichting. overdracht door grote bijt<strong>en</strong>de insect<strong>en</strong>, vermeerdering in<br />

macrofag<strong>en</strong>. anemie door Ag:Ab complex<strong>en</strong>, bind<strong>en</strong> aan ery's, complem<strong>en</strong>t activatie <strong>en</strong> destructie.<br />

koorts, vermagering, oedeem <strong>en</strong> bleke slijmvliez<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> manifester<strong>en</strong>de infectie. <strong>bloed</strong>onderzoek kan<br />

Heinz Bodies aanton<strong>en</strong>, AGPT wordt gebruikt. ge<strong>en</strong> therapie.<br />

- isoerytrolyse neonatalis veul<strong>en</strong>: voornamelijk bij merries met meerdere dracht<strong>en</strong> gehad. maternale IgG<br />

reageert teg<strong>en</strong> de veul<strong>en</strong>'s ery's, complem<strong>en</strong>t binding, lysis. veul<strong>en</strong> kan acuut sterv<strong>en</strong> maar meestal:<br />

slomer, minder drink<strong>en</strong>, bruingele urine, icterische slijmvliez<strong>en</strong>. temp normaal, pols hoog. bij sectie zi<strong>en</strong><br />

we grote zwartgekleurde nier<strong>en</strong> of leveraando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>. de behandeling kan e<strong>en</strong> wisseltansfusie zijn <strong>en</strong><br />

niet drink<strong>en</strong> bij de merrie voor 36 uur. uitmelk<strong>en</strong> merrie. Verlaagde Ht, ge<strong>en</strong> reticylocyt<strong>en</strong>, rood plasma.<br />

Ac, Qa <strong>en</strong> spel<strong>en</strong> de belangrijkste rol bij het paard. De mechanism<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> bij de destructie<br />

zijn: complem<strong>en</strong>t activatie door met antilichaam belad<strong>en</strong> erytrocyt<strong>en</strong> ; opsonisatie van met antilichaam<br />

belad<strong>en</strong> erytrocyt<strong>en</strong>; fagocytose van met antilichaam belad<strong>en</strong> erytrocyt<strong>en</strong>. T-cell<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> rol.<br />

- isoerytrolyse neonatalis vark<strong>en</strong>: bigg<strong>en</strong> zijn na 1-2 dag<strong>en</strong> anemisch <strong>en</strong> icterus, sloom <strong>en</strong> sterv<strong>en</strong> binn<strong>en</strong><br />

1 dag na symptom<strong>en</strong>. ge<strong>en</strong> therapie, overlegg<strong>en</strong> naar andere toom evt. mogelijk, volg<strong>en</strong>de dracht<br />

andere beer gebruik<strong>en</strong> of zeug opruim<strong>en</strong>.<br />

- isoerytrolyse neonatalis kitt<strong>en</strong>: aando<strong>en</strong>ing komtweinig voor, maar kat heeft al van nature isoantilicham<strong>en</strong>.<br />

komt voor bij gemixte nestjes van A <strong>en</strong> AB bij e<strong>en</strong> B moeder. lev<strong>en</strong>sverwachting <strong>en</strong>kele<br />

dag<strong>en</strong>, sloom <strong>en</strong> icterus. <strong>bloed</strong>groeptypering kater <strong>en</strong> poes geeft diagnose + vercshijnsel<strong>en</strong>. DDx is<br />

anemie door vlooi<strong>en</strong> of <strong>bloed</strong>verlies. slechte prognose, mogelijke <strong>bloed</strong>transfusie of voed<strong>en</strong> met fles.<br />

- soortvreemde colostrum lam: voed<strong>en</strong> met runderbiest kan dit veroorzak<strong>en</strong>, bleek, slap,<br />

lusteloos, icterus. alle<strong>en</strong> prev<strong>en</strong>tie.<br />

- idiopathische immuungemedieerde hemolyse hond <strong>en</strong> kat: afbraak ery'sin Res, milt <strong>en</strong> lever, soms<br />

intravasaal. koorts, lusteloosheid, oranje ontlasting, rode urine bij intravasaal. diagnose door Coombstest,<br />

osmotische resist<strong>en</strong>tie ery's,<br />

sferocyt<strong>en</strong>, uitsluit<strong>en</strong> andere factor<strong>en</strong> voor hemolyse (bijv. infectie). behandeling door<br />

immunosuppressie (prednisolon).<br />

- puerpale hemoglobinurie rund: hoog productieve koei<strong>en</strong> met vaker kalv<strong>en</strong>. 1e tot 4e week na afkalv<strong>en</strong>,<br />

gevolg van hypofosfatemie. verschijnsel<strong>en</strong> koorts, hemoglobinurie, hoge mortaliteit (50%)<br />

- hemolyse door overmatige wateropname: vaka na dehydratatie, intravasale hemolyse. depressie,<br />

trill<strong>en</strong> <strong>en</strong> oppervlakkige ademhaling. sterfte door hers<strong>en</strong> <strong>en</strong> longoedeem.


- nitraat/nitriet intoxicatie: vorming van MetHb (Fe3+). slijmvliez<strong>en</strong> zijn bruin, dyspneu, incoördinatie,<br />

moeilijk staan, betreft vaka e<strong>en</strong> hele koppel, behandeling met methyle<strong>en</strong>blauw<strong>en</strong> wegnem<strong>en</strong> oorzaak.<br />

snelle therapie kan lev<strong>en</strong>sredd<strong>en</strong>d zijn maar voor hele koppels is er vaak niet g<strong>en</strong>eg methyle<strong>en</strong>blauw<br />

voorhand<strong>en</strong>.<br />

- koperstapeling schaap <strong>en</strong> hond: als gevolg van chronische matige opname. stapeling in lever <strong>en</strong><br />

plostelinge afgifte hiervan in bijvoorbeeld stresssituaties. acuut ziektebeeld met intravasale hemolyse,<br />

hemoglobinemie <strong>en</strong> hemoglobinurie. slechte prognose. bij het schaap voornamelijk door opname uit<br />

voer, bij de hond door aangebor<strong>en</strong> afwijking. bij de hond verschijnsel<strong>en</strong> na 4 jaar.<br />

anemie door verstoorde aanmaak:<br />

e<strong>en</strong> reticulocyt is te herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> grotere erytrocyt met nog e<strong>en</strong> beetje RNA in de vorm van blauwe<br />

korreltjes. De hoeveelheid reticulocyt<strong>en</strong> wordt als e<strong>en</strong> perc<strong>en</strong>tage van ery's uitegdrukt. bij paard<strong>en</strong> zijn<br />

reticulocyt<strong>en</strong> niet in het perifere <strong>bloed</strong> te vind<strong>en</strong>. de verschill<strong>en</strong>de onstaanswijze van verstoorde<br />

aanmaak zijn:<br />

1. gestoorde proliferatie <strong>en</strong> differ<strong>en</strong>tiatie van stamcell<strong>en</strong>: door panmyelopathie (vervanging<br />

hematopoëtische cell<strong>en</strong> door vetcell<strong>en</strong>) kan leid<strong>en</strong> tot pancytop<strong>en</strong>ie waarbij e<strong>en</strong> gebrek is aan alle<br />

<strong>bloed</strong>cell<strong>en</strong>. de oorzak<strong>en</strong> zijn verscheid<strong>en</strong>, hormonaal, viraal, fysisch, chemotoxisch <strong>en</strong> farmacologisch.<br />

pure red celle aplasie (PRCA) wordt gebruikt als alle<strong>en</strong> de rode <strong>bloed</strong>cell<strong>en</strong> zijn aangetast. maligne<br />

neoplasieën kunn<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>. myelofibrose/sclerose ontstaat wanneer de cell<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

verdrong<strong>en</strong> door bot --> pancytop<strong>en</strong>ie.<br />

2. verstoring DNA synthese: foliumzuur <strong>en</strong> B12 deficiënties zorg<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> macrocytaire anemie, de<br />

DNA synthese is vertraagd <strong>en</strong> er vind<strong>en</strong> minder celdeling<strong>en</strong> plaats. de MCV <strong>en</strong> MCH zijn verhoogd, MCHC<br />

normaal (Waarom???).<br />

3. abnormale hemoglobine synthese: dit kan kom<strong>en</strong> door te weinig ijzer of koper. vertraging in Hb<br />

synthese leidt tot extra deling<strong>en</strong> --> microcytose.<br />

-ijzertekort kan door <strong>en</strong>e tal van oorzak<strong>en</strong> ontstaan. het belangrijkste is echter chronisch<br />

<strong>bloed</strong>verlies door tumor of parasiet<strong>en</strong>. andere oorzak<strong>en</strong> zijn: verminderde transport,<br />

verminderde opname, verhoogd gebruik of slechte voeding. de Hb neemt af <strong>en</strong> de<br />

erytropoëse verloopt trager. de cell<strong>en</strong> zijn kleiner <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verlaagde MCH <strong>en</strong><br />

MCHC. het aantal reticulocyt<strong>en</strong> is het <strong>bloed</strong> is nauwelijks verhoogd. serum ijzer is<br />

verlaagd maar transferrine verhoogd (ijzerbindingscapaciteit,TJIBC). Hierdoor<br />

is dus ook de lat<strong>en</strong>te ijzerbinding (LIJBC) verhoogd.als nev<strong>en</strong>bevinding vaak verhoogde<br />

trombocyt<strong>en</strong> conc<strong>en</strong>tratie. deze k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ook onstaan als er ge<strong>en</strong><br />

daadwerkelijk ijzergebrek is maar deze ophoopt in macrofag<strong>en</strong> als gevolg van infectie,<br />

ontsteking <strong>en</strong> maligniteit<strong>en</strong>. hierbij is het serum ijzer <strong>en</strong> LIJBC vaak wel normaal. de<br />

beste indicatie geeft e<strong>en</strong> hoge of normale hoeveelheid ijzer in het be<strong>en</strong>merg (ge<strong>en</strong><br />

hemosiderine <strong>en</strong> ferritine)<br />

- kopegebrek verstoort de opname van ijzer uit het darmkanaal, de afgifte van ijzer door<br />

macrofag<strong>en</strong> <strong>en</strong> de inbouw van ijzer in Hb.<br />

4. secundair non-reg<strong>en</strong>eratief: chronische nierontsteking kan leid<strong>en</strong> tot verstoorde ijzerstofwisseling <strong>en</strong><br />

verstoorde erytropoëse door het ophop<strong>en</strong> van toxische stoff<strong>en</strong>. erytropoëtine toedi<strong>en</strong><strong>en</strong> kan help<strong>en</strong>.<br />

ook <strong>en</strong>docri<strong>en</strong>e stoorniss<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> tot verstoorde aanmaak, infectieziekte waarbij er depressie<br />

van het be<strong>en</strong>merg plaatsvind (parvo), FelV <strong>en</strong> FIV zorg<strong>en</strong> voor aplasie van het beemerg <strong>en</strong> e<strong>en</strong>


parasitaire infectie: leishmaniasis.<br />

anemieën als gevolg van verstoorde aanmaak:<br />

- ijzergebreksanemie: meestal door voerdeficiënties, dan dus vaak koppelsgewijs. ook gebrek aan koper<br />

leidt tot ijzergebreksanemie. fysiologisch matig ijzergebrek treedt bij veel jonge zoogdier<strong>en</strong> op als gevolg<br />

van e<strong>en</strong> zeer snelle groei. e<strong>en</strong> geforceerde ijzertoedi<strong>en</strong>ing kan voor e<strong>en</strong> stijging in extracellulair ijzer<br />

zorg<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> verhoogde kans op infectie met gram- bacterieën.<br />

- vark<strong>en</strong>: bigg<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> ijzergebrek gebor<strong>en</strong> <strong>en</strong> moet<strong>en</strong> dus snel opnem<strong>en</strong>. het<br />

zeug<strong>en</strong>melk is onvoldo<strong>en</strong>de dus er moet bijgevoerd. bleke or<strong>en</strong>,dikke nekk<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

versnelde ademhaling zi<strong>en</strong> we terug. ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s verhoogde hartslag. diagnose op laag Hb<br />

gehalte. polychromosie <strong>en</strong> anisocytose. kleine ery's <strong>en</strong> hypochroom. Ht 0.10 of minder.<br />

bij therapie met ijzer moet<strong>en</strong> verminderde bindingscapaciteit uitgeslot<strong>en</strong> --><br />

ijzerintoxicatie.<br />

- rund: vnl. bij vleeskalver<strong>en</strong> (ijzerarm dieet) <strong>en</strong> fokkalver<strong>en</strong> (te veel melk).<br />

- hond/kat: meestal door <strong>bloed</strong>verlies, zeld<strong>en</strong> door voeding.<br />

-Infectieuze anemie kip: CAV virus, <strong>en</strong>demisch, leeftijdsresist<strong>en</strong>tie na 3e week, verticale transmissie het<br />

belangrijkste. CAV-uitbrak<strong>en</strong> bijna alle<strong>en</strong> maar bij legkipp<strong>en</strong> die tijd<strong>en</strong>s de leg de besmetting doorgev<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> dus nog niet voldo<strong>en</strong>de maternale antilicham<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de eerste 3 wek<strong>en</strong> doorgev<strong>en</strong>. vermeerdering<br />

in precursor cell<strong>en</strong> van hematopoëtisch systeem <strong>en</strong> thymus --> pancytop<strong>en</strong>ie. anorexie, sufheid, bleke<br />

kopversiersel<strong>en</strong> <strong>en</strong> slechte vacht. uitval snel <strong>en</strong> acuut beeld, secundaire infecties kunn<strong>en</strong> optred<strong>en</strong>.<br />

behandeling is er niet.<br />

- Leishmaniasis hond: dit is e<strong>en</strong> zoönose, veroorzaakt door e<strong>en</strong> protozo parasiet overgebracht door<br />

zandvlieg<strong>en</strong>. kom<strong>en</strong> voor in mediterrane gebied<strong>en</strong>, verschijnsel<strong>en</strong> door chronische ontstaanswijze<br />

aspecifiek. anemie als gevolg van chronische infectie be<strong>en</strong>merg, pancytop<strong>en</strong>ie. ook e<strong>en</strong> nierinsufficiëntie<br />

<strong>en</strong> daarmee gebrke aan erytropoëtine kan bijdrag<strong>en</strong> aan anemie. Huidproblem<strong>en</strong> op de voorgrond.<br />

Anemie in de praktijk:<br />

gele of bleke slijmvliez<strong>en</strong>, waarbij icterus e<strong>en</strong> indicatie is voor hemolytische anemie. het onderscheid<br />

tuss<strong>en</strong> hypovolemie <strong>en</strong> anemie kan gemaakt word<strong>en</strong> door de CRT, polsvulling, temperatuur<br />

extremiteit<strong>en</strong>, vochtigheid slijmvliez<strong>en</strong>, turgor.<br />

Diagnostiek van anemie door: Ht bepaling, microscopisch onderzoek van rode <strong>bloed</strong>beeld, bepalling<strong>en</strong><br />

MCV, MCHC, MCH. het verschil tuss<strong>en</strong> MCHC <strong>en</strong> MCH: het MCh is de absolute hoeveleheid Hb per cel, de<br />

MCHC de conc<strong>en</strong>tratie t.o.v. de rest.<br />

Let hierbij goed op plaatje p. 22. dehydratie kan de Ht verhog<strong>en</strong> door het verminder<strong>en</strong> van plasma, de<br />

absolute conc<strong>en</strong>tratie Ht is echter wel te laag. <strong>bloed</strong>verlies geeft in relatieve zin e<strong>en</strong> normale Ht, in<br />

absolute zin is er wel sprake van te weinig Ht. Telling reticulocyt<strong>en</strong>, gekek<strong>en</strong> wordt naar aanwezige RNA<br />

na cresylblauw kleuring. de nier geeft bij e<strong>en</strong> te lage O2 spanning erytropoëtine af, waarbij de<br />

differ<strong>en</strong>tiatie van stamcell<strong>en</strong> wordt bevordert. Op basis van onderzoek naar het rode <strong>bloed</strong>beeld kunn<strong>en</strong><br />

we e<strong>en</strong> aantal differ<strong>en</strong>tieeldiagnos<strong>en</strong> opstell<strong>en</strong> voor anemie:<br />

- hypochroom, microcytair: ijzergebrek<br />

- normochroom, normocytair: <strong>bloed</strong>verlies acuut; hemolyse acuut; chronische aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>;<br />

primaire afwijking<strong>en</strong> be<strong>en</strong>merg<br />

- polychroom, macrocyair: hemolyse in reg<strong>en</strong>eratieve fase, <strong>bloed</strong>verlies reg<strong>en</strong>eratieve fase.<br />

- sferocyt<strong>en</strong>: immuungemedieerd<br />

De therapie bestaat uit eerste oplossing van shock door op peil br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> <strong>bloed</strong>druk (vloeistof), soms


loedtransfusie (pas op bij de kat, deze heeft al reeds iso-antilicham<strong>en</strong> voor <strong>bloed</strong>groep<strong>en</strong>, paard, hond<br />

<strong>en</strong> rund is dit ge<strong>en</strong> probleem pas bij de tweede transfusie).<br />

Aanvulling<strong>en</strong> vanuit HC1<br />

hematocriet is e<strong>en</strong>heid in liter/liter of perc<strong>en</strong>tage. c<strong>en</strong>trifuger<strong>en</strong> is met e<strong>en</strong> microhematocriet<br />

c<strong>en</strong>trifuge.<br />

Wanneer er sprake is van rode urine kan dit het gevolg zijn van zowel hematurie als hemoglobinurie. je<br />

test op de aanwezigheid van hele RBC's in de urine. afwezig: hemolyse; aanwezig: <strong>bloed</strong>verlies.<br />

bij e<strong>en</strong> hemolytische anemie zal het plasma in e<strong>en</strong> hoge concnetratie zoutoplossing rood word<strong>en</strong> in<br />

verband met osmotische fragiliteit van de ery's. in e<strong>en</strong> gezonde hond gaan de ery's pas bij e<strong>en</strong> lage<br />

osmotische waarde, dus weinig zout, kapot <strong>en</strong> uit zich dit in e<strong>en</strong> rood plasma na afc<strong>en</strong>trifuger<strong>en</strong>. bij<br />

hemolytische hond<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> we dit al bij e<strong>en</strong> veel hogere osmolariteit gebeur<strong>en</strong>.<br />

Coombs test bepaalt aanwezigheid erythrocyt-gebond<strong>en</strong> antilicham<strong>en</strong>: isotype; titer; temperatuur;<br />

activiteit <strong>en</strong> complem<strong>en</strong>t fixatie. hiervoor was je de ery's eerst met fysiologisch zoutoplossing <strong>en</strong><br />

toevoeg<strong>en</strong> coombs-serum.<br />

Aanvulling<strong>en</strong> vanuit WC1<br />

het stroomgedrag <strong>en</strong> de sam<strong>en</strong>stelling van <strong>bloed</strong> is afhankelijk van de locatie in het lichaam. buit<strong>en</strong> de<br />

vat<strong>en</strong> wordt <strong>bloed</strong> sowieso snel gel-achtig. rode <strong>bloed</strong>cell<strong>en</strong> bevind<strong>en</strong> zich in het vat voornamelijk in het<br />

snelstrom<strong>en</strong>de midd<strong>en</strong>gebied, de <strong>bloed</strong>plaatjes <strong>en</strong> witte <strong>bloed</strong>cell<strong>en</strong> aan de buit<strong>en</strong>kant. Zowel de<br />

<strong>bloed</strong>plaatjes als de de leukocyt<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> in de circulatie geassocieerd aan het vasculaire <strong>en</strong>dotheel.<br />

door <strong>bloed</strong>vat<strong>en</strong> te vernauw<strong>en</strong> of te verwijd<strong>en</strong> kan de circulatie aangepast. ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s staat het <strong>bloed</strong> in<br />

nauw contact met lymfevat<strong>en</strong>, ultrafiltraat van de nier <strong>en</strong> extra-intracellulair vocht. ook door de<br />

uitwisseling verschilt de sam<strong>en</strong>stelling per lichaamslokatie. Wanneer het <strong>bloed</strong> stolt wordt het serum<br />

langzaam uitgeperst door contracties. Wanneer het <strong>bloed</strong> onstolbaar is gemaakt <strong>en</strong> gec<strong>en</strong>trifugeerd<br />

noem<strong>en</strong> we het plasma, het biochemische verschil tuss<strong>en</strong> deze twee is dus ook: het al dan niet aanwezig<br />

zijn van vrije calcium????<br />

De lev<strong>en</strong>sduur van rode <strong>bloed</strong>cell<strong>en</strong> is ongeveer 3 maand<strong>en</strong>. ze word<strong>en</strong> in het beemerg uit e<strong>en</strong> stamcel<br />

gevormd. het proces van de erytropoëse duurt ongeveer e<strong>en</strong> week.


De hemoglobine synthese neemt toe tijd<strong>en</strong>s de ontwikkeling van de erytroblast. hiervoor is dus mRNA<br />

nodig. Zelfs in de reticulocyt vind<strong>en</strong> we nog RNA. omdat de volwass<strong>en</strong> erytrocyt ge<strong>en</strong> kern,<br />

mitochondriën <strong>en</strong> ER heeft zijn de grote vormsverandering<strong>en</strong> mogelijk. de erytrocyt<strong>en</strong> van amfibieën <strong>en</strong><br />

vogels hebb<strong>en</strong> overig<strong>en</strong>s wel organell<strong>en</strong>. erytropoëtine (EPO) uit de nier reguleert de snelheid van de<br />

erytropoëse. de red<strong>en</strong> dat de afgifte van EPO gebond<strong>en</strong> is aan de nier <strong>en</strong> niet bijvoorbeeld de spier<strong>en</strong> die<br />

e<strong>en</strong> voornaamste zuurstofverbruik hebb<strong>en</strong> is dat er dan e<strong>en</strong> vicieuze cirkel zou ontstaan. de<br />

vermeerdering van het aantal ery's zou namelijk de visositeit van het <strong>bloed</strong> do<strong>en</strong> dal<strong>en</strong>, dit kost dan het<br />

hart meer <strong>en</strong>ergie om rond te pomp<strong>en</strong>. de verminderde circulatie geeft dan weer minder zuurstof <strong>en</strong><br />

meer EPO door de spier<strong>en</strong>. zo is de vicieuze cirkel rond. nierweefsel is hierin uniek omdat het O2<br />

verbruik wordt aangepast aan de <strong>bloed</strong>circulatie-snelheid <strong>en</strong> dus ook viscositeit.bij e<strong>en</strong> Ht hoger dan<br />

50% wordt er minder EPO door de nier afgegev<strong>en</strong>. de nier zorgt dus juist voor e<strong>en</strong> daling <strong>en</strong> niet e<strong>en</strong><br />

stijging op dat punt.<br />

De synthese van Hb is dus beperkt tot de erytroblast<strong>en</strong> in het be<strong>en</strong>merg. de synthese van heem echter<br />

niet <strong>en</strong> verloopt in elke cel met aërobe stofwisseling, <strong>en</strong> in het bijzonder de levercel. de eerste synthese<br />

stapp<strong>en</strong> in het mitochondrion, dan het cytoplasma <strong>en</strong> dan weer het mitochondrion. deze uiteindelijk<br />

complexe ringstructuur wordt slechts uit één aminozuur gevormd, glycine, <strong>en</strong> e<strong>en</strong> intermediair van de<br />

Krebs, Succinyl CoA. uiteindelijk word<strong>en</strong> er 4 heem groep<strong>en</strong> gevormd, waar één Hb uit ontstaat.<br />

Porfyrie is de ontsporing van de juiste heem synthese.<br />

De afbraak van e<strong>en</strong> ery vindt in de milt, lever <strong>en</strong> be<strong>en</strong>merg plaats door fagocytose. allereerst wordt Hb<br />

afgebrok<strong>en</strong> tot heemgroep<strong>en</strong>. deze heemgroep<strong>en</strong> word<strong>en</strong> verder afgebrok<strong>en</strong> in ijzer <strong>en</strong> billiverdine. de<br />

ring wordt hierbij door heemoxig<strong>en</strong>ase op<strong>en</strong>grbok<strong>en</strong>. het ijzer wordt hergebruikt <strong>en</strong> het biliverdine<br />

(gro<strong>en</strong>) wordt door e<strong>en</strong> reductase omgezet in bilirubine. het billirubine wordt gebond<strong>en</strong> aan albumine<br />

naar de lever getransporteerd. bilirubine is e<strong>en</strong> belangrijke antioxidans in het <strong>bloed</strong>. in de lever wordt<br />

bilirubine omgevormd tot bilirubine-di-glucuronide wat beter wateroplosbaar is. via het gal wordt het<br />

aan de darm afgegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> heeft e<strong>en</strong> rood/gele kleur. bilirubine wordt door anaërobe bacteriën in de<br />

darm omgezet tot stercobilinoge<strong>en</strong>, <strong>en</strong> uiteindelijke door zuurstof in stercobiline (urobiline) dat via de<br />

faeces wordt uitgesched<strong>en</strong>. e<strong>en</strong> klein deel kan via de <strong>en</strong>tere-hepatische kringloop weer word<strong>en</strong><br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel via de urine word<strong>en</strong> uitgesched<strong>en</strong>.<br />

Bij vogels <strong>en</strong> reptiel<strong>en</strong> is het eindproduct al biliverdine, beter oplosbaar maar dus g<strong>en</strong>e anti-oxidans.<br />

Ondanks dat de ery's ge<strong>en</strong> organell<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ze toch functioner<strong>en</strong>. e<strong>en</strong> aantal basale <strong>en</strong>zym<strong>en</strong><br />

help<strong>en</strong> daarbij <strong>en</strong> de ATP voorzi<strong>en</strong>ing gebeurt door anaërobe glycolyse. het NADH dat hierbij ontstaat<br />

helpt ook weer om MetHb te reducer<strong>en</strong>. ook wordt 2,3-DPG gevormd wat de verhouding tuss<strong>en</strong><br />

geoxideerde <strong>en</strong> nomrale Hb reguleert. 2,3-DPG stabiliseert het deoxy- Hb <strong>en</strong> zorgt dus voor e<strong>en</strong> mindere<br />

afgifte van zuurstof door Hb, onderdeel van het Bohr-effect. het PPP zorgt dat zuurstof radical<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> weggevang<strong>en</strong>. Bij het normale transport van zuurstof ontstaan er in geringe mate radical<strong>en</strong>.<br />

Deze word<strong>en</strong> o.a. door GSH weer weggevang<strong>en</strong>. ook wordt MetHb gereduceerd, deze kan immers ge<strong>en</strong><br />

zuurstof bind<strong>en</strong>.<br />

Wanneer de cell<strong>en</strong> wel gevoleig zijn voor radical<strong>en</strong>, bijvoorbeeld bij G6-PDH-deficiëntie, zi<strong>en</strong> we Heinz<br />

bodies <strong>en</strong> hemolyse.<br />

Eiwitt<strong>en</strong> die betrokk<strong>en</strong> zijn bij zuurstoftransport zijn zog<strong>en</strong>aamde hemoproteïnes <strong>en</strong> bevatt<strong>en</strong> allemaal<br />

heem. De belangrijkste bij zoogdier<strong>en</strong> zijn: myoglobine, hemoglobine <strong>en</strong> cytochrom<strong>en</strong>.<br />

1. myoglobine: bevat één heemgroep <strong>en</strong> di<strong>en</strong>t als opslag voor O2. het is voornamelijk in de spier<br />

terug te vind<strong>en</strong>.<br />

2. hemoglobine: bevindt zich uitsluit<strong>en</strong>d in ery's. het is e<strong>en</strong> tetrameer, <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> O2 dus 4x<br />

reversibel bind<strong>en</strong>. de voornaamste functie is het zuurtsof transport <strong>en</strong> afvoer van CO2.


hemoglobine is ook e<strong>en</strong> belangrijke pH buffer.<br />

3. cytochrom<strong>en</strong>: bevind<strong>en</strong> zich in de elektron<strong>en</strong>trasnportket<strong>en</strong> van mito's <strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> voor de<br />

reductie van O2 <strong>en</strong> de wisseling van val<strong>en</strong>tie van het ijzerion<br />

het globinedeel in deze eiwitt<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t ter voorkoming van de vorming van radical<strong>en</strong>, Fe3+ <strong>en</strong> Hb<br />

gebond<strong>en</strong> aan water ipv O2.dit houdt de binding ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s reversibel (oxig<strong>en</strong>ering).<br />

De kinetiek van de zuurstof binding aan myoglobine volgt de Michaëlis-M<strong>en</strong>t<strong>en</strong> kinetiek <strong>en</strong> e<strong>en</strong> normale<br />

<strong>en</strong>zymreactie.de grafiek heeft dus e<strong>en</strong> hyperbole vorm. De affiniteit van myoglobine voor zuurstof is<br />

heel hoog, de p50 is dus laag. slechts bij e<strong>en</strong> zeer lage zuurstofspanning zal Mb van O2 dissociër<strong>en</strong>.<br />

Hb heeft e<strong>en</strong> andere kinetiek. de eerste zuurstofdissociatie verloopt langzaam, maar wanneer één van<br />

de 4 heeft losgelat<strong>en</strong> verloopt de rest snel. daarom heeft de grafiek dus ook e<strong>en</strong> S-vorm. het zelfde geld<br />

voor de binding van zuurstof. de affiniteit van Hb is ook lager dan die van Mb <strong>en</strong> heeft daarom de<br />

transport functie. de spanning in de long<strong>en</strong> is echter hoog g<strong>en</strong>oeg voor de binding.DeoxyHB geeft minder<br />

zuurstof af doordat DPG in het c<strong>en</strong>trale gedeelte de heemgroep<strong>en</strong> dichter naar elkaar br<strong>en</strong>gt. hierdoor<br />

kan het zuurtsof niet makkelijk wegkom<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> andere factor die e<strong>en</strong> rol speelt bij de dissociatie is het<br />

temperatuur effect. e<strong>en</strong> temperatuur verhoging geeft meer zuurstofdissociatie. dit komt omdat de<br />

binding e<strong>en</strong> exotherme reactie is. in de long wordt deze weer als warmte afgegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo fungeert Hb<br />

dus ook als warmteregulator. Bij pooldier<strong>en</strong> is deze warmteafgifte vele geringer <strong>en</strong> bij de tonijn zelfs<br />

andersom. het Bohr-effect vindt plaats als de affiniteit van Hb voor O2 nog verder afneemt onder invloed<br />

van DPG. in andere aërobe weefsels is de affiniteit verlaagd, zodat het Hb niet weer de O2 me<strong>en</strong>eemt. de<br />

dissociatiecurve verschuift dus ook naar rechts,.<br />

Uit t<strong>en</strong>tam<strong>en</strong>: het bohr effect ontstaat onder andere als de pH daalt, dissociatie curve naar rechts.<br />

Wanneer 2,3-DPG stijgt gaat ook de dissociatiecurve naar rechts.<br />

Aanvulling<strong>en</strong> vanuit WC2<br />

de <strong>bloed</strong>celtelling gebeurt met elektronische telapparatuur, waarbij de negatieve oppervlaktelading van<br />

ery's als eig<strong>en</strong>schap gebruikt kan word<strong>en</strong>. RBC wordt meestal weergegev<strong>en</strong> als aantal miljo<strong>en</strong> cell<strong>en</strong> per<br />

microliter <strong>bloed</strong>. De PCV is e<strong>en</strong> volume fractie, de packaged cell volume, gelijk aan Ht, de die gedeeld<br />

door het aantal <strong>bloed</strong>cell<strong>en</strong> geteld geeft de MCV (femtoliter). Deze schommelt rond de 50. het<br />

gemiddelde hemoglobinegehalte is de hoeveelheid Hb gedeeld door het aantal cell<strong>en</strong> = MCH. Dit ligt<br />

rond de 10-20picogram. door het gehele aantal Hb te del<strong>en</strong> door het PCV krijg je de gemiddelde MCHC,<br />

wat zegt hoeveel g Hb er is per 100ml PCV. in deze laatste parameter speelt de afmeting van de rode<br />

<strong>bloed</strong>cel ge<strong>en</strong> rol, de pcv gaat immers over de cell<strong>en</strong> in 100ml bijv. als de cell<strong>en</strong> kleiner zijn is de pcv toch<br />

ook weer aangepast.<br />

MCH= de gemiddelde hoevelheid Hb per cel, verkrijg<strong>en</strong> door hoeveelheid Hb door aantal cell<strong>en</strong> te del<strong>en</strong>.<br />

MCHC = gemiddelde hoeveelheid Hb per 100ml PCV, dus afhankelijk van Ht.<br />

T<strong>en</strong>tam<strong>en</strong>vraag: bij e<strong>en</strong> lage Ht maar e<strong>en</strong> hoge reticulocyt<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> we: verhoogde MCV, lage MCH <strong>en</strong><br />

MCHC, macrocytose, hypochromosie, anisocytose <strong>en</strong> polychromasie.<br />

Het ijzerion heeft e<strong>en</strong> aantal eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> dat het e<strong>en</strong> belangrijk goed maakt voor alle aerobe cell<strong>en</strong>:<br />

1. het bindt <strong>en</strong> transporteert zuurstof, waarbij Ferro makkelijk zuurstof bindt (Fe2+) <strong>en</strong> Ferri niet<br />

(Fe3+).<br />

2. katalyser<strong>en</strong> van redoxreacties, elektron<strong>en</strong>transport.<br />

3/4 van het ijzer zit ingebed in de actieve c<strong>en</strong>tra van e<strong>en</strong> aantal stoff<strong>en</strong>, Mb, Hb, etc. de overige kwart<br />

aan ijzer is opgeslag<strong>en</strong> als voorraad in ferritine <strong>en</strong> hemosiderine, of wortd via de <strong>bloed</strong>baan via


transferrine getransporteerd. IJzer wordt effectief gerecycled.<br />

Het grootste deel van ijzer uit de voeding komt in de Fe3+ vorm voor, Vitamine C uit de voeding<br />

reduceert dit ijzerion in de maag <strong>en</strong> duod<strong>en</strong>um. in de darm<strong>en</strong> speelt glutaathion e<strong>en</strong>zelfde rol. de Fe2+<br />

vorm is door het alkalische milieu van de darm veel beter oplosbaar <strong>en</strong> opneembaar. Andere factor<strong>en</strong><br />

spel<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> rol voor de opname, heemgebond<strong>en</strong> ijzer wordt beter opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> (dierlijk materiaal).<br />

via e<strong>en</strong> <strong>en</strong>ergievereiz<strong>en</strong>d proces wordt het ijzer uiteindelijk in de mucosa opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, via de<br />

epitheelcell<strong>en</strong>. e<strong>en</strong> deel van het ijzer wordt weer teruggezet naar Fe3+ <strong>en</strong> via apoferritine naar ferritine<br />

gezet, gebond<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> fosfaat. indi<strong>en</strong> nodig wordt het ijzer na reductie aan de circulatie afgestaan. het<br />

niet b<strong>en</strong>utte ijzer komt na afsterv<strong>en</strong> van de epitheelcell<strong>en</strong> weer in het lum<strong>en</strong> afgegev<strong>en</strong> om ijzerintoxicatie<br />

te voorkom<strong>en</strong>.<br />

nadat ijzer in de circulatie is gekom<strong>en</strong> wordt het snel were omgezet tot Fe3+ <strong>en</strong> aan transferrine<br />

gebond<strong>en</strong>. normaal gesprok<strong>en</strong> is de lat<strong>en</strong>te ijzerbinding van transferrine (LIJBC) zo'n 30%. de transferrine<br />

voert het ijzer naar weefsel waaronder be<strong>en</strong>merg. de Tf receptor<strong>en</strong> op de erytroblast<strong>en</strong> <strong>en</strong>docyter<strong>en</strong> het<br />

gehele transferrine ijzer complex <strong>en</strong> mak<strong>en</strong> er heem van. het lege transferrine molecuul komt terug in de<br />

circulatie.<br />

bij de plac<strong>en</strong>ta overdracht laat het ijzer los van transferrine (deze kan er niet door he<strong>en</strong>) <strong>en</strong> bindt aan de<br />

andere kant aan foetaal transferrine. het foetale transferrine heeft e<strong>en</strong> hogere affiniteit voor ijzer<br />

(id<strong>en</strong>tiek aan Hb voor zuurstof). al het ijzer dat niet gebruikt wordt voor de synthese van heem wordt in<br />

de vorm van ferritine opgeslag<strong>en</strong>.<br />

Uit één suucinyl CoA, één glycine <strong>en</strong> 4 ijzer word<strong>en</strong> 4 heem <strong>en</strong> één Hb gemaakt. Zink remt de laatste stap<br />

in de heemsynthese <strong>en</strong> is dus giftig.<br />

Ijzer moet gebond<strong>en</strong> zijn aan transferrine omdat het slecht oplosbaar is <strong>en</strong> e<strong>en</strong> katalysator voor<br />

oxidatiereacties waarbij anders zuurstofradical<strong>en</strong> gevormd word<strong>en</strong>.<br />

Aanvulling<strong>en</strong> vanuit WC3<br />

wanneer e<strong>en</strong> infuus wordt toegedi<strong>en</strong>d zal het Ht dal<strong>en</strong> als de RBC nog niet extra zijn aangemaakt, de<br />

eerste 4 dag<strong>en</strong> dus. Onder anasthaesie houdt de milt rBC vast, sekwestratie, <strong>en</strong> zal dus de Ht ook<br />

dal<strong>en</strong>.de milt geeft de RBC na anasthaesie weer af. na e<strong>en</strong> <strong>bloed</strong>ing blijft de Ht gelijk omdat zowel de<br />

ery's als de plasma verlor<strong>en</strong> gaat, verhouding<strong>en</strong> blijv<strong>en</strong> dus gelijk. na <strong>en</strong>e <strong>bloed</strong>ing zal de Ht wel weer<br />

dal<strong>en</strong> door het proces van autotransfusie, dit gaat ongeveer e<strong>en</strong> dag door. na de rijping van RBC kom<strong>en</strong><br />

deze in grote aantall<strong>en</strong> vrij <strong>en</strong> stijgt de Ht weer snel.<br />

de H. Contortus is e<strong>en</strong> lebmaagworm bij schap<strong>en</strong>. het br<strong>en</strong>gt ge<strong>en</strong> schade aan de lebmaag aan maar<br />

zuigt wel veel <strong>bloed</strong>.<br />

Bij bleke slijmvliez<strong>en</strong> kan slechte circulatie of anemie de oorzaak zijn.<br />

Bij anemie zi<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> steile pols, normale CRT, warme extremiteit<strong>en</strong>, goede turgor, tachypneu &<br />

tachycardie <strong>en</strong> e<strong>en</strong> lagere Ht <strong>en</strong> Hb.<br />

Bij e<strong>en</strong> verminderde circulatie e<strong>en</strong> verl<strong>en</strong>gde CRT, koude extremiteit<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> versnelde maar zwakke pols,<br />

slechte turgor, tachypneu & tachycardie maar normale Hb <strong>en</strong> Ht.<br />

Wanneer de <strong>bloed</strong>druk afneemt kunn<strong>en</strong> we soms oedeem zi<strong>en</strong> door uittred<strong>en</strong> vocht.<br />

Bij koei<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> veel maagzwer<strong>en</strong> voor die tot lebmaag<strong>bloed</strong>ing<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> leid<strong>en</strong>.<br />

toedi<strong>en</strong><strong>en</strong> van infuus geeft e<strong>en</strong> lagere Ht <strong>en</strong> e<strong>en</strong> hogere pols door lagere viscositeit.<br />

t<strong>en</strong>tam<strong>en</strong>vraag: Oranje ontlasting door billirubine.<br />

Aanvulling<strong>en</strong> vanuit PR1<br />

het totale systeem van erytrocyt<strong>en</strong> inclusief die in het be<strong>en</strong>merg heet ook wel erytron. 3 functies van het


loed zijn br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>, bufferr<strong>en</strong> <strong>en</strong> bescherm<strong>en</strong>.<br />

Het verschil tuss<strong>en</strong> paard<strong>en</strong> <strong>en</strong> runder<strong>bloed</strong> is dat paard<strong>en</strong>erytrocyt<strong>en</strong> aan elkaar gaan plakk<strong>en</strong> als<br />

geldrolletjes (rouleaux vorming) door vermoedelijk combinatie ery's <strong>en</strong> positieve eiwitfactor<strong>en</strong>. dat<br />

gebeurt dus ook alle<strong>en</strong> in paard<strong>en</strong>plasma, <strong>en</strong> niet als de ery's in runderplasma zitt<strong>en</strong>. dit komt alle<strong>en</strong> in<br />

laboratorium voor. hierdoor word<strong>en</strong> ze zwaarder <strong>en</strong> zull<strong>en</strong> dus eerder naar de bodem zink<strong>en</strong>. e<strong>en</strong><br />

erytrocyt zelf is zwaarder dan plasma door op elkaar geplakte eiwitt<strong>en</strong>. mits alle procedures goed<br />

gevolgd zijn heeft het ge<strong>en</strong> invloed op de Ht bepaling,anders natuurlijk wel (bijvoorbeeld tijdslimiet)<br />

om de ht goed te met<strong>en</strong> moet je ongeveer 10 minut<strong>en</strong> c<strong>en</strong>trifuger<strong>en</strong>. wanneer <strong>bloed</strong> verdund wordt is<br />

dit meestal verhouding 9/10.<br />

E<strong>en</strong> <strong>bloed</strong>cel functioneert het beste in e<strong>en</strong> isotoon milieu, e<strong>en</strong> osmolariteit gelijk aan plasma (300mOsm,<br />

0,9%). In e<strong>en</strong> hypotoon milieu neemt de cel water op <strong>en</strong> zal zwell<strong>en</strong>, in e<strong>en</strong> hypertoon milieu gaat er juist<br />

water uit <strong>en</strong> krimpt de cel. Hemolyse vindt plaats als de osmolariteit te sterk daalt, (ze zwell<strong>en</strong><br />

kapot),ongeveer b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong> de 185 mOsm = H50. de Lysisrange is de range tuss<strong>en</strong> h100 <strong>en</strong> H50 <strong>en</strong> bepaalt<br />

dus de homog<strong>en</strong>iteit van de ery-populatie. door e<strong>en</strong> afkapping tuss<strong>en</strong> deze range kun je subpopulaties<br />

achterhal<strong>en</strong>.<br />

De mate van hemolyse kan word<strong>en</strong> bepaald door de hoeveleheid Hb in de supernatant met e<strong>en</strong><br />

spectrometer op 540nm te met<strong>en</strong>, ook kun je de vertroebeling van het plasma bepal<strong>en</strong>. Vrije vetzur<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> galzout<strong>en</strong> <strong>en</strong> oleaat kunn<strong>en</strong> de plasmamebraan destabiliser<strong>en</strong>, het zijn immers bipolaire stoff<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

dus deterg<strong>en</strong>tia. met name in diabetespatiënt<strong>en</strong> kan de hoeveelheid vrije vetzur<strong>en</strong> oplop<strong>en</strong>. normaal<br />

bescherm<strong>en</strong> plasmaeiwit factor<strong>en</strong> deels teg<strong>en</strong> deze stoff<strong>en</strong>. Albumine is hier bijvoorbeeld e<strong>en</strong> voorbeeld<br />

van.<br />

Intacte ery's lat<strong>en</strong> weinig ligt mee in de spectrofometer, veel transmissie is dus weinig intacte ery's. we<br />

met<strong>en</strong> bij het onderzoek naar destabilisatie van het membraan op 640nm omdat je dan niet de Hb meet.<br />

Aanvulling<strong>en</strong> vanuit HC2<br />

_ Bloedverlies<br />

– Uitw<strong>en</strong>dig zichtbaar?<br />

– Zwarte mest (mel<strong>en</strong>a)<br />

_ Verminderde <strong>bloed</strong>aanmaak<br />

– Non-reg<strong>en</strong>eratief <strong>bloed</strong>beeld (let op diersoort!!)<br />

– Be<strong>en</strong>mergbiopt<br />

_ Bloedafbraak<br />

– Hematurie (mits intravasculair)<br />

– Icterus<br />

– Gele ontlasting (GD)<br />

– Spl<strong>en</strong>omegalie (GD)<br />

– Hemolytisch plasma (mits intravasculair)<br />

iso-erytrolysis neonatalis:<br />

Hoe raakt de merrie ges<strong>en</strong>sibiliseerd?<br />

_ Plac<strong>en</strong>tale <strong>bloed</strong>ing bij vorige partus<br />

_ Transplac<strong>en</strong>tale <strong>bloed</strong>ing aan einde dracht<br />

– Vrijwel nooit IE bij 1e veul<strong>en</strong><br />

_ Bloedtransfusie<br />

_ Vaccins/sera bereid via autoloog weefsel<br />

– tetanusserum<br />

Antilicham<strong>en</strong> passer<strong>en</strong> de plac<strong>en</strong>ta NIET, dus ge<strong>en</strong> problem<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s de dracht.<br />

_ Antilicham<strong>en</strong> word<strong>en</strong> de eerste 24 uur in biest uitgescheid<strong>en</strong>


_ Tot e<strong>en</strong> leeftijd van 24-36 uur absorbeert de veul<strong>en</strong>darm antilicham<strong>en</strong><br />

_ Antilicham<strong>en</strong> bind<strong>en</strong> aan erythrocytantige<strong>en</strong><br />

2 manier<strong>en</strong> :<br />

_ Extravasculaire haemolyse<br />

– reticulo<strong>en</strong>dotheliaal systeem : erythrophagocytose<br />

_ Intravasculaire haemolyse<br />

– complem<strong>en</strong>t gemedieerde intravasculaire haemolyse<br />

Diagnostiek in het lab<br />

_ Aanton<strong>en</strong> van immunoglobuline op de erythrocyt van het veul<strong>en</strong> : Directe antiglobuline test<br />

(COOMBS-test)<br />

_ Aanton<strong>en</strong> van zelfde immunoglobuline in het serum van de merrie : Indirecte antiglobuline test<br />

Bij het vark<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zowel antilicham<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> rode <strong>bloed</strong>cell<strong>en</strong> (iso-erytrolyse) als teg<strong>en</strong> de<br />

<strong>bloed</strong>plaatjes (trombocytop<strong>en</strong>ie purpura) voorkom<strong>en</strong>.<br />

bij de m<strong>en</strong>s hebb<strong>en</strong> we het probleem met de Rhesusfactor, alle<strong>en</strong> hierbij is passage door de plac<strong>en</strong>ta<br />

juist e<strong>en</strong> probleem.<br />

terminologie rode <strong>bloed</strong>beeld:<br />

anisocytose: ongelijke grootte ery's<br />

hyperchromasie: ery's hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> diepe rode kleur, MCHC normaal, of hoog<br />

hypochromosie: vage kleur ery's, MCHC te laag dus te weinig Hb<br />

microcytair: te klein, MCV te laag<br />

poikilocytose: verschill<strong>en</strong>de vorm<strong>en</strong> ery's<br />

polychromasie: met RNA<br />

Reg<strong>en</strong>eratief beeld: anisocytose, polychromasie, reticulo bov<strong>en</strong> 2%, normoblast<strong>en</strong>.<br />

hemorragische diathese<br />

dit is e<strong>en</strong> verhoogde <strong>bloed</strong>ingsneiging, dit hoeft niet altijd zichtbaar te zijn. het probleem kan op zichzelf<br />

staand, zoals bij hemofilie/ ziekte von Willebrand, of secundair, DIS/be<strong>en</strong>mergprobleem door infectie.<br />

Leverziekt<strong>en</strong> zijn ook vaak oorzaak van e<strong>en</strong> afwjjk<strong>en</strong>de hemostase, omdat deze stollingsfactor<strong>en</strong><br />

produceert.<br />

E<strong>en</strong> hemoraggische diathese kan lang occult blijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> pas aan het licht kom<strong>en</strong> na zeer ernstig trauma.<br />

de ernst van de stollingsstoornis, de locatie van het trauma <strong>en</strong> de aard spel<strong>en</strong> hierbij e<strong>en</strong> belangrijke rol.<br />

hypovolemie of shock kan het gevolg zijn, <strong>en</strong> anemie als gevolg van ijzerverlies. <strong>bloed</strong>ing<strong>en</strong> zijn<br />

daarnaast gevaarlijk omdat ze organ<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verdring<strong>en</strong>, <strong>en</strong> locomotie verstor<strong>en</strong>. soms zi<strong>en</strong> we alle<strong>en</strong><br />

het leverfal<strong>en</strong> duidelijk in icterus maar de stollingsstoornis als gevolg blijft occult.<br />

Hemostase is niet alle<strong>en</strong> stolling maar het hele proces van <strong>bloed</strong>stelp<strong>en</strong>.<br />

Beschadiging van de <strong>bloed</strong>vatwand bevat e<strong>en</strong> aantal ope<strong>en</strong>volg<strong>en</strong>de process<strong>en</strong> die <strong>bloed</strong>verlies tot e<strong>en</strong><br />

minumum prober<strong>en</strong> te beperk<strong>en</strong>.<br />

Sam<strong>en</strong>spel van & {Actie}<br />

• Spiercell<strong>en</strong> in de vaatwand {Contractie}<br />

• Endotheliale cell<strong>en</strong> in de vaatwand {Secretie}<br />

• Bloedplaatjes {Adhesie & Activering & Aggregatie}<br />

• Stollingscascade {Trombine Fibrine-netwerk}<br />

• Anti- stollingsfactor<strong>en</strong> {Anti-trombine, Heparine}<br />

• Ont- stollingsfactor<strong>en</strong> {Plasmine, TissuePlasminog<strong>en</strong>Activator


Volgorde in de tijd Effect<br />

1. Vasoconstrictie Kraan dicht, 1 seconde<br />

Weefselfactor →[ trombine ]<br />

Ander oppervlak<br />

2. Plug van actieve <strong>bloed</strong>plaatjes Noodverband 1 minuut<br />

(primaire trombus)<br />

3. Stollingscascade TROMBINE Fibrine ‘Verbandgaas’ 5 minut<strong>en</strong><br />

Trombus/Stolsel<br />

4. Contractie stolsel Herstel <strong>bloed</strong>flow 1 uur<br />

begin fibrinolyse<br />

5. Herstel van de laesie Wondheling 1 dag<br />

plaatje p. 44.<br />

De <strong>bloed</strong>vatwand<br />

na trauma contraheert de <strong>bloed</strong>vatwand direct, dit om de <strong>bloed</strong>ing te beperk<strong>en</strong>. kleine wondjes<br />

beginn<strong>en</strong> daarom pas na e<strong>en</strong> paar minut<strong>en</strong> met <strong>bloed</strong><strong>en</strong>. bij becshadiging van de vatawand kom<strong>en</strong><br />

ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s sub<strong>en</strong>dotheliale structur<strong>en</strong> (intrinsieke stolling)aan het licht die de bloeplaatjes do<strong>en</strong><br />

neerslaan <strong>en</strong> de stollingscascade in gang zett<strong>en</strong>.e<strong>en</strong> abnormale structuur van de vaatwand kan voor<br />

problem<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong>. normaal onbeschadigd <strong>en</strong>dotheel heeft 3 eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> die de stolling <strong>en</strong><br />

aanhechting van plaatjes voorkomt: <strong>en</strong>e negatief gelad<strong>en</strong> oppervlak, synthese van inhibitor<strong>en</strong> voor<br />

plaatjes <strong>en</strong> fibrine <strong>en</strong> secretie van fibrine degradatieactivator<strong>en</strong>. de drie verandering<strong>en</strong> die ontstaan bij<br />

beschadiging van het <strong>en</strong>dotheel zijn: migratie van weefselfactor<strong>en</strong> naar het oppervlak, ton<strong>en</strong> van de vWF<br />

<strong>en</strong> secretie van fibrinolyse inhibitor<strong>en</strong>.<br />

de <strong>bloed</strong>plaatjes:<br />

deze zijn fragm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> van de megakaryot<strong>en</strong> in het be<strong>en</strong>merg, zonder celkern<strong>en</strong> wel substructur<strong>en</strong>. de<br />

lev<strong>en</strong>sduur is 10-12 dag<strong>en</strong> <strong>en</strong> het grootste deel is opgeslag<strong>en</strong> in de milt. de <strong>bloed</strong>plaatjes bevatt<strong>en</strong><br />

granul<strong>en</strong> die tijd<strong>en</strong>s de cascade kunn<strong>en</strong> vrijkom<strong>en</strong> <strong>en</strong> op die manier <strong>en</strong>zym<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> vrijlat<strong>en</strong>.de d<strong>en</strong>se<br />

granules bevatt<strong>en</strong> mediator<strong>en</strong> (zoals seretonine, vaatwandcontractie) , de alpha granules allerlei<br />

factor<strong>en</strong> zoals de vWF <strong>en</strong> fibrinoge<strong>en</strong>. de belangrijkste functie van de <strong>bloed</strong>plaatjes zijn:<br />

1. primaire trombus: dit door interactie van de plaatjes met de vaatwand, ze plakk<strong>en</strong> vast aan<br />

sub<strong>en</strong>dotheliale structur<strong>en</strong>. fibronectine, vWF <strong>en</strong> collage<strong>en</strong> help<strong>en</strong> bij deze adhesie. dit do<strong>en</strong> ze<br />

met behulp van glycoproteïn<strong>en</strong> op hun oppervlak. hierbij komt ADP vrij wat de plaatjes plakkerig<br />

maakt <strong>en</strong> zo ook langstrom<strong>en</strong>de plaatjes word<strong>en</strong> gevang<strong>en</strong>. bij sterke adhesie komt beov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />

TxA2 vrij, wat verdere uitstoting van de granulae mogelijk maakt. onder invloed van TxA2 <strong>en</strong><br />

trombine vorm<strong>en</strong> de plaatjes ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s filopodiën waarmee ze elkaar kunn<strong>en</strong> grijp<strong>en</strong>. De<br />

trombine die hiervoor nodig is, is inmiddels uit de extrinsieke stolling gekom<strong>en</strong>.<br />

2. help<strong>en</strong> voor de secundiare trombus: bij grotere <strong>bloed</strong>ing<strong>en</strong> is de primaire trombus niet<br />

voldo<strong>en</strong>de om de <strong>bloed</strong>ing te stelp<strong>en</strong> <strong>en</strong> di<strong>en</strong>t in ditgeval meer als basis voor de secundaire<br />

trombus. dit do<strong>en</strong> ze voornamelijk door aan hun oppervlakte fosfolipid<strong>en</strong>, plaatjesfactor 3 (PF3)<br />

te verton<strong>en</strong>. dit is belangrijk bij de stollingscascade <strong>en</strong> vormt e<strong>en</strong> fundam<strong>en</strong>t voor de<br />

fibrineafzetting welke dus voornamelijk aan het oppervlak van de plaatjes zal plaatsvind<strong>en</strong>.<br />

3. versteviging van het stolsel: tijd<strong>en</strong>s de fibrinevorming hecht<strong>en</strong> de filopodiën zich aan de<br />

fibrinedrad<strong>en</strong> <strong>en</strong> trekk<strong>en</strong> hier aan met behulp van trombost<strong>en</strong>ine, deze stof komt uit de plaatjes


<strong>en</strong> is id<strong>en</strong>tiek aan actine/myosine in spiercontractie. het serum wordt uitgeperst <strong>en</strong> het stolsel<br />

wordt steviger.<br />

E<strong>en</strong> ander ezelfsbruggetje of functietoek<strong>en</strong>ning is: adhesie, activering (vorm verandering,<br />

secretie) <strong>en</strong> aggregatie (primaire trombus)<br />

de Von Willebrand factor<br />

dit wordt in het <strong>en</strong>dotheel <strong>en</strong> de megakaryot<strong>en</strong> gesynthetiseerd <strong>en</strong> komt dus uit beide cell<strong>en</strong> vrij.<br />

ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s komt het vrij in het plasma voor. het heeft twee belangrijke functies:<br />

1. legt verbinding tuss<strong>en</strong> plaatjes <strong>en</strong> collage<strong>en</strong> bij adhesie aan sub<strong>en</strong>dotheel<br />

2. het is e<strong>en</strong> drager molecuul van stollingsfactor VIII <strong>en</strong> beschermt deze ook. de vWF hoort bij de<br />

primaire hemostase maar door deze tweede functie ook gedeeltelijk bij de secundaire. toch zul<br />

je dit in de PT waarde niet echt merk<strong>en</strong>.<br />

het stollingsmechanisme<br />

de <strong>bloed</strong>stolling bestaat naast e<strong>en</strong> aantal andere factor<strong>en</strong> uit 9 belangrijke factor<strong>en</strong>. elke stap in de<br />

stollingscascade vormt e<strong>en</strong> stof dat door <strong>en</strong>zymatische omzetting in e<strong>en</strong> andere stof wordt omgezte. dit<br />

proces verloopt opbouw<strong>en</strong>d, dus de beginstoff<strong>en</strong> van de cascade zijn in lagere conc<strong>en</strong>traties aanwezig<br />

dan de eindstoff<strong>en</strong> zoals fibrine. op deze manier is dus weinig nodig voor veel fibrine. het uiteindelijke<br />

doel van de stollingscascade is ook het vorm<strong>en</strong> van fibrine via trombine. de voorlopers van de<br />

coagulans<strong>en</strong> zijn dus ook pro<strong>en</strong>zym<strong>en</strong> of procoagulans<strong>en</strong>. e<strong>en</strong> aantal procoagulantie zijn voor hun<br />

productie afhankelijk van vitaminie K, dit zijn 7, 9, 10 <strong>en</strong> protrombine (2). in het begin zijn er veel<br />

feedback mechanism<strong>en</strong> die de stolling onder controle kunn<strong>en</strong> houd<strong>en</strong>, later in het proces wordt dit<br />

moeilijker. macroscopisch is alle<strong>en</strong> het eindstadium waarneembaar in de vorm van fibrinedrad<strong>en</strong>. de<br />

dwarsverbinding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> deze drad<strong>en</strong> ontstaan door factor 13. We hebb<strong>en</strong> twee soort<strong>en</strong><br />

stollingsmechanism<strong>en</strong>:<br />

intrinsieke stolling:<br />

deze wordt geactiveerd door het contact met sub<strong>en</strong>dotheliale structur<strong>en</strong> zoals collage<strong>en</strong> <strong>en</strong> is belangrijk<br />

bij grotere trauma's. het is gericht op het mak<strong>en</strong> van grote hoeveelhed<strong>en</strong> fibrine. het oppervlak van het<br />

weefsel (negatief gelad<strong>en</strong>, of glas in vitro) komt in contact met factor 12. na dit contact ontstaat er e<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong>zymcomplex waarin zowel factor 12 als 11 e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>. dit complex activeert factor 9 wat sam<strong>en</strong><br />

met factor 8 e<strong>en</strong> nieuw complex vormt. deze twee factor<strong>en</strong> word<strong>en</strong> via e<strong>en</strong> fosfolipide aan elkaar<br />

verbond<strong>en</strong> (afkomstig van de PF3 van <strong>bloed</strong>plaatjes) <strong>en</strong> voor de binding van 9 aan de PF3 zijn


calciumion<strong>en</strong> nodig. complex 8-9 activeert factor 10 welke sam<strong>en</strong> met factor 5 weer e<strong>en</strong> complex vormt.<br />

ook deze twee zijn aan elkaar gekoppeld door PF3 <strong>en</strong> calcium.<br />

extrinsieke stolling:<br />

deze kan veel sneller spor<strong>en</strong> van fibrine vorm<strong>en</strong> door complex 5-10 sneller te vorm<strong>en</strong> mara heeft als<br />

voornamelijk doel het activer<strong>en</strong> van de <strong>bloed</strong>plaatjes. . het gevolg is (door geringere ope<strong>en</strong>stapeling) dat<br />

er veel minder fibrine wordt gevormd dan bij de intrinsieke stolling het is dus ideaal bij microlaesies. in<br />

dit pad activeert weefseltromboplastine, dat vrijkomt uit <strong>en</strong>dotheel <strong>en</strong> andere beschadigde cell<strong>en</strong> bij<br />

trauma, factor 7. geactiveert factor 7 induceert direct de vorming van het 5-10 complex. de<br />

complexvorming is korter <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s niet afhankelijk van het PF3 op <strong>bloed</strong>plaatjes, daarom gaat het<br />

ook sneller. weefseltromboplastine kan zelf de functie van PF3 vervull<strong>en</strong>.<br />

het 5-10 complex zet uiteindelijk protrombine naar trombine om <strong>en</strong> trombine zet fibrinoge<strong>en</strong> naar<br />

fibrine (polymerisatie) om. trombine maakt van fibrinoge<strong>en</strong> monomer<strong>en</strong> door afsplitsing fibrinopeptid<strong>en</strong><br />

welke spontaan polymeriser<strong>en</strong> tot fibrine. factor 13 zorgt voor de dwarsverbinding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de drad<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> klaar!activatie <strong>bloed</strong>plaatjes & regulatie fibrinolyse. voor zowel de stolling als de fibrinolyse zijn<br />

activer<strong>en</strong>de <strong>en</strong> remm<strong>en</strong>de eiwitt<strong>en</strong> in de circulatie.<br />

Trombine is eig<strong>en</strong>lijk het sleutel<strong>en</strong>zym in de hemostase <strong>en</strong> heeft naast fibrine vorming nog twee andere<br />

functies: regulatie fibrinolyse <strong>en</strong> activatie <strong>bloed</strong>plaatjes. ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s heeft trombine e<strong>en</strong> zelf stimuler<strong>en</strong>d<br />

effect via activatie meerdere weefselfactor<strong>en</strong>.<br />

zorg<strong>en</strong> dat de stolling niet uit de hand loopt door:<br />

1. Na proteolytische activering word<strong>en</strong> stollingsfactor<strong>en</strong> labiel (t½ ~ sec - min)<br />

2. Kleine actie-radius door fixatie bij de laesie (Ca2+ - brugg<strong>en</strong> met vaatwand-fosfolipid<strong>en</strong>)<br />

3. Neutralisatie door circuler<strong>en</strong>de antistollingsfactor<strong>en</strong> (anti-trombine, heparine etc.)<br />

4. proteïne C zorgt ervoor dat trombine aan trombomoduline bindt <strong>en</strong> zo niet meer de plaatjes kan<br />

activer<strong>en</strong><br />

5. serine protease inhibitor<strong>en</strong>: antitrombine III is hier e<strong>en</strong> voorbeeld van, inhibeert factor<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

trombine door <strong>en</strong> complex met trombine <strong>en</strong> factor 10 te vorm<strong>en</strong>.<br />

Punt 4 <strong>en</strong> 5 zijn beid<strong>en</strong> trombine inhibitor<strong>en</strong>, 4 als co-factor, 5 door eig<strong>en</strong> binding.<br />

fibrinolyse:<br />

om de trombus weer op te ruim<strong>en</strong> wordt plasminoge<strong>en</strong> omgezet in plasmine, dit kan via intrinsieke <strong>en</strong><br />

extrinsieke activatie <strong>en</strong> loopt parallel aan de stolling. hiervoor is t<strong>en</strong>minste plasmine activator nodig, t-<br />

PA. het kan geactiveed door beschadigde cell<strong>en</strong> of factor 12 uit de cascade. plasminoge<strong>en</strong> is aan fibrine<br />

gehecht <strong>en</strong> is dus alle<strong>en</strong> werkzaam op locatie van stolling. plasmine breekt fibrine af tot kleine<br />

polypeptid<strong>en</strong> (FDP's) welke door het RES word<strong>en</strong> opgeruimd, voornamelijk in de lever. hoge<br />

conc<strong>en</strong>traties FDP's hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> remming op de stolling (factor in DIS). de contractie <strong>en</strong> uitpersing van<br />

serum gebeurt ook onder invloed van plasmine.<br />

Let wel!!! t<strong>en</strong>tam<strong>en</strong>vraag: plasminoge<strong>en</strong> is al vanaf het begin aanwezig, wordt niet in de cascade<br />

gevormd, zoals bijvoorbeeld met fibrinoge<strong>en</strong> het geval is.<br />

in het lichaam kom<strong>en</strong> natuurlijke antistollingsmiddel<strong>en</strong> voor, bijvoorbeeld ATIII. deze vormt e<strong>en</strong> complex<br />

met trombine <strong>en</strong> andere factor<strong>en</strong> waardoor de stolling niet plaatsvindt. Heparine bootst dit effectmet<br />

e<strong>en</strong> 100voud na. ATIII <strong>en</strong> heparine mak<strong>en</strong> trombine kapot <strong>en</strong> zijn dus niet revesibele middel<strong>en</strong>.<br />

De reactie van de <strong>bloed</strong>plaatjes, intrinsieke <strong>en</strong> extrinsieke stolling verlop<strong>en</strong> parallel <strong>en</strong> beïnvloed<strong>en</strong>


elkaar zodanig.<br />

weefselherstel gebeurt door de productie van groeifactor<strong>en</strong> uit de <strong>bloed</strong>plaatjes. trombocytop<strong>en</strong>ie kan<br />

dus ook voor te weinig weefselherstel zorg<strong>en</strong>.<br />

pathologie van de hemostase:<br />

ondanks dat de verschill<strong>en</strong>de pad<strong>en</strong> parallel lop<strong>en</strong> is het van belang e<strong>en</strong> onderscheid te mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />

stoorniss<strong>en</strong> in de primaire, secundaire of beid<strong>en</strong> hemostase. de primaire is de plaatjesrecatie, de<br />

secundaire de hele cascade.<br />

stoornis in de primaire hemostase: (APTT, PT <strong>en</strong> fibrinoge<strong>en</strong> normaal, evt. trombocyt<strong>en</strong> verlaagd, CBT<br />

verl<strong>en</strong>gd)<br />

deze wordt gek<strong>en</strong>merkt door petechieën. dit omdat de eerste kleine <strong>bloed</strong>ing niet gestopt wordt maar<br />

zodra het groter wordt de nog wel werk<strong>en</strong>de cascade alsnog geactiveerd wordt. e<strong>en</strong> betrekkelijk groot<br />

trauma kan ook leid<strong>en</strong> tot grotere <strong>bloed</strong>ing<strong>en</strong> omdat de primaire trombus als fundam<strong>en</strong>t voor de<br />

secundaire ontbreekt. dit is echter zeldzamer. kleine <strong>bloed</strong>ing<strong>en</strong> in huid, tandvlees of slijmvlies staan dus<br />

ook op de voorgrond.<br />

1. Trombocytop<strong>en</strong>ie kan leid<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> stoornis in de primaire hemostase <strong>en</strong> is de belangrijkste<br />

oorzaak binn<strong>en</strong> de dierg<strong>en</strong>eeskunde. e<strong>en</strong> serieuze trombop<strong>en</strong>ie hoeft echter niet tot problem<strong>en</strong><br />

te leid<strong>en</strong> ivm de grote overmaat aan trombocyt<strong>en</strong>. trombop<strong>en</strong>ie kan berust<strong>en</strong> op verminderde<br />

productie in het be<strong>en</strong>merg, verhoogd verbuik (DIS) of sekwestratie in milt <strong>en</strong> long<strong>en</strong>. het kan<br />

ontstaan door infectie, medicijn<strong>en</strong>, autoimmuunziekte of idiopathisch (ge<strong>en</strong> duidelijke oorzaak).<br />

dit laatste kan gepaard gaan met erytrocyt<strong>en</strong> afbraak (immuungemedieerd).<br />

- purpura hemorraghica: dit is e<strong>en</strong> ziekte bij paard<strong>en</strong> die steeds minder voorkomt.het is<br />

e<strong>en</strong> immuungemedieerde reactie waardoor vat<strong>en</strong> gaan lekk<strong>en</strong>. in het begin treedt ook<br />

e<strong>en</strong> trombocytop<strong>en</strong>ie op <strong>en</strong> wordt dus gek<strong>en</strong>merkt door punt<strong>bloed</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> oedeem.<br />

het is secundair <strong>en</strong> het paard maakt eerst e<strong>en</strong> andere infectie door, bijvoorbeeld droes.<br />

het is te behandel<strong>en</strong> met immunosuppressie maar paard<strong>en</strong> gaan vaak eerder dood door<br />

<strong>bloed</strong>ing<strong>en</strong> of bijkom<strong>en</strong>de infectie.<br />

-trombocytop<strong>en</strong>ie purpura vark<strong>en</strong>: hierbij zijn er antilicham<strong>en</strong> van de zeug teg<strong>en</strong> de<br />

trombocyt<strong>en</strong> van de big. er zijn <strong>bloed</strong>ing<strong>en</strong> door het hele lichaam te zi<strong>en</strong>, met name<br />

buikhuid <strong>en</strong> krass<strong>en</strong>. wordt voornamelijk waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> bij bigg<strong>en</strong> van 14-30 dag<strong>en</strong>. ook<br />

de mest kan <strong>bloed</strong> bevatt<strong>en</strong> <strong>en</strong> de bigg<strong>en</strong> gaan snel dood. ge<strong>en</strong> therapie, ev<strong>en</strong>tueel<br />

overlegg<strong>en</strong> naar andere toom. DDx, anemie door iso-erytrolyse.<br />

- trombocytop<strong>en</strong>ie hond kat immuungemedieerd (ITP): meestal is dit idiopathisch, <strong>en</strong><br />

k<strong>en</strong>merkt zich door kleine <strong>bloed</strong>ing<strong>en</strong> waaronder petechieën <strong>en</strong> ecchymos<strong>en</strong><br />

(vlek<strong>bloed</strong>ing<strong>en</strong>). <strong>bloed</strong>ing<strong>en</strong> in het maag-darmkanaal kan lijd<strong>en</strong> tot mael<strong>en</strong>a, anemie<br />

kan optred<strong>en</strong>. e<strong>en</strong> reactieve ITP kan als gevolg van infectie medicijn<strong>en</strong> of tumor<strong>en</strong><br />

plaatsvind<strong>en</strong>, wat dan als trigger voor de antilichaam productie di<strong>en</strong>t. immunosuppressie<br />

leidt meestal tot herstel.<br />

2. trombocytopathie: ze kunn<strong>en</strong> aangebor<strong>en</strong> zijn maar meestal verkreg<strong>en</strong>. e<strong>en</strong> bek<strong>en</strong>de is het<br />

gebruik van NSAID's, zoals aspirine, welke de synthese van TxA2 (<strong>en</strong> prostaglandin<strong>en</strong>) stillegg<strong>en</strong>.<br />

het gevaar zit hem niet in het milde gebruik maar de combinatie van deze met andere factor<strong>en</strong><br />

zoals de ziekte von Willebrand.


3. vaatwandafwijking<strong>en</strong>: deze hebb<strong>en</strong> invloed op de plaatjesadhesie <strong>en</strong> de intrinsieke stolling. ze<br />

kunn<strong>en</strong> cong<strong>en</strong>itaal zijn of verkreg<strong>en</strong> <strong>en</strong> het laatste meest waarschijnlijke. e<strong>en</strong> voorbeeld hiervan<br />

is bij vaatwandontsteking. omdat de doorlaatbaarheid van de vaatwand verhoogd is zi<strong>en</strong> we<br />

combinaties van punt<strong>bloed</strong>ing<strong>en</strong> <strong>en</strong> oedeem. Ook hier dus pupura hemorraghica bij het paard.<br />

-klassieke vark<strong>en</strong>spest: binn<strong>en</strong>komst via voorste luchtweg<strong>en</strong> --> macrofag<strong>en</strong> --.<br />

lymfeknop<strong>en</strong> --. vermeerdering --. naar <strong>en</strong>dotheelcell<strong>en</strong>. gevolg<strong>en</strong> door vermeerdering<br />

zelf als door ontstekingsmediator<strong>en</strong>. stollingscascade in gang gezet <strong>en</strong> beschadiging<br />

<strong>en</strong>dotheel. vandaar zowel <strong>bloed</strong>ing<strong>en</strong> als trombose. door opgebruik ook verschijnsel<strong>en</strong><br />

van DIS. er zijn e<strong>en</strong> tal van verschijnsel<strong>en</strong> maar ook petechieën.<br />

4. ziekte von Willebrand: dit is e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>etische afwijking die leidt tot defect in vWF productie. het<br />

heeft e<strong>en</strong> scala aan verschill<strong>en</strong>de verschijnsel<strong>en</strong>, afhankelijk van de loci van het defect.<br />

bijvoorbeeld: aanhechting <strong>bloed</strong>plaatje, aanhechting collage<strong>en</strong>, polymerisatie <strong>en</strong> stollingsfactor<br />

8 aanhechting. meestal is er nog <strong>en</strong>ige activiteit van vWF, is de diathese occult. vWF speelt<br />

vooral <strong>en</strong>e rol bij snelstrom<strong>en</strong>d <strong>bloed</strong>, in capillair<strong>en</strong> minder, daarom zi<strong>en</strong> we ook niet vaak kleine<br />

petechieën bij deze aando<strong>en</strong>ing. meestal word<strong>en</strong> <strong>bloed</strong>ing<strong>en</strong> pas na trauma gezi<strong>en</strong>. het Kooiker<br />

hondje (ontbreekt compleet) <strong>en</strong> Dobermann (lichte deficiëntie) is erg gevoelig. vWF kan word<strong>en</strong><br />

toegedi<strong>en</strong>d.<br />

stoornis in de secundaire hemostase (APTT, PT verl<strong>en</strong>gd, trombocyt<strong>en</strong> normaal, CBT normaal,<br />

fibrinoge<strong>en</strong> bij lev<strong>en</strong> kapot verlaagd):<br />

deze variant is ernstiger <strong>en</strong> wordt gek<strong>en</strong>merkt door grotere <strong>bloed</strong>ing<strong>en</strong> maar juist ge<strong>en</strong> petechieën. d<strong>en</strong>k<br />

hierbij aan hematom<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>bloed</strong>ing<strong>en</strong> in buik <strong>en</strong> thorax.<br />

1. cong<strong>en</strong>itaal: meestal door het ontbrek<strong>en</strong> van eén stollingsfactor, hemofilie. Vaak is dit factor 8<br />

(klassieke hemofilie), wat vrijwel uitsluit<strong>en</strong>d bij mann<strong>en</strong> voorkomt. het procoagulans is meestal<br />

wel aanwezig maar door mutatie veranderd. het geeft pas problem<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> activiteit minder<br />

dan 30%. hemofilie B is e<strong>en</strong> factor 9 deficiëntie maar komt minder vaka voor. andere factor<strong>en</strong><br />

die e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong> zijn zeer zeldzaam. naast de activiteit van de factor speelt ook de positie in de<br />

cascade e<strong>en</strong> rol. Protrombine deficiëntie is bijvoorbeeld niet lev<strong>en</strong>svatbaar, factor 8 wel door<br />

overname van de extrinsieke stolling.<br />

2. verkreg<strong>en</strong> stollingsstoornis: dit kan kom<strong>en</strong> door verstoorde leverfunctie, omdat daar de<br />

factor<strong>en</strong> gemaakt word<strong>en</strong>. dan zijn dus ook de APTT, de PT <strong>en</strong> de fibrinoge<strong>en</strong>conc<strong>en</strong>tratie<br />

verlaagd/verl<strong>en</strong>gd.<br />

- E<strong>en</strong> vitamine K deficiëntie zorgt ook voor stollingsproblem<strong>en</strong> omdat K nodig is voor de<br />

productie van e<strong>en</strong> aantal factror<strong>en</strong> bij post translationele modificaties (vitamine K is e<strong>en</strong><br />

cofactor). de eiwitt<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> carboxylgroep erbij, gamma carboxyglutamaat <strong>en</strong> de<br />

factor<strong>en</strong> e<strong>en</strong> negatievere oppervlakte lading. dit zorgt ervoor dat de aanhechting via<br />

Calcium brugg<strong>en</strong> aan fosfolipid<strong>en</strong> beter verloopt. bij e<strong>en</strong> deficiëntie kunn<strong>en</strong> de<br />

fosfolipidebrugg<strong>en</strong> niet goed gevormd door disfunctionele factor<strong>en</strong>. APTT, PT verl<strong>en</strong>gd,<br />

fibrinoge<strong>en</strong> normaal. e<strong>en</strong> belangrijke vitamine K antagonist is ratt<strong>en</strong>gif (rod<strong>en</strong>ticide).<br />

behandeling met toedi<strong>en</strong>ing K1 of stollingsfactor<strong>en</strong> uit serum. k3 is inactief dus dit<br />

toedi<strong>en</strong><strong>en</strong> werkt niet. de verschijnsel<strong>en</strong> ontstaan pas na <strong>en</strong>kele dag<strong>en</strong> weg<strong>en</strong>s reserv<strong>en</strong><br />

van K.<br />

de laatste factor is het circuler<strong>en</strong> van anticoagulantie zoals heparine. APTT <strong>en</strong> PT<br />

verl<strong>en</strong>gd.


Combinaties van primair <strong>en</strong> secundair (alles abnormaal):<br />

DIS verstoort zowel primair, secundair als fibrinolyse. het is altijd secundair aan e<strong>en</strong> andere ziekte<br />

waarbij het verbruik van trombocyt<strong>en</strong> <strong>en</strong> factor<strong>en</strong> de aanmaak overtreft. er is dus e<strong>en</strong> tekort aan alle<br />

onderdel<strong>en</strong> van de hemostase. ook de hoge conc<strong>en</strong>tratie FDP's speelt e<strong>en</strong> rol, welke de stolling nog<br />

meer remt. naast hemorragische diathese kan tegelijkertijd ook trombose in bepaalde gebied<strong>en</strong><br />

optred<strong>en</strong>. de oorzaak is talrijk, uitgebreide vatawandontsteking, pathologisch vrijkom<strong>en</strong> van grote<br />

hoeveelhed<strong>en</strong> weefseltromboplastine, proteolytische <strong>en</strong>zym<strong>en</strong> zoals slang<strong>en</strong>gif, neoplasieën, uitgebreid<br />

trauma etc. niet elke patiënt krijgt direct <strong>bloed</strong>ing<strong>en</strong>, dit is pas als de onderligg<strong>en</strong>de factor de stolling<br />

blijft aanwakker<strong>en</strong>. e<strong>en</strong> pH verlaging deactiveert ATIII, e<strong>en</strong> antistollingsmiddel. acidose geeft dus ook<br />

stolling. k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor DIS is e<strong>en</strong> verl<strong>en</strong>gde APTT/PT, verlaging fibrinoge<strong>en</strong> <strong>en</strong> trombocytop<strong>en</strong>ie. de<br />

behandeling is gericht op de primaire ziekte. evt. aanvull<strong>en</strong> stollingsfactor<strong>en</strong> <strong>en</strong> remming<br />

stollingsactivatie plus ondersteuning organ<strong>en</strong><br />

hemostase onderzoek:capillaire <strong>bloed</strong>ingstijd voor primaire stolling, trombocyt<strong>en</strong> telling, factor analyse,<br />

bepaling APTT/PT. Bij deze laatste is het <strong>bloed</strong> eerst onstolbaar gemaakt met behulp van citraat, 1 op 9<br />

<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> PLASTIC reageerbuis gestopt. citraat bindt calcium <strong>en</strong> stopt de stolling bij factor 8-9 <strong>en</strong> 5-10.<br />

door overmaat calcium wordt citraat t<strong>en</strong>iet gedaan. het c<strong>en</strong>trifuger<strong>en</strong> op 300rpm is noodzakelijk om<br />

naast de ery's ook de plaatjes kwijt te rak<strong>en</strong>, plaatsjesarm plasma dus. we will<strong>en</strong> namelijk alle<strong>en</strong> kijk<strong>en</strong><br />

naar stollingsfactor<strong>en</strong>. APTT/PT is tijd tuss<strong>en</strong> stolbaar mak<strong>en</strong> <strong>en</strong> zichtbare fibrinevorming.<br />

• fibrinoge<strong>en</strong>conc<strong>en</strong>tratie: na overmaat van trombine is de hoeveelheid gevond<strong>en</strong> fibrine<br />

ev<strong>en</strong>redig aan de fibrinoge<strong>en</strong>conc<strong>en</strong>tratie <strong>en</strong> dus te met<strong>en</strong>. Citraatplasma + Ca2 + trombine<br />

• PT: hierbij wordt weefseltromboplasmine toegevoegd <strong>en</strong> dus de extrinsieke stolling gemet<strong>en</strong>.<br />

Citraatplasma + Ca2 + weefselfactor<br />

• APTT: hierbij wordt naast calcium <strong>en</strong> fosfolipid<strong>en</strong> ook kaoline toegevoegd voor de<br />

contactactivatie. het meet dus de intrinsieke stolling. omdat het plaatjes arm plasma is di<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

de fosfolipid<strong>en</strong> als vervanging voor PF3. Citraatplasma + Ca2 + contactactivator (kaoline)<br />

• vWF: aangetoont met ELISA, probleem bij minder dan 50%. door drager van factor 8 soms ook<br />

APTT aangetast.<br />

Voor primair onderzoek dus trombocyt<strong>en</strong> telling, vWF, <strong>en</strong> capillaire <strong>bloed</strong>ingstijd.<br />

voor Secundair: PT, APTT <strong>en</strong> specifieke factoranalyse.<br />

Combinaties: Pt, APTT, trombocyt<strong>en</strong>getal <strong>en</strong> fibrinoge<strong>en</strong>conc<strong>en</strong>tratie.<br />

Citraat is gangbaar, EDTA is vergelijkbaar. <strong>bloed</strong> moet na afname direct 10 min gec<strong>en</strong>trifugeert <strong>en</strong> dan na<br />

toevoeg<strong>en</strong> citraat bij 4grad<strong>en</strong> bewaard.<br />

aanvulling<strong>en</strong> uit WC4<br />

vogels <strong>en</strong> reptiel<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> factor 12, ze hebb<strong>en</strong> dus ge<strong>en</strong> intrinsieke stolling, contact activatie. dit<br />

wordt opgevang<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> sterk positief feedback systeem van de extrinsieke stolling. factor 7 zorgt<br />

uiteindelijk dus wel voor g<strong>en</strong>oeg trombine. stressfactor<strong>en</strong> <strong>en</strong> andere omgevingsfactor<strong>en</strong> spel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol<br />

in de stolling, ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s hebb<strong>en</strong> jonge dier<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> dag of 10 bepaalde factor<strong>en</strong> nog niet.<br />

aanvulling<strong>en</strong> vanuit WC5<br />

----<br />

aanvulling<strong>en</strong> vanuit PR4<br />

het aantal reticulocyt<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in verhouding tot Ht bepaald, wanneer deze verlaagd verlaagd de<br />

verhouding ook. daarom wordt soms deze telling bij anemie aangepast (variatiecoëfficiënt).


E<strong>en</strong> laser-cell counter maakt e<strong>en</strong> analyse op basis van verstrooiing van het licht door cell<strong>en</strong>. De MCV,<br />

MCHC <strong>en</strong> HCH kunn<strong>en</strong> bepaald word<strong>en</strong> <strong>en</strong> als parameters gebruikt voor het celtype.<br />

Voor anemie heeft non-reg<strong>en</strong>eratief e<strong>en</strong> lage MVC <strong>en</strong> MCHC <strong>en</strong> e<strong>en</strong> reg<strong>en</strong>eratief e<strong>en</strong> hoge MCV als<br />

beeld.<br />

T<strong>en</strong>tam<strong>en</strong>vrag<strong>en</strong>:<br />

E<strong>en</strong> infuus toedi<strong>en</strong><strong>en</strong> na e<strong>en</strong> shock geeft: De adem <strong>en</strong> polsfrequ<strong>en</strong>tie zijn gedaald; De pols is krachtiger;<br />

De extremiteit<strong>en</strong> voel<strong>en</strong> warmer aan; De slijmvliez<strong>en</strong> zijn nu bleekroze; CRT < 1 seconde.<br />

aanvulling<strong>en</strong> vanuit HC5<br />

bij acuut dode paard<strong>en</strong> <strong>en</strong> herkauwers, m.n. in het wild mete<strong>en</strong> ook d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> aan Miltvuur.<br />

Symptom<strong>en</strong><br />

• Septikemisch vorm (geg<strong>en</strong>eraliseerd):<br />

– Vaak bij herkauwers<br />

– Dood gevond<strong>en</strong> zonder voorafgaande symptom<strong>en</strong><br />

– Na de dood stroomt <strong>bloed</strong> uit lichaamsop<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> door stollingsstoornis op basis van hypoxie<br />

– Septikemische <strong>bloed</strong>ing<strong>en</strong> slijmvliez<strong>en</strong><br />

– Oedem<strong>en</strong><br />

– Hemorrhagisch ontstok<strong>en</strong> lymfeknop<strong>en</strong><br />

• Keel- <strong>en</strong> darmmiltvuur = lokale vorm<br />

– Andere diersoort<strong>en</strong> bv paard/vark<strong>en</strong>/hond<br />

– Hemorrhagische-necrotiser<strong>en</strong>de ontsteking tonsill<strong>en</strong> <strong>en</strong> retropharyngeale lnn <strong>en</strong> oedeem<br />

– Hemorrhagische-necrotiser<strong>en</strong>de <strong>en</strong>teritis <strong>en</strong> ontsteking darmlymfeknop<strong>en</strong><br />

Diagnostiek<br />

• ZEER BEPERKT IVM GEVAAR VOOR BESMETTING<br />

• Uitstrijkje perifeer <strong>bloed</strong> of vocht oedeem<br />

• Nooit het karkas op<strong>en</strong><strong>en</strong> bij verd<strong>en</strong>king op miltvuur<br />

• Anthrax is aangifteplichtig<br />

• Stamping out wordt gehanteerd in NL = ge<strong>en</strong> therapie<br />

• Verbranding ter plekke de beste oplossing<br />

Leukocyt<strong>en</strong>afwijking<strong>en</strong><br />

lymfocyt<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in de primaire lymfoïde organ<strong>en</strong> geproduceerd, dit zijn het be<strong>en</strong>merg <strong>en</strong> de thymus.<br />

Vogels hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> lymfeknop<strong>en</strong>.<br />

Witte <strong>bloed</strong>cell<strong>en</strong> die in het perifere <strong>bloed</strong> voorkom<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> in polymorfkernige<br />

granulocyt<strong>en</strong>, lymfocyt<strong>en</strong> <strong>en</strong> monocyt<strong>en</strong>. <strong>en</strong> vercshuiving tuss<strong>en</strong> de subgroep<strong>en</strong> kan van diagnostische<br />

waarde zijn. de PMK's word<strong>en</strong> nog verder onderscheid<strong>en</strong> in neutrofiel<strong>en</strong>, basofiel<strong>en</strong> <strong>en</strong> eosinofiel<strong>en</strong>, de<br />

lymfocyt<strong>en</strong> in T <strong>en</strong> B.<br />

In rust neemt e<strong>en</strong> deel van de witte <strong>bloed</strong>cell<strong>en</strong> niet deel aan de <strong>bloed</strong>stroom maar plakt e<strong>en</strong> beetje<br />

teg<strong>en</strong> de <strong>en</strong>dotheelwand. onder invloed van stress <strong>en</strong> adr<strong>en</strong>aline wordt dit marginale deel weer<br />

toegevoegd aan het circuler<strong>en</strong>de <strong>bloed</strong>. Bij de kat is zelfs het marginale deel groter dan het circuler<strong>en</strong>de<br />

deel <strong>en</strong> kan onder invloed van stress het c<strong>en</strong>trale deel wel verdubbel<strong>en</strong>. dit gaat natuurlijk niet gepaard<br />

met to<strong>en</strong>ame van onrijpe cell<strong>en</strong> <strong>en</strong> is puur fysiologisch.<br />

Wanneer je e<strong>en</strong> leukocyt<strong>en</strong> telling doet moet je er dus rek<strong>en</strong>ing mee houd<strong>en</strong> dat deze beïnvloed wordt<br />

door verschill<strong>en</strong>de ding<strong>en</strong>, c<strong>en</strong>trale/marginale deel, productie in het be<strong>en</strong>merg<strong>en</strong> verbruik in de<br />

weefsels.<br />

De aanmaak van leukocyt<strong>en</strong> wordt leukopoëse g<strong>en</strong>oemd. de monocyt<strong>en</strong> <strong>en</strong> granulocyt<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met


name in het be<strong>en</strong>merg gemaakt, terwijl de lymfocyt<strong>en</strong> ook in andere organ<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gemaakt.rijping<br />

vind in het be<strong>en</strong>merg plaats <strong>en</strong> jonge stadia van leukocyt<strong>en</strong> vind<strong>en</strong> we alle<strong>en</strong> onder pathologische<br />

omstandighed<strong>en</strong> in het perifere <strong>bloed</strong>. Verder is er ook e<strong>en</strong> verschil in refer<strong>en</strong>tiewaard<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong><br />

verschill<strong>en</strong>de leukocyt soort<strong>en</strong>. Zo zijn er ontzett<strong>en</strong>d veel segm<strong>en</strong>tkernige neutrofiel<strong>en</strong>, 50-80%. Ook<br />

lymfocyt<strong>en</strong>, 3-30% <strong>en</strong> monocyt<strong>en</strong> 2-10% kom<strong>en</strong> we teg<strong>en</strong>. staafkernig<strong>en</strong> (voorlopers van segm<strong>en</strong>t),<br />

basofiel<strong>en</strong> <strong>en</strong> eosinofiel<strong>en</strong> hor<strong>en</strong> we niet veel te zi<strong>en</strong>.<br />

Onder invloed van corticosteroïd<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> verhoogde uittreding van rijpe cell<strong>en</strong> uit het be<strong>en</strong>merg<br />

<strong>en</strong> verminderde uittreding uit het vaatstelsel (verminderde doorlaatbaarheid). We zi<strong>en</strong> in het <strong>bloed</strong>beeld<br />

dan e<strong>en</strong> verhoging van granulocyt<strong>en</strong> <strong>en</strong> monocyt<strong>en</strong>. Lymfocyt<strong>en</strong> minder omdat deze ook uit andere<br />

gebied<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>. Het effect blijft 12-96 uur waarneembaar.<br />

De neutrofiel<strong>en</strong>, basofiel<strong>en</strong> <strong>en</strong> eosinofiel<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> op basis van kleurstofaffiniteit. De<br />

neutrofiel<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> fagocyter<strong>en</strong>de functie <strong>en</strong> spel<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol bij ontstekinegn. Eosinofiel<strong>en</strong> met<br />

name bij worminfecties, allergieën <strong>en</strong> het opruim<strong>en</strong> van immuuncomplex<strong>en</strong>. basofiel<strong>en</strong> zijn e<strong>en</strong> beetje<br />

onduidelijk.<br />

Ze hebb<strong>en</strong> wel allemaal dezelfde voorlopers. myeloblast - promyelocyt - myelocyt (kan 3x in zichzelf<br />

del<strong>en</strong>) - metamyelocyt - staafkernige - neutrofiel. Het beemerg kan word<strong>en</strong> opgedeeld in e<strong>en</strong> aantal<br />

compartim<strong>en</strong>t<strong>en</strong>:<br />

1. vermeerderings/proliferatiepool: hier vind<strong>en</strong> we voornamelijk myeloblast<strong>en</strong>, promyelocyt<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

metamyelocyt<strong>en</strong>. deze cell<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> nooit in het <strong>bloed</strong>.(doorlooptijd 2 dag<strong>en</strong>)<br />

2. opslag <strong>en</strong> rijpingspool: metamyelocyt<strong>en</strong>, staafkernige <strong>en</strong> segm<strong>en</strong>tkernig<strong>en</strong>. (doorlooptijd 1,5-4<br />

dag<strong>en</strong>)<br />

3. Extramedullaire pool: <strong>bloed</strong> <strong>en</strong> weefsels. e<strong>en</strong> granulocyt blijft niet lang in de <strong>bloed</strong>baan <strong>en</strong><br />

treedt na e<strong>en</strong> uur of 10 toch wel uit naar de weefsels. het <strong>bloed</strong> di<strong>en</strong>t dus voornamelijk als<br />

transportmechanisme naar verschill<strong>en</strong>de weefselgebied<strong>en</strong>.<br />

tijd<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> ontsteking kom<strong>en</strong> er uit allerlei cell<strong>en</strong> hormon<strong>en</strong> vrij, waaronder interleukines die het<br />

be<strong>en</strong>merg stimuler<strong>en</strong>. Dat resulteert in e<strong>en</strong> verhoogde afgifte van rijpe granulocyt<strong>en</strong> uit de opslagpool.<br />

Hierbij kom<strong>en</strong> eerst de segm<strong>en</strong>tkernig<strong>en</strong>, daarna de staafkernig<strong>en</strong> <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel de metamyelocyt<strong>en</strong> vrij.<br />

Wanneer hierdoor meer jongere cell<strong>en</strong> in de circulatie kom<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> we van e<strong>en</strong> linksverschuiving. E<strong>en</strong><br />

tweede effect van de stimulatie van be<strong>en</strong>merg is e<strong>en</strong> verhoogde leukopoëse.<br />

Wanneer de cconsumptie van leukocyt<strong>en</strong> verhoogd is kan dit dus, afhankelijk van de opslagcapaciteit van<br />

het be<strong>en</strong>merg, e<strong>en</strong> linksverschuiving of e<strong>en</strong> leukop<strong>en</strong>ie als gevolg hebb<strong>en</strong>. dit kan elkaar ook in tijd<br />

opvolg<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> leukop<strong>en</strong>ie kan bijvoorbeeld het geval zijn als er heel veel cell<strong>en</strong> uit het <strong>bloed</strong> zijn<br />

getred<strong>en</strong> naar de plaats van ontsteking, dan is er e<strong>en</strong> leukop<strong>en</strong>ie in het <strong>bloed</strong>. E<strong>en</strong> deg<strong>en</strong>eratieve<br />

linksverschuiving is het ontstaan van e<strong>en</strong> leukop<strong>en</strong>ie, e<strong>en</strong> reg<strong>en</strong>eratieve linksverschuiving die van<br />

leukocytose met veel jonge cell<strong>en</strong>. wanneer het be<strong>en</strong>merg de consumptie nog net kan bijhoud<strong>en</strong> maar<br />

er wel veel meer jonge cell<strong>en</strong> in het <strong>bloed</strong> zijn is het ook deg<strong>en</strong>eratief.<br />

Hoe dan ook, de aanwezigheid van e<strong>en</strong> linksverschuiving is k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor e<strong>en</strong> ontsteking. Alle<strong>en</strong> bij<br />

e<strong>en</strong> zeer chronische ontsteking kan e<strong>en</strong> leukocytose plaats vind<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> rechtsverschuiving, hele<br />

oude cell<strong>en</strong>.<br />

Leukop<strong>en</strong>ie kan naast e<strong>en</strong> ontsteking ook het gevolg zijn van e<strong>en</strong> verstoorde be<strong>en</strong>mergfunctie of e<strong>en</strong><br />

andere primaire of secundaire storing van de leukopoëse. Dit gaat dan overig<strong>en</strong>s meestal niet met e<strong>en</strong><br />

linksverschuiving gepaard.<br />

de monocyt is de voorloper van de macrofaag <strong>en</strong> transformeert hierin na rijping in het be<strong>en</strong>merg <strong>en</strong><br />

transport (via <strong>bloed</strong>) naar de weefsels. Monocyt<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> echter wel in de periferie al hun


fagocyter<strong>en</strong>de functie uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>. Dan kun je ook overgangsvorm<strong>en</strong> van monocyt naar macrofaag<br />

waarnem<strong>en</strong> in het <strong>bloed</strong>. Monocytose is e<strong>en</strong> tek<strong>en</strong> van <strong>en</strong>e chronisch proces bij landbouwhuisdier<strong>en</strong>, bij<br />

gezelschapsdier<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> we monocytose ook in de acute fase van e<strong>en</strong> ontsteking aantreff<strong>en</strong>.<br />

Lymfocyt<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong> zich in de lymfoïde organ<strong>en</strong>, de B-cell<strong>en</strong> in de lymfeknop<strong>en</strong> <strong>en</strong> milt, de T-cell<strong>en</strong><br />

in de Thymus. Morfologisch zijn T <strong>en</strong> B cell<strong>en</strong> niet te onderscheid<strong>en</strong>. De cell<strong>en</strong> proliferer<strong>en</strong> ondre invloed<br />

van antige<strong>en</strong> stimulatie in plasmacell<strong>en</strong> of lymfoblast<strong>en</strong>. Deze laatste kom<strong>en</strong> alle<strong>en</strong> onder pathologische<br />

omstandighed<strong>en</strong> voor in het perifere <strong>bloed</strong>. Bij jonge dier<strong>en</strong> is het aantal lymfocyt<strong>en</strong> hoger dan bij<br />

volwass<strong>en</strong> dier<strong>en</strong>. Corticosteroïd<strong>en</strong> onderdrukk<strong>en</strong> recirculatie van lymfocyt<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong><br />

lymfolyse teweeg br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> (immunosuppressie). leukocytose wordt gezi<strong>en</strong> bij chronische ontsteking<strong>en</strong>,<br />

herstelfase van viruss<strong>en</strong> <strong>en</strong> lymfatische leukemie.<br />

Bij de beoordeling van het witte <strong>bloed</strong>beeld kijk<strong>en</strong> we naast de verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de cell<strong>en</strong> ook naar<br />

de morfologie van de cell<strong>en</strong>. Na het berek<strong>en</strong><strong>en</strong> van de verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de witte <strong>bloed</strong>cell<strong>en</strong> moet<strong>en</strong><br />

ook de absolute aantall<strong>en</strong> word<strong>en</strong> berek<strong>en</strong>d, dit natuurlijk omdat dan e<strong>en</strong> lymfocytose <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

granulop<strong>en</strong>ie op dezelfde verhouding<strong>en</strong> zoud<strong>en</strong> neerkom<strong>en</strong> maar wel e<strong>en</strong> andere interpretatie<br />

behoev<strong>en</strong>.<br />

Begripp<strong>en</strong> ter omschrijving van het witte <strong>bloed</strong>beeld:<br />

Adr<strong>en</strong>aline geïnduceerd: stijging alle <strong>bloed</strong>cell<strong>en</strong>, wit <strong>en</strong> rood.<br />

cortico-steroïd<strong>en</strong> geïnduceerd: to<strong>en</strong>ame monocyt<strong>en</strong> <strong>en</strong> rijpe granulocyt<strong>en</strong>, afname lymfocyt<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

eosinofiel<strong>en</strong>.<br />

Algeme<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame cytose of filie, afname p<strong>en</strong>ie als achtervoegsel.<br />

Ontstekings<strong>bloed</strong>beeld gaat meestal gepaard met e<strong>en</strong> deg<strong>en</strong>eratieve of reg<strong>en</strong>eratieve linksverschuiving.<br />

Zeer chronisch niet met e<strong>en</strong> linksverschuiving, wel e<strong>en</strong> monocytose <strong>en</strong> e<strong>en</strong> lymfocytose.<br />

Rechtsverschuiving is e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>ame van aantal segm<strong>en</strong>tkernig<strong>en</strong>, hypersegm<strong>en</strong>tatie, zonder<br />

linksverschuiving.<br />

aanvulling<strong>en</strong> vanuit HC8<br />

Immuundeficiënties kunne primair of secundair zijn, primair is cong<strong>en</strong>itaal <strong>en</strong> gepaard met e<strong>en</strong> mutatie,<br />

secundair is verkreg<strong>en</strong>. het type infectie kan gebruikt word<strong>en</strong> als richtlijn om te bepal<strong>en</strong> welk deel van<br />

het immuunsysteem naar de knopp<strong>en</strong> is. E<strong>en</strong> infectie met pusvorm<strong>en</strong>de bacterieën is e<strong>en</strong> probleem met<br />

macrofag<strong>en</strong>, antilicham<strong>en</strong> of complem<strong>en</strong>t. E<strong>en</strong> grote gevoeligheid voor huidschimmel is daar<strong>en</strong>teg<strong>en</strong><br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor T-lymfocyt<strong>en</strong>. De meeste deficiënties zijn X-chromosomaal <strong>en</strong> recessief. het kan voor<br />

zowel het adaptieve als het aangebor<strong>en</strong> systeem zijn. Cong<strong>en</strong>itale afwijking<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> niet heel vaak<br />

voor. Dit komt ook omdat er meerdere comp<strong>en</strong>satoire system<strong>en</strong> bestaan.<br />

Verkreg<strong>en</strong> immuundeficiënties kom<strong>en</strong> echter ontzett<strong>en</strong>d veel voor. Slechte voeding interfereert met cel<br />

gemedieerde immuniteit (daling Leptine conc<strong>en</strong>traties). Mazel<strong>en</strong> <strong>en</strong> Tuberculose gev<strong>en</strong> ook<br />

immunosuppresie. hematopoëtische tumor<strong>en</strong>, leukemiën, destructie lymfoïde weefsel, chirurgische<br />

verwijdering milt, chemokur<strong>en</strong>, andere medicijn<strong>en</strong>, HIV virus <strong>en</strong> ga zo maar door. AIDS geeft<br />

immunosupressie doordat het virus zich in CD4 T-cell<strong>en</strong> vermeerderd <strong>en</strong> deze kapot maakt.<br />

Autoimmuniteit ontstaat als e<strong>en</strong> gebrek aan zelftolerantie. Hiervoor moet e<strong>en</strong> onderscheid gemaakt<br />

word<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> zelf-reactieve <strong>en</strong> normale lymfocyt<strong>en</strong>. Eén van de manier<strong>en</strong> om dit te do<strong>en</strong> is om<br />

lymfocyt<strong>en</strong> dood te mak<strong>en</strong> als ze al heel erg vroeg in de ontwikkeling reager<strong>en</strong>. de tolerantie die op deze<br />

manier wordt afgedwong<strong>en</strong> heet c<strong>en</strong>trale tolerantie <strong>en</strong> vind voornamelijk plaats in het be<strong>en</strong>merg <strong>en</strong> de<br />

thymus. E<strong>en</strong> andere vorm van tolerantie ontstaat door het niet reager<strong>en</strong> op stoff<strong>en</strong> die op constante


conc<strong>en</strong>tratie <strong>en</strong> hoge conc<strong>en</strong>tratie aanwezig zijn. Lymfocyt<strong>en</strong> reager<strong>en</strong> dus eig<strong>en</strong>lijk veel beter <strong>en</strong> eerder<br />

op plotselinge conc<strong>en</strong>tratiestijging<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> derde vorm van tolerantie hangt af van het aangebor<strong>en</strong><br />

immuunsysteem welke ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s signal<strong>en</strong> afgeeft bij e<strong>en</strong> infectie. Zonder infectie word<strong>en</strong> deze signal<strong>en</strong><br />

niet gegev<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook antige<strong>en</strong> pres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>de cell<strong>en</strong> zull<strong>en</strong> e<strong>en</strong> inactiver<strong>en</strong>d signaal afgev<strong>en</strong> zonder deze<br />

co-signal<strong>en</strong> (anergy). Dit heet de perifere tolerantie omdat het voornamelijk buit<strong>en</strong> de thymus <strong>en</strong><br />

be<strong>en</strong>merg van belang is. deze perifere tolerantie zorgt voornamelijk voor anergie, apoptose <strong>en</strong><br />

reguler<strong>en</strong>de T-cell<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> klein beteje autoreactiviteit is echter fysiologisch <strong>en</strong> nodig voor perifere lymfocyt<strong>en</strong> om<br />

ovelrevingssignal<strong>en</strong> te krijg<strong>en</strong>.<br />

In de thymus zijn ook stoff<strong>en</strong> niet aanwezig die in de periferie wel aanwezig zijn. E<strong>en</strong> transcriptiefactor,<br />

AIRE, zorgt ervoor dat eig<strong>en</strong>lijk alle lichaamseig<strong>en</strong> stoff<strong>en</strong> ook in de thymus voorkom<strong>en</strong> om zo tolerantie<br />

af te dwing<strong>en</strong>. Bij APECED is AIRE kapot, de ziekte ontwikkeld zich pas later <strong>en</strong> laat dus zi<strong>en</strong> dat perifere<br />

tolerantie toch ook kan help<strong>en</strong> om autoimmuniteit te onderdrukk<strong>en</strong>.<br />

Sommige neger<strong>en</strong>de lymfocyt<strong>en</strong> zijn autoreactief maar reager<strong>en</strong> hier in eerste instantie niet op. Pas als<br />

bijvoorbeeld e<strong>en</strong> infectie als trigger di<strong>en</strong>t word<strong>en</strong> de autoreactief. Dit kan ook gebeur<strong>en</strong> als<br />

autoantig<strong>en</strong><strong>en</strong> plotseling in de circulatie terecht kom<strong>en</strong>, daar waar ze normaal verstopt zitt<strong>en</strong>, of als<br />

gevolg van somatische hypermutaties in de germinale c<strong>en</strong>tra in B-cell<strong>en</strong>. Voor dit laatste is waarschijnlijk<br />

wel e<strong>en</strong> controle mechanisme. Kruisreactiviteit tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> echt antige<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> autoantige<strong>en</strong> is ook<br />

mogelijk.<br />

DUS:<br />

• C<strong>en</strong>trale tolerantie door negatieve selectie van autoreactieve T cell<strong>en</strong> in de thymus <strong>en</strong> van<br />

autoreactieve B cell<strong>en</strong> in be<strong>en</strong>merg<br />

– Clonale deletie (apoptosis)<br />

• Perifere tolerantie<br />

– Regulator T cel (T reg, Th3)<br />

– Th1/Th2 balans<br />

– Anergie<br />

– Deletie autoreactieve B cel in kiemc<strong>en</strong>tra<br />

• Sequestratie van antige<strong>en</strong><br />

En:<br />

Tolerantie doorbrok<strong>en</strong>:autoimmuniteit<br />

• Veranderd zelf-antige<strong>en</strong>: mycoplasma, g<strong>en</strong>eesmiddel<strong>en</strong> (p<strong>en</strong>iciline)<br />

• Exposer<strong>en</strong> van verborg<strong>en</strong> zelf-antige<strong>en</strong><br />

• Kruisreactiviteit tuss<strong>en</strong> vreemd <strong>en</strong> zelf (antig<strong>en</strong>e mimicry infectieus ag<strong>en</strong>s)<br />

• Onbek<strong>en</strong>d<br />

– Erfelijke aanleg: familiaire clustering <strong>en</strong> MHC (HLA)<br />

Immunologisch geprivileerde gebied<strong>en</strong>, zoals het oog <strong>en</strong> de hers<strong>en</strong><strong>en</strong>, omdat deze weefsels tolerantie<br />

inducer<strong>en</strong>. dit do<strong>en</strong> ze omdat naïeve lymfocyt<strong>en</strong> er niet bij kunn<strong>en</strong>, <strong>en</strong> andere zak<strong>en</strong>.<br />

Immuunmodulatie kan gebruikt word<strong>en</strong> om de Th1 reactie (bijvoorbeeld aan het werk in diabetes <strong>en</strong> ms)<br />

om te zett<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> Th2, de balns wordt dus gedraaid. dit werkt echter niet <strong>en</strong> inzet op bijvoorbeeld<br />

reguler<strong>en</strong>de T-cell<strong>en</strong> in veelbelov<strong>en</strong>der.<br />

Naast de beperking van reguler<strong>en</strong>de t-cell<strong>en</strong> (extrinsiek) hebb<strong>en</strong> immuuncell<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> intrinsieke<br />

beperking in reactiviteit <strong>en</strong> stopp<strong>en</strong> hierdoor de reactie na <strong>en</strong>ige tijd.<br />

E<strong>en</strong> paar bek<strong>en</strong>de afwijking<strong>en</strong> bij dier<strong>en</strong> als gevolg van immuundeficiëntie zijn:


- Bovine Granulocytopathy Syndrome: recidiver<strong>en</strong>de infecties aan de slijmvliez<strong>en</strong> (long <strong>en</strong><br />

darm);gestoorde wondg<strong>en</strong>ezing; extreme leucocytose; gestoorde granulocyt<strong>en</strong> functie<br />

- Bovine Leukocyte Adhesion Defici<strong>en</strong>cy (BLAD): Ontbrek<strong>en</strong> van leucocyt<strong>en</strong> cel oppervlakte<br />

molecul<strong>en</strong> (Béta 2 integrin<strong>en</strong>, nodig voor adhesie, behalve in de long). Groeiachterstand,<br />

tand<strong>en</strong>verlies, huidschimmel, etter zonder neutrofiel<strong>en</strong>, Enorme leukocytose, Granulocytose,<br />

Granulocyt<strong>en</strong> ge-hypersegm<strong>en</strong>teerd, Hyper-proteinemie, Hyper-gammaglobulinemie<br />

- Infectie met L<strong>en</strong>tiviruss<strong>en</strong>.<br />

- MHC klasse deficiënties, algem<strong>en</strong>e lymfocyt<strong>en</strong> afwijking<strong>en</strong>.<br />

- Combined Immunodefici<strong>en</strong>cy: zowel B- als T-cell<strong>en</strong> zijn aagetast. Severe combined<br />

Immubodefici<strong>en</strong>cy = SCID, lymfoïde organ<strong>en</strong> zeer klein.<br />

Pasgebor<strong>en</strong>e hebb<strong>en</strong> sowieso e<strong>en</strong> immuundeficiëntie rond de leeftijd van e<strong>en</strong> half jaar (diersoort<br />

afhankelijk), waarbij de maternale antilicham<strong>en</strong> afnem<strong>en</strong> <strong>en</strong> de eig<strong>en</strong> nog niet op peil zijn.<br />

aanvulling<strong>en</strong> vanuit HC9 (nog naar kijk<strong>en</strong> indi<strong>en</strong> tijd, ge<strong>en</strong> goede actie van mijzelf)<br />

mestcell<strong>en</strong> zijn grote cell<strong>en</strong> die granula bevatt<strong>en</strong>, met verschill<strong>en</strong>de mediator<strong>en</strong> waaronder histamine.<br />

Histamine zorgt er snel voor dat <strong>bloed</strong>vat<strong>en</strong> meer permeabel word<strong>en</strong>. ze word<strong>en</strong> veelal gevond<strong>en</strong> in<br />

door<strong>bloed</strong>e gebied<strong>en</strong> vlak onder de huid <strong>en</strong> de submucosale weefsels. Mestcell<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> Fc-receptor<strong>en</strong><br />

specifiek voor IgE <strong>en</strong> IgG. Na antige<strong>en</strong>binding EN hier e<strong>en</strong> multival<strong>en</strong>te crosslink tuss<strong>en</strong> word<strong>en</strong> ze<br />

geactiveerd. Ze leg<strong>en</strong> hun granul<strong>en</strong>, <strong>en</strong> lat<strong>en</strong> onstekingsmediator<strong>en</strong> <strong>en</strong> cytokin<strong>en</strong> los.<br />

Mestcell<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> t<strong>en</strong> minste 3 belangrijke functies in de afweer.<br />

1. ze trekk<strong>en</strong> door hun locatie andere cell<strong>en</strong> aan naar plaats<strong>en</strong> waar pathog<strong>en</strong><strong>en</strong> het meeste<br />

binn<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>.<br />

2. ze zorg<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> verhoogde lymfestroom met antige<strong>en</strong> naar de regionale lymfeknop<strong>en</strong> waar<br />

ze naieve cell<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> activer<strong>en</strong>.<br />

3. ze kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> contractie veroorzak<strong>en</strong> waardoor pathog<strong>en</strong><strong>en</strong> uit de darm of lang word<strong>en</strong><br />

geduwd.<br />

4. Verder zorg<strong>en</strong> mestcell<strong>en</strong> ook voor het aantrekk<strong>en</strong> van eosinofiel<strong>en</strong> <strong>en</strong> basofiel<strong>en</strong> welke de IgE<br />

respons verder uit breid<strong>en</strong>.<br />

5. E<strong>en</strong> rol in de verwijdering van helminth<strong>en</strong> komt door de <strong>en</strong>orme grote aantall<strong>en</strong> in de darm<strong>en</strong>,<br />

mastocytose. andere parasiet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ook door middel van IgE aangepakt word<strong>en</strong>.<br />

Allergiën kunn<strong>en</strong> onderverdeeld word<strong>en</strong> in 4 typ<strong>en</strong> overgevoleigheidsreacties waarbij bij allergieën type<br />

I, IgE gemedieerd, het vaakst voorkomt.<br />

Type I<br />

IgE wordt geproduceerd door plasmacell<strong>en</strong> in lymfeknop<strong>en</strong> <strong>en</strong> ter plaatse. germinale c<strong>en</strong>tra kunn<strong>en</strong> in<br />

het ontstok<strong>en</strong> weefsel ontstaan. IgE verschilt van andere antilicham<strong>en</strong> omdat het voornamelijk in de<br />

weefsels voorkomt, stevig gebond<strong>en</strong> aan mestcell<strong>en</strong> Fcepsilon-receptor<strong>en</strong>. ook basofiel<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

Fcepsilon-receptor. IgE productie wordt gedrev<strong>en</strong> door CD4- Th2 cell<strong>en</strong> <strong>en</strong> wordt bepaald door<br />

eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van het antige<strong>en</strong>. Sommige stoff<strong>en</strong> zijn wel of niet allerge<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> anatal<br />

eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> zijn: klein <strong>en</strong> oplosbaar droge partikel<strong>en</strong>. Vaak zijn het <strong>en</strong>zym<strong>en</strong> die e<strong>en</strong> bepaalde<br />

eig<strong>en</strong>schap kunn<strong>en</strong> naboots<strong>en</strong> in het lichaam. E<strong>en</strong> van deze ding<strong>en</strong> is het epitheel vernietig<strong>en</strong> <strong>en</strong> tot de<br />

mestcell<strong>en</strong> doordring<strong>en</strong>. netherton's disease is e<strong>en</strong> voorbeeld waarbij het allerge<strong>en</strong> e<strong>en</strong> protease is. niet<br />

alle allerg<strong>en</strong><strong>en</strong> zijn echter <strong>en</strong>zym<strong>en</strong>.<br />

De immuunrecatie dat leidt tot de productie van IgE antige<strong>en</strong> heeft twee k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>.<br />

1. signal<strong>en</strong> die favoriet zijn aan de Th2 f<strong>en</strong>otyp<strong>en</strong> ipv Th1 typ<strong>en</strong>.


2. signal<strong>en</strong>, mediator<strong>en</strong> <strong>en</strong> cytokin<strong>en</strong>, van de th2 zorg<strong>en</strong> voor de isotype switch naar IgE van Bcell<strong>en</strong>.<br />

de reactie van de CD4 cel na pres<strong>en</strong>tatie van e<strong>en</strong> d<strong>en</strong>drietische cel hangt sam<strong>en</strong> met de<br />

cytokin<strong>en</strong>, de route, het type antige<strong>en</strong> <strong>en</strong> de dosis t<strong>en</strong> tijde van pres<strong>en</strong>tatie. cell<strong>en</strong> op plaats<strong>en</strong><br />

waar parasiet<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>dring<strong>en</strong>, mucosa, epitheel, zijn vaak meer g<strong>en</strong>eigd tot Th2 stimulatie <strong>en</strong><br />

daarmee IgE productie. Th2 cell<strong>en</strong> zelf stimuler<strong>en</strong> dit ook weer door uitscheiding van bepaald<strong>en</strong><br />

Interleukines. Deze stoff<strong>en</strong> zorg<strong>en</strong> ook weer voor de klasseswitch. IL-4 <strong>en</strong> IL-3 zijn de eerste<br />

signal<strong>en</strong> hiervoor. Wanneer de IgE respons e<strong>en</strong>maal op gang is wordt deze verder uitgebreid<br />

door mestcell<strong>en</strong> <strong>en</strong> basofiel<strong>en</strong> welke ook weer IL-4 uitscheid<strong>en</strong>. Atopy is de verhoogde t<strong>en</strong>d<strong>en</strong>s<br />

om met e<strong>en</strong> IgE respons te reager<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> verscheid<strong>en</strong>heid aan stoff<strong>en</strong>, heeft e<strong>en</strong> erfelijke<br />

basis <strong>en</strong> komt met name in Westerse land<strong>en</strong> voor. Hierbij is dus ook de balans voor Th2/Th1<br />

richting de Th2 verschov<strong>en</strong>. Mestcell<strong>en</strong> <strong>en</strong> eosinofiel<strong>en</strong> overlev<strong>en</strong> beter <strong>en</strong> er is e<strong>en</strong> hogere<br />

standaard conc<strong>en</strong>tratie IgE. Mogelijk is e<strong>en</strong> continue signaal van IL-4 receptor hier belangrijk bij.<br />

3. Sommige typ<strong>en</strong> van MHC klasse 2 molecul<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ook de favoriet om e<strong>en</strong> th2 respons te<br />

inducer<strong>en</strong>.<br />

4 voornaamste omgevingsfactor<strong>en</strong> die help<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> allergie zijn: infectie in de vroege kinderjar<strong>en</strong>,<br />

luchtvervuiling, dieetverandering<strong>en</strong> <strong>en</strong> allerge<strong>en</strong> niveaus.<br />

De hygiëne hypothese kan ook e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>. hierin wordt gesteld dat m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> gebor<strong>en</strong> word<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

neiging tot Th2. door allerg<strong>en</strong><strong>en</strong> teg<strong>en</strong> te kom<strong>en</strong>, in e<strong>en</strong> minder schone omgeving, wordt deze balans<br />

naar Th1 omgedraaid. wanneer de omgeving te schoon is blijft th2 de overhand houd<strong>en</strong>.<br />

Ook reguler<strong>en</strong>de T-cell<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>. In atopische individu<strong>en</strong> blijkt het onderdrukk<strong>en</strong>de<br />

vermog<strong>en</strong> van deze T-cell<strong>en</strong> voor cytokine productie van Th2 inefficiënt.<br />

De klinische effect<strong>en</strong> van mestcelactivatie verschill<strong>en</strong> per locatie, omdat dat de plek is waar de mestcel<br />

zijn granul<strong>en</strong> leegt. klinische symptom<strong>en</strong> hang<strong>en</strong> naast de locatie ook af van de hoeveelheid IgE, de<br />

hoeveelheid allerge<strong>en</strong> <strong>en</strong> de de route van introductie.<br />

Wanneer e<strong>en</strong> allerge<strong>en</strong> direct in de <strong>bloed</strong>baan wordt gespot<strong>en</strong> leidt dit tot e<strong>en</strong> systemische reactie<br />

waarbij alle vat<strong>en</strong> verwijd<strong>en</strong>, anafylactische shock.<br />

E<strong>en</strong> allergische reactie teg<strong>en</strong> medicijn<strong>en</strong> is mogelijk, met name bij p<strong>en</strong>icilline <strong>en</strong> verwant<strong>en</strong>. Hierbij<br />

wordt het p<strong>en</strong>icilline allereerst omgezet is e<strong>en</strong> eiwit, deze heeft de mogelijkhied om IgE op mestcell<strong>en</strong> te<br />

crosslink<strong>en</strong> <strong>en</strong> zo e<strong>en</strong> allergische reactie te gev<strong>en</strong>.<br />

Type II<br />

hierbij word<strong>en</strong> <strong>bloed</strong>plaatjes <strong>en</strong> erytrocyt<strong>en</strong> kapot gemaakt. Dit is het gevolg van e<strong>en</strong> medicijn dat bindt<br />

aan het oppervlakte van deze cell<strong>en</strong>. Ze di<strong>en</strong><strong>en</strong> hier als target voor antilicham<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> de drugs <strong>en</strong><br />

vernietig<strong>en</strong> daarmee ook de cell<strong>en</strong>. de cell<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voornamelijk door macrofag<strong>en</strong> opgeruimd welke<br />

e<strong>en</strong> Fcgamma receptor hebb<strong>en</strong>.<br />

Type III<br />

dit kan met oplosbare antig<strong>en</strong><strong>en</strong> ontstaan. de pathologie ontstaat door het vorm<strong>en</strong> van bepaalde Ab-Ag<br />

complex<strong>en</strong> in weefsels. grotere complex<strong>en</strong> fixer<strong>en</strong> complem<strong>en</strong>t maar deze kleine complex<strong>en</strong> niet <strong>en</strong><br />

bevind<strong>en</strong> zich in de wand<strong>en</strong> van <strong>bloed</strong>vat<strong>en</strong>. hier kunn<strong>en</strong> ze aan de Fc receptor<strong>en</strong> van leukocyt<strong>en</strong><br />

bind<strong>en</strong>, welke de weefsels vernietig<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> lokale type III recatie wordt ook wel de Arthus reactie g<strong>en</strong>oemd. hierbij wordt e<strong>en</strong> lokale ontstekings<br />

reactie geg<strong>en</strong>ereerd <strong>en</strong> vat<strong>en</strong> meer permeabel. het immuuncomplex activeert ook complem<strong>en</strong>t.


E<strong>en</strong> systemische type III reactie heet ook wel Serum ziekte. dit ontstaat als hoge conc<strong>en</strong>traties van e<strong>en</strong><br />

slecht gemetaboliseerde stof wordt ingespot<strong>en</strong>. het is e<strong>en</strong> IgG gemedieerde respons. het<br />

immuunsysteem ruimt meestal de stof zelf weer op.<br />

E<strong>en</strong> e<strong>en</strong> laatste situatie wordt ook pathologische vorming van immuuncomplex<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>. dit is als het<br />

antige<strong>en</strong> nieuwe antig<strong>en</strong><strong>en</strong> blijft producer<strong>en</strong> <strong>en</strong> dus steeds nieuwe immuuncomplex<strong>en</strong> <strong>en</strong> op die manier<br />

schade toebr<strong>en</strong>gt. dit is vooral in chronische of subacute infecties.<br />

Sommige geïnhaleerde stoff<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> IgG respons uitlokk<strong>en</strong> ipv IgE, zoals bij de boer<strong>en</strong>long<br />

(farmer's long) gebeurt. Dit is met name als de geïnhaleerde stoff<strong>en</strong> in hoge concnetraties aanwezig zijn.<br />

Type IV<br />

type 4 wordt ook wel de vertraagde reactie g<strong>en</strong>oemd <strong>en</strong> gefet dus niet e<strong>en</strong> direct effect. ze word<strong>en</strong><br />

gemedieerd door t-cell<strong>en</strong>. e<strong>en</strong> typische type 4 reactie is de tuberculose test (mantoux), waarbij e<strong>en</strong><br />

lokale t-cel gemedieerde ontstekingsreactie ontstaat meer specifiek door Th1 cell<strong>en</strong>. Ook<br />

huidgerelateerde overgevoeligheidsrecaties kunn<strong>en</strong> van het type 4 zijn, vaka kleine stoff<strong>en</strong> die de huid<br />

p<strong>en</strong>etrer<strong>en</strong>. Ze moet<strong>en</strong> op MHC molecul<strong>en</strong> aan T-cell<strong>en</strong> gepres<strong>en</strong>teerd word<strong>en</strong>.<br />

er zijn bij type 4 huidproblem<strong>en</strong> twee fas<strong>en</strong>, uitlokking <strong>en</strong> s<strong>en</strong>sitisatie. In de s<strong>en</strong>sitisatie word<strong>en</strong> T-cell<strong>en</strong><br />

bek<strong>en</strong>d gemaakt met het allerge<strong>en</strong>. In de uitlokkingsfase, na tweede keer in contact met allerge<strong>en</strong>,<br />

ontstaat de reactie waarbij de geprimede T-cell<strong>en</strong> door middel van interferon<strong>en</strong> reager<strong>en</strong>.<br />

• Autograft: zelfde individu (bv huid)<br />

• isograft: ander ind., g<strong>en</strong>etisch id<strong>en</strong>tiek (inteelt, e<strong>en</strong>eïge tweeling)<br />

• allograft: ander ind., zelfde species, niet g<strong>en</strong>etisch id<strong>en</strong>tiek<br />

• x<strong>en</strong>ograft: andere species<br />

• Vrij transplantaat: ge<strong>en</strong> vasculaire anastomos<strong>en</strong> (bv huid, cornea, kraakbe<strong>en</strong>, <strong>bloed</strong>, del<strong>en</strong> van<br />

<strong>en</strong>docri<strong>en</strong>e organ<strong>en</strong>)<br />

• Orgaan transplantaat: vasculaire anastomos<strong>en</strong><br />

• Statisch transplantaat: weefsel als matrix voor eig<strong>en</strong> weefsel (arterie, hartklep, pees, bot)<br />

Alloantig<strong>en</strong>e zijn antig<strong>en</strong><strong>en</strong> die binn<strong>en</strong> één soort per individu verschill<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> bij transplantaties<br />

problem<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>. bijna altijd wordt deze reactie veroorzaakt door verschill<strong>en</strong> in MHC molecul<strong>en</strong> (deze<br />

word<strong>en</strong> geweigerd), <strong>en</strong> matching op dit gebied kan iets help<strong>en</strong>. Maar zelfs als er goed gematcht wordt<br />

dan kan de recatie nog veroorzaakt word<strong>en</strong> door verschill<strong>en</strong>de peptid<strong>en</strong> gebond<strong>en</strong> aan de MHC. het is<br />

e<strong>en</strong> T-cel reactie <strong>en</strong> geheug<strong>en</strong> speelt hierbij e<strong>en</strong> rol omdat bij de tweede poging tuss<strong>en</strong> dezefde dier<strong>en</strong><br />

de rejectie nog sneller is. In de tweede reactie kunn<strong>en</strong> ook antilicham<strong>en</strong> e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>.<br />

Immunosuppressie kan help<strong>en</strong> om deze transplantatie reactie teg<strong>en</strong> te gaan.<br />

Allorecativitiet wordt ook veroorzaakt door pass<strong>en</strong>ger leukocyt<strong>en</strong> die met de organ<strong>en</strong> meekom<strong>en</strong>. de<br />

cell<strong>en</strong> migrer<strong>en</strong> na plaatsing naar de lymfeknop<strong>en</strong> van de ontvanger <strong>en</strong> de T-cell<strong>en</strong> daar gaan het orgaan<br />

aanvall<strong>en</strong>. Dit is directe alloherk<strong>en</strong>ning. de indirecte alloherk<strong>en</strong>ning ontstaat wanneer de<br />

lichaamseig<strong>en</strong>cell<strong>en</strong> eiwitt<strong>en</strong> opnem<strong>en</strong> <strong>en</strong> deze aan de naieve lymfocyt<strong>en</strong> pres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>.<br />

Hyperacute orgaan rejectie ontstaat door antilicham<strong>en</strong> <strong>en</strong> complem<strong>en</strong>t die binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> paar minut<strong>en</strong><br />

vorm<strong>en</strong>. deze antilicham<strong>en</strong> zijn al in het lichaam aanwezig <strong>en</strong> vandaar de snelle reactie. De organ<strong>en</strong><br />

rak<strong>en</strong> door complem<strong>en</strong>t afgeslot<strong>en</strong> van <strong>bloed</strong>circulatie <strong>en</strong> gaan dood. cross matching zoekt naar<br />

aanwezigheid van deze antilicham<strong>en</strong> voorafgaand aan donatie. hetzelfde probleem ontstaat bij donaties<br />

tuss<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong>de diersoort<strong>en</strong> waar vaak al antilicham<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> aanwezig zijn. transg<strong>en</strong>e dier<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> hier uitkomst in bied<strong>en</strong>.


Orgaan donaties wordne toch mogelijkgemaakt door goede donor matching, immunosuppressie <strong>en</strong><br />

technische vooruitgang. Ook de foetus is natuurlijk e<strong>en</strong> apart verhaal. Dit wordt mogelijk gemaakt<br />

doordat MHC molecul<strong>en</strong> niet aanwezig zijn op de gr<strong>en</strong>s tuss<strong>en</strong> foetus <strong>en</strong> moeder. door e<strong>en</strong> zeer<br />

polymorfe expressie van e<strong>en</strong> MCH type wordt aanval door NK cell<strong>en</strong> ook voorkom<strong>en</strong>. ook vindt er op de<br />

gr<strong>en</strong>s cytokine productie plaats die de Th1 respons onderdrukk<strong>en</strong>. ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s zull<strong>en</strong> reguler<strong>en</strong>de T-cell<strong>en</strong><br />

ook e<strong>en</strong> rol spel<strong>en</strong>. dus e<strong>en</strong> gr<strong>en</strong>s zonder immunologisch weefsel <strong>en</strong> e<strong>en</strong> sterke immunosuppressie.<br />

Graft versus Host<br />

• Transplantaat reageert teg<strong>en</strong> het weefsel van de ontvanger:immuuncompet<strong>en</strong>te cell<strong>en</strong><br />

• be<strong>en</strong>mergtransplantatie<br />

• <strong>bloed</strong>transfusie (vol <strong>bloed</strong>) naar person<strong>en</strong> die niet volledig immuuncompet<strong>en</strong>t zijn (bv bij<br />

cytostatica behandeling)<br />

• Klinische verschijnsel<strong>en</strong>: onsteking<strong>en</strong> van huid (dermatitis), darmepitheel, (diarrhee), lever (hepatitis,<br />

icterus)<br />

Voorkom<strong>en</strong> van Transplantaatafstoting<br />

• Weefseltypering (MHC typering<br />

• Immuunsuppressie (infecties! tumor<strong>en</strong>!)<br />

– bestraling: beschadiging sneldel<strong>en</strong>de weefsels<br />

– corticosteroïd<strong>en</strong>: ontstekingsremmers<br />

– cytostatica: delingsremmers (toxiciteit!)<br />

– drainer<strong>en</strong> ductus thoracicus<br />

– ATG/ATS behandeling (anti ATG/ATS!)<br />

• Inductie van tolerantie: <strong>bloed</strong>transfusie?<br />

• Antilichaamtherapie: “<strong>en</strong>hancem<strong>en</strong>t<br />

Tumorimmunologie: tumorantige<strong>en</strong><br />

• Veranderde cell<strong>en</strong> word<strong>en</strong> normaliter opgeruimd<br />

• Verandering onder invloed van<br />

– carcinoge<strong>en</strong>: Tumor Specifieke Transplantatie Antig<strong>en</strong><strong>en</strong>: TSTA<br />

• orgaan specifiek<br />

– oncoge<strong>en</strong> virus: TSTA<br />

• niet orgaan of individu specifiek<br />

• Virus gerelateerde antig<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

• T antig<strong>en</strong><strong>en</strong> (tgv van ontsporing onstaan)<br />

Tumorimmunologie: afweer<br />

• T-cel reactiviteit (MHC klasse I/II gerelateerde killing: meest belangrijk!)<br />

• NK activiteit<br />

• ADCC<br />

• Armed macrophages (met Ab specifiek<br />

voor tumor)<br />

• Antilicham<strong>en</strong><br />

Tumorimmunologie: ge<strong>en</strong> afweer<br />

• Tolerantie: onstaan gedur<strong>en</strong>de tumor-groei (bv gebrek aan co-stimulatie)<br />

• Verminderde immuunreactiviteit:<br />

– immuunsuppressie (stress, transplantatie, infectie, carcinoge<strong>en</strong>)


– veroudering immuunapparaat<br />

• “Sneaking through”: tumor aanvankelijk afgeschermd, ge<strong>en</strong> contact met het immuunapparaat; na<br />

verloop van tijd is de tumormassa te groot.<br />

• “Enhancem<strong>en</strong>t” van tumorgroei – Ab: “scherm<strong>en</strong>” tumor af voor T-cell<strong>en</strong>– Ab/TSTA complex<strong>en</strong> leid<strong>en</strong><br />

T-cell<strong>en</strong> af<br />

aanvulling<strong>en</strong> vanuit HC10 (weg<strong>en</strong>s tijdgebrek slecht gedaan, zie pr 2-3 ook)<br />

Met<strong>en</strong> van immunologische reacties<br />

• Humoraal => interactie antilichaam– antige<strong>en</strong><br />

– Gebruik mak<strong>en</strong> van de effectormechanism<strong>en</strong> van antilicham<strong>en</strong> & complem<strong>en</strong>t<br />

• Cellulair => interacties cell<strong>en</strong>– antige<strong>en</strong><br />

– Idem voor T cel, B cel <strong>en</strong> antige<strong>en</strong> pres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>de cell<strong>en</strong><br />

Humoraal: toepassing<strong>en</strong><br />

• Onderzoek om e<strong>en</strong> uitspraak te do<strong>en</strong> over diverse aspect<strong>en</strong> van de immuunrespons (T/B) t.o.v. e<strong>en</strong><br />

bepaald ag<strong>en</strong>s/antige<strong>en</strong>.<br />

– Zijn er antilicham<strong>en</strong> teg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaald antige<strong>en</strong> ?<br />

– Antilichaamtiters na vaccinatie (isotype, bescherming)<br />

– Heeft er infectie plaats gevond<strong>en</strong> (seroconversie)<br />

• Onderzoek buit<strong>en</strong> de context van de immuunrespons<br />

– Gebruik specifieke antilicham<strong>en</strong> voor de detectie van antige<strong>en</strong>. Bijvoorbeeld: aanton<strong>en</strong> &<br />

typering van infectieuze ag<strong>en</strong>tia, aanton<strong>en</strong> hormon<strong>en</strong>, cellulaire oppervlakte markers, antibiotica<br />

(residu<strong>en</strong>), <strong>bloed</strong>groep typering<br />

• Dit kan word<strong>en</strong> uitgevoerd in e<strong>en</strong> groot aantal substrat<strong>en</strong> zoals weefsel, cell<strong>en</strong>,<br />

(lichaams) vloeistoff<strong>en</strong>, voedsel, feces etc<br />

Cellulair<br />

• Reactiviteit van cell<strong>en</strong><br />

– Fagocyt<strong>en</strong>: fagocytose, migratie<br />

– T cell<strong>en</strong>: activatie met antige<strong>en</strong> aangebod<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> antige<strong>en</strong> pres<strong>en</strong>ter<strong>en</strong>de cel:<br />

• Productie van cytokin<strong>en</strong> (IFNγ – TB diagnose)<br />

• Proliferatie<br />

– B cell<strong>en</strong>: activatie met antige<strong>en</strong><br />

• Productie van antilicham<strong>en</strong> (ELISPOT)<br />

Verschill<strong>en</strong>de typ<strong>en</strong> test<strong>en</strong><br />

• Antilichaam – antige<strong>en</strong><br />

– Agglutinatie / precipitatie<br />

• DAT / IAT / Coombs<br />

• Immunodiffusie test<strong>en</strong><br />

• Haemagglutinatie Inhibitie Test<br />

– Complem<strong>en</strong>t bindings reactie<br />

– ELISA, RIA<br />

– Immuunfluoresc<strong>en</strong>tie test (IFT)<br />

• Cellulair (– antige<strong>en</strong>)<br />

– Flowcytometrie<br />

– ELISPOT<br />

– Proliferatie test


– Cytotoxie test<br />

– Fagocytose test<br />

– Migratie test<br />

aanvulling<strong>en</strong> vanuit WC6<br />

adr<strong>en</strong>aline is immuunverhog<strong>en</strong>d, corticosteroïd<strong>en</strong> immuunverlag<strong>en</strong>d.<br />

in dit werkcollege zijn e<strong>en</strong> aantal situaties geschetst waarin het witte <strong>bloed</strong>beeld kan verander<strong>en</strong>:<br />

Kat schrikt --> adr<strong>en</strong>aline: alle volwass<strong>en</strong> leukocyt<strong>en</strong> gaan omhoog, Ht gaat weg<strong>en</strong>s miltcontractie<br />

ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s omhoog. De c<strong>en</strong>trale pool vergoot, de marginale pool verkleint. Weefsels <strong>en</strong> be<strong>en</strong>merg blijv<strong>en</strong><br />

gelijk.<br />

Kat krijgt cortico's: door lymfolyse gaat het aantal lymfocyt<strong>en</strong> omlaag, ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s kom<strong>en</strong> ze niet uit het<br />

be<strong>en</strong>merg. het aantal leukocyt<strong>en</strong> in het <strong>bloed</strong> neemt toe t.o.v. de weefsels, ze kunn<strong>en</strong> niet uit het <strong>bloed</strong><br />

tred<strong>en</strong>. het remt dus e<strong>en</strong> ontstekingsreactie. de basofiel<strong>en</strong>, neutrofiel<strong>en</strong> (staaf <strong>en</strong> segm<strong>en</strong>t) <strong>en</strong><br />

monocyt<strong>en</strong> gaan omhoog, maar blijv<strong>en</strong> dus wel in het <strong>bloed</strong>. Lymfocyt<strong>en</strong> <strong>en</strong> eosinofiel<strong>en</strong> gaan omlaag.<br />

Niet steriele injectie: aantal neutrofiel<strong>en</strong> neemt toe, er vindt e<strong>en</strong> linksverschuiving plaats. wanneer de<br />

bron van ontsteking weggaat daalt het aantal neutrofiel<strong>en</strong> weer. Tijd<strong>en</strong>s de granulopoëse met<br />

linksverschuiving zi<strong>en</strong> we:<br />

Dag 1: veel myeloblast<strong>en</strong> promyelocyt<strong>en</strong>. gelijke myelocyt<strong>en</strong> <strong>en</strong> metamyelocyt<strong>en</strong>. minder staaf <strong>en</strong><br />

segm<strong>en</strong>t door vervroegd uittred<strong>en</strong> in het be<strong>en</strong>merg. in de weefsels zijn de waard<strong>en</strong> verhoogd.<br />

Dag 7: veel myeloblast<strong>en</strong> tot metamyelocyt<strong>en</strong> in het be<strong>en</strong>merg door verhoogde aanmaak, minder<br />

segm<strong>en</strong>t door vervroegd uittred<strong>en</strong>. alles verhoogd in weefsel <strong>en</strong> <strong>bloed</strong>.<br />

Dag 23: veel alle vorm<strong>en</strong> van myelocyt<strong>en</strong> in be<strong>en</strong>merg door productie, ook <strong>bloed</strong> <strong>en</strong> weefsels verhoogd.<br />

de verhoogde consumptie druk is opgevang<strong>en</strong>.<br />

Kort gezegd nu:<br />

adr<strong>en</strong>aline: lymfocytose <strong>en</strong> neutrofilie door mobilisatie uit marginale pool<br />

Cortico: lymfop<strong>en</strong>ie, eop<strong>en</strong>ie, neutrofilie <strong>en</strong> monocytose<br />

Ontsteking: neutrofilie, lymfocytose <strong>en</strong> linksverschuiving<br />

Tumor: kan verschill<strong>en</strong> maar meestal leukocytose (hangt af van celsoort <strong>en</strong> tumorsoort).<br />

aanvulling<strong>en</strong> vanuit PR5<br />

e<strong>en</strong> aantal k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> witte <strong>bloed</strong>cell<strong>en</strong> (grootte t.o.v. ery):<br />

- lymfocyt: 1-2x, ronde kern, ge<strong>en</strong> cytoplasma, ge<strong>en</strong> granulae.<br />

- monocyt: 5-10x, kernvorm veranderlijk, 1/3 cytoplasma,ge<strong>en</strong> granulae<br />

- neutrofiel: 2-4x, staaf, 1/2 cytoplasma, ge<strong>en</strong> granulae<br />

- neutrofiel, 2-4x, segm<strong>en</strong>t, 3/5 cytoplasma, granulae maar kleur<strong>en</strong> niet.<br />

- eosinofiel: 4-5x, driehoekige kern, 1/2 cytoplasma, wel granulae<br />

- basofiel: 4-5x, hoefijzerkern, 2/3 cytoplasma, wel granulae.<br />

Om het gebied voor differ<strong>en</strong>tiatie te zoek<strong>en</strong> is 10x vergroting, echte differ<strong>en</strong>tiatie op 100x.<br />

3 method<strong>en</strong> voor leukocyt<strong>en</strong> differnetiatie zijn:<br />

microcappilaire methode: verschil in soortelijk gewicht. Alle granulocyt<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk gemet<strong>en</strong>,<br />

monocyt<strong>en</strong> <strong>en</strong> lymdocyt<strong>en</strong> ook als één groep te zi<strong>en</strong>. Leukemie wordt niet herk<strong>en</strong>d.


Cell-counter principe: meet de mate van verandering in e<strong>en</strong> spanningsveld bij doorstrom<strong>en</strong> cel.<br />

gescheid<strong>en</strong> word<strong>en</strong> de monocyt<strong>en</strong> <strong>en</strong> de lymfocyt<strong>en</strong>, de granulocyt<strong>en</strong> als één groep.<br />

laser cell counter: deze kan ook ery's met<strong>en</strong>. meet door middel van verstrooid licht <strong>en</strong> geeft info over de<br />

celgrootte <strong>en</strong> eig<strong>en</strong>schapp<strong>en</strong> van cytoplasma <strong>en</strong> kern. Alle leukocyt<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong> word<strong>en</strong><br />

(behalve staaf <strong>en</strong> segm<strong>en</strong>t).<br />

alle 3 de method<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> totaal leukocyt<strong>en</strong> getal.<br />

Als je e<strong>en</strong> leukocyt<strong>en</strong> differ<strong>en</strong>tiatie wilt uitvoer<strong>en</strong> di<strong>en</strong> je vol<strong>bloed</strong> in e<strong>en</strong> buisje, onstolbaar met EDTA <strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> <strong>bloed</strong>uitstrijkje mee te stur<strong>en</strong>. mocht er met één van beid<strong>en</strong> iets gebeur<strong>en</strong> heb je altijd e<strong>en</strong><br />

vervanger bij de hand.<br />

Bij e<strong>en</strong> leukemie zie je rare ding<strong>en</strong> zoals leukocytose <strong>en</strong> trompcytop<strong>en</strong>ie gecombineerd. De morfologie<br />

van de cell<strong>en</strong> geeft veel informatie hierover.<br />

aanvulling<strong>en</strong> vanuit PR2-3<br />

Wanneer Ab:Ag complex<strong>en</strong> zichtbaar zijn, moet<strong>en</strong> ze in de juiste verhouding<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong>. dit kun je<br />

bereik<strong>en</strong> door serumverdunning<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> vaste waarde van de ander.<br />

Prozone is e<strong>en</strong> overmaat aan antilichaam, Postzone e<strong>en</strong> overmaat aan antige<strong>en</strong>. Op het equival<strong>en</strong>te punt<br />

kun je pas agglutinatie waarnem<strong>en</strong>. De titer van het serum is die maximale verdunning waarbij<br />

agglutinatie nog zichtbaar is. Op de titer zijn ab <strong>en</strong> Ag equival<strong>en</strong>t. De <strong>bloed</strong>groep test doet het zelfde <strong>en</strong><br />

dan spreek je van hemagglutinatie.<br />

Precipitatie is de neerslag van e<strong>en</strong> complex gevormd met e<strong>en</strong> <strong>en</strong>kel molecuul <strong>en</strong> niet bijvoorbeeld e<strong>en</strong><br />

hele cel.<br />

immuunelektroforese<br />

het is e<strong>en</strong> combinatie van elektroforese <strong>en</strong> diffusie. het kan gebruikt word<strong>en</strong> om specifieke deficiënties<br />

of paraproteïne te id<strong>en</strong>tificer<strong>en</strong>. tijd<strong>en</strong>s de elektroforese scheidt m<strong>en</strong> e<strong>en</strong> serum in agargel. ev<strong>en</strong>wijdig<br />

aan het elektroforese traject ponst m<strong>en</strong> gaatjes warain het antiserum gaat. Door middel van diffusie van<br />

het serum kunn<strong>en</strong> precipitatie lijn ontstaann. M<strong>en</strong> gebruikt altijd het serum van de patiënt <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

gezonde controle. Het verschil tuss<strong>en</strong> de precipitatielijn<strong>en</strong> van deze twee geeft informatie over<br />

specifieke aanwezighied of afwijking<strong>en</strong> van eiwitt<strong>en</strong>. De kwantiteit van het eiwit kan aan de hand van de<br />

diffusieafstand bepaalt.<br />

Ouchterlony test<br />

in agar word<strong>en</strong> drie gaatjes gemaakt met in twee Ag <strong>en</strong> in de ander Ab. op de diffusielijn kun je op e<strong>en</strong><br />

gegev<strong>en</strong> mom<strong>en</strong>t precipitatielijn<strong>en</strong> waarnem<strong>en</strong>. je kunt hierbij polyclonaal <strong>en</strong> monoclonaal antiserum<br />

gebruik<strong>en</strong>. immunologische verwantschap kan door twee dicht bij elkaar ligg<strong>en</strong>de precipitatielijn<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> waarg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Twee conflu<strong>en</strong>te lijn<strong>en</strong>, boog, geeft voleddige verwantschap aan, e<strong>en</strong> spur e<strong>en</strong><br />

gedeeltelijke verwantschap <strong>en</strong> e<strong>en</strong> kruis onverwante antig<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

COOMBS-test<br />

deze maakt ook gebruik van e<strong>en</strong> agglutinatie reactie. Als er antilicham<strong>en</strong> aanwezig zijn dan kunn<strong>en</strong> deze<br />

complex<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong> <strong>en</strong> neerslaan. IgM kan direct gemet<strong>en</strong>. IgG is vaak te klein <strong>en</strong> zal dus pas zichtbara<br />

word<strong>en</strong> na het toevoeg<strong>en</strong> van COOMBS-serum welke deze met elkaar verbindt. het meet dus aanwezige<br />

antilicham<strong>en</strong>. met verdunning<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de titers bepaald, maar dit is semi-kwantitatief.


Om te achterhal<strong>en</strong> of T-cell<strong>en</strong> in normale aantall<strong>en</strong> aanwezig zijn kun je e<strong>en</strong> leukocyt<strong>en</strong>tellin <strong>en</strong><br />

differ<strong>en</strong>tiatie do<strong>en</strong>. door gekleurde labeling van receptor<strong>en</strong> kun je ev<strong>en</strong>tueel subsets van t-cell<strong>en</strong><br />

onderzoek<strong>en</strong>. Om t-cell<strong>en</strong> functioneel te test<strong>en</strong> kun je e<strong>en</strong> aantal ding<strong>en</strong> do<strong>en</strong>:<br />

1. productiestoff<strong>en</strong> met<strong>en</strong> door: ELISA, mRNA aanton<strong>en</strong> of biologische functie van cytokin<strong>en</strong> nalop<strong>en</strong><br />

2 proliferatie met<strong>en</strong>: radioactief DNA toevoeg<strong>en</strong>, maat voor inbouw is maat voor deling.<br />

3. cutotoxiteit van CD8 cell<strong>en</strong> met<strong>en</strong>: MHCI als target gebruik<strong>en</strong>, chroom toevoeg<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> de cel<br />

opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, kom<strong>en</strong> pas vrij als de cel gedood is.<br />

de B-cel activiteit kun je met<strong>en</strong> aan antilicham<strong>en</strong>.<br />

Subsets van T-cell<strong>en</strong> kun je scheid<strong>en</strong> door buffycoat, maar nog veel beter is ze bov<strong>en</strong>op e<strong>en</strong> suikerlaag<br />

legg<strong>en</strong> <strong>en</strong> dan lat<strong>en</strong> diffunder<strong>en</strong>. na c<strong>en</strong>trifuge zijn granulocyt<strong>en</strong> <strong>en</strong> ery's door de laag he<strong>en</strong>, lymfocyt<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> monocyt<strong>en</strong> ligg<strong>en</strong> er nog op.<br />

Verdere scheiding kan dan:<br />

CD4/CD8: MACS, met mag<strong>en</strong>etische antilicham<strong>en</strong> scheid<strong>en</strong>. FACS, met fluorescer<strong>en</strong>de labeling scheid<strong>en</strong>.<br />

fluorescer<strong>en</strong>de cell<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> ander bakje dan de rest.<br />

aanvulling<strong>en</strong> vanuit HC14<br />

Witte <strong>bloed</strong>beeld beïnvloed door:<br />

• Leeftijd<br />

• Gemoedstoestand (stress)<br />

• Inspanning<br />

• Ontsteking<br />

Invloed leeftijd<br />

• Vroeg foetaal: ge<strong>en</strong> leukocyt<strong>en</strong><br />

• To<strong>en</strong>ame gedur<strong>en</strong>de dracht<br />

• Na partus: aantal leukocyt<strong>en</strong> bov<strong>en</strong> normaalwaard<strong>en</strong> volwass<strong>en</strong> dier – Invloed corticosteroïd<strong>en</strong>!<br />

• Diersoortverschill<strong>en</strong> in differ<strong>en</strong>tiatie<br />

Lymfad<strong>en</strong>opathie<br />

Lymfeknop<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> aando<strong>en</strong>ing aan de lymfeknop<strong>en</strong> wordt ook wel lymfad<strong>en</strong>opathie g<strong>en</strong>oemd. het par<strong>en</strong>chym van de<br />

lymfeknoop bestaat uit lymfocyt<strong>en</strong> <strong>en</strong> reticulaire cell<strong>en</strong>. de reticulaire cell<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> fagocyter<strong>en</strong>de<br />

functie uitoef<strong>en</strong><strong>en</strong>. op sommige plaats<strong>en</strong> is het netwerk bij elkaar getrokk<strong>en</strong> waardoor sinuss<strong>en</strong> vorm<strong>en</strong>.<br />

omdat de lymfeknoop e<strong>en</strong> filterfunctie heeft weerpsiegelt deze altijd zeer goed de toestand van het<br />

drainage gebied. niet alle<strong>en</strong> door de lymfocyt<strong>en</strong> die op antig<strong>en</strong><strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> reager<strong>en</strong> maar nog des te<br />

meer door de macrofag<strong>en</strong> die in de lymfoknoop word<strong>en</strong> aangevoerd of zitt<strong>en</strong>de in de lymfeknoop allerlei<br />

stoff<strong>en</strong> opnem<strong>en</strong>.<br />

de lymfeknoop heeft e<strong>en</strong> sterk reactief patroon op omgevingsverandering<strong>en</strong> in het drainage gebied. De<br />

eerste lymfeknoop in de schakel zal het sterkst reager<strong>en</strong>, daarne ev<strong>en</strong>tuele liichte reacties bij de<br />

volg<strong>en</strong>de lymfeknop<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> systemische infectie kan zorg<strong>en</strong> dat alle lymfeknop<strong>en</strong> meedo<strong>en</strong>. in de<br />

lymfeknoop zelf kan er sprake zijn van e<strong>en</strong> ontsteking, lymfad<strong>en</strong>itis, of e<strong>en</strong> reactie zijn van e<strong>en</strong><br />

ontsteking in het drainage gebied. Neoplasieën kunn<strong>en</strong> via lymfeknop<strong>en</strong> makkelijk uitbreid<strong>en</strong>, ev<strong>en</strong>als<br />

dat de lymfecell<strong>en</strong> zelf kunn<strong>en</strong> ontaard<strong>en</strong>, maligne lymfoom. Al deze reacties van de lymfeknoop word<strong>en</strong><br />

g<strong>en</strong>oemd onder het kopje lymfad<strong>en</strong>opathie <strong>en</strong> zijn in het algeme<strong>en</strong> te herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> aan: vergrote<br />

lymfeknop<strong>en</strong>, pijnlijke lymfeknop<strong>en</strong>, veranderde consist<strong>en</strong>tie <strong>en</strong> zijn onvoldo<strong>en</strong>de verplaatsbaar.<br />

atrofie van lymfeknop<strong>en</strong> zoals bij zeer chronische ontsteking<strong>en</strong> <strong>en</strong> hemosiderine stapeling<strong>en</strong> zijn alle<strong>en</strong><br />

voor de patholoog zichtbaar.


Lymfoïde hyperplasie:<br />

Dit betek<strong>en</strong>t e<strong>en</strong> niet-specifieke reactieve lymfeknoop. de oorzaak kan over het algeme<strong>en</strong> niet uit de<br />

lymfeknoop word<strong>en</strong> afgeleid, dus er is ge<strong>en</strong> sprake van e<strong>en</strong> specifiek aan te ton<strong>en</strong> ontsteking. vooral bij<br />

chronische reacties ontbrek<strong>en</strong> de ontstekingsk<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> over het algeme<strong>en</strong> terwijl de lymfeknoop wel<br />

vergroot is.<br />

1. Bij folliculaire hyperplasie zijn de follikels in aantal toeg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> <strong>en</strong> de kiemc<strong>en</strong>tra vergroot. de<br />

reticulo-<strong>en</strong>dotheliale cell<strong>en</strong> zijn meestal hyperplastisch.<br />

2. Bij paracorticale hyperplasie is juist de T-cel zone vergroot <strong>en</strong> de reticulo-<strong>en</strong>dotheelcell<strong>en</strong><br />

gehypertrofieerd. Deze hyperplasie is vaka duidelijk na <strong>en</strong>ting<strong>en</strong> <strong>en</strong> chronische dermatid<strong>en</strong>.<br />

3. Sinushistiocytose wordt gek<strong>en</strong>merkt door e<strong>en</strong> verwijding van de sinuss<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> hyperplasie<br />

van het RES. In de sinuss<strong>en</strong> bevind<strong>en</strong> zich heel veel cell<strong>en</strong> van het RES. het induceert e<strong>en</strong><br />

immunologische reactie waarbij de effectorfunctie door de macrofag<strong>en</strong> vervuld wordt. ook bij<br />

hemolytische anemieën zi<strong>en</strong> we dit reactiepatroon vaak.<br />

Bov<strong>en</strong>staande reactiepatron<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> vaak gecombineerd in bepaalde verhouding<strong>en</strong> voor.<br />

Om e<strong>en</strong> onderscheid te mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> chronische <strong>en</strong> acute infectie zijn er e<strong>en</strong> aantal k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>: bij<br />

chronisch zijn de lymfeknop<strong>en</strong>; minder pijnlijk, droger bij doorsnede <strong>en</strong> ookheel belangrijk<br />

verbindweefsel<strong>en</strong>. De lymfeknop<strong>en</strong> zijn vaak vergroeid met de omgeving <strong>en</strong> verton<strong>en</strong> e<strong>en</strong> veel grotere<br />

schors dan merg, wel goed gediffer<strong>en</strong>tieerd.<br />

Lymfad<strong>en</strong>itis<br />

in de acute fase is er sprake van e<strong>en</strong> hyperplasie <strong>en</strong> heel veel RES cell<strong>en</strong> in de sinuss<strong>en</strong>. er is meestal e<strong>en</strong><br />

ontstekingsreactie aanwezig, de lymfeknop<strong>en</strong> zijn vergroot, zacht <strong>en</strong> pijnlijk. De sneevlakte is<br />

hyperemisch <strong>en</strong> vochtig. dit vocht kan aangevoerd word<strong>en</strong> of exsudaat uit de lymfeknoop zelf. vaak<br />

word<strong>en</strong> in dit vocht ook neutrofiel<strong>en</strong> aangetroff<strong>en</strong>. de bedekk<strong>en</strong>de huid kan rood zijn, als de verwekker<br />

pyoge<strong>en</strong> is kan er necrose optred<strong>en</strong> of abces vorming bij chronisch.<br />

Voor de diagnostiek kan e<strong>en</strong> dunn<strong>en</strong>aald aspiratie biopt (DNAB) g<strong>en</strong>om<strong>en</strong> word<strong>en</strong> <strong>en</strong> microscopisch<br />

bekek<strong>en</strong>. om de situatie repres<strong>en</strong>tatief te mak<strong>en</strong> is meerdere biopt<strong>en</strong> handig, meer per lymfeknoop <strong>en</strong><br />

van alle afwijk<strong>en</strong>de. de precieze locatie <strong>en</strong> de hoeveelheid macrofag<strong>en</strong> <strong>en</strong> pmk's kunn<strong>en</strong> hiermee echter<br />

niet vastgesteld. het onderschied tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> lymfad<strong>en</strong>itis <strong>en</strong> e<strong>en</strong> niet-specifieke reactieve lymfoïde<br />

hyperplasie zijn dus niet te onderscheid<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> DNAB is handig maar in sommige gevall<strong>en</strong> niet bruikbara. bij heftige ontsteking met veel exsudaat<br />

kan er in het biopt te weinig cell<strong>en</strong> zijn. in sommige gevall<strong>en</strong> zijn de cell<strong>en</strong> door de aando<strong>en</strong>ing te fragiel<br />

<strong>en</strong> gaan ze kapot bij het uitstrijkje. ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s gaat bij e<strong>en</strong> biopt het weefselverband verlor<strong>en</strong>.<br />

de verwekker kan soms in het histologisch of cytologisch preparaat gevond<strong>en</strong> word<strong>en</strong>. andere manier<br />

zijn immunologische test<strong>en</strong> of bacteriologisch onderzoek.<br />

Casuss<strong>en</strong> ter illustratie:<br />

kastor: rode, gezwoll<strong>en</strong> te<strong>en</strong> <strong>en</strong> koorts. vergrote <strong>en</strong> gevoelige lymfeknoop. celrijk biopt met veel<br />

lymfoblast<strong>en</strong> in diverse stadia. veel PMK's <strong>en</strong> intracellulaire bacteriën: purul<strong>en</strong>te septische lymfad<strong>en</strong>itis.<br />

Kwiebus: dikke te<strong>en</strong> maar verder ge<strong>en</strong> verschijnsel<strong>en</strong>. vergrote, stevige, slecht verplaatsbare<br />

lymfeknoop, niet pijnlijk. celrijk biopt met <strong>en</strong>kele lymfoblast<strong>en</strong> <strong>en</strong> plasmacell<strong>en</strong>, cluster carcinoom<br />

cell<strong>en</strong>. Uitslag: carcinoom metastase.<br />

Kwadraat: dikte bij de keel, sneller moe, vergrote lymfeknop<strong>en</strong> (mandibulair), stevig, niet pijnlijk <strong>en</strong> goed<br />

verplaatsbaar. ook andere lymfeknop<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> dit k<strong>en</strong>merk. celrijke biopt<strong>en</strong> met uniforme populatie<br />

slecht gediffer<strong>en</strong>tieerde lymdoblast<strong>en</strong>. nauwelijks lymfocyt<strong>en</strong>. ge<strong>en</strong> plasmacell<strong>en</strong>. maligne lymfoom.


Differ<strong>en</strong>tiele diagnose lymfad<strong>en</strong>opathie:<br />

de differ<strong>en</strong>tiële diagnose bij afwijk<strong>en</strong>de lymfeknop<strong>en</strong> bestaat dus heel breed uit:<br />

1. reactieve hyperplasie: infecties in stroomgebied, geg<strong>en</strong>eraliseerde infecties, aseptische reacties<br />

2. lymfad<strong>en</strong>itis:<br />

- gevolg van onsteking drainage gebied<br />

- hemorragische/necrotiser<strong>en</strong>de:<br />

- Miltvuur: zoönose <strong>en</strong> aangifteverplichting. het kan systemisch of lokaal (darm/keel)<br />

zijn. gevoeligheid het grootst bij schap<strong>en</strong> <strong>en</strong> geit<strong>en</strong>. bij herkauwers in het algeme<strong>en</strong><br />

vaker de septikemisch (systemische) vorm, overige dier<strong>en</strong> lokaal. <strong>bloed</strong> is niet of slecht<br />

stolbaar <strong>en</strong> donker van kleur. oedeem <strong>en</strong> hemorragisch ontstok<strong>en</strong> lymfeknop<strong>en</strong>.<br />

- purul<strong>en</strong>te lymfad<strong>en</strong>itis chronisch of acuut<br />

ontsteking in stroomgebied<br />

goede droes: meeste paard<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> dit in hun eerste lev<strong>en</strong>sjar<strong>en</strong> <strong>en</strong> immuniteit<br />

daarna. keelontsteking met koorts, vaak gevolgd door purul<strong>en</strong>te ontsteking van<br />

lymfeknop<strong>en</strong>. kan overslaan in kwaadwaardige droes.<br />

pseudotuberculose bij schaap, geit: zoönose. purul<strong>en</strong>te ontsteking waarbij<br />

abcess<strong>en</strong> ontstaan. kan ook abcess<strong>en</strong> in de long<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>. de abcess<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong> gro<strong>en</strong>ige kaasachtige inhoud <strong>en</strong> veel eosinofiel<strong>en</strong>.<br />

- granulomateuze lymfad<strong>en</strong>itis<br />

PMWS: ziekte bij opgroei<strong>en</strong>de vark<strong>en</strong>s, door e<strong>en</strong> virus. vermagering, vergoting<br />

van oppervlakte lymfeknop<strong>en</strong>, reuzecell<strong>en</strong> <strong>en</strong> insluitlichaampjes in macrofag<strong>en</strong><br />

word<strong>en</strong> in de lymfeknop<strong>en</strong>, milt <strong>en</strong> long<strong>en</strong> gevond<strong>en</strong>. longontsteking kan<br />

ontstaan. virus vermeerdert in lymfocyt<strong>en</strong>, depletie.<br />

tuberculose: zoönose, aangifteverplichting. bij e<strong>en</strong> langere ontsteking kan er<br />

exsudatieve lymfad<strong>en</strong>itis ontstaan met veel neutrofiel<strong>en</strong>. ook kan er proliferatie<br />

tuberculose ontstaan.<br />

paratuberculose: repliceert in macrofag<strong>en</strong>. lijkt e<strong>en</strong> beetje op tuberculose.<br />

actinomycose/bacillose<br />

kwade droes<br />

3. neoplasie. primair of metastase.<br />

Milt:<br />

het komt qua bouw overe<strong>en</strong> met de lymfeknop<strong>en</strong> maar wordt ipv door lymfe door <strong>bloed</strong> doorstroomt.<br />

het heeft dus ook e<strong>en</strong> filterfunctie van het <strong>bloed</strong>. het <strong>bloed</strong> treedt binn<strong>en</strong> via de hillus (bij vark<strong>en</strong><br />

andersom) <strong>en</strong> deze vertakt tot de c<strong>en</strong>trale arteriën. Deze arteriën word<strong>en</strong> omgev<strong>en</strong> door het PALS.<br />

vanuit de capilair<strong>en</strong> komt het <strong>bloed</strong> in de sinus (geslot<strong>en</strong> circulatie) of tuss<strong>en</strong> gat<strong>en</strong> in het <strong>en</strong>dotheel<br />

door (op<strong>en</strong> circulatie). tuss<strong>en</strong> diersoort<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> de verhouding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> rode <strong>en</strong> witte pulpa. Vele<br />

rood bij het paard, hond, kat <strong>en</strong> vark<strong>en</strong> (depotmilt) <strong>en</strong> veel wit bij knaagdier<strong>en</strong>, vogels <strong>en</strong> de m<strong>en</strong>s<br />

(lymfoïd<strong>en</strong> milt). herkauwers zitt<strong>en</strong> hier tuss<strong>en</strong> in. Vogels hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> mogelijkheid tot <strong>bloed</strong>opslag dus<br />

altijd veel wit. De <strong>bloed</strong>opslag functie is dus bij depotmilt<strong>en</strong> erg goed.<br />

Verdere functies van de milt zijn: lymfocytopoëse, antilichaamproductie, fagocytose, ijzerstofwisseling<br />

door afbraak ery's (hemosiderine) <strong>en</strong> <strong>bloed</strong>opslag.<br />

E<strong>en</strong> miltvergroting wordt spl<strong>en</strong>omegalie g<strong>en</strong>oemd <strong>en</strong> is de meest voorkom<strong>en</strong>de verandering van de milt.<br />

we kunn<strong>en</strong> hier onderscheid mak<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> diffuse vergroting <strong>en</strong> e<strong>en</strong> gelokaliseerde vergroting.<br />

Spl<strong>en</strong>omegalie kan ontstaan door e<strong>en</strong> geg<strong>en</strong>eraliseerde bacteriële ontsteking.Spl<strong>en</strong>omegalie kan<br />

ontstaan door e<strong>en</strong> lokale bacteriële ontsteking elders in het lichaam. E<strong>en</strong> spl<strong>en</strong>omegalie gaat niet<br />

gepaard met e<strong>en</strong> hyperplasie of hypertrofie van leukocyt<strong>en</strong>.


Aan e<strong>en</strong> diffusie vergroting kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal oorzak<strong>en</strong> te<strong>en</strong> grondslag ligg<strong>en</strong>:<br />

- actieve hyperemie: dit kom<strong>en</strong> we teg<strong>en</strong> bij allerlei aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong>, shock of toxische stoff<strong>en</strong>.<br />

- acute passieve hyperemie: veroorzaakt door e<strong>en</strong> slechte v<strong>en</strong>ueze afvoer (stuwingsmilt). De<br />

slachtmethode van dier<strong>en</strong> kan ook e<strong>en</strong> milthyperemie gev<strong>en</strong> <strong>en</strong> bij hond<strong>en</strong> komt dit ook voor na<br />

anasthaesie of euthanasie met barbiturat<strong>en</strong>.<br />

- chronische passieve hyperemie: komt voor bij leveraando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> of trombose van de<br />

miltv<strong>en</strong><strong>en</strong>. de follikels atrofiër<strong>en</strong> <strong>en</strong> vergrote <strong>bloed</strong>erige milt. uiteindelijk treedt fibrose <strong>en</strong><br />

verschrompeling van de milt op.<br />

- liggingsverandering<strong>en</strong>: door verdraai<strong>en</strong> kan afsluiting van de vat<strong>en</strong> plaatsvind<strong>en</strong> of kunn<strong>en</strong> zelfs<br />

afscheur<strong>en</strong>.<br />

- extramedullaire hematopoëse: bij hoge consumptie kan ook de milt meedo<strong>en</strong> aan de<br />

hemopoëse. Bij embryo's <strong>en</strong> kort na de geboorte is dit normaal.<br />

- reactieve hyperplasie: de milt reageert op heftige infectieziekt<strong>en</strong> <strong>en</strong> sepsis. de doorstroming van<br />

de milt vertraagd voor optimale uitwisseling. de milt is groot <strong>en</strong> week, bolle rand<strong>en</strong> <strong>en</strong> e<strong>en</strong> klein<br />

beetje ontstekingscell<strong>en</strong>. <strong>bloed</strong> in de sneerand<strong>en</strong>, <strong>en</strong> de witte pulpa is soms gedeg<strong>en</strong>ereerd. Bij<br />

e<strong>en</strong> chronische reactieve hyperplasie treedt vaak ook antige<strong>en</strong> pres<strong>en</strong>tatie op waardoor we e<strong>en</strong><br />

vergroting van het RES <strong>en</strong> het lymfoïde weefsel zi<strong>en</strong>. We zi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> groot aantal ontstekingscell<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hyperemie. In het begin is e<strong>en</strong> duidelijke zwelling waar te nem<strong>en</strong>, met e<strong>en</strong> slappe grote<br />

milt, troebele brei <strong>en</strong> e<strong>en</strong> bleke kleur. Het lymfoïde weefsel kan depleet zijn. bij e<strong>en</strong> zeer<br />

chronische ontsteking zi<strong>en</strong> we weer verbindweefseling, kleine <strong>en</strong> zeer stevige milt. uiteindelijk<br />

leidt dit tot verschrompeling met veel stuwing.<br />

- Stapeling<strong>en</strong> van de milt: eig<strong>en</strong>lijk is hier alle<strong>en</strong> amyloïd stapeling van belang. milt<strong>en</strong> zijn groot <strong>en</strong><br />

verton<strong>en</strong> roze/grijze strep<strong>en</strong> afgewisseld.<br />

- Neoplasiën van de milt: Alle cell<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> zijn maar de hematoom of<br />

hemangiosarcoom het meeste, vooral bij de hond. E<strong>en</strong> maligne lymfoom of e<strong>en</strong> myeloïde<br />

leukemie kunn<strong>en</strong> ook in de milt uitzaaiiing<strong>en</strong> verton<strong>en</strong>. Neoplasiën die niet tot het hemopoëtisch<br />

weefsel behor<strong>en</strong> zijn zeldzaam.<br />

Lokale vergroting:<br />

- infarct<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> door de aanvoer <strong>en</strong> afvoer ontstaan <strong>en</strong> zowel anemisch als hemorragisch van<br />

aard zijn.<br />

- nodulaire hyperplasie: sommige del<strong>en</strong> van de milt kunn<strong>en</strong> vergroot zijn t.o.v. andere del<strong>en</strong>.<br />

- lokale miltontsteking<br />

Miltruptuur: het kan ontstaan na e<strong>en</strong> trauma maar vaak is er al e<strong>en</strong> primair ziekteproces in de milt<br />

gaande. het weefsel is dan eerst vergroot met e<strong>en</strong> brosse structuur. vaka ontstaat eerst e<strong>en</strong> hematoom<br />

<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> ruptuur. vaak wordt het met e<strong>en</strong> littek<strong>en</strong> opgelost maar kan ook tot ver<strong>bloed</strong>ing van het dier<br />

zorg<strong>en</strong>. de milt er tijdig uithal<strong>en</strong> is lev<strong>en</strong>redd<strong>en</strong>d.<br />

ontwikkelingsstoornis: zal ik verder niet op in gaan. De milt is echter kleiner dan normaal.<br />

bursa van Fabricius:<br />

bij de cloaca ligt dit orgaan bij vogels. elk follikel bestaat uit e<strong>en</strong> merg <strong>en</strong> e<strong>en</strong> cortex <strong>en</strong> is de brom van de<br />

B-lymfocyt<strong>en</strong>. reductie van de bursa zi<strong>en</strong> we onder stress <strong>en</strong> cortico's of e<strong>en</strong> virus infectie. dit kan leid<strong>en</strong><br />

tot ernstige immunodeficiëntie.<br />

Thymus:


met name in de schors kom<strong>en</strong> veel lymfocyt<strong>en</strong> voor, in het merg veel minder. het bestaat uit lobb<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

lobuli. in het merg ligg<strong>en</strong> de lichaampjes van Hassal die bij chronische ontsteking<strong>en</strong> afnem<strong>en</strong> <strong>en</strong> bij acute<br />

juist to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>. De thymus is het grootst vlak voor de geboorte <strong>en</strong> neemt in de loop van de tijd af. in<br />

plaats van thymus komt vetweefsel maar de thymus verdwijnt nooit helemaal.<br />

er kan sprake zijn van e<strong>en</strong> aangebor<strong>en</strong> onderontwikkeling maar zeldzaam. We zi<strong>en</strong> dan e<strong>en</strong> sterke<br />

immunodeficiëntie met name in de cellulaire respons maar ook humoraal. e<strong>en</strong> voorbeeld waarbij we dit<br />

zi<strong>en</strong> is SCID, waarbij e<strong>en</strong> g<strong>en</strong>etisch defect leidt tot slechte differ<strong>en</strong>tiatie naar T <strong>en</strong> B cell<strong>en</strong>. humoraal <strong>en</strong><br />

cellulair afwezig. hierbij zine we dan ook vaak lymfodepletie in milt <strong>en</strong> lymfeknop<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> versnelde<br />

involutie kan optred<strong>en</strong> na tal van infecties of uitputting. hierbij zi<strong>en</strong> we apoptotisch verval, vaka gepaard<br />

met cyst<strong>en</strong>. ook zi<strong>en</strong> we soms <strong>bloed</strong>ing<strong>en</strong> in de thymus.<br />

In de thymus zijn er normaal ge<strong>en</strong> kiemc<strong>en</strong>tra <strong>en</strong> plasmacell<strong>en</strong>.<br />

Zeldzaam zijn neoplasiën van de thymus, e<strong>en</strong> metastase kan wel het gevolg zijn van e<strong>en</strong> neoplasie in<br />

lymfoïd weefsel.<br />

Be<strong>en</strong>merg:<br />

hier vind de productie van alle <strong>bloed</strong>cell<strong>en</strong> plaats. neoplasiën van het be<strong>en</strong>merg kom<strong>en</strong> relatief frequ<strong>en</strong>t<br />

voor, de belangrijkste zijn leukemie, maligne lymfoom <strong>en</strong> histiocytaire aando<strong>en</strong>ing.<br />

neoplasieën van lymfoïde organ<strong>en</strong><br />

- Leukemie: in het verloop van e<strong>en</strong> leukemie word<strong>en</strong> geleidelijk alle cell<strong>en</strong> in het be<strong>en</strong>merg door<br />

de neoplastische cell<strong>en</strong> vervang<strong>en</strong>, waardoor de functie van het be<strong>en</strong>merg uitvalt. bij e<strong>en</strong><br />

aleukemische vorm kom<strong>en</strong> er ge<strong>en</strong> cell<strong>en</strong> in het <strong>bloed</strong> voor, bij leukemische vorm wel <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong><br />

de tumorcell<strong>en</strong> zich dus ook uitzaai<strong>en</strong>. we mak<strong>en</strong> e<strong>en</strong> onderscheid tuss<strong>en</strong> e<strong>en</strong> chronische <strong>en</strong> e<strong>en</strong><br />

acute vorm, waarbij het in het eerste uitgerijpte cell<strong>en</strong> betreft <strong>en</strong> in de tweede nog zeer jonge<br />

cell<strong>en</strong>. lymfoïde leukemie zijn tumorcell<strong>en</strong> van lymfocyt<strong>en</strong>, myeloïde van granulocyt<strong>en</strong>. de<br />

laatste is overig<strong>en</strong>s bij dier<strong>en</strong> zeer zeldzaam.<br />

- Maligne lymfoom: deze kom<strong>en</strong> zeer frequ<strong>en</strong>t voor <strong>en</strong> zijn neoplasiën die uitgaan van lymfoïd<strong>en</strong><br />

cell<strong>en</strong>. vaak gaat dit op meerdere plaats<strong>en</strong> in het lichaam tegelijk, <strong>en</strong> het beeld wisselt per<br />

orgaan dat aangetast is.<br />

o lymfeknop<strong>en</strong>: vergroot, grijs/wit, spekkig <strong>en</strong> wee. schors/mergstructuur verdwijnt. (niet<br />

altijd vergroot)<br />

o milt: vergroot, gezwoll<strong>en</strong> <strong>en</strong> week.<br />

o be<strong>en</strong>merg: wordt rood door de ontstane anemie. na neoplastisch weefsel grijs/wit <strong>en</strong><br />

week.<br />

o lever: groter <strong>en</strong> bleek van kleur. vaak brosse structuur, soms stevig door bindweefsel.<br />

in alle organ<strong>en</strong> haardvorming<strong>en</strong> te vind<strong>en</strong> van monotone cell<strong>en</strong> (bij ontsteking niet monotoon).<br />

maligne lymfom<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderverdeeld in celmorfologie, verspreidingspatroon,<br />

ontwikkelingspatroon <strong>en</strong> oorsprong in T/B-cel. Qua verspreiding zi<strong>en</strong> we bij de hond vaak alle<br />

organ<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong> <strong>en</strong> bij de kat meer de abdominale <strong>en</strong> thymusvorm. bij oudere katt<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> we<br />

e<strong>en</strong> lokale vorm veel bij de nier. dit valt ook onder de abdominale (allim<strong>en</strong>taire) vorm. Hierbij<br />

zijn de milt, lever <strong>en</strong> nier aangetast. De hond heeft meer e<strong>en</strong> multic<strong>en</strong>trische vorm. Bij het rund<br />

sprek<strong>en</strong> we bij lymfoïde neoplasieën over lymfoïde leukose.<br />

- Histiocytaire aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong> (histiocytose): dit wordt gek<strong>en</strong>merkt door proliferatie van het<br />

mononucleaire fagocyt<strong>en</strong> systeem. ze kom<strong>en</strong> niet zo vaak voor hoewel bij de flatcoat <strong>en</strong> berner<br />

s<strong>en</strong>n<strong>en</strong> word<strong>en</strong> de systemische <strong>en</strong> de maligne vorm nog wel aangetroff<strong>en</strong>. de systemische wordt<br />

gek<strong>en</strong>merkt door zwelling<strong>en</strong> over het hele lichaam, <strong>en</strong> de maligne vorm is proliferatie van


atypische cell<strong>en</strong>.<br />

- tumor<strong>en</strong> door viruss<strong>en</strong>:<br />

o bovine leukose virus: veroorzaakt door e<strong>en</strong> retrovirus, vaak ge<strong>en</strong> symptom<strong>en</strong>, bij 1/3<br />

e<strong>en</strong> lymfocytose. incid<strong>en</strong>teel maligne lymfom<strong>en</strong>. niet in nederland wel in noord-amerika.<br />

aangifteverplichting. verschijnsel<strong>en</strong> afhankelijk van locatie. opvall<strong>en</strong>d is e<strong>en</strong> te lage<br />

melkproductie. ge<strong>en</strong> therapie.<br />

o Feline leukemie virus (FeLV): kan e<strong>en</strong> maligne lymfoom, e<strong>en</strong> myeloïde <strong>en</strong> erytroleukemie<br />

veroorzak<strong>en</strong>. verschijnsel<strong>en</strong> vaak aspecifiek <strong>en</strong> hang<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> met<br />

immunosuppressie. lage fertiliteit. ge<strong>en</strong> therapie, slechte prognose.<br />

- neoplasiën bij de kip: hier kunn<strong>en</strong> twee besmettelijke ziekt<strong>en</strong> word<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>.<br />

o aviaire leucose: kuik<strong>en</strong>s zijn vaak immuun. komt vele voor, verticale <strong>en</strong> horizontale<br />

transmissie. belangrijkste k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> op 15 wek<strong>en</strong>, <strong>en</strong> in twee groep<strong>en</strong>. lymfoïde<br />

leukose heeft weinig specifieke verschijnsel<strong>en</strong>, tumorale omvarming B-cell<strong>en</strong>.<br />

osteopetrrose gata gepaard met ernstige anemie <strong>en</strong> e<strong>en</strong> verschrompelkan. lusteloos,<br />

verlamming, dikke cortex be<strong>en</strong>der<strong>en</strong>, infectie van osteoblast<strong>en</strong> waardoor ze talrijk<br />

word<strong>en</strong>, verdringing be<strong>en</strong>merg.<br />

o ziekte van marek: tumor<strong>en</strong> van de t-cel, veroorzaakt door herpesvirus. vaccins aanwezig<br />

maar mogelijke resist<strong>en</strong>tie. uitsluit<strong>en</strong>d horizontale overdracht. sprake van<br />

leeftijdsresist<strong>en</strong>tie. target van virus is b-lymfocyt, t-cell<strong>en</strong> geactiveerd. er zijn 3 klassieke<br />

ziektebeeld<strong>en</strong>: klassieke neurale vorm, locomotie. de acute viscerale vorm: weinig<br />

specifiek, hoge uitval. oculaire vorm: aantasting oogz<strong>en</strong>uw. ge<strong>en</strong> behandeling.<br />

aanvulling<strong>en</strong> vanuit HC6+7<br />

Hematopoietische systeem.<br />

- Be<strong>en</strong>merg<br />

- Lymforeticulaire weefsels<br />

- Milt<br />

- Lymfeknop<strong>en</strong><br />

- Lymfoepitheliale weefsels<br />

- Thymus<br />

- Bursa van Fabricius (vogels)<br />

- Tonsill<strong>en</strong><br />

- Peyerse plat<strong>en</strong><br />

Daarnaast “diffuus” in mucosae veel lymfoïde aggregat<strong>en</strong> (MALT).<br />

be<strong>en</strong>merg --> <strong>bloed</strong>aanmaak<br />

adult in be<strong>en</strong>merg - juv<strong>en</strong>iel in be<strong>en</strong>merg lever, milt <strong>en</strong> nier.<br />

Regressieve verandering<strong>en</strong>:<br />

• Atrofie Onderscheid a.h.v. betrokk<strong>en</strong> celtyp<strong>en</strong>: - erytroïde reeks - myeloïde reeks - alle celtyp<strong>en</strong>:<br />

pancytop<strong>en</strong>ie<br />

• Toxin<strong>en</strong> (exoge<strong>en</strong>, b.v. g<strong>en</strong>eesmiddel<strong>en</strong>, evt. <strong>en</strong>doge<strong>en</strong>)<br />

• Radioactieve straling<br />

• Chronische nefritis (erythropoëtine tekort)<br />

• Infecties<br />

• Tumor<strong>en</strong>


Sereuze atrofie: verdwijn<strong>en</strong> van vet <strong>en</strong> hematopoiese<br />

Gevolg<strong>en</strong> van katt<strong>en</strong>ziekte lijk<strong>en</strong> op schade door bestraling: destructie van proliferer<strong>en</strong>de cell<strong>en</strong><br />

met name in be<strong>en</strong>merg, maagdarmkanaal, milt, lymfknop<strong>en</strong> <strong>en</strong> thymus.<br />

• Afwijking<strong>en</strong> in hemoglobine<br />

Progressieve verandering<strong>en</strong>:<br />

• Erytroïde hyperplasie, meestal als reactie op hypoxie (macroscopisch rode kleur)<br />

o chronisch <strong>bloed</strong>verlies (b.v. <strong>bloed</strong>zuig<strong>en</strong>de parasiet<strong>en</strong>, hemolytische anemieën, toxische<br />

stoff<strong>en</strong>, infectieuze ag<strong>en</strong>tia.)<br />

o lev<strong>en</strong> op grote hoogte<br />

• Myeloïde hyperplasie (macroscopisch e<strong>en</strong> meer grijzige kleur)<br />

pyog<strong>en</strong>e infecties<br />

Langdurige stimulering kan tot atrofie leid<strong>en</strong> (uitputting)!<br />

thymus:<br />

- Eén van de twee primaire lymfoïde organ<strong>en</strong> (naast be<strong>en</strong>merg).<br />

- Afhankelijk van diersoort geleg<strong>en</strong> in hals <strong>en</strong>/of borstholte<br />

- Lobulaire opbouw met schors <strong>en</strong> merg<br />

- Bevat epitheliale compon<strong>en</strong>t<br />

- Van groot belang voor specifieke afweer (T-cell<strong>en</strong>)<br />

Regressieve verandering<strong>en</strong>:<br />

• Aplasie/hypoplasie<br />

• Lymfoïde atrofie/necrose<br />

- Infectieuze ag<strong>en</strong>tia (viruss<strong>en</strong>, bacteriën)<br />

- Toxische stoff<strong>en</strong><br />

- Chemotherapeutica (medicijn<strong>en</strong>!)<br />

- Ioniser<strong>en</strong>de straling<br />

- Ondervoeding<br />

- Cachexie<br />

- Veroudering<br />

- Tumor<strong>en</strong><br />

- milieuvervuiling (TBTO)<br />

- Bij ouder word<strong>en</strong> spontane regressie van thymus<br />

Progressieve verandering<strong>en</strong>:<br />

• Lymfoïde hyperplasie (zeer zeldzaam)<br />

• Tumor (neoplasie)<br />

- Ontsteking (thymitis): komt weinig voor<br />

- Bloeding<strong>en</strong>: als aspecifieke bevinding bij diverse aando<strong>en</strong>ing<strong>en</strong><br />

Lymfeknop<strong>en</strong><br />

- filterfunctie<br />

- reactieve hyperplasie<br />

Regressieve verandering<strong>en</strong>:<br />

• Lymfoïde atrofie (zie oorzak<strong>en</strong> bij thymus)<br />

Progressieve verandering<strong>en</strong>:


-Reactieve hyperplasie (veelal e<strong>en</strong> niet specifiek beeld)<br />

acuut: meer vocht <strong>en</strong> cell<strong>en</strong> uit drainage gebied,hyperemie, hyperplasie van macrofag<strong>en</strong><br />

(sinushistiocytose)!!! De lymfeknoop zal macroscopisch gezwoll<strong>en</strong>, vochtig <strong>en</strong> rood zijn.<br />

chronisch: folliculaire (B-cel) hyperplasie paracorticale (T-cel) hyperplasie fibrosering<br />

- Lymfad<strong>en</strong>itis Meestal lokaal, soms geg<strong>en</strong>eraliseerd in kader van sepsis.<br />

• Sinushistiocytose (proliferatie monocyt macrofaag systeem)<br />

• Lymfoïde hyperplasie<br />

• Ontsteking (lymfad<strong>en</strong>itis)<br />

• Tumor (neoplasie)<br />

milt:<br />

Hemopoietisch orgaan dat <strong>bloed</strong> filtert via sinusoidaal systeem. Bevat ge<strong>en</strong> aanvoer<strong>en</strong>de lymfvat<strong>en</strong>.<br />

Regressieve verandering<strong>en</strong>:<br />

• Lymfoïde atrofie (zie oorzak<strong>en</strong> bij thymus)<br />

Progressieve verandering<strong>en</strong>:<br />

• Proliferatie monocyt macrofaag systeem<br />

• Lymfoïde hyperplasie<br />

• Ontsteking (spl<strong>en</strong>itis)<br />

• Tumor (neoplasie)<br />

Spl<strong>en</strong>omegalie: diffuse miltvergroting bijvoorbeeld door: maligne lymfoom,<br />

hyperemie, reactiviteit (acute/chronische hyperplasie), amyloïdose<br />

aanvulling<strong>en</strong> vanuit WC7<br />

Wanneer e<strong>en</strong> dier ouder wordt ontstaat er meer vetweefsel in het be<strong>en</strong>merg. het bot heeft e<strong>en</strong> epifyse<br />

(boteinde), e<strong>en</strong> arterie nutricia als voedingsvat, e<strong>en</strong> diafyse waarin het be<strong>en</strong>merg zit <strong>en</strong> e<strong>en</strong> cortex.<br />

In de thymus zit de cortex (omgev<strong>en</strong> door e<strong>en</strong> bindweefselkapsel) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> medulla. in de cortex vindt<br />

rijping van de t-cell<strong>en</strong> plaats, in de medulla gaan ze naar de circulatie of door negatieve selectie in<br />

apoptose.<br />

de thymus ontstaat uit de kieuwzakjes, <strong>en</strong> deze strekt zich langzaam uit vanuit de farynx naar de thorax.<br />

de hoofd, nek <strong>en</strong> voorpot<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> uit de jugulaire sac, het pelvisch gebied uit de iliac sac <strong>en</strong> het<br />

visceraal gebied uit de cisterna chyli. de kip heeft alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> thymus in het halsgebied maar behoudt<br />

deze lev<strong>en</strong>slang.<br />

milt: in de milt word<strong>en</strong> 2 gebied<strong>en</strong> onderscheid<strong>en</strong>, de witte <strong>en</strong> de rode pulpa. in de witte pulpa bevind<strong>en</strong><br />

zich afweergebied<strong>en</strong> met lymfocyt<strong>en</strong>. de b-cell<strong>en</strong> zitt<strong>en</strong> in kiemc<strong>en</strong>tra <strong>en</strong> de t-cell<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> laagje rond<br />

de vat<strong>en</strong> (PALS). in de rode pulpa vindt de filterfunctie van <strong>bloed</strong> plaats. het <strong>bloed</strong> komt binn<strong>en</strong> in de<br />

witte pulpa <strong>en</strong> gaat dan naar de rode pulpa. om de vat<strong>en</strong> van de rode pulpa bevind<strong>en</strong> zich monocyt<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

macrofag<strong>en</strong> (MMS) <strong>en</strong> het <strong>bloed</strong> treedt hier pas de vat<strong>en</strong> uit. zowel de intred<strong>en</strong>de als de uittred<strong>en</strong>de<br />

vat<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> uit in de hillus. het MMS kun je op veel plaats<strong>en</strong> in het lichaam teg<strong>en</strong> kom<strong>en</strong>,<br />

met name waar veel afweer nodig is. het MMS di<strong>en</strong>t dus voor afweer <strong>en</strong> zuivering.<br />

De lymfeknop<strong>en</strong> verschill<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> vark<strong>en</strong>s <strong>en</strong> andere diersoort<strong>en</strong>. Normaal kom<strong>en</strong> de uittred<strong>en</strong>de<br />

lymfevat<strong>en</strong> door de hillus <strong>en</strong> de affer<strong>en</strong>tielymfevat<strong>en</strong> verdeeld over de cortex. Bij het vark<strong>en</strong> is dit<br />

anders, daar kom<strong>en</strong> de affer<strong>en</strong>te lymfevat<strong>en</strong> via één hillus binn<strong>en</strong> in de cortex <strong>en</strong> tred<strong>en</strong> verdeeld uit via<br />

de medulla. de medulla <strong>en</strong> de cortex zijn bij het vark<strong>en</strong> dus ook andersom. in de cortex bevind<strong>en</strong> zich de<br />

B-cel kiemc<strong>en</strong>tra <strong>en</strong> in het paracorticale gebied de T-cell<strong>en</strong>. de belangrijkste functies van de lymfeknoop<br />

zijn de aanmaak van cell<strong>en</strong> <strong>en</strong> de filterfunctie. in het MALT komt ook lymfoïd weefsel voor, waarbij in de


tonsill<strong>en</strong> <strong>en</strong> de peyerse plat<strong>en</strong> ope<strong>en</strong>hoping<strong>en</strong> van lymfocyt<strong>en</strong> zijn.<br />

Lymfevat<strong>en</strong> staan in contact met de <strong>bloed</strong>baan. Twee c<strong>en</strong>trale lymfeknop<strong>en</strong> in het systeem zijn de<br />

mediale iliac knoop aan de achterzijde <strong>en</strong> de retrofaryngealis in de keel. Deze hebb<strong>en</strong> grote drainage<br />

gebied<strong>en</strong> <strong>en</strong> zijn verzamelpunt<strong>en</strong>. de lumbar trunk, de thoracisch duct (de grootste)<strong>en</strong> de chyle cisterne<br />

br<strong>en</strong>gt ze met elkaar in contact. sepsis kan onstaan door de koppeling van het lymfesysteem naar het<br />

<strong>bloed</strong>, dit gebeurt in de borstholte op de jugulaire v<strong>en</strong>ous angle.<br />

Het MALT heeft ge<strong>en</strong> aanvoer<strong>en</strong>de lymfevat<strong>en</strong> maar wel afvoer<strong>en</strong>de. het MALT staat wel in contact met<br />

het <strong>bloed</strong>. Alles tuss<strong>en</strong> lymfe <strong>en</strong> <strong>bloed</strong> wordt vrijelijk uitgewisseld.<br />

Grotere lymfevat<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> klepp<strong>en</strong>. van perifeer naar c<strong>en</strong>trale vat<strong>en</strong> wordt de doorstroom door 3<br />

mechanism<strong>en</strong> geregeld:<br />

1. de klepp<strong>en</strong> dus<br />

2. mechanische beweging<strong>en</strong> van weefsel<br />

3. pomp<strong>en</strong> of zuig<strong>en</strong> van verzamel<strong>en</strong>de lymfevat<strong>en</strong>.<br />

E<strong>en</strong> lymfec<strong>en</strong>trum is e<strong>en</strong> verzameling van lymfeknop<strong>en</strong>.<br />

aanvulling<strong>en</strong> vanuit WC8<br />

boxers hebb<strong>en</strong> e<strong>en</strong> neiging tot mastocytoom. brak<strong>en</strong> komt door vrijkom<strong>en</strong> van histamine uit mestcell<strong>en</strong> -<br />

-> maagzweer.<br />

aanvulling<strong>en</strong> vanuit WC9<br />

DDx vergrote lymfeknoop:<br />

Lymfad<strong>en</strong>itis: acuut: rood, zwelling, exsudaat - chronisch: verbindweefseling<br />

Reactieve hyperplasie: acuut: aanvoer neutrofiel<strong>en</strong> in de sinuss<strong>en</strong> <strong>en</strong> mediator<strong>en</strong>, zachte lymfeknoop.<br />

proliferatie <strong>en</strong> follikelvorming na e<strong>en</strong> tijdje, bij e<strong>en</strong> chronische reactie verbindweefseling, plasmacell<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> secundaire cortex follikels, stevige lymfeknoop.<br />

Neoplasie.<br />

Wanneer <strong>bloed</strong> langer geled<strong>en</strong> is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> we hemosiderine <strong>en</strong> dat heeft e<strong>en</strong> geel/bruine kleur<br />

(blauwe plek).<br />

aanvulling<strong>en</strong> vanuit WC10<br />

Type 1:<br />

IgE, tijd<strong>en</strong>s s<strong>en</strong>sitisatie wordt IgE door plasma cell<strong>en</strong> geproduceerd door hulp van Th2. IgE bindt aan<br />

mestcell<strong>en</strong> <strong>en</strong> na tweede contact. Pas na tweede contact omdat dan pas d eisotype switch van IgG,IgM<br />

naar IgE kan plaatsvind<strong>en</strong>. klinische verschijnsel<strong>en</strong> door inhoud granula.<br />

k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> allerge<strong>en</strong>: <strong>en</strong>zymatische activiteit, isotypeswitch, repeter<strong>en</strong>de structuur, klein deeltje. het<br />

kan via alle weg<strong>en</strong> binn<strong>en</strong>kom<strong>en</strong> maar verschilt wel in reactie. intrav<strong>en</strong>eus is systemisch, oraal kan lokaal<br />

<strong>en</strong> systemisch afhankelijk van de opname in de darm<strong>en</strong>, inhalatie <strong>en</strong> subcutaan is lokaal.<br />

IgE speelt ook e<strong>en</strong> rol bij tek<strong>en</strong> <strong>en</strong> worm<strong>en</strong>. Eosinofiel<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> bij dit type reactie ook heel veel voor.<br />

deze kom<strong>en</strong> na activatie mestcell<strong>en</strong> <strong>en</strong> ruim<strong>en</strong> worm<strong>en</strong> op. ook bij allergie kom<strong>en</strong> eosinofiel<strong>en</strong> voor<br />

maar hebb<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> duidelijke functie.<br />

Type II:<br />

reactie teg<strong>en</strong> <strong>bloed</strong>plaatjes <strong>en</strong> ery's. het bindt dus direct aan weefsel (IgG) waardoor schade ontstaat.<br />

IgG recatie is binn<strong>en</strong> <strong>en</strong>e paar minut<strong>en</strong> omdat dit antilichaam al reeds aanwezig is. k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong>d voor<br />

antibioticum gebruik.


Type III:<br />

Antige<strong>en</strong> bindt aan IgG, immuuncomplex<strong>en</strong>, activatie mestcell<strong>en</strong> door Fc <strong>en</strong> complem<strong>en</strong>t, gaat sneller<br />

dan type I maar behoeft wel priming. deze reactie heet e<strong>en</strong> arthus reactie. het duurt ongeveer 1-2 uur,<br />

het kan subcutaan, geïnhaleerd maar e<strong>en</strong> systemische reactie door direct in de <strong>bloed</strong>baan.dan heet het<br />

e<strong>en</strong> serumziekte. bij deze reactie hoort ook de farmer's long, dat is na inhalatie.<br />

Type IV:<br />

vertraagde recatie. Activatie van Th1 pres<strong>en</strong>tatie op MHCII van macrofag<strong>en</strong>, productie chemo <strong>en</strong><br />

cytokines, lokale ontstekingsreactie. het duurt ongeveer 1-2 dag<strong>en</strong> voor zichtbaar. gebruikt bij huistests<br />

bij tuberculose. kruisreactiviteit tuss<strong>en</strong> andere bacteriën kan hier overig<strong>en</strong>s wel plaatsvind<strong>en</strong>.<br />

immuundeficiënte koei<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong> negatieve uitslag hebb<strong>en</strong> terwijl er wel infectie is. T-cell<strong>en</strong><br />

spel<strong>en</strong> de voornaamste rol in deze reactie, dus ge<strong>en</strong> antilicham<strong>en</strong>.<br />

aanvulling<strong>en</strong> vanuit WC11<br />

het doorbrek<strong>en</strong> van tolerantie kan ontstaan door verschill<strong>en</strong> in MHC, omgevingsfactor<strong>en</strong> <strong>en</strong> infecties.<br />

Bij diabetes type I br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> CTL's de schade toe. het wordt echter geassocieerd met bepaalde type MHCII<br />

cell<strong>en</strong>, omdat deze de CTL's activer<strong>en</strong>. door e<strong>en</strong> verandering in de peptide binding van verschill<strong>en</strong>de<br />

soort<strong>en</strong> MHC's heeft dit invloed op de negatieve selectie, ze word<strong>en</strong> dus niet gedood.<br />

aanvulling<strong>en</strong> vanuit HC11<br />

Tumours from hematopoietic system<br />

- Leukemias<br />

. Malignant neoplasms in bone marrow originating from hematopoietic precursor cells<br />

. Lymphoid, myeloid, erythroid, megakaryocytic<br />

. Leukemic<br />

. Aleukemic<br />

. Acute vs chronic: chronisch wel in hond<strong>en</strong>, zeld<strong>en</strong> in katt<strong>en</strong>. Acute katt<strong>en</strong> vaak FeLV positief.<br />

. Non-leukemias<br />

. E.g. malignant lymphoma, mast cell tumours, histiocytomas, plasma cell tumours<br />

maligne lymfoom:<br />

Pathog<strong>en</strong>esis<br />

. Viral infection<br />

. G<strong>en</strong>etic predisposition<br />

. Pesticides<br />

. Dogs with atopic dermatitis: 12x higher risk on cutaneous lymphoma<br />

Canine Malignant Lymphoma<br />

. Annual Incid<strong>en</strong>ce Rate: 30-100/100.000 dogs<br />

. No sex predilection<br />

. Breed predisposition: several (Scottish terrier!)<br />

. Age > ½ year, peak 6-7 years<br />

. Weight: related with breed? Within breed no influ<strong>en</strong>ce<br />

. Type: WHO classification<br />

. ?????


WHO classification K9 malignant lymphoma<br />

. G<strong>en</strong>eralized<br />

. Alim<strong>en</strong>tary<br />

. Thymic<br />

. Skin<br />

. Leukemic (true)<br />

. Other (including solitary r<strong>en</strong>al)<br />

Clinical Symptoms dep<strong>en</strong>d on:<br />

• Enlargem<strong>en</strong>ts of organs involved<br />

• Dysfunction of organs involved<br />

Clinical Symptoms<br />

. Lymphad<strong>en</strong>opathy (painless) . Dyspnea . Lymph node/thymus . liquothorax . Abdominal <strong>en</strong>largem<strong>en</strong>t .<br />

Liver, sple<strong>en</strong> . Ascites . T<strong>en</strong>esmus . Fatigue . Weight loss<br />

. Fever . Vomiting, diarrhea . Polyuria/polydipsia . Anemia . Coagulopathy . Neural signs/blindness . Skin<br />

lesions<br />

Diagnosis I<br />

. Hematologic abnormalities<br />

. Leucocyte/lymphocyte count<br />

. Pres<strong>en</strong>ce of pathological lymphocytes<br />

. Biochemistry<br />

. Hypercalcemia<br />

. Monoclonal gammapathy<br />

. Ultrasound<br />

. Endoscopy<br />

. X-ray<br />

. (Histology)<br />

. Fine needle aspiration biopsy + Cytology<br />

Stage<br />

1 One lymph node / lymphoid organ<br />

2 >1 lymph nodes in 1 region (± tonsils)<br />

3 More lymph nodes in more than 1 region<br />

4 Liver and/or sple<strong>en</strong><br />

5 Blood and bone marrow/other organs<br />

a. Without systemic signs<br />

b. With systemic signs<br />

Verder: • Architecture: diffuse nodular/follicular<br />

• Cell type: State of maturation<br />

Treatm<strong>en</strong>t of multic<strong>en</strong>tric lymphoma I<br />

1) Surgery (Stage I disease?; spl<strong>en</strong>ectomy?)<br />

2) Hormonal<br />

* Corticosteroids:<br />

- CR-rates 17-43%<br />

- mean remission times 1-2 months


3) Chemotherapy<br />

Al dan niet gecombineerd maar maakt niet veel uit. E<strong>en</strong> klein beetje helpt het wel.<br />

maligne lymfoom kat:<br />

. Feline Leukemia Virus (FeLV)<br />

. Feline Immune-defici<strong>en</strong>cy Virus (FIV)<br />

. Other non-infectious causes??<br />

- gemiddelde leeftijd 6-7 jaar<br />

- De meeste maligne lymfom<strong>en</strong> bij de kat zijn in ons land FeLV negatief<br />

mediastinale lymfoom<br />

. Thymus, cranial mediast, mediastinal and sternal lymph nodes<br />

. Most common form (18% - 48%)<br />

. Mostly younger age (mean 2-3 year)<br />

. Breed predisposition: Siamese cats? (mostly FeLV negative)<br />

Gastrointestinal lymphoma<br />

Stomach, intestines,(mes<strong>en</strong>teric lymph nodes, and liver)<br />

Second common form: 15% - 45%<br />

Average age 8-11 years<br />

B-cell origin?<br />

Peripheral (multic<strong>en</strong>tric) lymphoma<br />

Secondary involvem<strong>en</strong>t of visceral organs possible<br />

About 10% of all feline lymphomas<br />

Median age 10 years<br />

Oft<strong>en</strong> only one lymph node, or regional lymph nodes<br />

aanvulling<strong>en</strong> vanuit HC12<br />

Clinical trials<br />

. Fase 1 trials: dose-finding, toxicologie/farmacologie<br />

. Fase 2 trials: kleinschalig, effectiviteit<br />

. Fase 3 trials: grootschalig, effectiviteit, controlegroep<br />

. Nev<strong>en</strong>-vraagstelling<strong>en</strong>: toxiciteit, prognostische factor<strong>en</strong><br />

. Fase 4 trials: post marketing, lange termijn effect<strong>en</strong><br />

Probeer artikel<strong>en</strong> clinical trials op waarde te beoordel<strong>en</strong>:<br />

. Dubbelblind, controlegroep, gerandomiseerd, poweranalyse, rapportage resultat<strong>en</strong><br />

T<strong>en</strong>tam<strong>en</strong>vraag: ge<strong>en</strong> van de volg<strong>en</strong>de bewering<strong>en</strong> over klinische trials is juist:<br />

a. Clinical trials hebb<strong>en</strong> altijd e<strong>en</strong> controlegroep<br />

b. De controlegroep moet bij voorkeur met e<strong>en</strong> placebo behandeld word<strong>en</strong><br />

c. E<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>aar moet altijd het recht hebb<strong>en</strong> om te kiez<strong>en</strong> in welke groep zijn dier komt<br />

d. Het om <strong>en</strong> om toewijz<strong>en</strong> aan e<strong>en</strong> behandelgroep is voldo<strong>en</strong>de om beïnvloeding van resultat<strong>en</strong> te<br />

voorkom<strong>en</strong><br />

e. Ge<strong>en</strong> van bov<strong>en</strong>staande bewering<strong>en</strong> is juist


aanvulling<strong>en</strong> vanuit HC13<br />

Immune-mediated haemolytic anaemia (IMHA). In IMHA red blood cells are destroyed within the<br />

circulation or extravascular as a consequ<strong>en</strong>ce of anti-erythrocyte antibody production. Can be primary or<br />

secondary in nature.60 to 75% of IMHA cases in dogs are thought to be primary, or idiopathic in origin.<br />

Secondary IMHA occurs wh<strong>en</strong> there is an underlying disease that leads to attachm<strong>en</strong>t of<br />

immunoglobulins to erythrocytes such as neoplastic and chronic infectious diseases,<br />

exposure to drugs, toxins, and vaccines.<br />

Therapy Blood transfusions were giv<strong>en</strong> wh<strong>en</strong> judged necessary by the att<strong>en</strong>ding clinician. Individual<br />

changes in dose or duration of either prednisolone or azathioprine treatm<strong>en</strong>t were made based on the<br />

response to therapy and the occurr<strong>en</strong>ce of side effects.<br />

Conclusion Mortality in canine IIMHA within the first 2 weeks is 20%. Long-term prognosis after 14 days<br />

is good Mortality within the first 2 weeks can be predicted based on an increase in urea, the pres<strong>en</strong>ce of<br />

icterus and petechiae. In canine IIMHA an increase in urea, a decrease in thrombocytes and an increase<br />

in bands, and the pres<strong>en</strong>ce of petechiae predict death.<br />

aanvulling<strong>en</strong> vanuit HC16<br />

Diagnose: primaire ontstekingsreacties (innate immuun respons): NSAIDs (of antihistaminica bij<br />

allergische reacties)<br />

Diagnose: Adaptieve immuun response: Glucocorticoid<strong>en</strong>, immunosupressants (auto-immuun<br />

process<strong>en</strong>)<br />

cortico's:<br />

• Remm<strong>en</strong> de synthese van cytokin<strong>en</strong> (transcriptie) --> Remm<strong>en</strong> fosfolipase A2 (remming<br />

prostaglandinesynthese)<br />

• Remming van de activatie van ontstekingscell<strong>en</strong><br />

- emm<strong>en</strong> IL-1/ IL-2: cellulaire afweermechanism<strong>en</strong> = immuunsuppressie<br />

• Remm<strong>en</strong> COX-2 <strong>en</strong> 5-LOX<br />

Indicaties:<br />

• Acute Onstekingsremming <strong>en</strong> auto-immuunziekt<strong>en</strong><br />

BIJWERKINGEN<br />

• Lipolyse (M.Cushing)<br />

• Spierafbraak (remming eiwitsynthese)<br />

• remming wondg<strong>en</strong>ezing<br />

• immuunosuppressie<br />

• ketoge<strong>en</strong> - diabetoge<strong>en</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!