05.05.2013 Views

Kroniek van Peter van Os - Historici.nl

Kroniek van Peter van Os - Historici.nl

Kroniek van Peter van Os - Historici.nl

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

RGP<br />

kleine serie<br />

87<br />

KRONIEK<br />

PETER<br />

VAN OS


Rijks Geschiedkundige Publicatie« n<br />

uitgegeven door het<br />

Instituut voor Nederlandse Geschiedenis<br />

Kleine Serie<br />

87<br />

Instituut voor<br />

Nederlandse<br />

Geschiedenis<br />

RGP


<strong>Kroniek</strong> <strong>van</strong> <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong><br />

Geschiedenis <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch en<br />

Brabant <strong>van</strong> Adam tot 1523<br />

Uitgegeven door<br />

drs. A.M. <strong>van</strong> Lith-Droogleever Fortuijn<br />

dr. J.G.M. Sanders<br />

drs. G.A.M. Van Synghel<br />

Instituut voor Nederlandse Geschiedenis<br />

Den Haag / 1997


Het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis maakt deel uit <strong>van</strong> de Stichting<br />

voor Historische Wetenschappen, die ressorteert onder de Nederlandse Organisatie<br />

voor Wetenschappelijk Onderzoek.<br />

Illustratieverantwoording:<br />

Met dank aan het Gemeentearchief 's-Hertogenbosch (foto's pag. xxvii boven, xxxvii en<br />

stofomslag), het Rijksarchief in Noord-Brabant te 's-Hertogenbosch (foto's pag. xvii, xviii,<br />

xix, xxvii onder, xxviii, xlii en schutbladen) en de Koninklijke Bibliotheekte 's-Gravenhage<br />

(foto pag. 356).<br />

Stofomslag:<br />

Oudst bekende gezicht op 's-Hertogenbosch ca. 1524. Detail <strong>van</strong> een manuscriptkaart <strong>van</strong><br />

het Gelderse rivierengebied.<br />

Wenen, Oesterreichisches Staatsarchiv, Belgien, D.D. 237, fol. 387<br />

Schutbladen:<br />

Kaart <strong>van</strong> het hertogdom Brabant door Jacob <strong>van</strong> Deventer, ca. 1550.<br />

's-Hertogenbosch, RA, kaarten- en prentenverzameling, inv.nr. 34<br />

isbn 90-5216-097-x geb.<br />

issn 0921-90<br />

nugi 641<br />

Stofomslagontwerp Luc de Ruijter, Amsterdam<br />

Gezet door Gra¢sch Serviceburo Assist, Goes<br />

Gedrukt door Gra¢sch Produktiebedrijf Gorter bv, Steenwijk<br />

Gebonden door Callenbach bv, Nijkerk<br />

C 1996 Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, Den Haag<br />

Postbus 90755 . 2509 LT . e-mail rgp@inghist.<strong>nl</strong><br />

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, op welke wijze<br />

dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming.<br />

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever, without prior written permission<br />

from the publisher.


VII<br />

IX<br />

XII<br />

XXI<br />

XXII<br />

XXV<br />

XXIX<br />

XXXII<br />

XXXIV<br />

XXXV<br />

XLI<br />

1<br />

353<br />

355<br />

357<br />

383<br />

385<br />

389<br />

Inhoud<br />

Woord vooraf<br />

I<strong>nl</strong>eiding<br />

1 Het belang <strong>van</strong> de kroniek<br />

2 Codicologische beschrijving<br />

Herkomst<br />

Materiaal<br />

Collatie<br />

Schrift en datering<br />

Decoratie<br />

Taal<br />

Band<br />

Tekst¢liatie<br />

3 Samensteller<br />

4 Politieke constellatie ten tijde <strong>van</strong> het ontstaan <strong>van</strong> de kroniek<br />

5Bronnen<br />

6Typologie<br />

7 Betrouwbaarheid en accuratesse<br />

8 Receptie<br />

9 Stedelijke historiogra¢e naVan <strong>Os</strong><br />

Verantwoording <strong>van</strong> de tekstuitgave en tekstpresentatie<br />

<strong>Kroniek</strong> <strong>van</strong> <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong><br />

Bijlagen<br />

1 Lijst met vertaling <strong>van</strong> vaakvoorkomende Latijnse zinsneden en passages<br />

2 Lijst <strong>van</strong> signa<br />

3 Concordantie <strong>van</strong> kroniek en cartularium<br />

Lijst <strong>van</strong> afkortingen<br />

Literatuurlijst<br />

Index <strong>van</strong> persoons- en geogra¢sche namen


Woord vooraf<br />

In 1948 publiceerde H.P.H. Camps, bewerker <strong>van</strong> het eerste deel <strong>van</strong> het Oorkondenboek<strong>van</strong><br />

Noord-Brabant, zijn proefschrift over de stadsrechten <strong>van</strong> graaf<br />

Willem II <strong>van</strong> Holland en hunverhouding tot het recht <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch. Het<br />

bestaan<strong>van</strong> de oudste tekst <strong>van</strong> het stadsrecht <strong>van</strong> Den Boschwas hem bekend uit<br />

een marginale aantekening in de kroniek<strong>van</strong> <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong>, die op haar beurt weer<br />

verwees naar een afschrift in een tot dan toe onbekend cartularium. Camps wees<br />

in zijn zevende stelling op het belang <strong>van</strong> de kroniek: `De uitgave <strong>van</strong> de stadskroniek<br />

<strong>van</strong> Den Bosch <strong>van</strong> Pieter <strong>van</strong> <strong>Os</strong> is een dringend desideratum in onze<br />

historische literatuur'.<br />

Bijnavijftig jaar later is het dan zover: deze oudst bewaard gebleven exponent <strong>van</strong><br />

stedelijke geschiedschrijving te 's-Hertogenbosch vormt de inhoud <strong>van</strong> de voor U<br />

liggende uitgave.<br />

In de kroniek <strong>van</strong> <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong> wordt de geschiedenis <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch en<br />

Brabant <strong>van</strong>af de schepping <strong>van</strong> de wereld tot en met het jaar 1515 beschreven.<br />

Een tweede scriptor voegde daar een aanvulling aan toe tot en met het jaar 1523.<br />

Publicatie <strong>van</strong> dit type bronnen vindt in Nederland verspreid plaats. Er is namelijk<br />

geen equivalent <strong>van</strong> de in 1862 groots opgezette Duitse serie Die Chroniken<br />

derdeutschen StÌdtevon 14. bisins 16. Jahrhundert.Wij zijn het Instituut voor Nederlandse<br />

Geschiedenis dan ook dankbaar dat het deze bron onder zijn auspicie« n<br />

wil uitgeven.<br />

Bij de totstandkoming <strong>van</strong> de uitgave hebben we <strong>van</strong> verschillende zijden steun<br />

ont<strong>van</strong>gen. Dr. J.G. Smit (coÎrdinator <strong>van</strong> de sectie Middeleeuwen <strong>van</strong> het Instituut<br />

voor Nederlandse Geschiedenis) begeleidde het gehele traject intern en gaf<br />

ons waardevolle adviezen en praktische steun bij de tekstuitgave, i<strong>nl</strong>eiding en opmaak<br />

<strong>van</strong> de index. Mw. dr. B. Ebels-Hoving en dr. R. Stein hebben als externe<br />

referent de i<strong>nl</strong>eiding <strong>van</strong> kritische opmerkingen voorzien. C. Keij en vervolgens<br />

F. Aussems (beiden werkzaam bij de uitgeverij <strong>van</strong> het Instituut) hebben op constructieve<br />

en nauwgezette wijze het produktieproces in goede banen geleid. Een<br />

woord <strong>van</strong> dank gaat ook uit naar het Rijksarchief in Noord-Brabant te 's-Hertogenbosch,<br />

eigenaar <strong>van</strong> de kroniek, dat ons gedurende een lange periode gastvrijheid<br />

en faciliteiten bood.<br />

Moge de publicatie <strong>van</strong> de kroniek <strong>van</strong> <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong> een vruchtbare bodem zijn<br />

voor verder wetenschappelijk onderzoek.<br />

Sint-Michielsgestel, april 1997<br />

drs. A.M. <strong>van</strong> Lith-Droogleever Fortuijn<br />

dr. J.G.M. Sanders<br />

drs. G.A.M.Van Synghel<br />

VII


I<strong>nl</strong>eiding<br />

1 Het belang <strong>van</strong> de kroniek<br />

In De <strong>Kroniek</strong> <strong>van</strong> <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong> 1 , bestaande uit 396 beschreven folia, is de geschiedenis<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch en Brabant beschreven, <strong>van</strong>af Adam tot het begin<br />

<strong>van</strong> het jaar 1523. Het Rijksarchief in Noord-Brabant te 's-Hertogenbosch is<br />

eigenaar <strong>van</strong> het handschrift <strong>van</strong> de kroniek en heeft dit in bewaring gegeven aan<br />

de KUB teTilburg. 2 De samensteller <strong>van</strong> de kroniek is een<strong>van</strong> de stadssecretarissen<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch, 3 namelijk <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong>. Hij was werkzaam in de stedelijke<br />

secretarie <strong>van</strong> 1483 tot 1542.Van <strong>Os</strong> zelf beschreef de geschiedenis <strong>van</strong> stad<br />

en hertogdom tot en met het jaar 1515. De periode 1515-1523 is aangevuld door<br />

een andere, niet ge|« denti¢ceerde scriptor, eveneens werkzaam in de secretarie<br />

<strong>van</strong> Den Bosch. Waarom Van <strong>Os</strong> deze periode niet zelf beschreven heeft, blijft<br />

vooralsnog een raadsel. Hij heeft immers voor het aanvullend gedeelte wel zelf<br />

de oorkonden verzameld en gekopieerd in een cartularium, dat de basis vormt<br />

voor de bewijsstukken in zijn kroniek. Ook blijft hij gedurende de jaren na 1515<br />

aktief in de stedelijke secretarie, zonder wijziging in de aard <strong>van</strong> zijn werkzaamheden.<br />

Subscriptio door <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong>.<br />

's-Hertogenbosch, RA, archief klooster Marie« nburg op de Uilenburg te 's-Hertogenbosch, inv.nr. 306,<br />

oorkonde d.d. 9 mei 1522<br />

1 Carasso-Kok, Repertorium, 379, nr. 350.<br />

2 Tilburg, KUB, Brabantica-collectie hs 339a H3.<br />

3 In het begin <strong>van</strong> de zestiende eeuw zijn verschillende stadssecretarissen tegelijk werkzaam<br />

in de stedelijke secretarie, Jacobs, Justitie en politie, 83-85.<br />

IX


In de kroniek zijn drie delen <strong>van</strong> niet-evenredige om<strong>van</strong>g aan te wijzen. Op de<br />

eerste drie folia wordt een opsomming gegeven <strong>van</strong> de kwartieren, steden, vrijheden,<br />

abdijen en baanderijen <strong>van</strong> het hertogdom Brabant. Daarna volgt een i<strong>nl</strong>eidend<br />

gedeelte <strong>van</strong> circa 40 folia met een genealogie <strong>van</strong> de hertogen <strong>van</strong> Brabant<br />

en de legitimatie <strong>van</strong> hun positie. In het resterende deel, circa 350 folia, staan de<br />

stad 's-Hertogenbosch, de Meierij en het hertogdom centraal. Deze inhoudelijke<br />

accentverschuiving loopt parallel met een wijziging in de chronologische indeling.<br />

In het i<strong>nl</strong>eidend gedeelte heeft Van <strong>Os</strong> de historische gegevens chronologisch<br />

gerangschikt in de vorm<strong>van</strong> korte paragrafen, voorzien <strong>van</strong> een rubriek.Vanaf folio<br />

42 r voert hij een chronologische indeling in op basis <strong>van</strong> hetschepenjaar, dat in<br />

's-Hertogenbosch loopt <strong>van</strong> 1 oktober tot 30 september. Binnen deze structuur<br />

past hij de gebeurtenissen in. Deze jaarindeling blijft gehandhaafd tot het eind<br />

<strong>van</strong> de kroniek. Een secundaire tijdsaanduiding staat bovenaan elke folio. Daar<br />

wordt het betre¡ende jaar vo¨ o¨ r of na Christus vermeld, of de naam <strong>van</strong> de regerende<br />

Brabantse vorst.Vanaf Hendrik I vindt de vermelding <strong>van</strong> de regerende<br />

vorst consequent plaats tot het eind <strong>van</strong> de kroniek.<br />

Uitgangspunt voor de opbouw <strong>van</strong> de kroniek zijn dus de schepenjaren. Elk jaar<br />

vindt men de formulering Remigii confessoris anno v scabini v 4 of een variant<br />

daar<strong>van</strong>. Daarna volgen eerst de schepennamen, voor zover Van <strong>Os</strong> deze kent.<br />

Met name in de dertiende eeuw zijn er veel lacunes. Een groot aantal schepenjaren<br />

doet Van <strong>Os</strong> af met zeven symbolische punten. In de vijftiende eeuw noemt hij<br />

na de schepenen ook andere functionarissen, zoals secretarissen, rentmeesters,<br />

burgemeesters en goede mannen. Speci¢eke gegevens die verband houden met<br />

de ambtstermijn vallen ook onder dit paragraafje. Aan de hand <strong>van</strong> het schepenjaar<br />

groepeert hij dan de historische gegevens, die vaak ondersteund zijn met diplomatische<br />

stukken, zoals oorkonden, akten en eedformulieren. De verhouding<br />

tussen de zuiver verhalende en de diplomatische passages is wisselend. Sommige<br />

schepenjaren bevatten uitsluitend de vermelding <strong>van</strong> bepaalde privileges, andere<br />

hebben alleen verhalende tekstdelen en weer andere hebben een gemengde samenstelling.<br />

In de verhalende passages besteedt hij aandacht aan politieke, monetaire,<br />

economische en militaire geschiedenis, zowel <strong>van</strong> de stad als <strong>van</strong> het<br />

hertogdom. Ook gebeurtenissen buiten het hertogdom, voornamelijk uit Engeland,<br />

Frankrijk en het Duitse Rijk, vinden er hun plaats.Voor een groot deel <strong>van</strong><br />

deze verhalende passages heeft Van <strong>Os</strong> Die alderexcellenste cronyke <strong>van</strong> Brabant,<br />

Hollant, Seelant,Vlaenderen int generael met vele nieuwe addicien dye in die ander<br />

niet gheweest en zijn, gheprentthAntwerpen int iaerons Heeren MCCCCC ende XII<br />

in octobri gebruikt. Gegevens die hij nietontleent aan Diealderexcellenstecronyke<br />

<strong>van</strong> Brabant betre¡en onder andere de Gelderse oorlogen, de huldiging <strong>van</strong> Karel<br />

V in Den Bosch en de typisch kroniekmatige aantekeningen zoals stadsbranden,<br />

het klimaat, de bouw <strong>van</strong> stadsmuren, het instellen <strong>van</strong> een loterij, het gieten <strong>van</strong><br />

een klok enz.<br />

4 Vertaling: op 1 oktober in het jaar v waren schepenen v.Voor vertaling <strong>van</strong> deze formuleringen<br />

zie bijlage 1 (Lijst met vertaling <strong>van</strong> vaak voorkomende Latijnse zinsneden en<br />

passages). De wisseling <strong>van</strong> de schepenstoel vond in de stad 's-Hertogenbosch plaats op<br />

1oktober.<br />

X


De diplomatische tekstdelen zijn ontleend aan een cartularium <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

in twee banden, dat berust in de Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage.<br />

5 Het betreft voornamelijk aan de stad verleende privileges, overeen- komsten<br />

tussen stad en Meierij, ordonnanties en andere juridische bescheiden. Deze stukken<br />

worden in de kroniek deels in extenso, deels geparafraseerd weergegeven. De<br />

volledige tekst <strong>van</strong> de verkorte stukken kan men via een doorVan <strong>Os</strong> aangebrachte<br />

folio- en signumverwijzing terugvinden in dit cartularium. De periode dieVan<br />

<strong>Os</strong> zelf bewust meegemaakt heeft, namelijk het derde kwart <strong>van</strong> de vijftiende<br />

eeuw en de eerste twee decennia<strong>van</strong> de zestiende eeuw, wordt het meest uitvoerig<br />

belicht.<br />

De uitgave <strong>van</strong> de kroniek<strong>van</strong> <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong> beoogt een stimulans te geven aan het<br />

onderzoek op diverse terreinen. De kroniek zelf is een zo uitvoerig en ambitieus<br />

opgezet specimen <strong>van</strong> laat-middeleeuwse Nederlandse stadsgeschiedschrijving,<br />

dat integrale uitgave <strong>van</strong>uit dit oogpunt verantwoord is. Dit temeer omdat bij gebrek<br />

aan moderne edities <strong>van</strong> vergelijkbare Nederlandse kronieken het verschijnsel<br />

nauwelijks bestudeerd is.<br />

Het doorVan <strong>Os</strong> aangereikte diplomatisch materiaal uit de kroniek, dat tot op heden<br />

nagenoeg volledig onuitgegeven is, biedt samen met het cartularium een uitstekende<br />

basis voor historisch en rechtshistorisch onderzoek. Daarbij kan men<br />

denken aan thema's als bijvoorbeeld de verhouding tussen stad en Meierij en tussen<br />

stad en de heerlijkheden Ravenstein, Megen, Gemert en Cuijk, de positie <strong>van</strong><br />

stad en hoogschout in waterstaatkundige zaken in de Meierij en monetaire ontwikkelingen.<br />

Een deel <strong>van</strong> het diplomatisch materiaal is niet meer in origineel,<br />

maar alleen in afschrift in de kroniekof in hetbijbehorende cartularium voorhanden.<br />

Door toevoeging <strong>van</strong> een concordantie <strong>van</strong> kroniek en cartularium, waarin<br />

de stukken chronologisch geordend zijn envoorzien<strong>van</strong> een omschrijving <strong>van</strong> het<br />

onderwerp, wordt het diplomatisch materiaal voor de onderzoeker inhoudelijk<br />

ontsloten.<br />

Ook kan de uitgave een stimulans geven aan het literatuurhistorisch onderzoek.<br />

De kroniek <strong>van</strong> Van <strong>Os</strong> is een specimen <strong>van</strong> laat-middeleeuwse geschiedschrijving,<br />

tot stand gekomen binnen een stedelijke context, uniek in haar uitgebreide<br />

opzet.Waarschij<strong>nl</strong>ijk vormt Den Bosch een uitzondering op het verschijnsel dat<br />

belangrijke steden vaak veel diplomatisch, maar weinig historiogra¢sch materiaal<br />

hebben. 6 Door deze uitgave is een vergelijking mogelijk met andere Brabantse<br />

kronieken en kan men onderzoek instellen naar de verwevenheid <strong>van</strong> Brabantse<br />

kronieken met die <strong>van</strong> andere gewesten. 7<br />

Ten slotte is de kroniek<strong>van</strong> belang voor het taalkundig onderzoek. Het gehele begin<br />

zestiende-eeuwse Brabantse corpus is een mooi onderzoeksobject in twee opzichten.<br />

Enerzijds maakt het de bestudering <strong>van</strong> de streektaal mogelijk,<br />

anderzijds de studie <strong>van</strong> de overgang <strong>van</strong> het Middelnederlands naar het Nieuw-<br />

5 's-Gravenhage, KB, hs. nr. 131 B 26. Een micro¢lm <strong>van</strong> dit cartularium is aanwezig bij<br />

het Rijksarchief in Noord-Brabant, Collectie Schaduwarchieven, inv.nr. 268.<br />

6 ZieWriedt,`Geschichtsschreibung in denWendischen HansestÌdten', 402.<br />

7 Zie ook de wens <strong>van</strong> Carasso-Kok, Repertorium, 171.<br />

XI


Nederlands. Deze overgang is een belangrijke cesuur in de taalontwikkeling.<br />

Naar dit aspect is nog weinig onderzoekverricht.<br />

2 Codicologische beschrijving<br />

De titel <strong>van</strong> het handschrift luidt: Dit boeck inhelt in den iersten die gelegentheit<br />

<strong>van</strong> Brabant mettertoebehoerten, die afcoemste ende dedelheitder hoiger doerluchtiger<br />

fursten ende hertoigen <strong>van</strong> Brabant ende daer nae voirts <strong>van</strong> versceyden previlegien,<br />

verleeningen by hore princelicheit den landen <strong>van</strong> Brabant ende oic der stat<br />

<strong>van</strong> sHertogenbosch verleent ende voirts <strong>van</strong> meer andere ordinancien, vonnissen,<br />

appoinctementen, compromissen, uuytspraken, con¢rmacien, tractaten ende <strong>van</strong><br />

meer andere poincten, in cort comprehendeert. 8<br />

Op de rug <strong>van</strong> de band staat een latere titel Handschrift 9 wegens 10 Braband en<br />

's Hertogenbosch door Pieter <strong>van</strong> <strong>Os</strong>, secretaris te's Bosch, met daar onder de signatuur<br />

57 a .<br />

Het incipit luidt als volgt: In den iersten is hier te wetene die gelegentheit slants <strong>van</strong><br />

Brabant v.<br />

Het explicit is: v ende die ander acht by composicien ende anderssins ontquamen.<br />

Herkomst<br />

Het handschrift <strong>van</strong> <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong> is via omzwervingen eigendom geworden <strong>van</strong><br />

het Rijksarchief in Noord-Brabant te 's-Hertogenbosch. In 1816 kocht mr.W.C.<br />

Ackersdijk, stadssecretaris <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch, het voor ëe¨ n gulden bij de veiling<br />

<strong>van</strong> een boekcollectie. 11 In juni 1864 verwierf R. <strong>van</strong> Breugel Douglas het<br />

manuscript voor ü 50. 12 Hij verkocht het op zijn beurt in 1910 aan het Rijksarchief<br />

in Noord-Brabant, 13 waar het ondergebracht werd in de CollectieVan Breugel,<br />

inv.nr. 43. In 1960 is de kroniek in bruikleen gegeven aan de bibliotheek <strong>van</strong><br />

het Provinciaal Genootschap te 's-Hertogenbosch, die thans als Brabantica-collectie<br />

deel uitmaakt <strong>van</strong> de Universiteitsbibliotheek te Tilburg. Daar berust het<br />

handschrift onder de signatuur hs 339a H3. 14<br />

8 r<br />

Van <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, fol. 1 .<br />

9<br />

Licht vervaagde tekst.<br />

10<br />

Alsvoren.<br />

11<br />

's-Hertogenbosch, RA, CollectieVan Breugel, inv.nr. 43=<strong>Kroniek</strong> <strong>van</strong> <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong>, los<br />

bijliggend Verslag <strong>van</strong> het handschrift <strong>van</strong> Petrus <strong>van</strong> <strong>Os</strong>, secretaris der stad 's-Hertogenbosch<br />

begonnen omtrend 1483 en vervolgd tot 1523, p. 16, door mr.W.C. Ackersdijck, alsmede<br />

de bijliggende aantekeningen <strong>van</strong> mr. C.C.D. Ebell, rijksarchivaris in Noord-<br />

Brabant.<br />

12<br />

Van <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, ex-libris <strong>van</strong>Van Breugel op fol. 1*.<br />

13<br />

Ebell,`Rijksarchief in Noordbrabant', 111.<br />

14<br />

Het handschrift <strong>van</strong> <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong> is beschreven door Van deVen, Over Brabant geschreven<br />

I, 34-38.<br />

XII


Materiaal<br />

De kroniek is geschreven op papier en bestaat uit 445 folia, waar<strong>van</strong> er 396 beschreven<br />

zijn. De oude potloodfolie« ring loopt <strong>van</strong> fol. 1 r tot 396 r , een jongere folie«<br />

ring <strong>van</strong> fol. 397 r tot 445 r .Voorin zijnvijfongefolieerde schutbladen. Slechts e¨ e¨ n<br />

<strong>van</strong> deze schutbladen draagt een folie« ring, namelijk het cijfer 1*, en heeft een begin<br />

zeventiende-eeuws watermerk. 15 De folia 1 tot en met 395 hebben begin zestiende-eeuwse<br />

watermerken, de folia 401 tot 445 begin zeventiende-eeuwse. 16 De<br />

folia met de zeventiende-eeuwse watermerken zijn de niet beschreven bladen. Er<br />

is geen wijziging in papiersoort bij de wisseling <strong>van</strong> de handen. De resterende<br />

blanco folia, ongeveer 45, zijn duidelijk<strong>van</strong> jongere datum.<br />

Het papier verkeert in goede staat, behalve fol. 1 r , waar een kleine beschadiging is<br />

opgetreden.<br />

Ter versteviging <strong>van</strong> het boekblok zijn op diverse plaatsen rond de katernen papierstroken<br />

aangebracht: vöo¨ rfol.2 r ,fol.9 r ,fol.33 r (met Nederlandse tekst), 49 r ,<br />

97 r , 129 r (met fragment: te boeck ge), 137 r ,145 r , 169 r , 185 r , 218 r , 265 r , 281 r , 289 r ,<br />

305 r , 313 r , 322 r , 328 r ,337 r , 338 r , 345 r , 346 r , 352 r , 353 r , 361 r , 370 r , 377 r , 386 r , 394 r .<br />

Het katern met fol. 440 is verstevigd met een perkamenten hartstrook. Dit is de<br />

pliek <strong>van</strong> een veertiende-eeuwse Bossche schepenoorkonde, met rechtsonder de<br />

dienstaantekening: littera Iohannis Noet; duplicetur, solverunt ambo.<br />

Collatie<br />

De codex is opgebouwd uit 58 katernen, die nagenoeg allemaal uit vier dubbelbladen<br />

bestaan. In schema kan de katernopbouw als volgt weergegeven worden:<br />

1 8 (de eerste drie bladen zijn aan de binnenzijde <strong>van</strong> het voorplat <strong>van</strong> de band<br />

geplakt); 2 4+2 (fol. 1 en 8 is een enkelblad); 4-52 8 ;53 6 ;54-58 8 (de laatste twee<br />

bladen zijn samen op het achterplat <strong>van</strong> de band geplakt); (fol. 9 en 104 liggen<br />

los in de codex). 17<br />

De bladmaat, gemeten fol. 7 r , bedraagt 281 x 205 mm. Dat de oorspronkelijke<br />

bladmaat groter was, blijkt uit het feit dat op een aantal plaatsen de custoden<br />

(deels) zijn weggesneden. Wat de spiegelmaten betreft kan geen eenvormig formaat<br />

opgegeven worden. Met name in de eerste helft <strong>van</strong> het handschrift (ongeveer<br />

tot fol. 136 r ) is de bladspiegel zeer onrustig. Diverse tekstdelen worden<br />

onregelmatig over de bladen geschreven enverbonden door middel <strong>van</strong> accolades<br />

(zie pagina XVII). 18 Vanaf fol. 137 r treedt een rustiger tekstbeeld in en bedragen<br />

de spiegelmaten respectievelijk 199 x 117, 199 x 123, 111 x 195 en 209 x 119 mm<br />

(fol. 193 v , 259 r , 309 v en 386 v ).<br />

15 Briquet, Les Filigranes, nr. 9821.<br />

16 De verdeling der watermerken volgens Briquet, Les Filigranes, is als volgt: fol. 1 - fol.<br />

143: nr. 8987; fol. 146 - fol. 256: nr. 8993; fol. 259 - fol. 260: nr. 1677; fol. 263 - fol. 387:<br />

nr. 8993; fol. 388: sterkverwant aan nr. 12637; fol. 389 - fol. 390: geen watermerk aangetro¡en;<br />

fol. 391: nr. 8993; fol. 395: nr. 12518; fol. 396: nr. 8993; fol. 397: sterk verwant<br />

aan 12637; fol. 401: nr. 7840; fol. 402: een zeventiende-eeuws watermerk, <strong>van</strong>af fol. 403<br />

tot het eind fol. 445 komen de twee laatstgenoemde alternerend voor. Bij de handschriftbeschrijving<br />

<strong>van</strong>Van deVen, Over Brabant geschreven I, 34-38 zijn de watermerken niet<br />

ge|« denti¢ceerd.<br />

17 Katernformule volgens Ker, Catalogue,XXII-XXIV.<br />

18 Zie bijvoorbeeld de zeer slordige tekstopmaak op fol. 12 v .<br />

XIII


Van een linie« ring ontbreekt elk spoor. Signaturen zijn niet aangetro¡en.Volledig<br />

gaaf bewaarde custoden ontbreken. Op fol. 371 v en 372 v (derde en vierde blad katern)<br />

staat een nog leesbare custode.Van de custoden op fol. 57 r ,58 r ,68 r , 144 v ,<br />

168 v , 192 v , 275 v , 280 v , 336 v , 337 v , 340 v , 369 v ,370 v , 377 v , 378 v en 379 v is meestal<br />

slechts de bovenzijde <strong>van</strong> een paar letters waarneembaar, soms een gedeelte <strong>van</strong><br />

de letterschachten, in een enkel geval enkel nog een haaltje, waardoor de oorspronkelijke<br />

woorden niet meer kunnen worden gereconstrueerd.<br />

Aanwijzingen voor de lezer tre¡en we aan op fol. 40 r : ende keert omme. Nergens<br />

zijn bij de grote kopschriften, gewone rubrieken of nota-verwijzingstekens representanten<br />

waar te nemen.<br />

Schrift en datering<br />

In het handschrift zijn twee opeenvolgende handen te onderkennen. De eerste<br />

hand schrijft het leeuwendeel <strong>van</strong> de kroniek, <strong>van</strong> fol. 1 r tot fol. 384 v . Het is de<br />

hand <strong>van</strong> <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong>, stadssecretaris <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch en samensteller<br />

<strong>van</strong> de tekst. Hij maakt zich in de kroniek twee maal bekend en verwijst bij die<br />

gelegenheid naar zijn werkzaamheden binnen de Bossche stadsadministratie. 19<br />

De laatste tien folia, namelijk 385 r tot 396 r , 20 zijn geschreven door een niet-ge|« -<br />

denti¢ceerde hand, die eveneens voorkomt in stukken <strong>van</strong> de stedelijke gri¤e. 21<br />

De overgang <strong>van</strong> de eerste naar de tweede hand komt zeer plotseling aan het eind<br />

<strong>van</strong> een katern, midden in een woord. De abrupte bee« indiging doorVan <strong>Os</strong> op fol.<br />

384 v aan het eind <strong>van</strong> een katern, midden in de datering daernae in den aprilleden<br />

XIX en dach nae Paeschen in den iair M, alsmede het ontbreken <strong>van</strong> het tweede deel<br />

<strong>van</strong> de kop op de rectozijde <strong>van</strong> fol. 385, wijst op een onverwachte onderbreking<br />

in de schrijfaktiviteiten <strong>van</strong>Van <strong>Os</strong> of op het teloor gaan <strong>van</strong> een reeds door hem<br />

geschreven katern betre¡ende het schepenjaar 1514.Vermoedelijk is dit slechts<br />

een beperkt aantal folia geweest, omdat uit de inhoudsopgave <strong>van</strong> het cartulari-<br />

19 r-v<br />

Van <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, fol. 299 : Anno LXXXIII predicto (namelijk 1483) ego Petrus de <strong>Os</strong>,<br />

¢lius Iohannis Rutgerssoon, incepi ingrossare litteras scabinales de Buscoducis et in illa<br />

practica procedere ad promotionem magistri Franconis de Langel, secretarii dicti opidi<br />

cuius anima requiescat in pace,enfol.331 v : In dicto scabinatu XI a augusti anno XCVIII<br />

obiit Bruxelle magister Godefridus de Dommelen, secretarius presentis opidi de Buscoducis,<br />

et in loco eius ego Petrus de <strong>Os</strong>, ¢lius Iohannis Rutgerssoon, institutus sum et prestiti<br />

iuramentum supero¤ciosecretariatus in die Exaltationis sancte Crucis immediatedictam<br />

undecimam diem augusti sequente. Deze hand kan ge|« denti¢ceerd worden aan de hand<br />

<strong>van</strong> het schepenprotocol <strong>van</strong> <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong>, zie 's-Hertogenbosch, GA, Oud archief,<br />

inv.nr. 125.<br />

20 r<br />

Van deVen, Over Brabant geschreven I, 37 vermeldt abusievelijk dat hand 2 de folia 385<br />

tot 445 zou hebben geschreven.<br />

21<br />

Ditblijkt uit de registratie <strong>van</strong> akten door deze scriptor in de schepenprotocollen<strong>van</strong><br />

's-Hertogenbosch uit het eerste kwart <strong>van</strong> de zestiende eeuw, zie onder meer 's-Hertogenbosch,<br />

GA, Oud-rechterlijk archief 's-Hertogenbosch, inv.nr. 1326, fol. 1 r -332 r ,<br />

en 's-Hertogenbosch, GA, Oud-rechterlijk archief 's-Hertogenbosch, inv.nr. 1333, fol.<br />

1 r -307 r , en in een cartularium <strong>van</strong> de stad, zie 's-Hertogenbosch, GA, collectie Provinciaal<br />

Genootschap, inv.nr. 375 (=Privilegeboek), fol. 271 r . De veronderstelling <strong>van</strong>Van<br />

deVen, Over Brabant geschreven I, 34, dat de jongere hand <strong>van</strong> Petrus <strong>van</strong> <strong>Os</strong> jr. zou zijn,<br />

kan <strong>van</strong> de hand gewezen worden. De jongere hand in de kroniek is niet identiek aan de<br />

doorVan <strong>Os</strong> jr. geschreven stukken voor de stedelijke administratie.<br />

XIV


um blijkt dat Van <strong>Os</strong> zijn werkzaamheden aan het cartularium voorlopig had afgesloten<br />

in 1515.<br />

Bij de tweede scriptor treedt er geen wijziging op in de algehele structuur <strong>van</strong> de<br />

kroniek: tekstopbouw, katernopbouw en bladspiegel blijven gelijk.Wel ontbreken<br />

in het laatste gedeelte de rubricering en de kopteksten bovenaan. In tegenstelling<br />

tot Van <strong>Os</strong> vermeldt de tweede scriptor niet consequent alle rentmeesters. Een<br />

klein onderscheid is ook de toevoeging door de tweede scriptor <strong>van</strong> scabini of scabini<br />

in Buscoducis aan de opgave <strong>van</strong> het schepenjaar. 22 Inhoudelijkverandert het<br />

karakter <strong>van</strong> de kroniek wel in het laatste gedeelte. De tweede scriptor, die de periode<br />

<strong>van</strong>af 19 april 1515 tot 4 januari 1523 beschrijft (en hierbinnen een gebeurtenis<br />

uit maart 1523 vermeldt), geeft een meer gedetailleerd ooggetuigeverslag<br />

<strong>van</strong> de gebeurtenissen danVan <strong>Os</strong>, die de feiten sober presenteert. Hij voegt ook<br />

viermaal een regest met cartulariumverwijzing toe aan het doorVan <strong>Os</strong> geschreven<br />

gedeelte <strong>van</strong> de kroniek. 23<br />

Beide scriptores gebruiken het schrift <strong>van</strong> de administratie, een littera gothica<br />

cursiva libraria, waarbij de tweede hand cursiever is dan die <strong>van</strong>Van <strong>Os</strong>. 24<br />

Correcties zijn aangebracht op de voor een papieren codex gee« igende manier<br />

door middel <strong>van</strong> doorhalingen met zwarte en rode inkt, behalve een enkele rasuur<br />

op fol. 9 r , 382 v en 388 r . De aard <strong>van</strong> de correcties in de vorm <strong>van</strong> de vele bij- en<br />

bovenschrijvingen wijst in de richting <strong>van</strong> het direct afschrijven <strong>van</strong> een schriftelijkvoorbeeld,<br />

zoals bijvoorbeeld het cartularium en Die alderexcellenste cronyke<br />

<strong>van</strong> Brabant. 25 Van <strong>Os</strong> en de tweede scriptor hebben na het schrijven het handschrift<br />

nog gecorrigeerd, zoals blijkt uit de toevoeging <strong>van</strong> vergeten woorden en<br />

correcties <strong>van</strong> kleine vergissingen. Daarna hebben verschillende latere handen<br />

met name in de schepe<strong>nl</strong>ijsten aanvullingen of correcties aangebracht. 26<br />

22 v v r v r r r<br />

Zie Van <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, fol. 389 , 390 , 392 , 392 , 393 , 394 en 395 . Eenmaal wordt de<br />

aankondiging in het Middelnederlands gedaan, zieVan <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, fol. 388 v .<br />

23 v r r r<br />

Van <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, fol. 86 ,271, 313 en 322 . Hier<strong>van</strong> zijn er drie doorVan <strong>Os</strong> zelf in het<br />

cartularium geschreven.<br />

24<br />

Voor de terminologie zie Gumbert, Manuscrits date¨ s, texte 24, 26-27; de tweede hand<br />

<strong>van</strong> de kroniek is sterkverwant aan de hand <strong>van</strong> Gumbert, Manuscrits date¨ s, nr. 372.<br />

25<br />

Zie hierna hoofdstuk 5 (bronnen).<br />

26<br />

Van <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, zie de volgende schepenjaren (cijfers achter het schepenjaar geven het<br />

rangnummer <strong>van</strong> de betre¡ende schepen; waar schepennamen later mogelijk toch door<br />

Van <strong>Os</strong> geschreven zijn, wordt een vraagteken achter het jaartal toegevoegd; daar waar<br />

mogelijk de tweede hand <strong>van</strong> de kroniek namen toegevoegd heeft, staat een sterretje):<br />

1209?: 1, 2; 1257*: 1-7; 1278: 1, 2; 1279: 1, 2; 1291*: 1, 2; 1292?: 1, 2; 1293*: 1, 2;<br />

1294*: 1, 2, 3; 1295: 1, 2; 1299: 1, 2; 1300: 1, 2; 1303: 1, 2; 1305: 1, 2; 1308: 3, 4, 5;<br />

1310: 1, 2; 1311: 1, 2; 1313*: 3, 4; 1315?: 3, 4; 1316: 4, 5?; 1321: 1, 2; 1322: 1, 2; 1326:<br />

1, 2; 1328: 1, 2; 1329: 1, 2; 1330: 4; 1334: 1, 2; 1347*: 1, 2, 3; 1349: 7; 1354: 3-6; 1358?: 1-<br />

5; 1359: 1, 2; 1360?: 1, 2; 1362: bij 3 `de Andel' toegevoegd, 5, 6; 1367: 3, 4; 1368: 3, 4;<br />

1396: 1-4; 1416: 8, 9; 1464: 8.<br />

XV


De ontstaansdatum <strong>van</strong> de kroniek is met zekerheid te dateren na¨ 1512, aangezienVan<br />

<strong>Os</strong> zich baseert op de vermeerderde heruitgave in dat jaar <strong>van</strong> Die alderexcellenste<br />

cronyke <strong>van</strong> Brabant. 27 In de kroniek zijn diverse concrete tijdsaanwijzingen<br />

betre¡ende het schrijven zelf terug te vinden. Op fol. 54 v verwijst<br />

Van <strong>Os</strong> bij het schepenjaar 1249 naar het jaar 1513, 28 ongeveer honderd folia verderop<br />

legt hij bij de vermelding <strong>van</strong> de geboorte <strong>van</strong> Arnold <strong>van</strong> Egmond in 1463<br />

het verband met zijn eigen periode door verwijzing naar Karel <strong>van</strong> Egmond in<br />

1514. 29 In het schepenjaar 1482 last hij vermeldingen in <strong>van</strong> oorkonden uit<br />

1487, 1508, 1509 en 1513, 30 en bij het schepenjaar 1506 verwijst hij naarde huldiging<br />

<strong>van</strong> Karel V tot hertog <strong>van</strong> Brabant op 23 januari 1515. 31 De schrijfaktiviteiten<br />

<strong>van</strong>Van <strong>Os</strong> vallen dus in de periode 1513-1515. 32<br />

De werkzaamheden <strong>van</strong> de tweede scriptor zijn voor een deel gebaseerd op voorbereidend<br />

werk <strong>van</strong>Van <strong>Os</strong>.Wanneer we die oorkonden selecteren uit het tweede<br />

deel, die niet in de inhoudsopgave <strong>van</strong> het cartularium staan en dus geschreven<br />

zijn na 1515, dan betreft dit stukken tussen 5 april 1516 en 15 september 1521,<br />

plus drie oudere oorkonden, alle geschreven door Van <strong>Os</strong>. 33 Het zijn juist deze<br />

drie oudste, veertiende- en vijftiende-eeuwse oorkonden, die door de tweede<br />

scriptor <strong>van</strong> de kroniek in het manuscript <strong>van</strong> Van <strong>Os</strong> ingelast werden. Deze<br />

tweede scriptor heeft bij zijn aanvulling dus gebruik gemaakt <strong>van</strong> deze door Van<br />

<strong>Os</strong> geschreven oorkonden tot 1521.<br />

27<br />

Die alderexcellenste cronyke <strong>van</strong> Brabant, Hollant, Seelant,Vlaenderen int generael met<br />

vele nieuwe addicien dye in die ander niet gheweest en zijn, gheprent thAntwerpen int iaer<br />

ons Heeren MCCCCC ende XII in octobri, exemplaar te 's-Gravenhage, KB, oude druk<br />

nr. 1084 B, met het ex-libris ex bibliotheca Hultmanniana divendita Sylvae Ducis apud H.<br />

Palier et ¢lium.<br />

28 v<br />

Van <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, fol. 54 : syn outste dochter ga¡ hy ten huwelic v ; <strong>van</strong> hair als <strong>van</strong> der<br />

eenre zyden is gecomen die heer <strong>van</strong> Croy, nu int iair XV C ende dartien levende.<br />

29 v<br />

Van <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, fol. 241 : natus est Arnoldus de Egmonda, qui Arnoldus dux Gelrie appellatus<br />

est quique fuit avus domini Karoli de Egmonda, pronunc videlicet anno M<br />

CCCCCXIIII to viventis.<br />

30 r-v v v r<br />

ZieVan <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, fol. 290 , 291 , 293 -294 .<br />

31 v<br />

Van <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, fol. 349 .<br />

32<br />

Het laatste historisch feit dat Van <strong>Os</strong> vermeldt is het verdrag dat Karel Vmet Frans I sloot<br />

op 19 april 1515, zieVan <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, fol. 384 v -385 r .Van deVen, Over Brabant geschreven<br />

I, 34 geeft bij het signalement als globale datering het eerste kwart <strong>van</strong> de zestiende<br />

eeuw (na 1523).<br />

33 r<br />

's-Gravenhage, KB, hs. nr. 131 B 26, band 2: oorkonden d.d. 1331.07.20 (fol. 651 ),<br />

1493.11.03 (fol. 652 r -653 r ), 1495.06.19 (fol. 659 r ), 1516.04.05 (fol. 644 r -644 v ),<br />

1516.04.16 (fol. 664 r -666 r ), 1516.08.12 (fol. 645 r ), 1516.11.30(na 1516.11.00) (fol.<br />

645 v ), 1517.04.01 (fol. 660 r -661 v ), 1517.10.07 (fol. 649a r -649b r ), 1518.03.13 (fol. 662 r -<br />

664 r ), 1518.03.30 (fol. 666 r -667 r ), 1518.04.20 (fol. 667 r -668 r ), 1519.05.10,<br />

1519.06.30(na 1519.06.00), 1519.08.22 (fol. 683 r -684 v ), 1520.10.06 (fol. 674 v -678 r ),<br />

1520.10.19 (fol. 678 r -682 v ), 1521.04.13 (fol. 684 v -692 r ), 1521.09.15 (fol. 694 r -695 v ), en<br />

een ongedateerde oorkonde (fol. 649b v -651 r ).<br />

XVI


Verbinding <strong>van</strong> tekstdelen door middel <strong>van</strong> accolades door <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong>.<br />

Tilburg, KUB, Brabanticacollectie hs 339a H3 = <strong>Kroniek</strong><strong>van</strong>Van <strong>Os</strong>, fol. 40 r<br />

XVII


Hand <strong>van</strong> <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong>.<br />

Tilburg, KUB, Brabanticacollectie hs 339a H3 = <strong>Kroniek</strong><strong>van</strong>Van <strong>Os</strong>, fol. 1 r<br />

XVIII


Hand <strong>van</strong> de tweede scriptor <strong>van</strong> de kroniek.<br />

Tilburg, KUB, Brabanticacollectie hs 339a H3 = <strong>Kroniek</strong><strong>van</strong>Van <strong>Os</strong>, fol. 390 v<br />

XIX


De jongste historische passage in de kroniek is uit de periode maart 1523, zodat<br />

het schrijven <strong>van</strong> de aanvulling op de kroniek gedateerd kan worden na maart<br />

1523. Ook deze scriptor houdt midden in het verhaal op.<br />

Decoratie<br />

Het handschrift is niet ge|« llustreerd. De enige vorm <strong>van</strong> versiering is de rubricering<br />

<strong>van</strong> initialen, kapitalen en minuskels, punten, accolades, kopteksten, verwijzings-,<br />

paragraaf-, nota- en sluitingstekens en tekstgedeelten. De decoratie is<br />

aangebracht door middel <strong>van</strong> ophoging of onderlijning en door gra¢sche uitwerking<br />

<strong>van</strong> initialen.Van randversiering is geen sprake. Bij fol. 385 r , waar de tweede<br />

hand begint, stokt de rubricering. De gehele rubricering is door ëe¨ n hand aangebracht.<br />

Dit is zonder twijfel de hand <strong>van</strong> de eerste scriptor, aangezien de gerubriceerde<br />

gra¢sche uitwerking <strong>van</strong> de initialen in dit handschrift identiek is aan de<br />

initialen in de schepenprotocollen, schepenoorkonden en het cartularium <strong>van</strong> de<br />

hand <strong>van</strong> <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong>. 34 De schepennamen zijn doorgaans zeer dik aangezet en<br />

met een bredere pen geschreven. Zeer belangrijke passages zijn op dezelfde manier<br />

aangegeven. 35<br />

Taal<br />

Het handschrift is hoofdzakelijk in het Middelnederlands geschreven, sommige<br />

passages zijn in het Latijn. De Latijnse passages betre¡en onder andere afschriften<br />

<strong>van</strong> oorkonden, de aankondiging <strong>van</strong> de schepenstoel met de daarbij horende<br />

gelatiniseerde namen en een beperkt aantal verhalende gedeelten.<br />

Band<br />

Het handschrift is gevat in een achttiende-eeuwse, zeer sobere perkamenten splitselband<br />

met een omgezette rand. De splitsels zijn <strong>van</strong> bruin leer en op de gesprenkelde<br />

snede is een rood spikkelpatroon aangebracht door middel <strong>van</strong>verfdruppels.<br />

Op het voor- en achterplat <strong>van</strong> de band zijn twee gaatjes gemaakt voor de striksluiting<br />

met leren sluitkoordjes. Tussen de vier ribben, met dubbele binding, zijn ter<br />

versteviging <strong>van</strong> de rug vijf overlijmstroken <strong>van</strong> perkament aangebracht. Twee<br />

<strong>van</strong> deze overlijmstroken bevatten twee fragmenten, door twee verschillende handen<br />

geschreven, <strong>van</strong> een vermoedelijk vijftiende-eeuwse Nederlandse tekst. Gezien<br />

de stevige verlijming op de ribben is nader codicologisch onderzoek op dit<br />

ogenblik materieel gezien onmogelijk. Het voorplat <strong>van</strong> de band draagt linksboven<br />

de signatuur Aanwinst 1910, DIII 5 (in potlood) en N o 3.<br />

34<br />

Zie onder meer 's-Hertogenbosch, GA, Oud archief, inv.nr. A 525 (=Rood Privilegeboek),<br />

fol. 122 r -152 r ; 's-Hertogenbosch, GA, Oud archief, inv.nr. A 527 (=Pampiereboek),<br />

fol. 221 r -225 v .<br />

35 r<br />

Bijvoorbeeld Van <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, fol. 384 , waar de huldiging <strong>van</strong> Karel V te Leuven vermeld<br />

wordt.<br />

XX


Tekst¢liatie<br />

Van de kroniek<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch is slechts de autograaf bewaard gebleven en<br />

e¨ e¨ n achttiende-eeuws afschrift.Van conceptenvoor de kroniekdoor de samensteller<br />

is niets overgeleverd. 36 Het afschrift <strong>van</strong> de kroniek berust in het archief<strong>van</strong> de<br />

abdij <strong>van</strong>Tongerlo. 37 Dit door brand zwaar beschadigde handschrift is via de Bossche<br />

familie Van Lanschot in het abdij-archief terechtgekomen. Het handschrift<br />

bevat diverse onderdelen, waaronder een name<strong>nl</strong>ijst <strong>van</strong> de Bossche Illustere<br />

Lieve-Vrouwebroederschap, die door verschillende handen geschreven zijn. 38<br />

De kroniek <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch is geschreven op de folia 23 r -214 r . 39 De tekst<br />

<strong>van</strong> <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong> is sterk ingekort en voor de periode 1523-1628 aangevuld.<br />

3 Samensteller<br />

Meester <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong> (Petrus Johannis Rutgerss. de <strong>Os</strong>) is vermoedelijk tussen<br />

1460 en 1470 geboren. Het is onbekend of hij Bosschenaar <strong>van</strong> geboorte was. De<br />

naam <strong>van</strong> zijn vader komt niet voor in de Bossche archieven. 40 <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong> was<br />

magister artium.We weten niet waar hij gestudeerd heeft. Zijn hele werkzame leven<br />

speelde zich af in het Bossche stadhuis, waar hij zijn carrie© re begon als klerk<br />

36 In het GA Den Bosch, Collectie Provinciaal Genootschap, inv.nr. 375 (= Privilegeboek<br />

<strong>van</strong> Den Bosch) is een tiental folia aangetro¡en, geschreven door Van <strong>Os</strong>, die tekstueel<br />

nauw gelieerd blijken te zijn aan de kroniek. Het betreft de folia 219 r -225 v en 226 v -227 v ,<br />

met een exposë over de rechten <strong>van</strong> de hertogen <strong>van</strong> Brabant en Den Bosch in het land<br />

<strong>van</strong> Herpen, fol. 225 v , met een verklaring over de naam Brabant en de eerste heer, en fol.<br />

227 v -228 r inzake Herpen en Elbout <strong>van</strong> der Gonde. AangezienVan <strong>Os</strong> deze teksten voor<br />

zijn expose¨ over Herpen niet letterlijkoverneemt en zelfs herstructureert, lijkt het niet zo<br />

aannemelijk dat het hier een concept voor de kroniek betreft. Mogelijk is dit materiaal<br />

over Herpen bij elkaar gebracht ten behoeve <strong>van</strong> een procesdossier en later ingebonden<br />

in het Privilegeboek. Overigens kan het niet helemaal uitgesloten worden dat juist de<br />

kroniek gebruikt is voor het schrijven <strong>van</strong> dit dossier. De teksten betre¡ende de a¡aire<br />

Herpen/Elbout <strong>van</strong> der Gonde en de naamsverklaring Brabant zijn namelijk in de kroniek<br />

en in het Privilegeboek identiek, alleen geeft de kroniek een meer complete versie.<br />

Bij het Privilegeboek wordt dit expose¨ bee« indigd met etc. Tegen het gebruik <strong>van</strong> een gedetailleerd<br />

concept pleiten ook de vergissing in de tweede en derde persoon dieVan <strong>Os</strong><br />

maakt bij de parafrasering <strong>van</strong> oorkonden uit het cartularium.<br />

37 Westerlo, Abdij <strong>van</strong>Tongerlo, abdij-archief, inv.nr. 372.<br />

38 Voor de samenstelling <strong>van</strong> dit handschrift, zie Corthouts, Inventaris, 232-233, nr. 372.<br />

39 Westerlo, Abdij <strong>van</strong> Tongerlo, abdij-archief, inv.nr. 372, incipit op fol. 23 r : In den name<br />

ons lie¡s heeren Goids Ihesu soe is in den iiersten dit boecke begriipende die gelegentheijt<br />

des lants <strong>van</strong> Brabant.<br />

40 Volgens Cunen, Geschiedenis <strong>van</strong> <strong>Os</strong>s, 38-40 en 168, zou <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong> afstammen <strong>van</strong> de<br />

wijdverbreide familieVan <strong>Os</strong>s die afkomstig is uit <strong>Os</strong>s. In en buiten deze plaats hebben<br />

telgen<strong>van</strong> dit geslachtbelangrijke positiesbekleed. Hij vereenzelvigt de kroniekschrijver<br />

met jonker <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong> op basis <strong>van</strong> de vermelding in de stadsrekeningen <strong>van</strong> 1507-<br />

1508 <strong>van</strong> een ¢nancie« le vergoeding, door het stadsbestuur <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch aan<br />

magister <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong>s toegekend voor de schade die aan het versterkte huis <strong>van</strong> zijn vader<br />

aangericht is (Van Zuijlen, Inventaris I, 172-173). Een afdoende bewijs voor deze<br />

identi¢catie geeft Cunen echter niet.<br />

XXI


<strong>van</strong> secretaris Frank <strong>van</strong> Langel. 41 De eerste vermelding <strong>van</strong> zijn werkzaamheden<br />

dateertuit 1483.Van <strong>Os</strong> was toen ingrossator <strong>van</strong> de schepenakten in dit drukste<br />

schrijfcentrum <strong>van</strong> het noorden <strong>van</strong> het hertogdom Brabant. Na de dood <strong>van</strong><br />

Frank <strong>van</strong> Langel in 1497 werd hij adjunct-secretaris. Het jaar daarop al bekleedde<br />

hij een <strong>van</strong> de vier secretarisposten als opvolger <strong>van</strong> Godfried <strong>van</strong> Dommelen.<br />

Op 14 september legde hij zijn ambtseed af. Hij bleef secretaris tot zijn<br />

dood in 1542. In tegenstelling tot zijn drie ambtsbroeders werd <strong>Peter</strong> niet afgevaardigd<br />

naar belangrijke onderhandelingen, zodat hij tijd had om zich in Den<br />

Bosch aan cartularisatie en geschiedschrijving te wijden. <strong>Peter</strong> volgde in 1500<br />

Van Langel ookop als notaris en oefende dit ambt uittot 1536. Hij had een admissie<br />

als keizerlijk, pauselijk en bisschoppelijk notaris en bediende zich in de notarie«<br />

le akten <strong>van</strong> de titel clericus Leodiensis. 42<br />

<strong>Peter</strong> trouwde begin 1499 met Henrikske, dochter <strong>van</strong> voornoemde Frank <strong>van</strong><br />

Langel, secretaris <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch <strong>van</strong> 1470 tot 1497. Hij bezat toen een<br />

huis bij het Loefs Brugske in de stad. <strong>Peter</strong> en Henrikske woonden in ieder geval<br />

tussen 1500 en 1505 in de Oude Hulst, een straat in het centrum<strong>van</strong> de stad. Na de<br />

dood <strong>van</strong> Henrikske trouwde <strong>Peter</strong> met een dochter <strong>van</strong> Jacob Goyaerts en Aleit<br />

Loenmans, ook Henrikske geheten. Hij was <strong>van</strong>af 1496/1497 opgenomen in de<br />

Illustere Lieve-Vrouwebroederschap in Den Bosch, een gezelschap <strong>van</strong> hooggeplaatsten<br />

en beter gesitueerden. Zijn medebroeders vierden zijn uitvaart op 2 december<br />

1542. 43 <strong>Peter</strong> had drie kinderen: <strong>Peter</strong> jr., Jan en Oda. Onbekend is of het<br />

kinderen uit zijn eerste of tweede huwelijk waren. <strong>Peter</strong> jr. trad in de voetsporen<br />

<strong>van</strong> zijn vader en was <strong>van</strong> 1536 tot 1550 secretaris <strong>van</strong> de stad. Daarna vervulde<br />

hij enkele jaren het ambt <strong>van</strong> schepen. 44 Jan werd priester en was, evenals zijn vader,<br />

magister. Oda ten slotte trouwde met Goossen Jansz., raad <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

en stadhouder <strong>van</strong> de hoogschout.<br />

4 Politieke constellatie ten tijde <strong>van</strong> het ontstaan <strong>van</strong> de kroniek<br />

Het politiek klimaat is e¨ ën<strong>van</strong> de factoren of mogelijk zelfs de beslissende, die een<br />

rol gespeeld heeft bij het vervaardigen <strong>van</strong> de kroniek. De stad 's-Hertogenbosch<br />

41<br />

In de schepenprotocollen <strong>van</strong> 1481/1482 en 1482/1483 (respectievelijk 's-Hertogenbosch,<br />

GA, Oud-rechterlijk archief 's-Hertogenbosch, inv.nr. 1251, fol. 150 r en inv.nr.<br />

1252, fol. 229 r ) staan in de marge weliswaar aantekeningen dat de op die folia ingeschreven<br />

minuutakten opnieuwge|« ngrosseerd moesten worden door <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong>, maar het is<br />

niet bekend <strong>van</strong> wanneer deze aantekeningen dateren. Het gaat daarom te ver deze jaren<br />

het begin <strong>van</strong> zijn aktiviteiten als klerk te noemen. Naar eigen zeggen (Van <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>,<br />

fol. 229 r -229 v ) begon hij in het schepenjaar 1483 (dat liep <strong>van</strong>af 1 oktober 1483) met het<br />

ingrosseren <strong>van</strong> Bossche schepenakten.<br />

42<br />

Sanders,`<strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong>s', 124-127.<br />

43 r r<br />

's-Hertogenbosch, Archief Illustere Lieve-Vrouwebroederschap, inv.nr. 49, fol. 36 en 37<br />

(obitus fratrum) en rekeningen 1528/1529, 1529/1530 en 1542/1543;Van Dijk, DeBossche<br />

optimaten, 200.<br />

44<br />

Namelijk in de jaren 1552/1553, 1553/1554, 1556/1557 en 1557/1558, zie Jacobs, Justitie<br />

en politie, 273 enVerrreyt en Juten,`Noordbrabantsche zegels III', 229-234, met name<br />

231 en 233-234 waar zijn zegel staat afgebeeld.<br />

XXII


maakte als vierde hoofdstad deel uit <strong>van</strong> het hertogdom Brabant, dat in de loop<br />

<strong>van</strong> de vijftiende eeuw langzaam maar zeker in de Bourgondische invloedssfeer<br />

getrokken werd. De Brabanders verzetten zich tegen dit Bourgondiseringsproces<br />

en trachtten hun autonomie envroeger verkregen voorrechtenveilig te stellen.Telkenmale<br />

als een nieuwe hertog aantrad, benadrukten de Staten <strong>van</strong> Brabant deze<br />

verlangens. Tijdens de regering <strong>van</strong> Karel de Stoute (1467-1477) werd de balans<br />

tussen vorst en onderdanen gevoelig verstoord door de aantasting <strong>van</strong> de autonomie<br />

<strong>van</strong> met name de grote steden. Na zijn dood in 1477 eisten alle gewesten hun<br />

teloor gegane rechten weer op <strong>van</strong> zijn dochter Maria. Zij gaf toe aan de particularistische<br />

krachten, maar probeerde daarna langzaam en omzichtig met haar<br />

Oostenrijkse echtgenoot Maximiliaan een nieuwe machtsbasis op te bouwen.<br />

Haar vroegtijdige dood in 1482 leidde tot het regentschap <strong>van</strong> Maximiliaan voor<br />

hun jonge zoontje Filips, later bijgenaamd de Schone. Tijdens dit regentschap<br />

voerde Maximiliaan een jare<strong>nl</strong>ange strijd om zijn gezag in de gewesten tevestigen<br />

en te consolideren. De Brabantse steden die zich tegen hem verzetten, moesten<br />

hun opstandigheid bekopen met verregaande hertogelijke invloed in de samenstelling<br />

<strong>van</strong> de stadsbesturen, een inperking <strong>van</strong> de politieke rol<strong>van</strong> de ambachten<br />

en een verzwakking <strong>van</strong> het stedelijk gezag over hun ommeland. 45<br />

De oorlogen die de Bourgondische vorsten met Gelre voerden hadden een grote<br />

weerslag op Stad en Meierij <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch. In 1473 veroverde Karel de<br />

Stoute Gelre. Na zijn dood wierp Gelre het Bourgondische juk weer af.Vanuit<br />

Grave vielen de Geldersen de Meierij <strong>van</strong> Den Bosch binnen. 46 Hierdoor kwam<br />

de handel stil te liggen en vonden vele plunderingen plaats, die leidden tot een<br />

sterke economische achteruitgang. De omslag <strong>van</strong> de zware kosten die Stad en<br />

Meierij zich in de Gelderse oorlog moesten getroosten leidde tot con£icten, die<br />

resulteerden in een arbitrale uitspraak in 1483. 47<br />

In het najaar <strong>van</strong> 1494 werd Filips de Schone in zijn landen als hertog gehuldigd.<br />

In tegenstelling tot zijn vader Maximiliaan, die slechts door huwelijkverwant was<br />

met de oude dynastie, werd hij door de Nederlandse gewesten beschouwd als een<br />

`natuerlijcke prince'. 48 Ook Filips zette de politiek<strong>van</strong> centralisatie en bestuurlijke<br />

hervorming door.Via de centrale bestuursorganen, waaronder de Rekenkamer,<br />

slaagde hij erin de stad in zijn greep te krijgen, niettegenstaande het verzet<br />

<strong>van</strong> de Bossche schouten. 49 Nog in 1494 legde hij Den Bosch een bestuurshervorming<br />

op, die de politieke rol <strong>van</strong> de ambachtsgilden beperkte en de bestuursmacht<br />

in handen legde <strong>van</strong> een hem gunstig gezinde groep patricie« rs. 50 Deze hervorming<br />

was echter een echec en leidde al navier jaar tot de instelling <strong>van</strong> een college<br />

<strong>van</strong> zes goede mannen, dat met instemming <strong>van</strong> de hertog hetbewind over de stad<br />

in handen kreeg. Dit college probeerde de penibele ¢nancie« le situatie het hoofd te<br />

bieden. De interne perikelen verhinderden echter niet dat Den Bosch, in tegenstelling<br />

tot andere steden in het hertogdom, zijn greep op het omliggende gebied<br />

45 Van Uytven,`Crisis als cesuur', 428 en 433.<br />

46 Van <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, fol. 269 v .<br />

47 Van <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, fol. 300 r -300 v .<br />

48 Prevenier en Blockmans, De Bourgondische Nederlanden, 198-200.<br />

49 Van Lith-Droogleever Fortuijn,`De stad 's-Hertogenbosch', 119.<br />

50 Jacobs, Justitie en politie, 60.<br />

XXIII


wist te verstevigen. Door in 1495 een overeenkomst met de Meierij te sluiten,`de<br />

Raminghe', werd de stad echt hoofdstad <strong>van</strong> het omliggende gebied. 51<br />

Wat het `buite<strong>nl</strong>and' betreft hield Filips de Schone zich aan<strong>van</strong>kelijk afzijdig <strong>van</strong><br />

de `grote' politiek <strong>van</strong> zijn vader. Deze houding was voor Den Bosch pro¢jtelijk,<br />

omdat dit een rustpauze in de oorlog met de Geldersen met zich meebracht. Filips<br />

verzette zich niet tegen Karel <strong>van</strong> Egmond, die in 1492 met steun <strong>van</strong> de Franse<br />

koning hertog in Gelre geworden was zonder belening door Maximiliaan, die intussen<br />

Duits keizer was geworden. 52 Pas op aanstichting <strong>van</strong> Maximiliaan laaide<br />

het con£ict weer op. Namens hem voerde Albrecht <strong>van</strong> Saksen oorlog tegen de<br />

Gelderse hertog. Eind 1497 werd een bestand gesloten dat <strong>van</strong> korte duur zou zijn.<br />

53 In 1498 zag Filips de Schone ope<strong>nl</strong>ijk af <strong>van</strong> zijn aanspraken op Gelre, tot<br />

groot ongenoegen <strong>van</strong> zijn vader, die zijn anti-Gelderse politiek doorzette. Toen<br />

Filips in 1504 onverwacht koning <strong>van</strong> Castilie« werd, werd hij medespeler op het<br />

Europees terrein en was gedwongen een anti-Franse koers te varen. Hierdoor<br />

kreeg Maximiliaan de mogelijkheid de strijd tegen Gelre te hervatten, nu samen<br />

met zijn zoon. Net als voorheen moest het noordoosten <strong>van</strong> Brabant zich de plundertochten<br />

<strong>van</strong> de Geldersen laten welgevallen.Vanaf 1504 fungeerde 's-Hertogenbosch<br />

opnieuw als uitvalsbasis en werd het platteland geplunderd en<br />

gebrandschat. 54<br />

De onverwachte dood <strong>van</strong> Filips in 1506 liet de Nederlanden in een gespannen<br />

situatie achter. 55 Ook 's-Hertogenbosch zag de toekomst zwaar in. Aangezien Filips'<br />

zoon Karel nog maar zes jaar oud was, nam Maximiliaan het regentschap<br />

opnieuw op zich. Dit werd echter met lede ogen aangezien, daar men bevreesd<br />

was voor een herhaling <strong>van</strong> zijn dynastieke politiek, die onder meer hervatting<br />

<strong>van</strong> de Gelderse oorlog tot gevolg zou hebben. Die laaide inderdaad weer op en<br />

zou in 1512 zelfs bijna tot de inneming <strong>van</strong> Den Bosch door de Geldersen leiden.<br />

In 1513 ten slotte werd een bestand voor vier jaar gesloten. 56 Op dat moment was<br />

het noordoosten <strong>van</strong> het hertogdom deerlijk gehavend en ¢nancieel en moreel de<br />

uitputting nabij. De stad betaalde een zware tol voor de voortzetting <strong>van</strong> de<br />

`Habsburgse' politiek <strong>van</strong> centralisatie en gebiedsuitbreiding ten behoeve <strong>van</strong> de<br />

dynastieke belangen. Brabant was voor de vorst als eenheid niet meer <strong>van</strong> belang,<br />

de verschillende gewesten waren ondergeschikt aan de grotere Europese politiek.<br />

Het eerste kwart <strong>van</strong> de zestiende eeuw, de periode waarin de kroniek in 's-Hertogenbosch<br />

tot stand kwam, was aldus een periode <strong>van</strong> instabiliteit in het noorden<br />

<strong>van</strong> het hertogdom Brabant, waarin het Brabantse belang volledig ondergeschikt<br />

gemaakt was aan het Habsburgse. Het plotselinge overlijden <strong>van</strong> Filips, het regentschap<br />

<strong>van</strong> Maximiliaan, de hervatting <strong>van</strong> de Gelderse oorlogen en de voortdurende<br />

geldzorgen <strong>van</strong> de stad hebben er waarschij<strong>nl</strong>ijk toe geleid dat de stad<br />

zich ging herbezinnen op haar juridische grondslagen en zich vastklampte aan<br />

oude voorrechten en tradities. Dit complex <strong>van</strong> factoren heeft mogelijk geleid tot<br />

51 Jacobs, Justitie en politie, 19.<br />

52 Blockmans enVan Herwaarden,`De Nederlanden', 443-447.<br />

53 Van Heurn, Historie I, 400-401.<br />

54 Zie Blonde¨ , De sociale structuren, 4-10.<br />

55 Blockmans enVan Herwaarden,`De Nederlanden', 449.<br />

56 Van Heurn, Historie I, 413-426.<br />

XXIV


een reactie <strong>van</strong> het stadsbestuur, waarbij de lokale en gewestelijke belangen en<br />

privileges geplaatst werden in een Brabants/Bourgondische context. De kroniek<br />

kan dan gezien worden als een uiting <strong>van</strong> stedelijk particularisme, een o¤cieel<br />

historisch document waarin Den Bosch zich afzet tegen de grensoverschrijdende<br />

vorstelijke tendenzen.<br />

5 Bronnen<br />

De kroniek bevat geen proloog waarin de samensteller zijn bronnen toelicht. Op<br />

basis <strong>van</strong> tekstanalyse kan het schriftelijk bronnenmateriaal <strong>van</strong>Van <strong>Os</strong> gesplitst<br />

worden in twee grote categoriee« n, namelijk historiogra¢sche en documentaire<br />

bronnen.<br />

De belangrijkste bron voor de historiogra¢sche passages is Die alderexcellenste<br />

cronyke <strong>van</strong> Brabant. 57 Dit werkwerd gedrukt in 1497 (o.s.) door Roland <strong>van</strong> den<br />

Dorpe, 58 en herdrukt met aanvullingen in 1512, 1518 en 1530. 59 Met zekerheid<br />

kan gezegd worden dat Van <strong>Os</strong> de aangevulde herdrukuit 1512 gebruikt heeft. De<br />

kroniek <strong>van</strong>Van <strong>Os</strong> wordt rondom de verhaallijn uit Die alderexcellenste cronyke<br />

<strong>van</strong> Brabant geweven.Van <strong>Os</strong> heeft daarbij in wisselende mate op dit historisch<br />

werk geleund. Het historiogra¢sch gedeelte in zijn eigen kroniek dat de periode<br />

vo¨ o¨ r de stichting <strong>van</strong> de stad Den Bosch bestrijkt, namelijk de eerste veertig folia,<br />

is er nagenoeg volledig aan ontleend.Vanaf het jaar 1183 wordt naast de verhalende<br />

elementen uit Die alderexcellenste cronyke <strong>van</strong> Brabant uitgebreid gebruik<br />

gemaakt <strong>van</strong> Bossche en Brabantse diplomatische bronnen.<br />

Van <strong>Os</strong> heeft zijn voorbeeld niet slaafs gevolgd, maar is selectief tewerk gegaan.<br />

De uit zijn voorbeeld overgenomen teksten heeft hij soms letterlijk weergegeven,<br />

maar in een aantal gevallen ook bekort, geherstructureerd of aangevuld. De bekortingen<br />

vindt men terug bij zinsdelen, 60 maar ook bij grotere tekstdelen. 61 Van<br />

<strong>Os</strong> attendeert de lezer hierop door etc 62 . De interpretaties, moraliserende passa-<br />

57<br />

Utrecht, UB, incunabel S. fol. 1594. Met bijzondere dank aan drs. R.Wols, die ons op<br />

deze gedrukte kroniek attendeerde. Zie voor de kroniekonder meerVan Dijk,`Die alder<br />

excellenste cronyke', 494-502.<br />

58<br />

Het eind <strong>van</strong> de tekst <strong>van</strong> het Utrechts exemplaar luidt als volgt: hier is voleyndtdese cronikeende<br />

geprentbi my, Rolant<strong>van</strong> den Dorpe, wonendethAntwerpen in dieHuyvetterstrate<br />

bi onser vrouwen broeders anno MCCCCXCVII, op den laetsten dach <strong>van</strong> februarius oft<br />

loumaent.<br />

59<br />

Zie Inventaris <strong>van</strong> incunabelen, 93 en Polain, Catalogue I, 681-682, nr. 1063 en ibidem,<br />

supplement 86.<br />

60 r<br />

Voorbeelden <strong>van</strong> dergelijke geschrapte zinsdelen zijnVan <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, fol. 5 : dieFransoysen,<br />

bijDie alderexcellenste cronyke <strong>van</strong> Brabant: die Gallen dat syn die Fransoysen;<br />

Van <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, fol. 5 v : deze generacien,bijDie alderexcellenste cronyke <strong>van</strong> Brabant:<br />

deze generacien oft linien.<br />

61 r v r r r<br />

Van <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, onder meer de sterk gecomprimeerde passages fol. 9 ,25,27,35,45, 50 v , 247 r , 251 v , 306 v -307 r , 331 v .<br />

62 r r<br />

Bijvoorbeeld Van <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, fol. 3 en 12 .<br />

XXV


ges en de uitweidingen in de levensloop <strong>van</strong> heiligen neemt hij niet over. 63 Een<br />

aantal historische passages herstructureert hij, om het logisch verband dat in zijn<br />

voorbeeld verbroken was te herstellen. 64 Ook splitst hij de tekst uit zijn voorbeeld<br />

in kleine paragrafen, voorzien<strong>van</strong> een rubriek. Op een aantal plaatsen last hij een<br />

verduidelijking of toelichting in. De toevoegingen betre¡en voornamelijk synoniemen<br />

of kleine tussenzinnetjes. 65 Signi¢cante passages bij Van <strong>Os</strong> die niet in<br />

Die alderexcellenste cronyke <strong>van</strong> Brabant staan, betre¡en paus Stefanus VIII, 66<br />

de keurvorsten, 67 Herpen 68 en een Latijns tractaat over de afstamming <strong>van</strong> de<br />

hertogen <strong>van</strong> Gelre. 69 Tekstdelen betre¡ende onder meer oproer te Mechelen en<br />

Brussel neemt hij niet over. Slechts bij uitzondering is Van <strong>Os</strong> in zijn verhalend<br />

gedeelte gedetailleerder dan zijn voorbeeld, zoals bij het relaas over de strijd <strong>van</strong><br />

Filips de Schone tegen de Geldersen in 1506. 70 De bronvermeldingen in Die<br />

alderexcellenste cronyke <strong>van</strong> Brabant neemt hij nergens over.<br />

De documentaire bronnen ontleende Van <strong>Os</strong> aan zijn directe werkomgeving, de<br />

secretarie <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch. Als stadssecretaris heeft hij bovendien zelf in<br />

hoge mate bijgedragen aan de totstandkoming <strong>van</strong> een compendium <strong>van</strong> zijn directe<br />

bronnen, namelijk het cartularium. 71 In de kroniek zijn de teksten hieruit<br />

volledig of in verkorte vorm opgenomen, met een verwijzing naar de desbetreffende<br />

folia en signa in het cartularium. 72 Andere bronnen die in de schrijfkamer<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenboschvoor hem toegankelijkwaren en waaruit hij aanwijsbaar geput<br />

heeft, zijn de vonnisboeken, 73 de schepenprotocollen 74 en de Nomina scabinorum.<br />

75 De marginalia, onder meer aangebracht doorVan <strong>Os</strong> in het oudste deel<br />

<strong>van</strong> deze Nomina scabinorum, zijn mogelijk ook een bron geweest voor enkele<br />

tekstpassages in de kroniek. Daarnaast doet Van <strong>Os</strong> verslag <strong>van</strong> gebeurtenissen<br />

uit zijn tijd die hij kent uit eigen waarneming of door berichtgeving.<br />

63 Zie bijvoorbeeld Van <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, fol. 9 r : na de zinsnede wanthyhem zeerbeminden laat<br />

hij de toevoeging om synder vromicheyt wille weg; op fol. 18 v neemt Van <strong>Os</strong> de negatieve<br />

kwali¢caties over Mahomet niet over. De beschrijving <strong>van</strong> de heilige<strong>nl</strong>evens in Die<br />

alderexcellenste cronyke <strong>van</strong> Brabant neemt Van <strong>Os</strong> niet over.<br />

64 Voorbeelden daar<strong>van</strong> onder meerVan <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, fol. 8 v ,11 v ,14 v ,18 v en 56 v .<br />

65 Zo voegt hij bijvoorbeeld aan de historische passages in Die alderexcellenstecronyke <strong>van</strong><br />

Brabant over de Brabantse hertog Hendrik I, de stichter <strong>van</strong> Den Bosch, de zinsneden hy<br />

fundeerden ierst die stat <strong>van</strong> Den Bosch en hii was dierste fundateur der stad <strong>van</strong> sHertogenbossche<br />

toe; andere toevoegingen bevinden zich onder meer op fol. 109 v ,naenen<br />

zoen die hyet Willem en fol. 268 v ,nazynen oudervader Philips.<br />

66 Van <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, fol. 33 r .<br />

67 Van <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, fol. 34 r .<br />

68 Van <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, fol. 41 r , 113 r e.v., 203 v e.v.<br />

69 Van <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, fol. 240 r e.v.<br />

70 Van <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, fol. 345 r -345 v .<br />

71 's-Gravenhage, KB, hs. nr. 131 B 26.<br />

72 Zie bijlage 3.<br />

73 Ontlening aan de vonnisboeken blijkt uit Van <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, fol. 292 r : all nae inhoude <strong>van</strong><br />

den vonnesboeck in der scryfcameren deser stat berustende en nae inhoude des vonnesboecx<br />

onder die forme hiernae volgende.<br />

74 Van <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, fol. 288 v : onderdese woerden, getogen uuyten prothocol dairaf wesende.<br />

75 Deze schepe<strong>nl</strong>ijsten bevinden zich te 's-Hertogenbosch, GA, Oud-administratief archief,<br />

inv.nrs. A 574a, b en d. Het betreft hier enkel inv.nr. 574d, waar<strong>van</strong> een deel door<br />

Van <strong>Os</strong> geschreven is.<br />

XXVI


Notarissignet <strong>van</strong> <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong>.<br />

's-Hertogenbosch, GA, archief <strong>van</strong> deTafel <strong>van</strong> de H. Geest, oorkonde d.d. 23 december 1500<br />

Subscriptio door <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong> junior.<br />

's-Hertogenbosch, RA, archief klooster Marie« nburg op de Uilenburg te 's-Hertogenbosch, inv.nr. 307,<br />

oorkonde d.d. 7 maart 1550<br />

XXVII


's-Hertogenbosch enVrijdom Stad en Land <strong>van</strong> Ravenstein Baronie <strong>van</strong><br />

Boxmeer<br />

Meierij <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch Graafschap Megen<br />

Rijksheerlijkheid Gemert Grave en land <strong>van</strong> Cuijk<br />

Kaart <strong>van</strong> de Meierij <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch en de gebieden ten noordoosten er<strong>van</strong>, situatie<br />

ca. 1500.<br />

Kaartje vervaardigd door het Rijksarchief in Noord-Brabant<br />

XXVIII


6 Typologie<br />

Romein heeft in 1931 een eerste indeling voor de Nederlandse middeleeuwse geschiedschrijving<br />

is gemaakt in zijn Geschiedenis <strong>van</strong> de Noord-Nederlandsche geschiedschrijving<br />

in de middeleeuwen. 76 Hij onderscheidt naast zeven geogra¢sch/<br />

chronologisch geordende categoriee« n 77 de kring der moderne devotie ca. 1440-<br />

1517, de adelskronieken, en als laatste en tiende categorie de stadskronieken.Van<br />

de bewaard gebleven gedrukte bronnen verdient er volgens hem slechts ëe¨ nkroniek<br />

het predikaat stadskroniek, namelijk de kroniek<strong>van</strong> Kampen. 78 Bruch voegt<br />

daar in een supplement op het werk<strong>van</strong> Romein de stadskroniek<strong>van</strong> Meynert <strong>van</strong><br />

Franeker aan toe. 79<br />

Ebels-Hoving ondernam de tweede poging tot karakterisering en indeling <strong>van</strong> de<br />

laatmiddeleeuwse geschiedschrijving in het slothoofdstuk<strong>van</strong> de mede door haar<br />

geredigeerde bundel Genoechlicke ende lustige historie« n. 80 In een algemeen overzicht<br />

<strong>van</strong> de meest-voorkomende genres in de laatmiddeleeuwse geschiedschrijving<br />

onderscheidt zij vier grote onderwerpen die het meest in de belangstelling<br />

staan, namelijk de geschiedenis <strong>van</strong> gewesten, die <strong>van</strong> de christenheid, toelopend<br />

naar een lokaal punt, die <strong>van</strong> eigen klooster of orde en de levensgeschiedenis <strong>van</strong><br />

een of meer broeders/zusters uit eigen of verwante orde. 81 Daarnaast zijn er nog<br />

drie `aandachtspunten': adelsgeslachten, lokale berichten en het Heilige Land. 82<br />

Ten aanzien <strong>van</strong> de lokale berichten uit Ebels-Hoving kritiek op de typologie <strong>van</strong><br />

Romein. 83 Zij pleit er voor, gezien het divers karakter <strong>van</strong> het bronnenmateriaal<br />

dat onder deze categorie valt, de titel stadskroniek niet te gebruiken. De afwijzing<br />

<strong>van</strong> de term `stadskroniek'door Ebels-Hoving heeft tot gevolg dat deze term voor<br />

de typologie niet meer bruikbaar is. Men kan zich afvragen of dit terecht is. WanneermenindereeksTypologie<br />

des sources du moyen aª ge occidental de meest recente<br />

algemene typologie <strong>van</strong> lokale en regionale kronieken door Van Houts<br />

bekijkt, 84 dan wordt daar nog wel degelijk een indeling gemaakt uitgaande <strong>van</strong><br />

het ontstaansmilieu <strong>van</strong> de kroniek, namelijk klooster/kerk, dynastie of stad. 85<br />

Het fenomeen stadskroniek wordt daar voornamelijk aan de hand <strong>van</strong> Duitse en<br />

Italiaanse kronieken belicht.<br />

76<br />

Romein, Geschiedenis.<br />

77<br />

Namelijk de Utrechtse school ca. 800-1350, de Egmondsche kring ca. 1125-1325, de<br />

Friesche kring ca. 1200-1300, de Hollandsche-Utrechtsche kring ca. 1350-1480, de Hollandsche<br />

geschiedschrijving in de late middeleeuwen ca. 1350-1490, de Geldersche<br />

kring ca. 1420-1515 en de Friesche geschiedschrijving in de late middeleeuwen ca.<br />

1400-1517.<br />

78<br />

Romein, Geschiedenis, 230 en 232-235, nr. 93.<br />

79<br />

Bruch, Supplement, 73, nr. 95.<br />

80<br />

Ebels-Hoving,`Nederlandse geschiedschrijving 1350-1530', 217-242.<br />

81<br />

Alsvoren, 223.<br />

82<br />

Alsvoren, 224.<br />

83<br />

Alsvoren, 225.<br />

84<br />

Van Houts, Local and regional chronicles.<br />

85<br />

Alsvoren, 17-26.<br />

XXIX


Volgens Van Houts bevatten de stadskronieken ook `externe'gegevens, voor zover<br />

deze direkt in relatie staan tot de gebeurtenissen in de stad. 86 Met name de Duitse<br />

stadskronieken plaatsen hun verhaal in een regionale of nationale context. 87 Ook<br />

blijft de stadskroniek niet beperkt tot een korte tijdsspanne, maar wordt herhaaldelijk<br />

teruggegrepen op een pre-Romeinse oorsprong. 88 De adaptatie <strong>van</strong> (wereld)kronieken<br />

was hierbij geen ongewoon fenomeen. 89 De stadskroniek blijft in<br />

zijn algemeenheid dus niet beperkt tot de geschiedenis <strong>van</strong> de eigen stad binnen<br />

een afgebakend kort tijdsbestek.<br />

Deze karakteristieken lijken ook <strong>van</strong> toepassing op de kroniek <strong>van</strong> Van <strong>Os</strong>. Uitgaande<br />

<strong>van</strong> het ontstaansmilieu (de stad 's-Hertogenbosch), de professionele<br />

werkzaamheden <strong>van</strong> de samensteller (stadssecretaris en notaris), de ordening<br />

<strong>van</strong> de tekst volgens de wisseling <strong>van</strong> de Bossche schepenbank, de vastlegging<br />

<strong>van</strong> de vele privileges <strong>van</strong> de stad en haar rechtsgebied en de receptie <strong>van</strong> zijnwerk<br />

(het stadsbestuur), is men geneigd de kroniek naar analogie <strong>van</strong> de typologie <strong>van</strong><br />

Van Houts te typeren als een stadskroniek. De verhouding tussen stedelijke en gewestelijke<br />

gegevens, waarbij de laatste een groot bestanddeel <strong>van</strong> de kroniek uitmaken,<br />

is dusdanig dat misschien beter gesproken kan worden <strong>van</strong> een<br />

mengvorm <strong>van</strong> stads- en gewestelijke kroniek. De integratie <strong>van</strong> lokale geschiedenis<br />

in grotere gewestelijke verbanden is overigens wel een karakteristiek element<br />

in de laatmiddeleeuwse geschiedschrijving. Romein spreekt in dit verband<br />

<strong>van</strong> de worsteling <strong>van</strong> middeleeuwse geschiedschrijvers om`de navelstreng met de<br />

wereldkroniek door te snijden'. 90 Ook schrijvers <strong>van</strong> stadskronieken hebben hier<br />

moeite mee. 91 Samenvattend kan men concluderen dat de kroniek<strong>van</strong>Van <strong>Os</strong> typologisch<br />

een stedelijk produkt is met sterk gewestelijke inslag.<br />

Dit beeld <strong>van</strong> de kroniek <strong>van</strong>Van <strong>Os</strong> sluit aan bij dat <strong>van</strong> Stein over de stedelijke<br />

historiogra¢e. 92 De Brusselse pensionaris Petrus deThimo (1393/94-1474) legt<br />

in geogra¢sch opzicht een duidelijk accent op het hertogdom Brabant en niet op<br />

de stad Brussel. 93 Daarnaast merkt Stein, in navolging <strong>van</strong> KÏmmell op, dat in de<br />

Noord-Franse en Zuid-Nederlandse steden een grote groep Franstalige kronieken<br />

ontstaan is, die niet zozeer de stedelijke geschiedenis tot onderwerp heeft,<br />

dan wel de dynastieke en wereldgeschiedenis. 94 Verbij-Schillings signaleert in de<br />

Hollandse steden eenzelfde tendens. Zo bevatten de keurboeken <strong>van</strong> Dordrecht,<br />

Haarlem en Zierikzee afschriften <strong>van</strong> de stadskeuren in de context <strong>van</strong> een beknopte<br />

geschiedenis <strong>van</strong> het graafschap. 95<br />

In de kroniek<strong>van</strong>Van <strong>Os</strong> worden de verhalende elementen geadstrueerd door diplomatische<br />

bronnen. Dit fenomeen <strong>van</strong> verwevenheid <strong>van</strong> historiogra¢e en di-<br />

86<br />

Alsvoren, 42-43.<br />

87<br />

Alsvoren, 15.<br />

88<br />

Alsvoren, 44-45.<br />

89<br />

Alsvoren, 45.<br />

90<br />

Romein, Geschiedenis, 233.<br />

91<br />

Lettinck,`Het karakter', 399 signaleert dit in de stadskroniek<strong>van</strong> de Kampense secretaris<br />

Jacob Bijndop.<br />

92<br />

Stein, Politiek en historiogra¢e.<br />

93<br />

Alsvoren, 123-124.<br />

94<br />

Alsvoren, 283-284. Zie ook KÏmmell, Erinnern, 225-226.<br />

95<br />

Verbij-Schillings, Beeldvorming, 272.<br />

XXX


plomatiekwerd door Stein reeds voor de Brusselse geschiedschrijving in het midden<br />

<strong>van</strong> de vijftiende eeuw gesignaleerd. 96 Net als de Brusselse historiografen was<br />

Van <strong>Os</strong> als stadssecretaris zeer goed ingevoerd in het politieke circuit en had hij<br />

vrij toegang tot het noodzakelijk bronnenmateriaal. Dat het uitoefenen <strong>van</strong> een<br />

dergelijke functie personen in het bijzonder kwali¢ceerde als samensteller blijkt<br />

uit de kronieken in de Duitse steden, die op enkele uitzonderingen na vervaardigd<br />

zijn door stadsschrijvers en stadsbestuurders; 97 ook in Nederlandse steden zijn<br />

hier<strong>van</strong> voorbeelden aan te wijzen. 98<br />

Een vergelijking tussen de kroniek<strong>van</strong>Van <strong>Os</strong> en andere laatmiddeleeuwse stadskronieken<br />

uit het hertogdom Brabant wordt bemoeilijkt door twee factoren: enerzijds<br />

het gebrek aan edities en studies op dit terrein, anderzijds een goed overzicht<br />

<strong>van</strong> het bronnenmateriaal. 99 De verhalende bronnen uit de Zuidelijke Nederlanden,<br />

600-1500, 100 de Belgische tegenhanger <strong>van</strong> het Repertorium <strong>van</strong> Carasso-<br />

Kok, vult deze leemte nu, maar heeft als eindpunt 1500, zodat een deel <strong>van</strong> het<br />

bronnenmateriaal buiten beschouwing blijft. Dit werk bevat naast de Brusselse<br />

geen andere kronieken, ontstaan in de laatmiddeleeuwse Brabantse steden. Verdere<br />

naspeuring leverde nog de volgende gegevens op. In de stad Leuven zijn aan<br />

het eind <strong>van</strong> de vijftiende of het begin <strong>van</strong> de zestiende eeuw geen kronieken geproduceerd.<br />

101 Wat Antwerpen betreft zijn bij het Stadsarchief te Antwerpen geen<br />

stadskronieken uit deze periode bekend. 102 Bij een eerste verkennend<br />

onderzoek in het handschriftenbezit <strong>van</strong> de Brusselse KB zijn uit de laatmiddeleeuwse<br />

periode drie Antwerpse kronieken aangetro¡en. Daar<strong>van</strong> laat er maar<br />

e¨ e¨ n eenvergelijking toe met de kroniek<strong>van</strong>Van <strong>Os</strong>. 103 Het is een achttiende-eeuws<br />

afschrift <strong>van</strong> een uitgebreide kroniek betre¡ende de jaren 1081-1512, geschreven<br />

door Nicolaes Claessens Haijns. 104 Ookdeze kroniekbeschrijft de Antwerpse geschiedenis<br />

in een ruimer geogra¢sch kader. In tegenstelling tot Van <strong>Os</strong> worden<br />

96<br />

Stein, Politiek en historiogra¢e, 303.<br />

97<br />

Du Boulay,`German town chroniclers', 446. Betre¡ende de Italiaanse en Zwitserse steden<br />

zieVan Houts, Local and regional chronicles, 48.<br />

98<br />

Zie bijvoorbeeld te Rotterdam, Rotterdamse kroniek, 2-3; Groningen, `<strong>Kroniek</strong> <strong>van</strong><br />

Groningen', editie in voorbereiding bij het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis,<br />

en Kampen, Kamper kronijken.<br />

99<br />

Voor een overzicht <strong>van</strong> Brabantse kronieken, zie het verslag <strong>van</strong> Bayot en Cauchie,<br />

`[Rapport sur les chroniques du Brabant]', XXXVII-XCIII.<br />

100<br />

Dit repertorium wordt aangeboden onder de naam Narrative Sources als een elektronische<br />

databank, consulteerbaar via Internet. Op dit moment bevat Narrative Sources<br />

om en bij de 1400 records. Aangezien de elektronische versie tijdens het schrijven <strong>van</strong><br />

de i<strong>nl</strong>eiding nog niet beschikbaar was, is gebruik gemaakt <strong>van</strong> een draft-versie, berustend<br />

op de RUL.<br />

101<br />

Vriendelijke mededeling <strong>van</strong> prof. dr. R.Van Uytven.<br />

102<br />

Vriendelijke mededeling <strong>van</strong> mevr. G. Degueldre.<br />

103<br />

Brussel, KB, Handschriften,Van den Gheyn, Catalogue, inv.nrs. (7430-31), (7432) en<br />

(6198). De inventarisnummers (7430-31) en (7432) zijn respectievelijk een zeventiende-<br />

en achttiende-eeuws afschrift <strong>van</strong> een Antwerpse kroniek betre¡ende de jaren<br />

1083-1488 en 1112-1477. De eerste is een zeer kort kroniekje <strong>van</strong> 20 pagina's, de<br />

tweede bevat korte aantekeningen <strong>van</strong> een paar regels per jaar, en dit op slechts 7 pagina's.<br />

104 r<br />

Brussel, KB, Handschriften,Van den Gheyn, Catalogue, inv.nr. 6198, fol. 36 : ickNicolaes<br />

Claessens Haijns.<br />

XXXI


geen diplomatische documenten ingelast.Van de vier hoofdsteden is alleen de<br />

Brusselse situatie in de vijftiende eeuw goed gedocumenteerd door het proefschrift<br />

<strong>van</strong> Stein. 105 Nader onderzoek naar de plaats <strong>van</strong> de kroniek <strong>van</strong> Den<br />

Bosch binnen de Brabantse historiogra¢e en de laatmiddeleeuwse stedelijke historiogra¢e<br />

in Brabant is dringend gewenst. De editie en/of bestudering <strong>van</strong> kronieken<br />

uit de Noord- en Zuid-Nederlandse steden zou een ander licht kunnen<br />

werpen op de verspreiding <strong>van</strong> het fenomeen stadskroniek en de kenmerken er<strong>van</strong><br />

in de laat-middeleeuwse periode.<br />

7 Betrouwbaarheid en accuratesse<br />

De betrouwbaarheid en accuratesse <strong>van</strong> de kroniek <strong>van</strong> <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong> kunnen getoetst<br />

worden op drie onderdelen: de zuiver historiogra¢sche passages, de diplomatische<br />

stukken en de lijsten <strong>van</strong> stedelijke functionarissen.<br />

Wat het eerste aspect betreft, de verhalende passages, baseert Van <strong>Os</strong> zich zoals<br />

vermeld voor het historiogra¢sch kader op Die alderexcellenste cronyke <strong>van</strong><br />

Brabant. 106 Met name voor de oudste geschiedenis, vo¨ o¨ r de stichting <strong>van</strong> de stad<br />

's-Hertogenbosch, conformeert Van <strong>Os</strong> zich aan de legendevorming in zijn voorbeeld<br />

en neemt hij de mysti¢caties over.Voorbeelden hier<strong>van</strong> zijn deTrojaanse afstamming<br />

<strong>van</strong> de hertogen <strong>van</strong> Brabant, de zwaanridderlegende, 107 het verhaal<br />

<strong>van</strong> de Negen Besten 108 en het FelleWout sonder Genade. 109 Ten behoeve <strong>van</strong> zijn<br />

politiek spectrum Brabant, heeft Van <strong>Os</strong> welbewust een op mythen berustend uitgangspunt<br />

gekozen. Naast de aan zijn voorbeeld ontleende gegevens, beschrijft<br />

hij gedetailleerd de gebeurtenissen uit zijn eigen periode. Dit is een feitelijke opsomming,<br />

die een betrouwbare indruk wekt. Er is geen discrepantie waargenomen<br />

met gegevens uit andere bronnen.<br />

Een tweede element zijn de ingelaste diplomatische documenten.Vergelijking <strong>van</strong><br />

de teksten bij Van <strong>Os</strong> met de nog bewaard gebleven originele oorkonden geeft het<br />

beeld <strong>van</strong> een zeer minutieus scribent. De afschriften zijn, met uitzondering <strong>van</strong><br />

incidentele kleine schrij¡outen, <strong>van</strong> zeer goede kwaliteit. De accuratesse en dientengevolge<br />

de betrouwbaarheid <strong>van</strong> de door Van <strong>Os</strong> vervaardigde kopiee« nisdus<br />

groot.<br />

Het derde element, de lijsten <strong>van</strong> Bossche functionarissen, in het bijzonder de<br />

schepe<strong>nl</strong>ijsten, is niet zonder meer betrouwbaar.Vergelijking met de door Jacobs<br />

gepubliceerde lijsten 110 levert een aantal verschillen op. Eenvolledige vermelding<br />

105<br />

Stein, Politiek en historiogra¢e.<br />

106<br />

Zie hiervoor hoofdstuk 5 (bronnen).<br />

107<br />

Zie voor deze legende BlÎte, Das Aufkommen.<br />

108<br />

Zie over vroegste ontwikkeling <strong>van</strong> de Negen-Bestentraditie Van Anrooij,`Een vroege<br />

receptiegetuige', 3-13.<br />

109<br />

Carasso-Kok interpreteert in`Het Woud zonder Genade', 252, het VlaamseWoud zonder<br />

Genade niet als een benaming <strong>van</strong> een bepaald bos of <strong>van</strong> een landstreek, maar als<br />

een toestand, waarin geweld en rechteloosheid heersen of als een situatie waarin in een<br />

bepaald gebied niet de juiste heer of leer aanvaard wordt.<br />

110<br />

Jacobs, Justitie en politie, 241-279.<br />

XXXII


<strong>van</strong> alle schepennamen heeft echter geen prioriteit bij Van <strong>Os</strong>. Hoewel aanvulling<br />

<strong>van</strong> namen op basis <strong>van</strong> het door hem aangelegde en voor de kroniek gebruikte<br />

cartularium mogelijk was, heeft hij dit soms achterwege gelaten. 111<br />

Een aspect dat in relatie staat tot de betrouwbaarheid <strong>van</strong> de gepresenteerde gegevens,<br />

is het dateringsgebruik<strong>van</strong>Van <strong>Os</strong> en de schrijver <strong>van</strong> de aanvulling. Hoewel<br />

het schepenjaar, dat loopt <strong>van</strong> 1 oktober tot 30 september, de basis voor de ordening<br />

<strong>van</strong> alle gegevens is, heeft Van <strong>Os</strong> telkens zowel historische gegevens als diplomatische<br />

stukken ingelast die betrekking hebben op de periode januari tot en<br />

met september voorafgaand aan het genoemde schepenjaar. Zo wordt bijvoorbeeld<br />

onder het schepenjaar 1274, dat loopt <strong>van</strong> 1 oktober 1274 tot 30 september<br />

1275, de oorkonde vermeld die Jan I, hertog <strong>van</strong> Brabant, verleent aan Dordrecht<br />

op 2 juni 1274. 112 Men zou verwachten dat dit stukvermeld wordt onder het schepenjaar<br />

1273. Overigens geeft Van <strong>Os</strong> wel keurig aan dat deze oorkonde in het<br />

`jaar' 1274 verleend is. Eenzelfde ordening <strong>van</strong> de gegevens tre¡en we ook bij de<br />

tweede scriptor aan. 113 Een ander aspect waarmee de lezer rekening moet houden<br />

is het gebruik <strong>van</strong> de paasstijl door Van <strong>Os</strong>. Met name in zijn eigen periode<br />

tre¡en we vaak de combinatie aan <strong>van</strong> de verwijzing naar het schepenjaar en het<br />

jaartal. Daarbij hanteert Van <strong>Os</strong> de paasstijl. Zo maakt hij bijvoorbeeld melding<br />

<strong>van</strong> de geboorte <strong>van</strong> Karel V in dicto scabinatu (is het schepenjaar 1499, dat loopt<br />

<strong>van</strong> 1 oktober 1499 tot 30 september 1500) et anno XCIX o predicto XXIII a februarii.<br />

114 Het schepenjaar is in overeenstemming met de historische datum 1500,<br />

alsook het genoemde jaar, wanneer men rekening houdt met het gebruik <strong>van</strong> de<br />

paasstijl doorVan <strong>Os</strong>. Ookde schrijver <strong>van</strong> de aanvulling hanteert de paasstijl. Zo<br />

meldt deze de dood <strong>van</strong> Maximiliaan in het schepenjaar 1518 (lopend<strong>van</strong> 1 oktober<br />

1518 tot 30 september 1519), en in ianuario int iaer XV C XVIII, 115 terwijl<br />

Maximiliaan in 1519 overleden is. Dit bewijst dat ook in de aanvulling op de kroniek<br />

de paasstijl gehanteerd is. De ordening <strong>van</strong> de gegevens binnen een jaar is<br />

niet altijd strikt chronologisch. Zo staat bijvoorbeeld de aanstelling <strong>van</strong> de nieuwe<br />

laagschout Jan <strong>van</strong> Baecxen in 1509 (omrekening <strong>van</strong> de door Van <strong>Os</strong> genoemde<br />

datum in den voirs. iaerachtomtrent Lichtmisse), tussen de gebeurtenissen uit juni<br />

en november 1508. 116<br />

Een mooi voorbeeld <strong>van</strong> de twee gebruikte chronologische elementen, namelijk<br />

schepenjaar en jaar, met daarbij het gebruik <strong>van</strong> de paasstijl, is het verhaal <strong>van</strong><br />

de gebeurtenissen in 1512. 117 Onder het schepenjaar 1512 (lopend <strong>van</strong> 1 oktober<br />

1512 tot 30 september 1513) wordt de huldiging <strong>van</strong> Maximiliaan te Brussel en<br />

111<br />

Zo noemt hij in het schepenjaar 1306 maar twee <strong>van</strong> de zeven schepenen, terwijl hij in<br />

datzelfde schepenjaar een oorkonde parafraseert, met verwijzing naar het cartularium,<br />

waar deze oorkonde in extenso de resterende vijf schepennamen vermeldt.<br />

112 r<br />

Van <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, fol. 60 .<br />

113 v<br />

Zie bijvoorbeeld Van <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, fol. 389 , waar de tweede scriptor gegevens uit juni<br />

1516 onder het schepenjaar 1516, dat loopt <strong>van</strong> 1 oktober 1516 tot 30 september 1517,<br />

rangschikt.<br />

114 v<br />

Van <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, fol. 332 .<br />

115 v<br />

Van <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, fol. 392 .<br />

116 v<br />

Van <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, fol. 357 .Voor de aanstelling <strong>van</strong> Jan <strong>van</strong> Baecxen op basis <strong>van</strong> andere<br />

bronnen zie Jacobs, Justitie en politie,240.<br />

117 r r<br />

Van <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, fol. 369 -375 .<br />

XXXIII


Leuven vermeld. Deze vond evenwel plaats respectievelijk op 24 en 25 mei 1512,<br />

dus voorafgaand aan het genoemde schepenjaar. Daarna volgen aantekeningen<br />

betre¡ende de periode september-januari, door Van <strong>Os</strong> alle gedateerd anno XII.<br />

De daarop volgende gebeurtenissen uit februari en april, dus 1513, worden door<br />

Van <strong>Os</strong> niet expliciet in een jaar gesitueerd, maar enkel met de tijdsaanduiding<br />

daernae.Voor Van <strong>Os</strong> is er geen jaarovergang in januari. De laatstgenoemde gebeurtenis,<br />

die met de voorgaande verband houdt en er chronologisch op aansluit,<br />

is uit april, en daar volgt wel een jaarcijferaanpassing door Van <strong>Os</strong>: den XVIII en<br />

dach <strong>van</strong> aprille in den iair XIII naestvolgende. Het jaarcijfer is hier dus door hem<br />

gewisseld <strong>van</strong> (15)12 in (15)13, omdat in de tusse<strong>nl</strong>iggende periode Pasen viel (op<br />

27 maart). Samenvattend kan men twee belangrijke zaken signaleren: ten eerste<br />

staan er binnen een schepenjaar zowel gegevens uit dat schepenjaar als uit de<br />

daaraanvoorafgaande periode januari-september in datzelfde jaar, en ten tweede<br />

moet men bij de gebeurtenissen uit de periode vo¨ o¨ r Pasen rekening houden met<br />

het gebruik<strong>van</strong> de paasstijl zowel doorVan <strong>Os</strong> als door de schrijver <strong>van</strong> de aanvulling.<br />

In zijn algemeenheid kan men stellen dat de kroniek <strong>van</strong>Van <strong>Os</strong> met name voor<br />

het oudste deel een onkritische, maar niet slaafse overname betreft <strong>van</strong> Die alderexcellenste<br />

cronyke <strong>van</strong> Brabant. Dit is dan ook het enige deel <strong>van</strong> de kroniek met<br />

literaire elementen. Het resterende deel is een sobere, afstandelijke beschrijving<br />

waarin hij de feiten droog presenteert, met een heilig respect voor het document.<br />

Het enige moment waarop hij emotie en betrokkenheid toont is bij debeschrijving<br />

<strong>van</strong> de Gelderse oorlogen. Slechts bij hoge uitzondering tre¡en we een persoo<strong>nl</strong>ijke<br />

noot aan. 118 Van <strong>Os</strong> heeft dan ook als stadssecretaris en notaris hardnekkig<br />

getracht met grote nauwgezetheid en objectiviteit de Bossche rechten met bewijzen<br />

te staven.<br />

8 Receptie<br />

Bij de bepaling <strong>van</strong> de receptie <strong>van</strong> de kroniek is een aantal factoren <strong>van</strong> belang,<br />

namelijk de persoon <strong>van</strong> de samensteller, zijn eventuele opdrachtgever, het ge|« ntendeerde<br />

publiek en zijn politiek programma. De samensteller <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong> bevindt<br />

zich als stadssecretaris in een afhankelijke positie ten opzichte <strong>van</strong> het<br />

stadsbestuur. Hij geeft niet zozeer een chronologisch verslag <strong>van</strong> de gebeurtenissen<br />

in zijn stad, als wel een selectie <strong>van</strong> die documenten in een bepaald jaar die<br />

voor zijn doel in aanmerking komen. Gegevens over de verhouding tussen Stad<br />

en Meierij, tussen stad en heerlijkheden ten oosten er<strong>van</strong>, betre¡ende de positie<br />

<strong>van</strong> de stad en hoogschout in waterstaatkundige zaken, monetaire ontwikkelingen<br />

en blijde inkomstenvormen de kern<strong>van</strong> zijnverhaal. Het zuiver geschiedkundig<br />

aspect, het verslag <strong>van</strong> de `gesta' in een bepaalde periode, treedt weinig op de<br />

118 Van <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, fol. 353 v , waar hij aan het relaas <strong>van</strong> Die alderexcellenste cronyke <strong>van</strong><br />

Brabant de verzuchting Got heb lo¡, zoe eest gesciet toevoegt. Een aantal andere ogenschij<strong>nl</strong>ijk<br />

persoo<strong>nl</strong>ijke opmerkingen heeft Van <strong>Os</strong> ontleend aan Die alderexcellenste<br />

cronyke <strong>van</strong> Brabant.<br />

XXXIV


voorgrond. Het i<strong>nl</strong>assen <strong>van</strong> de vele oorkonden en ambtelijke stukken heeft een<br />

legitimerende functie, namelijk het benadrukken en uitdragen <strong>van</strong> de historische<br />

rechten <strong>van</strong> de stad 's-Hertogenbosch en de Meierij, waarmee een poging ondernomen<br />

wordt om de eigen privileges binnen een Brabants kader te beschermen<br />

tegen het centralisatiestreven <strong>van</strong> de Habsburgers. 119 De kroniek kan aldus gezien<br />

worden als een uiting <strong>van</strong> het stedelijk zelfbewustzijn.<br />

Hoewel geen sporen aangetro¡en zijn die zouden kunnen wijzen in de richting<br />

<strong>van</strong> een concrete opdracht aan Van <strong>Os</strong>, lijkt het onwaarschij<strong>nl</strong>ijk dat een andere<br />

instantie dan de stadsmagistraat als opdrachtgever <strong>van</strong> de kroniek in aanmerking<br />

komt. Met de kroniek kreeg de stad een instrument in handen om de stedelijke<br />

aspiraties kracht bij te zetten. Men kan zich dan ook afvragen of men hier niet<br />

beter zou kunnen spreken <strong>van</strong> een beoogde gebruiker <strong>van</strong> het manuscript in<br />

plaats <strong>van</strong> een beoogde lezer. Dat het manuscript binnen de stedelijke administratie<br />

gecirculeerd heeft, blijkt uit de latere correcties in het handschrift door stedelijke<br />

functionarissen en het gebruik er<strong>van</strong> door de zeventiende-eeuwse<br />

geschiedschrijvers Everswijn, Loe¡ en Van Balen. 120 De receptie <strong>van</strong> de kroniek<br />

heeft zich waarschij<strong>nl</strong>ijk beperkt tot de kring <strong>van</strong> stedelijke machthebbers. Toch<br />

zou de aanwezigheid in de kroniek <strong>van</strong> thema's als de Trojaanse afstamming en<br />

de Negen-Besten-cultus in de richting <strong>van</strong> een ander publiek kunnen wijzen, namelijk<br />

dat <strong>van</strong> burgerij en adel.Tilmans concludeert immers in haar beschouwingen<br />

over de Kattendijke-kroniek dat de samensteller, met de aandacht voor de<br />

Trojaanse afstamming, gekoppeld aan de oorsprong <strong>van</strong> de Hollandse steden en<br />

met de verheerlijking <strong>van</strong> de Hoekse heldendaden, zich richt op de burgerij, terwijl<br />

hij met de Negen-Besten-cultus en de nadruk op ridderlijke hoofsheid appelleert<br />

aan een adellijke lezerskring. 121 Bij de kroniek <strong>van</strong> Van <strong>Os</strong> lijkt de<br />

aanwezigheid <strong>van</strong> deze thema's eerder een resultante <strong>van</strong> zijn keuze voor zijn Brabants-nationalistische<br />

voorbeeld, Die alderexcellenste cronyke <strong>van</strong> Brabant, dan<br />

een bewuste keuze in functie <strong>van</strong> de doelgroep adel en burgerij.<br />

9 Stedelijke historiogra¢e naVan <strong>Os</strong><br />

Van <strong>Os</strong> is de eerste historiograaf <strong>van</strong> de stad 's-Hertogenbosch, wiens werk bewaard<br />

gebleven is. De door Carasso-Kokvermelde kroniek<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

overde periode 1312-1517 122 verdient het predikaat kroniek niet. Dit handschrift<br />

is eerder een register met gegevens over muntvaluaties, gecombineerd met enkele<br />

verhalende gegevens, dan een verhalende bron.<br />

Vanaf het midden <strong>van</strong> de zestiende eeuw doet zich een ware explosie <strong>van</strong> historische<br />

aktiviteit voor. In 1540, niet lang na de afronding <strong>van</strong> de kroniek<strong>van</strong>Van <strong>Os</strong>,<br />

schreef Simon Pelgrom, prior <strong>van</strong> het Wilhelmietenklooster <strong>van</strong> de Baseldonkof<br />

119 De drang tot legitimatie in de laat-middeleeuwse geschiedschrijving is zeer sterk in crisistijden,<br />

wanneer rechten al dan niet vermeend, aangetast worden of zijn, zie Graus,<br />

`Funktionen', 53-54.<br />

120 Zie hierna hoofdstuk 9 (stedelijke historiogra¢e naVan <strong>Os</strong>).<br />

121 Tilmans,`De Kattendijke-kroniek', 189-190.<br />

122 Carasso-Kok, Repertorium, nr. 175.<br />

XXXV


Porta Celi bij 's-Hertogenbosch, een Latijnse kroniek over het ontstaan <strong>van</strong> de<br />

stad. 123 Het handschrift is nietovergeleverd, maar slechtsbekend uit eenvertaling<br />

door J. <strong>van</strong> Oudenhoven. 124 Uit de vertaling blijkt niet dat Pelgrom de kroniek<strong>van</strong><br />

Van <strong>Os</strong> geraadpleegd heeft.<br />

Ongeveer negen jaar later, ca. 1549, voltooideWillem Moel (Molius) zijn Latijnse<br />

kroniek. 125 Molius was priester en kanunnik<strong>van</strong> de Sint-Jan in 's-Hertogenbosch<br />

en heeft als geestelijke veel aandacht voor kerkelijke instellingen en gebeurtenissen<br />

in de stad. Zijn gegevens put hij ex multis chronographorum scriptis, 126 uit een<br />

`rood' handschrift 127 en uit de zogenaamde chronicae annales. 128 Ontleningen<br />

aanVan <strong>Os</strong> zijn niet aanwijsbaar.<br />

Een derde kroniekschrijver, Albertus Cuperinus, heeft midden zestiende eeuw<br />

Die chronicke <strong>van</strong> der vermaerder ende vromer stadt <strong>van</strong> Tsertogenbosch, int corte<br />

<strong>van</strong> Henricus die eerste, hertoge <strong>van</strong> Brabant, tot Philippus <strong>van</strong> Oestenryck, coninc<br />

<strong>van</strong> Engelant ende hertoge <strong>van</strong> Brabant 129 geschreven. 130 Het oudste deel is onder<br />

meer gebaseerd op de kronieken <strong>van</strong>Van <strong>Os</strong> en Molius, alsmede op een niet overgeleverde<br />

kroniek <strong>van</strong> Adriaen die Ruyter, een functionaris <strong>van</strong> het Heilige-<br />

Geesthuis in Den Bosch. 131 Cuperinus, cisterc|« enzermonnik te Marie« ndonk bij<br />

Heusden, schrijft in een zeer levendige stijl en heeft veel belangstelling voor kerkelijke<br />

zaken. Evenals Van <strong>Os</strong> geeft hij bij ieder schepenjaar voor zover hem bekend<br />

de namen <strong>van</strong> de schepenen. 132 Woordelijke tekstontleningen door Cuperinus<br />

aan Van <strong>Os</strong> vallen niet aan te tonen.Waarschij<strong>nl</strong>ijk heeft hij een aantal gebeurtenissen,<br />

door Van <strong>Os</strong> zeer sober gepresenteerd, omgewerkt tot een leesbaar<br />

verhaal.<br />

In de zeventiende eeuw zijn twee belangrijke kronieken tot stand gekomen. De eerste<br />

werd geschreven in opdracht <strong>van</strong> het stadsbestuur <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch. Op 9<br />

februari 1608 gaf dit aan mr. David Everswijn, mr. Jacob <strong>van</strong> Balen en mr. Bartholomeus<br />

Loe¡, gezworenen <strong>van</strong> de stad, en aan pensionaris Van Reys opdracht de<br />

belangrijkste stukken <strong>van</strong> de stad bijeen te brengen en te beschrijven. 133 Deze opdracht<br />

hield verband met een verzoek <strong>van</strong> Jean Baptiste Gramaye, historiograaf<br />

<strong>van</strong> de aartshertogen <strong>van</strong> Brabant. Gramaye heeft dit verzoek ook aan andere steden<br />

gerichtom er voor zijn geschiedkundige werken gebruik<strong>van</strong> te kunnen maken.<br />

123<br />

Haisma Mulier enVan der Lem, Repertorium, 324-325, nr. 377.<br />

124<br />

Oorspronck <strong>van</strong>'s Hertogen-Bosch.<br />

125<br />

's-Hertogenbosch, Capucijnenklooster, archief hs. nr. 51=Annales civitatis Buscoducensis<br />

et rerum domi bellique per Buscoducenses gestarum et actuum recitatio per magistrumWilhelmum<br />

Molium chronice ad posteros enarrata.<br />

126 r<br />

's-Hertogenbosch, Capucijnenklooster, archief hs. nr. 51, fol. 22 .<br />

127 r r<br />

's-Hertogenbosch, Capucijnenklooster, archief hs. nr. 51, fol. 34 en 67 : in rubeo codice,<br />

mogelijk is dit het Rood Privilegeboek, een <strong>van</strong> de stadscartularia.<br />

128 r<br />

's-Hertogenbosch, Capucijnenklooster, archief hs. nr. 51, fol. 30 .<br />

129<br />

Hermans,Verza meling <strong>van</strong> Kronyken, 1-395. Haitsma Mulier enVan der Lem,Repertorium,<br />

109-110, nr. 134.<br />

130<br />

Voor een datering <strong>van</strong> deze kroniek zieVan Bavel,`Nieuwe gegevens', 19-30.<br />

131<br />

Hermans,Verzameling <strong>van</strong> Kronyken, I en 5-6.<br />

132<br />

Helaas heeft Hermans deze in zijn uitgave achterwege gelaten.<br />

133<br />

's-Hertogenbosch, RA, handschriftenverzameling, inv.nr. 14, voorwoord (ingevoegd<br />

en ongefolieerd).<br />

XXXVI


Het driemanschap schreef de kroniek Origo oppidi Buscoducensis, 134 die loopt tot<br />

1566. Ze haalden hun informatie tam ex veterum ¢dedignis manuscriptis, exemplaribus,<br />

annalibus privilegiorum, statutorum etactuum publicorum regestis et prothocollis,<br />

quam ex antiquissimis Brabantiae, Hollandiae, Gelriae et Ultraiecti<br />

Latino et Teutonicoidiomate impressischronicis. 135 Mogelijk hebben zeVan <strong>Os</strong> geraadpleegd<br />

voor de hoofdstukken over rechten, bestuursinrichting en functionarissen<strong>van</strong><br />

de stad. Heel nadrukkelijk is dit gebeurd bij de beschrijving <strong>van</strong> de inval<br />

<strong>van</strong> hertog Frederik<strong>van</strong> Brunswijk in 1478, waarbij deze Grave en een groot deel<br />

<strong>van</strong> <strong>Os</strong>s verwoestte. 136 Ze prijzenVan <strong>Os</strong> daar om zijn betrouwbaarheid en nauwgezetheid.<br />

137 Even later is Molius hun bron. Daarna gebruiken ze beide kroniekschrijvers<br />

als hun bron. 138 Hoe zwaar door hen op Van <strong>Os</strong> geleund werd voor de<br />

periode rond 1500, blijkt wel uit het feit dat de zeventien pagina's over deze<br />

periode in het Middelnederlands geschreven zijn, in tegenstelling tot de rest <strong>van</strong><br />

de kroniek. Hele zinnen en passages <strong>van</strong>Van <strong>Os</strong> zijn overgenomen.<br />

Plattegrond <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch ca. 1540.<br />

's-Hertogenbosch, GA, fotocollectie stamboeknr. 87<br />

134<br />

's-Hertogenbosch, RA, handschriftenverzameling, inv.nr. 14, titel op de rug.<br />

135<br />

's-Hertogenbosch, RA, handschriftenverzameling, inv.nr. 14, voorwoord (ingevoegd<br />

en ongefolieerd) en fol. 1 r .<br />

136 r<br />

's-Hertogenbosch, RA, handschriftenverzameling, inv.nr. 14, fol. 82 .<br />

137 r<br />

's-Hertogenbosch, RA, handschriftenverzameling, inv.nr. 14, fol. 82 in de marge: Hec<br />

et sequentia usque v excerpta sunt ex memoriis et manuscriptis libris Petri de <strong>Os</strong>s senioris,<br />

secretarii Buscoducensis, qui circa illa tempora vixit et ¢deliter accurateque singula<br />

gestaTeutonice scripta reliquit.<br />

138 v<br />

's-Hertogenbosch, RA, handschriftenverzameling, inv.nr. 14, fol. 82 in de marge en<br />

83 r : Ex manuscriptis prefati Petri de <strong>Os</strong>s et domini Wilhelmi Molii.<br />

XXXVII


Een tweede zeventiende-eeuwse kroniek is <strong>van</strong> de hand <strong>van</strong> Jacob <strong>van</strong> Oudenhoven,<br />

die vermoedelijk zijn jeugd doorbracht in 's-Hertogenbosch. 139 Hij trad in bij<br />

de orde <strong>van</strong> deWilhelmieten. Lang duurden zijn kloosteraspiraties echter niet: in<br />

1620 trad hij, samen met twee anderen, uit, bekeerde zich tot het protestantisme<br />

en een jaar later ging hij theologie studeren in Leiden. In 1631 werd hij benoemd<br />

tot predikant <strong>van</strong> Nieuw-Lekkerland in de Alblasserwaard. In 's-Hertogenbosch<br />

heeft hij nooit meer gewoond. Naast historische werken over de Alblasserwaard,<br />

Zuid-Holland en Heusden heeft hij zich gericht op de geschiedenis <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

en de Meierij. In 1629 al bewerkte hij een deel <strong>van</strong> de kroniek<strong>van</strong> S. Pelgrom.<br />

Zijn eerste grote publicatie dateert <strong>van</strong> 1649 en is getiteld:Beschryvingeder<br />

stadt ende Meyerye <strong>van</strong>'s Hertogen-Bossche, vervatende desselfs begin, voortgangh<br />

ende wasdom, soo <strong>van</strong> geestelijcke als wereltlijcke gestichten, oprechtigh <strong>van</strong>'t capittel<br />

ende collegien, maniere <strong>van</strong> regeeringe ende hare privilegien, bevorderinghe<br />

haerder bisdom ende bisschoppen. Midtsgaders: haerder Meyerye, ende de daerinne<br />

ghelegene steden, baronyen, heerlijckheden ende dorpen. Alles met grooten arbeyt<br />

uyt verscheyde schriften ende papieren tesamen ghestelt ter liefde sijns<br />

vaderlandts. 140 Het werd uitgegeven te Amsterdam. In 1670 verscheen hier<strong>van</strong><br />

een heruitgave, gedrukt te 's-Hertogenbosch. Dit keer waren het twee afzonderlijke<br />

boeken in e¨ ën band, geheel herzien en aangevuld, onder de titels Silva-Ducis<br />

aucta & renata of een nieuwe ende gantsch vermeerderde beschrijvinge <strong>van</strong> de stadt<br />

<strong>van</strong> s'Hertogen-Bossche vervatende desselfs begin en voortganck, soo <strong>van</strong> geestelijcke<br />

als wereldtlijcke gestichten, oprichten <strong>van</strong>'t capittel, ende collegien, maniere <strong>van</strong><br />

regeeringhe, ende hare privilegien ende vryheden, bevorderinghe <strong>van</strong> haer bisdom<br />

ende bisschoppen, ende meer andere dingen en Een nieuwe ende vermeerderde beschryvinge<br />

<strong>van</strong> de meyerye <strong>van</strong> s'Hertogen-Bossche, behelsende alle de baronijen,<br />

heerlijckheden, steden, casteelen, vlecken, dorpen, gehuchten. Mitsgadres alle canonisijen,<br />

commanderijen, abdijen, ende de andere cloosters <strong>van</strong> verscheyde ordens,<br />

ende geslechten daerin ghelegen, derselver regeeringhe met den aencleven <strong>van</strong> dien.<br />

In de Beschryvinge der Stadt ende Meyerye <strong>van</strong> 1649 zegt Van Oudenhoven veel<br />

gebruik te hebben gemaakt <strong>van</strong> het werk <strong>van</strong> Gramaye, historiograaf <strong>van</strong> de hertog<br />

<strong>van</strong> Brabant, uit 1609, getiteld Taxandria, in de wetenschap dat enkele personen<br />

uit het stadsbestuur deze <strong>van</strong> historisch materiaal hebben voorzien. 141<br />

Vermoedelijk slaat dit op de genoemde kroniek<strong>van</strong> Everswijn,Van Balen en Loe¡.<br />

Van Oudenhoven heeft waarschij<strong>nl</strong>ijk deze laatste kroniek niet gebruikt, ook al<br />

was hij nog redelijk recent. Hij rept er met geen woord over en noemt evenmin<br />

de kroniek<strong>van</strong>Van <strong>Os</strong>.<br />

In de verbeterde uitgave <strong>van</strong> 1670 isVan Oudenhoven wat ruimhartiger in de beschrijving<br />

<strong>van</strong> de bronnen die hem ten dienste hebben gestaan. Naast een aantal<br />

gedrukte, bove<strong>nl</strong>okale werken, noemt hij alle de gheschreven chronijcken ende<br />

139 Zie voor een biogra¢e <strong>van</strong> Jacob <strong>van</strong> Oudenhoven, zijn werken en zijn historiogra¢sche<br />

plaatsbepalingVan Dijk,`Jacob <strong>van</strong> Oudenhoven'.<br />

140 Haitsma Mulier enVan der Lem, Repertorium, 317-318, nr. 366.<br />

141 Van Oudenhoven, Beschryvinge der Stadt ende Meyerye, I<strong>nl</strong>eiding.<br />

XXXVIII


oude memorien die wy daer<strong>van</strong> vele ghesien hebben. 142 Een aparte vermelding<br />

krijgt ook nog een Latijnse, oude Bossche kroniek en de kroniek<strong>van</strong> Pelgrom, 143<br />

maar ook nu zijn er geen aanwijzingen dat hij Van <strong>Os</strong>' kroniek onder ogen gehad<br />

heeft.<br />

Uit onvrede met het werk <strong>van</strong> Van Oudenhoven schreef Johan <strong>van</strong> Heurn in het<br />

derde kwart <strong>van</strong> de achttiende eeuw de vierdelige kroniek Historie der Stad en<br />

Meyerye<strong>van</strong>'s-Hertogenbosch (Utrecht 1776-1778). 144 Als belangrijkstebron vermeldt<br />

hij Van Oudenhoven, die hij corrigeert aan de hand <strong>van</strong> originele archiefstukken.<br />

Hoewel hij bekend is met het werk<strong>van</strong> Everswijn c.s., lijkt hij niet bekend<br />

met de kroniek <strong>van</strong> <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong>.<br />

Uit het bovenstaande blijkt dat de kroniek <strong>van</strong> Van <strong>Os</strong> in de Bossche geschiedschrijving<br />

niet veel sporen nagelaten heeft. Alleen het driemanschap Everswijn,<br />

Van Balen en Loe¡ heeft de kroniekgebruikt, en dan nog ten behoeve <strong>van</strong> een zeer<br />

korte periode en een speci¢ekonderwerp. Het feit dat dit alleen door deze samenstellers,<br />

aangesteld door het stadsbestuur, aanwijsbaar gebeurd is, leidt tot de veronderstelling<br />

dat het handschrift <strong>van</strong> <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong> voornamelijk in de kring <strong>van</strong><br />

stadsbestuurders circuleerde.<br />

142<br />

Van Oudenhoven, Silva-Ducis aucta & renata,7.<br />

143<br />

Alsvoren, 7-10.<br />

144<br />

Haitsma Mulier enVan der Lem, Repertorium, 182, nr. 221.<br />

XXXIX


Verantwoording <strong>van</strong> de tekstuitgave en tekstpresentatie<br />

Bij de tekstuitgave is geopteerdvoor een studie-editie, diebruikbaar is voor gespecialiseerd<br />

wetenschappelijkonderzoek, met name voor mediaevisten. In deze studie-editie<br />

wordt een verantwoorde leestekst geboden, gebaseerd op de autograaf,<br />

met commentaar in de vorm <strong>van</strong> een technische i<strong>nl</strong>eiding. Door de bewerkers is<br />

afgezien <strong>van</strong> het aa<strong>nl</strong>everen <strong>van</strong> die wetenschappelijke elementen die <strong>van</strong> de grote<br />

lijn a£eiden, maar met dienverstande dat men bij het we© l gebodene geheel verantwoord<br />

wil zijn. Dientengevolge is gekozen voor een terughoudende tekstkritische<br />

en historische annotatie. De gegevens over personen, plaatsen en instellingen zijn<br />

niet in toelichtende noten, maar in de indices opgenomen. Woordverklaring<br />

wordt alleen gegeven bij die woorden die niet in een gangbaar lexicon aangetroffen<br />

worden, zoals bijvoorbeeld in het Middelnederlandsch Handwoordenboek. 1<br />

Bij dateringsopgaven wordt geen toelichtende noot gegeven, omdat deze voor<br />

mediaevisten aan de hand <strong>van</strong> het Taschenbuch der Zeitrechnung <strong>van</strong> Grotefend<br />

eenvoudig op te zoeken zijn. Hierbij moet men wel rekening houden met de in de<br />

kroniek gehanteerde tijdsopgave. 2<br />

Voor de tekstweergave is de kritisch-normaliserende methode gekozen, met inachtneming<br />

<strong>van</strong> de volgende regels:<br />

^ i, j en y zijn niet genormaliseerd in Nederlandse tekstdelen; ii, ij en de letter<br />

ypsilon met punten zijn getranscribeerd als ii;<br />

^ u, v, uu, vv en w zijn genormaliseerd, behalve in eigennamen;<br />

^ getallen weergegeven in Romeinse cijfers zijn niet in Arabische cijfers afgedrukt;<br />

^ hoofdletters en kleine letters zijn naar hedendaags gebruik genormaliseerd;<br />

^ afkortingen zijn, zoveel mogelijk naar het voorbeeld of naar analogie <strong>van</strong> de<br />

voluit geschrevenvormen in de tekst, stilzwijgend opgelost.Veel voorkomende<br />

afkortingen die op meer dan e¨ ën wijze kunnen worden opgelost (zoals`voirs.')<br />

zijn onopgelost afgedrukt;<br />

^ in de tekst aaneengeschreven woorden zijn voorzover mogelijk naar hedendaags<br />

gebruik gescheiden afgedrukt. Woorddelen die in de tekst gescheiden<br />

zijn, zijn voorzover mogelijk naar hedendaags gebruik aaneengeschreven afgedrukt;<br />

^ de tekst is voorzien <strong>van</strong> interpunctie naar hedendaags gebruik;<br />

^ de tekst is ingedeeld en opgemaakt naar hedendaagse normen.Van <strong>Os</strong> geeft in<br />

de kroniek twee chronologische markeringen aan: de eerste is de jaarindeling<br />

op basis <strong>van</strong> de Bossche schepenjaren; de tweede wordt gevormd door de<br />

regeringsjaren <strong>van</strong> de Brabantse hertogen, die bovenaan elke folio geschreven<br />

1 Verdam, Middelnederlandsch Handwoordenboek.<br />

2 Zie hiervoor hoofdstuk 7 <strong>van</strong> de i<strong>nl</strong>eiding (betrouwbaarheid en accuratesse).<br />

XLI


Markering door middel <strong>van</strong> punten ten behoeve <strong>van</strong> de schepennamen door <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong>.<br />

Tillburg, KUB, Brabanticacollectie hs 339a H3 = <strong>Kroniek</strong><strong>van</strong>Van <strong>Os</strong>, fol 72 r<br />

XLII


zijn. Aangezien de kop over de vorsten, die telkens herhaald wordt, over de<br />

gehele folio loopt, komt deze kop bij de transcriptie in een aantal gevallen op<br />

een o<strong>nl</strong>ogische plaats te staan. Er is voor gekozen om bij de tekstuitgave de<br />

kop slechts eenmaal te zetten bij de desbetre¡ende tekstpassage en wel op<br />

een logische plaats; in het notenapparaat is aangegeven tot welke folio deze<br />

herhaald wordt, met de tekstvarianten. Deze koppen staan in groot kapitaal.<br />

Het nieuwe schepenjaar geeft Van <strong>Os</strong> aan met een vaste formulering, gevolgd<br />

door de namen <strong>van</strong> de schepenen.Vooral in de beginfase ontbreken na de aankondiging<br />

de namen. In plaats daar<strong>van</strong> plaatst Van <strong>Os</strong>, uitgaande <strong>van</strong> het<br />

aantal schepenen eind vijftiende/begin zestiende eeuw, zeven punten onder<br />

elkaar.Wanneer hij slechts een deel <strong>van</strong> de namen kent, markeert hij de lege<br />

plaatsen voor de ontbrekende namen met een punt. Er is <strong>van</strong> afgezien deze<br />

punten in de tekstuitgave weer te geven, met name omdat, op ëe¨ n uitzondering<br />

na in 1209, de jaren 1200 tot 1277 uitsluitend jaaropgaven zijn met de<br />

bijbehorende zeven punten.Van <strong>Os</strong> heeft de tekst binnen de jaaropgave verder<br />

ingedeeld in hoofdstukken. Hij geeft in de marge <strong>van</strong> elktekstblok zelf een rubriek<br />

aan, een korte samenvatting <strong>van</strong> de gepresenteerde tekst. Deze rubrieken<br />

in margine zijn in de tekstuitgave inspringend boven het betre¡ende<br />

tekstblok geplaatst en aangegeven in vet. Binnen deze tekstblokken is door<br />

de bewerkers een verdere onderverdeling gemaakt bij de transcriptie <strong>van</strong> de<br />

oorkonden. In een aantal gevallen heeft Van <strong>Os</strong> zelf al een onderverdeling<br />

aangebracht en deze gerubriceerd. In de tekstuitgave worden deze zogenaamde<br />

tussenkopjes <strong>van</strong> Van <strong>Os</strong> vet aangegeven, beginnend links aan de<br />

kantlijn. Ten behoeve <strong>van</strong> de lezer hebben de bewerkers <strong>van</strong>af p. 8 bovenaan<br />

de pagina een sprekende hoofdregel met de jaaraanduiding toegevoegd, op<br />

basis <strong>van</strong> de eerst- of laatstgenoemde datum;<br />

^ vertoont de basistekst gelijktijdige wijzigingen en/of toevoegingen, dan wordt<br />

de gewijzigde en/ofvermeerderde versie gegeven. Bijzondere gevallen worden<br />

in de noten gesignaleerd;<br />

^ de bijzondere tekens worden als volgt weergegeven: bij de parafrasering of<br />

volledige uitgave <strong>van</strong> oorkonden verwijst Van <strong>Os</strong> aan het eind er<strong>van</strong> naar de<br />

desbetre¡ende folio met eventueel het bijbehorende teken (signum)inhetcartularium.<br />

In de tekstuitgave staan deze signa tussen haken, in volgorde genummerd,<br />

½1, ½2, ½3 enz. De corresponderende tekens zijn weergegeven in<br />

bijlage 2;<br />

^ delen <strong>van</strong> de tekst die weggevallen of o<strong>nl</strong>eesbaar geworden zijn en met redelijke<br />

zekerheid gereconstrueerd kunnen worden, worden tussen teksthaken [ ]<br />

afgedrukt;<br />

^ kennelijke verschrijvingen in de basistekst worden stilzwijgend verbeterd;<br />

^ het eind <strong>van</strong> een folio wordt weergegeven door een Duitse komma /;<br />

^ Latijnse zinsneden en passages worden vertaald, aangezien de kennis <strong>van</strong> het<br />

Latijn bij mediaevisten geen <strong>van</strong>zelfsprekende verworvenheid meer is. Bij de<br />

vertaling zijn de volgende criteria gehanteerd:<br />

1 historische passages worden bij de tekstuitgave in een noot vertaald; het betre¡ende<br />

nootcijfer wordt aan het eind <strong>van</strong> de Latijnse passage of de Latijnse<br />

XLIII


woorden geplaatst, met uitzondering <strong>van</strong> de uitgebreide tekst p. 207-210,<br />

waar de noot met vertaling bij het begin staat;<br />

2 bij onvolledige jaaropgaven wordt het desbetre¡ende jaartal tussen haken<br />

toegevoegd;<br />

3 de repetitieve tekstdelen worden niet telkens opnieuw bij de tekstuitgave,<br />

maar slechts eenmaal vertaald in bijlage 1 (Lijst met vertaling <strong>van</strong> vaak voorkomende<br />

Latijnse zinsneden en passages);<br />

4 niet vertaald worden de teksten <strong>van</strong> oorkonden, de gelatiniseerde eigennamen<br />

met bijbehorende kwali¢caties, een bijbeltekst, het grootste deel <strong>van</strong> de<br />

introitusvermeldingen en de maandaanduidingen.Wat de oorkonden betreft<br />

is vertaling, nog afgezien <strong>van</strong> het feit dat deze uiterst gecompliceerd is, niet<br />

absoluut noodzakelijkvoor het volgen<strong>van</strong> de verhaallijn, omdat Van <strong>Os</strong> de inhoud<br />

vrijwel zonder uitzondering voorafgaand aan het stuk parafraseert of in<br />

een rubriek toelicht.Waar dit niet gebeurt, kan het desbetre¡ende stuk opgespoord<br />

worden via bijlage 3 (Concordantie <strong>van</strong> kroniek en cartularium). Bij<br />

de gelatiniseerde eigennamen is vertaling in een aantal gevallen niet verantwoord,<br />

omdat vaak onzeker is of het een achternaam dan wel een beroepsnaam<br />

betreft. De bijbeltekst is in een noot toegelicht. De introitusvermelding,<br />

het psalmvers als i<strong>nl</strong>eiding tot de mis, maakt doorgaans deel uit<br />

<strong>van</strong> een datering met dagopgave, zodat de datum geen probleem vormt. Alle<br />

introitus-opgaven zijn in overeenstemming met de genoemde dagopgave.<br />

Waar het introitus geen onderdeel <strong>van</strong> een datering met dagopgave is, is de<br />

datum in een noot omgerekend, behalve in de teksten <strong>van</strong> oorkonden. De<br />

Latijnse maandaanduidingen spreken voor zich.<br />

XLIV


fol. 1 r<br />

fol. 1 v<br />

fol. 2 r<br />

fol. 2 v<br />

fol. 3 r<br />

Dit boeck inhelt in den iersten die gelegentheit slantz <strong>van</strong> Brabant metter toebehoerten,<br />

die afcoempste ende dedelheit der hoiger doerluchtiger fursten ende hertogen<br />

<strong>van</strong> Brabant ende daernae voirts <strong>van</strong> versceyden previlegien, verleeningen,<br />

byhore princelicheit den lande <strong>van</strong> Brabant ende oic der stat <strong>van</strong> sHertogenbosch<br />

verleent; ende voirts <strong>van</strong> meer andere ordinancien, vonnissen, appoinctementen,<br />

compromissen, uuytspracken, con¢rmacien, tractaten ende <strong>van</strong> meer andere<br />

poincten in cort comprehendeert.<br />

In den iersten is hier te wetene die gelegentheit slantz <strong>van</strong> Brabant, dat die uuyterste<br />

provincie is <strong>van</strong> Almanien ende is liggende aen Neder-Vrancryck, hebbende<br />

den Ryn endeVrieslantoostwairt, die Britaensche Zee ende [den] 1 Vl[eems]schen 1<br />

Schoot noo[rtwairt] 1 , / Neder-Gallien westwairt ende Hoich-Vrancryck zuytwairt,<br />

hebbende vele vermeerde steeden.<br />

Tes oick te wetene dat Brabant gedeylt is in vier quartieren onder vier principael<br />

hooftsteeden, die ziin: Loeuen, Bruessel, Antwerpen, sHertogenbosch.<br />

Int quartier <strong>van</strong> Loeuen zyn dese steden: Thienen, Leeuwe, Aerschot, Dyest,<br />

Gemmelours, Geldenaken, Hannuyt, Halen, Landen, Sichenen.<br />

Int quartier <strong>van</strong> Bruessel liggen dese steden: Nyuele,Vilvoirden.<br />

Int quartier <strong>van</strong> Antwerpen liggen dese steden: Lyere, Herentals, Breda, Bergen<br />

op den Zoom, Steenbergen. /<br />

Int quartier <strong>van</strong> sHertogenbosch liggen dese steden: Graue, Helmont, Eyndouen,<br />

Rauesteyn, Megen.<br />

Ende <strong>van</strong> desen steden zoe ziin naest den voirs. vier principalen hooftsteden noch<br />

drie andere hootsteden, te wetene: Thienen, Leeuwe, Nyuele.<br />

Item die stat <strong>van</strong> Maestricht houden <strong>van</strong> den keyser die hertoge <strong>van</strong> Brabant ende<br />

die bisscop <strong>van</strong> Luydick tesamen gelyck.<br />

Item in Brabant liggen noch grote vryheiden ende dorpen die beter zyn dan sommighe<br />

steden voirs., te wetene: Turnhout, Gheele, Hoichstraten, Beke, Oirschot,<br />

Werchtere, Merchtene, Vueren, Tubeke, Lennicke, Ysche, Grymbergen, Assche,<br />

Arendonck, Oisterwyck ende meer andere. /<br />

Dit ziin die abdyen<strong>van</strong> monicken<strong>van</strong> Sinte-Benedictusoirdene in Brabant: Gemmelours,<br />

Ha¥igem,Vliebeke.<br />

Ende die abdyen <strong>van</strong> nonnen derselver oirdene zyn:Vorst, Bigaerden.<br />

Dit zyn die abdyen <strong>van</strong> monicken der oirdene <strong>van</strong> Cisteau oft <strong>van</strong> Sinte-Bernart:<br />

Vileer, Sinte-Bernarts op die Scelde, Nyzele.<br />

Ende die abdien <strong>van</strong> nonnen zyn:Vrouwenparck, Ewyers,Ter Cameren by Bruessel,<br />

Rosendale, Nazareth, Lintere, Rameye, Florual, sHertogendale, Argenton,<br />

Musen by Mechelen. Dit ziinie abdyen <strong>van</strong> der oirdene <strong>van</strong> Premonstreyt: Sinte-<br />

Michiels tAntwerpen, Grymbergen, Parck,Tongerloe, Heylicgem, Euerbode, Diligem.<br />

/<br />

Van der regulieren Sinte-Augustynsoirdene die abdye <strong>van</strong> Sinte-Geertruyt te<br />

Loeuen.<br />

Die abdyen <strong>van</strong> edelen ion¡rouwen canonickerssen <strong>van</strong> Sinte-Geertruden te<br />

Nyuele, gefondeert <strong>van</strong> Sinte-Geertruden.<br />

1 Lacune door gaatjes in het papier.<br />

1


fol. 3 v<br />

fol. 4 r<br />

fol. 4 v<br />

Tott Loeuen is thuys oft cloester <strong>van</strong> den commenduer <strong>van</strong> Sint-Iansheren <strong>van</strong><br />

Rodes <strong>van</strong> Sinte-Augustynsoirdene, geheiten Chanterayn, ende hy gaet te raide<br />

metten Staiten <strong>van</strong> Brabant op die zyde <strong>van</strong> den banierheren ende oick metten<br />

prelaten.<br />

Oeck soe es een cloester oft huys <strong>van</strong> derselfder oirden tot Tricht.<br />

Item te Gemart es een cloester <strong>van</strong> den commandeur <strong>van</strong> der oirdenen <strong>van</strong> den<br />

heren <strong>van</strong> Pruysschen.<br />

Item in den voirs. lande <strong>van</strong> Brabant zyn chartroysen, biddende oirdene ende vele<br />

andere oirdene, beyde mannen ende vrouwen, die <strong>van</strong> reformacien zyn ende vele<br />

vruchten doen, etc.<br />

Die banieriien <strong>van</strong> Brabant sonder den voirs. abdt <strong>van</strong> Gemmelours, die in den<br />

lantraidt die ierste banyerheere geheiten wordt: Aerschot, Gaesbeke, Bierbeke,<br />

Perweys, Rotselair, Ghete, Leefdale, Breda, Bouterzem, Grymbergen, Cuyck,<br />

Dyest,Wesemael, Du¥e, Rayues, Cranendonck, Boxtel, Sombre¡. /<br />

Item ende dese banyeryen ziin bruedersgedeelten <strong>van</strong> Brabant, te wetene: Aerschot,<br />

Byerbeke, Gaesbeke, Diest, Perweys.<br />

Tot desen zyn noch in Brabant sommige ander heren, geheiten ridderen met gesellen,<br />

als: Huldeberge, Bouterssem, Ryuieren, Boechout, Assche, Lyntere,<br />

Wauere. /<br />

<strong>van</strong> der afcoempsten ende edelheit der hoiger vorsten<br />

ende hertogen <strong>van</strong> brabant<br />

Van Adam tot Noe waren tusschen beyde omtrent XII C iaren ende<br />

ierst beginnende <strong>van</strong> Noe<br />

Soe is in den iersten te wetene dat <strong>van</strong> beginne dat Got almechtich die ierste<br />

menschen Adam ende Eue maecten optenvrydach, zoe waren omtrent XII C iaren<br />

tot Noe toe die de arcke maecte tegen die toecomende diluvie. Ende hy hadde drie<br />

zoonen, te wetene Sem, Cam ende Iaphet doen hyV C iaer oudt was. Ende Noe by<br />

bevele Goids met zynen wyve ende met zynen drie zoonen ende met hoeren wyven<br />

gingen tsamen in der arcken dair Noe C iaer over getymmert hadde. Ende<br />

want alle die werelt in der diluvie verdranck, uuytgenomen dese acht personen.<br />

Soe zyn <strong>van</strong> desen drie zoonen comen alle menschen die ye sint in der werelt geweest<br />

zyn. Nae der diluvien plancten Noe eenen wyngart ende zoe gescyede den<br />

goedenvader Noe die dronckenscap <strong>van</strong> den wyne eer hydie cracht des wyns kende,<br />

zoedat hy ontdect lach neder ter eerden. Ende Cam, zyn zoen, bespotten zynen<br />

vader, mar Sem ende Iaphet waren beschaempt ende decten hem. Welke<br />

dingen Noe daernae vernemende, soe gebenediden hii Sem ende Iaphet, mar<br />

Cam / vermaledyden hy.Van desen drie zoonen worden by Noes tyden geboren<br />

ende leefden XXIIII M ende C mannen sonder die vrouwen ende die kynderen<br />

dier vele meer waren, want Noe was oudt als hy starf IX C ende vyftich iaren. Ende<br />

dit volck hadde drie princen, te weten Nemroth <strong>van</strong> Cams geslachte, Iettan <strong>van</strong><br />

Sems geslachte ende Su¡ene <strong>van</strong> Iaphets geslachte. Overmits desen drie zoonen<br />

<strong>van</strong> Noe is die werelt gedeylt in drie delen, te wetene Asya, A¡rica ende Europa.<br />

2


fol. 5 r<br />

fol. 5 v<br />

fol. 6 r<br />

Asia bewoenden die <strong>van</strong> Sem quamen, A¡rica bewoenden die <strong>van</strong> Cam quamen,<br />

Europa bewoenden die <strong>van</strong> Iaphet quamen.Van Sem is comen tvolck<strong>van</strong>Ysrahell<br />

ende Ons Here Ihesus Cristus.Van Cam zyn comen vele quade tyrannen ende vele<br />

quade generacien.<br />

Ende voirts <strong>van</strong> Iaphet, soen <strong>van</strong> Noe<br />

Iaphet ende Stuna, zyn wy¡, hadden VII zoenen, te wetene Mosoch, Tyras, Gomer,<br />

Lauan, Magoch, Madan, Tubal. / Van Mosoch ende Tyras zyn comen die<br />

<strong>van</strong> Tracien; <strong>van</strong> Gomer zyn comen die <strong>van</strong> Galasien ende dairnae die Fransoysen;<br />

<strong>van</strong> Lauan ziin comen die Griecken; <strong>van</strong> Mogoch zyn comen die Siten; <strong>van</strong><br />

Madan zyn comen die Meden; <strong>van</strong>Tubal zyn comen die <strong>van</strong> Spaengien. Men leest<br />

oick dat <strong>van</strong> Iaphet comen zyn XV generacien die Europen besaten, dairaf die<br />

voirs. Su¡ene tot zynen deel nam Creeten ende Ytalien. Oeck <strong>van</strong> desen Iaphet<br />

zyn comen die heren <strong>van</strong> Troyen, <strong>van</strong> Romen, <strong>van</strong> Ytalien, <strong>van</strong> Vrancryck ende<br />

<strong>van</strong> desen Nederlanden ende al meest die kersten.<br />

Ende voirts nae sommige <strong>van</strong> Lauan ende nae sommige <strong>van</strong> Su¡ene<br />

begint men dafcoempste <strong>van</strong> Hector <strong>van</strong>Troyen<br />

Dese voirscr. Su¡ene nae sommige boecken is afgedaelt <strong>van</strong> Gomer voirs. ende<br />

die beginnen <strong>van</strong> hem die afcoemste <strong>van</strong> Hector <strong>van</strong>Troyen. Sommige andere beginnen<br />

Hectoirs afcoemste <strong>van</strong> den voirs. Lauan, die enen zoen hadde die Ionius<br />

hyet. /<br />

Ende voirts hoe die generacien <strong>van</strong> Iaphet, Lauan, Gomer ende Suffene<br />

vergaderen opTros<br />

Nyettemin beide deze generacien vergaderen ten eynde gelyc opTros, die nae zynen<br />

name maecte die stat <strong>van</strong> Troyen. Tros voirs. hadde enen zoen die hyet Ylus,<br />

die bynnenTroyen dede maken een paleys ende noemdent Ylyon.Ylus voirs. had<br />

enen zoen die hyet Laomedon. By tyden <strong>van</strong> desen waert Troyen ierst destrueert<br />

<strong>van</strong> Iason ende Hercules, die in Colcos trocken om tgulden vlyes ende wairt dootgeslagen.<br />

Laomedon voirs., die dorde coninc <strong>van</strong> Troyen, lyet after enen zoen, geheiten<br />

Pryamus, die de stat <strong>van</strong>Troyen weder scoender ende groter dede maken ende by<br />

zynen tyde waertse weder destrueert <strong>van</strong> den Griecken die thien iair dairvoir lagen;<br />

ende dat was XI C ende omtrent LXIX iair voir Christus gebuert. Priamus<br />

voirs., coninc <strong>van</strong> Troyen, hadde by Heccube, zyn wy¡, vy¡ zoenen ende twee<br />

dochteren, te wetene die zoenen: Hector, dierste <strong>van</strong> den IX besten, 1 Paris, Diephebus,<br />

Helenus,Troylus; die dochteren: Cassandra, Polixena. /<br />

Ten tyde <strong>van</strong> Hector <strong>van</strong>Troyen<br />

Hector voirs. hadde by Andromata, zyn wy¡, Francion ende meer schoen kynderen.<br />

Dese Francion, nae die destructie <strong>van</strong> Troyen, vloet met meer Troyanen bii<br />

1 Zie i<strong>nl</strong>eiding noot 108.<br />

3


fol. 6 v<br />

fol. 7 r<br />

namenTurcus, dieTroylus soen was, met Anthenor, met Eneas, met cleyn Priamus<br />

ende meer baronen ende mennichten <strong>van</strong> volcke, doelende over zee ende beempden<strong>van</strong><br />

Meptides 1 ende comende int lant <strong>van</strong>Ysaurien.Turcus voirs. nam een lant<br />

inne dat hy nae hem hyet Turkyen. Anthenor nam inYtalien dair hy Paduaen,Venegien<br />

ende meer steden stichten. Eneas trac oick inYtalien ende Carthagen.Van<br />

hem quamen die coningen <strong>van</strong> Albanien ende dedelheit <strong>van</strong> Ytalien. Francion<br />

voirs. blee¡ inYsauria dair hy enen zoen wan die hyet Hector.<br />

Hector voirs. had enen zoen die hyet Troylus. Troylus hadde twee zoenen, te wetene<br />

Francion, die blee¡ heer in Ysauria, ende Priamus, die track in Hongarien<br />

dair hy stichten een stat die hy hyet Sicambrien, ende dat was C XVIII iaer nae<br />

die destructie <strong>van</strong>Troyen.<br />

Priamus voirs. hadde zoenen, te wetene Eneas, die blee¡ heer in Sycambrien,<br />

ende Priamus. Eneas voirs. hadde enen zoen die hyet Priamus, heer in Sycambrien.<br />

Priamus voirs. had enen zoen die hyet Siluius Brabon, heer <strong>van</strong> Sycambrien.<br />

/<br />

Ende voirt die generacien <strong>van</strong> den voirs. Hectoir <strong>van</strong>Troyen comende<br />

Van Siluius Brabon voirs. ziin comen sess zoenen ende mitsdien hy die al nyet en<br />

conste gegueden, verseynden hy die om lant ende goet te gewynnen, <strong>van</strong> welken<br />

zoenen die namen zyn:Wandalus, dairaf zyn comen dieWandalen; Polixus, dairnae<br />

heyt dlant <strong>van</strong> Polen; Rusus, nae hem heyt dlant <strong>van</strong> Ruyssen; Hunus, dairaf<br />

zyn comen die Huynen; Frixus, nae hem heyt Frigea; Siluius Brabon, die blee¡<br />

heer in Sycambrien.<br />

Siluius Brabon voirs. lestgenoempt hadde zoenen ende dochteren ende die outste<br />

zoen hyet Hectoir, oic heer nae hem in Sycambrien. Hector hadde enen zoen die<br />

hyet Francion, heer in Sicambrien. Francion hadde Francion Brabon, heer in Sycambrien.<br />

Francion Brabon voirs. hadde enen zoen die hyet Troylus, heer in Sycambrien,<br />

ende een dochter die hyet Ylya, dair Mars aen wan twee zoenen die<br />

hyeten Romulus ende Remus, dairaf zyn comen die Romeynen. /<br />

Troylus voirs. lyet after enen zoen die hiet Brabon. Brabon voirs. liet after enen<br />

zoen die hyet Siluius Brabon. Siluius Brabon voirs. liet after enen zoen die hyet<br />

Hector Brabon. Hector Brabon voirs. lyet after twee zoenen, te wetene: Demophon,<br />

die wan enen zoen die hiet Tarquinus Priscus, diewelke regneerden coninc<br />

te Romen; Palamides, heer in Sycambrien. Palamides voirs. liet after drie zoenen,<br />

te wetene: Brabon Siluius, heer in Sycambrien; Deiphebus, heer in Deenmarcken;<br />

Prias, quam in een eylant dat Pontus hyet, dairinne Pilatus 2 namaels was gesonden.<br />

Brabon Siluius voirs. lyet after twee zoenen: Dyomedes, die creech dlant <strong>van</strong> Affriken;<br />

Priamus blee¡ heer in Sycambrien. Priamus voirs. lyet after enen zoen die<br />

hyet Philomenus, heer in Sycambrien. /<br />

1 Waarschij<strong>nl</strong>ijk een verschrijving voor Neptunus.<br />

2 In margine nota.<br />

4


fol. 7 v<br />

fol. 8 r<br />

fol. 8 v<br />

Die hercoempste <strong>van</strong> Iulius Cesar<br />

Philomenus voirs. hadde drie zoenen, te wetene: Archadius, die track in Griecken<br />

ende aldair in een lant dat hy nae hem noempden Archadien, dair hy wanne enen<br />

zoen geheiten Hus, die vader <strong>van</strong> Iulius Cesar, ende aldus is dedelheit comen uuytenTroyanen;<br />

Macedo, die track wonen in een lant dat hy oic nae hem noempden<br />

Macedonien, ende hy was vader <strong>van</strong> Philips, des groten coninx Alexandersvader;<br />

Priamus, heer in Sicambrien.<br />

Priamus voirs. had enen zoen die hyet Brabon, die blee¡ heer in Sicambrien, ende<br />

een dochter die hyet Polixena, die enen man creech, geheiten Neptanabus, coninc<br />

<strong>van</strong> Egipten, tovenaer, die men seegt dat Alexanders moeder bedroech by ignorancien.<br />

Brabon voirs. liet after eenen zoen Laomedon, heer in Sycambrien. /<br />

voir die geboerte onss heren 1<br />

Laomedon lyet after eenen zoene geheiten Pelius, die heer blee¡ in Sycambrien.<br />

Pelius voirs. lyet after twee zoenen die beyde hyetenTroylus, dairaf deen wairt heer<br />

<strong>van</strong>Yerlant ende dander blee¡ heer in Sycambrien.Troylus voirs., heer in Sycambrien,<br />

lyet after enen zoen Troylus Brabon. Troylus Brabon voirs. lyet after enen<br />

soen Priamus, heer in Sycambrien. Priamus voirs. lyet after eenen zoen Francion,<br />

heer in Sycambrien. Francion voirs. lyet after enen zoene Siluius Brabon.<br />

Siluius Brabon voirs. lyet after enen zoen Troylus Brabon.Van hem quamen twe<br />

Brabone, deen nae dander. Dairnae quam een die hyet Hector.Van dien Hector<br />

quam noch een Brabon, al heren in Sycambrien.Van dien Brabon quam Priamus,<br />

heer in Sycambrien. /<br />

Hoe ierstwerven dlant dat nu eensdeels Brabant is, gelegen tusschen<br />

den Ryn ende Sceld, is begrepen ende by wyen volgt<br />

Priamus voirs. lyet after enen zoen die hyet Francio, heer in Sicambrien. Francio<br />

voirs. lyet after XIIII zoenen ende vy¡ dochteren, die hii nyet all gegueden en conste<br />

ende ga¡ alsoe zynen zoenen scat datse dlant besuecken zouden. Onder welke<br />

zoenen die outste blee¡ in Sicambrien ende die iongste, geheiten Brabon, trac in<br />

Griecken by den voirs. hertoge Hus, hertoge <strong>van</strong> Archadien. Desen Brabon, mits<br />

dat hii sterc, vroem ende wyss was, ga¡ hem die hertoich een <strong>van</strong> zynen edelen<br />

vrouwen, dairaen Brabon voirs. wan twee zoenen, te wetene Brabon ende Eneas.<br />

Terselvertyt creech die voirs. hertoge Hus enen zoen, Iulius geheiten, die gesneden<br />

waert uuyt zynder moeder lichaem, dairom hyet hii Iulius Cesar ende oickhyet hy<br />

Gayus; ende een dochter die hiet Zwane.<br />

Ende onder dander had Francio voirs. noch enen zoen, die hyet Kaerle. Dese<br />

Kaerle quam in dit Nederlant tot heydenTongeren ende waert heer <strong>van</strong> desen Nederlant<br />

tusschen den Ryn ende die Sceld ende dede maken een casteel optenWael,<br />

geheiten Megen, dat nu Nymmegen is. Ende dese Kaerle creech enen zoen die<br />

oick hyet Kaerle.Welke Kaerle naederhant quam oic woenen bydenvoirs. hertoge<br />

1 Herhaald tot en met fol. 11 r .<br />

5


fol. 9 r<br />

fol. 9 v<br />

fol. 10 r<br />

Hus ende becroep Zwane, zyn dochter, die hy in dit / Nederlant bracht ende<br />

creech dairbii eenen zoen, geheiten Octauiaen, ende bleven woenen tot Tongeren<br />

ende tot Nymmegen, ende een dochter die hyet oick Zwane, als hier nu vercleert<br />

zal werden ende sunderlinge <strong>van</strong> den voirs. Iulius, Zwane, syn suster, ende Brabon.<br />

Dese voirs. ionghe Zwane, nicht <strong>van</strong> denvoirs. Iulius, creech tot enen man Brabon<br />

voirs., die welke was coninc <strong>van</strong> Agrippinen, dats Coelen, dats <strong>van</strong> den Riin totter<br />

Sceld toe, ende oic coninc <strong>van</strong> Doeringen ende oic mercgreve des Helichz Rycx,<br />

ende dairaf zyn voirts succedeert die hertogen <strong>van</strong> Brabant, als hierna blyct.<br />

Brabonvoirs. ende Eneas, gebrueders, wyessen tsamen met Iulius Cesarop. Iulius<br />

wairt een geleert man ende dairom wairt hy gecoren <strong>van</strong> den Romeynen een consul<br />

te zyn ende een capiteyn. Die Romeynen hadden drie capiteynen, te wetene:<br />

Crassus, wairt gesonden in Persen ende Meden, dair hem om zynrer giericheit<br />

gesmouten gout waert gegoten in zyn kele; Pompeyus, die bewaerden Romen; Iulius,<br />

die conquesteerden ende creech Almanien, Zwauen, Zassen, Doeringen<br />

ende dese Nederlanden. Ende Iulius voirs. maecten den voirs. Brabon coninc<br />

<strong>van</strong> Doeringen, want hy hem zeer beminden.Vandair quam Iulius tot Coelen,<br />

dat hyet Agrippinen, ende die stat was thoeft <strong>van</strong> den conincryc <strong>van</strong> Agrippinen,<br />

begripende allet lant <strong>van</strong> den Ryn tot Scelden toe, ende Iulius versloech hoeren<br />

coninc ende maecten denselven Brabon doen aldair regeerder.Vandaer trac / Iulius<br />

nederwairt ende int reysen stichten hy Guylke.Vandair track hy over die Maze<br />

tot in Vlaenderen, dat doen hyet tFelle Wout Sonder Genaden 1 ende comende<br />

dair die Leye in de Scelde valt, dair stichten hy een stat, die hii hyet nae zynen name<br />

Gand, want hy Gayus hyet.Vandair trac hii tot Boonen. Dair track hy tweewerven<br />

over stryden in Engelant ende wairt alle mael wederomme geslaigen<br />

mits gebreck<strong>van</strong>volcke. Alsoe dat Iulius seynden drie <strong>van</strong> zynen heren, by namen<br />

Brucus, 2 Crassus ende Ecliopus, omme te halen den voirs. Brabon, coninc <strong>van</strong><br />

Agrippinen, dat nu Colen heyt, omme hem bystant te doen.Welke Brabon metten<br />

zelven heren, die nochtans Brabon zeer benyden, getogen is met groeter macht<br />

ende zyn gecomen tot Loeuen. Daer stont enen tempel dair die heren den afgot<br />

Mars plegen te looven. Mar ennige seggen dat Brabon aldair Iulius geloefden<br />

ende eedt dede <strong>van</strong> des Rycx <strong>van</strong> Romen wegen, doen hy dlant <strong>van</strong> hem ont¢nck<br />

dat nu Brabant is. Dairomme is noch Loeuen die hooftstat <strong>van</strong> Brabant.<br />

Dat Brabon den reuse versloech<br />

Dieselver Brabon toech <strong>van</strong>dair voirt metten voirs. drie heren den rechten wech<br />

nae Ghent ende lydende dair een lant dat voll ryetz stont, seyden Brabon voirs.:<br />

`Hier moet ummers /een water by wesen'. Dairop antwoerden een die tlant kenden,<br />

dat dairby lyep een ryvier die de Sceld hyet, ende dat aldair op die passagie<br />

dair zy over musten scepen, leech een rueze op enen torne ende wachten dair den<br />

toll.Want wye over die Sceld woude varen, die moste dair zyn hant te toll laten oft<br />

tegens den rueze vechten. Alsoe dat die voirscreven Brabon, comende omme over<br />

1 Zie i<strong>nl</strong>eiding noot 109.<br />

2 Aldus hs., lees Brutus.<br />

6


fol. 10 v<br />

fol. 11 r<br />

te varen, den reuze bevochte ende sloech hem ziin rechterhant a¡ ende dairnae<br />

zyn hooft. Ende nam Brabon voirs. des reuzen hant ende werpsche omtrent der<br />

halver Scelde. Ende alsoe verre Brabon die hant werp, behoert die Sceld aen Brabant<br />

ende <strong>van</strong> dien hantwerp heeft Antwerpen den naem noch behouden.<br />

Hoe Antwerpen een mercgrefscap wairt<br />

Dat gesciet toech Brabon voirs. met allen zynen geselscap over die Sceld inVlaenderen<br />

tot Gendt ende <strong>van</strong>dair voirt tot Bonen, dair Iulius voirs. lach. Ende doen<br />

trac Iulius over met Brabon voirs. ende allen hoeren her in Engelant dair zii den<br />

coninc versloegen ende maecten Engelant onderdanich den Romeynen. Ende<br />

<strong>van</strong>dair toegen zy weder in Vlaenderen ende <strong>van</strong>dair ter plaetsen dair Brabon<br />

voirs. den reuze versloech ende dair den / voirs. torne stont dair die voirs. reuse<br />

op lach, dair Iulius een borcht dede maken ende maecten die plaetze ende die<br />

eerde heilich 1 nae die Roemsche ende heydensche manier ende ga¡ dair schoene<br />

rechten ende previlegien ende hy maecten den voirs. coninc Brabon, omdat hy<br />

den reuze verslagen hadde, marcgree¡ sHeilichs Rycx. Ende om den hantwerp<br />

die Brabon werp, bleeft heetende Hantwerpen. Ende Iulius ga¡ der stat die wapen<br />

een borcht <strong>van</strong> zilver in een velt <strong>van</strong> keelen ende oic twee handen omdat Brabon<br />

die hant werp. Ende alsoe vueren noch die hertogen <strong>van</strong> Brabant den tytel <strong>van</strong> den<br />

mercgreefscap des Heilichs Rycx <strong>van</strong> des keyserrycx <strong>van</strong> Romen wegen. 1<br />

Vandair trac Iulius voirs. nae Vrancryc ende sloech neder te Cameric. Ende als<br />

Brabon voirs. vernam dat Iulius dair rusten, nam hy een sceep in de Scelde ende<br />

woude by Iulius tot Cameric varen spoelen. Ende onderwegen comende <strong>van</strong>t hy<br />

een dall dair vele zwanen waren. Ende Brabon ginc nae enen zwaen schieten, mar<br />

die zwaen ontvloet hem ende Brabon zwoer hy zoude den zwaen volgen. Ende hy<br />

volghden den zwaen lancx den water tot Nymegen in Gelderlant. Ende dair was<br />

Iulius Cesar suster / die Zwane hyet, 2 die met Kaerle, heer <strong>van</strong> Tongeren, nedercomen<br />

was. Ende doen zysach dat Brabonvoirs. den zwaen die hygevolcht hadde,<br />

woude scyeten, ryepsche uuyt hoeren sloot in Griecscher talen:`Heer ridder, laet<br />

mynen zwaen zyn leven'. Ende Brabon voirs. verwonderden zeer wye die vrouwe<br />

wesen mochte ende ginc uuyten sceep opt slot ende doen hy dair boven quam,<br />

kenden elckden anderen, want zii tsamen in Archadien by den hertoge Hus, Zwanen<br />

vader, opgewassen waren. Ende Brabon voirs. trac <strong>van</strong>dair terstont nae Cameric<br />

by Iulius ende ga¡ Zwane denselven Brabon een cleyn beeldeken<strong>van</strong> goude<br />

dat Iulius moeder plach te hebben, om dat Iulius, haren brueder, te brengen. Dairmede<br />

Iulius zeer blyde was ende toech terstont met Brabon tot Nymegen by zyn<br />

zuster Zwane voirs., die hem thoenden Octauiaen voirs., haren zoen, ende een<br />

ionge dochter, die Zwaen oeck hyet, ende claechden dat hair heer gestorven weer<br />

ende was heer <strong>van</strong>Tongeren. Ende Iulius dede hair sloot heelvermaken ende alsoe<br />

heytet nu Nymegen dat tevoerens Megen hyet. Ende Iulius nam tot hemwairt den<br />

voirs. Octauiaen, zynen neve. Ende hii gaf den voirs. Brabon zyn ionge nichte, oic<br />

Zwane geheiten, ende dairmede tconincryc <strong>van</strong> Agrippinen, dats Colen 1 ,ende<br />

1 In margine nota.<br />

2 In margineVoir Onss Heren geboerte.<br />

7


fol. 11 v<br />

fol. 12 r<br />

45 v. Chr.<br />

allet lant <strong>van</strong> opten Ryn totter Scelde toe, dairinne Brabant begrepen is, behoudelic<br />

dat Iulius suster het hal¡ / ryck behouden zoude zoelange zii leefden. Brabon<br />

voirscr. wan aen de voirs. ionge Zwane eenen zoen dien hii hyet Kaerle.<br />

Vandair trac Iulius nae Loeuen dair hydie borcht dede maken. Ende omtrent twee<br />

mylen<strong>van</strong> Loeuen schoet hy enen aer vlyegende ende dairnae heyt noch Aerschot,<br />

dair hy een casteel dede maken.<br />

Dat Brabon voirs. vermoerdt wairt<br />

Ende zoe dan, mitsdien dat Iulius boven vy¡ iaren hem <strong>van</strong> den Romeynen statueert<br />

in desen Nederlanden blee¡, wairden die Romeynen op hem toernich. Ende<br />

mitsdien meynden Pompeyus, die bynnen Romen alsdoen een capiteyn was, den<br />

voirs. Iulius uuyt Romen te weren. Dwelc Iulius vernemende trac opwairts nae<br />

Romen met Brabon voirs. ende den voirs. Octauiaen, zynen neve, ende met allen<br />

zynen volck ende comende voir Romen, zoe quam hem Pompeyus met grooter<br />

macht als vyant tegen. Dair vochten zii enen groten strydt ende in denselven<br />

strydt waert Brabon voirs. vermoert <strong>van</strong> achter, als <strong>van</strong> den voirs. Brucus, 1 Crassus<br />

ende Ecliopus die hem haetten. Ende nae vele vechtinge wan Iulius Cesar den<br />

strydt. Pompeyus voirs. vloet in Egipten, dair hem Iulius naetoech ende <strong>van</strong>dair<br />

vloet Pompeyus in Alexandrien dair hy onthoeft wairt ende thoeft waert Iulius<br />

gesonden. / Iulius voirs. keerden wederomme uuyt Egipten ende quam met<br />

machte bynnen Romen ende hy wairt aldair <strong>van</strong> den Romeynen gemaect een eenich<br />

prince des noyt tevoerens en hadde geweest. Ende dat was omtrent XLV iaren<br />

voir Cristus gebuerte. Ende int vierde iair zyns riicx waert hy vermoert opt<br />

Capitolium, dair hy in den raet stont. Dese Iulius Cesar hadde den Romeynen onderdanich<br />

gemaect Ytalien, Almanien, Gallien, Engelant ende meer landen.<br />

Voir Ons Heren geboerte omtrent XLV iaren was Iulius. Ende omtrent<br />

IIII iaren dairnae dat Iulius doot was, waert keyser Octauianus<br />

Augustus als omtrent XLIX iair voir Ihesus geboerte<br />

Alsdoen wairt Octauianus Augustus keyser <strong>van</strong> Romen. Hy creech alle die werelt<br />

onder een monarschie. Die werelt was onder hem in groeter vreden XII iaren<br />

ende in zyn XLII en iair wairt Christus Ihesus geboeren. In diere tyt was Sibilla,<br />

die <strong>van</strong> Cristo propheteerden ende die doen den voirs. keyser Octauiaen verthoenden<br />

in den hemel een schoen maigt, houdende een kyndeken in hair armen.<br />

Ende zy zeyden den keyser:`Dit kyndt is meerder dan du bist, hem aenbidt'. Zoe<br />

hy dede ende eerdent met wyerock, etc.<br />

Tussen den tiit dat Adam gescapen ende Ons Heer Ihesus Cristus geboeren<br />

waert, waren omtrent V M II C iaren<br />

Nae seggen<strong>van</strong> sommige godlyke doctoren ende nae seggen<strong>van</strong> sommige soe warent<br />

V M C XCV iaren ende IIÃÙ Ä maent tusschen die tyt dat Adam waert gescapen<br />

ende dat Onser-Liever-Vrouwen-Marie die bootscap quam als datse den zoen<br />

1 Aldus hs., lees Brutus.<br />

8


fol. 12 v<br />

fol. 13 r<br />

fol. 13 v<br />

Goidz soude ontfangen, dwelc gesciede in de leste weeck <strong>van</strong> den mert op enen<br />

vrydach; ter compleettyt quam die engel Gabriel ende ter middernacht sprack<br />

Maria:`Exite ancilla Domini'. 1<br />

teser tiit waert onse heer ihesus cristus geboren<br />

Kaerle voirs., zoen <strong>van</strong> den voirs. Brabon die voir Romen vermoert wairt, dieselver<br />

Kaerle wairt nae des voirs. Brabons, zyns vaders, doot coninc <strong>van</strong> Agrippynen,<br />

dat nu Colen heyt ende dat <strong>van</strong> opten Ryn totter Sceld toe strect, ende oic<br />

coninc <strong>van</strong> Doeringen ende mercgree¡ des Heilichs Rycx. Die voirs. Octauiaen,<br />

keyser <strong>van</strong> Romen, vermeerderden denvoirs. Kaerle zyn ryck<strong>van</strong> der Eluen totter<br />

Scelden toe ende <strong>van</strong> der Vriesscher / Zee tot Vermendoys ende verleenden hem<br />

vele previlegien, want hy zyn oem was, ende die voirscreven Kaerle regneerden<br />

LXXXI iaren ende in zynre tyt wairt Onss Heer Ihesus Cristus geboeren. Kaerle<br />

voirs., dierste <strong>van</strong> dien name ende tweeste coninc <strong>van</strong> Agrippynen, dat nu Coelen<br />

is, hadde twee zoenen, te weteneTitus, die blee¡ coninc in Germanien ende Doeringen<br />

ende was die vader <strong>van</strong>Vespaciano, die met Titus, zynen zoen, Iherusalem<br />

destrueerden; ende dander Kaerle, die blee¡ coninc <strong>van</strong> Agrippinen, dat nu Coelen<br />

is, metten lande tusschen den Ryn ende der Sceld ende tusschen die Zuyerzee<br />

inVrieslant endeVermendoys, dair dat lant <strong>van</strong> Brabant in besloten is, 2 ende began<br />

te regneren int iair Ons Heren XXXIX ende regneerden XLI iair. Kaerle<br />

voirs. lyet nae hem twee zoenen, te wetene Brabon, die blee¡ coninc <strong>van</strong>Vermendoys<br />

totterWestzee toe, dat nuVrancryck heyt, /ende Kaerle, die blee¡ coninc <strong>van</strong><br />

Agrippynen, dat nu Coelen heyt, ende mercgree¡ des Heilichs Rycx ende die began<br />

te regneren int iair Ons Heren LXXX ende regneerden LXV iaren. Kaerle<br />

voirs. lyet nae hem enen zoen die oick Kaerle hyet ende was die vierde <strong>van</strong> dien<br />

name ende vyfte coninc <strong>van</strong> Agrippynen ende mercgree¡ des Heilichs Rycx ende<br />

hybegan te regneren int iair Onss Heren C XLVende hy regneerden LXViaren. In<br />

tyden <strong>van</strong> den voirs. Kaerle worden gecruyst X M martelaers in Armenien. Kaerle<br />

voirs. lyet nae oick enen zoen die oick Kaerle hyet ende was die vyfte <strong>van</strong> dyen<br />

name ende seste coninc <strong>van</strong> Agrippinen ende was nae zyns vaders doot coninc<br />

X iaren. /<br />

nae onss heren geboerte c lv iaer<br />

155 n. Chr.<br />

Kaerle lestgenoempt lyet oeck after enen zoen die Kaerle oick hyet ende was die<br />

seste <strong>van</strong> dien name ende VII te coninc <strong>van</strong> Agrippinen, dats nu Coelen, ende<br />

marcgree¡ des Heilichs Riicx ende began te regneren als men screef C LV ende<br />

hy regneerden C ende vy¡ iaren. In deser tyt worden Sinte-Barbara ende Sinte-<br />

Cecilia gemarteliseert. Kaerle voirs. lyet oic after enen zoen die oick Kaerle hyet<br />

ende was dieVII te <strong>van</strong> dien name ende dieVIII te coninc <strong>van</strong> Agrippynen, dats nu<br />

1 Lucas 1, 38.<br />

2 In margine nota.<br />

9


fol. 14 r<br />

fol. 14 v<br />

fol. 15 r<br />

260<br />

Coelen, ende marcgreef des Heilichs Rycx ende began te regneren int iair Ons Heren<br />

CC LX ende hy regneerden drie iair. Kaerle voirs. lyet oick after enen zoen die<br />

oick Kaerle hyet, die Schoene, ende was <strong>van</strong> dien name dieVIII te ende coninc <strong>van</strong><br />

Agrippinen ende marcgree¡ des Heilichs Rycx die IX te . Hy began te regneren int<br />

iair Onss Heren CC LXIII ende hy regneerden LXII iaren ende hy wan Noerwegen,<br />

Deenmarcken ende Zweeden.<br />

In deser tyt was die heilige paeus Siluester, die den groten keyser Constantiin<br />

doepten. /<br />

hier ccc xxv nae ons heren geboerte<br />

Oeck in der tyt voirs. omtrent die iaren CCC VII worden gemarteliseert Sinte-<br />

Katheryn, Sinte-Margriet, Sinte-Agneet ende noch XXXVII M martelaren. Oeck<br />

corts dair tevoerens worden gemarteliseert ontalike martelaren. Ende oick omtrent<br />

den iair CCC XV leefden Sint-Anthonys ende vele meer andere heremiten<br />

in Egipten. Ende corts dairnae leefden die werdige bisscop Sinte-Nycolaus. Kaerle<br />

die Schoene voirscreven lyet after twee zoenen, te wetene Eneas ende Brabon,<br />

die wairt coninc <strong>van</strong> Agrippinen ende marcgree¡ des Heilichs Rycx in iair CCC<br />

XXV. Hy regnerden XLI iaren. In die tyt leefden Sint-Ian Guldemont, bisscop<br />

<strong>van</strong> Constantinopole. Brabon voirs. lyet after enen zoen die hyet Kaerle metter<br />

Corter Noze.<br />

nae ons heren geboerte ccc lxvi<br />

Dese was die IX te <strong>van</strong> dien name ende /die thienste coninc <strong>van</strong> Agrippynen, dats<br />

nu Colen, ende hy began te regneren int iaer Ons Heren CCC LXVI ende hii regneerden<br />

XII iaren. Hy was oick mercgreve des Heilichs Rycx.Welke Kaerle, nadien<br />

hy verdreven hadde geweest, wairt hy in Cristo geloevende. In diere tyt<br />

leefden Sinte-Iheronimus, woenende tot Bethleem aen Ons Heren cribbe, ende<br />

Sinte-Ambrosius, eertsbisscop <strong>van</strong> Meylanen, ende Sinte-Marten, eertsbisscop<br />

<strong>van</strong> Tours. Ende omtrent den iaer Ons Heren CCC LXXX leefden Sinte-Augustyn<br />

in A¡riken. Kaerle metter Corter Nozen voirs. lyet after een zoene geheyten<br />

Ansises, die nae zyns vaders doot wairt coninc <strong>van</strong> Agrippynen ende mercgree¡<br />

des Heilichs Riicx. Ansises voirs. began te regneren int iair Ons Heren CCC<br />

LXXVIII ende regneerden XXX iaren ende was heyden. Dese Ansises, mitsdien<br />

hy zulkenen previlegien ende vryheiden als Octauiaen, die keyser, denvoirs. Kaerle,<br />

zynen neve, den tweesten coninc <strong>van</strong> /Agrippynen, hadde gegeven, nyet overgeven<br />

en woude, wairt hy <strong>van</strong> den keyser Graciaen bevochten ende ge<strong>van</strong>gen<br />

gevuert tot Romen, dair hy VII iaren in gevenckenisse was. Ende aldus in gevenckenisse<br />

wesende, wairt hy denckende dat hy in zynre stat <strong>van</strong> Agrippynen, dats<br />

nu Coelen, dycwyle hadde hoeren seggen dat die bysscoppen ende priesteren der<br />

kersten leerden, zoe wye in Cristo geloefden, die creech hulpe ende bystant, ende<br />

aldus denckende ryep hy Cristum aen ende geloefden, mucht hy uuytcomen, hy<br />

ende alle zyn volck souden kersten werden.<br />

10


fol. 15 v<br />

ccc lxxxvii nae ons heren geboert<br />

Ende nyet lange dairnae zoe gescyedent dat die voirs. Graciaen, die keyser, ster¡<br />

ende Theodosius wairt keyser als men scree¡ CCC LXXXVII. Ende die keyser<br />

lyet den voirs. Ansises uuyter gevenckenissen, omdat hy hem soude helpen wederstaen<br />

Maximiaen, den coninc <strong>van</strong> Engelant, die keyser woude wesen endeTheodosium<br />

verdriven. Ende doe Maximiaen vernam dat Ansises hem bystant zoude<br />

doen, te weten den keyser, doen toech dieselver Maximiaen in Ansises ryck, dat<br />

destruerende, ende wan die stat <strong>van</strong> Agrippinen, dats nu Coelen, dair hy <strong>van</strong>t Ansises<br />

wy¡, die coninginne, met eenen zoen <strong>van</strong> VII iaren, welken zoen coninc<br />

Maximiaen kersten dede doen ende heyten Brabon, om deswille dat dieTroyaensche<br />

heren Brabon hyeten.<br />

Hier creech dlant gelegen tusschen die Maze ende Sceld den name<br />

dattet Brabant heyt ende zynen yersten heer genoempt een prince<br />

<strong>van</strong> den lande 1<br />

Ende dese Maximiaen ga¡ desen iongen Brabon dlant dat hy gewonnen hadde<br />

tusschen die Maze ende die Sceld ende nae dien Brabon wairt tselver lant geheyten<br />

Brabant.<br />

Ende desen Maximiaen toech voert in Ytalien tegens Theodosium, den keyser,<br />

dair hy <strong>van</strong> denselven / keyser wairt verslaigen. Ende doen nam die voirscreven<br />

coninck Ansises oirlo¡ ende toech tot zynen lant wairt.<br />

Teser tyt leefden Sinte-Marten. Ende comende tot Tours <strong>van</strong>t hy dair Sinte-Marten<br />

ende ont¢nc tkorsdom <strong>van</strong> hem ende alle die by hem waren.Vandair toech 2<br />

voirt in zyn lant, dat hy <strong>van</strong>t verdestrueert. Mar doen Ansises vernam dat die<br />

voirs. Brabon, zyn zoen, woenden tusschen Maze ende Sceld ende dat Maximiaen<br />

hem dat lant gegeven hadde ende Brabant geheiten, zoe toech hy totten selven<br />

Brabon, zynen zoen, ende was waeltevreden dat hii corsten was met zynen<br />

volcke. Ende die voirs. Ansises nam zyn vrouwe ende toech tot Agrippinen, dats<br />

nu Coelen, ende dede die stat vermaken ende zyn volcke kersten doen ende Ansises<br />

voirs. creech by zyn huysvrouwe noch enen zoen, die hyet Kaerle, die blee¡ nae<br />

hem coninc <strong>van</strong> Agrippinen, ende een dochter, die hyet Voraya.<br />

Heymskynderen<br />

Dese Voraya wan by Heyman, greve <strong>van</strong> Dormunde, haren man, vier zoenen:<br />

Reynout, leegt tot Dormunde verheven zant; Rogier; Olyuier; Adolairt, dese leyden<br />

een heilich leven in dabdye <strong>van</strong> Corbye. Die voirs. vier zoenen, geheiten die<br />

vier Heymskynderen, voeren stryden metten voirs. Kaerle, hoeren oem, tegen die<br />

Hunen, Gooten ende die sommige worden gemarteliseert.<br />

1 In margine nota.<br />

2 Aldus hs., men verwacht hierna hy.<br />

11<br />

387


fol. 16 r<br />

427<br />

Oirspronck <strong>van</strong> den name Franck, dairnae Francryc oirspronckelic<br />

heyt<br />

Hier is oeckte wetene dat naedien die Alanen by tyde des keysers Graciaen, vader<br />

<strong>van</strong> den voirs. Graciaen, Romen hadden belegen ende die Troyanen, die doen<br />

woenden in Pannonien ende in Sicambrien, ten versueck des voirs. keysers Romen<br />

hadden helpen ontsetten, soe ga¡ dieselver keyser hen quyt haren tribuyt X<br />

iaer lanc ende maectense vrii ende dairomme hyetense doen voirtane Francken.<br />

Want franck in Griecken is vry ende coen. Mar naderhant, nae dode des voirs.<br />

keysers Graciaen, worden dieselver Francken oft Sicambrinen <strong>van</strong> Graciaen, zynen<br />

zoen, omdatse hem genen tribuyt geven en wouden, verdreven ende quamen<br />

woenen opten Riin, dair zy stichten Franckevoirt, Santen, Bonne ende meer andere<br />

steden ende besloegen dlant <strong>van</strong> der Denouwen tot opten Ryn. /<br />

nae ons heren geboirte int iaer iiii c xxvii<br />

Van den iersten coninc <strong>van</strong>Vrancryck. 1 Dat die coningen <strong>van</strong> Vrancryc<br />

oic zyn comen uuytenTroyanen 1<br />

Ende alzoe als die voirs. coninck Ansises noch leefden ende die voirs. Francken<br />

tvoirs. lant <strong>van</strong> der Denouwen totopten Ryn hadden beslagen ende dair woenden,<br />

hadden zy enen hertoghe die hiiet Priamus. Priamus hadde enen zoen die hyet<br />

Mercomirus, die der voirs. Francken hertoech was XXXIII iaren. Mercomirus<br />

lyet after een zoen die hyet Pharamundus ende die was die ierste gecroende coninc<br />

over die Francken ende hy regneerden X iaren. Ende in zynrer tyt soe ster¡<br />

die voirs. coninc Ansises, te wetene int iair Ons Heren CCCC XXVII ende Kaerle<br />

voirs., ziin zoen, blee¡ nae hem coninc <strong>van</strong> Agrippinen, dats nu Coelen. Mar hy<br />

en was geen marcgree¡ des Heilichs Rycx, want dat blee¡ aen Brabon, zynen<br />

brueder voirs. Nae den voirs. Kaerle wairt zyn zoen, coninc wesende <strong>van</strong> Agrippynen,<br />

veriaecht <strong>van</strong> denvoirs. Francken, die tconincryc <strong>van</strong> Agrippinen wonnen<br />

metten zwerd ende voirt dlant <strong>van</strong> Gallien dat nuVrancryc heyt.<br />

Dierste prince in Brabant korsten wesende oick<br />

Brabon voirs., Ansises zoen, die tot zynen VII iaren wairt dyerste prince in Brabant,<br />

hy woenden op Haspegouwe ende dede dair maken een stadt ende hyetse<br />

Landen omdat hy dair ierst landen, ende hy was oec marcgree¡ des Heilichs<br />

Rycx. /<br />

1 In margine nota.<br />

12


fol. 16 v<br />

fol. 17 r<br />

nae ons heren geboerte iiii c liii iaer<br />

Ende als hy oudt was XX iaren, zoe quamen die ongelovige Huynen ende Gooten<br />

in zyn lant, die mett Attila, hoeren coninc, vele landen destrueerden ende die kerstenvervolchden.<br />

Brabonvoirs. was heer LI. 1 In diere tyt, omtrent den iair CCCC<br />

LIII, worden die XI M maighden tot Coelen gemarteliseert <strong>van</strong> den Hunen ende<br />

dairnae wairt Coelen gedestrueert.<br />

Brabonvoirs. lyet after enen zoen geheyten Brabon, die tweeste prince in Brabant.<br />

Hy began te regneren als men scree¡ CCCC LIX ende hy regneerden LX iaren<br />

ende woenden oec te Landen in zyns vaders stat. In zynre tyt leefden die voirs.<br />

Pharomont, der Francken coninc, ende hy lyet after enen zoen geheyten Clodius,<br />

die al te mechtigen coninc wairt. Hy wan dlant <strong>van</strong> den Ryn tot Doernic ende Cameric<br />

toe ende dlant tusschen den Ryn ende Sceld ende die voirs. Brabon verloes<br />

oec Brabant, dat hy met dienen wedercreech. Clodius voirs. regneerden XVIII iaren<br />

ende zyn neve die hyet Meroueus, wairt nae hem coninc. Meroueus wan Hildricus<br />

ende die wan den moigende coninc <strong>van</strong>Vrancryc die hyet Clodoueus, die<br />

gedoept wairt <strong>van</strong> Sinte-Remeys. In diere tyt regneerden die moigende coninc Artur,<br />

coninc <strong>van</strong> Engelant, een<strong>van</strong> den IX besten. Brabonvoirs., Brabons zoen, die<br />

dorde prince, ende hy began te regneren int iair CCCCC IX 2 ende hii regneerden<br />

LI iaer. /<br />

int v c lx iaer nae ons heren geboerte<br />

Ende dieselver Brabon stont oick onder die coningen <strong>van</strong>Vrancryc gelyc zyn vader,<br />

hen dienende in stryden.<br />

Teser tyt leefden Sinte-Remeys, 3 daera¡ Clodoueus gedoept wairt ende die was<br />

die ierste korsten coninc <strong>van</strong> Vrancryck. Ende die moigende coninc Clodoueus<br />

voirs. vermeerderden hem zyn ryck totter Zeynen toe ende naedat hii enen grooten<br />

strydt metten Hoich-Duytschen had gehadt dair hy teboven ginc, wairt hy kersten<br />

ende gedoept <strong>van</strong> Sinte-Remeys voirs. als voirs. is in de stad <strong>van</strong> Ryemen, ten<br />

vermaen <strong>van</strong> die heilige Clotildis, zynre coninginnen, dochter coninx Cilprix <strong>van</strong><br />

Bourgoindien, die een korsten vrouwe was. Ende met hem worden gedoept III M<br />

mannen. Ende int doepen quam dair een witte duve ende bracht dair een pulleken<br />

een 4 haren beck met heilige olye, dairmede Sinte-Remeys den voirs. coninc Clodoueum<br />

salfden ende werden noch alle coningen <strong>van</strong>Vrancryckdairmede gesalft.<br />

Nae welcken doepsel die voirs. coninc Clodoueus hyet Lodouicus. Brabon, die<br />

dorde prince voirs., nae vele feyten <strong>van</strong> wapeningen by de coningen <strong>van</strong>Vrancryc<br />

gedaen, ster¡ int iair Ons Heren CCCCC ende LX. Hii lyet after een zoen geheyten<br />

Kaerleman, die oeck was altyt by den coning <strong>van</strong> Vrancryc als zyn opperste<br />

raet.<br />

1 Aldus hs., men verwacht hierna iair.<br />

2 In margineV C IX.<br />

3 In margine nota.<br />

4 Aldus hs., men verwacht in.<br />

13<br />

560


fol. 17 v<br />

fol. 18 r<br />

560<br />

Teser tyt began die oirdene <strong>van</strong> Sinte-Benedictus.<br />

Clodoueus voirs. lyet after vier zoenen, te wetene: Diederick, die lyet after den<br />

heiligen Clodoaldus; Lodomiris; Hildebeert; Lothariis. Dese deilden tryck,<br />

mar nae quamt aen Lothariis all. /<br />

nae ons heren geboerte v c lx iaer<br />

Groet-Lothryck<br />

Lothariis voirs. lyet after vier zoenen, die oeck underling dat ryc deylden. Mar<br />

naemaels quamt aen Cilprick, een <strong>van</strong> zynen vier zoenen, ende zyn nacomers.<br />

Coninc Cilpric creech by Frigegondis, zyn coninginne, enen zoen geheiten Lotharis<br />

ende die naemaels hyet die groote coninc Lotharys.Welke coninc Lotharys,<br />

nae groete stryden gehadt, waert coninc <strong>van</strong> drie conincrycken, als <strong>van</strong> Oest-<br />

Vrancryc, dwelc anders hyet Groot-Lotharys, dairinne Brabant begrepen is, ende<br />

<strong>van</strong> West-Vrancryc ende <strong>van</strong> Bourgoindien, ende hy regneerden over die Frans[oy]sen<br />

1 XLIIII. Kaerleman voirs. began te regneren int iair CCCCC LX. Hy<br />

was een dueghdelic kersten man, oic zyn woenstat houdende tot Landen ende<br />

oic hem houdende gemint by coninck Cilprick, alsdoen die dorde kersten coninc<br />

<strong>van</strong>Vrancryc, want hy zyn lant tot dier tyt <strong>van</strong> hem te leen most houden. Kaerleman<br />

voirs. regneerden prince in Brabant ende op Haspegouwe LV iaren. In dier<br />

tyt leefden Sinte-Amand, bisscop <strong>van</strong> Tongeren, dairaf den stoel doen stont tot<br />

Tricht. Noch leefden doen Sinte-Benedictus, Sinte-Lenart, Sinter-Baue, Sinte-<br />

Autbeert, bisscop tot Cameryc. Ende oick doen leefden die groete paeus Sinte-<br />

Gregorius. Hy was <strong>van</strong> Sinte-Benedictusoirden. Oeck in tyde Kaerlemans voirs.<br />

als int iairVI C XIII waert Eraclius keyser, die Cosdras, coninc <strong>van</strong> Persen, doden<br />

ende dat heilige cruys Ons Heren weder bracht te Iherusalem. Int tweeste iair <strong>van</strong><br />

Eraclius ster¡ Kaerleman voirs. /<br />

vi c xv<br />

Kaerleman voirs. lyet after twee salige kynderen, te wetene: Pippiin <strong>van</strong> Landen,<br />

die hertoge wairt; ende Amelberge, die hadde eenen zoen die een greve was ende<br />

die by Bertilia, zyn huysvrouwe, hadde twe heilige kynderen als Sinte-Aldegond<br />

ende Sint-Woutruyt, die nam te man Sinte-Vincent, greve <strong>van</strong> Henegouwe, die aen<br />

hair wan Sinte-Landric, bisscop <strong>van</strong> Metz, ende twee devote meechden als Madelbeert<br />

ende Altruyt; ende een dochter die oick hyet Amelberge. Die trouden<br />

enen groten heer geheiten Witgeer, woenende opte palen <strong>van</strong> Brabant tot Ham.<br />

Ende die wan aen hair vy¡ heilige kynderen, als te wetene: Sinter-Goelen; Sinte-<br />

Reynelt, die leefden XC iair, als XXX in den mechdelycken staet, XXX in den<br />

huwelic staet ende maigt blivende ende XXX in den weduwelycken staet; Sinte-<br />

Pharelt; Sinte-Emelbert, bisscop <strong>van</strong> Cameric; ende Sinte-Venancius.<br />

1 O<strong>nl</strong>eesbaar door inktvlek in het hs.<br />

14


fol. 18 v<br />

fol. 19 r<br />

fol. 19 v<br />

Hier waert Brabant een hertoichdom. Cleyn-Lothryck dat in Ardenen<br />

ende omtrent Aken leegt<br />

Pippiin voirs. wairt nae Kaerleman, zynen vader, prince ende dat als men scree¡<br />

VI C XV. Hy stont oeck vromelic by de coningen <strong>van</strong> Vrancryc, gelyc zyn ouders<br />

hadden gedaen. Dieselver Pippyn creech ten huwelic des hertogen dochter <strong>van</strong><br />

Aquitanien, geheiten Ydeberge oft Sinte-Itte, dairaf brueder was Sinte-Modoaldus,<br />

eertsbisscop <strong>van</strong>Trier, ende 1 Sinte-Seuera, abdisse aldair. /<br />

nae ons heren geboerte vi c xlviii<br />

Pippiin voirs. oeck wairt <strong>van</strong> den grooten coninc Lotharys int XXX te iair zyns<br />

rycx mitz zynre groeter getrouwicheit, wysheit ende rechtverdicheit geordineert<br />

hii ende zyn nacomers te wesen zwertdregers ende regeerders des huys <strong>van</strong>Vrancryck.<br />

2 Ende die voirs. groete coninc Lotharys maecten Pippyn voirs. ierste hertoge<br />

<strong>van</strong> Brabant ende <strong>van</strong> Cleyn-Lothryck, dwelc is gelegen tusschen den Ryn<br />

ende die Sceld, omme dat <strong>van</strong> den coningen <strong>van</strong>Vrancryc te leen te houden. Mar<br />

naemaels is Brabant metten mercgreefscap <strong>van</strong> Antwerpen ende metten lande<br />

<strong>van</strong> Riien geworden een skeysers leen mits deilinge der landen, gedaen <strong>van</strong> den<br />

nacomers des voirs. Pippyns, die geworden zyn geweest coningen ende keyseren.<br />

In deser tyt leefden Sinte-Loy, bisscop <strong>van</strong> Noyon, ende Sinte-Remaclus, discipel<br />

<strong>van</strong> Sint-Amand, biscop 3 Tongeren, ende Sinte-Lambrecht ende Sinte-Theodardus,<br />

discipulen <strong>van</strong> Sinte-Remaclus voirs. Ende oick Sint-Truydt, heer <strong>van</strong> Kemplant,<br />

neve Pippyns voirs, ende Sint-Ioes, zoen sconinx <strong>van</strong> Britanien, heremyt.<br />

Van Machomet<br />

Oeck regneerden in diere tyt Machomet, yerst wesende een goekelair, nae een<br />

snoode coepman, dairnae een prince der moerdeners ende dairnae quam hy in<br />

Arabien ende voirts in Perssen, dair hy hem uuytga¡ voir enen propheet. /<br />

Pippiin <strong>van</strong> Landen voirs. ster¡ int iair Ons HerenVI C XLVIII ende hy wairt begraven<br />

te Landen ende naederhant te Nyuele.<br />

Die voirs. grote coninc Lothariis lyet after twee kynderen, by namen: Sint-Dagobeert,<br />

die met zynen naecomeren waren coningen <strong>van</strong> Vrancryc tot XII toe;<br />

ende Sint-Blitildis, die trouden enen edelen prince <strong>van</strong> den keyserlycken blode,<br />

die hyet Ausbeert, denwelken coninc Lotharys voirs. ga¡ met zynre dochter voirs.<br />

ten huwelic dat mercgreefscap des Heylichs Rycx, dats Antwerpen.<br />

Ausbeert, nu wesende mercgree¡ voirs., wan aen Blitildis voirs. enen zoen, die<br />

hyet Arnout, die nae zyns vaders doot mercgree¡ voirs. wairt, ende noch drie heilige<br />

kynderen, die hyeten Sint-Ferreolus, Sint-Modericus, Sint-Tarticia. Arnout,<br />

mercgree¡ voirs., trouden Sint-Oeyen, een dochter <strong>van</strong> Vrancryc, dairaen hy<br />

wan Sint-Arnout, die naderhant wairt bisscop <strong>van</strong> Metz. / Sint-Arnout voirs.,<br />

1 Hierna ontbreekt de familieverwantschap.<br />

2 In margine nota.<br />

3 Aldus hs., hierna ontbreekt <strong>van</strong>.<br />

15<br />

648


fol. 20 r<br />

fol. 20 v<br />

685<br />

wesende oic mercgree¡, ende eer hybisscop wairt creech drie heilige kynderen, by<br />

namen: Sint-Clodulphus, die wairt nae zynen vader bisscop, Sinte-Walciscus<br />

ende Angiis, dien gebenedide Sinte-Arnout ende propheteerden <strong>van</strong> hem, dat hy<br />

ende zyn nacomers zouden werden erfconingen <strong>van</strong> Vrancryc ende keysers, zoe<br />

oic nae gescyeden.<br />

Pippiin <strong>van</strong> Landen ende Sint-Itte voirs. lyeten after drie heilige kynderen, by namen:<br />

Grymoalt, die nae zynen vader voirs. wairt hertoech <strong>van</strong> Brabant voirs.<br />

ende hy regeerden thuys <strong>van</strong> Vrancryc by tyde Zegebeert, coninc <strong>van</strong> Vrancryc,<br />

nae welcx conincx doot wairt hertoge Grymoalt <strong>van</strong> ennigen die hem benyden,<br />

vermoert sonder oer after te latene ende hy wairt begraven tot Iopilien by Herstal;<br />

Sinte-Geertruyt, die stichten dabdye tot Nyuele, dairinne datse hair bega¡; ende<br />

Sinte-Begge, die nae haren voirs. brueder wairt hertoginne <strong>van</strong> Brabant. Sint-Itte<br />

voirs. nae die doot des voirs. Pippyns wairt tot Nyuele by Sinte-Geertruyt, hair<br />

dochter voirs., een gewyelde nonne ende ster¡ in den ouder <strong>van</strong> LX iaren. /<br />

in den iair vi c lxxxv<br />

Hier vergaderden weder het hertoichdom <strong>van</strong> Brabant ende dat<br />

mercgreefscap<br />

Angiis voirs., zoen <strong>van</strong> Sint-Arnout, marcgree¡ des Heilichz Riicx, trouden Sinte-Begge<br />

voirs. ende hy wairt doen die tweeste hertoich <strong>van</strong> Brabant ende hy was<br />

oeck groet by de coningen <strong>van</strong>Vrancryc. Ende op een tyt als hy buyten was iagen,<br />

wairt hy als te wetene int iairVI C ende LXXXV vermoert <strong>van</strong> enen geheiten Godwyn,<br />

dien hy opgeholpen hadde ende die dat dede om Sinte-Begge ten wyve te<br />

crigene. Mar Sinte-Begge voirs. ontvloet hem in Ardennen, dair zy een clooster<br />

stichten met VII kercken ende is noch een clooster <strong>van</strong> edelen ion¡rouwen.<br />

Oirspronck der begynen<br />

Men seegt dat die begynen ierst haren naem <strong>van</strong> hair hebben, want zy vele devote<br />

vrouwen ende ion¡rouwen altyt by haer hadde, die Got ynnichlick dienden. Angiis<br />

ende Sinte-Begge voirs. lyeten after enen zoene geheiten Pippiin <strong>van</strong> Herstalle,<br />

omdat hy tusschenTricht ende Ludickopte Maze maecten een slott. Pippyn<strong>van</strong><br />

Herstalle voirs. wairt als men scree¡ VI C ende LXXXV die dorde hertoge <strong>van</strong><br />

Brabant ende <strong>van</strong> Lothryc ende / oeck marcgree¡ des Heilichs Riicx. Ende hy<br />

regneerden XXIX iaren. Hier en bynnen creech Pippyn <strong>van</strong> Herstalle voirs. by<br />

Sinte-Plectruyt, zyn echte huysvrouwe, drie zoenen, by namen: Drago, die wairt<br />

prince <strong>van</strong> Kemplant, Sinte-Grimoaldus, die wairt tot Ludich gemarteliseert,<br />

Sinte-Siluinus, die rust te Cchymaii in Sinte-<strong>Peter</strong>skercke; ende een dochter, die<br />

hyet Notburgis, die rust te Coelen, blinckende in schoen myraculen. Die voirs.<br />

drie zoenen storven al voir hoeren vader.<br />

16


fol. 21 r<br />

fol. 21 v<br />

int iair vi c xciiii<br />

Dat Sinte-Lambrecht gedoot wairt<br />

Pippiin <strong>van</strong> Herstalle voirs. was wys ende vroem. Hy hadde vele oirloigen tegens<br />

die Vriesen, tegens die Zwauen ende andere nacien, die hy all verwan. Hy wairt<br />

victorioes. Hii regeerden oic in Oist-Vrancryc nae die doot coninc Hilderix ende<br />

oick inWest-Vrancryc ten tyde coninc Didderix, brueder des voirs. coninc Hilderix.<br />

Hii maecten dieVriesen onderdanich derVrancrycscher croonen. Hii stelden<br />

aldair ende oic tot Vtrecht ende in Hollant ende Zeelant Sinte-Willeboert om<br />

tvolc aldair te bekeren, als int iairVI C XCIIII. Maer nae die doot <strong>van</strong> zynen voirs.<br />

drie zoenen ontginc hy hem in overspel met Alpays, dairaf hem Sinte-Lambrecht<br />

berispten. Mits welker berispinge Dodo, prince <strong>van</strong> Orengien, brueder <strong>van</strong> der<br />

voirs. Alpays, denselven Sinte-Lambrecht dede doden. In welcx Sinte-Lambrechs<br />

plaetze doen bisscop wairt Sinte-Hubrecht, die den bisdomstoel ierst setten <strong>van</strong><br />

Tricht tot Ludick ter eeren Sinte-Lambrechts. / Ende nae dode oick des voirs. coninx<br />

Dircx nam Pippyn <strong>van</strong> Herstal voirs. inne tgeheel lant <strong>van</strong> Vrancryc ende<br />

voirt waest al zyn tusschen Spaengien ende den Ryn. Ende hy ster¡ int iair als<br />

men screef VII C ende XIIII. Pippyn <strong>van</strong> Herstal voirs. lyet after enen zoen, gewonnen<br />

aen Alpays voirs., die hyet Kaerle Marteel, dien hii by zynen leven in all<br />

maecten regeerder. Hy hyet Kaerle Marteel, want als enen zwaren hamer versloech<br />

hy all zyn vyanden.<br />

Hoe dat die hertoge <strong>van</strong> Brabant die coningen <strong>van</strong> Vrancryc regeerden<br />

Kaerle Marteel voirs. hy en was nyet alleen heer <strong>van</strong> zynen lande, mar boven die<br />

coningen <strong>van</strong> Vrancryc, die hy metten lande regeerden, gevende hen datse vertheerden.<br />

Hy hye¡ die renthen <strong>van</strong> den conincryc, die leggende daerse seker lagen<br />

ter cronen behoe¡ als een getrou man. Hy had oic vele oirloigen tegens die ongelovigen<br />

ende besunder tegens die Huynen, die hy verdree¡. In zynre tyt was coninc<br />

Dagobeert, die tweeste<strong>van</strong> dien name, coninc <strong>van</strong>Vrancryc, zoen<strong>van</strong> coninc<br />

Hilderic voirs., welke coninc Dagobeert die croen droech by consente <strong>van</strong> Kaerle<br />

Marteel voirs. Den welken Kaerle Marteel oic wairt gepresenteert die croen <strong>van</strong><br />

den heren<strong>van</strong>Vrancryc die hy weygerden tontfangen, seggende /dattet hem meerder<br />

eer wair over die coningen te regeren ende domineren ende heer te zyn dan<br />

zelver coninc te zyn. Dagobeert voirs., als hii vier iaer coninc hadde geweest, zoe<br />

ster¡ hii. Ende Kaerle Marteel voirs. ga¡ die croen Lotharys, brueder <strong>van</strong> Dagobeert<br />

voirs., die twee iair coninc was.<br />

In tyde des voirs. Kaerle Marteel leefden Sinte-Gielis.<br />

Van versceyden victorien hertoge Kaerls Marteel<br />

Doe was dair een heer die Cilpricus hyet, die neve <strong>van</strong> den coningen die gestorven<br />

waren, die welke trac tot Eudon, den hertoich<strong>van</strong> Aquitanien, omme hulpe tegens<br />

Kaerle Marteel voirs. om die Vrancrycsche croene te gecrigen. Ende zy trocken<br />

tegens denselven Kaerle Marteel ten stryde, die hy, Kaerle, wan. Ende doen seyn-<br />

17<br />

714


fol. 22 r<br />

fol. 22 v<br />

fol. 23 r<br />

726<br />

den die voirs. Cilpric aen Kaerle Marteel om genade, zoevele doende dat Kaerle<br />

Marteel voirs. hem die croen ga¡, ende hy regneerden armelic vy¡ iaren. Nawelcx<br />

doot ga¡ Caerle Marteel voirs. die croen enen <strong>van</strong> den bloode, geheiten Didderic,<br />

die XV iaren regneerden, mar hertoge Kaerle Marteel voirs. was altyt die overste<br />

heer ende prince.<br />

int iaer vii c xxvi<br />

Kaerle Marteel voirs. trac dairnae stryden opte Zassen die hy tonder bracht. Dairnae<br />

trac hy opte Hoich-Duytsche, die hy dairtoe bracht datse hem thyns mosten<br />

geven. Dairnae bedwanc / hii die Zwauen ende Beyersche met al den heren ende<br />

maecten hem allet dlant onderdanich totter Denouwen toe ende dlant <strong>van</strong> Zassen<br />

totter Eluen toe. Dairnae hadde Kaerle Marteel voirscr. enen zwaren strydt tegens<br />

hertoge Eudon <strong>van</strong> Aquitanien, die in Spaengien was getrocken by de heydenen<br />

ende Sarrasynen die in Spaengien woenden, omme hem te helpen tegens den<br />

voirs. hertoige Kaerle Marteel. Ende alsoe zyn die voirs. hertoge Eudon ende die<br />

heyden ende Sarrasynen die in Spaengien woenden met haren coninc Abdyrama,<br />

met hoeren kynderen ende wyven gecomen over die Gyronde om inVrancryc te<br />

blyven woenen. Dwelcke Kaerle Marteel voirs. vernemende, bereyden hyhem dat<br />

te wederstaen metter hulpen Ons Heren ende hy vergaderden een groot heir <strong>van</strong><br />

Fransoysen, Duytschen, Brabanteren. Mar nochtans cleyn was dat getal tegens<br />

die voirs. heyden, Sarrazynen ende den hertoich Eudon ende zoe quamt tot enen<br />

strydt dien hertoich Kaerle Marteel voirs. wan ende versloech wael driehondertduysent<br />

ende LXXVdusent Sarrasynen ende heyden met hoeren coninc ende hy<br />

verloes omtrent XV C mannen. Ende als hertoich Eudon voirs. sach tverlyes voirs.<br />

quam hy om genade aen hertoge Kaerle Marteel voirs. ende der heydenen gelt<br />

ende goet wairt al opt velt verbrant. /<br />

als int iair vii c xxxii<br />

Hertoich Kaerle Marteel voirs. omtrent acht iair nae der voirs. victorien ster¡.<br />

Die voirs. coninc Didderic ende die hertoich ga¡ die croen enen die hyet Hilderic,<br />

die IX iair coninc was, mar hy was dairtoe onnut ende onbequeem. Die voirs. hertoge<br />

Kaerle Marteel voirs. ter begeerten des paeus Gregorius, die dorde <strong>van</strong> dien<br />

name, die hem seynden die sloetelen <strong>van</strong> Sinte-<strong>Peter</strong> ende zyn banden, hem biddende<br />

dat hy woude worden patricius <strong>van</strong> Romen ende bescudden die Heilige<br />

Kercke voir die heydenen die dlant <strong>van</strong> Prouencien zeer verdructen, heeft hy gewonnen<br />

weder Auenioen, Nerbone ende Aerle Blanc ende dlant <strong>van</strong> Prouencien<br />

ende oic dlant <strong>van</strong> Bourgoindien. Ende in dien versloech hy twee coningen <strong>van</strong><br />

den heyden ende ontalike vele volcx. Ende hy ster¡ int iair Ons HerenVII C XL. /<br />

Hertoge Kaerle Marteel voirs. lyet after vier wittige kynderen, te wetene by namen:<br />

Kaerleman, Pippiin die Cleyne, Sinte-Remeys, die wairt eertsbisscop <strong>van</strong><br />

Rowaen, Sinte-Landrada, die wairt abdisse tot Bilsen.<br />

18


fol. 23 v<br />

fol. 24 r<br />

Die voirs. Kaerleman bega¡ hem in een cloester<br />

Die voirs. Kaerleman ende Pippyn die Cleyne, gebruederen, waren beyde wyss,<br />

vroeme ende coene ende hielden een wyle tyts als hoer alders dlant tsamen ende<br />

waren gelyc hoir vorvaders regeerders <strong>van</strong> der croonen <strong>van</strong> Vrancryc. Ende nae<br />

groten stryden tsamentlic tegens den hertoge <strong>van</strong> Aquitanien gehadt ende tegens<br />

die Sarrasynen, diese versloegen, soe waert Kaerlemanvoirs. ontsteecken met hemelscher<br />

begerten ende overgaf Pippyn, zynen brueder, allet lant ende trac te Romen<br />

ende ont¢nc <strong>van</strong> den heiligen paeus Sacharias tcleet <strong>van</strong> religien ende<br />

fundeerden in de eere <strong>van</strong> Sinte-Siluester een cloester te Monseraet, dairinne hy<br />

blee¡ woenen. Ende dairnae toech hy boven Romen tot Montcassyn, dair eertyts<br />

Sinte-Benedictus abdt had geweest ende dair blee¡ hy ten eynde zyns levens Gode<br />

dienende.<br />

Nota hier waert die hertoich <strong>van</strong> Brabant oeck coninc <strong>van</strong>Vrancryc 1<br />

Ende Pippiin die Cleyne voirs. blee¡ doen voirt hertoich <strong>van</strong> Brabant ende allet<br />

lant ende tconinc- /ryck<strong>van</strong>Vrancryc in zyn handen houdende, wyslic regerende<br />

ende voir die vyanden bescermende. Ende mitsdien die voirs. coninc Hildric een<br />

slap mensch was, sonder wysheit ende nyet doende dat enen coninc behoerden te<br />

doen, die edelen <strong>van</strong> Vrancryc deden hem monic werden te Soysson int cloester<br />

<strong>van</strong> Sinte-Medart. Ende by consent ende oirlove <strong>van</strong> den voirs. heiligen paeus Sacharias<br />

maicten zy den voirs. hertoge Pippyn die Cleyn coninc <strong>van</strong>Vrancryc, denwelken<br />

Sinte-Bonifacius, bisscop <strong>van</strong> Mayanse, by bevele des voirs. paeus<br />

Sacharias coninc salfden int iairVII C L.<br />

Pippiin die Cleyne voirs., wesende cleyn <strong>van</strong> persoen mar groet <strong>van</strong> moede, als hy<br />

coninc was, maecten hy synder croonen onderdanich allen die landen die laigen<br />

tusschen Zassen ende Spaengien.Ter beeden oick des heiligen paeus Steuen toech<br />

hy met enen groten heir in Ytalien ende bedwangt den coninc <strong>van</strong> Lombardien<br />

Aystol¡, die der stat <strong>van</strong> Romen ende der Heiliger Kercken zeer lastich was, dat<br />

hy keren moste dat hy hen afgenomen had.<br />

In dier tyt leefden Sinte-Gommair <strong>van</strong> Lyer, dat eenvroem ridder was ende groot,<br />

in sconinx palleys. Hy vacht tegens die Huynen ende wederstontsche mantlic.<br />

Dat men die heyligen chieren mach<br />

In tyde oick des voirs. coninx Pippyns was onder die luyden groten twivel of men<br />

die beelden eren mochte. Dwelcke hy dede beslichten met groten arbeyt, vergaderende<br />

een consilie <strong>van</strong> vele prelaten, /clercken, Griecken ende Latynsche, die dat<br />

vercleerden dat men in allen plaetsen die beelden <strong>van</strong> den heiligen verchieren<br />

ende eeren zoude.<br />

1 In margine nota.<br />

19<br />

750


fol. 24 v<br />

fol. 25 r<br />

768<br />

in den iair vii c lxviii, ten tyde <strong>van</strong> den groten kaerl,<br />

keyser, coninc, hertoich<br />

Coninc Pippiin die Cleyne voirs. als hy XVIII iaren coninc geweest hadde ster¡<br />

hy int iair VII C LXVIII ende wairt begraven tot Sinte-Denys. Ende hy lyet after<br />

twe zoenen, by hem gewonnen aen Sinte-Berthe, zynrer coninginnen, des keysers<br />

Eraclius dochter, te wetene by namen Kaerlen den Groten ende Kaerleman. Dese<br />

twee gebruederen deylden bruederlic dat lant ende wairden beyde coningen gecroent,<br />

te weten Kaerle die Groote in de stat <strong>van</strong> Noyon ende Kaerleman in de<br />

stat <strong>van</strong> Soysson. Deen regneerden in Oist-Vrancryc ende dander inWest-Vrancryc.<br />

Kaerleman nae cort regnacie ster¡ sonder oir ende allet lant quam in handen<br />

des voirs. Kaerle die Groot. Kaerle die Groot voirs. began te regneren int iair nae<br />

de doot zyns vaders voirs. Hy was vroom, zege in stryden, wyss <strong>van</strong> clercgien /<br />

ende sciencien <strong>van</strong> den vryen consten, dairinne hy geleert was <strong>van</strong> Alcuinus, die<br />

een groet meester ende heilich man was, die de historie <strong>van</strong> der heiliger Drievoldicheit<br />

maecten ter begerten <strong>van</strong> den voirs. Kaerle den Groeten, coninc wesende<br />

<strong>van</strong>Vrancryc ende hertoge <strong>van</strong> Brabant, etc. welke historie men noch in der Heiliger<br />

Kercken houdende is.<br />

Hier cregen die XII maenden hoir namen<br />

Kaerle die Groete, coninc ende hertoige voirs., want hy vele talen const, ga¡ den<br />

XII maenden proper namen in der Duytscher talen, te wetene loumant, sporckel,<br />

etc.<br />

Die quantiteyt <strong>van</strong> den Groten Kaerl<br />

Hy was lanckende groet <strong>van</strong> leeden acht voet, zynder voeten die zeer groet waren,<br />

zynen baert droech hy enen voet lanck. Syn aenschyn was anderhalven voet lanc<br />

ende enenvoet breet. Zyn naze was enen halvenvoet lanc ende zynvoerhoeft enen<br />

voet breet. Hy had leeuwsoigen, glinsterende gelyc enen carboinckel.<br />

Ende zyn condicie<br />

Hy at luttel broets, mar op een maeltyt att hy wel tvierendeel <strong>van</strong> enen hamel oft<br />

twee capuynen oft enen paeuw oft enen haze. Selden dranc hy meer dan driewerven.<br />

Soe sterckwas hy in den strydt dat hy met enen zwerd enen gewapenden man<br />

cloefden met enen slage. Hy brack wel vier hoefyseren tsamen, enen gewapenden<br />

man hye¡ hy op, staende op zyn een hant.<br />

ten tyde <strong>van</strong> den groten coninc kaerle, viii c ii<br />

Dierste reyse die hy dede ende hervart, was int lant / <strong>van</strong> Aquitanien, dat is<br />

Ghyenne, Langedock, Gascoingien, dair hy zynen iongsten zoen, genoempt Lodewyc<br />

die Goedertieren, coninc maecten. Dairnae track hyopte Zassen, die doen<br />

heyden waren, die hy verwan ende maectense al korsten. Dairnae ter begerten<strong>van</strong><br />

20


fol. 25 v<br />

den paeus Adriaen toech hy op die Lombarden ende hoeren coninc, die der Heiliger<br />

Kercken <strong>van</strong> Romen zeer lestich waren, ende versloech dien coninc ende<br />

maecten Lombardien met geheel Italien onderdanich der croenen <strong>van</strong>Vrancryc.<br />

Dat die universiteyt te Pariis quam<br />

Hy dede die universael scoel <strong>van</strong> Romen brengen tot Parys by consente nochtans<br />

<strong>van</strong> den paeus, welke scoel ierst te Romen quam <strong>van</strong> Athenen uuyt Griecke<strong>nl</strong>ant.<br />

Ende dairnae wan hii vele versceyden lant. Int lant <strong>van</strong> Vlaenderen, doen noch<br />

zeer woest wesende ende nyet meer steden hebbende dan Gendt,Thorout, Cortryc,<br />

Cassele ende die borcht <strong>van</strong> Oudenaerde, stelden hy enen ridder geheiten<br />

Lyederic om dat lant <strong>van</strong> hem te leene te houdene.<br />

Hier wairt die coninc <strong>van</strong>Vrancryc ende hertoich <strong>van</strong> Brabant keyser<br />

<strong>van</strong> Romen 1<br />

Daernae als men scree¡ VIII C II wairt die voirs. coninc Kaerle die Groot opten<br />

heiligen Korsdach <strong>van</strong> paeus Leo den Dorden gecroent Roemssche Keyser ende<br />

doen had hy XXXIIII iaer geweest coninc <strong>van</strong> Vrancryc ende hertoich <strong>van</strong> Brabant<br />

ende /het was omtrent CCCC ende LXVIII iaren naedat die paeus Siluester<br />

doepten den groten Constantyn, die tkeyserryc stelden te Constantinopolen.<br />

Martirologium<br />

Int dierste iair naedat hy keyser gemaect was, sandt hy al die werelt doer om te<br />

ondersuecken die namen, dat leven ende dat sterven der heiligen, die hy Yswardum,<br />

den monic, vergaderen dede in een boeck, geheiten Martirologium, dwelc<br />

men noch in der kercken leest nae pryem. Oick dede hy vergaderen by Paulum,<br />

zynen dyaken, die omelyen ende lessen uuyten scriften der heiliger leraren, die<br />

men noch houdt in der mettenen. 1 Hy bekeerden oic tgeheel lant <strong>van</strong> Spaengien<br />

<strong>van</strong> der eender zee totter ander, dairinne vele conincrycken ende landen begrepen<br />

zyn, te wetene tconincryc <strong>van</strong> Poirtegael, <strong>van</strong> Argon, <strong>van</strong> Nauerre, Bisschayen,<br />

Galissien, een deel <strong>van</strong> Moerelant, Prouyncien ende Catheloingien.<br />

Die baden tot Aken<br />

Nae groeten zwair striden gehadt quam hy tot Aken in Lothryc. Dair dede hy maken<br />

heete bayen ende coude getymperde bayen.<br />

Hy begiften vier bisdommen als Coelen, Mens, Triere, Salesburch met zwaren<br />

gueden ende renthen. Hy fundeerden oeck alsoe vele cloesteren als letteren staen<br />

in den A, B. /<br />

1 In margine nota.<br />

21<br />

802


fol. 26 r<br />

fol. 26 v<br />

815<br />

ten tyde <strong>van</strong> den coninc kaerl<br />

Kaerle die Grote voirs. hadde bii Hildegaert, zyn coninginne, drie zoenen, by namen:<br />

Kaerle, dien hy maecte coninc <strong>van</strong> Almanien, mar hy ster¡ zonder oir int<br />

VIII te iair dat zyn vader keyser was geworden; Pippyn, dien maecten hii coninc<br />

<strong>van</strong>Ytalien, die int VIII te iair dat zyn vader keyser was geworden, creech hy inne<br />

die stat <strong>van</strong>Venegien ende corts dairnae ster¡ hii te Meylanen; Lodewiic, die geheiten<br />

was die Goedertieren, dien maecten hy, als boven geseet is, coninc <strong>van</strong><br />

Aquitanien; hy overleefden zyn bruederen ende wairt nae coninc ende keyser;<br />

syn vader in zyn elfte iair zyns keyserrycx croenden hy hem metter keyserlyken<br />

croonen; ende drie dochteren, bii namen: Rotruyt, Berga, Hilla. Dese kynderen<br />

dede hy <strong>van</strong> ionghs opter scolen gaen ende in dueghden funderen. Zyn zoenen,<br />

alst tyts was, dede hy leren wapenen hanteren, iagen, vliegen ende ryden. Syn<br />

dochteren dede hy int wolwerc leren wercken ende spynnen omdatse nyet ledich<br />

en zouden zyn. Ende die voirs. Kaerle die Grote als hy oudt was LXXI iair ende<br />

gheregneert hadde int Vrancryc, in Brabant, in Lothryc ende allen den voirs. landen<br />

XLVI iaren, onder denwelken tyt hy XIII iair geweest hadde keyser, ster¡ hy<br />

kerstelic ende heilichlic ende wairt tot Aken begraven. /<br />

ten tyde <strong>van</strong> coninc lodewyck als int iair viii c xv<br />

Dese Lodewyc was oeck keyser, coninc, hertoich<br />

Lodewyck voirs. die men hyet die Goedertieren, nae dode des voirs. Kaerle die<br />

Groete, zyns vaders, wairt int iair VIII C XV keyser, coninc <strong>van</strong> Vrancryc ende<br />

<strong>van</strong> Almanien ende hertoge <strong>van</strong> Lothryc ende <strong>van</strong> Brabant. Hy was zeer goedertieren<br />

ende een onderhouder der geboden Goids. Hy stichten dat cloester <strong>van</strong> den<br />

regulieren tot Bruessel op Couwenberch. Hy dede oickvergaderen een groet consilie<br />

<strong>van</strong> vele bisscoppen ende prelaten ende maecten vele loyen.<br />

Groet-Lothryck, datz Oest-Vrancryc ende dat heeft den name verloren<br />

Lodewiic die Goedertieren voirs. hadde by Ermgart, zyn coningin, drie zoenen,<br />

by namen: Lothariis, dien seynden hy inYtalien om dlant aldair te regeren ende in<br />

XXV en iair zyns rycx ga¡ hy hem over dat keyserryc ende int iair dairnae, te wetene<br />

int iair VIII C XLI, ster¡ Lodewyc voirs. ende wairt begraven te Metz; ende<br />

Lotharys, zyn zoen, blee¡ keyser ende coninc <strong>van</strong>Ytalien ende oic <strong>van</strong> den lande<br />

dat Groot-Lothryc oft Oist-Vrancryc is, dair Brabant een deel a¡ is; Pippyn, ster¡<br />

vroech; Lodewiic, die wairt nae dode zyns vaders coninc <strong>van</strong> Duytschlant <strong>van</strong><br />

den Ryn totter Eluen ende Denouwen ende aldair oec zyn nacomers. /<br />

22


fol. 27 r<br />

fol. 27 v<br />

tentyde<strong>van</strong>denvoirs.coninclodewyc<br />

Hoe dat West-Vrancryc den name heeft behouden<br />

Lodewyc die Goedertieren voirs. had noch <strong>van</strong> Iudith, zynrer tweester coninginnen,<br />

enen zoen die hyet Kaerle die Caluwe, die wairt nae zyns vaders doot coninc<br />

<strong>van</strong>West-Vrancryc, dat den naem <strong>van</strong>Vrancryc behouden heeft. Dese Kaerle was<br />

oic keyser, coninck, hertoich. Cleyn-Lothryck is dlant <strong>van</strong> Ardennen ende omtrent<br />

Aken. Kaerle die Caluwe naedien die voirs. Lotharys, zyn brueder, die keyserlycke<br />

croen een wile tyts geregeert hadde ende hem hadde begeven ende was<br />

monic geworden int cloester <strong>van</strong> Prumen in Ardennen in Lothryc ende naedien<br />

oic Lodewyck, zyn zoen, die keyserlycke croen enen corten tyt hadde regeert, soe<br />

creech hy oeck die keyserlycke croen ende wairt dieselver Kaerle die Caluwe gecroent<br />

te Romen <strong>van</strong> paeus Iannen den Achsten int iairVIII C LXXVII ende wairt<br />

oeck hertoge <strong>van</strong> Lothryc ende <strong>van</strong> Brabant.<br />

Dat Hollant een greefscap waert<br />

Ende int iair tevoerens maecten die voirs. Kaerle die Caluwe Hollant een greefscap<br />

ende stelden dair enen zynen dyenaere die hyet Diederic als hoir ierste greve.<br />

In zynen tyden quamen die Deenen ende Noermannen/uuyt Deenmarcken ende<br />

Noerwegen ende andere nacien die all heydenen waren, in Almanien ende in<br />

Vrancryc ende quamen die zee opvaren totter Zeynen ende wonnen tot Parys toe<br />

dlant dat doen Meustren 1 hyet, ende nu heytet Normandien nae die Noerwegers<br />

oft Noermannen, diewelke die voirs. Kaerle die Caluwe, coninc, keyser ende hertoge<br />

wesende, met hulpen <strong>van</strong> coninc Salomon <strong>van</strong> Engelant ma<strong>nl</strong>ic wederstont.<br />

Van der doernen croenen, etc.<br />

Hy dede brengen oic tot Sinte-Deniis by Pariis die reliquien, als die helfte <strong>van</strong> der<br />

doernen croenen Ons Heren, een stuck<strong>van</strong> den heiligen cruyss, een<strong>van</strong> den nagelen<br />

ende dat sudarmen 2 Ons Heren tot Compiendien.<br />

Hy stichten oickvele cloesteren inVranckryck.Ter zynrebeeden oversetten Iohannes<br />

Scotus uuyten Griecken int Latyn dat boeck <strong>van</strong> der hemelscher ierarchien<br />

dat Sinte-Denys hadde gemaect. Int tweeste iair zyns keyserrycx reysden hy nae<br />

Romen ende comende te Mantua wairt hy aldair <strong>van</strong> enen valschen ioede vergeven<br />

ende hy wairt gevuert tot Sinte-Denys in Vrancryc, dair hy waert begraven.<br />

Kaerle die Caluwe voirs. lyet after drie zoenen, by namen: Kaerleman, die waert<br />

geestelic; Kaerle, die zeer sterc wesende ende hem dairop verlatende, waert hy <strong>van</strong><br />

enen ridder geheiten Albyn, dairtegens hy vacht, dootgeslagen; Lodewyc, die<br />

hyet die Lispere, want hy in zyn spraec lispende was. /<br />

1 Aldus hs., lees Neustrien.<br />

2 Aldus hs., lees sudaren.<br />

23<br />

877


fol. 28 r<br />

fol. 28 v<br />

fol. 29 r<br />

877<br />

viii c lxxvii nae ons heren geboert<br />

Dese Lodewyc en was nyet keyser 1<br />

Lodewyc die Lispere voirs. wairt nae der doot zyns vaders voirs. coninc <strong>van</strong><br />

Vrancriic ende hertoge <strong>van</strong> Lothryc ende <strong>van</strong> Brabant. Hy hadde tot eenre coninginnen<br />

die dochter <strong>van</strong> den coninc <strong>van</strong> Spaengien.<br />

Een groet eclipsis<br />

Int tweeste iair <strong>van</strong> zynen conincryc wairt alsdoen te middage die zonne al doncker<br />

dat men die sterren in den hemel sach.<br />

Ende als hy ster¡, was zyn voirs. coninginne bevrucht sonder ander oir after te<br />

latene.Wairomme waren die edelen<strong>van</strong>Vrancryc zeer verslaigen, mitsdien die ongelovige<br />

Nooirmannen ende Deenen weder int lant quamen. Die nae raidt tsamentlic<br />

gehouden, maecten zy Lodewyc ende Karleman, beyde bastarden<br />

wesende <strong>van</strong> den voirs. Lodewigen den Lispere, regeerders <strong>van</strong> den lant, die armelic<br />

XII iair regeerden. Dairnae maecten zy regeerder <strong>van</strong> der croonen <strong>van</strong><br />

Vrancryc eenen genoempt Odo, zoen <strong>van</strong> Robbrecht, greve <strong>van</strong> Angouwe, die negen<br />

iaren regeerden.<br />

int iair ons heren ix c<br />

Bynnen welken tyde die voirs. coninginne gelach<strong>van</strong> enen zoen die geheyten wairt<br />

Kaerle die Simpel, die welke naedien hii tot zekeren zynen iaren was gecomen,<br />

wairt /hy <strong>van</strong> den edelen<strong>van</strong>Vrancryc met groter macht gevuert tot Ryemen, dair<br />

hy int iair IX C coninc wairt gecroent <strong>van</strong> den bisscop <strong>van</strong> Ryemen. In zynre tyt<br />

waren die ongelovige Deenen ende Noerwegers weder met groeter machten comen<br />

inVrancryc, daira¡ die capiteynen ende hooftmannen waren, te wetene deen<br />

geheiten Rollo, diewelke een edell man was ende wairt kersten ende wairt doen<br />

geheiten Robbert. Denwelken kersten wesende Kaerle die Sympel voirs. ga¡ Gilla,<br />

zyn dochter, ende dairmede dlant <strong>van</strong> Normandien.<br />

Afcoempst der coningen <strong>van</strong> Engelant<br />

Dese Robbert wan enen zoen, die hyet Willem, die was goet ende eerbaer.Willem<br />

wan enen zoen, geheiten Rychart. Rychart wan twee zoenen, by namen: Richart;<br />

Robbert Viscart, die wan naemaels Poelgien, Calabren. Hy verwan oic dieVenechianen<br />

ende oic den keyser Alexis, keyser <strong>van</strong> Griecken oft Constantinopolen.<br />

Syn bastartzoen was hertogeWillem<strong>van</strong>/Normandien die Engelant creech, daira¡<br />

die coningen<strong>van</strong> Engelant comen zyn. Hyhad noch enen anderen zoen, geheiten<br />

Boemont. Die was met hertoige Godefroet <strong>van</strong> Billoen int Heilich Lant ende<br />

als Anchiochien was gewonnen, was hy dair heer gemaect.<br />

1 In margine nota.<br />

24


fol. 29 v<br />

fol. 30 r<br />

Dat Bloys waert fundeert<br />

Dander capiteyn der voirs. ongelovigers, geheiten Gello, wairt oic kersten. Dien<br />

ga¡ Kaerle die Sympelvoirs. die borch<strong>van</strong> Bloys met hoeren toebehoirten ende hy<br />

maecten dair een stat.<br />

Omtrent deser tyt begonst die oirdene <strong>van</strong> Cluyngny.<br />

In deser tyt leefden Sinte-Wibert, die tcloester te Gemmelours in Wals-Brabant<br />

fundeerden, dairinne hy leyden een heilich leven. Kaerle die Sympel voirs., naedien<br />

hygeweest hadde XXViaren coninc <strong>van</strong>Vrancryc ende hertoich<strong>van</strong> Lothryc<br />

ende <strong>van</strong> Brabant, wairt hii verradelic ende listelic ge<strong>van</strong>gen/<strong>van</strong> Herybert, greve<br />

<strong>van</strong> Vermendoys, die de suster hadde <strong>van</strong> Robberden, den greve <strong>van</strong> Parys, denwelken<br />

Kaerle die Simpel voirs., mits dat hy nae der croenen hadde gestaen, verslaigen<br />

hadde, welke Robbert was een brueder <strong>van</strong> den voirs. Odo, die IX iaer die<br />

croene hadde geregeert. Ende wairt alsoe die voirs. Kaerle die Sympel in de borch<br />

te Peroene gestelt in der gevenckenisse, dairinne hy ster¡.<br />

Een vreemdt coninc 1<br />

Kaerle die Sympel voirs. aldus in der gevenckenisse gestorven wesende, syn coningin,<br />

die een dochter was <strong>van</strong> coninc Eduwairt <strong>van</strong> Engelant, vloet met hoeren<br />

zoen die hyet Lodewyc die Sympel, noch ionck wesende, in Engelant by haeren<br />

voirs. vader. Ende doen als die heren <strong>van</strong> Vrancryc sagen datse genen coninc en<br />

hadden, aennamen zy Rodolph, den hertoige <strong>van</strong> Bourgoindien, die een zoen<br />

was <strong>van</strong> denvoirs. Rychart, den greve. Dese Rodolph regneerden inVrancrycXIII<br />

iaren ende doen ster¡ hii.<br />

int iaer ons heren ix c xv<br />

Ende als hy doot was, seynden die Fransche heren in Engelant om den voirs. / Lodewiic<br />

die Sympel ende maecten hem coninc <strong>van</strong> Vrancryc in iair IX C XV ende<br />

oick hertoich <strong>van</strong> Brabant.<br />

Hoe dese Lodewyc die Sympel met zynen soen Kaerleman werden<br />

ge<strong>van</strong>gen<br />

Hy nam ten huwelic die dochter <strong>van</strong> coninc Henric <strong>van</strong> Zassen, die hyet Gerberch,<br />

die suster was <strong>van</strong> den iersten keyser Otto. Ende hy regneerden XIX iaeren,<br />

bynnen welken iaren tegen hem opstont Huge die Grote, greve <strong>van</strong> Parys, zoen<br />

<strong>van</strong> Robberden, die brueder was <strong>van</strong> den voirs. Odo, die IX iaren, als voirs. is,<br />

die croen hadde regeert, ende dairom stont die voirs. Huge nae die croen. Ende<br />

alsoe gevielt dat hii met Kaerlemannen, zynen zoen, waert ge<strong>van</strong>gen ende tot<br />

Ryemen in der gevenckenisse gestelt, dairinne Kaerleman, die zoen, ster¡.<br />

1 In margine nota.<br />

25<br />

915


fol. 30 v<br />

fol. 31 r<br />

fol. 31 v<br />

980<br />

Die doot coninc Lodewycs die Simpel<br />

Dwelck vernemende die voirs. keyser Otto, quam hy om den voirs. Lodewyc, zynen<br />

zwager, te verlossen in Vrancryc met enen groten heir ende verlosten hem<br />

uuyter gevenckenisse. Ende dairnae ster¡ hy corteling. /<br />

Hier wairt Brabant <strong>van</strong> Vrancryc gesceiden, dwelc <strong>van</strong> coninc Pippyns<br />

die Cleyne tyden, des Groeten Kaerls vader, die coningen <strong>van</strong><br />

Vrancryc tegader gehouden hebben 1<br />

Lodewiic die Sympel voirs. lyet noch after twee zoenen, by namen te wetene: Lothariis,<br />

die waert nae zynenvader coninc <strong>van</strong>Vrancriic; Kaerle, die wairt hertoich<br />

<strong>van</strong> Lothryc ende <strong>van</strong> Brabant, te weten <strong>van</strong> Cleyn-Lothriic <strong>van</strong> der Mazen nederwairt<br />

totter Sceld.<br />

Hoe Doernick comen is aenWest-Vrancryc<br />

Lotharys voirs., nae grote oirloge gehadt tegen den tweesten keyser Otto om<br />

Groot-Lothryc wil, dat Oist-Vrancryck heyt, gelegen boven Colen ende dairomtrent,<br />

dat zyn ouders hadden gehadt, zoe verteech hii dairop. Ende des ga¡ hem<br />

dieselver keyser over Doernic.<br />

Hylyet after enen zoen, die hyet Lodewyc, die int ierste iaer zyns rycx ster¡ sonder<br />

kynt oft brueder after te latene. /<br />

int iaer ons heren ix c lxxx<br />

Ende oic is hier te wetene dat die voirs. Lotharys ten tyde hy coninc was, maecten<br />

hy den voirs. Huge, greve <strong>van</strong> Parys, marscalck <strong>van</strong> alleVrancryc. Ende dieselver<br />

Huge wan aen zyn huysvrou, genoempt Heilwich, suster <strong>van</strong> den tweesten keyser<br />

Otto, enen zoen, die hyet Huge Capet, ende dien naem Capet creech hy als hy<br />

ionck was, omdat hy den edelen kynderen dairmede hy spoelden, hoir capruynen<br />

plach te nemen<strong>van</strong> den hoofde. Endebydesen Huge Capet wairt die voirs. Kaerle,<br />

hertoich <strong>van</strong> Brabant, <strong>van</strong> der cronen beroeft, hoewael hy dairtoe nochtans recht<br />

oir was. 1 Kaerle, hertoge <strong>van</strong> Lothryc ende Brabant voirs., als hy vernam dat die<br />

voirs. coninc Lodewyc, zyn neve endebrueders zoen, sonderoir gestorven was als<br />

omtrent den iair IX C LXXX, bereyden hy hem met groeter macht ende eren in<br />

Vrancryc te comen. Mar int bereyden verthuefden hy soe lange dat die voirs. Huge<br />

Capet, die een stout man was geworden,Vrancriic / in handen creech ende woude<br />

coninc wesen, omdat die voirs. Odo, zyn oude oem, IX iaren coninc hadde geweest.<br />

1 In margine nota.<br />

26


fol. 32 r<br />

fol. 32 v<br />

Hier wairt dat edell geslachte <strong>van</strong> den voirscr. groeten coninc Kaerle<br />

onterft <strong>van</strong> der croonen <strong>van</strong>Vrancryc 1<br />

Nyettemin nochtans quam die voirs. Kaerle in Vrancryc ende bevacht den voirs.<br />

Hugen Capet, dair hy victorie hadde ende creech inne die stat <strong>van</strong> Louwen ende<br />

oic meer steden. Mar als dese Huge Capet sach dat hy den voirs. Kaerle nyet en<br />

mochte wederstaen, dede hy zulkenen nernsticheit aen den bisscop <strong>van</strong> Louwen,<br />

geheiten Anselmus, die een scalckwas, dat dieselver bisscop in eenre nacht, als die<br />

voirs. Kaerle bynnen Louwen lach en slyep, die poirten <strong>van</strong> Louwen opdede ende<br />

lyet dairinne den voirs. Huge Capet met groeter macht, daira¡ die voirs. Kaerle<br />

verradelic wairt ge<strong>van</strong>gen ende gevuert tot Oirlyens, dair hy ster¡. Ende alsoe<br />

blee¡ Huge Capet voirs. coninc <strong>van</strong> Vrancryc. Mair naemaels quam die croene<br />

weder in conincx Kaerls die Groete geslachte by huwelic, overmits Adela, die coninginne,<br />

die des greven Tybouts <strong>van</strong> Bloys dochter was, wesende <strong>van</strong> des voirs.<br />

conincx Kaerls geslachte, ende was moeder <strong>van</strong> coninc Philips dieTweeste, geheiten<br />

dieVermeerder, des conincx Sinte-Lodewycx oudervader, ende was dieVII te<br />

coninc nae coninc Huge Capet. /<br />

int iair ons heren m<br />

Coninc Huge Capet voirs. lyet after een zoen die hyet Robbert, die wairt coninc<br />

nae zynen vader. Hy was een groot clerc. Hy maecten die`Sequencii Sancti Spiritus<br />

assit nobis gratia', die men singt opten heiligen Sinxtendach. Hy maecten oic<br />

meer sangen dye men helt in der Heiliger Kercken.<br />

Isto tempore incepit ordo Sororum Beate MarieVirginis. 2<br />

Kaerle voirs. lyet after enen zoen die hyet Otto, die wairt nae zynen vader hertoich<br />

<strong>van</strong> Lothryc ende Brabant ende hy regneerden XV iaren ende doen ster¡ hy sonder<br />

wittich oir; ende twee dochteren die hyeten Geerberch, die waert beroeft <strong>van</strong><br />

Brabant nae dode haers brueders Otto voirs. ende behielt alleen Loeuen ende<br />

Bruessel, dairaf datse grevinne blee¡; Ermgart.<br />

Hier waert Brabant gesceyden<br />

1000<br />

Geerberch voirs., als zii nae hairs brueders doot als erfgenaem meynden dat lant<br />

aen te verden, soe was dair een greve <strong>van</strong> Ardennen, geheiten Godeuart, die track<br />

totten keyser Henric, /dye men Sinte-Henric heyt, gevende hem te kennen dat al<br />

tgeslachte <strong>van</strong> den groeten coninc Kaerle vergaen weer, biddende om dat hertoichdom<br />

<strong>van</strong> Lothryc ende een deel <strong>van</strong> Brabant, dwelc die keyser hem gonde,<br />

ende zoe vercreech hyt voirt met machte. Ende die voirs. edele Geerberch wairt<br />

beroeft ende blee¡ alleen grevinne <strong>van</strong> Bruessel ende <strong>van</strong> Loeuen met ennigen<br />

dorpen. Ende aldus behielt die voirs. Godevairt <strong>van</strong> Ardennen thertoichdom<br />

<strong>van</strong> Brabant, dairaf Wals-Brabant een deel a¡ is. Geerberch voirs. trouwden enen<br />

man, geheiten Lambert metten Baerdt, brueder <strong>van</strong> den greve <strong>van</strong> Henegouwe,<br />

1 In margine nota.<br />

2 Vertaling: in deze tijd begon de orde <strong>van</strong> de Zusters <strong>van</strong> de Hl. Maagd Maria.<br />

27


fol. 33 r<br />

fol. 33 v<br />

fol. 34 r<br />

1046<br />

welke Lambrecht nae enen groeten strydt die hy hadde om des lants wil tegen den<br />

voirs. Godeuart <strong>van</strong> Ardennen, wairt hy verslaigen. Lambrecht metten Baerdt<br />

voirs. lyet after eenen zoen, gewonnen aen Geerberch voirs., die hyet Henric die<br />

Oude, die wairt greve <strong>van</strong> Loeuen ende Bruessel ende mercgre¡ des Heilichz<br />

Rycx. /<br />

int iaer ons heren m xlvi<br />

Godeuart <strong>van</strong> Ardennenvoirs., als hy een wenich tyts hadde regeertthertoichdom<br />

<strong>van</strong> Brabant, ster¡ hii sonder oir. Ende doen quamt thertoichdom aen zynen<br />

brueder, die hyet Goesseliin, die wat regeerden, ende hy lyet after twe zoenen, by<br />

namen Steuen, die wairt die achste paeus <strong>van</strong> dien name; Godeuairt, die was zeer<br />

vroem ende dueghdelic ende hy wairt hertoich nae zynen vader; ende een dochter,<br />

die hyet Oda, die trouwden desen naegenoemden Lamberden.<br />

Hic Stephanus papa octavus sedit annis tribus, mensibus quatuor, diebus sedecim.<br />

Hic cum ponti¢catum suscepisset ita Romanorum sedicionibus vexatus<br />

est, ut nil memoria dignum ab eo geri potuerit, quia tam ab eis turpiter mutulatus<br />

tam ignominiose truncatus fuit, ut quoad vixit in publicum prodire non fuit ausus.<br />

1<br />

Henric die Oude ster¡ int iair M XLVI ende lyet after enen zoen die genoempt<br />

wairt Lambert, die wairt greve <strong>van</strong> Bruessel ende Loeuen ende mercgree¡ des<br />

Heilichs Rycx, hy nam te wive die voirs. Oda; ende een dochter die hyet Mechtelt,<br />

die trouwden den naevolgenden Eustaes, greve <strong>van</strong> Bonen. /Die voirs. Godevairt,<br />

Goesselyns zoen, lyet after enen zoen dye hyet Godevairt metten Bult, die hyelt<br />

Ardennen, Lothryc ende een deel <strong>van</strong> Brabant ende oic Hollant; hy wairt tot Antwerpen<br />

met eenen ploechcouter dootgeslagen ende alsoe ster¡ hy sonder oir;<br />

ende een dochter die hyet Sinte-Yda. Sint-Yda voirs. trouwden Eustacium, zoen<br />

<strong>van</strong> den voirs. Eustaes ende Mechtelden. Ende zy lyeten after drie zoenen, by namen<br />

Godevairt <strong>van</strong> Billoen, aen hem quamt lant <strong>van</strong> Ardennen ende <strong>van</strong> Lothryc<br />

ende een deel <strong>van</strong> Brabant; Boudewiin; Eustaes, die wairt greve <strong>van</strong> Bonen. Dese<br />

drie zoonen worden naemaels deen nae den anderen coningen <strong>van</strong> Iherusalem. /<br />

int iair ons heren m liiii<br />

Dat die koerfursten yerst worden ordineert 2<br />

Hier is te wetene dat nae den dorden keyser Otto, die geen oir after en lyet, ende<br />

dat Sinte-Henric keyser was worden, soe worden ordineert dieVII koerfursten die<br />

1 Vertaling: hier zetelde paus StefanusVIII drie jaar, vier maanden, zestien dagen. Deze was,<br />

toen hij het ponti¢caatop zich genomen had, zo gewond bij de o<strong>nl</strong>usten <strong>van</strong> de Romeinen dat<br />

hij zich niets meer kon herinneren, omdat hij door hen zowel misvormend verminkt als<br />

schandelijk verwond was, zodat hij zich tijdens zijn leven niet in het openbaar durfde vertonen.<br />

2 In margine nota<strong>van</strong> den koerfursten.<br />

28


fol. 34 v<br />

fol. 35 r<br />

den keyser voirtaen zouden kyesen, te wetene drie geestelycke prelaten als den<br />

eertsbisscop <strong>van</strong> Menss, eertsbisscop <strong>van</strong> Coelen ende ertsbisscop <strong>van</strong> Trier als<br />

drie ertscancellieren <strong>van</strong> den keyserryc, ende vier werlycke prelaten als den coninc<br />

<strong>van</strong> Beemen als scencker, den palsgreve opten Ryn als spysdrager, den hertoich<br />

<strong>van</strong> Zassen als zwertdrager ende den marcgreve <strong>van</strong> Brandenborch als<br />

opperste camerlinc.<br />

Lambert, greve, ende Oda voirs. stichten die canonisyen tot Sinter-Goerlen te<br />

Bruessel ende tot Sinte-<strong>Peter</strong>s te Loeuen. Hy wairt verslaigen in een groete strydt<br />

voir Doernic int iair M LIIII. Ende zylyeten after eenen zoene die genoempt wart<br />

Henric, die wairt nae zynen vader greve ende mercgreve.<br />

int iaer ons heren m lxviii /<br />

Het geboerden dat hy in een strydt die hy hadde, vynck enen edelen man /die hyet<br />

Herman, ende lyeten in zyn ho¡gaen op zyn gelove. Mar by nacht quam hybyden<br />

voirs. greve Henricken dair hy slyep, ende vermoerden hem als int iair M LXVIII.<br />

Henrick, greve voirs., lyet after een zoen die oick hyet Henric; hy waert nae zynen<br />

vader greve ende mercgreve. Hii trouden des hertogen suster <strong>van</strong> Doeringen, diewelke<br />

Henrickende die suster des hertoigen<strong>van</strong> Doeringenvoirs. lyeten after twee<br />

zoenen by namen: Henric, die waert oec nae zynen vader greve ende mercgreve<br />

ende hy wairt verslagen oic voir Doernic int iaer M XCVI; Godevairt metten<br />

Baert, die wairt nae zynen voirs. brueder greve ende mercgreve. Keyser Henrick<br />

ga¡ hem zyn dochter te wive, suster des iongs keyser Henricx.<br />

Tesertytalsinden 1 M LXXXIIII began der carthuserenoirden. Oick in den iair<br />

M XCVIII began dat oirdenen <strong>van</strong> cisterciensers. /<br />

int iair ons heren m xcix<br />

1099<br />

Hier is te wetene hoe dat die voirscreven Godevart <strong>van</strong> Builloen, dairaen Lothryc<br />

ende een deel <strong>van</strong> Brabant, als voirs. is, was gecomen, beval thertoichdom <strong>van</strong><br />

Lothryck ende Brabant greve Henricken <strong>van</strong> Lymborch, zynen neve, ende toech<br />

met Boudewynen, zynen brueder, ende meer heren by hem wesende nae Iherusalem,<br />

dat zy wonnen int iair M XCIX. Hy wairt dair coninc, mar hy droech altyt<br />

een doernen croen. Hy stichten dair kercken ende cloesteren. Dierste clocken<br />

dede hy hangen bynnen Iherusalem. In den tempel <strong>van</strong> den grave fundeerden hy<br />

canonicken regulieren, int dal <strong>van</strong> Iosophat fundeerden hy een cloester <strong>van</strong> nonnen.<br />

Ende naedat hy een iair min drie daigen coninc had geweest, ster¡ hy ende<br />

wairt begraven aen den voet des berchs <strong>van</strong> Calvarien. Ende die voirs. Boudewyn,<br />

zyn brueder, wairt doen coninc <strong>van</strong> Iherusalem als int iair M C een ende hy was<br />

coninc omtrent XVIII iaren. In den iair <strong>van</strong> der doot Godeuarts <strong>van</strong> Builloen began<br />

tot Bruessel inWals-Brabant dabdie <strong>van</strong>Vileer, dairtoe Sinte-Bernart behulpich<br />

was.<br />

1 Aldus hs., men verwacht hierna iair.<br />

29


fol. 35 v<br />

fol. 36 r<br />

1108<br />

Godevart metten Bairt voirs. hyet alzoe, want hii hadde den voirs. Henricken, zynen<br />

vader, geloeft dat hy nummermeer baert scheren en zoude, voerdat hy Lothryc<br />

ende Brabant int geheel wederbracht hadde aen zynen iersten name. Ende hy<br />

quammer toe aldus:<br />

Van den lant Lymborch<br />

in tyde <strong>van</strong> den voirs. keyser Henrick, zynen zweer, toech hertoige Godeuairt <strong>van</strong><br />

Builloen voirs., die hertoge <strong>van</strong> Lothryc ende <strong>van</strong> Brabant was ende / afgedaelt<br />

was <strong>van</strong> den greven <strong>van</strong> Ardennen <strong>van</strong> der eenre zyden, ten Heiligen Lant wairt.<br />

Ende hy lyet thertoichdom <strong>van</strong> Lothryc, dair Brabant dmeestedeel in begrepen is,<br />

in bewaringe <strong>van</strong> den voirs. greve Henricken <strong>van</strong> Lymborch, zynen neve, die een<br />

ongetrou man was, sunderlinge in den twist die was alsdoen tusschen den voirs.<br />

keyser Henricken ende Henricken, zynen zoen. Henrick die zoen rees op tegen<br />

zynen voirs. vader ende woude keyser wesen. Ende des trac hy tot hemwairt vele<br />

heren. Ende zoe hyelt ierst greve Henric <strong>van</strong> Lymborch voirs. metten zoen partye<br />

ende dairnae metten vader. Lymborch was doen een groot lant, dair Lutsenborch<br />

een deel a¡ was.<br />

Hier quamt thertoichdom <strong>van</strong> Lothryc ende <strong>van</strong> Brabant weder aen<br />

den rechten stamme 1<br />

Het geboerden dat die vader, doude keyser Henric, ster¡ ende Henric, zyn zoen,<br />

waert keyser. Ende keyser wesende wairt hy gedenckende die ongetrouwicheit des<br />

voirs. greve Henricx <strong>van</strong> Lymborch. Ende dede denselven greve Henricken <strong>van</strong><br />

Lymborch <strong>van</strong>gen, dair hy nochtans naederhant uuytquam, ende beroefden hem<br />

<strong>van</strong> den hertoichdom<strong>van</strong> Lothryc, dair meest Brabant in leegt, dwelcke hy als erfgenaem<br />

<strong>van</strong> den voirs. Godeuarden <strong>van</strong> Builloen gehouden hadde, ende ga¡ dat<br />

den voirs. Godeuairden metten Baert, die greve <strong>van</strong> Loeuen hyet, ende met keyserlyke<br />

vonnes maecten hyhem hertoich. Ende doen had dieselver Godeuairt XV<br />

iaren greve geweest.<br />

int iair ons heren m c viii<br />

Wapen <strong>van</strong> Brabant<br />

Diezelver keyser ga¡ hem te dragen enen wapenscilt <strong>van</strong> zilver, dairinne eenen<br />

leeuw <strong>van</strong> goude, geclaut, getongt ende getant <strong>van</strong> kele, gelyc wylen hertoge Angys,<br />

Sinte-Beggen man, ende dit gescyede int iair/M C VIII. Ende doen warent C<br />

ende een iaren dat die voirs. Otto, zoen <strong>van</strong> den voirs. Kaerle, coninc <strong>van</strong>Vrancryc<br />

ende hertoge <strong>van</strong> Brabant, ster¡ ende die voirs. Geerberch, zyn zuster, beroeft<br />

waert <strong>van</strong> den voirs. hertoichdom, behoudende alleen Loeuen ende Bruessel.<br />

Mar die voirs. Godeuairt metten Baert, als voirs. is, hevet hier wedercregen.<br />

1 In margine nota.<br />

30


fol. 36 v<br />

fol. 37 r<br />

Die gelegentheit <strong>van</strong> Brabant ende Cleyn-Lothryc<br />

Welcke lant, te wetene Cleyn- oft Neder-Lothryc ende Brabant, is gelegen tusschen<br />

die Maze ende die Sceld tot by Doernic ende dat casteel <strong>van</strong> Herstal op<br />

die Maze tusschen Ludic ende Maestricht was dat hoeft ende casteel <strong>van</strong> Brabant<br />

ende hoert noch tot Brabant ende wairt alsoe begrepen Cleyn- oft Neder-Lothryc<br />

in Brabant et econtra. 1<br />

Groet-Lothryck<br />

Ende Hoich-Lothryc is begripende vele landen tusschen den Ryn ende die Maze,<br />

als Loraynen, gelegen opte Moezel, thertoichdom<strong>van</strong> Baren, Lutsemborch, Elsaten,<br />

dlant <strong>van</strong> den palsgreve.<br />

Godeuaert metten Baert voirs., naedien hii tvoirs. lant weder vergadert ende gecregen<br />

hadde, ontboet hy diegeen die zynre voirvaderen leenmannen plagen te<br />

wesen, als den heer <strong>van</strong> Hoerne, <strong>van</strong> Gaesbeeck, <strong>van</strong> Edingem, die waren gehoirsam<br />

ende ontfongen hoir leen. Mar die heer <strong>van</strong> Grymbergen, geheyten / heer<br />

Arnout Berthout, wesende mechtich, ryc, groetmoedich, wesende oick heer <strong>van</strong><br />

hal¡ Mechelen ende dander helfte hoerden toe by coepe der kercken <strong>van</strong> Ludick,<br />

ende oickwas hy heer <strong>van</strong> Du¡ele,Walem, Ruymst, Heyst, Herlair, Gheel, Rethii,<br />

Berlair, tot Postel met hore toebehoirten, en woude den voirs. Godeuarden metten<br />

Baert, nu hertoige <strong>van</strong> Lothryc ende <strong>van</strong> Brabant, nyet kennen noch onderdanich<br />

zyn, alsoe datse tegens malcanderen zwair oirloich hielden.<br />

Teser tyt als in den iaer MC XX began die oirdenen <strong>van</strong> den premonstreyten. Anno<br />

M o C o XL o incepit ordo beate Marie Theutonicorum. Eodem anno M o C o<br />

XL o incepit ordo Iohannitarum Rodensis. 2<br />

Godevairt metten Baert voirs. stichten die proftye <strong>van</strong> der Capellen tot Bruessel,<br />

die abdye <strong>van</strong> der nonnen tot Groot-Bigaerden, die abdye <strong>van</strong> Sint-Truyen begaefden<br />

hy met groten renten. Hy ster¡ int iair M C XL ende wairt begraven int cloester<br />

tA¥igem. Hii lyet after vy¡ kynderen, by namen: Godevart, die wairt nae<br />

zynen vader hertoich <strong>van</strong> Lothryck, <strong>van</strong> Brabant, etc.; dander zoen wairt monic<br />

tA¥igem; Aleyt, die wairt coninginne <strong>van</strong> Engelant; Yda, die wairt gravinne <strong>van</strong><br />

Cleue; Clarisse, die ster¡ een devote maigt. /<br />

int iair ons heren m c xliiii<br />

1144<br />

Godevairt voirs., zoen <strong>van</strong> den voirs. hertoge Godeuarden metten Baerdt, wairt<br />

hertoich nae denselven zynen vader ende dat in den tyde <strong>van</strong> keyser Coenraet,<br />

dien zeer beminden ende dede hem te huwelic hebben Luytgarden, hertoginne<br />

<strong>van</strong> Salsenbarch, zynre keyserinnen suster. Hy hadde zwair oirloge om dlantswille<br />

tegen den voirs. greve Henricken <strong>van</strong> Lymborch. Insgelycx had hy zwair oirloge<br />

tegens die voirs. heren <strong>van</strong> Grymbergen. Ende als hii drie ende een hal¡ iair<br />

1<br />

Vertaling: en daar tegenover.<br />

2<br />

Vertaling: in het jaar 1140 begon de Duitse orde. In hetzelfde jaar begon de orde <strong>van</strong> de Johannieters<br />

<strong>van</strong> Rhodos.<br />

31


fol. 37 v<br />

fol. 38 r<br />

1144<br />

hadde geregneert, ster¡ hii ende wairt begraven te Loeuen int Sinte-<strong>Peter</strong>skercke<br />

int iair M C XLIIII. Ende hy lyet after eenen zoene, die noch geen iair oudt en was<br />

ende dye men hyet Godeuairt in deWyege.<br />

Teser tyt leefden Sinte-Bernart.<br />

Desen Godeuarden in deWyege noch geen iair oudt wesende, con¢rmeerden die<br />

voirs. keyser Coenraet allet geen dat zyn vader hem gelaten hadde. Tegen hem in<br />

zynre ioncheit stonden op heer Wouter, zoen des voirs. heeren Arnts Bertoutz,<br />

heer <strong>van</strong> Grymbergen, /ende heer Gerart, die men hyet Drakenbaert, zyn brueder,<br />

ende die destrueerden in den gront die borcht <strong>van</strong> Netelair tusschenVilvoerden<br />

ende Oppegem. Oeck verbranden zy die borch, die zale ende tdorp <strong>van</strong><br />

Vilvoerden. Na welken overdaiden zoe vergaderden die banyerheren<strong>van</strong> Brabant,<br />

bysonder die gecoren mombaren des voirs. iongs hertogen Godeuairts in de<br />

Wyege, te wetene die heren <strong>van</strong> Diest, <strong>van</strong> Wesemael, <strong>van</strong> Bierbeecke ende <strong>van</strong><br />

Wemele, allen die macht die zy consten gecrigen, dairtoe zy oeck te hulpen creegen<br />

greve Dircken <strong>van</strong>Vlaenderen, die hen bystant dede onder zulkenen conditie,<br />

dat als die voirs. ionge hertoge tot zynen mundigen daigen weer gecomen, dat hy<br />

alsdan zyn lant <strong>van</strong> Brabant <strong>van</strong> hem, als greve <strong>van</strong>Vlaenderen, te leen zoude ontfangen,<br />

dairinne die mombairs voirs. den zelven iongen hertoich verbonden.<br />

Dat Grymbergen gewonnen waert<br />

Ende aldus metter macht die hen die voirs. greve dede, ende voirts al die macht,<br />

diese op consten gebrengen, trocken zy tot Grymbergen, datse wonnen ende verbranden.<br />

Van der strydt dat Goyart voirs. in de wyege hingt<br />

Dairnae streeden zy tegens den voirs. Grymberchsche een zwair strydt, in welke<br />

strydt die iongh hertoich voirs. in een zilveren wyege aen een willige int velt<br />

waert / gehangen omme zyn volck moet te geven, welken strydt die Brabanteren<br />

met horen hulperen wonnen ende worpen omme Grymbergen in den gront. In<br />

denselven strydt wairt die voirs. heer Arnout Berthoutz zeer gequetst, daira¡ hy<br />

ster¡.<br />

Dat Grymbersche leen versterft opten ioncsten soen<br />

Oeck werden zyn twee zoenen ge<strong>van</strong>gen. Die outste wairt op zyn gelove uuytgelaten<br />

ende die iongste blee¡ zitten te ghisel in der gevenckenisse, dairinne hy<br />

ster¡. Ende alsoe mitsdien dat die outste den iongsten in der gevenckenisse lyet<br />

sterven sonder hem te lossen, wairt by den voirs. hertoech dairnae ordineert dattet<br />

leen <strong>van</strong> Grymbergen altyt opten iongsten versterven soude.<br />

32


fol. 38 v<br />

fol. 39 r<br />

Dat Dormonde aenVlaenderen quam<br />

Ende oic om deswille dat dair onder meer doot bleven vele edelen uuytVlaenderen,<br />

most die iongh hertoich voirs. dairvoir laten den voirs. greve <strong>van</strong>Vlaenderen<br />

dlant <strong>van</strong> Dermonde, dat onder Lothryc ende Brabant plach te zyn, ende mitsdien<br />

halen zy noch hoir hoeft tAntwerpen.<br />

in den iair ons heren m c xlvi<br />

1146<br />

In desen tyde als men scree¡ XI C XLVI soe predicten Sinte-Bernart een cruysvairt<br />

by bevele <strong>van</strong> den dorden paeus Eugenius, in welker cruysvairt waren die<br />

voirs. keyser Coenraet ende die goede coninc Lodewyc <strong>van</strong> Vrancryc, die seste<br />

<strong>van</strong> dien name. /<br />

Ende Godevart in de Wyege voirs., naedien hii beiairt was, trac hy tot Gent om<br />

zyn mombarenvoirs. <strong>van</strong> allen geloeften, byhen aen denvoirs. greve <strong>van</strong>Vlaenderen<br />

gedaen, ontslaigen te werdene. Ende dair wesende, vertelden hem dieselver<br />

greve hoe dat zyn mombaren hem geloeft hadden dlant <strong>van</strong> Brabant aen hem te<br />

leen tont<strong>van</strong>gene, ommedat hy hem uuyt zynen noot zoude helpen, zoe hy gedaen<br />

hadde. Dwelck die iongh hertoige voirs. hoerende, knyelden hy neder op zyn<br />

knyen ende toech uuyt zyn zwert, presenterende dat den voirs. greve, seggende<br />

hy hedde liever zyn hoeft <strong>van</strong> hem afgeslagen, dan dedel hertoichdom <strong>van</strong> Brabant<br />

<strong>van</strong> enen greve te leen tontfangene. Die greve voirs. aensiende den grooten<br />

moet <strong>van</strong> den iongen hertoich voirs., hadde hy zyns compassie ende scaut hem<br />

quyt alle verbonden, die zyn mombaers met hem gemaect hadden. Hertoge Godeuart<br />

in de Wyege voirs., als hii oudt was XVII iaren, nam hy te wyve Margrieten,<br />

hertoge Henricx dochter <strong>van</strong> Lymborch, ende mitsdien wairt nedergeleegt<br />

den twist die langen tyt gestaen / hadde als <strong>van</strong> der tyt dat die voirs. hertoge Godeuart<br />

metten Baert Lothryc ende Brabant wedercreech tegen den voirs. greve<br />

Henricken <strong>van</strong> Lymborch, vader des voirs. hertoge Henricx <strong>van</strong> Lymborch.<br />

dBeginsel hoe Lymborch by Brabant comen is; 1 huwelixgoet hertoge<br />

Goyarts in de Wyege 1<br />

Ende metter voirs. Margrieten waert den voirs. Goedeuaerden gegeven tcasteel te<br />

Rode bii Aken met zynen toebehoirten ende die voechdye <strong>van</strong> Sint-Truyen ende<br />

nae die doot des voirs. hertoige Henricx waert hem toegeseegt te hebbene het hal¡<br />

lant <strong>van</strong> Lymborch.<br />

1 In margine nota.<br />

33


fol. 39 v<br />

fol. 40 r<br />

fol. 40 v<br />

1163<br />

in den iair ons heren m c lxiii<br />

Dat Behem een conincryc waert<br />

In tyde des voirs. hertoge Godeuarts in de Wyege waert dat hertoichdom <strong>van</strong> Behem<br />

gemaect een conincryc.<br />

Tenzelventyde oick als int iair XI C LXIII worden die heilige drie coningen gebracht<br />

<strong>van</strong> Meylanen tot Coelen.<br />

in den iaer ons heren m c lxxxiii<br />

Godeuart voirs., die men heyt in deWyege, als hy XL iair geweest had hertoge, /<br />

track hy over tmeer tot Iherusalem ende wedergecomen zynde <strong>van</strong>dair ster¡ hy<br />

int dorde iair dairnae, als int iair MC LXXXIII. Hertoge Godeuart, die men heyt<br />

in deWyege voirs., hadde by Margrieten voirs. twe zoenen, te wetene: Henric, die<br />

wert nae zynen voirs. vader hertoich; hy fundeerden ierst die stat <strong>van</strong> Den Bosch;<br />

Aelbrecht, die wairt bisscop <strong>van</strong> Ludick ende naederhant ten vervolge <strong>van</strong> keyser<br />

Henric dieVyfte voir die stat <strong>van</strong> Ryemen gedootoft gemartelyt; ende een dochter,<br />

die hyet Aleit, die wairt coninginne <strong>van</strong> Engelant. Dese hertoge Henrick, des<br />

voirs. Godeuartz soen, fundeerden die stat <strong>van</strong> sHertogenbosch.<br />

Dafcoempste der heren <strong>van</strong> Perewys<br />

Hertoge Godeuart voirs. nae dode der voirs. Margrieten, zynre hertoginnen,<br />

trouwden hy die dochter des greven <strong>van</strong> Loen, dairaen hy wan enen zoen die hyet<br />

Willem, die wairt heer <strong>van</strong> Perewys ende daira¡ zyn gecomen die <strong>van</strong> Perewys. /<br />

ten tyde <strong>van</strong> hertoich henrick den yersten<br />

Henrick voirs. dierste hertoich <strong>van</strong> dien name, wairt nae zynen vader voirs. hertoich<br />

<strong>van</strong> Brabant. Hii was dierste fundateur der stad <strong>van</strong> sHertogenbossche. Hii<br />

nam te huwelic Mechtelden, dochter greve Matheeus <strong>van</strong> Bonen, dairaen hy wan<br />

sess kynderen, te weten: Henrick, die hyet dieTweeste, die wert hertoich nae zynen<br />

vader; Godeuart, die men hyet <strong>van</strong> Bonen; Maria, die trouden den vierden keyser<br />

Otto; noch een dochter, die trouden greve Otto <strong>van</strong> Gelre; die dorde trouden den<br />

greve <strong>van</strong> Aluerne in Vrancryc; / ende die vierde dochter, Mechtelt geheiten, die<br />

trouden ierst den palsgreve opten Ryn ende nae troudense greve Floryssen <strong>van</strong><br />

Hollant, die aen hair wan twee zoenen bii namen: Willem, die wairt nae zynen<br />

vader greve <strong>van</strong> Hollant ende naederhant coninc <strong>van</strong> Almanien ende dieVriesen<br />

versloegen hem; Florys, die nae strydt mettenVleminge gehadt dieselver verwan;<br />

ende een dochter, die wairt grevinne <strong>van</strong> Henegouwe.<br />

34


fol. 41 r<br />

fol. 41 v<br />

Iherusalem dattet weder heyen waert<br />

In deser tyt wan Saladyn, coninc <strong>van</strong> Babilonien, weder die stat <strong>van</strong> Iherusalem.<br />

Hertoge Henric dierste <strong>van</strong> dien name voirs., int iair M C XCIIII nam hy onder<br />

den dorden paeus Innocencius aen die cruysvairt ende trac met Coenraden,<br />

eertsbisscop <strong>van</strong> Menss, ende meer anderen heren nae Iherusalem. Hy was dair<br />

een principael /capiteyn. Hy halp wynnen die stat <strong>van</strong> Baruth ende Constantinopolen<br />

ende dairnae keerden hy weder te lande.<br />

Herpen<br />

In den iair M C XCI soe ont¢ngen heer Henric <strong>van</strong> Kuyck, heer <strong>van</strong> Herpen,<br />

ende Aelbrecht, zyn zoen, te leen <strong>van</strong> den voirs. hertoge Henric, den iersten <strong>van</strong><br />

dien name, dlant <strong>van</strong> Herpen met zynre toebehoirten, prout in litteris ad signum<br />

tale (½1) 1 ac folio I.<br />

Strydt<br />

Int achtienste iair <strong>van</strong> zynen hertoichdom bevacht hy by Vden in den Pele greve<br />

Floryssen <strong>van</strong> Hollant ende greve Otten <strong>van</strong> Gelre. Hy had tegens hen victorie<br />

ende vincse, mar hy was hen genadich. Ende hy lyet alsoe zoonen, dat hy beyde<br />

den voirs. greven ga¡ te huwelic beyde zyn voirgenoemde dochteren.<br />

de henrico primo, fundatore opidi busciducensis 2<br />

1196<br />

In den iair M CCCC LXXXVdie scepenen <strong>van</strong> Dormalen quamen aen scepenen<br />

deser stat <strong>van</strong> Den Bosch met enen hoeftvonnes ende brachten mede een copie<br />

<strong>van</strong> enen previlegium deser stat ende hen verleent <strong>van</strong> hertoge Henrick <strong>van</strong> Brabant,<br />

in vele poincten accorderende metter carthen, beginnende: `In den name<br />

der heiliger ende ongesceyden Drievoldicheit'etc., ende is die copie voirs. ad signum<br />

tale (½2) et folio CCCC LXXXIIII. 3<br />

Previlegium de libertate quam cives opidi Busciducensis habent in<br />

Reno, ipsis per Henricum sextum Romanorum imperatorem concessum<br />

anno M o C o XCVI to sub hiis verbis: 4<br />

Henricus sextus Romanorum imperator et rex Cecilie /ob puram ¢dem et multa<br />

obsequia, que dictus Henricus primus illius nominis illustris dux Lotharingie et<br />

Brabantie sibi et imperio constanter exhibuit et ad instantem ipsius postulationem<br />

universos homines suos de nova civitate apud silvam a suis theoloniis que<br />

ubique in Reno ad manus suas habuit, imperiali benignitate in perpetuum absol-<br />

1<br />

Voordit signum en alle volgende, zie bijlage 2.<br />

2<br />

Vertaling: over Hendrik I, stichter <strong>van</strong> de stad 's-Hertogenbosch.<br />

3<br />

In margine nota.<br />

4<br />

In margine nota; vertaling: het privilege <strong>van</strong> de (tol)vrijdom die de burgers <strong>van</strong> de stad<br />

's-Hertogenbosch hebben op de Rijn, aan hen verleend door keizer Hendrik VI in het jaar<br />

1196 met deze woorden:<br />

35


fol. 42 r<br />

fol. 42 v<br />

1203-1204<br />

vit, ita quod de rebus que suis sunt, nullum nobis vel nostro nuncio persol<strong>van</strong>t<br />

theolonium nullaque in eos vel res ipsorum ¢at exactio; quod quidem previlegium<br />

Karolus imperator depost con¢rmavit et quod previlegium comprehenditur<br />

ad signum tale (½3) et folio III.<br />

Die vryheit <strong>van</strong> den toll <strong>van</strong> Gelre 1<br />

Anno M o CC o tercio supradictus Henricus primus illius nominis, dux Lotharingie,<br />

Brabantie, post victoriam habitam contra dictum Ottonem, comitem Gelrie,<br />

in quadam concordia pacis inter dictum ducem et comitem predictum facta eundem<br />

comitem coegit, quod idem Otto, comes Gelrie, inter cetera iuravit quod omnes<br />

marcatores terre dicti ducis infra dominium comitis ab omni theolonio in<br />

Reno sine dolo liberi erunt atque quod burgenses de Silva iuxta Orthen per totam<br />

terram comitis Gelrie ab omni theolonio liberi erunt; quod quidem previlegium<br />

comprehenditur ad signum (½4) et folio IIII. /<br />

tempore henrici primi, fundatoris opidi de buscoducis 2<br />

Sequuntur nomina scabinorum dicte nove civitatis apud silvam, que Buscumducis<br />

nuncupatur, incipientia anno M o CC o , quo quidem anno Buscumducis non<br />

diu steterat, et sic: 3<br />

Remigii eodem anno M o CC o hii sequentes fuerunt scabini in Buscoducis.<br />

Tempore istius scabinatus incepit ordo predicatorum. 4<br />

Remigii confessoris anno M o CC o primo fuerunt scabini in Buscoducis predicto.<br />

/<br />

Remigii confessoris anno M o CC o secundo.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o tercio.<br />

Tempore istius scabinatus facta est concordia inter dictum Henricum primum et<br />

Theodericum, comitem Hollandie, sic videlicet quod Dordrecht et alie ville circumiacentes<br />

in feodum teneri debent a duce Brabantie et quod homines ducis in<br />

terra comitis Hollandie transire debent per terram et aquas cum theolonio suo<br />

iure quo theolonia in presencia sue institutionis fuerunt instituta; prout in litteris<br />

incipientibus: `In nomine sancte et individue Trinitatis' et comprehensis ad signum<br />

(½5) et folioVII.<br />

Ten tyde <strong>van</strong> desen scepenstoel heeft die voirs. stat <strong>van</strong> Den Bosch vercregen die<br />

voirs. vryheit <strong>van</strong> den voirs. toll slantz <strong>van</strong> Gelre nae inhoude der voirs. brieven. /<br />

1 In margine nota.<br />

2 Vertaling: ten tijde <strong>van</strong> Hendrik I, stichter <strong>van</strong> de stad 's-Hertogenbosch.<br />

3 Vertaling: de namen <strong>van</strong> schepenen <strong>van</strong> de nieuwe gemeenschap bij het bos, die's-Hertogenboschgenoemd<br />

wordt, volgen, beginnend in hetjaar 1200, inwelkjaar's-Hertogenbosch nog<br />

niet lang bestond, en aldus:<br />

4 In margine nota; vertaling: in dit schepenjaar begon de orde <strong>van</strong> de predikheren.<br />

36


fol. 43 r<br />

fol. 43 v<br />

fol. 44 r<br />

fol. 44 v<br />

fol. 45 r<br />

ten tyde <strong>van</strong> den iersten hertoge henrick voirs. 1<br />

Remigii confessoris anno M o CC o quarto fuerunt scabini hii.<br />

Filie ducis possunt succedere 2<br />

Tempore iamdicti scabinatus Philippus secundus Romanorum rex in quodam<br />

previlegio inter cetera inibi continenta regia sua auctoritate Henrico primo illius<br />

nominis illustri duci Lotharingie, Brabantie concessit quod ¢lie sue, si masculinum<br />

heredem non habuerit, in feodis suis libere ei tamquam masculi succedant;<br />

quodquidem previlegium comprehenditur ad signum (½6) et folioVI.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o quinto fuerunt scabini. /<br />

Remigii confessoris anno M o CC o sexto fuerunt scabini in Buscoducis.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o septimo.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o octavo. /<br />

Remigii confessoris anno M o CC o nono: Alardus de Keent, Arnoldus Poeldonck.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o decimo.<br />

Tempore istius scabinatus incepit ordo fratrum minorum. 3<br />

Remigii confessoris anno M o CC o undecimo. /<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XII o fuerunt scabini in Buscoducis.<br />

Tempore dicti scabinatus die voirs. Henric dierste <strong>van</strong> dien name, hertoge <strong>van</strong><br />

Lothryck, <strong>van</strong> Brabant, etc., in zynen XXVIII en iaer zyns hertoichdoms op Ascensiendach<br />

wan hy Ludick dair groete dootslaigen gescieden ende veriaechden<br />

den bisscop, genoempt Huge.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XIII o ./<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel hertoge Henrick voirs. destrueerden die stat<br />

<strong>van</strong> Tongeren, mar int wederkeren die voirs. bisscop ende greve Lodewyc <strong>van</strong><br />

Loen laeghden hem tusschen Montenaken ende Landen opt velt te Sepz ende<br />

sloegen hem a¡ vele volcx. In den scepenstoel voirs. ende in diere tyt was coninc<br />

Philips <strong>van</strong> Vrancryc die tweeste, die Sinte-Lodewycs des conincx oudersvader<br />

was, die beriep tot Zoysson enen groeten raet <strong>van</strong> edelen mannen, dair hertoige<br />

Henric voirs. oec by was. Die voirs. coninc Philips ga¡ aldair den voirscreven hertoich<br />

Henricken, want zyn ierste vrouwe doot was, zyn dochter ten huwelic die<br />

hyet Maria, daeraen hy wan een dochter die naemaels waert grevinne <strong>van</strong> Cleue.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XIIII. /<br />

1 Herhaald zonder voirs. tot en met fol. 48 r .<br />

2 Vertaling: dochters <strong>van</strong> de hertog kunnen opvolgen.<br />

3 In margine nota; vertaling: in dit schepenjaar begon de orde <strong>van</strong> de minderbroeders.<br />

37<br />

1214-1215


fol. 45 v<br />

fol. 46 r<br />

fol. 46 v<br />

fol. 47 r<br />

fol. 47 v<br />

fol. 48 r<br />

fol. 48 v<br />

1215-1216<br />

Ten tyde <strong>van</strong> desen voirscr. scepenstoel quam die voirs. keyser Otto dieVierde tot<br />

Maestricht, dair hy nam ten huwelic die bovengenoempden Marie, dochter hertoige<br />

Henricx ende Mechtelts voirs.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XV scabini in Buscoducis fuerunt.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XVI to ./<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XVII o .<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XVIII o .<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XIX o ./<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XX o fuerunt scabini hii.<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den scepenstoel voirs. began die oirdene <strong>van</strong> den carmeliten.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XXI o .<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XXII o ./<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XXIII o .<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XXIIII to .<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XXV to ./<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XXVI to .<br />

In desen tyden leefden Sinte-Elisabeth, lantgrevinne <strong>van</strong> Doeringen ende dochter<br />

des conincx <strong>van</strong> Hongarien.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XXVII o .<br />

Oeck leefden in desen tyden Sinte-Lodewyc, coninc <strong>van</strong>Vrancryc, ende Sinte-Lodewyc,<br />

mynrebrueder, bisscop <strong>van</strong>Tholosen.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XXVIII o ./<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XXIX o .<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XXX o .<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XXXI o ./<br />

teser tyt sterff dierste hertoich henrick<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XXXII o .<br />

In scabinatu infrascripto Henricus, Romanorum rex, ad instantem postulationem<br />

Henrici, maioris ¢lii illustris viri Henrici, ducis Lotharingie, Brabantie, universos<br />

homines de nova civitate apud silvam a theoloniis suis in Reno<br />

imperpetuum absolvit; prout in litteris contentis folio IX.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XXXIII o .<br />

In desen tyden leefden paeus Innocencius die Dorde, die zeer oirbairlic was der<br />

Heiliger Kercken.<br />

38


fol. 49 r<br />

fol. 49 v<br />

fol. 50 r<br />

fol. 50 v<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XXXIIII o ./<br />

teser tyt began die tweeste hertoich henric regneren<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XXXV to .<br />

Ten tyde <strong>van</strong> desen scepenstoel soe ster¡ die voirscreven Henrick dierste <strong>van</strong> dien<br />

name, hertoich <strong>van</strong> Lothryc, Brabant, etc. Ende doen had hii XLVIII iaren geweest<br />

hertoich ende hy wairt begraven tot Loeuen int Sinte-<strong>Peter</strong>skercke. Int<br />

voirs. iair nae dode des voirs. Henricx dierste <strong>van</strong> dien name, soe wairt hertoich<br />

<strong>van</strong> Lothryc ende Brabant Henrick die tweeste <strong>van</strong> dien name, ziin zoen bovengenoempt,<br />

die men hyet die Groetmoedige.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XXXVI to ./<br />

ten tyde <strong>van</strong> den tweesten hertoich henrick 1<br />

Henrick voirs. die tweeste <strong>van</strong> dien name, hertoge <strong>van</strong> Lothryck ende Brabant,<br />

nam te huwelic Marie, dochter <strong>van</strong> coninc Philips, Roemsch Coninc, die zoen<br />

was <strong>van</strong> den iersten keyser Frederic. Hy wan dairaen: eenen zoen, die hyet Henrick,<br />

die wairt nae zynen vader hertoich; hy was die dorde Henric ende geheiten<br />

die Sachtmoedige; ende vier dochteren: Mechtelt, die nam te huwelic den greve<br />

<strong>van</strong> Artois ende Sympoel, brueder des coninx <strong>van</strong> Vrancryc; dairaf quam die<br />

vrome Robbert <strong>van</strong> Artois; Maria, die nam te huwelic den hertoich <strong>van</strong> Beyeren;<br />

Beatris, die nam te huwelic den lantgreve <strong>van</strong> Doeringen; Margriet, die wert nonne<br />

in dabdye sHertogendael, die hair vader stichten ende gaf dairtoe die grote<br />

tiende <strong>van</strong> Oueryssche. /<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XXXVII o .<br />

Hertoge Henric die Tweeste voirs. hadde zwair oirloge tegens die Coelsche. Hy<br />

wan metter macht Daelhem met zynre toebehoirten.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XXXVIII o .<br />

In desen tyde leefden Sint-Thomas <strong>van</strong> Aquinen. Oeck leefden Aelbertus Magnus.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XXXIX o .<br />

Oeck in desen tyden leefden Bonauentura ende Alexander de Hales. /<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XL o .<br />

Greve Willem <strong>van</strong> Hollant<br />

1240-1241<br />

In desen tyden wairt den voirs. hertoghe Henricken den Tweesten presenteert die<br />

keyserlycke croen <strong>van</strong> den paeus Innocentio den Vierden nae der doot <strong>van</strong> den<br />

sesten keyser Henrick. Mar hy weygerden die aen te verden ende hy promoveerden<br />

dairtoe zynre voirs. suster zoen, greve Willemen <strong>van</strong> Hollant, die coninc ge-<br />

1 Herhaald tot en met fol. 53 r .<br />

39


fol. 51 r<br />

fol. 51 v<br />

fol. 52 r<br />

fol. 52 v<br />

fol. 53 r<br />

1241-1242<br />

maect wairt. Mar eer hy keyser wairt, toech hy opteVriesen, dair hy wert verslaigen,<br />

dat greve Florys, zyn zoen, naemaels wraeck.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XLI o .<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XLII o ./<br />

Hertoge Henrick die Tweeste voirs., nae zynre voirs. ierster huysvrouwen doot,<br />

trouden hy een edel bloeme die hyet Sophia, dochter <strong>van</strong> der voirscreven Sinte-<br />

Elisabeth, die zeer dueghdelic ende gotvresende wass, dairaen hii wan enen zoen,<br />

die hyet oick Henrick. Die wairt naemaels lantgreve <strong>van</strong> Doeringen.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XLIII o .<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XLIIII to ./<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XLV to scabini fuerunt hii.<br />

Omtrent deser tyt aennam die heilige Sinte-Lodewiic, coninc <strong>van</strong> Vrancryc, een<br />

cruysvairt ende track over tmeer opte ongelovige. Dese Sinte-Lodewiic, coninc<br />

<strong>van</strong>Vrancryck, was oeck<strong>van</strong> den geslachte des bovengenoempden groeten coninc<br />

Kaerls <strong>van</strong> zynre ouder moederwegen, der goeder coninginnen Elisabeth, die<br />

den tweesten coninc Philippus getrout hadde, die aen hair wan denVII en coninc<br />

Lodewyc, die alten kerstelycken ende heiligen coninc was. Ende hii hadde getrout<br />

Sinte-Blancke, dochter des conincx <strong>van</strong> Spaengien. Ende dairaen wan hy desen<br />

voirs. coninc Sinte-Lodewyc den Achsten ende oic Kaerlen, den greve <strong>van</strong> Angouwen,<br />

die wert coninc <strong>van</strong> Cecilien ende Napels ende die was vader <strong>van</strong> Sinte-<br />

Lodewyc, die mynrebrueder ende bisscop was. Dese coninc Sinte-Lodewiic nam<br />

te wive die edel bloeme Margriet, des greven dochter <strong>van</strong> Prouencien, dairby hy<br />

heylichlic leefden. /<br />

XII genoten<br />

Dese voirs. coninc Sinte-Lodewiic ordineerden ierst die XII genoten <strong>van</strong> Vrancryc<br />

omdatse in groten saken raet <strong>van</strong> der croenen zyn zouden, te wetene: sess<br />

geestelycke by namen: die eertsbisscop ende hertoich <strong>van</strong> Ryemen, die sal¡t den<br />

coninc metter olyen, genomen uuyter ampullen die uuyten hemel quam als Sinte-<br />

Remeys denvoirs. coninc Clodoueus doepten; die bisscop ende hertoich<strong>van</strong> Louwen,<br />

die dreeght die ampulle; diebisscop ende hertoich<strong>van</strong> Langre, die dreegt des<br />

conincx ceptre; diebisscop ende greve Beauays, die dreegt des conincx wapenroc;<br />

die bisscop ende greve <strong>van</strong> Chalon in Champanien, die dreegt des conincx signet;<br />

die bisscop ende greve <strong>van</strong> Noyon, die dreegt des conincx gordel; / ende die sess<br />

werlycke genoten: die hertoge <strong>van</strong> Bourgoindien, die dreegt die coninclike croen<br />

ende hy gort den coninc zyn zwert; die hertoge <strong>van</strong> Normandien, die dreegt des<br />

conincx ierste banier; die hertoge <strong>van</strong> Aquitanien, dats <strong>van</strong> Gwiennen ende Gasconien,<br />

die dreegt des conincx tweeste banier; die greve <strong>van</strong> Vlaenderen, die<br />

dreegt des conincx zwert; die greve <strong>van</strong> Champanien, die dreegt des coninx standart;<br />

die greve <strong>van</strong>Tholousen, die dreegt des conincx gulden spoeren.<br />

In zynre tyt oeck wairt by den vierden paeus Vrbanus ingestelt die gloriose feeste<br />

<strong>van</strong> den eerwerdigen Heiligen Sacrament metten a£aten. /Sinte-Lodewyc coninc<br />

40


fol. 53 v<br />

fol. 54 r<br />

fol. 54 v<br />

voirs. ster¡ int iair M CC LXX ende liet after enen soen, Philips, die wert coninc<br />

nae zynen vader.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LXVI o .<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LXVII o .<br />

Ten tyde <strong>van</strong> desen scepenstoel soe ster¡ hertoge Henric dieTweeste voirs. ende hy<br />

wert begraven int cloester teVileer. /<br />

tentyde<strong>van</strong>dendordenhertoichhenricken 1<br />

Hertoge Henrick die dorde <strong>van</strong> dien name voirs., wart hertoge terstont nae die<br />

doot des voirs. hertoige Henricx des tweeste <strong>van</strong> dien name.<br />

Waeromme Lothryck voir geset wordt<br />

Hy scree¡ hem altyt hertoge <strong>van</strong> Lothryc ende Brabant. Hy setten Lothryc voir<br />

om deswill dat Lothryck een eertshertoichdom is ende zynen name heeft <strong>van</strong><br />

den grooten coninc Lotharys <strong>van</strong> Vrancryc. Nochtans is thertoichdom <strong>van</strong> Brabant<br />

vele ouder.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XLVIII o .<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XLIX o ./<br />

Henrick die Dorde voirs., die men hyet die sachtmoedige hertoige, hy trouden ten<br />

wive Aleyten, dochter des hertoigen <strong>van</strong> Bourgoindien, dairaen hy wan:<br />

drie zoenen, by namen: Henricken, die was onbeset <strong>van</strong> synnen ende onbequaem<br />

dlant te regneren, ende by onderwys <strong>van</strong> den heren <strong>van</strong> den lant ende des heren<br />

<strong>van</strong> Mechlen, geheiten die grote Barthout, die nae die doot hertoich Henrix des<br />

Dorden geheel raet was <strong>van</strong> vrouwe Aleiten, bega¡ hy hem in een abdye in Bourgoindien;<br />

Iannen, die wairt int achste iair nae zyns vaders doot hertoich <strong>van</strong> Brabant<br />

ende hy was dierste hertoich Ian; Godeuarden, die had voir zyn gedeelt in<br />

Brabant Aerschot, Bierbeeck, Sichenem ende Sint-Aechten-Rode; hy creech een<br />

edell vrouwe, dairmede hygecreech dlant <strong>van</strong>Vierson; hy wan dairaen enen zoen,<br />

geheiten Ian, ende twe dochteren; dese edel Godeuart ende Ian, zyn zoen, worden<br />

nae- / maels verslagen in den vreeslycken strydt <strong>van</strong> Cortryc, dair vele edele bleven.<br />

Dafcoempst der heren <strong>van</strong> Croy<br />

1249-1250<br />

Syn outste dochter ga¡ hy ten huwelic den greve <strong>van</strong> Harcourt ende ga¡er mede<br />

dlant <strong>van</strong> Aerschot ende Bierbeecke; <strong>van</strong> hair als <strong>van</strong> der eenre zyden is gecomen<br />

die heer <strong>van</strong> Croy, nu int iair XV C ende dartien levende; ende zyn ander dochter<br />

trouden den greve <strong>van</strong> Loen ende ga¡er mede dlant <strong>van</strong> Sichenem ende Sint-<br />

Aeghten-Rode; ende hy gewan aen hair een dochter die naemaels trouden den<br />

greve <strong>van</strong> Guylic;<br />

1 Herhaald tot en met fol. 56 r .<br />

41


fol. 55 r<br />

fol. 55 v<br />

fol. 56 r<br />

fol. 56 v<br />

1250-1251<br />

ende een dochter Marie, die wairt coningin <strong>van</strong>Vrancryck, want zy trouden den<br />

dorden coninc Philips voirs., Sinte-Lodewycs soen, naedat zyn ierste vrouwe<br />

doot was, ende hy had <strong>van</strong> deser vrouwen enen zoen, geheiten Lodewyc, greve<br />

<strong>van</strong> Eureux.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o L o .<br />

Tempore istius scabinatus incepit ordo heremitarum beati Augustini. 1 Tempore<br />

iamdicti scabinatus in ianuario composicio quedam facta est inter Iohannem,<br />

dominum de Huesden, /et opidum de Buscoducis inter cetera quod omnia bona<br />

opidanorum de Busco per dominium domini de Huesden transeuncia, sic 2 in terris,<br />

sic 2 in aquis, de theolonio libera erunt. Preterea, si contingat, quod aliquis<br />

opidanus aliena bona transvexerit et inde convictus fuerit, domicilium domus<br />

sue confringetur et per annum o¤cio suo carebit et super domo de Huesden iure<br />

debito, si comprehendi poterit, tenebitur ad emendam. Insuper si a domino de<br />

Huesden ex una parte et opidanis de Busco ex altera hec condicio, quod absit, neglecta<br />

fuerit, post septem dies monitione prehabita tenebitur emendari, interim<br />

etiam non erit calumpniatum; prout in litteris 3 ad signum (½7) et folio X.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LI o .<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LII o ./<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LIII o scabini fuerunt hii.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LIIII to .<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LV to ./<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LVI to .<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LVII o : Makarius, Iohannes dictus Pape, Egidius<br />

Knode, Godescalcus de Hynden, Iohannes de Neysel, Nycholaus Fermentatoris,<br />

Ludingus.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LVIII o ./<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LIX o .<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LX o .<br />

Fundacie <strong>van</strong> den predicaren te Loeuen<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirscreven scepenstoel soe ster¡ hertoge Henrick die Dorde<br />

voirs. als hy XIII iaren regneert hadde ende hy wairt begraven te Loeuen indt<br />

cloester <strong>van</strong> den predicaren, dwelcke hii gesticht ende fundeert hadde. /<br />

1<br />

Vertaling: in dit schepenjaar begon de orde <strong>van</strong> de heremieten <strong>van</strong> de heilige Augustinus.<br />

2<br />

Aldus hs., lees sit.<br />

3<br />

Hierna inferius insertis doorgestreept.<br />

42


fol. 57 r<br />

fol. 57 v<br />

fol. 58 r<br />

fol. 58 v<br />

fol. 59 r<br />

hiernae begonst te regeren dierste hertoige ian, zoen<br />

<strong>van</strong> den dorden hertoich henrick<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LXI o .<br />

Omtrent deser tyt hyelt paeus Gregorius die X te dat consilie te Lyons inVrancryc.<br />

Dair waren CCCCC bisscoppen, LX abten ende andere prelaten omtrent M.<br />

Dair quamen oec Griecken endeTartaren.<br />

Nae die doot <strong>van</strong> den voirs. hertoge Henricken den Dorden leefden vrouwe Aleyt<br />

voirs. langen tyt, wyslyc dat lant regerende, want al hair kynderen ionckwaren. Sy<br />

ster¡ int iair M CC o LXXXIII ende wairt begraven int cloester <strong>van</strong> den predicarenvoirs.<br />

Syhad groete conversacie metten heiligen man Sinte-Thomas <strong>van</strong> Aquinen,<br />

doen levende ende tot Parys woenende, ende als zy ennige twivelachtige<br />

saken in hare consciencien hadde, soe scree¡ zy aen hem om raet ende hy scree¡<br />

hair weder mintlike antwoerde.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LXII o ./<br />

tesertytbeganregnerendierstehertogeian<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LXIII o scabini fuerunt.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LXIIII o .<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LXV to ./<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LXVI o .<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LXVII o .<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LXVIII o ./<br />

tentyde<strong>van</strong>denierstenhertoichian 1<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel als int iair M CC LXVIII soe is Ian voirs., dierste<br />

<strong>van</strong> dien name, zoen <strong>van</strong> den voirs. hertoich Henricken den Dorden, int achste<br />

iair nae dode zyns vaders voirs. worden hertoich <strong>van</strong> Lothryc ende <strong>van</strong> Brabant<br />

ende oic voegt <strong>van</strong> Aken. Hii trouden vrouwe Margrieten, dochter des voirs. conincx<br />

Philips <strong>van</strong> Vrancryc. Ende coninc Philips voirs. hadde zyn suster te wive<br />

als voirs. is. Margriet voirs. ster¡ in den arbeit <strong>van</strong> kinde ende dkinde mede.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LXIX o ./<br />

1269-1270<br />

Nae dode <strong>van</strong> vrouwe Margrieten voirs. soe trouden die voirs. ierste Ian die dochter<br />

<strong>van</strong> greve Gwydo <strong>van</strong> Vlaenderen, dairaen hy wan twee zoenen, by namen:<br />

Ian, die wairt hertoich nae dode zyns vaders ende hy was die tweeste Ian; Godeuairt,<br />

die ster¡ ionck wesende; ende twee dochteren, by namen: Margriet, die<br />

1 Herhaald tot en met fol. 68 r .<br />

43


fol. 59 v<br />

fol. 60 r<br />

fol. 60 v<br />

1270-1271<br />

wairt naemaels keyserinne, want zy trouden int iaer M CC XCII greve Henricken<br />

<strong>van</strong> Lutzenborch, wiens vader doot blee¡ in den stryd voirWoeronck, welke Henric<br />

naemaels wert keyser ende men hyeten die goede keyser Henrick; Marie, die<br />

wairt grevinne <strong>van</strong> Sauoyen.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LXX o ./<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LXXI o .<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LXXII o .<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LXXIII o ./<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LXXIIII o .<br />

In den voirs. iair M CC LXXIIII soe heeft die ierste hertoich Ian voirs. dien <strong>van</strong><br />

Dordrecht verleent zeker vryheit <strong>van</strong> tol tot Lyt, prout in litteris incipientibus: `Iohannes,<br />

Dei gratia'et comprehensis folio CCCC LVII et ad signum (½8).<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LXV to .<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LXXVI to ./<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LXXVII o .<br />

Dat dlant <strong>van</strong> Lymborch<br />

Omtrent deser tyt hadde die voirs. ierste hertoich Ian enen zwaren strydt te Woeronck,<br />

die toequam aldus ende oirspronck hadde: want als hertoge Henrick <strong>van</strong><br />

Lymborch was gestorven ende hertoge Ian voirs. wittelic afgecoft hadde Adolphen,<br />

greve <strong>van</strong> Den Berge, die des voirs. hertoge Henricx naeste erfgenaem wass,<br />

allen zyn recht dat hyhadde aen thertoichdom<strong>van</strong> Lymborchvoirs., soe track hertoich<br />

Ian voirs. int lant <strong>van</strong> Lymborch om dat te bescickene. Mar greve Reynout<br />

<strong>van</strong> Gelre, die des voirs. hertoich Henrix dochter hadde gehadt ende die sonder<br />

oir was gestorven, setten hem dairtegen, seggende dat hem als <strong>van</strong>wegen zynre<br />

voirs. vrouwen, die dochter was des voirs. hertoich Henrix, die tocht toebehoirden.<br />

Hertoge Ian voirs. seeghden neen, want greve Reynoutz vrouwe voirs. voir<br />

den voirs. hertoich Henricken, haren vader, weer gestorven. Ende alsoe socht<br />

greve Reynout <strong>van</strong> Gelre voirs. tegen den voirs. hertoich Iannen al omme hulpe.<br />

Ende hy creech te hulpen den eertsbisscop <strong>van</strong> Coelen, greve Henricken <strong>van</strong> Lutcemborch,<br />

hereWalrauen, zynen brueder, ende herenWalrauen <strong>van</strong>Valkenborch,<br />

die all tegen hertoich Iannenvoirs. zwoeren hem te hynderen. dWelckdie hertoich<br />

voirs. vernemende, track hy in den lande <strong>van</strong> den eertsbisscop ende <strong>van</strong> den greve<br />

<strong>van</strong> Lutzemborch voirs., dair hy grote scaide dede, verdestruerende des bisscoppen<br />

lant. Hy toech metter macht opten Ryn ende dede zyn pert drincken in den<br />

Ryn. 1 Ende omtrent Bonne dede hyallen die wyngarden uuytsnyden. Dairnae, ter<br />

begerten ende beeden des greve <strong>van</strong> Den Berge ende der edele <strong>van</strong> Coelen, beleeghden<br />

hy metten voirs. Godeuarden <strong>van</strong> Vierson, zynen brueder, tcasteel <strong>van</strong><br />

Woeronck, dat een roe¡huys was. Ende dairvoir liggende ten tyde <strong>van</strong> den voirs.<br />

1 In margine nota.<br />

44


fol. 61 r<br />

fol. 61 v<br />

fol. 62 r<br />

scepenstoel <strong>van</strong> LXXVII, quamen die voirs. eertsbisscop <strong>van</strong> Colen met vele edelen<br />

uuyt Ouerlant, met greve Reynout <strong>van</strong> Gelre, metten greve <strong>van</strong> Lutsenborch,<br />

den heer <strong>van</strong>Valkenborch ende meynden hertoich Iannen voirs. aldair te overvallen.<br />

Hy trac met zynen heir hen tegen, alsoe datter quam tot enen strydt dair hertoich<br />

Ian te boven ginck ende dair doot bleven die voirs. greve <strong>van</strong> Lutzenborch<br />

met zynen drie bruederen ende met wel M ridderen. Dair worden ge<strong>van</strong>gen die<br />

voirs. eertsbisscop, die greve <strong>van</strong> Nassou, heer Walrauen <strong>van</strong> Valkenborch ende<br />

vele meer andere heren. /Ende die strydt gedaen wesende trac hy weder voirWoeronckvoirs.<br />

ende destrueerden dat in den gront.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LXXVIII:Wellinus ¢lius Egidii dicti Knoede,<br />

Godescalcus de Bladel.<br />

Aengaet den Groeten Gasthuys<br />

1280-1281<br />

Ten tyde <strong>van</strong> desen voirs. scepenstoel soe heeft heer Ian, bisscop <strong>van</strong> Ludick, onder<br />

zynre genaden brieven ingestelt den regule der nonnen ende bruederen <strong>van</strong><br />

den Groeten Gasthuys bynnen der stat <strong>van</strong> sHertogenbosch ende onder meer<br />

dairinne ordineert:<br />

dat zoe wat ziecke int voirs. gasthuys coempt, ten iersten sal men Gode genoch<br />

doen met biechten den priester ende voirtaen zynen naesten dien hy mesdaen<br />

heeft, nae synder macht genade heysschen;<br />

ende zyn goet oft hy ennich heeft onder getuge datselve den gasthuys bevelen datselve<br />

alinge weder te hebbene oft hy geneest;<br />

ende oft hy, staende perikel des dootz, diezelve alle tsyn dair nyet laten en wille,<br />

zoe sal men dairaf nemen den cost / ende <strong>van</strong> dien dat dair overloept, mach hii<br />

zyn testament maken; ende sterft hy sonder testament te makene, allen zyn goet<br />

dan sall comen tot behoe¡ den armen des huys voirs.;<br />

item oftyemandt <strong>van</strong> den ziecken sunderlinge ziect toequame oft heytte ende eens<br />

meesters behoefde ende nyet en hedde den meester te geven, zoe zall tloen des<br />

meesters <strong>van</strong> der meesterssen des gasthuys gegeven worden, alsoe verre zy mach;<br />

item die werlycke gueden des gasthuys voirs. zullen werden gehanteert met raide<br />

vier mannen <strong>van</strong>wegen des bisscops ende by consent der scepenen ende der gesworen<br />

der stat <strong>van</strong> Den Bosch, dairtoe gecoren, diewelke den huyse voirs. trouwe<br />

doen zullen; <strong>van</strong> welken brieven voirs. dbeginsel luydt aldus: `In den name der<br />

heiliger Drieuoldicheit'ende is begrepen folio XI ad signum tale (½9).<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LXXIX o : Henricus de Neynsel, Amelius de<br />

Bucstel. /<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LXXX o .<br />

Omtrent deser tyt tot Sinte-Quintyns in Vermendoys vergaderden die bovengenoemde<br />

coninc Philips <strong>van</strong>Vrancryc ende hertoge Ian dIerste voirs., daerse tsamen<br />

feestelic hoveerden. Ende int sceyden vraeghden hem die coninc wye den<br />

anderen die sceydelmaeltyt geven zoude, dairop hertoge Ian antwoerden: die<br />

zyn spyse ierst gereet hedde; dwelc die coninc consenteerden. Mar hy dede verbyeden<br />

dat men des hertogen lyeden noch hout noch colen vercopen en zoude<br />

omme alsoe metten hertoich te boerden. dWelc die hertoich verstaende dede hy<br />

45


fol. 62 v<br />

fol. 63 r<br />

1281-1282<br />

coepen allen die plattelen, nappen ende scotelen die hy crigen conde, ende dairmede<br />

wairt zyn spyse gecooct ende alreierst gereet.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LXXXI o : Wellinus ¢lius Egidii Knoede, Iohannes<br />

Coman. /<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LXXXII.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LXXXIII o .<br />

Ten tyde <strong>van</strong> desen scepenstoel ster¡ vrouwe Aleyt voirs.<br />

Dese naevolgende carthe accordeert metter carthen, beginnende: `In den name<br />

der herleiger 1 ende ongesceyden Drievoldicheit', verleent by den dorden hertoich<br />

Ian.<br />

Tempore iamdicti scabinatus feria secunda ante festum Puri¢cationis Beate MarieVirginis<br />

supradictus Iohannes, primus illius nominis, dux Lottharingie et Brabantie,<br />

univer- /sitati burgensium de Buscoducis concessit subsequentia:<br />

Die vryheit <strong>van</strong> tol in Brabant<br />

in primis ipsos burgenses de Buscoducis ab omni theolonio ubicumque in sua potestate<br />

tam per aquas quam per terras liberavit ac liberos penitus et absolutos esse<br />

voluit imperpetuum;<br />

item eisdem adhuc concessit si alicui quidquam adversus aliquem burgensem de<br />

Buscoducis displicuerit, idem nichil inde nisi iudicium scabinorum habere debet<br />

nec etiam ipse aliquid de hoc requiret aut sua posteritas;<br />

item si de circumiacentibus alicui burgensium aliquis iniuriam fecerit de bonis<br />

suis que burgensis iuste et sine querimonia possedit, villicus de Buscoducis hoc<br />

corrigere debet, etc.;<br />

Aengaet die poirtscap<br />

item porte et ingressus opidi de Buscoducis patebunt cuilibet et burgensis ¢eri poterit<br />

quilibet, etc., dandovidelicet iudici quatuor denarios, preconi unum denarium et<br />

sculteto unum denarium; cuilibet opidano, si necesse habuerit, cedent XL ta dies in<br />

iulio, totidem in augusto ad messes colligendas et totidem ad seminandum in autumpno<br />

extra limina dicti opidi, etc.;<br />

Aengaet der bourgeren daginge<br />

cum aliquis opidanus in causam fuerit trahendus, debet citari per iudicem vel per<br />

preconem, venturus ad iudicium post duas ebdomadas a die citationis; sed opidanus<br />

citatus potest diem citationis anticipare et dictus modus citandi locum habet<br />

tantum in causa que vertitur inter opidanos; si autem extraneus opidanum traxerit<br />

in causam, iudex tenebitur ei iusticiam facere infra triduum; qui per testes se habet<br />

excusare in iudicio, ille habebit iuducias per duas ebdomadas;<br />

Aengaet tgetugenisse der bourgeren<br />

item tantum opidanus ferre poterittestimonium contra opidanum et simplex opidanus,<br />

ferens testimonium, iurare tenebitur; /<br />

1 Aldus hs., lees heiliger.<br />

46


fol. 63 v<br />

fol. 64 r<br />

Aengaet hoe scepenen tugen mogen<br />

scabinus vel iuratus dicti opidi potest ferre testimonium sine iuramento;<br />

1283-1284<br />

Hoe men dagen sal<br />

cum quis citatur de re pecuniali, debet citari per iudicem vel preconem in presentia<br />

duorum opidanorum et in citatione debet taxari summa pecunie; et si citatus die<br />

pre¢xa non comparuerit, conquerens tantum pecunie obtinuit quanta in citatione<br />

fuerit taxata; et citatus, quia non comparuit, debet iudici de banno tres solidos;<br />

item censuales alicuius domini spiritualis a nobis vel nostro sculteto ad iudicium<br />

citati fuerint, dominus eorum spiritualis poterit eos a iudice eripere, ita quod promittat<br />

certa ¢de se debere iuste iudicare;<br />

item cum aliquis super hereditate aliqua citatus ad iudicium prima die pre¢xa sibi<br />

a iudice non comparuerit, citandus est secundo, et si secundo non comparuerit,<br />

citabitur tercio, et si tunc non venerit, tenebitur satisfacere iudici de utroque excessu<br />

persolvendo ei duos solidos lo<strong>van</strong>ienses; si vero tercio non venerit, cadit citatus<br />

a causa et hereditas, super qua citatus est, ipsi abiudicabitur; si autem<br />

conquerens aliqua die non comparuerit de dictis tribus diebus citationis, cadit<br />

penitus a causa;<br />

Hoe men sal zweren<br />

qui debet iurare de re pecuniali, poterit cadere a causa et eam amittere si verbotenus<br />

male iuraverit vel contra modum iurandi venerit;<br />

Den peen <strong>van</strong> qualic te zweren<br />

qui iuraverit super hereditates in primo vel secundo iuramento, cadere non poterit;<br />

si autem tercio iurans debitum modum iurandi excesserit, cadit a causa et quotiens<br />

male iuraverit, tociens iudici duos solidos lo<strong>van</strong>ienses persolvet;<br />

Van den drie iairgedingen<br />

item in dicto opido tria placita annalia servabuntur, primum proxima feria tercia<br />

post Epiphaniam Domini, secundum proxima / feria secunda post octavas Pasche,<br />

tercium feria secunda post festum Nativitatis Baptiste et dicta placita sunt in ecclesia<br />

indicenda;<br />

Den brueck die yemanden quetsten<br />

si quis alium instrumento acuto vulneraverit et de hoc per scabinos convictus fuerit,<br />

decem talenta domino persolvet vel manu prevabitur; 1<br />

dOvervallen bynnen huyse<br />

si quis alium infra mansionem suam per se vel per alios occiderit, ipse cum suis<br />

complicibus, si per scabinos convicti fuerint, erunt in potestate domini;<br />

si quis aliquem infra mansionem suam vulneraverit, decem talenta et quilibet<br />

complicum suorum XL ta quinque solidos Lo<strong>van</strong>iensium domino persolvent, si<br />

per scabinos convicti fuerint;<br />

si is qui in propria mansione se defendendo aliquem occiderit, quatuor Lo<strong>van</strong>ienses<br />

denarios persolvet et per hoc dominus eum tenebitur tueri et reconsiliare et<br />

condere ¢rmam pacem;<br />

1 Aldus hs., lees privabitur.<br />

47


fol. 64 v<br />

1283-1284<br />

Ius talionis<br />

item si aliquis quassator per scabinos convictus fuerit, caput pro capite, oculum pro<br />

oculo et simile membrum pro simili membro de proprio membro tenebitur amittere;<br />

De crimine capitali<br />

qui super furto, incendio, rapina sive exhibitione veneni deprehensus fuerit et per<br />

scabinos convictus, capitalem debet inire sententiam; et si non convictus per scabinos<br />

sala manu iurando se ab 1 poterit excusare;<br />

De fure deprehenso<br />

qui furem in domo sua deprehenderit, poterit eum cum vicinis suis tenere et iudici<br />

presentare; si vero deprehensum fuerit, dimiserit et de hoc per scabinos convictus<br />

fuerit, id ad gratiam domini emendabit;<br />

De debitoribus ser<strong>van</strong>dis<br />

qui coram iudice super debitis convenitur et convincitur, iudex debet debitorem custodie<br />

preconi deputare per duas ebdomadas ser<strong>van</strong>dum et interim a precone pascendum;<br />

et post duas ebdomadas iudex tradet debitorem in potestate, cuius est<br />

debitor, ita quod ille debitorem suum pascet non vexando corpus ipsius donec secum<br />

componat, etc.; /<br />

Van bourge te stellen in recht<br />

si quis in iudicio coram iudice comparuerit, tenebitur iudici, si exigerit, quo ad ius<br />

suum ponere ¢deiussores; opidanus vero, si in iudicio conveniatur et aliquid iuris<br />

citra eum contigerit iudicem, poterit a iudicio recedere sine ¢deiussore, si tantum<br />

possideat quantum in valore iudici citra eum competit; si non tantum possideat, tenebitur<br />

prestare ¢deiussoriam cautionem;<br />

Van tegenseggen<br />

si quis in iudicio obloquitur scabinis vel sentenciam ipsorum, etc. iniuste et contumaciter<br />

contradixerit, tenebitur domino persolvere decem talenta et cuilibet scabinorum<br />

unum talentum;<br />

De percussis manu vel trusis pede<br />

si quis alium irato animo manu percusserit primo vel pede truserit et de hoc per<br />

scabinos convictus fuerit, solvet quindecim solidos, videlicet quinque domino,<br />

quinque leso et quinque opido; si vero is, qui percussus fuerit, percussorem incontinenti<br />

repercusserit sine e¡usione sanguinis vel membri quassatione, que vulgo<br />

leemde appellatur, nichil solvet; sed si repercussor primo sine e¡usione sanguinis<br />

vel quassatione membri percussus fuerit et alium repercusserit ad e¡usionem sanguinis<br />

vel quassationem membri, extunc repercussor solvet penam debitam, etc.;<br />

Dat die tepper <strong>van</strong> gedroncken bier hemselven aensweren mach. Oic <strong>van</strong><br />

wiin, mede, etc.<br />

si quis tabernam intraverit et vinum illic biberit et ille, si opidanus sit, facta computatione<br />

statim non solverit sed recesserit usque ad mane ante meridiem crastine diei<br />

1 Aldus hs., men verwacht hierna hoc.<br />

48


fol. 65 r<br />

fol. 65 v<br />

soluturus; si autem ante idem tempus non solverit et querimonia super hoc ad iudicem<br />

delata fuerit, debitor ille vinitori persolvet tres solidos Lo<strong>van</strong>ienses iudici et vinitori<br />

duos; si vero debitor debitum huiusmodi, quod de potu vinitori debet,<br />

negaverit, ipse vinitor debitum tale suo proprio iuramento a¤rmare poterit usque<br />

ad summam quinque solidorum Lo<strong>van</strong>iensium; idem ius erit si bibatur ad cervisiam<br />

vel medonem; /<br />

Altyt te moigen uuyten gelage te gaen ende te betalen<br />

si plures ad potum vini, cervisie vel medonis simul biberint et aliquis eorum prius<br />

aliis a potu recedere voluerit, quandocumque sibi placuerit recedere poterit, si partem<br />

que ipsum de potu tunc cum recedere voluerit, persolverit vinitori seu tabernario;<br />

De correctione false mensure<br />

qui de falsa mensura accusatus et convictus fuerit, tenebitur tres libras Lo<strong>van</strong>ienses<br />

iudici persolvere.<br />

Hier nae volgt int dese selve previlegie oft ennich<strong>van</strong> man oft wy¡ storve oft deen<br />

oft dander weder huwelic dede, hoe die gueden versterven zullen ende des dairaen<br />

cleeft; suecket int selver previlegie;<br />

Van den brueck die den richter tziin ontdreegt<br />

item qui aliquid iuris iudicem contingens violenter a iudicio detulerit et desuper per<br />

scabinos convictus fuerit, dabit quindecim talenta iudici pro satisfactione;<br />

Van den recht dat een bourger heeft als een vleeshouwer beesten coept<br />

si carnifex bovem, vaccam seu ovem a Martini usque Nativitatis Domini ad mactandum<br />

pro usu hominum emerit et opidanus superveniens huiusmodi animal ad<br />

proprium usum habere voluerit, si bos vel vacca fuerit, duos denarios, si porcus<br />

unum denarium, si ovis obulum dabit carni¢ci magis ex quo emerat et sic opidanus<br />

animal huiusmodi optinebit;<br />

Wat een bourger verliesen mach by zyn huysvrou comanscappende<br />

opidanus habens uxorem que piscare vel braxare solet, poterit per eandem panem<br />

iuxta plenitudinem unius fornacis amittere, sic etiam de cervisia, sic etiam de ¢lis<br />

laneis et lineis;<br />

De re furtiva<br />

item rem furtivam poterit verus possessor per testes iterum apprehendere et obtinere;<br />

De duello<br />

item quod nemo debet vocari ad duellum; /<br />

1283-1284<br />

De homicidio perpetrato<br />

si querimonia de homicidio perpetrato ¢at, reus homicidii ter quatuordecim et tribus<br />

diebus ante tribunal vocari debet et si non ad talem terminum comparaverit,<br />

diiudicabitur et pro prescripto reputabitur; si autem infra terminum huiusmodi<br />

quassator conductum requisierit a iudice nec obtinuerit, nequaquam diiudicari poterit;<br />

49


fol. 66 r<br />

1283-1284<br />

De testimonio contra burgensem<br />

extraneus contra burgensem nequaquam poterit testimonium perhibere;<br />

De femina oppressa<br />

si femina se vi oppressam seu stupro violatam a viro dixerit et de hoc querimonia<br />

fecerit sine ydoneis testibus, processum in querimonia habere non debet;<br />

De bonis titulo pigneris possessis<br />

si quis bona titulo pigneris sibi obligata possederit sine reclamatione per annum et<br />

amplius et quis eidem iniurietur super hiis, sola manu iurando a¤rmabit quidquam<br />

iuris habuerit in illis bonis;<br />

De expensis in iudicio factis<br />

si duo coram iudice vocati causam tractaverint, alter qui cadit a causa reliquo expensas<br />

solvere tenebitur, ita quod ille qui causam suam defensaverit ipsas expensas<br />

suo iuramento taxabit;<br />

De citandis opidanis<br />

preco burgensem non vocabit ad iudicium nisi ad domum suam coram duobus opidanis<br />

aut pluribus; ad consilium scabinorum nemo accedet nisi vocatus;<br />

De sentenciis scabinorum<br />

sentenciam scabini de Busco cum consilio aliorum scabinorum suorum factam et<br />

stabilitam nemo poterit cassare;<br />

De servicio burgensium<br />

burgenses de Busco non sunt obligati in servicio alicuius excepto domino; /si burgenses<br />

alicui in adiutorium processerint extra limina opidi, eodem die sole adhuc<br />

splendente revertentur ad idem opidum, nisi cum dominus cum ceteris universitatibus<br />

aliorum opidorum communiter iverit; tunc enim burgenses cum domino sicut<br />

relique universitates aliorum opidorum pro¢ciscentur;<br />

De oppresione femine alicuius<br />

qui super violacione alicuius femine competenti probatione in iudicio convictus<br />

fuerit, erit plectendus sentencia capitali; et si femina ab huiusmodi probatione defecerit,<br />

domino solvet decem talenta, que si solvere non poterit, per decem annos exterminabitur<br />

seu proscribetur ab opido de Busco;<br />

De possessione hereditatis per annum<br />

qui patrimoniumvel hereditatem alicuius mercatus fuerit et sub testimonium scabinorum<br />

sine reclamatione per annum et diem vel amplius possederit, nulli post dictum<br />

terminum, etiam si repetatur, desuper tenebitur respondere;<br />

De arrestatis sine licentia recedendis<br />

si arrestatus coram duobus opidanis in opido sine licentia iudicis ab opido recesserit<br />

et desuper convictus fuerit, XL ta quinque solidos solvet iudici;<br />

De testimonio conferendo super debito<br />

qui aliquem debito aliquo in iudicio conveniat et testes desuper ydoneos habeat, testes<br />

iuramento tenentur testimonium perhibere, sed actor non tenebitur iurare;<br />

50


fol. 66 v<br />

fol. 67 r<br />

fol. 67 v<br />

fol. 68 r<br />

De censu fundi solvendo<br />

quilibet opidanorum de Busco quolibet anno Martini de integra area XII denarios<br />

Colonienses et duos pullos, de dimidiaVI denarios et unum pullum domino solvere<br />

tenetur; scabinus vero scabino exeunte huiusmodi non solvet;<br />

De pascu scabinorum in placitis annalibus<br />

iudex opidi pascet scabinos ter in anno ad tria iudicia annalia predicta, et ter ad<br />

predictos terminos ipsis exhibebit maheriam;<br />

De libertate burgensium<br />

opidanus dicti opidi nulli debet esse servilis sed secundum iura opidi libertate fruetur;<br />

/<br />

Van hoetvairt te halen<br />

item burgenses de Busco ius opidi sui extra opidum suum non requirent; si vero sentencias<br />

requirere voluerint, eas requirent apud Louanium;<br />

Quod ¢lii sacerdotum et illegitimi non possunt testari<br />

item ¢lii sacerdotum vel alii non legitimo thoro procreati non poterunt perhibere<br />

testimonium in preiudicium bonorum vel vite alicuius opidani loci de Busco, etc.;<br />

prout premissa 1 in dicto previlegio lacius continentur, quodquidem previlegium<br />

comprehenditur folio XVII et ad signum (½10).<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LXXXIIII to .<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LXXXV to ./<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LXXXVI to .<br />

Van Huesden<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel toech die voirs. ierste hertoich Ian met groeter<br />

macht voir Huesden ende hy wan die borcht aldair ende besettense met volck.<br />

Ende <strong>van</strong>dair toech hy ne¡ens die Maze ende wan die borcht <strong>van</strong> Malrepas die<br />

hy destrueerden.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LXXXVII o .<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LXXXVIII o ./<br />

Remigii confessoris anno M o CC o LXXXIX o .<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XC mo .<br />

1293-1294<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XC primo: Alardus de Keent, Arnoldus Poldonck.<br />

/<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XCII o : Macharius de Gandauo, Arnoldus<br />

Rouer.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XCIII o : Wellinus ¢lius quondam Hille, Bartholdus<br />

de Hosdina.<br />

1 Hierna inferius doorgestreept.<br />

51


fol. 68 v<br />

fol. 69 r<br />

fol. 69 v<br />

1294-1295<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XCIIII to : Wellinus ¢lius Egidii Cnode, Nycolaus<br />

de Megen,Thomas deVden. /<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XCV to :Wellinus ¢lius quondam Hille, Henricus<br />

de Neynsel.<br />

nu sterf dierste hertoich ian<br />

Omtrent der tyt <strong>van</strong> desen scepenstoel soe trouden die greve <strong>van</strong> Baren des coninx<br />

dochter <strong>van</strong> Engelant, daer die voirs. ierste hertoich Ian ter brulochten was. Ende<br />

in een tornoyspel datt daer gehouden wairt, wairt die voirs. hertoich Ian in de<br />

muys <strong>van</strong> zynen arm geraect ende gequetst, daira¡ hy oudt wesende XLI iaren<br />

ster¡ ende wairt gebracht tot Bruessell ende begraven aldair ter mynrebruederen.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XCVI to ./<br />

teser tyt began te regneren die tweeste hertoich ian<br />

Nae dode <strong>van</strong> den voirscr. iersten hertoge Ian wairt hertoge <strong>van</strong> Brabant Ian<br />

voirs., ziin zoen, wesende die tweeste hertoge Ian. Dese voirs. tweeste hertoge<br />

Ian int ierste iair <strong>van</strong> zynen hertoichdom, als int voirs. iair M CC XCVI, track<br />

hii met heircracht voir Wassenberge ende belach dat langen tyt ende ten eynde<br />

creech hyt met all datter toebehoirden.<br />

ten tyde <strong>van</strong> den tweesten hertoich ian 1<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XCVII o : Wellinus ¢lius Hille, Arnoldus de<br />

Waderle.<br />

Omtrent deser tyt began dat vreeslike oirloge <strong>van</strong> den vierden coninc Philips <strong>van</strong><br />

Vrancryc, geheiten die Schoen Philips, tegens die Vleminge. Ende hadde / oirspronck<br />

omdat greve Gwido <strong>van</strong>Vlaenderen een zyn dochter, geheiten Philippa,<br />

die de voirs. coninc uuyter fonten hadde geheven, tegens desselfs conincx wille<br />

geven woude des coninx zoen <strong>van</strong> Engelant, welke dochter die coninc <strong>van</strong>Vrancryc<br />

voirs. by hem hyelt om thuwelic te beletten. Ende mitsdien die greve den coninc<br />

<strong>van</strong> Vrancryc nyet en woude gehoirsam wesen, trac die coninc op<br />

Vlaenderen, destruerende vele lants aldair. Coninc Eduwart <strong>van</strong> Engelant voirs.<br />

quam den greve te hulpen, mar hy en const hem alsoe nyet gehelpen. Coninc Philips<br />

voirs. vingt den greve ende beyde zyn zoen ende stelden greve Iacoppen <strong>van</strong><br />

Sympol regent inVlaenderen, die deVleminge ongenadichlic regeerden.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XCVIII o .<br />

1 Herhaald <strong>van</strong>affol. 69 v tot en met fol. 73 r .<br />

52


fol. 70 r<br />

fol. 70 v<br />

fol. 71 r<br />

fol. 71 v<br />

De libra seu statera 1<br />

Tempore iamdicti scabinatus Iohannes, secundus illius nominis, dux Lotharingie,<br />

Brabantie et Lymburgie, / pro conservatione libre seu statere infra opidum<br />

de Buscoducis inter cetera contulit et ordinavit, videlicet in primis quod libripendes<br />

seu librarii eiusdem de quocius centum cestarum argenti cer. 2 plumarum recipient<br />

et habebunt tres antiquos Lo<strong>van</strong>ienses; et de qualibet magna libra lane,<br />

que continet et facit triginta sex libras unum antiquum Lo<strong>van</strong>iensem et sic de<br />

aliis; prout in litteris 3 comprehensis ad signum (½11) et folio C XXXVII.<br />

Remigii confessoris anno M o CC o XCIX o :Thomas deVden, Nycolaus de Megen.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o fuerunt scabini in Buscoducis sequentes:<br />

Walterus ¢lius quondam dicti Nenne, Lupardus Merger. 4<br />

Den coep <strong>van</strong> half Mechelen<br />

Int voirs. iair creech die voirs. tweeste hertoige Ian / by coepe <strong>van</strong> bisscop Huge<br />

<strong>van</strong> Ludick hal¡ Mechelen ende dander helfte behoerden heren Iannen Barthout,<br />

die de 5 te leen <strong>van</strong> denselven hertoghe Iannen hyelt.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o primo: Nycolaus de Ouden.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o secundo.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o tercio: Wellinus ¢lius Hille, Henricus de<br />

Zonne. /<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o quarto.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o quinto: Gerardus de Neysel, Arnoldus ¢lius<br />

Bartholdi.<br />

Van den dootslach des heren <strong>van</strong> Kuyck tot Hyntham gesciet<br />

1305-1306<br />

Tempore istius scabinatus seu anno iamdicto dictus Iohannes, secundus illius nominis,<br />

dux Lottharingie, Brabantie, etc., in certis suis litteris communitatem burgensium<br />

suorum de Buscoducis de et a certis suis forefactis, excessibus et delictis<br />

et a quodam homicidio cuiusdam domini de Kuyck per ipsos burgenses in quodam<br />

insultu et con£ictu inter ipsos burgenses ex una et homines seu adiutores ducis<br />

ex altera partibus, inter villam de Roesmalen et Hyntham iuxta Buscumducis<br />

commissis et perpetratis, occasione quinque milium et quingentarum / librarum<br />

loco emende absolvit;<br />

1 Vertaling: over het wegen.<br />

2 Men verwacht een accusatief. De betekenis is onduidelijk, zie ook: Camps, ONB, I-2, 692,<br />

nr. 576.<br />

3 Hierna inferius doorgestreept.<br />

4 Aldus hs., lees Niger.<br />

5 Aldus hs., lees mogelijk die.<br />

53


fol. 72 r<br />

fol. 72 v<br />

1305-1307<br />

Prius concessus ad imponendas assisias<br />

et concessit eidem communitati assisias imponere posse ad dictas libras solvendas<br />

destituitque inter cetera in dicto opido magistratum; prout in litteris incipientibus:<br />

`Nos Iohannes, Dei gratia Lotharingie, Brabantie', etc. et comprehensis ad signum<br />

tale (½12) ac folio XXII.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o sexto: Wolterus dictus Nenne, Nycolaus de<br />

Megen.<br />

Aengaet Lytt<br />

Tempore dicti scabinatus supradictus Iohannes, secundus illius nominis, dux,<br />

etc., in certis suis litteris mandavit illis de Lytt, de Littoyen et de Herwarden, quatenus<br />

sentencias eorum, quociens indiguerint, apud Buscum requirant et ad idem<br />

tamquam ad caput eorum pro iudicio habendo accedant, quia ut inibi quitquid<br />

iuris episcopus Leodiensis apud eos habebat progenitoribus ducis causa permutationis<br />

dederat; quequidem littere incipiunt: `Nos Iohannes, Dei gratia dux Lotharingie,<br />

Brabantie et Lymburgie', etc. et comprehenduntur 1 folio XXV et ad<br />

signum tale (½13). /<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o septimo.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o octavo: Arnoldus Dicbier, Arnoldus Poeldonck,ThomasValant,<br />

Iohannes Francke, Henrick<strong>van</strong> Neynsel.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o nono:Wellinus ¢lius quondam Hille, Iohannes<br />

Francke. /<br />

Van den heemael int Eygen<br />

Tempore iamdicti scabinatus supradictus Iohannes secundus concessit cartham<br />

di¤nitorie dicte des heemaels loci dicti <strong>van</strong> den Eygen. Et inibi loci predicti ordinavit<br />

septem iuratos di¤nitores, dictos heemraden, dans eisdem potestatem ut<br />

inibi, qui vero locus predictus infra palos etterminos inibi invulgari ideomate expressos<br />

et ut sequitur est situatus, videlicet: te beginnen <strong>van</strong> den dyck, geheiten<br />

den Hoofdyck, streckende <strong>van</strong> der sluysen by Gewanden gelegen, geheiten gemeyntlic<br />

ter Druthuoert, totten seven vierdelen lantz heren Geerlix <strong>van</strong> den<br />

Bosch, reyckende voirts totten gericht <strong>van</strong> Ge¡en ende totter stegen <strong>van</strong> Nulant,<br />

die leeght tusschen die voirs. seven vierdelen lantz ende den gericht <strong>van</strong> Ge¡en,<br />

<strong>van</strong> derselver stegen voirt boven die stege, geheiten Kepkens Donck, <strong>van</strong> der zyden<br />

voirt tot Ansems woeninge <strong>van</strong> Nulant totten dyc toe, geheiten Wolfsdyck,<br />

ende <strong>van</strong> dien dyc voirt tot heer Henricx woeninge <strong>van</strong> Nulant, des ridders, ende<br />

<strong>van</strong> derselver woeningen voirts totter kercken <strong>van</strong> Nulant, totter kercken <strong>van</strong><br />

Roesmalen ende <strong>van</strong> der kercken <strong>van</strong> Roesmalen voirt totter kercken <strong>van</strong> Orthen<br />

ende <strong>van</strong> der kercken <strong>van</strong> Orthen al totter Diesen; quequidem cartha comprehenditur<br />

folio XXV.<br />

1 Hierna inferius doorgestreept.<br />

54


fol. 73 r<br />

fol. 73 v<br />

fol. 74 r<br />

Oic <strong>van</strong> denselven hemael in dEygen<br />

Item nae derselver carthen volgt oic insereert dairnae een ander carthe <strong>van</strong> den<br />

daet M CCC XLVI, oick <strong>van</strong> den heemael <strong>van</strong> /den Eygen sprekende, ende dairinne<br />

onder meer isbegrepen dat <strong>van</strong> allen saken, behorende ter scouwen<strong>van</strong> allen<br />

gueden gelegen bynnen der vriheit der stat <strong>van</strong> Den Bosch endebynnen den scouwen<br />

<strong>van</strong> den heemael <strong>van</strong> den Eygen, zullen wesen <strong>van</strong> nu voirtaen emmermeer<br />

seven heemraiden; welke carthe begint: `Ian, by der gracien Goids', etc. ende is<br />

begrepen opten blade XXVIII.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o decimo: Nycolaus de Megen, Henricus de<br />

Sonne.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XI o : Arnoldus Dicbier, IohannesVrancken. /<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XII o : Wellinus ¢lius Hille, Arnoldus Poeldonc.<br />

dat die tweeste hertoich ian sterff<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel ster¡ hertoich Ian dieTweeste voirs. terVueren<br />

<strong>van</strong> den steen ende hy waert begraven te Bruessel tot Sinter-Goedelen. Hii hadde<br />

te wive vrouwe Margrieten, dochter coninx Eduwarts <strong>van</strong> Engelant, die de sale ter<br />

Vueren dede maken. Hii wan dairaen enen zoen dien hii afterlyete, die geheiten<br />

was oick Ian. Die was die dorde Ian ende men hyeten Ian <strong>van</strong> Coudenberch. Hy<br />

was schoen, gracioes, zuet <strong>van</strong> synnen ende <strong>van</strong> sprake. Dese voirs. dorde Ian was<br />

mer XII iairen oudt als zyn vader voirs. ster¡. / Ende als dieselver tweeste hertoich<br />

Ian, zyn vader, noch leefden, zoe was een huwelic begrepen tusschen den<br />

voirs. dorden hertoge Iannen ende vrouwe Marie, dochter greve Lodewiicx <strong>van</strong><br />

Eureus, die des dorden coninx Philips <strong>van</strong>Vrancryc zoen was ende zynder tweester<br />

huysvrouwe, vrouwe Marie, dochter des yersten hertoge Ians <strong>van</strong> Brabant;<br />

soe datse malcanderen bestonden in den tweesten ende dorden graed, mitz welken,<br />

eert huwelic bequam, zoe most dat gescieden by dispensacien <strong>van</strong> den Stoel<br />

<strong>van</strong> Romen.<br />

tentyde<strong>van</strong>dendordenhertoichian 1<br />

1312-1313<br />

Die voirscr. dorde hertoich Ian, die men hyet Ian <strong>van</strong> Coudenberge, wairt nae<br />

zyns voirs. vaders doot hertoige <strong>van</strong> Brabant als int iair voirs. Ende int beginne<br />

<strong>van</strong> zynen hertoichdom worden die coepluyden uuyt Brabant alomme rasteert<br />

voir die sculden die zyn voirvaders mitz horen oirlogen ende die groete cabbas<br />

<strong>van</strong> hoeren heren sculdich waren gebleven. Ende by zynen consent betaelden die<br />

coepluyden die sculden ende ont¢ngen weder des hertoigen demaynen.<br />

1 Herhaald <strong>van</strong>af fol. 73 v tot en met fol. 101 r .<br />

55


fol. 74 v<br />

fol. 75 r<br />

1312-1313<br />

Cartha de Cortenberch 1<br />

Tempore iamdicti scabinatus dictus Iohannes, tercius illius nominis, dux Lotharingie,<br />

Brabantie, etc., concessit cartham nuncupatam die carthe <strong>van</strong> Cortenberge<br />

et inibi inter cetera voluit: 2 /<br />

Alleen bede te geven uuyt drie saken, etc.<br />

quod nec ipse nec sui successores ullo tempore futuro precariam aliquam recipiant,<br />

nisi ex causa milicie aut matrimonii aut captivitatis, etc.; et inibi adhuc:<br />

Dat men vonness geven sal nae uuytwysen der brieven<br />

dat hy houden sal zyn lant te witte ende te vonnesse ende vonnesse doen gelyc die<br />

brieve spreken diere op gemaect zyn;<br />

Dat men enen yegelycken recht sal doen nae zynrer statrecht<br />

item dat hy ende zyn nacomelingen die goede lieden houden ende handelen zal nae<br />

recht <strong>van</strong> elcker stat <strong>van</strong> allen dingen ende dairboven nyet werken noch laten werken;<br />

Van den regenten in Brabant<br />

item adhuc inibi habetur quod Brabantia admissione dicti domini ducis stabat sub<br />

gubernatione quatuor militum, trium proborum virorum de Louanio, trium de<br />

Bruxella, unius de Antwerpia, unius de Buscoducis, unius de Thienen et unius de<br />

Leeuwen.<br />

Dese hebben die cartthe <strong>van</strong> Corthenberge metten voirs. dorden hertoich Iannen<br />

bezegelt: greve Gerart <strong>van</strong> Guylic, greve Arnt <strong>van</strong> Loen, heer Reynout <strong>van</strong> Valkenborch<br />

ende <strong>van</strong> Monyoen, heer Florys Barthout, heer <strong>van</strong> Mechelen, heer Gerart,<br />

heer <strong>van</strong> Diest, borchgreve tAntwerpen, heer Raess, heer <strong>van</strong> Liedekercke<br />

ende Breda, heer Gerart, heer <strong>van</strong> Hoerne, heer Arnt, heer <strong>van</strong>Wesemael, mairscalc<br />

<strong>van</strong> Brabant, heer Arnt <strong>van</strong>Wesemael, heer <strong>van</strong> Bergen, Henric <strong>van</strong> Louene,<br />

Philips, greve <strong>van</strong>Vyanen, heer Philips <strong>van</strong>Vyanen, heer <strong>van</strong> Rumste,Wouter,<br />

heer <strong>van</strong> Edeghem, heer Henric Barthout, heer <strong>van</strong> Du¥e, <strong>van</strong> Gheel. /<br />

Dese hebben oic besegelt als voir: heer Goessen <strong>van</strong> Godsenhouen, heer Philips<br />

<strong>van</strong> Liedekercke, heer <strong>van</strong> Huluenhout, heer Ian Barthout, die men heet <strong>van</strong> Berlair,<br />

heer <strong>van</strong> Keerberge, heer Willem, heer <strong>van</strong> Craendonc, heer Henric Kemerlinc,<br />

heer <strong>van</strong> Heuerle, heer Ian, heer <strong>van</strong> Sembre¡e, heer Gerart <strong>van</strong> Quaecbeke,<br />

heer Goyart, zyn brueder, ridderen, heer Daniel <strong>van</strong> Boechout, heer Gerart, heer<br />

<strong>van</strong> Herlair, heer Raess <strong>van</strong> Grauen, ridderen, heer Meywe, heer <strong>van</strong> Wauere,<br />

heer Arnout <strong>van</strong> Helbede, heer Arnout Lombart <strong>van</strong> Yssche, heer Willem <strong>van</strong><br />

Bouter, heer Robbert <strong>van</strong> Glore, ridderen, heer Nycoel <strong>van</strong> Dorne, heer Geerlic<br />

<strong>van</strong> den Bosch, heer Henric <strong>van</strong> Meldert, heer Ian <strong>van</strong> Rasenhoue den ouden,<br />

heer Ian <strong>van</strong> Rasenhoue den iongen, heer Kaerle <strong>van</strong> der Riuiyeren, heer Ian<br />

<strong>van</strong> Ophem, heer Iacop <strong>van</strong> Gentinees, heer Ian, heer <strong>van</strong> Agimont ende <strong>van</strong><br />

1 Vertaling: het charter <strong>van</strong> Kortenberg.<br />

2 Vertaling: ten tijde <strong>van</strong> voornoemd schepenjaar heeft genoemde Jan III, hertog <strong>van</strong> Lotharingen,<br />

Brabant, etc. het charter <strong>van</strong> Kortenberg gegeven, waarin hij onder andere vastlegde:<br />

56


fol. 75 v<br />

fol. 76 r<br />

fol. 76 v<br />

Waelhem, Gerart, heer <strong>van</strong> Merbeys ende borchgreve <strong>van</strong> Bruessel, Gerart, heer<br />

<strong>van</strong> Ghete, Lodewyc <strong>van</strong> Lummele, voigt <strong>van</strong> Haspegouwe, heer <strong>van</strong> Chaumont.<br />

/<br />

Dese hebben oic besegelt: heerWillem, heer <strong>van</strong> Rotselair, Alart, heer <strong>van</strong> Rieue,<br />

Robbrecht <strong>van</strong> Assche, Gerart <strong>van</strong> der Aa, Reyner Bordon <strong>van</strong> Haley, heer Henric<br />

<strong>van</strong> Wanghe, ridder, Ian, heer <strong>van</strong> Kuyck, Arnout, heer <strong>van</strong> Crayengen, Ian<br />

<strong>van</strong> Hoesden, heer Goyart <strong>van</strong> den Bosch, ridder, heer Reyner <strong>van</strong> Borlammont,<br />

heer <strong>van</strong> der Bruyre, heer Ott <strong>van</strong> Kuyck, heer Arnt <strong>van</strong> Diest, heerThomas, zyn<br />

brueder, heer Arnt <strong>van</strong> Leefdale,Wouter <strong>van</strong> Berthem; quequidem cartha 1 comprehenditur<br />

folio XXX et ad signum (½14).<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XIII o : Henricus de Aggere, Iohannes Dicbier<br />

iunior, Arnoldus Dicbier, Arnoldus Poeldonck.<br />

Teser tyt was heer Geerlaec <strong>van</strong> den Bosch, dairaf die Geerlixe brug den name<br />

heeft. / Ten tyde <strong>van</strong> den voirscr. scepenstoel ende int iair voirs. ster¡ die voirs.<br />

keyser Henrick, die zwager des voirs. ierstehertoge Ians, want hydesselfs hertoich<br />

Ians dochter hadde, geheiten Margriet, dairaen hy hadde gewonnen enen zoen,<br />

geheiten Ian, die wert coninc <strong>van</strong> Behem, die opruerden doirloge der XVI lantsheren<br />

tegen den voirs. dorden hertoich Ian, als nae bliict; <strong>van</strong> welken keyser Henricken<br />

men seegt dat hy ontfangende dat Heilige Sacrament vergeven wairt, etc.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XIIII to .<br />

DieWalsche carthe<br />

1314-1315<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel soe heeft die dorde hertoge Ian voirs. verleent<br />

een carthe die men heyt dieWalsche carthe, /ende dairinne by raide heren Lodewycs,<br />

zoen sconinx <strong>van</strong> Vrancryc, greve <strong>van</strong> Euereus, ende anderen <strong>van</strong> zynen<br />

rade geordineert:<br />

Oft yemand voir scout sheren gevaen wordt<br />

in den ierste, worde yemanden zyn goet genomen <strong>van</strong> zynre wegen, dat men dat <strong>van</strong><br />

zynen gereetsten goet lossen zal;<br />

Van penningen te slaen<br />

item dat men gheen penningen in Brabant en sal slaen, tenzy invryen steden ende by<br />

raide der steden in Brabant;<br />

Con¢rmacie der previlegien<br />

item oic con¢rmeert allen carthen ende letteren ende geloeften den steden, cloesteren<br />

ende den lande <strong>van</strong> Brabant verleent;<br />

Van den vorsteriien, etc.<br />

item dat men geen meyeryen, ondermeyeryen, voirsteryen en sal geven te lyve oft tot<br />

enen tyde;<br />

1 Hierna inferius doorgestreept.<br />

57


fol. 77 r<br />

fol. 77 v<br />

1315-1316<br />

Van den wegen<br />

item dat nyemand en sal moigen ontfaen gelt om wege te maken, hy en zalt dairaen<br />

leggen; welke carthe is begrepen nae opten blade XXXIIII.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XV to : Arnoldus Dicbier, Arnoldus <strong>van</strong> Poeldonck,<br />

Iohannes Lysscop, Iohannes Dicbier iunior.<br />

In desen scepenstoel ten versueck <strong>van</strong> Dircken Roeuerss. waert gedaen en 1 beleydt<br />

<strong>van</strong> den heemraitscap <strong>van</strong> Empel ende <strong>van</strong> den recht der scepenenbrieven<br />

deser stat, folio C LX.<br />

Int iair voirs. zoe begonst te regenen in den meye / ende blee¡ regende omtrent<br />

een iair lanck, alzoe dat coren ende die vruchten all meest verdorven. Oeck begonst<br />

een grote duer tyt, nyet alleen int coren, mar in alrehande nootdorften, alsoe<br />

dat vele menschen storven <strong>van</strong> honger. Ende int naevolgende iair quam een<br />

grote sterfte.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XVI to : Henricus de Zonne, Iohannes Dicbier,<br />

Petrus deVia Lapidea, Henricus de Aggere, Nycolaus de Megen.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XVII o ./<br />

Nota dat Tyel Brabant was<br />

Item ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel stont op tegens den voirs. iongen hertoige<br />

Ian den Dorden heer Ott <strong>van</strong> Bueren, die int lant <strong>van</strong> Gelre woenden, overmits<br />

zekere vorwarden die hy seeghden hem <strong>van</strong> den hertoge nyet gehouden te wesen,<br />

etc., ende quam met gewapender hant voirTyell, dat doen den hertoich toebehoirden,<br />

dair die <strong>van</strong> bynnen tegens hem uuytquamen. In welken uuytcomen hy die<br />

versloech ende creech in die stat; dat hem nochtans saeftelic verginc, mitzdat hy<br />

hadde die bastartdochter <strong>van</strong> greveWillemen <strong>van</strong> Hollant, die de overdaet metten<br />

greve <strong>van</strong> Gelre tot Hoichstraten nederleeghden.<br />

Aengaet Huesden<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel soe heeft greve Dirck <strong>van</strong> Cleue het herscap,<br />

toll ende alle alsulcken goet als gelegen is aen geen zyde der Ouder Mazen, gelyc<br />

die heer <strong>van</strong> Huesden ende Ian, zyn zoene, dat <strong>van</strong> zynen alderen houdende had<br />

geweest, overgegeven ende verlydt heren Gerarden, heer <strong>van</strong> Hoerne, <strong>van</strong> Altenaa,<br />

<strong>van</strong> Perewys, etc. ende <strong>van</strong> Herlair, ende Iannen <strong>van</strong> den Elshoute tot behoe¡<br />

sheren zoen<strong>van</strong> Hoesden onder condicie dat hy zoude betalenVI M ponden zwairterTornoysen,<br />

etc.; prout in litteris comprehensis folio CCCC XXI.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XVIII o ./<br />

1 Aldus hs., lees enen.<br />

58


fol. 78 r<br />

fol. 78 v<br />

fol. 79 r<br />

Aengaet assysen te hoigen, dalde mueren af te breken ende die huysen<br />

af te breken<br />

Ten tyde <strong>van</strong> denvoirs. scepenstoel soe heeft die voirs. dorde hertoge Ian deser stat<br />

geoirloft hoir assysen te moegen hoigen, die stat te moigen vesten, die aude mueren<br />

afbreken ende ennige huysen hen lettende oic af te moigen breken ende by redenen<br />

die proprietarys dairaf te vergeldene; prout in quadam cartha<br />

comprehensa folio XXXVII.<br />

Belech voer Zittart<br />

Ten tyde oeck<strong>van</strong> den voirs. scepenstoel beleeghden die voirs. dorde hertoich Ian<br />

met groeter macht die stat <strong>van</strong> Zittart, toebehoerende heren Reynout <strong>van</strong>Valkenborch,<br />

die hy wan ende innecreech.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XIX o : Iohannes ¢lius Haykini, Ghiselbertus<br />

Lysscap. /<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XX o .<br />

Concernit pannicidas et pannos vendendos 1<br />

Tempore dicti scabinatus scabini, iurati et consules opidi de Buscoducis inter 2<br />

statuerunt quod nullus burgensium dicti opidi et extraneorum quorumcumque<br />

infra ambitum loci dicti opidi pannos vendere poterit inscidendos, nisi prius ad<br />

guldam pannicidarum in domo pannorum domini nostri ducis fuerit acceptatus,<br />

sub pena trium marcharum;<br />

item et quod nullus burgensium et extraneorum predictorum lani¢cium exercens<br />

pannos con¢ciendos pannos vendere poterit quovismodo inscidendos, sub pena<br />

predicta; atque quod nullus ibidem pannos vendet inscidendos, nisi in dicta<br />

domo pannorum in quantum marcatores omnes ibidem stare poterunt; prout in<br />

litteris comprehensis folio XXXVIII.<br />

Aengaet Huesden<br />

1320-1321<br />

Ten tyde oick <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel vyele twiste tusschen den voirs. dorden<br />

hertoge Iannen ter eenre ende greve Willemen <strong>van</strong> / Hollant, overmits dlant <strong>van</strong><br />

Huesden, dwelck heer Ian <strong>van</strong> Huesden die gestorven was, te leen gehouden<br />

hadde <strong>van</strong> den hertoich <strong>van</strong> Brabant. Die hertoge voirs. hadde tslot inne ende die<br />

greve voirs. hadde die stat inne. Ende nae vele vechtinge wairt by seggers, zoe nae<br />

in brieven blyct, daira¡ uuytgesproken dat die hertoge voirs. die stat ende dlant<br />

<strong>van</strong> Huesden soude behouden. Ende den heer <strong>van</strong> Za¡enberge, die <strong>van</strong> zynre<br />

huysvrouwen wegen erfgenaem was totten voirs. heer <strong>van</strong> Huesden, hoewel hy<br />

zyn recht den voirs. greve vercoft hadde, waert toegeseegt CCC realen opte renten<br />

der voirs. stat <strong>van</strong> Den Bosch te boeren, alst nae blyct.<br />

1 Vertaling: over de gewantsnijders en de verkoop <strong>van</strong> laken.<br />

2 Aldus hs., hierna ontbreekt alia zoals blijkt uit cartularium fol. 38 r .<br />

59


fol. 79 v<br />

fol. 80 r<br />

fol. 80 v<br />

1321-1322<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XXI o : Emondus ¢lius Roueri, Arnoldus de<br />

Eynode.<br />

Aengaet Huesden<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel soe hebben heer Florens, heer tot Mechelen,<br />

Gerart, heer <strong>van</strong>Vorne, borchgreve <strong>van</strong> Zeelant, Ian, heer <strong>van</strong> /Arcle, ende Rogier<br />

<strong>van</strong> Leuendale, ridder, aengenomen een uuytspraeck te doen tusschen den<br />

voirs. dorden hertoich Iannen ende den voirs. greve <strong>van</strong> Hollant ende <strong>van</strong> Henegouwe,<br />

etc. aengaende der stat ende lande <strong>van</strong> Huesden; prout in litteris beginnende:`Wii,<br />

Florens Barthout', etc. ende begrepen folio CCCC XXII.<br />

Item tenselven tyde soe heeft hem die voirs. greve in de voirs. seggers overgegeven;<br />

prout in aliis litteris beginnende:`Wy,Willem, greve <strong>van</strong> Henegouwe, Hollant', etc.<br />

ende begrepen folio CCCC XXIII.<br />

Item tenzelven tyde, mitsdien die seggers voirs. tot Hoichstraten, dair den dach<br />

geleegt was, die uuytsprake tusschen die heren voirs. te doen, nyet en accordeerden,<br />

zy enen anderen dach malcanderen gesedt hebben tot Mechelen, ut inibi;<br />

prout in litteris begrepen folio CCCC XXIIII.<br />

Item ende noch tenzelven tyde soe heeft die voirs. greve <strong>van</strong> Hollant zyn consent<br />

gedragen tottenverleggen des voirs. daigz ende der plaetsenvoirs.; prout in litteris<br />

begrepen folio CCCC XXV.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XXII o : Emondus die Roeuer, Ghysbertus<br />

Lysscap. /<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XXIII o .<br />

Dopdracht gedaen den hertoich <strong>van</strong> Brabant <strong>van</strong> der stat <strong>van</strong> Den<br />

Graue<br />

Tempore iamdicti scabinatus dominus Otto, dominus de Kuyck et de Heuerle,<br />

opidum suum de Grauia dedit in manus dicti ducis Iohannis, tercii illius nominis,<br />

et idem dominus Otto dictum opidum cum suis iuribus iterum in feodum iure<br />

Brabantino a duce predicto recepit et homagium sibi prestitit; 1 prout in litteris<br />

incipientibus: `Otto, dominus de Kuyck', etc. et comprehensis folio CC LXXVI.<br />

Et subsequitur alia littera dicti domini Ottonis de donatione dicti opidi de<br />

Grauia, incipiens: `Nos Otto, dominus de Kuyck', 2 etc. et comprehensa folio CC<br />

LXXVIII.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XXIIII to ./<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XXV to : Rutgerus deVia Lapidea,Wolterus<br />

Colen.<br />

1 Vertaling: ten tijde <strong>van</strong> voornoemd schepenjaar heeft heer Otto, heer <strong>van</strong> Cuijk en Heverlee,<br />

zijn stad Grave in handen gegeven <strong>van</strong> genoemde hertog Jan III en heeft diezelfde heer Otto<br />

genoemde stad met haar rechten in leen terugont<strong>van</strong>gen <strong>van</strong> voornoemde hertog volgens<br />

Brabants recht en heeft hij hem leenhulde gedaan.<br />

2 Vertaling: en er volgt een andere akte <strong>van</strong> genoemde heer Otto over de schenking <strong>van</strong> genoemde<br />

stad Grave, beginnend:Wij, Otto, heer <strong>van</strong> Cuijk.<br />

60


fol. 81 r<br />

fol. 81 v<br />

Aengaet den hemael <strong>van</strong> Nulant, Ge¡en, <strong>Os</strong>, Littoyen, Lyt<br />

Tempore iamdicti scabinatus supradictus Iohannes, tercius illius nominis, concessit<br />

cartham di¤nitorie dicte des heemaels de Nulant, Ge¡en, <strong>Os</strong>,Tefelen, Littoyen<br />

et Lyt, iacentis infra palos infrascriptos, videlicet 1 beginnende <strong>van</strong> den<br />

gericht <strong>van</strong> Nulant totten gericht <strong>van</strong> Ge¡en ende <strong>van</strong> den gericht <strong>van</strong> Ge¡en totten<br />

gericht <strong>van</strong> <strong>Os</strong>. Ende dat gericht al doer ende <strong>van</strong> den gericht <strong>van</strong> <strong>Os</strong> doer tgericht<br />

<strong>van</strong> Tefelen al totten gericht <strong>van</strong> Littoyen, al totten gericht <strong>van</strong> Lyt doer die<br />

weteringe ons heren shertogen voert varende all totter Mazen toe, ende heeft dair<br />

gesedt seven heemraiden, etc.; welke carthe is begrepen opten blade CCCC<br />

XIX. /<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XXVI to : Petrus de LapideaVia, Emondus<br />

Roeuer.<br />

Hier versocht coninc Ian <strong>van</strong> Behem <strong>van</strong> zynre moeder wegen deel in<br />

Brabant<br />

Omtrent deser tyt quam coninc Ian <strong>van</strong> Behem voirs., des voirs. keyser Henricx<br />

zoen, totten voirs. dorden hertoge Ian te Bruessel, heysschende deell in Brabant<br />

als tverster¡ <strong>van</strong> zynre moeder Margrieten, der keyserinne, die een dochter was<br />

<strong>van</strong> den voirs. iersten hertoige Ian. Ende die voirs. dorde hertoge Ian antwoirden<br />

denvoirs. coninc dairop doer die stemme heeren Rogiers <strong>van</strong> Leuendale, dat geen<br />

recht en wair dat een dochter in Brabant een deel hebben zoude ende presenteerden<br />

hem des ten recht.<br />

Doirspronck des oirloigs der XVII lantsheren<br />

Die voirs. coninc Ian wairt toernich, seggende hy zoudt crigen als hy conste, ende<br />

wairt alsoe zyn vyant.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XXVII o ./<br />

Aengaet der weeckmarct deser stat<br />

1328-1329<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel soe heeft die voirs. dorde hertoich Ian verleent<br />

der stat <strong>van</strong> Den Bosch die weeckmarct ende gegeven allen comannen ende lieden,<br />

die comen willen ter voirs. marct, vast geleyde varende ende kerende <strong>van</strong><br />

gwoensdaigz ter noenen tot svrydaigz ter noenen dairnae volgende ende alsoe<br />

dat men dair nyemanne en sal moigen houden noch rasteren <strong>van</strong> ennigen sculden,<br />

tenzy dat zy die sculde geloeft hadden bynnen den marctdaige voirgenoempt;<br />

prout in litteris comprehensis folio XL.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XXVIII o : Helias Pannicida, Gerardus de<br />

Neynsel.<br />

1 Vertaling: tentijde<strong>van</strong> voornoemd schepenjaarheeftbovengenoemde Jan III hetcharter<strong>van</strong><br />

het rechtsdistrict <strong>van</strong> Nuland, Ge¡en, <strong>Os</strong>s,Tee¡elen, Lithoijen en Lith gegeven, liggend binnen<br />

de ondergeschreven grenzen, namelijk<br />

61


fol. 82 r<br />

fol. 82 v<br />

1328-1329<br />

Quitancie <strong>van</strong> den coep <strong>van</strong> Graue<br />

Tempore dicti scabinatus dominus Otto, dominus de Kuyck et de Heuerle, quitavit<br />

illustrem principem / Iohannem, tercium illius nominis, predictum de quinque<br />

milibus libris nigris Turonensibus in quibus idem Iohannes dicto domino<br />

Ottoni tenebatur ex causa opidi de Grauia, quod ipse dicto duci supportabat;<br />

prout in litteris comprehensis folio CC LXXVIII.<br />

Van den ingebot 1 ende pandinge in den lande <strong>van</strong> Herpen<br />

Ex certis litteris inferius insertis et datis etiam tempore dicti scabinatus patet,<br />

quod opidum de Buscoducis plenum habet ius videlicet <strong>van</strong> ingebot ende pandinge<br />

infra patriam de Herpen; incipientibus vero dictis litteris: `Nos Iohannes,<br />

Dei gracia'et comprehensis folio CCC XLIII.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XXIX o : Nycolaus de Megen, Rutgerus de<br />

LapideaVia.<br />

Teser tyt setten die alde scepenen die nyewe scepenen altiit, zoe oec in dit naevolgende<br />

previlegie verleent is. 2<br />

Die carthe <strong>van</strong> der heiliger Drievoldicheit<br />

Ten tyde des scepenstoels voirs. soe heeft die voirs. dorde hertoge Ian, die men hyet<br />

hertoge Ian <strong>van</strong> Coudenberge, deser stat verleent een carthe die men gemeyntlic<br />

noempt die carthe <strong>van</strong> der heiliger Drievoldicheit, welke carthe in vele poincten<br />

accordeert met eenre carthen bovengeruert ende / verleent by hertoge Iannen,<br />

den iersten <strong>van</strong> dien name, in den iair M CC LXXXIII.<br />

Die poirteren deser stat zyn tolvry in Brabant<br />

In welke carthe die voirs. dorde hertoge Ian heeft verleent deser stat vryheit <strong>van</strong> allen<br />

tolle overall te water ende te lande;<br />

Dat die poirteren hier ten recht horen<br />

item dat die poirteren <strong>van</strong> Den Bosch sullen alleen staen ten vonnisse der scepenen<br />

aldair;<br />

Dat die poirteren verantwoirt sullen werden<br />

item zoe wie <strong>van</strong> den omseteren ennigen poirteren onrecht dede aen zyn gueden dat<br />

hy met recht ende sonder clage beseten hedde, die scouthet met allen <strong>van</strong> der stat sal<br />

dair varen ende dat afdoen;<br />

Hoe men gedagen zal<br />

item dat die gedagen zullen gescien in presencien <strong>van</strong> twee poirters ende ten huyse<br />

<strong>van</strong> dengenen die men dagen sal ende int dagen die somme noemen; ende oft die<br />

gedaighde nyet voirt en queem, zal hy gelden den richter enen ban <strong>van</strong> drie scillingen;<br />

1<br />

Hetingebod: hetrechtomiemand voorde rechterstoeltedagen, zie: Coopmans,`HetBossche<br />

recht <strong>van</strong> ingebod', 42-63.<br />

2<br />

In margine nota.<br />

62


fol. 83 r<br />

fol. 83 v<br />

1329-1330<br />

Hoe men zweren zall<br />

item dat diegeen die zynen stever int zweren <strong>van</strong> geldelycken saken nyet en volgt,<br />

vervalt voir dierste; mar zwerende op erve vervalt hy ierst ter dorder reysen, indien<br />

hy zynen stever nyet envolgt; ende <strong>van</strong> elck qualyc zwerenvervalt hy in den peen<strong>van</strong><br />

twe scillingen, etc.;<br />

Van den iairgedingen<br />

item dat in de voirs. stat gehouden zullen werden drie iairgedingen: dierste / des<br />

maendaigs nae Dertiendach, dander smaendaigs nae Beloeken Paeschen, tdorde<br />

smaendaigs nae der geboerten Sint-Ians Baptisten; ende in elck iairgedinge sal die<br />

scouthet den scepenen teten geven ende hoir gruyt;<br />

Die den anderen wondt, verbuert X pont<br />

item die den anderen met scerpen wapenen oft getouwe wondt, die sal geven X pont<br />

ofte hant verliesen, indien hy met wittigen oirconden bedragen wordt;<br />

Die enen in zynen huyse dootsleet oft quetst<br />

item die by hemselven oft andere yemanden bynnen zynen huyse aenveerden ende<br />

hy en dootsleet, die dootsleger met allen zynen medeplichteren, werden zy bedragen<br />

met wittigen oirconden, zullen zyn in der moigentheit des heren; ende oft die<br />

dootsleger yemanden bynnen zynen huyse alleen wondt, die sals wesen op X pont<br />

ende elc <strong>van</strong> den medeplichteren op XLV scillingen, werden zy dairaf bedragen;<br />

Oft yemand bynnen zynen huyse wordt overvallen ende den overvalder<br />

dootsloech<br />

item ende oft yemand bynnen zynre woninge worde aengeveert ende hem verwerende<br />

den overdadigen dootsloege, hy sal alleene <strong>van</strong> elcken doden den heer gelden<br />

vier penningen; ende dairmede sal hem die heer bescermen ende tegens die mage<br />

verzoenen;<br />

Ius talionis<br />

ende een yegelyc ondedige, werdt hy <strong>van</strong> zynen moerde met wittigen orconden bedragen,<br />

hoeft voir hoeft, oige voir oige ende gelyc litt voir gelyc lyt <strong>van</strong> zynen eygen<br />

lichaem zall hy verliesen; /<br />

Die betuygt wordt <strong>van</strong> hoeftmesdaden geet int vonnis zyns lyfs ende onbetuygt<br />

mach hy zwerende hem onsculdigen<br />

item dat diegeen die <strong>van</strong> hoefmisdaden bedragen wordt, als <strong>van</strong> diefte, <strong>van</strong> brande,<br />

rove, vergi¡enisse oft andere dootlike dingen, ende dat met wittigen orconden, die<br />

sal gaen int leste vonnes zyns lyfs; ende en wordt hy met wittigen orconden nyet<br />

overtuygt, die mach hem met zynrer hant alleen zwerende dairaf ontsculdigen;<br />

Die poirter genoch geguedt wesende en der¡ voir sheren broecken geen<br />

bourgen stellen<br />

item oft den richter in den gedingen yet rechs gevyele aen enen poirter, is hy geguedt<br />

dat hy den broeck beteren mach, die mach ewech gaen sonder bourgen te stellen,<br />

ende anders moet hy bourgen stellen;<br />

63


fol. 84 r<br />

fol. 84 v<br />

1329-1330<br />

Dat men der scepenen vonnissen wederspreken mach op XVII pont<br />

item dat men scepenen vonnessen mach wederspreken op X pont te verboeren aen<br />

den richter ende op 1 aen elcken scepenen een pont;<br />

Overtuygt <strong>van</strong> valscher maten verboert III pont<br />

item die <strong>van</strong> valscher maten gevroecht ende met wittigen orconden bedragen wordt,<br />

die sal verboeren III ponden;<br />

Aengaet die verster¡enisse der gueden, etc. 2<br />

item in derselver carthen volgt dairnae ende is begrepen hoe die gueden versterven<br />

<strong>van</strong> den ouderen, wat recht dat die ouderen dairinne behouden alst deen ster¡t ende<br />

hoe die kynderen hoer huwelixgoet inbrengen moeten, etc.; /<br />

Die den richter zyn recht in den gedingen ontdreegt, verboert XV pont<br />

item oft den richter in den gedinge yet rechz aen yemanden geviele die hem dat met<br />

gewaut ondroege ende dairaf met wittigen orconden bedragen worde, die zal wesen<br />

om XV ponden den richter;<br />

Wat een man doer zyn wy¡ backende oft brouwende verliesen mach<br />

item een poirter, hebbende een wy¡ die pleech tebacken oft te brouwen, die mach by<br />

hair verliesen een geback broets oft een gebrouwt byers; ende en pleech zy nyet te<br />

backen oft te brouwen, zoe en sal hy mar IIII penwart scaden lyden;<br />

Van den camp te heysschen<br />

item dat men enen poirter <strong>van</strong> Den Bosch nyet te camp en sal moigen heyschen;<br />

Aengaet <strong>van</strong> yemanden te verdeylen<br />

wordt yemandt berucht <strong>van</strong> dootslage ende daira¡ wordt geroepen voirt gericht<br />

ende hy geleyde soect ende nyet crigen en can, dien en mach men nyet verwysen oft<br />

verdeylen;<br />

Van enen poirter te overtuygen<br />

item dat een man <strong>van</strong> buyten nyet en zall moigen tuygen tegen eenen poirter;<br />

Van der scepenen raide<br />

item dat ter scepenen raide nyemand en sal comen ongeroepen;<br />

Van der scepenen vonnes<br />

item tvonnesse eens scepens <strong>van</strong> Den Bosch, met raide zynre medescepenen gemaect<br />

ende /gestadicht, en sal nyemand moigen wederseggen noch onstadich maken;<br />

Van den dienst der poirteren<br />

item dat een poirter <strong>van</strong> Den Bosch nyet sculdich en is yemanden te dienen, mar<br />

wairt dat hii metten scouthet voere buyten die paelsteden, zoe zal hy by zonnenschyn<br />

weder moigen keeren; mar vore hy tot gemeynen hervarde, dan zal hy doen<br />

gelyc andere <strong>van</strong> den anderen steden;<br />

1 Aldus hs.<br />

2 In margine nota.<br />

64


fol. 85 r<br />

Van vercrachte<br />

item oft een vrouwe vercrachticht worde, die overdadige zal zyn te pynigen metten<br />

vonnes zyns lyfs, worde hy overtuygt; ende oft die vrouwe aen der proe¡enisse gebreke,<br />

zoe zoude zy tselver vonnes lyden;<br />

Van gecoften erven iair ende dach beseeten<br />

item zoe wie yemans erve coept oft onder getugenisse der scepenen sonder bestoren<br />

iair ende dach oft langer besit, die besitter en sal nyeman nae dien tyde, al worde hy<br />

oec geaentaelt, dairaf sculdich zyn tantwordene <strong>van</strong> zulken goede oft <strong>van</strong> zulken<br />

erve des die vercoeper machtich is te vercoepen;<br />

Van dengeenen die beset werden<br />

item die in deser stat beset worde voir twee poirters ende daerenboven ewech vairt,<br />

die eest op XLV scillingen;<br />

Die scepenen zyn chynsvrii<br />

item dat die scepenen, wesende scepenen, thynsvrii ziin; /<br />

Een poirter is vrii<br />

item een poirter <strong>van</strong> Den Bosch en sal nyemans eygen wesen, mar sal nae der stat<br />

recht vryheit gebruycken;<br />

Van den dienste der poirteren<br />

item als andere poirters dyenen <strong>van</strong> den andere steden <strong>van</strong> Brabant, zoe sullen oic<br />

doen die poirters deser stat;<br />

Van den vonnes te Loeuen te halen<br />

item dat die scepenen hoir vonnesse alleen tot Loeuen zullen dorven halen;<br />

Van den getuych tegen enen poirter<br />

item dat diegeen die onwittich zyn, nyet en moigen tuygen tegen enen poirter;<br />

1329-1330<br />

Dat die aude scepenen die nyewe setten moigen 1<br />

item dat alst gheboert dat men die scepenen versetten zall, dat dan die aude scepenen,<br />

dats die dan scepenen zyn, kyesen zullen die nyewe scepenen;<br />

Dat die scouthet den poirteren recht doen sal<br />

item ende dat die scouthet den poirteren recht ende vonnesse doen sal nae vonnes<br />

der scepenen ende anders nyet et etc. ut inibi;<br />

Dat die scouthet bourgen nemen sal in recht te verbeiden, uuytgesceiden<br />

dat den lyve aengaet<br />

item dat die scouthet <strong>van</strong> enen yegelycken die broecachtich is ende zynen broec verborgen<br />

mach, bourge nemen sal vonnes ende recht te verbeyden, uuytgenomen dat<br />

aent lyf gaet;<br />

1 In margine nota.<br />

65


fol. 85 v<br />

fol. 86 r<br />

fol. 86 v<br />

1330-1331<br />

Dat die scepenen hoer vonnesse nyet verseggen en zullen<br />

item dat die scepenen die vonnesse ende getugenisse die zy eens gewyst ende gedaen<br />

hebben, om nyemans wille en zullen anderwerf seggen oft verclaren, mar die partyen<br />

diese aengaen die zullen zy horen, verstaen ende wel houden oft zy willen; /<br />

Van clachten <strong>van</strong> dootslagen<br />

item wairt dat clachten gedaen worden<strong>van</strong> dootslaige ende dairinne yemand die onsculdich<br />

weer beroepen worde, dat dan die cleger gelden sal ter beteringe XX ponden<br />

ende die beclaigt is X pont;<br />

item die in dootslaige wordt geleegt ende hem dairafdie wairheit ontdreegt, die sal<br />

quyt wesen ende dairvoir nyet dorven zweren, ende die cleger sal gelden den peen<br />

<strong>van</strong> XXX ponden;<br />

Wat hy geeft die poirter wordt<br />

item diegeen die poirter wordt sal geven vy¡ ponden, hal¡ den heer ende half deser<br />

stat;<br />

item der kercken Sint-Ians enen grotenTornoysen, den richter twee groet ende den<br />

vorster enen Engelschen;<br />

Het loen <strong>van</strong> ingebieden<br />

item die <strong>van</strong> scout ingeboden wordt, dairaf sal hebben die scouthet enen grotenTornoysen,<br />

ende <strong>van</strong> der mylen voirt ende weder sal men gelden X penningen, die sal<br />

diegeen hebben die de poirt huedt ende dairaf sal hy den bode loonen dien hy seyndt<br />

om dengenen die men ingebieden sal; ende versit hy dan dingebot, soe sal die scouthet<br />

dien doen panden over X scillingen ende dairaf sal hy loonen dengenen diet<br />

uuytpandt; welke carthe is begrepen folio XLI. /<br />

Dese hebben die voirs. carthe helpen bezegelen: heer Ott <strong>van</strong> Kuyck ende <strong>van</strong><br />

Heuerle, heer Rogier <strong>van</strong> Leefdale, borchgreve <strong>van</strong> Bruessele,Willem, heer <strong>van</strong><br />

Cranendonck, heer Ian <strong>van</strong> Rasenhouen, heer <strong>van</strong> Lees, heer Roelof Pipenpoye,<br />

heer <strong>van</strong> Blaesvelt, heer Gielis <strong>van</strong> Quaderibbe, drossaet <strong>van</strong> Brabant, heer Arnout,<br />

proest <strong>van</strong>Wassenberch, ende Herman <strong>van</strong> <strong>Os</strong>.<br />

Van den lakenen opt gewanthuys uuyt te snyden<br />

Oeckten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel soe heeft die voirs. dorde hertoich Ian deser<br />

stat verleent dat men egeenrehant wullen lakenen uuytsnyden en mach te vercopen<br />

dan opt gewanthuys, ten weer dattet naemaels te cleyne worde; prout in<br />

cartha comprehensa folio XLVII.<br />

Die destructie <strong>van</strong>Valkenborch<br />

Ten tyde oick<strong>van</strong> den voirs. scepenstoel, mitsdien heer Reynout <strong>van</strong>Valkenborch<br />

aengespannen was metten voirs. coninc Ian <strong>van</strong> Behem, soe toech die voirs. dorde<br />

hertoich Ian voirValkenborch, dat hii in den gront omwerpe. /<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XXX o : Iohannes Aykens,Wolterus de Bladel,Wellinus<br />

de Neynsel, Aelbertus Lose.<br />

66


fol. 87 r<br />

fol. 87 v<br />

Van der <strong>Os</strong>ser sluysen die heer Ian<strong>van</strong> Megen geloeft heeft te onderhouden; prout<br />

litteris wesende <strong>van</strong> den daet M CCC XXXI, sabbato post Magdalene, begrepen<br />

opten bladeVI C LI. 1<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XXXI o : Daniel de Aggere, Elyas Pannicida,<br />

Gerardus de Neynsel, Geerlacus de Zonne, Iohannes Lysscop, Bartholdus Stempels,<br />

Nycolaus de Ouden.<br />

Omtrent deser tyt Philips <strong>van</strong>Valoys, coninc <strong>van</strong>Vrancryc, wairt des voirs. dorde<br />

hertoige Ians vyant, omme des wil dat hii in zyn lant sustineerden greve Robbrechten<br />

<strong>van</strong> Artoys, zynen neve, die des voirs. coninx viant was. Ende naedien<br />

die voirs. coninc Ian <strong>van</strong> Behem verstaen hadde dat coninc Philips <strong>van</strong>Vrancryck<br />

voirs. vyant was des voirs. dorde hertoich Ians, soe trac hy totten selven coninc <strong>van</strong><br />

Vrancryc om hem tonderwysen hoe men den voirs. hertoge hynderen muchte.<br />

Die voirs. /coninc <strong>van</strong>Vrancryc, dairtoe geneygt zynde, ga¡ hii den voirs. coninc<br />

<strong>van</strong> Behem groet gelt om soudenyers te crigen.<br />

Ende dbeginsel <strong>van</strong> zynen 2 oirloge tegens die XVI lantsheren<br />

Die coninc <strong>van</strong> Behemvoirs., tvoirs. gelt ontfangen hebbende, socht alomme hulpe<br />

tegens den voirs. dorden hertoge Ian, die men noemden <strong>van</strong> Coudenberge,<br />

ende creech tot hemwarts sestien lantsheren, by namen: die conincstabel <strong>van</strong><br />

Vrancryc, deertsbisscop <strong>van</strong> Coelen, deertsbisscop <strong>van</strong>Trier, die bisscop <strong>van</strong> Ludick,<br />

die greve <strong>van</strong> Gelre, die greve <strong>van</strong> Guylic, die greve <strong>van</strong> Baren, die greve <strong>van</strong><br />

Namen, die greve <strong>van</strong> Katzenelboge, die prince <strong>van</strong> der Marck, die heer <strong>van</strong>Valkenborch,<br />

die heer <strong>van</strong> Heynsberch, die heer <strong>van</strong> Beamont, die heer <strong>van</strong> Monyoen.<br />

3 Dese heeren zwoeren allen metten voirs. coninc <strong>van</strong> Behem tegen den<br />

voirs. dorden hertoich Iannen ende worden zyn vyanden ende ontseeghden hem<br />

ly¡ ende goet. Nochtans en had hy nyemanden <strong>van</strong> den heren leet gedaen. Ende<br />

vele <strong>van</strong> hen waren zyn maigen ende sommige zyn vassallen ende leenmannen.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XXXII o : Iohannes Aykens,Wolterus de Bladel,<br />

Wolterus de Oirle, Aelbertus Losen, Wellinus de Neynsel, Bartholdus de<br />

Huesden.<br />

Die vergaderinge der sestien lantsheren tegens hertoge Iannen<br />

1332-1333<br />

Dese voirs. sestien lantsheren vergaderden sich tot Bruwilder by Coelen in een<br />

abdye dair zy raet hyelden. dWelc vernemende hertoich Ian voirs. reet / omtrent<br />

deser tyt derwarts ende quam heymelic ende onbekent in hoeren raet ende daerse<br />

raet hyelden.<br />

1<br />

Gehele paragraaf doorde tweede scriptortoegevoegd.<br />

2<br />

Namelijk Jan III.<br />

3<br />

Door <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong> worden maar veertien personen genoemd.Voorde problematiek ten aanzien<br />

<strong>van</strong> deze alliantie, zie: Avonds, Brabant tijdens de regering <strong>van</strong> hertog Jan III (1312-<br />

1356). De grote politieke krisissen, 78 e.v.<br />

67


fol. 88 r<br />

fol. 88 v<br />

1332-1333<br />

Hoe hertoich Ian voir al die heren o¡erden<br />

Ende als hy hoeren raet verstaen hadde ende als die heren misse horden ende die<br />

coninc <strong>van</strong> Behem ende die eertsbisscop <strong>van</strong> Coelen deen voir den anderen nyet<br />

o¡eren en woude, trat hertoich Ianvoirs. onbekenttotten altair voir hen allen ende<br />

o¡erden enen gulden penninc, des die heren hen verwonderden wye dat zyn<br />

mochte. Ende geo¡ert hebbende ginck hy terstont uuyter kercken opt kercho¡<br />

ende ga¡ den armen dair liggende oic enen gulden penninc ende aldaer op zyn<br />

pert scryende seyden hy tot enen heralt die dair stont aldus: `Vrient, eest dat U<br />

yemand vraeght wie die man is die dair ierst o¡erden, soe segt dattet Ian<strong>van</strong> Coudenberge<br />

is ende dat hii hoers raets getroest is ende hy ontbiedt hen velt ende<br />

strydt wair zys begeren'. Ende zoe reet die hertoich haestelic ewech. dWelc die heren<br />

vernemende zyn hem gevolgt met gewapenden. Mar het was tevergeefs, want<br />

zyn pert was averrechs beslagen ende hy reet tot Lymborch in zyn stat dair hy vrii<br />

was. /<br />

Hoe die voirs. XVII lantsheren tegen een laigen<br />

Die voirs. sestien heren togen tsamen dairnae uuyter voirs. abdyen tot Sint-Truyden<br />

omme dlant <strong>van</strong> Brabant <strong>van</strong>dair te beloepen. Die voirs. dorde hertoge Ian<br />

beleeghden dairtegen met volke die stat <strong>van</strong> Leeuwen. Ende hy ginc liggen met<br />

zynen Brabanders tot Helisem, dair tot hem quam die greve <strong>van</strong> Hollant op een<br />

osbair om metten hertoich te spreken ende te besuecken oft hy vreede conste gemaken.<br />

Ende als hy des hertoigen meyninge wist, track hy tot Sint-Truyden by de<br />

voirs. heren omme tselve te proeven. Ende mitsdien die heren voirs. dairnae nyet<br />

en wouden hoeren, soe ontboot die greve voirs. dat den voirs. hertoich Iannen<br />

ende dat hy zyn beste dede.<br />

Hoe hertoich Ian tegen die XVI lantsheren begerden te stryden<br />

Ende want die voirs. hertoge Ian nyet gesint en was te borren oft te roven in zynrer<br />

vyanden lant opte arme luyde als int land <strong>van</strong> Ludic, Loen, etc., dwelc nochtans<br />

die heren voirs. deden op zyn onderseten, soe ontboot hertoich Ian voirs. den<br />

voirs. heren datse nyet en dorsten roeven oft branden. Hy woude hun opte palen<br />

<strong>van</strong> zynen lande strydt leveren ende hy setten hen enen sekeren corten dach oft<br />

eer; wouden zii dat, hybegerden te weten.Van welker bootscappen die voirs. heren<br />

zyn vyanden waren bevreest alsoe dat nyemand <strong>van</strong> hen allen te stryde comen /<br />

dorste, hoewael zydairtoe <strong>van</strong> denvoirs. coninc <strong>van</strong>Vrancryck, Philips <strong>van</strong>Valois,<br />

gelt hadden ontfangen. Nae denwelcken ende als hertoich Ian voirs. sach dat zyn<br />

vyanden voirs. nyet stryden en dorsten, stelden hy hem met zynen heir op te trecken<br />

tegens zyn vyanden ende die te bevechten.<br />

Hoe tusschen die XVII lantsheren dbestant wairt gemaect<br />

In welcken optrecken als in der nacht quam weder tot hem die greve <strong>van</strong> Hollant<br />

voirs. ende bracht tot enen bestant <strong>van</strong> sess weken tusschen den voirs. hertoge Iannen<br />

ende die XVI lantsheren. Nae welken gemaecten bestant als den XII en dach in<br />

68


fol. 89 r<br />

fol. 89 v<br />

meye int voirs. iair M CCC XXXII toegen op die voirs. hertoge Ian ende die XVI<br />

lantsheren.<br />

Hoe coninc Philips <strong>van</strong>Valois ontboot hertoich Iannen voirs.<br />

Terstont dairnae als coninc Philips <strong>van</strong> Valoys voirs. vernam dattet bestant gemaect<br />

was tusschen die heren voirs. ende sach dat zyn gelt verloren was ende dat<br />

zyn soudenyers hem seer qualic gedient ende gequeten hedden, soe wairt die<br />

voirs. coninc Philips toernich ende veranderden zyn propoest ende keerden zyn<br />

herte totten voirs. dorden hertoge Ian ende seynden hem den eertsbisscop <strong>van</strong><br />

Sens ende den bisscop <strong>van</strong>Terwane, hem biddende dat hy by hem inVrancryc comen<br />

wilde. /<br />

Hoe die coninc <strong>van</strong>Vrancryc ont¢nc hertoich Iannen<br />

Hertoige Ianvoirs. maecten hem gereet ende toech tottenvoirs. coninc met schoenen<br />

staet. Ende die coninc ont¢nc hem met grooter eeren tot Compiendien. Zoe<br />

oeck deden die coninc <strong>van</strong> Nauerre ende die greve <strong>van</strong> Stampes, die hem ten dorden<br />

leeden bestonden. Die coninc voirs. ende hertoge Ian die Dorde voirs. hadden<br />

aldair tsamen vele conversacie.<br />

Hoe die coninc zyn dochter ga¡ den zoen hertoich Ians.<br />

1332-1333<br />

Ten eynde ga¡ die voirs. coninc <strong>van</strong> Vrancryc zyn dochter den iersten zoen des<br />

voirs. hertoge Ians, genoempt Ian, met vele goets. Ende alsoe als den huwelic<br />

was gesloten soe track die voirs. hertoghe Ian wederomme in Brabant. Ende in<br />

Brabant weder wesende, soe sant die voirs. dorde hertoge Ian den voirs. Iannen,<br />

zynen iongen zoen, eerlic in Vrancryc tot zynre bruyt, alsoe vorwairt was. Mar<br />

nyet lange dairnae ster¡ die coninclycke maigt. Ende die coninclike maigt gestorven<br />

zynde, soe sandt die voirs. coninc eerlic wederomme den voirs. iongen Ian tot<br />

zynen vader voirs. / Die voirs. dorde hertoich Ian hadde drie zoenen ende drie<br />

dochteren, bii hem verwect by de voirs. edel vrouwe Marie, zynre geselinnen,<br />

dochter des voirs. greve Lodewiics <strong>van</strong> Eureux, zoen des dorden conincx Philips<br />

<strong>van</strong>Vrancryc, te wetene: Ianvoirs., die zoe nu voirs. is, hadde die dochter des voirs.<br />

coninc Philips <strong>van</strong>Valois, welcke Ian oic ster¡ sonder oir; Henrick, die wairt hertoich<br />

<strong>van</strong> Lymborch ende heer <strong>van</strong> Mechelen; hy nam te wive die dochter <strong>van</strong> hertoge<br />

Ian<strong>van</strong> Normandien, die des voirs. coninc Philips outste zoen was; mar zy en<br />

was merVI iaren oudt ende hii ster¡ oic sonder oir; Godeuart, die had te wive die<br />

dochter des hertogen <strong>van</strong> Bouboin ende hy ster¡oic sonder oir; Iohanna, die men<br />

hyet die schoen Iohanna, hair yerste man was die vierde greve Willem <strong>van</strong> Henegouwe<br />

ende <strong>van</strong> Hollant, die <strong>van</strong> den Vriesen wairt verslagen; ende als die voirs.<br />

greve Willem doot was, soe gafse hertoich Ian voirs. te huwelicWencelyn <strong>van</strong> Behem,<br />

hertoige <strong>van</strong> Lutsenborch, greve <strong>van</strong> Cini ende voegt <strong>van</strong> Elsaten, des voirs.<br />

Wencelyns vader was die voirs. coninc Ian<strong>van</strong> Behem, zoen des voirs. keyser Henrix,<br />

ende keyser Kaerle dieVierde was brueder des voirs.Wencelyns; Margriet, die<br />

trouwden greve Lodewyc <strong>van</strong> Vlaenderen; Maria, die trouwden greve Reynout<br />

<strong>van</strong> Ghelre den iongen, die dierste hertoich was <strong>van</strong> Gelre. /<br />

69


fol. 90 r<br />

fol. 90 v<br />

fol. 91 r<br />

1332-1333<br />

Alle dese huwelicken mosten toegaen by dispensacien, wantse gemaigen waren.<br />

Ende die goede coninc Ian <strong>van</strong>Vrancryc hadde des voirs.Wencelyns suster, dairaen<br />

hy wan vier zoenen, bii namen: coninc Kaerle <strong>van</strong>Vrancryc, die men hyet die<br />

Wyse; Lodewyc, die was hertoich <strong>van</strong> Angouwen ende <strong>van</strong> hem zyn comen die<br />

coningen <strong>van</strong> Cecilien; Ian, die was hertoich <strong>van</strong> Berrii ende <strong>van</strong> Aluerne;<br />

Philips, geheiten le Herdi, dats coen, hy was sonder lant, hii was seer wys, duegdelic<br />

ende vreedsam. Ende coninc Kaerle voirs., die men hyet dieWyse, zyn brueder,<br />

ga¡ hem naederhant dat hertoichdom<strong>van</strong> Bourgoindien, dat der croonen<strong>van</strong><br />

Vrancryc was aengestorven, want die hertoich <strong>van</strong> Bourgoindien was gestorven<br />

sonder ma<strong>nl</strong>ic oir. /<br />

Doirspronck des oirloigs der XV lantsheren tegen hertoge Iannen<br />

om der stat <strong>van</strong> Mechelen wille 1<br />

In den voirs. iair M CCC XXXII noch zoe eest geboert als greve Lodewyc <strong>van</strong><br />

Vlaenderen om hondertduysent realen gecoft hadde die helfte <strong>van</strong> Mechelen <strong>van</strong><br />

den bisscop <strong>van</strong> Ludick, die des geen macht en hadde langer te vercopen dan zyn<br />

leven geduerende, ende die <strong>van</strong> Mechelen den greve voirs. nyet en wouden ontfangen,<br />

soe nam die greve voirs. dien <strong>van</strong> Mechelen hoir gueden diese hadden in<br />

Vlaenderen; ende oick noch corts dairnae in denselven iair nochvercregen hadde<br />

die ander helfte <strong>van</strong> Mechelen voirs. tegen greve Reynout <strong>van</strong> Gelre als mombaer<br />

<strong>van</strong> zynre outster dochter, dairaf wylen heer Florys Barthout oudervader was,<br />

want hair moeder, wyf greve Reynouts voirs., was desselfs heer Florys dochter,<br />

soe sandt greve Lodewyc <strong>van</strong> Vlaenderen voirs. tot Mechelen omme ontfangen<br />

te werdene. Die <strong>van</strong> Mechelen weygerden den greve voirs. tontfangene,wairomme<br />

hy den poirteren allen hynder aen hoer gueden dede die hy conste. Die voirs. <strong>van</strong><br />

Mechelen sochten troest aen den voirs. dorden hertoich Iannen. Hertoge Ian<br />

voirs., aenmerckende dat / mitsdien hy een overheer was <strong>van</strong> der helfte <strong>van</strong> Mechelen<br />

die greve Reynout vercoft had, ende dat tvercoepen buyten zynen consent<br />

gesciet weer, zoe weer die helfte verbuert. Ende dander helft gecoft tegen den<br />

voirs. bisscop, genoempt heer Adolph <strong>van</strong> der Marck, dachte hy te lossen mits<br />

dairtoe nyemand naerder en weer, want die helft <strong>van</strong> Brabant gecomen weer ende<br />

bynnen den palen <strong>van</strong> Brabant gelegen, soe zyn hertoge Ian voirs. ende die <strong>van</strong><br />

Mechelen overcomen tsamen hoir recht te houden tegens allen wyese weren.<br />

Ende als greve Lodewyc voirs. vernam dat hertoge Ian dien <strong>van</strong> Mechelen bystant<br />

doen zoude, zoe verwecten hy tegen denselven hertoich Iannen ende creech te<br />

hulpen XV lantsheren, by namen: den greve <strong>van</strong> Henegouwe, <strong>van</strong> Hollant ende<br />

Zelant ende dander bovengenoempt, uuytgenomen die conincstable <strong>van</strong> Vrancryc<br />

ende greve Eduwairt <strong>van</strong> Baren.<br />

Die vergaderinge der XV lantsheren tegens hertoge Iannen<br />

Dese voirs. XV lantsheren vergaderden tsamen tot Valenciin ende zwoeren Brabant<br />

te hynderen ende geloefden malcanderen dat deen sonder dander genen pays<br />

maken en soude. Ende wantse nyet te stryde en dachten te comen, zoe overdroe-<br />

1 In margine nota.<br />

70


fol. 91 v<br />

fol. 92 r<br />

fol. 92 v<br />

gense dat een yegelyc <strong>van</strong> hen uuyt zynen quartieren op Brabant branden ende<br />

roeven soude, opdat hertoige Ian tot allen plaetsen dat nyet /en soude cunnen gekeeren,<br />

ende ontseeghden die voirs. lantsheren den voirs. hertoich Iannen, wesende<br />

terVueren in zyn sale.<br />

Hoe die heren Brabant bestieten<br />

Ende dairnae gingen die voirs. lantsheren Brabant bestoten in allen hoecken. Die<br />

bisscop <strong>van</strong> Ludick beleeghden die stat <strong>van</strong> Landen, die hy wanne. Die greve <strong>van</strong><br />

Gelre beleeghden die stat <strong>van</strong>Tyel, die hy wan mits der twedracheyt die dairinne<br />

was. Die greve <strong>van</strong> Baren voirs. quam den voirs. hertoich te hulpen metten greve<br />

<strong>van</strong> Psalmen ende deden hem alle bystant datse consten.<br />

Uuytspraeck tusschen hertoich Iannen ende die XV lantsheren<br />

Dairnae soe nam coninc Philips <strong>van</strong> Valoys voirs. tvoirs. oirloigh op ende dede<br />

een uuytspraecke tusschen den voirs. hertoich Iannen ende die voirs. XV lantsheren<br />

aldus te wetene, dat die voirs. Ian, zoen des voirs. dorden hertoich Ians, zoude<br />

hebben te wive des greven dochter <strong>van</strong> Henegouwe ende <strong>van</strong> Hollant ende dat die<br />

voirs. Henrick, des voirs. hertoge Ians soen, zoude hebben die dochter <strong>van</strong> Normandien.<br />

/<br />

HoeTyel <strong>van</strong> Brabant is gesceyden<br />

1334-1335<br />

Ende dat die iongreve Reynout <strong>van</strong> Gelre zoude hebben hertoige Ians dochter<br />

ende die greve zoude behouden die stat <strong>van</strong>Tyel. Ende hertoich Ian zoude dairtegens<br />

hebben ander goet gelegen aent lant <strong>van</strong> Huesden. Ende voirts seeghden die<br />

voirs. coninc <strong>van</strong>Valoys dat die coninc <strong>van</strong> Behem zoude hebben een somme gelts<br />

ende die bisscop <strong>van</strong> Ludic oick. Ende als <strong>van</strong> der stat <strong>van</strong> Mechelen, daira¡ en<br />

woude die voirs. coninc Philips <strong>van</strong>Valoys zyn seggen nyet doen, hy en weer vorder<br />

informeert ende alsoe hyelt hy Mechelen in zynen handen.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XXXIII o : Daniel de Aggere, Elyas Pannicida,<br />

Nycolaus de Ouden, Gerardus de Neynsel, Bartholdus Stempels, Gerlacus de<br />

Zonne, Iohannes Lysscap.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XXXIIII to : Gerardus de Neynsel, Iacobus<br />

Groy.<br />

Hoe Mechelen enen tyt wairt gehouden <strong>van</strong> den hertoich <strong>van</strong> Brabant<br />

ende den greve <strong>van</strong>Vlaenderen<br />

Daernae ende omtrent deser tyt zoe overquamen underlinge die voirs. hertoich<br />

Ian ende greve Lodewiick / <strong>van</strong> Vlaenderen alsdat zy ende hore beyder oir ende<br />

erfgenamen die voirs. stat <strong>van</strong> Mechelen hal¡ ende hal¡ houden zouden, onder<br />

vorwarde dat hertoich Ianvoirs. ende zyn erfgenamen teeuwigen daigen hoir helfte<br />

te leen houden zouden <strong>van</strong> den greve <strong>van</strong>Vlaenderen, ende die greve <strong>van</strong>Vlaenderen<br />

ende zyn erfgenamen souden hoir helft te leene houden <strong>van</strong> den hertoich<br />

<strong>van</strong> Brabant. Ende <strong>van</strong> hore beyder wegen zouden daer gestelt worden een scou-<br />

71


fol. 93 r<br />

fol. 93 v<br />

1335-1336<br />

thet ende een rentmeester, te wetene dat deen zoude setten den scouthet ende dander<br />

den rentmeester.<br />

Den coep <strong>van</strong> der helft <strong>van</strong> Mechelen<br />

Ende als hertoige Ian ende greve Lodewyc aldus Mechelen een wyle tyts hadden<br />

gehouden, soe cochte hertoich Ian voirs. den voirs. greve zyn helfte a¡ voir<br />

LXXXV M endeV C gouden realen.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XXXV to : Daniel de Aggere, Nycolaus de<br />

Ouden, / Gerardus de Neynsel, ArnoldusYsboutz, Iacobus Groy, Bartholomeus<br />

Diddericx, Goeswinus Steenwech.<br />

Ten tyde <strong>van</strong> denvoirs. scepenstoel soe ster¡ die voirs. edel vrouwe Maria, wy¡ des<br />

voirs. dorden hertoich Ians ende dochter <strong>van</strong> greve Lodewyc <strong>van</strong> Eureux, zoen<br />

des dorden coninx Philips <strong>van</strong> Vrancryc, ende wairt begraven tot Bruessel ter<br />

mynderbruederen.<br />

Dat dese stat hoir gemeynt mocht vercopen<br />

Tempore dicti scabinatus supradictus Iohannes, tercius illius nominis, dux Lotharingie,<br />

Brabantie, dedit opido de Buscoducis potestatem vendendam suam<br />

communitatem circa dictum opidum iacentem; ut in quadam cartha incipiente:<br />

`Nos Iohannes, Dei gracia', etc. et comprehensa folio XLVIII.<br />

Dat nyemand en mach laken maken dan bynnen deser stat ende hare<br />

vryheit<br />

Oeckten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel soe heeft die voirs. dorde hertoich Ianverleent<br />

deser stat dat nyemand die woenechtich is bynnen den scouthetampt deser<br />

stat, lakenen maken en mach, noch doen maken, noch getouwe noch comme setten,<br />

tenzy alleen bynnen der voirs. stat, uuytgesceyden in de dorpen ende vryheiden<br />

dair andere heren in deylen met hem et etc.; ut inibi et folio XLVIII.<br />

Dat dese stat hoir koeren mach hoigen, legen, etc.<br />

Item ende dat dese stat by consente des scouthets hoir kueren ende bruecken hoigen,<br />

legen ende verwandelen mach, etc.; prout in litteris comprehensis folio<br />

XLVIII. /<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XXXVI to : Iacobus de Zulikem, Henricus de<br />

Arkel, Henricus de Aggere, Henricus deVden, Iohannes de Hees, Matheus Gegel,<br />

Godefridus Sceyuel.<br />

Aengaet den commer te stoppen<br />

Ten tyde <strong>van</strong> denvoirs. scepenstoel soe heeft die voirs. dorde hertoge Ian deser stat<br />

verleent datse zoe vele maken, opsetten ende ordineren mach dairmede datse haren<br />

commer mach afdoen, etc.; ut inibi et incipit cartha: `Wy, Ian, by der gracien<br />

Onss Heren', etc. ende is begrepen opten blade XLIX.<br />

72


fol. 94 r<br />

fol. 94 v<br />

Dat die scepenen tot Bamisse afgaen zullen ende dat naeste iaer gesworen<br />

wesen 1<br />

Ende oickten tyde <strong>van</strong> denvoirs. scepenstoel soe heeft die voirs. dorde hertoge Ian<br />

om deswille dat dese stat hem geconsenteert heeft emmermeer te moigen setten<br />

seven scepenen ende seven gezworen derselver stadt wedergegeven alsdat die seven<br />

scepenen alle iair afgaen zullen tot elcken Sinte-Remeysmisse ende dat die<br />

dat naeste iair gesworen wesen zullen;<br />

Dat die scepenen beyden moeten drie iaer eerse were scepenen werden 2<br />

item ende dat zoe wye scepenen is, dat hy geen scepenen werden en mach voirdat<br />

drie iaren / leden zullen zyn naedien hy zyns scependoms afgegaen is;<br />

Den ouder <strong>van</strong> den scepenen<br />

item dat nyemand scepenen en sal werden, hy en zygeguet in Brabant ende twe iaren<br />

poirter geweest ende oudt XXV iaren;<br />

Dat ongeroepen <strong>van</strong> den scepenen nyemand tot horen rade en sal gaen<br />

item dat nyemand ter scepenen rade en sal gaen, hy en zy <strong>van</strong> hen dairtoe geroepen;<br />

Van den vonnissen te dragen ende ten hoofde te trecken<br />

item dat die scepenen geen vonnissen langer onderhouden en zullen dan drie genechten<br />

ofte hoir hoot bevaen; ende zoe wanneer die partyen seker gedaen hebben<br />

<strong>van</strong> den cost, zoe moeten zy hoir vonnesse halen tot horen hoode ende dat uuyten te<br />

naesten genechten ende wair zy des nyet en doen, dat zy hoir scependom verloren<br />

zullen hebben en daden kentliken nootsaken sonder argelist;<br />

Den sallaris <strong>van</strong> dachvaerden ende hooftvonnisse te halen<br />

item <strong>van</strong> ter dachvaerden te ryden sal elck scepen hebben sdaigs XV oude groten<br />

ende nyet meer en zullen die scepenen hebben alse ten hoode om vonnesse ryden;<br />

By wyen den commer gemaect mach werden<br />

item dat die scepenen op dese stat egenen commer en moigen maken tenzy by raide<br />

der gesworen, dekenen ende een deel der goeder knapen deser stat;<br />

Die scouthet moet zweren recht te doen<br />

item dat wie scouthet zyn sal, dat hy zweren sal elcken recht te doen; /<br />

Aengaet den bursdragers ende hoir loen<br />

item ende dat in deser stat zullen wesen twee burzedragers, die ontfangen ende uuytgeven<br />

zullen ende geloent werden by den raide derselver stat, etc.;<br />

Aengaet deser stat gemeynten<br />

item ende dat dese stat hore gemeynten mach gebruycken sonder mesdoen;<br />

1336-1337<br />

Aengaet den commer te vynden<br />

item ende dat dese stat altyt macht heeft haren commer te vynden, etc; prout in cartha<br />

beginnende:`Wy, Ian, by der gracien', etc. ende is begrepen opte blade L.<br />

1 In margine nota hic.<br />

2 In margine adhuc nota.<br />

73


fol. 95 r<br />

fol. 95 v<br />

fol. 96 r<br />

1337-1338<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XXXVII o : Arnoldus Aykens,Yewanus de<br />

Grauia, Gerardus Voss, Henricus Stierken, Nycolaus de Berkel, Henricus <strong>van</strong><br />

den Lair, Godescalcus Roesmont.<br />

Aengaet den lombarden, etc.<br />

Ten tyde des voirs. scepenstoels soe heeft die voirs. dorde hertoge Ian con¢rmeert<br />

die lombarden, etc. ende geloeft die scepenen deser stat scadeloos te houden, indien<br />

hen commer quame uuyt saken <strong>van</strong> wysen over der lombarden scepenenbrieven,<br />

etc.; ende dat diegeen die den lombar- / den scout willen bekennen, den<br />

scepenen tot horen vragen moeten berichten uuyt wat saken dattet coempt, etc.;<br />

ende begint:`Ian, by der gracien', etc. ende is begrepen opten blade LI.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XXXVIII o : Ghysbertus deVlochouen, Nycolaus<br />

Scilder,Theodericus Buxken, Godescalcus de Bladel.<br />

Hoe coninc Eduwairt <strong>van</strong> Engelant quam tAntwerpen, etc.<br />

Ten tyden <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel quam coninc Eduwairt <strong>van</strong> Engelant, die<br />

dorde <strong>van</strong> dien name, tot Antwerpen met zynre coninginnen ende zynen kynderen<br />

met CCCC hootschepen om te trecken inVrancryc optenvoirs. coninc Philips<br />

<strong>van</strong>Valoys voirs. denVyften omme te crigen dlant <strong>van</strong> Normandien. Ende by middele<br />

<strong>van</strong> greve Reynout <strong>van</strong> Gelre ende <strong>van</strong> den greve <strong>van</strong> Guylic creech coninc<br />

Eduwart aliancie ende verbont met keyser Lodewyc <strong>van</strong> Beyeren overmits gelt<br />

dat hy hem gaf.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XXXIX o : Thomas Meleman, Iohannes Iacopzs.,<br />

/ Godefridus uuyter Cameren,Theodericus Buxken.<br />

Hoe coninc Eduwairt toech totten keyser<br />

Ende als coninc Lodewyc 1 omtrent een iair verbeydt had nae hulpe <strong>van</strong> den keyser<br />

die nyet en quam noch en sant, want coninc Philips voirs. hem afgecoft hadde<br />

ende meer gelts gegeven, zoe men seeghden, soedat coninc Eduwart selver track<br />

totten voirs. keyser te Couelens ende dair wesende ga¡ die keyser hem dwywater<br />

<strong>van</strong> den hove ende maecten hem scalcklyc vicarys <strong>van</strong> den keyserryc.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XL o : Iacobus de Zulikem, Henricus de Arkel,<br />

Henricus de Aggere, Godefridus Sceyuel, Henricus de Vden, Iohannes de<br />

Hees, Matheus Gegel.<br />

Coninc Eduwart voirs. quam weder <strong>van</strong> den keyser ende sat te recht tot Eeke 2<br />

ende tot Mechelen als vicarys des keysers. Dairnae ginc hy totten voirs. hertoich<br />

Iannen, die zynder moyen zoen was, ende versocht hem<strong>van</strong> skeysers wegen dat hy<br />

hem / bystonde tegens den voirs. coninc Philips, die den keyser te nae getreden<br />

hedde, indien dat hy die stat <strong>van</strong> Cameric ingenomen hadde, die onder den keyser<br />

stont. Hertoge Ian voirs. beriet hem ende vernomen hebbende dat die Fransoysen<br />

1 Aldus hs., bedoeld wordt Eduwairt.<br />

2 Aldus hs., lees mogelijk Erke.<br />

74


fol. 96 v<br />

fol. 97 r<br />

Cameric ingenomen hadden, wairt hy, gehoirsam wesende den bevelen des keyser,<br />

viant des voirs. conincx Philips <strong>van</strong>Valoys. Ende alsoe toegen die voirs. coninc<br />

Eduwairt, hertoge Ian, die greve <strong>van</strong> Gelre, die mercgreve <strong>van</strong> Guylic, die mercgreve<br />

<strong>van</strong> Brandenborch ende meer heeren naeVrancryc. Nyettemin hertoge Ian<br />

voirs. nam tot diere tyt doirloge op ende bracht tot enen bestande.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XLI o : Arnoldus Aykens,Yewanus de Grauia,<br />

Henricus Stierken, Nycolaus de Berkel, Henricus <strong>van</strong> den Lair, Godescalcus<br />

Roesmont, Arnoldus de Globo.<br />

Ten tyde <strong>van</strong> desen scepenstoel dede die voirs. dorde hertoich Ian bedycken Lillo,<br />

dat wel LIII iaren toegevloyt ende verdroncken had geweest. /<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XLII o : Theodericus Bucxken, Godescalcus<br />

de Bladel.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XLIII o : Thomas Meleman, Ghysbertus de<br />

Vlochouen, Iohannes Basyn, Ludouicus Aelberti de Bussel, Rodolphus de Zulikem.<br />

Ten tyde <strong>van</strong> desen scepenstoel soe heeft paeus Clement die VI te ,uuytVrancryc<br />

geboren, verandert dat Gulden Iair <strong>van</strong> Iubileen te Romen, dwelck paeus Bonifacius<br />

de Achste dair tevorens geordineert had te zyne alle hondert iaren. Mar Clement<br />

paeus veranderden dat te zyne alle vyftich iaren.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XLIIII o : Bartholdus Diddericx, Iohannes de<br />

Hellu, /Arnoldus deWaderle, Arnoldus Berwout, Godefridus Sceyuel, Iohannes<br />

de Hees, Matheus Gegel.<br />

Hier waert den heer weder gegunnen die scepenen te setten ende des gunden weder<br />

die heer dat die scepenen die afgaen gesworen zullen wesen, etc.<br />

Aengaet den gesworen<br />

Ten tyde des voirs. scepenstoels soe heeft die voirs. dorde hertoich Ian deser stat in<br />

eenre carthen verleent dat die scepenen die afgaen dat naeste iair gezworen zullen<br />

blyven ende dat die gesworen sculdich zullen wesen ten raide te comen;<br />

Aengaet vercopinge <strong>van</strong> LX margen gemeynten<br />

dat oick dese stat vercopen mochte <strong>van</strong> hore gemeynten tsestich margen lantz, etc.;<br />

welke carthe begint: `Ian, by gracien ons Heren', etc. ende is begrepen opten blade<br />

LII.<br />

Teser tiit leefden heer Willem <strong>van</strong> den Bosch, ridder.<br />

Dat die scoubrief mar een iaer en duren<br />

1344-1345<br />

Ten tyde oeck <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel soe heeft die voirs. dorde hertoige Ian<br />

noch in eenre andere carthen onder meer woerden gegeven ende geconsenteert<br />

dat men met scoubrieve mane bynnen iaers nae den dach der gulden. Ende helt<br />

mense daer en teynden, dat zy dan doot zyn, tenweer datse voir scepenen vernuwt<br />

worden; welke carthe begint:`Ian, byder gracien ons Heren', etc. ende is begrepen<br />

opten blade LIII.<br />

75


fol. 97 v<br />

fol. 98 r<br />

1345-1346<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XLV o : Wolterus de Oirle, ArnoldusYsbout,<br />

Goeswinus Steenwech, / Henricus de Aerle, Henricus de Aggere, Arnoldus Aykens,<br />

Nycolaus de Berkel.<br />

Hoe dierste man <strong>van</strong> vrouwe Ianna doot blee¡<br />

Ten tyde <strong>van</strong> desen scepenstoel zoe wairt greve Willem <strong>van</strong> Henegouwe ende <strong>van</strong><br />

Hollant dieVierde voirs., die de voirs. vrouwe Iohanna, zoe boven verclairt staet,<br />

getroudt hadde, met zynen edelen <strong>van</strong> denVriezen verslaigen.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XLVI o : Godescalcus de Bladel, Iacobus<br />

Coptyt, Ghysbertus de Spina, Rutgerus de Ouden, Andreas Valant, Geerlacus<br />

Roeuer.<br />

Van den heemael int Eygen<br />

Tempore iamdicti scabinatus supradictus Iohannes tercius concessit secundam<br />

cartham di¤nitorie dicte des heemaels int Eygen, de quaquidem cartha superius<br />

facta est mentio et que cartha incipit: 1 `Ian, byder gracien', etc. et comprehenditur<br />

ad signum tale (½15) ac folio XXVIII.<br />

HoeconincEduwairtwederinVrancrycquam<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel soe quam die voirs. coninc Eduwairt wederomme<br />

uuyt Engelant in Normandien met groeter machte ende wan die stat <strong>van</strong><br />

Cane.Vandaer / toech hy over die Seyne tot by Parys, rovende ende brandende,<br />

ende <strong>van</strong>dair toech hyover die Ooze ende voirts over die Somme ende alsoe quam<br />

hy int lant <strong>van</strong> Pontye.<br />

Van den strydt des conincx <strong>van</strong> Engelant tegen den coninc <strong>van</strong><br />

Vrancryc<br />

Ende dair wesende quam die voirs. coninc Philips tegens hem te strydt. In welken<br />

strydt ende ter plaetsen geheiten Cressy doot bleven well XXX M mannen, onder<br />

die welke doot bleven die coninc <strong>van</strong> Behem, die greve <strong>van</strong> Alenson, coninx Philips<br />

brueder, die hertoge <strong>van</strong> Loreynen, greve Lodewyc <strong>van</strong>Vlaenderen, die greve<br />

<strong>van</strong> Bloys, <strong>van</strong> Haurcoirt, allen wesende <strong>van</strong> der zyden des voirs. coninx Philips.<br />

Den tyt dat Caleys onder Engelant quam<br />

Vandair track coninc Eduwairt voirs. voir Caleys, dat doen onder Vrancryc was,<br />

omtrent Sint-Gielisdach. Ende hylaich ervoiromtrent een iair ende hy creech Caleys.<br />

1 Vertaling: tentijde <strong>van</strong> genoemd schepenjaargaf bovengenoemde Jan IIIdetweede akte <strong>van</strong><br />

het rechtsdistrict <strong>van</strong> der Eigen, <strong>van</strong> welke akte boven melding gemaakt is en welke akte begint<br />

met:<br />

76


fol. 98 v<br />

fol. 99 r<br />

Aengaet den hertoich <strong>van</strong> Gelre<br />

Coninc Eduwairt voirs., liggende voir Caleys, hadde byhem denvoirs. iongen Reynout<br />

die doen worden was hertoich <strong>van</strong> Gelre, ende dwanck denselven, wesende<br />

zynre suster zoen, te trouwen die dochter des mercgreven <strong>van</strong> Guylic, denwelcken<br />

zynvader bevolen hadde te trouwen die dochter des voirs. dorde hertoige Ians. Mar<br />

wat hy seeghden, ten mochte hem nyet baten. Nyettemin wachten die voirs. ionge<br />

hertoich hem dat hy des voirs. mercgreven dochter nyet en bekenden, ende onreet<br />

den coninc ende quam met zynen brueder die noch ionger was, totten voirs. dorden<br />

hertoich Ian tAntwerpen, diese myntlic ont¢nc ende onderhyeltsche. /<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XLVII o : Bartholdus de Huesden,Theodericus<br />

Bucxken,Thomas Meleman.<br />

Aengaet den strydt der Ludickers<br />

Ten tyde <strong>van</strong> desen scepenstoel op Sinte-Marie-Magdalenenavont waren die Ludickers<br />

in groeter macht, wel XX M , vergadert ende hadden horen bisscop veriaegt.<br />

Sii toegen voir Arkenteel, datse in den gront omworpen. Sy wouden voirts<br />

tgeheel lant dwingen. Hoir hooftman was een mollener. Die voirs. dorde hertoich<br />

Ian quam tegens hen ten strydt met Henricken, zynen zoen, met hertoich Reynout<br />

<strong>van</strong> Gelre ende metten greve <strong>van</strong> Loen ende versloech er XV M voir Maleyne<br />

inWals-Brabant ende dander ontvloyen. Hy werp Maleyue, dat toebehoirden der<br />

kercken <strong>van</strong> Ludick ende Brabant scedelic was, in den gront omme. Hertoich 1<br />

Henric voirs. hadde hem dair zeer vromelic ende corts dairnae ster¡ hy ende<br />

bracht den bisscop weder int lant.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XLVIII o ./<br />

1348-1349<br />

Aureum previlegium 2<br />

Tempore iamdicti scabinatus Karolus quartus, Romanorum rex et Bohemie rex,<br />

concessit supradicto Iohanni tercio ob sue probitatis merita et sue circumspecte<br />

¢dei puritatem quibus ipse unacum suis progenitoribus sacrum Romanum imperium<br />

debitis ¢delitatis obsequiis prestancius honoravit necnon suis heredibus et<br />

successoribus ac subditis Brabantie, quod nullus iudicum cuiuscumque dignitatis,<br />

status aut conditionis ecclesiastici aut secularis fuerit, in quibuscumque causis<br />

civilibus, criminalibus et realibus aut personalibus aliquam iurisdictionem in<br />

o¤ciarios servitores aut subditos dictum predictorum ad instantiam cuiuscumque<br />

persone intra vel extra limites ipsorum constitutos evocando, citando, appellando,<br />

abiudicando, banniendo, prescribendo aut alios actus iudiciarios faciendo<br />

per sentencias interlocutorias aut di¤nitivas exercere presumat, nisi primitus<br />

evidenter testimonio fuerit edoctum sive probatum quod a duce Brabantie etc.<br />

aut eius iudicibus iusticie reddentibus presidentibus petenti seu petentibus iustitia<br />

1 Hendrik wordt hier hertog genoemd, omdat zijn vader Jan III, hertog <strong>van</strong> Brabant, hem bij<br />

zijn meerderjarigheid in 1347 beleend had met het hertogdom Limburg.<br />

2 Vertaling: de Gouden Bul.<br />

77


fol. 99 v<br />

fol. 100 r<br />

fol. 100 v<br />

1349-1350<br />

fuerit denegata sub pena centum marcharum puri auri etc.; quod quidem previlegium<br />

incipit:`Karolus, Dei gratia', etc. et comprehenditur folio CCCC XLV.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XLIX o : Bartholdus Diddericxs., Arnoldus<br />

Berwout, /Arnoldus de Globo, Iohannes Basyn,Theodericus <strong>van</strong> Hoculem, Iohannes<br />

Dicbier, ArnoldusYsebout.<br />

Littere executoriales super Aureo Previlegio 1<br />

Tempore iamdicti scabinatus Karolus Romanorum rex predictus super Previlegio<br />

Aureo predicto litteras executoriales concessit in quibus senescallis Lymburgie<br />

et Brabantie ducatuum necnon Rodensis et Carpensis provinciarum atque<br />

balivo Nyuellensi et sculteto Antwerpiensi ac ceteris imperii ¢delibus ad quos<br />

presentes littere devenerint, commisit et seriose mandavit omnes cuiuscumque<br />

preeminencie iuxta penas pretactas corrigere etc. ut inibi; quequidem littere executoriales<br />

incipiunt: `Karolus, Dei gratia', etc. et comprehenduntur ad signum<br />

(½16) ac folio CCCC XLVII.<br />

Littere inquisitorie super premissis 2<br />

Tempore etiam iamdicti scabinatus supradictus Karolus adhuc concessit super<br />

premissis suas litteras ad inquisitionem faciendam super attemptationem per<br />

episcopum Leodiensem contra premissa ut inibi; quequidem littere incipiunt:<br />

`Karolus, Dei gratia', etc. et comprehenduntur ad signum tale (½17) et folio CCCC<br />

XLVIII.<br />

Van den hemael Kessel, Maren, Alem<br />

Ten tyde oick<strong>van</strong> den voirs. scepenstoel soe heeft die voirs. dorde hertoge Ian verleent<br />

die carthe <strong>van</strong> den heemael <strong>van</strong> Kessel, Maren ende Alem ende dairinne<br />

geordineert seven / heemraders genomen te werdene, te wetene drie uuyt Kessel,<br />

drie uuyt Maren ende eenen uuyt Alem. Ende heeft gegeven denselven seker<br />

macht ut inibi; que cartha incipit: `Iohan, by der gracien Goids', etc. et comprehenditur<br />

folio CCC LXVI.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o L o : Petrus de Waderle, Henricus de Arkel,<br />

Godefridus Sceyuel, Theodericus Bucxken, Lodouicus Aelbrechts <strong>van</strong> Bussel,<br />

Hermannus de Eyndouia, Godefridus Heerken.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LI o : Bartholomeus de Megen, Godescalcus<br />

de Bladel, Heymericus de Dordrecht, Ghysbertus Lyscap, Franco de Gestel, IacobusTyt,<br />

CoenrardusWriter.<br />

Aengaet der statmuer ende er¡enis dairbuyten liggende<br />

Ten tyde <strong>van</strong> desen scepenstoel soe heeft dese / stadt Zeboden <strong>van</strong> Tyel, Iannen<br />

1 Vertaling: executiebrieven bij de Gouden Bul.<br />

2 Vertaling: brieven <strong>van</strong> onderzoek bij het vorige.<br />

78


fol. 101 r<br />

fol. 101 v<br />

Dicbier, scouthet deser stat, cum suis gegeven die muer streckende <strong>van</strong> derVuchterpoirten<br />

totter Ortenderpoirten toe, alsoe verre als die muer volmaect is oft volmaect<br />

sal werden, om op te tymmeren metstenen gevelen ende met harden dackte<br />

decken ende met zekeren er¡enisse dairbuyten liggende ut inibi, beheltelycken<br />

nochtans deser stat den gemeynen stroom; prout in litteris incipientibus:`Wy, scepenen,<br />

gesworen, rentmeesteren', etc. et comprehensis folio LIIII.<br />

Hoe men die voirs. muer houden sal et etc.<br />

Oeck ten tyde desselfs scepenstoels nae Paesschen soe hebben die voirs. Zeboed,<br />

Ian Dicbier cum suis op achtduysent ponden geloeft die voirs. muer te houden<br />

ende te bewaren als mense hen leveren sal, ten weer datse met cracht neder geworpen<br />

worde, etc. Item ende datse opte muer voirs. nyet en zullen tymmeren dan met<br />

steen ende harden daeck. Item ende als Zeboed, Ian cum suis die voirs. muer nyet<br />

langer houden en willen, soe zullen zy die op moigen geven deser stat met achtdusent<br />

ponden ende metten er¡enisse voirs.; prout in litteris incipientibus:`Et zy<br />

cond allen denghenen'etc., et comprehensis folio LV.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LII o : Henricus deVden, Gysbertus de Spina,<br />

Rodolphus de Zulikem, Iohannes de Derentheren, / Iohannes de Eyndouia,Willelmus<br />

<strong>van</strong> der Aa, Arnoldus deVladeracken.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LIII o : Goeswinus Steenwech, Iohannes de<br />

Hellu, Arnoldus Roeuers, Gerardus de Eyndouia, Arnoldus Stamelart de Penu,<br />

GerardusVoss.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LIIII to : Arnoldus de Globo, Henricus de<br />

Gemart, Petrus de Waderle,Willelmus Vrancke, Godeschalcus de Bladel, Petrus<br />

Steenwech.<br />

Die annulatie der vonnisse des bisscops <strong>van</strong> Ludic<br />

Tempore iamdicti scabinatus Karolus Romanorum rex et Bohemie rex, etc. supranominatus<br />

annulavit omnes sententias / et prescriptiones factas per Engelbertum<br />

Leodiensem episcopum super iudicibus, scabinis et subditis supradicti<br />

ducis Iohannis tercii; prout in litteris incipientibus: `Karolus, Dei gratia Romanorum<br />

rex', etc. et vidimus desuper confectis incipientibus: 'Universis presentes<br />

litteras inspecturis'et comprehensis ad signum tale (½18) et folio LVII.<br />

Verbont der steden ende vriheiden slantz <strong>van</strong> Brabant<br />

1354-1355<br />

Oeck ten tyde des scepenstoels voirs. soe is tusschen die steden <strong>van</strong> Brabant namentlic<br />

Loeuen, Bruessele, Antwerpen, sHertogenbosch, Thienen, Nyeuele,<br />

Leeuwen in den name <strong>van</strong> hen ende der andere smaelsteden ende vryheiden<br />

slants <strong>van</strong> Brabant als Tricht, Lymborch, Dalem, Rode, Carpen,Wassenborch,<br />

Spremont, Lier, Herentals, Turnout, Geldenaken, Hannuet, Genepie, Landen,<br />

Dormalen, Halen, Diest, Arschot, Sichen, Bergen opten Zoem, Steenbergen,<br />

Breda, Huesden, Graue, Helmont, Eyndouen, Sint-Oedenrode, Oirle, Merchtene<br />

ende <strong>van</strong> der Capellen opten Bossche, Eerssel, Oisterwyc,Waelwyc,Vilvoerden,<br />

79


fol. 102 r<br />

fol. 102 v<br />

1355-1356<br />

Tervueren, Oueryssche, Assche seker verbont gemaect ende hebben underlinge<br />

geloeft, deen den anderen zekerheit gedaen ende ten heiligen gesworen die een<br />

byden anderen teblyvene ewelick, eendrechtelic, ongesceyden ende ongesondert,<br />

wat hen oickovergaen mucht; prout in litteris incipientibus:`In den name sVaders,<br />

Soens ende sHeilich Geests, amen', etc. et comprehensis folio LVIII.<br />

teser tyt sterff die dorde hertoge ian<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LV to : dominus Iohannes die Roeuer, miles,<br />

dominus Henricus de Moerdrecht, miles, / Rutgerus de Ouden, Iohannes Dicbier,<br />

Henricus de Hoculem, Ghysbertus Lysscap, Arnoldus die Beuer.<br />

Van der doot des dorden hertoich Ians<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den scepenstoel voirs. ende die voirs. dorde hertoge Ian XLIII iaren<br />

regneert hadde, soe ster¡ hii in den iair voirs. op Sinterclaesavont ende wert begraven<br />

int cloester <strong>van</strong>Vileer inWals-Brabant.<br />

tentyde<strong>van</strong>vrouweiohannaendehertogewencelyn<br />

<strong>van</strong> behem 1<br />

Nu worden vrouw Iohanna ende hertogeWenceliin gehuldt; huldinge<br />

vrouwe Ianne ende hertoichWencelyn<br />

Ten tyde oick<strong>van</strong> den voirs. scepenstoel ende als die voirs. dorde hertoich Ian doot<br />

was, soe worden opten dorden dach ianuarii tot Loeuen gehult ende ontfangen die<br />

voirs. vrouwe Iohanna ende hertoge Wencelyn ende voirts tot Bruessel, tot Mechelen<br />

ende elders. Welke vrouwe Ianna ende hertoich Wencelyn den lande <strong>van</strong><br />

Brabant verleenden dese naevolgende poincten:<br />

Die bewaernisse <strong>van</strong> den previlegien<br />

in den iersten dat men die previlegien ende cartheren slants <strong>van</strong> Brabant bynnen<br />

denselven lande bewaren sal onder drie sloetelen, als den enen onder der voirs.vrouwen,<br />

den anderen tot Bruessel ende den dorden tot Loeuen, ende insgeliicx te bewaren<br />

den groeten zegel in Brabant;<br />

Van den raitsluden in Brabant<br />

item dat nyemand in den geswoeren Raide <strong>van</strong> Brabant en sal wesen, hy en zy bynnen<br />

Brabant geboeren, / <strong>van</strong> wittigen bedde ende in den lande <strong>van</strong> Brabant woenende<br />

ende geguedt;<br />

1 Herhaald <strong>van</strong>af fol. 102 v tot en met fol. 124 r ; <strong>van</strong>af fol. 103 v wordt Wencelyn als eerste genoemd;<br />

alleen op fol. 103 v wordt syn geselinne toegevoegd.<br />

80


fol. 103 r<br />

1355-1356<br />

Hier heeft men dat Huesden Brabant is geweest<br />

item ende dat dlant <strong>van</strong> Lymborch, <strong>van</strong> Dalem, Spremont, Rode, Carpen, dlant <strong>van</strong><br />

Huesden ende <strong>van</strong>Wassenberch blyven sal versekert den lande <strong>van</strong> Brabant;<br />

item dat men die straten oepen ende vry houden sal, elckermalc te varen ende te<br />

keeren op zynen gerechten tolle;<br />

Dat men dlant nyet sceyden noch minderen en zall<br />

item dat zy dlant <strong>van</strong> Brabant geheel ende ongesceyden houden sullen sonder dat te<br />

verpanden, te vercopen oft te versetten, etc.;<br />

item hebben zy oic dairinne geloeft den lantvrede te houdene zoe hy gemaect is;<br />

item hebben oic geloeft geen oirloige aen te nemen sonder wille der steden <strong>van</strong><br />

Brabant;<br />

Dat men die meyeryen ende vorsteryen nyet verhueren en zal<br />

item alle diegeen die meyeryen oft voirsteryen hebben, datse die selver zullen moeten<br />

bedienen;<br />

Die bynnen Brabant ge<strong>van</strong>gen wordt, buyten Brabant nyet vueren en sal<br />

item zoe wie bynnen Brabant ge<strong>van</strong>gen wordt, dat men dien buyten Brabant nyet en<br />

sal vueren ge<strong>van</strong>gen;<br />

Van den gelt te slaen<br />

item dat men geen gelt en sal slaen noch oic den penninc lichten, het en zy by raide<br />

<strong>van</strong> den lande, ende dat men geen gelt slaen en zal dan in de vry steden;<br />

Van onwittigen personen geen o¤cie te hebben<br />

item dat diegeen die <strong>van</strong> gheenen getrouden bedde comen en is, nummermeer o¤cie<br />

in Brabant / hebben en zal noch vueren;<br />

Van der rekeningen der o¤cieren<br />

item dat alle richteren ende o¤ciers in Brabant <strong>van</strong> iaer te iaren rekenen zullen ende<br />

gerekent hebben a¡ wesen, etc. ut inibi;<br />

Hoedieonsculdigevredehebben<br />

item dat die onsculdige vrede zullen hebben <strong>van</strong> der uren dat ennich gevecht gesciet<br />

ware totter naester noenen des anderendaigz;<br />

Dat men ierst den magen zoenen moet<br />

item dat men nyemanden <strong>van</strong> dootslage dlant geven en zal, hy en zy ierst tegens die<br />

mage verzuent;<br />

Van te camp te heysschen<br />

item dat men nyemanden te camp heysschen en zal opte verbuerte <strong>van</strong> lyf ende goet<br />

ende zoe wie den anderen vogeren dade buyten lantz, dat hy in denzelven bruec zyn<br />

zoude;<br />

Van buyten lantz te dagen<br />

item dat deen ingesetenen slantz <strong>van</strong> Brabant den anderen buyten lantz nyet en zal<br />

dagen opte verbuerte <strong>van</strong> ly¡ ende goet ende ewelic slantz beroeft te wesen, tenweer<br />

<strong>van</strong> testamenten, huwelixe vorwarden ende <strong>van</strong> aelmoessen;<br />

81


fol. 103 v<br />

fol. 104 r<br />

1355-1356<br />

Van den scaeck<br />

item dat men nyemanden tegens zynen wille ontscaecken sal up verbuerte <strong>van</strong> lyve<br />

ende goet ut inibi;<br />

Van onmundigen te ontleyden<br />

item dat men geen ion¡rouwen ontscaecken noch ontleyden sal die onder hoir iaren<br />

ziin opte verbuerte <strong>van</strong> ly¡ ende goet; /<br />

Die bedragen wordt, moet overtuygt werden, salt hem onscade doen 1<br />

item dat men nyemanden bedragen en mach, dat hem onscaide doen mach <strong>van</strong><br />

quetsueren oft dootslagen indien hy hem der wairheit getroesten dar ut inibi;<br />

Van wynninge by oirloge<br />

item dat men met oirloge windt by hulpe <strong>van</strong> den lande <strong>van</strong> Brabant, aen Brabant<br />

blyven sal;<br />

Van der pelinge<br />

item dat men eenen yegelycken pelinge begerende, pelinge sal doen gescien;<br />

Van Sinte-<strong>Peter</strong>smannen<br />

item dat men Sinte-<strong>Peter</strong>smannen houden ende handelen sal, gelyc dat men <strong>van</strong><br />

outs herbracht heeft;<br />

Van twe leke personen dingechtich wesende<br />

item oft sake wair dat ennige twee leke personen in recht dingden ende den enen<br />

tvonnes tegenginc, dat die zyn sake nyet overgeven en sal ennigen paep oft clerc<br />

omme den anderen te creyten, opte verbuerte <strong>van</strong> lyve ende goet, etc.;<br />

Van honde te houden, <strong>van</strong> iagen<br />

item dat elckermalc honde houden mach, die voete ongecoirt sonder calengieren<br />

ende dat elc all Brabant doer hasen ende vossen iagen mach;<br />

Noch <strong>van</strong> iagen<br />

item ende dat alle ridderen ende knapen ende goede lyede uuyten steden ende lande<br />

<strong>van</strong> Brabant moigen iagen alrehant groot wilt al Brabant doer, uuytgesceiden in<br />

wouden ende waranden, etc. ut inibi; welke carthe begint:`Iohanna, by der gracien<br />

Goids'ende is begrepen folio LX. /<br />

Dierste oirloge <strong>van</strong> hertoichWencelyn tegens den greve <strong>van</strong> Vlaenderen<br />

Corts dairnae als vrouwe Iohanna ende hertogeWencelyn tot Loeuen, tot Bruessel,<br />

tot Mechelen ende voirts elders in Brabant waren gehuldt ende oick ten tyde<br />

<strong>van</strong> den voirs. scepenstoel, soe quam die voirs. greve Lodewyc <strong>van</strong> Vlaenderen,<br />

die ten wive had die voirs. Margriet, dochter des voirs. dorden hertoge Ians ende<br />

suster <strong>van</strong> vrou Iohanna voirs., ende heyschten een groete susterdeylinge in Brabant<br />

alsoe dat daira¡ tot Mechelen een dachvaert wairt geleegt dair zy beyde ter<br />

dachvaert waren. Mar eer die dachvaert schyet, soe waest geordineert dat die<br />

1 In margine nota.<br />

82


fol. 104 v<br />

fol. 105 r<br />

1355-1356<br />

voirs. hertoge ende die greve beyde uuyter stat ryden zouden, zoese deden. Ende<br />

dairnae quam greve Lodewyc voirs. weder subtylyc bynnen Mechelen ende dede<br />

zoevele met vrienden aen die <strong>van</strong> Mechelen, datse hem ont¢ngen voir enen heer,<br />

nyettegenstaende datse den voirs. hertoich Wencelyn ende vrouw Iohanne eedt<br />

gedaen hadden ende ontfangen. Ende dairomme ga¡ hy dien <strong>van</strong> Mechelen drie<br />

mercten, <strong>van</strong> haver, vyssch ende zout, die de stat <strong>van</strong> Antwerpen tevoerens hadde.<br />

Ende greve Lodewyc ginc zyn palen besetten ende desgelyc dede oic die voirs. hertoge<br />

Wencelyn. Ende hertoge Wencelyn zocht raet ende troest aen zynen voirs.<br />

brueder Kaerle, die vierde keyser /ende coninc <strong>van</strong> Behem, zoe datter een dachvaert<br />

wairt geleegt tot Tricht, dair hertoichWencelyn ende vrou Iohanna quamen.<br />

Ende dair by den voirs. keyser wairt gemaect een wonderlic verbont: 1<br />

in den iersten als dat thertoichdom <strong>van</strong> Brabant ende <strong>van</strong> Lymborch blyven souden<br />

aen hertoige Wencelyn ende vrou Iohanna als hoir natuerlycke, wittige princen<br />

ende dat hertoichWencelyn buyten consent <strong>van</strong>vrou Iohanna geen gueden oft<br />

landen en zoude moigen versetten, vercopen, veranderen oft belasten;<br />

item ende oft vrou Iohanna stor¡ voir hertoich Wencelyn sonder oir, zoe soude<br />

hertoichWencelyn die landen behouden als natuerlyc heer;<br />

ende stor¡ hertoichWencelyn voir vrou Iohanna sonder oir, zoe zoude zy hair leven<br />

lanc vrou blyven; ende creech zy nae enen anderen man ende daira¡ wittich<br />

oir, dat soude nae hair succederen;<br />

ende oft zy beyde storven sonder oir, zoe souden die landen <strong>van</strong> Brabant ende <strong>van</strong><br />

Lymborch blyven opten voirs. keyser Kaerle als op den wittigen successeur; ende<br />

oft keyser Kaerle dan nyet en leefden, zoe souden die landen blyven op die naeste<br />

levende geboert <strong>van</strong> Lutzenborch; daira¡ brieven worden gemaect <strong>van</strong> den daet<br />

M CCC LVI, dwelc oic die gedeputeerden <strong>van</strong> den steden by goetduncken <strong>van</strong> ennigen<br />

edelen dairby wesende oic geloefden te doen volvueren. Ende vrou Iohanna<br />

consenteerden oic dairinne om troest ende bystant te hebbene <strong>van</strong> den voirs. keyser<br />

Kaerle, / brueder <strong>van</strong> hertoich Wencelyn voirs., want greve Lodewyc voirs.<br />

mechtich was.<br />

Ende alsoe ten tyde <strong>van</strong> denvoirs. scepenstoel, opten XVII en dach in oext, geboerden<br />

dat greve Lodewyc voirs. quam voir Bruessel. Die <strong>van</strong> Bruessel lyepen tegens<br />

hem uuyt, dair hyse versloech ende quam alsoe bynnen Bruessel dair hy zyn<br />

banyeren uuytstack opter stathuys ende zyn wympelen ten poirten ende zy mosten<br />

hem hulden. Dairnae quam hy tot Loeuen, mar die en hulden hem nyet ende<br />

hy bedree¡ vele gewauts in Brabant.<br />

Daernae wairt tvoirs. oirloigh tusschen beyde opgenomen <strong>van</strong> hertoge Willem<br />

<strong>van</strong> Beyeren, greve <strong>van</strong> Henegouwe, <strong>van</strong> Hollant, <strong>van</strong> Zeelant ende heer <strong>van</strong><br />

Vryeslant, wantse hem in beyden zyden bestonden ende alsoe <strong>van</strong> beyden zyden<br />

verbonden zy hen met brieven ende zegelen, welke hertoichWillem, als nae blyct,<br />

int iair LVII een uuytspraec gedaen heeft. 1<br />

1 In margine nota.<br />

83


fol. 105 v<br />

fol. 106 r<br />

1356-1357<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LVI o : Godefridus Sceyuel, Theodericus<br />

Buxken, Godescalcus de Bladel, Arnoldus de Waderle, Iohannes de Gestel, Petrus<br />

Steenwech, / Henricus Loze.<br />

Aengaet den houtscat<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel soe hebben hertoichWencelyn ende vrou Ianna<br />

deser stat verleent die carthe <strong>van</strong> den houtscat, te wetene dat die poirteren deser<br />

stat tot ewigen daigen quyt zullen zyn ende vry <strong>van</strong> den houtscat die men hen<br />

ende hoeren vorderen sculdich is te betalen, alsoe dat men den poirteren <strong>van</strong> hoeren<br />

bosschen oft anderen hout, wassende oft nyet wassende, vry <strong>van</strong> houtscat sal<br />

laten, etc.; welke carthe begint: `Wencelaus', etc. ende is begrepen opten blade<br />

CCC LXXIX.<br />

Aengaet der pelingen <strong>van</strong>Vlymen, Engelen, dese stat endeVucht<br />

Oeck ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel soe hebben die voirs. hertoichWencelyn<br />

ende vrou Iohanna con¢rmeert die pelinge gedaen by heren Bernart, heer <strong>van</strong><br />

Bourgevail, drossaet <strong>van</strong> Brabant, tusschen dese stat, den dorpe <strong>van</strong> Vucht ende<br />

Cromvoirt ter eenre ende den dorpen <strong>van</strong>Vlymen ende Engelen ter andere zyden,<br />

by welker pelingen bevonden is dat die palen hiernae bescreven deser stat <strong>van</strong><br />

outs toebehoirt hebben ende noch toebehoren, te wetene: begynnende aen dat<br />

cruys dat voir Engelen te staen plach in der zyden tot Dyependyc wairt ende <strong>van</strong>dair<br />

recht lynrecht opte bleeken <strong>van</strong> der Engelscher Meeren ende <strong>van</strong>daer recht<br />

lynderecht opten Moelenwech ende <strong>van</strong>dair lyntrecht opten hoerinc <strong>van</strong> den<br />

Amer voirVlymen in der stegen aldair ende <strong>van</strong>dair lynrecht opten breeden wech<br />

ende <strong>van</strong>dair lynrecht opten Dyselberch, etc. ut inibi; prout in litteris incipientibus:`Wencelaus',<br />

etc. et comprehensis folio LXVII. /<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LVII o :IohannesdeHellu,Ghysbertusde<br />

Spina, Gerardus de Eyndouia, Iohannes Enode.<br />

Tempore istius scabinatus Iohannes de Lyemde tamquam magister domus <strong>van</strong><br />

der Eyendonck fuit adiusticiatus ad certas hereditates sitas inVucht, etc., ex quibus<br />

habetur quod eo tempore dicta domus <strong>van</strong> der Eyendonck steterat. 1<br />

Aengaet den Hamdyc voir Den Graue<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel soe wairt den Hamdyc, gelegen voir Den<br />

Graue, gemaect ende dat by hulpe der ingesetenen deser meyeryen dairomtrent<br />

geseten<strong>van</strong> gracien wegen ende nyet <strong>van</strong> recht; welken Hamdycheer Ian, heer <strong>van</strong><br />

Kuyck ende <strong>van</strong> Hoostraten, voir zyn voirs. stat <strong>van</strong> Den Graue ende zyn luyden<br />

aldair geloeft heeft ten ewigen daigen te houden ende te doen houden; prout in<br />

litteris incipientibus: Àllen denghenen', etc. et comprehensis folio LXVIII.<br />

1 Vertaling: tentijde<strong>van</strong> dezeschepenstoelwerd Jan<strong>van</strong> Liempdeals meester<strong>van</strong> het Huis<strong>van</strong><br />

der Eyendonck gerechtigd tot zekere erven, gelegen inVught, enz., waar<strong>van</strong> men aanneemt<br />

dat in die tijd het genoemde Huis <strong>van</strong> der Eyendonck daarop stond.<br />

84


fol. 106 v<br />

fol. 107 r<br />

Hoe hertoichWillem <strong>van</strong> Beyeren zyn uuytspraec dede<br />

Ten tyde oick <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel opten vierden dach <strong>van</strong> iunio dede die<br />

voirs. hertogeWillem <strong>van</strong> Beyeren, etc. tusschen hertogeWencelyn ende vrou Iohanna<br />

ter eenre ende greve Lodewyc <strong>van</strong>Vlaenderen ter anderen zyden syn uuytspraeck,<br />

wesende dairinne, zoe men hoeren mach, zeer gunstich den greve<br />

voirs.: 1 in den yersten, want sommige steden ende edelen in / Brabant den voirs.<br />

greve eedt gedaen hebben, soe souden die steden <strong>van</strong> Loeuen, Bruessel, Nyvele,<br />

Thienen denzelven greve eens siaers dyenen ten costen slantz <strong>van</strong> Brabant elck<br />

met eenre banyeren sess weken lanc elc met XXV mannen gewapent alse <strong>van</strong><br />

den greve versocht worden ende des souden die steden ende edelen hoirs eedts<br />

verdragen wesen;<br />

item want die greve voirs. hem gescreven hedde hertoich <strong>van</strong> Brabant, zoe zoude<br />

hy den titel moigen behouden zyn leefdaige lanc, oft hy woude;<br />

Hier wairt MechelenVlaemsch<br />

item dat die greve voir zyn costen ende scaden des oirloigs die hy gehadt hedde, hy<br />

ende zyn nacomelinge zoude hebben ende wesen heren <strong>van</strong> Mechelen;<br />

Hier wairt Antwerpen oicVlaemsch<br />

item ende dat die voirs. Margriet, suster <strong>van</strong> vrou Iohanna voirs. ende wy¡ <strong>van</strong><br />

greve Lodewyc voirs., ende hoir oir, te wetene hair dochter by namen Margriet<br />

die zy <strong>van</strong> greve Lodewyc voirs. heeft ende vercrigen zal, sal hebben voir hair vaderlic<br />

verster¡ X M gulden £orynen er£ic ende dairvoir te leen ende in manscap<br />

<strong>van</strong> vrou Iohanna voirs. ontfaen zal Antwerpen met hoer toebehoirten;<br />

Hier wairt Huesden Hollantz<br />

1359-1360<br />

item hoewael dat een gemeyn faem is dat die voirs. hertoichWillem int voirs. seggen<br />

geseegt zoude hebben: `Huesden myn', soe en eest nochtans alsoe nyet, mar<br />

want hyt vrouw Iohanna afnam tonrechte, soe maecten hy er a¡ `Huesden myn' 1 .<br />

Hertoich Willem voirs. wairt nae tseggen voirs. iammerlic geplaigt als si<strong>nl</strong>oes te<br />

zyn ende hertoich Aelbrecht, zyn brueder, die paleysgrave, /deden ge<strong>van</strong>gen leyden<br />

ende leggen tot Keynout in Henegouwe, dair hy zyn leefdaigen buyten synnen<br />

blivende ge<strong>van</strong>gen blee¡. Ende nae den voirs. seggen soe worden die voirscr. greve<br />

Lodewyc ende Margriet, zyn grevinne, tot Antwerpen ende Mechelen gehuldt.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LVIII o : Iohannes Knoede, Iohannes de Derenthere,<br />

GerardusVosse, Henricus <strong>van</strong>Vden, GerardusVosse. 2<br />

Omtrent deser tyt dede hertoichWencelyn maken tslot tot Vilvoerden.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LIX o : Gerardus Wisseleer, Gerardus Steenwech.<br />

1<br />

In margine nota.<br />

2<br />

Aldushs., abusievelijktweemaaldezelfdeschepennaamoptweeverschillende momenten geschreven.<br />

85


fol. 107 v<br />

fol. 108 r<br />

fol. 108 v<br />

1360-1361<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LX o : Arnoldus de Globo, / Ghysbertus Lysscap.<br />

Ten tyde <strong>van</strong> desen scepenstoel dede heer Geerlic die Roeuer, scouthet <strong>van</strong> Den<br />

Bosch, beleyde dat die scouthet deser stat altyt, alst noot is, scouwen mach op<br />

dese zyde der Mazen tusschen de stat <strong>van</strong> Den Graue ende der Diesen; prout folio<br />

CXXXVI. 1<br />

Aengaet den loss <strong>van</strong> Oisterwyc<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel wairt die meyerye <strong>van</strong> Oisterwyc gelost by deser<br />

stat met III M IIIÃÙ Ä alden scilden die dese stat op hairselven ¢neert hadde;<br />

Ende geen dorpen meer <strong>van</strong> deser stat te vervreemden<br />

ende geloefden hertoge Wencelyn ende vrou Iohanna voir hen ende hoir oir, erven<br />

ende nacomelingen die wederomme nummermeer te versetten, noch egeen andere<br />

dorpen oft vryheiden in deser meyeryen gelegen, noch oic te vervreemden<strong>van</strong> deser<br />

stat; prout in litteris incipientibus:`Wencelaus', etc. et comprehensis folio LXIX.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LXI o : Iohannes de Hellu,WillelmusVrancke.<br />

Confederationem opidorum Louaniensis et Busciducensis 2<br />

Tempore iamdicti scabinatus scabini, iurati et communitas / de Louanio et de<br />

Buscoducis puro corde invicem prehabitum rancorem remittentes confederationem<br />

mutue pacis et amicicie coniuraverunt et tamquam fratres inviolabiliter obser<strong>van</strong>tes<br />

unanimi voluntate fecerunt, ymmo etiam invicem promiserunt<br />

ubicumque opus habuerint alterum alteri ad suum ius conser<strong>van</strong>tes ¢deliter assistere<br />

contra unumquemque hominem salvo iure domini ducis; prout in litteris<br />

incipientibus:`Universis tam presentibus', etc. et comprehensis folio LXXI.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LXII o : Henricus Stierken, Arnoldus Berwout,<br />

Arnoldus de Waderle de Andel, Goeswinus Moedel Dicbier, Ghysbertus<br />

<strong>van</strong> den Doeren de Spina, Henricus de Kessel.<br />

Van den toll omtrent deser stat<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel soe hebben hertoich Wencelyn ende vrou Iohanna<br />

deser stat verleent ende den scouthet derselver stat bevolen dat hy sonder<br />

wederseggen ten versueck deser stat hair bystendich zy af te doen allen onrechten<br />

toll die men omtrent derselver stat <strong>van</strong> den poirteren nu nemende is, etc.; prout in<br />

litteris incipientibus:`Wencelaus', etc. et comprehensis folio LXXII./<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LXIII o .<br />

1<br />

In margine nota.<br />

2<br />

In margine nota; vertaling: het bondgenootschap tussen de steden Leuven en's-Hertogenbosch.<br />

86


fol. 109 r<br />

fol. 109 v<br />

fol. 110 r<br />

Hoe die poirteren bynnen mosten comen woenen<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel soe hebben hertoich Wencelyn ende vrou Iohanna<br />

deser stat verleent ende geconsenteert onder meer dat zoe wye voirtaen<br />

poirter oft poirtersse worde bynnen deser stat, die zullen dairinne moeten comen<br />

woenen bynnen sess weken naedien dat zy poirteren oft poirtarssen worden zyn<br />

ende zullen gebruycken deser stat vryheit, gelyc andere gecofte poirteren oft poirterssen;<br />

Hoe lange die poirters uuyt moigen wesen<br />

voirtaen eest vorwarde al vueren dese poirteren oft poirterssen buyten deser stat om<br />

comanscap, in pelgrimagien oft in sheren dienste ende dairomme langer buyten<br />

bleven dan drie sess weken, dat zy dairmede hoir poirtrecht nyet verlyesen en zullen<br />

moigen, mar zullen hoir poirtrecht gebruycken als zy wedercomen;<br />

Geboeren poirters moigen altyt uuyt wesen<br />

item die ingeboeren poirteren, hoe lange zy uuyt zyn, die en zullen dairmede hoir<br />

poirtrecht nyet moigenverboeren; prout in litteris incipientibus:`Wencelaus <strong>van</strong> Behem',<br />

etc. et comprehensis folio LXXII.<br />

Van coninc Kaerl <strong>van</strong>Vrancryc<br />

1365-1366<br />

Ten tyde oick<strong>van</strong> den scepenstoel voirs. soe waert coninc <strong>van</strong>Vrancryc gecroent /<br />

die vyfte Kaerle, die men hyet die Wyse, zoen <strong>van</strong> den voirs. coninc Ian <strong>van</strong>Vrancryc<br />

die te wive hadde die suster hertoich Wencelyns voirs., ende aldus was hertoichWencelyn<br />

voirs. oem <strong>van</strong> den voirs. Kaerle dieWyse.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LXIIII o : Henricus deVden, Gerardus Voss,<br />

Franco de Gestel, Coenrardus die Writer, Petrus Steenwech, Geerlacus de Keeldonc.<br />

Ten tyde <strong>van</strong> desen scepenstoel trac hertoich Wencelyn voirs. met groeter macht<br />

voir Rauensteyn tegens den heer <strong>van</strong>Valkenborch.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LXV to : Iohannes de Derentheren, Iohannes<br />

de Gemart, Arnoldus Heym, Gerardus <strong>van</strong> der Aa, Ghysbertus deVlochouen, /<br />

Iohannes <strong>van</strong> der Zydewynen, Otto Bilsemans.<br />

Hier is te wetene hoe dat die ierste hertoge Reiinout <strong>van</strong> Gelre by zyn ierste<br />

vrouwe hadde twee dochteren; doutste ga¡ hy den greve <strong>van</strong> Cleue, dair zy geen<br />

kynder a¡en creech, ende nae zynre doottrouden zyden greve <strong>van</strong> Bloys; ende die<br />

iongste dochter trouden greve Willem <strong>van</strong> Guylic, die nae mercgreve wairt gemaect.<br />

Dese greve Willem <strong>van</strong> Guylic wan aen de voirs. zyn vrouwe, die iongste<br />

dochter <strong>van</strong> hertoich Reynout voirs., enen zoen die hyet Willem, die wert naemaels<br />

hertoich <strong>van</strong> Guylic ende <strong>van</strong> Gelre ende die met synen hulperen, bisscoppen<br />

ende papen, die Lynde tot Oisterwiic bornden, als nae blyct in den iaer CCC<br />

LXXXVIII. 1 /<br />

Die voirs. hertoige Reiinout, nae die doot <strong>van</strong> zynre voirs. ierster vrouwen, nam<br />

des dorden coninx Eduwairts <strong>van</strong> Engelant dochter, dairaen hy wan twee zoenen<br />

1 In margine nota.<br />

87


fol. 110 v<br />

fol. 111 r<br />

1365-1366<br />

by namen: Reynout, die nae zyns vaders doot trouden vrou Marien, suster <strong>van</strong><br />

vrou Iohanna voirs. ende dochter des voirs. dorden hertoge Ians <strong>van</strong> Brabant; hii<br />

regeerden dlant <strong>van</strong> Gelre als hertoge een wyle tyts met rosten, mar nae wairt hy<br />

<strong>van</strong> Eduwart naegescreven, zynen brueder, ge<strong>van</strong>gen; ende Eduwairt, die hadde<br />

dat zyn voirs. brueder hem ga¡. Beyde dese Gelderssche zoenen storven sonder<br />

oir. Ende als die voirs. ionge hertoich Reynout die vrou Marien voirs. getroudt<br />

hadde, een wyle tyts had regeert dlant <strong>van</strong> Gelre ende dat gehouden in vreeden,<br />

stont op bynnen den lande voirs. twedrachticheit <strong>van</strong> tweer handen partien, deen<br />

hyeten die Bronchorster, dander hyeten die Heeckerlinge.<br />

Hoe deen brueder <strong>van</strong> Gelre den anderen vynck<br />

Die Heeckerlinge voirs. worden verheven <strong>van</strong> den voirs. hertoge Reynout boven<br />

die Bronchorsteren. Des claechden die voirs. Bronchorstere den voirs. Eduwart,<br />

die tegens den voirs. iongen hertoge Reynout, zynen brueder, ende die Heeckerlinge<br />

opstont, vergaderende volc <strong>van</strong> wapenen ende quam tegens denselven zynen<br />

brueder te velde ende ten stryde, alsoe dat die voirs. ionge hertoich Reynout wairt<br />

ge<strong>van</strong>gen. /<br />

Hoe die ionge hertoich Reynout uuyter gevenckenissen quam<br />

Ende als vrou Marie voirscr. verhoirt hadde dat hair heer, die voirs. ionge hertoich<br />

Reynout, ge<strong>van</strong>gen was, toech zy by vrou Iohanna, hair suster, ende hertogeWencelynen<br />

voirs., hen clagende die gevenckenissen hairs heren. Hertoge Wencelyn<br />

voirs. seynden terstont in den lande <strong>van</strong> Gelre vele volcx <strong>van</strong> wapenen, die BoemelreWert<br />

omsloegen. Ende voirts bleeft oirloge tusschen denvoirs. hertogeWencelyn<br />

ende den voirs. Eduwairt ende zynen hulperen, ingesetenen slantz <strong>van</strong><br />

Gelre, eenen langen tyt, wael drie iaren. Ende ten laetsten in enen strydt die geboirden<br />

voir Bauswilder, weert Eduwairt voirs. dootgeslagen int lant <strong>van</strong> Guylic.<br />

Ende die voirs. ionge hertoich Reynout <strong>van</strong> Gelre quam uuyter gevenckenissen,<br />

mar ster¡ corts dairnae mits die veranderinge der locht ende sonder oir.<br />

HertoichWencelyn wairt oic ge<strong>van</strong>gen<br />

Ende dairnae in den voirs. strydt die geboerden voir Bauswilder als int iair M<br />

CCC LXXI, wairt hertoich Wencelyn voirs. ge<strong>van</strong>gen ende ge<strong>van</strong>gen gevuert te<br />

Nyegge, dair hy lange ge<strong>van</strong>gen lach; welke oirloge oic mede toequam ende oic<br />

was tegens den voirs. mercgreve Willemen <strong>van</strong> Guylic, omdat hy den coepluyden<br />

<strong>van</strong> Brabant hoeren scade die zy in zyn lant geleden hadden ende hen was gedaen,<br />

boven den gesworen lantvrede nyet / oprichten en woude, alsoe zyn vorders geloeft<br />

hadden te doen.<br />

Die lossinge hertoichWencelyn<br />

Ende als die voirs. keyser Kaerle, brueder <strong>van</strong> den voirs. hertoichWencelyn, vernam<br />

hoe zyn brueder ge<strong>van</strong>gen was, was hy toernich ende begonst een process te<br />

maken metten princen <strong>van</strong> den Ryc omme met vonnesse te beroeven den voirs.<br />

hertoichWillem <strong>van</strong> Guylic <strong>van</strong> allen zynen heerlicheit. Die voirs. hertoich Wil-<br />

88


fol. 111 v<br />

fol. 112 r<br />

lem <strong>van</strong> Guylic, dat vernemende, lyet hy uuyter gevenckenissen sonder rantson<br />

denvoirs. hertoichWencelyn. Mar die heren die met hem ge<strong>van</strong>gen waren, mosten<br />

geven IX hondertduysent Vilvoirtsche mottoenen. Daernae stont op grote twiste<br />

tusschen den voirs. greve <strong>van</strong> Bloys ende den voirs. mercgreve Willem <strong>van</strong> Gylic<br />

om des hertoichdoms <strong>van</strong> Gelre. Mercgreve Willem <strong>van</strong> Guylic voirs. woude<br />

tvoirs. hertoichdom <strong>van</strong> Gelre trecken aen den voirs.Willemen, zynen zoen, zoe<br />

hy oic dede, om deswille, zoe hy oic seeghden, dattet op geen vrouwen versterven<br />

mochte, als er mans geslachte levende wair <strong>van</strong> den bloode gecomen.<br />

Hier quamt lant <strong>van</strong> Gelre ende <strong>van</strong> Guylic aeneen<br />

Ende alsoe als omtrent den iair LXXII wairt die ionge greveWillem hertoich <strong>van</strong><br />

Gelre ende nae zyns vaders doot hertoich <strong>van</strong> Guylic /ende duss quam dlant <strong>van</strong><br />

Gelre ende <strong>van</strong> Guylic yerst tegader ende onder enen heer.<br />

Dat Oyen endeTurnout fundeert worden<br />

Item ende nae die doot <strong>van</strong> den voirs. hertoich Reynout, die als hy uuyter gevenckenissen<br />

was gecomen zeer corts ster¡, soe dede vrouwe Marie voirs., zyn wedue,<br />

maken op die eerde <strong>van</strong> Brabant tslot <strong>van</strong> Oyen ende die borch tot<br />

Turnhout, dwelc hair guedinge was ende dair zy al meest was nae hairs heren<br />

doot.<br />

Aengaet den vrede te nemen<br />

Ten tyde voirscrevens scepenstoels als <strong>van</strong> den voirs. iair M CCC LXVende LXVI<br />

soe hebben hertoge Wencelyn ende vrou Iohanna deser stat verleent een carthe<br />

dairinne datse enen yegelycken poirter deser stat in een ewelic recht gegeven hebbenvoir<br />

hen ende hoer nacomelingenvreede te moigen nemen, gelyc een scouthet<br />

deser stat. Ende zoe den scouthet oft poirter in orconde <strong>van</strong> tween poirteren eenwer¡,<br />

anderwer¡ ende dordwer¡ weygerden vrede te geven, die zals wesen op<br />

enen broeck <strong>van</strong> X ponden ende oft hy en nyet en conste betalen, die sals wesen<br />

op zyn een hant a¡ te slaen; prout in litteris incipientibus: `Wencelaus', etc. et<br />

comprehensis folio LXXIII. /<br />

Aengaet den Zegedyc tusschen Haren ende Duer<br />

1365-1366<br />

Oeck ten tyde desselfs scepenstoels soe hebben hertoichWencelyn ende vrou Iohanna<br />

in een andere carthe bevolen den scouthet <strong>van</strong> Den Bosch het maken <strong>van</strong><br />

den Zegedyc tusschen Haren ende Duer altyt metter clocken ende dat te doen<br />

doen denghenen diet sculdich zyn oft den gemeynen lande die wynre oft verlieser<br />

dairaen zyn moegen, ut inibi; welke carthe begint: `Wencelaus'ende is begrepen<br />

opten blade LXXIIII.<br />

89


fol. 112 v<br />

1365-1366<br />

Van der stat ende vitte 1 die dese stad heeft op Scoenrelande <strong>van</strong> den<br />

coninc <strong>van</strong> Deenmarcken<br />

Oeckten tyde <strong>van</strong> den scepenstoel voirs. soe hebben noch hertoichWencelyn ende<br />

vrouw Iohanna in een ander carthe deser stat geoirloft tegens den coninc <strong>van</strong><br />

Deynmarcken te moegen coepen een stat ende vitte op Scoenrelande, dair die scepenen<br />

ten tyde deser stat iairlix zullen moigen setten enen voegt die richten sal in<br />

der vitten ende stat voirs. <strong>van</strong> allen saken nae deser stat rechten, gelyc andere steden<br />

die daer oeckvitten hebben, nae hoeren rechte doen, onder vorwarde dat die<br />

voirs. voegt den scepenen deser stat tot behoe¡ derselver stat iairlix <strong>van</strong> allen foirfayten<br />

ende saken rekeningen sal doen; welke carthebegint:`Wencelaus', etc. ende<br />

is begrepen opten blade LXXIIII.<br />

Submissie gedaen by hertoichWencelyn ende heer Walrauen <strong>van</strong> Valkenborch<br />

in de geswoeren des lantsvrede<br />

Oeck ten tyde <strong>van</strong> den scepenstoel voirs., den lesten dach <strong>van</strong> iunio, soe hebben<br />

hertoge Wencelyn <strong>van</strong> Behem voirs., hertoge <strong>van</strong> Brabant, ter eenre ende heer<br />

Walrauen, / heer tot Borne, Zittart ende slantz <strong>van</strong> Rauensteyn, ter andere zyden<br />

op die oirloge diese met hoeren hulperen op malcanderen aengegrepen hadden,<br />

overmitz der hersscap, borch, stat ende lant <strong>van</strong>Valkenborch ende oic mits zekeren<br />

brieven, sprekende <strong>van</strong> XXXV M alder scilden, als gemaect waren ruerende<br />

die voirs. hersscap, borch, stat ende lant <strong>van</strong>Valkenborch, hercomende <strong>van</strong> enen<br />

coep oft vercoepe die heer Henric <strong>van</strong>Vlaenderen, wilneer heer <strong>van</strong>Valkenborch,<br />

gedaen hadde, ende oic omme alsulckenen bruecke die hertoich Wencelyn voirs.<br />

meynden dat heer Walrauen <strong>van</strong> Valkenborch hem gebruect hedde, zoe om dat<br />

huys <strong>van</strong> Herpen dat dair te staen plach, zoe om andere saken die tusschen beyde<br />

gaende waren, hen verbonden ende submitteert in de gesworen des gemeynen<br />

lantvrede tusschen Maze ende Ryn der doerluchtiger heren ende fursten des eerwerdigen<br />

in GodeVaders heren Engelbrechs, archbisscop tot Coelen, des hertogen<br />

<strong>van</strong> Lutsenborch, etc. ende heren Willems, hertoige <strong>van</strong> Guylic, ende der<br />

steden <strong>van</strong> Coelen ende Aken.<br />

Noch submissie tusschen heren Walrauen voirs. ende den hertoich<br />

<strong>van</strong> Guylic ende heren Reynout <strong>van</strong> Scoenvorst ende heeren Loe¡<br />

<strong>van</strong> Hoerne<br />

Ende oick in deselve geswoeren soe heeft heerWalrauen voirs. sich verbonden <strong>van</strong><br />

allen twisten wesende tusschen hem ende den voirs. hertoich <strong>van</strong> Guylic ende<br />

noch tusschen hem ende heren Reynout, heer <strong>van</strong> Scoenvorst, ende oic tusschen<br />

hem ende heren Loe¡, heer <strong>van</strong> Hoerne; welke submissiebrieve des voirs. hertoich<br />

Wencelyns beginnen: `Wencelaus', etc. ende zyn begrepen ad signum tale<br />

(½19) ac folio CCC XCIX. Ende des voirs. heren Walrauens submissiebrieve be-<br />

1 Vitte: naam der nederzettingen en factorijen <strong>van</strong> de Hanzeatische steden op de zuidkust <strong>van</strong><br />

Zweden, vooral ten behoeve <strong>van</strong> de <strong>van</strong>gst en verpakking <strong>van</strong> haring.<br />

90


fol. 113 r<br />

fol. 113 v<br />

ginnen: `Wy,Walrauen <strong>van</strong> Valkenborch', etc. ende zyn begrepen ad signum tale<br />

(½20) ac folio CCCC. /<br />

Hoe die stat houden sal hoir recht int lant <strong>van</strong> Herpen<br />

In welke submissiebrieve herenWalrauens voirs. dieselver heerWalrauen hem onder<br />

meer verbonden heeft dat die voirs. hertoge <strong>van</strong> Brabant ende zyn stat <strong>van</strong><br />

Den Bosch in allen hoeren ouden rechten ende hercomen blyven zullen, etc.<br />

Uuytspraeck der gesworen des lantsvreden volgt hier<br />

1365-1366<br />

Item ende dat 1 in denselven scepenstoel in iulio, des saterdaigz nae Sinte-Margrietendach,<br />

soe hebben die voirs. gesworen des lantsvrede, nae aenspraec ende<br />

verantwoerden <strong>van</strong> beyden partyen voirs., overgegeven ende oic naedien datse<br />

hen met wysen papen die sich des rechz verstonden ende met wysen anderen luyden<br />

hadden besproken ende beraiden, tusschen partyen voirs. met recht ende voir<br />

recht uuytgesproken als hiernae volgt: 2<br />

Van den afgebroken huys tot Herpen<br />

in den iersten op die aenspraeck des voirs. hertoigen <strong>van</strong> Brabant ende antwoerden<br />

herenWalrauens voirs., scriftelic overgegeven, dairinne die hertoichvoirs. denvoirs.<br />

heren Walrauen aenspreect, omdat hy zyn oepenen huys tot Herpen afgebroecken<br />

heeft ende ewechgevuert, dat heer Walrauen kenden; ende want geen man zyns heren<br />

huys noch zyn leene met recht ergeren en mach noch en zal, mar beteren, soe<br />

hebben zy uuytgesproken dat heer Walrauen dat huys tot Herpen weder zal doen<br />

maken alsoe goet oft beter ast was ende dat <strong>van</strong> nu Sinte-Remeysmisse naestcomende<br />

over een iair;<br />

Dat men shuys tot Rauesteyn nyet afbreken en sal<br />

item op die aenspraeck dair die voirs. hertoich begeert het huys tot Rauesteyn weder<br />

afgebroken te werdene, want /tegens zynen wille in zynen lande was gemaect, hebbense<br />

uuytgesproken dat heer Walrauen voirs. nyet sculdich en zal wesen dat a¡ te<br />

breecken, etc.;<br />

Van der tiende tot Nysterle, etc.<br />

item op die aensprake dair die voirs. hertoich aenspreect herenWalrauen dat hy hem<br />

genomen hadde zyn tiende tot Nysterle ende den ingesetenen aldair hoir erven met<br />

gewalt genomen ende opt verantwoirden by herenWalrauen dairop gedaen, als dat<br />

hem die thiende eertyts met gewalt genomen weer ende naederhant om diensts wille<br />

<strong>van</strong> den hertoich <strong>van</strong> Brabant wedergegeven, hebbense uuytgesproken dat zoe verre<br />

heer Walrauen voirs. des anderendaigz nae Sinte-Laureynsdach naestcomende bewyst<br />

dat die thiende ende die erven voirs. hem met gewalt genomen zyn ende hem<br />

<strong>van</strong> den heer <strong>van</strong> Brabant wedergegeven, zoe zullense hem ewelic blyven, ende oft<br />

hy des nyet en doet bynnen den tyde voirs., soe zal die thiend voirs. blyven aen den<br />

1 Aldus hs.<br />

2 In margine uuytspraeck.<br />

91


fol. 114 r<br />

fol. 114 v<br />

1365-1366<br />

voirs. hertoich <strong>van</strong> Brabant ende zyn erven ende zal oic heer Walrauen den goeden<br />

luyden hoir erven laten, etc.;<br />

Van den scaide gedaen den coeplieden <strong>van</strong> Zichen bii heeren Walrauenen<br />

item op die aenspraeck des voirs. hertoigen dairinne hy aenspreeck herenWalrauen<br />

dat hy die coeplieden <strong>van</strong> Zichen ende andere opter vryer straten ge<strong>van</strong>gen ende<br />

hoir goet genomen hedde, ten tyde als hy shertogen voirs. raet ende man was, ende<br />

opt verantwoirden herenWalrauens, kennende dat hy sulcx gedaen hedde, mar voir<br />

scult die hy seeghden aen den hertoich tachter te wesen des nochtans nyet, hebbense<br />

met recht ende voir recht uuytgesproken dat heer Walrauen Sint-Andriesmisse<br />

naestcomende weder betalen zall den voirs. hertoge XIII C alde scilden die hy den<br />

coepluyden betaelt hadde voir hoeren scaiden ende dat dairtoe heer Walrauen enen<br />

yegelycken der coepluyden hoeren scaden /op hoir eeden richten sall;<br />

item op die aenspraeckdair die hertoichvoirs. aenspreeckt denvoirs.Walrauen dat<br />

Rycxken, zyn knecht, zekere bourgeren <strong>van</strong> Loeuen afgescat haddeV C alde scilden,<br />

hebbense uuytgesproken herenWalrauen daira¡ quyt, want hy darmede nyet<br />

en hadde te sca¡en ende Rycxken zyn knecht nyet en was;<br />

item op die aenspraeck shertogen voirs. dairinne hii aenspreect heren Walrauen<br />

voirs., als dat heren Walrauens dienres ende huysgesynne weren comen tot Mechelen<br />

ende hedden dair geroeft ende ge<strong>van</strong>gen allet datse dair vonden ende gevuert<br />

tot Borne opt huys, heren Walrauen des hertogen raet wesende, hebbense<br />

dairop uuytgesproken, mitsdien heer Walrauen dat kenden, dat hy dat tusschen<br />

dit ende Korsdach naestcomende zal oprichten; ende aengaende dat heer Walrauen<br />

dairaen verboirt hedde zyn have, leen ende goet, dwelc die hertoge voirs.<br />

heyschten, hebbense uuytgesproken dat die hertoge daira¡ hebben zal des die<br />

leenmannen dairop wysen zullen;<br />

Aengaet den lant Valkenborch<br />

ende aengaende der aenspraken shertogen dairinne dieselver hertoge aenspreect<br />

heren Walrauen ende denzelven heyscht hem over te leveren enen brie¡ <strong>van</strong><br />

XXXV M scilden als <strong>van</strong> den coep der heerlicheit ende lande <strong>van</strong>Valkenborch dien<br />

heer Henric <strong>van</strong>Vlaenderen gedaen had, ende hertoge Eduwart <strong>van</strong> Gelre een zoen<br />

gemaect hadde tusschen heren Henricken voirs. ende vrouw Philippe, zynen / wive,<br />

als dat zy den brie¡ hebben zoude ende zy hair recht dairaf bekent hadde den voirs.<br />

hertoge, hebbense uuytgesproken, want heerWalrauen gelydt hadde den brie¡ voirs.<br />

in zynre macht te wesen, dat hy dien leveren sal des sondaigz nae Sinte-<strong>Peter</strong>sdach<br />

ad Vincula naestcomende bynnen der stat Tricht in des dekens huys <strong>van</strong> Sinte-Seruaes<br />

tot behoe¡ shertogen voirs.;<br />

Oeck aengaet den lant <strong>van</strong>Valkenborch<br />

item op die aenspraeck des hertogen voirs. dairinne hy voir sich ende zyn geselinne,<br />

die hertoginne vrouw Iohanna, aenspreect heren Walrauen <strong>van</strong> den lande <strong>van</strong> Valkenborch,<br />

dat hy in heeft ende dairinne heer Ian <strong>van</strong> Valkenborch bestorven is,<br />

omme alsulkenen vorder recht als hy ercregen hadde <strong>van</strong> vrouwe Philippe <strong>van</strong>Valkenborch,<br />

die abdisse <strong>van</strong> Mabeuge, den gebruederen <strong>van</strong> Brederode ende <strong>van</strong> den<br />

hertoge <strong>van</strong> Guylic, ende mits dat den geswoeren voirs. was gebleken met hertoge<br />

Ians, hertoge <strong>van</strong> Brabant lest versceyden, segel, dat vrouw Philippe alle leen der<br />

92


fol. 115 r<br />

fol. 115 v<br />

1365-1366<br />

heerlicheit <strong>van</strong>Valkenborch <strong>van</strong> den hertoge <strong>van</strong> Brabant alreierst ontfangen hadde<br />

ende hair tselver leen met recht ende vonnes zynre mannen <strong>van</strong> Lymborch aengewyst<br />

was ende zy dairinne geset wairt ende oic zy ende heer Henrick <strong>van</strong>Vlaenderen,<br />

hair man, <strong>van</strong> den keyser dairinne gekent waren, nae luyde des keysers brieve,<br />

met welken brieven die keyser voirs. voirt bekent had dat heer Reynaut, heer tot<br />

Scoenvorst, in rechter geweer der voirs. hersscap ende lande geseten hadde om alsulkenen<br />

coep als heer Henric <strong>van</strong>Vlaenderen <strong>van</strong> zynre ende vrouwe Philippe wegen<br />

den / voirs. heren Reynaut gedaen hadde <strong>van</strong> den hersscap ende lande <strong>van</strong><br />

Valkenborch ende dat dairnae heer Willem, hertoge <strong>van</strong> Guylic, om alsulkenen vercopinge<br />

als die heer <strong>van</strong> Scoenvorst voirs. daira¡ hem gedaen hadde, geseten hadde<br />

ende voir nae allet datse hadden gesien ende bevonden dat heer Walrauen voirs.<br />

tvoirs. lant <strong>van</strong> Valkenborch met gewelt ingehouden hedde, hebbense uuytgesproken<br />

met recht ende voir recht dat die voirs. hertoich <strong>van</strong> Brabant ende zyn erven<br />

tvoirs. lant <strong>van</strong> Valkenborch halden ende besitten zullen ende eewelic gebruycken,<br />

beheltelic den voirs. hertoich <strong>van</strong> Guylic zyn recht in den lande voirs. nae inhout<br />

zynre brieven; ende oft heer Walrauen dairtoe ennich recht vermeten woude, dat<br />

hy dat nyet en zall zuecken met oirloge, mar hy mach dat heysschen voir den keyser<br />

oft dairt te leen ruert, etc.;<br />

item opt poinct dat die voirs. hertoge heyscht herenWalrauen voirs. allet dat hy in<br />

den lande <strong>van</strong> Valkenborch opgeboert heeft ende met gewalt beseten, hebbense<br />

uuytgesproken dat heer Walrauen dat allet keeren sal;<br />

Aengaet dat dese stat tolvrii is tot Rauesteyn<br />

item opt poinct dat die hertoich voirs. aenspreect heren Walrauen dat hy dien <strong>van</strong><br />

Den Bosch hoir hout hedde doen afhouwen, hoir coeren ende beesten genomen<br />

ende tot Rauesteyn gevuert, oick met onrecht tot Rauesteyn getolt, want zy tolvry<br />

zyn over all opter Mazen ende bynnen Gelrelant, hebbense uuytgesproken dat heer<br />

Walrauen voirs. den voirs. <strong>van</strong> Den Bosch wedergeven ende betalen zall hoir hout,<br />

coeren ende beesten ende oic dat hy hen afgetolt heeft tot Rauesteyn, zoe ende alse<br />

dat by hoir eeden tot Graue zullen halden; /<br />

Dat die stat hoir pandinge in den lande <strong>van</strong> Herpen heeft<br />

item op poinct dair die hertoge voirs. aenspreect heren Walrauen der pandinge in<br />

den lande <strong>van</strong> Herpen gedaen die hybelet hedde, hebbense uuytgesproken met recht<br />

ende voir recht dat die hertoge ende die stat <strong>van</strong> sHertogenboschvoirs. zullen blyven<br />

by hoeren heerlicheyden, alden rechten ende herbrengen nae inhoude der voirs.<br />

submissiebrieve, etc.;<br />

item opt poinct <strong>van</strong> ioncker Reynaut <strong>van</strong> den Born daira¡ hy heyscht gebetert te<br />

hebben zynen scaide, hebbense uuytgesproken dat ioncker Reynaut die ge<strong>van</strong>gen<br />

die hy heeft, loss laten zal ende des sal hem die hertoge zyn sculde betalen, etc.;<br />

item onder vele meer andere poincten hebbense uuytgesproken dat alle ge<strong>van</strong>gen<br />

<strong>van</strong> beyden zyden die noch ongescat zyn oft die hoir rantsoen nyet betaelt en hebben<br />

al weren zy gescat, oeck alle brantscattinge die noch onbetaelt zyn, loss, ledich,<br />

vry ende quyt zullen wesen, etc.;<br />

welke uuytsprake der voirs. gesworen des lantsvreden begint: `In Goidz namen,<br />

amen. Allen luyden', etc. ende is begrepen opten blade CCC XIX.<br />

93


fol. 116 r<br />

fol. 116 v<br />

1365-1366<br />

Hoe die uuytspraeck voirs. by der keyser con¢rmeert is; den peen by<br />

den voirs. keyser hierop geset<br />

Item ende oick ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel soe heeft Kaerle voirs.,<br />

Roemsch keyser ende coninc <strong>van</strong> Behem, in zekere zynre keyserlycke mayesteits<br />

brieve ende uuyt volcomentheit der keyserlycker / machten die voirs. uuytsprake<br />

gecon¢rmeert ende gewilt dat die stedich ende vast blyve ende oft ennich der partyen<br />

met woerden oft met recht dairtegens dede, die soude vallen in enen peen<strong>van</strong><br />

duysent marck fyns goutz ende dairtoe oick in des rycke achte vervallen wesen,<br />

alsoe dat die brekende partye in egeen vry steden, sloten oft dorpen vry en soude<br />

wesen, etc.; welke brieve beginnen: `Wy, Kaerle, <strong>van</strong> Goidz genaden Roemsche<br />

keyser', etc. ende zyn begrepen opten blade CCC XCIX.<br />

Beleydt gedaen <strong>van</strong> den rechten die de hertoge ende dese stat hebben<br />

in den lande <strong>van</strong> Herpen ende andere heren lande bynnen deser<br />

meyeriien<br />

Oeckten tyde <strong>van</strong> denvoirs. scepenstoel soe heeft die scouthet deser stat<strong>van</strong>wegen<br />

shertogen <strong>van</strong> Brabant een beleydt ende wairheit gedaen <strong>van</strong> den heerlicheit ende<br />

rechten die de hertoge voirs. ende dese stat hebben ende geherbracht hebben boven<br />

mans gedenckenisse in den lande <strong>van</strong> Herpen ende in andere heren landen<br />

bynnen deser meyeryen gelegen, dairinne die scepenen, geswoeren, raitslude,<br />

mannen <strong>van</strong> leenen ende vele poirteren ten tyde deser stat ende dairtoe oick vele<br />

goede, wittige mannen uuyter vryheit ende dorpen <strong>van</strong> <strong>Os</strong>, Ge¡en, Berchen, Littoyen<br />

ende Hees op hoir eeden ter manissen des scouthets deser stat hebben getuygt,<br />

te wetene:<br />

Dat onse genedige heer is een overheer <strong>van</strong> den lant <strong>van</strong> Herpen<br />

in den iersten als dat die heerlicheit <strong>van</strong> Herpen / met allen hore toebehoirten is een<br />

eygendom des hertogen<strong>van</strong> Brabant ende dat hydair een overheer is ende dat mense<br />

<strong>van</strong> hem te leen houdt, nae uuytwysen der brieven eertyts by den heren <strong>van</strong> Herpen<br />

dairop besegelt, oudt wesende C LXXIII iair ende meer;<br />

Hoe dat dlant <strong>van</strong> Herpen een Brabants leen is<br />

bliict oeck boven tselve ad signum (½21) et folio, 1 als dat heer Henric <strong>van</strong> Kuyck,<br />

heer <strong>van</strong> Herpen, die heerlicheit ende dlant <strong>van</strong> Herpen te leen ontfangen heeft<br />

<strong>van</strong> hertoge Henrick den iersten <strong>van</strong> dien name, hertoge <strong>van</strong> Brabant, ende dat in<br />

den iair M C XCI;<br />

Dat men int lant <strong>van</strong> Herpen ingebieden mach ende onder die smaelheren<br />

item hebben noch getuygt zoe wat heren oft hoir onderseten <strong>van</strong> Herpen ende alle<br />

andere heren ende hoir onderseten die in der meyeryen deser stat geseten zyn, voir<br />

scepenen <strong>van</strong> Den Bosch oft voir poirteren derselver geloven hetzy have oft erve<br />

ende nyet en voldeden, dat mense dairvoir mach ingebieden ende en voldoense dan<br />

nyet, zoe machse die scouthet panden, etc.;<br />

1 Hierna ontbreekt het folionummer, deze oorkonde staat niet in het cartularium.<br />

94


fol. 117 r<br />

fol. 117 v<br />

1365-1366<br />

Dat die poirteren hier te recht behoeren<br />

item hebben oic getuygt dat nyemand <strong>van</strong> den heren <strong>van</strong> Herpen noch <strong>van</strong> ennigen<br />

anderen heren die in deser meyeryen geseten zyn, oft hoir onderseten met deser stat<br />

poirteren lyve oft gueden buyten in hoeren lande nyet dingen en moegen, noch der<br />

poirteren lyve oft gueden arresteren, mar zoe wye totten poirteren oft hoeren gueden<br />

yet seggen wil, die zal daira¡ voir scouthet ende scepenen <strong>van</strong> Den Bosch recht<br />

heysschen ende anders nergens;<br />

Dat men in den land <strong>van</strong> Herpen noch onder die smaelheren trecht deser<br />

stat nyet beletten en zal<br />

item hebben oic getuygt oft gevyel dat ennige heren / <strong>van</strong> Herpen oft andere heren<br />

oft hoir richteren oft ennich <strong>van</strong> hen bynnen deser meyeryen trecht keerden <strong>van</strong> geloeften<br />

alhier gedaen, dat dan die scouthet deser stat <strong>van</strong> shertogen wegen dair<br />

zoude ryden ende ontsetten dies heren richteren ende scepenen totdat dat gebetert<br />

weer; daira¡ eertyts gesciet is in den lande <strong>van</strong> Herpen dat heer Ian <strong>van</strong> Born, heer<br />

Walrauens vader, een gericht belette dat die scepenen <strong>van</strong> Den Bosch gewesen hadden,<br />

dat doen die scouthet <strong>van</strong> Den Bosch dair reet ende ontsetten zyn richteren<br />

ende scepenen ende besetten thuys tot Herpen ende sloech zyn hant aen allen heren<br />

Ians goet totdat hy dat gebetert had ende den cleger zyn gebreckvoldaen;<br />

Previlegien 1<br />

ende datse tselver oic moigen doen blyct uuyt sekere previlegien deser stat verleent,<br />

inhoudende onder meer, weert sake dat yemand yet werrende weer tegen ennigen<br />

poirteren deser stat, daira¡ en sal hy anders nyet hebben dan vonnes der scepenen,<br />

etc.; item ende zoe wie den poirteren onrecht oft gewalt dede aen ziin gueden, dair<br />

sal die scouthet ryden met allen dien <strong>van</strong> deser stat, arme ende ryck, ende dat onrecht<br />

afdoen, etc., ut in previlegio;<br />

Dat die scouthet deser stat allomme die dycken mach doen maken ten<br />

dobbelen costen<br />

item hebben noch getuygt dat die scouthet deser stat allen vervallen dycken in der<br />

voirs. heren landen mach doen maken ende dair hy enen penninc uuytleegt, mach<br />

hy dair twe voir nemen ende die uuytpanden sonder die voirs. heren oft hoir onderseten<br />

te versuecken ende dat aen degeen dies die dycken zyn; ende oft dies gueden<br />

nyet goet genoch en weren, dat alsdan, zoe heer Goyart <strong>van</strong> <strong>Os</strong>, riddere, Henrick<strong>van</strong><br />

Dordrecht ende een deel mannen <strong>van</strong> <strong>Os</strong> getuygt hebben, als den scaide te nemen<br />

die scouthet voirt tasten mach aen de heerlicheit daironder die dycken gelegen zyn<br />

ende daira¡ den scaide innemen; /<br />

Van eenrer beslagen waden<br />

item een deel knapen<strong>van</strong> Berchen hebben getuygt dat eertyts een wade tot Kessel by<br />

Wouter Toyart, schouthet <strong>van</strong> Den Bosch, ende Iannen Wansem, 2 scouthet tot <strong>Os</strong>,<br />

beslagen is geweest met sheren bergen <strong>van</strong> Bucstel ende zynen stroe;<br />

1 In margine nota.<br />

2 Lees mogelijkWausem.<br />

95


fol. 118 r<br />

1365-1366<br />

Ad idem<br />

item tuyghden noch dat die scouthet deser stat eertyts tot OyenVden Hensensoens<br />

huys nederwerp om mesdaet die hy hadde mesdaen tegens den hertoge;<br />

item dat eertyts heer Dirck die Roeuer, scouthet deser stat, ende Wynric <strong>van</strong><br />

Oyen, scouthet tot <strong>Os</strong>, een wade tot Megen beslagen hebben;<br />

item ende dat tot Megen gehaelt wart een mesdadich wy¡ ende tot <strong>Os</strong> gebrant; 1<br />

Dat die scouthet deser stat int lant <strong>van</strong> Herpen geboden gedaen heeft<br />

item ende dat die scouthet deser stat gereden is geweest in den lande <strong>van</strong> Herpen<br />

ende geboot die dycken te maken, daira¡ datse hem mosten versekeren oft hy hedse<br />

doen maken;<br />

item ende dat die scouthet <strong>van</strong> <strong>Os</strong> enen man die verken gestolen hadde ende in den<br />

lande <strong>van</strong> Herpen ge<strong>van</strong>gen was, tot <strong>Os</strong> dede hangen;<br />

Ad simile<br />

item ende dat Ian <strong>van</strong> Beeck, scouthet tot <strong>Os</strong>, int lant <strong>van</strong> Herpen mannen gehaelt<br />

hadde ende hincsche tot <strong>Os</strong>;<br />

item ende dat die scouthet <strong>van</strong> <strong>Os</strong> vynck den scouthet <strong>van</strong> Herpen omdat hy een<br />

wade in den lande <strong>van</strong> Herpen in had laten gaen;<br />

item dat oick Ian<strong>van</strong> Zonne, onderscouthet deser stat, ende /IanWansem 2 ,scouthet<br />

tot <strong>Os</strong>, reeden tot Oyen ende haelden enen poirter deser stat, denwelkenVdo<br />

Hensen ge<strong>van</strong>gen hadde ende worpen dairommeVden huys neder;<br />

item ende dat een, geheiten Ceelken, in den lande <strong>van</strong> Megen waert gehaelt ende<br />

by deser stat op een rat gesett; 1<br />

Hoe dat heer Walrauen verboden wert te tymmeren<br />

item ende dat die scouthet <strong>van</strong> Den Bosch <strong>van</strong> shertogen wegen met een deel goeder<br />

mannen <strong>van</strong> <strong>Os</strong> ende Berchen waren gereden ende gevaren tot Herpen ende verboden<br />

heren Walrauen te tymmeren opten wert by Rauesteyn in der Masen liggende,<br />

zoe hy bestaen hadde, ende dat dairom blee¡ liggen;<br />

item ende dat heer Walrauen oic versocht heeft gehadt Iannen Dicbier, scouthet<br />

deser stat, dat hy hem soude helpen die palen bewaren;<br />

Van gericht in den lant <strong>van</strong> Herpen gedaen<br />

item ende Lambert <strong>van</strong> Strathen, sherouthet 3 tot <strong>Os</strong>, <strong>van</strong> shertogen wegen was geset<br />

scouthet tot Herpen, overmits bruecken die heer Ian <strong>van</strong> Borne had gebroect, ende<br />

dat hy doen enen dye¡ <strong>van</strong> shertogen wegen hynck tot Vden;<br />

Pelinge tusschen dlant <strong>van</strong> Herpen ende Nysterle<br />

item ende dat die scouthet <strong>van</strong> Den Bosch, heer Ian <strong>van</strong> den Plasse, ende Mathys<br />

Back, rentmeester <strong>van</strong> Den Bosch, zyn gecomen geweest tot Nysterle ende deden<br />

dair een peelinge tusschen dlant <strong>van</strong> Herpen ende den dorpe <strong>van</strong> Nysterle ende namen<br />

aldair zeven mannen die op hoir eeden gingen tottenWitten Scilberge toe ende<br />

wesen dair enen pael dair heer Ian, scouthet voirs., dede setten die galge met enen<br />

1 In margine Megen.<br />

2 Lees mogelijkWausem.<br />

3 Aldus hs., lees scouthet.<br />

96


fol. 118 v<br />

fol. 119 r<br />

fol. 119 v<br />

fol. 120 r<br />

styll; ende voirt gingen die voirs. zeven mannen <strong>van</strong> denWitten Scilberge /all totten<br />

Dedwech ende <strong>van</strong> den Dedwech in de stege tot Slaebroeck ende <strong>van</strong>dair voirt<br />

op Hanenberch, <strong>van</strong>dair voirt op Sleecberch tot midden in den Erpt; ende als dit<br />

aldus was gedaen, seeghden die uuyten lande <strong>van</strong> Herpen dat die zeven mannen<br />

<strong>van</strong> Nysterle voirs. weren wynres ende verlyesers in deser saken ende dat dairomme<br />

nyet recht gedaen weer; dwelc hoerende die scouthet ende rentmeester<br />

voirs. namen zy zeven andere mannen uuyten dorpen <strong>van</strong> <strong>Os</strong>, Berchen ende Hees<br />

die dairinne noch wynres noch verlyesers en waren ende gingen dieselve allen<br />

denzelven ganck ende wesen dieselve palen zoe die ierste zeven mannen gedaen<br />

hadden;<br />

item ende is oick getuygt dat Rauesteyn staet bynnen shertogen palen <strong>van</strong> Brabant;<br />

<strong>van</strong> welken beleyde ende wairheyt dbeginsel luydt aldus:`Condt zy allen luyden<br />

die nu zyn ende naemaels wesen zullen, dat die scouthet', etc. ende is<br />

begrepen ad signum (½22) ende opten blade CCCC II.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LXVI to : Adam de Neynsel, Gerardus Scilder,<br />

Godefridus Sceyuel,Willelmus Eelkini, Bodo deTiela, / TheodericusYewani,<br />

Iacobus Coptiten.<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den scepenstoel voirs. trac hertogeWencelyn metten Brabanders voir<br />

een slot, geheyten Heymersbach, dat een roe¡huys was dair vele lyeden ende<br />

coeplyeden beroeft wairden, ende werpt om in den gront.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LXVII o : Ghysbertus de Spina,Wellinus de<br />

Neynsel, Ghyselbertus Lyscap, Henricus Maechelini.<br />

Van den erven by den Caluwenberch<br />

1370-1371<br />

Ten tyde <strong>van</strong> desen scepenstoel heeft dese stat kennesse gedaen aengaende den<br />

er¡enisse die gelegen zyn by Caluenberch, streckende langs den grave die de heer<br />

<strong>van</strong> Perewys heeft doen graven tot Vucht wairt, etc.; beginnende die brieve: `Wy,<br />

scepenen', etc. ende begrepen folio CCCC LXI.<br />

Greve Lodewyc <strong>van</strong> Vlaenderen voirs. hadde by vrouw Margrieten, zyn vrouwe,<br />

suster <strong>van</strong> vrouwe Iohanna voirs., een dochter, oeck geheiten Margriet, die gegeven<br />

was enen edelen hertoich <strong>van</strong> Bourgoendien, die ster¡ sonder oir <strong>van</strong> hair te<br />

latene. Ende mitsdien vyel shertoichdom <strong>van</strong> Bourgoendien opte croen <strong>van</strong><br />

Vrancryc ende zoeals voirs. is, creech die voirs. Philips le Herdy <strong>van</strong> den voirs. coninc<br />

Kaerle, zynen brueder, thertoichdom<strong>van</strong>/Boergoendien ende die voirs.wedue,<br />

greve Lodewycs dochter, ende oic Rysele, Duway, Oirchyes.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LXVIII o : Henricus Loze, Iohannes Boudewini,<br />

Ghiselbertus de Spina, Nycolaus Scilder.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LXIX o : Goeswinus Steenwech, Iohannes de<br />

Gemart, Arnoldus Dicbier, Iohannes de Zydewynen, Willelmus ¢lius Arnoldi<br />

Tyelkini, Iohannes Sceyuel, Iohannes de Bruheze.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LXX o : Willelmus Eelkini, / Iacobus Coptyten,<br />

Gerardus de Berkel, Goeswinus Moel de Via Lapidea, Arnoldus Stamelart<br />

<strong>van</strong> der Spanct, IohannesTruden.<br />

97


fol. 120 v<br />

fol. 121 r<br />

1371-1372<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LXXI o : dominus Arnoldus Roeuer, miles,<br />

Arnoldus Stamelart de Penu, Arnoldus Heym, Iohannes ¢lius Leonii de Erpe,<br />

Wolterus de Oirle, Gysbertus Lyscap iunior.<br />

Dat Eduwart <strong>van</strong> Gelre, die hertoge Reynout, zynen brueder, had<br />

ge<strong>van</strong>gen, dootblee¡<br />

Ten tyde <strong>van</strong> desen scepenstoel wairt die voirs. Eduwaert <strong>van</strong> Gelre, die hertoich<br />

Reynout, zynen brueder, ge<strong>van</strong>gen had, dootgeslagen te Bauswilder in een strydt<br />

die hertoichWencelyn had tegen den voirs. mercgreef Willemen<strong>van</strong> Guylic, welcx<br />

hulper Eduwairt voirs. was.<br />

Die carthe <strong>van</strong> versueck<br />

Ten tyde <strong>van</strong> desen scepenstoel soe hebben hertogeWencelyn ende vrouwe Iohanna<br />

voirs. deser stat verleent een carthe die men noempt `die carthe <strong>van</strong> versueck'<br />

ende oic sprekende <strong>van</strong> der stat knapen, etc. Ende dairinne hebbense voir / hen,<br />

hoir oir ende nacomelingen deser stat verleent:<br />

Oft yemand aengetast weer ende hy ten recht wordt versocht<br />

oft gevyele dat die scouthet deser stat oft yemant anders <strong>van</strong> hoere wegen ennigen<br />

poirtere oft poirtarssen aentasten aen lyve oft gueden ende drie scepenen oft meer<br />

den scouthet versochten <strong>van</strong> rechzwegen op zynen eedt dat hy hoeren poirteren oft<br />

poirtarssen hoir ly¡ oft hoer goet dat aengetast weer ten recht ende vonnesse sette<br />

ende hydan des nyet en dede opten zelven dach oft opten anderen dach dairnae metter<br />

zonnen, indien dat bynnen deser stat gesciet weer, dat hy dan <strong>van</strong> den scouthetambacht<br />

ontset sal wesen ende nummmermeer in deser stat oft meyeryen scouthet<br />

zyn en sal noch ambacht vueren; ende gevyelt dat alsoe buyten deser stat ende die<br />

scouthet des nyet en dede bynnen XIIII nachten nae den versueck der scepenen deser<br />

stat, zoe zoude hii ontset zyn als voir;<br />

Aengaet den gruynroyen datse moegen deser stat renten ende assynsen<br />

uuytpanden ende <strong>van</strong>gen ende datse die scepenen setten moigen<br />

item ende dat deser stat knapen deser stat renten ende assynsen ten versueck der<br />

scepenen uuytpanden moigen;<br />

item ende dat zy <strong>van</strong> allen saken houden ende <strong>van</strong>gen moigen ende in gevenckenissen<br />

leyden, mar nyet laten gaen sonder will des scouthets ende deden zy dairtegens,<br />

zoe zouden zy hoirs ambachz quyt wesen ende scepenen zullen moigen<br />

enen anderen setten;<br />

item ende dat die knapen voirs. moigen hoir royen dragen sonder hoeren calange,<br />

etc.; welke carthe begint:`Wencelaus', etc. ende is begrepen folio LXXV.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LXXII o : Iohannes de Bruheze, /Laurencius<br />

Boyen, Nycolaus de Oirle,Willelmus Coptiten.<br />

Van der wetering te oepenen<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel soe heeft vrouw Iohanna voirs. in eenre carthen<br />

bevolen den scouthet deser stat nu wesende ende namaels comende, dat hy<br />

98


fol. 121 v<br />

fol. 122 r<br />

fol. 122 v<br />

altyt ten versueck deser stat die gemeyn weteringe, tusschen desen lande ende den<br />

lande <strong>van</strong> Megen gaende ende voirt doer dese lande tot in der Mazen, doe ruymen<br />

ende oepen houden dattet water zynen ganc hebbe, etc.; welke carthe begint: `Iohanna,<br />

by der gracien Goids', etc. ende is begrepen opten blade LXXVI.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LXXIII o : dominusTheodericus Roeuer, miles,<br />

Iohannes de Derenthere,Wolterus de Erpe, Iohannes de Erpe, Emondus die<br />

Roeuer, Marcelius de <strong>Os</strong>,Yewanus Styerken.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LXXIIII to : Gerardus de Berkel, /Arnoldus<br />

Stamelart de Spanct,Willelmus de Ouden, Iohannes de Dordrecht, Arnoldus de<br />

Beke, Gerardus deVden, Iohannes de Aggere.<br />

Ten tyde <strong>van</strong> desen scepenstoel zoe is een erfdeylinge gemaect tusschen dese stat<br />

endeVucht aengaende dat Vuchterbroeck; prout in litteris incipientibus:`Wy, scepenen',<br />

etc. et comprehensis folio CCCC LVI.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LXXV o : Gerardus Steenwech, Arnoldus<br />

Heym, Iacobus Coptiten, Henricus Enode, Henricus de Erpe, Andreas deVden,<br />

Iohannes Scrage.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LXXVI o : Leonius de Lancvelt, Arnoldus de<br />

Andel, Iohannes de Bruheze, Symon de Myrobello, Iohannes Trude, Ghysbertus<br />

Lysscap iunior, Iohannes de Outhuesden.<br />

Ten tyde <strong>van</strong> desen scepenstoel soe heeft byscop Ian <strong>van</strong> Ludick in zekere brieven<br />

verleent hoe men tGroot Gasthuys sal regeren; ende dieselve brieve beginnen:<br />

`Iohannes, Dei gratia episcopus Leodiensis', etc. ende zyn begrepen opten blade<br />

XV. /<br />

Van den strathen nyet te sluyten<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel soe hebben hertoichWencelyn ende vrouw Iohanna<br />

deser stat verleent een carthe dat men die straten deser meyeryen nyet sal<br />

sluyten noch besparren, mar dat die coepman sal moegenvaren, wandelen overall<br />

doer die voirs. strathen, ten weer dat openbair vyantscap weer ende dan dat gemeyntlic<br />

in den lande<strong>van</strong> Brabantgebodenworde; welcke carthebegint: `Wencelaus',<br />

etc. ende is begrepen opten blade LXXVI.<br />

Ten tyde oeck<strong>van</strong> denvoirs. scepenstoel op Sinte-Andriesdach quam keyser Kaerle<br />

dieVierde voirs., brueder <strong>van</strong> den voirs. hertoichWencelyn, tot Bruessel in Brabant,<br />

dair hy met groeter eeren onthaelt waert.<br />

Van dat scisma <strong>van</strong> twee paeusen, duerende XL iaren<br />

1377-1378<br />

Ende omtrent derselver tyt zoe waert in der Heiliger Kercken scisma <strong>van</strong> twee<br />

paeusen ende waerden gecoren dieVI te paeus Vrbanus ende dieVII te paeus Clements<br />

ende alsoe voirt, altyt regnerende twee paeusen omtrent XL iaren lanck.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LXXVII o : dominus Theodericus Roeuer,<br />

miles,Wolterus de Erpe, Iohannes de Erpe, Goeswinus Moedel de LapideaVia, /<br />

Laurencius Boyen, Marcelius de <strong>Os</strong>, Arnoldus de Gheel.<br />

99


fol. 123 r<br />

fol. 123 v<br />

1378-1379<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LXXVIII o : dominus Arnoldus Roeuer, miles,<br />

Ghysbertus deVlochouen,Willelmus ¢lius Arnoldi Tielkini, Gerardus de Berkel,<br />

Iohannes ¢lius Leonii de Erpe,Willelmus Coptiten, Iohannes de Dynther.<br />

Aengaet der gruyten<br />

Ten tyde <strong>van</strong> desen scepenstoel soe hebben hertoichWencelyn ende vrouw Iohanna<br />

deser stat verleent een carthe wat men <strong>van</strong> hoppenbier voir gruytgelt geven sal,<br />

datz te wetene dat die rentmeester <strong>van</strong> XL vaten voir gruytgelt boeren sal enen<br />

alden scilt ende dat men altyt bynnen deser stat hoppe mach brouwen; welke carthe<br />

begint:`Wencelaus'etc. ende is begrepen opten blade LXXVII.<br />

Ten tyde oick <strong>van</strong> denselven scepenstoel soe is by heren Rycout die Cock, ridder,<br />

hoichscouthet, scepenen, gesworen, rentmeesteren ende dekenen <strong>van</strong> den ambachten<br />

deser stat geordineert geweest te wetene: /<br />

Aengaet wat men geven sal opter fointen, yerster missen oft bruytten<br />

in den iersten dat opter fointen int he¡en <strong>van</strong> enen kynt nyet meer en sal geven dan<br />

enen alden groeten oft vy¡ scuerken; desgelycx oic enen paep zyn ierst misse singende<br />

ende oic nyet meer en sal men geven eenre bruyt enen man nemende; ende<br />

all opten peen <strong>van</strong> X alde scilden ende hieraf is enen brief in der commen.<br />

Van sekeren personen die gebannen worden<br />

Tenselventyde oick waert Noertken HannenWreychalssoen gebannen C iair ende<br />

enen dach ende oic mede die Noertken dootsloech, die soude hebben C alde scilde<br />

ende dien ge<strong>van</strong>gen brochte, die soude hebben CC alde scilde; ende die Claessen<br />

den Bastart dootsloech soude hebben vyftich alde scilde ende dien ge<strong>van</strong>gen<br />

brochte zoude hebben C alde scilde; welke poincten zyn begrepen opten blade<br />

LXXVII.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LXXIX o : Arnoldus Heym, Theodericus<br />

Bartholomei, Henricus Knode, Iohannes Scrage, Leonius de Erpe, Iohannes de<br />

Neynsel. /<br />

Aengaet het setten broet, byer, wiin<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel soe hebben hertogeWencelyn ende vrouw Iohannavoirs.<br />

deser stat verleent een carthe dairinne datse den scepenen deser stat<br />

geconsenteert hebben die koeren <strong>van</strong> den brode, wyn ende byer te moigen hoigen<br />

ende minderen tot XLV scillingen toe Bosch gelts, alst hen belieft;<br />

Dat die gruynroyen moigen eyden die koermeesters<br />

ende dat die dienres <strong>van</strong> der gruender royen die koermeesters moigen eyden by weygeringe<br />

des scouthets, ut inibi; welke carthe is begrepen opten blade LXXVIII.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LXXX o : Arnoldus Stamelart, Leonius de<br />

Lancvelt, Iohannes ¢lius Boudewini,Theodericus Lysscap iunior, ArnoldusVeer,<br />

Willelmus Scilder, Iohannes de Ouden.<br />

100


fol. 124 r<br />

fol. 124 v<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LXXXI o : Arnoldus Stamelart de Spanct,<br />

Marcelius de Vden, Iohannes de Aggere, Henricus Dicbier ¢lius Godefridi, Zebertus<br />

de Hoculem, / Gerardus deWyel,Willelmus de Hees.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LXXXII o :IohannesdeBruheze,Iohannes<br />

de Erpe, Iohannes ¢lius Leonii de Erpe,Yewanus Styerken, Iohannes de Dynther,<br />

Iordanus de Hoculem,Willelmus Scilder.<br />

Dat men alleen daigen mach <strong>van</strong> testamenten, <strong>van</strong> geestelycken gueden,<br />

huwelix vorwarde<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel soe hebben hertoge Wencelyn ende vrou Iohannavoirs.<br />

deser stat ende meyeryen verleent dat zoe wye aldair citacien, inhibicien<br />

oft geestelycke geboden anders dan <strong>van</strong> testamenten, <strong>van</strong> geestelycken<br />

gueden oft huwelix vorwarden brengt, dat die nummermeer aldair in ambacht<br />

noch in recht en zullen zyn, etc. ende buyten hore hoeden zullen wesen; welke<br />

carthe begint:`Wencelaus', etc. ende is begrepen opten blade LXXIX.<br />

Van eenen oploep tot Loeuen<br />

Ten tyde oeck<strong>van</strong> den voirs. scepenstoel was tot Loeuen enen grooten oploep. Die<br />

gemeynt vingt die heren ende hadse opter stathuys daira¡ datter tot XVI oft XVII<br />

wairt geworpen <strong>van</strong> boven neder ende worden <strong>van</strong> der gemeynten in de pyecken<br />

gewacht. /<br />

Hoe hertoichWencelyn tot Loeuen die witt setten<br />

Item nae den oploep voirs. wairt by hertoge Wencelyn voirs. geordineert tot ewigen<br />

dagen tot Loeuen souden wesen vier scepenen <strong>van</strong> den geslachten ende drie<br />

<strong>van</strong> der gemeynten ende een commoingimeester ende die gesworen zouden <strong>van</strong><br />

beyden zyden genomen werden hal¡ ende hal¡.<br />

teser tyt sterff hertoge wenceliin<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LXXXIII o : dominus Arnoldus Roeuer, miles,<br />

Arnoldus Heym, Willelmus ¢lius Arnoldi Tyelkini, Symon de Myrobello,<br />

Henricus Dicbier,Theodericus Berwout, Henricus Scilder.<br />

Dat die scepenen hier moeten woenen<br />

1383-1384<br />

In den iair voirs. soe hebben hertogeWencelyn ende vrou Iohannavoirs. deser stat<br />

verleent een carthe dairinne datse hebben geordineert dat zoe wye voirtaen aldair<br />

scepenen sal zyn, dat die dat iair dat hy scepenen is, stocvast woenen sal met<br />

zynre meester familien bynnen deser statopte verboerenvyftich alde scilden, etc.;<br />

101


fol. 125 r<br />

fol. 125 v<br />

1384-1385<br />

Dat scepenen ende dekenen moeten geboeren poirters wesen<br />

item ende dat voirtaen nyemand scepenen oft dekenen en sal moigen wesen, hy en<br />

zy geboeren poirter deser stat; welcke carthe begint:`Wencelaus', etc. ende is begrepen<br />

opten blade LXXXI. /<br />

teser tyt waert vrouw ianna wedue; teser tyt sterff<br />

hertoich wenceliin<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirscr. scepenstoel toech die voirs. hertoichWenceliin nae Lutzemborch<br />

omme zyn lant aldair te visiteren, dair hii syeck wairt ende corteling<br />

ster¡ als op Onser-Liever-Vrouwen-Conceptionisdach int iair voirs. ende waert<br />

begraven te Oryuaels int cloester int lant <strong>van</strong> Lutzemborch. Hii hadde by vrouw<br />

Iohanna enen zoen gehadt die ionck ster¡.<br />

ten tyde <strong>van</strong> vrouw iohannawedue wesende 1<br />

Die lantcarthe; 2 teser tyt was vrou Iohanna wedue<br />

Nae die doot <strong>van</strong> hertoichWencelyn voirscr. in deselve maent opten XIX en dach<br />

decembris dairnae soe heeft vrouwe Iohannavoirs., als nuu weduwe wesende, den<br />

lande <strong>van</strong> Brabant verleent die lantcarthe, dairinne datse heeft bevolen ende geboden<br />

allen richteren slantz <strong>van</strong> Brabant dat zy, versocht wesende, enen yegelycken<br />

wit ende vonnisse doen bynnen den naesten dorden dach naedien dat die<br />

persoen dair men over clagende is, gehacht is, ende dat zy dien persoen laten verbourgen<br />

rechz te plegen <strong>van</strong> allen saken dair hy nae den lant recht oepenbairlic<br />

ly¡ noch lyt verboert en heeft. Ende oft ennich richter, versocht wesende, desweygerden,<br />

zoude hy zyns ambachz af wesen ende dairtoe verboert hebben des hy<br />

dairop staende hadde. Ende voirt oft hy hem zyns ambachs vorder onderweynden,<br />

dat men hem <strong>van</strong>gen sal, etc. ut in eadem cartha; 3 welke carthe is bezegelt<br />

by vrouwe Iohanna voirs. ende by hoeren heren die baenroedsche slants <strong>van</strong><br />

Bra- / bant, namentlic: heer Zweer, heer <strong>van</strong> Gaesbeeck, heer Ian, heer <strong>van</strong>Wesemael,<br />

heer Ian, heer <strong>van</strong> Rotselair, heer Ian, heer <strong>van</strong> der Leck ende Breda, heer<br />

Henric, heer <strong>van</strong> Dyest, heer Ian, heer <strong>van</strong> Bouchout, heer Henrick, heer <strong>van</strong><br />

Bergen opten Zoom, heer Willem, heer <strong>van</strong> Du¥e, heer Ian, heer <strong>van</strong> Wittham;<br />

ende welke lantcarthe voirs. begint: `Iohanna', etc. ende is begrepen opten blade<br />

LXXIX.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LXXXIIII to : Arnoldus Stamelart de Penu,<br />

Leonius de Lancvelt, Iacobus Coptyten, Gerardus de Berkel,Willelmus Coptiten,<br />

Theodericus ¢lius Bartholomei, Iacobus Loze.<br />

1 v v<br />

Herhaald <strong>van</strong>affol. 125 tot en met fol. 144 .<br />

2<br />

In margine nota.<br />

3<br />

Vertaling: zoals in hetzelfde privilege.<br />

102


fol. 126 r<br />

fol. 126 v<br />

Dat payment bynnen deser stat ende meyeryen alleens sal wesen<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel soe heeft vrouwe Iohanna deser stat ende<br />

meyeryen verleent een carthe dairinne datse heeft gegeven dattet payment bynnen<br />

deser stat ende meyeryen alleens zal wesen; welke carthe begint: `Iohanna'<br />

ende is begrepen opten blade LXXXII. /<br />

Van den toll tot Woudrichem<br />

1384-1385<br />

Ten tyde oick<strong>van</strong> denselven scepenstoel soe heeft vrouwe Iohanna deser stat noch<br />

verleent een carthe dairinne datse die poirteren deser stat gevrydt heeft <strong>van</strong> den<br />

onrechten toll die men hen tot Woudrichem afgenomen heeft, alsoe datse voirtaen<br />

dair varen moigen vry ende loss op hoeren rechten tolle, etc; welke carthe<br />

begint:`Iohanna', ende is begrepen opten blade LXXXII.<br />

Die carthe <strong>van</strong> der stillen <strong>van</strong> XXX iaren 1<br />

Oeck ten tyde <strong>van</strong> denselven scepenstoel soe heeft vrouw Iohanna deser stat ende<br />

meyeryenverleent een carthe dye men heyt `die carthe <strong>van</strong> der stillen'oftbesitt <strong>van</strong><br />

XXX iaren, dairinne datse heeft verleent dat zoe wie dartich iaren ende daige beseten<br />

heeft ende besit in erve alse voir zyn erve, dat die dairinne berusten sal nae<br />

den rechte der stillen <strong>van</strong> Brabant; welke carthe begint: `Iohanna'etc. ende is begrepen<br />

opten blade LXXXIII.<br />

Hoe ende wairom hertoichWillem <strong>van</strong> Gelre opstont tegens vrou Iohanna,<br />

wedue, ende tonrecht<br />

Item ende noch ten tyde des scepenstoels voirs., nae die doot <strong>van</strong> den voirs. hertoich<br />

Wencelyn ende als vrouw Iohanna noch met droefheiden bynnen Bruessel<br />

sat, soe begonster discoert te rysen ende stont tegens vrouwe Iohanna op die voirs.<br />

hertoichWillem <strong>van</strong> Gelre, mercgreveWillems <strong>van</strong> Guylic zoen, omdat men hem<br />

nyet en wilde overgeven die heerlicheiden ende sloten <strong>van</strong> Vucht, Gangel ende<br />

Mille, die <strong>van</strong> den heer <strong>van</strong> Heynsberch, diese er£ic toebehoirden, verset waren<br />

aen den voirs. Eduwart <strong>van</strong> Gelre /ende dieselve Eduwart die voirts verset hadde<br />

uuyt gebreke <strong>van</strong> gelde aen heren Iannen, sgreven <strong>van</strong> Moers iongen brueder, voir<br />

XXXV M alde scilde 1 .Welke heer Ian die voirs. heerlicheit voirts vercoft hadde om<br />

een grote somme <strong>van</strong> penningen den voirs. hertoichWencelyn ende vrouw Iohanne<br />

ende hadde dairaf allen zyn recht by raide <strong>van</strong> zynen mannen overgegeven<br />

ende die penningen dairaf <strong>van</strong> die <strong>van</strong> Tricht ontfangen. Denwelken nyettegenstaende<br />

nae die doot <strong>van</strong> hertoichWencelyn voirs. soe heeft hertoichWillem <strong>van</strong><br />

Gelre die voirs. heerlicheiden aen hem willen trecken, seggende hoe datse die<br />

voirs. heer <strong>van</strong> Heynsberch die aen den voirs. Eduwart, zynen oem, verset hedde<br />

ende dat die pantscap hem verstorven ware, nyet willende weten datse die voirs.<br />

Eduwart, zyn oem, voirt verset hedde.<br />

1 In margine nota.<br />

103


fol. 127 r<br />

fol. 127 v<br />

1385-1386<br />

Hoe hertoich Willem <strong>van</strong> Gelre seynden ontsegbrieve aen vrou Iohanna<br />

Ende alsoe ommedat men hem die nyet en wolde overgeven, wairt hy vyant slantz<br />

<strong>van</strong> Brabant ende sandt ontsegbrieven aen vrouw Iohanna, noch in de roucamer<br />

wesende. Ende als zy dese brieve ontfangen hadde, seyden zy: `Nu eest tyt dat ic<br />

uuyt mynre cameren gae', ende ginc uuyt hare cameren ende het was meer dan<br />

een iair dat hertoich Wencelyn voirs. gestorven was. Ende zy sant terstont haren<br />

drossaet <strong>van</strong> Brabant tot sHertogenbosch met volc <strong>van</strong> wapenen die int lant <strong>van</strong><br />

Gelre groeten scaide deden ende / wederomme die Gelderssche in Brabant, zoe<br />

datter een zwair rydende oirloich gerees ende duerden een wyle tyts.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LXXXV to : Iohannes ¢lius Trude, Leonius<br />

de Erpe, Iohannes de Neynsel,Willelmus Scilder, Emondus de Gemart, Henricus<br />

die Raet, Goeswinus Steenwech.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LXXXVI to : Iohannes de Gemart, Iohannes<br />

de Erpe,Yewanus Stierken,Theodericus Roeuer, Iohannes de Ouden, Gerardus<br />

de Aa, Arnoldus Berwout.<br />

Een belech voir Den Graue<br />

Ten tyde <strong>van</strong> desen scepenstoel trac tgemeyn lant <strong>van</strong> Brabant voir die stat <strong>van</strong><br />

Den Graue, /daert voir lach een wyle tyts.<br />

Hoe hertoich Aelbrecht <strong>van</strong> Beyeren dat oirloich opnam<br />

Ende dairvoir liggende quam hertoich Aelbrecht <strong>van</strong> Beyeren voirs., palsgreve<br />

ende ruwart <strong>van</strong> Henegouwe, Hollant, Zeelant, diens dochter die voirs. hertoich<br />

Willem had getrouwt, ter beeden <strong>van</strong> denselven hertoich Willemen, tot sHertogenbosch<br />

by vrouw Iohanna ende hy creecht in handen <strong>van</strong> beyden zyden om<br />

een uuytspraec te doen ende oft ennige die nyet en hyelden, zoe geloefden hy denselven<br />

dairtoe te helpen brengen.<br />

Duuytspraec hertoich Aelbrechts <strong>van</strong> Beyeren<br />

Uuytsprekende aldus als dat vrouw Iohanna al hair recht in Den Graue hebben<br />

zoude, zoese pleechvoir den oirloge, ende dat alle ge<strong>van</strong>gen ende onbetaelde rantsoen<br />

loss ende quyt wesen zoude.<br />

Hoe hertoichWillem <strong>van</strong> Gelre weder tegens die uuytsprake dede<br />

Mar o<strong>nl</strong>ange waert dien pays voirs. gehouden, want als die Brabanders wederomme<br />

thuyswairt waren ende vrouw Iohanna tot Bruessel, soe versetten hertoich<br />

Willem <strong>van</strong> Gelre voirs., contrarie der voirs. uuytspraken, die goede mannen die<br />

vrouw Iohanna aldair in de witt ende recht gestelt hadde, ende dede die stat <strong>van</strong><br />

Den Graue sterck maken, noch en woude oic zyn ge<strong>van</strong>gen nyet loss laten. Dwelc<br />

vrouw Iohanna claichden den voirs. hertoich Aelbrechten, die dairop nyet vele en<br />

achten.<br />

104


fol. 128 r<br />

fol. 128 v<br />

Hoe die coninc <strong>van</strong> Vrancryc ende Philips le Herdii tracteerden om<br />

pays metten heer <strong>van</strong> Gelre voirs., die evenwael des nyet en hyelt<br />

Daernae claechden zyt den voirs. coninc <strong>van</strong> Vrancryc, haren neve, ende den<br />

voirs. / hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoingien, geheiten le Herdy, die getroudt had<br />

Margrieten, dochter <strong>van</strong> den voirs. greve Lodewyc <strong>van</strong>Vlaenderen ende <strong>van</strong> Margrieten,<br />

suster <strong>van</strong> vrouwe Iohannavoirs., die welcke coninc ende hertoge Philips<br />

le Herdy aen hertoige Aelbrecht voirs. screven dat hy hem dairinne zoude quyten.<br />

Ende uuyt dien scryven quamt zoe verre dat den Raet des voirs. conincx <strong>van</strong><br />

Vrancryc ende die voirs. Philips le Herdy ende hertoich Aelbrecht <strong>van</strong> Beyeren<br />

dairom vergaderden, ierst tAntwerpen, daernae tot Sinte-Geertrudenberch ende<br />

dairnae tot sHertogenbosch, dairnae communicacie tsamentlic gehouden. Hertoich<br />

Aelbrecht beloefden den voirs. hertoige Willemen <strong>van</strong> Gelre, zynen behuwden<br />

zoen, te onderwysen dat hy vrouwe Iohanna laten zoude by hair rechten tot<br />

Graue ende elders, des hy evenwel nyet en dede, mar brac weder allet dat tracteert<br />

was, alst nae bliict ende hy gevordert had in den iair <strong>van</strong> LXXXVIII naevolgende.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LXXXVII o ./<br />

1387-1388<br />

Teser tyt had hertoichWillem <strong>van</strong> Gelre tegens vrouw Iohanna oirlog<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel soe heeft vrouw Iohanna voirs. deser stat verleent<br />

een carthe om die getrouwe diensten dyese hair gedaen heeft ende sunderlinge<br />

in dit iegenwoirdige oirloge <strong>van</strong> Gelre noch dagelix doende is; in welker<br />

carthe zy deser stat verleent heeft die poincten hiernae volgende:<br />

Dat dese stat hoir assynsen mach boeren, hogen ende nederen<br />

in den iersten dat dese stat in haren drien leden hair assynsen altyt he¡en mach ende<br />

die moigen setten, hoigen ende nederen;<br />

Datse oic heeft die maten<br />

ende datse oick die zoutmaet metten anderen maten hebben zal ende behouden<br />

ende dairtoe dat strycambacht;<br />

Aengaet denVI M ryalen dairvoir deser stat assynsen gecoft zyn<br />

item ende dat dese stat dieVI C ryalen die dese stat iairlix den greve <strong>van</strong> der Marck<br />

<strong>van</strong> haren assynsen gibt, altyt af mach quyten met VI M ryalen oft die werde dairvoir<br />

met der halver payen, te weten met III C ryalen;<br />

Dat die gesworen scepenen setten moigen ofse bynnen acht dagen nae Bamis<br />

nyet geset en worden<br />

item oft die seven scepenen deser stat bynnen acht daigen nae Sinte-Remeysdach<br />

nyet volset noch geeydt en worden, zoe zullen die gesworen, te weten die int naeste<br />

voirleden iair scepenen geweest hebben ende gesworen worden zyn, eendrechtelic<br />

oft die meeste hoep <strong>van</strong> hen moigen kyesen ende setten ende sculdich zyn te kyesen<br />

ende te setten op hoir eeden scepenen deser stat ende voirt alsoe altyt, etc. te moigen<br />

setten seven scepenen oft die <strong>van</strong> hen gebraken, etc.; /<br />

105


fol. 129 r<br />

fol. 129 v<br />

1387-1388<br />

Ende datse die scepenen setten moeten des anderendaigz nae den acht dagen<br />

item ende datse die setten moeten des anderendaigz nae den voirs. acht daigen eerse<br />

eten oft drincken, etc.;<br />

Aengaet het kyesen der rentmeesteren<br />

item ende als die seven scepenen geset zyn, zullen die nyewe scepenen ende gezworen<br />

oft dmeestedeel des anderendaigz moeten kyesen eerse eeten oft drincken twee<br />

rentmeesteren die geboeren poirteren zullen wesen ende <strong>van</strong> wittigen bedde ende<br />

die twewarven des iairs zullen rekenen ende nae hoeren afgaen en zullense bynnen<br />

twee iaren in deser stat raide nyet moigen comen;<br />

Dat die scouthet, scepenen, gesworen, roydregers assynsen nyet en moegen<br />

pachten<br />

item ende dat noch scouthet, noch onderscouthet, noch scepenen, noch gesworen,<br />

noch roydregers deser stat assynsen pachten en zullen moigen, etc.; welke carthe<br />

begint:`Iohanna'ende is begrepen opten blade LXXXIII.<br />

Dat dese stat enen wisseler mach stellen<br />

Ten selven scepenstoel ende in dier tyt soe heeft vrouw Iohanna noch deser stat<br />

verleent een carthe dairinne datse heeft consenteert deser stat datse altyt, gelyc<br />

die <strong>van</strong> Loeuen ende Bruessel, enen wisseler zall moigen stellen die alre heren gelt<br />

bynnen deser stat comende, werderen sal ende boven alle andere gelt hair ende<br />

hare nacomelingen gelt gaende houden;<br />

Aengaet tsetten der scepenen in der meyeryen<br />

item ende dat men alle iair op Sinte-Remeysdach in den vryheiden <strong>van</strong> Rode, Oirle,<br />

Eerssel ende <strong>Os</strong> nyewe scepenen setten sal;<br />

Aengaet in der meyeryen vrede te nemen<br />

item ende dat diegeen die scepenen oft gezworen zyn in deser meyeryen altyt zullen<br />

moigen nemen vreede gelyc die scouthet ende vorster aldair, ende dyet hen vierenwer¡<br />

weygerden, sal verboeren thien pont; /<br />

Aengaet den voirspreken<br />

item ende dat een voirspreecke die yemanden bynnen deser stat int recht verantwoirt<br />

<strong>van</strong> onscout oft bytichten, hebben zal voir zyn loen III scillingen paymentz<br />

ende in deselve saken buytenvy¡ scillingen ende <strong>van</strong> erftalen bynnen XX scillingen<br />

ende buyten XL scillingen ende <strong>van</strong> dootslaigen buyten ende bynnen XX ponden<br />

ende den cost; ende oft ennich voirspreeck des weygerden te dyenen, en zoude hy<br />

nummermeer meer in deser stat oft meyeryen voir moegen spreeken; welke carthe<br />

begint:`Iohanna', etc. ende is begrepen opten blade LXXXVI.<br />

Dierste wisseler deser stat was Ian die Ioede<br />

Ten tyde oeck <strong>van</strong> denselven scepenstoel soe hebben scepenen, gesworen deser<br />

stat eenen, genoempt Ian die Ioede, wisseler gemaect, die op die voirs. carthe<br />

ende naevolgende poincten zynen eedt gedaen heeft:<br />

106


fol. 130 r<br />

fol. 130 v<br />

Wat men <strong>van</strong> wisselen sculdich is<br />

ende dat hy <strong>van</strong> wisselen sal nemen te wetene <strong>van</strong> enen alden scilt ende <strong>van</strong> elcken<br />

gulden penninc die <strong>van</strong> dier werden is ende dairboven XII penningen, datz te wetene<br />

een labbaye voir vier scillingen gerekent, ende <strong>van</strong> elcken gulden penninc beneden<br />

den alden scilt VI penningen, oic een labbaye voir vier scillingen gerekent, ende<br />

desgelycx <strong>van</strong> allen zilveren gilt te wisselen;<br />

Dat scepenen, gesworen den wisseler setten ende ontsetten moigen<br />

item ende dat die scepenen ende gesworen altyt den wisseler setten ende ontsetten<br />

moigen; prout in litteris incipientibus: `Wy, scepenen ende gesworen', etc. et comprehensis<br />

folio LXXXVIII. /<br />

Aengaet die forme <strong>van</strong> zweren<br />

Ten tyde oeck<strong>van</strong> den voirs. scepenstoel soe heeft vrouw Iohanna voirs. deser stat<br />

ende meyeryen verleent een carthe, inhoudende zoe wye zweren sal <strong>van</strong> geldelycken<br />

saken oft <strong>van</strong> wat anderen saken, dat zii uuytgenomen <strong>van</strong> erftalen, dat die<br />

zweren sal aldus: soe wes men hem tydt, dat hy des onsculdich is, zoe hem Got<br />

helpe ende die heiligen;<br />

Dat een vrouw zwerende nyet vervallen en mach, zoe lange die zon schynt<br />

ende dat een wy¡ <strong>van</strong> den voirs. saken nyet en sal vervallen alsoe lange die zonne<br />

schynt; welke carthe begint:`Iohanna'ende is begrepen opten blade LXXXIX.<br />

Aengaet tstercken <strong>van</strong> <strong>Os</strong> ende anderswair dairt deser stat belieft 1<br />

Ten tyde oeck <strong>van</strong> denselven scepenstoel soe heeft vrouw Iohanna deser stat verleent<br />

een carthe dairinne datse gunt deser stat datse <strong>Os</strong> dairt verbornt is ende anderswair<br />

daert deser stat noot zall duncken, metten luyden deser meyeryen<br />

begripen, mach stercken ende vesten met graven ende anderssins, lastende dairinne<br />

den scouthet deser stat ende allen anderen o¤cieren datse deser stat dairinne<br />

behulpich zyn; welke carthe begint: `Iohanna', etc. ende is begrepen opten<br />

blade LXXXIX.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LXXXVIII o : dominusWillelmus de Aa, miles,<br />

/ Arnoldus Heym, Gerardus de Berkel, Willelmus Coptyten, Emondus<br />

Roeuer, Iohannes de Dordrecht, Iohannes de Aggere.<br />

Ten tyde <strong>van</strong> desen scepenstoel soe heeft vrouw Iohanna verleent den gesellen <strong>van</strong><br />

der Tae£en der stat <strong>van</strong> Den Bosch ende hen verlengt hoir iairscharen, etc. ende<br />

des aen dese stat voirts versocht datse die voirs. gesellen, gelyc hoir poirteren, verantwoirden<br />

souden; dairaf die brieven beginnen:`Iohanne, by der gracien Goids',<br />

etc. ende zyn begrepen ad signum (½23) et folio CCCC LX.<br />

Teser tyt was Cleue noch een grefscap<br />

1388-1389<br />

Ten tyde <strong>van</strong> denvoirs. scepenstoel soe begonst die voirs. hertoichWillem<strong>van</strong> Gelre<br />

wederomme op Brabant te scedigen met zynen hulpers die hy hadde gecregen,<br />

1 In margine nota.<br />

107


fol. 131 r<br />

fol. 131 v<br />

1389-1390<br />

te weten den eertsbisscop <strong>van</strong> Coelen, den bisscop <strong>van</strong> Breemen, den bisscop <strong>van</strong><br />

Munster, den bisscop <strong>van</strong>Vtrecht, den greve <strong>van</strong> Cleue die dairnae hertoichwairt,<br />

den greve <strong>van</strong> Moerss, zoedat hy wael sterc was XXIIII C glavyen ende XXII C<br />

mannen te voet ende zyn capiteynen waren al meest geestelycke prelaten ende papen.<br />

Dat die Liinde tot Oisterwyc verbrant wairt<br />

Ende hiermede trac hy tot Oisterwyc dat hy metter Lynden verbranden, ende<br />

voirt tot Gestel, Beeck, Boxtel, dwelc zy oic verbranden, ende alsoe drie daigen<br />

dair ende dairomtrent wesende toech hy weder met zynen bisscoppen ende papen<br />

ende anderen heren in zyn lant ende het blee¡ voirt al den aenstaenden winter<br />

doer een rydent oirloige.Vrouwe Iohanna voirs. creech te hulpen den voirs. hertoich<br />

Philips <strong>van</strong> Bour- / goindien, geheiten le Herdii, haren neve, die hair sant<br />

uuyt Vrancryc drie maenden versout V C glavyen ende blee¡ alsoe een rydent oirloich<br />

totten iair toe <strong>van</strong> XC dat den pays gemaect wairt.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o LXXXIX o : Arnoldus Stamelairt de Penu,<br />

Gerardus de Vladeracken, Arnoldus Stamelart de Spanct, Willelmus Scilder,<br />

Goeswinus Steenwech, Iohannes de Gestel, Iordanus ¢lius Arnoldi Tyelkini.<br />

Van der geloeften des heren <strong>van</strong> Helmont<br />

Ten tyde <strong>van</strong> desen voirs. scepenstoel soe heeft heer Ian <strong>van</strong> Berlair, heer <strong>van</strong> Helmont<br />

ende <strong>van</strong> Keerberch, in presencien <strong>van</strong> scepenen, gesworen ende gemeynen<br />

bourgeren deser stat geloeft nummermeer tegens deser stat rechten te doen, mar<br />

die te helpen houden; daira¡ dbeginsel luydt aldus:`Int iair Ons Heren', etc. ende<br />

is begrepen ad signum (½24) ac folio LXXXIX.<br />

Ten tyde oic <strong>van</strong> denselven scepenstoel zoe heeft Aelbrecht, hertoich <strong>van</strong> Beyeren,<br />

palsgreve, greve <strong>van</strong> Hollant, etc., verlyt Rycout den Cock versceyden gueden tot<br />

Ge¡en <strong>van</strong> hem te leen te houden; prout in litteris incipientibus: Àelbrecht, by<br />

Goids genaden palensgrave opten Ryn', etc. et comprehensis folio CCCC LIX. /<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XC o : Iohannes de Erpe, Gerardus deVden,<br />

Henricus Dicbier ¢lius Godefridi, Iacobus Loze, Gerardus de Aa, Hubertus de<br />

Gemart, Iohannes Steenwech.<br />

Aengaet hoe die voirs. heer <strong>van</strong> Gelre hem verbonden heeft in den<br />

voirs. pays<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel soe cesseerden tvoirs. oirloge, dat was tusschen<br />

vrouwe Iohanna et den voirs. hertoichWillemen <strong>van</strong> Gelre ende daira¡ hertoichWillemvoirs.<br />

zekerebrieven<strong>van</strong> sich heeft gegeven ende geloeft te verhueden<br />

dat <strong>van</strong> zynen landen, steden, sloten, luyden oft ondersaten oft oic yemanden anders,<br />

wie hy weer, egenen scaide en soude gescien der voirs. vrouw Iohanne, hoeren<br />

landen, sloeten, luyden ende onderseten op beyden zyden der Masen ende<br />

sunderlinge Mil, Gangelt endeVucht;<br />

108


fol. 132 r<br />

fol. 132 v<br />

fol. 133 r<br />

Dat Graue een Brabantz leen is 1<br />

ende dede yemant <strong>van</strong> zynen onderseten dairtegens, dat zoude hy richten met zynen<br />

lyve ende gueden, ende dede oic yemand anders dairtegens in zynen lande ende dat<br />

<strong>van</strong> den ampluyden oft onderseten der voirs. vrouw Iohanne, dien zoude hy moegen<br />

vervolgen, dairtoe zyn onderseten behulpich zouden moigen wesen, all geduerende<br />

den levenen <strong>van</strong> / vrouwe Iohanna voirs., onder bespreck dat heer Ian, heer <strong>van</strong><br />

Kuyck, <strong>van</strong> vrou Iohanna voirs. ontfangen zal te leen die stat <strong>van</strong> Den Graue ende<br />

dat tusschen die tyt ende Korsmisse doen naestcomende; welke brieven beginnen:<br />

`Wii,Willem <strong>van</strong> Guylic, by der genaden Goidz', etc. ende zyn begrepen opten blade<br />

XC ende welke brieve oec mede zyn bezegelt <strong>van</strong> zynen Rait, namentlic heer Henrick<br />

<strong>van</strong> Steenbergen, proefst <strong>van</strong> Aldemunster tUtrecht, heren Reynalt, heer <strong>van</strong><br />

Oy, ende heren Iohan <strong>van</strong> Hoenselair, ridder.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XCI o : dominus Goeswinus de Aa, miles,<br />

Willelmus ¢lius Arnoldi Tielkini,Theodericus Roeuer, Iohannes de Neynsel, IacobusTyt,<br />

Arnoldus deVladeracken, Gerardus Raet.<br />

Dat die assynsen deser stat zyn gecoft metVI M ryalen<br />

1394-1395<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel soe heeft vrou Iohanna, want dese stat hair tot<br />

hare vruntlycker beden hadde gelevert VI M ryalen, /dairop dese stat was sorteert<br />

te geven den greve <strong>van</strong> der Marckvoir dieVI C ryalen die zy hair <strong>van</strong> horen assysen<br />

sculdich was ende die dese stat <strong>van</strong> harewegen den greve voirs. te geven plach,<br />

dairaf datse dese stat quytgescouwen heeft ende geloeft <strong>van</strong> denVI M ryalen ende<br />

<strong>van</strong> der iairlixer betalinge derVI C ryalen aen den voirs. greve scadeloes te ontheffen;<br />

prout in litteris incipientibus:`Iohanna, byder gracien Goids', etc. et comprehensis<br />

folio XCI.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XCII o : dominusWillelmus de Aa, miles, Symon<br />

de Mirabello, Emondus Roeuer, Iohannes de Dordrecht, Iohannes de Aggere,<br />

ArnoldusVeer,Wolterus Coptyten.<br />

Ten tyde <strong>van</strong> desen scepenstoel is gemaect een ordinancie <strong>van</strong> den perden te setten<br />

bynnen der meyeryen <strong>van</strong> Den Bosch, beginnende: `Soe wye geguedt is tot der<br />

werden', etc. ende begrepen opten blade CCCC LIX.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XCIII o : Gerardus de Berkel, Arnoldus Stamelart<br />

de Spanct, Ghysbertus Lyscap iunior, Goeswinus Steenwech, / Iohannes<br />

de Gestel, Iohannes ¢lius Arnoldi Tielkini, Iohannes de Gemart.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XCIIII to : dominusTheodericus Roeuer, miles,<br />

Iohannes de Erpe, Theodericus Berwout, Theodericus Roeuer, Iohannes<br />

Sceyuel, Iohannes deVladeracken, Heymericus Groy.<br />

1 In margine nota.<br />

109


fol. 133 v<br />

fol. 134 r<br />

1394-1395<br />

Hoe die heer <strong>van</strong> Helmont geloeft heeft tegens deser stat rechten nyet<br />

te doen<br />

Ten tyde <strong>van</strong> desen voirs. scepenstoel soe heeft heer Ian <strong>van</strong> Berlair, heer <strong>van</strong> Helmont<br />

ende <strong>van</strong> Keerberch, ridder, onder zyn brieve ende zegele deser stat geloeft<br />

nummermeer te doen tegens hair rechten, mar die altoes te hulpen te comen ende<br />

te helpen houden ten versueck deser stat; welke brieven beginnen:`Wy, Iohan <strong>van</strong><br />

Berlair', etc. ende zyn begrepen opten blade XCIII.<br />

Aengaet dat tanderen tyden heer Dirc die Roeuer die porcie <strong>van</strong> der<br />

beden deser stat opgeboert heeft ende daira¡ betaelt die ge<strong>van</strong>gen int<br />

lant <strong>van</strong> Gelre ende andere; oeck aengaet die lossinge der vercofter<br />

dorpen<br />

Ten tyde oeck<strong>van</strong> denvoirs. scepenstoel soe is vrouwe Iohannavoirs. eenss- / worden<br />

met deser stat aengaende haren aengedeelt der beden die vrouwe Iohannen<br />

voirs. <strong>van</strong> den lande <strong>van</strong> Brabant consenteert was, in der ondergescreven voegen,<br />

te wetene dat tgelt <strong>van</strong> der beden deser stat ende meyeryen comen soude in handen<br />

heren Dircx Roeuer, die dairtoe <strong>van</strong> den scepenen ende geswoeren deser stat<br />

geset is rentmeester te wesen, als tot vier termynen te betalen ende daira¡ betalen<br />

zoude diegeen die in den oirloge ge<strong>van</strong>gen 1 als <strong>van</strong> Gelre ge<strong>van</strong>gen waren ende<br />

gepant voir vrouwe Iohanna schout, ende oick heren Willemen <strong>van</strong> Broechuysen<br />

die enen poirter deser stat voir vrou Iohanna scout opgehouden hadde, ende oeck<br />

den heer <strong>van</strong> Kuyckonder condicie zoe verre dairover lyep, zoude men mede lossen<br />

die versette ende vercofte dorpen bynnen deser meyeryen, etc.; prout in litteris<br />

incipientibus:`Iohanna', etc. et comprehensis opten blade XCIII.<br />

Ten tyde oick <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel soe heeft vrouwe Iohanna voir hair, hair<br />

oire ende nacomelingen deser stat verleent:<br />

Aengaet het boeren <strong>van</strong> den thiins bynnen deser stat ende meyeryen<br />

in den yersten dat die rentmeester deser stat ende meyeryen <strong>van</strong> den goeden luyden<br />

dairinne geseten die thyns <strong>van</strong> hoeren erven sculdich zyn, voirtaen boeren sal alsoe<br />

vele als hair rentmeesteren anderswair bynnen den steden /ende lande <strong>van</strong> Brabant<br />

gemeyntlic voirtaen ontfaen zullen ende nyet meer;<br />

Aengaet het boeren <strong>van</strong> thiins onder die smaelheren<br />

ende desgelycx zullen boeren die rentmeesteren der smaelreheren deser meyeryen<br />

den thyns hore heren ende nyet meer;<br />

Dat deser stat toebehoeren allen die visscheryen ende stroomen bynnen<br />

deser stat, haire vryheit ende tot Vucht<br />

item ende dat dese stat haren wil mach doen op enen iairlycken thyns <strong>van</strong> enen alden<br />

groten met allen die visscheryen ende stroomen in deser stat ende hare vryheit ende<br />

in der prochien <strong>van</strong>Vucht, behoudelic hair nochtans dairinne hair hoge heerlicheit;<br />

1<br />

Aldus hs., dit is een cryptische samenvatting <strong>van</strong> een meer uitgebreide passage in het cartularium.<br />

110


fol. 134 v<br />

fol. 135 r<br />

fol. 135 v<br />

1397-1398<br />

Aengaet dat elck mach voegelen <strong>van</strong>gen<br />

item ende dat elckermalck in deser stat, vryheit ende meyeryen geseten mach <strong>van</strong>gen<br />

entvoegelen, plevieren ende alle andere smael voegelen;<br />

Hoe dic ende hoe lange die rentmeester dingen sal<br />

item ende dat die rentmeesteren nyet meer dan vierwer¡ siairs dingen en zullen<br />

ende dat elck dingtyt nyet langer duren en zal dan een maent ten hoichsten;<br />

Aengaet dat die onderscouthet nyet uuyt en moet wesen sonder enen stathelder<br />

te setten<br />

item ende dat die onderscouthet deser stat uuyt deser stat nyet en sal ryden noch<br />

trecken, tenzy dat hy yerst voir twee scepenen deser stat enen goeden man in zyn<br />

stede geset heeft, etc., op beroeftte wesen<strong>van</strong> zynen ambachte after dien dach; prout<br />

in litteris incipientibus:`Iohanna', etc. et comprehensis folio XCIIII. /<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XCV to : dominus Goeswinus de Aa, miles,<br />

Theodericus Roeuer, Willelmus Scilder, Ghysbertus de Spina, Martinus Berwout,<br />

Iacobus Coptiten,Theodericus Lu.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XCVI to : Gerardus deWiel, Arnoldus Heym,<br />

Martinus Berwout, Iacobus Coptiten.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XCVII o : Gerardus de Berkel, / Arnoldus<br />

Stamelart de Spanct, Iohannes de Gestel, Hubertus de Gemart, Arnoldus deVladeracken,<br />

Henricus deWerthusen, Ludinc Pynappel.<br />

Hoe hertoich Willem <strong>van</strong> Gelre teser tyt weder aenhye¡ oirloge tegens<br />

vrouwe Iohanna omWouters <strong>van</strong> Ouerryn wille<br />

Ten tyde <strong>van</strong> desen voirs. scepenstoel soe hye¡ wederom aen die voirs. hertoich<br />

Willem <strong>van</strong> Gelre oirloige tegens vrouwe Iohanna voirs., overmits eens dienres<br />

des voirs. hertoichWillems, geheiten Wouter <strong>van</strong> Overryn, die met zynen hulperen,<br />

droncken zynde, dootsloech enen <strong>van</strong> vrouwe Iohanna dienre, dairomme hy<br />

bynnen deser stat wairt onthoeft, ende seynden dairomme die voirs. hertoichWillem<br />

ontsegbrieve aen vrouw Iohanna voirs. Ende quam weder die voirs. hertoich<br />

Willem met zynenvoirs. bisscoppen ende hulperenverbydeser stat tot Oisterwyc,<br />

doende aldair groeten scaide.Vrouwe Iohanna, dat vernemende, ontboot hem<br />

stryt te leveren, het weer in zyn lant oft bynnen Brabant, ende dat bynnen drie<br />

dagen. Ende dat hy die arme onderseten lyet dair en bynnen onbescedicht, zy<br />

soude hem / seynden C voeder wyns, CCC ossen ende broet ende ander gereetscap<br />

genoch. Mar hy en dorst nyet te stryde comen ende alsoe vertoech hy weder<br />

uuyten lande, nae vele scaden tot Oisterwyc ende dairomtrent gedaen met zynen<br />

bisscoppen ende papen ende geestelycke prelaten die hy by hem hadde.Vrouwe<br />

Iohannavoirs., siende dat die voirs. hertoichWillem <strong>van</strong> Gelre nyet en dorste stryden,<br />

seynden zy metter hulpen die hair overdwerss comen was <strong>van</strong> den voirs. Philips<br />

le Herdy, hertoge <strong>van</strong> Bourgoindien, int lant <strong>van</strong> Guylic allen hair machte,<br />

dair zy vele dorpen verbranden, scaiden deden ende vele stercten omworpen.<br />

Die voirs. Philips le Herdii, hertoge <strong>van</strong> Bourgoindien, zoen <strong>van</strong> denvoirs. coninc<br />

Ian<strong>van</strong>Vrancryc ende zyn moeder was dochter des voirs. conincx Ians <strong>van</strong>Behem<br />

111


fol. 136 r<br />

fol. 136 v<br />

fol. 137 r<br />

1397-1398<br />

ende hertogeWencelynvoirs. was zyn gerechte oem ende die voirs. vrouw Iohanna<br />

was rechte moye <strong>van</strong>vrouwe Margrieten, zynen wive, die een dochter was <strong>van</strong> den<br />

voirs. greve Lodewyc <strong>van</strong> Vlaenderen ende <strong>van</strong> grevinne Margrieten, suster <strong>van</strong><br />

vrouw Iohanna voirs. Hii wan aen die voirs. vrouwe Margrieten, zyn geselinne,<br />

dochter greve Lodewycx voirs., drie zoenen ende drie dochteren, daira¡ aen dander<br />

zyde <strong>van</strong> den naesten blade, 1 /te wetene: Ian, die wairt nae zynen voirs. vader<br />

hertoich <strong>van</strong> Bourgoindien ende greve <strong>van</strong> Vlaenderen, Artoys ende <strong>van</strong> Bourgoindien;<br />

hii trouden die dochter <strong>van</strong> hertoich Aelbrecht <strong>van</strong> Beyeren, palsgreve<br />

ende greve <strong>van</strong> Hollant, Zeelant, Henegouwe, etc.; dese voirs. hertoich Ian, <strong>van</strong><br />

den Dolphyn <strong>van</strong> Vrancryc ontboden wesende, wairt te Monstruel opt slot in<br />

Vrancryc dootgeslagen; dese hertoich Ian creech enen zoen, die hyet Philips <strong>van</strong><br />

Bourgoindien ende wairt nae hertoich <strong>van</strong> Bourgoindien, Brabant, etc.;<br />

Anthonis, die wairt nae hertoich <strong>van</strong> Brabant; hy trouden vrou Iohanna, dochter<br />

herenWalrauens <strong>van</strong> Sint-Pol, dair hy mede had tgreefscap <strong>van</strong> Sint-Pol ende <strong>van</strong><br />

Ligny ende meer sloten ende heerlicheden; zy was zoe schoen, dat men <strong>van</strong> haer<br />

seeghden alse roden wyn dranc, dat men dien doer hair kele sach gaen; hy wan<br />

aen hair twe zoenen: Ian, die nae hem hertoich wairt; Philips, die wert greve <strong>van</strong><br />

Sint-Pol ende <strong>van</strong> Lignii; ende een dochter, die ionck ster¡;<br />

Philips, die wairt nae zynen vader greve <strong>van</strong> Nyuers ende <strong>van</strong> Rethel ende die<br />

trouden die dochter <strong>van</strong> den greve <strong>van</strong> Eu, dairaen hy wan twee soenen, by namen:<br />

Philips, hy wairt nae greve <strong>van</strong> Nyuers ende <strong>van</strong> Rethel; Ian, die wert greve<br />

<strong>van</strong> Stampes ende nae die doot <strong>van</strong> den voirs. Philips, zynen brueder, wert hy<br />

greve <strong>van</strong> Nyuers ende <strong>van</strong> Rethel ende nae creech hy tgreefscap <strong>van</strong> Eu; hy<br />

creech een dochter <strong>van</strong> zynen yersten wive, die trouden hertoich Ian <strong>van</strong> Cleue. /<br />

Hertoich Philips le Herdy voirs. hadde oic by de voirs. vrouw Margrieten drie<br />

dochteren, by namen:<br />

die outste had te man hertoge Lupoldum <strong>van</strong> Oistryc ende zy ster¡ sonder oir;<br />

die ander, geheiten Margriet, had te man hertoich Willemen <strong>van</strong> Beyeren, zoen<br />

<strong>van</strong> den voirs. hertoich Aelbrechten; dese hertoichWillem wairt greve <strong>van</strong> Henegouwe,<br />

Hollant, Zelant; hii wan aen die voirs. Margriet een dochter, die Iacob<br />

hyet; hair voirman was die Dolphyn <strong>van</strong> Vrancryc, hertoige <strong>van</strong> Touraynen, die<br />

sonder oir ster¡; zii was zeer scoen ende by dispensacien <strong>van</strong> paeus Marten die<br />

int consilie <strong>van</strong> Constans paeus gemaect wert, trouwden zy nae de doot <strong>van</strong> den<br />

voirs. Dolphyn denvoirs. hertoich Iannen, zoen<strong>van</strong> denvoirs. hertoich Anthonys,<br />

hairs oems, welken huwelic qualic bequam, want vrouw Iacob nae toech in Engelant<br />

by den hertoich <strong>van</strong> Gloucestre, brueder des conincx <strong>van</strong> Engelant, etc.;<br />

die dorde dochter had te manne greve Amedeus <strong>van</strong> Sauoyen, die hertoge wairt<br />

ende die hem ten eynde ga¡ ten geestelycken leven ende hy wairt int consilie <strong>van</strong><br />

Basel paeus gecoren ende hyet Felix die Viifste; naemaels wiickende den paeus<br />

Nycolaes, was legatus a latere 2 ende ster¡ cardinaell. 3 / Ende naedien die voirs.<br />

Philips le Herdy, hertoge <strong>van</strong> Bourgoindien, zyn voirs. kynderen ter eeren gehol-<br />

1 v<br />

Dit is een interne verwijzing naar fol. 136 .<br />

2<br />

Legatus a latere: legaat met een pauselijke volmacht voor een bepaald gebied of voor een<br />

bepaalde opdracht.<br />

3<br />

In margine nota.<br />

112


fol. 137 v<br />

fol. 138 r<br />

pen ende gestelt hadde ende zynenvoirs. drien zoenen, by namen Iannen, Anthonysen<br />

ende Philipsen, by consent des coninx <strong>van</strong> Vrancryc ende vrouw Iohanne<br />

voirs., hoir landen hadde besceyden ende dairaf by der voirs. Margrieten, zynre<br />

vrouwen, een sceydinge had gemaect, te wetene dat die voirs. Ian, zyn outste zoen,<br />

zoude wesen hertoich <strong>van</strong> Bourgoindien ende greve <strong>van</strong> Vlaenderen, <strong>van</strong> Artois<br />

ende <strong>van</strong> Bourgoindien, die voirs. Anthonys, zyn middelste zoen, nae doot <strong>van</strong><br />

vrouw Iohanna voirs. zoude zyn hertoich <strong>van</strong> Lothryc, Brabant ende Lymborch<br />

ende mercgreve des Heilichs Rycx, ende die voirs. Philips, zyn iongste zoen,<br />

zoude wesen greve <strong>van</strong> Nyuerss ende <strong>van</strong> Rethel, soe dede hydenvoirs. zynen zoenen<br />

geloven malcanderen die voirs. sceydinge te houden, /onder vorwarde oft ennich<strong>van</strong><br />

hen drien stor¡ sonder ma<strong>nl</strong>ic oir <strong>van</strong> zynen lyve, soe zouden zyn landen<br />

comen opten anderen outsten brueder oft op syns mans oiren. Dat dese geloefte<br />

dienden hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien totten hertoichdom<strong>van</strong> Brabant te comen,<br />

alst nae blyct als hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien voirs. waert hertoge <strong>van</strong><br />

Brabant. 1<br />

Hoe Antwerpen weder aen Brabant quam<br />

1398-1399<br />

Daernae vercreech die voirs. hertoige Philips le Herdy aen de Staiten <strong>van</strong> Brabant<br />

zoe vele, dat die voirs. Anthonys, zyn middelste zoen, als opten vyften dach iunii<br />

int iair M CCCC ende vier ontfangen wairt voir ruwairt in Brabant, den levene<br />

<strong>van</strong> vrou Iohanna voirs. geduerende. Ende des ga¡ die voirs. hertoich Philips le<br />

Herdy denzelven Anthonysen, zynen soen, die stat <strong>van</strong> Antwerpen om altyt ongesceyden<br />

te blyven aen Brabant.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XCVIII o : Iohannes de Dordrecht, Iohannes<br />

de Aggere, Heymericus Groy, Lucas de Erpe ¢lius Iohannis, Iacobus deWyel,Yewanus<br />

de Grauia, Goeswinus Moedel <strong>van</strong> der Donck.<br />

Ten tyde <strong>van</strong> desen scepenstoel ster¡ die voirs. vrouwe Maria, wedue wilen hertoich<br />

Reynouts <strong>van</strong> Gelre voirs., suster <strong>van</strong> der voirs. vrouwe Iohanna. Sy stichten<br />

in haren weduestoel die /canozye teTurnhout ende tcloester te Korssendonc ende<br />

die borchten tot Turnhout ende Oyen.<br />

Ten tyde <strong>van</strong> desen scepenstoel soe heeft vrouw Iohanna voirs. voir hair ende hair<br />

nacomelingen deser stat verleent een carthe, dairinne datse heeft verleent:<br />

Dat die bourgermeesters oec straetmeesters zullen wesen ende twewarven<br />

tiaers rekenen<br />

in den iersten dat die bourgermeesters deser stat mede straetmeesters zullen wesen<br />

ende zullen deser stat goet ten oirbaer op horen eedt regeren ende tweewarven<br />

tsiaers rekenen ende alse die doen sullen, dat sal men oepelic in der kercken seggen<br />

ende verkundigen den scepenen, gesworen, raitsluyden ende dekenen <strong>van</strong> den ambachten;<br />

1 In margine nota hic.<br />

113


fol. 138 v<br />

1398-1399<br />

Daira¡ zullen hebben die scepenen, gesworen een boeck, die raitsluden<br />

een ende die dekenen een<br />

ende <strong>van</strong> derselver rekeningen zullen hebben een boeck oft rolle, te wetene die scepenen<br />

ende gesworen een, die raitsluyden een ende die dekenen een ende die rentmeesteren<br />

zullen een behouden;<br />

Dat een yegelic die rekeningen der bourgermeesteren mach calengieren<br />

bynnen den XIIII nachten, etc.<br />

ende dat men hoir rekeningen bynnen XIIII nachten noch loven, noch prysen en sal<br />

ende bynnen tyde mach een yegelic die calengieren; ende ofse calengiert worde ende<br />

die bourgermeesteren des nyet en constenverantwoirden, zoe zouden zy tgeen datse<br />

mysrekent hedden, deser stat weder bewysen ende dairtoe ter beternissen sculdich<br />

wesen sesswerven alsoe vele alse mesrekent hedden, voir een dordendeel den heer,<br />

dander deser stat ende tdorde dyese gecalengieert hedden; /<br />

Hoe die bourgermeesteren zullen rekenen<br />

item dat die bourgermeesteren in hoir rekeningen zullen noemen die personen<br />

diese gelt zullen hebben gegeven ende daira¡ datse gelt zullen hebben ontfangen;<br />

Ofter yet oeverden, etc.<br />

item dat oft die bourgermeesters yet overrekenden, datse dat bynnen twee maenden<br />

leveren zullen deser stat om in der commen te leggen;<br />

Wat scouthet, scepenen, gesworen ende die clercken hebben als gerekent is<br />

item als die bourgermeesters gerekent hebben opten raethuse, sullen zy den scouthet<br />

geven een gelt wyns, elcken scepenen ende gesworen een gelt wyns, horen<br />

clercken een gelt wyns ende elc bourgermeester een gelt wyns;<br />

Van setten der scepenen sonder cost deser stat<br />

item als die alde scepenen afgaen ende die nyewe aencomen, daira¡ en sal dese stat<br />

genen cost hebben;<br />

Aengaet den clederen der scepenen ende horen drincgelt<br />

item die seven scepenen ende twe bourgermeesters zullen hebben voir hoir cleders<br />

tsestich alde scilden;<br />

item die seven scepenen zullen hebben te verdrincken eenvoeder wyns oftXXXII<br />

alde scilden dairvoir;<br />

Aengaet het scencken<br />

item en sullen die scepenen noch bourgermeesters nyemanden moigen scencken<br />

dan onser lantsheer; ende prelaten, baenroetsen, lantsheren, ridderen ende raiden<br />

<strong>van</strong> goeden steden sal men moegen scencken tot VI kannen wyns naedat zys werdich<br />

zyn ende dat mer eens tsiaers;<br />

Aengaet het ryden ter dachvaert<br />

item en zullen die scepenen noch gesworen ter dachvaert ryden, tenzy by raide der<br />

raitsheren ende dekenen; /<br />

114


fol. 139 r<br />

fol. 139 v<br />

fol. 140 r<br />

fol. 140 v<br />

1403-1404<br />

Die opt Oetheren rydt, etc., sal alleen den cost hebben<br />

item zoe wye <strong>van</strong> deser statwegen opte Oetheren rydt, oft zoeverre dat hy opten selven<br />

dach weder incoempt, die en sall geen loen hebben dan zynen redelycken cost;<br />

Aengaet der stat clederen<br />

item ende dat tsiaers elck scutte deser stat sal hebben 1ÃÙ Ä peter tot drien ellen lakens<br />

gecoft te werdenen by raide hore hoge dekenenmeester, tween dekenen ende twe<br />

scutten;<br />

Aengaet der scepenen, gesworen, scouthet ende bourgermeesteren capruynen<br />

item die zeven scepenen,VIIgesworen, twe scoutheten, twee bourgermeesteren zullen<br />

hebben IX gulden om lakenen te coepen tot horen capruynen metten scutten te<br />

dragen;<br />

Dat diegeen die poirter wordt, in een ambacht moet comen<br />

item ende dat men nyemand poirter maken en sal, hy en sal mede in een ambacht<br />

comen; welke carthe begint:`Iohanna', etc. ende is begrepen opten blade XCVI.<br />

Remigii confessoris anno M o CCC o XCIX o : dominus Theodericus Roeuer, miles,<br />

Ghyselbertus deVlochouen, Iacobus Loze, IacobusTyt,Theodericus Roeuer,<br />

Ghiselbertus de Spina, / Iohannes ¢liusWolphardi.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o fuerunt scabini in Buscoducis: Goeswinus<br />

Steenwech, Iordanus ¢lius Arnoldi Tielkini, Iohannes de Bruheze, Gerardus de<br />

Vden,Yewanus Styerken, Iacobus Coptiten, Iacobus Neynsel.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o primo: dominus Willelmus de Aa, miles,<br />

Emondus Roeuer, Arnoldus Veer, Hubertus de Gemart, Egidius de Gheel, Arnoldus<br />

Stamelart deVden, Iohannes de Best. /<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o secundo: dominus Goeswinus de Aa, miles,<br />

Iohannes de Dynther, Egidius Coptiten, Henricus deVden, Daniel Roesmont,<br />

Nycolaus Scilder,Willelmus Broeder.<br />

Aengaet VI C ryalen <strong>van</strong> den greve <strong>van</strong> der Marck ende der scadeloesser<br />

geloeften daira¡<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel soe heeft vrouwe Iohanna in zekere brieven<br />

deser stat verleent dat die scouthet ende rentmeester deser stat tot versueck der<br />

scepenen derselver, eer zy hoir ambacht zullen aenverden, met goeden bourgen<br />

verbourgen zullen aen den greve <strong>van</strong> der Marck iairlix te betalen al sulckenen<br />

VI C ryalen als hyheeft op vrouw Iohannavoirs. ende dairvoir dese stat ende meyerye<br />

eertyts geloeft hebben gehadt, alsoe dat deser stat ende meyeryen dairafgenen<br />

scaide en come; welke brieven beginnen:`Iohanna', etc. ende zyn begrepen opten<br />

blade XCVII.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o tercio: Henricus Dicbier ¢lius Godefridi, /<br />

Gerardus de Aa,Wolterus Coptiten, Theodericus Rouer, Arnoldus Heym, Bartholomeus<br />

Spierinc, Henricus Becker.<br />

115


fol. 141 r<br />

fol. 141 v<br />

1403-1404<br />

Ten tyde <strong>van</strong> desen voirs. scepenstoel soe heeft vrouwe Iohannavoir hair ende hair<br />

nacomelingen deser stat verleent een carthe, inhoudende zekere vryheiden ende<br />

previlegien <strong>van</strong> den iairmercten deser stat, welke vryheiden ende previlegie dese<br />

stat eewelic sonder yemants wederseggen sal gebruycken, dats te wetene:<br />

Die aude iairmerct deser stat daira¡ en is geen vorder besceyt gevonden<br />

dat dese stat boven hair aude iairmerct die men hier alle iair pleech te houden ende<br />

te hanteren, voirtaen ewelic hebben sal moegen twe nyewe iairmercten, behoudelic<br />

den heer <strong>van</strong> desen lande <strong>van</strong> der voirs. aude iairmerct zynen auden tol ende rechten<br />

soese plegen, ende in de nyewe marcten voirs. <strong>van</strong> allen tolber goet zoevele als men<br />

buyten der voirs. ouder mercte gewoentlic is geweest te geven;<br />

Aengaet der hal¡vastensmarct<br />

ende dat die een <strong>van</strong> den voirs. twe nyewe mercten alle iair sal wesen des maendaigs<br />

voir hal¡vasten ende dueren drie dagen, als smaendaigz, dynsdaigs ende gwoensdaigz<br />

ende het geleide daira¡ zal ingaen des saterdaigz voir den sondach Oculi ende<br />

duren tot opten saterdach voir den sondach Letare Iherusalem ende dien dach al; /<br />

Aengaet Sinte-Bartholomeeusmarcte<br />

ende die ander nyewe marct sal ingaen des anderendaigz nae Sinte-Bartholomeeusdach<br />

ende duren dien dach all ende twee dagen dair naestvolgende ende het geleyde<br />

daira¡sal ingaen op Sinte-Bartholomeeusavont ende dueren totop Sint-Gielisavont<br />

dair naestvolgende ende dien dach all;<br />

item ende die genechten die bynnen die iairmerctenvoirs. comen, dat die scouthet<br />

in absencien <strong>van</strong> partyen die <strong>van</strong> sheren wegen mach scorssen, totdat die iairmercten<br />

leden zyn; welke carthe begint: `Iohanna', etc. ende is begrepen opten<br />

blade XCVIII.<br />

Aengaet den signetten<br />

Ten tyde oeck<strong>van</strong> denzelven scepenstoel soe heeft vrouwe Iohanna voir hair ende<br />

voir hair nacomelingen deser stat verleent een carthe die men noempt `die carthe<br />

<strong>van</strong> den signet', etc., dairinne datse heeft verleent dat zoe wanneer over ennigen<br />

persoen eenvonniss sal zyn gegaen byscepenen deser statoft datyemandvervolgt<br />

zal zyn nae deser stat rechten, dat dan die scepenen, als die dorde dach dairnae<br />

leden sal wesen, dengenen die tvonnes behouden oft tvervolch gedaen sal hebben,<br />

sculdich zullen zyn te geven een cedulle met enen signet geteykent, welke cedulle<br />

die persoen die tvonness behouden heeft, sal moegen thoenen ennigen <strong>van</strong> den<br />

drien knapen deser stat;<br />

Aengaet tgericht met signetten<br />

ende die knape sal macht hebben den voirs. persoen zyn ge- / breck uuyt te panden<br />

ende den sculder sonder vertreck met lyve ende met goede dairvoir te houdene ende<br />

te <strong>van</strong>gen, behoudelic oft die sculder dair yet met recht tegenseggen woude, dat<br />

nochtan hy ende zyn goet in hachten blyven zullen totdat hy bourgen geset zal hebben,<br />

etc., ut inibi;<br />

116


fol. 142 r<br />

fol. 142 v<br />

Dat die dyenres <strong>van</strong> den gruynen royen richten moeten<br />

item dat oick oft die knape des weygerden den lyeden recht te doen, zoe soude hy<br />

zyns diensts beroeft wesen, etc;<br />

Dat hen nyemand oploepen en moet op te Rutsemedau te gaen<br />

item ende oft yemand den knaep om des uuytpandens, richtens oft <strong>van</strong>gens wille,<br />

oplyepe oft ennich mesgryp dede, die zoude sculdich wesen te doen een bedevaert<br />

tot Onser-Liever-Vrouwen te Rutsemedau, etc., ut inibi; welke carthe begint: `Iohanna',<br />

etc. ende is begrepen opten blade C.<br />

Aengaet tvercopen <strong>van</strong> wullen lakenen<br />

Ten tyde oeck<strong>van</strong> denselven scepenstoel soe zyn by deser stat aengaende het snyden<br />

<strong>van</strong> wullen lakenen dese navolgende poincten overdragen, te wetene dat een<br />

poirter die lakenen snyden wille die in deser stat gemaect zyn, die zal hy thoenen<br />

int gewanthuys deser stat dengeenen die dairtoe <strong>van</strong> deser stat geset zyn, eer hyse<br />

sal moegen snyden, ende sal geven alsdan deser stat een Brabantsche schietley <strong>van</strong><br />

den alingen lakenen ende / <strong>van</strong> den halven een half Brabantsche schietley, opte<br />

verboeren drie ponden payments;<br />

item dat als die lakenen alsoe gethoent zyn, zoe zalse die poirter thuys moegen<br />

uuytsnyden altyt anders dan sdonredaigz;<br />

item dat die poirter die lakenen coept, zy zyn buyten oft bynnen gemaect, ende<br />

voirt vercoept oft uutvuert, die sal dairaf geven een scyetley;<br />

item die lakenen <strong>van</strong> buyten gebracht ende gemaect in vryen steden sal men altyt<br />

moegen vercopen opten behoerlycken chyns;<br />

item die gewantsnyders en sullen geen lakenen int gewanthuys noch bynnen horen<br />

huyse snyden, die lakenen en zullen zyn gemaect bynnen deser stat oft anderen<br />

vryen steden ende des zullen die lakenen hebben enen zegel, uuytgenomen wit<br />

voederlakenen, strype lakenen ende kersey ende wit lakenen ongeverwet;<br />

item nyemand <strong>van</strong> buyten en sal lakenen moigen vercopen bynnen deser stat dan<br />

des donredaigz voir der noenen opt vreemde huysken ende in de iairmercten;<br />

item ende dat men hetzy <strong>van</strong> lakenen oft <strong>van</strong> enniger ander waren gecoft oft vercoft<br />

buyten lantz, hetzy op Schoenen oft in Pruyssen oft tot Vranckevoirt oft wair<br />

dat zy, egeenen chyns geven en zall indien die comanscap gevallen zy op geen<br />

zyde <strong>van</strong> den Crommen Wyel <strong>van</strong> Werckendam ende voirt totter borch toe <strong>van</strong><br />

Nymmegen ende / op geen zyde <strong>van</strong> Den Graue ende alsoe voirt totter Catten<br />

Ryt ende <strong>van</strong>dair voirt tot Turnoutervoirt toe ende zoe voirt wederomme totten<br />

CrommenWyel toe;<br />

item dat men brede lakenen sal maken <strong>van</strong> Engelscher wollen ende uuytdragender<br />

goeder Kempenscher wollen ende met twee zegelen bezegelen, etc.; <strong>van</strong> welken<br />

poincten die brieven beginnen: `Wii, scepenen, gesworen, rentmeesteren,<br />

dekenen <strong>van</strong> den ambachten', etc. ende zyn begrepen opten blade C I.<br />

Ende teser tyt wairt hertoge Anthonys ruwart <strong>van</strong> Brabant.<br />

Aengaet die gouvernancie hertoige Anthoniis<br />

1403-1404<br />

Ten tyde oeck <strong>van</strong> denselven scepenstoel ende naedien vrouwe Iohanna voirs.<br />

117


fol. 143 r<br />

fol. 143 v<br />

1404-1405<br />

overgegeven hadde ende consenteert der hertoginnen <strong>van</strong> Bourgoindien, hare<br />

nichten, grevinne <strong>van</strong> Vlaenderen, <strong>van</strong> Artoys ende <strong>van</strong> Bourgoindien, moeder<br />

<strong>van</strong> den voirs. hertoige Anthonys <strong>van</strong> Bourgoindien, greve <strong>van</strong> Rethel ende casteleyn<br />

<strong>van</strong> Ryssele, het regiment ende gouvernancie <strong>van</strong> den lande ende hertoichdom<br />

<strong>van</strong> Brabant ende dieselve hertoginne <strong>van</strong> Bourgoindien tvoirs. regiment<br />

voirt bevolen hadde den voirs. hertoge Anthonys, soe heeft dieselver hertoge Anthonys<br />

geloeft ende gesworen dat naedienvrouw Iohannavoirs., zyn moye, zal zyn<br />

comen <strong>van</strong> lyve ter doot, dat hy tvoirs. lant <strong>van</strong> Brabant sal laten gaen tot zynre /<br />

voirs. moeder, die hertoichinne <strong>van</strong> Bourgoindien, als rechte erfgenaem derzelver;<br />

item ende dat hy dlant <strong>van</strong> Brabant houden zall by hoir rechten ende alden<br />

herbrengen; item ende dat hy hem in Brabant houden sal oft in zynre absencien<br />

enen lieutenant oft stathelder dair laten; <strong>van</strong> welken brieven dbeginsel luydt: Ànthonys<br />

<strong>van</strong> Bourgoindien', etc. ende zyn begrepen opten blade C III.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o quarto:Theodericus Berwout, Goeswinus<br />

Steenwech, IacobusTyt, Ghysbertus de Spina, Iohannes ¢liusWolphardi, Iacobus<br />

de Neynsel, Gerardus Bathenzoen.<br />

nu sterff hertoich philips le herdy 1<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoell opten XXII en dach in aprille ster¡ die voirs.<br />

hertoige Philips le Herdii ende wairt begraven tot Digoen in Bourgoindien./<br />

nu wairt hertoich anthonys rouwairt 1<br />

Ten tyde oeck<strong>van</strong> den voirs. scepenstoel denV ten dach in iunio wairt die voirs. hertoich<br />

Anthonys ontfangen voir rouwairt in Brabant.<br />

Aengaet XVIII C cronen, verscoten aen den heer <strong>van</strong> Heynsberch by<br />

deser meyeryen<br />

Ten tyde oeck <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel soe hebben vrouwe Iohanna ende hertoich<br />

Anthonys voirs. den dorpen deser meyeryen, die omme te vervallen die achterstellen<br />

die de heer <strong>van</strong> Heynsberch tachter was <strong>van</strong> zyne iairgulden die hy<br />

hadde opte demaynen <strong>van</strong> Loeuen ende diewelke achterstellen die rentmeester<br />

aldair had latenverlopen, geleent hadden XVIII C croenen, geloeft denzelven dorpen<br />

die te corten ter ierster beden die gegeven sal werden; prout in litteris incipientibus:`Wy,<br />

Iohanne', etc. et comprehensis folio C IIII.<br />

1 In margine nota.<br />

118


fol. 144 r<br />

fol. 144 v<br />

Aengaet VI C peters, verset aen den heer <strong>van</strong> Heynsberch, datse die<br />

rentmeester betalen moet<br />

Ten tyde oeck <strong>van</strong> denselven scepenstoel zoe hebben vrouwe Iohanna ende hertoich<br />

Anthonys voirs. deser stat ende meyeryen gegeven zekere brieven aengaende<br />

den VI C peters die den heer <strong>van</strong> Heynsberch bewyst waren opte<br />

demaynen<strong>van</strong> Loeuen ende nae waren bewyst te he¡en opte demaynen deser stat,<br />

als dat hoir genaden rentmeester deser stat, eer hy zyn ambacht aenverden soude,<br />

altyt ten versuecke / der scepenen deser stat met goeden bourgen geloven zoude<br />

die voirs.VI C peters te betalen, dat deser stat ende meyeryen daira¡ genen commer<br />

en soude comen ter tyt toe hoir genaden die gequeeten hedden; prout in litteris<br />

incipientibus:`Wy, Iohanna'et comprehensis folio C V.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o quinto: Iohannes de Dordrecht, Iordanus<br />

¢lius Arnoldi Tielkini, Theodericus die Lu, Lucas de Erpe, Egidius de Gheel,<br />

Henricus Heym, Iacobus deVladeracken.<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den scepenstoel voirs. opten XXVIII en dach <strong>van</strong> merte soe ster¡ die<br />

voirs. vrouwe Margriet, dochter <strong>van</strong> den voirs. greve Lodewyc <strong>van</strong> Vlaenderen<br />

ende <strong>van</strong> grevinne Margrieten, dochter des voirs. dorden hertoge Ians, suster<br />

<strong>van</strong> vrouwe Iohanna voirs., moeder <strong>van</strong> den voirs. hertoich Anthonys. /<br />

teser tyt sterff vrouwe iohannavoirs.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o sexto: Yewanus Stierken, Theodericus<br />

Roeuer, Iacobus deWyel, Arnoldus Stamelairt deVden, Egidius Coptyten, Iohannes<br />

Heyme, Petrus de Best.<br />

Nu ster¡ vrouw Iohanna<br />

Int beginsel des scepenstoels voirs. opten yersten dach decembris ster¡ die edele<br />

vrouwe Iohanna, naedatse LI iaren had geweest hertoginne, ende waert begraven<br />

te Bruessel totten bruederen <strong>van</strong> Onser-Liever-Vrouwen int choer.<br />

Huldinge hertoich Anthoniis<br />

1406-1407<br />

Hertoge Anthoniis voirs., nae der doot <strong>van</strong> vrouwe Iohanna voirs., in den voirs.<br />

iair opten XVIII en dach decembris wairt ontfangen voir hertoich <strong>van</strong> Brabant<br />

ende tot Loeuen gehuld, dairnae tot Bruessel ende voirt in de andere steden, zoe<br />

gewoentlic was. 1 /<br />

1 Bovendeel <strong>van</strong> een custode zichtbaar.<br />

119


fol. 145 r<br />

fol. 145 v<br />

1406-1407<br />

ten tyde <strong>van</strong> hertoge anthoniis 1<br />

Incoempste hertoge Anthoniis<br />

Ten tyde des voirs. scepenstoels den XVIII en dach decembris int voirs. iair <strong>van</strong><br />

sess soe heeft hertoge Anthonys voirs. in zynre genaden incoempste voir hem, zyne<br />

oire ende nacomelingen den lande <strong>van</strong> Brabant verleent dese naevolgende previlegien,<br />

te wetene:<br />

in den yersten dat hy den goeden luyden ende onderseten <strong>van</strong> den steden, vryheiden<br />

ende dorpen ende lande <strong>van</strong> Brabant zoude zyn een getrouwe heer ende die<br />

handelen met recht nae den rechten <strong>van</strong> den steden ende bancken dair dat behoert;<br />

Die bewaernisse der previlegien<br />

item ende dat men die previlegien ende carthen slants <strong>van</strong> Brabant in goeder hoeden<br />

in onse steden <strong>van</strong> Brabant houden zal, dairaf zyn genaden eenen sloetel, Loeuen<br />

den anderen ende Bruessel den dorden hebben zullen;<br />

Sonder consent slantz en sal men geen oirloge aennemen<br />

item dat hy geen oirloge aennemen sal sonder raet ende consent der steden ende<br />

slants <strong>van</strong> Brabant;<br />

Die raitsluyden in Brabant moeten zyn in Brabant geboren ende geguedt<br />

ende <strong>van</strong> wittigen bedde<br />

item ende dat hy tot zynen gesworen Raide nyemanden en zal neemen, het en zyn<br />

goede luyden bynnen Brabant geboren, <strong>van</strong> / wittigen bedde, bynnen Brabant woenende<br />

ende geguedt ende die huysen ende slooten <strong>van</strong> Ouermaze wael doen bewaren,<br />

etc.;<br />

item ende dat hy die goede luyden slantz <strong>van</strong> Brabant sal houden varende ende<br />

vlietende op horen gerechten toll, etc.;<br />

Men en zal nyemanden buyten Brabant vueren<br />

item ende dat men egeenen ge<strong>van</strong>gen bynnen Brabant buyten Brabant ge<strong>van</strong>gen<br />

vueren sal, etc.;<br />

Van den penningen te slaen<br />

item ende dat hy geen penningen en sal slaen dan by raide ende consent slantz <strong>van</strong><br />

Brabant ende in een vry stat, etc.;<br />

Wye ambacht in Brabant mach vueren<br />

item die <strong>van</strong> geenen getrouwden bedde en is, en sal nummermeer ambacht in Brabant<br />

hebben;<br />

Aengaet den vrede<br />

item alle onsculdige <strong>van</strong> gevechte zullen vrede hebben <strong>van</strong> der uren dat geboert is<br />

totter naester noenen des anderendaigz, etc.;<br />

1 Herhaald tot en met fol. 151 v .<br />

120


fol. 146 r<br />

Die heer en sal nyet soenen sonder die magen<br />

item ende dat hy nyemanden <strong>van</strong> dootslagen dlant sal geven sonder ierste metten<br />

maigen versoent te wesen;<br />

Aengaet den gedagen buyten lantz<br />

item dat die een Brabander den anderen buyten lantz nyet en sal doen gedagen, tenweer<br />

<strong>van</strong> testamenten, huwelixe vorwarden, aelmoessen ende geestelycke gueden,<br />

opte verbuerte <strong>van</strong> ly¡ ende goet;<br />

Dat die steden bannen moegen<br />

item die <strong>van</strong> den steden gebannen zyn ende zullen worden, dat die gebannen zullen<br />

blyven;<br />

item <strong>van</strong> den scaeck omnino ut supra; /<br />

Dat men onmundige kynderen nyet ontscaecken en moet<br />

item die ennich onbeiairt kynt, hetzy knechtken oft meysken, ontscaecten, zal verboeren<br />

zyn lyf ende goet;<br />

Dair die heer wynnen sal, dien moet hy overtuygen<br />

item die <strong>van</strong> dootslaigen oft quetsuren bedragen wordt, wordt hy nyet overtuygt, zal<br />

quyt zyn;<br />

Van pelinge<br />

item dat men enen yegelycken pelinge sal doen gescien;<br />

Van Sinte-<strong>Peter</strong>smannen<br />

item dat men Sinte-<strong>Peter</strong>smannen handelen sall zoe <strong>van</strong> outs gewoentlic is;<br />

1406-1407<br />

Nyemanden buyten te gedagen<br />

item dat ennich leeck persoen zyn sake die hy vonneslic verloren hedde, nyet en sal<br />

moigen opdragen omme buyten lantz yemanden te creyten;<br />

Aengaet het iagen ende hont te houden ende met voegelen vliegen; vry waranden<br />

item dat elckermalck mach honden houden sonder calengieren ende oic iagen hazen,<br />

vossen alle Brabant doer ende oick canynen buyten vryen waranden ende oic<br />

met vogelen vlyegen ende oic iagen alrehant groot wilt, uuytgesceyden in de waranden,<br />

te wetene Zonyen, Mersdal, Zauentroe ende Groetheyst;<br />

Scout <strong>van</strong> hout ende boschen hoirt ten woutrecht<br />

item ende dat men geen scout te woudtrecht oft te boschrecht trecken en sal dan<br />

scoutcomende<strong>van</strong>houtendebosschen;<br />

Van den richteren inWals-Brabant<br />

item dat die baeliuwe ende zyn clercke ende andere richteren inWals-Brabant zullen<br />

wesen geboren Brabanderen;<br />

121


fol. 146 v<br />

fol. 147 r<br />

fol. 147 v<br />

1407-1408<br />

Hier quam Antwerpen weder aen Brabant metten lant <strong>van</strong> Ouermaze 1<br />

item ende dat die stat <strong>van</strong> Antwerpen met der bewysinge dairtoe behorende ende<br />

metten/lande ende slote <strong>van</strong> Ouermaze wederomme vergadert zullen zyn ende blyven<br />

totten anderen steden ende lande <strong>van</strong> Brabant, zoese plegen eerse dairafworden<br />

gesceyden;<br />

Con¢rmacie der voirgaender previlegien<br />

item heeft oick alle previlegien den lande verleent con¢rmeert; prout in litteris incipientibus:<br />

Ànthonys'et comprehensis folio C VI.<br />

Aengaet dat men den drossaet <strong>van</strong> Brabant tot zynen wilcome nyet<br />

geven en zal<br />

Ten tyde oick<strong>van</strong> den voirs. scepenstoel den X ten ianuarii, soe is bynnen deser stat<br />

in presencie des voirs. hertoich Anthonys alsdoen bynnen deser stat gehuld hebbende,<br />

geordineert dat men voirtaen nummermeer geven en zal ennigen drossaten<br />

in Brabant ennigerhant gelt tot zynen wilcome oft in ander voegen; <strong>van</strong><br />

welken ordinancie dbeginsel luydt: `Dit is die raminge ende ordinancie' ende is<br />

begrepen opten blade C XI.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o VII o : Gerardus de Aa, Iohannes de Gemart,<br />

domicellusTheodericus Roeuer, Henricus deVden, /Arnoldus Dicbier, Iohannes<br />

Ioede, Zybertus de Hoculem.<br />

Dat Graue een Brabantz leen is 1<br />

In den voirs. scepenstoel op Sinte-Seuerynsdach tot Empel opten cant <strong>van</strong> der<br />

Mazen uuyt bedwange des voirs. hertoich Anthonys soe ont¢nck hertoich Reynout,<br />

brueder <strong>van</strong> den voirs. hertoichWillem<strong>van</strong> Gelre, nae desselfs hertoichWillems,<br />

zyns brueders, doot, te leene dlant <strong>van</strong> Den Graue <strong>van</strong> den voirs. hertoich<br />

Anthonys ende dede hem aldair oepenbairlic eedt.<br />

Hoe hertoich Lodewyc <strong>van</strong> Orlyens tot Parys doot bleef<br />

Ende corts dairnae int selver iair wairt hertoich Lodewyc <strong>van</strong> Orlyens, brueder<br />

des coninx <strong>van</strong>Vrancryc, verslagen by nacht tot Parys by ennige lyeden hertoige<br />

Ians <strong>van</strong> Bourgoindien, outste brueders hertoichs Anthonys voirs.<br />

Aengaet scepenenbrieven, poirteryen ende Sinte-<strong>Peter</strong>smanscap te<br />

Loeuen ende Bruessele<br />

Ten tyde oeck<strong>van</strong> den voirs. scepenstoel nae altricacie 2 wesende tusschen die steden<br />

<strong>van</strong> Loeuen ende Bruessel ter eenre ende der stat <strong>van</strong> Antwerpen ter andere<br />

zyden, omme der scepenen brieven ende poirteryen der voirs. steden <strong>van</strong> Loeuen<br />

ende Bruessel ende Sinte-<strong>Peter</strong>smansscap / der stat <strong>van</strong> Loeuen, diewelke die<br />

1 In margine nota.<br />

2 Altricatio: woordenstrijd.<br />

122


fol. 148 r<br />

fol. 148 v<br />

voirs. <strong>van</strong> Loeuen ende Bruessel mainteneerden datse sculdich warenvoirtganc te<br />

hebbene doer allet lant <strong>van</strong> Brabant sonder in vryen steden, ende die <strong>van</strong> Antwerpen<br />

dairaf die contrarie sustineerden, etc., soe heeft hertoge Anthonys voirs. onder<br />

zynre genaden brieven, nae besceyde aen allen zyden gehoert, den voirs. <strong>van</strong><br />

Loeuen ende <strong>van</strong> Bruessel hoir scepenenbrieven, poirteryen ende <strong>Peter</strong>smanscappen<br />

gecon¢rmeert, etc.; welke brieven beginnen: Ànthonys', etc. ende zyn begrepen<br />

opten blade C XI.<br />

Dat hertoge Anthonys ierste vrouw ster¡<br />

In den voirs. scepenstoel ende ten tyde desselfs den XII en dach in oecxt ster¡ die<br />

voirs. vrouwe Iohanna, dochter des voirs. herenWalrauens <strong>van</strong> Sint-Pol ende ierste<br />

gesellinne des voirs. hertoge Anthonys.<br />

In desen tyden oeck soe leefden tot Parys twee alte groete doctoren in theologien,<br />

als meester <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> Ailly, die nae wairt bisscop <strong>van</strong> Cameric ende cardinael,<br />

ende meester Ian Gerson, zyn discipel, cancellier <strong>van</strong> der universiteyten <strong>van</strong> Parys.<br />

In dier tyt sach men een vreeselycke comete in de lucht. /<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o VIII o : Gerardus de Berkel, Henricus Dicbier<br />

¢lius Godefridi, Arnoldus Heym, Iohannes de Best, Bartholomeus Spierinc,<br />

Henricus Dicbier, Florencius de Aa.<br />

Van den muermeesters ende straetmeesters<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel soe heeft hertoge Anthonys onder zynre genaden<br />

brieven deser stat geconsenteert, dat die scepenen ende gesworen derzelver<br />

alle iair moegen kyesen twe oft drie personen <strong>van</strong> horen medepoirteren omme<br />

muermeesters ende straetmeesters te wesen, etc.; welke brieven beginnen: Ànthonys',<br />

etc. ende zyn begrepen opten blade C XII.<br />

Con¢rmacie der carthen <strong>van</strong> Roesmalen<br />

1408-1409<br />

Ten tyde oeck <strong>van</strong> denzelven scepenstoel soe heeft hertoge Anthonys die carthe<br />

dye men heyt `die carthe <strong>van</strong> Roesmalen', eertyts deser stat by hertoge Iannen,<br />

den tweesten <strong>van</strong> dien name, hertoge <strong>van</strong> Brabant, etc., in den iair M CCC vy¡<br />

verleent, beginnende / dieselver carthe: `Nos Iohannes, Dei gracia', gecon¢rmeert<br />

ende dairtoe voir hem, zyn oir ende nacomelingen in meerder cleernisse<br />

der voirs. carthen ende omme dese stat in goede staet te houdene derselver verleent<br />

dese naevolgende poincten:<br />

Dat die scepenen ende gesworen alle iair nyew dekenen souden setten<br />

in den yersten dat die scepenen ende gesworen deser stat oft dmeeste deel <strong>van</strong> hen<br />

voirtaen alle iair, wanneer die dekenen afgaen zullen, by den scouthet deser stat op<br />

hoir eeden ander dekenen setten zullen ende by den scouthet doen eyden;<br />

Die dekenen alse afgaen in drie iaren geen dekenen en zullen wesen<br />

ende die dekenen die alsoe geset zullen werden, wanneer zy afgaen in drien iaren<br />

dairnae egeen dekenen wesen en sullen <strong>van</strong> ennigen ambachten bynnen deser stat;<br />

123


fol. 149 r<br />

fol. 149 v<br />

1409-1410<br />

Dat scouthet, scepenen ende gesworen alle dese stat regeren zullen<br />

item ende dat hem nyemand en sal onderweynden bynnen deser stat ennichz regimentz<br />

dan scouthet, scepenen ende gesworen deser stat opte verboren ly¡ ende<br />

goet;<br />

Geen gerucht te maken<br />

item dat nyemand gerucht oft gedringe maken en sal in deser stat, heymelic noch<br />

oepenbaer, tegens die hoichheerlicheit oft tregiment deser stat opte verboren als<br />

voir;<br />

Hoelange die geboden duren<br />

item wat geboden die scouthet deser stat by consent der scepenen ende gesworen<br />

gebieden sal, dat die duren zullen dien scepenstoel;<br />

Dat die dekenen hoirs ambachz bootscap doen zullen by eede ende elck<br />

bysunder<br />

item wanneer die scepenen ende gesworen deser stat die raetsluden ende dekenen<br />

ontbieden, dat zy/dan zullen comen om te horen des zy hen zullen opdoen, dairop<br />

te antwoirden ende oft die dekenen nyet vroet en weren tantwoirdene ende hoir ambachten<br />

begerden te spreken, datse dat zullen moegen doen, ende dat gedaen zal<br />

elck dekenen op synen eedt sunderlinge zyns ambachs boetscap den scepenen ende<br />

gesworen vercundigen sonder anders yemant dat tevorens te verclaren;<br />

Aengaet den commer te vynden<br />

item want dese stat in commer is, dat zy dien commer af mach doen ende zoe wanneer<br />

scepenen ende gesworen deser stat die raitsluden ende dekenen <strong>van</strong> den ambachten<br />

by hen ontbieden omme dien commer af te doen ende versynnen wair<br />

men dien commer ter minster scaden nemen sal, dat zy dat ramen zullen onder<br />

hen gemeyntlic bynnen eenre maent naedat die scepenen ende gesworen dien commer<br />

opgedaen zullen hebben;<br />

Dat die twee ierste leden deser stat moegen sluyten<br />

ende oft zys bynnen der maent nyet eens en worden, dat dan die scepenen, gezworen<br />

ende dmeeste deel der raitsluyden dairop hen tsamentlic beraiden zullen ende accorderen<br />

ende wes zy dairafoverdragen, dat zullen die dekenen sculdich zyn te houdene<br />

ende met hen te volbrengen;<br />

Van den sloetelen der commen<br />

item ende dat totter commen zullen wesen vier sloetelen, dairaf die scepenen den<br />

enen, die gesworen den anderen, die raitsluyden den dorden ende die dekenen /<br />

den vierden zullen hebben; prout in cartha incipiente: Ànthonys', etc. et comprehensa<br />

folio C XIII.<br />

Dicta cartha ut fertur est annichillata seu rupta. 1<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o IX o : Iohannes de Dordrecht, Iacobus de<br />

Neynsel, Egidius de Geel, Nycolaus Scilder,Willelmus Broeder, Henricus Heym,<br />

Goeswinus de Berkel.<br />

1 In margine nota; vertaling: genoemde oorkonde is, naar men zegt, vernietigd.<br />

124


fol. 150 r<br />

fol. 150 v<br />

Van den ingebot 1<br />

Ten tyde <strong>van</strong> desen voirs. scepenstoel soe heeft die voirs. hertoge Anthonys, te wetene<br />

doer die stemme heren Ians <strong>van</strong> Ophem, ridder, ende in presencien des cancelliers<br />

<strong>van</strong> Bourgoindien, heren <strong>Peter</strong>s <strong>van</strong> Campdonc, cancelliers <strong>van</strong> Brabant,<br />

des ionckers <strong>van</strong> Nassou, des ionckers <strong>van</strong> Zeyn, des / heren <strong>van</strong> Wesemael, des<br />

ionckers <strong>van</strong> Monyouwe ende Stevens <strong>van</strong> der Nederalphen, rentmeesters <strong>van</strong><br />

Brabant, endeWouters <strong>van</strong> der Noot, ende oic in iegenwoirdicheit <strong>van</strong> den gedeputeerden<br />

der steden <strong>van</strong> Loeuen, Bruessel, Antwerpen,Thienen, Nyeuele, Lyere<br />

endeVilvoirden, toegeseegt deser stat te houden in horen alden rechten <strong>van</strong> horen<br />

pandingen ende ingebieden, zoese gehadt heeft by tyden vrouwe Iohanne ende<br />

hertoige Ians, etc.; dairaf dbeginsel luydt aldus:`Onse genedige heer', etc. ende is<br />

begrepen opten blade C XVI.<br />

Hertoich Anthonys trouden hier zyn tweeste vrouw<br />

Ten tyde oeck<strong>van</strong> desen voirs. scepenstoel soe trouden die voirs. hertoich Anthonys<br />

die scone Elisabeth, dochter des hertogen <strong>van</strong> Gourliez, beyde der coningen<br />

<strong>van</strong> Hongeren ende <strong>van</strong> Behem brueders, dairaf die brulocht tot Bruessel gehouden<br />

wairt. Ende hertoge Ian <strong>van</strong> Bourgoindien, brueder <strong>van</strong> den voirs. hertoige<br />

Anthonys, ende die greve <strong>van</strong> Cleermont, brueder des hertogen<strong>van</strong> Bourbon, leyden<br />

die bruyt.<br />

Hoe Lutzenborch aen de hertoich <strong>van</strong> Brabant comen is<br />

1410-1411<br />

Hair was te huwelic gegeven dat hertoichdom <strong>van</strong> Lutzenborch ende tgreefscap<br />

<strong>van</strong> Cynni metter voechdyen <strong>van</strong> Elsaten om ewelic ende er£ic te besitten ende<br />

<strong>van</strong> oir tot oir dairinne /te succederen ende dat <strong>van</strong> haren oem, conincWencelyn<br />

<strong>van</strong> Behem, die oic Roemsch Coninc was.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o X o : Yewanus Stierken, Theodericus<br />

Roeuer, Iacobus Coptiten, Iacobus deWyel, Iohannes Heym, Petrus de Best, Leonius<br />

de Erpe.<br />

Hoese gestraft zyn die de pandinge des ingebotz wederspennich zyn<br />

geweest<br />

Ten tyde <strong>van</strong> desen voirs. scepenstoel soe heeft Goessen Moedel <strong>van</strong> der Donck,<br />

die bynnen deser stat gerasteert ende ge<strong>van</strong>gen was, mitsdien hii hem mesgrepen<br />

hadde in der pandinge die aen zynen persoen by den poirtier gedaen was, gezekert<br />

ende geloeft ter beternisse deser stat hondertduysent gebackens steens; prout<br />

in litteris incipientibus:`Ick, Goessen Moedel <strong>van</strong> der Donc', etc. et comprehensis<br />

folio C XVI.<br />

1 In margine nota hic.<br />

125


fol. 151 r<br />

fol. 151 v<br />

fol. 152 r<br />

fol. 152 v<br />

1411-1412<br />

Dat coninc Segemont wairt gecoren Roemsch Coninc<br />

Ten tyde oeck <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel soe ster¡ die Roemsche Coninc Robbrecht<br />

<strong>van</strong> Beyeren / ende doen wairt coninc gecoren Segemont, coninc <strong>van</strong><br />

Hoingeren, brueder des voirs. conincWencelyns <strong>van</strong> Behem <strong>van</strong> svaders wegen.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XI o :domicellus 1 Theodericus Roeuer,<br />

Daniel Roesmont, Iacobus de Vladeracken, Iohannes de Dussen, Gerardus de<br />

Aa, Iohannes Dicbier, Petrus Ioede.<br />

Huldinge hertoich Anthonys int lant <strong>van</strong> Lutsenborch<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den scepenstoel voirs. worden hertoge Anthoniis ende vrouwe Elisabeth<br />

voirs. ontfangen ende gehuld int lant <strong>van</strong> Lutsenborch.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XII o : Henricus Dicbier ¢lius Godefridi, /<br />

Arnoldus Heym, Henricus de Vden, Bartholomeus Spierinc, Henricus Becker,<br />

Willelmus de Aa, Rodolphus Berwout.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XIII o : Gerardus de Berkel, Gerardus Scilder,<br />

Henricus Heym, Gerardus de Aa, Henricus Dicbier, Iohannes Balyart, Gerardus<br />

de Beirck.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XIIII o :Yewanus Styerken, Iacobus Coptiten,<br />

/ Iacobus de Neynsel, Iohannes Heyme, Arnoldus Dicbier, Iohannes de Berkel,<br />

Rodolphus Loniis.<br />

Submissie tusschen heren Henricken <strong>van</strong> der Leck, heer tot Hezewyc,<br />

ter eenre ende Goyarden <strong>van</strong> Brecht ter andere zyden<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel den XXIII ten dach in meye soe hebben heer<br />

Henrick<strong>van</strong> der Leck, ridder, heer <strong>van</strong> Hezewyc, Dynther ende Gestel by Oisterwyck,<br />

ter eenre ende Goyart <strong>van</strong> Brecht, tot Gestel voirs. groetelic geerft wesende,<br />

ter andere zyden hen gesubmitteert <strong>van</strong> horen twisten ende gescillen diese eenwylen<br />

hadden gehadt ter cause <strong>van</strong> warandien, vysscheryen, thienden, erftalen ende<br />

<strong>van</strong> allen anderen saken diese tegens malcanderen hadden, etc., dats te wetene in<br />

twee scepenen <strong>van</strong> Bruessel ende twee scepenen deser stat die de saken in alles<br />

ondertasten ende ondersuecken zouden ende voirts in hoir medevennetten ende<br />

gesellen als in myntlike arbiters omme die gescillen ende twisten voirs. nedergeleegt<br />

te wordene; prout in litteris incipientibus:`Heer Henrick<strong>van</strong> der Leck, ridder',<br />

etc. et comprehensis folio C XVII. /<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XV to : dominus Theodericus Roeuer, miles,<br />

Heymericus Groy,Theodericus Lu, Henricus deWeerthusen, Iacobus Monic,<br />

Geerlacus de Gemart,Willelmus Brant Roeuer, Godefridus de Rode, pro Weerthusen<br />

deposito.<br />

1 In margine.<br />

126


fol. 153 r<br />

fol. 153 v<br />

Van tconsilium te Constans<br />

Omtrent deser tyt was tconsilium te Constans in Almanien geleegt by den voirs.<br />

coninc Segemont, die zeer arbeyden om tscisma neder te leggen dat lange in de<br />

Heilige Kercke had geweest.<br />

teser tyt waert aflivich hertoge anthoniis<br />

Den stryt <strong>van</strong> Blangys, 1 dairinne hertoich Anthonis doot bleef<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel op Sinte-Crispyns ende Crispiniaensdach by<br />

Blangiis geboerden enen zwaeren strydt tusschen den coninc <strong>van</strong>Vrancryc ende<br />

coninc Henric <strong>van</strong> Engelant, in welken strydt metten voirs. coninc <strong>van</strong> Vrancryc<br />

ende aen zyn zyde waren die voirs. hertoge Anthonys ende greve Philips <strong>van</strong><br />

Nyuers, zyn ioncste brueder, die beyde dair doot bleven ende noch vele / grote<br />

edelen uuyt Vrancryc ende uuyt Brabant, dair die Engelsche den stryt wonnen.<br />

Nochtans hadden die Fransoysen X mannen tegen enen Engelschen, mar mits<br />

hore hoverdyen verloren die Fransoysen den stryt, wantse die Engelsche wouden<br />

bevechten alleen metten edelen uuyt Vrancryc, Brabant, etc.<br />

Wair hertoich Anthonys begraven wairt<br />

1416-1417<br />

Hertoge Anthonys voirs. wairt <strong>van</strong>dair doot gebracht terVueren, dair hy wairt begraven<br />

eerlic.<br />

Uuytspraeck tusschen heren Henricken <strong>van</strong> der Leck, heer tot Hezewyc,<br />

ter eenre ende Goyarden <strong>van</strong> Brecht ter andere zyden<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den scepenstoel voirs. den sesten dach <strong>van</strong> merte soe hebben die scepenen<br />

<strong>van</strong> Bruessel ende deser stat sHertogenbosch tusschen den voirs. heren<br />

Henricken <strong>van</strong> der Leck ter eenre ende den voirs. Goyarden <strong>van</strong> Brecht ter andere<br />

zyden aengaende den voirs. horen gescillen ende twisten hoir my<strong>nl</strong>ike uuytsprake<br />

gedaen ende pronuncieert, dairinne Goyart voirs. ten meesten onrecht bevonden<br />

is; prout in litteris incipientibus:`Want heer Henric <strong>van</strong> der Leck, heer <strong>van</strong> Hezewyc',<br />

etc. et comprehensis folio C XVIII.<br />

teser tiit waert die vierde hertoge ian, soen <strong>van</strong> hertoge<br />

anthonys, gehuldt<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XVI o : Sibertus de Hoculem, /Iohannes de<br />

Dussen, Iacobus de Gheel, Reynerus Loden, Marcelius die Lu,Willelmus ¢lius<br />

Willelmi Arnoldi Tielkini, Arnoldus Monic, Heymericus Groy, Godefridus de<br />

Rode.<br />

1 Dit is de slag bij Azincourt.<br />

127


fol. 154 r<br />

fol. 154 v<br />

1417-1418<br />

Dat hertoich Ian, zoen hertoge Anthonys, ontfangen wairt voir hertoch<br />

<strong>van</strong> Brabant; hy was die vierde hertoich Ian<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel ende als die voirs. hertoge Anthonys doot was,<br />

soe wairt die voirs. Ian, zyn outste zoen, die mer XIII iaren doen oudt was, ontfangen<br />

voir hertoge <strong>van</strong> Brabant onder vorwarde dat als hy weer comen tot zynen<br />

XV iaren, dat hy alsdan zynen eedt zoude vernyewen, zoe hy oeck dede.<br />

Dat ennige die uuyt deser stat waren gebannen, dairaf quytgescouwen<br />

zyn<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel opten XXIX en dach <strong>van</strong> aprille soe heeft die<br />

voirs. hertoge Ian, zoen hertoge Anthonys, zekere personen die gebannen waren<br />

uuyt deser stat, ten bevele des voirs. hertoge Anthonys, zyns vaders, quytgescouwen<br />

<strong>van</strong> denselven banne ende die wedergegeven dlant ende te moigen comen tot<br />

horen gueden, aengesien dat dese stat genen banne en heeft, etc.; prout in litteris<br />

incipientibus: `Ian, by der gracien Goids', etc. et comprehensis opten blade C<br />

XXV. /<br />

Int iair ons Heren doe men scree¡ M CCCC XVII bynnen der octaven <strong>van</strong> Sinte-<br />

Remeys soe worden scepenen gezett bynnen deser stat <strong>van</strong> sheren wegen ende by<br />

den onderscouthet tot dier tyt Goeswyn Moedel <strong>van</strong> der Donc geeydt: 1 Iacob <strong>van</strong><br />

Vladeracken, Roelo¡ Berwout, Henrick Dicbier, Ian die Lu, Dirck <strong>van</strong> Haestrecht,<br />

Ian Hoernken.<br />

Dat die gesworen enen nyewen scepenen hebben geset<br />

Ende mits dat bynnen derselver octaven die seven scepenen nyet volsett en waren<br />

ende dairaf een scepenen gebrac geset ende geeydt te werdene by den scoutheten<br />

<strong>van</strong> sheren wegen, soe waert <strong>Peter</strong> Steenwech des anderendaigs nae der octaven<br />

voirs. scepenen in derselver stat gezett by den gesworen die int naest voirleden iair<br />

scepenen waren, te wetene Sybrechten <strong>van</strong> Hoculem, Iannen <strong>van</strong> der Dussen, Iacoppen<br />

<strong>van</strong> Gheel, Reyneren Loden, Marcelissen die Lu, etc. ende by deser stat<br />

gesworen knaep Gerarden Coenraetz geeydt nae begrip <strong>van</strong> enen previlegie deser<br />

stat <strong>van</strong> vrouwe Iohanna verleent int iair M CCC LXXXVII. /<br />

ten tyde <strong>van</strong> den vierden hertoge ian, soen <strong>van</strong> hertoge<br />

anthoniis 2<br />

Die voirgenoempde hertoich Willem <strong>van</strong> Beyeren, greve <strong>van</strong> Henegouwe, <strong>van</strong><br />

Hollant, Zeelant, etc., wyens brueder was heer Ian, hertoich <strong>van</strong> Beyeren, elect<br />

<strong>van</strong> Ludick, dairomme vele bloetstortinge gesciet is, hadde by der voirs. vrouwe<br />

Margrieten, dochter des voirs. Philips le Herdy ende suster des voirs. hertoge An-<br />

1 In margine nota.<br />

2 Herhaald tot en met fol. 166 r .<br />

128


fol. 155 r<br />

fol. 155 v<br />

thonys, zynre gesellinnen, een dochter die Iacob hyet, die seer schoen was ende<br />

had gehadt den Dolphyn <strong>van</strong>Vrancryc, die sonder oir ster¡.<br />

Nu ster¡ hertoichWillem <strong>van</strong> Beyeren<br />

Hii hertoich Willem ster¡ int voirs. iair opten heiligen Pinxtdach. Hy begeerden<br />

in zynen uuytersten dat men die voirs. Iacob, zyn dochter, geven zoude te wive den<br />

voirs. hertoich Iannen <strong>van</strong> Brabant, zoen <strong>van</strong> hertoge Anthonys voirs., nyettegenstaende<br />

datse waren brueder- ende susterkynderen. Ende als hertoich Willem<br />

voirs. was overleeden, trac die voirs. hertoich Ian, zoen hertoich Anthonys voirs.,<br />

met schoenen staet tot Mechelen ende voirt tot Ghent, dair hy met den voirs. hertoich<br />

Iannen <strong>van</strong> Bourgoindien, zynen oem, sprack om ten huwelic te crigene die<br />

voirs. vrou Iacob, zyn nichte.<br />

Hoe hertoich Ian, zoen hertoich Anthonys, ende vrouwe Iacob in huwelic<br />

vergaderden<br />

Ende dairnae wairt thuwelic gesloten tot Biervliet, dair die voirs. hertoich Ian,<br />

zoen hertoge /Anthonys, quam met greve Philips <strong>van</strong> Chairlois, zynen neve, zoen<br />

des voirs. hertoge Ians <strong>van</strong> Bourgoindien, zyns oems. Ende dairnae opten XXII en<br />

dach novembris int voirs. iair M CCCC XVII paeus Marten, die alsdoen int consilie<br />

<strong>van</strong> Constans paeus gemaect was ende die andere paeusen afgeset waren,<br />

dispenseerden opt huwelic tusschen denselven hertoge Iannen ende vrouwe Iacoppen,<br />

die suster- ende bruederkynderen waren.<br />

DitwasdievierdehertogeIan<br />

1418-1419<br />

Ende hertoige Ian besliepse in Den Hage int slot aldair, dair vrou Margriet, moeder<br />

<strong>van</strong> vrouwe Iacoppen, oic was, ende voirt wairt hy aldair in Hollant, Zeelant<br />

ende Henegouw gehuld ende voir heer ontfangen ende vrouw Iacob wert weder in<br />

Brabant ontfangen ende zyleefden tsamen eendrechtelic een wyle tyts met groeter<br />

vroeghden ende genuechten, dwelc lacy naederhant by quaden oirsteeckers omgestootenwairt,<br />

alsoe datse tottwedrachticheit quamen ten groetenverder¡enisse<br />

der landen ende vele bloetstortinge, zoe nae blycken sal.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XVIII o : Theodericus de Meerhem, dominus<br />

Willelmus de Ghent, miles, / Hubertus de Gemart,Theodericus die Roeuer,<br />

Lucas de Erpe ¢lius Geerlaci, Theodericus die Lu ¢lius Theoderici, Iohannes<br />

Loenman, Gerardus Monic, pro Roeuer defuncto.<br />

In isto scabinatu in profesto Petri et Pauli apostolorum fuit magnum incendium<br />

in isto opido. 1<br />

1<br />

Vertaling: in dit schepenjaar was op de dag voor Sint-Pieter en Sint-Paul (= 28 juni) een<br />

grote brand in deze stad.<br />

129


fol. 156 r<br />

fol. 156 v<br />

1418-1419<br />

Hoe zeker gescil in deser stat wesende nedergeleegt is byde <strong>van</strong><br />

Bruessel ende Antwerpen<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel zoe was bynnen deser stat tusschen die ingesetenen<br />

derselver ende ennige ingesetenen deser meyeryen oneendrechticheit, ongunste,<br />

rancoir, wrympinge, discort ende gescille dairaf datse hen hebben<br />

submitteert in de steden <strong>van</strong> Loeuen, Bruessel ende Antwerpen, die dat voirts gestelt<br />

hebben by raide ende weten der scepenen deser stat, te wetene Dircken die<br />

Lu, Huberden <strong>van</strong> Gemart, Heymeric Groy, Henrick Dicbier Goyartss., Bartholomeeussen<br />

Spierinc ende <strong>Peter</strong>en <strong>van</strong> Best, om alle becroen ende beclagen ter<br />

eenre ende ter andere zyden te ondersuecken. Ende dairnae hebben die voirs.<br />

<strong>van</strong> Bruessel ende <strong>van</strong> Antwerpen in den name <strong>van</strong> hen ende voirs. <strong>van</strong> Loeuen<br />

geseegt die voirs. <strong>van</strong> Den Bosch ende die dair aen cleven moegen versuent te wesen,<br />

etc.; prout in litteris incipientibus: `In den iair Ons Heren duysent vierhondert<br />

ende achtiene', etc. et comprehensis folio C XXVI. /<br />

Uuytspraeck gedaen tusschen heren Henricken <strong>van</strong> der Leck ende<br />

heer Willemen <strong>van</strong> Ghent<br />

Ten tyde oeck <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel soe hebben die <strong>van</strong> Bruessel ende <strong>van</strong><br />

Antwerpen een uuytspraeck gedaen tusschen heren Henricken <strong>van</strong> der Leck,<br />

heer tot Hezewyc, ter eenre ende herenWillemen <strong>van</strong> Ghent, heer tot Meerwyc,<br />

ter andere zyden, aengaende den gescille tusschen hen wesende ten ocsuyne <strong>van</strong><br />

zekere toeseggen dat heer Willem voirs. den voirs. heren Henricken toegeseegt<br />

soude hebben, dat hii ten Bosch geen regiment noch ambacht en soude, ten weer<br />

by raide heren Henricx voirs., etc.; prout in litteris incipientibus: `Wy, commoingemeesteren,<br />

scepenen', etc. et comprehensis folio C XXVIII.<br />

tVercriich <strong>van</strong> der vryheit des tols <strong>van</strong> Hollant ende Zeelant; Hollantschen<br />

tol<br />

Ten tyde oick <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel soe hebben die voirs. hertoge Ian ende<br />

vrouw Iacob <strong>van</strong> Beyeren als optenV ten dach in februario int iair M CCCCXVIII<br />

deser stat verleent voir hen, hoiroiren, erven ende nacomelingen greven ende grevinnen<br />

<strong>van</strong> Hollant ende Zeelant, dat hoir poirteren die nu zyn oft naemaels wesen<br />

zullen <strong>van</strong> desen dage voirtaen op allen steden bynnen Hollant ende Zeelant<br />

te water ende te lant met horen gueden, pennewarden ende comanscappen vry<br />

varen ende keeren zullen <strong>van</strong> allen tollen ende ongelde ende daira¡ ongehouden<br />

ende ongelast zyn ende blyven tot ewigen daigen, /hetzy op hoers selfs bodem oft<br />

op vreemde bodemen;<br />

Wye ende hoe men den tol gebruycken sal ende vry varen sal<br />

alsoe wie poirter wordt bynnen deser stat dat die een iair lanc oft meer dair poirter<br />

zal zyn geweest eer hyder verleningenvoirs. gebruycken sal, behoudelycken dien dat<br />

die poirteren deser stat oft hoer zekere boden by horen gueden, penwairden ende<br />

comansscappen wesende, aencomen zullen ende sculdich zyn aen te comen ten tolsteden<br />

dair dat gewoentlic is, om oirlof te heysschen voirby te varen aen de tolneren<br />

aldair, die sculdich zullen zyn hen sonder vertreck oirlof te geven voirby te varen<br />

130


fol. 157 r<br />

fol. 157 v<br />

1418-1419<br />

ende oft dair vertreck in vyele <strong>van</strong> oirlof te gecrigene, zoe zullen zy moegen voirtvaren<br />

sonder mesdoen;<br />

weert oick sake dat zy den tolneren nyet en vonden als zy dus aencomen weren,<br />

wanneer zy die tolneren kuntlic gesocht hedden, zoe zullen zy oirlo¡ heysschen<br />

tot hore woenstat aen degeen die daer zyn ende nyet vorder ende dairmede voirtvaren,<br />

gelyc voirs.;<br />

ende zullen die poirteren deser stat oft hen boden ten versueck <strong>van</strong> den tolneren<br />

met horen eeden sculdich zyn te houden dat die gueden poirters gueden zyn <strong>van</strong><br />

Den Bosch ende nyemanden anders oft men hen des met horen simpelen woerden<br />

nyet geloeven en woude;<br />

ende gevyelt dat men vonde dat zy ander gueden geladen hedden dan die henzelven<br />

toebehoirden, daira¡ sal die heer zyn recht hebben, ende oft dair ander gueden<br />

in weren ende zy dat nyet en seyden ende dairmede verby vuren onvertolt, /<br />

zoe sullen allen die gueden die zy geladen hedden, alsoe wael hoer gueden als andere<br />

verboert zyn; ende diegeen die de gueden verby vuerde ende den toll oft ongelde<br />

onsteecken, die zullen dat sculdich zyn te beteren tegens den heer in der<br />

maten als dair toebehoert; prout in cartha incipiente: `Ian, by der gracien Goids<br />

hertoge', etc. ende begrepen opten blade C XXIX. Ende by de voirs. verleninge<br />

zyn by geweest die ioncker <strong>van</strong> Gaisbeeck, die heer <strong>van</strong> Dyest, die ioncker <strong>van</strong><br />

Monyoyen, die heer <strong>van</strong> Rotselaer, die heer <strong>van</strong> Zeuenbergen, Arnt <strong>van</strong> Zeuenbergen,<br />

zyn brueder, endeWillem <strong>van</strong> den Berge.<br />

Van II M croenen die dese stat tanderen den vierden hertoich Iannen<br />

had geleent<br />

Noch ten tyde <strong>van</strong> den voirscr. scepenstoel soe heeft die voirs. hertoge Ian, als optenV<br />

ten dach <strong>van</strong> februario voirs., <strong>van</strong> deser stat by handen Ians de Boc, zynre genaden<br />

clerc ende rentmeesters <strong>van</strong> allen zynen ¢nancien, die somme <strong>van</strong> II M<br />

gulden cronenVrancrycx die dese stat zynen genaden gedaen hadde <strong>van</strong> zekeren<br />

lyfttochtrenten diese voir zyn genaden had vercoft ende dairvoir hy deser stat onderpant<br />

had geset die gruyte ende zyn demaynen bynnen deser stat ende meyeryen,<br />

etc.; prout in litteris incipientibus: `Ian, by der gracien Goids', etc. et<br />

comprehensis folio C XXXI. /<br />

Dat die vryheit <strong>van</strong> den tollen Hollant, Zeelant zyn gecoft met IX M<br />

cronen; <strong>van</strong> den Hollantschen tol<br />

Ten tyde oeck<strong>van</strong> den voirs. scepenstoel opten vierden dach in merte soe heeft die<br />

voirs. hertoge Ian die Vierde <strong>van</strong> deser stat gekent ontfangen te hebbene die<br />

somme <strong>van</strong> IX M Vrancrycsche croenen ter cause der verleninge der previlegie<br />

ende vryheiden <strong>van</strong> tolvry te varen in Hollant ende Zeelant te water ende te lande<br />

ende oic ten ocsuyne <strong>van</strong> zekeren anderen previlegien deser stat by hem verleent;<br />

prout in litteris incipientibus:`Ian, by der gracien Goids', etc. et comprehensis folio<br />

C XXXI.<br />

131


fol. 158 r<br />

fol. 158 v<br />

1418-1419<br />

Hoe men behaudt zal doen opte verbornde brieven<br />

Oeck ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel den vierden dach in augusto soe heeft die<br />

voirs. hertoge Ian, die vierde <strong>van</strong> dien name, naedien dese stat zynen genaden te<br />

kennen had gegeven dat in den brant die doen had geweest bynnen deser stat die<br />

poirteren derselver groten scade hadden gehadt ende dat hoir scepenenbrieven<br />

weren verbornt etc., geconsenteert zoe wye <strong>van</strong> den poirteren ende ingesetenen<br />

deser stat zyn erfbrieven in den voirs. brant verloren hedde, dat hy ly£ic sal ten<br />

heiligen zweren dat zyn brieve in den brant verbornt zyn oft verloren ende dat<br />

hy om dairtoe weder te comen hulpe suect sonder argelist, dairnae sal dieselve<br />

persoen zyn behaudt doen met zynen eede wat brieve hy verloren heeft, wair zy<br />

gemaect waren, <strong>van</strong> wat erfrenten oft pacht, / <strong>van</strong> hoe vele, wair ende wyen dat<br />

men dien chyns plach te gelden ende met wat brieven ende geloeften ende wes<br />

hem te gronde dairaf cundich is;<br />

Hoe ende by wyen den eedt opt behaudt gesterct sal werden<br />

ende dan zullen ten minsten twe goede wittige mans onbescaempt <strong>van</strong> mesdaden,<br />

stentich <strong>van</strong> horen iaren, met hem ten heiligen zweren dat zynen eedt goet, gerechtich<br />

ende onmeynedich is; ende waert sake dat die persoen, man of wyf, dien aldus<br />

zyn brieve verbrant oft verloren weren ennich besceydt hedden <strong>van</strong> transscripten<br />

daira¡, het weer vidimus, instrument, prothocol oft ander vermanisse met ennigen<br />

anderen brieven dairmede men bevuelen mucht dat dien persoen zyns behauts te<br />

bat weer te geloeven, soe zullen die scepenen ende gesworen ten tyde wesende die<br />

eede moigen sachten ende verlichten, indien dat die persoen <strong>van</strong> alsulker kennissen<br />

ende werden weer, dat men hem bilicx soude kennen ende aensien ende hy nochtan<br />

ten heiligen hielde dat hy tot zynen behoude te doen als voirs. is nyemand en cunde<br />

gecrigen ende in all dierselver formen sal elck zyn behaudt doen <strong>van</strong> zynre scout;<br />

Dat men dbehaudt cundigen sal 1<br />

ende dit behaut aldus gedaen cundigen in der kercken in der stat <strong>van</strong> Den Bosch<br />

ende andere prochiekercken dair die erven, onderpanden ende pachten gelegen drie<br />

sondaigen achtereen sonder middelt volgende; ende eest sake dat die persoen met<br />

recht nyet en wordt wedersproken bynnen iaers nae die vercundinge, zoe sal hy dairinne<br />

berusten ter besceydenheit der scouthet ende scepenen nae gelegentheit der saken;<br />

/<br />

Hoe lange men behaudt mach doen<br />

ende zullen die behauden moeten gescien bynnen <strong>van</strong> Sinte-Remeysdage naestcomende<br />

over een iaer ende nae dier tyt en sal men nyemand ontfaen zyn behaudt te<br />

doen;<br />

Hoe men uuytroepinge mach doen doen <strong>van</strong> erven, chynsen, pachten die<br />

yemand gecoft heeft, dat men dairop geen wairscap en mach zuecken 1<br />

item zoe wye voirtaen erve, erfrenten oft erfpacht coept oft vercrygt, dat men ten<br />

versueck des coepers bynnen iaers zal moegen gedagen enen yegelycken int gemeyn<br />

1 In margine nota.<br />

132


fol. 159 r<br />

fol. 159 v<br />

1419-1420<br />

met enen geruft voir der stathuys <strong>van</strong> Den Bosch twee vrydaigen achtereen volgende<br />

ende nyet vorder, indien dat die erven oftonderpanden<strong>van</strong> dien chynsen oft pachten<br />

bynnen der vryheit <strong>van</strong> Den Bosch geleigen zyn; zyn zy dair buyten gelegen, zoe sal<br />

men nochtans cundigen als voirs. is ende dairtoe twe sondaigen dairnaest volgende<br />

in der prochiekerken dair die erven oft onderpanden gelegen zyn ende dan sal men<br />

seggen wie dat gecoft oft vercoft zullen hebben ende met wat commer ende hoevele<br />

dat meer opte onderpanden gaet boven die voirs. chynsen ende pachten; ende eest<br />

sake dat die coeper dairnae iaer ende dach berust in den voirs. erven, chynsen oft<br />

pachten onbecalengieert met daigen ende met daiges recht voir scouthet ende scepenen<br />

dair dat behoert, soe sal die coeper dairinne er£ic berusten sonder meer<br />

commers uuyten erven te gelden ende sal die coeper zynen chyns ende pacht er£ic<br />

behouden onbelast, al worden dairop naemaels ander geloeften bevonden nae den<br />

voirs. tyde; ende dat sal men moigen doen tot drie tyden siaers, te weten ten tween<br />

ierstenvrydaigen nae Alreheiligendach ende ten tween ierstenvrydaige nae Beloken<br />

Paeschen ende ten tween iersten / vrydaige nae Darthiendaige;<br />

Aengaet den onmundigen ende die buyten lantz zyn<br />

item zoe wie bynnen iaers coempt ende die pachten oft chynsen calengieren wil,<br />

dien sal men dach setten te spreken met recht in deser stat, behoudelic oft yemand<br />

onder zyn iaren weer oft buyten lantz, dat die bynnen iaers naedat hy comen weer<br />

tot zynen iaren oft bynnen lantz, sall moegen calengieren, gelyc voirs. is;<br />

Dat men alleen <strong>van</strong> drie iaren manen sal, ten weer met aensprake in recht<br />

gesocht<br />

item dat men iairrenten, chynsen oft pachten nyet en sal moigen manen vorder dan<br />

<strong>van</strong> drie iaren, het en weer dat hy dat ter vorens in den recht met aenspraken gesocht<br />

hedde;<br />

Dat den Vuchterendyc ende voirts by tgasthuys goet buyten Pickepoirt<br />

bynnen der vryheit deser stat zyn<br />

item ende dat diegheen die woenen buyten die Pickepoirt, te weten optenVuchterendyck<br />

voirt tot Hessels Smolners hostat toe, aengaende des gasthuys goet totter leger<br />

straten toe aen de Maet liggende, wesen ende blyven sullen bynnen der vryheit deser<br />

stat, alsoe dat diegeen die dair bynnen woenen met deser stat te scote ende te lote<br />

staen zullen; prout in cartha incipiente: `Ian, by der gracien Goids' ende comprehensa<br />

folio C XXXI. Die heren dairby wesende zyn geweest die ionckeren <strong>van</strong><br />

Gaesbeeck, <strong>van</strong>Weesmalen, <strong>van</strong> Monyoyen ende die heer <strong>van</strong> Assche. /<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XIX o : dominus Theodericus Roeuer, miles,<br />

Hesselo de Drongelen, Godefridus Berwout, Henricus <strong>van</strong> den Borchacker,<br />

Godefridus de Zeelst, Iohannes Berwout, Iohannes die Lu ¢lius Ade, Nycolaus<br />

Hels, pro Hesselone defuncto.<br />

Hoe hertoge Ian <strong>van</strong> Bourgoindien doot blee¡ te Monstruel opt slot<br />

inVrancryc<br />

In den voirs. iair <strong>van</strong> XIX in septembri wairt die voirscreven hertoge Ian <strong>van</strong><br />

Bourgoingien, zoen <strong>van</strong> den voirs. hertoge Philips, geheyten Le Herdy, brueder<br />

133


fol. 160 r<br />

fol. 160 v<br />

1419-1420<br />

<strong>van</strong> den voirs. hertoich Anthonys ende vader <strong>van</strong> hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien<br />

die doen hyet greve Philips <strong>van</strong> Chairloys, te Monstruel inVrancryc dootgeslagen,<br />

dwelc aldus by quam. Naedat coninc Henrick <strong>van</strong> Engelant in<br />

Normandien comen was, zoe wairt tusschen heren Kaerle, den Dolphyn <strong>van</strong><br />

Vrancryc, ende den voirs. hertoge Ian <strong>van</strong> Bourgoindien een heymelic verbont<br />

<strong>van</strong> vrienscappen gemaect ende bezegelt. Dairnae wairt die Dolphyn die noch<br />

ionc was <strong>van</strong> omtrent XIIII iaren, gebrocht tot Monstruel, / te wetene <strong>van</strong> heer<br />

Tanneghy du Chastel, prevoost <strong>van</strong> Parys, ende den viconte <strong>van</strong> Narbone, die<br />

huysgesin waren <strong>van</strong> den hertoich <strong>van</strong> Oirlyens, des Dolphyns oem, die te Parys<br />

dootgeslagen was, die hertoge Ianne zeer haetten. Soe was hertoge Ian voirs. <strong>van</strong><br />

des Dolphyns wegen ontboden by hem te comen om te tracteren hoe men den coninc<br />

<strong>van</strong> Engelant wederstaen zoude die dmeestedeel <strong>van</strong> Normandien gecregen<br />

hadde ende lachvoir die stat <strong>van</strong> Ruaen. Ende hertoge Ian, betrouwende opt voirs.<br />

verbont, trac opt slot te Monstruel met cleynder macht. Ende als hy dair bynnen<br />

was, wairt die brug opgetogen ende in der presencien des Dolphyns comende zoe<br />

dede hy hem reverencie zoe dat behoirde. Ende hem wairt gevraegt met scerpen<br />

woerden wairom dat hy dEngelsche nyet wederstaen en hedde, etc. Ende terstont<br />

wairt hydair dootgeslagen<strong>van</strong> dengenen die dair byden Dolphyn waren. Die heer<br />

<strong>van</strong> Sinte-George uuyt Bourgoindien vyel opten selven hertoge ende wairt aen<br />

dootgeslagen.<br />

Hoe hertoich Philips <strong>van</strong> Bourgoindien verbont maecten metten coninc<br />

<strong>van</strong> Engelant om te wreeken die doot des voirs. hertoich Ians,<br />

zyns vaders<br />

Hieraf wairt naemaels grote wrake gedaen <strong>van</strong> den voirs. hertoge Philips <strong>van</strong><br />

Bourgoindien, zynen zoen, die doe ionc was, ende maecte verbont metten voirs.<br />

coninc Henric <strong>van</strong> Engelant. Ende hy bracht dairtoe dat coninc Henric creech te<br />

wive vrouw Katherynen, die ioncste dochter des conincx <strong>van</strong>Vrancryc, Kaerls die<br />

Seste. /<br />

Hoe Normandien aen Engelant comen is<br />

Ende dese coninc Kaerle wairt dairtoe gebracht dat hy coninc Henric <strong>van</strong> Engelant<br />

met zynre dochter gaf te huwelic dat hertoichdom <strong>van</strong> Normandien ende hy<br />

ont¢nc dat te leen <strong>van</strong> den voirs. coninc Kaerle <strong>van</strong>Vrancryc. Oeckwaest vorwart<br />

oft coninc Henric <strong>van</strong> Engelant ma<strong>nl</strong>ic oir creech <strong>van</strong> vrouw Katherynen, zoe<br />

zoude dat oir die croen <strong>van</strong>Vrancryc besitten nae des voirs. conincx <strong>van</strong>Vrancryc<br />

doot ende die Dolphyn zoude dan daira¡ beroeft zyn. Mar die Dolphyn en woude<br />

dat <strong>van</strong> geenre werden houden, seggende dat in zyns vaders macht nyet en was<br />

hem te onterven.<br />

Hoe coninc Henric <strong>van</strong> Engelant ende hertoich Philips <strong>van</strong> Bourgoindien<br />

inVrancryc met oirloge vele landen incregen<br />

Soe datoirlogen mennich iair durende opresen sonderlinge nae die doot des voirs.<br />

conincx <strong>van</strong>Vrancryc, want die Dolphyn hem pynden dat ryc aen te verden tegens<br />

134


fol. 161 r<br />

fol. 161 v<br />

1419-1420<br />

den voirs. coninc Henric, die hem te Parys coninc dede croonen, ende tegens den<br />

voirs. hertoich Philips <strong>van</strong> Bourgoindien als met hem verbonden, zoe datse<br />

dmeeste deel <strong>van</strong> der croonen cregen, als Pickardien, Normandien, Gascoingien,<br />

dlant omtrent Parys, die Champaingnie ende meer andere landen <strong>van</strong> Vrancryc<br />

zeer destrueerden. Mar die hertoichdommen <strong>van</strong> Oirlyens, <strong>van</strong> Berry, <strong>van</strong> Tourayen,<br />

<strong>van</strong> Bourbon ende meer andere en creegen zy nyet, noch oic dat Dolphinaet.<br />

1<br />

Hoe heer Ian <strong>van</strong> Beyeren verteech opt bisdom <strong>van</strong> Luydick ende<br />

trouwden een wy¡<br />

Omtrent oeck deser tyt als die voirseyde heer Ian <strong>van</strong> Beyeren, brueder des voirs.<br />

hertoich Willems <strong>van</strong> Beyeren, langen tyt elect <strong>van</strong> Luydic geweest hadde, verteech<br />

/ hy op zyn kercke ende bisdomme <strong>van</strong> Ludick in handen <strong>van</strong> den voirs.<br />

paeus Marten int voirs. consilie <strong>van</strong> Constans ende trouwden by dispensacien<br />

desselfs paeus die voirs. vrouwe Elisabeth, hertoginne <strong>van</strong> Lutzenborch, wedue<br />

<strong>van</strong> den voirs. hertoich Anthonys, nyettegenstaende dat hy subdiaken was ende<br />

oic dat hy hair gevader was. Ende dairnae wer¡ die voirs. heer Ian <strong>van</strong> Beyeren<br />

aen den voirs. Roemschen Coninc Segemont, dat hy hem die landen <strong>van</strong> Henegouwe,<br />

Hollant ende Zeelant gegeven heeft, want hertoich Willem, zyn brueder,<br />

sonder ma<strong>nl</strong>ic oir gestorven weer. Ende dairnae creech heer Ian voirs. inne geweltlic<br />

zekere steden in Hollant ende inhyelsche geweltlic zoelange hy leefden,<br />

mar nae creechsche weder die voirs. hertoge Ian.<br />

Hoe een maigt, geheiten Iohanna, gecomen uut Loraynen, den coninc<br />

<strong>van</strong>Vrancryck bystant dede<br />

Hier is oick te wetene dat als die voirs. coninck Henric <strong>van</strong> Engelant ende hertoge<br />

Philips <strong>van</strong> Bourgoindien oirloighden tegens den voirs. Dolphyn die nae coninc<br />

wairt <strong>van</strong>Vrancryc, dat zeer lange duerden, wael XVII iaren. Ende zy hadden biinae<br />

den coninc <strong>van</strong>Vrancryc zoe verdreven, dat hy hem nyewers te velde verweren<br />

en conste. Mar mits eenre maigt ende hare hulpen zoe creech die voirs. coninc <strong>van</strong><br />

Vrancryc weder vele lantz op die Engelsche ende Bourgoenioene, welcke maigt<br />

hyet Iohanna ende was vrome doende vele fayten <strong>van</strong> wapenen. Ende zii / was comen<br />

uuyt Loraynen, seggende datse die engel Goids totten coninc gesonden<br />

hadde tot enen teken dat Got des lantz ontfermen wilde ende verlossen <strong>van</strong> zynen<br />

vyanden. Mair hy voirseide hair dat ziier om soude sterven moeten, dwelc alsoe<br />

geboerde, want ten eynde waertse <strong>van</strong> den Bourgoenioenen ge<strong>van</strong>gen in een<br />

1 Dooranderehand laterin marginetoegevoegd: ind eynd<strong>van</strong> desen oerloech soe waert tusschen<br />

hertoech Philips <strong>van</strong> Burghungien ende den coninck<strong>van</strong>Vranckryck een contrackt<br />

ghemaecktom te soenen den doot <strong>van</strong> hertoech Ian, syns vaders, hoe dattet hertoechdom<br />

voirscr. <strong>van</strong> Burghungyen soude succederen moeghen op vrouwpersoenen o¡ op manspersoenen<br />

dye welck nae der rechterlyneen souden spruyten ende koomen uut dye lynden<br />

<strong>van</strong> den voerscr. hertoch Philips <strong>van</strong> Burghunghien, nyetteghenstaende dye ghemeyn<br />

usantyen ende lanthrechten <strong>van</strong> den coninckryck<strong>van</strong>Vranckryck; <strong>van</strong> welcken contrackt<br />

my seet dat dye bryeven daera¡ syn in secrete bewaringh <strong>van</strong> onsen ghenadighen coninck<br />

ende prins, etc.<br />

135


fol. 162 r<br />

fol. 162 v<br />

1420-1421<br />

sprinckreyse. Ende want vele lieden seggen wouden dat hair dingen tru¡erie waren,<br />

soe waertse <strong>van</strong>vele doctoren in der gotheit te Beauuays geexamineertop vele<br />

articulen daerse alsoe kerstelic ende tamelic op antwoerde, dat mense nyet begripen<br />

en conste. Nyettemin zy wairt vercoft den Engelschen diese uuyt wraken verbranden.<br />

Dattet dycrecht alleen staet ten vonnisse der heemraders<br />

Ten tyde <strong>van</strong> denvoirs. scepenstoel denvyften dach in februario soe heeft die voirs.<br />

hertoich Ian, die vierde <strong>van</strong> dien name, in eenre carthen aengaende den dyckrecht<br />

tot Empel ende al omme opter Mazen, daira¡ die poirteren deser stat wouden<br />

sustineren dat mense als geprevilegieerde nergent en zoude moigen verwynnen<br />

dan voir scouthet ende scepenen deser stat ende egeenssyns metten vonnisse der<br />

heemraders, verclairt dattet dycrecht nyet en behoirt tot deser statrecht oft ter manisse<br />

oft vonnisse <strong>van</strong> scouthet ende scepenen deser stat, mar aenruert zynrer genaden<br />

hoicheit ende heerlicheit, gelyc die leenen, vroenten, gemeynten, etc. die in<br />

allen previlegien uuytgesceyden werden ende dat men alsoe tselver dycrecht /<br />

hanteren ende regeren sal opte dycken by den dyckgreven ende den gezwoeren<br />

heemraders ende by nyemanden anders; prout in cartha incipiente: `Ian, by der<br />

gracien Goids', etc. et comprehensa folio C XXXIIII.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XX o : Zibertus de Hoculem, Godefridus de<br />

Rode,Wolterus Colen de Oirle, Nycolaus Loenman, Godefridus Smeeds, Godefridus<br />

de Dommelen, Iohannes <strong>van</strong> der Haghen.<br />

Drielenders<br />

Ten tyde <strong>van</strong> denvoirs. scepenstoel dede die voirs. hertoich Ian, die vierde <strong>van</strong> dien<br />

name, tot Bruessel munten penningen die drielanders hyeten, als geconsenteert<br />

<strong>van</strong> drie landen, te weten Brabant, Henegouwe ende Hollant.<br />

Teser tyt was vrouw Iacob tegens hertoich Iannen, haren heer, twistich<br />

Omtrent oick deser stat 1 mitsdien die voirs. hertoge Ian, die vyerde <strong>van</strong> dien name,<br />

zoe scadelycke dyenars by hem hadde, die zyn eer noch zynre / landen waelvaren<br />

nyet en besorchden, mar lyeten hem zyn goeden vercopen ende belasten<br />

dairaf die penningen tot zynen oirbaer nyet en worden bekeert ende zy maecten<br />

oic twist ende discort tusschen den voirs. hertoich Iannen ende zyn edelen; ende<br />

oic die sake waren dat vrouw Iacob voirs., zyn geselinne, <strong>van</strong> den voirs. hertoich<br />

Iannen gesceyden was, soe hebben die gedeputeerde <strong>van</strong> den steden <strong>van</strong> Brabant<br />

sich versaempt tot Cortenberch, daerse zekere accoirt maecten tusschen den<br />

voirs. hertoich Iannen ende zynen edelen ende dair gebandt worden sommige<br />

des voirs. hertoge dyenars in Cypers te trecken.<br />

1 Aldus hs., lees tyt of scepenstoel.<br />

136


fol. 163 r<br />

fol. 163 v<br />

1423-1424<br />

Teser tyt wairt greve Philips <strong>van</strong> Sint-Poul, brueder <strong>van</strong> den voirs.<br />

hertoich Iannen, gemaect ruwart <strong>van</strong> Brabant, Henegouwe<br />

Ende dairnae wairt die voirs. greve Philips <strong>van</strong> Sint-Poul, brueder des voirs. hertoich<br />

Ians, <strong>van</strong> desen lande ontboeden ende wairt by consent <strong>van</strong> denselven hertoich<br />

Iannen, zynen brueder, gemaect ruwart <strong>van</strong> den lande. Hy maecten weder<br />

den pays tusschen den voirs. hertoich Iannen ende vrouwe Iacoppen ende vrouwe<br />

Margrieten, hare moeder, welcken pays nyet lange en duerden, alst hiernae blyct.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XXI o : Henricus Dicbier ¢lius Godefridi,<br />

Henricus Heyme, / Willelmus Brant Roeuer,Theodericus de Haestrecht, Henricus<br />

Steenwech, Iohannes die Roeuer, ArnoldusWolphardi.<br />

Hoe vrouwe Iacob in Engelant toech ende dede hertoich Iannen, haren<br />

man, te Romen dagen<br />

Ten tyde <strong>van</strong> desen scepenstoel den VI sten dach in merte soe trac vrouwe Iacob<br />

voirs. op hairs selfs hant uuyt Henegouwe in Engelant ende dair wesende seynden<br />

zy int ho¡ <strong>van</strong> Romen te kennen gevende dat tusschen hair ende hertoich Iannen<br />

geen wittige huwelic en wair, soe dat paeus Marten die sake committeerde twee<br />

cardinalen die den voirs. hertoige Iannen te Romen deden dach besceyden, dair<br />

hertoich Ian by raide der landen<strong>van</strong> Brabant ende Henegouwe procureurs stelden<br />

om zyn sake verantwoirden.<br />

Hoe vrouw Iacob hair verselden metten hertoich <strong>van</strong> Glocestre,<br />

brueder des conincx <strong>van</strong> Engelant<br />

Dwelcke vrouw Iacob syende en verbeyden zii nyet tvonnesse der Heiliger Kercken,<br />

mar verselden hair metten hertoge <strong>van</strong> Gloucestre, brueder des conincx<br />

<strong>van</strong> Engelant, waira¡ den lande naemaels groeten scade quam, dwelcke die coninc<br />

<strong>van</strong> Engelant ende die voirs. hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien gerne belet<br />

hedden, wantse hertoge Iannen zoe verre hadden gebracht dat hy hem der voirs.<br />

saken soude hebben submitteert, mar die voirs. vrouw Iacob ende die hertoge /<br />

<strong>van</strong> Gloucestre en woudens nyet doen.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XXII o : Gerardus Scilder,Theodericus die<br />

Lu, Henricus Dicbier, Iohannes de Berkel, Reynerus Loden, Iohannes Loenman,<br />

Goeswinus Moedel <strong>van</strong> der Donck.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XXIII o : Theodericus de Meerhem, Petrus<br />

Ioede, Iacobus Monic, Marcelius die Lu, Nycolaus Hels, Daniel Roesmont, Iohannes<br />

Monix.<br />

Bynnen der octaven <strong>van</strong> Sinte-Remeys worden <strong>van</strong> sheren wegen ende by den onderscouthet<br />

geeydt Dirc <strong>van</strong> Meerhem, Iacob Monic ende Marcelis die Lu hier<br />

genoempt. Ende mits dat bynnen derselver octaven dieVII scepenen nyet volzet<br />

en waren, soe worden <strong>Peter</strong> Ioede, Claes Hels, Danel Roesmont ende Ian Monix<br />

des anderendaigs nae der octaven scepenen geset by den voirs. Geritden Scilder<br />

cum suis als gezworen ende geeydt by deser stat knaep Ian Oedenzoen nae heysche<br />

eens previlegie gegeven by vrou Iohanna anno M CCC LXXXVII. /<br />

137


fol. 164 r<br />

fol. 164 v<br />

fol. 165 r<br />

1424-1425<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XXIIII o : dominus Willelmus de Ghent,<br />

miles, Iacobus de Wyel, Nycolaus Loenman, Arnoldus Roeuer, Ghysbertus<br />

Roeuer, Godescalcus Roesmont,Willelmus Reeuwe.<br />

Hoe die hertoich <strong>van</strong> Gloucestre et vrouw Iacop innamen Henegouwe<br />

ende stercten Breyne<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel quam die voirs. hertoich <strong>van</strong> Gloucestre met<br />

vrouwe Iacoppen voirs. uuyt Engelant wael met V M perden ende namen inne Henegouwe<br />

ende voirt stercten zy die stat <strong>van</strong> Breyne. Als dit gedaen wairt was die<br />

voirs. hertoge Ian, die vierde <strong>van</strong> dien name, man <strong>van</strong> vrouwe Iacoppen voirs., in<br />

Hollant ende Zeelant ende nam weder inne die steden in Hollant ende Zeelant<br />

nae dode heren Ians <strong>van</strong> Beyeren, die deselve geweltlic by synen leven ingehouden<br />

hadde.<br />

Dat Breyne wairt gewonnen<br />

Ende die voirs. greve Philips <strong>van</strong> Sint-Pol, brueder <strong>van</strong> hertoich Iannen voirs.,<br />

wesende ruwart <strong>van</strong> den landenvoirs., vergaderden die Brabanders in groot getal,<br />

dair die voirs. Philips <strong>van</strong> Bourgoindien biiscicten een groete mennichte <strong>van</strong>volck<br />

te perde / ende te voete met drie capiteynen, als den heer <strong>van</strong> Croy, den heer <strong>van</strong><br />

Lyleadam ende heren Andries <strong>van</strong> Belly, ende toegen tsamenvoir Breyn datse cregen<br />

als opten XI ten dach merte int iair voirs. ende wairt in den gront verbrant.<br />

Ende als die stat <strong>van</strong> Breyn aldus gewonnen ende dairmede gedaen was ende die<br />

tydinge quam all Henegouwe doer, vele steden aldair, als Valencyn ende andere,<br />

quamen te genaden ende iaechden uuyt die Engelsche die <strong>van</strong> den voirs. hertoge<br />

<strong>van</strong> Gloucestre dairinne geleegt waren.<br />

Van den banne Willems Steuens <strong>van</strong> Engelen<br />

Ten tyde oeck <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel den XII ten dach merte wairt uuyt deser<br />

stat gebannen vy¡ iarenWillem Steuenss. <strong>van</strong> Engelen, geloevende nummermeer<br />

te doen tegens onsen genedigen heer, deser stat, meyeryen ende ondersaten;<br />

prout in litteris incipientibus:`Willem Steuens <strong>van</strong> Engelen'et comprehensis folio<br />

CXXXV.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XXV to : Godefridus de Rode, Iohannes<br />

Dicbier de Myerle, Bartholdus die Lu, / Rodolphus de Haestrecht, Iacobus<br />

Groye, Iohannes de Berse, Arnoldus de Bladel, Henricus Dicbier ¢lius Godefridi,<br />

pro dicto Haestrecht defuncto, Godefridus die Lu, pro dicto Bartholdo defuncto.<br />

Beleech <strong>van</strong> der stat <strong>van</strong> Bergen in Henegouwe<br />

Ten tyde <strong>van</strong> denvoirs. iair in den meye beleeghden die voirs. hertoge Ian met gro-<br />

138


fol. 165 v<br />

ter macht die stat <strong>van</strong> Bergen in Henegouwe, dair vrouw Iacob voirs. inne was.<br />

Ende aldus liggende voir Bergen wairt hertoich Ianvoirs. ontboden <strong>van</strong> den voirs.<br />

hertoich Philips <strong>van</strong> Bourgoindien, zynen neve, by hem te comen in de stat <strong>van</strong><br />

Duway, dair hy toech, latende zyn heir voir Bergen liggen, ende vrouw Iacob<br />

voirs. sant dair oic ennige <strong>van</strong> haren vrienden.<br />

dOpgeven <strong>van</strong> Bergen in handen hertoich Ians<br />

Dair, nae vele communicatie gehouden, wairt gesloten dat vrouw Iacob voirs. die<br />

stat <strong>van</strong> Bergen in handen <strong>van</strong> den voirs. hertoich Iannen geven soude ende woenen<br />

int lant <strong>van</strong> Bourgoindien in ennige steden aldair totdat tvonnes <strong>van</strong> den huwelic<br />

tusschen hair ende hertoich Iannen int ho¡ <strong>van</strong> Romen gewesen zoude zyn<br />

oft totter tyt toe dattet process zoude zyn voleyndt by de doot <strong>van</strong> ennich <strong>van</strong> hen<br />

beyden.<br />

Hoe vrouw Iacop onderhouden zoude werden<br />

1425-1426<br />

Ende zy zoude hebben een redelycke somme gelts iairlix <strong>van</strong> den landen <strong>van</strong> Henegouwe,<br />

Hollant ende Zeelant om haren staet te houdene. Ende hertoich Ian<br />

zoude restitueert zyn totten lant <strong>van</strong> Henegouwe als dat enen lantsheer toebehoirden.<br />

/ Item ende dat alsoe gesloten wesende trac hertoge Ian voirs. <strong>van</strong> Duway<br />

weder in zyn heir voir Bergen ende dair blee¡ hy totdat vrouw Iacob uuyt Bergen<br />

quam in de handen der gedeputeerden des voirs. hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien<br />

ende uuytcomende bat zy zeer te moigen blyven in ennige steden in Brabant,<br />

dwelc hair nyet en mocht geboren. Sy wairt gevuert tot Ghent daerse nae haren<br />

staet onderhouden wairt. Ende alsoe nam hertoge Ian possessie <strong>van</strong> der stat <strong>van</strong><br />

Bergen.<br />

Hoe hertoich Philips <strong>van</strong> Bourgoindien ruwart wert <strong>van</strong> Hollant<br />

ende Zeelant<br />

Ende in de maent <strong>van</strong> iulio dairnae die voirscr. hertoge Ian, aenmerckende dat hy<br />

in persoen allen zyn landen nyet wel en soude cunnen regeren, wairt hy beraiden<br />

ende ga¡ den voirs. hertoghe Philips <strong>van</strong> Bourgoindien, zynen neve, tregiment<br />

<strong>van</strong> Hollant ende Zeelant ende daira¡ wairden brieven gemaect ende bezegelt.<br />

Hoe vrouw Iacob heymelic vertrocken is uuyt Ghent ende gecomen<br />

tot Scoenhouen<br />

Nae desen als vrouw Iacob een wyle tyts geweest had tot Ghent, zoe is zy heymelic<br />

dairuuyt vertrocken ende gecomen tot Schoenhouen in Hollant, dair die voirs.<br />

hertoich <strong>van</strong> Gloucestre, als hem dat vercundicht was, gesonden heeft vele Engelschen<br />

om dlant aldair inne te nemen.<br />

139


fol. 166 r<br />

fol. 166 v<br />

1426-1427<br />

Van der stryt die hertoich Philips <strong>van</strong> Bourgoindien als ruwart in<br />

Hollant, etc. hadde tegens dEngelsche dien hy wan<br />

Die voirs. hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien is dairtegens gecomen met groeter<br />

macht ende ten laetsten, als int voirs. iair XXVden XIII en dach / in de loumaent,<br />

quamt te Brouwershauene in Zelanttot enen strydt dair die hertoge <strong>van</strong> Bourgoindien<br />

voirs. den strydt wan, alsoe datter bleven doot meer dan III M Engelsche die<br />

uuytgesocht waren voir die bloeme <strong>van</strong> den besten volcke <strong>van</strong> wapenen ende aertschyers.<br />

Uuytspraeck by de cardinalen gedaen opten huwelic tusschen hertoich<br />

Iannen ende vrouw Iacoppen<br />

In deselve maent hebben die cardinalen <strong>van</strong>Vrsine ende <strong>van</strong>Venegien, die richters<br />

waren <strong>van</strong> der saken des voirs. huwelix tusschen hertoge Iannen ende vrouw<br />

Iacoppen, by overdrage <strong>van</strong> den anderen cardinalen by eenre uuytspraken gewesen,<br />

als dat vrouw Iacob onbehoirlic was gesceyden <strong>van</strong> hertoich Ians geselscap.<br />

Ende hoewael datse mits desen bilcx den voirs. hertoich Iannen gerestitueert<br />

zoude zyn, zoe ordineerden zy nochtans om redenen datse totten uuyterlycken<br />

vonnesse <strong>van</strong> der principael der saken bewairt ende gehouden zoude werden op<br />

haren cost by den hertoich <strong>van</strong> Sauoyen, die den voirs. hertoige Iannen ende hair<br />

bestont <strong>van</strong> maescappen ten dorden leede ende <strong>van</strong> zwagersscappen ten tweesten<br />

leede, mar evenwael blee¡ zy tot Scoenhouen. Ende als die voirs. hertoich<br />

<strong>van</strong> Gloucestre verstaen hadde die uuytspraeck, toech hy zyn herte <strong>van</strong> vrouw<br />

Iacoppen voirs.<br />

Teser tyt quam die universiteyt yerst tot Loeuen<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirscr. scepenstoel die voirs. hertoge Ian, uuyt mynnen die hy<br />

hadde totter / Heyliger Kercken ende totter clercgyen, heeft vercregen <strong>van</strong> den<br />

voirs. paeus Marten die geprevilegieerde scole ende universiteyt <strong>van</strong> Loeuen ende<br />

hy dede ontbieden vele doctoren ende meesters die hii stipendieren dede <strong>van</strong> der<br />

stat <strong>van</strong> Loeuen ende die hoir ierste lesse aldair begonsten opten iersten dach <strong>van</strong><br />

novembri int voirs. iair XXV.<br />

teser tyt sterff die voirs. vierde hertoge ian<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XXVI to : Iacobus deVladeracken, Zibertus<br />

de Hoculem, Iohannes Balyart, Reynerus Loden,Theodericus die Lu, Godefridus<br />

de Dommelen, Arnoldus Monix ¢lius Ghiselberti.<br />

Dat die <strong>van</strong> Noereborch tolvry zyn in Brabant<br />

In den voirs. iair XXVI denV ten dach in iunio scree¡ die stat <strong>van</strong> Loeuen aen dese<br />

stat ter instancien <strong>van</strong> zekere coepluyden <strong>van</strong> Noerenborch die hier voir toll aengesproken<br />

waren, daira¡ datse screven datse vrii weren mits dat zy onsen genedi-<br />

140


fol. 167 r<br />

fol. 167 v<br />

gen heer iairlix scencken een zwert, een paer hantschoene ende een roede; prout<br />

in litteris beginnende:`Lieve geminde vriende'et comprehensis folioV C XV. /<br />

Terminacien<br />

Ten tyde oick <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel op Sinte-Crispyn ende Crispiniaensdachworden<br />

IanWautgers <strong>van</strong> Helmont endeWillem Mostels mits horen mesdaden<br />

getermineert deser stat te geven XXV M steens ende zy geloefden tegens<br />

deser statrechten nyet te doene; prout folio CCCC LXIII.Ten tyden oic <strong>van</strong> denselven<br />

scepenstoel opten XXIX en dach ianuarii wairt Arnt <strong>van</strong> Goch getermineert<br />

nummermeer in wynhuys oft bierhuys bynnen deser stat te drincken oft<br />

messen te dragen met oirden op ewelic deser stat beroeft te wesen; prout folio C<br />

XXXV.<br />

Dat in Brabant om sheren scult nyet en sal werden arresteert deen onderseten<br />

in des anders stede oft iurisdictie<br />

Ten tyde oick <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel den XXVIII en dach merte soe is by den<br />

steden Loeuen, Bruessel, Antwerpen, sHertogenbosch, Thienen, Leeuwen,<br />

Nyeuele, Herentals, Lyere, Bergen opten Zoem, Vilvoerden ende Steenbergen<br />

overdragen omme mynne ende vruntscap in Brabant te houden dat egeen <strong>van</strong><br />

den steden, vryheiden oft dorpen des lantz <strong>van</strong> Brabant en zullen gedoegen dat<br />

omme scout die onse genedige heer oft zyn voirvaderen gemaect muchten hebben,<br />

des anders ondersaten bynnen zynre stat oft zynre iurisdictien arresteert<br />

werden, etc.; prout folio CCCC LXII.<br />

Nu ster¡ die vierde hertoich Ian, zoen hertoge Anthoniis<br />

1427-1428<br />

Ten tyde oic <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel optenWitten Donredach, den XVII en dach<br />

<strong>van</strong> april ster¡ die voirs. hertoich Ian, die vierde <strong>van</strong> dien name, in den ouder <strong>van</strong><br />

XXIIII iaren /ende wairt begraven terVueren. Hy had hertoich geweest tusschen<br />

el¡ ende XII iaren langh.<br />

die ierste hertoge philips, zoen <strong>van</strong> hertoich anthoniis,<br />

waert teser tiit gehuldt<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XXVII o : Henricus deVden, Bartholomeus<br />

Spierinc, Henricus Heyme, Marcelius die Lu, Iohannes Monix, Gerardus die<br />

Wael ¢lius Ghiselberti, Godefridus de Drueten, Ghysbertus Roesmont, pro Henrico<br />

Heym defuncto.<br />

Nae die doot <strong>van</strong> denvoirs. hertoich Iannen, denvierden<strong>van</strong> dien name, soe es die<br />

voirs. greve Philips <strong>van</strong> Sint-Pol ende Lyney, zyn brueder, oeck zoen<strong>van</strong> denvoirs.<br />

hertoich Anthonys, die naeste erfgenaem geweest totten lande <strong>van</strong> Brabant.<br />

141


fol. 168 r<br />

fol. 168 v<br />

fol. 169 r<br />

1427-1428<br />

Dat greve Philips <strong>van</strong> Sint-Pol, zoen hertoich Anthonys, wairt voer<br />

hertoich gehuldt in Brabant<br />

Dieselver greve Philips wairt int voirs. iaer XXVII in Brabant voir hertoich gehuldt,<br />

ierst tot Loeuen, dairnae te Bruessel ende voirts in de andere steden. /<br />

Die voirs. Philips, alsnu wesende hertoge <strong>van</strong> Brabant, stelden zyn raetcamer<br />

ende Raet in Brabant. Hy maecten meester Iannen Bont, doctoir in beyden rechten,<br />

zynen cancellier. Hem wairt <strong>van</strong> den Staiten slantz <strong>van</strong> Brabant een grote<br />

bede geconsenteert omme dairmede te lossen sekere heerlicheiden die becummert<br />

waren. Hy stelden totten ontfanck<strong>van</strong> dien twee <strong>van</strong> zynen edelen ende twee<br />

bourgeren uuyten steden die dairinne getrouw waren, och oft noch alsoe geboerden.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XVIII o : Iacobus de Wyel, Petrus de Best,<br />

Gerardus de Beirck, Iohannes Loenman, Arnoldus Wolphardi, Iohannes de Erpe,<br />

Godefridus de Erpe.<br />

Tempore istius scabinatus facta est unio camere secretariorum. 1 /<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XXIX o : Henricus Dicbier ¢lius Godefridi,<br />

Gerardus de Aa, Godefridus Roesmont, Iohannes de Berse, Henricus Stierken,<br />

Arnoldus Roeuer de Porta, Symon de Gheel.<br />

die voirs. ierste hertoich philips, zoen <strong>van</strong> hertoich anthonys,<br />

sterff teser tyt in den oixt anno xxx<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XXX o : Willelmus de Aa, Rodolphus Lonys,<br />

Godefridus de Rode, Reynerus Loden,Theodericus die Lu, Iohannes de Erpe<br />

¢lius Iohannis, Gerardus Balyart.<br />

Van den huwelic hertoge Philips <strong>van</strong> Brabant<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel was tracteert een huwelic tusschen den voirs.<br />

hertoge Philips, zoen hertoge Anthonys, ter eenre ende vrouweYolente, dochter<br />

conyncx Lodewycx <strong>van</strong> Cecilien /ende hertoige <strong>van</strong> Anyouwen.<br />

Nu ster¡ hertoge Philips, zoen hertoge Anthonys<br />

Mar eer die voirs. zyn bruyt dairomme zyn heren uuyt waren quam, ster¡ hii, te<br />

wetene opten vierden dach <strong>van</strong> oext int voirs. iair <strong>van</strong> XXX, naedat hy drie iaren<br />

ende drie maenden hertoge had geweest.<br />

Hoe hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoingien aen Brabant quam<br />

In der voirs. tyt, als die voirs. hertoge Philips <strong>van</strong> Brabant a£ivich wairt, soe lach<br />

hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoengien, zoen hertoge Ians <strong>van</strong> Bourgoengien, metten<br />

Engelschen voir die stat <strong>van</strong> Compyengien inVrancryc. Ende als hy, hertoge Phi-<br />

1 Vertaling: in dit schepenjaar is een vereniging <strong>van</strong> de kamer <strong>van</strong> secretarissen gemaakt.<br />

142


fol. 169 v<br />

fol. 170 r<br />

lips <strong>van</strong> Bourgoengien, vernomen hadde die doot <strong>van</strong> den voirs. hertoge Philips<br />

<strong>van</strong> Brabant, zyns neve, quam hy terstont neder tot Loeuen opte borcht dair des<br />

voirs. hertoige Philips <strong>van</strong> Brabant lichaem noch onbegraven lach ende dair die<br />

Staten <strong>van</strong> Brabant ende <strong>van</strong> Ouermaze vergadert waren. Ende dair quam oic<br />

vrouwe Margriet, dochter wylen des voirs. hertoige Philips, geheiten le Herdy,<br />

suster <strong>van</strong> den voirs. hertoige Iannen ende hertoge Anthonys <strong>van</strong> Bourgoingien,<br />

wedue des voirs. wylen hertogeWillems <strong>van</strong> Beyeren, greve <strong>van</strong> Henegouwe, Hollant,<br />

Zeelant, etc. als hy leefden, ende moeder <strong>van</strong> vrou Iacoppen voirs., seggende<br />

dat lant <strong>van</strong> Brabant op hair als naestlevende oir verstorven weer, oic gemerct dat<br />

tshertoichdom<strong>van</strong> Brabanttanderen dycwylen comen weeropvrouwenpersonen.<br />

Op dander zyde seeghden hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoengien voirs. want vrouwe<br />

Iohanna, die / hertoichinne, een er¡vrouwe was <strong>van</strong> Brabant, zoe waren die landen<br />

<strong>van</strong> Brabant, <strong>van</strong> Lymborch ende <strong>van</strong> Ouermaze nae hare doot verstorven<br />

opten voirs. hertoich Iannen <strong>van</strong> Bourgoingien, zynen vader, ende dieselver hertoich<br />

Ian, zyn vader, ga¡ die over den voirs. hertoge Anthonysen, zynen brueder,<br />

onder vorwarde, zoe wanneer dat zyns gebrake oft dat zyn oir sonder ma<strong>nl</strong>ic geboerte<br />

storve, dat dan die landen weder gaen souden tot des voirs. hertoge Ians<br />

<strong>van</strong> Bourgoingien geboerte; daira¡ bezegelde brieven gemaect weren by consent<br />

des conincx <strong>van</strong>Vrancryc, des voirs. hertoge Philips le Herdy ende vrouwe Iohanne,<br />

zynre moyen, dairaf hy thoenden vidimus auctentiic. Ende want dan die voirs.<br />

hertoge Anthonys ende beyde zyn zoenen, by namen Ian ende Philips, a£ivich<br />

weren sonder wittige geboerte after te latene, zoe weer hy die naeste.Welke redene<br />

gehoert ende gewegen wesende <strong>van</strong> den Staiten der landen voirs., hebben dieselve<br />

Staiten eendrechtelic overdragen denvoirs. hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoingienvoir<br />

horen prince tontfangen.<br />

teser tyt den vyften dach octobris int iair xxx waert<br />

gehuldt die tweeste hertoich philips, wesende hertoich<br />

philips <strong>van</strong> bourgoindien<br />

Dat hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien gehuldt wairt voir hertoich<br />

<strong>van</strong> Brabant<br />

Ende alzoe es die voirscr. hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien den vyften dach octobris<br />

sdonredaigs int voirs. iair <strong>van</strong> XXX tot Loeuen gehuldt voir hertoich <strong>van</strong><br />

Brabant. /<br />

Die begrae¡enisse <strong>van</strong> hertoge Philips <strong>van</strong> Brabant<br />

1430-1431<br />

Ende des saterdaigz dairnae vuerde men tdoode lichaem <strong>van</strong> den voirs. hertoige<br />

Philips <strong>van</strong> Brabant, zynen neve, terVueren dairt eerlic begraven wairt. Ende des<br />

sondaigs dairnae wairt die voirs. hertoige Philips <strong>van</strong> Bourgoindien gehuldt te<br />

Bruessel ende dairnae voirt in de andere steden. Hii was die meeste ende mechtichste<br />

heer die Brabant in meer dan CCCC iaren gehadt hadde. 1 Hii was hertoich<br />

1 In margine nota.<br />

143


fol. 170 v<br />

fol. 171 r<br />

1430-1431<br />

<strong>van</strong> Bourgoindien, <strong>van</strong> Lothryc, <strong>van</strong> Brabant, <strong>van</strong> Lymborch ende naemaels<br />

creech hy by coep thertoichdom <strong>van</strong> Lutzenborch. Item hy was greve <strong>van</strong>Vlaenderen,<br />

<strong>van</strong> Artoys, <strong>van</strong> Bourgoindien, <strong>van</strong> Henegouwe, <strong>van</strong> Hollant, Zeelant ende<br />

Namen, mercgreve des Heilichs Rycx, heer <strong>van</strong>Vrieslant, <strong>van</strong> Salins ende <strong>van</strong> Mechelen.<br />

Siin yerste vrouwe was dueghdelic, geheiten Mechtelt, dochter des sesten<br />

conincx Kaerls <strong>van</strong> Vrancryc; siin ander vrouwe was die wedue <strong>van</strong> den voirs.<br />

greve Philips <strong>van</strong> Nyuerss, zoen des voirs. hertoge Philips, geheiten le Herdy, zyns<br />

oeme, ende dochter des voirs. greve <strong>van</strong> Eu; <strong>van</strong> welcken twee vrouwen die voirs.<br />

hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien geen oir en hadde. /<br />

ten tyde <strong>van</strong> den tweesten hertoich philips, wesende<br />

hertoge philips <strong>van</strong> bourgoindien 1<br />

Ende nae die doot <strong>van</strong> den voirs. twe vrouwen soe trouwden als in den voirs. iair<br />

XXIX die voirs. hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien vrouweYsabelen, dochter des<br />

coninx <strong>van</strong> Poirtegael, dairaen hii wan drie zoenen, by namen: Anthoniis, Ioest,<br />

die beyde ionck storven, Kaerle, die was greve <strong>van</strong> Chairloys ende nae hertoich<br />

<strong>van</strong> Brabant.<br />

Incoempste hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien voirs., wesende die<br />

tweeste <strong>van</strong> dien name, hertoge <strong>van</strong> Brabant /<br />

In den voirs. iair <strong>van</strong> XXX den vyften dach in octobri, soe heeft die voirs. hertoghe<br />

Philips <strong>van</strong> Bourgoindien, hertoge <strong>van</strong> Lothryc, <strong>van</strong> Brabant, etc., in zynre<br />

incoempste den lande <strong>van</strong> Brabant et andere, etc. voir hem, zyne oire ende nacomelingen<br />

dese naevolgende previlegien verleent, te wetene:<br />

Dat dlant <strong>van</strong> Brabant met vonniss ende recht zal werden gehandelt<br />

in den iersten goet, gerecht ende getrouwe heer te zyn ende allen prelaten, goidshusen,<br />

baenroetsen, edelen ende onderseten <strong>van</strong> den steden, vryheiden ende lande <strong>van</strong><br />

Brabant ende <strong>van</strong> Ouermaze geloeft te handelen in allen saken met vonnissen ende<br />

recht nae den rechten <strong>van</strong> den steden ende bancken dair dat behoert;<br />

Dat die scouthet tgenecht mar eens uuytsetten en mach<br />

ende dat die richteren hoer genechten zullen moeten houden sonder middel <strong>van</strong><br />

uuytset, behoudelic dat zy hoer genechten <strong>van</strong> der heerlicheit wegen eens zullen<br />

moigen uuytsetten ende nyet meer;<br />

Die bewaernisse der previlegien ende carthen<br />

item dat die previlegien ende carthen slants <strong>van</strong> Brabant bewairt zullen werden<br />

tAntwerpen ende daira¡ zullen wesen drie sloetelen, den enen voir zyn genaden,<br />

den anderen tot Loeuen ende den dorden tot Bruessel;<br />

1 Herhaald tot en met fol. 228 r , waarbij de tweede vermelding <strong>van</strong> Philips soms achterwege<br />

blijft; op fol. 186 v een iets andere formulering: ten tyde <strong>van</strong> hertoich Philips den tweesten,<br />

wesende hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien.<br />

144


fol. 171 v<br />

fol. 172 r<br />

1430-1431<br />

Van oirlogen aen te nemen<br />

item egeen oirlogen aen te nemen noch ennich verbont te maken metyemanden, ten<br />

zy by raide, wille ende consente der steden ende slants <strong>van</strong> Brabant;<br />

Van der wapenen ende <strong>van</strong> den zegel<br />

item dat zyn genaden zullen aennemen den tytel ende wapenen <strong>van</strong> Lothryc ende<br />

<strong>van</strong> Brabant, <strong>van</strong> Lymborch ende mercgreve des Heilichs Rycx ende dairnae enen<br />

zegel doen maken ende steecken, die altyt in Brabant zal moeten blyven; /<br />

Van den cancellier ende raitslieden in Brabant<br />

item dat in Brabant zullen wesen zeven werdige mannen, daira¡ deen zal wesen cancellier<br />

oft zegeler, geboren in Brabant, drie talen te wetene Latyn, Walsch ende<br />

Duytsch kennende, ende die vier daira¡ geboren, woenende ende geguedt in Brabant<br />

oft baenroetstammen hebbende ende die andere twee zullen wesen zulck als<br />

zynen genaden genuegen zal, konnende die Duytsche tale;<br />

Hoe die cancellier ende secretaris hen zullen reguleren<br />

ende dat alle diegeen die voirtaen in Brabant raidt, segeler ende secretaris zyn zullen,<br />

eer zy hoir o¤cie aenverden, sullen geloven nummermeer dairby noch over te<br />

comen brieve te tekenen oft te bezegelen dair ennige landen, steden, sloten, renthen<br />

oft herlichedenverset, vercoft, vervreempt, bezwart, ewech gegeven oft quytgescouwen<br />

werden, tenzy by consente der drie Staten slants <strong>van</strong> Brabant op gecorrigeert te<br />

werdene;<br />

Dat men geen broeken en zal quytscelden noch giften geven, tenzy by raide<br />

item ende dat hy geen broeken oft foirfayten quyt en sal geven noch o¤ciers setten<br />

noch ontsetten noch dienste noch groete giften geven, tenzy by raide <strong>van</strong> den Raide<br />

<strong>van</strong> Brabant oft tenminsten <strong>van</strong> vieren <strong>van</strong> hen die in den brieven getekent zullen<br />

moeten werden;<br />

Wie in den Raet <strong>van</strong> Brabant moegen wesen<br />

item dat nyemand in den Raide <strong>van</strong> Brabant en sal wesen, zii en zyn in Brabant geboren<br />

<strong>van</strong> wittigen bedde ende aldair woenende ende geguedt, oft die baenroetstammen<br />

aldair besitten, uuytgenomen die voirs. twe dair voer gewach af gemaect<br />

is;<br />

Dat dlant <strong>van</strong> Lymborch aen Brabant blyven sal<br />

item ende dat dlant <strong>van</strong> Lymborch aen Brabant blyven sal ende daira¡ nyet gesceyden<br />

werden; /<br />

Van Den Graue ende Oyen<br />

item ende dat hii tot Brabant versamenen zal Graue ende Oyen met horen toebehoirten<br />

die dairaf vervreempt zyn;<br />

Van den lande <strong>van</strong> Ouermaze<br />

ende insgelycx dlant ende die sloeten <strong>van</strong> Ouermaze aen Brabant brengen sal ende<br />

sonder sceyden dairaen doen blyven ende tselver nyet te belasten, mar met Brabanderen<br />

besetten, etc.;<br />

145


fol. 172 v<br />

1430-1431<br />

Hoe een yegelic ten tollen passeren mach<br />

item dat die ondersaten der steden ende lande <strong>van</strong> Brabant ende <strong>van</strong> Ouermaze in<br />

Hollant, Zeelant ende in allen anderen landen zullen varen moigen op horen rechten<br />

toll, zoese <strong>van</strong> outs geplogen hebben ende dat dat letsel ten Hellegate ende Ausbruggen<br />

afgedaen sal wesen;<br />

Van den tol tot Calloe<br />

item ende dat den toll tot Calloe a¡wesen zoude, etc.;<br />

Van den toll <strong>van</strong> Hollant, Zeelant<br />

item dat hii deser stat ende horen poirteren con¢rmeren zall hoer brieven diese hebben<br />

ende hen <strong>van</strong> hertoich Iannen ende vrouw Iacoppen gegeven, aengaende <strong>van</strong><br />

tolvry te varen in Hollant ende Zeelant, etc.;<br />

Van den tol <strong>van</strong> Gelre<br />

ende als <strong>van</strong> den toll in Gelrelant zouden zyn genaden hoir vermoegen doen, dat zy<br />

hoir vryheit aldair behouden zouden; item dat elckermalc varen ende keren mach<br />

op zynen rechten tol, etc.;<br />

Dat die hoeftsteden die wegen, bruggen ende passaigien onder hen gelegen<br />

moigen doen maken ten cost, etc.<br />

item oftyemand <strong>van</strong> zynrer er¡elicheit oft goeden wegen ennige wegen, bruggen oft<br />

passaigien sculdich weer te houden ende des gebreckelic weer, dat die hoetstat dairt<br />

onder gelegen is, dat sal moegen doen doen op sgeens cost ende last die dairinne<br />

gehouden zall wesen ende dairtegens en sal nyemant verantwoirt werden gebuerlic<br />

recht te plegen; /<br />

Die pechteners <strong>van</strong> tollen oft munten en zullen in recht nyet sitten<br />

item die tollen pachten ende dairaen ende oic aen de munten deylen, en zullen hoir<br />

pachtinge geduerende in den rechten der steden nyet ontfangen werden;<br />

Die in Brabant wort ge<strong>van</strong>gen, etc.<br />

item die ge<strong>van</strong>gen wordt bynnen den lande <strong>van</strong> Brabant oft <strong>van</strong> Ouermaze, dat men<br />

dien dairuuyt nyet en sall vueren;<br />

Van gelt te slaen<br />

item dat men geen gelt en zal slaen dan by wil, rait ende consent <strong>van</strong> den gemeynen<br />

lant ende den geslagen penninc nyet moigen lichten ende het slaen sal gescien in een<br />

<strong>van</strong> den vryen steden, etc.;<br />

Wie in Brabant geen ambacht en mach hebben<br />

item die <strong>van</strong> geenen wittigen bedde en is, die en mach in Brabant rait, drossaet noch<br />

richter wesen noch ambacht hebben;<br />

Van vrede<br />

item dat die ontsculdige <strong>van</strong> allen gevecht vrede hebben zall XXIIII uren;<br />

Van dootslegers<br />

item dat men den dootslagers dlant nyet en sal geven, tenzy dat ierst die mage versuent<br />

zyn;<br />

146


fol. 173 r<br />

Van den meyeryen ende vorsteriien<br />

item dat men die vorsteryen ende meyeryen nyet verhueren sal, mar diegeen diese<br />

hebben, zullense selver bedyenen;<br />

Van den o¤cien in Brabant nyet meer te verpachten<br />

item dat men die ambachten ende o¤cien in Brabant nyet meer verpachten en zal<br />

noch beleenen;<br />

Van buyten lantz te dagen; <strong>van</strong> ten camp te heysschen<br />

item dat deen ingeseten in Brabant den anderen buyten lants nyet en zal rasteren,<br />

commeren noch dagen, zy en weren voirvluchtich, sonder argelist, noch oic te camp<br />

heysschen, opte verboerte<strong>van</strong> ly¡ ende goet, uuytgesceyden<strong>van</strong> testamenten, huwelixe<br />

vorwarden, <strong>van</strong> aelmoessen ende <strong>van</strong> geestelycken gueden, etc.;<br />

Wat hy verboert die Brabant oft ennige ingesetenen ontseegt, roefden, etc.<br />

item oftyemand <strong>van</strong> uuyt Brabant dlant <strong>van</strong> /Brabant ontseeghden oft die ingeseten<br />

derselverontseyde, roefde oftbrande, hoir vyanden succurss dede, huysden oft hoefden<br />

wetende, die sal verboeren zyn lii¡ ende goet ende nummermeer dlant weer te<br />

crigen;<br />

Van den scaeck als boven<br />

item diegheen die een vrouwe ontscaect tegen horen wil, die ende alle zyn hulperen<br />

ende oic diese wetens huysden oft hoe¡den, verboeren ly¡ ende goet;<br />

Van onmundigen kynderen te ontleyden<br />

ende insgelycx die ennich onbeiairt knechtken oft meysken ontscaecten oft ontleyden,<br />

zoude insgelycx met zynen hulperen verboeren lyf ende goet;<br />

Die heer moet betugen dair hy sal wynnen, etc.<br />

item dat men nyemandt bedragen en zal noch en mach dat hem ontscade zal doen<br />

<strong>van</strong> quetsuren oft dootslagen, indien dat hy hem der wairheit getroesten darre ende<br />

tsynre ontscout comen totter tyt toe hy verwonnen wordt met recht;<br />

item dat men met oirloigen aen Brabant wynt, dairaen sal blyven;<br />

Van palinge<br />

item dat zoe wye meringe oft pelinge begeert, dat men hen die zal doen gescien tegens<br />

den heer ende enen yegelycken;<br />

Van verdeylen<br />

item ende dat men nyemanden voirtaen verdeylen en sal, hy en zy voir met rechtverwonnen;<br />

Van Sinte-<strong>Peter</strong>smannen<br />

item dat men Sinte-<strong>Peter</strong>smannen handelen zall, zoe men nae recht sculdich;<br />

1430-1431<br />

Dat nyemand zyn zake om enen anderen te moyen, overgeven en mach<br />

enen paep oft clerck<br />

item oft twe leke personen <strong>van</strong> goede bynnen Brabant liggende dingende worden<br />

ende deenverloert, dat hydan zyn zake nyetovergeven en mach enen paep oft clerck<br />

of om den anderen buyten lants te creyten oft oick ennige ander zyn saken nyet en<br />

147


fol. 173 v<br />

fol. 174 r<br />

1430-1431<br />

mach overgeven om den anderen buyten lantz te moyen, opte verbuerte<strong>van</strong> ly¡ ende<br />

goet; /<br />

Dat men hont mach houden; <strong>van</strong> iagen<br />

item dat elckermalc zyn goet hueden mach ende honden houden, die voete ongecoirt,<br />

ende dat elck iagen mach hazen ende vossen al Brabant doer ende oick conynen<br />

buyten vryen waranden ende oic overall met vogelen vlyegen;<br />

Van iagen<br />

item dat elck iagen mach alle Brabant doer alrehant groet wilt, uuytsceydende in<br />

den waranden, wouden ende bosschen <strong>van</strong> Zonyen, <strong>van</strong> Zauenterloe, <strong>van</strong> Groetheyst,<br />

<strong>van</strong> Meerdael ende <strong>van</strong> Groetenhoudt;<br />

Van den waranden<br />

item dat bynnen Brabant geen waranden zyn en zullen noch gehouden werden, dan<br />

die vry waranden geweest hebben <strong>van</strong> dat men scree¡ M CCC LXVII;<br />

Van woutrecht<br />

item dat men allene ten woutrecht trecken sal schout comende <strong>van</strong> hout ende boschen,<br />

etc., als <strong>van</strong> ouden boschen ende wouden, etc.;<br />

Van den o¤cieren ende richteren in Brabant<br />

item die baeliuwe, clerck ende andere ambachteren ende desgelycx die ambachteren<br />

ende richteren <strong>van</strong> den anderen sess groeten ambachten zullen moeten wesen geboren<br />

bynnen Brabant;<br />

item <strong>van</strong> den ho¡ <strong>van</strong> Genepie;<br />

item <strong>van</strong> der banck<strong>van</strong>Vckel;<br />

Dat Antwerpen ende Nyuel aen Brabant zullen blyven<br />

item dat die stat <strong>van</strong> Antwerpen metter bewisinge dairtoe behorende ende die stat<br />

<strong>van</strong> Nyuel ewelic blyven zullen aen Brabant;<br />

Van den drossaet ende rentmeester in Brabant<br />

item die drossaet ende rentmeester in Brabant zullen altyt geset werden by raide <strong>van</strong><br />

den gemeynen Raide in Brabant oft tenminsten <strong>van</strong> sess <strong>van</strong> hen;<br />

Van den cancellier<br />

item dat die cancellier ende zegeler in Brabant cunnen moet Latyn,Walsch ende<br />

Duyts ende zal sculdich / zynen eedt te doen in presentien <strong>van</strong> den drien Staten<br />

slantz <strong>van</strong> Brabant;<br />

Van den clerc des leenboecx<br />

item ende dat die secretaris ende clerc <strong>van</strong> den leenboecken zullen wesen geboren<br />

Brabanderen, uuytgesceyden dat twe secretarissen geset moigen werden al weren<br />

zy geen geboren Brabanderen;<br />

Van den dachvaerden<br />

item dat men die dachvaerden altoes XIIII daigen tevorens sal bescryven, ten weer<br />

groeten haest, ende dat men die bynnen Brabant houden sal;<br />

148


fol. 174 v<br />

1430-1431<br />

Hoe elc zynen last opte dachvaert oepenen mach<br />

ende dat elc ter dachvaert comende zynen last zall moegen opdoen ende dairmede<br />

gestaen sonder abolch <strong>van</strong> den heer oftyemants anders oft oic dairomme wedersien<br />

te werdene;<br />

Van den leenen<br />

item dat men die gedaigen <strong>van</strong> den leenen ende die genechten dairtoe dyenende<br />

houden zal bynnen Brabant;<br />

Den eedt <strong>van</strong> allen o¤cieren ende regiment hebbende ende die manen<br />

ende wysen<br />

item dat voirtaen die raitsluyden in Brabant ende alle andere dyeneren, richteren,<br />

bourgermeesteren, scepenen, raetsluyden, mannen <strong>van</strong> leen, laten ende alle andere<br />

die macht hebben te manen ende te wysen ende voirt die diensten ofto¤cien houden<br />

in Brabant, nyemandt uuytgesceyden, zweren zullen dat zy gelt, goet, gifte, goet,<br />

myede, geenrehande goetdoen nemen en zullen noch hen doen noch laten geloven<br />

oft nemen by henselven oft by yemand anders omme yemanden in den rechte te vorderen<br />

oft te achteren, mar dat zy enen yegelycken, armen ende riicken, recht ende<br />

vonnesse doen zullen sonder yet anders dairinne te trecken;<br />

Den eedt der scepenen, etc.<br />

ende voirt dat zy om bourgermeesterscap, scependom oft raetscap gelt, goet, gifte,<br />

myede, geenrehande dyenste noch goetdoen gegeven, geloeft noch / geboden en<br />

hebben noch doen geloven, geven oft byeden yemanden <strong>van</strong> henre wegen noch oic<br />

dairomme gebeden noch doen bidden in enniger manieren; ende zoe wye dairtegens<br />

dade, dat die nummermeer in ennigen dienste noch rechte oft regimente en<br />

zullen moigen wesen;<br />

Van der wett deser stat ende Lyer<br />

item dat die previlegien ende brieven der steden <strong>van</strong> Den Bosch ende Lyere dyenende<br />

ten regimente ende wetten derselver steden die dair mesbruyct zyn geweest<br />

voirtaen in hore machten zullen blyven, behoudelic die voirmaels scepenen zyn geweest,<br />

scepenen zullen moigen werden;<br />

Aengaett den drossaten ende wethouderen in Brabant<br />

item ende dat alle drossaeten, ambachteren ende wethouderen bynnen Brabant tot<br />

horen aencomen zullen zweren allen die poincten voirs. zoe verre in hen is te houden;<br />

item hoe hertoich Philips voirs. geloeft heeft die testamenten<strong>van</strong> hertogen Iannen<br />

ende Philipsen, gebrueders, te volbrengen;<br />

Van der mercten tAntwerpen<br />

item hoe hertoich Philips voirs. geloeft heeft die iairmercten tot Antwerpen te water<br />

ende te lande te vryen ende dat die scouthet ende bourgermeesteren aldair die XIIII<br />

daigen moegen verlengen;<br />

Die verkeringe <strong>van</strong> den coepluyden<br />

item dat die ingesetenen <strong>van</strong> Brabant hoer gueden die zy hebben oft crigen zullen in<br />

ennich anderen landen peyselic ende vredelic zullen gebruycken ende dat die coep-<br />

149


fol. 175 r<br />

fol. 175 v<br />

1430-1431<br />

luyden <strong>van</strong> allen des voirs. hertoich Philips landen underlinge moegen wandelen<br />

ende coepslagen op horen rechten tol; /<br />

Van Huesden ende Sinte-Gertruyenberch<br />

item ende dat ten ewigen daigen aen Brabant blyven zullen die landen, sloten, steden<br />

<strong>van</strong> Huesden ende Sinte-Geertruyenberch met horen toebehoirten, etc.;<br />

Con¢rmacie der previlegien, etc.<br />

item voirt onder meer zoe heeft die voirs. hertoich Philips <strong>van</strong> Bourgoindien gecon-<br />

¢rmeert den prelaten, cloesteren, baenroetsen, ridderen, steden, vryheiden ende allen<br />

ondersaten in Brabant allen hoir rechten, vryheiden, previlegien, carthenen,<br />

costumen, usaigien ende herbrengen die zy hebben ende verleent zyn ende oic diese<br />

hebben useert ende herbracht; prout in cartha incipiente: `Philips, by der gracien',<br />

etc. et comprehensa folio C XLIII.<br />

Wie o¤cien in Brabant moigen hebben<br />

Noch in den voirs. iair XXX ende opten vyften dach octobris voirs. soe heeft die<br />

voirs. hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien, die tweeste <strong>van</strong> dien name, hertoge <strong>van</strong><br />

Brabant, onder andere den landen <strong>van</strong> Brabant geloeft ende gewilt dat voirtaen<br />

alle smale ambachteren, richteren ende rentmeesteren particulieren ende alle<br />

casteleynen in Brabant zullen wesen geboren Brabanders, tenzy dat zy stammen<br />

<strong>van</strong> hoirsselfs oft huwelix wegen in Brabant besitten;<br />

Dat dieVII raetsheren in Brabant moeten wesen geboren, geguedt in Brabant<br />

item want in der voirs. ierster blyder incoempste aengaende den regiment slantz <strong>van</strong><br />

Brabant VII werdige personen te stellen, daira¡ die twee <strong>van</strong> den Raide zyn zouden<br />

zulken als den heer / genuegen zoude, kunnende die Duytsche tale, al en weren zy<br />

<strong>van</strong> bynnen Brabant nyet, soe is hier ordineert dat die twe oic zullen wesen bynnen<br />

Brabant geboren <strong>van</strong> wittigen bedde, dairinne woenende ende geguedt oft die baenroetstammen<br />

aldair besitten <strong>van</strong> hoirsselfs oft <strong>van</strong> huwelix wegen;<br />

Aengaet den vorsteriien<br />

item es oeck hierinne ordineert dat dieghene die vorsteryen hebben by giften <strong>van</strong><br />

vrouw Iohanna oft by coep <strong>van</strong> dengenen diese <strong>van</strong> hoir gehadt hebben oft tenwair<br />

dat diegheen diese hebben by giften <strong>van</strong> hertoge Anthonys, hertoge Ian oft hertoge<br />

Philips, die zoe oudt ende zoe cranc weren dat zyse nyet verdienen en consten, oft<br />

tenwair dat men die vorsteryen <strong>van</strong> outs in er£een gehouden hedde, etc., datse die<br />

wael moegen verhuren;<br />

Con¢rmacie<br />

item ende ten lesten hebben zyn genaden con¢rmeert te houden ende te doen houden<br />

allen zynen ondersaten, ingeseten ende singularen personen <strong>van</strong> Brabant ende<br />

<strong>van</strong> Ouermaze allen hoir redelycke bezegelde brieve vercregen <strong>van</strong> den voirleden<br />

hertogen ende hertoginnen, behoudelic den steden ende landen hoir rechten; prout<br />

in litteris incipientibus:`Philips, by der gracien Goids', etc. et comprehensis folio C<br />

LVII.<br />

150


fol. 176 r<br />

fol. 176 v<br />

fol. 177 r<br />

fol. 177 v<br />

Omtrent deser tiit waest weer scisma <strong>van</strong> twe paeusen in der Heiliger Kercken<br />

ende tconsilie was doen te Basell. 1 /<br />

Aengaet den tolle <strong>van</strong> Hollant ende Zelant<br />

1433-1434<br />

Noch in den voirs. iair <strong>van</strong> XXX den XXVIII en dach octobris soe heeft die voirs.<br />

hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien, die tweeste <strong>van</strong> dien name, hertoge <strong>van</strong> Brabant,<br />

in con¢rmacien deser stat vryheit <strong>van</strong> tollen in Hollant ende Zeelant, allen<br />

baeliuwen, scoutheten, richteren, dyeneren, tolners, pechteners, rentmeesters der<br />

tollen in Hollant ende Zeelant bevolen datse deser statpoirteren zouden laten met<br />

horen pennewarden, gueden ende comanscappen, hoedanich zy zyn gaen ende<br />

keren, varen, comen ende blyven bynnen Hollant ende Zeelant, vry, loss ende<br />

quyt sonder ennige rechten <strong>van</strong> tollen daira¡ te betalen oft hen te heysschen all<br />

in der vuegen die brieven <strong>van</strong> hertoge Iannen ende vrouwe Iacoppen begripen,<br />

etc.; prout in litteris incipientibus:`Philips, by der gracien Goidz', etc. et comprehensis<br />

folio CCC LXXIIII.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XXXI o : Willelmus Brant die Roeuer, Petrus<br />

Steenwech, / Nycolaus Loenman, Mathias Back, Iohannes Bathens., Iohannes<br />

de Best, Iohannes Noeden ¢lius Henrici, Theodericus de Derentheren, pro<br />

Nycolao Loenman ¢endo sculteto.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XXXII o : Petrus de Best, Gerardus de<br />

Berck, Iohannes Loenman, Iohannes Monix, Iohannes Dicbier, Godefridus de<br />

Erpe, Rutgerus de Geldrop.<br />

Aengaet den commanduer ende heren <strong>van</strong> der Duyscher oirdenen<br />

datse vrii ziin<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den scepenstoel voirs. den XXIX ten dach in augusto soe heeft die<br />

voirs. hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien den commanduer / provinciael ende<br />

bruederen <strong>van</strong> der Duyschen oirdene <strong>van</strong> der bailgien <strong>van</strong> den Byessen approbeert<br />

die verleningen ende gracien hen <strong>van</strong> wylen hertoge Anthonys in den iair<br />

M CCCC ende negen gegunnen ende gedaen, als datse ewelic ende ummermeer<br />

<strong>van</strong> allen diensten, corweyden, taillien, beden, tollen ende allen anderen saken<br />

quyt, vry ende ongehouden ende blyven zullen tot ewegen daigen; prout in litteris<br />

incipientibus:`Philips, by der gracien', etc. et comprehensis folio C XL.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XXXIII: Iohannes Balyart, Iacobus Monic,<br />

Godefridus de Dommelen,Willelmus Reeuwe, Arnoldus Monix ¢lius Ghysberti,<br />

Iacobus de Ge¡en, Iohannes Nolleken.<br />

Aengaet den pays tusschen den coninc <strong>van</strong> Vrancryc ende hertoge<br />

Philips <strong>van</strong> Bourgoindien<br />

In den voirs. iair paeus Eugenius / seynden den cardinael <strong>van</strong> Sinte-Cruys om<br />

pays te maken tusschen coninc Kaerle <strong>van</strong> Vrancryc op deen zyde ende den co-<br />

1 In margine nota.<br />

151


fol. 178 r<br />

fol. 178 v<br />

1434-1435<br />

ninc <strong>van</strong> Engelant ende den voirs. hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien op dander<br />

zyde, daira¡ een dachvaert tot Atrecht wert geleyt, mar die Engelsche en waren<br />

dairtoe nyet gesint.<br />

Aengaende die doot zyns vaders<br />

Hertoge Philips voirs. maecten zeer swair zyns vaiders doot ende en woudts nyet<br />

vergeven. Die cardinael voirs., een heilich man wesende, nam dair een wit broet<br />

ende vermalediden dat in de iegenwoirdicheit des voirs. hertoige Philips ende het<br />

wairt al zwairt, seggende tot hertoge Philipsen, indien hy den doot zyns vaders<br />

nyet en woude vergeven, hy soude hem oeck vermalendien. Dwelc hertoich Philips<br />

siende wairt hy vervairt ende verga¡ die doot zyns vaders by middele ende<br />

vorwarde alsdat hy behouden zoude Amyens, Abbeuile, Monstroel, Sinte-Quintyns<br />

ende meer andere steden inVermendoys ende op die Somme gelegen, als veronderpant<br />

voir een somme <strong>van</strong> penningen dairmede datse die coninc soude<br />

moigen lossen. Desgelycx behyelt hertoge Philips noch andere steden opten cant<br />

<strong>van</strong> Bourgoindien, als Ausoire, Macons.<br />

Van den huwelic hertoge Kaerls<br />

Ten selven tyde wairt oic gesloten een huwelic tusschen vrouw Katherynen, des<br />

coninx dochter, ende den voirs. heer Kairle, greve <strong>van</strong> Chairloys, die noch iongh<br />

kynderen waren. / In den voirs. tractaet was oec begrepen die coninc <strong>van</strong> Engelant<br />

opdat hy tshertochdom <strong>van</strong> Normandien behouden mochte, behoudelic dat<br />

hy dat leen ontfangen zoude <strong>van</strong> den coninc <strong>van</strong>Vrancryc, mar die Engelsche coninc<br />

en woude dat nyet doen. Ende <strong>van</strong> dier tyt gingen die Engelsche achterwarts,<br />

verliesende vele stryden ende warden <strong>van</strong> den coninc <strong>van</strong>Vrancryc ende heer Lodewyc<br />

den Dolphyn, synen zoen, verdreven uuyt Normandien, uuyt Aquitanien,<br />

dats Gwienne ende Gascoingien, ende uuyt vele andere contreyen des rycx.<br />

Hoe hertoich Philips voir Caleys trac<br />

Oeck omtrent deser tyt track hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien metten Vlamingenvoir<br />

Caleys dair zy noch prou¡yt noch eere en behaelden, want dieVlemingen<br />

ontvloyen horen prince uuytenvelde. Ende uuyt dien was groete commocie onder<br />

die gemeynte inVlaenderen ende bysunder tot Brug.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XXXIIII o : Bartholomeus Spierinc, Henricus<br />

Dicbier, Reynerus Loden, Marcelius die Lu, Petrus de Erpe,Theodericus de<br />

<strong>Os</strong>,Tyelmannus de Spina.<br />

Omtrent deser tyt was een groete duer tyt ende sterfte die meer dan II iaere duerden.<br />

/<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XXXV to : Arnoldus Stamelart de Vden,<br />

Willelmus de Aa, Rodolphus Loniis, Godefridus die Lu, Arnoldus Heyme, Iohannes<br />

Spierinc,Willelmus Loyer, Henricus die Hoessche, pro Arnoldo Heym<br />

¢endo sculteto.<br />

152


fol. 179 r<br />

fol. 179 v<br />

fol. 180 r<br />

fol. 180 v<br />

Dat die scepenen buycvast hier moeten woenen opten peen <strong>van</strong> L<br />

ouder scilt<br />

Ten tyde des voirs. scepenstoels den XVII en dach februarii soe heeft hertoge Philips<br />

voirs. quytgescouwen denvoirs. Arnden Stamelairt die helft <strong>van</strong> den peen<strong>van</strong><br />

vyftich alder scilden die hy gebroect hadde dat hy mit zynre meester familien nyet<br />

quam woenendebynnen deser stat als hy scepen was, als dat behoirt uuyt crachten<br />

<strong>van</strong> eenen previlegie deser stat verleent by hertogeWencelyn ende vrouw/ Iohanna,<br />

wesende <strong>van</strong> den daet duysent driehondert ende drie ende tachtentich; <strong>van</strong><br />

welker quytsceldinge die brieven beginnen: `Philips, by der gracien Goids', etc.<br />

ende zyn begrepen opten blade C XLII.<br />

Ten tyde oeck <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel den XXVI en dach septembris soe is gemaect<br />

een ordinancie <strong>van</strong> craen bynnen deser stat, te wetene wat men <strong>van</strong> craengelt<br />

geven zal ende wat goet craengelt sculdich is; welke ordinancie is begrepen<br />

opten bladeV C LXXXIII.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XXXVI to : Iohannes Monix, Bartholdus<br />

die Lu, Godefridus de Drueten, Gerardus Balyart, Gerardus de Vladeracken,<br />

Goeswinus Heym, Nycolaus de Berse. /<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XXXVII o : Petrus de Best, Gerardus de<br />

Aa, Theodericus die Lu, Arnoldus Monix ¢lius Ghiselberti,Willelmus Dicbier<br />

¢lius Henrici, Leonius de Erpe ¢lius Leonii,Willelmus Dicbier ¢lius Iohannis.<br />

DeseVII scepenen doen zii afgegaen waren, hebben zy dese naevolgendeVII scepenen<br />

geset, overmitz gebrec <strong>van</strong> den heer dat hyse bynnen der octaven nyet geset<br />

en had ende tot dier tyt en had dese stat genen scouthet, hoich noch lege, ende die<br />

dyenaer <strong>van</strong> den groender royen opt raithuys eyden die scepenen.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XXXVIII o : Iacobus Monic, Marcelius die<br />

Lu, Godefridus de Erpe, Iohannes Bathens., Petrus de Erpe, Henricus de Arennest,<br />

Iohannes de Ouden ¢liusWillelmi. /<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XXXIX o : Arnoldus Stamelart de Vden,<br />

Henricus Dicbier, Iohannes Balyart, Rodolphus Loniis, Tyelmannus de Spina,<br />

Henricus Berwout, Arnoldus Boest.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XL o : Willelmus de Aa, Iohannes Monix,<br />

Willelmus Loyer, Henricus die Hoessche, Gerardus de Vladeracken, Andreas<br />

die Lu, Arnoldus Berwout.<br />

In desen scepenstoel wert geordineert dat een yegelic zoude moegen comen tappen<br />

wyn bynnen deser stat op zynen chyns, te weten op die vyfte quaert.<br />

Aengaet die belastinge der leengueden<br />

1440-1441<br />

Ten tyde des voirs. scepenstoels den X ten dach octobris aengaende die belastinge<br />

der leengueden /ende dexecutie derselver, soe heeft die voirs. hertoge Philips <strong>van</strong><br />

Bourgoindien, die tweeste <strong>van</strong> dien name, hertoge <strong>van</strong> Brabant, geraempt ende<br />

gesloten om tot ewigen daigen onderhouden te werdene die naevolgende raminge<br />

153


fol. 181 r<br />

fol. 181 v<br />

1440-1441<br />

ende poincten opte scepenenbrieven deser stat die bekent zyn ende zullen werden<br />

op leengueden:<br />

Wat die secretaris in der vesten vragen zal <strong>van</strong> leengueden<br />

in den iersten wanneer yemand ennige gueden wil verthieren, bezwaren oft belasten<br />

oft dairop yet verlyden voir scepenen deser stat, dat dan die secretaris dairvoir dat<br />

geboirt gehouden sal wesen dengenen diese belasten wille te ondervragen wat gueden<br />

dat zyn, ende seegt hy dan leengoet te wesen, soe zal die secretaris den scepenen<br />

dat te kennen geven ende die zullen den partyen seggen datse dat te leen moeten ontfangen;<br />

tot dier meyninge bevont men naemaels leengueden voir chynsgueden belast<br />

te wesen, dat dan die leengueden verbuert zouden wesen duerende den levenen<br />

<strong>van</strong> dengenen diese belast hedden, tenweer datse by eeden a¤rmeerden des nyet geweten<br />

te hebben; ende eer men die brieven dairinne leengueden belast zyn, sal besegelen<br />

oft overgeven, sal den scepenen ierst bybracht wesen metbrieven oft scriften<br />

auctentyc dat den leenheer voldaen is;<br />

Wat die scouthet <strong>van</strong> den leengueden behoert te doen ende die secretarissen<br />

item dat voirtaen die onderscouthet deser stat oft zyn / stathelder <strong>van</strong> maent te<br />

maent sal overnemen <strong>van</strong> den secretarissen die contracten die opte leengueden gemaect<br />

zullen wesen ende voirt seynden den clerck<strong>van</strong> den leenboeck ende die secretarissen<br />

zullen dieselver contracten sculdich wesen te reycken ten costen <strong>van</strong><br />

denghenen die de leenen vercopen oft belasten;<br />

Wair men die leengueden opwynnen mach<br />

item die den gront oft bodem <strong>van</strong> den leengueden uuytwynnen oft metten recht verreycken<br />

wille, die sal dat moeten doen voir den leenheer ende zyn mannen <strong>van</strong> leen<br />

ten steden ende plaetsen dair dat behoert ende den gront hoeft;<br />

Hoe men opte bladinge <strong>van</strong> den leengueden volgen mach met recht<br />

mar en wairt nyet noot den gront op te wynnen voir renthen, pachten, etc., soe mach<br />

men tgebreck volgen voir scouthet ende scepenen deser stat ende verhalen aen de<br />

bladinge der leengueden nae der alder gewoente sonder dairomme vorder getogen<br />

te werdene, by alsoe dat die leenheer yerst daira¡ gedyent zii, gelyc hiernae staet<br />

vercleert;<br />

Hoe men opte bladinge <strong>van</strong> leengoet volgen mach<br />

item want ennige goede luyde voirtyts chynsen, pachten op leengueden gecoft hebben,<br />

nyet vermoydende dat zy den leenheer dairaf souden moeten dyenen, <strong>van</strong> welcken<br />

chynsen, pachten, etc. die vercoeperen hebben geloeft in scepenenbrieven<br />

deser stat wairscap, soe is hier overdragen / ende geraempt als die lieden oft hoer<br />

erven den leenheer <strong>van</strong> den pachten, renthen oft commer sullen hebben voldaen,<br />

die heer hen geven sal zyn oepenen brieven bezegelt met zynen ende zynre mannen<br />

zegelen, in denwelcken hy bekennen sal dairaf voldaen te zyn ende overbrengende<br />

die brieven sullen die goede lyeden ende hoir erven hoer gebreckvoir scouthet ende<br />

scepenen <strong>van</strong> Den Bosch moigen vorderen ende verhalen opte vercoepern ende geloeveren<br />

ende oic opte bladinge <strong>van</strong> den leen, zoe men tot hertoe geploegen heeft;<br />

ende insgelycx sal oic gescien <strong>van</strong> den leenen gehouden <strong>van</strong> den smalenheren die<br />

154


fol. 182 r<br />

fol. 182 v<br />

1441-1442<br />

hoir leenen voirt houden <strong>van</strong> den hertoge; ende oft geboirden dat by aventuren ennige<br />

lieden die hoir lenen in der voirs. maten voirtyts belast hadden voir scepenen<br />

<strong>van</strong> Den Bosch sonder lossinge metten gheenen die die commer te nyeute worde gedaen,<br />

die zullen hoir lenen houden geheel met eenrer mansscap <strong>van</strong> onsen genedigen<br />

heer ende der smaelrerheren, gelyc zy deden eer den commer dairop gemaect<br />

wairt, betalende daira¡ een hergewey, by alsoe dat dat sculdich zal zyn te gescien<br />

bynnen vier iaren naestcomende;<br />

item als die renthen te loss staende op leengoet gelost werden, zoe en sal men den<br />

leenheer daira¡ nyet meer dyenen, mar den gront sall verbonden blyven als voir; /<br />

Noch hoe men renthen, etc. op leengoet volgen mach<br />

item oft yemand renthen, pachten, etc. met scepenenbrieven deser stat vercregen<br />

hedde op leengoet ende chynsgoet tegader ende hem woude laten genuegen metten<br />

chynsgoet, die sal ongehouden wesen <strong>van</strong> die pachten renthen te ontfangen te leen;<br />

ende <strong>van</strong> den commeren die tot desen daige toe op leengoet zyn gemaect geweest<br />

met scepenenbrieven deser stat, dair die heer ende die smaelheren in gebreck zyn<br />

<strong>van</strong> horen hergeweden, diegeen die den commer heysschen zullen dien ontfangen<br />

<strong>van</strong> den heer <strong>van</strong> den leene ende dair en teynden soude hen executie gescien, etc.;<br />

prout in littera;<br />

Noch <strong>van</strong> leengoet<br />

item oft ennige gueden leen weren worden naedien den commer dairop was gemaect,<br />

dien commer oft die renten en zullen dairmede als metten leen te doen hebben;<br />

item die secretaris oft clerc <strong>van</strong> den leenboeck sal tallen tyden ten versueck <strong>van</strong><br />

partyen tot horen redelycken costen hen in gescrift over te geven des <strong>van</strong> horen<br />

leenen int leenboeck is begrepen; ende oft yemanden <strong>van</strong> noode were des kennesse<br />

te hebben, zal dairomme comen by den rentmeester <strong>van</strong> desen quartier oft<br />

zynen stathelder, etc.;<br />

Aengaet den leen <strong>van</strong> den wyve gecomen<br />

item nyemant die leenen hem comende <strong>van</strong> zyns wyfs wegen, en sal moigen belasten<br />

voir scepenen deser stat, het en zy by consent zyns wyfs;<br />

item die leengueden voir den voirs. iair becommert, sal geven een hergewede /<br />

ende die syndert tot desen daige toe becommert zyn, sal men geven alsoe mennich<br />

hergewede als die mennichwerven becummert zyn geweest; ende des ziin<br />

ter eenre ende andere zyden by den voirs. hertoge Philips ende deser stat brieven<br />

bezegelt onder meer inhoudende, daira¡ die brieven beginnen: `Philips, by der<br />

gracien Goids', etc. ende zyn begrepen opten blade C LXXXIX.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XLI o : Godefridus de Rode, Theodericus<br />

die Lu, Arnoldus de Erpe, Martinus Monic, Iacobus Steenwech, Ludolphus<br />

Buck, Martinus Goevy.<br />

In desen scepenstoel wairt gemaect den nuwen dyc tusschen Orten ende Den<br />

Bosch.<br />

In denselven scepenstoel ster¡ tercia maii ioncker Engelbert <strong>van</strong> Nassouwe, heer<br />

tot Breda.<br />

155


fol. 183 r<br />

fol. 183 v<br />

fol. 184 r<br />

1441-1442<br />

Aengaet tvercoep <strong>van</strong> wynen<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel den XXII en dach septembris /zoe is dese stat<br />

overcomen dat alle coepluyde drincbair ende fentwynen hier tien iair lanc zouden<br />

vercopen geheels coeps oft ten tappe tot horen scoensten ende op horen assyns<br />

ende wes zy borchden, sal men hen nae den dorden dach uuytpanden, etc., gelyc<br />

begrepen is in de brieven die dese stat daira¡ gesonden hadde aen de steden <strong>van</strong><br />

Coelen, Nuyss ende Nymmegen; welke brieven beginnen: Àllen denghenen', etc.<br />

ende zyn begrepen opten bladeV C XVI.<br />

Ten tyde oic <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel ende opten voirs. XXII en dach septembris<br />

soe zyn dese naevolgende poincten by deser stat overdragen:<br />

Aengaet den wynen<br />

in den iersten dat die coepluden allen drincbair ende fentwynen die zy brengen zullen<br />

bynnen X naestcomende iaren, zullen vercopen geheels coeps oft ten tappe, alsoe<br />

hoich alse cunnen sonder te staen ter ordinancien der scepenen opten<br />

gewoentliken chyns als opt voeder dat men geheels coeps vercoept enen alden scilt,<br />

opt voeder <strong>van</strong> den lantwyn ÃÙ Ä scilt ende optenV ten penninc dat ten tap gaet;<br />

item ende dat als die coepman een vol stuck op wil steecken om te tappen, dat zal<br />

hy voir den kelder doen uuytroepen met enen bornende scoe¡ ende medecundigen<br />

hoe hoech hy tappen wil ende dat hyopsteecken wil, zal hygeheel verassynsen<br />

alsoe hoech hyt opsteect; / nochtans mach die coepman dairuuyt vercopen geheels<br />

coeps tot eenre tonnen toe, datz tot LXXX quarten toe, oft dairboven;<br />

item oftyemand yet geborcht <strong>van</strong> wynen word, dat menvoir die coepluden dat nae<br />

den dorden dach sal uuytpanden;<br />

item ende oftyemand den coepluyden hoir gelaech ontdroech, die soudz wesen op<br />

XLV schellingen;<br />

Aengaet den muermeestren <strong>van</strong> X iaren<br />

item dat die scepenen ende gesworen ten tyde wesende den voirs. tyt <strong>van</strong> thien iaren<br />

gedurende, als zy die bourgermeestren deser stat kyesen, oic zullen kyesen twee erbare<br />

mannen om muermeesteren te wesen, etc.; prout in litteris incipientibus: `Wy,<br />

scepenen, gesworen', etc. et comprehensis folioV C XVII.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XLII o : Iohannes die Roeuer, Daniel Roesmont,<br />

Goeswinus Heym, Godefridus Boest, Iohannes die Ioede, Iohannes de<br />

Craendonc ¢lius Lodouici, Reynerus Loden ¢lius Reyneri. /<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XLIII o : Iohannes Balyart, Godefridus de<br />

Drueten, Iohannes de Erpe, Arnoldus Roeuer de Porta, Arnoldus Heym, Willelmus<br />

Dicbier ¢lius Iohannis, Rycoldus die Borchgreue, Iohannes Waerloes, pro<br />

Dicbier ¢endo sculteto,Willelmus die Ioede, pro Heym defuncto.<br />

Hoe hertoge Philips quam aen Lutsenborch<br />

In den voirs. iair creech die voirs. hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien <strong>van</strong> der voirs.<br />

vrouwe Elisabeth, hertoginne <strong>van</strong> Lutsenborch, wedue wilen hertoge Anthonys<br />

voirs., dlant <strong>van</strong> Lutsenborch voir sekere penningen ende bewysinge <strong>van</strong> iairlycken<br />

renten.Want sommige ionckers ende ruyters in steden ende sloten maecten<br />

156


fol. 184 v<br />

fol. 185 r<br />

hair des lantz ongebruykich. Ende dairnae want die greve <strong>van</strong> Stampes <strong>van</strong> wegen<br />

hertoich Philips, zyns neven, hadde in die stercke stat <strong>van</strong> Lutsenborch ende voirt<br />

creech hertoich Philips die ander steden metten lande. /<br />

Den toll ter Gheervlyet<br />

1444-1445<br />

Ten tyde oick <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel den tweesten dach decembris zoe dede<br />

hertoge Philips voirs. den Hollanders zekere bevelen totten onderhouden der tollen<br />

tot Gheervlyet ende Gorichem; prout in litteris gallicis incipientibus: `Philippe,<br />

par la grace'et comprehensis folio CCC LXXXV.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XLIIII o : Arnoldus Stamelart deVden, Rodolphus<br />

Loniis, Iohannes Monix,Willelmus Dicbier ¢lius Henrici, Rodolphus<br />

Scilder, Amelius <strong>van</strong> den Hoeuel, Christianus Coenen.<br />

In desen scepenstoel den XXIIII en dach in merte aengaende den maelgelde dat<br />

doen oec opgeset was, syn die heren des capittels, die Baselers, predicaers ende<br />

mynrebrueders overcomen met deser stat dat onder meer hen maelgelt opscryven<br />

zal ende daira¡ hebben des geleert zoude werde by den heren <strong>van</strong> den Brabantsche<br />

Rade, dairaen datse <strong>van</strong> beyden zyden zouden scicken; prout in<br />

instrumento comprehenso folio CCC XLII.<br />

In desen scepenstoel ipso die Huberti doen behyelt die heer <strong>van</strong> Den Berge metten<br />

Gulixen tfelt tegens hertoich Arnden <strong>van</strong> Gelre ende der Gelresche wairt vele<br />

ge<strong>van</strong>gen ende dootgeslagen. /<br />

Een bede eertyts consenteert hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien <strong>van</strong><br />

hondert LXXVI dusent ryders; ende hoe men die gehauen heeft<br />

In den voirs. iair den XXII ten dach <strong>van</strong> meye soe was den voirs. hertoge Philips<br />

<strong>van</strong> Bourgoindien <strong>van</strong> den lande <strong>van</strong> Brabant consenteert een bede <strong>van</strong> hondert<br />

ende LXXVIdusent riders, teboren in acht iaren, alle iair XXII M onder dese naevolgende<br />

voegen ende vorwarden, te wetene:<br />

in den iersten dat men elcken stad, vryheit ende dorpe nae der hertellingen zynen<br />

tax ordineren sal ende dien betalene sal een yegelic dairmede gestaen;<br />

Wat die richter oft vorster heeft voir panden om der beden wille<br />

item dat die richter dair die persoen op bede geset onder geseten is oft die gueden<br />

onder gelegen zyn, die bede aen hem uuytpanden sal op redelycken sallaris, alsoe<br />

hy <strong>van</strong> anderen personen sculdich is te hebbene nae der bancken recht sonder anderen<br />

cost oft last; ende oft die richter gebreckelic weer, zoe sal hy gehouden zyn datselve<br />

op te leggen;<br />

Wye mede gelden zullen<br />

item ende dat in der voirs. beden alle werlycke personen gelden zouden, uuytgenomen<br />

die hoich heerlicheit hebben oft dier vader oft oudervader baenroetstammen<br />

bezeeten hebben, etc., ende dat in der voirs. beden gelden zullen alle geestelycke<br />

personen ende begynen <strong>van</strong> horen patrimonien ende vercregen gueden, etc. tot<br />

hoirs selfs behoe¡; ende dat oic dairinne gelden sullen alle gueden bynnen Brabant<br />

gelegen die de geestelycke personen totter geestelicheit behoe¡, hetzy nyewe cloes-<br />

157


fol. 185 v<br />

fol. 186 r<br />

fol. 186 v<br />

1445-1446<br />

tern /oft andere buyten oft bynnen Brabant gecoft oft vercregen hebben, uuytgenomen<br />

die gueden daira¡ zy over LX iaren geprevilegieert zyn ter contrarien, etc.;<br />

Dat men namptiseren zal<br />

item ende dat die gueden bynnen Brabant gelegen, toebehorende den uuytlendigen,<br />

oic mede gelden zullen ende by gebreck <strong>van</strong> betalinge ende oft die uuytlendige dair<br />

tegens woude seggen, sal hy ierst moeten verleggen ten eynde srechz;<br />

Den eedt der bedezetteren<br />

item ende dat die bedezetteren om die bede te setten eden zullen doen; prout in litteris<br />

gegeven te Brugge in presentien Henrix Magnus, Ians Hinckart, Symons <strong>van</strong><br />

Herbays, meester Claessen Clopper ende Ian 1 die Groete, beginnende:`Philips, by<br />

der gracien Goids'etc. ende begrepen opten blade CCCC XVI.<br />

Van enen scyetspel<br />

Ten tyde oic <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel was dat groete scyetspel in de stat <strong>van</strong><br />

Bruessel, desgelycx in genen steden voir noch nae geweest en is.<br />

Sinte-Bernardyn<br />

In desen tyden leefden Sinte-Bernardyn inYtalien, die begonste een nyewe reformacie<br />

<strong>van</strong> der mynrebruederen oirdenen /die doe ter tyt zoe vervallen was al kerstenryc<br />

doir, dat nauwe drie cloesteren waren dair die oirdene te recht gehouden<br />

wairt. Hy dede vele miraculen in zynen leven ende oic in zynre doot. Zynen dach<br />

coempt opten XX en dach meye.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XLV to : Godefridus de Rode, Arnoldus<br />

Monix ¢lius Ghiselberti, Gerardus de Vladeracken, Arnoldus de Vladeracken,<br />

Godefridus Scilder, Bartholomeus de Merlair, GoeswinusToelinc.<br />

Ten tyde <strong>van</strong> desen scepenstoel prima decembris was bynnen deser stat dmeeste<br />

water dat yemand gewist.<br />

Dat men <strong>van</strong> den lyken een kers sculdich is den capittel<br />

Ten tyde <strong>van</strong> denvoirs. scepenstoel den XX en dach novembris soe is nederleegt die<br />

discoirt wesende tusschen tcapittel als persoen der kerc- / ken bynnen deser stat<br />

ter eenre ende dese stat ter eenre 2 zyden, ruerende <strong>van</strong> den kerssen ende clederen<br />

comende met den lyken in derselver kercken, ende ordineert ende gesloten dat<br />

voirtaen <strong>van</strong> allen lyken die comen zullen in der voirs. kercken, dat tcapittel als<br />

persoen hebben zal een kersse gelyc als men brengen zal metten zelven lyke, voirt<br />

<strong>van</strong> denzelven persoen bekeert te wordene in derselver kercken tot den dienst<br />

Goidz ende dairmede sal tselver capittel als persoen voirs. content zyn sonder<br />

meer kerssen oft cleer daira¡ te heysschen, tenwair een lyck dat opten hoigen<br />

choer stont, dat zal staen tot gewoentliken rechten; item ende dat men die ordi-<br />

1 Aldus hs., lees Ians.<br />

2 Aldus hs., lees ter andere.<br />

158


fol. 187 r<br />

fol. 187 v<br />

nancie <strong>van</strong> den vier missen gemaect, sal doen volbrengen, etc.; alst blyct in een<br />

instrument ondertekent by der hant heren Ians Amelryc, beginnende:`In nomine<br />

SancteTrinitatis', etc. ende begrepen opten bladeV C LXXXV.<br />

Dat men gheen cleder, capruynen, leveryen oft paluren <strong>van</strong> strypen,<br />

<strong>van</strong> bourdueren gewracht yemanden geven sal, etc.<br />

Noch ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel den lesten dach in meerte soe heeft die<br />

voirs. hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien, die tweste <strong>van</strong> dien / name, bevolen den<br />

scouthet deser stat overall bynnen zynen ambacht in presencien <strong>van</strong> den wethouderen<br />

te gebieden ende onder die smaelheren te doen gebieden, dat nyemand <strong>van</strong><br />

den twe werlycken Staiten slants <strong>van</strong> Brabant noch oic geen ander personen <strong>van</strong><br />

buyten den lande voirs., wye hy zy, uuytgenomen hertogen, greven ende hoir kynderen,<br />

voirtaen ennigen persoenen bynnen denselven lande geseten cleders, capruynen,<br />

rocke, haycke noch ander palluren die gelyc zyn oft <strong>van</strong> strypen oft <strong>van</strong><br />

eenen teken <strong>van</strong> boirdueren gewracht oft ander, en sal moigen geven noch vercopen<br />

in steden noch in dorpen, dan alleen dengenen die hoir huysgesin zyn, in horen<br />

brode ende costen in horen huyse etende ende slapende, behoudelic dat die<br />

baenroetse, edele ende goede mannen slantz <strong>van</strong> Brabant, hoer rentmeesteren,<br />

schoutheten, meyeren ende horen wynnen in horen hove woenechtich, die voirs.<br />

clederen wel zullen moigen geven, opte verboerte <strong>van</strong> den clederen ende thien<br />

gouden ryders;<br />

Dat men geen lange messen, gehackelde staven oft Ludicsche pyecken en<br />

zal dragen<br />

dat oick nyemand en zal dragen lange messen, Doernicsche gehackelde staven oft<br />

Ludicsche piecken, opte verboerte <strong>van</strong> denselven ende den peen voirs.; prout in litteris<br />

incipientibus: `Philips, by der gracien Goidz', etc. et comprehensis folio CCC<br />

LXXXIIII.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XLVI to : Goeswinus Heyme, /Andreas die<br />

Lu, Godefridus Boest, Henricus Becker, Iohannes Kepken, Arnoldus de Gheel<br />

¢lius Lamberti, Symon die Hoessche.<br />

In isto scabinatu in profesto Mathie apostoli obiit Eugenius papa. 1<br />

tVercoep <strong>van</strong> der hopmaten<br />

1446-1447<br />

In denvoirs. iair XLVI den XX ten dach septembris soe heeft dese stat die hopmaet<br />

oft assysse daira¡ mits tcleyn prou¡yt datse daira¡ had ende mits eenre sommen<br />

<strong>van</strong> penningen, er£ic vercoft den ingesetenen der dorpen <strong>van</strong> Berlyckem, Scy<strong>nl</strong>e,<br />

Gestel, Gemonden ende den goeden lyeden opte Dungen, onder vorwarde dat zy<br />

noch nyemand anders <strong>van</strong> der hopmaten oft assyse daira¡ en zullen nemen;<br />

prout in litteris incipientibus:`Wy, scepenen, gesworen', etc. et comprehensis folio<br />

CCC LXX.<br />

1<br />

Vertaling: in dit schepenjaar stierf paus Eugenius op de dag voor Sint-Mattijs (= 23 februari).<br />

159


fol. 188 r<br />

fol. 188 v<br />

1446-1447<br />

Aengaet den leenen<br />

Ten tyde oick<strong>van</strong> den voirs. scepenstoel ende opten XIII ten dach novembris soe is<br />

die ordinancie tanderen tyden als in den iair M CCCC XLI opte leengueden gemaect<br />

by den voirs. hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien, verclairt ende heeft voirt<br />

ten onderhoudene <strong>van</strong> den leenrecht / voir hem, zyne erven ende nacomelingen<br />

hertogen ende hertoginnen <strong>van</strong> Brabant, geordineert ende gestatueert tot ewigen<br />

daigen in Brabant gehouden te werdene, te wetene:<br />

Hoe men leengueden vercopen, versetten oft verobligeren mach, etc.<br />

in den iersten dat <strong>van</strong> nu voirtaen geen mannen <strong>van</strong> leen, mansmannen oft anderen<br />

leengueden houdende <strong>van</strong> onss oft anderen, etc., ennige wittelicheit oft vorderinge<br />

en doe <strong>van</strong> oft op ennige <strong>van</strong> den voirs. leengueden, hetzii by coepe, vercope, wisselinge,<br />

giften, opdracht, obligacien, verpandingen, becommeringen met er¡ oft<br />

lyfrenten oft anderssins, dan alleen voir den prince oft zynen stathelder ende mannen<br />

<strong>van</strong> leen oft voir die heren dairaf dieselve leenen werden gehouden oft horen<br />

stathouderen, opte verboerte zyn 1 leefdage tot behoe¡ des leenheere dieselve leengueden;<br />

ende nae zynrer doot ende nyet eer wederomme te comen aen zyn rechte<br />

erfgenamen diewelke die dan zullen ontfangen, etc.; ende oec opte verboerte tot<br />

sheren behoe¡ alsulkenen gelt als om alsulckenen leenen gegeven oft geloeft weer,<br />

dat oec geen o¤cieren dair over en stae noch consent en geve dat ennige wittelicheit<br />

dairaf gescyede dan alleen by ende overmits den leenheren oft horen stathouderen,<br />

opte verboerte zynrer o¤cien ende nummermeer o¤cie te moigen vuren, behoudelic<br />

dat die leenmannen oft mansmannen die des <strong>van</strong> den prince oirlof hebben, zullen<br />

moegen by horen testamenten disponeren <strong>van</strong> horen leengoeden nae henrer<br />

gelieften, by alsoe dat diegheen diese by testamenten crygt salse moeten te leen ontfangen;<br />

/<br />

Hoe die leengueden vercregen moigen wesen<br />

item es noch bydenvoirs. prince statueert dat diegeen die nu besitten leengueden oft<br />

renthen dairop onder tytel gemaect voir den iair M CCCC voir withouderen <strong>van</strong><br />

ennigen steden, sullen worden gehouden in denselven leengueden ende renthen, by<br />

alsoe datse die hergewede dairaf betaelt hebben oft noch bynnen drie maenden betalen,<br />

ende oeck oft yemand alsoe in leengueden voirtyts voir wethouderen geguedt<br />

weer ende bynnen twee iaren naestcomende daira¡ nyet en worde impugneert met<br />

recht, dat die dairinne sal berusten, ende noch <strong>van</strong> gelycken; ut in litteris;<br />

item ende <strong>van</strong> der deylinge der leengueden, etc., gesciet voir den iair CCCC;<br />

Hoe men die leengueden lossen mach<br />

item ende is noch bydenvoirs. prince geordineert dat alle leengueden oft renthen op<br />

leengueden die comen zyn oft voirtaen comen zullen by coep, gifte oft anderssins<br />

aen ennige cloesteren, goidshusen, kercken oft geestelycken bene¢cien bynnen oft<br />

buyten Brabant gelegen, zoeverre die nyet en zyn admortiseert by des voirs. heren<br />

bezegelden brieven oft gegeven ende gelaten totten principalen fundacien <strong>van</strong> den<br />

cloesteren, etc. oft totten iairgetyden oft tot gespeci¢cierde missen oft aelmoessen<br />

te doen, geloeft zullen moigen werden by dengenen dairaf datse comen zyn oft ho-<br />

1 Aldus hs., men verwacht een genitief.<br />

160


fol. 189 r<br />

fol. 189 v<br />

fol. 190 r<br />

1447-1448<br />

ren erven oft dengenen diese gelden oft die die principael hostat besitten, etc., betalende<br />

/ voir elcken penninc XX gelycke penningen vry ende commerloos ende in<br />

coerne nae advenande, etc.;<br />

Hoe men <strong>van</strong> leengueden dingt<br />

item heeft noch ordineert dat <strong>van</strong> nuvoirtaene in allen leenhoven bynnen Brabant in<br />

allen saken die aldair te recht zullen comen, die verwerder naedat hy die aensprake<br />

in den recht gehoirt heeft, sal hebben oft hem belyeft dach <strong>van</strong> beraede XIIII nacht<br />

lanc, te weten totten naesten genechte, tot welcken genechte die verwerder sal moeten<br />

antwoirden; ende aensprake ende verantwoirdenen gedaen wesende, zullen die<br />

partyen voirts moegen dingen overmits gemechtichde ende procureurs, nyettegenstaende<br />

dat die costume is geweest naedien die ae<strong>nl</strong>egger zyn aensprake gedaen<br />

hadde, die verwerder terstont ende opten selven dach most antworden, op zyn sake<br />

te verlyesen, welke voirs. statuyten die voirs. prince heeft gewilt onderhouden tewerden<br />

tot ewigen daigen; prout in litteris incipientibus:`Philips, by der gracien Goids'<br />

et comprehensis folio CCCC XIII.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XLVII o :IohannesLoenman,/Rutgerus<br />

de Geldrop, Willelmus Dicbier ¢lius Iohannis, Ludolphus Buck, Marcelius de<br />

Vden, Arnoldus Berwout ¢lius Rodolphi, Nicolaus Spierinc.<br />

In desen scepenstoel den XXVI en dach iulii op Sint-Ianskerckho¡ wairt gegoten<br />

die zielmisseclock.<br />

Dat men int geestelic nyemand en mach doen gedagen dan by oirlove<br />

Ten tyde oeck <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel opten dorden dach in ianuario soe heeft<br />

die voirs. hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien in zynen brieven onder meer geordineert<br />

ende bevolen dat <strong>van</strong> nu voirtane nyemant <strong>van</strong> zynen ondersaten den anderen<br />

ondersate en dage noch en doe daigen noch en werve gedaigt te wordene by<br />

hemzelven oft yemanden anders voir ennigen geestelycken richtere noch oic en<br />

brenghe noch en exequere ennige geestelycke monicien, inhibicien oft ander geboden<br />

<strong>van</strong> ennigen o¤ciers, wetten oft anderen ondersaten desselfs lantz <strong>van</strong><br />

Brabant <strong>van</strong> oft omme zoe wat saken dat het zii, uuytgenomen alleen om zaken<br />

<strong>van</strong> geestelycken bene¢cien, 1 hy en come ierst by den o¤cier ende wethouderen<br />

daironder diegeen dairop die geboden slaen zouden, weer geseten, ende gheve<br />

denzelven te kennen die sake wairomme ende by wat redenen hy hem dairinne<br />

metten geestelycken gerichte zoude willen / behelpen, ten eynde worde die sake<br />

bevonden by den o¤cier ende wethouderen dat die kennesse behoirt den geestelycken<br />

gerichte, datse als dan zullen oirlo¡ geven, <strong>van</strong> welken oirlove die o¤cier<br />

ende wethouderen geven zullen hoir oepenen brieven dengenen dies begeren;<br />

Wat hy verboert, die geestelycke geboden brengt sonder oirlo¡<br />

ende oft yemand sonder oirlof te hebbene geestelycke monitien oft geboden worve<br />

oft exequeerde, die soude verboren alle ziin goet zoeverre hii die nae onsen lantrecht<br />

<strong>van</strong> Brabant mach verbueren, ende bovendien aen zyn ly¡ enen wech tot Sinte-<strong>Peter</strong>s<br />

ende Pouwels te Romen in persoen ende sonder dien wech te moigen a£eggen<br />

1 In margine nota.<br />

161


fol. 190 v<br />

fol. 191 r<br />

fol. 191 v<br />

1448-1449<br />

met gelde; ende dairtoe noch staen tot zulker correctien als by den Raide <strong>van</strong> Brabant<br />

oft by dengenen daironder die mesgrepen geboert zyn, op hem zal worden gegroet<br />

nae die gelegentheit <strong>van</strong> den mesdaet, etc.; prout in litteris incipientibus:<br />

`Philips, by der gracien Goidz', etc. et comprehensis folio CCCC XLIX.<br />

Van den zantbergen bynnen deser meyeriien in den gemeynten wesende<br />

Ten tyde oeck des voirs. scepenstoels den vyften dach in ianuario soe heeft noch<br />

die voirs. hertoge <strong>van</strong> Bourgoindien aengaende den zantscellen ende zantbergen<br />

in de gemeyntten ende / vroentten wesende te stoppen ende te bepoeten, geordineert<br />

ende gelast Goessenen Heym, rentmeester deser stat, ende met hem Iannen<br />

Monix ende Dircken die Lu te trecken overall in deser meyeryen ende die zantscellen<br />

ende santbergen in den gemeynten wesende dairaf scaide gecomen is oft<br />

comen muchte, by dien scepenen daironder gelegen te visiteren ende daeren teynden<br />

te bepoeten ende te stoppen, etc.; prout in litteris incipientibus: `Philips, by<br />

der gracien Goids', etc. et comprehensis folio CCC LXXXII.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XLVIII o : Theodericus die Lu, Iohannes<br />

Monix,Theodericus de <strong>Os</strong>, Rodolphus Scilder, Amelius <strong>van</strong> den Hoeuel, Wolterus<br />

deVucht, Petrus de Arennest.<br />

In desen scepenstoel opten XXI en dach meye den iersten dynsdach nae Beloken<br />

Pinxten doen wairt ierst bestaen die nyewe haven te maken buten der statboem ter<br />

Mazen toe. /<br />

Dat men <strong>van</strong> den drien saken wael mach int geestelic doen gedagen<br />

sonder oirlof, nyet wederstaende des voirs. is<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel ende in den iair voirs. den XXVIII en dach in<br />

augusto in der stad <strong>van</strong>Tricht in der dachvairden byden cancellier ende raitsluden<br />

des voirs. hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien ter eenre ende den raitslyeden des<br />

bisscops <strong>van</strong> Ludick ter andere zyden opt verbot met mandamenten gedaen den<br />

ondersaten <strong>van</strong> Brabant datse deen den anderen nyet trecken en souden in ennich<br />

geestelic ho¡ sonder consent te hebbene ende oirlo¡, etc., alst blyct in den brieven<br />

in den voirgaende iaren verleent, is nae vele redenen tusschen beyde gesloeten dat<br />

die voirs. heer <strong>van</strong> Luydick in den drien saken, te wetene op crachten <strong>van</strong> testamenten,<br />

<strong>van</strong> huwelixenvorwarden ende geestelycken gueden ende des aen deselve<br />

drie saken cleeft, hebben endebehouden zal zyne iurisdictie in allen der manieren<br />

als hy die in den lande <strong>van</strong> Brabant bynnen den crisdom <strong>van</strong> Ludick <strong>van</strong> auder<br />

gewoenten gehadt heeft, alsoe dat deen ondersaet den anderen in den voirs. drien<br />

saken sal moegen dagen voir den o¤ciael voirs. sonder hen te mesgrypen, etcetera;<br />

prout in acta incipiente:`Ter dachvairt gehouden XXVIII a augusti'et comprehensa<br />

folio CCCC LIII. /<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XLIX o : Petrus de Best, Iohannes Spierinc,<br />

Gerardus de Vladeracken, Iohannes Dicbier ¢lius Iohannis, Gerardus Boest,<br />

162


fol. 192 r<br />

fol. 192 v<br />

1450-1451<br />

Ghiselbertus Haeck, Rodolphus die Beuer,Willelmus Scilder, pro Dicbier ¢endo<br />

sculteto de Oisterwyc, Arnoldus Heym ¢lius Iohannis, pro Best defuncto.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o L o fuerunt scabini in Buscoducis hii: Iohannes<br />

Bathens., Goeswinus Heym, Andreas die Lu, Martinus Goevy, Iohannes<br />

de Aa, / Euerardus <strong>van</strong> denWater,Wolterus Pynappel.<br />

In den voirs. iair den XI en dach in aprille soe zyn byden cancellier ende raitsluden<br />

<strong>van</strong> Brabant ende den gedeputeerden <strong>van</strong> den steden desselfs lants dese naevolgende<br />

poincten overdragen ende voirts alomme in Brabant uuytgeroepen, te wetene:<br />

Wie om broet gaen moegen<br />

in den yersten dat nyemand bynnen Brabant om broot en zal gaen dan kynderen onder<br />

hoir XII iaren ende doense ambachten onder hoir XVI iaren ende oude, arme<br />

luyde over hoir LX iaren wesende, ten weer datse gebrec hedden aen hoir synnen oft<br />

leden, datse hoir broet nyet en consten verdienen, etc.;<br />

Dat die om broet gaen moegen, zullen dragen een teecken<br />

item diegeen die aldus zullen moegen gaen om broet, zullen dragen om horen hals<br />

een kennepen snoer met eenen loetken dairaen hangende, geprent met zulken teken<br />

als in elck stat dairtoe ordineert sal wesen dair zy geseten zyn, ende dat snoir zal aen<br />

den hals zyn zoe nauwe dat ment geheel over thoeft nyet en mach afdoen; ende sonder<br />

tselver teken en zullen zy nyet moegen bidden, opten peen <strong>van</strong> VII dagen ten<br />

water ende broede geset te werdene;<br />

item dese tekenen zullense alleen dragen ter steden dairse gegeven weren, ende<br />

alleen mer een teken tenenmaele sullense moigen hebben / ende tallen plaetsen<br />

daerse willen bidden ende buycvast blyven, dair zullense moeten hebben een teeken;<br />

Van den vreemden pelgrymen<br />

uuytgenomen in desen arme, vreemde pelgryme, die sullen moigen bidden sonder<br />

teeken, by alzoe datse in de steden mar twe nacht blyven zullen ende opt platt lande<br />

eenen nacht;<br />

Die op saincten oft sanctinnen bidt<br />

item die tvoirs. teken contrafeyt oft die op saincten oft sanctinnen bede sonder dairaf<br />

besmet te zyne, sal men ge<strong>van</strong>gen houden een maent te water ende te brode;<br />

Die visitatie <strong>van</strong> den gasthusen<br />

item ende dat men in de gasthuysen te slapen nyemand sonder tvoirs. teken en zal<br />

ontfangen, uuytgesceyden arme, lydende pelgryms;<br />

item ende dat die wethouders die gasthusen besuecken zullen alle weken om te<br />

weten wat gasten datter optrecken;<br />

Van botteriien ende quaden terlingen<br />

item dat nyemand hem sal behelpen met quaden terlingen oft botteryen met wat<br />

spele dat zy, opte verbuerte <strong>van</strong> zynen rechterendume ende X iaren gebannen te<br />

wesen;<br />

163


fol. 193 r<br />

fol. 193 v<br />

1450-1451<br />

Van ledigen wyven ende putyerscap<br />

item ende dat men <strong>van</strong> ledigen wyven nyet en zal nemen noch putyerscap hanteren,<br />

opte verbuerte <strong>van</strong> zynen twe cleynen vyngeren ende dairtoe X iaren gebannen te<br />

wesen; /<br />

Die dreygen te bernen<br />

item die gedreygt werden afgebrant te werdene, dat die met horen huysgesin, vrienden<br />

ende hulperen tallen plaetzen <strong>van</strong> den gewyden moegen <strong>van</strong>gen diegeen dairop<br />

zy suspicie moigen hebben, ende die voirts in sheren handen leveren om dairaf te<br />

gescien zoe behoren sal;<br />

Die gedreygt wordt om gelt te brengen<br />

ende oic oftyemand word vermaent gelt tebrengen op ennige plaetse op afgebrantte<br />

werdene, dat hy met zynen vrienden, dyeneren ende hulperen zal moegen uuytsyn<br />

dien te wachten ende te <strong>van</strong>gen ende oft gevyele dootslage oft anders, dat diegeen die<br />

dat dade dairaf ongehouden zal zyn tegens den heer ende partye;<br />

Van peyss tusschen partyen te maken<br />

item dat nyemand gelt noch goetdoen en neme om ennige payssen tusschen partyen<br />

te maken <strong>van</strong> wat saken dat zii;<br />

Van yemantz recht over te nemen<br />

ende dat oic nyemand des anders recht oft aensprake en coepe oft aenneme als zyns<br />

selfs sake te vervolgen om prou¡yt dairaf te hebbene, op gebannen te zyn op enen<br />

wech in Cypers oft dairvoir te geven vyftich Rynsgulden;<br />

item dat alle o¤ciers diegeen die nae der voirs. oirdinancien ten borre ende ten<br />

broode gehouden behoren te werden, sculdich zullen wesen die terstont sonder<br />

simulacie te <strong>van</strong>gen, opte verbuerte <strong>van</strong> twee ponden audts;<br />

item ende dat egeen o¤cier <strong>van</strong> den lande <strong>van</strong> Brabant <strong>van</strong> ennigen poincten<br />

voirs. geleyde oft remissie en zal geven, tenzy datse yerst richtinge gedaen hebben<br />

nae der voirs. ordinancie, opte verbuerte <strong>van</strong> zynre / o¤cien ende allet dat hy<br />

dairop staende hadde; prout in acta incipiente:`Opten XI ten dach der maent <strong>van</strong><br />

aprille', etc. et comprehensa folio CCCC XXX.<br />

Aengaet particuliers vyanden die yemanden int particulier ontseggen<br />

Oeck in den iair voirs. den XXV ten dach in aprille soe heeft die voirs. hertoge Philips<br />

<strong>van</strong> Bourgoindien in zynen brieven gemaect zekere ordinancie opte vyanden<br />

deser landen ende die by den scouthet deser stat doen publiceren, te wetene want<br />

tot dier tyt een, geheitenWynrich<strong>van</strong> Frentz, met zynen hulperen die sich onthielden<br />

omtrent der Mazen ende den Ryn, waren worden vyanden <strong>van</strong> ennigen ondersaten<br />

deser landen ende hadden die goede luyden ende onderseten<br />

bescedicht; dat dairomme die voirs. hertoge Philips heeft geconsenteert dat alle<br />

luyde ende zyn onderseten die by den voirs. Wynrick oft yemanden anders met<br />

rove, met brande oft anders in enniger manieren onder schyn <strong>van</strong> enniger vyanscap<br />

gescedicht zyn oft naemaels gescedicht zullen werden, henzelven by hueren<br />

vrienden, dyeneren ende hulperen zullen moigen richten in manieren<strong>van</strong> wraken<br />

164


fol. 194 r<br />

fol. 194 v<br />

fol. 195 r<br />

ende wederpandingen op ende tegen alle diegeen die hen scade toegevuegt oft<br />

dairinne ennichsins gemengt zullen hebben, ende oick tegens alle diegeen die<br />

den heer oft zyn landen ende luden ontseegt hebben oft ontseggen selen, ende alle<br />

hoir dyeneren, hulperen ende anderen hen ennich gunst oft bystant bewysende,<br />

ende die oic moigen / <strong>van</strong>gen ende ge<strong>van</strong>gen in Brabant brengen ende oeck moegen<br />

scatten, etc.; prout in litteris incipientibus:`Philips, by der gracien Goidz', etc.<br />

et comprehensis folio CCC L.<br />

tGulden iair<br />

1451-1452<br />

In den voirs. iair <strong>van</strong> L was dat gulden iaer <strong>van</strong> iubileen te Romen, dwelc <strong>van</strong> alrehande<br />

nacien <strong>van</strong> volcke in groter mennichfuldicheit begaen wairt met alre groter<br />

devocien by des vyften paeus Nycolaus tyde.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LI o : Iohannes Loenman, Arnoldus Monix<br />

¢lius Ghiselberti,Willelmus Dicbier ¢lius Iohannis, Martinus Monic, Ludolphus<br />

Buck, Amelius de Boechem, Arnoldus Grotart de <strong>Os</strong>.<br />

In den voirs. iair LI was den groeten a£aet <strong>van</strong> Romen tot Mechelen. / In den<br />

voirs. iair LI den XX ten dach in septembri soe heeft die voirs. hertoge Philips <strong>van</strong><br />

Bourgoindien, die tweste <strong>van</strong> dien name, hertoge <strong>van</strong> Brabant, aengaende den beleyde<br />

<strong>van</strong> den volck <strong>van</strong> wapenen, <strong>van</strong> der iusticien <strong>van</strong> den lande, <strong>van</strong> den tollen<br />

ende <strong>van</strong> geestelycken gueden ende <strong>van</strong> der a¡quitinge <strong>van</strong> dien, den goeden luyden<br />

ende ondersaten slantz <strong>van</strong> Brabant voir hem, zyne erven ende nacomelingen,<br />

hertogen ende hertoginnen <strong>van</strong> Brabant, gegeven, verleent ende<br />

gewillecoert dese naevolgende poincten ende articulen, te wetene:<br />

Van den volc <strong>van</strong> wapenen doer dlant te leyden<br />

in den yersten dat hy dlant <strong>van</strong> Brabant ten besten dat hy can, sal houden onbelast<br />

<strong>van</strong> alle volc <strong>van</strong> wapenen ende oft <strong>van</strong> node weer volc <strong>van</strong> wapenen dair te hebbenen<br />

oft doir te leyden, dat dat gescieden zal sonder overdaet ende der goeder luyden<br />

scaide;<br />

Waira¡ men int geestelic recht betrocken mach werden<br />

item ende dat die ondersaten <strong>van</strong> Brabant <strong>van</strong> wegen der geestelycken iurisdictien<br />

<strong>van</strong> Ludic oft Cameric oft oic <strong>van</strong> wegen der universiteyt <strong>van</strong> Loeuen ten vervolge<br />

<strong>van</strong> partyen oftbyden o¤cieren<strong>van</strong> den hoeven derselver iurisdictien nyet en zullen<br />

werden gedaigt, gemoydt oft belast vorder dan nae den rechten slantz <strong>van</strong> Brabant<br />

behoirt ende men in tyden der voirseten hertogen ende hertoginnen geplogen heeft;<br />

ende oft die contrarie geboerden, dat hy dat afdoen sal ende die dat gedaen hedden,<br />

doen corrigeren ten exempel <strong>van</strong> anderen;<br />

Dat men eenen yegelic recht doen sal dair hy geseten is ende zoe behoert;<br />

<strong>van</strong> uutstellen der genechten<br />

item ende dat die goede luyde ondersaten slantz <strong>van</strong> / Brabant ende elc bysunder<br />

zullen werden gehandelt in allen saken met vonnisse ende met recht nae den rechten<br />

<strong>van</strong> den steden ende bancken dair dat ende zoe dat <strong>van</strong> outs heeft gehoirt sonder<br />

simulacie ende sonder dat men die saken met zynen brieven anderswair sall doen<br />

165


fol. 195 v<br />

1451-1452<br />

oft laten betrecken oft langer dan een genecht <strong>van</strong> heerlicheit wegen doen oft laten<br />

uuytsetten;<br />

Wat saken totten Brabantschen Raet behoren<br />

item dat die cancellier ende andere <strong>van</strong> den Brabantschen Raide nyemanden voir<br />

hen en zullen doen gedaigen noch in recht betrecken oft behouden dan alleen <strong>van</strong><br />

saken dairaf hen die kennisse nae der ouder costumen slantz <strong>van</strong> Brabant behoirt,<br />

ende zy alle zaken voir hen comende tusschen partien zullen handelen sommeerlic<br />

zoe verre moegelic is;<br />

Van den gewysden vonnessen ende beroepe<br />

item ende dat men alle gewysde vonnessen stellen sal ter executien, etc., het en weer<br />

dat die wysers hoot hadden ende beroep ende dairaen beroepen weer;<br />

Wanneer doude o¤cier verlaten is<br />

item ende dat doude o¤cier blyven sal zyn o¤cie bedienende totdat die nyewe o¤cier<br />

zynen eedt sal hebben gedaen dairt behoirt;<br />

Die con¢rmacie der previlegien<br />

item ende dattvoirs. lant <strong>van</strong> Brabant bliven endebehouden sal by allen poincten die<br />

hy denselven lande verleent ende con¢rmeert heeft, etc.;<br />

Dat men die rabauwen, moertbranders, etc. sal vervolgen<br />

item ende dat alle o¤ciers, alsoe wael die onse als der smaelreheren, gehouden zullen<br />

wesen te onderhouden tgegeven gebot <strong>van</strong> den rabauwen ende alle andere gegeven<br />

oft noch te geven ende te vervolgen die transeneerders, moertbranders ende<br />

andere quaetdoenres;<br />

Hoe eenen yegelycken recht sal gescien<br />

ende datse oick enen yegelycken recht / ende vonnesse zullen doen <strong>van</strong> allen saken<br />

die tot hore bancken recht behoren, sonder die langer dan een genecht <strong>van</strong> heerlicheit<br />

te vertrecken, etc.;<br />

Van den toll te geven ende hoe men dien boeren sal<br />

item ende dat tot allen plaetsen dair enen toll leegt, sal die wett hebben een boeck<br />

<strong>van</strong> den rechten <strong>van</strong> dien toll om te wetene wye vry zyn ende wat die onvryde sculdich<br />

zyn, ende oic by den wethouderen beslichtte werdene oft twist gevyele tusschen<br />

den tolneer ende den coepman ende oft zy die nyet en consten beslichten, zoe mach<br />

die coepman pant setten ter sommen <strong>van</strong> den geheysten tolle dairmede hy gestaen<br />

mach sonder in persoen arresteert teblyven; ende ter tyt toe dat by den meesters <strong>van</strong><br />

der tolcameren daironder dat behoert, oft den Raide <strong>van</strong> Brabant denwelcken die<br />

wethouderen daira¡ alle gelegentheit zullen vercundigen, beslicht zal wesen;<br />

Ende oft yemant meer <strong>van</strong> toll name dan behoerden<br />

ende oft ennich tolneer meer name dan den rechten toll ende des by den wysers <strong>van</strong><br />

den Tolcameren oft Radt in Brabant alsoe bevonden worde, soe zal die tolneer gehouden<br />

wesen dat meer weder te keeren ende dairtoe ae<strong>nl</strong>eggen alle costen ende<br />

scaiden die de partye dairom gedaen ende geleden hedde, ende dairtoe werden corrigeert<br />

nae gelegentheit der zaken, behoudelic in desen dat den wethouderen oic sal<br />

166


fol. 196 r<br />

fol. 196 v<br />

blyven alsulkenen hanteringe op die questie <strong>van</strong> den tolle ende dat dairaen cleeft, als<br />

zii in tyden voirleden gehadt hebben;<br />

Van honden te houden<br />

item ende dat elckermalc zyns selfs goet sal moegen hueden ende doen hueden ende<br />

dairtoe honden houden, die voeten ongecort sonder calengieren; /<br />

Van den verstorven gueden te moegen deylen sonder die ierst te dorven<br />

ontfaen 1<br />

item als <strong>van</strong> ennigen doden vele erfgenamen blyven in der rechter nedergaender linien<br />

oft <strong>van</strong> bezyden, dat zy die goeden achter den doden op hen gebleven sullen<br />

moigen deylen sonder die tierste te moeten ontfaen, ende dat die gedeylt zynde elck<br />

<strong>van</strong> hen sal moegen ontfaen tgeen des hem te deel gevallen is, betalende daira¡ den<br />

heer voir zyn rechte alsoe vele als men te dier plaetsen by tyden <strong>van</strong> wylen vrouwe<br />

Iohanne ende hertoge Anthonys plach te doen; ende desgelycx zal gescien als mar<br />

een erfgenaem nae den dooden en blyft; ende oic als yemand by cope ennige erfgueden<br />

vercregen heeft sonder datyemand dairenboven belast zal werden; ende oft tusschen<br />

den rentmeester ende der partyen gescill rese, dat zal beslicht werden by den<br />

wysers dairvoir dontfanc sculdich is te gescien;<br />

item ende dat die voirs. hertoge Philips sal a£eggen alle erfrenten opte demaynen<br />

vercoft, zoeverre zy te loss staen ende dairtegen lyfrenten totter selver sommen<br />

toe moegen vercopen;<br />

Aengaet der geestelicheit <strong>van</strong> gueden te coepen<br />

item ende dat die geestelycheide <strong>van</strong> buyten lantz egeenrehand er£icheit bynnen<br />

Brabant en zal moegen gecrigen ende dat die geestelicheit bynnen lantz insgelycx<br />

geen er£icheit en sal moegen crigen by coope, dan op condicien dat die vercoper<br />

oft zyn erfge- / namen die altyt zullen moigen quyten den penninc om achtien;<br />

prout in litteris incipientibus: `Philips, by der gracien Goidz', etc. et comprehensis<br />

folio C XCIII, welke poincten ende articulen voirs. die voirs. hertoge Philips den<br />

XXVIII en dach novembris int iair LVII heeft con¢rmeert ewelic onverbrekelic onderhouden<br />

te werdene; prout in litteris incipientibus:`Philips, by der gracien Goids'<br />

et comprehensis folio CCC XCV.<br />

Consent <strong>van</strong> eenre beden <strong>van</strong> hondert ende XLIIII M ryders<br />

1451-1452<br />

Oeck in den voirs. iair LI den XX en dach septembris soe is den voirs. hertoge Philips<br />

<strong>van</strong> Bourgoindien <strong>van</strong> den lande <strong>van</strong> Brabant geconsenteert een bede <strong>van</strong><br />

hondert ende XLIIII dusent ryders ende zynre geselinnen ende greve <strong>van</strong> Chairloys,<br />

zynen zoen,VI M ryders bynnenVI iaren te betalen. Ende des heeft die voirs.<br />

hertoige Philips voir hem, zyne erven ende nacomelingen wederomme consenteert<br />

die poincten hiernae bescreven:<br />

1 In margine nota.<br />

167


fol. 197 r<br />

fol. 197 v<br />

1451-1452<br />

Die instructie hoe men die bede boeren sal<br />

in den iersten dat den iersten termyn dairaf vallen sal te Korsmisse ende te Lichtmisse<br />

vol betaelt ende dat die Staten <strong>van</strong> den prelaten zullen gestaen betalende telken<br />

termyne III M ryders ende die twe werlike Staiten XXII M ryders;<br />

item dat men elcker stat, vryheit ende dorpe oirdineren sal zynen tax nae den<br />

hertsteden ende dat in den steden die thienste hertstat ende int plat lant die vyfte<br />

voir die arme afslaen sal ende die arme alsoe /afgeslagen wesende sal men voir elc<br />

hertstat dan blyvende in elc <strong>van</strong> den vieren principalen hootsteden setten XI stuvers<br />

ende in dander stedenVIIÃÙ Ä stuvers ende int plat lant VI stuvers;<br />

Die hooftsteden zullen hebben copie <strong>van</strong> den taxen der beden hore onderseten<br />

ende dat men elcker hootstat overseynden sal copie <strong>van</strong> den taxen die opte steden,<br />

vryheiden ende dorpen onder hen liggende, zullen werden geset;<br />

Die quitancie te geven sonder cost<br />

item dat elck stat, vryheit ende dorpe, betalende zyn porcie, dairmede gestaen zal<br />

ende elcken stat, vryheit ende dorpe, betalende zyn aengedeelt, geven sal quitancie<br />

zonder zynen cost;<br />

Van den sallaris des richters <strong>van</strong> pandinge der beden<br />

item dat die richter ten versueck <strong>van</strong> den bedesetters tgebreck <strong>van</strong> ennigen nyet betalende<br />

sal uuytpanden op zulckenen sallaris als hy <strong>van</strong> anderen personen sculdich<br />

is te hebben nae diere bancken recht, sonder vorderen cost oft last, welken sallaris<br />

betalen zal diegeen dairt gebrec in is;<br />

Dat die richter moet panden<br />

ende oft die richter gebreckelic weer, zal hy selver tgebreck opleggen zoeverre die<br />

persoen hem bedwenckelic is; ende en weer hy nyet bedwenckelic, die bedesetters<br />

zullen dat voirt brengen aen de hootstat, die dat danversuecken zullen aen den heer<br />

uuytgericht te werde ende ofs noot weer voirts aen den Brabantschen Raet versuecken,<br />

etc.;<br />

Wat werlycke personen mede gelden sullen ende wair zy zullen gelden<br />

item in der beden voirs. alle richteren, o¤cieren, dyeneren, scepenen, wethouderen<br />

ende andere werlycke personen mede gelden zullen ter plaetsen dair zy nuu / woenechtich<br />

ende geseten zyn <strong>van</strong> allen horen gueden bynnen Brabant gelegen, uuytgenomen<br />

den verloefden gueden ende anderen die bynnen XXX iaren herwarts tegen<br />

ongevryde persoenen gecregen zyn, ende oec uuytgenomen die hoige heerlicheit<br />

besitten oft dier vader oft oudervader baenroedstammen beseten hebben, etc., behoudelic<br />

oft zy ennige gueden hyelden die voirmaels mede gegouden hebben datse<br />

daira¡ gelden zullen, etc.;<br />

Dat geestelycke persoenen ende begynen gelden zullen<br />

item ende dat dairinne oeck zullen gelden alle geestelycke personen ende begynen<br />

bynnen Brabant geseten <strong>van</strong> horen patrimonien ende vercregen gueden, etc.;<br />

168


fol. 198 r<br />

fol. 198 v<br />

1451-1452<br />

Wat geestelycke gueden gelden zullen<br />

item dat oec gelden zullen ter plaetsen dairse gelegen zyn, alle gueden bynnen Brabant<br />

gelegen die geestelycke personen tot behoe¡ der geestelicheit, hetzy nyewe<br />

cloesteren oft anderen, buyten oft bynnen Brabant geseten, vercregen hebben, uuytgenomen<br />

die totter ierster fundacien gegeven zyn ende voirts geamortiseert ende<br />

oec uuytgenomen die gueden die totter geestelicheit langer dan over LXX iaren vercregen<br />

zyn ende ye syndert <strong>van</strong> beden vry zyn gebleven;<br />

Wair ende hoe stocgueden ende andere gelden zullen bynnen XXX iaren<br />

vercregen<br />

item dat <strong>van</strong> allen stocgueden ende anderen die over XXX iaren herwarts vercregen<br />

zyn ende nyet verloeft ende desgelycx <strong>van</strong> gueden die bynnen XXX iaren herwarts<br />

vercregen zyn ende nyet verloeft ende die ten tyde als zy vercregen worden ten laste<br />

<strong>van</strong> den plaetsen dair zy gelegen zyn nyet en stonden, sal een yegelic / gelden ter<br />

plaetsen dair hy nu bynnen Brabant woent ende geseten is;<br />

Hoe ende wair der bourgeren gueden gelden zullen<br />

item <strong>van</strong> den gueden die bynnen XXX iaren vercregen zyn ende nyet verloeft ende<br />

die alse vercregen worden ten laste stonden daerse gelegen zyn, ende <strong>van</strong> den gueden<br />

die den tyt <strong>van</strong> deser beden duerende tegen ongevryde personen vercregen zullen<br />

werden, ende andere gueden dairaf scot ende lot geloeft is, zal een yegelic gelden<br />

dair die gueden liggen; nochtans dat die ingeseten <strong>van</strong> den steden gestaen zullen<br />

telken termyn nae die iairlixe werde der voirs. gueden<strong>van</strong> enen mud roggen Loevens<br />

oft twe Hollantz gulden te geven enen halven stuver, ende desgelycx <strong>van</strong> allen coren<br />

ende penningen nae advenande;<br />

Hoe lyfrenten ende erfrenten gelden zullen<br />

item dat <strong>van</strong> er¡ ende lyfrenten veronderpant op erven, staende ten laste <strong>van</strong> der<br />

plaetsen daerse gelegen zyn, zal een yegelyc nae den ondersceyt boven verclairt mede<br />

gelden als die erfrenthen nae henre geheelre werden ende die lyfrenthen voir half<br />

goet;<br />

Dat die gueden der uuytlendige gelden zullen<br />

item alle gueden bynnen Brabant liggende ende toebehorende uuytlendigen oft dien<br />

<strong>van</strong> Mechelen, mede gelden zullen ter plaetsen dairse gelegen zyn ter tyt toe datse<br />

bygebracht zullen hebben by previlegien datse vry zyn ende ye syndert dier vryheit<br />

gebruyct;<br />

Van dengenen die by den prince worden gevrydt<br />

item oft ennige gueden oft persoonen die sculdich weren mede te gelden, by den<br />

prince gevrydt worden, dat dat nochtans der stat oft dorpe daerse geseten oft gelegen<br />

zyn, afslach doen zal, etc.; /<br />

Hoe ende wair die laten gelden zullen<br />

item dat diegeen die op vreemde gueden nu in pachtinge sitten ten uuytgang <strong>van</strong> horen<br />

termynen, moigen vertrecken dairt hen gelieft ende <strong>van</strong> dan voirt zullen zy <strong>van</strong><br />

horen gueden betalen daerse getogen zyn; ende die meester <strong>van</strong> den hoeven die zyn<br />

hoe¡ weder aenveert, sal dan ten last staen die die wynne oft laet die dairaf getrocken<br />

is, droech, overmits dbedryf <strong>van</strong> dien hove; mar diegeen die bynnen den tyde<br />

169


fol. 199 r<br />

fol. 199 v<br />

1451-1452<br />

<strong>van</strong> deser beden anders vertrect, die sal dese bede duerende blivene betalene ter<br />

plaetsen <strong>van</strong>dair hy vertogen is; 1<br />

Van den eedt der bedesetters ende hoer settinge<br />

item ende dat die bedezetters zullen doen eedt dese instructie te achtervolgen ende<br />

dairnae elcken te setten ende oic geen andere sommen dairinne te setten danby consent<br />

dergeenre dient aencleeft, ende dat zy te hal¡ merte oft bynnen XIIII nachten<br />

dairnae rekeningen doen zullen ende die tevorens op enen sondach vercundigen;<br />

ende oft yemand sich over hen woude beclagen, dat zal staen ten berichte der hootstat,<br />

etc.;<br />

Van te beslicten die gescillen rysende om der beden wille<br />

item dat die gescillen die gerysen om betalinge der beden tusschen die bedesetters<br />

ende singulier personen, ingeseten <strong>van</strong> ennigen hootsteden, zullen beslicht werden<br />

by der hootstat dair die ingeseten woent, ende die rysen tusschen die bedesetters<br />

ende ander singulier personen zullen insgelycx beslicht werden; ende oft die reesen<br />

tusschen steden, vryheiden ende dorpen onder een hootstat gelegen, die zullen hoir<br />

gescillen ierst by hoer hootstat brengen ende die zalse / dairaf mintlic verlyken opdat<br />

vuechelic mach geschien; ende anders zal zy die gelegentheit <strong>van</strong> der saken den<br />

Brabantschen Raetoverscryven om die saken byhen berichtte werdene; ende oic oft<br />

die resen tusschen steden, vryheiden ende dorpen onder versceyden hootsteden gelegen,<br />

oft ennigen <strong>van</strong> buyten lantz oft bynnen lantz, dairaf sal die questie in der<br />

voirs. manieren comen voir die hootstat daironder tgoet daer men die bede af heyst<br />

gelegen is, om by hen partyen myntlic verenicht te werden oft te werden geremitteert<br />

in der manieren voirs.; welke poincten voirs. die voirs. hertoge Philips voir hem, zyne<br />

erven ende nacomelingen geloeft heeft tonderhoudene ende te doen onderhoudene,<br />

etc.; prout in litteris incipientibus: `Philips, by der gracien Goidz', etc. et<br />

comprehensis folio CCC LXXXVI.<br />

Van den drossaet ende warandmeester <strong>van</strong> Brabant<br />

Oeck in den voirs. iair <strong>van</strong> LI den XX en dach septembris soe heeft die voirs. / hertoge<br />

Philips <strong>van</strong> Bourgoindien den lande <strong>van</strong> Brabant gegunnen ende verleent,<br />

dat duerende den tyt <strong>van</strong> sess iaren die drossaet <strong>van</strong> Brabant nyet meer dan enen<br />

onderdrossaet noch oic dieselve onderdrossaet oft warandmeester nyet meer o¤ciers,<br />

roeke oft andere dyeners onder hen en sullen moigen setten dan voirtyts geplogen<br />

is;<br />

Van den ballingen<br />

item ende dat men die sess iaren geduerende genen uuytlendigen ballingen geleyde<br />

geven en zal dan om te comen woenen bynnen enniger genoempder beslotenen stat,<br />

in manieren wairt datse gingen buyten mueren oft vesten, datse dairmede verlyesen<br />

zullen hoir geleyde, etc.; prout in litteris incipientibus: `Philips, by der gracien<br />

Goids', etc. et comprehensis folio CCC XCII.<br />

1 In margine nota.<br />

170


fol. 200 r<br />

fol. 200 v<br />

fol. 201 r<br />

Van den lombarden<br />

Oeck in denvoirs. iair <strong>van</strong> LI den XX en dach septembris soe heeft hertoge Philips<br />

voirs. den drien Staten slantz <strong>van</strong> Brabant toegeseegt dat men in denselven lande<br />

nyet meer tafelen <strong>van</strong> lombarden en sal houden dan doen waren, ende alomme<br />

evenvoel <strong>van</strong> woeker nemen sal ende oic nyet meer dan den dorden penninc<br />

siaers; prout in litteris incipientibus: `Philips, by der gracien Goidz', etc. et comprehensis<br />

folio CCC LXVIII. /<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LII o fuerunt in Buscoducis hii sequentes<br />

scabini: Iohannes Monix, Christianus Coenen, Godefridus Scilder, Nycolaus<br />

Spierinc,Willelmus de Ghent, Iohannes Monix ¢lius Iacobi, Gerardus de Berkel.<br />

Burgimagistri seu receptores: Iohannes Ghyselen, Ghysbertus <strong>van</strong> den Broeck.<br />

Constantinoplen wairt nu gewonnen<br />

In den voirs. iair <strong>van</strong> LII waert Constantinoplen, die hooftstat <strong>van</strong> den keyserryc<br />

<strong>van</strong> Griecken ende die bloeme <strong>van</strong> den keyserryc, <strong>van</strong> den GroetenTurck gewonnen,<br />

diese L dagen lanc nacht ende dach bestormden ende ten eynde waertse /gelevert<br />

<strong>van</strong> eenen verrader Geneuoys, die corsten was, die <strong>van</strong> den Groten Turck<br />

coninc gemaect was zoe hy hem gelooft hadde, mar als drie dagen leeden waren,<br />

dede hy hem onthalsen als enen verrader toebehoirden.<br />

Van der iamer als Constantinoplen ingenomen was<br />

1452-1453<br />

Van desen verlyes was groet iamer in kerstenheyt, want die Turcken deden daer<br />

grote blasfemie Gode ende den heiligen dattet nyet te scryven en is. Den keyser<br />

<strong>van</strong> Griecken dede hy onthalsen naedat hy doot was; dair was groeten bloetstortinge<br />

der kersten. Dese GroeteTurck creech oeck opte kerstene dat keyserryc <strong>van</strong><br />

Trapeson, vier conincrycken, XX provincien ende CC ander steden, dat zeer te<br />

beclagen is. 1<br />

Hoe Ghent opstont tegens hertoge Philips, horen natuerlycken prince<br />

Oeck in den voirs. iair LII opstont die stat <strong>van</strong> Ghent tegens den voirs. hertoige<br />

Philips, hoeren prince, dien zy nyet en wouden obedieren noch cesseren <strong>van</strong> vele<br />

abuselycke dingen die zy voir recht houden wouden. Ende uuyt groeter verwaentheittrocken<br />

zy uuyt metgroeter heyrcrachtopten GoedenVrydach ende namen in<br />

tslot <strong>van</strong> Gauer. Daernae in de Paeschdagen trocken zy met groter heyrcracht voir<br />

Oudenarden, dair hertoghe Philips quam met cleynre mennichten ende sloech op<br />

hoir heyr ende verdreefsche <strong>van</strong>dair. Ende doe versach die voirs. hertoge Philips<br />

zyn steden inVlaenderen <strong>van</strong> volck<strong>van</strong> wapenen /ende trac over die Sceld tot Rupelmonde<br />

int lant <strong>van</strong>Waess, dair die <strong>van</strong> Ghent metten lantvolcktegens des voirs.<br />

hertogen volc quamen. Ende int toeloepen wairt dair verslagen heer Cornelis <strong>van</strong><br />

Bourgoingien, gouvernuer <strong>van</strong> Lutsenborch, bastartzoen des voirs. hertoge Phi-<br />

1 In margine nota.<br />

171


fol. 201 v<br />

fol. 202 r<br />

1452-1453<br />

lips, ende dairnae bleeft grote zwair oirloge tusschen beyde met roeven, branden<br />

ende duerde wael twee iaren. Ende ten laetsten trac die voirs. hertoge voir tslot te<br />

Gauere, daer die <strong>van</strong> Ghent quamen in groten getal om horen hertoich ende prince<br />

te bevechten, alsoe dattet quam tot enen strydt dien die <strong>van</strong> Ghent verloren,<br />

want zy vloden ende al vlyedende opt velt wairter vele verslagen tot by Ghent<br />

toe, mennich M ende vele verdrancker in de Sceld. Ende VIII daigen dairnae<br />

namse die prince in genaden by middel <strong>van</strong> gelde ende dat hoir abusen tenyeute<br />

worden gedaen. dWelc gescyeden int iair LIIII dairnae.<br />

Ordinancie opte moertbranders ende brantscatters<br />

In den voirs. iair LIIoptenVI ten dach<strong>van</strong> merte soe heeft hertoge Philips voirscreven<br />

opte moertbranders ende brantscatters, diere doen vele waren, die goede lieden<br />

verbrandende ende anxtinerende om gelt te gecrigene, gemaect ende<br />

geordineert zekere ordinancien ende die overal doen publiceren ende kundingen,<br />

te weten:<br />

Dat mense nyet en huyse noch dat men hoir boetscappen nyet en drage<br />

dat nyemand wetens die en huyse noch sustinere noch hoir dreygementen oft boetscappen<br />

aen yemanden doe noch en drage noch en doe doen oft / dragen, opten<br />

peen <strong>van</strong> gecorrigeert te werdene <strong>van</strong> lyve ende goede;<br />

Hoe men die moertbranders vervolgen sal<br />

ende dat omme tegens die voirs. quaetdonres te versien sal men in allen vryheiden<br />

ende dorpen tot allen ingangen stercke dreybomen maken, die des aivontz sluyten<br />

ende totten dage gesloten houden; ende dat die o¤ciers wekers zullen moigen ende<br />

moeten stellen ten versueck <strong>van</strong> den gedreyghden, bedwingende enen yegelycken<br />

dairtegens te waken;<br />

item ende dat een yegelic die moertbranders oft brantscatters wetende, sculdich<br />

sal wesen aen te brengen, opten peen <strong>van</strong> drie gouden ryders;<br />

item dat een yegelic die ennige moertbranders oft brantscatters zal weten, die sal<br />

moigen <strong>van</strong>gen, aentasten ende vervolgen ende om by andere vervolgt te werdene<br />

die clocke ende becken slaen, behoudelic als ennich <strong>van</strong> dien alsoe ge<strong>van</strong>gen zal<br />

zyn dat die voirts gelevert sal werden den o¤ciere <strong>van</strong> der plaetsen dair die aengetast<br />

is; ende oft die quaetdoenre gequetst oft dootgeslagen worde int <strong>van</strong>gen oft<br />

vervolgen, dat diegeen die des dede daira¡ tegens den heer ende vrienden ongelast<br />

zal zyn; ende oick sonder mesdoen sal een ygelic die is gebrantscat oft gebrant<br />

oft gedreygt met brieven oft verbodingen gebrant te werdene, den mesdadigen<br />

moigen volgen ende dairop procederen als op des lantz <strong>van</strong> Brabant oepenbair<br />

vyande;<br />

Dat men een somme gelts setten zal tot behoe¡ desgeens die de moirtbranders<br />

levert<br />

item ende dat elcke stat setten sal een somme gelts /gegeven te werdene denghenen<br />

die onder derzelver stat bedryve alsulkenen mesdadigen leveren zal, welke somme<br />

die stat daironder dat gebuerde, betalen zall; prout in litteris incipientibus:`Philips,<br />

by der gracien Goidz'et comprehensis folio CCC LXII.<br />

172


fol. 202 v<br />

fol. 203 r<br />

1453-1454<br />

In den voirs. iaer LII den XVI en dach in ianuario waert by den voirs. scepenen,<br />

gesworen ende raetsluyden deser stat gemaect ordinancie <strong>van</strong> den gueden ende<br />

erven die men te boeck brengen souden, als begrepen is opten bladeV C XCVIII.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LIII o : Theodericus de <strong>Os</strong>, Henricus die<br />

Hoesch, Gerardus de Vladeracken,Wolterus de Vucht, Iohannes Waerloes ¢lius<br />

Iohannis, Goeswinus de Beeck, Godefridus de Lancvelt.<br />

Burgimagistri seu receptores: Anthonius <strong>van</strong> den Broeck, Iohannes Reymbrantz.<br />

Dat men die penningen opte moertbranders geset <strong>van</strong> deser stat ende<br />

meyeryen halen sal bedesgewyse<br />

In den voirs. iair den XIIII ten dach iunii soe / heeft hertoge Philips voirs. ten versueck<br />

deser stadt geoirdineert dat men alsulckenen somme gelts, as in der voirgaender<br />

ordinancie geordineert is geset te werdene opte moertbranders, setten<br />

ende halen zal gemeyntlic op ende <strong>van</strong> deser stat ende ingesetenen deser meyeryen<br />

bedesgewyse, etc; prout in litteris incipientibus: `Philips, by der gracien<br />

Goidz', etc. et comprehensis folio CCC LXV.<br />

Dat hertoge Philips tot IIII M ryders zyn demaynen mocht belasten<br />

Oeck in den voirs. iair LIII, den XI ten dach iunii, nae vele dachvairden gehouden<br />

by den drien Staten slantz <strong>van</strong> Brabant, hebben dieselve Staiten den voirs. hertoge<br />

Philips tot zynre genaden versueck geconsenteert dat hy zyn renten ende demaynen<br />

zoude moegen bezwaren ende belasten ter sommen <strong>van</strong> IIII M riders, hal¡ in<br />

lyfrenten ende hal¡ in erfrenten, onder zekere vorwarde die altyt te moigen lossen<br />

met gelycke penningen, etc.; prout in litteris incipientibus:`Nae vele dachvarden',<br />

etc. et comprehensis folio CCC XLIX.<br />

Van der scadeloesgeloeften der V C ryders die dese stat verzegelt had<br />

voir hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien<br />

Oeck ten tyde ende iair voirs. den XV en / dach iulii, naedien den voirs. hertoge<br />

Philips by den drien Staiten slantz <strong>van</strong> Brabant was geconsenteert zyn demaynen<br />

te moigen belasten totter sommen<strong>van</strong> IIII M ryders ende dese stat ter begerten des<br />

voirs. hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien <strong>van</strong> der voirs. sommen sich hadde verzegelt<br />

ende verbonden in versceyden lyfrenten totter sommen<strong>van</strong>V C gelycke ryders,<br />

soe heeft dieselver hertoge Philips geloeft dese stat daira¡ scadeloes te houden<br />

ende die voirs. lyfrenten by zynrer genaden rentmeester te doen betalen sonder<br />

deser stat scoude, nae inhoude <strong>van</strong> zekeren brieven die zyn genaden daira¡ hebben<br />

bezegelt ende by den drien Staten slantz <strong>van</strong> Brabant doen bezegelen, te wetene<br />

by heren Henricken, abdt <strong>van</strong> Ha¥igem, ende heren Iannen, abdt <strong>van</strong><br />

Grymbergen, in den name der prelaten ende heren Henricken <strong>van</strong> Hoerne, heer<br />

<strong>van</strong> Perewys, <strong>van</strong> Waelhem, <strong>van</strong> Du¥e, <strong>van</strong> Gheel ende <strong>van</strong> Herlair, ende heren<br />

Daniel, heer <strong>van</strong> Bouchout ende <strong>van</strong> Loenhout, borchgreve <strong>van</strong> Bruessele, <strong>van</strong>wegen<br />

der edelen ende by den bourgermeestren, scepenen ende raet der steden<br />

<strong>van</strong> Loeuen, Bruessel ende Antwerpen <strong>van</strong>wegen der steden, vryheyden ende<br />

173


fol. 203 v<br />

fol. 204 r<br />

1453-1454<br />

dorpen slants <strong>van</strong> Brabant; prout in litteris incipientibus:`Philips, by der gracien<br />

Goidz', etc. et comprehensis folio CCC LI. /<br />

Aengaet den ingebode ende bescryven deser stat aen die <strong>van</strong> Herpen<br />

Oeck in den voirscr. iair LIII ende als noch scepenen waren Ianne Monix, Corstiaen<br />

Coenen, Goyart Scilders, Claes Spierinc,Willem <strong>van</strong> Ghent cum suis, eest<br />

geboert dat een, geheiten Elbout 1 <strong>van</strong> der Gonde, 2 wesende gecoft poirter deser<br />

stat, by de voirs. scepenen clechtich es gecomen hoe dat hem zyn gueden tot Herpen<br />

ongebrueck worden gemaect, alsoe dat zy in den name deser stat screven<br />

enen brie¡ aen den scouthet <strong>van</strong> Herpen ende zynen stathelder, hen verhalende<br />

die clachte Elboutz voirs. ende begerende dongebruyck afgedaen te werdene oft<br />

ten benoemden daigen ten verantwoirdene te comene. Ende Ott <strong>van</strong> Doernic,<br />

knecht des voirs. Elboutz, metten voirs. brie¡ tot Herpen comende by Aernden<br />

Claess., die dair stathouder te wesen plach, en woude dieselver Arnt den brie¡<br />

nyet ontfangen, seggende dair nyemand te wesen die hem der herlicheit onderwonde.<br />

Nyettemin leyden Ott den brie¡ dair neder ende terstont dairnae wairt<br />

hy dair <strong>van</strong>wegen der heerlicheit gehouden. dWelc gesciet quam Elbout voirs.<br />

ende gaf dat alsoe clechtich weder te kennen. Ende uuytdien scree¡ dese stat anderwarven,<br />

verhalende den iersten brie¡, ende als voir begerden dongebruyc afgedaen<br />

te hebbene ende Otten voirs. ontslaigen oft noch ten verantwoirdene te<br />

comen ende seynden dien brie¡ met enen gesworen bode. /<br />

Van geleyde te geven 3<br />

Nae denwelken een, geheiten Willem Stuedman, amptman tot Rauensteyn,<br />

scree¡ aen dese stat, verhalende hoe dat die voirs. brieven tot zynrer hant comen<br />

weren ende dat Arnt Claess. geen stathouder en weer ende begerende <strong>van</strong> deser<br />

stat geleyde metten genen die met hem souden comen om <strong>van</strong> der saken voirs.<br />

metten scepenen deser stat te spreken. Dairop dese stat weder scree¡ den amptmannen<br />

geleyde te geven behoerden den scouthet <strong>van</strong> sheren weghen ende dat zy<br />

uuytdien in absencien des scouthets gesproken hedden met zynen stathelder,<br />

datse geleyde hedden zoe verre zy metten vonnisse der scepenen deser stat nyet<br />

verreyct en weren oft tegens onser genedigen heren metter hant nyet gebruect en<br />

hedden.Woude die amptman voirs. die voirs. sake dairomme twewarven gescreven<br />

weer, verantwoirden dat die heer dairaf geen geley geven en mochte, want dat<br />

den rechten aenginc; mar een yegelic die dat aenginc oft doen woude, mucht dat<br />

verantwoirden op zyn recht. Ende alsoe is gecomen die amptman voirs. met een<br />

deel goede mannen, doende zyn verantwoirden. In den yersten seeghden die<br />

amptman dat Elbout hed geweest gesworen dienre ende amptman heren Adolfs<br />

<strong>van</strong> den Cleue ende noch bynnen iairs wair ende dat hy mitsdien nyet genyeten en<br />

zoude die vryheit deser stat <strong>van</strong> saken aengaende zyns dyensts ende amptz; ende<br />

1 Lees mogelijk Ewout zoals op fol. 208 v en fol. 209 v , beide varianten komen ook in het cartu-<br />

larium voor.<br />

2 Lees mogelijk Goude.<br />

3 In margine nota.<br />

174


fol. 204 v<br />

fol. 205 r<br />

dat dbeslach gesciet weer eer Elbout poirter was ende dat dat voir commer weer,<br />

die hy geloeft hed a¡ te doen. Elbout voirs. seyden dairop dat die amptman voirs.<br />

ende die scouthet <strong>van</strong> Rauesteyn hem toegeseegt hedden dat heer Adol¡ voirs.<br />

hen gescreven hadde dat /die arresteringe zynre gueden zoude blyven staen totter<br />

coempsten heren Adolfs voirs. oft dat hy yemanden gelast seynden ende dat bynnen<br />

middelen tyden nyemand ter eenreroftter ander zyden recht dairmede plegen<br />

en zoude.<br />

Spraken die scepenen, gehoirt die clachte ende verantwoerden, uuytdien dat Elbout,<br />

sint hy hem gegeven had tsynen eede onder den dienst heren Adolfs voirs.<br />

ende noch bynnen iairs was dat hy ontlast was, hem die vryheit der poirteryen deser<br />

stat nyet dyenen en zoude <strong>van</strong> saken aengaende den dienst heren Adolfs voirs.,<br />

tenwair dat tiair <strong>van</strong> zynrer ontlastinge omgaen weer. Item ende dat die amptman<br />

den voirs. Otten quytscelden soude ende costeloes ende scadeloes ontslaen, dairop<br />

die amptman seyden dat hy gerne doen soude.<br />

Van gelyke bescryven aen den scouthet <strong>van</strong> Herpen<br />

Ten tyde voirs. oic, ten versueck Heymericx <strong>van</strong> der Aelsuoert, poirter deser stat,<br />

welcx gueden gelegen tot Herpen hem by Ian <strong>van</strong> Gael ongebruyck worden gemaect,<br />

scree¡ dese stat aen Henricken Snauel, scouthet tot Herpen, dat a¡gedaen<br />

te werdene oft ten verantwoirdene te comen, des die scouthet ten iersten nyet en<br />

dede, alsoe dat dese stat scree¡ anderwarven als voir. Ende want die scouthet des<br />

noch nyet en dede oft dat die scouthet oft Ian <strong>van</strong> Gael ten verantwoirden quam,<br />

scree¡ dese stat enen versueckbrie¡ aen den voirs. scouthet, verhalende des voir<br />

gescreven was ende dat hy behoirden <strong>van</strong> zynrer ongehoirsamheit gestraft te wordene,<br />

welc versueck die scouthet voirs. noch nyet achtende, tselve versat ende ongehoirsam<br />

was. / Wairomme die scepenen deser stat versochten aen heren<br />

Yewaen Moll, ridder, scouthet deser stat, dat hy den voirs. Henricken Snauel,<br />

scouthet tot Herpen, <strong>van</strong>gen soude ende brengen bynnen deser stat ende houden<br />

ter tyt toe hy Heymericken voirs. betaelt soude hebben ende opgericht alle scaden<br />

die hy by gebreck <strong>van</strong> rechte geleden hedde, ende dairtoe seker te doen zulkenen<br />

beternisse als twee <strong>van</strong> onss genedigs heren Raide ende die richter ende scepenen<br />

deser stat hem seggen souden te doen. dWelc die voirs. heer Yewaen als scouthet<br />

voirs. alsoe dede ende die voirs. Henric Snauel alsoe hier in der stat wesende, versochten<br />

die scepenen denvoirs. herenYewaenen dat te willenverkundigen den heren<br />

<strong>van</strong> den Raide ons genedigs heren omme bynnen vyf daigen hier te comen<br />

ende die beternisse dairaf nae der lantcarten te termineren.<br />

Terminacie opte ongehoirsamheit des scouthets <strong>van</strong> Herpen<br />

1453-1454<br />

Ende mitsdien die voirs. heren <strong>van</strong> den Raide bynnen die voirs. vyf dagen nyet en<br />

quamen ende Heymeric voirs. <strong>van</strong> denvoirs. Henricken, scouthet tot Herpen, vernuegt<br />

was, hebben die voirs. scouthet ende scepenen deser stat op die ongehoirsamheit<br />

ende misdaet Henricx voirs. hoir terminacie gegeven, te wetene: in den<br />

iersten dat hy die heerlicheit ons genedigs heren ende den rechten te beternisse<br />

bidden sal den scouthet in den name der heerlicheit ende den scepenen in den name<br />

den rechte, dat zy hem om goidzwil willen vergeven des hy der herlicheit ende<br />

175


fol. 205 v<br />

fol. 206 r<br />

fol. 206 v<br />

1454-1455<br />

den rechten voirs. hierinne mesdaen heeft, dwelc Henric voirs. terstont willichlic<br />

ende oetmoedelic dede; / item ende dat Henric voirs. den heer ende deser stat sal<br />

doen ter beternisse met zyns selfs lyve een bedevaert tot Onser Liever Vrouwen<br />

ten Edezel tusschen dit ende Sinte-Mertensmisse naestcomende ende goet bethoen<br />

brengen, oft hy mach die a£eggen met X Rynsgulden tot Sinte-Mertensmisse<br />

naestcomende, half den heer ende hal¡ der stat, ende dairaf sal Henric<br />

zynen koer hebben ende hy koer terstont tgelt te geven. Gesciet XI daigen in septembri<br />

anno LIII in orconden der voirs. scepenen Ians Monix, Corstiaens Coenen,<br />

Goyart Scilders, 1 etc. cum suis; prout ad signum tale (½25) ac foliis CCC<br />

LVII, LVIII, LIX.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LIIII to : Nycolaus Loenman, Symon die<br />

Hoesch, 2 Arnoldus Berwout ¢lius Rodolphi, Martinus de Rode, Petrus Steenwech,<br />

Martinus Berwout ¢lius Arnoldi, / Iohannes Spiker.<br />

Burgimagistri seu receptores: Nycolaus de Straten,Theodericus de Berse.<br />

Dat den gouden leeuwe wairt geslagen<br />

Oeck is hier te wetene dat in denvoirgaende iair <strong>van</strong> LIII den XIX en dach ianuarii<br />

die voirs. hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien, die tweeste <strong>van</strong> dien name, hertoge<br />

<strong>van</strong> Brabant, den gouden leeuwe voirV scillingen groet Vlemsch heeft doen munten;<br />

item noch enen gulden penninc, geheiten leeuken, voir drie scillingen IIII<br />

penningen groet Vlemsch; item ende noch enen halven penninc, geheyten halven<br />

leeu, voir II scillingenVI penningen.<br />

Een valuacie 3<br />

Ende voirt heeft dieselver hertoge Philips geordineert dat ganck hebben zouden<br />

in Brabant metten voirs. gulden penningen dese naevolgende munten ende penningen<br />

ende geen andere, te wetene: die gouden croen voir IIII scillingen groet;<br />

item den gouden Philippusryder by den voirs. hertoge Philips gemunt int iair<br />

XXXIIII voir IIII scillingen IIIgroet; /item denVlemsschen nobele voirVII scillingen<br />

X denieren groet, die halve ende vierendele nae advenant; item den Engelschen<br />

nobel voir VIII scillingen II penningen groet; item den halven nobele, die<br />

saluyt <strong>van</strong> Vrancryc, tdordendele <strong>van</strong> der saluyt, tvierendeel <strong>van</strong> den Ingelschen<br />

nobel, elck nae zyn grote nae gelande <strong>van</strong> den Engelschen nobel; item die ducaet<br />

<strong>van</strong>Venegien, <strong>van</strong> Ieneuen, <strong>van</strong> Florens, <strong>van</strong> Romen ende den Hongerschen gulden<br />

<strong>van</strong> LXXI op die marck, voir IIII scillingen I penninc groet; den Rynschen<br />

gulden ende den gulden <strong>van</strong> Lutsenborch voir III scillingen III penningen groet;<br />

item ende als <strong>van</strong> der witter munten, nu loep hebbende, ende oick <strong>van</strong> der ouder<br />

munten, geheiten placken oft cromstarten, <strong>van</strong> vyf Engelschen Vlaemsch tstuc<br />

ende den halven daira¡, dairaf die II gelden enen cromstart, ende andere cleyne<br />

penningen <strong>van</strong> derselver munten <strong>van</strong> minderen pryse, die zullen blyven by horen<br />

1<br />

Aldus hs., men verwacht Goyarden Scilder.<br />

2<br />

Inmarginedooranderehand1453 ut ante (zoals voorheen) Henricus de Hoesch, Goessewinus<br />

de Beeck 1454.<br />

3<br />

In margine nota.<br />

176


fol. 207 r<br />

fol. 207 v<br />

alden ganck; item den postulaets Ludics gulden zoude loep hebben in Brabant<br />

voir XXIIIIgroet Vlemsch totten lesten dach februarii; ende den Gwillelmusscilt<br />

voir XL groet Vlemsch; /<br />

Dat den peter was geset op XVIII stuvers 1<br />

den peter voir XXXVIgroten ende Philippusclinckarts voir XXIX groet; metvele<br />

meer ordinancien ende verboden, begrepen in den brieven dairop gegeven, beginnende:`Philips,<br />

by der gracien Goidz', etc. ende begrepen opten blade CCCC<br />

XXVI.<br />

Aengaet trecht dat dese stat heeft int lant <strong>van</strong> Herpen<br />

1454-1455<br />

In den voirscr. iair LIIII uuytdien die poirtier deser stat ende <strong>van</strong>wegen derselver<br />

in der stat <strong>van</strong> Rauesteyn, dair die edele heer Adolph <strong>van</strong> Cleue, heer tot Rauensteyn,<br />

hadde die heerlicheit, hoge, middel ende lege, hadde gedaen alrehande exploiten<br />

ende dairuuyt gehaelt ende geleyt Elbout <strong>van</strong> der Gonde, die aldair opt<br />

gewydt lach, ende oick uuytdien dat die hoichscouthet deser stadt tot Rauesteyn<br />

ende in den lande <strong>van</strong> Herpen scouthet, scepenen ende andere o¤cieren heren<br />

Adolfs voirs. aldaer verlaten ende ontset hadde ende andere <strong>van</strong>wegen onss genedigs<br />

heren in hoir stat gestelt, omdat die casteleyn tot Rauesteyn den poirtier deser<br />

stat overmits zynen voirs. exploiten enen nacht ge<strong>van</strong>gen had gehouden ende<br />

dairnae ontslaigen op geloeften die hygedaen hadde, /als dair nyet meer sulkenen<br />

exploiten te comen doen, die voirs. hertoge Philips ten vervolge heer Adolphs<br />

voirs. heeft ontboden ende bevolen den voirs. scouthet te comene ende den scepenen<br />

ende raide deser stat hoir gedeputeerde gelast te seynden by den cancellier<br />

ende raitsluden<strong>van</strong> Brabant omme opte clachten heren Adolphs voirs. te antwoirden<br />

ende dair en teynden dairaf te geschien, het weer by vruntlic appoinctement<br />

oft strengheit <strong>van</strong> rechte, zoe behoren zoude.<br />

Welke hoichscouthet ende ennige gedeputeerde deser stat, comparerende voir<br />

den cancellier ende raitsluden voirs., opte clachten voirs. hebben geantwoirt:<br />

Die macht der ingebyeders; <strong>van</strong> den ingebot<br />

in den iersten dat onse genedige heer die hertoge in zynre stat <strong>van</strong> Den Bosch hedde<br />

twee poirtiers die men hyet ingebieders, overmits denwelken die <strong>van</strong> Den Boschvoir<br />

hen muchten doen ingebieden alle die ingesetenen deser meyeryen, zoe verre die<br />

gedaen hedden ennige geloeften voir scepenen ofte poirteren deser stat oft dat zii<br />

beseten oft hantplichten ennigen gront <strong>van</strong> erve die belast weer <strong>van</strong> ennigen erfcommeren,<br />

dairaf die vorwarden gesciet weren voir scepenen deser stat;<br />

Van den getugen te doen gedagen<br />

ende oic alle die getugen die geseten zyn in der meyeryen deser stat, beyde onder<br />

onsen genedigen heer ende onder die smaelheren ende oic onder die heerlicheit<br />

<strong>van</strong> Herpen,Vden ende Rauesteyn, om te comen tugen; /<br />

1 In margine nota.<br />

177


fol. 208 r<br />

fol. 208 v<br />

fol. 209 r<br />

1454-1455<br />

Oft int lant <strong>van</strong> Herpen den poirtyers belet worde gedaen<br />

item ende dat dese stat previlegieert is oft geboirde dat den poirtyers gewelt oft<br />

belet worde gedaen om hore exploiten wille in der voirs. heerlicheit <strong>van</strong> Rauensteyn,Vden<br />

ende Herpen by de amptluden aldaer, dat die scouthet deser stat die<br />

soude ontsetten ende <strong>van</strong> onss genedigs heren wegen andere in hoir stat setten, die<br />

blyven zouden totdat onsen genedigen ende der partyen richtinge ende beternisse<br />

gedaen zoude wesen;<br />

Der poirteren recht<br />

item seyden noch die voirs. <strong>van</strong> Den Bosch dat dese stat previlegieert is dat alle poirteren<br />

derzelver stat <strong>van</strong> allen personelen saken behoren te recht gestelt te werdene<br />

voir scouthet ende scepenen deser stat ende dat dese stat daira¡ in goeder possessien<br />

weer geweest ende noch weer, dat nyemanden en gedecht <strong>van</strong> contrarien; ende<br />

dat zoe wanneer ennige poirter deser stat tot enniger plaetsen bynnen deser meyeryen<br />

ge<strong>van</strong>gen oft arresteert weer, het weeronderonser genedigen heer sonder middel<br />

oft onder die smaelheren, dat die wethouderen deser stat dan gewoentlic zyn te<br />

versuecken den richter daironder die poirter ge<strong>van</strong>gen is, dat dan die richter dien<br />

poirter uuytlaetoft ge<strong>van</strong>gen brengtbynnen deser statomme aldair te rechtte staen;<br />

Aengaet den bescryven deser stat<br />

item seydenvoirt dat in der voirs. stat <strong>van</strong> Rauensteyn geweest weer die voirs. Elbout<br />

<strong>van</strong> der Gonde, poirter deser stat, om hem aldair te presenteren te rechte <strong>van</strong> allet<br />

geen dat men hem dair eysschen muchte; ende dat doende wairt hem aengedaen<br />

zulkenen vrese <strong>van</strong> ennigen zynen quaetwilligen, dat hy vlyen / moste opt gewydt<br />

in een capelleken aldair; ende dat mitsdien dieselver Elbout poirter was deser stat,<br />

scree¡ dese stat hoir brieve in gewoentliker manieren tot tween stonden aen den<br />

scouthet <strong>van</strong> Rauesteyn, dat hy den voirs. Elbout 1 soude helpen vryen, dat hy ongevreest<br />

<strong>van</strong> zynen vyanden hem hedde moigen stellen <strong>van</strong> den gewydde ende gaen<br />

daert hem gelieftde; ende mitsdien die scouthet voirs. des nyet en dede, soe scree¡<br />

dese stat haren dorden versueck brie¡, denwelken dese stat sant metten poirtier deser<br />

stat ende met X oft XII scutten, diese hem met Willemen Dicbier toevueghden,<br />

omme den voirs. Elbouden 2 te halen ende te bescudden; die voirs.Willem Dicbier<br />

reysden metten voirs. poirtier in der voirs. stat <strong>van</strong> Rauesteyn, daerse den scouthet<br />

aldair deser stat brie¡ thoenden; die scouthet, dien ontfangen hebbende, dede oepenbairlic<br />

gebieden dat nyemand den voirs. Eewouden mysdaa, ende alsoe reysden<br />

dieselver Elbout 3 metten poirtier ende Willemen Dicbier voirs. uuyter stat <strong>van</strong><br />

Rauesteyn tot int geselscap der scuttenvoirs. die hen daer verwachten, ende <strong>van</strong>daer<br />

voir bynnen deser stat, sonder datyet anders dairtoe gesciede tegens denvoirs. scouthet;<br />

in welken die voirs. <strong>van</strong> Den Bosch seyden dat zii geenssins vercort en meynden<br />

te hebbene den voirs. heren Adolphen aen zynre heerlicheit, etc.;<br />

Aengaet den dagen der poirtieren onder die smaelheren<br />

item ende dat dairnae die voirs. poirtier gereeden weer tot Rauensteyn om naevolgende<br />

den ouden costumen ende oic den rechten deser stat enen / geheitenWillem<br />

1 Verbeterd uit Ewout.<br />

2 Verbeterd uit Eewouden.<br />

3 Verbeterd uit Eewout.<br />

178


fol. 209 v<br />

fol. 210 r<br />

Scoermouw, scouthet aldair, te gedagen oft te doen dagen, dair diezelver poirtier<br />

versocht enen diener onder den voirs. scouthet, dat hy denzelven scouthet daigen<br />

woude omme te comen voir scepenen deser stadt om seker geloeften die hy voir<br />

hen gedaen hadde; ende want die dyener dat weygerden, zoe daighden die voirs.<br />

poirtier selver den voirs. Willemen; ende dairnae vertrock die voirs. poirtier uuyt<br />

Rauensteyn om te gedagen sekere getugen aldair geseten, om der wairheit getuych<br />

te geven voir scepenen deser stat; ende dat als die poirtier alsoe <strong>van</strong> den scouthet<br />

vertrocken was, dede die scouthet denselven poirtier wederhalen tot Rauensteyn<br />

ende wedercomende dede <strong>van</strong>gen denselven, zeer rudelic tracteerden ende vele onsediger<br />

woerden seeghden dat hy hem zoude hangen aen een venster <strong>van</strong> den sloot<br />

die hy hem aldair wees, ende dairtoe dede hy denselven poirtier slaen in enen stock,<br />

dairaen die scouthet groetelic hed gebruect tegen onsen genedichsten heren; dairomme<br />

die scouthet <strong>van</strong> Den Bosch getogen weer met zynen dieneren ende ennigen<br />

anderen <strong>van</strong> deser stadt totten getale <strong>van</strong> XL, dair hy achtervolgende der voirs. previlegien<br />

met woerden ende anders nyet den scouthet ende scepenen tot Rauensteyn<br />

ontlasten <strong>van</strong> horen ampten <strong>van</strong> ons genedigs heren wegen, daeraen die voirs. <strong>van</strong><br />

Den Bosch seyden dat nyet gedaen en weer dan alsoot behoerde.<br />

Van recht deser stat in den lande <strong>van</strong> Herpen 1<br />

1454-1455<br />

dWelc gehoirt by den cancellier ende raitsluyden voirs. hebben diezelve dairop geraempt,<br />

te wetene: in den iersten dat zoeverre aencleeft hen gescillen, / hetzy in<br />

die proprieteyt by titule <strong>van</strong> previlegien oft anders oft oic uuyt crachte <strong>van</strong> possessien<br />

bii costumen oft gewoenten, die voirs. partyen zullen blyven geheel in sulkenen<br />

staet oft poincte als zy waren eer tvoirs. gescil opstont ende gelyc oft die voirs.<br />

saken dairomme tselver gescille opgestaen is, nyet gevallen noch gesciet en weren;<br />

ende dat alsoe die voirs. <strong>van</strong> Den Bosch zullen blyven geheel in horen rechten<br />

ende previlegien om diere te gebruycken in den voirs. lande <strong>van</strong> Herpen,Vden<br />

ende Rauensteyn, gelyc zy deden voir die toecoempste der voirs. saken; ende insgelycx<br />

zullen die <strong>van</strong> Herpen blyven by hoir alde vryheiden, etc., beheltelyc onsen<br />

genedichsten heren zyn recht ende interest dat hy heeft totten partyen voirs. om<br />

der saken wille voirs.; item ende aengaende den voirs. Eewouden, die had geweest<br />

rentmeester ende naederhant poirter deser stat was worden, dat eest sake dat heer<br />

Adolph voirs. wil doen voirt varen tegens den voirs. Eewouden om <strong>van</strong> hem te<br />

hebben rekeningen ende bewys <strong>van</strong> zynen ampte, dat die voirs. <strong>van</strong> Den Bosch<br />

hen verdragen zullen denzelven Eewouden dairaf te bescudden by zynrer poirteryen;<br />

item ende dat allet belet dat by den scouthet <strong>van</strong> Den Bosch <strong>van</strong> ons genedigs<br />

heren wegen gedaen is in der heerlicheit voirs. int ontsetten <strong>van</strong> den<br />

ampluden ende dienerenvoirs., a¡ zall zyn endeblyven, alsoe dat/dieselver ampluydenvoirtaen<br />

recht ende vonnisse zullen moigen doen, het en wair datby mynen<br />

voirs. genedigen heer om zyns voirs. interests wille naemaels partyen gehoert, anders<br />

dairop worde geordineert; welke advys, aengehoirt by den gedeputeerden<br />

deser stat, hebben dat aengeveert omme dat in allen zynen pointen <strong>van</strong> machten<br />

te blyven ende gehouden te werdene tot ewigen daigen, by alsoe oec dat heer<br />

1 In margine nota.<br />

179


fol. 210 v<br />

fol. 211 r<br />

fol. 211 v<br />

1455-1456<br />

Adol¡ voirs. dat oic alsoe gelyeft taenverdene; dwelc oic meester Ian Soilloit, secretaris<br />

des voirs. heren Adolfs, aengenomen heeft denselven over te dragen ende<br />

zyn antwoirde daira¡ by den voirs. cancellier ende raitsluden weder te brengene<br />

des maendaigz nae halfvasten naestcomende; gedaen te Bruessel, XXI februarii<br />

int iair XIIII C LIIII.<br />

Dairnae des dynsdachs nae halfvasten, den XVIII en dach merte in den iair voirs.,<br />

die voirs. meester Ian Soilloit, secretaris <strong>van</strong>wegen heren Adolfs voirs. ter eenre<br />

ende die gedeputeerde deser stat by namen Claes Loenman voirs., scepene ten<br />

tyde, meester Gerart <strong>van</strong> Vladeracken, gesworen, meester Ian Monix, raitsman,<br />

ende meester Arnt <strong>van</strong>Weilhusen die ionge, secretarys deser stadt, ter andere zyden<br />

compareerden voir den voirs. cancellier ende raitsluden ende seeghden tevreden<br />

te wesen metten voirs. advyse; welke advys als den XII en dach <strong>van</strong> merte int<br />

iair voirs. tevorens met zynen brieven hadde approbeert nae inhoude <strong>van</strong> sekere<br />

acten dairop gegeven, beginnende ad signum tale (½26) ende begrepen foliis CCC<br />

LIII, LIIII, LV. /<br />

Van M ryders verscoten om die moertbranders te crigen<br />

Oeck in den voirs. iair LIIII den XVI en dach decembris heeft die voirs. hertoge<br />

Philips deser stat geoirloft bedesgewyse te setten op hairselven ende op allen den<br />

ingesetenen deser meyeryen alzulkenen duysent ryders als dese stat had verschoten<br />

omme te gecrigene zekere moertbranders ende brantscatters dairmede dese<br />

stat ende meyerye zeer gequelt hadde geweest; prout in litteris incipientibus: `Philips,<br />

by der gracien Goidz', etc. et comprehensis folio CCC LX.<br />

Hoe hertoge Philips buyten lantz II iaren was<br />

In den iair <strong>van</strong> LIIII voirscr. oeck zoe track die voirs. hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien<br />

in Almanien tot eender dachvaert, die te Reynsberch lach, om te spreken<br />

<strong>van</strong> een cruysvaert om te trecken op dieTurcken, dair nyet af en quam. Ende hertoge<br />

Philips was wel twe iaren absent uuyt zynen landen, zoedat men nyet en wiste<br />

wair hy was, mar ten eynde quam hy weder int lant als int iair <strong>van</strong> LVI. /<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LV o : Godefridus de Dommelen, Goeswinus<br />

Heym, Arnoldus Berwout, Ludolphus Buck, Goeswinus Toelinc, Gerardus<br />

Boest, Iohannes Loenman ¢lius Iohannis, Iohannes de Erpe ¢lius Arnoldi, pro<br />

Dommelen defuncto, qui Iohannes prestitit iuramentum ultima augusti.<br />

Burgimagistri seu receptores: Ghiisbertus Herinc, Andreas Berntz.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LVI to : Iohannes Monix, / Ghyselbertus<br />

Haeck, Amelius de Boechem, Theodericus de Aa, Henricus Monix, Adam die<br />

Lu, Ghiselbertus <strong>van</strong> den Broeck.<br />

Burgimagistri seu receptores: Nycolaus Oedeuair, Christianus Becker.<br />

Die con¢rmacie <strong>van</strong> bisscop tot Vtrecht<br />

Int voirs. iair vercreech hertoge Philips voirs. <strong>van</strong> den paeus Calixtus die Dorde<br />

die con¢rmacie des bisdoms <strong>van</strong> Vtrecht voir heer Dauid, zynen natuerlycken<br />

180


fol. 212 r<br />

fol. 212 v<br />

zoen, die doe bisscop <strong>van</strong> Truwane was. Mar die <strong>van</strong> Vtrecht ende oic dat Ouersticht<br />

ende dlant <strong>van</strong> Ouerysel en wouden hem voir genen bisscop ontfangen,<br />

want tcapittel <strong>van</strong>Vtrecht had gecoren den doomproest, des heren zoen <strong>van</strong> Brederode,<br />

die dat zwert ende die iurisdictie oic <strong>van</strong> den keyser gecregen hadde.<br />

Dat heer Dauid bisscop tUtrecht wert<br />

Nyettemin by middele des hertogen <strong>van</strong> Cleue overquam hertoge Philips metter<br />

stat <strong>van</strong> Vtrecht ende met horen elect <strong>van</strong> Brederode, dat hy met Dauid, zynen<br />

zoen, bynnenVtrecht quam met groeter macht. Ende zii / ont¢ngen heer Dauid<br />

voir horen bisscop. Ende die elect resigneerden zyn recht ende die elect wairt voirsiene<br />

met anderen bene¢cien.<br />

Dat hertoge Philips voir Deuenter lach<br />

Mar want dlant <strong>van</strong> Ouerysele den voirs. heer Dauid voir heer nyet en wouden<br />

ontfangen, track hertoghe Philips metter macht voir Deuenter, dair hy voir lach<br />

omtrent VIII weken. Ende in die tyt regendet dach by dach, zoe datter nyet vele<br />

bedreven en wairt <strong>van</strong> wercken <strong>van</strong> oirloge, mar nyet min wert bededingt dat die<br />

Ouerysele steden den voirs. heer Dauid oeck ont¢ngen.<br />

Een victorie tegens denTurcke<br />

Oeck int iair voirs. denVI ten dach<strong>van</strong> oegmaent hadden die kersten in Hongeryen<br />

over die Denouwe een myraculose victorie tegens den Groten Turck, die vloot.<br />

Want dingelen Goidz worden dair gesien in hulpe der kersten. Die heilige Iohannes<br />

de Castistrano, mynrebrueder, stercten dat kerstenvolc. Dair blevenverslagen<br />

omtrent C M heydenen.<br />

Van derTrans¢guracien Ons Heren 1<br />

Ende tot dier gedenckenissen in dancbairheit tot Gode zoe instelden paeus Calixtus<br />

die Dorde op dien dach die feeste <strong>van</strong> derTrans¢guracien, verlenende dairtoe<br />

diezelve a£aten als totter feesten <strong>van</strong> den Heiligen Sacrament gegeven zyn.<br />

Dat die kynderen tot Sinte-Michiels toegen<br />

1456-1457<br />

Oeck omtrent deser tyt trocken die kynderen uuyt Almanien ende uuyt anderen<br />

landen met groter scaren ende met groter devocien in pelgrimagie tot Sinte-Michielsberge<br />

in Normandien. /<br />

Dat coninc Lodewyc, noch Dolphyn wesende, by hertoge Philips<br />

wert onderhouden ende veriaegt <strong>van</strong> zynen vader<br />

Oeck in den voirs. iair <strong>van</strong> LVI quam heer Lodewyc, die Dolphyn <strong>van</strong>Vienne, des<br />

VII en coninx Kaerls <strong>van</strong>Vrancryc zoene, tot Loeuen, want zyn vader op hem verbolgen<br />

was ende had hem beroeft <strong>van</strong> den dolphinaet ende meynden zynen ionc-<br />

1 In margine nota.<br />

181


fol. 213 r<br />

1456-1457<br />

sten zoen Kaerle, hertoge <strong>van</strong> Berry, die crone te laten. Hertoge Philips voirs. ont-<br />

¢nc den voirs. Dolphyn eerlic ende dede hem altyt coninclyke eere ende hyeltenV<br />

iaren in zyn lant met zynre vrouwen, die Dolphininne, ende gaf hem groete pensien<br />

op te leven. Ende al meest waren zy tot Genapien inWals-Brabant, dwelc die<br />

Dolphyn naemaels qualic bekenden. Ende hy had <strong>van</strong> hair enen zoen die Ioachim<br />

hyet, die ionck sterf, ende een dochter die Anna hyet, die wert hertoginne <strong>van</strong><br />

Bourbon.<br />

Dat die voirs. Lodewyc gecroent wert<br />

Ende als die voirs. coninc Kaerle, zyn vader, gestorven was als int iair M CCCC<br />

LXI, trac hertoge Philips ende die greve <strong>van</strong> Charloys, zyn zoen, ende die hertoich<br />

<strong>van</strong> Cleue ende vele andere heren ende edelen met groter macht ende schonen<br />

staet metten voirs. Dolphyn tot Ryemen in Vrancryc, dair hy gecroent wairt.<br />

Ende dair dede hertoich Philips den coninc manscap <strong>van</strong> den hertoichdom <strong>van</strong><br />

Bourgoindien, <strong>van</strong> den graefscap <strong>van</strong>Vlaenderen ende Artoys.<br />

DatconincLodewyclostendiestedenopdieSommeendeinVermendoys<br />

Ende corts dairnae losten die voirs. nyewe coninc met penningen aen hertoge<br />

Philips die steden op die Somme ende inVermandoys, als Amyens, Abbeuyl, Sinte-Quintyns,<br />

Monstruel, Perone, ende hertoich Philips gafse over. /Oeckteser tyt<br />

die voirs. hertoge Philips wesende tot Bruessel quam dair byhemvrou Agnes, hertoginne<br />

<strong>van</strong> Bourbon, wedue, zyn suster, die hii hoechlic ont¢nc.<br />

Van eenre cruysvairt<br />

Oeck teser tyt sant paeus Pius dieTweeste die een cruysvairt predicten op dieTurcken,<br />

aen hertoge Philips, hertelic begerende dat hy in persoene comen woude,<br />

zoe hy hem toegeseegt hadde, om te trecken met hem opteTurcken. Hertoge Philips<br />

blee¡ thuys ende seynden hertoge Anthonys, zynen bastartzoen, met groeter<br />

macht <strong>van</strong> volc ter zee om den paeus voirs. bystant te doen, die doen was gereyst<br />

tot Ancone. Oeck trac derwarts vele gemeyns volcs metten cruce getekent. Oeck<br />

teser tyt wert hertoge Philips zeer verbolgen opten greve <strong>van</strong> Chairloys, zynen<br />

zoene, dien sommigen heeren tegens hemvermaect hadden, dat naederhant ende<br />

corts uuytquam, dairomme een geheiten Iohan Consteyn 1 ende noch een ander<br />

tot Rupelmonde onthalst worden.<br />

Oirspronc <strong>van</strong> den strydt die hertoge Kaerle had tegen coninc Lodewyc<br />

Corts dairnae stonden tegens den voirs. coninc Lodewyc op die princen ende<br />

meeste heren <strong>van</strong> Vrancryc, omdat hy by hem zeer verhie¡ onedele kerels ende<br />

den hertoge <strong>van</strong> Berry, zynen brueder, ende andere princen zyns rycs lyet hy on-<br />

1 Of Cousteyn.<br />

182


fol. 213 v<br />

fol. 214 r<br />

fol. 214 v<br />

geacht. Dairomme eenen groeten strydt toequam die gescieden tot Monthery int<br />

iair LXVI, als nae blyct. /<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LVII o : Gerardus deVladeracken, Petrus de<br />

Arennest, Iohannes Monix ¢lius Iacobi, Iacobus de Berck, Symon de Gheel, Rodolphus<br />

die Beuer ¢lius Rodolphi, Henricus Noeden, Rutgerus Berwout, pro<br />

Berck defuncto, qui prestitit iuramentum IX a augusti.<br />

Burgimagistri seu receptores: Gerardus Symons, Gerardus Sanders.<br />

Con¢rmacie <strong>van</strong> eenre carten aengaende den beleyde <strong>van</strong> den volc<br />

<strong>van</strong> wapenen, verleent int iair LI<br />

In den voirs. iair LVII den XXVIII en dach novembris soe heeft hertoge Philips<br />

<strong>van</strong> Bourgoindien voirs. voir hem, zyn erven ende nacomelingen die verleninge<br />

den lande <strong>van</strong> Brabant, by hem int iair LI lestleden den XX en dach septembris<br />

gedaen, aengaende den beleyde <strong>van</strong> den volc <strong>van</strong> wapenen, <strong>van</strong> der iusticien <strong>van</strong><br />

den lande, <strong>van</strong> den tollen, <strong>van</strong> der / geestelicheit, hoe ende wye coepen moigen<br />

ende voirts allen den articulen dairnae volgende, gecon¢rmeert, geapprobeert<br />

ende gerati¢ceert om denzelven lande ewelic onverbrekelic onderhouden te werdene,<br />

metsgaders aengaende oft overdaden by volc <strong>van</strong> wapenen int lant geboerden<br />

ende die capiteynen oft o¤cierenversumelic weren die te stra¡en, hoe ende in<br />

wat manieren die gericht ende gestra¡t zullen werden; dairaf die brieven beginnen:<br />

`Philips, by der gracien Goidz', etc. ende zyn begrepen opten blade CCC<br />

XCV.<br />

Consent <strong>van</strong> C L dusent ryders totter reysen opteTurcken<br />

Oeck in den iair LVII voirs. den XXVIII en dach in novembri soe hebben die drie<br />

Staten slantz <strong>van</strong> Brabant geconsenteert een bede <strong>van</strong> C ende L duysent ryders in<br />

hulpe der reysen te trecken opte Turcken, etc. den voirs. hertoge Philips die derwarts<br />

sant Anthonysen, zynen bastartzoen; ende hebben noch consenteert den<br />

greve <strong>van</strong> Chairloys, zynen ennigen zoen,VI M gelycke ryders, tstuck <strong>van</strong> XXV<br />

stuvers oft vierlenders, al bynnen sess iaren te betalen opte zelve instructie die by<br />

denselven hertoge gemaect is int iair LI lestleden boven begrepen; prout in litteris<br />

incipientibus:`Philips', etc. et comprehensis folio. 1 /<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LVIII o : Martinus Monic, Nycolaus Spierinc,<br />

Wolterus de Vucht, Willelmus de Ghent, Iohannes Monix ¢lius Iohannis,<br />

Henricus Heym, Goeswinus <strong>van</strong> den Hezeacker.<br />

Burgimagistri seu receptores: Henricus Ghysselen, IohannesWitmerii.<br />

Dat men tot Loeuen genen woeker oft voircoep en sal doen<br />

1458-1459<br />

In denvoirs. iair denVI en dach februarii, naedien ter kennessen<strong>van</strong> denvoirs. hertoge<br />

Philips <strong>van</strong> Bourgoindien was comen datbynnen een deel iaren herwarts ver-<br />

1<br />

Hierna ontbreekt het folionummer, hoewel het desbetre¡ende stuk in het cartularium staat<br />

op fol. 385 v -391 v en op fol. 394 r .<br />

183


fol. 215 r<br />

fol. 215 v<br />

fol. 216 r<br />

1458-1459<br />

sceyden personen tot Loeuen ende in hare meyeryen aengenomen hedden hen te<br />

generen met woeker ende voircoepe als gelt om wynninge oft / wasdomme te leenen,<br />

beyde op panden oft bourgen ende sonder panden ende bourgen, ende alrehande<br />

gueden ende penwairden te vercoepen hoge boven hore werden op lange<br />

daigen ende respyt te geven, oft oic ennige gueden ende penwairden te coepen<br />

met gereden gelde om andere wair oft anders verre beneden horen rechten priis<br />

ende werde, om dieselve gueden ende penwairden tot zekeren langen toecomende<br />

tyde hen te werden gelevert, ende dat oick ennige in alsulkenen comanscappen<br />

onderwylen die gueden ende comanscappen die zy alsoe ten hogen pryse ende<br />

boven hoir werde vercoft hebben gehadt, hebben plegen selve oft by horen wyven,<br />

dyeneren, knechten oft anderen toegemaecten persoenen weder tegens die coeperen<br />

te coepen oft te doen coepen tot vele minderen pryse dan zy die hadden vercocht,<br />

ende <strong>van</strong> dengenen die zy hebben gecoft, den vercoperen horen afcoep te<br />

laten doen tot vele hoegeren pryse dan die ierste comansscap gedroge, bedrivende<br />

alsoe oepenbaren woekere, etc., soe dede hertoge Philips voirs. scerpelic gebieden<br />

dat alle diegeen die sint den iair XIIII C ende XXX, dat hy ontfangen heer is geweest,<br />

ennigen scade gehadt ende geleden hebben by leenen, coepe oft vercoepe<br />

voirs., comen souden by zynrer genaden commissarissen tusschen die tyt ende<br />

den iersten dach <strong>van</strong> april naestcomende omme te vercleren by eeden die<br />

gelegentheit <strong>van</strong> den leeningen, coemanscappen, woekeren ende vercoepe, ende<br />

dat nyemand, wye hy zy, geestelic oft weerlic, dairaf in gebreke zy, opte verboren<br />

alsulkenen sommen als die ierste leeninge oft den /incoep gedroech, ende dairtoe<br />

den pene <strong>van</strong> C leeuwen ende dat <strong>van</strong> gelycken nyet meer geschie, etc.; prout in<br />

litteris incipientibus: `Philips, by der gracien Goidz', etc. et comprehensis folio<br />

CCC LXXIX.<br />

Oeck in den iair LVIII voirs. den XXVII en dach in meye soe heeft die voirs. hertoge<br />

Philips <strong>van</strong> Bourgoindien voir hem, zyn erven ende nacomelingen, hertogen<br />

ende hertoginnen <strong>van</strong> Brabant, mits eenre sommen <strong>van</strong> III M ende II C Overlensche<br />

Rijnsgulden den scepenen, gesworen ende raidt deser stat gegevenen ende<br />

verleent die disposicien ende giften <strong>van</strong> den naevolgende o¤cien ende diensten,<br />

dat is te wetene die o¤cie <strong>van</strong> weertscap, <strong>van</strong> den mynen <strong>van</strong> den vissch, <strong>van</strong> den<br />

ingelt, <strong>van</strong> den secretarisscap, <strong>van</strong> den knapen deser stat, <strong>van</strong> den steken <strong>van</strong> den<br />

byer, <strong>van</strong> den herinc te packen, te bernen ende te werderen, <strong>van</strong> den lakenen, wullen<br />

ende lynen, te metene, / <strong>van</strong> den berderen te metene, <strong>van</strong> den lant te metene,<br />

<strong>van</strong> den coren te metene, <strong>van</strong> den zout te metene, <strong>van</strong> der maten <strong>van</strong> den vissche,<br />

<strong>van</strong> calc te metene, <strong>van</strong> yser te scrynene, <strong>van</strong> zegelmeestersscap <strong>van</strong> den wullen<br />

lakenen, <strong>van</strong> den voegelen te werderen ende <strong>van</strong> anderen gelycken ende <strong>van</strong> gelycken<br />

condicien <strong>van</strong> der administracien, momberiien ende gubernancien der huysen<br />

<strong>van</strong> den heiligeest, <strong>van</strong> den gasthuysen, <strong>van</strong> der kercken, <strong>van</strong> den siecken ende<br />

melaitsen ende anderen goidshusen oft gelycke der armen bynnen deser stat; gelyc<br />

die brieven dairop gegeven inhouden, die beginnen: `Philips, by der gracien<br />

Goidz', etc. ende zyn begrepen opten blade CCC LXXVI. /<br />

184


fol. 216 v<br />

fol. 217 r<br />

fol. 217 v<br />

fol. 218 r<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LIX o : Arnoldus Berwout ¢lius Rodolphi,<br />

Iohannes Dicbier ¢lius Iohannis, Martinus de Rode, Iohannes Steenwech, Iohannes<br />

Neue,Theodericus de Berse, Henricus <strong>van</strong> der Merendonc.<br />

Burgimagistri seu receptores: Geradus <strong>van</strong> den Broeck, Ghysbertus Pels.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LX o : Ghysbertus Roesmont, Ludolphus<br />

Buck, GoeswinusToelinc, Iohannes Spiker, Henricus deVden, / Iohannes Ghysselen,<br />

Henricus ¢lius Godefridi de Hedel.<br />

Burgimagistri seu receptores: Gerardus de Achel,Theodericus deWetten.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LXI o : Theodericus de <strong>Os</strong>, Marcelius de<br />

Vden, Iohannes Waerloes ¢lius Iohannis,Willelmus de Wyc ¢lius Leonii, Arnoldus<br />

Stamelairt ¢lius Henrici, Arnoldus Heer ¢lius Gysberti, Tyelmannus Pyckeuet.<br />

Burgimagistri seu receptores: Wolterus deVucht, Martinus de Buchouen.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LXII o : Symon die Hoesch, / Euerardus<br />

<strong>van</strong> den Water, Petrus Steenwech, Godefridus <strong>van</strong> der Aelsuoert, Henricus Dicbier,<br />

Bartramus ¢lius Godefridi de Hedel, Iohannes Spiker ¢lius Iohannis.<br />

Burgimagistri seu receptores: Andreas Berntz, Iohannes Zeelmeker.<br />

In desen scepenstoel den XIII en dach in iunio int iair LXIII bornden dese stat<br />

ende ontstac in deVerwerstraet omtrent den bogarden. 1<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LXIII o : Goeswinus Heym, Iohannes Monix<br />

¢lius Iacobi, Symon de Gheel, Goeswinus <strong>van</strong> den Hezeacker, Iohannes<br />

Ghysselen ¢lius Iohannis, Christianus Becker,Wolterus de Berse.<br />

Burgimagistri seu receptores: Martinus de Elmpt,Willelmus Luedinx.<br />

In desen scepenstoel den II en dage in ianuario int iair LXIII soe heeft hertoge Philips<br />

<strong>van</strong> Bourgoindien ten versueck deser stat verleegt die veemarct des anderen<br />

daigs nae Sinte-Seuerynsdach die te wesen plach des anderen daigz nae Sinte-Lucasdach;<br />

prout in litteris incipientibus:`Philips', etc. et folioV C XL. /<br />

Van den behaudt te doen opte verbernde brieven<br />

1463-1464<br />

In den voirs. iair LXIII den XXI ten dach <strong>van</strong> oixste, naedien den brant bynnen<br />

deser stat als den XIII ten dach <strong>van</strong> iunio doen lestleden had geweest ende die<br />

goede luyde, bourgeren ende ingesetenen deser stat dairinne hoir brieven by den<br />

brant hadden verloren, soe heeft die voirs. hertoge Philips, opdat die goede luyde<br />

<strong>van</strong> horen gueden nyet en souden werden beroeft, geordineert ende deser stat geconsenteert<br />

die poincten hiernae volgende:<br />

Vier scepenen zullen staen over dbehaudt te doen<br />

in den iersten dat diegeen die zyn brieven, het zyn leenbrieven, erfbrieven, lyftochtbrieven,<br />

scoubrieven oft andere, hoedanich die zyn, mits den brant verloren hebben<br />

ende begeren dairaf andere oft nyewe brieve te hebbene ende in hebbinge ende possessien<br />

<strong>van</strong> denselven gueden te zyn ende te blyven zoe hy was voir den brant, sal<br />

1 In margine nota; hierna is doorlaterehand tinctor accendit lumen in Busco (vertaling: een<br />

verver ontstak een lamp in's-Hertogenbosch) toegevoegd.<br />

185


fol. 218 v<br />

fol. 219 r<br />

1463-1464<br />

comen voir scouthet ende scepenen deser stat, derwelker scepenen vier ten minsten<br />

zullen moeten zyn, ende zweren dat zyn brieve in den voirs. brant verbrant oft verloren<br />

zyn ende dat hy omme zyn goet te behouden ende dairaf in gebruyck te bliven,<br />

hulpe suect sonder argelist;<br />

Hoe men zweren sal int dbehaudt te doen<br />

item die persoen sal zweren ende vercleren wat brieven hy verloren heeft, waerse<br />

gemaect zyn, <strong>van</strong> wat gueden oft renten die spreken, wair die gueden oft panden gelegen<br />

zyn ende wyen die aengingen;<br />

item oft <strong>van</strong> den verloren oft verbornden brieven besceyt weer, het weer copien,<br />

vidimus, transscripten, instrumenten, prothocollen, boecken, rollen, gescriften<br />

oft registren, dat sal men brengen by scouthet ende / scepenen deser stat omme<br />

dairuuyt ende nae andere brieven verleent ende gemaect te moigen werden opte<br />

eeden voirs. in behoirlycken formen;<br />

Hoe dbehaudt gescien sal<br />

item die hoir brieven aldus verloren hebben, sullen in presentien dergeenre diet aengaet,<br />

te wetene die de gueden, rechten oft pachten hebben vercocht, die die gelden<br />

oft die die sculden sculdich zyn ende bekent hadden, die men dairtoe sal daigen<br />

ende roepen of mense weet te vynden oft anders in hore absencien, hoir behaudt<br />

doen ende vercleren byhoer eeden wesbrieven zy verloren hebben, waer zy gemaect<br />

waren, <strong>van</strong> wat gueden, renthen, pachten, chynsen oft sculden, wair ende wye dien<br />

pacht, chyns oft renthe plach te gelden, met wat brieven, guedingen ende geloeften<br />

ende dat zii voir den brant dairaf in hebbinge ende gebruyck waren ende wes hen te<br />

gront dairaf kundich is;<br />

item oft den scouthet ende scepenen totten voirs. eede ende behaude ennich besceyt<br />

bybracht worde, het waer <strong>van</strong> prothocollen, registren, copien oft gescriften<br />

dat hen dat genoch dochte, zoe sal die persoen dairmede gestaen sonder vorder<br />

belast te wordene, altyt ten goetduncken <strong>van</strong> den scouthet ende scepenen;<br />

Hoe men den eedt in dbehaudt sterct<br />

item ende oft den scouthet ende scepenen den eedt ende verclernisse die degeen die<br />

zyn brieve verloren had alsoe dade, nyet goet genoch en dochte, soe zullen ten minsten<br />

twee goede mans mettengenen die zyn brieve verloren had, eedt moeten doen<br />

ende zweren dat zy houden dat dien eedt die de persoen gedaen heeft, is goet ende<br />

gerechtich; /<br />

Hoe ment dbehaudt cundigen zal<br />

item dit behaudt aldus gedaen sal menvercundigen hier ter poyen ende in de prochikercken<br />

dair die gueden, erven, pachten, chynsen ende onderpanden zyn gelegen<br />

ende dair die personen woenen die die sculden sculdich zyn, drie sondaigen aftereenvolgende<br />

met intimacien oft yemand dairtegen woude seggen, dat die zoude comen<br />

bynnen XL dagen voir scouthet ende scepenen deser stat ende seggen<br />

dairtegen; ende die XL daigen overleden zynde zal een yegelic versteken zyn <strong>van</strong><br />

tegenseggen;<br />

186


fol. 219 v<br />

fol. 220 r<br />

Hoelange men behaud mach doen; <strong>van</strong> den behaud der onmundiger ende<br />

uuytlendiger<br />

ende dan zal men nyewe brieve maken ende die den voirs. persoen reycken, behoudelic<br />

oec dat dit behaudt zal moeten gescien tusschen dit ende Sinte-Iansmisse Baptist<br />

in den zoemer, die zyn zal in den zoemer int iair LXVI naestcomende; ende dien<br />

tyt overleden en sal nyemand dairtoe moegen ontfangen wesen, uuytgenomen<br />

ionge, onbeiairde kynderen, luyden buyten lantz wesende ende andere <strong>van</strong> zulker<br />

condicien, die, te weten die ionge kynderen bynnen den tween iersten iaren datse<br />

mundich zyn, ende die uuytlendige bynnen den iersten iair datse comen zullen<br />

zyn, zullen nae den voirs. tyt hoir behaudt moegen doen;<br />

Van den behaud der onnosele, etc.<br />

item oft ennich onnosele of onmechtige oft gebreck hebbende <strong>van</strong> zinnen ennige<br />

brieven hadden verloren, zoe zullen hoir momberen oft naeste magen oft vrienden<br />

tgeen dat voirs. is voir hen moegen doen; ende desgelycx oick <strong>van</strong> den cloesteren,<br />

goidshusen, capittelen, kercken, gasthusen ende andere dieregelycke ennige brieven<br />

verloren alsoe hebbende, sullen die / overste oft regeerders daira¡ alsoe voirs. staet<br />

dbehaudt doen, etc.; ende oft yemand aldus bedriechelic eden dade, die sal men<br />

stra¡en als men valsche ende meynedige sculdich is te stra¡en, etc.; prout in litteris<br />

incipientibus:`Philips, by der gracien Goids', etc. et comprehensis folio CC IIII.<br />

Ordinancie <strong>van</strong> den brand<br />

1463-1464<br />

Oeck in den voirs. iair LXIII den XV en dach septembris naedien den voirs. brant<br />

bynnen deser stat als den XIII en dach iunii lestleden was gesciet, omme te verhueden<br />

dese stat <strong>van</strong> gelycken brande, soe hebben scepenen, gesworen, raitsluyden<br />

ende dekenen <strong>van</strong> den ambachten by gemeynen, eendrechtigen adviize geordineert<br />

ende overdragen dese naevolgende ordinancien, poincten ende articulen<br />

omme <strong>van</strong> nu Bamisse naestcomende X iaren lanck deen nae den anderen volgende<br />

vast ende stede gehouden te werdene in der maten zy hiernae bescreven<br />

staen:<br />

Dat men loss doen mach met XVI den penninc aengaende den renthen,<br />

vercoft bynnen X iaren nae den brant<br />

in den iersten dat men alle chynsen, renthen ende pachten die <strong>van</strong> nu voirtane vercoft<br />

ende vercregen zullen werden op ende uuyt ennigen huysen ende erven bynnen<br />

deser stat liggende, a¡ sal moigen quyten ende lossen tot ewigen dagen den penninc<br />

met XVI gelycke penningen ende metten chyns, rente ende pachte <strong>van</strong> den iair/dat<br />

men lossen zal ende metten achterstellen ofter ennige weren; ende oft ennige alsoe<br />

gelost worden daeraen ennige personen hoir tocht hedden, dat men die penningen<br />

weder beleggen sal in staide zoese tevorens stonden;<br />

Van den voirgecoften renthen a¡slach te hebbene<br />

item ende alle persoenen die renten, chynsen oft pachten op ende aen ennige erven<br />

bynnen poirten deser stadt liggende verbrant, geldende hebben, den goeden luyden<br />

die verbrande erven toebehorende, die voirs. renten, chynsen ende pachten dese<br />

naeste drie iaren geheel ende al quytscelden zullen; ende oft hen des alsoe nyet gelegen<br />

en is te doen ende zy shoers al nyet ontbeeren en consten, dat zy dan dese naeste<br />

187


fol. 220 v<br />

fol. 221 r<br />

1463-1464<br />

sess iaren lanc durende mar halven pacht en zullen boeren ende daera¡ zal diegeen<br />

dien die toebehoren, zynen koer hebben; ende desgelycx sal men oic afslach doen<br />

<strong>van</strong> den lyfrenten nae advenande;<br />

Van den harden daeck<br />

item dat men <strong>van</strong> nu voirtane in deser stat ende bynnen den uuytersten poirten derzelver<br />

egeen huysen, groot oft cleyn, dye men <strong>van</strong> nyews optymmeren wil, zall moeten<br />

decken met leyen, tychelen oft anderen harden dake ende dat men dairtoe allen<br />

die stroyen daken bynnen deser stat ende horen buytenpoirten staende, bynnen dese<br />

X iaren a¡ zal moeten breken ende met harden dack decken; ende sal des dese stat<br />

den tymmerende geven <strong>van</strong> elcken royen leydacx XL ende <strong>van</strong> den tychelen XLIIII<br />

stuvers; /<br />

Van den afslach der renten<br />

item dat diegheen die <strong>van</strong> den renthen, pachten oft chynsen diese uuyt horen verbornden<br />

erven gelden, quytsceldinge willen hebben nae der ordinancie boven verclairt,<br />

sculdich zullen zyn te tymmeren tusschen dit ende Sint-Iansmisse<br />

naestcomende oft bynnen drie iaren naestcomende;<br />

Van te tymmeren<br />

item ende alsoe vele <strong>van</strong> den verbranden huysen gestaen hebben op eenre mueren,<br />

ennigen personen tsamen ende gemeyntlic toebehorende, ende den enen gelieven<br />

mucht te tymmeren ende den anderen nyet, is overdragen dat diegeen die de voirs.<br />

muer weder zal willen opmetsen, dat zal moegen doen <strong>van</strong> den steen die <strong>van</strong> der<br />

andere mueren bleven is, alsoe verre hy reyct totter hoichden toe zoe die <strong>van</strong>outs is<br />

geweest; ende oft geboerde dat die ander dairnae oic op ende in derselver mueren<br />

tymmeren woude, dat dien cost by 1 iersten alsoe gedaen die muer gemetst ende betymmert<br />

hebbende, ende <strong>van</strong> den anderen die dairnae op ende in tymmeren soude<br />

willen, half ende half gedragen soude werden; beliefdent oec dengenen die die muer<br />

yerst gemetst hedde, diezelver muer hoiger te maken dan zy in voirleden tyden was,<br />

dat hy dien cost die zy gecost heeft hoiger te metsen, by hemzelven ende sonder cost<br />

<strong>van</strong> den anderen gelden alleen betalen sal; mar zoe verre die ander persoen in toecomende<br />

tyden ter zelver hoichden op ende in diezelver muer zoude willen tymmeren,<br />

zoe zoude hy dien cost half moeten dragen ter ordinancie <strong>van</strong> den wercluyden,<br />

hen des verstaende;<br />

Aengaet hoe men tymmeren sal<br />

item oft ennige personen verbornde erven beseten in tochten ende kynderen hedden<br />

<strong>van</strong> den voirbedde, dairaf is geordineert dat die tuchter oft tuchtersse / tverbornde<br />

erve zal moeten betymmeren bynneniaers, oft hy can, ende den chyns dairuuyt<br />

gaende betalen, oft die voirkynderen zullen dat moegen optymmeren ende behouden<br />

oft die tuchter oft tuchtersse doot weren; ende oft die tuchter oft tuchtersse voir<br />

ende naekynderen hedden ende zy tverbornde erven betymmeren wouden, dat zy<br />

dat zullen moigen doen by alsoe dat deen helft <strong>van</strong> denvoirs. erven alsoe betymmert<br />

zynde nae die doot des tuchters oft tuchtersse versterven sal opte voirkynderen ende<br />

metter andere helft zullen zy moigen disponeren nae henre gelieften; desgelycx zal<br />

1 Aldus hs., hierna mogelijk dien weggevallen.<br />

188


fol. 221 v<br />

fol. 222 r<br />

1463-1464<br />

oic gescien <strong>van</strong> den tuchteren oft tuchterssen geen kynderen hebbende, dairaf deen<br />

helft sal comen totten rechten erfgenamen ende metter andere helfte zullen zy moegen<br />

disponeren als boven; item <strong>van</strong> den huysen die ennige in tochten besitten ende<br />

nae der voirs. ordinancie met harden dack gedect moeten wesen, soe is overdragen<br />

dat die tuchteroft tuchtersse die decken moigen met harden dake op horen cost, welke<br />

costen ende tgeen dat zii dairomme aen den leydack, sparren, leyen, nagelen<br />

ende dachveren oft anderssins gedaen ende uuytgeleegt zullen hebben, hen wederomme<br />

aengeleegt zal moeten wesen ende werden, eer zii dairaf dorven sceyden;<br />

item dat men metten verbornden erven ende huysen die men ontdecken zal, toebehorende<br />

onmundigen kynderen ende onnoselen luyden, doen zal by raide <strong>van</strong> scouthet<br />

ende scepenen;<br />

Van assiins te vergelden<br />

item om die lasten <strong>van</strong> den leyen ende tycheldack te vervallen is overdragen dat den<br />

auden assyns die op wyn, bier, meede, speceryedranc gestaen heeft, bliven sal X iaren<br />

nae der alder manieren; /<br />

Van opgesetten assyns<br />

item dat alle wyn, egeen speceryedranc wesende, als <strong>van</strong> den nuwen assyns boven<br />

den auden assyns voirs. op elc quaerte die men tappen in der voirs. stat dragen zal<br />

II plac, die speceryedrancken vier plac ende die meede II plac Bosch gelts, gelyc dat<br />

ten anderen tyde by der gemeynre stat overdragen is geweest;<br />

Den vyften penninc assyns<br />

item dat men boven den auden chyns boven gescreven <strong>van</strong> allen den bier, hoedanich<br />

dat zii, geven sal den vyften penninc, zoeverre dattet bynnen deser stat getapt<br />

wordt;<br />

Van den oirt stuvers wechgelt<br />

item is noch overdragen omme dese stat in refectien weder te brengen dat een yegelic,<br />

zy poirter oft geen, desen tyt <strong>van</strong> X iaren duerende bynnen deser stat wechgelt<br />

geven sal, hetzy <strong>van</strong> wagenen oft <strong>van</strong> karren, ende <strong>van</strong> elcken een oirt stuvers;<br />

Wye geen wechgelt sculdich zyn<br />

uuytgenomen smaelheren hoichgerichten hebbende, die en zullen <strong>van</strong> horen ho¡<br />

wagen oft karren, dairmede zy comen oft varen oft pro<strong>van</strong>d halen tot horen hoove<br />

ende huyse dienende, nyet en zullen geven, ende oic uuytgenomen slyckarren slyc<br />

vuerende, ende moelenkarren coren ter moelen vuerende;<br />

Den Gwillelmusthuyn assyns<br />

item is noch overdragen in behulpe als voir dat men <strong>van</strong> elcken vat byers geven zal<br />

enen Gwillelmusthuyn dese X iaren gedurende;<br />

item dat men alle gelt comende <strong>van</strong> den nyen wyn, bierassyns ende wechgelt, bekeren<br />

sal totten leyen ende tycheldack;<br />

dAfsetten des staets deser stat<br />

item ende is oeck overdragen dat den staet der / voirs. stadt dese X iaren gedurende<br />

afwesen sal ende dat men nyetter dachvairt ryden en sal dan met enen secretaris, ten<br />

weer dat der gemeynre stat noot dochte; dat oic die scepenen, bourgermeestren, se-<br />

189


fol. 222 v<br />

fol. 223 r<br />

1463-1464<br />

cretarissen, knapen, boden ende scutten op deser stat cost hoir clederen nyet en zullen<br />

hebben noch die scepenen hoir drinckgelt, etc.;<br />

Van den cramen te gaen<br />

item dat alleen in de cramen zullen moegen gaen eeten die gevaders die tkint geheven<br />

hebben uuyter fointen, ende oic vader, moeder, oudervader, oudermoeder,<br />

brueder ende suster, oem ende moyen ende hoir huysvrouwen, opten peen <strong>van</strong> enen<br />

alden scilt;<br />

Hoe elck bynnen zynen huyse mocht brouwen; dat die raitsheren vry zyn<br />

<strong>van</strong> den Gwillelmusthuyn<br />

item ende dat, hoewael die poirters ende ingesetenen deser stat bynnen horen huysen<br />

tot hoirs selfs drincken brouwen mochten sonder assyns, nochtans omme dese<br />

stat in tymmeringen te brengen is overdragen dat die poirters ende ingesetenen zullen<br />

moigen brouwen bynnen hoeren huysen, by alsoe dat zy <strong>van</strong> elcken mud mauts<br />

dat zybrouwen zullen, sculdich zullen zyn te geven XIIII stuvers ende <strong>van</strong> elckenvat<br />

byers enen Gwillelmusthuyn, beheltelic dat die raitsluyden <strong>van</strong> den Gwillelmusthuyn<br />

vry zullen wesen; prout in litteris incipientibus: `Wy, scepenen, gesworen,<br />

raitsluyde die men noempt ledige luyden', etc. et comprehensis folio C XCVII. /<br />

Dat men in deser stat decken moet hard dac<br />

Oeck in den voirs. iair LXIII den tweesten dach ianuarii soe heeft hertoge Philips<br />

voirs. gestatueert dat men <strong>van</strong> nu voirtaen bynnen deser stat geen huysen decken<br />

en sal met stroyen oft weken daken, mar met leyen ende tychelen ende die met<br />

stroyen daken gedect zyn, bynnen X iaren afwerpen sal ende decken met harden<br />

daken;<br />

Watse hebben totten decken voirs. te baten<br />

ende dat men elcken alsoe deckende geven sal <strong>van</strong> den gemeynen goede deser stat<br />

als <strong>van</strong> elcker royen leydacx II Rynsgulden ende <strong>van</strong> der royen tychelsdacx XXIIII<br />

stuvers;<br />

Con¢rmacie <strong>van</strong> der ordinancie gemaect opten brant voirs.<br />

ende voirt hebben zyn genaden die voirs. ordinancie ende poincten, byder voirs. stat<br />

opten brande gemaect, gecon¢rmeert ende gewilt die onderhouden te werdene by<br />

enen yegelycken, geestelyc ende weerlic, etc.; prout in litteris incipientibus:`Philips,<br />

by der gracien Goids', etc. et comprehensis folio CC II.<br />

Dat die cloesteren, religieuse ende geestelycken personen geen gueden<br />

en moigen vercrigen by coepe, gifte oft testamenten dan C stuvers<br />

siairs voir iairgetyde ende dat die mede gelden zullen<br />

Oeck in den voirs. iair LXIII den II ten dach ianuarii soe heeft die voirs. hertoghe<br />

Philips voir hem, zyne oir ende nacomelingen hertogen ende hertoginnen <strong>van</strong><br />

Brabant, deser stat verleent, geottroyeert, geordineert ende gestatueert / dat <strong>van</strong><br />

nu voirtane tot egenen daigen die cloesteren, goidshusen, gasthusen, vergaderringen<br />

<strong>van</strong> mannen ende wyven ende alle andere geestelycke personen, noch nyemand<br />

<strong>van</strong> hore wegen, noch tot hore behoef egeen chynsen, renthen, pachten oft<br />

190


fol. 223 v<br />

fol. 224 r<br />

erfgueden by coepe, transpoirte, testament oft anderssins en zullen moigen vercrigen<br />

bynnen deser stat oft meyeryen, tenzybii zynre genaden oepenbaren oirlof<br />

ende consent ende dat dacte dairaf by oepenen brieven blycke, behoudelic dat die<br />

goede luyde in horen testamente oft anderssins wael moigen laten oft besetten<br />

chynsen, renthen, pachten oft erfgueden totter sommen toe <strong>van</strong> C stuvers elx iairs<br />

voir hoir iairgetyt ende dat die mede staen zullen totter contribucien ende gebuerlycken<br />

rechten;<br />

Dat mense lossen mach den penninc met XVI<br />

item ende oft zy ennige cregen by oirlove ende consent als voir, dat die oiren ende<br />

erfgenamen oft maigen ende vrienden dergeenre diese beset oft vercoft hebben, zullen<br />

moigen lossen die renthen ende chynsen tot ewigen daigen den penninc met<br />

XVI ende die erfgueden ende pachten nae advenande ende gemeynre taxacien <strong>van</strong><br />

den lande;<br />

Dat geestelycken personen nyet en sal aenversterven<br />

item ende dat genen geestelycken personen in deser stat ende meyeryen, naedien zy<br />

professie gedaen hebben, ennige chynsen, renten, pachten oft erfgueden <strong>van</strong> horen<br />

alderen oft ennigen anderen personen aenversterven oft by successien aencomen en<br />

zullen moigen, mar zullen die gueden die denvoirs. persoen aen souden moigen comen,<br />

comen sterven ende succederen / op hoir naeste oir, erfgenamen ende nacomelingen<br />

in den werlycken leven blivende;<br />

Dat men lossen mach die gueden die geestlycke personen in cloester brengen<br />

ende dat die maige ende vriende der voirs. geestelycke personen die gueden die hen<br />

toebehoerden, toecomen ende verstorven waren eer zy professie deden, nae der<br />

doot der voirs. geestelycker personen ende nyet eer zullen moigen quyten den penninc<br />

met XVI gelycke penningen als voirs. is <strong>van</strong> den gueden by den geestelycken<br />

personen vercregen, etc.; prout in litteris incipientibus: `Philips, by der gracien<br />

Goidz', etc. et comprehensis folio CC VII.<br />

Dat dontfangen der landen <strong>van</strong> Kuyc ende Kessel toegevuegt zyn<br />

Brabant<br />

Oeck in den voirs. iair LXIII 1 denVII ten dach <strong>van</strong> oegxt soe heeft die voirs. greve<br />

<strong>van</strong> Chairloys, ennige zoen <strong>van</strong> den voirs. hertoghe Philips, by name hertoge<br />

Kaerle, in enenWalschen brie¡ toegevuegt het ontfanck<strong>van</strong> den demaynen ende<br />

renthen <strong>van</strong> den lande <strong>van</strong> Kuyck ende Kessel totten ontfanck <strong>van</strong> der stat ende<br />

meyeryen <strong>van</strong> sHertogenbosch ende totten rentmeester aldair als aen Brabant;<br />

prout in litteris incipientibus: `Chairles, par la grace', etc. et comprehensis folio<br />

CC LXXVIII. /<br />

Dat die lombarden op scepenenbrieven nyet en sullen lenen<br />

1463-1464<br />

Oeck in den voirs. iair LXIII den II ten dach ianuarii soe heeft die voirs. hertoge<br />

Philips voir hem, zyn oiren ende nacomelingen gestatueert ende geordineert<br />

1 Aldus hs., lees LXXIII als op fol. 287 r .<br />

191


fol. 224 v<br />

fol. 225 r<br />

fol. 225 v<br />

1464-1465<br />

ende deser stat geottroyeert ende verleent dat die lombarden nu in deser stat tafel<br />

houdende ende in toecomende tyden tafel houden zullen, op geen scepenenbrieven<br />

deser stat noch op geloeften, obligacien, kennessen ende borgen en zullen<br />

moigen te woeker leenen noch oic gelt dairop doen, mar zullen alleen te woeker<br />

leenen op behoerlycke panden gelyc men in anderen steden <strong>van</strong> Brabant doet,<br />

ende dat die scouthet ende scepenen deser stat over zulkenen vorwarden, geloeften,<br />

obligacien ende contracten nyet en zullen staen noch ennige brieve dairaf<br />

maken noch oic ter executien stellen, etc.; prout in litteris incipientibus: `Philips,<br />

by der gracien Goidz', etc. et comprehensis folio CCC LXIX.<br />

Van den bier opt platlant te brouwen<br />

Oeck in den voirs. iair LXIII den II ten dach ianuarii soe heeft noch hertoghe Philips<br />

voirs. geordineert dat men int plattlant deser meyeryen geen bier <strong>van</strong> hogeren<br />

pryse en sal brouwen dan <strong>van</strong> IX myten den pott ter tyt toe dat mits den hogen<br />

ende dieren tyde /die hiernae wesen muchte int coren oft anderssins dairop geordineert<br />

sal zyn, etc.; prout in litteris incipientibus:`Philips, by der gracien Goidz',<br />

etc. et comprehensis folio CCC LXXIIII.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LXIIII o : Gerardus deVladeracken, Amelius<br />

de Boechem, Iohannes de Erpe ¢lius Arnoldi, Gerardus Balyart, Henricus<br />

Ghysselen, 1 Iohannes de Arkel ¢lius Petri, Lucas Pieck ¢lius Iacobi, Christianus<br />

Becker.<br />

Burgimagistri seu receptores: Iohannes Oedeuair, Christianus <strong>van</strong> den Meeracker.<br />

Dat hertoich Arnt <strong>van</strong> Gelre wert ge<strong>van</strong>gen<br />

In desen scepenstoel omtrent Sint-Anthonysdach in der nacht zoe vinck hertoge<br />

Adolph <strong>van</strong> Gelre tot Graue hertoge Arnden, zynen vader, ende / vuerden hem<br />

ge<strong>van</strong>gen over Diiss tot Loobeck ende <strong>van</strong>dair voirt tot Bueren.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LXV to : Iohannes Monix, Willelmus de<br />

Ghent, Gerardus Symonis, Henricus de Kessel, Ghiselbertus Ghyselen,Theodericus<br />

deWetten, Engelbertus deVden.<br />

Burgimagistri seu receptores: Nycolaus Oedeuair,Wolterus de Palude.<br />

Oirspronck des oirloigs tusschen coninc Lodewyc ende hertoghe<br />

Kaerle 2<br />

In desen iair gevyelt dat die princen ende meeste heren <strong>van</strong>Vrancryc tegens den<br />

voirs. coninc Lodewyc begonsten op te staen, want hy by hem zeer verhye¡ onedele<br />

kerels als iegers ende andere oirstekers. Ende den hertoge <strong>van</strong> Berrii, geheiten<br />

Kaerle, zynen brueder, ende andere / princen zyns rycx lyet hy ongeacht.<br />

Ende hy dede groete scattinge setten opt volck ende dat lant wairt qualic regeert<br />

soedatter vele uuyt Vrancryc overdroegen metten voirs. greve <strong>van</strong> Charloys, her-<br />

1 In margine Io[hann]es.<br />

2 In margine nota.<br />

192


fol. 226 r<br />

fol. 226 v<br />

toge Philips zoen, die tsamen maecten een verbont met bezegelde brieven tegens<br />

den voirs. coninc Lodewyc om die sake voirs. Oeck zoe was die greve <strong>van</strong> Chairloys<br />

voirs. qualic tevreden dat zyn heer vader, hertoge Philips voirs., den voirs.<br />

coninc Lodewyc had laten quyten ende hem overgegeven had die voirs. steden opter<br />

Sommen ende inVermendoys die in den pays <strong>van</strong> Atrecht begrepen waren, etc.<br />

Ende zoe wairt eenen sekeren tyt ende plaetse onder he<strong>nl</strong>yeden gesloten datse te<br />

samen met groeter macht in Vrancryc vergaderen zouden, te weten die voirs.<br />

Kaerle, hertoge <strong>van</strong> Berry, des voirs. conincx Lodewycx brueder, hertoge Ian<br />

<strong>van</strong> Calabren ende <strong>van</strong> Loraynen, conincx Renez <strong>van</strong> Sicilien zoen, die hertoge<br />

<strong>van</strong> Bourbon, zwager des conincx <strong>van</strong> Vrancryc, die hertoge <strong>van</strong> Britanien, die<br />

greve <strong>van</strong> Arminac, Charle <strong>van</strong> Angiou, oem des conicx <strong>van</strong>Vrancryc, ende meer<br />

andere heren. Aldus dan zoe trac die voirs. greve <strong>van</strong> Chairloys met groeter macht<br />

<strong>van</strong> edelen sonderlinger uuyt / Brabant die hem willichlic op hen zelfs cost te<br />

dienst quamen, als die heer <strong>van</strong> Rauesteyn, die oude heer <strong>van</strong> Perewys ende noch<br />

meer andere edele. Oec volchden hem die edelen uuyt Vlaenderen, Henegouwe,<br />

Artoys, etc. ende die greve <strong>van</strong> Sint-Poul was hem zeer behulpich. Ende aldus<br />

trocken zy over die Somme ende over die Maerne ende over die Seyne tot Montherrii<br />

boven Parys. Ende op dieselve tyt lach coninc Lodewyc voirs. in Bourbonnoys<br />

met macht om den hertoge met macht te dwingen, want hy mede <strong>van</strong> den<br />

verbonde was.<br />

Die macht coninx Lodewycs<br />

Ende vernemende coninc Lodewyc voirs. dat die voirs. greve <strong>van</strong> Chairloys, te<br />

wetene hertoge Kaerle, zoe dyep in zyn lant comen was, soe vergaderden hii zyn<br />

capiteynen ende al tvolc <strong>van</strong> wapenen dat hy conste ende quam min dan inVI dagen<br />

tot Montherry met alte groter macht <strong>van</strong> zynre ordinancien te perde, vele<br />

meer dan die voirs. greve <strong>van</strong> Chairloys. Ende uuyt Normandien ende anderssins<br />

quam hem oic groot getal <strong>van</strong> archiers. Ende oic quam hem te hulpen heer Chairle<br />

<strong>van</strong> Anyouwen, greve <strong>van</strong> Meyne, coninx Renez brueder, die had VI C glavyen<br />

endeVI M franc archiers, mair hy stont stille, ende die senescael <strong>van</strong> Normandien,<br />

etc.<br />

Den strydt tot Montherry<br />

1465-1466<br />

Ende alsoe saen als coninc Lodewyc aencomen was, al vermoyt zynde, zoe en<br />

woude hy zyn volc nyet laten rusten, mar met groter haesten ginc hii dat heyr <strong>van</strong><br />

denvoirs. greve Chairloys, /by namen hertoge Kaerle, fellic bevechten, zoe dattet<br />

denselven greve zeer scerp stont. Ende nauwe was hy dair bleven, want een<br />

Vrancksch capiteyn hadden gegreepen metter banyen, seggende: `Rendez vous'.<br />

Dit sach een edel man <strong>van</strong> Bruessel die dair ridder wairt geslagen, geheiten Robbrecht<br />

Cotereal, die stac selven Francksch capiteyn <strong>van</strong> den pert ende terstont<br />

doot geslagen. Dair blee¡ alte vele volcx verslagen ende vele edelen ge<strong>van</strong>gen aen<br />

beyden zyden. Dair bleef verslagen die heer <strong>van</strong> Boechout. Ende ten eynde nae<br />

vele vechtinge behiielt die voirs. greve <strong>van</strong> Chairloys, geheiten hertoge Kaerle,<br />

tvelt ende die coninc ruymden tvelt ende vloot bynnen Parys. Desen strydt tot<br />

Montherrii gescieden in den iair M CCCC LXVI den XVI en dach in iulio.<br />

193


fol. 227 r<br />

fol. 227 v<br />

fol. 228 r<br />

1466-1467<br />

Hoe den pays gemaect wert; hier creech hertoge Kaerle weder die steden<br />

op die Somme ende inVermendoys<br />

Daernae quamen by den voirs. greve <strong>van</strong> Chairloys, geheiten hertoge Kaerle, die<br />

voirs. hertogen <strong>van</strong> Bourbon, <strong>van</strong> Berry, <strong>van</strong> Calabren ende <strong>van</strong> Britanien ende<br />

die greve <strong>van</strong> Arminac, elck met zynre macht, ende laigen lange omtrent Parys. /<br />

Ende coninc Lodewyc voirs., siende dat hydus overvallen was <strong>van</strong> zyns selfs princen<br />

ende oec overmerckende zynverlyes voirs., zoe dacht hy subtylic te sceyden en<br />

lyet tot Con£ans by Parys een tractaet <strong>van</strong> peys maken nae der begerten des voirs.<br />

hertoge Kaerls, hem weder overlatende die voirs. steden in Vermendoys ende op<br />

die Somme. Ende die hertoge <strong>van</strong> Berry soude zyn hertoge <strong>van</strong> Normandien ende<br />

die greve <strong>van</strong> Saint-Pol wairt gemaect conincstabel, etc. Dairnae schieden die heren<br />

mintlic <strong>van</strong> malcanderen ende die voirs. greve <strong>van</strong> Chairloys, by name hertoge<br />

Kaerle, is oec <strong>van</strong>dair gereyst als een vrome heer met victorien.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LXVI to : Martinus Monic, Ludolphus<br />

Buck, Rycoldus die Borchgreue, Iohannes Ghyselen, Gerardus Bathens., Martinus<br />

¢lius Nycolai Martens,Willelmus Pyckeuet.<br />

Burgimagistri seu receptores: Michael de Breda, Henricus Eelkens. /<br />

Doirspronc der Ludickers oirloge<br />

In den voirs. iair LXVI ende ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel worden die <strong>van</strong><br />

Ludick met fellen moede verwect opten voirs. hertoghe Philips ende den voirs.<br />

heer Kaerle, zynen enigen zoen, ter cause <strong>van</strong> Lodewyc <strong>van</strong> Bourbon, horen<br />

elect, dair hertoich Philips oem af was, dien zy verdreven hadden, omdat hy noch<br />

geen priester en woude werden, soedat die stat <strong>van</strong> Ludickont¢nc den marcgreve<br />

<strong>van</strong> Badem voir gouvernoir des lantz <strong>van</strong> Ludic ende zy deden hertoge Philips<br />

ontseggen ende zyn landen. Ende hertoich Philips ontseegt wesende dede hy zyn<br />

palen besetten met volc ende maecten sekeren capiteynen, zoedatter zomwylen<br />

scharmust wert. Sunderlinge gevyel enen groeten slach voir Montenaken dair<br />

wel II M Ludickers verslagen bleven.<br />

Hoe hertoge Kaerle ierst voir Ludic quam ende die in genaden ont-<br />

¢nc ierstwerven<br />

Corts dairnae quam uuyt Vrancryc die voirs. hertoge Kaerle, die men noempden<br />

greve <strong>van</strong> Chairloys, enige zoen des voirs. hertoge Philips, met zynen volc ten<br />

lande <strong>van</strong> Ludic wairt ende hii quam in de stat <strong>van</strong> Sint-Truyen. Dairnae trac hy<br />

nae Ludic ende als die <strong>van</strong> Ludic dat vernamen, zoe quamen tot hem vele goede<br />

ende wyse mannen <strong>van</strong> Ludic die myshagen hadden <strong>van</strong> den voirtstelle der quaden<br />

ende baden om gracie, zoedat hy die landen <strong>van</strong> Ludic ende <strong>van</strong> Loen ont¢nc<br />

in gracien by zekeren middelen <strong>van</strong> tractate. Dairnae quam die voirs. hertoge<br />

Kaerle by zynen vader in Brabant ende doe was gestorven vrou / Ysabeel <strong>van</strong><br />

Bourbon, zyn geselinne, die begraven wairt tot Sinte-Michiels tAntwerpen, dair<br />

hy zeer droeve om was, want hy dairaf mar een dochter behouden hadde.<br />

194


fol. 228 v<br />

Hoe die Ludickers weder opstonden tegen hertoge Philips ende zynen<br />

soen ende sunderlinge die stat Dynandt; dat Dynant gewonnen<br />

wert<br />

Dairnae woirden die Ludickers argere dan tevoren, zunderlinge ende boven all<br />

die stat <strong>van</strong> Dynant, die oic lasterlycke woerden spraken op hertoge Philips ende<br />

zynen soen voirs., soedat hertoge Philips selver in zynre outheit ende hertoge<br />

Kaerle, zyn zoen, trocken met heyrcracht int lant <strong>van</strong> Ludic ende vyelen neder<br />

voir Dynant ende wonnen die stat die zeer sterc was bynnen IX dagen ende wert<br />

verdestrueert dat den enen steen opten anderen nyet en blee¡ ende dat gescieden<br />

int voirs. iaer LXVI omtrent Sinte-Bartholomeeusdach.<br />

Dat die stat <strong>van</strong> Ludic anderwerven in genaden wert genomen<br />

Ende als dat gesciet was trocken beyde die voirs. princen te Ludic wairt ende die<br />

Ludickers waren te velde. Mar aenmerckende die grote macht der hertogen baden<br />

zy weder om genade. Ende die princen namen se weder in genaden by middele<br />

<strong>van</strong> groten sommen <strong>van</strong> penningen voir hen scade ende behoudelic oic dat se<br />

den voirs. heren Lodewyc <strong>van</strong> Bourbon, horen elect, innemen souden, hem<br />

doende dat se sculdich waren te doen, ende dat gesciet trocken beyde die princen<br />

tot Bruessel. /<br />

teser tyt sterff die tweeste hertoge philips ende nae<br />

hem began te regneren hertoge kaerle <strong>van</strong> bourgoindien,<br />

syn soen<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LXVII o : Iohannes de Aa, Martinus de<br />

Rode, Symon de Gheel, Iohannes Steenwech, Iohannes Spiker ¢lius Iohannis,<br />

Godefridus Cleynael, Petrus de Drueten.<br />

Burgimagistri seu receptores: Iohannes Geronx, Hermannus Coenen.<br />

In desen iair voirs. den XII en dach in iulio nae huldinge hertoge Kaerls hebben die<br />

Staten <strong>van</strong> den lande <strong>van</strong> Brabant versceiden gebreken die se hadden ende die in<br />

zynrer incoempsten nyet genoch vercleert en waren, overgegeven, dairop hertoge<br />

Kaerle beloefden hen te remedieren, nae inhoude <strong>van</strong> zekeren brieven, beginnende:`Kaerle,<br />

by der gracien Goidz'ende begrepen opten blade. 1<br />

Dat hertoghe Philips <strong>van</strong> Bourgoindien ster¡<br />

1467-1468<br />

In den voirs. iair LXVII opten XV en dach <strong>van</strong> iunio die voirs. hertoge Philips <strong>van</strong><br />

Bourgoindien, oudt zynde LXXII ende regneert hebbende XXXVII, ster¡ tot<br />

Brugge in Vlaenderen ende zyn lichaem wert begraven tot Gedeon in Bourgoindien<br />

by zyn ouders totten chartroysen ende zyn hert wairt gevuert <strong>van</strong> den bisscop<br />

<strong>van</strong> Doernic tot Iherusalem, zoe hy begeert hadde, want hy had grote mynne tot-<br />

1 Hierna ontbreekt het folionummer, deze oorkonde staat niet in het cartularium.<br />

195


fol. 229 r<br />

fol. 229 v<br />

1467-1468<br />

ter heiliger plaetsen ende plach in zynen leven den mynrebruederen aldair woenende<br />

in den berch <strong>van</strong> Syon vele goetz te doen. /<br />

Van den iuwelen hertoge Philips 1<br />

Die voirs. hertoge Philips hadde in zynen leven vele gouden ende zilveren vaten<br />

ende costelycke iuwelen ende dierbaer gesteynte als ennich prince die men wiste.<br />

Sunderlinge had hy onder vele andere dingen een lelye, dairin was een stuck <strong>van</strong><br />

Onss Heren nagel, die gepresen was C L M gouden croenen. Ende oic had hy enen<br />

groten balays die by nachte een geheel camer verlichte.<br />

Dat die oirdene <strong>van</strong> den GuldenVlies ingestelt is <strong>van</strong> hertoge Philips<br />

<strong>van</strong> Bourgoindien<br />

Dese hertoge Philips in zynre tyt onderhielt zeer hoechelic ende eerlic die oirdene<br />

<strong>van</strong> den GuldenVliese, die hy zeer princelic ingestelt hadde.<br />

ten tyde <strong>van</strong> hertoge kaerle <strong>van</strong> bourgoindien 2<br />

Dat hertoich Kaerle <strong>van</strong> Bourgoindien wairt gehuldt 3<br />

Nae dode <strong>van</strong> den voirscr. hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien soe wairt die voirs.<br />

heer Kaerle, die men hyet die greve <strong>van</strong> Chairloys, hertoge <strong>van</strong> Lothriic, <strong>van</strong> Brabant<br />

ende <strong>van</strong> Lymborch, etc. ende wairt gehuldt te Loeuen, Bruessel ende Antwerpen<br />

int tvoirs. iair LXVII. / Ende die voirs. hertoige Kaerle, als hy ierst tot<br />

Ghent in Vlaenderen ontfangen wairt, gescieden zynen genaden enen oploep<br />

<strong>van</strong> der gemeynten, zoe zy <strong>van</strong> oudts gewoentlic waren te vorderen. Ende zy creegen<br />

alsoe eensdeels met gewelde ende eensdeels anderssins <strong>van</strong> den voirs. hertoge<br />

Kaerle als horen greve zekere previlegien, die zy nyet langhe en gebruycten, want<br />

hy dwancse corts dairnae datse in zyn handen overbrengen mosten alle hore previlegien<br />

die zyhadden ende dairnae mosten zy voir den prince comen te Bruessel,<br />

dair zy horen voetval deden.<br />

Hoe die Ludickers weder begonsten te rebelleren tegen hertoge Kaerle<br />

Item ende dat dairnae als hertoge Kaerle ierst ontfangen was begonsten die <strong>van</strong><br />

Ludickweder te rebelleren tegen horenvoirs. bisscop Lodewyc <strong>van</strong> Bourbon ende<br />

tegens den voirs. hertoge Kaerle, zynen swager ende neve, ende belagen die stat<br />

<strong>van</strong> Hoye, die zy wonnen. dWelc hertoich Kaerle voirs. vernemende track hii<br />

dordwer¡ int lant <strong>van</strong> Ludick met alter groter heyrcracht. Als die <strong>van</strong> Ludick dat<br />

vernamen, quamen zy op enen avontstont met XX M mannen om die stat <strong>van</strong><br />

Sint-Truyen tontsetten ende dair gevyel enen strydt dair hertoge Kaerle victorie<br />

1 In margine nota.<br />

2 Herhaald <strong>van</strong>affol. 229 v tot en met fol. 251 r .<br />

3 Nota boven de tekst toegevoegd.<br />

196


fol. 230 r<br />

fol. 230 v<br />

hadde, ende die <strong>van</strong> Ludick verloren III M mannen die dair doot bleven. Ende die<br />

voirs. hertoge dede dair CCC ridderen slaen. Ende die strydt gesciet quamen die<br />

<strong>van</strong> Sint-Truyen ten genade ende worpen hoir torns neder ende wulden 1 hoir graften<br />

ende <strong>van</strong> gelycke deden die <strong>van</strong> den lande <strong>van</strong> Loen, als Hasselt, Borchloen,<br />

Harcke, / Maeseycke, Bilsen, Breen, etc. ende die <strong>van</strong>Tongeren.<br />

Hoe hertoge Kaerle dordwer¡ voir Ludick quam<br />

Ende dat gesciet trac voirt die voirs. hertoge Kaerle voir Ludick met zoe groten<br />

volc dat sonder getall was, ende als tvolc was voir Ludic nedergeslagen, doen worden<br />

die bourgers aldair <strong>van</strong> bynnen zoezeer verveert dat zy weder grote genade<br />

sochten ende quamen uuyt in hoer lynen clederenvoir hertoghe Kaerls tente, biddende<br />

om zyn ontfermherticheit.<br />

Hoe hertoge Kaerle die Ludickers weder in genaden nam<br />

Als zii lange op hoir kniien gelegen hadden, zoe namse hertoich Kaerle in genaden<br />

op sekere condicien, te wetene dat zy allen hoir wapenen overgeven zouden<br />

ende hoer poirten, torren ende mueren afwerpen ende graven vullen, dair die hertoge<br />

voirs. met zynen volc in comen soude, als zy deden. Ende naedatse horen<br />

voetval gedaen hadden, soe quam die voirs. hertoge Kaerle metten voirs. heren<br />

Lodewyc, horen bisscop, bynnen Ludick. Ende alsoe bynnen Ludic wesende<br />

moesten die <strong>van</strong> Ludic allen hoir bussen, harnasch, zwerden, boogen, etc. overgeven<br />

ende allen hoir poirten, torren ende mueren moesten zy afwerpen. Ende<br />

horen pyeroen, dair zy hoir iusticie voir hyelden op die merct, die wert afgebroken<br />

ende die prince voirs. deden vueren tot Brugge, dair hy geset wert op die borse.<br />

Dat hertoge Kaerle erfvoegt is slantz <strong>van</strong> Ludic<br />

1468-1469<br />

Item ende wert die voirs. hertoge alsdoen gemaect een erfvoegt ende mombair des<br />

lantz <strong>van</strong> Ludick ende <strong>van</strong> Loen ende oic allen zyn nacomeren, hertogen <strong>van</strong> Brabant<br />

zynde. Ende des zoude hy <strong>van</strong> den lande iairlycx he¡en ende er£ic menich<br />

dusent gulden. Ende die steden<strong>van</strong> den lande <strong>van</strong> Loen zouden hoer hootvonnissen<br />

teeuwigen daigen halen tot Loeuen. Ende / oeck zouden zy horen bisscop<br />

voirs. ontfangen ende doen alse sculdich waren. Ende dat hertoge Kaerle voirs.<br />

die voirs. Ludickers aldus dwanc, dairtoe was hy versocht <strong>van</strong> den paeus Paulus<br />

die II te om hoere groete ongehoirsamheit. Ende aldus worden die landen <strong>van</strong> Ludic<br />

ende <strong>van</strong> Loen all bynnen eenre maent verwonnen ende tonderbracht die tevoren<br />

zoe sterc waren datse nyemanden en ontsaigen.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LXVIII o : Goeswinus Heym, pro Pyckeuet<br />

defuncto, Symon die Hoesch, Iohannes Spiker, Tielmannus Pyckeuet, Iohannes<br />

de Arkel ¢lius Petri, Ghiselbertus Pels, Daniel de Gewanden, Iohannes de Ham.<br />

Burgimagistri seu receptores: Christianus <strong>van</strong> den Meeracker, Reynerus <strong>van</strong> den<br />

Hoeuel.<br />

1 Mogelijk verschrijving voor vulden.<br />

197


fol. 231 r<br />

fol. 231 v<br />

1468-1469<br />

In isto scabinatu quarta marcii prestitit magister Willelmus de Busco iuramentum<br />

secretariatus huius opidi in loco Lamberti de Doernen, secretarii, qui obiit<br />

secunda marcii. 1 /<br />

Dat hertoge Kaerle een wyf trouden<br />

In den voirs. iair LXVIII omtrent Sint-Iansmisse trouden hertoge Kaerle voirs.<br />

tot enen wive Margrieten <strong>van</strong>Yorck, suster conincx Eduwarts <strong>van</strong> Engelant, <strong>van</strong><br />

welken huwelic die voirs. coninc Lodewyc <strong>van</strong>Vrancryc nyet wel tevreden en was,<br />

wanttet verboden was allen den heren onder croenen <strong>van</strong>Vrancryc datse in Engelant<br />

geen huwelic doen en mochten. Ende dieselver coninc Lodewyc was <strong>van</strong> synnen<br />

dat hy den pays, tracteert nae den strydt tot Montherry, nyet en woude<br />

houden, mar dacht den voirs. hertoge Kaerle weder af te nemen die voirs. steden<br />

ende sloten op die Somme.<br />

Hoe hertoich Kaerle weder metter macht inVrancryck toech<br />

dWelc die voirs. hertoich Kaerle verstaende, vergaderden hy vele volcx <strong>van</strong> wapenen<br />

ende trac int iair voirs. omtrent Bamisse weder naeVrancryc ende ginc liggen<br />

tot Perone, dair die greve <strong>van</strong> Sint-Poul ende een legaet <strong>van</strong> Romen seer<br />

arbeyden om tusschen beyde pays te maken, ende brachtent zoeverre dat die voirs.<br />

coninc Lodewyc ende hertoge Kaerle tot Perone vergaderden ende maecten underlinge<br />

pays, want die coninc dede al dat hertoge Kaerl begerden.<br />

Hoe die Ludickers weder rebelleerden<br />

Bynnen welcken tyde maecten hen weder sterck die ballinge ende die GroenTente<br />

<strong>van</strong> Ludic ende quamen bynnen Ludic ende bedreven dair wonder, want zy verdreven<br />

dairuuyt diegeen die hertoge Kaerle dairinne geset hadde. Ende bisscop<br />

Lodewyc <strong>van</strong> Bourbon was op die tyt /tot Tongeren met vele edelen, als die heer<br />

<strong>van</strong> Bergen ende andere, diewelc vernemende dat peys was tusschen den voirs.<br />

coninc Lodewyc ende hertoge Kaerle, waren zy verblyt ende zy deden dair vieren<br />

maken opte strate.<br />

Hoe bisscop Lodewyc ge<strong>van</strong>gen wert<br />

Ende in derselver nacht quam die voirs. GroenTente <strong>van</strong> Ludick subtylic bynnen<br />

Tongeren al gewapent met mennichte <strong>van</strong>volc ende ryepen ter merct:`Vive le roy',<br />

ende zy vingen horen bisscop ende vuerden hem tot Ludick ende zy maecten die<br />

stat sterck met graven ende bolwercken. Ende hertoge Kaerle voirs. te Peronen<br />

zynde ende vernemende dat zy sconinx roep hadden geroepen ende horen bisscop<br />

ge<strong>van</strong>gen ende hoe die Groen Tente bynnen Ludic zeer sterc was, zoe wert<br />

hy zeer gram ende hy ginc tot in des coninx camer, die noch te Perone was, ende<br />

1 Vertaling: in dit schepenjaar op 4 maart legde meesterWillem <strong>van</strong> den Bosch de eed op het<br />

secretarisambt <strong>van</strong> deze stad af in plaats <strong>van</strong> secretaris Lambert <strong>van</strong> Deurne die op 2 maart<br />

overleden was.<br />

198


fol. 232 r<br />

fol. 232 v<br />

sprac hoe die <strong>van</strong> Ludic metter Groen Tenten waren comen tot Tongeren, roepende:`Vive<br />

le roy', ende hedden horen bisscop ge<strong>van</strong>gen tot Ludick gevuert.<br />

Hoe die coninc <strong>van</strong>Vrancryc met hertoge Kaerle voir Ludic quam<br />

Ende dat dit aldus gesciede dat woude hertoich Kaerle den coninc opleggen als<br />

des medeplichtich zynde, aengesien datse des conincx roep geroepen hadden.<br />

Mar die coninc loechende dat sterckelic ende zwoir dat hy <strong>van</strong> horen opsette nyet<br />

en wiste noch dat by zynen consente oft wille nyet gesciet en was ende dat hy dat<br />

verantwoirden woude. Ende oft noot wair, hy woude selve met hertoich Kaerle<br />

voir Ludic trecken, zoe hy oic dede ende quam met hem voir Ludick ende beleyden<br />

die stat. Ende dair werden / buten Ludic vele Lukenaers gedoot <strong>van</strong> sheren<br />

volc <strong>van</strong> Rauesteyn, die doe die <strong>van</strong>gaerde vuerde <strong>van</strong> hertoge Kaerls heyr. Ende<br />

die <strong>van</strong> Ludic, dit wetende, quamen uuyt met Sint-Andriescruce ende zydode vele<br />

<strong>van</strong> hertoge Kaerls volc, eer dat ment wiste int heyr. Die <strong>van</strong> Ludic, vervairt<br />

zynde, spraken tot horen bisscop dien zy ge<strong>van</strong>gen hadden, dat zy hem zouden<br />

laten gaen, woude hy he<strong>nl</strong>yeden pays verwerven aen den hertoich, zynen neve,<br />

dwelc die bisscop hen geloefden te doen. Ende zoe trac hy uuyt totten hertoge,<br />

mar diewyle dat men <strong>van</strong> peys sprac, zoe zyn CC Lukenaers heymelic by nacht<br />

uuytgecomen in hertoge Kaerls heyr tot by zyn tente ende zy staken tvier in sommige<br />

logisen, dodende vele goeder mannen eert men vernam, mar zy bleven dair<br />

meest al verslagen.<br />

Hoe hertoge Kaerl Ludic wan met gewalt<br />

Doe wert hertoge Kaerle zoe gram dat hy die stadt woude bestormen ende dede<br />

zoe vreeslyke assout op die stat, dat hyse wan met geweldiger hant.<br />

Ende hoe hii metten coninc <strong>van</strong>Vrancryc binnen Ludic quam<br />

Ende hy quam metten coninc <strong>van</strong>Vrancryc dairbynnen met groten volc ende het<br />

wairt al dootgeslagen dat men <strong>van</strong>t, mannen ende vrouwen, sunderlinge dat men<br />

ter wapenen <strong>van</strong>t, ende dair wertter vele in der Mazen verdroncken.Vele vrouwen<br />

worden dair gevioleert, dair en wairt nyemand gespaert. Aldus wairt die stat <strong>van</strong><br />

Ludic gewonnen met assaute int voirs. iair M CCCC LXVIII opten XXIX en dach<br />

octobris des sondaigs voir /Alreheiligendach te hoichmisse tyde als den introitus<br />

ende begin <strong>van</strong> der missen was, wel dienende ter materien `Omnia que fecisti nobis,<br />

Domine, in vero iudicio fecisti quia peccavimus Tibi', etc. Dairnae wert die<br />

stat <strong>van</strong> Ludic al beroeft ende gespolieert ende die hertoge deedse tsamen verbranden<br />

ende die huysen afbreken. Dairnae reysden die voirs. coninc Lodewyc<br />

inVrancryc ende hertoge Kaerle blee¡ dair, totdat hy dlant al in ordinancien had<br />

gestelt alsoet hem gootdochte, ende dairnae quam hy tot Bruessel.<br />

Van der feesten <strong>van</strong> den GuldenVlies<br />

1468-1469<br />

Dairnae trac hertoge Kaerle tot Brugge dair hy zyn feest hielt <strong>van</strong> der oirdenen<br />

<strong>van</strong> den GuldenVlieze. Ende dair waren bescreven allen die heren <strong>van</strong> der oirdenen<br />

om ter feesten te comen. Ende die heer <strong>van</strong> Croy quam dair uut Vrancryc,<br />

199


fol. 233 r<br />

fol. 233 v<br />

1468-1469<br />

want al was hy verdreven geweest, nochtan en konde men geen valsheit aen hem<br />

gevynden. Mar die greve <strong>van</strong> Nyuers ende <strong>van</strong> Stampes en wouden dair nyet comen,<br />

overmit dien dat hy dair tevoren te Perone ge<strong>van</strong>gen had geweest ende beschaempt<br />

<strong>van</strong> hertoge Kaerls wegen.<br />

Aengaet den Groeten Gasthuys 1<br />

In den voirs. iair LXVIII den XXVIII en dach februarii heeft hertoich Kaerle consenteert<br />

dat men den Groeten Gasthuys bynnen deser stat doen mach besetsel<strong>van</strong><br />

gueden, nyettegenstaende den previlegien gegeven by hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien<br />

in den iair LXIII twe dagen in ianuario; prout in litteris incipientibus:<br />

`Kaerle, by der gracien'et comprehensis folio CCCC LXXVII.<br />

Hoe hertoge Kaerle dien <strong>van</strong> Lyer gecon¢rmeert heeft die vedemarct<br />

ende gewilt datse dair ewelic werde gehouden 1<br />

Oeck in den voirs. iair LXVIII denVIII en dach in merte soe heeft die / voirs. hertoge<br />

Kaerle <strong>van</strong> Bourgoindien, <strong>van</strong> Lothryc, <strong>van</strong> Brabant, etc. voir hem, zynen<br />

oire, erven ende nacomelingen hertogen ende hertoginnen <strong>van</strong> Brabant, der stat<br />

<strong>van</strong> Lyer gerati¢ceert, gecon¢rmeert ende geapprobeert die brieven <strong>van</strong> previlegien<br />

hen by zynen vorderen verleent <strong>van</strong> der vedemarct, ende denselven die vedemarct<br />

<strong>van</strong> nuwes verleent, verclerende dat <strong>van</strong> den XX en dage <strong>van</strong> ianuario<br />

lestleden voirtane tot ewigen dagen die voirs. vedemarct aldair sal werden gehouden<br />

alle gwoensdage <strong>van</strong> elcker weken ende nergens elders bynnen Brabant ende<br />

dat alle coepluyden <strong>van</strong> buyten ende <strong>van</strong> bynnen ende alle andere die ennige beesten<br />

bynnen denselven lande <strong>van</strong> Brabant zullen willen vercopen, die zullen brengen<br />

ende sculdich wesen te brengen tot Lyer, die aldaer te stapele te stellene ende<br />

opten voirs. goensdach hoir merct aldair te houdene ende den heer dairaf betalen<br />

den sculdigen tol, etc. ende dat altyt sonder preiudiis <strong>van</strong> den rechten ende previlegien<br />

der steden <strong>van</strong> Loeuen, Bruessel, Antwerpen ende sHertogenbosch ende<br />

<strong>van</strong> Mechelen, all opte verbuerte <strong>van</strong> den beesten ende X ponden zwarter tornoysen,<br />

etc. ende dat alle coepluyden hoirossen ende vedebrengende tenversueckder<br />

o¤cieren opte palen slantz <strong>van</strong> Brabant zittende, sculdich zullen wesen caucie te<br />

setten, datse dairmede hoir mercte tot Lyer zullen houden, die aldair driven ende<br />

vercopen, opte verbuerte <strong>van</strong> den ossen ende vede ende X ponden tornoysen<br />

voirs. ende noch opten peen <strong>van</strong> VI Bourgoenssche gulden ende oic op zekeren<br />

peenen die de o¤cieren verboeren zouden by gebreke, etc.; prout in litteris incipientibus:`Kaerle,<br />

by der gracien Goids', etc. et comprehensis folio CC VIII. /<br />

Van den toll tot Woudrichem ende Ghyessen<br />

Oeck in denvoirs. iair LXVIIIden XXVI ten dach merte 2 soe heeft dese stat zekere<br />

wairheiden geleydt aengaende <strong>van</strong> den toll <strong>van</strong>Woudrichem ende <strong>van</strong> tgeen dess<br />

men aldair sculdich is, te wetene tot Woudrichem een Vlemsschen ende tot<br />

1 In margine nota.<br />

2 Deze datering wijkt af <strong>van</strong> die in het cartularium fol. 595 r , waarsprake is <strong>van</strong> augustus.<br />

200


fol. 234 r<br />

fol. 234 v<br />

1469-1470<br />

Ghyessen een cleyken, etc.; prout in acta desuper expedita, incipientia: Àllen<br />

ende enen yegelycken'et comprehensa folioV C XCI. Dit voirs. beleydt sal men bevynden<br />

in der scryfcameren after in der kisten aldair staende.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LXIX o : Iohannes Monix ¢lius Iacobi, Rodolphus<br />

die Beuer ¢lius Rodolphi, Goeswinus <strong>van</strong> den Hezeacker, Iohannes<br />

Ghysselen ¢lius Iohannis, Rodolphus Dicbier, Nycolaus de Berkel,Willelmus de<br />

Busco.<br />

Burgimagistri seu receptores: Iohannes Zeelmeker, Petrus Colen.<br />

In isto scabinatu XVI ta aprilis obiit Rutgerus de Arkel et institutus est in locum<br />

eius in eodem scabinatu XVIII a aprilis Franco de Langel, qui eodem die prestitit<br />

iuramentum. 1 /<br />

Dat die cloesteren <strong>van</strong> den manspersonen verbonden zyn te comen<br />

tot allen processien die men hier houden sal: hoese gaen moeten,<br />

hoese singen zullen<br />

In denvoirs. iair LXIX den XXVI ten dach februarii nae scryven des hoefs <strong>van</strong> Ludic<br />

soe hebben de cloesteren <strong>van</strong> den mannen bynnen deser stat ende hare parochien<br />

gelegen, onder den peen <strong>van</strong> hondert nobelen, hen verbonden te comen tot<br />

allen den processien die bynnen deser stat gehouden zullen werden, ende dairinne<br />

te houden die ondergescreven manier <strong>van</strong> gaen, gelyc by zekere arbiters, byhen<br />

dairtoe gecoren, uuytgesproken is onder dese navolgende woerden, te wetene:<br />

`Nos Iohannes de Platea, decanus, Goeswinus Keymp et Iohannes de Andel, canonici<br />

ecclesie sancti Iohannis e<strong>van</strong>geliste opidi de Buscoducis, necnon Goeswinus<br />

Heym, Symon die Hoesch, Symon de Gheel et Iohannes Monix, scabini,<br />

iurati et consulares dicti opidi per patres priores conventuum subscriptorum<br />

electi, etc., dicimus, arbitramur et ordinamus quod in omnibus et singulis processionibus<br />

per clerum et populum huius opidi per idipsum opidum exnunc et in<br />

antea perpetuis futuris temporibus tociens quociens facientibus, prior et conventus<br />

de Porta Celi, dum ad hoc vocati fuerint, impedimento glaciei ac legitimo ac<br />

canonico cessante ante scolares dicte ecclesie in duobus lateribus iuxta modum<br />

eiusdem ecclesie sine medio incedent ac ante eos prior et conventus fratrum predicatorum<br />

etiam in duobus lateribus ac ante eos guardianus et conventus fratrum<br />

minorum etiam in duobus lateribus necnon prior et conventus fratrum cruciferorum<br />

consimiliter in duobus lateribus; eosdem guardianum et conventum fratrum<br />

minorum precedent cum cruce cuiuslibet eorum in medio eorum, quos modum<br />

et ordinem arbitramur et dicimus exnunc deinceps per patres, fratres et conventus<br />

predictos perpetuo esse ser<strong>van</strong>dos, sub pena pretacta, eosdem religiosos pie exhortantes<br />

quatenus pro maiori populi devotione excitanda domino / Deo in ymnis<br />

et canticis spiritualibus voce et ore psallentes vices successivas, prout<br />

quemlibet eorundem conventuum continget in cantu et orationibus Deo persolvendis,<br />

quilibet videlicet eorundem seorsum et per se iuxta consuetudinem cuius-<br />

1 Vertaling: in dit schepenjaar op 16 april overleed Rutger <strong>van</strong> Arkel en in zijn plaats werd in<br />

ditzelfde schepenjaar op 18 april Frank <strong>van</strong> Langel aangesteld, die op dezelfde dag de eed<br />

a£egde.<br />

201


fol. 235 r<br />

fol. 235 v<br />

1469-1470<br />

libet eorum, collegio dicte ecclesie primitus inchoante et aliis successive prosequentibus<br />

peragere et in illis se exercitare velint'; prout in quodam instrumento<br />

manu domini Iohannis Amelrici tamquam notarii conscripto et subsignato continetur<br />

lacius, incipiente vero: 1 `In nomine sancte et individue Trinitatis, amen',<br />

etc. et comprehenso folioV C LXXXVII.<br />

Uuytspraeck tusschen tcapittel ende deser stat aengaende der ordinancie<br />

<strong>van</strong> den brande <strong>van</strong> den iair LXIII<br />

Oeck in den voirs. iair LXIX den XIII en dach ianuarii oec nae scryven des hoefs<br />

<strong>van</strong> Ludic, soe is tusschen den capittel deser stat ende den suppoisten desselfs ter<br />

eenre ende dese stat ende haren ingesetenen ter andere zyden aengaende der saken<br />

<strong>van</strong> den brant die geweest is bynnen deser stat int iair LXIII lestleden, by heren<br />

Yewaen Moll, ridder, hoichscouthet deser stat, ende meester Gerarden<br />

Hoernken, priester, een uuytspraeck gedaen als hiernae volgt, te wetene in den<br />

iersten zoe noch vol nae V iaren zyn geordineert om die stat te repareren dat in<br />

den eynde derselver vyf iaren egeen poincten onderbescreven der eender partyen<br />

tegens die andere preiudiis doen en sullen, mar elc partye sal staen tot zynen rechte<br />

als hy dede voir den voirs. brant; / item die heren <strong>van</strong> den capittele ende hoir<br />

supposten zullen moegen brouwen ende bier <strong>van</strong> buyten doen comen als zy tot<br />

her toe gedaen hebben ende dat gebruycken sonder assyns voir henselven ende<br />

dieners;<br />

item die heren ende suppoisten <strong>van</strong> den capittele en zullen bynnen dese voirs. vyf<br />

iaren egenen gemeynen wynkelder houden, etc.;<br />

item als <strong>van</strong> den renthen ende chynsen gaende uuyten verbranden erven bynnen<br />

deser stat, tcapittel ende hoir suppoisten zullen naevolgen die ordinancie by onsen<br />

genedigen heer dairop gemaect;<br />

item dat dese stat den capittel ende horen suppoisten tot horen harden dack te baten<br />

comen zal gelyc anderen ingesetenen nae uuytwysen der ordinancie dairop<br />

gemaect, te wetene aen de roy leydacx II Rynsgulden ende tycheldacx XXIIII stuvers,<br />

etc.; prout in instrumento manu domini Iohannis Amelrici conscripto et<br />

subsignato lacius continetur incipiente: 1 `Notum sit universis et singulis', etc. et<br />

comprehenso folio CC LXXXVI.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LXX o : Gerardus de Vladeracken, Martinus<br />

Monic,Willelmus de Ghent, Amelius de Boechem,Willelmus Monix, / Arnoldus<br />

de Weilhuysen, Iohannes Witmerii, Gerardus de Eyck, pro Vladeracken<br />

defuncto, qui prestitit iuramentum penultima iunii, Iohannes de Hedel, pro dicto<br />

Witmerii qui obiit XXV ta septembris.<br />

Burgimagistri seu receptores: Iohannes Oedeuair, Henricus de Oyen.<br />

In isto scabinatu prima februarii prestitit magister Henricus Pelgrom iuramentum<br />

secretariatus. 2<br />

1<br />

Vertaling: zoals uitvoeriger beschreven staat in een zekere notarie« le akte die geschreven en<br />

ondertekend is doorde hand <strong>van</strong> heer Jan Amelrijk (als notaris) en die begint:<br />

2<br />

Vertaling: in dit schepenjaar legde meester Hendrik Pelgrom op 1 februari de eed op het secretarisambt<br />

af.<br />

202


fol. 236 r<br />

fol. 236 v<br />

Aengaet der Ge<strong>van</strong>genpoirten<br />

In den voirs. scepenstoel den IX en dach in merte des saterdaigz nae den sondach<br />

Invocavit soe es gecomen een bode onss genedigsten heren met Henricken Selen<br />

als hoichrentmeester <strong>van</strong> Den Bosch met zekere brieven <strong>van</strong> mandamenten ende<br />

stelden ArndenVrancken, die doen deen helfte <strong>van</strong> der Ge<strong>van</strong>genpoirten bedienden,<br />

opter selver poirten in der ge<strong>van</strong>ckenisse in meyninge <strong>van</strong> onss genedigs heren<br />

wegen andere die hy presenteerden dairinne te stellen ende die o¤cie te doen<br />

bedyenen, dairtegens Willem <strong>van</strong> denVelde ende Willem <strong>van</strong> Oisterwyc, dien die<br />

proprieteyt <strong>van</strong> der poirten toebehoirden, hen heerlycken opponeerden ende des<br />

aen den Hoigen Raet ons genedichsten heren appelleerden, hoepende ende meynende<br />

in hoer possessie te bliiven; dairafeen certi¢cacie voir scepenen /deser stat<br />

wairt gemaect, beginnende:`Wy, Gerardt <strong>van</strong>Vladeracken', etc. ende is begrepen<br />

opten bladeV C XCV.<br />

Hoe coninc Eduwairt uuyt Engelant wert verdreven<br />

1470-1471<br />

In den voirs. iair LXX wairt uuyt Engelant verdreven greve Ritzairt <strong>van</strong>Weerwyc<br />

ende hy trac by coninc Lodewyc <strong>van</strong>Vrancryc, hoepende by zynre hulpen coninc<br />

Eduwart te verdriiven ende coninc Henricken, die ge<strong>van</strong>gen lach, weder coninc te<br />

maken.Want die prince <strong>van</strong> Galles, zoen coninx Henricx, had desen greve zyn<br />

dochter te wive gegeven, welcke prince <strong>van</strong> Galles was coninc Lodewycken nae<br />

belanck<strong>van</strong> zynre moederwegen, die coninc Ronez <strong>van</strong> Sicilien dochter was, bestaende<br />

den coninc in den II ten graed. Aldus pynden hem dese greve partye te maken<br />

tegens hertoge Kaerle ende hy roefden op die zee dieVlemssche, Hollantsche<br />

ende Zeelantsche scepen. Ende hy trac alsoe met macht in Engelant, met hem<br />

hebbende een deel Fransoysen, om coninc Eduwart te verdriven ende hy quam te<br />

Dortemuye in Engelant, zoedat hy by conspiracien <strong>van</strong> zynen vrienden die hy in<br />

Engelant hadde, coninc Eduwairt verdreef. Diewelc, siende dat hy verraden was,<br />

weeck hy uuyt Engelant ende quam in Hollant omtrent Bamisse ende hii lach in<br />

Den Hage tot Korsmisse. Dairnae track hy by hertoge Kaerle tot Hesoyn in Artoys<br />

ende by zyn suster, hertoge Kaerls huysvrouwe, om hulpe / <strong>van</strong> hem te hebbene<br />

ende Engelant weder te crigen.<br />

Hoe coninc Eduwairt weder in Engelant quam ende coninc wert<br />

Ende hertoge Kaerle dede hem bystant <strong>van</strong> volcke ende <strong>van</strong> scepen, zoedat hy in<br />

denvasten dairnae trac in Engelant ende opten heiligen Paeschdach byde stat <strong>van</strong><br />

Londen hadden zy enen stryt tegen coninx Henricx soen ende den greve <strong>van</strong><br />

Weerwyc voirs. ende coninc Eduwart had victorie mits sommige heren ende die<br />

greve <strong>van</strong> Weerwyc bleef dair verslagen. Ende coninc Henric wert weder ge<strong>van</strong>gen<br />

ende zyn zoen en woude coninc Eduwairt nyet kennen voir coninc ende hy<br />

wert gedoot. Ende coninc Eduwairt wert weder geweldich coninc <strong>van</strong> Engelant.<br />

Oeck in den voirs. iair LXX den XXVIII en dach merte voir Paeschen hertoge<br />

Arnt <strong>van</strong> Gelre, wesende tot Ghent, heeft voir notaris ende getugen bekent te wesen<br />

een leenman als <strong>van</strong> ennigen plecken des hertogen <strong>van</strong> Brabant, etc. ende onder<br />

meer heeft geloeft die bourgers deser stat hoir vryheit <strong>van</strong> tol te houden in den<br />

203


fol. 237 r<br />

fol. 237 v<br />

1471-1472<br />

lande <strong>van</strong> Gelre; prout in instrumento incipiente:`In nomine Domini, amen', etc.<br />

et comprehenso folio CCCC LXIII.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LXXI o : Martinus de Rode,Theodericus de<br />

Aa, Adam die Lu,Willelmus de Buchouen, Theodericus die Borchgreue, Petrus<br />

Pels, Iohannes Pynappel. /<br />

Burgimagistri seu receptores: magister Ghyselbertus Luey, Arnoldus ¢lius Willelmi<br />

Heymans.<br />

In den voirs. iair LXXI den XVIII en dach in oixt seynden hertoge Kaerle <strong>van</strong><br />

Bourgoindien sekere vermaenbrieven aen Nymegen, Zuytphen, Arnhem, etc.,<br />

datse souden ophoren <strong>van</strong> versceyden overdaden diese vorderden in achterdeel<br />

hertoge Arnts <strong>van</strong> Gelre; folioV C LIII.<br />

Hoe die coninc <strong>van</strong>Vrancryc weder innam Amyens ende Sinte-Quintyns<br />

Ende bynnen den voirs. tyde als die voirs. greve <strong>van</strong>Werwyc tusschen den coninc<br />

<strong>van</strong>Vrancryc ende hertoge Kaerl weder twist gemaect hadde, soe nam die coninc<br />

weder inne die steden<strong>van</strong> Amyens ende Sinte-Quintyns, etc. dWelc hertoge Kaerle<br />

vernemende vergaderden hy grote volck ende trac als int voirs. iair LXXI nae<br />

Dertiendach weder inVrancryc, slaende zyn perckvoir Amyens, dair hy bleef liggen<br />

tot in den meye. Ende dair wert dycwyle gescarmust, want die Grote Salizairt<br />

lach bynnen Amyens ende quam dycwyle uuyt op des hertogen volc ende worden<br />

dan dycwyle in de stat gedreven, vele min dan zy uuytquamen. Ten eynde wert<br />

dair een bestant gemaect, een iair lanc durende.<br />

In den voirs. iaer LXXI denVII en dach in merte dede heer <strong>Peter</strong> <strong>van</strong>Vertaing zynen<br />

eedt opt hoichscouthetscap der stat <strong>van</strong> sHertogenbosch ende geloefden mede<br />

voir notaris ende getugen bynnen acht 1 naestcomende wittelic te doceren dat<br />

hy was een geboren Brabander ende oft hy des nyet en dede, zoude den voirs. eedt<br />

wesen nul, crachteloes ende <strong>van</strong> onwerden.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LXXII o : Theodericus de <strong>Os</strong>, Henricus<br />

Monix, / Symon de Gheel, Arnoldus de Campen, Iacobus deVladeracken, Godefridus<br />

die Lu, Hermannus Coenen.<br />

Burgimagistri seu receptores: Arnoldus Pels ¢lius Petri, Arnoldus Eelkens.<br />

Dat hertoge Arnt <strong>van</strong> Gelre overgaf dlant <strong>van</strong> Gelre voir III C M gouden<br />

gulden, die hy <strong>van</strong> hertoge Kaerle ont¢nck<br />

Anno predicto septima decembris Arnoldus, dux Gelrie et Iulie, post suam liberationem<br />

a sua capitivitate ducatum Gelrie et comitatum Zuytphanie cum omnibus<br />

eorum civitatibus, opidis, castris, villis, territoriis, nemoribus, silvis, aquis,<br />

etc. pro summa trecentorum millium £orenorum Renensium boni auri et iusti<br />

ponderis dicto duci Karolo de Bourgoindia cessit et tradidit; prout in litteris incipientibus:<br />

Àrnoldus, Dei gratia', etc. et comprehensis folio CCCC LXVIII.<br />

1 Aldus hs., hierna ontbreekt waarschij<strong>nl</strong>ijk daigen.<br />

204


fol. 238 r<br />

fol. 238 v<br />

Aengaet der hertellingen<br />

1472-1473<br />

In den voirs. iair LXXII den XX ten dach in april soe heeft hertoge Kaerle <strong>van</strong><br />

Bourgoindien voirs. den scouthet deser stat oft zynen stathelder bevolen dat zy<br />

achtervolgende den slote <strong>van</strong> der hertellinge iegenwoirdelic by den tween werlycken<br />

Staiten genomen te byzyne <strong>van</strong> den wethouderen oft gedeputeerden deser<br />

stat op zyne ende hoir eeden ende consciencie zouden tellen ende in den steden,<br />

vryheiden ende dorpen bynnen deser meyeryen by den o¤cieren, wethouderen,<br />

parochianen ende heilich-geestmeesteren <strong>van</strong> elcker stadt, vryheit ende dorpe<br />

doen tellen elken die hertsteden onder elcken staende, te weten een woenhuys<br />

dat bewoentlic is, groot oft cleyne, het 1 dat teser tyt bewoent is oft nyet, by rycken<br />

oft armen, geestelic oft weerlic, ende tgetal dairaf setten ende doen setten by goeder<br />

declaracien in gescrifte, <strong>van</strong> strathe te strathen, ondersceydende die hertsteeden<br />

<strong>van</strong> elcken plaetsen zoe die in der beden / gewoentlic zyn gesedt te werdene,<br />

ende die plaetsen dair die contribucien der beden gedaen wordt, ende die goedshusen<br />

die nyet gewoentlic zyn mede te gelden, ende tgetal daira¡ setten in gescrifte<br />

oft doen setten ende bezegelt overseynden met enen wairechtigen bode in<br />

handen <strong>van</strong> den commissaryssen dairtoe gestelt tusschen die tyt in den sondach<br />

<strong>van</strong> Pinxten doen naestcomende, verstaende dat die voirs. tellinge by den voirs.<br />

scouthet ende den voirs. anderen o¤cieren gedaen sal werden sonder loen, behoudelic<br />

dat die boden die de tellingen voirs. zullen brengen, dairaf zullen hebben<br />

horen redelycken sallaris, die onsen genedige heer voirs. zal doen setten met zynrer<br />

genaden beden ten naesten termyne totter plaetsen, etc.; prout in litteris incipientibus:`Kaerle,<br />

by der gracien Goids', etc. et comprehensis folio CCC LXXXI.<br />

In den voirs. iaer LXXII den XXX en dach in meye geloefden hertoge Kaerle <strong>van</strong><br />

Bourgoindien tebetalen die er¡- ende lyfrenten die dese stat voir hem geloeft ende<br />

vercoft had; prout in litteris folio C LXXXII. 2<br />

Hoe hertoge Kaerle weder in Vrancryc trac, doende dair groeten<br />

scade<br />

In den voirs. iair LXXII, naedien dattet voirs. bestant in den voirgaende iair gemaecttusschen<br />

denvoirs. coninc Lodewyc ende hertoge Kaerle voirs. uuytgegaen<br />

was, soe is dieselver hertoge Kaerle weder met groeter heyrvairt gereyst inVrancryc<br />

ende hy belach ende wan die steden <strong>van</strong> Nelle inVermendoys, die al gedestrueert<br />

wert. Desgelycx wan hy Roye ende Mondidier. Dairnae trac hy voir die stat<br />

<strong>van</strong> Beuays, die hy mett groeter haest / vreeslic bestormden met assaute, mar die<br />

<strong>van</strong>bynnen weerden hemvromelic <strong>van</strong> des smorgens totten donckeren avont ende<br />

des avontz quam dairbynnen versch volc <strong>van</strong> sconincx ordinancie. Ende als die<br />

opte mueren begonsten te comen, zoe trac shertogen volc a¡ ende hy ginc liggen<br />

dairby int cloester <strong>van</strong> Sinte-Luciaen. Dairnae ginc die voirs. hertoge Kaerle die<br />

stat noch vreesliker bestormen, mar wantter vele volcx versschelic incomen was,<br />

zoe en const hyse nyet gewynnen in dien male.<br />

1<br />

Aldus hs., hierna ontbreekt waarschij<strong>nl</strong>ijk sy.<br />

2<br />

In margine nota.<br />

205


fol. 239 r<br />

fol. 239 v<br />

1472-1473<br />

Hoe hertoge Kaerle verbranden vele dorpen inVrancryc<br />

Soe opbrac die voirs. hertoge Kaerle ende trac met overmoede te Rouwaen wert<br />

ende onderwegen verbranden hy dlant <strong>van</strong> Caux in Normandien, wel M dorpen<br />

ende meer. Ende comende voir Rouwaen was dair zeer sterc bynnen die conincstabel<br />

ende dair wesende wairt bestant gemaect totten iair LXXIIII. Ende zoe<br />

keerden die voirs. hertoge weder tot zynen lande.<br />

Van eenre cometen<br />

Oeck in den voirs. iair LXXII omtrent Sinte-Agnetendach in de loumaent sach<br />

men in de locht alten vreesliken comete ende duerden langen tyt tot by Paesschen<br />

ende zy was vlammich met enen langen, breeden stert, by nachte luchtende als die<br />

maen.<br />

Aengaet der gevenckenis hertoge Arntz<br />

Oeck in den iair voirs. want die voirs. Adolph, zoen hertoge Arnoutz <strong>van</strong> Gelre,<br />

zynen / vader ge<strong>van</strong>gen had ende gehouden hadde well VII iaren ende maecten<br />

hemzelven heer by toedoene <strong>van</strong> sommigen heren ende steden slantz <strong>van</strong> Gelre,<br />

soe wasser grote partysscap ende oirloge opgeresen tusschen hem op deen zyde<br />

ende hertoge Iannen <strong>van</strong> Cleue, zynre moeder brueder, ende den heer <strong>van</strong> Egmont,<br />

zyns vadersbrueder, met zynen kynderen op dander zyde, dairafvele blootstortinge<br />

ende scaden quam. Papa Paulus scree¡ aen hertoge Adol¡ zynen vader<br />

loss te laten; patet in littera 1 ad signum (½27) ac folio CCCC LXXV.<br />

Dat hertoich Arnt uuyter gevenckenisse quam<br />

Soe is wair dat die keyser Frederic ten versueck <strong>van</strong> den heer <strong>van</strong> Egmont den<br />

voirs. hertoge Kaerle commissie gaf ende maecten hem richter in der saken tusschen<br />

den voirs. hertoge Arnout ende Adolphen, zynen zoen. Soe dede hertoge<br />

Kaerle zoevele aen den voirs. Adolphen, dat hy zynen vader uuyter gevenckenisse<br />

lyet.<br />

Hoe hertoich Adolph quam tot Hesdyn by hertoge Kaerle<br />

Ende hertoge Kaerle ontboet denselven Adolphen bii hem te comen tot Hesdyn,<br />

dair hy quam. Ende zoe hy zeer onbehoedt <strong>van</strong> woerden was, zoe sprac hy spitige<br />

woerden in shertogen presencie, zoedat hy dair gehouden wert ende en mocht<br />

nyet wederkeren noch <strong>van</strong> hertoge Kaerle oirlo¡ crigen. Mar heymelic met hem<br />

ander ontreet hy ende quam tot Namen ende <strong>van</strong>dair meynde hy te sceep te varen<br />

lancx die Maze neder, mar hy wert dair bekent <strong>van</strong> zynen werdt, die dat te kennen<br />

ga¡, zoedat hyge<strong>van</strong>gen wert ende wederbrachtbyhertoge Kaerle, die welke/den<br />

voirs. Adolphen vast ge<strong>van</strong>gen dede leggen tot Vilvoerden ende hy bleef ge<strong>van</strong>gen<br />

zoelange als die voirs. hertoge Kaerle leefden.<br />

1 Vertaling: het blijkt uit een brief.<br />

206


fol. 240 r<br />

1472-1473<br />

Afcoep des rechtz <strong>van</strong> Gelre aen den hertoich <strong>van</strong> Guylic gedaen<br />

Voirt meer want hertoge Kaerle metter wairheit be<strong>van</strong>t dat hertoge Arnt ende<br />

Adolph, zyn zoen, dlant <strong>van</strong> Gelre tonrecht besaten, als comen zynde <strong>van</strong> der<br />

ioncster dochter ende dat die hertoge <strong>van</strong> Gulic was als afcomen zynde <strong>van</strong> der<br />

oudster dochter ende hem oic by keyserlycken vonnisse aengewesen was, soe heeft<br />

hertoghe Kaerle den hertoge <strong>van</strong> Guylic a¡gecoft zyn recht om LXXX M gouden<br />

gulden, die dairvoir betaelt worden. Oeck had hertoge Arnt den voirs. Adolphen,<br />

zynen zoen, onterft overmits die grote mesdaet die hy tegens zynen vader begaen<br />

had, ende overgaf zyn recht denvoirs. hertoge Kaerle. tSelve, als dat die voirs. hertoge<br />

Arnt ende Adolph, zyn zoen, dlant <strong>van</strong> Gelre tonrecht besaten, blyct oeck<br />

claerlic uuyt tgeen des hiernae volgt.<br />

Linea 1 ducum Gelrie et quomodo femineus sexus / in ducatu succedere non potest,<br />

quia feodum masculinum est. Primus Gelrie dux vocatus est Reynaldus, qui<br />

1<br />

Vertaling: de afstamming <strong>van</strong> de hertogen <strong>van</strong> Gelre en dat vrouwen in het hertogdom niet<br />

kunnen opvolgen, omdat het een zwaardleen is. De eerste hertog <strong>van</strong> Gelre heette Reinoud,<br />

dietot wettigevrouw nam Alienora, dochter <strong>van</strong> de koning <strong>van</strong> Engeland, bij wie hij drie kinderen<br />

kreeg, en wel twee zonen en e¨ e¨ n dochter. De oudste zoon heette Reinoud, gewoo<strong>nl</strong>ijk<br />

Reinoud de Dikke genoemd, de jongste zoon heette Eduard en de dochter, naar men meent<br />

Maria geheten, trouwde met de eerste hertog <strong>van</strong> Gulik. Eduard voornoemd, hoewel jonger<br />

dan zijn broer Reinoud die krijgsge<strong>van</strong>gen werd gehouden, nam het hertogdom Gelre in bezit.<br />

Deze Eduard stierf. Reinoud echter werd in de stad Tiel uit zijn krijgsge<strong>van</strong>genschap bevrijd<br />

na de dood <strong>van</strong> zijn voornoemde broer, regeerde daarna het hertogdom en hij stierf<br />

zonder een wettige, levende nakomeling. Na de dood <strong>van</strong> beide broers was de hertogszetel<br />

<strong>van</strong> Gelre vacant, niemand immers durfde die zich toe te eigenen. Als eerste scheen de voornoemde<br />

hertog <strong>van</strong> Gulik, die <strong>van</strong>wege zijn voornoemde echtgenote Maria, zuster <strong>van</strong> genoemde<br />

Reinoud en Eduard, de naaste erfgenaam, maar hij nam zich voor het hertogdom<br />

Gelre niet in bezitte nemen. Hij wist dat dat hertogdom een zwaardleen was en dat het daarom<br />

aan de keizer teruggevallen was.<br />

En in die tijd regeerde Karel IVals keizer, die als broerWenceslas <strong>van</strong> Bohemen had, hertog<br />

<strong>van</strong> Brabant via diens wettige vrouw hertogin Johanna. DezeWenceslas ging oorlog voeren<br />

tegen de voornoemde eerste hertog <strong>van</strong> Gulik, waarbij hij werd verslagen en doordeze hertog<br />

<strong>van</strong> Gulik ge<strong>van</strong>gen genomen. De Brabanders konden dezeWenceslas die lange tijd krijgsge<strong>van</strong>gen<br />

werd gehouden, niet vrijkopen wegens het door hem verslapte en verwaarloosde<br />

bestuuren ze deden ook niet veel moeitevoorzijn vrijlating. Daarom reisde genoemde keizer<br />

Karel naar Aken waar in vreedzame gesprekken en vriendschappelijke besprekingen metde<br />

keurvorsten, vooral echter met de paltsgraaf, overeengekomen en besloten werd dat hertog<br />

Wenceslas uit krijgsge<strong>van</strong>genschap bevrijd zou worden en dat genoemde keizer KarelWillem,<br />

zoon <strong>van</strong> de voorschreven hertog <strong>van</strong> Gulik, in het hertogdom Gelre zou aanstellen en<br />

hem ermee zou belenen. GenoemdeWillem, zoon <strong>van</strong> de hertog <strong>van</strong> Gulik, ontving dit hertogdom<br />

dan ook in leen <strong>van</strong> de keizer, omdat zoals gezegd het hertogdom aan de keizer vervallen<br />

was. Na rijp beraad metde voornoemde eerste hertog <strong>van</strong> Gulik, hoewel die voogd was<br />

<strong>van</strong> zijn genoemde echtgenote, de dochter <strong>van</strong> genoemde Reinoud, eerste hertog <strong>van</strong> Gelre,<br />

wilde genoemde keizer Karel het niet schenken, opdat later door niemand gezegd kon worden<br />

dathetin devrouwelijkelijngee« rfd was doordezehertog<strong>van</strong> Gulikals voogdvoornoemd,<br />

hetgeen opnieuwtweespaltteweeggebracht zou hebbentotgroot nadeel <strong>van</strong> het rijk. Daarom<br />

gaf hij het hertogdom Gelre in leen aan de zoon <strong>van</strong> deze hertog <strong>van</strong> Gulik en niet aan de<br />

hertog zelf.<br />

De reeds genoemde eerste hertog <strong>van</strong> Gulik verwekte bij zijn genoemde echtgenote Maria,<br />

dochter <strong>van</strong> genoemde Reinoud eerste hertog <strong>van</strong> Gelre, drie kinderen, te weten: ten eerste<br />

Willem, voornoemde hertog <strong>van</strong> Gelre, die na de dood <strong>van</strong> zijn genoemde vader hertog <strong>van</strong><br />

Gelre en Gulik werd en die overleed zonder wettige overlevende nakomelingen'; ten tweede<br />

w<br />

207


fol. 240 v<br />

1472-1473<br />

Alienoram, ¢liam regis Anglie, in legitimam duxit conthoralem, ex qua tres proles<br />

genuit, duos scilicet ¢lios et ¢liam unicam; et maior natu ¢lius Reynaldus vulgo<br />

Reynaldus Pinguis dictus est et minor natu Eduwardus, ¢lia quoque Maria, ut<br />

creditur, dicta, primo duci Iulie nupsit. Eduwardus predictus licet iunior fratre<br />

suo Reynaldo in captivitate detento occupavit ducatum Gelrie. Obiit idem Eduwardus.<br />

Reynaldus autem, in opidoTyela liberatus a captivitate post mortem dicti<br />

sui fratris, eundem rexit ducatum et decessit absque prole legitima superstite permanente.<br />

Post quorum fratrum obitus vacavit ducatus Gelrie, nemo enim illi se<br />

intromittere ausus fuit. Primus dux Iuliacensis predictus, qui ex parte dicte Marie,<br />

conthoralis, sororis Reynaldi et Eduwardi predictorum, proximior heres videbatur,<br />

ipsum tamen Gelrie ducatum occupare non presumpsit. Scivit eundem ducatum<br />

feodum masculinum et ita ad imperatorem esse devolutum. /<br />

Et eo tempore Karolus Quartus regnavit imperator, cui frater erat Wenceslaus de<br />

Bohemia ex parte ducisse Iohanne, sue legitime coniugis, Brabancie dux. Quiqui-<br />

w<br />

Reinoud, die na de dood <strong>van</strong> zijn genoemde broer beide hertogdommen tegelijkertijd regeerde<br />

zonder wettige nakomelingen tot op de laatste dag <strong>van</strong> zijn leven; ten derde kreeg hij<br />

een dochter die trouwde met de heer <strong>van</strong> Arkel. Heer Jan <strong>van</strong> Egmond schaakte een wettige<br />

dochter <strong>van</strong> genoemde Gulikse dochter, uit welke heer Jan <strong>van</strong> Egmond en genoemde dochter<br />

<strong>van</strong> genoemde dochter <strong>van</strong> de voornoemde eerste hertog <strong>van</strong> Gulik geboren is Arnold <strong>van</strong><br />

Egmond, welke Arnold hertog <strong>van</strong> Gelre genoemd werd en die de grootvader was <strong>van</strong> heer<br />

Karel <strong>van</strong> Egmond, nu namelijk in het jaar 1514 levend, en welke heer Arnold naliet bovengenoemde<br />

Adolf, zijn zoon, door wie hij in ge<strong>van</strong>genschap werd gehouden. Omdat de instelling<br />

in en de schenking <strong>van</strong> het leen, het hertogdom Gelre, gedaan is als een vacant<br />

zwaardleen, toegevallen aan de keizer, en niet als <strong>van</strong> een leen <strong>van</strong> vaderszijde, zoals heel<br />

duidelijk opgemaakt wordt uit de akte <strong>van</strong> genoemde keizer, uitgevaardigd voor hertogWillem,<br />

zoon <strong>van</strong> de eerste hertog <strong>van</strong> Gulik, in het hofof het huis <strong>van</strong> Gulik, blijkt hieruit helder<br />

dat dit veelgenoemde hertogdom Gelre een zwaardleen is en dat dit hertogdom aan het huis<br />

<strong>van</strong> Gulik gekomen is, niet krachtens opvolgingsrecht, maar door een keizerlijke schenking.<br />

Uit dezelfde akte blijkt immers dat er belening gedaan is <strong>van</strong> een vacant en teruggevallen<br />

leen, hetgeen duidelijk een schenking is, aangezien immers noch de dochter <strong>van</strong> de eerste<br />

hertog <strong>van</strong> Gelre, gehuwd met de eerste hertog <strong>van</strong> Gulik, noch hun zonen in het hertogdom<br />

hadden kunnen opvolgen zonder keizerlijke schenking zoals voorschreven is, enz.<br />

Vraag is hoe heer Arnold <strong>van</strong> Egmond, die gewoo<strong>nl</strong>ijk hertog Arnold genoemd wordt, in dat<br />

hertogdom Gelre kon opvolgen, omdat hij zelf geboren is uit een dochter <strong>van</strong> de zuster <strong>van</strong><br />

Willem en Reinoud, hertogen <strong>van</strong> Gelre en <strong>van</strong> Gulik, en wel uit de dochter <strong>van</strong> de dochter<br />

<strong>van</strong> de eerste hertog <strong>van</strong> Gelre en aangezien die opvolgingtegen de wil <strong>van</strong> keizer Sigismund<br />

was en ten nadele <strong>van</strong> Adolf, hertog <strong>van</strong> Berg, welke Adolf rechtstreeks afstamde <strong>van</strong> een<br />

broer <strong>van</strong> de eerste hertog <strong>van</strong> Gulik. Onder aansporing <strong>van</strong> onze heer de paus deed Gerard,<br />

hertog <strong>van</strong> Gulik en Berg en graaf <strong>van</strong> Ravensberg, afstand <strong>van</strong> de keizerlijke schenking en<br />

droeghij hetvaakgenoemdehertogdom Gelreoveraan Karel, hertog<strong>van</strong> Bourgondie« .Daarna<br />

nam deze hertog Karel de wapens op tegen het voornoemde hertogdom Gelre, voerde hij<br />

oorlog en onderwierp hij het, aan welke hertog Karel de inwoners <strong>van</strong> dat hertogdom in het<br />

openbaar de eed <strong>van</strong> trouw die'huldinge' genoemd wordt, a£egden. Na de dood <strong>van</strong> hertog<br />

Karel ontving de zoon <strong>van</strong> keizer Frederik, Maximiliaan, die een wettig huwelijk gesloten<br />

had met Maria, dochter <strong>van</strong> de reedsgenoemde hertog Karel, opnieuw de eed <strong>van</strong> trouw <strong>van</strong><br />

de Geldersen. Filips, zoon <strong>van</strong> de genoemde Maximiliaan en Maria, ontving dit hertogdom<br />

op gelijke wijze en onder de vereiste vorm <strong>van</strong> zijn vader Maximiliaan, Rooms Koning, die<br />

zich toen ophield in de stad Hagenau. Deze Filips, koning <strong>van</strong> Castilie« , overwon gewapenderhand<br />

Arnhem en enkele andere Gelderse steden en hij heeft ze aan zich onderworpen.<br />

Maar deze onderneming moest onafgemaakt blijven wegens zijn vertrek naar Spanje. Deze<br />

koning Filips stierf in Spanjeeen zeerdroeve dood, zijn ziel regeert samen met deAllerhoogste<br />

in eeuwigheid. Karel wordt erkend als opvolger <strong>van</strong> deze koning Filips.<br />

208


fol. 241 r<br />

fol. 241 v<br />

fol. 242 r<br />

1472-1473<br />

demWenceslaus contra prefatum primum ducem Iuliacensem bellum in quo succubuit,<br />

gessit et ab ipso duce Iuliacensi captus est. EundemWenceslaum diu captivum<br />

detentum propter ipsius remissam et negligentem regiminis operam<br />

Brabantini redimere non curaverunt neque liberationi eiusdem multum studuerunt.<br />

Quapropter dictus Karolus imperator in Aquisgranum descendit, ubi electorum<br />

imperii, precipue autem comitis palatini, paci¢cis orationibus et<br />

amicabilibus interlocutionibus accordatum est et conclusum, quod dux Wenceslaus<br />

a captivitate liberaretur et quod dictus Karolus imperatorWillelmum, ¢lium<br />

prefati ducis Iuliacensis, in ducatu Gelrie institueret et infeodaret. Quemvero ducatum<br />

dictusWillelmus, ¢lius ducis Iuliacensis, ab imperatore in feodum recepit,<br />

quia ad imperatorem, ut premittitur, ducatus erat devolutus. Dictus Karolus imperator<br />

maturo consilio prehabito primo duci Iulie predicto, licet tutori et mamburno<br />

dicte sue conthoralis, ¢lie dicti Reynaldi, primi ducis Gelrie, donare non<br />

voluit, ne imposterum a quopiam diceretur quod ad ipsum Iulie ducem, tamquam<br />

tutorem et mamburnum predictum, et ita ad femininum /sexum devolutus<br />

esset, quod in imperii magnum redividisset preiudicium. Hanc ob causam ¢lio<br />

eiusdem ducis Iuliacensis et non ipsi duci ducatum Gelrie in feodum contulit. Sepedictus<br />

primus dux Iuliacensis ex dicta Maria, sua coniuge, ¢lia dicti Reynaldi<br />

primi ducis Gelrie, tres proles suscitavit: primo scilicet Willelmum, ducem Gelrie<br />

predictum, qui post decessum dicti sui patris erat dux Gelrie et Iuliacensis<br />

defunctusque est nulla post eum prole legitima ex corpore suo superviva relicta;<br />

secundo Reynaldum, qui post dicti fratris sui decessum eosdem duos rexit ducatus<br />

similiter absque prole legitima diem sue vite clausum extremum; tercio genuit<br />

¢liam quandam que nupsit domino de Arkel. Dominus Iohannes de Egmonda<br />

quandam ¢liam legitimam dicte ¢lie Iuliacensis rapuit /ex quibus domino Iohanne<br />

de Egmonda et dicta ¢lia dicte ¢lie primi ducis Iuliacensis predicti natus est<br />

Arnoldus de Egmonda, qui Arnoldus dux Gelrie appellatus est quique fuit avus<br />

domini Karoli de Egmonda, pronunc videlicet anno M CCCCC XIIII to viventis<br />

et qui dominus Arnoldus reliquit supradictum Adolphum, suum ¢lium, a quo in<br />

captivitate tenebatur. Quoniam quidem institucio et concessio feodi ducatus Gelrie<br />

tamquam de aperto et masculino feodo devoluto quod ad imperatorem et non<br />

tamquam de feodo paterno facta est, prout in dicti imperatoris litteris pro duce<br />

Willelmo, ¢lio primi ducis Iuliacensis, expeditis in curia seu domo Iuliacensi extantibus<br />

evidencius colligitur, hinc patet manifeste sepedictum Gelrie ducatum<br />

feodum esse masculinum eundemque ducatum domui Iuliacensi non iure successionis<br />

sed imperatoria donatione esse devolutum. Patet enim ex eisdem litteris<br />

quod illa infeodacio facta est de feodo aperto et devoluto que notorie est donacio,<br />

cum enim neque ¢lia primi ducis Gelrie primo duci Iuliacensi nupta neque sui<br />

¢lii in ducatu succedere potuisset absque imperiali donatione, ut premittitur,<br />

etc. /<br />

Questio est quomodo dominus Arnoldus de Egmonda, qui dux Arnoldus vulgo<br />

nuncupatus est, in eodem ducatu Gelrie succedere potuit, cum ipse sit natus ex<br />

¢lia sororis Willelmi et Reynaldi ducum Gelrie et Iulie, hoc est ex ¢lia ¢lie primi<br />

ducis Gelrie cumque illa successio fuerit contra voluntatem Sigismundi imperatoris<br />

et in preiudicium Adolphi ducis Montensis, quiquidem Adolphus a fratre<br />

primi ducis Iuliacensis inmediate descendit. Exhortatione domini nostri pape<br />

209


fol. 242 v<br />

fol. 243 r<br />

fol. 243 v<br />

1473-1474<br />

imperiali donatione cessioneque et transportatione sepedicti ducatus Gelrie per<br />

Gerardum ducem Iuliacensem et Montensem comitemque de Rauensberge Karolo<br />

Bourgoindie duci factis, idem dux Karolus contra ducatum Gelrie predictum<br />

arma sumpsit, bellum gessit et eundem sibi subiugavit, cui duci Karolo incole<br />

eiusdem ducatus iuramentum ¢delitatis quod huldinge dicitur publice prestarunt.<br />

Post mortem ducis Karoli Maximilianus, Frederici imperatoris ¢lius, qui<br />

Mariam, ¢liam ducis Karoli iamdicti, duxit in conthoralem / legitimam, denuo<br />

a Gelrensibus ¢delitatis iuramentum recepit. Philippus, dictorum Maximiliani et<br />

Marie ¢lius, eundem ducatum ab eodem Maximiliano suo patre Romanorum<br />

rege in opido Hagenauw existente modo congruo debitaque forma recepit, qui<br />

Philippus Castelle rex armata manu Arnhem ac alia quedam Gelrie opida vicit<br />

sibique subiugata sunt. Sed hoc negocium ob Hispanicam profectionem relinquere<br />

oportuit inexpeditum. Qui rex Philippus in Hispania prochdolor mortem<br />

obiit, cuius anima cum Altissimo regnet in evum cuiusque regis Philippi Karolus<br />

successor esse dinoscitur.<br />

In den voirs. iair LXXII scree¡ papa Sixtus brieven aen den hertoge <strong>van</strong> Bourgoindien<br />

ende aen de steden slants <strong>van</strong> Gelre; prout in litteris folioV C LV.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LXXIII o : Iohannes Monix ¢lius Iacobi,<br />

Iohannes Loenman ¢lius Iohannis, Iohannes de Erpe ¢lius Arnoldi, Gerardus<br />

de Haestrecht,Willelmus Steenwech, Gerardus Kuyst, / Iacobus <strong>van</strong> den Hoeuel,<br />

Wolterus <strong>van</strong> den Broeck, pro dicto Iohanne Monix facto sculteto et prestititWolterus<br />

iuramentum XIII a septembris, Goeswinus Steenwech, proWillelmo Steenwech,<br />

suo fratre, qui Willelmus ex causa suo scabinatu privatus est et prestitit<br />

Goeswinus iuramentum XXIIII ta septembris. 1<br />

Burgimagistri seu receptores: Gerongius de Busco, Henricus <strong>van</strong> den Hoeuel.<br />

Van sekere verbont dat hertoge Kaerle maecten metten hertoich <strong>van</strong><br />

Guylic als hy hem had overgegeven zyn recht <strong>van</strong> den lant <strong>van</strong> Gelre<br />

In dicto anno LXXIII, XXI a iunii cum illustris princeps Gerardus dux Iuliacensis<br />

et Montensis comesque de Rauensberge suum ius, quod ad ducatum Gelrie et<br />

comitatum Zuytphanie ut proximior agnatus habuit et per imperialem donationem<br />

investituram di¤nitivamque sentenciam obtinuit, supradicto Karolo duci<br />

Bourgoindie, Brabantie transportasset, idem Karolus dux cum prefato duce Iuliacensi<br />

ad pacem et tranquilitatem suarum hinc inde terrarum quasdam confederationes<br />

perpetuas ymmo ligas et amicicias fecit, inivit et contraxit. In primis<br />

quod ipse Karolus /dux omnem commoditatem prefati ducis Iuliacensis promoveret<br />

ac dampnum, dedecus et dispendium eiusdem et suarum terrarum vitaret,<br />

nec quacumque occasione dominia, terras et subditos ducis Iuliacensis predicti<br />

invadere seu invadi permitteret atque subditos eiusdem ducis tamquam suos per<br />

suas terras et dominia sub consuetis theoloniis et vectigalibus ire.Voluit ymmo<br />

1 Vertaling:Wouter <strong>van</strong> den Broek legde in plaats <strong>van</strong> genoemde Jan Monix, die schout werd,<br />

de eed afop 13 september, Gozewijn Steenwech kwam in plaats <strong>van</strong> zijn broerWillem Steenwech,<br />

die wegens een rechtszaak uit het schepenambt werd gezet, en Gozewijn legde de eed af<br />

op 24 september.<br />

210


fol. 244 r<br />

fol. 244 v<br />

etiam inferentes subditis ducis Iulie per rapinam seu spoliam dampna in dominio<br />

ducis Karoli non haberent salvum conductum. Item et si quis in terris et dominiis<br />

dicti ducis Iulie forefecerit seu male¢cium commiserit quod penam sangwinis<br />

seu ultimum supplicium requireret, talis in patriis ducis Karoli nullum salvum<br />

conductum haberet sed iuxta rigorem iuris communis seu municipalis condignam<br />

penam sortietur. Item et si aliqua di¡erencia seu contraversia inter dictum<br />

ducem Karolum et ducem Iuliacensem seu suos heredes et successores aut eorum<br />

subditos post datam presentium exorta fuerit, ad huiusmodi sedendam et dirimendam<br />

ordinatum est inter eos quod quilibet duos consules de consilio Brabantie<br />

ad certum locum et diem infra mensem per actorem pre¢gendos mittere debet<br />

et debet actor ex consilio domini nostri conventi nominare et eligere super arbitrum<br />

communem quem reus rogare debebit ut in loco et tempore per ipsum reum<br />

pre¢gendis comparere et contraversiam terminare velit, sic quod quatuor commissarii<br />

ab utrisque dominis electi debent et tenebuntur actiones utrarumque<br />

parcium recipere et receptis primitus per vias amicabiles ¢nire quas si nequiverint<br />

extunc debent sententialiter unacum quinto superarbitro desuper decernere.<br />

Et quidquid dicti arbitri desuper decreverint, hoc inviolabiliter /observabitur. Si<br />

autem subditi contra subditos seu vasallos aliquam actionem movere voluerunt<br />

aut econtra, tunc actor sequi debet competens forum rei conventi si personali actione<br />

vel rei site de qua fuerit questio si actione reali agatur cui iudex rei conventi<br />

vel rei site iusticiam brevem et condecentem ministrare tenebitur. Quod si actor<br />

de denegata iusticia conquestus fuerit eo casu duces contra iusticiarios et o¤ciarios<br />

suos remediabunt, etc.; prout in litteris incipientibus: `Karolus, Dei gracia<br />

dux Bourgoindie', etc. et comprehensis folio CCC XLVII.<br />

Hoe hertoge Kaerle met heyrcracht int lant <strong>van</strong> Gelre quam<br />

1473-1474<br />

Dus in den voirs. iair LXXIII naedien hertoge Kaerle voirs. zulcken recht als<br />

voirs. is hadde vercregen, soe is dieselver hertoge Kaerle getrocken met heyrcrachte<br />

nae den lande <strong>van</strong> Gelre al doer Maestricht ende dair <strong>van</strong>t hy gereet hertoge<br />

Iannen <strong>van</strong> Cleue, zynen neve, ende den heer <strong>van</strong> Egmont met zynen<br />

kynderen, die hem te hulpen quamen. Ende ierst belach hyVe<strong>nl</strong>oe dwelc hem opgaf,<br />

ende voirt al meest creech hy dat lant inne, want vele edele heren <strong>van</strong> den<br />

lande waren bleven ge<strong>van</strong>gen binnen Hesdiin, als Adolph hoer/heymelic <strong>van</strong>dair<br />

reet.<br />

dBelech voir Nymegen 1<br />

Ende mitsdien die stat <strong>van</strong> Nymegen hair nyet overgeven en woude, soe trac hertoge<br />

Kaerle dairvoir met groeter macht op deen zyde <strong>van</strong> denWale. Ende die hertoge<br />

<strong>van</strong> Cleue ende zyn brueder heer Adolph, heer <strong>van</strong> Rauensteyn, ende die<br />

heer <strong>van</strong> Egmont met zynen zoenen lagen op dander zyde <strong>van</strong> den rivieren.<br />

1 In margine nota.<br />

211


fol. 245 r<br />

fol. 245 v<br />

1474-1475<br />

Dat Nymmegen gewonnen waert<br />

Ende op die stat wairt zeer gescoten ende werden hair cloetelic, mar int leste gaven<br />

zy hen op in handen hertoge Kaerls voirs. ende hy nampse in genaden mits<br />

zekeren tractate ende hy waert aldaer gehuld voir horen lantsheer. Ende die oude<br />

hertoge ster¡ dairnae in die stat <strong>van</strong> Den Graue. Ende hertoge Kaerle vuerden<br />

met hem uuyt Nymmegen twee ionge kynderen <strong>van</strong> hertoge Adolph voirs., enen<br />

soen ende een dochter, ende deedse in Brabant eerlic ophouden, want die overleeden<br />

vrouwe hertoge Kaerls voirs. ende diere kynderen moeder waren twe gesusteren<br />

<strong>van</strong> Bourbon. Oeck was hertoge Kaerle voirs. ende deser kynderen moeder,<br />

brueder ende suster kynderen. Ende dit gesciede int voirs. iair LXXIII, dairaf<br />

men seegt aldus: Àls hertoge Kaerle voir Nymmegen lach, men noyt zoe heeten<br />

zoemer en sach'. /<br />

Hoe keyser Frederic ende hertoge Kaerle tot Trier vergaderden<br />

Item dairnae int selve iair LXXIII omtrent Sinte-Michielsdach soe is die keyser<br />

Frederick nedergecomen tot Trier met vele bisscoppen, hertogen, marcgreven<br />

ende heren om te tracteren met hertoge Kaerle <strong>van</strong> vele saken. Welke hertoge<br />

Kaerle met groten state ende vele costelycheiden totten keyser trac, dat des gelycx<br />

nyet gesien en heeft geweest, soedat die keyser ende die hertoge voirs. dair versaemden<br />

in groeter minnen ende vruechden ende elc dede dair den anderen groete<br />

chier ende werdicheit ende zy vergaderden mennichwerven alle dage by<br />

malcanderen omtrent VIII dagen lanc. Ende ten laetsten dede hertoge Kaerle<br />

een alten costelycken maeltyt bereyden ende noeden den keyser ten eeten met allen<br />

zynen heren. Dair thoende hertoge Kaerle zyn costelycke iuweelen<strong>van</strong> goude,<br />

<strong>van</strong> zilver ende <strong>van</strong> gesteynte in der maeltyt, zoedat nyeman desgelycx en sach.<br />

Ende men seyde dat die keyser dair comen was om hertoge Kaerle coninc te maken<br />

<strong>van</strong> Bourgoindien, begripende dairinne alle dese Nederlanden. Mar die keyser<br />

wart anders <strong>van</strong> synne ende trac heymelic uuyt Tryer tscepe om dwelcke<br />

hertoge Kaerle zeer geturbeert wert ende quam weder in zyn lant.<br />

Dat Perlement tot Mechelen ingestelt wert<br />

Ende in de vasten dairnae volgende instelden hii tot Mechelen eenWalsch Perlement<br />

<strong>van</strong> XXX heren, dwelc hem die keyser also men seyde tot Trier verleent<br />

had. /<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LXXIIII o : midsdien op Sinte-Remeysdach<br />

noch bynnen acht dagen dairnae bynnen deser stat <strong>van</strong> sheren wegen egeen scepenen<br />

gesett oft by den onderscouthet te diere tyt wesende aldair geeydt en worden,<br />

soe hebben die gezworen die int voirleeden iaer scepenen hadden geweest oft<br />

dmeestedeel <strong>van</strong> hen, by namen Ian Loenman Ians soen, Dirck <strong>van</strong> Haestrecht,<br />

Iacob <strong>van</strong> den Hoeuel,Wouter <strong>van</strong> den Broeck ende Goessen Steenwech, dairenteynden<br />

gecoren ende geset om scepenen te zyne bynnen deser stat op hoir eeden<br />

voir tvoirs. iair LXXIIII, dats te wetene Ludolphus Buck, Ghiselbertus Haeck,<br />

Amelius de Boechem, Goeswinus <strong>van</strong> den Hezeacker, Gerardus Symonis, Rodolphus<br />

Dicbier, Iohannes Kanapart ¢lius Iohannis, diewelke by Bartram Ianss.,<br />

212


fol. 246 r<br />

fol. 246 v<br />

fol. 247 r<br />

deser stat gesworen knaep, geeydt worden ende dit nae begrip / ende uuytwysen<br />

<strong>van</strong> enen previlegie, gegeven by vrouwe Iohanna opten XVIII en dach <strong>van</strong> merte<br />

int iair M CCC LXXXVII, etc.<br />

Burgimagistri seu receptores: Coenrardus Keymp, Symon Scheenken.<br />

In desen voirs. iair LXXIIII alst bestant uuytginc tusschen coninc Lodewyc <strong>van</strong><br />

Vrancryc ende hertoge Kaerle, zoe isser weder een bestant gemaect, een iair lanck<br />

duerende.<br />

Oirsaeck dat hertoge Kaerle nae Nancii toech dair hy blee¡<br />

Oeck int voirs. iair LXXIIII vernam hertoghe Kaerl tydinge <strong>van</strong> den lande <strong>van</strong><br />

Ferretten, dwelc hy gecoft had tegen hertoge Zegemont <strong>van</strong> Oistryc, ende hy had<br />

dair enen capiteyn gestelt, geheiten <strong>Peter</strong> Hackeback, diewelcke om zyn tyranscap<br />

dair ge<strong>van</strong>gen was ende ter iusticien gestelt ende dairnae onthoeft in een stat, geheiten<br />

Brisack; om dwelck hertoge Kaerle zeer gestoirt wairt ende vermat hem<br />

dat op he<strong>nl</strong>yeden te wreken, wairomme dlant <strong>van</strong> Ferretten uuyt vresen sloech<br />

ende sich ga¡ onder Zwitselant. /<br />

Oirsaeck dat hertoge Kaerle voir Nuys quam<br />

Oeck int voirs. iair LXXIIII ende opte selve tyt quam heer Robbrecht <strong>van</strong> Beyeren,<br />

eertsbisscop tot Colen, ende claechden hertoge Kaerle, zynen neve, over die<br />

stat <strong>van</strong> Coelen, <strong>van</strong> Nuys ende andere datse hem onthielden zyn rechten ende<br />

demaynen die hem toebehoirden. Alsoe dat hertoge Kaerle den voirs. eertsbisscop<br />

consenteerden zyn wapen bynnen Coelen voir zyn ho¡ te slaen, dwelc hy<br />

dede, mar zy wairt by nachte afgetrocken ende int slyc getreden.<br />

dBelech voir Nuyss<br />

1474-1475<br />

dWelc vernemende hertoge Kaerle, wairt hy toernich ende alsoe is hy met groeter<br />

heyrcracht te perde ende te voet uuyt zynen lande getrocken doer Tricht, hebbende<br />

oic met hemvele Engelsche ende Lombarden, ende ginc liggen voir die stat<br />

<strong>van</strong> Nuyss omtrent Sinte-Marie-Magdalenendach int voirs. iair. Ende hy hinck<br />

zyn wapenen costelic aen eenen staeck in enen scilt midden int velt. Ende hy dede<br />

mennich zwair assaut ende storm op die stat, mardie <strong>van</strong> bynnen werden hen vromelic,<br />

want zy waren bynnen waell bewaert <strong>van</strong> cloecken lyeden, dair thooft af<br />

was heer Herman, des lantgreven brueder <strong>van</strong> Hessen, die <strong>van</strong> Sinte-Lysbetten<br />

bloede is ende wert namaels ertsbesscop <strong>van</strong> Coelen. Ende die keyser Frederick<br />

had der stat ontboden dat hyse ontsetten zoude, mar het vyele zoe lange dat die<br />

<strong>van</strong> bynnen Nuyss by gebreck wael aten CCCC perden, nochtans en gaven zy<br />

hen nyet op. / Item den tyde dat hertoge Kaerle dus voir Nuyss lach, maecten keyser<br />

Frederick ende die koerfursten ende die rycsteden een grote aliance ende verbont<br />

met coninc Lodewyc <strong>van</strong> Vrancryc. Ende omtrent Sinte-Barbarendach<br />

quam by hertoge Kaerle voirs. voir Nuyss in den leger die coninc <strong>van</strong> Deenmercken,<br />

<strong>van</strong> Romen comende, ende hy had by hem greve Gerardt <strong>van</strong> Oldenbrugge,<br />

zynen brueder, ende hertoge Henrick<strong>van</strong> Bruynswyc ende meer andere grote heren<br />

ende arbeyden zeerom pays tusschen beyde te maken, mair twas om nyet ende<br />

213


fol. 247 v<br />

fol. 248 r<br />

1474-1475<br />

zoe vertrocken zy. Item dairnae in de vasten togen die <strong>van</strong> Coelen uuyt ende maecten<br />

hoir logys ne¡ens die stat <strong>van</strong> Nuyss over den Ryn ende deden groeten scaide<br />

in hertoge Kaerls heyr.<br />

Hoe die keyser quam om Nuyss tontsetten<br />

Daernae quam die keyser met groeter heyrcracht om Nuyss tontsetten ende<br />

sloech neder omtrent een myle <strong>van</strong> Nuyss ende <strong>van</strong> hertoge Kaerls heyr, dair hy<br />

hem begroe¡ in enen wagenborch ende zy schermutsten dycwilen tegens malcanderen.<br />

Van pays voir Nuyss<br />

Dairnae begonst men te spreken <strong>van</strong> payss, dairin zeer arbeyden heer Alexander,<br />

bisscop <strong>van</strong> Forluuen, legaet <strong>van</strong> den paus gesonden, ende hy dede die uuytsprake<br />

dat die paus die sake soude eynden bynnen eenen iair ende hier en bynnen zouden<br />

partyen a£aten <strong>van</strong> oirlogen ende die stat <strong>van</strong> Nuyss / zoude blyven staen onder<br />

die protectie <strong>van</strong> denselven legaet. Ende alsoe dairnae zyn beyde die heyren opgebroken<br />

omtrent Sint-Iansmisse ende hertoge Kaerle quam weder in zyn lant.<br />

Dat die bruederscap <strong>van</strong> den Rozenhoet ingestelt wert<br />

Item in den voirs. tyde dat hertoge Kaerle voir Nuyss lach, zoe wert die salige<br />

bruederscap <strong>van</strong> Onser LieuerVrouwen Souter oft Roesenhoede tot Coelen ingestelt<br />

ende vernyewt by der erwerdigen heer meester Ian Sprenger, doctoir in der<br />

gotheit, prioir <strong>van</strong> den predickercloester tot Coelen, ende wert <strong>van</strong> den voirs. legaet<br />

ende dairnae <strong>van</strong> den paeus Sixtus con¢rmeert met vele schoene a¥aten<br />

dairtoe gegeven. Ende een yegelyc mensche mach dese bruedersscap aennemen<br />

tusschen Got ende hem oic sonder ingescreven te zyn ende lesen daigelix, gaende<br />

oft staende, knyelende oft sittende, een roesenhoyken, dat zyn vy¡ pater noster<br />

ende nae elcken pater noster X ave maria, oft hy sal lesen ter weken enen souter<br />

<strong>van</strong> Onser LieuerVrouwen, dat ziin III hoykens, te weten XV pater noster ende C<br />

L ave maria. Ende oft yemand nyet en leest, hy en doet geen sonde, mar hy derft<br />

alleen die mededeelachticheit <strong>van</strong> alden anderen bruederen ende susteren die op<br />

die tyt lesen.<br />

Van coninc Eduwart <strong>van</strong> Engelant<br />

Oeck want in der tyt dat hertoge Kaerle voirs. voir Nuyss lach een verbont gemaect<br />

was tusschen / coninc Eduwart <strong>van</strong> Engelant ende hertoge Kaerle tegen<br />

den coninc <strong>van</strong> Vrancryc, soe is coninc Eduwart met groter machten comen to<br />

Caleys ende trac voirt in Pikardien om dlant <strong>van</strong> Normandien weder te wynnen.<br />

Mar mitsdien hertoge Kaerle nyet en woude sceyden <strong>van</strong> Nuyss ende coninc Eduwart<br />

mercten dat coninc Lodewyc <strong>van</strong> Vrancryc hem te mechtich was, soe trac<br />

coninc Eduwart wederom over in Engelant, dairop dYngelsche zeer murmureerden,<br />

want hy had enen groten scat <strong>van</strong> den Engelschen op die reyse ontfangen.<br />

214


fol. 248 v<br />

fol. 249 r<br />

Van den bestant tusschen coninc Lodewyc ende hertoge Kaerle; <strong>van</strong><br />

den greve <strong>van</strong> Sint-Pol die tot Parys onthalst wert<br />

Ende hertoge Kaerle vernomen hebbende dat coninc Eduwart weder terugge was<br />

nae Engelant, maecten hy bestant met coninc Lodewyc <strong>van</strong> Vrancryc IX iaren,<br />

want hy dacht te oirlogen in Loraynen ende op die Zwitsen, in welcken bestande<br />

wast vorwarde dat die greve <strong>van</strong> Sint-Pol, conestable <strong>van</strong>Vrancryc, dairbuyten gesloten<br />

zoude blyven, want hertoge Kaerle oec op hem vergrampt was. Ende want<br />

hy uuyt Vrancryc tot Bergen in Henegouwe gevloyen was, soe deden hertoge<br />

Kaerle des voirs. conincx volck leveren tot Perone ende <strong>van</strong>dair wairt hy gevuert<br />

tot Parys dair hy <strong>van</strong> LX heren <strong>van</strong> den Perlament ter doot wert verwesen ende hy<br />

wert onthalst als in den iair <strong>van</strong> LXXV. /<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LXXV o : dominus Iohannes Back, miles,<br />

loco Petri Steenwech prestitit iuramentum IX a iulii, Iohannes de Craendonc, Petrus<br />

Steenwech, obiit XXII a iunii in suo scabinatu, Iohannes Ghysselen, Henricus<br />

deVden, obiit VI ta septembris in suo scabinatu, Iohannes de Ham, Iohannes<br />

de <strong>Os</strong>, Reynerus <strong>van</strong> den Hoeuel, Hubertus Steenwech, loco Vden prestitit iuramentum<br />

XII a septembris.<br />

Burgimagistri seu receptores: Gerardus de Palude, Alardus Spiker.<br />

Van den heemraiden in Maeslant<br />

In den voirs. iair LXXVden XV en dach <strong>van</strong> merte soe zyn geraempt by den heemraiden<strong>van</strong><br />

Maeslant ende sekere gedeputeerde bynnen deser stat zekere goede ordinancie<br />

denselven aengaende; beginnende die brieven dairaf:`Wy, Ian <strong>van</strong> Ham<br />

ende Reyner <strong>van</strong> den Hoeuel', etc. ende begrepen opten blade CCCC LXXI.<br />

Hoe hertoge Kaerle Nancii eens had gewonnen<br />

In den voirs. iair LXXV omtrent Sinte-Michielsdach trac hertoge Kaerle met<br />

groeter macht int hertoichdom <strong>van</strong> Baren ende Loraynen, want Renez, greve<br />

<strong>van</strong>Vaudemont, die hertoich <strong>van</strong> Loraynen worden was by a£ivicheit <strong>van</strong> hertoge<br />

Nyclaes <strong>van</strong> Calabren, hertoge Kaerle ont- /seyt had als hii voir Nuyss lach, meynende<br />

coninc Lodewyc <strong>van</strong> Vrancryc dairmede vruntscap te doene, ende quam<br />

alsoe voir Nancii die hii wan ende desgelycx die andere steden ende sloten <strong>van</strong><br />

den lande. Ende die hertoge <strong>van</strong> Loraynen weeck inVrancryc, die op die tyt omtrent<br />

XX iaren oudt was.<br />

Den iersten stryt die hertoich Kaerle verloes in Zwitserlant<br />

1475-1476<br />

Ende als hertoge Kaerle dlant aldair beset had, toech hii in Sauoyen om den hertoge<br />

<strong>van</strong> Sauoyen te helpen tegens die Zwitzen, dairop hy oec actie hadde wantse<br />

dlant <strong>van</strong> Ferretten tegens hem wouden bescudden, ende trac alsoe ierst voir die<br />

stat <strong>van</strong> Granzoen in Zwitserlant, die hy wan ende dair hy vele Zwitsen dede hangen.<br />

Hy had by hem vele vrome Lombarden, dair die greve <strong>van</strong> Campebas capiteyn<br />

af was, die hem, zoe men seeghden, nyet alte getrouw en was. Oeck had hy<br />

vele vrome artchiers uuyt Engelant. Ende aldus hertoich Kaerle dair int lant we-<br />

215


fol. 249 v<br />

fol. 250 r<br />

1475-1476<br />

sende, hielden die Zwitsen groten raet hoe zy hem zouden moegen wederstaen.<br />

Ende zy vergaderdenvele volcx <strong>van</strong> Zwitsen ende quamen omtrent Garisoen daer<br />

die hertoich lach. Ende die mer lyep in shertogen heyr dat die keyser ende alle die<br />

macht <strong>van</strong> Almanien aenqueem, ende dairomme vloetter vele als zy die Zwitsers<br />

sagen aencomen. Ende hertoich Kaerle, syende zynvolc vluchtich, vloet insgelycx<br />

ende verloes dair een groot volc ende alle zyn costelycke artilrye <strong>van</strong> bussen ende<br />

zyn costelycke iuwelen, zynen scat cleders ende tapeten als in de vasten int iair<br />

LXXV. /<br />

Aengaet der visscheryen bynnen deser stat, hare vryheit, in den dorp<br />

<strong>van</strong>Vucht ende tot Berlykem<br />

In denvoirs. iair LXXVdenV ten dach in meye op zekere request bydeser stat overgegeven<br />

den heren president ende anderen <strong>van</strong> der Rekeningen tot Mechelen residerende,<br />

soe hebben dieselve heren by appoinctemente vercleert aengaende der<br />

vysscheryen die dese stat altyt vredelic had gebruyct bynnen derselver stat ende<br />

hare vryheit, in der prochien <strong>van</strong> Vucht ende Berlyckem mits previlegien diese<br />

dairaf heeft ende boven incorporeert zyn, ende den ouden groeten diese dairaf<br />

geldende is ende die Henric Celen, rentmeester, alsdoen woude seggen nyet betaelt<br />

te wesen, seggende oic dat dese stat vorder hed gebruyct dan die vrydicheit<br />

strecten ende dat in den dorpe <strong>van</strong> Berlyckem:<br />

in den iersten dat dese stat boven de ouden groeten die zy iairlix betaelt onsen genedigen<br />

heer ende begrepen staen in den chynsboecken ter cause <strong>van</strong> der visscheryen<br />

nae inhoude des voirs. previlegie, noch sal betaelen er£ic in handen des<br />

rentmeesters enen anderen ouden groeten Turonensis ten termyn als andere <strong>van</strong><br />

gelycken alder verschynen, welcken ouden groten <strong>van</strong> nyews sal werden gestelt<br />

op hemselven int chynsboec, besceidelic verclerende wairaf men dien sal betalen;<br />

ende sal dese stat hierenboven oic ten ocsuyne <strong>van</strong> den onbetaelden achterstelle<br />

<strong>van</strong> desen opleggen onsen genedigen heer X derselver ouder groten;<br />

item als <strong>van</strong> tgeen dat dese stat die visscherye vorder hed gebruyct dan nae inhoude<br />

des voirs. previlegie als in den dorp <strong>van</strong> Berlykem, sal dese stat dair- / voir<br />

er£ic betalen onsen genedigen heren noch enen anderen ouden grotenTuronensis,<br />

die de rentmeesteroec stellen sal int chynsboeck; ende overmits desen soe sal dese<br />

stat voirtaen ewelic gebruycken hoir visscheryen zoese <strong>van</strong> oudts geplogen had,<br />

daira¡ oic die rentmeester voirs. deser stat geven soude zyn behoirlyke brieve onder<br />

zynen zegel, zoe hy oic gedaen heeft ende die beginnen: `Ick, Henric Celen,<br />

raedt myns genedigs heren shertogen', etc. ende zyn begrepen folio CC LXXXII.<br />

Hoeverre deser stat visscherye reyct in der prochien <strong>van</strong> Berlykem<br />

In welke voirs. brieve die voirs. Henric Celen als rentmeester voirs. in den name<br />

ons genedigs heren deser stat boven hair voirs. previlegie heeft gewillecoirt hair<br />

volcomen gebruyc <strong>van</strong> der voirs. visscheryen in deser stat ende vryheit ende insgelycx<br />

in der prochien<strong>van</strong>Vucht ende oic buyten derzelver vryheit in der prochien<br />

<strong>van</strong> Berlykem, al soeverre zy dier tot her toe gebruyct heeft, te wetene beginnende<br />

ende aengaende ter zyden <strong>van</strong> Roesmalen <strong>van</strong> eenrer gemeynre stegen genoempt<br />

die Hynthamsche Stege, ter zyden ende by den dreyboem bynnen deser meyeryen<br />

216


fol. 250 v<br />

fol. 251 r<br />

fol. 251 v<br />

1476-1477<br />

gelegen, ende <strong>van</strong>dair voirt allet water langs tot verbii die Engelantsche moelen<br />

ende voirt tot enen gemeynen waterlaet, comende <strong>van</strong> Den Dungen ende <strong>van</strong>dair<br />

loepende doer die Sporcsche Brug ende voirt int voirs. water loepende tegen een<br />

er¡enisse genoempt die Caluer Straet, den goids- /huys <strong>van</strong> Berne toebehorende;<br />

gelyc dieselve brieve breder inhoudende ende zyn <strong>van</strong> den daet den XVIII en dach<br />

novembris int iair M CCCC LXXV.<br />

Vonnisse interlocutorie aengaende den Loeuensche toll ende oude<br />

geleyde<br />

Oeck in denvoirs. iair LXXVden X en dach in aprille, naedien questie was geresen<br />

tusschen Arnden Schriine 1 ende Anthonys <strong>van</strong>Winge, als pechteren des tols ende<br />

oude geleyde <strong>van</strong> Loeuen, ende Iannen <strong>van</strong> Arkel, als onderscouthet, den wethoudren<br />

deser stat endeWillemen <strong>van</strong> der Hellen, als pechter des tols bynnen deser<br />

stat aengaende den voirs. toll <strong>van</strong> Loeuen, dairaf dat die voirs. Arnt ende<br />

Anthonys meynden ende sustineerden dien te moigen leggen, he¡en ende ontfangen<br />

<strong>van</strong> gueden ongevryde personen toebehorende, alsoewael bynnen deser stat<br />

als in anderen steden, dorpen ende plaetsen des lants <strong>van</strong> Brabant, soe hebben die<br />

president ende andere heren <strong>van</strong> den Raide geordineert in Brabant, dairvoir die<br />

questie voirs. was gecomen nae vele allegacien ter eenre ende ter andere gedaen,<br />

voir recht declareert ende appoincteert dat die namptisacie by den voirs. Arnden<br />

ende Anthonysenversocht, nyet en sal werden gedaen ende dat duerende tprocess<br />

tusschen beyde geport ende hangende ongedecideert, sullen allen die gueden<br />

ende comansscappen daira¡ Arnt ende Anthonys voirs. pretenderen te hebben<br />

recht <strong>van</strong> toll, ten versueck <strong>van</strong> denselven werden geset in gescrifte by den rentmeester<br />

<strong>van</strong> Den Bosch oft zynen dairtoe gecommitteerden, naevolgende in desen<br />

zekere andere appoinctemente in der voirs. saken gegeven; prout in litteris<br />

beginnende:`Kaerle, by der gracien Goids'ende begrepen folio CC XII. /<br />

teser tyt waert aflivich die voirs. hertoge kaerle <strong>van</strong><br />

bourgoindien<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LXXVI o : Willelmus de Ghent, Iohannes<br />

Waerloes ¢lius Iohannis, Iohannes Steenwech, Henricus de Kessel, Willelmus<br />

Pyckeuet, Ghyselbertus Pels, Iohannes deVladeracken.<br />

Burgimagistri seu receptores: Bernardus Ianssoen,Theodericus <strong>van</strong> den Hoeuel.<br />

In den voirs. iair LXXVI nae den verlyes des voirs. striitz in den voirs. vasten gehadt,<br />

soe heeft hertoge Kaerle voirs. weder vergadert vele volcx ende ginc liggen<br />

voir die stat <strong>van</strong> Morat by Losanen in Sauoyen, die de Zwitzen inhadden, ende<br />

altemet trac zynvolc opten kant <strong>van</strong> Zwitze<strong>nl</strong>ant ende schermutsten metten Zwitzen,<br />

mar zy en dorsten nyet dyep int lant / ryden om tgroet gebercht dat dairin<br />

leegt ende die Zwitsen laigen in de valeyen dat mense nyet en zach.<br />

1 Lees mogelijk Schriiue.<br />

217


fol. 252 r<br />

fol. 252 v<br />

1476-1477<br />

Den II ten strydt die hertoich Kaerl verloes tegens die Zwitsen<br />

Ende aldus hertoch Kaerle voirs. voir Morat liggende vergaderden die Zwitsen<br />

een groot volck ende heyr, dairtoe zy oic te hulpen creegen hertoge Zegemont<br />

<strong>van</strong> Oistryc ende den hertoich<strong>van</strong> Loraynen met vele gebannen Fransoysen, ende<br />

vyelen alsoe den voirs. hertoich aen zeer fellick als op Sint-Ians-Baptistendach te<br />

midsoemer des smorgens vroech, alsoe dat alle diegeen die consten ontcomen,<br />

vloeden om hair lyf te salveren, alsoe datter <strong>van</strong> hertoge Kaerls volc doot blee¡<br />

wael XVI M menschen, ende hertoich Kaerle voirs. ontquam met luttel volcx ende<br />

quam int greefscap <strong>van</strong> Bourgoingien in zyn lant. Ende alsoe geringe als men vernam<br />

dat hertoge Kaerle noch leefden, waren zyn vrienden blyde ende doe wyes<br />

hem weder groot volc aen, zoedat hy een groet volc byeen had vergadert ende<br />

doe vernam hertoich oic dat het lant <strong>van</strong> Loraynen weder overgegaen was aen horen<br />

hertoich, dairinne hy qualic tevreden was.<br />

Dat hertoge Kaerle weder voir Nancy ginc liggen<br />

Ende dairomme versaemden hy alle tvolc dat hy konde ende quam wederom liggenvoir<br />

die stat <strong>van</strong> Nancii int hertoichdom<strong>van</strong> Loraynen ende /als hy vaste dairvoir<br />

blee¡ liggen zoe en quam hem nyet victalie genoich noch pro<strong>van</strong>de aen. Oeck<br />

conden zy qualyc voragie crigen voir hoir perden ende dat dairomme want allen<br />

die straten ende passaigien waren beleegt <strong>van</strong> zynen vyanden zeer sterckelyc, alsoe<br />

dat hy ende zyn volc dair mosten blyven liggen in groeter armoeden <strong>van</strong> honger<br />

ende andere gebreken, zoedattet heyr zeer machteloes wairt. Oeck was doen<br />

alten couden winter zoedatse groten couden leden. Ende hertoge Kaerle scree¡<br />

vele brieven zeer compassilic aen sommige heren <strong>van</strong> zynen landen om bystant<br />

<strong>van</strong> volc, <strong>van</strong> gelde ende vitailie te hebbene, want sonder hulpe en mecht hy <strong>van</strong>dair<br />

nyet geraken. Marlazen, hy en creech geen bystant; hemwairt gesonden enen<br />

wagen met gelt geladen, mar hy blee¡ onderwegen verdonckert tot Lutzenborch,<br />

etc. zoedat hertoge Kaerle voirs. troesteloes blee¡. Dit vernemende die hertoich<br />

<strong>van</strong> Loraynen zoe vergaderden hy groot volc. Oeck creech hy uuyt Vrancryc heymelic<br />

IX C lancien, oeck creech hy een groot heyr <strong>van</strong> Zwitsen dairmede hy hem<br />

verbonden had.<br />

Nu blee¡ hertoge Kaerle doot<br />

Opten heiligen Dartienavont op enen sondach int voirs. iair LXXVI quam die<br />

hertoge <strong>van</strong> Loraynen met zynen volc te perde op deen zyde ende die Zwitzen op<br />

dander zyde ende bevyelen hertoich / Kaerlen vreeslyken die dair den strydt verloos,<br />

mitz dat zyn volc crachteloes ende moedeloes was, geen groete were byedende,<br />

mar een yegelic pynden hem te vlyen. Ende zoe blee¡ dair vele volcx<br />

verslagen alsoe dat hertoge Kaerle ten eynde oic vliedende met vele volcx verslagen<br />

wert omtrent een cleyn ryvierken dair hybynnen drie dagenvonden wert ende<br />

wert te Nancy bynnengebracht ende aldair begraven. Ende dair wairt ge<strong>van</strong>gen<br />

die greve <strong>van</strong> Nassou, die greve <strong>van</strong> Chymay, heer Anthonys, bastart <strong>van</strong> Bourgoindien<br />

ende vele andere.<br />

218


fol. 253 r<br />

fol. 253 v<br />

1476-1477<br />

ten tyde <strong>van</strong> iouffrouwe marien, dochter hertoge kaerls<br />

<strong>van</strong> bourgoindien 1<br />

Hertoge Kaerle voirs. lyet after <strong>van</strong> ziinre middelster huysvrouwen, vrouwe Ysabelen<strong>van</strong><br />

Bourboen, een eenige dochter, geheiten Maria, dairop Brabant ende die<br />

andere landen <strong>van</strong> hertoge Kaerle verstorven ende zii wairt alom gehuld. Nae die<br />

doot hertoge Kaerls voirs. stonden op die gemeynten <strong>van</strong> den steden tegens die<br />

wethouders, diese vyngen ende qualic tracteerden. /<br />

Previlegie <strong>van</strong> sekere goeden poincten verleent bii iou¡rouwe Marie,<br />

hertoginne <strong>van</strong> Brabant<br />

In den voirs. iair LXXVI den XI ten dach in februario nae der a£ivicheit hertoge<br />

Kaerls voirs. ende als die voirs. iou¡rouwe Marie gehuld was wesende tot Ghent,<br />

dair by hair comen waren heer Lodewyc <strong>van</strong> Bourboen, bisscop <strong>van</strong> Ludic, hair<br />

oem, hertoich Ian<strong>van</strong> Cleue ende heer Adol¡, zyn brueder, heer <strong>van</strong> Rauensteyn,<br />

hair neven, ende dair die gedeputeerde <strong>van</strong> den landen oic waren, soe heeft die<br />

voirs. iou¡rouwe Marie voir hair, hair oiren, erven ende nacomelingen hertogen<br />

ende hertoginnen, princen ende princerssen der voirs. hare landen geconsenteert,<br />

gegeven ende verleent generalic ende particieerlic elcken lande bysunder<br />

die poincten hiernae verclairt tot ewigen daigen te gebruycken ende onderhouden<br />

te werden sonder breken:<br />

in den iersten dat zy zoude stellen enen Groten Raedt <strong>van</strong> personen ende condicien<br />

die hoir residencie zouden houden dair zy bynnen haren lande zoude wesen,<br />

daira¡ alleen deen principael hoot ende cancellier sal wesen, connende Lattyn,<br />

Walsch ende Duytsch, ende datse voirts soude stellen uut harenWalschen landen<br />

vier heren ende goede mannen, uuyt den lande <strong>van</strong> Burgoindien twe, uuyt den<br />

lande <strong>van</strong> Artoys ende Pickardyen twee, uuyt den lande <strong>van</strong> Henegouwe enen,<br />

ende /enen uuyten lande <strong>van</strong> Namen, uuyten Duytschen landt vier, uuyt Brabant<br />

vier, uuyt Vlaenderen vier, uuyt Hollant ende Zeelant twee, uuyt Lutsenborch<br />

endeValkenborch twee, uuyten lande <strong>van</strong> Lymborch ende Ouermaze twe, dairaf<br />

deen helft altyt zal wesen edel ende dander helfte clercken <strong>van</strong> recht, ende dat tot<br />

dien die princen ende heren<strong>van</strong> horen bloede zullen moigen comen, etc.; ende dat<br />

die secretaryssen tot haren Raide behorende, zullen wesen in alsulcken getal ende<br />

uuyt haren landen als heur verduncken soude, connende ten mynsten Walsch<br />

ende Duytsch;<br />

item dat die voirs. <strong>van</strong> den Groeten Raide zullen eeden doen die rechten, previlegien,<br />

aude ende nyewe, ende oic die costumen ende usaigien <strong>van</strong> elcken lande<br />

ende steden te onderhouden;<br />

item dat die saken voir hen comende zullen werden gehandelt in der talen die men<br />

spreect daer die verwerders woenen;<br />

item ende datgeen dat tegens die previlegien ingebroken is <strong>van</strong> onwerden sal wesen;<br />

1 Herhaald tot en met fol. 264 v .<br />

219


fol. 254 r<br />

fol. 254 v<br />

1476-1477<br />

item ende dat men die brieven die men sal uuytseynden uuyter raetcameren, sal<br />

seynden in der talen dye men spreect daer mense seyndt, ende ofse anders gesonden<br />

worden, soe en sal mense nyet dorven obedieren noch die gedaighde en dorven<br />

nyet compareren; /<br />

item ende dat die Consistorie tot Mechelen opgesette nyeute zyn zoude tot ewigen<br />

daigen ende afgestelt blyven sonder ennige gelycke in toecomende tyden op te<br />

stellen;<br />

item dat alle saken int Parlament tot Mechelen by evocacien, betogen ende die<br />

noch aldair hangen onbeslicht, gesonden zullen werden ter plaetsen dairse evoceert<br />

ende uuytgeroepen zyn; insgelycx sal gescien <strong>van</strong> den saken die by appellacien<br />

int Parlament voirs. betogen zyn;<br />

item ende dat zii geen oirlogen en zoude moigen aennemen buyten rade der Staten<br />

<strong>van</strong> allen haren landen;<br />

item oft oirloige aengenomen worde by gemeynen overdrage, dat men dat sal publiceren<br />

ende nae der publicacie zullen die persoonen <strong>van</strong> der wederpartyen XL<br />

daigen geleyde hebben om te moigen met horen gueden vertrecken;<br />

item ende als ennige oirloge aengeheven sal wesen, alsdan zullen hair vasallen<br />

ende mannen <strong>van</strong> leen leen houdende tot dyenst <strong>van</strong> wapenen, moeten dyenen<br />

tot op die frontieren <strong>van</strong> den lande dair hoir leenen gelegen zyn ende nyet vorder,<br />

het en zydat hen gelieft, etc. ende dat nae derouder costumen als die leenmannen<br />

hen zullen opsetten dat zii alsdan <strong>van</strong> den heer daironder zy dienen, zullen hebben<br />

hoir gagien oft soudye alsoe lange zy in den dyenst zullen wesen, des zullen<br />

die mansmannen leene houdende tot gelycken dienste <strong>van</strong> wapenen /staende, den<br />

vasallen te hulpen zullen comen nae der ordinancien <strong>van</strong> den Staite <strong>van</strong> elcker<br />

landen ende dat alle andere ordinancien dairop gemaect zouden wesen casseert;<br />

Dat die Staiten <strong>van</strong> den gemeynen landen ende <strong>van</strong> elcken lande bysunder<br />

moigen vergaderen alst hen belyeft 1<br />

item dat die Staiten<strong>van</strong> haren landen generalic om saken ende prou¡yten denselven<br />

aengaende insgelycx die Staiten <strong>van</strong> elcken lande particuleerlic om saken elcken<br />

aengaende zullen moigen vergaderen ter plaetsen dairt hen sal gelieven ende underlinge<br />

communiceren alsoe dick alst hen gelieft, sonder dairop te moeten verwerven<br />

hare oft hare naecomelinge consent, etc.;<br />

Van den geboden oft verboden tegens die previlegien comende<br />

item oft geboerden dat byhairoft haren nacomelingen oft byharen Groeten Raet oft<br />

Particulieren Raet ennige bevelen, geboden oft verboden uuytgesonden worden, gedragende<br />

tegens die generael oft particuliere previlegien <strong>van</strong> haren lande, dat die<br />

geen stat en zullen grypen;<br />

item ende dat die ondersaten <strong>van</strong> elcken lande zullen staen te recht ende iurisdictien<br />

<strong>van</strong> horen ordinarisen ende in mediaten richteren daironder zy nae den rechten,<br />

previlegien, costumen ende usaigien <strong>van</strong> ouden tyden geresorteert hebben,<br />

sonder vorder oft elders betogen te werdene in der ierster instancie;<br />

item dat men geen o¤cien <strong>van</strong> iusticien der landen verpachten en zal;<br />

1 In margine nota.<br />

220


fol. 255 r<br />

fol. 255 v<br />

fol. 256 r<br />

item dat men geender comanscappen loep hebbende, horen loep benemen en zal<br />

by verboden oft restrictien; /<br />

item ende dat men geenderhande abdyen, prelaturen oft digniteyten <strong>van</strong> nu voirtane<br />

in commenden laten geven en sall in enniger manieren;<br />

Dat men geen tollen opsetten en sal noch wachten derselver<br />

item ende dat men geen nyewe tollen oft wachten <strong>van</strong> nyewen tollen en sal opsetten<br />

ende alle nyewe tollen sonder consent <strong>van</strong> den lande opgeset, te nyeute gedaen zullen<br />

worden;<br />

tot onderhoudenisse <strong>van</strong> welken poincten voirs. soe heeft iou¡rouwe Marie voirs.<br />

hair, hair oir ende nacomelingen zeer zwairlic verobligeert, verlooft ende verbonden;<br />

prout in litteris incipientibus:`Marie, byder gracien Goidz hertoginne'etc. et<br />

comprehensis folio CCCC XXXVende die voirs. brieven tot hare vorder sterckenissen<br />

zyn oic bezegelt geweest by den voirs. bisscop Lodewyc <strong>van</strong> Bourbon ende<br />

den heer <strong>van</strong> Rauensteyn.<br />

Item ende in den voirs. iair nae dode <strong>van</strong> hertoge Kaerle voirs. zoe verhyelt hair<br />

iou¡rouwe Mariavoirs. tot Ghent, dair die voirs. bisscop <strong>van</strong> Ludick, hertoich Ian<br />

<strong>van</strong> Cleue ende heer Adolph <strong>van</strong> Rauensteyn by hair quamen om die landen in<br />

pays te houdene. /<br />

Dat die cancellier ende Humbercourt worden gericht<br />

Ende terselvertytoptenWitten Donredachwerden tot Gentonthalst die cancellier<br />

<strong>van</strong> Bourgoindien ende die heer <strong>van</strong> Humbercourt ende dat ende diergelycken<br />

aenmerckende, vele <strong>van</strong> hertoge Kaerls heren toegen over bii coninc Lodewyc<br />

<strong>van</strong>Vrancryc, als die prothonotarys <strong>van</strong> Cluygny, heer Philips <strong>van</strong> Creuekur, heer<br />

<strong>van</strong> Cordes, die heer <strong>van</strong> Rochen, dairmede die coninc zeer wairt gesterct ende hy<br />

creech heer Anthonys den Bastart die te Nancy ge<strong>van</strong>gen wart. Ende die stat ende<br />

dlant <strong>van</strong> Ludic begonst oic te morren, zoedat men hen wedergeven moest haren<br />

peroen, die doe stont te Brugge opte borse. Die coninc <strong>van</strong>Vrancryc voirnam dat<br />

by der doot <strong>van</strong> hertoich Kaerle dbestant uuyt was, dwelc hy met hem had gemaect.<br />

Hy ginc innemen vele steden inVermandoys ende op die Somme, die hertoich<br />

Kaerle syndert der reysen <strong>van</strong> Montherry behouden had, ende dair noch<br />

sekere steden in Henegouwe ende Artoys.<br />

Dat coninc Lodewyc Bourgoindien innam<br />

Hy creech oec in dat hertoichdom <strong>van</strong> Bourgoindien, dwelc hy meynden dat der<br />

cronen aengestorven was ende dattet op geen vrouwen versterven en mocht. Oeck<br />

creech hy die greefscappen <strong>van</strong> Bourgoindien, <strong>van</strong> Artoys ende <strong>van</strong> Boulonoys./<br />

Dat Auennes <strong>van</strong> den Fransoysen wairt gewonnen<br />

1476-1477<br />

Ende dat omme die palen te bewaren <strong>van</strong> Henegou worden uuyt Brabant gesonden<br />

tot Auennes die heren <strong>van</strong> Parweys, <strong>van</strong> Ghete, heer Ian <strong>van</strong> Rotselair ende<br />

die ioncker <strong>van</strong> Culenborch, heer <strong>van</strong> Hoichstraten, met groten volck. Mar die<br />

Fransoysen wonnen die stat ende die voirs. heren worden ge<strong>van</strong>gen ende zwairlic<br />

gescat. Item alsdoen oeck leyden die coninc stercke garnisoen in de stat <strong>van</strong> Doer-<br />

221


fol. 256 v<br />

fol. 257 r<br />

1476-1477<br />

nick<strong>van</strong>vele Fransche capiteynen, die vele scaden scaden inVlaenderen, in Artois<br />

ende Henegouwe.<br />

Dat heer Adolph <strong>van</strong> Gelre voir Doernic doot blee¡<br />

DieVleminge stelden hen dairtegens ende namen heer Adolphen, zoen<strong>van</strong> Gelre,<br />

die tot Cortryc lach ge<strong>van</strong>gen, tot enen capiteyn ende dieVleminge trocken met<br />

hem uuyt met groeter macht. Ende hyleydense voir Doernic, dair zy roefden ende<br />

branden al dien dach, ende den Fransoysen verdocht tyt, zoe sloegen zy uuyt<br />

Doernic comende op die Vleminge. dWelc siende heer Adolph <strong>van</strong> Gelre nam<br />

een glavie ende sloech uuyt met zyn dorde zeer onwyselic om hoir glavien te breken,<br />

die oic zoevele dair tegens quamen. Mar heer Adolph wairt dair <strong>van</strong> enen<br />

Fransoys ter eerden gevelt ende wairt verslagen, want hy zoe verre uuyt zynen<br />

hoep gereden was dat hem in tyts geen ontset en conste gecomen, ende die Fransoysen<br />

vuerden den doden lichaem mede bynnen Doernic, dair hy wairt begraven.<br />

/<br />

Van der commocien die bynnen deser stat was nae der doot hertoge<br />

Kaerls voirs.<br />

Oeck in den voirs. iair LXXVI den XVIII en dach in merte zoe geboerden een grote<br />

commocie bynnen deser stat, dat die gemeynte opstont tegens die heren ende<br />

dat vele <strong>van</strong> den heeren worden ge<strong>van</strong>gen ende opter poirten in gevenckenisse gestelt<br />

ende dairinne gehouden totten XXVI en dach toe <strong>van</strong> meye dair naestvolgende;<br />

ende totdatse verborcht hadden tot behoe¡ deser stat VII M ende VII C<br />

Rynsgulden, <strong>van</strong> denwelcken zii evenwael nyet en gaven, mar worden daira¡ naederhant<br />

quytgescouwen ende voir alle costen, onmoytten ende scaden geleden<br />

opter poirten ende by pandinge op hoir gueden buyten gelegen gedaen ter cause<br />

der voirs. verborch der penningen, wairt hen toegevuegt VII C ende XXV Rynsgulden;<br />

gelyc dit al breder blyct in eenre uuytspraken dairaf gedaen ende dairaf<br />

die brieven beginnen:`In den name der heiliger ende ongesceydenre Dryevoldicheyt,<br />

amen.Wy, scepenen, gezworen'etc. ende zyn begrepen opten blade. 1<br />

Van der commocien tot Loeuen<br />

Die gemeynte <strong>van</strong> Loeuen rees oeck tegens hoir heeren op ende maecten hoiren<br />

capiteyn enen vleeshouwer, geheiten Pouwels Loenken, die tot zynen raide had<br />

enen smet die de / quade smiit hyet, ende zy deden groete fortsen ende excessen<br />

tegens die wethouders, mar ten eynde worden zy veriaecht ende Pouwels wairt<br />

gegrepen in Zeelant <strong>van</strong> den heer <strong>van</strong> Cruningen ende wert aldair onthalst als<br />

een muytmaker.<br />

Oeck nae der doot <strong>van</strong> der voirs. hertoge Kaerle begonsten die <strong>van</strong> Nymegen<br />

ende andere steden slantz <strong>van</strong> Gelre hen oic af te keren <strong>van</strong> den huyse <strong>van</strong> Bourgoindien<br />

ende <strong>van</strong> Brabant, dairtoe zeer behulpich was iou¡rouw Katheryn <strong>van</strong><br />

Gelre, zuster <strong>van</strong> den voirs. hertoich Adolph.<br />

1 Hierna ontbreekt het folionummer; deze oorkonde staat niet in het cartularium.<br />

222


fol. 257 v<br />

fol. 258 r<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LXXVII o : Goeswinus de Beeck, Martinus<br />

de Rode, Theodericus de Aa, Adam die Lu, Henricus Sanders,Willelmus Luedinx,<br />

Gerardus deVladeracken./<br />

Burgimagistri seu receptores: Willelmus de Poppel, Egidius Zecker.<br />

Incoempste iou¡rouwe Marie<br />

1477-1478<br />

In den voirs. iair LXXVII den XXIX en dach in meye soe heeft iou¡rouwe Maria,<br />

hertoginne <strong>van</strong> Bourgoindien, <strong>van</strong> Lothryc, <strong>van</strong> Brabant, etc., voir hair, hairoiren<br />

ende nacomelingen tot hare blyder incoempsten ten bywesen <strong>van</strong> hertoge Iannen<br />

<strong>van</strong> Cleue, <strong>van</strong> den heer <strong>van</strong> Rauesteyn, <strong>van</strong> heer Iorys <strong>van</strong> Baden, bisscop <strong>van</strong><br />

Metz, heren Lodewyck, hertoge <strong>van</strong> Beyeren, greve <strong>van</strong>Veldens, <strong>van</strong> meester Iannen<br />

<strong>van</strong> den Boeuerye, heer <strong>van</strong>Wyerts, hooft <strong>van</strong> den Groeten Raide, ende vele<br />

meer andere heren, etc. wesende tot Loeuen, den lande <strong>van</strong> Brabant verleent vele<br />

ende versceyden poincten ende vesticheiden <strong>van</strong> rechte.<br />

Hoe men die ingesetenen handelen sal<br />

In den iersten dat men die ingesetenen <strong>van</strong> den lande <strong>van</strong> Brabant, Lymborch ende<br />

<strong>van</strong> Ouermaze sal handelen nae den rechten <strong>van</strong> den steden ende bancken daerse<br />

geseten oft aengetast werden, uuytgenomen de crimien lese maiestatis;<br />

Van der bewaernisse slants previlegien<br />

item dat die previlegien ende carthen hair ende den lande aengaende bewairt zullen<br />

werden tAntwerpen; /<br />

Van oirlogen aen te nemen<br />

item dat men geen oirloige aennemen en sal sonder consent der steden ende slants<br />

<strong>van</strong> Brabant, noch geloven noch bezegelen ennige saken dairmede dlant gecrenct<br />

mucht wesen oft bescedicht werden;<br />

Van den titel, wapenen, zegel ende die brieven te tekenen<br />

item dat zy aennemen sal den titel ende wapenen <strong>van</strong> Lothryc, <strong>van</strong> Brabant, <strong>van</strong><br />

Lymborch ende <strong>van</strong> Gelre, etc. ende dairnae enen zegel doen steeken dairmede alle<br />

saken zullen werden bezegelt ende die brieven getekent;<br />

Van den lant <strong>van</strong> Gelre, Graue, Kuyc ende Oyen<br />

item dat zy thertoichdom <strong>van</strong> Gelre ende gree¡scap <strong>van</strong> Zuytphen ende die stat <strong>van</strong><br />

Den Graue, dlant <strong>van</strong> Kuyc ende Oyen aen Brabant zal houden annexeert;<br />

Van der qualiteyten der raitsluden <strong>van</strong> Brabant ende hoere residencie<br />

item dat zy in Brabant zoude ordineren acht wittige, werdige personen, geboren<br />

ende geguedt in Brabantoft intlant <strong>van</strong> Ouermaze, dairafdie vier sullen wesen edele<br />

ende sciltboertige, ende dander vier clercken <strong>van</strong> recht, dairaf deen sal zyn cancellier,<br />

cunnende spreken Latyn,Walsch ende Duytsch, ende die den zegel bewaren sal,<br />

ende datse houden zullen hoir residencie in Brabant;<br />

item dat die raitsluden alleen zullen hebben kennisse <strong>van</strong> den saken zoe des geploegen<br />

is geweest by tyden wylen hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien;<br />

item dat den Raet <strong>van</strong> Brabant sal kennesse hebben <strong>van</strong> alle Brabantsche ende<br />

Lymborchsche saken, oic in absencie <strong>van</strong> den prince.<br />

223


fol. 258 v<br />

fol. 259 r<br />

1477-1478<br />

Item die voirscr. incoempste inhelt oic <strong>van</strong> den naevolgenden poincten ende articulen:<br />

item<strong>van</strong> den getale der secretarysen<strong>van</strong> den Brabantschen Raide diere sess zullen<br />

wesen ende nyet meer, ende hoir tekenen; /item dat die raitsluyden, meesters ende<br />

auditeurs <strong>van</strong> der Rekencameren zweren zullen dlant recht ende dat zy nyet wesen<br />

en zullen noch tekenen dair men yet sal versetten oft vercopen, etc.;<br />

item <strong>van</strong> wat saken dat men sal moigen appelleren ende reformacie begeren ende<br />

bynnen wat tyde dat sal moiten gescien ende oick op wat peen, etc. ende dat men<br />

sal moigen accuseren die scepenen <strong>van</strong> corrupcien;<br />

item <strong>van</strong> den beroep aen de hooftbanck ende <strong>van</strong> den hoeftvonnissen te halen;<br />

item dat die steden ende vryheiden sullen hebben dbericht <strong>van</strong> horen scepenen<br />

brieven, poirteren ende <strong>van</strong> weygeringe <strong>van</strong> recht ende dat zy die o¤ciers zullen<br />

moigen corrigeren civilic ende dat tvonness <strong>van</strong> Sint-Odemairs casseert is;<br />

item dat die hertoge geen broecken quytscelden noch groete giften geven en sal<br />

dan by den Raide ende hoe dat men die brieven dairaf sal tekenen;<br />

item dat dlant <strong>van</strong> Lymborch ende <strong>van</strong> Ouermaze sal blyven aen Brabant, dat men<br />

dlant ende die sloeten nyet meer belasten en zal ende dat men alle sloten sal doen<br />

bewaren ende casteleynen stellen, geboren ende geguedt in den lande;<br />

item dat alle o¤cien zullen moeten werden bedient by den principalen ende sonder<br />

gesubstituerde persoenen, uutgenomen dat do¤ciers <strong>van</strong> iusticien stedehouders<br />

zullen moigen zetten in horen absencien;<br />

item dat alle nyewe tollen ende nyewe wachten <strong>van</strong> tollen af zullen wesen ende dat<br />

alzoe af zelen wesen vele diverse wachten ende dat een yegelic sal varen ende vlyeten<br />

op den auden toll ende last; /<br />

item <strong>van</strong> tolle <strong>van</strong> den wyn die doer dlant passeert;<br />

item <strong>van</strong> den toll <strong>van</strong> den lantwyne;<br />

item <strong>van</strong> den toll <strong>van</strong> tapisseriien;<br />

item dat men in Brabant gestaen sal met enen geleyde;<br />

item dat questien <strong>van</strong> den tolle zullen sommeerlic werden appoincteert by den<br />

wethouders alsoe verre zy cunnen;<br />

item dat men <strong>van</strong> gueden dye men in Brabant tot Bergen scepen sal, gestaen zal<br />

metten tol <strong>van</strong> Antwerpen sonder den Zeeusschen toll te betalen, ende dat men<br />

alle tolpenningen sal werderen ende die tot allen tolsteden in een boert oepelic<br />

hangen;<br />

item dat die ryvier <strong>van</strong> den Hont tollvry zal wesen ende dat die Brabanders egeenen<br />

tol en zullen geven tot Myddeborch,Vlissingen, ter Veere, Rammekens ende<br />

Arremuyden;<br />

item dat een yegelic tot Antwerpen sal gestaen metten auden tol ende sonder geleyde<br />

ende die hertoige alle ingeseten slantz sal vryen<strong>van</strong> den sculden ende geloeften<br />

die hy gemaect oft geloeft hedde; ende dat die poirters <strong>van</strong> Den Bosch zullen<br />

behouden hoir vryheit <strong>van</strong> toll in Hollant ende Zeelant ende dat die stat <strong>van</strong> Den<br />

Bosch zal behouden hoir previlegie aengaende den vercrych, verster¡ ende besetsel<br />

der geestelycker personen;<br />

item dat een yegelyc doer die Eendrecht zal vry moigen varen <strong>van</strong> den Zeeusschen<br />

tol ende dat die poirters <strong>van</strong> Den Bosch zullen tollvry wesen in den land<strong>van</strong> Gelre<br />

te water ende te lande;<br />

224


fol. 259 v<br />

fol. 260 r<br />

fol. 260 v<br />

1477-1478<br />

item dat men die straten sal vryen ende oepen houden, uuytgenomen <strong>van</strong> personelen<br />

saken, sculden, broecken oft mesdaden; /<br />

item dat men alle diegeen die sculdich zyn te maken wegen oft bruggen, dairtoe<br />

zal bedwingen ende dat in hore gebreck die hootstat dat zal moigen doen doen;<br />

item dat die tolleners, muntmeesters ende wysers <strong>van</strong> der tolcameren nyet en zullen<br />

moigen wesen in den Raide noch der steden rechten;<br />

item dat men geen ge<strong>van</strong>genen bynnen Brabant buyten Brabant vueren en zall;<br />

item dat men egenen penninck en sal slaen, het en zy by den Staiten, noch egenen<br />

penninc lichten noch argeren; ende dat men slaen sal in den vryen steden ende<br />

assayeren eens siaers ende dat oic egenen penninc bynnen oft buyten den lande<br />

geslagen en sal curs hebben, hy en zy ierst geassayeert;<br />

item dat die bastarden oft die in overspel sitten egeen o¤cie en zullen moigen bedienen,<br />

uuytgenomen diegeen die sonder middel <strong>van</strong> hertogen oft greven zyn<br />

descendeert, ende dat een yegelic zyn o¤cie selve in persoen sal moeten bedyenen;<br />

item dat alle onsculdige <strong>van</strong> gescille oft gevecht vrede zullen hebben XXIIII uren;<br />

item dat men geenen personen <strong>van</strong> dootslage dlant en sal moigen geven, hy en heb<br />

ierst versoent die mage, ende dat men hem gene geleyde en sal moigen geven <strong>van</strong><br />

den gewyde te gaen;<br />

item dat een yegelic zyn o¤cie selve sal bedienen sonder die te moigen overgeven,<br />

vercopen oft verhueren, ende dat / alle vroenteners ende andere o¤ciers sullen<br />

moeten caucie zetten ende dat een yegelic zyn selfs cost zal moigen doen ende betalen<br />

sdaigs den vroenteneer eenen stuver;<br />

item dat men nyemanden en sal <strong>van</strong>gen bynnen zynen huyse noch huyssueckinge<br />

doen, het en weer, etc.;<br />

item dat diegeen die bynnen horen huysen overvallen werden, sullen die overvalders<br />

moigen <strong>van</strong>gen ende oft zyse in dien dootsloegen, dat zy daira¡ quyt zullen<br />

zyn; ende diegeen die in evelen moede yemants doer, venster oft huys opsloege,<br />

dat die by dach dat doende verboeren sal enen wech tot Sint-Iacops in Galissen<br />

ende by nacht enen wech in Cypers; 1<br />

item dat men geen o¤cie en sal verpachten noch belenen ende hoe dat men die<br />

geleende penningen <strong>van</strong>auts sal betalen;<br />

item dat dingesetenen slantz malcanderen buyten lantz nyet en zullen moegen<br />

cummeren noch dagen, uuytgesceyden <strong>van</strong> testamenten, huwelicsche vorwarde,<br />

aelmoessen ende geestelycke gueden, ende wat die overtreders souden bruecken<br />

ende dat men nyemanden te camp en zal moigen heysschen;<br />

item dat die ontseggers, roevers, branders ende diegeen die die succursde, huysde<br />

oft hoefde, zullen verboren lyf ende goet ende dat men hen dlant nyet en zall moigen<br />

geven; /<br />

item <strong>van</strong> den scaecke dair die persoen cryt oft zwycht ende <strong>van</strong> den ontleyden der<br />

onmundiger kynderen ende die verbuerte;<br />

item dat men nyemanden <strong>van</strong> dootslaige en zal bedragen die hem der wairheit<br />

derre getroesten;<br />

1 In margine nota.<br />

225


fol. 261 r<br />

fol. 261 v<br />

1477-1478<br />

item dat die bastarden hoir testament zullen moegen maken ende dat men hen sal<br />

succederen;<br />

item dat een yegelic sal vry blyven <strong>van</strong> ke<strong>nl</strong>ycken ongevalle over zyn kynderen,<br />

booden, etc. ende dat men die con¢scacie <strong>van</strong> simplen dootslagen sal moigen lossen<br />

met XXXI Rynsgulden;<br />

item dese vorste ende naevolgende articulen in de incoempste begrepen zoe die<br />

dair int lanck staen, zyn allen <strong>van</strong> den verboert <strong>van</strong> dootslage ende <strong>van</strong> der con-<br />

¢scacien <strong>van</strong> den gueden, etc.; 1<br />

item dat men die wethouders, sheren knapen, serganten sal punieren by den gerichte<br />

ende ter plaetsen dair zy geseten zyn;<br />

item dat in gevalle do¤cier weygerden recht, publicacie oft geboden te doen, dat<br />

die wethouders dat by eenen anderen zullen moigen doen doen; 1<br />

item dat men nyemanden en sal ontdecken dan byden bourgermeesters oft scepenen;<br />

item <strong>van</strong> den zeentscepenen 2 ende dat men nyemanden dair egeen oepenbair<br />

fame af en is en sal accuseren ende dat men / buyten die zeentdagen nyemanden<br />

en sal daigen;<br />

item dat alle plaetsen met den lande gewonnen oft te wynnen aen dlant zullen blyven;<br />

item dat men eenen yegelycken palange 3 sal doen dies begeert;<br />

item <strong>van</strong> den buytenpoirters ende Sinte-<strong>Peter</strong>smannen;<br />

<strong>van</strong> den buytenpoirters ende <strong>Peter</strong>smannen wair die te recht behoren sonder <strong>van</strong><br />

gebuerlycken rechte;<br />

dat die dorpluyde oeck nyet meer dan twewerven tiaers ter eeningen oft wairheyt<br />

en zullen dorven comen;<br />

dat egeen o¤cier <strong>van</strong> buyten lantz executie en sal moigen doen in Brabant;<br />

dat een leeck persoen den anderen egeen sake overgeven en sal noch en mach, die<br />

met vonnisse weer verloren ende op wat peen dat dat zoude wesen;<br />

dat donderseten<strong>van</strong> Brabant <strong>van</strong> saken den geestelycken gerichtebehorende, nyet<br />

en sullen moigen worden getogen tot anderen gerichte <strong>van</strong> personen oft gueden;<br />

dat diegeen die in overspel sitten oft vrouwen buyten horen huysen houden, geen<br />

o¤cie en zullen hebben ende dat diegeen die in keesdomme 4 hebben geseten, zullen<br />

moigen vergaderen in huwelic sonder afcoep; /<br />

dat een yegelic zyns selfs goet sal moigen hueden ende honde houden ongecort<br />

ende dat elc sal moigen iagen hazen, vossen, etc. ende vliegen ende <strong>van</strong>gen oft<br />

schyeten mussen, vincken, sneppen, etc.; 1<br />

dat alle ridderen ende goede luyde zullen moegen iagen alrehande groet wilt,<br />

uuytgesceyden in den vryen waranden;<br />

<strong>van</strong> den vryen waranden;<br />

wat sculd dat men sal trecken ten woudtrecht ende waer die kennesse <strong>van</strong> dien sal<br />

wesen;<br />

1<br />

In margine nota.<br />

2<br />

Seentschepen: schepen die als vertegenwoordiger <strong>van</strong> het wereldlijk gezag zitting heeft in de<br />

seent of kerkvergadering.<br />

3<br />

Palange: grensregeling.<br />

4<br />

Kevesdoem: overspel.<br />

226


fol. 262 r<br />

fol. 262 v<br />

1477-1478<br />

dat die drossaet <strong>van</strong> Brabant, bailiuwe <strong>van</strong> den Walschen lande, die meyere <strong>van</strong><br />

Loeuen,Thienen, mercgreve <strong>van</strong> Antwerpen, scouthet <strong>van</strong> Den Bosch ende alle<br />

rentmeesters zullen zyn geboren Brabanders;<br />

<strong>van</strong> den bancken <strong>van</strong> Zanthouen ende <strong>van</strong>Vcle;<br />

dat Antwerpen metter bewysinge sal blyven aen Brabant;<br />

dat men die dachvairden sal bescriven XIIII dagen tevoren ende tot gelegenen<br />

plaetse die veylich is, ende hoe die Staiten hoir lasten sullen moigen oepenen ende<br />

dat men die Staiten nyet en sal arresteren ende dat die Staiten by henselven zullen<br />

moigen vergaderen; 1<br />

<strong>van</strong> den leenhove ende gedingen ende dat die stathoudere sal zyn residencie houden<br />

in Brabant ende Brabander zyn ende <strong>van</strong> den stathouders der Mechelse leenen<br />

in Brabant gelegen;<br />

dat die raitsluyde <strong>van</strong> Brabant vasallen, o¤cieren, dienders, scepenen, bourgermeesters,<br />

raitsluyde, leenmannen ende alle / andere, etc. zweren sullen, etc. dat<br />

zy nyemanden en zullen veronrechten ende dat zy om horen dienste nyet gegeven,<br />

geloeft noch gebeden en hebben;<br />

dat die commissarysen die tot der veranderinge <strong>van</strong> der witten worden gestelt, oic<br />

zullen zweren;<br />

<strong>van</strong> zekeren previlegien <strong>van</strong> dien <strong>van</strong> Den Bosch, Herentals, Lyere zullen blyven<br />

in hoer macht;<br />

dat die drossaet ende andere groete o¤ciers ende wethouders zullen zweren die<br />

heerlicheyt ende die rechten <strong>van</strong> den lande te verwaren;<br />

dat men die mercten <strong>van</strong> Antwerpen sal vryen ende oic nyet turberen met geboden<br />

oft verboden<strong>van</strong> der munten, noch nyemanden aldair arresteren ende oic <strong>van</strong><br />

der merctvrede;<br />

<strong>van</strong> den nacien die inVlaenderen hoir statie houden ende horen previlegien;<br />

dat die Brabanders ende <strong>van</strong> Ouermaze hoir goede die zy in anderen landen hebben,<br />

zullen rastelic moegen gebruycken sonder gebode oft verbode ter contrarien;<br />

dat die coepluyden <strong>van</strong> allen den lande sollen underlinge moigen verkeren ende<br />

coepslaigen op horen gerechten tolle ende ongelde;<br />

dat dlant, slot ende steden <strong>van</strong> Huesden en <strong>van</strong> Sinte-Gertruyenberge aen Brabant<br />

zullen blyven;<br />

dat men der stat <strong>van</strong> Antwerpen zal verlenen scadeloes- /brieve <strong>van</strong> lyfrenten die<br />

zy voir den hertoge gevest ende gezegelt hebben;<br />

item dat die hertogen alsulckenen lyfrenten als die steden in tyden voirleeden hebben<br />

gevest, zullen betalen ende enen yegelycken <strong>van</strong> dien ende oic die opte goidhusen<br />

<strong>van</strong> Luydic lyfgoet hebben, trecht doen ende laten gescien;<br />

dat die hertoge <strong>van</strong> Brabant den hertoge <strong>van</strong> Guylic zall betalen LXXX M gulden<br />

ende dat die ingesetenen <strong>van</strong> den lande zullen worden gevrydt <strong>van</strong> den gueden die<br />

men den Coelschen oft anderen afgenomen heeft mitz den veeden;<br />

dat men den ingesetenen<strong>van</strong> Brabant die lyfpensien hebben opte steeden<strong>van</strong> Hollant<br />

ende Zeelant, het recht sall doen gescien <strong>van</strong> dien, etc.;<br />

1 In margine nota.<br />

227


fol. 263 r<br />

fol. 263 v<br />

1477-1478<br />

dat nyet meer dan een doerwerder in Brabant wesen en zal ende dat do¤ciers<br />

die executien zullen doen ende dat die doerwerder ende boden caucie zullen<br />

stellen;<br />

<strong>van</strong> den opsetten <strong>van</strong> grontchynsen ende boeten;<br />

dat alle mandamenten geworven oft te werven inhoudende peenen <strong>van</strong> horen<br />

chynsen te betalen tot zekeren daigen oft plaetzen, doot zullen zyn ende dat men<br />

die gebreken sal volgen met der bancken recht ende hoe men beslichten sal die<br />

questie <strong>van</strong> der betalinge ende dat men nyet dan een recht en zal nemen <strong>van</strong> diverse<br />

erfgenamen ende dat die richters <strong>van</strong> eenre executien oft exploite nyet meer<br />

dan een recht hebben en zullen;<br />

ende wat men sal geven <strong>van</strong> op- / setten ende boeten <strong>van</strong> den grontchynsen ende<br />

dat die rentmeesters hen nyet en zullen onderweynden dan <strong>van</strong> horen o¤cien; 1<br />

dat die o¤ciers oft wethouders <strong>van</strong> egeenen zaken oft exploiten meer nemen en<br />

zullen dan men en pleech int iair XIIII C XXX ende dair tevoren;<br />

dat een yegelyc zyn verdroncken goet oft verdreven sceepen zal moigen aenverden<br />

ende dat men hetselve goet een iair verwaren sal, het en weer verder¡elic;<br />

dat do¤ciers nyemanden moyen en sullen met korweyden, scapen houden oftyet<br />

anders te houden, schoove te geven oft tavern te houden om die luyden te bescatten;<br />

dat nyemand gelt en sal nemen om tvolc <strong>van</strong> wapenen te verloigeren noch die dorpen<br />

dairmede scatten;<br />

dat men nyemanden en sal bedwingen om gelt te leenen;<br />

dat men egeenen procureur oft conterolleur en sal hebben, mar dat alle excessen<br />

zullen werden gecorrigeert, etc.;<br />

<strong>van</strong> den saken die gehangen hebben int Parlement, hoe men die zal remitteren<br />

ende oic <strong>van</strong> den saken hangende in den Raet <strong>van</strong> Brabant, hoe die gewyst oft geremitteert<br />

zullen werden;<br />

<strong>van</strong> anderen saken die int Parlement ierst in zyn gezett, hoe men die sal remvoyeren;<br />

/<br />

dat men tot Repelmonde,Worcum, Gyessen, Gorichem, Zeempse ende Aelsuoirt<br />

nyet meer en zal geven <strong>van</strong> tol dan men pleech by den aencomen <strong>van</strong> hertoge Philips<br />

<strong>van</strong> Bourgoindien;<br />

dat die Rekencamer sal vertrecken in Brabant ende dat zy geen appoinctementen<br />

en zullen geven dan by den Raet, het en weer, etc.;<br />

hoe die Staiten <strong>van</strong> Brabant als zy vergadert zyn hoir lasten zullen oepenen ende<br />

dat enen staet den anderen nyet belasten en zal;<br />

<strong>van</strong> den sallaris der raitsluyde, secretarissen ende <strong>van</strong> den recht dat men <strong>van</strong> den<br />

zegel <strong>van</strong> Brabant zal geven ende den loen der commissarissen;<br />

dat die raitsluyde <strong>van</strong> Brabant, o¤ciers <strong>van</strong> iusticien oft ontfange nyet en zullen<br />

comen ten raide der Staiten, noch in de witte der steden, etc.;<br />

<strong>van</strong> den woecker der lombarden ende wat zy zullen nemen ende enen yegelic gerieven<br />

ende hoe men die pande sal vercopen;<br />

dat die ketten te he¡en af zal zyn;<br />

1 In margine nota.<br />

228


fol. 264 r<br />

fol. 264 v<br />

1477-1478<br />

dat die hertoge oft die smale heren die penningen, gulden oft zilveren, <strong>van</strong> horen<br />

chynsen nyet hoiger en moigen nemen dan die hertoge oft dan nu gaen; 1<br />

hoe men dat gelt <strong>van</strong> den houtscat sal he¡en;<br />

dat men nyet en sal verpachten bolbanen, clootbanen, closbanen, kegelbanen,<br />

queeckscoelen, dobbelscoelen, /rincscolen, mar zullen die afwesen;<br />

bynnen wat tyde dat men die vonnissen <strong>van</strong> alrehande zaken zal moeten wysen oft<br />

het hoet bevaen;<br />

dat men geen commissarysen oft raitsluyde en zall zetten boven het getal voir vercleert;<br />

dat die o¤cier alle gestolen goet wederkeren sal der partyen diet gestolen is;<br />

dat men geen quinquernellen noch brieven <strong>van</strong> respyt en zal verlenen om sculd te<br />

vertrecken;<br />

dat alle ottroye <strong>van</strong> chynsen ende wechgelt zall blyven gecontinueert X iair nae<br />

den uuytganck<strong>van</strong> denselven ottroye;<br />

dat met salvigardien nyemand en sal worden gepraempt dan die dairinne zyn genoempt;<br />

dat men tot egeenen o¤cien en sal stellen ennige personen die men metten werlycken<br />

gerichte <strong>van</strong> horen abusen nyet en soude moigen corrigeren;<br />

Aengaet yemanden te <strong>van</strong>gen<br />

dat men nyemanden <strong>van</strong>gen en sall die tot goeder famen staet ende dat men die ge<strong>van</strong>gen<br />

zoeverre zii des begeren tot egenen examen en sal stellen, men sal ierst hebben<br />

informacie <strong>van</strong> der suspicien;<br />

welke poincten allen ende een yegelic voirs. iou¡rouwe Maria voirs. opt heilige<br />

e<strong>van</strong>gelium ly£ic gesworen / ende geloeft heeft te houden ende te doen houden<br />

ewelick, con¢rmerende voirts alle andere previlegien, costumen ende herbrengen,<br />

etc.; gelyc dit all breeder begrepen is in zekere brieven beginnende: `Marie,<br />

by der gracien Goidz'ende begrepen opten blade CC XIIII.<br />

Remissie opte commotie die was bynnen deser stat nae hertoich<br />

Kaerls doot<br />

Oeck in den voirs. 2 <strong>van</strong> LXXVII den XX en dach in iunio soe heeft die voirs. iouffrouwe<br />

Marie, hertoginne etc., voir hair, hair oiren, erven ende nacomelingen deser<br />

stat remitteert ende vergeven die commotie ende handelinge die de gemeynt<br />

hair had gevordert den XVIII en dach in merte lestleden tegens die wethouderen<br />

ende raitsluyden diese had ge<strong>van</strong>gen, by namen Iannen<strong>van</strong> Arkel, onderscouthet,<br />

ionckerWillemen <strong>van</strong> Gent, meester Henrick<strong>van</strong> Kessel, alsdoen scepenen, Reyneren<br />

<strong>van</strong> den Hoeuel, gesworen, Ludolfen Buck, Iannen <strong>van</strong> Erpe Arntss., Symon<br />

<strong>van</strong> Gheel, Goessen <strong>van</strong> den Hezeacker ende Henricken Noede,<br />

raitsluyden; prout in litteris incipientibus: `Marie, by der gracien Goidz' etc. et<br />

comprehensis folio CCC XL. /<br />

1 In margine nota.<br />

2 Aldus hs., lees hierna iair.<br />

229


fol. 265 r<br />

fol. 265 v<br />

fol. 266 r<br />

1477-1478<br />

ten tyde <strong>van</strong> hertoge maximiliaen, soen <strong>van</strong> den keiser<br />

frederick, en <strong>van</strong> vrouw marien voirs.<br />

Dat hertoge Maximiliaen ende iou¡rou Marie voirs. in huwelic vergaderden<br />

1<br />

Oeck nae dode <strong>van</strong> hertoge Kaerle voirs. ende omtrent deser tyt wairt tracteert<br />

den huwelic tusschen heer Maximiliaen, zoen <strong>van</strong> keyser Frederic, ter eenre ende<br />

der voirs. iou¡rouwe Marie ter andere zyden, die oeck in huwelic vergaderden,<br />

nochtans by voirgaender dispensacien <strong>van</strong> den Stoel <strong>van</strong> Romen, want zy malcanderen<br />

bestonden ten dorden lede <strong>van</strong> der zyden <strong>van</strong> Portegael, want die keyserinne,<br />

hertoge Maximiliaens moeder, was des coninx dochter <strong>van</strong> Poirtegael,<br />

ende hertoge Kaerls <strong>van</strong> Bourgoindien moeder waren beyde <strong>van</strong> brueder ende<br />

suster kinderen.<br />

ten tyde <strong>van</strong> hertoge maximiliaen ende vrouwe maria,<br />

syn geselinne 2<br />

Approbacie <strong>van</strong> der incoempst vrouw Marie ende alles datse had verleent<br />

Daernae in denselven iair LXXVII denV ten dach in decembri soe heeft die voirs.<br />

hertoge Maximiliaen allen die poincten ende /articulen, by zynen voirvorderen<br />

ende nae by zynre geselinnen vrouw Marie int generael oft int particulier den<br />

lande <strong>van</strong> Brabant verleent, als nu in zyn yerste incoempste ende ontfangen geapprobeert<br />

ende die <strong>van</strong> nyews verleent ende consenteert te gebruyckene; ende heeft<br />

voirts geloeft opt heilighe e<strong>van</strong>gelium voir hem, zyn oiren ende nacomelingen<br />

hertogen ende hertoginnen <strong>van</strong> Brabant, allen die poincten ende articulen vast te<br />

houden en doen houden tot ewigen daigen, gelyc in de brieven dairop gegeven<br />

breder wordt begrepen, ende dairby waren die bisscop <strong>van</strong> Metz, die heer <strong>van</strong><br />

Chymay, ierste camerlinc, die greve <strong>van</strong> Nassou, meester Ian <strong>van</strong> der Boeueryen,<br />

heer <strong>van</strong>Wyeres, hoot <strong>van</strong> den Raide, meester Geldolph <strong>van</strong> der Noot, cancellier<br />

<strong>van</strong> Brabant, die heer <strong>van</strong> Bersele, heer Robbrecht Coutereau, etc.; welke brieven<br />

beginnen: `Maximiliaen, by der gracien Goidz' etc. ende zyn begrepen opten<br />

blade CC XLVIII.<br />

Addicie <strong>van</strong> der incoempsten vrouw Marie gegeven by hertoge Maximiliaen<br />

Daernae oeck in denselven iair LXXVII opten dorden dach in ianuario naedien<br />

die Staten slantz <strong>van</strong> Brabant den voirs. hertoge Maximiliaenen /hadden overgegeven<br />

zekere poincten ende gebreken die zyhadden ende ingebroken waren tegens<br />

die previlegien <strong>van</strong> den lande ende sunderlinge tegens die provisie <strong>van</strong> vrouwe<br />

1 In margine nota hic, waaronder de rubriek herhaald wordt.<br />

2 Vanaf fol. 266 v tot en met fol. 287 r herhaald.<br />

230


fol. 266 v<br />

fol. 267 r<br />

1477-1478<br />

Maria, verleent tot Ghent, boven geruert, ende oic tegens hair incoempste die de<br />

voirs. Staiten begerden afgestelt te werdene, etc. soe heeft hertoge Maximiliaen<br />

voirs. nae deliberacien dairop gehadt denselven Staten dairop verleent ter remedien<br />

ende provisien om voirtaen onderhouden ende achtervolgt te werdene des<br />

hiernae volgt:<br />

in den iersten dat die previlegien slantz <strong>van</strong> Brabant zouden blyven tot Vilvoirden<br />

ende nyet tot Antwerpen comen, dat nochtans die incoempst inhelt om redenen<br />

daertoe allegeert;<br />

item dat die cancellier ende raitsluyden en zullen hebben geen vordere kennesse<br />

<strong>van</strong> saken danse hadden voir der tyt als hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien aen<br />

Brabant quam;<br />

item dat die meester <strong>van</strong> der Rekencamer ende die auditeurs derzelver voir die<br />

Staiten eeden zullen doen ten onderhouden slantz previlegien nae begrip der incoempst,<br />

etc.;<br />

item dat die <strong>van</strong> den Raide geen kennesse nemen en zullen noch partyen voir hen<br />

betrecken<strong>van</strong> saken die gewyst zyn by wetten<strong>van</strong> steden oft <strong>van</strong> anderen plaetsen,<br />

dan alleen in saken <strong>van</strong> reformacien, etc.;<br />

item dat elck coepman <strong>van</strong> buyten ende bynne<strong>nl</strong>antz met zynen gueden sal moegen<br />

trecken ter venten dairt / hem gelieft, betalende zynen rechten toll ende ongelt;<br />

dat men mar eens in Brabant tol sculdich is ende die revocacie des den tollere tot<br />

Loeuen dairaf is verleent;<br />

item in gevalle dat men bevonde die coepluyden <strong>van</strong> buyte<strong>nl</strong>antz oft andere ongevryde,<br />

lydende met horen gueden ende comanscappen doer deser stat, den tolle<br />

aldair betaelt hebbende, dat zy dan te Moll ende elswair ter merct in Brabant treckende<br />

<strong>van</strong> toll sullen blyven onbelast ende <strong>van</strong> des ter contrarien den tollere <strong>van</strong><br />

Loeuen verleent is, dat dat af sal wesen;<br />

item dat men <strong>van</strong> den tol tot Antwerpen, int Wyel te Repelmonde, te Turnhout<br />

noch elders nyet meer he¡en en zal <strong>van</strong> fusteyn, <strong>van</strong> corten roeden ende witten<br />

wynen noch oic <strong>van</strong> anderen gueden dan dat <strong>van</strong> ouden tyden gewoentlic is geweest,<br />

etc.;<br />

Van den toll tot Ysickeroirt<br />

item dat die praminge dien <strong>van</strong> Bruessel ende anderen in Brabant geseten aen horen<br />

gueden die zy doen vuerenvoirby Antwerpen tot Bergen toe ende die zy <strong>van</strong> Bergen<br />

opwairt tot Antwerpen ende dair voirbydoenvueren byden wachter <strong>van</strong> den Zeeusschen<br />

toll tot Ysickeroirt gedaen is geweest, afgestelt sal wesen;<br />

item <strong>van</strong> den penningen die hy sal doen slaen, ende <strong>van</strong> horen assay;<br />

item dat die o¤cieren moeten zweren die previlegien <strong>van</strong> den lande ende bysunder<br />

<strong>van</strong> der incoempste tonderhoudene alsoe die uutwyst;<br />

Van der warande des meesters <strong>van</strong> Postel<br />

item dat zyn genaden alsulckenen gebode als ten / vervolge des meesters <strong>van</strong> Postel<br />

<strong>van</strong> zynre genaden wegen gedaen zyn in preiudicie <strong>van</strong> dien<strong>van</strong> Eerssel omwarande<br />

aldair te houdene, af zullen doen;<br />

231


fol. 267 v<br />

fol. 268 r<br />

1477-1478<br />

Van den drossaet <strong>van</strong> Brabant<br />

item dat nyemand als drossaet <strong>van</strong> den lande exploiteren sal, hy en hebbe ierst zynen<br />

eedt gedaen nae der incoempst;<br />

item <strong>van</strong> der geloeften dier <strong>van</strong> Antwerpen gedaen <strong>van</strong> der borchtochten aen den<br />

hertoich <strong>van</strong> Guylic;<br />

Van gewynnen ende scryfgelt der rentmeestren<br />

item dat die rentmeester <strong>van</strong> den verstorven gueden gewynnen oft scryfgelt nyet<br />

meer en sal nemen dan zoe die incoempst uuytwyst;<br />

item dat men alle saken ten Brabantschen Raide behoerende dairby sal handelen;<br />

ende die vonnissen <strong>van</strong> den Leenhoeve zullen stat grypen by arrest sonder reformacie;<br />

item <strong>van</strong> den sallaris ende rechten <strong>van</strong> den zegele, secretaris, commissaris ende<br />

anderen;<br />

item <strong>van</strong> der con¢scacien der Cameren <strong>van</strong> der Financien;<br />

<strong>van</strong> den process aengaende den coepluyden <strong>van</strong> Leoens ende Geneuen <strong>van</strong> horen<br />

afgenomen gueden in Henegouwe;<br />

<strong>van</strong> den Coelschen, aengaende hoir gueden die in Brabant <strong>van</strong>wegen hertoge<br />

Kaerls aenverdt waren;<br />

<strong>van</strong> den cloesteren ende cloesterhoven, datse, onbelast, zullen blyven onbelast;<br />

<strong>van</strong> honden te houden, <strong>van</strong> den warandhueder, warandmeester, onderdrossaet,<br />

velkener, <strong>van</strong> den volck<strong>van</strong> wapenen, etc.; welke poincten al breder zyn begrepen<br />

in zekere / brieven die beginnen: `Maximiliaen' etc. ende zyn begrepen opten<br />

blade CC XLIX.<br />

Den eedt die iou¡rouw Maria voirs. tot Loeuen in hare huldinge den<br />

XXIX en dach meye dede<br />

Ick gelove ende zwere ten heiligen ende opt heilige e<strong>van</strong>gelie dat ick allen den prelaten,<br />

cloesteren, kercken, goedshuysen, baenroedschen, ridderen, steden, vryheiden,<br />

dorpen ende allen mynen ondersaten ende goeden luyden myns lantz<br />

<strong>van</strong> Brabant int gemeyn ende bysunder sall houden ende doen houden wael ende<br />

getrouwelic als een goet ende getrouwe heer sculdich is te doen allen hoer rechten,<br />

previlegien, charten, gewoenten ende herbrengen, gelyc zy die hebben <strong>van</strong> onsen<br />

lieven vorderen, hertogen ende hertoginnen in Brabant, ende gelyc zy diere gebruyct<br />

hebben sonder innebreken, zoe my Got helpe, dese heiligen ende alle Zyn<br />

heiligen.<br />

Ende meer eeden opten bladen CCC LXXVIII. /<br />

Den eedt die die Staiten <strong>van</strong> Brabant wederomme deden der voirs.<br />

iou¡rouw Marie opten dach ende plaetse voirs.<br />

Wy allen gemeyntlic ende elck<strong>van</strong> onss sunderlinge ende voir hemselven geloven,<br />

zekeren ende zweren onser geduchtiger vrouwen der hertoginnen <strong>van</strong> Brabant,<br />

die hier iegenwoirdich is ende haren eedt gedaen heeft als een hertoginne <strong>van</strong> Brabant<br />

sculdich is te doen, dat wy hair voirtane goet ende getrouwe zyn zullen, in<br />

allen saken onderdanich ende gehoirsam ende hair heerlicheyt, landt ende palen<br />

232


fol. 268 v<br />

fol. 269 r<br />

fol. 269 v<br />

fol. 270 r<br />

ende haironrecht helpen bescudden ende keren tegen elker malc ende hair dyenen<br />

ende doen in allen saken als goede, getrouwe luyde horen rechten heer ende<br />

vrouwe sculdich zyn te doen, zoe moet ons Got helpen ende allen Zyn heiligen.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LXXVIII o : Iohannes Monix ¢lius Iacobi,<br />

obiit in aprili, Symon de Gheel, / Gerardus Symonis, Theodericus die Borchgreue,<br />

Hermannus Coenen, Hubertus Monic, Petrus Colen, Christianus Becker,<br />

loco Iohannis Monix defuncti.<br />

Burgimagistri seu receptores: magister Arnoldus <strong>van</strong> der Cluyten, Iohannes<br />

Vuchz.<br />

In den voirs. iair LXXVIII den XXII en dach in iulio had die voirs. vrouwe Maria<br />

bydenvoirs. hertoge Maximiliaen eene zoen die geheiten wairt Philips, nae zynen<br />

oudervader Philips, ende die in Spaengien ster¡.<br />

In den voirs. iair den lesten dach decembris dede /die voirs. hertoge Maximiliaen<br />

deser stat desen eedt als hii dair wairt gehuldt:<br />

Ick gelove ende zweere dat ick der stat <strong>van</strong> sHertogenbosch houden sal ende doen<br />

houden wael ende getrouwelic, als een goet ende gerecht heer sculdich is te doen,<br />

allen hoir rechten, previlegien, charten, costumen, usaigien ende herbrengen, gelyc<br />

dat zyse heeft <strong>van</strong> onsen lieven vorderen, hertogen ende hertoginnen in Brabant,<br />

ende gelyc dat zyse herbracht heeft sonder innebreken, zoe help my Got,<br />

dese heiligen ende alle Goidz heiligen.<br />

Den eedt <strong>van</strong> der gemeynten deser stad weder gedaen<br />

Wy allen gemeyntlic ende elc <strong>van</strong> onss sunderlinge ende voir hemselven geloven,<br />

zekeren ende zweren onsen geduchten heer, den hertoge <strong>van</strong> Brabant, die hier iegenwordich<br />

is ende zynen eedt gedaen heeft als een hertoge <strong>van</strong> Brabant sculdich<br />

is te doen, dat wy hem voirtane goet ende getrouw zyn zullen ende in allen zaken<br />

onderdanich ende gehoirsam ende zyn heerlicheyt, lande ende palen ende zyn<br />

onrecht helpen bescudden ende keren /tegen elcker malck ende hem dyenen ende<br />

doen in allen saken als goede, getrouwe lyede horen rechten heer sculdich zyn te<br />

doen, zoe moet onss Got helpen ende alle Zyn heiligen.<br />

Dattet oirloge <strong>van</strong> Gelre began<br />

1478-1479<br />

Omtrent ende nae derselver huldinge begonden die Gelderssche op te rysen ende<br />

oirloge aennemen tegens dese stat ende der meyeryen <strong>van</strong> derselver. Sii creegen<br />

voir eenen heer den hertoge Frederick <strong>van</strong> Bruynswyck, die hen bystant dede<br />

ende die welke heer <strong>van</strong> Bruynswiic metten Gelderschen wel VI M sterck wesende<br />

omtrent Vastelavont int iair voirs. quam uuyt der stat <strong>van</strong> Den Graue ende afbranden<br />

een groot deel <strong>van</strong> <strong>Os</strong>s, mar by zonnenschiin was hy weder bynnen der<br />

stat <strong>van</strong> Den Graue met zynen volcke. Dese stat, alse vernam dat die voirs. hertoich<br />

<strong>van</strong> Bruynswyc metten Gelderschen tot <strong>Os</strong>s brandende was, tracse uuyt<br />

metten clockenslach ende comende tot <strong>Os</strong>s was die voirs. hertoich metten Gelderschen,<br />

als voirs. is, <strong>van</strong>dair vertoogen. Ende / alsoe track dese stat voirts metter<br />

machttot Driel datse verbranden, mar mits der plonderinge <strong>van</strong> ennigenvertoech<br />

die reyse tot in den avont, mits denwelken zii den bourgeren deser stadt qualic ver-<br />

233


fol. 270 v<br />

fol. 271 r<br />

fol. 271 v<br />

1479-1480<br />

ginc, want zy mosten benachten tot Hedel, dair een zeker getal <strong>van</strong> bourgeren iamerlic<br />

worden vermoerdt, etc. Dese stat metter meyeryen ordineerden goede<br />

mannen die bevele hadden die palen ende frontieren deser meyeryen te besetten<br />

met ruyters, datse oeck nernstelic deden, te wetene: sy besetten Empel met XXII<br />

knechten, op een blochuys after Engelen X knechten, op een baerdsche LXV<br />

knechten, tot Kessel opt huys XLVI knechz, tot Alem XLVI knechs, tot Buchouen<br />

XXX knechs, tot Littoyen XL knechz, tot Megen opt huys XII knechz,<br />

tot Megen in de stat X knechz, tot Druenen XXV knechs, / tot Waelwyc XX<br />

knechz, tot <strong>Os</strong>, Berchen, Hees C VIII knechs, tot Erpe XXV knechs, tot Vechel<br />

XXV knechs, tot Bakel, Milheze, Doernen, Asten, Lyessel, Zoemeren C XXV<br />

knechz, opt blochuys tot Lytt XXXIII knechz; item voirt dede dese stat metter<br />

meyeryen slaen voir die stat <strong>van</strong> Den Graue twe groete blochuysen ende bracht<br />

alsoe dlant <strong>van</strong> Gelre weder totteronderdanicheyt <strong>van</strong> onsen genedichtsten heren<br />

met groete zware costen, want tselver oirloge duerden omtrent drie iaren lanck.<br />

In den voirs. iair LXXVIII optenV ten dach <strong>van</strong> aprille opten Palmsondach wairt<br />

alhier payen afgepubliceert een ordinancie, byden drien leden deser stat gemaect<br />

op byer te brouwen, te tappen, etc.; welke ordinancie begint: `Te dien eynde'etc.<br />

ende is begrepen opten blade. 1 /<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LXXIX o : Rodolphus die Beuer ¢lius Rodolphi,<br />

Goeswinus <strong>van</strong> den Hezeacker, Henricus ¢lius Godefridi de Hedel, Arnoldus<br />

de Campen, Godefridus Dicbier, Arnoldus Roeuer Boest, Herbertus<br />

Hals.<br />

Van sekere certi¢cacie gegeven by desen scepenen, aengaende sekere hooftvonnissen<br />

tot Loeuen gewesen tusschen den commanduer <strong>van</strong> Gemart ende Andriessen<br />

Bernts, alst blyct opten bladeVI C LVI. 2<br />

Burgimagistri seu receptores: Iohannes de Kessel, Godefridus die Bye.<br />

Con¢rmacie <strong>van</strong> tolvrii te varen in den lande <strong>van</strong> Gelre, gedaen bii<br />

hertoge Maximiliaen ende vrou Marie<br />

In den voirs. iair LXXIX in de maent <strong>van</strong> meye soe hebben hertoge Maximiliaen<br />

ende vrouwe Maria als hertoge ende hertoginne <strong>van</strong> Gelre, etc. in zekere hoir genaden<br />

brieven die vryheit <strong>van</strong> tolvrii te varen ende te keren in den lande <strong>van</strong> Gelre,<br />

deser stat ende haren bourgeren / verleent int iair M CC ende drie, daira¡ datse<br />

nae der verleninge voirs. ierst spolyeert 3 waren geweest by tyde des oirloigs dat<br />

was tusschenvrouw Iohanna ende hertogeWillemen<strong>van</strong> Gelre, ende wederomme<br />

in de possessie gestelt by tyde hertoge Anthonys in eenre dachvart tot Empel, alsdoen<br />

gehouden tusschen denselven hertoge Anthoniis ende hertoge Reynalt <strong>van</strong><br />

Gelre, ende daira¡, naedatse weder in possessie <strong>van</strong> haer vryheit voirs. hadden<br />

geweest, wederomme dairuuyt met crachte ende gewelt gestoten zyn geweest by<br />

tyden <strong>van</strong> hertoge Arnt <strong>van</strong> Gelre ende hertoge Adolph, zynen zoen, ende wederomme<br />

in possessie gestelt by hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien ende hertoge<br />

1 Hierna ontbreekt het folionummer; deze oorkonde staat niet in het cartularium.<br />

2 Va naf <strong>van</strong> sekeretot en met VI C LVI toegevoegd doorde tweede scriptor <strong>van</strong> de kroniek.<br />

3 Spoliare (Lat.): beroofd worden <strong>van</strong>.<br />

234


fol. 272 r<br />

fol. 272 v<br />

fol. 273 r<br />

1480-1481<br />

Kaerlen, zynen zoen, nae vele beleyt ende informacie dairop gedaen ende genomen,<br />

etc. voir hen, hoir erven ende nacomelingen hertogen ende hertoginne <strong>van</strong><br />

Gelre, tot ewigen daigen deser stat ende haren bourgeren con¢rmeert ende denselven<br />

die vryheit voirs. <strong>van</strong> nyeuws geottroyeert ende gegunnen; gelyc in sekeren<br />

brieven breder is begrepen, die beginnen: `Maximiliaen ende Marie, by der gracien<br />

Goidz'etc. ende zyn begrepen opten blade CC LVIII. /<br />

Consent te moigen setten bedesgewyse die penningen <strong>van</strong> den oirloge<br />

Oeck in den voirs. iair LXXIX den VII en dach in ianuario soe hebben hertoge<br />

Maximiliaen ende vrouwe Marie deser stat consenteert XXVIII M CLXXIRynsgulden<br />

ende X stuvers noch <strong>van</strong> den oirloge tachter staende, metgaders die penningen<br />

die men voirtane totten oirloge behoeven soude, bedesgewyse te moigen<br />

setten, he¡en endeboren op ende <strong>van</strong> den ingesetenen gemeyntlic beyde <strong>van</strong> deser<br />

stat ende <strong>van</strong> der meyeryen derselver; prout in litteris incipientibus:`Maximiliaen<br />

ende Marie, by der gracien Goidz'etc. et comprehensis folio CC LIII.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LXXX o : Ludolphus Buck, Ghiselbertus<br />

Haeck, Engelbertus de Vden, Iohannes de Ham,Willelmus Monix, Henricus de<br />

Berck, Henricus die Leeuwe. /<br />

Burgimagistri seu receptores: Arnoldus ¢lius Willelmi Heymans, Iohannes<br />

Oems ¢lius Iohannis.<br />

Hollantschen tolle; con¢rmacie <strong>van</strong> den tolvryheit <strong>van</strong> Hollant ende<br />

Zeelant ende declaracie hoe men dien sal gebruycken; dat ierstwer¡<br />

worden ordineert tolbrie¡<br />

In den voirs. iair LXXX in iulio soe hebben hertoge Maximiliaen ende vrouwe<br />

Marie voirs. die verleninge deser stat gedaen by hertoge Iannen <strong>van</strong> Brabant, den<br />

vierden <strong>van</strong> dien name, hertoge <strong>van</strong> Brabant, ende vrouwe Iacoppen <strong>van</strong> Beyeren,<br />

zynre geselinnen, als den vyften dach in februario int iair M CCCC XVIII aengaende<br />

der vryheit <strong>van</strong> tolvry te varen in Hollant ende Zeelant, nae inhoude der<br />

brieven dairop gemaect, inhoudende onder meer aldus dat die poirteren deser<br />

stat op allen steden bynnen den lande <strong>van</strong> Hollant ende Zeelant te water ende te<br />

lande met horen gueden ende pennewarden vry varen ende keren zullen <strong>van</strong> allen<br />

tollen ende ongelden, hetzy op hoirs selfs bodemen oft op vreemde bodem, by alsoe<br />

datse een iair oft meer poirteren zyn geweest, behoudelic dat die poirteren oft<br />

hoir boden oirlof zullen heysschen ten tolsteden ende die tolneer zalse sculdich<br />

zyn oirlof te geven terstont ende oft des nyet en geboirden, mogense voirtvaren<br />

sonder mysdoen. Ende in absencie <strong>van</strong> den tolnaer / moigense voirtvaren alse<br />

aen zyn woenstat oirlo¡ hebben geheyst, ende zullen die poirteren oft hoir boden<br />

tenversueck<strong>van</strong> den tolneer byhoren eedt sculdich zyn te houdene dat die gueden<br />

poirtersgueden zyn <strong>van</strong> Den Bosch ende nyemants anders, of men des hoiren<br />

sympelen woirden nyet en woude geloeven, etc. metgaders oic die brieven <strong>van</strong><br />

con¢rmacien, dairnae als den XXIX en dach decembris int iair M CCCC<br />

XXXIIII byhertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien aengaende der vryheit voirs. deser<br />

235


fol. 273 v<br />

fol. 274 r<br />

1480-1481<br />

stat verleent, gecon¢rmeert ende gerati¢ceert, ende hebben by advyse ende goetduncken<br />

<strong>van</strong> den tolneren aldair, <strong>van</strong> den lieden <strong>van</strong> der Cameren <strong>van</strong> den Rekeningen<br />

aldair in Den Hage ende tot Bruessele ende <strong>van</strong> den lieden committeert<br />

opt stuck <strong>van</strong> den demaynen ende ¢nancien, ende oeck <strong>van</strong> den lieden <strong>van</strong> den<br />

Groeten Raide, voirts verclairt dat altyt, zoe dick ende mennichwerven alst geboren<br />

zal dat een scip geladen in al oft in deel met goeden, pennewarden ende comanscappen<br />

tot wat plaetsen oft mercten zy gehaelt oft gecocht zyn, enen oft<br />

meer poirteren oft poirterssen <strong>van</strong> Den Bosch toebehorende, comen, lyden, passeren,<br />

keren oft weerkeren sal voirby ennige tollen <strong>van</strong> Hollant ende Zeelant, dat<br />

dan die poirteroft poirtersse allen die gueden, pennewarden ende comanscappen<br />

in den voirs. scepe wesende ende den voirs. poirteren oft poirterssen toebehorende,<br />

zullen doen verantwoirden met enen poirter oft enen anderen goeden<br />

man <strong>van</strong> kennessen, brengende ende thoenende met hem enen brie¡ geheiten tolbrie¡,<br />

bezegelt met / deser stat zegele <strong>van</strong> den poirteren, inhoudende dat hy zal<br />

zyn een man<strong>van</strong> geloven, <strong>van</strong> goeder famen ende name ende dat hy voir scepenen<br />

<strong>van</strong> Den Bosch by manissen des richters by zynen eedt ten heiligen gehouden<br />

ende gezworen heeft dat hyop dienvoirs. brie¡ noch poirterye, egeenrehand goet,<br />

comanscappen of penwarden en zal vueren oft doen vueren, passeren oft repasseren<br />

voirby ennige <strong>van</strong> den voirs. tollen <strong>van</strong> Hollant ende Zeelant dan zyn eygen<br />

proper ende zynrer medepoirteren oft poirtarssen goet, pennewairden ende comansscappen<br />

die iair ende dach poirter oft poirtarssen der voirs. stat zyn geweest<br />

ende dat egeen ongevryde personen dairaen oft mede en deylen in al oft in deel in<br />

enniger manieren; verclarende die voirs. een poirter oft goede man by monde wat<br />

gueden, pennewarden ende comanscappen die voirs. poirteren oft poirtarssen in<br />

den voirs. scepe oft anderssins hebben, noemende dair oic met namen ende<br />

toenamen diegeene dien die voirs. gueden toebehoren ende dat by zynen eede<br />

ende a¤rmacie die hy sculdich zal zyn te doen in den handen des voirs. tolners<br />

ende horen committeerden alsoe verre hy des dairtoe versocht zal wesen. Ende<br />

alst geboren sal dat vele scepen geladen als boven oft andere goede luyden, passeren,<br />

wesen ende comen zullen tsamen ende met eenre vloeten voirby ennige <strong>van</strong><br />

den tollenvoirs., dat desgelycx een goet man, brengende enen tolbrie¡, zulc ende/<br />

<strong>van</strong> zulcke inhoudt als voirs., sal moegen verantwoirden voir alle die gueden ende<br />

comanscappen die de poirters oft poirterssen dairinne hebben, noemende oec<br />

die namen ende toenamen dergeenre die de toebehoren sonder dat die poirters<br />

oft poirterssen gueden in de scepen hebbende, gehouden zullen wesen in horen<br />

persoen oft by horen boden oft dieners op ende by hoir voirs. gueden moeten wesen<br />

oft elck enen tolbrie¡ te moiten brengen, anders dan by der manieren boven<br />

vercleert. Ende dat mits desen die tolneren oft hore committeerde zullen die poirteren<br />

ende poirterssen deser stat, nu zynde ende naemaels wesende, vredelic laten<br />

gebruycken die vryheit <strong>van</strong> denvoirs. tolrecht, nae inhoude der brieven dairop gemaect,<br />

die beginnen: `Maximiliaen ende Marie, by der gracien Goidz'etc. ende<br />

zyn begrepen opten blade CC LXIX, op welke brieve voirs. als opten rug derzelver<br />

staet gescreven aldus:`die luyde ende committeerde op tstuck<strong>van</strong> den demaynen<br />

ende ¢nancien onss genedichsten heren ende ¢nancien, etc. residerende in<br />

Den Haghe', consenteren in alsoe verre alst in hen is dat dinhoudt in de witte <strong>van</strong><br />

desen volcomen zii in alle der vuegen ende manieren als onse genedige heer ende<br />

236


fol. 274 v<br />

fol. 275 r<br />

fol. 275 v<br />

vrouwe voirs. dat willen ende bevelen gedaen te hebbene, by denselven gescreven<br />

onder thantteken <strong>van</strong> eenen <strong>van</strong> den gecommitteerden, den lesten dach <strong>van</strong> iulio<br />

int iair M CCCC LXXX, etc. /<br />

Die luyden <strong>van</strong> der Rekeninge onss genedichsten heren ende vrouwen voirs., etc.<br />

residerende in Den Hage, consenteren zoeverre het in hen is dat die poirters ende<br />

poirterssen deser stat gebruycken die vryheit der tollen voirs. in alle der formen<br />

ende manieren gelyc die brieven voirs. dat willen ende bevelen, uuytgesceiden<br />

<strong>van</strong> enen poincte dairinne begrepen, inhoudende die vryheit voirs. te gebruycken<br />

<strong>van</strong> allen gueden, pennewarden ende comanscappen tot wat plaetsen oft mercten<br />

die gehaelt oft gecocht waren, enen oft meer poirteren oft poirterssen <strong>van</strong> Den<br />

Bosch toebehorende; welke poinct zy gebruycken zullen nae inhoude der ierster<br />

previlegien, hen by hertoge Iannen ende vrouwe Iacoppen gegunt, ende gelyc zy<br />

die vryheit uuyt machte <strong>van</strong> dier tot hertoe gebruyct hebben. Ende oft dair ennige<br />

questie in vyelen dat zy hen dairaf stellen zullen in iusticie voir dengenen ende ter<br />

plaetsen daer ende zoet behoren sal;<br />

Waer men in Hollant tprevilegium <strong>van</strong> den tol <strong>van</strong> Hollant sal vynden registreert<br />

welke brieve geregistreert zyn int registre gehouden in der Cameren <strong>van</strong> der Rekeninge<br />

in Den Haghe, beginnende in de maent <strong>van</strong> novembri XIIII C ende LX, folio<br />

C LX, C LXI, C LXII, etc. /<br />

Aengaet den tol ende oude geleyde <strong>van</strong> Loeuen<br />

1480-1481<br />

Oeck in den voirs. 1 LXXX den XXVII ten dach in novembri naedien een geheiten<br />

Daniel Boxhoern als pechtener <strong>van</strong> den ouden tolle ende geleyde <strong>van</strong> Loeuen boven<br />

die verclaringe eertyts daira¡ gedaen, inhoudende dat die coepluyden <strong>van</strong><br />

buyten lantz oft andere onvry personen in der stat <strong>van</strong> Den Bosch tol betalende<br />

te Mol ende elswair in den voirs. lande <strong>van</strong> Brabant ter merct treckende, souden<br />

vry ende ongehouden zyn elswair ennigen tol in Brabant meer te betalen, hem gevordert<br />

hadde mits brieven <strong>van</strong> onsen aldergenedichsten heren ende vrouwen<br />

voirs. subrepticelic by hem geworven, den voirs. tol ende oude geleyde <strong>van</strong> nyeuws<br />

in der stat <strong>van</strong> Bergen te heysschene ende te ontfangen, ende hoewel die voirs. <strong>van</strong><br />

Bergen hem presenteerden bystant te doen zoeverre ennige coepluyden hen pynden<br />

den voirs. tolle te ontvueren oft hedden ontvuert, soe persisteerden hy nochtans<br />

in twachten des voirs. tols tot Bergen te doen. Ende nae appellacie by den<br />

voirs. <strong>van</strong> Bergen dairop gedaen ende den voirs. Danelen des was dach besceyden<br />

voir den Raide <strong>van</strong> Brabant, ende nae allegacie ter eenre ende ter andere zyden<br />

gedaen, soe is by den cancellier ende Raide <strong>van</strong> Brabant uuytgesproken dat die<br />

voirs. <strong>van</strong> Bergen, mits der voirs. presentacien by hen gedaen, te desen male gestaen<br />

zullen ende dat die voirs. Daniel, / die aenverdende, hem verdragen sal te<br />

desen mael in der voirs. stat <strong>van</strong> Bergen den voirs. tol ende oude geleyde aldair te<br />

heysschene, op te boeren oft tontfangene, mar die personen denselven toll ende<br />

oude geleyde sculdich zynde ende dien ontvuert hebbende, zoeverre hy die bynnen<br />

Bergen weet te vynden, dat hy die aldair sal moegen aentasten ende aenspre-<br />

1 Aldus hs., lees hierna iair.<br />

237


fol. 276 r<br />

fol. 276 v<br />

1480-1481<br />

ken, etc.; gelyc breeder is begrepen in eenre acten dairop gegeven, beginnende:<br />

Àlsoe als opten XVII en dach der iegenwoirdiger maent <strong>van</strong> novembri'etc. ende<br />

begrepen opten blade CCC XII.<br />

Con¢rmacie <strong>van</strong> den previlegien slantz <strong>van</strong> Brabant<br />

Oeck in denselven iair LXXX denVI en dach decembris naedien die gedeputeerde<br />

<strong>van</strong> den drien Staten slantz <strong>van</strong> Brabant aen onsen genedichsten heren versocht<br />

ende clachten gedaen hadden dat hen hoir previlegien, voirtyts gegeven, nyet en<br />

worden onderhouden mar worden gebroken, soe heeft onse genedichste heer<br />

voirs. vercleert ende geordineert dat zyn gelyefte is ende wille dat allen hoir previlegien<br />

alsoe wel deen als dander he<strong>nl</strong>yeden onder- /houden worden <strong>van</strong> poincte<br />

te poincte, gelyc oeck in eenre andere acte vorder blyct, beginnende: Àlsoe als<br />

myn genedige heer'etc. ende begrepen met eenreWalscher acten dairaen volgende<br />

opten blade CCC XIIII.<br />

Aengaende den onderhoude der previlegien<br />

Nae welcker acten inWalschen gescreven volgt dat die Staiten slantz <strong>van</strong> Brabant<br />

begeerden aen den cancellier ende Raide <strong>van</strong> Brabant datse hen allet dairinne begrepen<br />

wouden onderhouden ende dat die voirs. cancellier ende raitsluden, obtempererende<br />

1 den bevelen ons genedichsten heren voirs., hebben vercleert,<br />

abolerende ende te nyeuwte doende alles sgeens des ter contrarien den previlegien<br />

gedaen is ende dairaf die processen in den Raide <strong>van</strong> Brabant hangende<br />

zyn, contrarierende denzelven ende tgeen des ter contrarien <strong>van</strong> den previlegien<br />

gedaen is oft naemaels worde, dat zy dat nu voir alsdan stellen in zynen iersten<br />

staite, naevolgende den bevelen voirs.;<br />

Hoe men in der cancelreyen sal procederen<br />

ende dat zy voirtaen achtervolgen zullen die manieren ende costuymen <strong>van</strong> procederene<br />

in der cancelreyen nae die previlegien wylen hertoge Philips, in ende voir den<br />

iair <strong>van</strong> LI onderhouden, sonder die onderseten / dairbuyten te leyden oft te belasten<br />

in enniger manieren; nae inhoude der acten dairop expedieert <strong>van</strong> den daet den<br />

dorden dach in merte int iair M CCCC LXXX, folio CCC XVII.<br />

Noch <strong>van</strong> den toll <strong>van</strong> Loeuen; appoinctement <strong>van</strong> den Louenschen<br />

tolle<br />

Ende dairnae int selver iairopten dorden dach aprilis voir Paeschen, nae versueck<br />

aen den cancellier ende raitsluden <strong>van</strong> Brabant by de gedeputeerde der stat <strong>van</strong><br />

Dyest gedaen <strong>van</strong>wegen der coepluyden <strong>van</strong> ossen, die by tyde <strong>van</strong> den iair gewoentlic<br />

zyn tot Dyestter merctte comene, dat achtervolgende den bevele gedaen<br />

Danelen Boxhoern <strong>van</strong> den tol tot Loeuen by ons genedichs heren brieven <strong>van</strong><br />

panden den coepluyden afgenomen tot Mol in de dryftyt, mits nyet betaelt hebbende<br />

den tol tot Mol uuyt saken <strong>van</strong> horen beesten, den voirs. coepluyden restitueert<br />

worden als dat behoerden ende zunderlinge nae uuytwysen der provisien<br />

1 Obtemperare (Lat.): besluit ten uitvoer brengen.<br />

238


fol. 277 r<br />

fol. 277 v<br />

fol. 278 r<br />

1480-1481<br />

gedaen den voirs. Staten op zekere hoir gebreken drie dagen in ianuario int iair<br />

LXXVII. Ende dairop gehoirt denvoirs. Danelen, seggende onder dander in substancie<br />

dat alle ongevryde persoonen zoe schiere zy met horen gueden lantrueringe<br />

in Brabant deden, den toll <strong>van</strong> Loeuen sculdich weren, welken tolle men<br />

<strong>van</strong> hen alomme in Brabant he¡en muchte. Ende want die voirs. coepluyde dewelke<br />

/ bedwongen hadden geweest den voirs. tol te namptiseren oft panden dairvoir<br />

te stellen, ongevryde personen weren, sustinerende dieselver Daniell dat tvoirs.<br />

namptissement oft die a¡pandinghe wair wael ende terecht gesciet, nyettegenstaende<br />

den voirs. brieven onss genedichs heren aen hem gescreven ter contrarien.<br />

Die voirs. <strong>van</strong> Dyest blyvende by horen versueck voirs., gemerct<br />

sunderlinge die voirs. provisie diewelke onder dander inhelt dat die coepluyden<br />

<strong>van</strong> buyten lantz oft ander ongevryde, lydende met horen gueden ende comanscappen<br />

doer die stat <strong>van</strong> Den Bosch ende den tol aldair betaelt hebbende, gelyc<br />

die voirs. coepluyden hadden gedaen tot Mol ende elswair ter merct in Brabant<br />

treckende, <strong>van</strong> tol zouden blyven ongelast ende des hen ter contrarien <strong>van</strong> dien te<br />

Moll by namptisacie afgenomen weer, hen zoude moeten zyn gerestitueert, etc.<br />

soe is by den voirs. cancellier ende Raide <strong>van</strong> Brabant, partyen gehoert, geseegt<br />

dat achtervolgende der voirs. provisien int iair LXXVII voirs. verleent, die voirs.<br />

panden alsoe den voirs. coepluyden in contrarie <strong>van</strong> dier te Molle voirs. afgenomen<br />

by den voirs. Danelen oft zynen dyeneren, zullen denselven coepluyden als<br />

voirs. is restitueert worden; gelyck breeder in eenre acten dairop gegeven, is<br />

begre- /pen, welke acte begint:`Opt versueck, gedaen aen mynen heren'etc. ende<br />

is begrepen opten blade CCC XVIII.<br />

Alsnu wairt pays <strong>van</strong> den oirloge dat dese stat ende hair meyerye tot<br />

horen groten costen met victorien tegens die Gelderssche hadden beleyt<br />

Oeck in den voirs. iair LXXX opten GoedenVrydach den XX en dach in april nae<br />

scryven deser stat, soe is <strong>van</strong>wegen onss aldergenedichsten heren ende vrouwen<br />

ende by horen consent, by heren Philips, greve <strong>van</strong> Nassouw, heren Henricken<br />

Lotthemss., persoen tot Bucstel, als raiden ons genedichsten heren voirs., Willemen<br />

Monix, Symonen <strong>van</strong> Gele ende meesterWillemen<strong>van</strong> den Bosch als raitsluden<br />

deser stat, tusschen dese stat ende der stat <strong>van</strong> Boemel, BoemelreWert ende<br />

Tyelre Wert een my<strong>nl</strong>ike dedinge ende tractaet geordineert, gemaect ende gesloten,<br />

inhoudende onder dander:<br />

Tractaet tusschen dese stat ende der stat <strong>van</strong> Boemel, Boemelre endeTyelre<br />

Werden<br />

in den iersten dat allet geen dat by tyden hertoge Kaerle ende nae zynrer doot in den<br />

lande <strong>van</strong> Gelre verlopen ende gesciet is tot desen dage toe, <strong>van</strong> den bourgeren ende<br />

ingesetenen aldair als <strong>van</strong> Zautboemel ende Boemelre endeTyelreWert ende desgelycx<br />

<strong>van</strong> den ridderscap die dairmede gehouden hebben, sal wesen vergeven ende<br />

vergeeten ende / dat onse genedige heer die hertoge <strong>van</strong> Oistryck enen yegelycken<br />

aldair lantrecht, statrecht, dyckrecht ende leenrechtsal doen ende latenwedervaren,<br />

etc.;<br />

239


fol. 278 v<br />

fol. 279 r<br />

1480-1481<br />

Van Hemart, den doersteeck ende lynpaden aldair<br />

ende dat heer Ian<strong>van</strong> Hemart zyn goet, sloot ende heerlicheyt wederomme sal moegen<br />

aenverden metten renthen, gelyc hy die sal vynden, ende dat hy den doersteeck<br />

tot Hemart oepen sall laten ende dairtoe die lynpadenverlenen, dwelc heer Ian ende<br />

Ioest, zyn zoen, alsoe zullen geloven onder zegele ende brieve ende dairtoe den<br />

doersteeck nyettebecummeren noch ennigen tol oft ongelt dair leggen ende dat voir<br />

hen, hoir oire, erve ende nacomelingen, etc.;<br />

Dat Boemel tolvry soude wesen tot Loebeeck, Megen ende Lyth<br />

item dat die stat <strong>van</strong> Zautboemel zal blyven by horen rechten, previlegien ende vryheden<br />

die zy heeft te water ende te lant, bynnen ende buyten den lande <strong>van</strong> Gelre<br />

ende bysunder aen de tollen <strong>van</strong> Loebeeck, Megen ende Lyt, gelyc zy die gebruyct<br />

heeft by tyde hertoge Arnts <strong>van</strong> Gelre;<br />

Van den toeleggen des doersteecs tot Herwarden<br />

ende dat die stat <strong>van</strong> Boemel onder zegel ende brieve deser stat geloven sal geen belet<br />

te doen in haren toll int lant <strong>van</strong> Gelre, noch om het toedycken <strong>van</strong> den doersteeck<br />

<strong>van</strong> Herwarden tot egenen toecomende tyde noch oic tselver gat nyet weder<br />

doersteeken en zullen;<br />

item dat die stat <strong>van</strong> Boemel, die bourgeren ende ingesetenen aldair ende het ridderscap<br />

onbelast zullen blyven <strong>van</strong> allen tichten hercomende / <strong>van</strong> ennigen penningen<br />

die by tyden hertoge Kaerls hen geheyst waren, zoeverre zy die nyet geloeft<br />

en hebben; ende oft geboirden dat die <strong>van</strong> Nymegen hoir gaven ter obediencien<br />

dat dieselver <strong>van</strong> Nymegen oft ander steden genen onraet en zullen zetten op die<br />

<strong>van</strong> Boemel ofte op triddersscap aldair, etc.;<br />

item dat die bourgeren ende ingesetenen<strong>van</strong> Boemel, Boemelre endeThielreWerden,<br />

tridderscap ende mannen <strong>van</strong> leene die hoir leenen opgescreven hebben<br />

ende noch nyet versocht en hebben, sich aen hoer rechte nyet versuympt en zullen<br />

hebben ende dat alle vesten voir scepenen oft leenmannen syndert gescyet stat<br />

zullen grypen, etc.;<br />

item dat men die bourgeren ende ingesetenen <strong>van</strong> Boemel duerende dese vede<br />

nyet en zal belasten <strong>van</strong> dyenste opte ongehoirsame noch oic met scattinge bynnen<br />

twee iaren, etc.; ende dat men in derselver stat geen ruyters en sal leggen dan<br />

tot L oft LX personen toe;<br />

item dat men die steden noch hoir ingesetenen ter eenre noch ter andere zyden<br />

nyet en sal besetten om ennige penningen die den vyanden oft hoir wederpartye<br />

ontweldicht oft ontvuert zyn, etc.;<br />

item dat onse genedige heer die voirs. <strong>van</strong> Boemel, Boemelre en Thielre Werden<br />

helpen zal aen / hoir zegele ende brieve den bisscop <strong>van</strong> Munster gegeven om bystant<br />

<strong>van</strong> hem te crigene;<br />

item dat die stat <strong>van</strong> Boemel ende triddersscap aldair ontfangen zal onsen genedigen<br />

heer voir horen gerechten lantzheer ende denselven oft zynen genaden dairtoe<br />

huld ende eeden doen;<br />

item oft der voirs. <strong>van</strong> Boemel scepen worden gehouden tot Ve<strong>nl</strong>e, Nymegen, Arssen<br />

oft tot andere plecken, datse dat wederomme by arrestamente opte selve zullen<br />

moegen verhalen;<br />

240


fol. 279 v<br />

fol. 280 r<br />

fol. 280 v<br />

item dat die giften by onsen genedigen heer gegeven <strong>van</strong> gueden den ingesetenen<br />

<strong>van</strong> Boemel, Boemelre ende Tyelre Werden oft den ridderscap toebehorende,<br />

crachteloes zullen wesen, etc.;<br />

item ende dat in desen versoent zal wesende te beyden zyden heer Bartram <strong>van</strong><br />

Oppurgen, ridder, etc.; prout in litteris incipientibus:`Wy, Philips, greve <strong>van</strong> Nassouw'etc.<br />

et comprehensis folio CCC XXXVI.<br />

Omtrent Sint-Iansmisse int iair LXXX voirs. quam die groeteTurcke Mahumet,<br />

wesende een monster in der naturen, met groeter onsprekelycker macht ende belach<br />

zeer haestelic /Rodes, dair hy vromelic wairt wederstaen ende groeten scade<br />

leet. Ende dairnae toech hy int conincryck <strong>van</strong> Naples ende wan dair een mechtige<br />

stat, geheyten Ydrunte, dair hy den eertsbisscop, geheiten Symon, wesende<br />

een oudt man, met eenre sagen onttwee dede sagen. Ende corts dairnae ster¡<br />

dat ondyer, dat zoevele landen den kerstenen afgenomen hadde.<br />

Remigii confessoris anno M CCCC LXXXI: Iohannes de Aa, Willelmus de<br />

Ghent,Willelmus Steenwech, Reynerus <strong>van</strong> den Hoeuel, Iohannes Scilder, Iohannes<br />

¢lius Godefridi de Hedel, Godefridus Zweders. /<br />

Burgimagistri seu receptores: Matheus de Gunterslair,Thomas die Coster.<br />

Dat Dordrecht ingenomen wairt<br />

In den voirs. iair LXXXI int beginne nae Paesschen in den aprille quam heer Ian<br />

<strong>van</strong> Egmond voir Dordrecht met drie cleyn sceepen, geladen met LXXX gewapende<br />

ende nam die stat inne, dairuuyt hy veriaechden die Hoecken die Dordrecht<br />

in hadden ende die den Geldersschen in den oirloge tegens dese stat<br />

waren groot onderstant ende zeer behulpich geweest, zoe men be<strong>van</strong>t.Want als<br />

Dordrecht ingenomen was, gaven die <strong>van</strong> Nymmegen hen corts dairnae in handen.<br />

Aengaet den doersteeck tot Hemart<br />

1481-1482<br />

Oeck in denvoirs. iair LXXXIden XXIII ten dach in aprille des anderen daigz nae<br />

Paeschdach soe hebben heren Ian <strong>van</strong> Hemart ende Ioest, zyn zoene, ridderen,<br />

voir hen, hoir oiren ende nacomelingen deser stat geloeft ende toegeseegt den<br />

doersteeck gemaect by deser stat in horen dorpe <strong>van</strong> Hemart, altyt /oepen te laten<br />

ende dien tot egenen tyde wederomme toe te leggen ende omme dien gevuechelycker<br />

te gebruycken, hen aen beyden zyden te houden die lyndepade alst <strong>van</strong><br />

node is;<br />

Die lyndpaden<br />

ende denselven doersteeck noch die lyndpaden nyettebecommeren noch tebeletten<br />

noch oic ennigen tol oft ongelde dair te leggen, etc.; prout in litteris incipientibus:<br />

`Wy, Iohan <strong>van</strong> Hemart'etc. et comprehensis folio CC LXXX.<br />

241


fol. 281 r<br />

fol. 281 v<br />

1481-1482<br />

Aengaet dat die stat <strong>van</strong> Boemel geloeft geen belet te doen in onsen<br />

tol ende vryheit in den land <strong>van</strong> Gelre ende den doersteec tot Herwarden<br />

toe te leggen<br />

Oeck in den voirs. iair LXXXI den XXIII ten dach in aprill des anderen daigz nae<br />

Paeschdach soe heeft die stat <strong>van</strong> Zautboemel onder horen zegel ad causas 1 voir<br />

hair erven ende nacomelingen deser stat toegeseegt ende geloeft hair noch haren<br />

bourgeren tot egeenen tyde belet te doen in de vryheit die dese stat heeft <strong>van</strong> den<br />

tol int lant <strong>van</strong> Gelre, etc.; ende noch heeftse geloeft deser stat te gedoegen toe te<br />

leggen den doersteeck tot Herwarden ende denselven tot egeenen tyde wederomme<br />

te oepenen; prout in litteris incipientibus:`Wii, scepenen, bourgermeesteren,<br />

raet ende die gemeyn stat <strong>van</strong> Zautboemel' etc. et comprehensis folio CC<br />

LXXXI. /<br />

Dat die stat <strong>van</strong>Thiel geloeft deser stat geen belet te doen in hare vryheit<br />

<strong>van</strong> tolvry te varen int lant <strong>van</strong> Gelre ende den doersteec tot Herwarden<br />

toe te laten dycken<br />

Oeck opten Beloeken Paeschdach int voirs. iair LXXXI soe heeft die stat <strong>van</strong><br />

Thiel onder haren groeten zegel voir hair erven ende nacomelingen deser stat geloeft<br />

noch haren borgeren nummermeer belet te doen in de vryheit <strong>van</strong> tolvry te<br />

varen in den lande <strong>van</strong> Gelre; ende noch heeftse geloeft te gedoegen den doersteeck<br />

tot Herwarden toe te leggen ende tot geenre tyt wederomme te oepenen,<br />

etc.; prout in litteris incipientibus: `Wy, scouthet, bourgermeesteren, scepenen,<br />

raet ende ganse gemeynte der stat <strong>van</strong> Thiel' etc. et comprehensis folio CC<br />

LXXXII.<br />

Tractaet <strong>van</strong> peys tusschen den hertoich <strong>van</strong> Oistryc ende der stat<br />

Boemel, Boemelre endeTielreWerden<br />

Oeck in den voirs. iair LXXXI in den meye soe zyn die <strong>van</strong> Zautboemel, Boemelre<br />

ende Tyelre Werden ontfangen in genaden <strong>van</strong> hertoge Maximiliaen ende<br />

vrouwe Marie onder zekere articulen metten selven <strong>van</strong>wegen des hertogen voirs.<br />

accordeert:<br />

in den yersten datse hem oepeninge zullen doen <strong>van</strong> der stat ende vierdel voirs.<br />

ende ontfangen voir horen wairechtigen natuerlycken heer ende vrouwe, etc. ende<br />

dat doende salvergeven ende vergetenwesen allet verloep syndert hertoich Kaerls<br />

tyde gesciet;<br />

ende dat men enen yegelycken aldair sal doen gescien / lantrecht, statrecht, dycrecht<br />

ende leenrecht;<br />

ende voirts soe hebben hertoge Maximiliaen ende vrouwe Marie den voirs. <strong>van</strong><br />

Boemel, Boemelre ende Tielre Werden approbeert ende con¢rmeert die voirs.<br />

poincten opten GoedenVrydach int iair LXXX by heren Philips, greve <strong>van</strong> Nassouw,<br />

heren Henricken Lotthemss., persoen tot Bucstel,Willemen Monix, Symonen<br />

<strong>van</strong> Gheel ende meester Willemen <strong>van</strong> den Bosch aengaende den pays voirs.<br />

1 Sigillum ad causas: het zegel ter zake, een bepaald type stadszegel.<br />

242


fol. 282 r<br />

fol. 282 v<br />

concipieert ende gemaect, etc.; prout in litteris incipientibus:`Maximiliaen ende<br />

Marie, by der gracien Goids'etc. et comprehensis folio CCC LXXI.<br />

Dat Nymegen Graue metten rittersscap ende ingesetenen dairinne<br />

ende in den Ryck <strong>van</strong> Nymegen ende Ouerbetu geseten, in handen<br />

comen zyn<br />

Oeck in den voirs. iair LXXXI in den meye soe hebben hertoge Maximiliaen<br />

ende vrouwe Marie onder zekere dedingen, presentacien ende vorwarden hen by<br />

die <strong>van</strong> Nymegen ende Graue ende ritterscap ende ingesetenen <strong>van</strong> den Ryc <strong>van</strong><br />

Nymegen ende Ouerbetu geo¡ereert ende metten selven aengegaen, dieselve ontfangen<br />

in genaden gelyc dat breet ende int lange staet vercleert ende verhaelt in<br />

sekere brieven dairop bynnen deser stat gegeven; <strong>van</strong> welken brieven dbeginsell<br />

luydt aldus:`Maximiliaen ende Maria'etc. ende zyn begrepen opten blade. 1 /<br />

Die feeste <strong>van</strong> den GuldenVlyes 2<br />

Daernae in deselve maent <strong>van</strong> meye int iair LXXXI soe hielt hertoghe Maximiliaen<br />

voirs. bynnen deser stadt die feeste <strong>van</strong> der oirdene <strong>van</strong> denToysone oft GuldenVlyes,<br />

in welker feesten voirs. hertoge Philips, zyn zoen, wairt ridder geslagen<br />

ende ont¢nck tGuldenVlyes. 2<br />

Die huldinge <strong>van</strong> vrouw Maria<br />

Nae welker feesten in deselve maent <strong>van</strong> meye, den XXVII en dach opten sondach<br />

als men singt Vocem, wairt bynnen deser stat gehuld vrouw Maria ende dede desen<br />

eedt:<br />

Den eedt <strong>van</strong> vrouw Maria<br />

1481-1482<br />

Wy geloven ende zweren dat wy der stat <strong>van</strong> sHertogenbosch houden zullen ende<br />

doen houden wael ende getrouwelic als een goede ende gerechte lantsvrouwe sculdich<br />

is te doen, allen hair rechten, previlegien, carthen, costumen, usaigien ende<br />

herbrengen gelyc dat zyse heeft <strong>van</strong> onsen lieven vorderen hertogen ende hertoginnen<br />

in Brabant, ende gelyc dat zyse herbracht heeft sonder inbreken, zoe helpe<br />

ons Got, dese heiligen ende alle Goids heiligen.<br />

Den eedt <strong>van</strong> der gemeynten<br />

Wy allen gemeyntlic ende elc <strong>van</strong> ons sunderlinge ende voir hemselven geloven,<br />

zekeren ende zweren /onser geduchtiger vrouwen der hertoginnen <strong>van</strong> Brabant<br />

die hier iegenwoirdich is ende haren eedt gedaen heeft als een hertoginne <strong>van</strong><br />

Brabant sculdich is te doen, dat wy hair voirtaen goet ende getrouwe zyn zullen<br />

ende in allen saken onderdanich ende gehoirsam ende hair heerlicheyt, lant ende<br />

palen ende hair onrecht helpen bescudden ende keeren tegen elker malc ende<br />

1<br />

Hierna ontbreekt het folionummer; deze oorkonde staat niet in het cartularium.<br />

2<br />

In margine nota.<br />

243


fol. 283 r<br />

fol. 283 v<br />

1481-1482<br />

hair dyenen ende doen in allen saken als goede, getrouwe ondersaten hare gerechter<br />

lantsvrouwen sculdich zyn te doen, zoe moet ons Got helpen ende alle<br />

Zyn heiligen.<br />

Aengaet den toll <strong>van</strong> Gelre ende die con¢rmacie dairaf<br />

Dairnae int selver iair LXXXI in iunio soe hebben hertoge Maximiliaen ende<br />

vrouw Maria aengaende der vryheyt <strong>van</strong> tolvry te varen in den lande <strong>van</strong> Gelre<br />

deser stat ende haren borgeren verleent int iair M CC ende drie in der composicien<br />

tusschen wilen hertoge Henricken, hertoge <strong>van</strong> Brabant, ende greve Otten<br />

<strong>van</strong> Gelre gemaect voir hen, hoir oiren, erven ende nacomelingen deser stat, die<br />

voirs. vryheit ende alle brieven hen dairop verleent, gecon¢rmeert ende gevesticht;<br />

Ende die nyewe verleninge ende die declaracie hoe men die gebruycken sal<br />

ende hebben voirts uuyt meerder ende sunderlinger gracien voir hen, hoir oiren, erven<br />

ende nacomelingen hertogen ende hertoginnen <strong>van</strong> Gelre, greven ende grevinnen<br />

<strong>van</strong> Zuytphen, gegunt, / geottroyeert ende gewillecoirt deser stat ende horen<br />

bourgeren, nu wesende ende naemaels comende, dat zy voirtaen in den lande <strong>van</strong><br />

Gelre ende greefscap <strong>van</strong> Zuytphen met horen comanscappen, gueden ende pennewarden<br />

te water ende te lande moigen gaen, driven, varen, vlieten, keren ende verkeren<br />

sonder ennigen toll oft ongelde dairaf te geven oft te betalen in geender<br />

manieren, beloevende den voirs. bourgeren ende poirteren in de voirs. vryheit ende<br />

exemptie tonderhoudene ende doen onderhouden, sonder die meer dairuuyt te laten<br />

stoten met forse, crachte oft gewelde;<br />

Hoe men den tol <strong>van</strong> Gelre sal gebruycken<br />

behoudelic dien dat die voirs. poirteren in alsoe verre als zy by horen gueden zyn oft<br />

anders hoir facteurs, dyeners, wage<strong>nl</strong>uyde, scipluyde oft vlutteners bydenvoirs. gueden<br />

wesende, sculdich zullen wesen aen te comen aen de tolsteden omme aen die<br />

tollmeesters oft hoir dyeners oirlo¡ te heysschen voirby te varen, diewelke tolmeesters<br />

oft hoir dyeners voirs. sculdich zullen wesen he<strong>nl</strong>ieden sonder vertreck oft yet<br />

<strong>van</strong> he<strong>nl</strong>ieden daira¡ te nemen, oirlo¡ te geven vry voirby te varen; ende oft die<br />

voirs. tolmeesters oft hoir dyeners he<strong>nl</strong>ieden den voirs. oirlo¡ terstont nyet en geven<br />

oft dat dieselve tolmeesters oft hoir dyeners aen de tolstad nyet en weren ende mense<br />

aldair gesocht hedde, soe zullen alsdan die voirs. poirters, hoir facteurs, dieners, wageluyde,<br />

scipluyde oft vlutteners vry voirt ende voirby moegen / varen, sonder mesdoen<br />

oft yet te broecken oft te verboeren, mitz dat dieselve poirteren oft hoir<br />

facteurs, dyeners, wageluyde, scipluyde oft vlutteners oft die een <strong>van</strong> hen by eede nemen<br />

zullen als zydes versocht zullen wesen dat die voirs. gueden dairmede zy voirby<br />

meynen te varen, toebehoren poirteren deser stat ende nyemanden anders; ende of<br />

men bevonde dat yemand ennige gueden, ongevryde personen toebehoerende,<br />

hadde verantwoirt voir vry gueden oft dat hy alsulkenen ongevryde gueden alleene<br />

oft by vry gueden wesende, wetende hed verzweegen, oft diezelve ongevryde gueden<br />

met poirteren goeden voirby die tolsteden hedde gevuert sonder <strong>van</strong> den ongevryden<br />

gueden tebetalen oftoirlo¡ te hebben, zoe zoude dat goet geheelic verboert worden<br />

ende insgelycx al dat goet dat dair bevonden zoude werden toebehoerende<br />

244


fol. 284 r<br />

fol. 284 v<br />

dengenen diet alsoe verzwegen hedde, tapplicerene voir deen helft onsen genedichsten<br />

heren ende dander helfte den tolmeesters, etc.; gelyc in de brieven dairop verleent<br />

breder is begrepen, welke brieven beginnen: `Maximiliaen ende Marie' etc.<br />

ende zyn begrepen opten blade. 1<br />

Dat den o¤ciers in den lande <strong>van</strong> Gelre wordt verkundicht ende oic<br />

den tolners bevolen datse dese stat zouden laten by hair vryheit <strong>van</strong><br />

toll aldair<br />

Dairnae in de voirs. maent <strong>van</strong> iunio den vyften dach int voirs. iair LXXXI soe /<br />

hebben hertoge Maximiliaen ende vrouw Mariavoirs. allen horen genaden stedehouderen,<br />

richteren, amptluyden, tolneren, rentmeesteren, o¤cieren, dieneren<br />

ende onderseten scerpelic bevolen datse deser stat ende horen borgeren die vryheit<br />

<strong>van</strong> den toll <strong>van</strong> den lande <strong>van</strong> Gelre ende grefscap <strong>van</strong> Zuytphen nae inhoude<br />

horen vercrych vry <strong>van</strong> allen tolle doen ende laten passeren ende dat oic<br />

allomme verkundigen, etc.; prout in litteris incipientibus:`Maximiliaen ende Maria'etc.<br />

et comprehensis folio CC LXIII.<br />

Van der vryheit des tols tot Batenborch die dese stat heeft<br />

1481-1482<br />

Dairnae int zelver iair ende in deselve maent <strong>van</strong> iunio den XXV en dach, nae zekere<br />

dedinge ende zoene gemaect tusschen ioncker Iacoppen <strong>van</strong> Bronchorst,<br />

heer tot Bathenborch, Aenholt, etc. ende vrouwe Agnees <strong>van</strong>Wisch, zyn moeder,<br />

wedue, ter eenrer ende dese stat ter andere zyden aengaende der nederlagen die<br />

deser stat, bourgeren ende volc <strong>van</strong> wapenen aldair hadden geleden, soe hebben<br />

ioncker Iacop voirs. ende die voirs. vrouw Agnees voir hen, hoir erven ende nacomelingen<br />

in recompense der voirs. nederlaigen ende des scadens by deser stat<br />

dairbygeleden, gegunt, gegeven ende verleent allen den bourgeren ende poirteren<br />

deser stat nu zynde ende naemaels wesende, dat zy ten ewigen daigen met horen<br />

lyven ende met allen horen gueden, comanscappen ende pennewairden /vry zullen<br />

moegen varen ende vlieten, keren ende verkeren te water ende te lande met<br />

scepen, karren, wagen, perden, vlutten oft hoe zy gaende, staende, rydende, varende<br />

oft vlietende voirby allen hoir tolle <strong>van</strong> Bathenborch, het zy in mercten oft<br />

buiiten mercten, ende dat zy aldair <strong>van</strong> allen horen tollen, het zyn mercttollen oft<br />

andere, ten ewigen daigen vry zullen bliven sonder ennige tolle oft ongelde te dorven<br />

betalen, het zy op hoirs selfs bodem, karren oft wagen, oft ander vreemder<br />

bodem, karren oft wagen, het zy oick die gueden by henzelven alleen oft oic by<br />

ander gueden wesen moigen; by alsoe dat die bourgeren zoeverre zy by hoer gueden<br />

weren oft anders hoir facteurs, dieners, boden, vlutteners, scipluyden, wage<strong>nl</strong>uyden<br />

oft andere die by de gueden zullen wesen, sculdich zullen wesen te comen<br />

aen de gewoentlicke tolsteden ende aldair oirlof heysschen aen de tolners ten tyde<br />

wesende, zoeverre die opte tolsteden zyn oft anders aen hoir dyeners oft gebueren<br />

op die tolstat voirs., ende alsdan zullen die tolners oft hoir dyeners sculdich wesen<br />

die bourgers oft hoir facteurs voirs. terstont sonder vertreck oirlof te geven vry<br />

1<br />

Hierna ontbreekt het folionummer, hoewel de oorkonde in het cartularium staat, zie aldaar<br />

fol. 258 r -262 v .<br />

245


fol. 285 r<br />

fol. 285 v<br />

1481-1482<br />

voirby te laten passeren; by alsoe oeck dat zy met horen scepen ende vlutten aent<br />

lant leggen zullen zoelange zy om den oirlof te halen uuyt zullen wesen, ende ofse<br />

terstont nyet oirlof en geven datse sonder mesdoen voirby moigen passeren, by<br />

alsoe datse sculdich zullen wesen of ment begeert tot horen eeden te houden dat<br />

poirtersgueden zyn ende oft yemand onvry goet alsoe verantworden, dat alsdan<br />

tselve met allen den gueden die voir vry gepasseert /zullen zyn, sullen wesen verbuert;<br />

prout in litteris incipientibus:`Wy, Iacob <strong>van</strong> Bronchorst, heer tot Bathenborch<br />

ende Aenholt'etc. et comprehensis ad signum tale (½28) ac folio CC LXIII<br />

ende <strong>van</strong> welken brieven voirs. die copie aen den voirs. teken ende opten blade<br />

voirs. staet insereert in zekere brieve beginnende: `Wii, scepenen, raet ende gemeyn<br />

bourgeren ende ingesetenen der stat <strong>van</strong> sHertogenbosch' ende begrepen<br />

opten blade CC LXII, bydeser stat denvoirs. ioncheer Iacoppen ende vrouwe Agnesen<br />

wederomme gegeven des anderen daigz, te wetene den XXVI en dach <strong>van</strong><br />

iunio, dairinne dese stat wederomme geloeft die vryheit des tols voirs. te gebruycken<br />

nae inhoudt des voirs. briefs ioncker Iacops voirs. ende nyet vorder noch anders,<br />

etc.<br />

Van den toll tot Woudrichem<br />

Daernae int selve iair LXXXIopten lesten dach<strong>van</strong> october soe is tusschen heren<br />

Iacoppen, greve <strong>van</strong> Hoerne, heer tot Altenae, tot Craendonck, tot Cortersschem,<br />

etc. ter eenre ende dese stat / <strong>van</strong> sHertogenbosch ter ander zyden aengaende<br />

den tollen tot Woudrichem ende Ghiessen gelegen, een er¡elycke<br />

raminge ende ordinancie gemaect ende gesloten ten ewigen daigen onderhouden<br />

te werdene:<br />

Datse bynnen mueren moeten zyn woenechtich; 1 den toll tot Woudrichem<br />

te wetene dat tot allen tyden den voirs. tol ingegangen zynde, staende ende duerende<br />

alle scepen hoedanich die zyn, groet oft cleyn, die poirtergoet deser stat<br />

bynnen den mueren derzelver woenende inhebbende ende anders egeen, comende<br />

aen de wachte der voirs. tollen, hoir zeylen zullen stryken omme die wechters<br />

<strong>van</strong> denzelven tollen dairaen te comen, zoe geheerbracht is, aldair zy dan enen<br />

orcontspenninc <strong>van</strong> den toll zullen geven, zoe mennichwerven zy bynnen den tyde<br />

der tollen alsoe comen gevaren, te wetene eenen wittenVlemsschen oft anderhalven<br />

grotenVlemss payments dairvoir; ende zullen die coepluyde <strong>van</strong> den goede oft<br />

scipper in hore absencien, zoe die tolner des begeert, by hoer eeden beweynen<br />

tgeen dat deser poirter goet is; ende weren dair ander gueden in, die sullen tol betalen;<br />

ende hiermede zullen zy voirt voirby ombelett moegen varen sonder dairaen<br />

te mesdoen;<br />

Die renthe die men <strong>van</strong> den tol tot Woudrichem gilt<br />

ende hiertoe sal dese stat alle iair op Sinte-Remeysdach oft bynnen XIIII daigen<br />

dairnae onbe<strong>van</strong>gen den rentmeester des heren <strong>van</strong> Altenae bynnen der stat <strong>van</strong><br />

Woudrichem loss ende vry XXXV Overlensche gulden, tstuck tot XX stuvers gere-<br />

1 In margine nota.<br />

246


fol. 286 r<br />

fol. 286 v<br />

fol. 287 r<br />

1481-1482<br />

kent, opten peen <strong>van</strong> enen der voirs. gulden, alle daige nae den voirs. toldaige te verboren,<br />

half tot behoe¡ des heren oft vrouwen <strong>van</strong> Altenae ende half tot behoe¡ des<br />

richters diet versuect; /<br />

item want denvoirs. toll den heer <strong>van</strong> Altenae <strong>van</strong> den Roemschen keyser verleent<br />

is op zekere afquitinge ende oft alsoe die a¡quytinge geboerden, soe zal die heer<br />

<strong>van</strong> Altenae voirs. overdragen, loss ende vry zyn ende zal alsdan mits den voirs.<br />

afquyten staen in zynen volcomen recht <strong>van</strong> den voirs. tol, gelyc die voirs. heer bis<br />

in desen daige dairmede gestaen heeft, ende zal die voirs. renthe alsdan doot zyn<br />

ende zal die heer sculdich wesen deser stat te betalen die somme <strong>van</strong> hondert<br />

Rynsgulden eens die de voirs. greve nu gereet heeft ontfangen, etc.; gelyc breeder<br />

in de brieven, diere twee all eensluydende gemaect zyn, is begrepen ende beginnen:<br />

`Condt ende ke<strong>nl</strong>ic zy allen luyden'etc. ende zyn begrepen opten blade CC<br />

LXXIIII.<br />

Dat die stat Graue, dlant <strong>van</strong> Kuyck ende Oyen annexeert zyn aen<br />

Brabant<br />

Oeck in den voirs. iair LXXXI den XXVI en dach in novembri soe hebben die<br />

voirs. hertoge Maximiliaen ende vrouw Maria voir hen, hoer oir, erven ende nacomelingen<br />

dlant ende die stat <strong>van</strong> Den Graue metten lande <strong>van</strong> Kuyck ende <strong>van</strong><br />

Oyen met horen toebehoirten annexeert ende appliceert tot ewigen daigen te blyven<br />

aent dlant ende hertoichdom <strong>van</strong> Brabant, etc.;<br />

Datse hoir hoetvonnisse hier zullen halen<br />

ende dat die <strong>van</strong> Den Graue, Kuyck ende Oyen hoer hoetvonnessen halen zullen<br />

aen scepenen deser stat / ende dat dingesetenen der voirs. landen zullen gebruycken<br />

ende genyeten allen der rechten, vryheiden ende previlegien slantz <strong>van</strong> Brabant;<br />

Van den o¤ciers tot Graue, Kuyck ende Oyen<br />

ende dat die o¤ciers aldair <strong>van</strong> iusticien ende ontfange ende alle andere hoedanich<br />

die zyn, zullen wesen geboren Brabanders, wel ende behoerlycke in den lande <strong>van</strong><br />

Brabant geguedt ende geneem den drie Staten slantz <strong>van</strong> Brabant ende datse zullen<br />

doen eeden gelyc do¤ciers in Brabant, etc.; prout in litteris incipientibus: `Maximiliaen<br />

ende Marie, by der gracien Goidz'etc. et comprehensis folio CC LXXIX.<br />

Hier is te wetene dat heer Ott <strong>van</strong> Kuyck ende <strong>van</strong> Heuerle opten dach der geboerten<br />

Sint-Ians Baptisten int iair M CCC XXIII die stat <strong>van</strong> Den Graue metter toebehoirtenvercoft<br />

ende opgedragen heeft hertoge Iannen<strong>van</strong> Brabant, den dorden<br />

<strong>van</strong> dien name, als boven blyct. Dat oic dieselver heer Ott int iair M CCC XXVIII<br />

dairnae gekent heeft ten ocsuyne der vercopinge voirs. ontfangen te hebbeneV M<br />

ponden groetenTournoysen, als boven blyct./<br />

Dat oeck dairnae int iair M CCCC LXIII hertoge Kaerle <strong>van</strong> Bourgoindien toegevuegt<br />

heeft het ontfanck <strong>van</strong> den demaynen ende renthen <strong>van</strong> den landen <strong>van</strong><br />

Kuyck ende Kessel totten ontfanck<strong>van</strong> der stat ende meyeryen<strong>van</strong> deser stat ende<br />

totten rentmeester aldair als aen Brabant, als boven blyct.<br />

247


fol. 287 v<br />

fol. 288 r<br />

1481-1482<br />

Hoe die HoyckenVtrecht innamen<br />

Int voirs. iair LXXXI omtrent Korsmisse began tot Vtrecht te wassen die partye<br />

<strong>van</strong> den Hoycken, dair die heer <strong>van</strong> Mointfoirt met ennigen Hoycken een grote<br />

commocie maecten tegens bisscop Dauid <strong>van</strong> Vtrecht; ende omtrent ten eynde<br />

<strong>van</strong> der loumaent innamen die voirs. <strong>van</strong>Vtrecht heren Engelbert <strong>van</strong> Cleue om<br />

hem oft Philipsen, zynen brueder, bisscop te makene, dair bisscop Dauid voirs.<br />

noch leefden.<br />

teser tyt sterff vrouwe marie, geselinne <strong>van</strong> hertoge<br />

maximiliaen voirs.<br />

Dat vrouwe Maria ster¡<br />

Int voirs. iair LXXXI in den merte omtrent Onser-Liever-Vrouwendach Annunciationis<br />

/ die voirscr. vrouwe Maria, synde te perde in de iacht ende springende<br />

metten perde, zoe vyel zy ter eerden, bevrucht zynde, ende wairt zeer gequetst <strong>van</strong><br />

den perde dat op hair trat, datse dairaf ster¡ zeer coirts dairnae als den XXVI en<br />

dach in merte.<br />

ten tyde <strong>van</strong> hertoge maximiliaen als weduwer <strong>van</strong><br />

vrouw marien 1<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LXXXII o : dominus Iohannes Back, miles,<br />

Gerardus de Berkel, Iohannes Kanapart ¢lius Iohannis, Iohannes Heym, Willelmus<br />

de Haestrecht, Bernardus Ianss. de Ouermeer, Iohannes de Aerle.<br />

Burgimagistri seu receptores:Wolterus Bolck, Godefridus Pottey./<br />

In den voirscr. iair canoniseerden paeus Sixtus Sinte-Bonauentura ende noch vy¡<br />

martelaren <strong>van</strong> der mynrebruederen oirdene.<br />

Aengaet Oyen<br />

In denvoirs. iair LXXXII den XXVI en dach<strong>van</strong> aprille des vrydaigs nae den sondach<br />

Misericordia soe is by dese stat ter eenre ende Willemen <strong>van</strong> Ghent ter andere<br />

zyden gemaect ende genomen een tractaet ende concept aengaende den<br />

vercrige ende coepe <strong>van</strong> der borch ende sloote metter heerlicheyt <strong>van</strong> Oyen, met<br />

allen horen rechten ende toebehoerten;<br />

Dat dese stat vercoft heeft II C Rynsgulden die ioncker Willem <strong>van</strong> Ghent<br />

geloeft heeft te gelden ende te lossen, ende oic Oyen te bewaren<br />

in den iersten als dat dese stat <strong>van</strong> stonden aen zoese gedaen heeft, zoude vercopen<br />

II C Rynsgulden er£ycke renthen op losse ende die penningen dairaf comende ter<br />

sommen <strong>van</strong> III M Rynsgulden, tstuck tot XX stuvers, by hair gereet houden liggen<br />

1 Herhaald tot en met fol. 302 r met de variant op fol. 300 v -301 r : Ten tyde <strong>van</strong> hertoge Maximiliaen,<br />

weduwer <strong>van</strong> vrouw Marien ende mombaer synre kynderen.<br />

248


fol. 288 v<br />

fol. 289 r<br />

totdat die voirs. ionckerWillem<strong>van</strong> Ghent tvoirs. borch, slot ende hoir toebehoirten<br />

tegens heren Iannen <strong>van</strong> Bronchorst ende <strong>van</strong> Bathenborch, domproest tot Munster,<br />

tytlyc heer wesende tot Oyen, gecoft hedde ende daira¡ hedde ontfangen behoerlycke<br />

veste ende oic ontfangen hedde <strong>van</strong> onsen genedichsten heren te leene<br />

als hertoge <strong>van</strong> Gelre; ende oick totdat hy ioncker Willem voir scepenen deser stat<br />

geloeft zal hebben die voirs. II C Rynsgulden /er¡elycke renthe tebetalen ende te lossen<br />

dat hy oec gedaen heeft met vele meer andere poincten dairnae in denselven iair<br />

LXXXII den XXIII en dach in iulio, gelyc dit all breeder blyct in zekere brieven onder<br />

den zegelen der scepenen deser stat ende des voirs. ioncker Willems ende oic<br />

onder den groeten zegele derselver stat; welke brieven beginnen:`Wy, scepenen, gesworen,<br />

raitsluyden'etc. ende zyn begrepen opten blade CCC XXXIII.<br />

Veste <strong>van</strong> Oyen gedaen ioncker Willemen <strong>van</strong> Ghent<br />

1482-1483<br />

Item is hier oeck te wetene dat den voirs. ioncker Willemen <strong>van</strong> der voirs. borch,<br />

slote ende heerlicheyt <strong>van</strong> Oyen gedaen is veste voir scepenen <strong>van</strong> Den Bosch onder<br />

dese woerden, getogen uuyten prothocol dairaf wesende:<br />

dominus Iohannes de Bronchorst et de Bathenborch, archiprepositus Monasteriensis,<br />

castrum et villas de Oyen et de Dyechden unacum omnibus et singulis<br />

iuribus et attinentiis suis quocumque locorum consistentibus, sitis solvendas vel<br />

reperiendas sibi per et post mortem quondam domini Theoderici de Bronchorst<br />

et de Bathenborch, etc. sui patris, militis, iure successionis hereditarie advolutas<br />

quas castrum et villas cum suis iuribus /et attinentiis prescriptis domicellusWillelmus<br />

de Gent in presentia domini nostri ducis Austrie, Brabantie et Gelrie, etc.<br />

erga predictum dominum Iohannem acquisierat iuxta continentiam litterarum<br />

desuper ut asseruit confectarum, legitime et hereditarie supportavit predicto domicello<br />

Willelmo de Ghent, similiter cum dictis litteris aliis et iure, promittens<br />

super omnia et habenda ratam servare, obligationem et impetitionem ex parte<br />

sui deponere.Testes Berkel et Bernardus, datum XV ta maii anno LXXXIII.<br />

Quitancie <strong>van</strong> den coep <strong>van</strong> Oyen, gegeven by den domproest <strong>van</strong><br />

Munster<br />

Dictus dominus Iohannes palam quitavit et quitum proclamavit predictum domicellumWillelmum<br />

de Ghent eiusquebona proles et ¢deiussores de omni regimine<br />

per ipsum de o¤cio senescallatus castri et villarum de Oyen et de Dyechden seu<br />

alias huiusque ab ipso quovismodo habito seu exercitato necnon de omnibus et<br />

singulis computacionibus suis sibi desuper hactenus factis atque de huiusmodi<br />

somma sex milium centum et quadraginta £orenorum renensium eidem domino<br />

Iohanni a dicto domicelloWillelmo ratione emptionis et comparationis castri et<br />

villarum de Oyen et de Dyechden unacum suis iuribus et attinentiis addicta seu<br />

promissa inde quitans prescriptum domicellum Willelmum et suos liberos eorumque<br />

bona et omnes alios huiusmodi quitantia indigentes, dolo et fraude seclusis.Testes,<br />

datum supra.<br />

249


fol. 289 v<br />

fol. 290 r<br />

1482-1483<br />

Quitancie dairinne ioncker Willemen ontfangen heeft XXX C vyftich<br />

Rynsgulden ende noch een somme int contract <strong>van</strong> Oyen begrepen<br />

Ioncker Willem <strong>van</strong> Ghent, heer tot Oyen, Rycstel, etc. heeft oepenbairlyc bekent<br />

dat hii <strong>van</strong> der stat <strong>van</strong> Den / Bosch by handen <strong>van</strong> Bartramen Ianss., hoirs dyeners,<br />

gehauen ende geboert heeft in den iersten die somme <strong>van</strong> dartichhondert<br />

ende vyftich Rynsgulden, den gulden tot XX stuvers, die welke die voirs. stat sculdich<br />

was ioncker Willemen voirs. ende comen wairen <strong>van</strong> den vercope der II C<br />

Rynsgulden er£ycken renthen die die stat met horen brieven <strong>van</strong> den groten zegel<br />

vercoft heeft aen diverse personen, naegaende den contract <strong>van</strong> Oyen o<strong>nl</strong>ancx<br />

tracteert tusschen dese stat ter eenre ende den voirs. ioncker Willemen ter ander<br />

zyden, nae begrip der brieven dairop gemaect; item kenden noch die voirs. ionckerWillem<br />

by der voirs. stat ende by handen <strong>van</strong> Bartramen Ianss. voirs. ontfangen<br />

te hebbene alsulckenen somme <strong>van</strong> Rynsgulden <strong>van</strong> den pryse voirs., dair die<br />

stat aen hem noch verobligeert was overmitz enen poinct oft articule int selver<br />

contract begrepen, ruerende <strong>van</strong> den weckeren ende poirtieren des slootz <strong>van</strong><br />

Oyen ende <strong>van</strong> den costen derzelver, gelyc dat poinct dairaf int lanck inhelt, etc.<br />

ende helt hem alsoe die voirs. ioncker Willem <strong>van</strong> allen desen voir vernuegt ende<br />

wael betaelt, sceldende die voirs. stat ende Bartramen voirs., horen dyenaer, ende<br />

die poirters ende ingesetenen derselver stat ende alle andere des quitancie behoevende<br />

dairaf loss, quyt ende vrii. Getugen waren hierover scepenen in sHertogenbosch,Willem<br />

<strong>van</strong> Ghent voirs. ende Willem Steenwech. Gegeven opten vierden<br />

dach der maent <strong>van</strong> septembri int iair ons Heren M CCCC LXXXII. /<br />

Quitancie dairinne ioncker Willem <strong>van</strong> Ghent noch ontfangen heeft<br />

V C Rynsgulden als <strong>van</strong> der meyeryen<br />

Alzoe die stat <strong>van</strong> sHertogenbosch ende die goede luyde <strong>van</strong> den platte<strong>nl</strong>ande der<br />

meyeryen derzelver ioncker Willemen <strong>van</strong> Ghent, heer tot Oyen, gegunnen ende<br />

toegeseegt hadden te gevenV C overlens Rynsgulden, tstuck tot XX stuvers oft die<br />

werde dairaf in anderen gelde gerekent, welke V C Rynsgulden Ian <strong>van</strong> Arkel gekent<br />

hadde ontfangen te hebbene in zynrer rekeningen <strong>van</strong> der stat ende den platte<strong>nl</strong>ande<br />

der meyeriien voirs., ende dairnae die voirs. Ian <strong>van</strong> Arkel denselven<br />

ioncker Willemen in afcortinge ende afslage derselver V C Rynsgulden gegeven<br />

heeft II C ende XLVIII ende Reyner Loyen ende Dirck Hagens, nu ter tyt bourgermeesteren<br />

derzelver, oeck in afcortinge derselver V C Rynsgulden denselven ionckerWillemen<br />

gegeven hebben II C ende LII Rynsgulden, maken tsamen die voirs.<br />

V C Rynsgulden als zy seeghden, soe is gestaen voir scepenen hieronder gescreven<br />

die voirs. ioncker Willem ende heeft oepenbairlic gelydt ende gekent dat hy dieselveV<br />

C gulden by handen des voirs. Ians <strong>van</strong> Arkel, Reyneren ende Dircx voirs.<br />

ontfangen heeft <strong>van</strong> der voirs. stat ende platte<strong>nl</strong>ande, sceldende dairaf quyt die<br />

stat, het platlant, Reyneren ende Dircken voirs. ende allen anderen des quitancie<br />

behoevende. Getugen hebben hierover geweest scepenen in sHertogenbosch Gerart<br />

<strong>van</strong> Eyck ende Ian Pynappel. Gegeven den XXVI en dach der maent <strong>van</strong> merte,<br />

des woensdachs nae den sondach als men singt Iudica, int iair ons Heren<br />

dusent CCCC LXXXVII. /<br />

250


fol. 290 v<br />

fol. 291 r<br />

fol. 291 v<br />

Item dat dairnae opten XXII en dach <strong>van</strong> iulio int iair M CCCCC ende acht soe<br />

heeft dese stat, omme die voirs. II C Rynsgulden losrenthen te vervolgen op Oyen,<br />

gegeven Zweren <strong>van</strong> Gerwen procuracie onder die forme hiernae volgende:<br />

Procuracie om op Oyen te vervolgen die II C Rynsgulden<br />

1482-1483<br />

Wy, scepenen, gesworen, raitsluyde ende dekenen <strong>van</strong> den ambachten der stat <strong>van</strong><br />

sHertogenbosch doen condt allen luyden alsoe naedien die drie leeden derselver<br />

stat, dats te wetene wy, scepenen ende gesworen representerende dierste lyt, raitsluden<br />

dander lyt ende dekenen <strong>van</strong> den ambachten voirs. tdorde lyt, in der cameren<br />

<strong>van</strong> den raithuyse der voirs. stat staidzgewyse versaempt wesende, collacie<br />

ende spraecke hadden underling gehadt opte materie <strong>van</strong> den penningen die de<br />

voirs. stat by vercope <strong>van</strong> II C Rynsgulden er£ycke renthen eertyts heeft ¢neert<br />

ende geworven ende voirts in den handen ioncker Willems <strong>van</strong> Ghent gelevert<br />

ende verschoten totten coepe des slootz, dorpe ende heerlicheyt <strong>van</strong> Oyen met<br />

allen hoer toebehoirten, etc. ende oic <strong>van</strong> der scadeloesgeloefte dairop by denzelven<br />

ioncker Willemen gedaen, als die voirs. renthen <strong>van</strong> II C Rynsgulden iairlix<br />

ende er£ic te betalen, te lossen ende te quyten dat der voirs. stat dairaf ghenen<br />

scaide en zoude comen, des evenwael alsoe nyet en weer achtervolgt, mar die<br />

voirs. stat dairby grotelic bescedicht / geweest ende hedde die voirs. renthen by<br />

bedwange <strong>van</strong> rechte moeten betalen. Ende omme dan dien scaide te vervolgen<br />

ende opten voirs. sloote, dorpe ende heerlicheyt <strong>van</strong> Oyen met hore toebehoirten<br />

met recht alst behoren sal te verhalen ende trecht dairaf aen te nemen, soe eest dat<br />

wy, scepenen, gesworen, raitsluyden ende dekenen <strong>van</strong> den ambachten voirs. in<br />

den name <strong>van</strong> onss ende der voirs. stat ter bester formen, voegen ende manieren<br />

dat wy ennichsins cunnen ende moegen hebben geconstitueert, geset ende geordineert<br />

ende mits desen brieve constitueren, setten ende ordineren Zwederen <strong>van</strong><br />

Gerwen in onsen wittigen procureur ende facteur, gevende ende verlenende denselven<br />

vry ende volcomen macht ende sunderlinge bevele voir ons ende in den name<br />

ende <strong>van</strong>wegen der voirs. stat in der voirs. saken te ageren die voirs.<br />

scadeloesgeloefte te vervolgen, den voirs. scaide by de voirs. stat dairaf geleden<br />

opten voirs. slote, dorpe ende heerlicheyt met horen toebehoirten te suecken ende<br />

te verhalen ende dairinne mede ende op te procederen zoe nae rechte sal behoren<br />

ende <strong>van</strong> noode wesen, ende generalic allet dairinne te doen, te procureren ende<br />

voirt te keren des ennige wittige procureurs in dien zouden moegen doen ende<br />

voirtkeren nae recht. Ende des wy selver doen zouden moegen ende /geloven alsoe<br />

voirts in den name <strong>van</strong> onss ende der voirs. stat in goeden trouwen ende by<br />

obligacien der gueden derselver stat den voirs. Zwederen <strong>van</strong> allen costen die hy<br />

doen sal int vervolch der voirs. saken ende <strong>van</strong> allen lasten die hem dairaf comen<br />

muchten te quiten, te onthe¡en, scadeloes te houden, te defenderen ende teverantwoirdene<br />

sonder wederseggen. Des torconden soe hebben wy dese lettren metten<br />

zegel ad legata 1 der voirs. stat doen bezegelen. Gegeven opten XXII en dach der<br />

maent <strong>van</strong> iulio int iair ons Heren M CCCCC ende acht.<br />

1 Sigillum ad legata: een bepaald type stadszegel.<br />

251


fol. 292 r<br />

fol. 292 v<br />

1482-1483<br />

Ende achtervolgende der voirs. procuracien dede Zweer voirs. byden poirtyer deser<br />

stat ingebyeden tot Oyen ende tot Diechden Seynen Mulart, drossaet tot<br />

Oyen, ende vele meer andere personen als bruyckeren <strong>van</strong> der heerlicheit <strong>van</strong><br />

Oyen ende der gueden, erven ende landen dairtoe behorende ende procedeerden<br />

dairop met recht voir scouthet ende scepenen deser stat ende zoeverre dat by scepenen<br />

deser stat, te wetene Back, Brecht, Erpe, Kuyst, Colen, Geck ende Broeck<br />

vonnislic wairt gewesen dat die verwerderen sculdich zullen zyn dese stat te releveren<br />

<strong>van</strong> den erfrenten <strong>van</strong> II C Rynsgulden voirs. met restitucie <strong>van</strong> den verloepen<br />

renthen ende allen commer dairomme geleden, costen ende allen scaiden<strong>van</strong><br />

recht oft hantlichtinge te doen. Actum V ta septembris anno M CCCCC acht. /<br />

Item tvoirs. vonnisse gewesen zynde, die voirs. Seyn ende andere personen deden<br />

hantlichtinge ende die gedaen wesende, soe bracht Zweer voirs. die voirs. heerlicheit<br />

<strong>van</strong> Oyen met allen horen toebehoirten te boeck als int iair <strong>van</strong> acht voirs.<br />

ende meester Henrickdie Bye totbehoe¡ der voirs. stat vercreech daira¡ den coep<br />

voir III M II C Rynsgulden achterstellen den XXIIII en dach in septembri int iair M<br />

CCCCC XIII, all nae inhoude <strong>van</strong> den vonnesboeck in der scryfcameren deser<br />

stat berustende.<br />

Item is hier oeck te wetene dattet voirs. huys ende heerlicheit <strong>van</strong> Oyen eertyts als<br />

int iair M CCCC XXXI oeck opgewonnen is geweest, nae inhoude des vonnesboecx<br />

onder die forme hiernae volgende: Iohannes Noeden ¢lius quondam Henrici<br />

fuit adiusticiatus ad domum et dominium de Oyen, olim domini Iohannis de<br />

Arkel, militis, domini temporalis de Oyen, nunc domicelli Iohannis, domini temporalis<br />

de Wezemael et de Phalleys, et ad attinentia earundem domus et dominii<br />

singulas et universas ubicumque locorum consistentes sive sitas, insuper ad universas<br />

et singulas alias hereditates ac hereditariabona olim dicti domini Iohannis<br />

de Arkel quocumque locorum in parochia de Oyen consistentes sive sitas occasione<br />

defectus solutionis hereditarii census quingentorum aureorum denariorum,<br />

communiter cronenvocatorum monete regis Francie, quem censum dictus domicellus<br />

Iohannes promiserat se daturum et soluturum dicto Iohanni Noeden hereditarie<br />

ex premissis; prout in litteris quarum data continet XVIII a iulii anno M<br />

CCCC XXXI et supportavit Gerardo Mol de Driel et proclamavit primo, 2 o ,3 o<br />

et vendidit Iohanni Loenman. Testes Petrus Steenwech, Nycolaus, 1 /Mathias<br />

Back, Iohannes Bathen, Iohannes de Best et Iohannes Noeden ¢lius Henrici. Datum<br />

VII a aprilis 2 a post Iudica anno Domini M CCCC XXXI. Et solvit CCCC<br />

cronen Francie et onera.<br />

Is hier oeck te wetene dat int iair M CCCCC ende acht dese stat by haren gedeputeerden<br />

is aengegaen een dedinge oft pachtinge met heren Florys <strong>van</strong> Yselsteyn,<br />

die hem rechz tot Oyenvermatt ende datonder dese forme ende woerden: in deser<br />

vuegen ende manieren hiernae bescreven zoe zyn die gedeputeerde der stat <strong>van</strong><br />

sHertogenbosch overcomen metten edelen waelgeboren heren heeren Florys <strong>van</strong><br />

Egmont, heer tot Sinte-Martensdyc, etc. stathelder slantz <strong>van</strong> Gelre, etc. aengaende<br />

den huyse, slote ende heerlicheit <strong>van</strong> Oyen ende Dyechden met allen horen<br />

toebehoirten, te weten dat die stat <strong>van</strong> sHertogenbosch behauden hebben<br />

ende besitten zal enen tyt <strong>van</strong> vyf iaren lanck geduerende, ingaende op datum<br />

1 Aldus hs., na Nycolaus ontbreekt Loenman.<br />

252


fol. 293 r<br />

fol. 293 v<br />

<strong>van</strong> desen ende zoe voirtduerende die voirs. vy¡ iaren, deen dander sonder middel<br />

volgende, het voirs. huyse, slote ende heerlichheit <strong>van</strong> Oyen ende Dyechden<br />

met allen horen appendencien, tollen, rechten, nyet dair<strong>van</strong> uuytgesceiden, des<br />

sal die voirs. stat denselven heren Florysen elcx iaers <strong>van</strong> den voirs. vyf iaren alle<br />

iaer geven ende betalen die somme <strong>van</strong> II C ende L Rynsgulden, XX stuvers voir<br />

den Rynsgulden gerekent. Ende omme denvoirs. heren Florysen<strong>van</strong> Egmont, etc.<br />

naerder te believen /ende gerieven, sal die voirs. stat die voirs. penningen <strong>van</strong> den<br />

voirs. vy¡ iaren int gereet ende terstont betalen op condicien ende voegen dat oft<br />

geboerden dat die voirs. stat bynnen den voirs. vyf iaren uuyten besit oft possessie<br />

der voirs. heerlicheit <strong>van</strong> Oyen ende Dyechden met horen toebehoirten by mynen<br />

genedigen heren oft yemant anders partye ons genedichs heren houdende, afhendich<br />

gemaect worden zoedat die voirs. stat in die possessie ende gebruyck nyet<br />

blyven en mochte, soe zal myn heer heer Florys <strong>van</strong> Egmondt, etc. goede su¤ciente<br />

bourgen setten bynnen der stat ende meyeryen<strong>van</strong> sHertogenbosch genoch<br />

geguedt zynde, die welc geloeven zullen in scepenen brieven <strong>van</strong> Den Bosch dat<br />

zy alsdan die penningen, te weten nae advenand <strong>van</strong> den voirs. vyf iaren opleggen<br />

ende betalen sullen in handen der voirs. stadt in der bester formen. Oicktsyntvorwarden<br />

dat die voirs. teynden den vyf iaren voirs. blyven zal ende behouden alle<br />

alsulkenen II C Rynsgulden iairlycxe renthe als zy iairlix tachter is ende gelden<br />

moet opte voirs. heerlicheiden, des zoe sal die voirs. stat om beterswil alle hair afterstedigen<br />

pachten quytscelden ende die tot egenen tyden te heysschen mynen<br />

voirs. heer Florys <strong>van</strong> Egmont oft zynen erven. Mar oft geboerden dat dat voirs.<br />

huys ende heerlicheit <strong>van</strong> Oyen ende Diechden met horen toebehoirten quamen<br />

in anderen handen, soe zal die voirs. stat hoir actie <strong>van</strong> den achterstelligen pachten<br />

altyt op die heerlicheit voirs. moigen heysschen ende verhalen sonder argelist.<br />

Van Oyen<br />

Oick tsynt vorwarden alsoe die bewaernisse des huys <strong>van</strong> Oyen voirs. voele ende tot<br />

groten costen belopen zoude, soe sal myn heer heer Florys <strong>van</strong> onsen genedigen /<br />

heren, etc. werven oft zyn vermoegen doen dat men dat voirs. huys <strong>van</strong> Oyen sal<br />

moegen afwerpen ende crencken oft dat myn genedige heer hoesschelycken doer<br />

den vyngen sien sal dat men dat huys laet vervallen, opdat die vyanden myns genedigs<br />

heren ende des lantz <strong>van</strong> Brabant nyet in en nemen. Dit is gesciet op Sinte-<strong>Peter</strong>sdach<br />

ad cathedram, anno XV C acht.<br />

Van Oyen<br />

1482-1483<br />

Onder dese naevolgende forme is die geloefte gesciet by heren Floryssen ende zynen<br />

bourgen<strong>van</strong> Oyen in der voirs. cedullen begrepen. Alzoe op Sinte-<strong>Peter</strong>sdach<br />

ad cathedram int iair XV C ende acht die gedeputeerde der stat <strong>van</strong> sHertogenbosch<br />

overcomen zyn metten edelen waelgeboren heren heren Florys <strong>van</strong> Egmont,<br />

heer tot Sinte-Martensdyc, etc. stathelder slantz <strong>van</strong> Gelre, etc. aengaende<br />

den huyse, sloote ende heerlicheit <strong>van</strong> Oyen ende Dyechden met allen horen toebehoirten,<br />

te wetene dat die stat <strong>van</strong> sHertogenbosch voirs. behouden hebben<br />

ende besitten zal enen tyt <strong>van</strong> vyf iaren lanck geduerende, ingaende opten dach<br />

ende iair voirs. ende zoe voirtduerende die voirs. vyf iaren, ende dat nae inhoude<br />

eenre cedullen <strong>van</strong> den daet voirs. dairop gemaect, dairafdie tenuer <strong>van</strong> woerde te<br />

253


fol. 294 r<br />

fol. 294 v<br />

fol. 295 r<br />

1482-1483<br />

woerde inhelt aldus, in deser voegen ende manieren hiernae bescreven et sic ultimus<br />

ut iam supra et ¢nita /sit, 1 soe is gestaen voer scepenen hieronder gescreven<br />

die voirs. heer Florys ende heeft oepelic bekent die voirs. vorwarden in der voirs.<br />

cedullen begrepen metten gedeputeerden der voirs. stat gemaect ende aengegaen<br />

te hebbene, geloevende heer Florys voirs. ende met hem ioncker Maximiliaen<strong>van</strong><br />

Bergen, zoen wilneer des edelen heren heren Cornelis <strong>van</strong> Bergen, heer tot<br />

Zeuenbergen, Greuenbroeck, etc. ende Ian <strong>van</strong> der Aa, heer <strong>van</strong> Buchouen, etc.<br />

als sculderen principael onversceyden op hen ende allen hoir gueden die zy nu<br />

hebben ende naemaels vercrigen moeghen, als dat heer Florys voirs. die vorwarden<br />

ende condicien voirs. ende in der voirs. cedullen begrepen zoeverre hem die<br />

aengaen, sal achtervolgen, vast ende stedich houden ende metten werck volbrengen<br />

oft bygebreke <strong>van</strong> dien dat zy ioncker Maximiliaen ende Ian<strong>van</strong> der Aavoirs.<br />

dieselver vorwarden ende condicien denselven heren Floryssen zullen doen achtervolgen<br />

ende volbrengen oft selver volbrengen sonder wederseggen, droch ende<br />

argelist.Testes Campen et Doerne, datum XIII a aprilis, quinta post Pasche anno<br />

XV C negen.<br />

Ende bynnen den voirscr. vy¡ iaren dat Oyen in der stat handen stont, soe wairt<br />

tslot tot Oyen ten vervolge deser stat by oirlove <strong>van</strong> vrouwe / Margrieten <strong>van</strong> Oistryck,<br />

dochter <strong>van</strong> hertoge Maximiliaen ende vrouwe Maria voirs., douagier <strong>van</strong><br />

Sauoyen, hertoginne <strong>van</strong> Oistryc, Brabant, etc. ende alsdoen regent, etc. <strong>van</strong> der<br />

voirs. stat <strong>van</strong> Den Bosch mineert ende omgeworpen als nae blycken sal.<br />

Van Oyen<br />

Oeck in den voirs. iair LXXXII den XII ten dach in iulio soe hebben die voirs. hertoghen<br />

Maximiliaen, weduwer wesende, ende Philips, zyn zoene, voir hen, hoir<br />

oiren, erven ende nacomelinghen hertogen ende hertoginnen <strong>van</strong> Gelre, ioncker<br />

Willemen <strong>van</strong> Ghent, voir hem, zyne erven ende nacomelingen, voir die penningen<br />

by hem aen heren Iannen <strong>van</strong> Bronchorst ende <strong>van</strong> Batenborch, domproest<br />

<strong>van</strong> Munster, overgegeven ende in zynen handen gestelt tslot <strong>van</strong> Oyen metten<br />

tol, gerichte ende anderen zynen toebehoirten, nyet dairaf uuytgesceyden, allet<br />

in der maten als heer Dirck <strong>van</strong> Bronchorst ende <strong>van</strong> Batenborch voir ende heer<br />

Ian voirs., zyn zoen, nae dat gehadt hebben, uuytgesceyden dat hy <strong>van</strong> XXVII en<br />

dach meye int iair M CCCC LXXIIII ende voirts genen opslach en sal rekenen<br />

<strong>van</strong> II C clinckarts by hertoge Arnden <strong>van</strong> Gelre voir dbewaren dairop consenteert,<br />

/ ende dat hy ioncker Willem gehouden soude wesen tot zynen laste tvoirs.<br />

slot te mannen, te stercken ende te onderhouden; item ende dat hy tselver slot den<br />

hertoge <strong>van</strong> Brabant ende deser stat in tyden <strong>van</strong> oirloge soude oepenen; item<br />

ende dat hy alsulckenen II C Rynsgulden er£ike renthen als dese stat vercoft heeft<br />

ende die penningen dairaf hem gelevert om Oyen <strong>van</strong> heren 2 voirs. te lossen,<br />

soude betalen sonder deser stat scaide; item ende dat die poirters deser stat tolvry<br />

souden wesen; item ende dat die scepenen <strong>van</strong> Oyen hoir hootvonnissen halen<br />

sullen aen de scepenen deser stat; item ende dat ioncker 3 tvoirs. slot ende heerlic-<br />

1 Vertaling: en zo verder tot het einde als boven.<br />

2 Aldus hs., lees hierna mogelijk Iannen.<br />

3 Aldus hs., lees hierna mogelijkWillem.<br />

254


fol. 295 v<br />

fol. 296 r<br />

heit nyet en soude vercopen, versetten noch laten bedienen <strong>van</strong> yemanden, het en<br />

zy by consent des hertoigen <strong>van</strong> Brabant; ende dat dieghene aen denwelken men<br />

dat verbynden, versetten oft zoude willen laten bedienen, sal wesen geboren Brabander<br />

ende bynnen den lande <strong>van</strong> Brabant merckelic geguet, etc.; gelyc breder<br />

begrepen is in de brieven dairop gegeven, beginnende: `Maximiliaen ende Philips'etc.<br />

ende zyn begrepen opten blade CCCC XXXIX.<br />

Van Oyen<br />

1482-1483<br />

In welken voirs. brieve staet insereert eenen brie¡ <strong>van</strong> den daet M CCCC XL des<br />

sondaigz nae Sint-Ians-Baptistendach te midzoe- / mer, gegeven by hertoge Arnout<br />

<strong>van</strong> Gelre, inhoudende dat heer Dirck<strong>van</strong> Bronchorst, heer tot Batenborch,<br />

Aenholt, geleent hadde den voirs. hertoge Arnden in gereden gelde, dairmede hy<br />

heer Iannen <strong>van</strong> Rossem tslot <strong>van</strong> Oyen met zynre toebehoirten afgelost hadde,<br />

ende voirts opten voirs. daet noch dairby geleent metten voirs. gelde, tsamenVI M<br />

overlens Rynsgulden. Ende dat dairvoir hertoge Arnt voirs. tvoirs. slot <strong>van</strong> Oyen<br />

metter heerlicheit ende Diechden metten toebehoirten, metten toll ende metten<br />

gerichten den voirs. heren Dircken ingedaen heeft te besitten ende te gebruycken<br />

tot zynen scoensten sonder rekeningen ende voir den cost ende bewaernisse<br />

tsiaers hebben II C nyewe clinckarts, etc. By alsoe dat hy hertoge Arnt tvoirs. slot<br />

Oyen ende Diechden met horen toebehoirten wederomme soude moegen lossen<br />

altyt metter sommen voirs.; gelyc in de voirs. brieven claerlic blyct, beginnende:<br />

`Wy, Arnout, <strong>van</strong> der genaden Goidz hertoge <strong>van</strong> Gelre ende <strong>van</strong> Guylic'ende zyn<br />

begrepen ad signum tale (½29) ac folio CCCC XL.<br />

In de voirs. brieven by hertogen Maximiliaen ende Philips gegeven, wordt oec geruert<br />

ende narreert hoe in den iair LXXIIII den XXVII en dach meye hertoge<br />

Kaerle <strong>van</strong> Bourgoindien den voirs. heren Iannen <strong>van</strong> Bronchorst, domproest<br />

<strong>van</strong> / Munster, hadde geconsenteert tvoirs. slot Oyen met zynen toebehoirten te<br />

moigen besitten achtervolgende zynen brieven, behoudelic dat hy <strong>van</strong> doen voirtane<br />

genen opslach meer rekenen en soude <strong>van</strong> den voirs. II C clinckarts by hertoge<br />

Arnden voirs. consenteert voir die costen ende bewaernisse, etc.<br />

Istud iuramentum dux Maximilianus post decessum ducisse Marie, sue conthoralis<br />

predicte, prestitit suis Statibus Brabantie in presencia eorundem Statuum in<br />

opido Louaniensi XXII a1 iulii, anno LXXXII o : 2 Wy, hertoge Maximiliaen, vader<br />

ende mombaer <strong>van</strong> hertoge Philips, hertoge <strong>van</strong> Brabant, <strong>van</strong> Lymborch ende<br />

anderen landen <strong>van</strong> Ouermaze, ende <strong>van</strong> iou¡rouw Margrieten, onser wittiger<br />

ende onbeiaerden kynderen, geloven, zekeren ende zweren dat wy als vader ende<br />

mombaer derselver kynderen die previlegie <strong>van</strong> wyle onser liever geselinne incoempst<br />

ende alle andere previlegien, 3 rechten, costumen, usaigien ende herbrengen<br />

der voirs. landen ende der prelaten, edelen, steden, vryheiden, dorpen<br />

1<br />

Deze datum wijkt af <strong>van</strong> de datering in het cartularium fol. 378, waar de eedformulieren op<br />

20 juli gedateerd zijn.<br />

2<br />

Vertaling: deze eed zwoer hertog Maximiliaan na het overlijden <strong>van</strong> hertogin Maria, zijn<br />

voorschreven echtgenote, ten overstaan <strong>van</strong> zijn Staten <strong>van</strong> Brabant in aanwezigheid <strong>van</strong><br />

diezelfde Staten in de stad Leuven, 22 juli <strong>van</strong> het jaar (14)82:<br />

3<br />

Vanaf <strong>van</strong> tot en met previlegien in margine.<br />

255


fol. 296 v<br />

fol. 297 r<br />

fol. 297 v<br />

1483-1484<br />

ende ondersaten derselver tsamen ende elck bysundere nyet dairinne uuytgesceyden,<br />

houden zullen ende doen houden wael ende getrouwelic ende voirt doen al<br />

dat een goet vader ende / mombaer zynen onbeiairden kynderen sculdich is <strong>van</strong><br />

doen, zoe moet ons Got helpen ende alle Zyn heiligen.<br />

Istud iuramentum prestiterunt Status Brabantie dicto duci Maximiliano viceversa<br />

in dicto opido Louaniensi die predicto: 1 Wy geloven, zekeren ende zweren u,<br />

genedige heer, hertoige <strong>van</strong> Oistryck, etc. als vader ende mombaer <strong>van</strong> hertoge<br />

Philips, hertoge <strong>van</strong> Brabant, <strong>van</strong> Lymborch ende andere landen <strong>van</strong> Ouermaze,<br />

onsen er¥ycken ende natuerlycken heer, ende iou¡rouw Margrieten, uwen onbeiaerden<br />

kynderen, goet ende getrouwe te zyne ende all te doen dat goede ende getrouwe<br />

luyde sculdich zyn <strong>van</strong> doen, zoe moet onss Got helpen ende allen Zyn<br />

heiligen.<br />

Oeck omtrent deser tyt begonst die munte te clymmen <strong>van</strong> tyde te tyde ende waert<br />

zeer lycht dat den gouden gulden quam op drie gulden, etc. /<br />

Dat Horen in Hollant gewonnen wairt<br />

Oeck in den voirs. iair LXXXII zoe wonnen die Calbeliaus, die by den Hoecken<br />

uuyter stat <strong>van</strong> Horen waren verdreven, wederomme dieselve stat <strong>van</strong> Horen by<br />

hulpe <strong>van</strong> heer Ioest <strong>van</strong> Lallayn, regent in Hollant, ende den heer <strong>van</strong> Egmondt<br />

ende dair gescyede groete bloetstortinge ende doen begonsten die <strong>van</strong>Vtrecht te<br />

vresen.<br />

Van den huwelic tusschen coninc Kaerle <strong>van</strong> Vrancryc ende vrou<br />

Margrieten<br />

Item int selver iair in novembri wairt tracteert een huwelic tusschen heren Kaerle<br />

den Dolphyn, zoen conincx Lodewycs <strong>van</strong> Vrancryc, bynnen zyn iairen zynde,<br />

ende der voirs. iou¡rouw Margrieten <strong>van</strong> Oistryck, dochter hertoge Maximiliaens<br />

ende vrouw Marie voirs., oudt omtrent vier iaren, ende was dat hair huwelicxgoet<br />

zoude zyn tgraefscap <strong>van</strong> Artoys ende <strong>van</strong> Bourgoindien, dat die<br />

Fransoysen inhadden, ende die herlicheit <strong>van</strong> Macons, Noyers met meer andere<br />

articulen tot C ende een.<br />

Ende dairnae omtrent Paesschen int iair LXXXIII int beginne <strong>van</strong> iunio wairt<br />

iou¡rou Margriet voirs. ontfangen met groter blyscappen tot Pariis.<br />

Dat coninc Lodewyc <strong>van</strong>Vrancryc ster¡<br />

Naedat den huwelic voirs. was gesloten, ster¡ coninc Lodewyc voirs. in den oixt. /<br />

Dat coninc Kaerle <strong>van</strong>Vrancryc coninc wairt<br />

Ende die voirs. heer Kaerle die Dolphyn, zyn zoene, wairt coninc <strong>van</strong> Vrancryc,<br />

oudt zynde XIIII iaer.<br />

1 Vertaling: dezeeed zwoeren de Staten <strong>van</strong> Brabantophun beurttenoverstaan <strong>van</strong> genoemde<br />

hertog Maximiliaan in de genoemde stad Leuven op voornoemde dag:<br />

256


fol. 298 r<br />

fol. 298 v<br />

Dat coninc Eduwart ster¡<br />

Item dairnae ster¡ coninc Eduwaert <strong>van</strong> Engelant ende lyet after twee zoenen<br />

ende een dochter. Doen was Rychart, hertoich <strong>van</strong> Glocestre, brueder conincx<br />

Eduwarts voirs., wesende een boess man, zeer arbeydende om beyde die zoenen<br />

te gecrigene om alsdan zelver coninc te werden. Mar want die zoenen op vrydom<br />

waren te Londen, zoe en mocht hii dairaen niiet comen dan by practycken ende<br />

schoonen woerden ende geloeften. Ende die twee soenen alsoe hebbende, stelden<br />

hy die in handen ende bewaernisse <strong>van</strong> greve Henricken <strong>van</strong> Bockingem, die den<br />

enen, zoe men seyde, dede doden ende den anderen, dien hy uuyter fonten had<br />

geheven, dede vueren uuyten lande ende dacht oick coninc te werden uuyt dien<br />

dat hy had gelesen in een pronosticacie <strong>van</strong> enen toecomenden coninc <strong>van</strong> Engelant<br />

die Henric zoude heyten, die groot ende mechtich zyn zoude ende die hy<br />

meynde selver te wesen. / Ende die voirs. een zoen des voirs. conincx Eduwarts,<br />

geheyten Rychart, als hy een wyle tyts buyten lantz in Poirtegael had gewoent,<br />

quam hy nae by den voirs. coninc Kaerle in Vrancryc ende dairnae by vrouwe<br />

Margrieten, zynre moyen, wedue wylen hertoge Kaerls <strong>van</strong> Bourgoindien. Die<br />

voirs. hertoge Rychart <strong>van</strong> Glocestre maecten hemzelven coninc <strong>van</strong> Engelant<br />

ende hy dede den voirs. greve Henricken <strong>van</strong> Bockingem <strong>van</strong>gen ende dooden,<br />

dat den Engelschen zeer mishaechden.<br />

Dat coninc Henric <strong>van</strong> Engelant coninc wairt<br />

Alsdoen oeck was uuyt Engelant vluchtich greve Henrick <strong>van</strong> Richemont, houdende<br />

hem inVrancryc by den voirs. coninc Kaerle <strong>van</strong>Vrancryc, want zyn neve<br />

was. Dieselver coninc Kaerle versach denselven greve Henricken met vele volcx<br />

<strong>van</strong> wapenen ende gelde, dairmede dieselver greve overtrack in Engelant. Ende<br />

in Engelant wesende quam die voirs. hertoge Rychart, die hemselven coninc gemaect<br />

hadde, om den voirs. greve Henricken te bevechten ende alsoe in den strydt<br />

blee¡ dieselver hertoge Rychart doot. Ende als hy doot was, wairt die voirs. greve<br />

Henric <strong>van</strong> Rychemont/tot Londen coninc gecroent ende hy trouden die dochter<br />

<strong>van</strong> coninc Eduwart voirs., omdat hy beter recht zoude hebben totter croonen.<br />

Ende dat kint <strong>van</strong> den hertoich <strong>van</strong> Clarencen, die coninc Eduwarts bruederzoen<br />

was, hielt men lange ge<strong>van</strong>gen opdat coninc Henric voirs. dairby nyet en zoude<br />

werden verdreven.<br />

Hercoempste <strong>van</strong> denVII ten coninc Henric <strong>van</strong> Engelant<br />

1483-1484<br />

Om te weten tgeslachte <strong>van</strong> desen voirs. coninc Henrick <strong>van</strong> Engelant, wesende<br />

dieVII te , soe is wair dat vrouw Katheryn <strong>van</strong>Vrancryc, dochter desVI ten conincx<br />

Kaerls <strong>van</strong> Vrancryc ende moeder des sesten conincx Henrix <strong>van</strong> Engelant, die<br />

heilich gerekent wordt, nam nae dode <strong>van</strong> den vader des voirs. seste conincx Henricx,<br />

geheiten coninc Henrick<strong>van</strong> Engelant dieVyfte, te man enen ridder uuyt Engelant<br />

dairop zy verlyefden, die aen hair wan enen zoen, geheyten Henrick,<br />

welken zoen die voirs. coninc Henric <strong>van</strong> Engelant die Seste als zynen brueder<br />

tot hemwairt nam ende dede hem hebben die dochter <strong>van</strong> den greve <strong>van</strong> Riche-<br />

257


fol. 299 r<br />

fol. 299 v<br />

fol. 300 r<br />

1483-1484<br />

mont. Ende is dieselve soen geweest die voirs. coninc Henrick <strong>van</strong> Engelant die<br />

VII te ./<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LXXXIII o : Martinus de Rode, Henricus<br />

Heym, Rodolphus Dicbier, obiit XX a ianuarii in suo scabinatu, Petrus Pels, Iohannes<br />

deVladeracken, Goeswinus de Brecht, Iohannes Monix ¢lius Martini, Iohannes<br />

Dachuerlyes, loco Rodolphi Dicbier defuncti et prestitit iuramentum<br />

XXVIII a ianuarii.<br />

Burgimagistri seu receptores: Daniel Bruystens, Iacobus de Hall.<br />

Belech voir Vtrecht<br />

In den voirs. iair beleeghden hertoge Maximiliaen voirs. die stat <strong>van</strong> Vtrecht, in<br />

welken belech heer Ioest <strong>van</strong> Lallayn, alsdoen stathelder <strong>van</strong> Hollant, dootgeschoten<br />

wairt.<br />

Anno LXXXIII predicto ego Petrus de <strong>Os</strong> ¢lius Iohannis / Rutgerss. incepi ingrossare<br />

litteras scabinales de Buscoducis et in illa practica procedere ad promotionem<br />

magistri Franconis de Langel, secretarii dicti opidi, cuius anima<br />

requiescat in pace. 1<br />

dBelech voirVtrecht; 2 verclaringen gedaen <strong>van</strong> den tol tot Tyel<br />

Oeck in den voirs. iair LXXXIII den vyften dach in iulio in den belech voir<br />

Vtrecht, naedien versceyden tolneers in den lande <strong>van</strong> Gelre als tot Rueremunde,<br />

Arnhem, Myddelaer,Thiel, die de tollen aldair hadden beleent, den poirters deser<br />

stat int gebruyc <strong>van</strong> hore vryheit <strong>van</strong> aldair tolvrii te varen, vele stootz hadden gedaen<br />

ende bysunder Lambrecht <strong>van</strong> Bueren als tolneer ons genedichs heren tot<br />

Tyel en nae alles dat <strong>van</strong> allen zyden allegeert ende dairop bybracht was, soe is<br />

by onsen genedichsten heren hertoge Maximiliaen verclaert dat dese stat naevolgende<br />

hore previlegien die zy heeft <strong>van</strong> zynen vorderen, greven <strong>van</strong> Gelre, <strong>van</strong><br />

tollvry te varen ende oick naegaende den brieven <strong>van</strong> con¢rmacien dairop by zijnen<br />

genaden dairop verleent, tolvrii varen zullen, vlieten ende verkeren te water<br />

ende te lande, etc.; prout in litteris incipientibus: Àlsoe die scepenen, gesworen'<br />

etc. et comprehensis folio CC LXVI.<br />

Oeck <strong>van</strong> den tol tot Tyell<br />

Oeck int selver iair dairnae den X ten dach <strong>van</strong> iulio soe hebben Lambert <strong>van</strong> Bueren<br />

/ ende heer Henrick <strong>van</strong> Zelem Lotthemsoen, persoen tot Bucstel, die den<br />

Geldersschen toll tot Tyell <strong>van</strong> onsen genedigen heer pandsgewysen besaten, voir<br />

hen ende hoir erven geloeft die poirteren deser stat tolvry te latenvaren ten ewigen<br />

daigen sonder letsel ende dat zii den voirs. tol tot Thyell noch hoir erven dien nyet<br />

en sullen versetten oft vercopen, zy en zullen alle wege besceiden die poirteren<br />

1 Vertaling: in voornoemd jaar (14)83 begon ik, <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong>, zoon <strong>van</strong> Jan Rutgerss., schepenakten<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch te ingrosseren en in deze praktijk verder te gaan door toedoen<br />

<strong>van</strong> meester Frank <strong>van</strong> Langel, secretaris <strong>van</strong> genoemde stad, wiens ziel ruste in vrede.<br />

2 In margine nota.<br />

258


fol. 300 v<br />

fol. 301 r<br />

fol. 301 v<br />

deser stat tolvry te varen voir denselven toll, etc.; prout in litteris incipientibus:<br />

`Wii, Lambert <strong>van</strong> Bueren'etc. et comprehensis folio CC LXVIII.<br />

Compromiss tusschen dese stat ende meyerye <strong>van</strong> den iersten oirloge<br />

<strong>van</strong> Gelre<br />

Daernae int selver iair LXXXIII den VIII en dach in ianuario nae scryven des<br />

hoefs <strong>van</strong> Ludickopte twisten ende gescillen die geresen waren tusschen dese stat<br />

ter eenre ende den platte<strong>nl</strong>ande deser meyeryen ter andere zyden overmits den<br />

oirloge tegen dlant <strong>van</strong> Gelre gevuert ende die grote zwair costen in denselven oirloge<br />

gedaen, soe hebben dese stat <strong>van</strong> Den Bosch ende die voirs. <strong>van</strong> den platte<strong>nl</strong>ande<br />

deser meyeryen hen gesubmitteert, te wetene dese stat in Iannen Heym,<br />

Iannen <strong>van</strong> Arkel, Goyarden die Bye ende Dircken <strong>van</strong> Hynden ende die <strong>van</strong> den<br />

platte<strong>nl</strong>ande in heren Henricken <strong>van</strong> Lotthem, persoen tot Bucstel, heren Natael<br />

Robbillart, canonic tot Oirscot ende Rode, Ansemen <strong>van</strong>Tuldel ende Lamberden<br />

Willemssoen <strong>van</strong> / Broegel, ende voirts geloeft opten peen <strong>van</strong> L M Rynsgulden<br />

vast te houden dat by hem tusschen die tyt ende Paeschen naestcomende opte<br />

voirs. twisten uuytgesproken zoude werden onder zekere vorwarden nochtans in<br />

der submissie begrepen ende conditioneert; prout in certis litteris et instrumentis,<br />

etc. incipientibus: Àllen ende een yegelycken'etc. et comprehensis folio CC XCII.<br />

Dairnae int voirs. iair LXXXIII den XXIIII en dach <strong>van</strong> iunio nae scryven deser<br />

stat soe hebben die voirs. arbiters gedaen opte twisten voirs. hoir uuytsprake, beginnende<br />

aldus:`Soe eest dat wy, Henric <strong>van</strong> Lotthem'etc. ende begrepen ad signum<br />

tale (½30) ac folio CCC II.<br />

Daernae int selver iair den XV en dach octobris hebben die voirs. arbiters gedaen<br />

zekere hoir verclaringe opte duysternisse, etc. beginnende aldus: `Want wy, seggers,<br />

arbiters'etc. ende begrepen ad signum tale (½31) ac folio CCC VIII. /<br />

Van den transpoirten ende vonnes dairop gegeven<br />

1484-1485<br />

Oeck in den voirs. iair LXXXIII den XXIII en dach in februario, naedien questie<br />

was geresenvoir den cancellier <strong>van</strong> Brabant aengaende den brieven<strong>van</strong> transpoirten<br />

die in buytenbancken geboeren waren ende voir scepenen deser stat transpoirteert<br />

ende opgedragen waren, etc. ende dairop die partye diese transpoirteert<br />

warenvonnesse haddenvercregen uuyt crachte <strong>van</strong> denselven transpoirt, etc. ende<br />

dat by scepenen deser stat, welke partye dairomme met oepenen brieven te hove<br />

waren bescreven, etc. soe is te hove vonnislic vercleert dat die voirs. oepenen<br />

brieve zyn subrepticelic geworven, verseyndende die sake metten partyen voir<br />

die wethouderen <strong>van</strong> Den Bosch om by hen getermineert te wordene, zoe nae<br />

recht behoeren sal, ende condempnerende den impetrant in de costen <strong>van</strong> den<br />

process; prout in litteris incipientibus:`Maximiliaen ende Philips, by der gracien<br />

Goidz'etc. et comprehensis folio CC LXXXIX. /<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LXXXIIII to : Henricus Monix, Goeswinus<br />

<strong>van</strong> den Hezeacker,Theodericus die Borchgreue, Hubertus Monic, Iohannes Millinc,<br />

Petrus deVladeracken,Willelmus de Ghent ¢liusWillelmi.<br />

Burgimagistri seu receptores:Yewanus Kuyst, Iacobus Sanders.<br />

259


fol. 302 r<br />

fol. 302 v<br />

1485-1486<br />

Van den tol tot Zoens<br />

In den voirs. iair LXXXIIII opten XIIII en dach <strong>van</strong> ianuario soe heeft dese stat<br />

met versceydene haren innewoenenden poirters die hen geneerden metter comanscappen<br />

<strong>van</strong> den wynen een beleydt / gedaen als dat die poirteren deser stat<br />

opten toll tot Zoens behoiren te gestaen met halven toll aldair te betalen; prout in<br />

litteris incipientibus: Àllen denghenen die dese onse lettren zullen werden gethoent'etc.<br />

et comprehensis folio CCC XLVI.<br />

teser tyt waert die voirs. hertoge maximiliaen coninc<br />

<strong>van</strong> romen<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LXXXV to :Willelmus de Ghent, Symon de<br />

Gheel,Willelmus Pyckeuet,Willelmus Steenwech, Henricus die Leeuwe, Rutgerus<br />

de Erpe,Theodericus de Hynden.<br />

Burgimagistri seu receptores: Gerardus <strong>van</strong> der Heyden ¢lius Egidii, Henricus de<br />

Aerle.<br />

Hoeftvonnes <strong>van</strong> Oyen<br />

In den voirs. scepenstoel zoe haelden die <strong>van</strong> Oyen alhier hoir hoeftvonnes, zoese<br />

oic sculdich / waren te doen uuyt crachten <strong>van</strong> sekeren ons genedichsten heren<br />

Maximiliaen, etc. gegeven int iair LXXXII alst oec boven blyct.<br />

Van heer Willemen <strong>van</strong> Arenberch<br />

Int voirs. iair zoe vinck heer Frederick <strong>van</strong> Hoerne, heer <strong>van</strong> Montigny, buyten<br />

Sint-Truyen heerWillemen <strong>van</strong> Arenborch ende leverden hem te Maestricht, dair<br />

hy wairt onthalst.<br />

Dat hertoge Maximiliaen wert Roemsch Coninc<br />

Oeck int voirs. iair LXXXV in ianuario soe wairt te Franckevoirt gecoren<br />

Roemsch Coninc hertoge Maximiliaen voirs. <strong>van</strong> den seven koerfursten in presencien<br />

<strong>van</strong> keyser Frederick, zynen vader. Ende nae Paeschen den tweesten sondach<br />

wert hy tot Aken gecroent.<br />

260


fol. 303 r<br />

fol. 303 v<br />

ten tyde <strong>van</strong> den voirs. hertoge maximiliaen, roemsch<br />

coninc wesende 1<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LXXXVI o : dominus Iohannes Back, miles,Willelmus<br />

de Busco,Willelmus de Buchouen, / Gerardus Kuyst, Iohannes de<br />

Haren, Henricus deVden, Iohannes deVucht.<br />

Burgimagistri seu receptores: Lambertus <strong>van</strong> den Hezeacker, Gerardus Ketheler.<br />

Dat keyser Frederic quam in Brabant, etc.<br />

In den voirs. iair LXXXVI omtrent der maent <strong>van</strong> iulio quam keyser Frederick,<br />

vader <strong>van</strong> denvoirs. coninc Maximiliaen, met groten staet in Brabant,Vlaenderen<br />

ende Hollant, dair hy eerlic wert ontfangen.<br />

Van den wolven te <strong>van</strong>gen<br />

Oeck in den voirs. iaer LXXXVI den XXIII en dach in aprille soe heeft die voirs.<br />

Maximiliaen, Roemsch Coninc, aengaende ende op die wolven te <strong>van</strong>gen sekere<br />

provisie verleent opte scoutheten ende o¤cieren die de wolven alleen wouden<br />

<strong>van</strong>gen, ende alse enen hadden ge<strong>van</strong>gen wouden zy hebben een blanck<strong>van</strong> elker<br />

koye, etc. dats te wetene dat zyn genaden den ingesetenen <strong>van</strong> den platte<strong>nl</strong>ande /<br />

deser meyeryen <strong>van</strong> Den Bosch hebben geconsenteert ende geoirloft dat zy tsamentlic<br />

ende een yegelic <strong>van</strong> hen <strong>van</strong> nu voirtane altyt metten clockeslach zullen<br />

moigen die wolven iagen ende <strong>van</strong>gen, etc. <strong>van</strong> denwelcken willen nochtans zyn<br />

genaden dat zii ierst den o¤cieren cundigen zullen, etc.; prout in litteris incipientibus:`Maximiliaen,<br />

by der gracien Goids Roemsch Coninc'etc. et comprehensis<br />

folio CCCC XLIIII.<br />

Van den geestelycken geboden<br />

1486-1487<br />

Oeck in den voirs. iair LXXXVI denVI en dach in novembri aengaende den geestelycken<br />

geboden, monicien, inhibicien, etc. dairmede die ingesetenen worden<br />

dagelix groetelic bezwaert, etc. soe hebben die twee weerlycke Staiten slantz <strong>van</strong><br />

Brabant overdragen ende malcanderen geloeft oft contrarie der provisien, tanderen<br />

tyden den ondersaten slantz <strong>van</strong> Brabant bii hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien<br />

verleent, den ondersaten scoot geboerden by enniger geestelycheit, dat zy<br />

ende een yegelic <strong>van</strong> hen malcanderen ende oic den gemeynen ondersaten dairinne<br />

assistencie zullen doen zonder vertreck ten gemeynen coste <strong>van</strong> den lande, alsoe<br />

dat die provisie voirs. sall werden onderhouden, etc.; prout in acta incipiente:<br />

`Naedien dat die twee werlycke Staiten'etc. et comprehensa folio CCCC LI.<br />

1 Herhaald toten met fol. 312 v , metde variant ten tyde <strong>van</strong> den Roemschen Coninc Maximiliaen<br />

<strong>van</strong> fol. 307 v tot en met fol. 312 v .<br />

261


fol. 304 r<br />

fol. 304 v<br />

fol. 305 r<br />

1486-1487<br />

Versceyden ordinancie omme die haven omtrent den craen ruym te<br />

houden; <strong>van</strong> scepen<br />

Oeck in den voirs. iair LXXXVI den XXVI en dach /novembris, sonnendach nae<br />

den vesperen, soe is hier te poyen vercundicht ende publiceert die raminge ende<br />

ordinancie by deser stat gesloten, te wetene:<br />

in den iersten dat alle coelscepen, calcscepen, leyscepen, grote torfscepen, steenscepen<br />

ende andere soedanige grote scepen, geladen met alsulkenen groven gueden<br />

die men aen den craen nyet ontlossen en dar¡, zullen moeten blyven liggen<br />

beneden sVeren Gat een dick ende oec aen beyden zyden oft hen gelieft, alsoe dat<br />

dair tusschen beyde int dyep <strong>van</strong> den stroem mach blyven een spacye <strong>van</strong> XX voeten<br />

omme corenscepen ende andere scepen te moigen passeren;<br />

ende desgelycx sullen alle ydele ende geloste scepen, alse gelost zyn, hen moeten<br />

vuegen ter plaetsen voirs., opten peen <strong>van</strong> enen pont paymentz, etc.;<br />

item ende dat alle pleyten, scuyten ende andere cleyn scepen, geladen met coren,<br />

dairaf dat men die masten vuechelic nederleggen mach, zullen moeten comen ter<br />

statwairt inne tusschen dieVyschbrug ende Corenbrugge ende aldair lossen ende<br />

nergens anders, opten peen voirs.;<br />

ende die grote corenscepen sal men moegen lossen als gewoentlic is, beheltelyc<br />

den stroom zyn ruymde om te passeren als voir;<br />

Daer men coren copen ende vercopen sal<br />

item dat nyemand uuyten scepen coren coepen noch vercopen en zal dan alleen tot<br />

dier plaetsen voirs., opten peen <strong>van</strong> drie ponden;<br />

item ende dat alle andere scepen, die tusschen sVeren Gat / ende derVyschbruggen<br />

sullen moigen comen in den stroem aldaer, die ruymde sullen moeten laten<br />

<strong>van</strong> XIIII voeten om te moigen passeren;<br />

item ende dat alle ledige pleyten zullen moeten liggen beneden sVeren Gatom den<br />

stroem ruymde te hebbene, opte verbuerte als voer;<br />

Van den houtcolen<br />

item dat die houtcoelen uuytmeten sal by den gesworen meter ende metter statmaet,<br />

hebbende den brant;<br />

Van den mandmekers, hoese opte merct sullen staen<br />

item dat die mandmekers hoir manden opte marctdage opte merct brengende die<br />

<strong>van</strong> eenre sorten zyn die een in dander setten zullen om min plaetse te bespreyen,<br />

opte verbuerte <strong>van</strong> enen pont paymentz; prout in acta incipiente:`Want men bevonden<br />

heeft'etc. et comprehensa folio CCCC LXXIX.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LXXXVII o : Martinus de Rode, Engelbertus<br />

deVden, Gerardus de Eyck, /Iohannes Pynappel, Iohannes Dachuerlyes, Godefridus<br />

Grotart de <strong>Os</strong>, Arnoldus deVucht.<br />

Burgimagistri seu receptores: Reynerus Loden,Theodericus Hagens.<br />

In den voirs. iair in den meye wairt die stat <strong>van</strong> Sint-Oemers by nachte den Fransoysen<br />

overgegeven <strong>van</strong> ennige aldair <strong>van</strong> den meesten die de wake hyelden. Mar<br />

naemaels waertse <strong>van</strong> deser zyden weder by nachte gecregen.<br />

262


fol. 305 v<br />

fol. 306 r<br />

Die scepenen deser stat hebben kennissen <strong>van</strong> den dycken<br />

1488-1489<br />

Oeck in den voirs. iair LXXXVII den lesten dach aprille soe hebben die voirs.<br />

Maximiliaen, Roemsch Coninc, ende hertoge Philips, zyn soen, bevolen ende comitteert<br />

den scepenen deser stat totter kennessen <strong>van</strong> den dycken; prout in litteris<br />

incipientibus: `Maximiliaen, by der gracien Goids' etc. et comprehensis folio<br />

CCCC LII./<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LXXXVIII: Henricus Heym, Goeswinus<br />

<strong>van</strong> den Hezeacker, Theodericus die Borchgreue, Petrus Pels, Henricus Dicbier<br />

¢liusWillelmi, Arnoldus Monic ¢lius Martini, Gerongius de Busco.<br />

In isto scabinatu ipso die beati Huberti resignavit magister Willelmus de Busco<br />

o¤cium secretariatus in manibus istius opidi et iterum institutus est magister<br />

Godefridus de Dommelen. 1<br />

Burgimagistri seu receptores: Iohannes Oedeuaer, Adam Roempot.<br />

Hoe die leenmannen <strong>van</strong> horen leenen te dienen hebben; <strong>van</strong> den<br />

dienst der leenen<br />

In den voirs. iair LXXXVIII den XXIII en dach in iulio soe zyn by onsen genedichsten<br />

heren Maximiliaen, Roemsch Coninc, ende Phylips, den eertshertoghe,<br />

zynen zoene, uuytgesonden geweest in Brabant zekere oepene brieve <strong>van</strong> mandamente,<br />

daerinne allen edelen, mannen <strong>van</strong> leene ende mansmannen bevolen<br />

wairt hen op te setten ende ten dienste /te comen onsen genedichsten heren voirs.<br />

ter ordinancie <strong>van</strong> den heer <strong>van</strong> Chierue als horen hoeftman, dats te wetene dat<br />

alle mannen <strong>van</strong> leenen ende mansmannen, hoige, middele oft leghe heerlicheit<br />

hebbende oft andere lenen die egeen bedry¡ en hebben, tweehondert croenen<br />

tsiaers wert ziinde, zullen dienen met eender glavyen, toegemaect zoe dat behoert;<br />

item dat andere die gelyc heerlicheiden hebben ende hondert croenen er£ic wert<br />

zyn, dienen sullen met enen man te perde;<br />

item dat andere oec diere gelycke heerlicheiden hebbende ende vyftich croenen<br />

er£ic wert synde, dienen zullen met enen man te voet ende alsoe voirts nae advenande<br />

oft gelande <strong>van</strong> werden <strong>van</strong> hueren leenen;<br />

item dat <strong>van</strong> allen anderen lenen beneden den voirs. vyftich croenen ende boven<br />

die sestien derselver croenen er¡elic men sal twee oft drie oft meer mannen moegen<br />

tsamenvuegen om den dienste dairaf oec gedaen te werdene, het zy te perde<br />

oft te voete nae den ondersceyden voirs., te wetene comende tot II C croenen een<br />

glavie, tot hondert croenen eenen man te perde, tot vyftich enen man te voete, alsoe<br />

men dat gevuegen zal cunnen gedoen ende die heer <strong>van</strong> Chierue dat ordineren<br />

sal;<br />

item dat alle andere leenen onder die voirs. XVI cronen er£ic wert synde sullen<br />

gestaen mits contribuerende in den beden die men in den lande <strong>van</strong> Brabant hef-<br />

1 Vertaling: in dit schepenjaardeed meesterWillem <strong>van</strong> den Bosch op 3 novemberafstand <strong>van</strong><br />

het ambt <strong>van</strong> secretaris in handen <strong>van</strong> de stad en vervolgens werd meester Godfried <strong>van</strong><br />

Dommelen aangesteld.<br />

263


fol. 306 v<br />

fol. 307 r<br />

fol. 307 v<br />

1489-1490<br />

fen sal; prout in litteris incipientibus: `Maximiliaen, by der gracien'etc. et comprehensis<br />

folio CCCC LXXXI. /<br />

Dat coninc Maximiliaen tot Brug wert ge<strong>van</strong>gen<br />

Oeck in den voirs. iair LXXXVIII als onse genedichste heer Maximiliaen,<br />

Roemsch Coninck voirs., een wyle tyts had gehadt een groete garde wael tot II M<br />

mannen toe te perde ende te voet, die den lyeden ende onderseten groten overlast<br />

deden ende die groeten onwil bedreven, dairmede die <strong>van</strong> Ghent ende Brug ende<br />

meer steden nyet wael tevreden en waren ende en wouden dairomme nyet doen<br />

nae des voirs. conincx synne ende nae zynen raet, dairaf <strong>Peter</strong> Langhals, zyn tresorier,<br />

een <strong>van</strong> den meesten wass, soe quam die voirs. coninc tot Brug ende die<br />

garde blee¡ dair buyten ligghen. Ende alsoe tot Brug wesende, versochten die<br />

<strong>van</strong> der garden ennige dingen aen de stede <strong>van</strong> Brug ende Ghent, dat hen geweygert<br />

wairt. Dairomme dat in der stat <strong>van</strong> Brug een commocie gevyele, in welker<br />

commocien wairt ge<strong>van</strong>gen die voirscr. coninc met zynen cancellyer ende den<br />

heer <strong>van</strong> Polen. Ende die coninc voirs. wairt bewairt tot Brug in Cranenborch.<br />

Die voirs. hertoge Philips, zyn soen, was doen tot Mechelen, dair hy bewairt<br />

wairt. Ende als die voirs. coninc een wyle alsoe bewairt had geweest waert hy<br />

uuytgelaten op eeden ende vorwarden die hy dede.<br />

Dat keyser Frederic voir Gent lach<br />

Die voirs. keyser Frederick quam neder met groeter macht om te wreecken des<br />

zynen soen was gesciet ende ginc liggen voir Ghent, dair hy / groten scade leet<br />

ende oick dede int lant. Ende als hy dair een wyle had gelegen, vertoech hy weder<br />

in Almanien, latende by hertoge Philips hertoge Aelbrechten <strong>van</strong> Zassen, die<br />

dairnae zwair oirloge vuerden in Brabant.<br />

Dattet oirloich in Brabant wass<br />

Die <strong>van</strong> Mechelen ende Antwerpen had hy met hem ende tegen hem waren<br />

Bruessel, Loeuen,Thyenen ende meer andere cleyn steden, dair heer Philips <strong>van</strong><br />

Cleue, zoen des heren <strong>van</strong> Rauensteyn, capiteyn was mettenVlemyngen, ende gescieden<br />

alsdoen aen allen zyden groten scaide met brant, roven, dootslaen, etc.<br />

Ende alst oirloigh aldus een wyle gestaen had, wert dairnae in de oixtmaent int<br />

iair LXXXIX den pays int Brabant gemaect, etc.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o LXXXIX o : Iohannes deVladeracken,Willelmus<br />

Luedinx, Hubertus Monic, Henricus die Leeuwe, Goeswinus de Brecht,<br />

Henricus Pelgrum, Henricus Kuyst. /<br />

Burgimagistri seu receptores:Theodericus <strong>van</strong> den Hoeuel, Leonius deWyck.<br />

Dat den peys in Brabant gemaect waert<br />

In den voirs. iair LXXXIX in de oixtmaent wairt den pays in Brabant gemaect<br />

tusschen den voirs. hertoge <strong>van</strong> Zassen ende den steden.<br />

264


fol. 308 r<br />

fol. 308 v<br />

fol. 309 r<br />

Item nae den voirs. pays int selver iair quam die voirs. hertoge <strong>van</strong> Zassen met<br />

groeter macht tot Oisterwyc, dair dese stat, hoewael datse neutrael geseten had,<br />

met hem tracteerden ende geloeftden te geven XXXVI M gulden ende dat gedaen<br />

quam hy bynnen deser stat.<br />

Dattet gelt geheel leech wairt geset<br />

Oeck in den voirs. iair LXXXIX als des vrydaigz voir Korsdach waert afgestelt<br />

tgelt dat zeer hoech verlopen was, te wetene den gouden gulden, die verlopen<br />

was op drie gulden, wairt geset op XVIII 1 /2 stuver, den Philippusstuver, die verlopen<br />

was op drie stuver, wairt geset op enen Gwillelmusthuyn, etc. Nyettemin<br />

corts dairnae verlyep tgelt wederomme eewenich, etc. /<br />

Van den toll tUtrecht<br />

Oeck in den voirs. iair LXXXIX des donredaigs XXI en dach in meye soe hebben<br />

Ian<strong>van</strong> Amerongen, scouthet, Alfer Ruysch, Henrick<strong>van</strong> Ghent, Arnt Ram ende<br />

Iohan <strong>van</strong> Raephorst, scepenen der stat <strong>van</strong> Vtrecht, onder hoir zegelen certi¢ceert,<br />

dats te wetene dat die voirs. Iohan <strong>van</strong> Amerongen tuyghde als dat hy den<br />

toll tUtrecht <strong>van</strong> den heer <strong>van</strong>Vtrecht gehadt heeft omtrent XXI iaer ende dat hy<br />

<strong>van</strong> den bourgeren deser stat nyet meer en nam dan <strong>van</strong> elc scip met enen hangende<br />

roeder VIII penningen ende <strong>van</strong> enen scip sonder roeder IIII penningen,<br />

ende zoe mennich bourger als in dat scip goet had <strong>van</strong> elcken VIII penningen;<br />

item dat oick voir hen tuyghde Ian <strong>van</strong> der Schoer ende Cornelis Steuens als dat<br />

zy die <strong>van</strong> Den Bosch hebben laten varen ende weten passeren op enen boddreger<br />

ende op hoir goede recht, etc.; prout in litteris incipientibus:`Wy, Iohan <strong>van</strong> Amerongen'etc.<br />

et comprehensis folioVI C XLI.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XC o : dominus Iohannes Back, miles, Willelmus<br />

de Busco, /Iohannes Kanapart ¢lius Iohannis, Iohannes deVucht, Arnoldus<br />

Keymp, Iohannes de Achel, Iordanus de Boert.<br />

Burgimagistri seu receptores: Wolterus de Hall, Aelbertus de Maren.<br />

Belech voir Montfoirt<br />

1490-1491<br />

In den voirs. iair XC als die heer <strong>van</strong> Montfoirt ende die Hoecken met hem tegens<br />

die Hollanders vast roe¡ deden ende brant stichten, soe belach die hertoge <strong>van</strong><br />

Zassen dat stedeken Montfoirt ten costen <strong>van</strong> den Hollanders ende ten versueck<br />

<strong>van</strong> den Calbeliaus. Mar ten eynde wairt daer enen heymelycken payss gemaect<br />

ende die hertoge schyet <strong>van</strong>dair.<br />

Mandament tegens den o¤ciael <strong>van</strong> Ludic om af te stellen zekere citacien<br />

<strong>van</strong> den voirs. o¤ciael geworven<br />

In den voirs. iair XC den XIIII en dach iulii naedien contrarie den previlegien<br />

slants <strong>van</strong> Bra 1 / by wylen hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien in den iair XLVII<br />

1 Aldus hs., lees Brabant.<br />

265


fol. 309 v<br />

fol. 310 r<br />

1490-1491<br />

verleent, met sekere citacien oft inhibicien by den o¤ciael <strong>van</strong> Ludick, te Diest<br />

residerende, ter instancie Iuliaens <strong>van</strong> der Moelen, procureurs ¢scaels, gedaigt<br />

waren die wethouderen deser stat om deswille dat zy tvoirs. previlegien wouden<br />

useren, onder meer inhoudende dat die ingesetenen slantz <strong>van</strong> Brabant, die hen<br />

met inhibicien oft geestelycken geboden wouden behelpen, eer zydie souden doen<br />

executeren ierst sculdich souden wesen te comen metten selven geboden voir die<br />

wethouderen der stat daerse geseten weren, ende hen te kennen geven die sake<br />

wairop die geestelycke geboden weren fundeert oftse <strong>van</strong> den drien saken weren<br />

oft nyet; ende werense dairaf, soe soudense oirlof hebben ende anders nyet;<br />

item ende dat noch gedaigt waren Henric <strong>van</strong>Vden ende Ian Kanapart met horen<br />

adherenten, acht mannen wesende, ende oic die dekenen <strong>van</strong> den ambachten om<br />

deswille datse enen, genoempt meester <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> Cortenbach, zegeler ende canonic<br />

<strong>van</strong> Ludick, ende heren Librechten, su¡ragaen <strong>van</strong> Ludick, die in den oirloge<br />

nae den sluyten <strong>van</strong> den poirten deser stat nyet als geestelycke persoonen mar als<br />

ruyteren, gewapent met stelen bogen versien, gereden quamen by der nacht nyet<br />

in en lyeten, mar die poirten gesloten hyelden;<br />

item ende naedien datse noch gedaigt waren datse seker hout, staende opt Eyckendonc,<br />

in noot deser stat hadden doen afhouwen ende oeck om deswille datse<br />

sekere metseren ende tymmerluyden, die int werck <strong>van</strong> ennigen vrouwencloesteren<br />

/ bynnen deser stat waren, in nootoirbaer derselver stat hadden doen gaen<br />

wercken aen deser statmueren ende poirten, etc. soe hebben die voirs. Maximiliaen,<br />

Roemsch Coninc, ende hertoge Philips, zyn zoen, met horen genaden oepenen<br />

brieven <strong>van</strong> mandamenten scerp beveelen doen doen den voirs. o¤ciael<br />

ende procureur ¢scael op sekere groete penen te verbueren ende te verhalen op<br />

hoir gueden in Brabant gelegen opdat zy ennige hebben te cesseren ende hen te<br />

verdragen <strong>van</strong> den voirs. horen vervolge, revocerende, casserende ende annullerende<br />

die voirs. geboden ende citacien, ende oft zy yet heysschen willen dat zy<br />

dat doen ter plaetsen dair dat nae den lantrechte behoert ende die voirs. gedaighde<br />

geseten zyn, etc.; prout in litteris incipientibus:`Maximiliaen, by der gracien<br />

Goids'etc. et comprehensis folio CCCC LXXXVI.<br />

tVonnesse dat die scepenen deser stat kennesse hebben <strong>van</strong> den leengueden;<br />

dat men opte bladinge ende vruchten <strong>van</strong> den leengueden<br />

mette recht deser stat mach procederen; dat men die leengueden nyet<br />

opwynnen en mach voir scepenen deser stat sonder gewonnen te zyn,<br />

etc. <strong>van</strong> den leenheer<br />

Oeck in denvoirs. 1 XC denVII en dach merte naedien process was geresenvoir den<br />

cancellier ende Rade <strong>van</strong> Brabant tusschen heren Ianne, greve <strong>van</strong> Oetingen, heer<br />

<strong>van</strong> Conde ende <strong>van</strong> der Hameyden, als impetrant <strong>van</strong> sekeren oepenen brieven<br />

<strong>van</strong> mandamenten ter eenre, ende Henricken <strong>van</strong> Doerne ende Henricken Brebaert,<br />

als procureurs Dircx <strong>van</strong> Blitterswyc, gedaigde, ter andere zyden, uuyt saken<br />

<strong>van</strong> sekere proceduren /oft rechtvorderinge gedaen by den voirs. gedaighden<br />

met scepenenbrieven deser stat op die o¤cieren, wynnen oft pechteneren ende<br />

1 Aldus hs., lees hierna iair.<br />

266


fol. 310 v<br />

fol. 311 r<br />

1491-1492<br />

gueden des voirs. impetrants tot Dynther ende Hezewyck by gebreck <strong>van</strong> betalinge<br />

<strong>van</strong> XV Rynsgulden die wylen heer <strong>Peter</strong> <strong>van</strong>Vertaing uuyten voirs. gueden<br />

<strong>van</strong> Hezewyc ende Dynther voir scepenen deser stat geloeft hadde te betalen, etc.<br />

dairaf die voirs. impetrant sustineerden, mitsdien die voirs. gueden<strong>van</strong> Heezewyc<br />

ende Dynthere leengueden weren, dat men dairop nyet en mochte ingebieden oft<br />

dairmede ageren voir scepenen deser stat, etc. soe es by den voirs. cancellier ende<br />

Raide geseegt ende vercleert dat die voirs. oepenen brieve <strong>van</strong> mandamente by<br />

den voirs. impetrant in deser saken geworven zyn tonrechte ende met quader saken<br />

geworven ende dat die nyet en zullen worden geinterineert, 1 mar dat dien<br />

ende den geboden ende bevelen dairuuyt geprocedeert, nyettegenstaende die<br />

voirs. gedaighde zullen hoir voirs. begonste procedure ende rechtvorderinge voir<br />

die wethouderen deser stat voirts moegen continueren opte vruchten ende bladinge<br />

<strong>van</strong> den voirs. leengueden <strong>van</strong> Hezewyc ende Dynther den voirs. impetrant<br />

toebehorende, ende op die wynnen, pechters ende bloeters derselver gueden,<br />

daerinne versien dat by alsoe die voirs. gedaigde zouden willen pretenderen ende<br />

meynen recht te hebbene totten renthen <strong>van</strong> denselven leengueden ende dieselver<br />

renthen he¡en ende opboren, zy in dien gevalle zullen gehouden zyn te kennen<br />

den leenheer <strong>van</strong> denwelcken die leengueden zyn gehouden ende hoer devoir<br />

aen hem /te doen, zoe behoren sal, achtervolgende indien dien previlegien dienaengaende<br />

deser stat <strong>van</strong> Den Bosch verleent, condempnerende den voirs. impetrant<br />

in de costen <strong>van</strong> deser instancien, etc.; prout in litteris incipientibus ad<br />

signum tale (½32):`Maximiliaen, by der gracien Goids'etc. et comprehensis folio<br />

CCCC LXXXIX.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XCI o : Rodolphus die Beuer ¢lius Rodolphi,Willelmus<br />

de Buchouen, Iohannes Heym, Godefridus Grotart de <strong>Os</strong>, Lucas<br />

de Erpe,Yewanus Kuyst,Willelmus Hagens.<br />

Burgimagistri seu receptores: Aelbertus Ketheler, Iohannes Hermans. /<br />

In den voirs. iair was enen vreesselycken couden wynter ende den naevolgende<br />

was zeer nat <strong>van</strong> reegen ende den dieren tyt waert meerder dan tevoerens.<br />

Dat die secretarysen nyet en moigen scepenen wesen ende secretarys<br />

blyven<br />

Oeck in den voirs. iair XCI denVI en dach augusti soe is by den drien leeden deser<br />

stat eendrechtelic statueert ende gesloten, dat <strong>van</strong> nu voirtane ingevalle dat ennige<br />

<strong>van</strong> den secretarysen deser stat scepenen geset worden bynnen deser stat,<br />

dat die alsdan <strong>van</strong> stondenaen zynre o¤cien ende eets <strong>van</strong> den secretarisscap zal<br />

zyn ende blivenverlaten ende die stat sal dairmede moigen ordineren zoe behoren<br />

sal; ende dat diegeen die alsoe zynre o¤cien verlaten worde, tot egenen tyde totter<br />

o¤cien <strong>van</strong> den secretarisscap wederomme en zal worden gestelt; prout in litteris<br />

incipientibus: `Wii, scepenen, gesworen, raitsluyde' etc. et comprehensis folio<br />

C LXII.<br />

1 Interineren: een onderzoek instellen.<br />

267


fol. 311 v<br />

fol. 312 r<br />

1491-1492<br />

Van der lossinge <strong>van</strong> renthen gecoft sindert den iair LXXVII tot iair<br />

LXXXVII ende met lichten gelde<br />

Oeck in denvoirs. iair XCIden XV en dach novembris, naedien op eenre dachvaert<br />

tot Bruessele gehouden die gedeputeerden <strong>van</strong> den drie Staiten slantz <strong>van</strong> Brabant<br />

hadden overgegeven zekere puncten ende articulen omme die auctorizeert<br />

te hebben, inhoudende dieselve articulen aldus <strong>van</strong> woerde te woerde:<br />

Lossinge der renthen vercoft Sint-Iansmisse LXXXVII tot LXXXIX, etc.<br />

ierst, hoewael in der reductien <strong>van</strong> den penningen by onse genedigen heren ende<br />

Staiten <strong>van</strong> /allen den landen overdragen ende gesloten is onder den anderen aengaende<br />

den commeren, ¢nancien ende renthen gemaect bynnen den tyde dat die<br />

penningen hoegen curs hadden, te wetene sindert Sint-Iansmisse LXXXVII totten<br />

tyde <strong>van</strong> der publicacien <strong>van</strong> den mandament op die reductie gemaect, dat die lossinge<br />

<strong>van</strong> alsulkenen renthen ende commeren zoude geboren in alsulcker werden<br />

<strong>van</strong> penningen als curs hadden ten tyde <strong>van</strong> der constitucien derzelver renthen, ende<br />

nochtans die iaerlixe betalinge zoude geboren met penningen loep hebbende nae<br />

uuytwysen der voirs. reductien, dairuuyt die voirs. Staten beviinden naedat hen<br />

merckelic bybracht is geheel destructie, verder¡enisse <strong>van</strong> den ondersaten des voirs.<br />

lantz ende dat die nyet moegelic en weren den onderseten te moegen supporteren<br />

want dat alsoe blivende ende onderhouden soude worden, die goede luyde ende onderseten<br />

<strong>van</strong> den lande souden moeten geven bynnen den dorden iaer bynae die<br />

principael hoetpenningen, dwelc ende meer andere redenen considereert ende bysunder<br />

dat die voirs. onderseten daermede souden verarmen, dat zy onser genedigen<br />

heren beden oft dienst en souden cunnen gedoen, by den voirs. Staiten ter<br />

remedien<strong>van</strong> desen es overdragen dat <strong>van</strong> nuuvoirtaen allen die voirs. renthen er£ic<br />

ende lyftochten, sint den voirs. Sint-Iansmisse LXXXVII gecoft, men sal moegen<br />

betalen den loep <strong>van</strong> der iairlixer renthen metter werden <strong>van</strong> penningen alsoe men<br />

die soude mogen lossen oft met zulkenen penningen als curs hadden ten tyde <strong>van</strong> der<br />

constitucien derselven renten;<br />

Lossinge ende betalinge der renten vercoft sint LXXXVII voirs. totten afsetten,<br />

etc.<br />

item want in ennigen plaetsen bynnen den lande vercoft zyn diverse renthen ende<br />

bevorwairt is in de brieven <strong>van</strong> den constitucien derselver renten, dat die iairlixe betalinge<br />

ende oec die lossinge, /als die geboerde, souden gescien in penningen alsoe<br />

die in buersen loep hebben souden ten tyde <strong>van</strong> der iairlixer betalingen oft lossinge<br />

derselver, soe es overdragen dat in alsulkenen plaetsen men die voirs. betalinge ende<br />

oic die lossinge sal moegen doen in penningen alsoe die curs hadden ten tyde <strong>van</strong> der<br />

constitucien <strong>van</strong> alsulkenen renten, nyettegenstaende den vorwarden ende der ordinancien<br />

ter contrarien <strong>van</strong> dien gemaect; desgelycx sal gescien <strong>van</strong> den corenrenten<br />

bynnen den voirs. tyde vercoft;<br />

Lossinge ende betalinge der renthen vercoft sint LXXVII tot LXXXVII<br />

item desgelycx sal men moegen afquyten alle renten ten lyve ende er£ic vercoft sindert<br />

den iair LXXVII incluys totten iair LXXXVII met zulckenen gelde als zy in<br />

der constitucien <strong>van</strong> den renthen gegeven ende betaelt hebben; mar die iairlixe betalinge<br />

sal gescien met penningen achtervolgende der ordinancien voirs., tenwair<br />

268


fol. 312 v<br />

fol. 313 r<br />

fol. 313 v<br />

dat anders bevorwart weer oft bebrieft, wel verstaende alleen <strong>van</strong> deser clausulen, te<br />

wetene <strong>van</strong> den iair LXXVII tot Sint-Jansmisse LXXXVII, etc.; soe hebben onse<br />

genedigen heren Maximiliaen, Roemsch Coninc, ende Philips, ertshertoge, die<br />

voirs. poincten ende articulen geauctoriseert, verclerende dat <strong>van</strong> nu voertane<br />

men in de iairlixe betalinge oft oec lossinge <strong>van</strong> den renten, dairaf in denselven<br />

poincten mentie gemaect is, het zy er£ic oftte lyve, in gelde oft in coerne, henyegelic<br />

sal moegen reguleren; prout in litteris incipientibus: `Maximiliaen, by der gracien<br />

Goids'etc. et comprehensis folioV C XVIII. /<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XCII o : Goeswinus <strong>van</strong> den Hezeacker,<br />

Theodericus die Borchgreue, Petrus Pels, Arnoldus de Campen, obiit in suo scabinatu<br />

VIII a octobris, Gerardus Kuyst, Petrus de Vladeracken, Anthonius Spierinc,<br />

Adam Roempot, loco dicti Arnoldi de Campen.<br />

Burgimagistri seu receptores: Gerardus Ketheler, Iohannes Ghysselen.<br />

Dat Garnade gewonnen wairt<br />

In den voirs. iair, naedat coninc Fernant <strong>van</strong> Argon ende Spaengien met zynre<br />

coninginnen thien iair die stede <strong>van</strong> Garnadebelegen hadde, zoe wan hii die stede<br />

ende vinck den coninck ende besettense met kersten. /<br />

Dat vrouwe Margriet weder uuyt Vrancryc in Brabant wairt gesonden<br />

Oeck omtrent den voirs. iair XCII seynde die voirs. coninck Kaerle <strong>van</strong>Vrancryc<br />

die voirscr. vrouwe Margriet <strong>van</strong> Oistryck, zyn bruyt, oudt omtrent XI iaren, weder<br />

in Brabant, etc.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XCIII o : Iohannes de Arkel ¢lius Petri, Engelbertus<br />

deVden, Iohannes de Hedel, Bernardus Ianss. de Ouermeer, Iohannes<br />

de Aa, Henricus Eyckmans, Iohannes Alardi.<br />

Burgimagistri seu receptores: Arnoldus Arntzs. alias Barbier, Hermannus Henricxs.<br />

de Orthen.<br />

In desen scepenstoel soe is by Maximiliaen, Roemsch Coninc, ende Philips, zynen<br />

zoen, gemaect seker raminge opt tstuck <strong>van</strong> der munten, alst blyct opten<br />

bladeVI C LII. 1<br />

tentyde<strong>van</strong>denertshertogephilips 2<br />

Dat hertoge Philips, ertshertoge, gehuldt waert<br />

1493-1494<br />

Anno XCIII o predicto supradictus Philippus, archidux Austrie, dux Bourgoindie,<br />

Lotharingie, Brabancie, etc. presente Maximiliano Roma- /norum rege pre-<br />

1 C<br />

Vanaf in desentot en met VI LII toegevoegd doorde tweede scriptor <strong>van</strong> de kroniek.<br />

2 r v r<br />

Herhaald tot en met fol. 344 met de aanvullingop fol. 314 toten metfol. 318 soen <strong>van</strong> den<br />

voirs. Roemschen Coninc.<br />

269


fol. 314 r<br />

fol. 314 v<br />

1494-1495<br />

dicto, suo patre, et ipsum patrie presentante receptus et intronisatus est Louanii,<br />

ubi fecit iuramentum consuetum nona septembris. 1<br />

Van den straten te veghen<br />

Oeck in den voirs. iair XCIII is gemaect by den drien leeden deser stat zekere ordinancie<br />

<strong>van</strong> den straten te veegen ende omme die schoen ende reyn gehouden te<br />

werdene; welke ordinancie alsoe gepubliceert is geweest ende begrepen in eenre<br />

cedullen beginnende:`Item opdat die straten dairaf die stat iairlix grote sommen<br />

<strong>van</strong> gelde geven moet'ende begrepen folio CCCC XCIIII.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XCIIII o : dominus Iohannes Back, miles,<br />

e¡ectus est burgimagister in suo scabinatu, 2 Iohannes Pynappel, Iohannes de<br />

Vladeracken, Henricus Dicbier ¢lius Willelmi, / Lucas de Erpe, pro dicto domino<br />

Iohanne Back qui e¡ectus est burgimagister, 3 Raso Raessen, Theodericus<br />

Pels,Yngramus de Achel.<br />

Receptores: Iohannes <strong>van</strong> den Steen,Theodericus de Dyeperbeeck.<br />

Dat bynnen deser stat yerst worden gestelt bourgermeesteren<br />

In dicto scabinatu in decembri per dictos Maximilianum regem et archiducem<br />

Philippum quo ad consilium presentis opidi facta est reformacio et institute sunt<br />

septem naciones loco decanorum et etiam ordinati sunt ad instar aliorum opidorum<br />

Brabancie duo burgimagistri, videlicet dictus dominus Iohannes Back et<br />

Goeswinus de Brecht, et in locum dicti domini Iohannis Back, qui fuit scabinus,<br />

institutus est pro scabino Lucas de Erpe. 4<br />

Dat den raet deser stat verandert wairt ende bourgermeesteren geset<br />

worden<br />

Hier is te wetene dat in den voirs. iaer XCIIII den XXII en dach decembris soe<br />

hebben die voirs. Roemsch Coninck Maximiliaen ende / voirs. eertshertoge Philips<br />

den raet deser stadt verandert, in welker veranderinge geordineert zyn te wesen<br />

tweebourgermeesteren gelyc in de stat <strong>van</strong> Loeuen ende die gelycke beweyndt<br />

zullen hebben, dairaf die een geset sal werden <strong>van</strong> den prince uuyten gesworen<br />

ende rade deser stat ende sal wesen buytenbourgermeester ende dat die bourgermeester,<br />

scepenen ende gesworen kyesen zullen uuyt den raitsluden drie goede<br />

mannen, dair<strong>van</strong> tdorde lyt deser stat kyesen sal den bynnenbourgermeester,<br />

1 Vertaling: in hetvoornoemdejaar (= schepenjaar)(14)93 werd Filips, aartshertog <strong>van</strong>Oostenrijk,<br />

hertog <strong>van</strong> Bourgondie« , Lotharingen, Brabant, etc. in aanwezigheid <strong>van</strong> de voornoemde<br />

Maximiliaan, Rooms Koning, zijn vader, en zijn vaderland vertegenwoordigend, ont<strong>van</strong>gen en<br />

ingehuldigd te Leuven, waar hij de gebruikelijke eed afgelegd heeft op 9 september.<br />

2 Vertaling: heer Jan Back, ridder, is benoemd tot burgemeester in zijn schepenjaar.<br />

3 Vertaling: in plaats <strong>van</strong> genoemde heer Jan Back, die benoemd is tot burgemeester.<br />

4 Vertaling: in hetgenoemdeschepenjaarin decemberis doorgenoemde koning Maximiliaan<br />

en aartshertog Filipsvoorde raad <strong>van</strong> dezestad een hervorminggemaaktenzijn zeven naties<br />

ingesteld in plaats <strong>van</strong> dekens; ook zijn, evenals bij de andere Brabantse steden, twee burgemeesters<br />

aangesteld, namelijkgenoemde heer Jan Back en Gozewijn Brecht, en in plaats <strong>van</strong><br />

genoemde heer Jan Back, die schepen was, is als schepen Lucas <strong>van</strong> Erp benoemd.<br />

270


fol. 315 r<br />

fol. 315 v<br />

1494-1495<br />

ende dat in derselver veranderinge die achtien ambachten wairden gestelt in zeven<br />

nacien oft gilden, te wetene:<br />

bontwerckers, verwers, cremers voir een;<br />

louwers, cuypers, spelmekers voir een;<br />

wollewevers, lynwevers voir een;<br />

vyscoepers, vleyshouwers, hoymekers voir een;<br />

gewantsnyders, nastelmekers voir een;<br />

smede, plattynmekers voir een;<br />

beckers, mollers, corencoepers voir een; /<br />

ende dat alle bourgeren deser stat, geboren oft gecochte, gehouden waren te zyne in<br />

een <strong>van</strong> den zeven nacien voirs., uuytgesceyden scepenen, gesworen, raitsluyden;<br />

item ende dat die zeven nacien elck<strong>van</strong> hen kyesen souden acht notabele mannen<br />

uuyt hore nacien, elck geguedt tot VI C gulden eens oft L gulden er¡elic, hetzy geboren<br />

oft gecochte poirteren, ende dairuuyt souden kyesen die twe overste leden<br />

twee mannen de 1 voir dat iair te raide zouden comen gelyc die dekenen pleegen;<br />

ende die zullen heyten gesworen <strong>van</strong> den nacien ende zal alle iair die een afgaen<br />

ende die ander blyven ende dat ten koese <strong>van</strong> den oppersten lett;<br />

item ende dat die dekenen<strong>van</strong> den ambachten die nu zyn ende namaels wesen sullen<br />

ende blyven ende hoir ambachten regeren, koeren ende bruecken innenemen<br />

alse gewoentlic zyn, sonder hen vorder in ennige lasten te moyen, etc.; welke veranderinge<br />

zyn breder begrepen in zekere brieven dairaf dbeginsell is: `Maximiliaen,<br />

by der gracien Goids'etc. ende die begrepen zyn opten blade CCCC XCV.<br />

Ende welcken veranderinge ende reformacie <strong>van</strong> den raide deser stat stont totten<br />

iaer XCVIII Remigii excluys ende die wert doen weder afgestelt. Ende is hieroeck<br />

te wetene dat dbeweynde ende die gagien der voirs. bourgermeesteren in de<br />

voirscr. / brieven wairden gestelt nae der ordinancie der bourgermeesteren <strong>van</strong><br />

Loeuen, die dairaf den raide deser stat scriftelic overgesonden waert ende die begint:`Van<br />

der gagien der bourgermeesteren'ende begrepen is opten bladeV C II.<br />

Ordinancie om dlant <strong>van</strong> Brabant <strong>van</strong> volc <strong>van</strong> wapenen ende horen<br />

overlast vry te houden ende dairtoe te kyesen vrome mannen<br />

Oeck in denvoirs. iair XCIIIIden XVI en dach in merte, naedien die prelaten, edelen<br />

ende gedeputeerde <strong>van</strong> den steden ende vriheiden slantz <strong>van</strong> Brabant underlinge<br />

opte grote clachten die de arme ondersaten <strong>van</strong> den lande dagelix <strong>van</strong> der<br />

garden ende anderen luyden ende ruyteren te perde ende te voete leeden ende deden,<br />

tsamentlic hadden communiceert ende in remedien <strong>van</strong> dien hadden overdragen<br />

ende onsen genedigen heren den ertshertoge overgegeven dese<br />

naevolgende articulen ende poincten, te wetene:<br />

in den iersten dat men <strong>van</strong> stonden aen om dlant <strong>van</strong> Brabant <strong>van</strong> den volck <strong>van</strong><br />

wapenen vry te houden in elcker stat, vryheit ende dorpe, alsoe wel onder onsen<br />

genedigen heer als onder die smaelheren, kyesen sall een zeker getal <strong>van</strong> personen<br />

totter wapenen nut wesende, die sonder verdrach gereet zullen wesen tallen tyden<br />

alst te doen sal wesen, welcken personenversien zullen wesen<strong>van</strong> te mynsten enen<br />

1 Aldus hs., lees die.<br />

271


fol. 316 r<br />

fol. 316 v<br />

1494-1495<br />

halven creeft, <strong>van</strong> pyecken, bussen, bogen oft ander gheweren, te wetene in elck<br />

stat ende quartier IIIoft IIIIduysent manspersonen oft dair beneden nae gelegentheit<br />

der saken; /ende oft die gecoren personen nyet mechtich en weren geweren te<br />

coepenen, zoe zullen hoir steden, vryheiden ende dorpen sculdich zyn die te leveren<br />

op borchtocht om die weder te leveren alse hoir exploit zullen hebben gedaen,<br />

zoeverre die in den exploit nyet en weren gebroken;<br />

item ende als men die personen sal besigen, sal men elcken o¤cier int tsyne den<br />

weet doen, die alsdan zyn luyde metten clockenslach sal vergaderen ende selve in<br />

persoen met hen comen ter plaetsen ende tyde soe men hen dat ontbieden sal;<br />

item die o¤cier sal met hem moeten vueren gelt oft pro<strong>van</strong>de voir twee oft drie<br />

daigen ten coste <strong>van</strong> der stat, vryheit oft dorpe dairaf zy uuytreysen zullen;<br />

item sal elck stat, vryheit oft dorpe geven elcken persoen die uuytgescict sal werden<br />

voir zyn soude <strong>van</strong> elcken daige drie stuvers ende elc cleyn o¤cier sal hebben<br />

sdaigzVI stuvers ende die hoge o¤ciers sdaigs voir elc pert X stuvers, etc.;<br />

soe heeft die voirs. eertshertoge Philips die voirs. articulen ende poincten geconsenteert;<br />

prout in litteris incipientibus: `Philips, by der gracien Goids eertshertoge'etc.<br />

et comprehensis folioV C IIII.<br />

Incoempste des eertshertoge Philips<br />

Oeck in den voirs. iair XCIIII den IX en dach in septembri soe heeft hertoghe /<br />

Philips, eertshertoge <strong>van</strong> Oistryck, hertoge <strong>van</strong> Bourgoindien, <strong>van</strong> Lothryc, <strong>van</strong><br />

Brabant, in zynre genaden blyder incoempste ende ontfange zynre landen <strong>van</strong><br />

Brabant, Lymborch ende <strong>van</strong> Ouermaze, by wille, weten ende consente des<br />

Roemschen Conincx, zyns vader, verleent ende geconsenteert deze naevolgende<br />

previlegien ende poincten, hen geloevende ende zwerende voir hem, zyne oire<br />

ende nacomelingen die te houden ende te doen houden ten ewigen daigen:<br />

Dat men enen yegelycken handelen sall met recht dair ende zoet behoert<br />

in den yersten te wesen hen goet ende getrouwe heer ende die nyet te handelen buyten<br />

vonnes ende rechte, mar handelen in allen saken met vonnis ende recht nae den<br />

rechten <strong>van</strong> den steden ende bancken dair dat behoren ende sculdich zal zyn te gescien,<br />

ende dat die richteren hoir genechten sullen moeten houden sonder ennich<br />

middel <strong>van</strong> uutsetten by hueren ocsuyne, behoudelic dat die richteren huer genechten<br />

<strong>van</strong> heerlicheiden eens sullen moegen uuytsetten ende nyet meer;<br />

Die bewaernis der previlegien<br />

item dat men die previlegien ende charteren die tot Nyuele oft ander plaetzen gelegen<br />

hebben, vergaderen sal bynnen Andtwerpen ende die aldair in hoeden houden<br />

ende bewaren;<br />

Van oirloge aen te nemen<br />

item dat hy geen oirloge aennemen en sal dan by consent der steden ende lande <strong>van</strong><br />

Brabant, etc.;<br />

Van den zegel<br />

item dat hy aennemen sal den titel ende wapenen <strong>van</strong> Lothryc, <strong>van</strong> Brabant, Lymborch<br />

ende mercgreve des Heilichs Roemsch Rycx ende dat nae dien titel ende wa-<br />

272


fol. 317 r<br />

fol. 317 v<br />

1494-1495<br />

penen enen zegel gemaect sal werden die men nyet en sal veranderen / dan by consente<br />

der drie Staiten slantz <strong>van</strong> Brabant ende sal altyt moeten blyven bynnen Brabant<br />

ende dairmede sal men besegelen alle saken den lande <strong>van</strong> Brabant ende den<br />

onderseten aengaende; ende die brieve die men dairmede sal bezegelen, zullen gemaect<br />

worden by ennige <strong>van</strong> zynen secretarissen die totten Brabantschen Raet geordineert<br />

zullen worden, ende zullen vier <strong>van</strong> den Brabantschen Raide dairby<br />

getekent zyn;<br />

Van den cancellier ende raitsluden in Brabant ende <strong>van</strong> hore geloeften<br />

item dat hy in zynre genaden absencien ordineren sal VII werdige personen, dairaf<br />

deen cancellier oft zegeler wesen zal, geboren in Brabant, cunnende Latyn,Walsch<br />

ende Dyetsch; ende die vier sullen wesen geboren, woenende ende geguedt in Brabant<br />

oft hebben baenroetsestammen in Brabant, ende die ander twee zullen wesen<br />

zulc als zynen genaden believen sal, cunnende die Dietsche tale, welkeVII in zynre<br />

absencien zullen hebben tregiment der landen <strong>van</strong> Brabant;<br />

ende diegeen die zynre genaden raetoft secretaris zyn zullen, eer zyhen<strong>van</strong> horen<br />

raetscap oft o¤cien onderweynden sullen moegen, den drien Staiten tot behoe¡<br />

slantz geloven ende toeseggen zullen nummermeer dairby noch overcomen en<br />

sullen brieve scryven, tekenen noch bezegelen dair ennige landen, steeden, sloten,<br />

luden, renten oft heerlicheiden verset, beleent, vercoft oft vervreempt werden in<br />

enniger manieren, het en zy by consente der drie Staten voirs., etc.;<br />

Van den o¤ciers te setten oft te ontsetten, etc.<br />

item dat hy geen foerfayten noch broecken en sall / quyt geven, o¤ciers setten oft<br />

ontsetten, dienste oft groete gifte geven, dan by raide ende goetduncken des voirs.<br />

Rade, oft tenmynsten <strong>van</strong> den vieren <strong>van</strong> hen die in de brieve getekent zullen zyn;<br />

Van den raitsluden in Brabant<br />

item dat nyemand totten gesworen Raide in Brabant genomen en sal worden, hy en<br />

zy geboren in Brabant, <strong>van</strong> wittigen bedde, bynnen Brabant woenende ende geguedt,<br />

oft die baenroetstammen hebben oft bezitten in Brabant, uuytgenomen die<br />

twee dair voir gewach af is gemaect;<br />

Van den landen Lymborch ende Ouermaze<br />

item dattet lant <strong>van</strong> Lymborch ende <strong>van</strong> Ouermaze ewelic zullen blyven aen Brabant<br />

ende dat hy dat lossen sal als hy sal cunnen ende moegen;<br />

Van Graue ende Oyen<br />

ende dat aen Brabant versaempt zullen blyven Graue ende Oyen met hore toebehoirten,<br />

etc.;<br />

Van den toll in Hollant, Zeelant ende meer ander<br />

item dat hii alle die onderseten der steden ende lande <strong>van</strong> Brabant ende <strong>van</strong> Ouermaze<br />

ende allen anderen landen sal houden varende ende vlyetende los ende vry op<br />

horen gerechten toll, zoe <strong>van</strong> outs geplogen is; ende dattet belet opgeset ten Hellegate<br />

ende te Ausbrugge <strong>van</strong> den thienden vysch terstont afgedaen sal wesen, etc.;<br />

273


fol. 318 r<br />

fol. 318 v<br />

1494-1495<br />

Con¢rmacie <strong>van</strong> tolvry in Hollant ende Zeelant voer deser statpoirteren<br />

item dat hy heeft den poirteren deser stat <strong>van</strong> Den Bosch con¢rmeert zulcken brieven<br />

als zy hebben <strong>van</strong> hertoge Iannen <strong>van</strong> Brabant ende <strong>van</strong> vrouwe Iacoppen, hertoginne,<br />

ruerende <strong>van</strong> tolvry te wesen in Hollant ende Zeelant;<br />

Oic tolvry in Gelre<br />

ende als <strong>van</strong> den lande <strong>van</strong> Gelre dat hy daira¡ doen sal datse oic vry zullen varen<br />

nae inhoudt hore brieven; /<br />

Van den straten oepen te houden<br />

item ende dat zyn genaden die vry straten oepen ende vry houden zullen om by elckermalc<br />

daerover ende doer te moegen varen op zynen gerechten toll, uuytgenomen<br />

<strong>van</strong> sculden oft geloeften die hy sculdich waer oft zoude moegen geloeft<br />

hebben oft broecken oft mesdaden die hy muchte mesdaen hebben;<br />

Van den wegen ende bruggen te maken<br />

item dat zyn genaden dengenen die uut saken <strong>van</strong> horen erven wegen, bruggen oft<br />

passaigien sculdich zyn te houden, zullen bedwingen die te doen maken ende by gebreke<br />

mach die hooftstat daeronder die behoren ten costen die daerinne gehouden<br />

zyn te doen maken;<br />

Van den tollen<br />

item dat diegeen die de tollen pachten oft aen de munt deylen, in der stedenrecht<br />

nyet zullen werden gestelt;<br />

Die in Brabant wort ge<strong>van</strong>gen, dairuuyt nyet en zal werden gevuert<br />

item die bynnen Brabant ge<strong>van</strong>gen wordt, dairuuyt nyet en zal werden gevuert;<br />

Van penningen te slaen<br />

item dat men geen penningen en sal slaen dan by consent des gemeynen lantz ende<br />

dat men nergens munten en sal dan in ennige vry steden;<br />

Van den o¤cieren<br />

item die <strong>van</strong> ghenen getrouwden bed en is, nyet en sal moegen wesen drossaet oft<br />

richter;<br />

Van den vrede<br />

item dat alle onsculdige <strong>van</strong> gevecht vrede sullen hebben XXIIII uren;<br />

Van dootslagen dlant te geven<br />

item dat men <strong>van</strong> dootslage nyemanden dlant geven en sal, hy en heb yerst gesuent<br />

den magen;<br />

Van den meyers ende vorsters<br />

item dat die meeyers ende vorsters die meyeryen ende vorsteryen selver zullen bedyenen<br />

ende datse bourgen zullen stellen, etc.; /<br />

Van verpachtinge der o¤cien<br />

item dat men geen ambachten oft o¤cien <strong>van</strong> den lande <strong>van</strong> Brabant meer verpachten<br />

sal, etc.;<br />

274


fol. 319 r<br />

Van dagementen<br />

item dat deen Brabander den anderen buyten lantz nyet en sal moegen rasteren,<br />

commeren noch dagen, hy en weer voervluchtich, uuytgesceiden <strong>van</strong> testamenten,<br />

<strong>van</strong> huwelixe vorwarden, <strong>van</strong> aelmoessen ende <strong>van</strong> geestelycken gueden, opte verbuerte<br />

<strong>van</strong> lyve ende goet;<br />

Van te camp te heysschen<br />

ende oeck opte selve verboerte en zall deen ondersaten den anderen nyet te camp<br />

heysschen;<br />

Van den ontseggers oft roevers des lantz<br />

item oft yemand <strong>van</strong> den onderseten des lantz in den lande roefden oft pande oft<br />

ontseeghden oft den roevers bystant dede, huysden oft hoofden, dat die verbueren<br />

zal zyn ly¡ ende goet;<br />

Van den scaken<br />

item <strong>van</strong> den schaken ende <strong>van</strong> den ontleyden <strong>van</strong> ennigen onmundigen meyskens<br />

oft knechtkens, daerinne is te verbueren lyf ende goet;<br />

Van dengenen die bedragen wordt<br />

item dat men nyemanden bedragen en sal noch bedragen moigen, dat hem onscaide<br />

doen zal moegen <strong>van</strong> quetsueren noch <strong>van</strong> dootslage indien dat hy hem der wairheit<br />

getroesten derre ende tot zynre ontscout comen wil totter tyt toe dat hy verwonnen<br />

zy met rechte;<br />

item dat men in Brabant enen Brabantschen Raet oft raetcamer houden sal; /<br />

item dat zoe wat landen met gemeynen heer gewonnen wordt, blyven zullen aen<br />

Brabant;<br />

Van pelinge<br />

item zoe wye peelinge begeert, dat men hem die zal doen gescien;<br />

1494-1495<br />

Van verdeylinge tAntwerpen<br />

item dat men nyemanden die in Brabant geseten is, tot Antwerpen verdeylen en sal,<br />

hy en zy met recht verwonnen;<br />

Van Sinte-<strong>Peter</strong>smannen<br />

item dat men Sinte-<strong>Peter</strong>smannen handelen sal gelyc mense <strong>van</strong> rechzwegen sculdich<br />

is te handelen;<br />

Van yemanden buyten lantz te betrecken<br />

item waert zoe dat twe partyen leeckeluyde dingende worde <strong>van</strong> ennigen gueden<br />

bynnen Brabant gelegen ende die dairaf in vonnisse comen waren ende diet verlore,<br />

zyn sake overgave enen priester, clerckoft anderen geestelycken persone oft yemanden<br />

anders om den anderen buyten lantz te creyten, oft oic yemand bynnen Brabant<br />

geseten die saken te vorderen hedde, oft oic yemant bynnen lantz die saken overgave<br />

yemanden anders om zynen wederman buyten lantz te creyten, dat diegeen die des<br />

ennich dade, zullen verbueren lyf ende goet ende en zullen in Brabant nyet moegen<br />

comen;<br />

275


fol. 319 v<br />

fol. 320 r<br />

1494-1495<br />

Van iagen ende vlyegen<br />

item dat elckermalc zyns selfs goet sal moigen hueden ende doen hueden ende dairtoe<br />

honden houden die voeten ongecort ende dat elc zal moigen iagen hazen, vossen<br />

alle Brabant doer ende desgelycx conynen buyten vryen waranden ende oic met vogelen<br />

overal vlyegen; /<br />

Van iagen, waranden ende bosschen<br />

item dat alle ridderen, knapen ende goede luyde bynnen Brabant geseten zullen<br />

moegen iagen alle Brabant doer alrehant groet wilt, uuytgesceyden in den waranden,<br />

wouden, bosschen <strong>van</strong> Zonyen, Zauenterloe, Groetheyst, Merdal ende <strong>van</strong><br />

Grotenhout;<br />

Van den waranden<br />

item dat voirtane in Brabant geen waranden en zullen werden gehouden dan die vry<br />

waranden geweest hebben als men screef MCCC LXVIIende die men alsoe lange te<br />

leen gehouden heeft;<br />

Van den woutrecht<br />

item dat men geen scout ten woutrecht en sal trecken dan scout comende <strong>van</strong> comanscappen<br />

<strong>van</strong> hout ende <strong>van</strong> boschen als <strong>van</strong> ouden bosschen des princen ende<br />

<strong>van</strong> anderen bosschen die <strong>van</strong> outs ten woutrecht hebben gestaen;<br />

Dat die o¤cieren Brabanders wesen zullen geboren<br />

item dat die baeliuwe in Wals-Brabant sal wesen geboren in Brabant ende oic zyn<br />

clerc ende onder ambachteren ende desgelycx die ambachteren ende richteren <strong>van</strong><br />

den sess groeten ambachten zullen zyn in Brabant geboren;<br />

item alle smael ambachteren, richteren, rentmeestren particulieren zullen wesen<br />

bynnen Brabant geboren ende insgelycx alle casteleynen <strong>van</strong> sloten in Brabant,<br />

het en waren dat zy baenroetstammen besaten, etc.;<br />

Van den bancken <strong>van</strong> Zanthouen endeVerle<br />

item dat die gereformeerde bancken <strong>van</strong> Zanthouen / ende <strong>van</strong>Verle in state zullen<br />

werden gehouden alse nu zyn ende dat die scepenen <strong>van</strong>Verle hoir residencie houden<br />

zullen in Bruessel;<br />

Dat Antwerpen aen Brabant sal blyven ende oic Niuele<br />

item dat Antwerpen metter toebehoirten ende Niuele tot ewigen daigen aen Brabant<br />

blyven zullen;<br />

Van den drossaet ende rentmeester <strong>van</strong> Brabant<br />

item dat die drossaet oft rentmeester <strong>van</strong> Brabant nyet en zullen werden ontset oft<br />

geset sonder goetduncken <strong>van</strong> den gemeynen Raide <strong>van</strong> Brabant;<br />

Van den cancellier <strong>van</strong> Brabant<br />

item dat die cancellier oft zegeler <strong>van</strong> Brabant geset zal werden ende gemaect by<br />

goetduncken <strong>van</strong> den Brabantschen Raide oft tenminsten <strong>van</strong> den sessen <strong>van</strong> hen<br />

ende dat hy eedt sal doen in presencien <strong>van</strong> den prince ende <strong>van</strong> den drie Staiten<br />

slantz <strong>van</strong> Brabant;<br />

276


fol. 320 v<br />

fol. 321 r<br />

1494-1495<br />

Van den clerc <strong>van</strong> den leenboeck<br />

ende dat die Brabantsche secretarissen ende clerck<strong>van</strong> den leenboeck geboren Brabanders<br />

zyn zullen, uuytgesceyden twee secretarysen die geen Brabanders en dorven<br />

wesen;<br />

Van den dachvaerden<br />

item dat men die dachvairden XIIIIdaigen tevorens zal bescriven ten dede haest, dat<br />

mense op een veylich plaetse sal leggen ende dat elc <strong>van</strong> den Staten zyn lasten sal<br />

moegen oepenen sonder indignacie <strong>van</strong> den prince ende geboerden yemanden dairomme<br />

<strong>van</strong> yemanden yet, dat men des houden sal dien aen zyn lyf ende goet;<br />

Van den gedingen der leenen<br />

item dat men die gedingen <strong>van</strong> den leenen ende genechten dairtoe dienende ordineren<br />

zal ter plaetsen dair die prince zyn residencie in Brabant houdende is; ende alst<br />

geboren sal den prince buyten Brabant te / wesen, dat hy dan mechtigen sal enen<br />

eerbaren man die raet in Brabant zyn mach, die ontfanck sal hebben sal <strong>van</strong> den<br />

leenen ende die genechten <strong>van</strong> den leenrecht houden, etc.;<br />

Den eedt der o¤cieren ende wethouderen, scepenen, etc.<br />

item dat alle raetsluyden, dieneren, richteren, bourgermeestren, scepenen, mannen<br />

<strong>van</strong> leene, laten ende alle andere die macht hebben te manen ende te wysen ende<br />

desgelycx die diensten oft o¤cien houden in Brabant, in steden, vryheiden, dorpen<br />

zullen zweren dat zy gelt, goet, gifte, myede noch geenrehande goet doen noch nemen<br />

en sullen, hen doen noch laten geloven oft nemen by henselven oft yemanden<br />

anders oft yemanden in den recht te vorderen oft te verachteren, mar dat zy enen<br />

yegelycken, arm ende ryck, recht doen zullen; ende dat zy om bourgermeestersscap,<br />

scependomme oft raetscap goet, gelt, gifte noch myede geenderhant dienste<br />

noch goetdoen gegeven, geloeft noch geboden en hebben noch doen geloven, geven<br />

noch byeden yemanden <strong>van</strong> huerenwegen noch dairomme gebeden noch doen bidden<br />

in enniger manieren; ende zoe wye dair tegen dede, dat hy nummermeer in raet,<br />

dienste, rechte oft regimente en sal moigen comen;<br />

Van den previlegien der steden Bosch ende Lyere<br />

item dat sulcke previlegien ende brieve als die steden <strong>van</strong> Den Bosch ende Lyere<br />

hebben, dyenende totten regiment ende wetten derselver steden, die mesbruyct zyn<br />

geweest, voirtaen in hore machten gehouden zelen worden ende die rechten ende<br />

wetten dairnae gestelt, behoudelic dat diegeen die ten Bosch voirmaels scepenen<br />

zyn geweest ten scependomme zullen moegen comen; /<br />

Van den eedt des drossaet, ambachteren ende wethouderen in Brabant<br />

item dat die drossate ende die andere grote ambachteren <strong>van</strong> Brabant ende die wethouderen<br />

<strong>van</strong> den steden zullen zweren tot horen aencomen te onderhouden allen<br />

die poincten voirs. zoeverre in hen is;<br />

Van der iaermercten <strong>van</strong> Antwerpen<br />

item dat onse genedige heer die vry iaermercten<strong>van</strong> Antwerpen te water ende te lant<br />

vryen sal ende ofse by den scouthet ende wethouderen <strong>van</strong> Antwerpen den tyt <strong>van</strong><br />

XIIII nachten oft daironder verlengt worde, dat zyn genaden die verlenginge geduerende<br />

oic vryen sal;<br />

277


fol. 321 v<br />

1494-1495<br />

Van den nacien inVlaenderen<br />

item dat hy den nacien in Vlaenderen hoir stacien houdende, geen previlegien oft<br />

vryheiden geven en zal die ten achterdeel comen muchten den lande <strong>van</strong> Brabant;<br />

Van den gebruyck der gueden in anderen landen<br />

item dat hy den ingesetenen <strong>van</strong> Brabant hoir goeden diese in ennigen anderen zynen<br />

landen oft gebieden hebben oft hebben zullen ende die vruchten dairaf vredelic<br />

sullen doen gebruycken, nyettegenstaende ennige geboden ter contrarien;<br />

Van der verkeringe der coepluyden<br />

ende dat die coepluyden <strong>van</strong> allen zynen landen, heerlicheiden, machten ende gebieden<br />

met horen gueden onder malcanderen zullen moegen verkeren ende hoir<br />

gueden brengen ten mercten daer hen dat beste zal gelieven op horen rechten tol<br />

ende ongelde;<br />

Van Huesden ende Sinte-Geertruyenberge<br />

item dat hy aan Brabant zal doen blyven die landen, sloten ende steden <strong>van</strong> Huesden<br />

ende <strong>van</strong> Sinte-Geertruyenberge met horen toebehoirten, indien dat hyt met recht<br />

doen mach;<br />

Van vercoften renthen<br />

item dat hy die renthen eertyts vercoft by wylen hertoghen Ians, hertoge Philips,<br />

dairvoir die steden<strong>van</strong> Antwerpen ende Bosch geloeft ende gesegelt hadden, sonder<br />

derselver steden last betalen sal; / item <strong>van</strong> gelycken sal hy oeck doen <strong>van</strong> den renthen<br />

vercoft by wylen hertogen Philips <strong>van</strong> Bourgoindien, hertoge Kaerle, vrouwe<br />

Marien ende den Roemschen Coninc, etc.;<br />

Van den pensionarysen opte Hollantsche steden hebbende<br />

oft gevyele dat die steden <strong>van</strong> Hollant ende Zelant sulcken tractaet tusschen 1 ende<br />

den pensionarysen gemaect, nyet en onderhielden, dat hy dan den pensionarysen<br />

optenvoirs. stedenvolcomen recht sal doen ende laten gescien, gelyc oft <strong>van</strong> enniger<br />

ander schout ware;<br />

Con¢rmacie der previlegien ende costumen<br />

item voirt heeft hy con¢rmeert den prelaten, cloesteren, baenroetsen, ridderen, steden,<br />

vryheiden ende ondersaten <strong>van</strong> Brabant allen hoir rechten, vryheiden, previlegien,<br />

charteren, costumen, usaigien, herbrengen; item den toebrie¡ <strong>van</strong> wylen<br />

hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien den drie Staiten verleent ten tyde <strong>van</strong> zynrer incoempst<br />

<strong>van</strong> denselven daet; desgelycx twe brieven by denselven verleent, den enen<br />

<strong>van</strong> den daet M CCCC LI, XX a septembris, den anderen <strong>van</strong> den iaer M CCCC<br />

LVII, XXVIII a novembris, diewelke zyn genadenvoir hem, zyne oir ende naecomelingen<br />

sonder breken geloeft hebben vast te houden;<br />

Abolicie <strong>van</strong> der incoempsten vrouw Marie ende <strong>van</strong> der con¢rmacie des<br />

Roemsschen Coninx<br />

item hy heeft tenyet gedaen ende geaboleert die incoempste <strong>van</strong> vrouwe Marie,<br />

zynre moeder, <strong>van</strong> den daet XXIX meye int iaer LXXVII ende die con¢rmacie<br />

1 Aldus hs., lees hierna hen, zie hetcartularium fol. 527 r .<br />

278


fol. 322 r<br />

fol. 322 v<br />

dairop verleent by zynen vader, den Roemsschen Coninc, by tyde zynre moeder<br />

ende oic nae haren overlyden; prout in litteris incipientibus:`Philips, by der gracien<br />

Goids'et comprehensis folioV C XXI. /<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XCV to : Willelmus de Busco, Henricus die<br />

Leeuwe, Iohannes ¢lius Godefridi de Hedel,Theodericus de Hiinden, Godefridus<br />

Grotart de <strong>Os</strong>, Godefridus die Bye, Iohannes Pels.<br />

Burgimagistri: domicellus Iohannes de Aa, dominus de Buchouen, Goeswinus<br />

<strong>van</strong> den Hezeacker.<br />

Receptores: Martinus de Elmpt,Wolterus Bolcx.<br />

Van den gebruycke des tols <strong>van</strong> Hollant ende Zeelant; certi¢cacie<br />

Ten tyde <strong>van</strong> desen scepenstoel is beleyt zekere certi¢cacie daerinne genoch blyct<br />

<strong>van</strong> der vryheit des gebruycx <strong>van</strong> den tol <strong>van</strong> Hollant; alst blyct opten blade VI C<br />

LVIII. 1<br />

In dicto anno Henricus Dicbier e¡ectus est iterum scultetus superior dicti opidi<br />

de Buscoducis et dominus de Bucstel destitutus est. 2 /<br />

Raminge tusschen dese stat ende meyerye gemaect<br />

1495-1496<br />

In den voirs. iair XCVden XXVI en 3 dach augusti ziin gemaect, overdragen ende<br />

gesloten tusschen dese stadt ter eenre ende den platte<strong>nl</strong>anden deser meyeryen ter<br />

andere zyden zekere raminge ende overdrach, inhoudende vele diversche ende<br />

goede poincten ende articulen zoe int cort hiernae volgt:<br />

Van den transpoirten<br />

in den iersten dat alle erfbrieven <strong>van</strong> transpoirten die uuyt erfbrieven geboren in ennigen<br />

bancken deser meyeryen voir scepenen deser stat in waerechtigen contracten<br />

totten deser dage toe zullen zyn <strong>van</strong> werden ende staen ten ingeboden; ende als <strong>van</strong><br />

den toecomenden tyde, soe zullen sulckenen transpoirten in waireftigen contracten<br />

wael moigen gescien, mar die kennesse dairaf sal wesen daer die brieven yerst geboren<br />

zyn, etc.;<br />

Van den ingeboden <strong>van</strong> den transpoirten<br />

item oft yemanden ennige scultbrieven in buytenbancken passeert voir scepenen<br />

deser stat eertyts opgedragen weren, oft naemaels opgedragen worden, die en zal<br />

ter cause <strong>van</strong> dien hem nyet moegen behelpen metten ingebode deser stat;<br />

item als <strong>van</strong> den ingeboden die geboren zullen <strong>van</strong> den transpoirten hier voirmaels<br />

gedaen, zoe sal diegeen die wil doen ingebieden, yerst sculdich zyn te manen<br />

zynen sculder oft tot zynen geweer in presencien <strong>van</strong> twee poirters ende<br />

dairnae een maent geleden mach hy dien doen ingebieden, tenweer dat die brieven<br />

inhielden bynnen deser stat te leveren;<br />

1 Vanaf ten tijde tot en met VI C LVIIItoegevoegd doorde tweede scriptor <strong>van</strong> de kroniek.<br />

2 Vertaling: in genoemd jaar is Hendrik Dicbier opnieuw aangesteld als hoogschout <strong>van</strong> genoemde<br />

stad 's-Hertogenbosch en is de heer <strong>van</strong> Boxtel afgezet.<br />

3 Aldus hs., lees XXV, zie hierna fol. 349 r en het cartularium fol. 174a r .<br />

279


fol. 323 r<br />

fol. 323 v<br />

1495-1496<br />

Van der spleytinge der onderpanden<br />

ende oft die onderpanden sonder consente <strong>van</strong> den proprietaris gespleyt weren, zoe<br />

sal men gestaen met eenre maninge <strong>van</strong> dengenen/die den chyns oft pacht gewoentlic<br />

is te vergeldene; mar onder die smaelheren die alleen die heerlicheit hebben, sal<br />

die ingebieder in persoen dat versuecken aen den scouthet oft voirster oft tot horen<br />

geweer ende dat op zynen eedt veri¢ceren eer men dairop vonnisse geven sal, ende<br />

dat is teverstaen<strong>van</strong> allen ingeboden; ende in absencie oft weygeringe <strong>van</strong> den scouthet<br />

oft vorster zal die ingebieder den weet doen aen dengenen die ingeboden wordt<br />

oft tot zynen geweer;<br />

Van den gericht der ingebiederen<br />

item die ingebieder naedien yemandt bevonnest is, sculdich sal wesen ende moegen<br />

dat gericht alomme doen ende oft die bevonnesden hem afhendich maecten, zoe sal<br />

men hem verleenen iuris subsidium, etc.;<br />

item ende oft die scouthet oft voirster dan dairinne simuleerden den bevonnesden<br />

aen te tasten, zoe sal die partye zyn gebreck opte selve moigen verhalen, etc.;<br />

Van den costen der bevonnesden<br />

item als die poirtier den bevonnesden opter poirten heeft, zoe en sal die poirtier die<br />

costen nyet moegen verhalen anders dan alleen opten bevonnesden die ge<strong>van</strong>gen is<br />

oft op zyn gueden, etc.;<br />

Hoeverre men manen sal<br />

item dat men vortaen nyet vorder manen en sal <strong>van</strong> achterstellen, pachten oft chynsen<br />

dan <strong>van</strong> drie iaeren, tenweer dat die heysscher zyn gebreck met proceduren <strong>van</strong><br />

recht vervolchden, ende die dan vorder verlyepen, zoe sal hy dat metten drien iaren<br />

moigen heysschen ende hebben;<br />

Dat die vercoper sculdich is zyn lasten te noemen<br />

item wye ennige erve vercoept oft opdreechtoft renten oft pachten dairuuyt vest, die<br />

sal sculdich zyn te noemen allen die lasten dairuuyt gaende die hy dairuuyt gegouwen<br />

heeft oft selve vercoft, opte verbuerte <strong>van</strong> / tsestich gouden Bourgoensche gulden,<br />

hal¡ onsen genedigen heer ende hal¡ der plaetsen dair die gebreken geboren,<br />

oft opte verboerte <strong>van</strong> den rechterhant indien hy die nyet mechtich en weer te betalen,<br />

oft een gelycke correctie nae goetduncken der wethouderen;<br />

Den peen dergeenrer die rente vercopen uuyt gueden hen nyet behorende<br />

item oft yemand ennige renthen vercoft uuyt onderpanden hem nyet toebehorende,<br />

die zal verboren zyn lyf oft alsulckenen correctie als den heer ende wethouderen<br />

goetduncken sal;<br />

Van pachten te geldene<br />

item nyemand en sal op hem nemen pachten te geldene dairaf hy die onderpanden<br />

nyet en heeft, opte verboerte <strong>van</strong> tsestich Bourgoensche gulden oft deen hant; ende<br />

omme dat te onderhauden is overdragen dat die kynderen oft erfgenamen <strong>van</strong> den<br />

gueden diese deylen zullen dairuuyt men versceyden pachten vergeldende is, sculdich<br />

zullen wesen den renthiers pachten dairuuyt hebbende, <strong>van</strong> der deylinge copie<br />

te geven ende die renthiers wederomme den deylers copie <strong>van</strong> horen pachtbrieven te<br />

geven sonder weygeringe, opten peen als voir, etc.;<br />

280


fol. 324 r<br />

fol. 324 v<br />

1495-1496<br />

Van der betalinge der huerlinge<br />

item dat een huerlinc oft pechtener, uuytgesceyden erfpachtinge, betalende zyn<br />

huere ende zyn hantlichtende, sal dairmede gestaen, te wetene oft die huerlinc zynen<br />

meester betaelt hedde eer hy <strong>van</strong> den chynsen oft pachten gemaent weer, soe sal<br />

hy in der manieren voirs. gestaen, beheltelic hem zyn ploechrecht; mar weer hy gemaent<br />

ende dairenboven zyn huer zynen meester betaelt, zoe en sal hy nyet gestaen<br />

zyn handen te lichten, mar sal sculdich zyn die pachten ende chynsen / <strong>van</strong> zynen<br />

tyde te betalen, zoeverre die penningen <strong>van</strong> derselver hueren oft pachtingen hen zoe<br />

verre strecken;<br />

Van den alden pachten te manen<br />

item dat men <strong>van</strong> alden pachten dairaf die geloever doot is ende die renthyer zyn<br />

onderpanden nyet en can bewysen, sal men moegen ingebieden den lesten herbrenger<br />

ende betaelder totdat hy enen sculdiger wyst, etc.; tselve <strong>van</strong> den tween voirs.<br />

poincten sal men onder onderhouden opt plat;<br />

Wat erven op te wynnen<br />

item dat men die erven die men wil opwynnen, nyet en der¡ ledich laten liggen, mar<br />

sal die moegen bruycken tot behoe¡ dergeenre die dairtoe zullen wesen gerecht, beheltelic<br />

den bruycker zyn ploechrecht, ende dat men dairop weder sal zitten ten<br />

eynde <strong>van</strong> den iair ende tselve sal oic gescien opt plattlandt;<br />

Van der geldinge der beden<br />

item dat die ingesetenen <strong>van</strong> den platte<strong>nl</strong>ande als steden, vryheiden ende dorpen<br />

hoir bede gelden zullen daer zy buycvast oft huysraet houdende ziin, het en weer<br />

datse toegen ten Bosch, Megen, Gemart, Rauensteyn oft diere gelycke oft buyten<br />

deser meyeryen; in dien gevalle zullen hoir gueden gelden daerse gelegen zyn;<br />

Van der geldinge der geestelycker personen<br />

item dat alle geestelycke personen die geenen onraet dagelix en gelden met horen<br />

gebueren dair zy woenechtich zyn, dat zy sullen staen nae der instructien <strong>van</strong> den<br />

iair LI; 1<br />

Van der geldinge der poirterengueden opt platlant 1<br />

item die gueden opt platlant gelegen toebehorende den ingesetenen deser stat die<br />

metten platte<strong>nl</strong>ande syndert den iair LXXX lestleden gegouwen hebben, noch mede-<br />

/ gelden sullen alse doen gouwen in alsulkenen staet alse doen waren, ende die<br />

gueden die men syndert den voirs. iair vercregen heeft ende noch vercrigen sall, mede<br />

contribueren sullen, te wetene als den tax der stat ende meyeryen isV M Rynsgulden,<br />

zoe sall een Bosch mud rogen gelden II Brabantz groet ende twe Beyers gulden<br />

twee Brabants groet ende dairnae op ende meer; 1<br />

Oeck <strong>van</strong> der geldinge deser poirterengueden<br />

item deser stat poirterengueden voir den voirs. iaer LXXX by deselve vercregen,<br />

zullen vrii zyn; ende oft ennige poirteren syndert tiair LXXX vercregen hedden<br />

oft alnoch vercrigen tegen enige poirteren oft gevryde personen ennige gueden, dat<br />

dieselve vrii zullen blyven zoelange alse gevryder hant zyn; 1<br />

1 In margine nota.<br />

281


fol. 325 r<br />

fol. 325 v<br />

1495-1496<br />

Ad idem<br />

ende die gueden dieby ennige in gevryde plaetsen gecoft zyn oft noch zullen werden,<br />

zullen vry zyn in der manieren voirs.; 1<br />

item dat opgewonnen erven voir poirterspachten <strong>van</strong> auderen daet dan LXXX<br />

lestleden oft die noch alsoe opgewonnen zullen werden, vry zullen zyn, tenweer<br />

datse beter weren; in dien gevalle zy <strong>van</strong> der beternisse gelden zullen; 1<br />

item dat chynsen ende pachten den poirteren deser stat syndert den iair LXXX<br />

geloeft vry <strong>van</strong> beden te leveren, dat men den brieven achtervolgen sal; 1<br />

Dat die gueden buyten opgewonnen een iair te verbueten staen<br />

item alsoe in sommigen plaetsen bynnen deser meyeryen opgewonnen erven altyt te<br />

verbueten staen, soe / is overdragen dat alsulckenen opgewonnen erven oft gueden<br />

te verbueten staen sullen een iaer lanck, gelyc dat in der stat <strong>van</strong> Den Bosch gewoentlic<br />

is, ende teynden den iaer sal men die doen veylen ende dairop sitten om<br />

ten hoichsten te vercopen;<br />

Ad idem<br />

item die gueden die hier voirmaels opgewonnen zyn, die sal men bynnen iaers moeten<br />

verbueten, indien men dair weder aen wil comen;<br />

Ad idem<br />

item ende dair die gueden tot genen verbueten en staen, dairaf sal men oec onderhouden<br />

trecht deser stat;<br />

Van den onmundigen ende uuytlendigen<br />

in desen altyt uuytgesceyden trecht dergeenre die buyten lantz zyn ende der onmundiger<br />

kynderen;<br />

Van den costen aen de opgewonnen gueden gedaen<br />

item dat die verbuetter sal den opwynre sculdich wesen aen te leggen alle nootlyke<br />

reparacie ende costen ende zyn ploechrecht laten volgen;<br />

Van der bloetinge der opgewonnen gueden<br />

item dat men die opgewonnen erven oft gueden bynnen iaers nyet en sal bloetten; 1<br />

Van den commer gemaect op vercofte erven<br />

item oft yemand ennigen gueden cofte ende die coeper den vercoeper geloefden in<br />

scepenenbrieven pachten oft penningen dairvoir te betalen oft af te leggen ende die<br />

coeper daernae in denselven erve anderen commer maect ende dien in scepenenbrieven<br />

geloeft oft voir den coep <strong>van</strong> den gueden ennigen commer gemaect hedde<br />

ende geloeft in scepenenbrieven, dat nochtans den daet <strong>van</strong> den voirs. scepenen by<br />

den coeper geloeft voir dat erve voirgaen sal; desgelycx <strong>van</strong> allen scultbrieven duerende<br />

den tyt in denselven brieven begrepen; 1 /<br />

Van den costen te doen voir tplatlant<br />

item dat die stat <strong>van</strong> Den Bosch egeen costen doen en sal voir tplatlant <strong>van</strong> dachvaerden<br />

oft anderssins, zy en sal <strong>van</strong> denselven platte<strong>nl</strong>ant yerst consent hebben,<br />

tenweer dat die saken haest hedden;<br />

1 In margine nota.<br />

282


fol. 326 r<br />

fol. 326 v<br />

Ad idem<br />

item dat men sulcken costen den platte<strong>nl</strong>ant sal moeten heysschen bynnen iaers oft<br />

bynnen eenre maent daernae onbegrepen;<br />

Van der interpretacie der poincten voirs.<br />

item ende dat alle twivelaigien die rysen muchten in de poincten voirs. oft tusschen<br />

partyen dienaengaende, sullen staen ten beslichte der withouderen deser stat, etc.;<br />

gelyc in enen boeck oft brieve dairop gemaect breder is begrepen, beginnende<br />

tselve: Àlsoe in tyden voirleden vele di¡erenten'ende begrepen folio C LXVI; ende<br />

welke raminge ende overdrach voirs. metgaders die articulen ende poincten dairinne<br />

begrepen, uuytgesceyden die poincten getekent ende noteert in mergine signo,<br />

die voirs. eertshertoge Philips den XXIX en dach augusti int iair M CCCCC ende<br />

sess, doen wesende coninc <strong>van</strong> Castillien, <strong>van</strong> Leoen ende <strong>van</strong> Grenade, etc. heeft<br />

con¢rmeert, gelyc nae blycken sal. /<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XCVI to : Goeswinus <strong>van</strong> den Hezeacker,<br />

Willelmus de Buchouen, Iohannes Kanapart ¢lius Iohannis, Anthonius Spierinc,<br />

Martinus de Campen, Henricus Ghiselen ¢lius Henrici, Lambertus <strong>van</strong> den Hezeacker.<br />

Burgimagistri: Iohannes Heym, Gerardus Kuyst.<br />

Receptores: Lambertus Bogart, Henricus de Ophouen.<br />

Dat meester Clais Kuyst secretaris wert<br />

In dicto scabinatu tercia iulii Franco de Langel secretarius / in opido de Buscoducis<br />

resignavit o¤cium suum secretariatus in manibus dicti opidi et ipsum opidum<br />

in loco eius instituit magistrum Nycolaum Kuyst, qui eodem die suum<br />

iuramentum secretariatus prestitit. 1<br />

Quod archidux Philippus intravit opidum de Buscoducis 2<br />

1496-1497<br />

In dicto anno XCVI to feria tercia videlicet decima tercia decembris, circiter horam<br />

quintam post meridiem, supradictus dux Philippus, archidux Austrie, dux<br />

Bourgoindie, Brabantie, etc. cum magna pompa suum opidum de Buscoducis intravit<br />

ubi etiam magni¢ce receptus est. 3<br />

1 Vertaling: in genoemd schepenjaar op 3 juli deed secretaris Frank <strong>van</strong> Langel afstand <strong>van</strong><br />

zijn ambt <strong>van</strong> secretaris in handen <strong>van</strong> de genoemde stad en de stad heeft in zijn plaatsNicolaas<br />

Kuyst aangesteld, die diezelfde dag zijn eed op het secretarisambt afgelegd heeft.<br />

2 Vertaling: dat aartshertog Filips de stad 's-Hertogenbosch binnengetreden is.<br />

3 Vertaling: in genoemd jaar (14)96 op dinsdag, namelijk 13 december, is rond het vijfde uur<br />

na de middag bovengenoemde hertog Filips, aartshertog <strong>van</strong> Oostenrijk, hertog <strong>van</strong> Bourgondie«<br />

, Brabant, etc. met groot vertoon zijn stad 's-Hertogenbosch binnengetreden, alwaar<br />

hij ook glorieus ont<strong>van</strong>gen is.<br />

283


fol. 327 r<br />

1496-1497<br />

Propina facta archiduci Philippo 1<br />

Altera vero die hora septima post meridiem iuxta eiusdem opidi Busciducensis<br />

antiquam consuetudinem eidem duci Philippo facta est propina per idem opidum<br />

de duobus bobus et duabus plaustratis vini dictis twe voeder wyns. 2<br />

Intronisacio archiducis Philippi in opido Busciducensi 3<br />

Sequenti vero die videlicet decima quinta eiusdem mensis decembris, hora decima<br />

ante meridiem, ante domum consulum eiusdem opidi Busciducensis supradictus<br />

archidux Philippus intronisatus est et prestitit iuramentum solitum dicto<br />

opido et villicatui eiusdem, quod quidem iuramentum eidem prestitit Iohannes<br />

burgimagister pro tempore eiusdem opidi. Quo vero / iuramento a dicto duce<br />

Philippo prestito burgimagistri, scabini, consules et tota communitas presentis<br />

opidi eidem Philippo archiduci viceversa homagium prestiterunt et iuramentum<br />

et hoc per organum reverendissimi et nobilis domini Iohannis de Houthem, domini<br />

de Houthem, de Huldebergen, etc. cancellarii Brabantie, in qua quidem intronisacione<br />

presentes fuerunt dictus dominus cancellarius, dominus Philebertus<br />

deVeray, nuncupatus La Mouche, grote ende ierste ioncker <strong>van</strong> der escuirye, lator<br />

aurei gladii, dominus Iohannes de Egmonda, dominus Iohannes de Bergis, dominus<br />

de Bergen, de Wailhain, dominus Fredericus deYselsteyn, dominus Cornelius<br />

de Bergis et plures alii domini. 4<br />

De baptisatione unius iudei 5<br />

Intronisatione facta idem Philippus archidux versus ecclesiam sancti Iohannis<br />

equitavit, ubi in summo choro ante summam altare ecclesie per magistrum<br />

Ghysbertum die Bye, decanum pro tempore eiusdem ecclesie, quidam iudeus<br />

nuncupatus Iacob ex Almania in sacro fontebaptismatis est renatus et baptisatus.<br />

Quem iudeum idem Philippus archidux, domini Iohannes de Bergis, Cornelius<br />

de Bergis et plures alii domini de sacro fonte levarunt et vocatus est Philippus<br />

cum cognomine de sancto Iohanne, qui depost ut dicebatur apostotavit. Et dicto<br />

1 Vertaling: de schenkingaan aartshertog Filips.<br />

2 Vertaling: de volgende dag echter, het zevende uur na de middag, is naaroude gewoonte <strong>van</strong><br />

de stad 's-Hertogenbosch door deze stad een geschenk aangeboden aan hertog Filips <strong>van</strong><br />

twee ossen en twee karren wijn, genaamd twee voeder wijn.<br />

3 Vertaling: de intronisatie <strong>van</strong> aartshertog Filips in de stad 's-Hertogenbosch.<br />

4 Vertaling: de volgende dag echter, namelijk 15 december, het tiende uur voor de middag, is<br />

voornoemde aartshertog Filips voor het raadhuis <strong>van</strong> de stad 's-Hertogenbosch ge|« ntroniseerd<br />

en heeft hij de gebruikelijke eed aan genoemde stad en burgers afgelegd, welke eed<br />

aan hem afgelegd is door Jan, op dat moment burgemeester <strong>van</strong> de stad. Na welke eeda£egging<br />

door genoemde hertog Filips de burgemeesters, schepenen, consuls en de gehele raad<br />

<strong>van</strong> deze stad op hun beurt aan aartshertog Filips hulde brachten en de eed a£egden en dit<br />

bij monde<strong>van</strong> de meesteerbiedwaardigeen edele heer Jan <strong>van</strong> Houthem, heer<strong>van</strong> Houthem,<br />

<strong>van</strong> Huldenberg, etc. kanselier<strong>van</strong> Brabant; bijdezeintronisatiewaren aanweziggenoemde<br />

heer kanselier, heer Filibert <strong>van</strong>Veray, genaamd La Mouche, opperstalmeester, drager <strong>van</strong><br />

het gouden zwaard, heer Jan <strong>van</strong> Egmond, heer Jan <strong>van</strong> Bergen, heer <strong>van</strong> Bergen, <strong>van</strong>Walhain,<br />

heer Frederik <strong>van</strong> IJsselstein, heer Cornelis <strong>van</strong> Bergen en vele andere heren.<br />

5 Vertaling: over het dopen <strong>van</strong> een jood.<br />

284


fol. 327 v<br />

fol. 328 r<br />

iudeo baptisato idem archidux Philippus eodem die circiter horam duodecimam<br />

ab hoc opido recessit. 1 /<br />

Dat hertoge Philips huwelic dede ende vrouwe Margriet dede oick<br />

huwelic<br />

Oeck in den voirs. iair XCVI, naedat twee huwelycken gesloten waren, te wetene<br />

tusschen den prince <strong>van</strong> Spaengien, des conincx <strong>van</strong> Spaengien ende <strong>van</strong> Argon<br />

zoene, ende der voirs. vrouwe Margrieten, dochter des Roemschen Conincx<br />

Maximiliaens, ende tusschen den voirs. hertoge Philips ende vrouwe Iohanna,<br />

die tweeste dochter <strong>van</strong> den voirs. coninc <strong>van</strong> Spaengien, soe wairt vrouwe Iohanna<br />

voirs. met groten state te sceep overgebracht in Zeelant ende voirt tot Antwerpen<br />

ende hertoghe Philips voirs. troudense te Lyer ende over een iair dairnae<br />

baerden zy tot Bruessel een dochter, genoempt Leonora. Ende vrouwe Margriet<br />

wairt oeck overgevuert in Spaengien ende zy trouden aldair den voirs. zoen <strong>van</strong><br />

Spaengien, daira¡ zy een vrucht creech die terstont ster¡. Ende insgelycx ster¡<br />

haestelyc hair man, die voirs. prince ende zoen <strong>van</strong> Spaengien. Ende vrouwe<br />

Margriet voirs. wairt weder overgebracht in desen lande ende wairt bestaedt aen<br />

hertoge Philibeert <strong>van</strong> Sauoyen. /<br />

Addicie <strong>van</strong> der incoempste hertoge Philips, eertshertoge, etc.<br />

1496-1497<br />

In den voirs. iair XCVI in de maent <strong>van</strong> merte soe heeft die voirs. eertshertoghe<br />

Philips in manieren <strong>van</strong> addicien tot zynre genaden incoempste <strong>van</strong> den daet<br />

XCIIII lestleden den lande <strong>van</strong> Brabant verleent, gewillecoert ende geconsenteert<br />

dese naevolgende poincten ten ewigen daigen denselven te onderhouden<br />

ende te doen onderhouden, te wetene:<br />

Dat Graue, dlant <strong>van</strong> Kuyc, Kessel, Oyen aen Brabant zullen blyven<br />

in den yersten dat die stat ende lande <strong>van</strong> Den Graue metten lande <strong>van</strong> Kuyck, Kessel<br />

ende Oyen zullen blyven annexeert aen Brabant ende dairaf nummermeer werden<br />

gesceyden;<br />

Van der verkeringe der coepluyden ende stapelen<br />

item dat alle coepluyden alsoewael <strong>van</strong> buyten als <strong>van</strong> bynnen lantz met horen comanscappen<br />

zullen moegen varen, vlyeten ende verkeren in den lande <strong>van</strong> Brabant<br />

ende Ouermaze vredelic, dair hen sal gelieven op horen rechten tolle sonder bedwongen<br />

te werden hoir comanscap te moeten doen meer in een plaetse dan in dander;<br />

ende datse moegen woenen in den voirs. lande dairt hen gelyeven sal sonder ter<br />

saken <strong>van</strong> ennigen stapelen oft anderssins in horen vryen wil belet te moigen worden,<br />

behoudelic dat dat nyet vorder en sal moegen worden geextendeert dan totten<br />

1 Vertaling: na de intronisatie reed deze aartshertog Filips naarde Sint-Janskerk, waar in het<br />

hoogkoor voor het hoogaltaar door meester Gijsbert de Bye, op dat moment deken <strong>van</strong> de<br />

kerk, een zekere jood genaamd Jacob <strong>van</strong> Duitsland in de heilige doopvont herboren en gedoopt<br />

is. Deze aartshertog Filips, de heren Jan en Cornelis <strong>van</strong> Bergen en vele andere heren<br />

hebben deze jood uitde doopvontgeheven en hij is Filips genoemd, metals bijnaam <strong>van</strong> Sint-<br />

Jan, en later, naar men zei, is hij afvallig geworden. En deze aartshertog Filips is, na de doop<br />

<strong>van</strong> genoemde jood, diezelfde dag rond het twaalfde uur uit deze stad vertrokken.<br />

285


fol. 328 v<br />

fol. 329 r<br />

1496-1497<br />

stapelen die nu in Brabant zyn, ende dat aengaende dien <strong>van</strong> Lyer ende Dyest ende<br />

den stapele <strong>van</strong> den vede zouden zyn genaden ordineren zoe men bevynden sal behorende;<br />

/<br />

Van dengeenen die om civile saken ge<strong>van</strong>gen zyn<br />

item dat men in Brabant om civile saken geen ondersaten in sloten sal houden ge<strong>van</strong>gen,<br />

mar dat die hoir gevenckenisse zullen houden in de vroenten ter plaetsen<br />

daerse aengetast zyn zoeverre dair vroenten zyn, ende dat mense ontslaen sal op<br />

caucie terechtte staen ende den gewysden tevoldoen, tenweer datse ge<strong>van</strong>genweren<br />

voir gewysde dingen oft voir penningen den prince aengaende;<br />

Van ke<strong>nl</strong>ycken ongevallen<br />

item dat alle lyeden ende onderseten <strong>van</strong> Brabant <strong>van</strong> kentlycken ongevalle die hen<br />

aen hoir personen oft aen hoir kynderen, dyeneren, boden oft huysgesynne zouden<br />

moigen geboren dairaf zy oft ennige <strong>van</strong> hen <strong>van</strong> lyve ter doot quamen, sullen staen<br />

ende blyven vry ende onbelast <strong>van</strong> enniger verbuerten oft con¢scacien <strong>van</strong> horen<br />

gueden, <strong>van</strong> welken ongevallen die wethouderen <strong>van</strong> der plaetsen ten versueck <strong>van</strong><br />

den o¤cier aldair die zaken zullen aensien ende visiteren ende dat gedaen vercleren<br />

oft dat voir ongevalle zal behoren gehouden te werdene oft nyet; ende tgeen des zy<br />

dienaengaende vercleren zullen, sal men sculdich zyn te achtervolgen;<br />

Van den mercten Bruessel, Antwerpen, Bergen<br />

item dat men die iaermercten <strong>van</strong> Bruessel, Antwerpen ende Bergen opten Zoom<br />

nyet en sal turberen by ennige execucien, bevelen oft verboden, het en zy met brieven<br />

<strong>van</strong> marcke, contramarcke, arresten oft diergelyc, in desen uuytgesceyden des<br />

prince sculde oft die ordinancie gemaect oft te makene opte munte die men onderhouden<br />

sal in de iaermercten als dair buyten ende die overtreders stra¡en; /<br />

Van der visscheryen opter Zinnen<br />

item dat een yegelic sal moegenvisschen op die rivyer <strong>van</strong> der Zinnen zoe men plach<br />

oft mochte doen ten tyde <strong>van</strong> hertoge Philips <strong>van</strong> Bourgoindien;<br />

In wat tale men uuyten hove die brieven seynden sal<br />

item dat men alle brieven die men uuyten hoeve <strong>van</strong> Brabant uuytseynden zal, maken<br />

sal in der talen als men spreect daerse gesonden zullen werden;<br />

Van gestolen goet<br />

item als die o¤cieren ge<strong>van</strong>gen hebben yemanden die enen anderen zyn gelt oft goet<br />

gestolen oft ontvreempt heeft ende tselve goet noch hedde oft in zynen name wiste<br />

onverthiert, zoe en sal dat nyet verbuert zyn, mar sal die o¤cier gehouden zyn dat<br />

der partyen te restitueren oft doen restitueren, zoeverre die partye dat zyn maecte<br />

oft wittelic bleeck zyn te zyne, behoudelic dat men den o¤cier sal gehouden zyn<br />

dairaf zynen redelycken sallaris te geven ter discrecien der wethouderen dair dat geboren<br />

sal;<br />

Dat men nyemanden en sal <strong>van</strong>gen die ter goeder famen staet<br />

item dat men voirtaen nyemanden egeen vryheit <strong>van</strong> steden oft anderssins hebbende,<br />

en zal moegen aentasten noch <strong>van</strong>gen die ter goeder namen ende famen<br />

286


fol. 329 v<br />

fol. 330 r<br />

1496-1497<br />

staet, do¤cier en sal ierst volcomen informacie genomen hebben <strong>van</strong> der suspicien<br />

dairomme hy dien aentasten oft <strong>van</strong>gen soude willen;<br />

Van yemanden te pynen<br />

ende dat men nyemanden en sal pynen, do¤cier en zal zyn informacie den wethouderen<br />

gethoent hebben ende hy en zy met vonnisse derselver dairtoe gewesen, etc.;<br />

Dat die o¤ciers uuyt crachten <strong>van</strong> transpoirt oft procuracie nyet en mogen<br />

cummeren<br />

item dat <strong>van</strong> nu voirtaen ten ewigen daigen geen drossaet, amman, scouthet, meyere<br />

oft ander o¤cier / uuyt crachte <strong>van</strong> transpoirte oft procuracie die zy <strong>van</strong> yemanden<br />

zouden moigen hebben oft aennemen, arresteren, cummeren oft belasten en zullen<br />

moegen bynnen horen bedryve by hen oftyemanden anders ennige ingesetenen <strong>van</strong><br />

Brabant oft hoir gueden uuyt saken <strong>van</strong> sculden die de steden, vryheiden oft dorpen<br />

sculdich zyn <strong>van</strong> lyfrenthen oft andere sculden, opte verbuerte <strong>van</strong> thien Andriesgulden;<br />

prout in litteris incipientibus:`Philips, by der gracien Goids'etc. et comprehensis<br />

folioV C XLII.<br />

Van den penningen heren Cornelissen <strong>van</strong> Bergen geloeft, etc. ter<br />

cause <strong>van</strong> Den Graue, etc.<br />

Oeck in den voirs. iair XCVI den dorden dach augusti, naedien die voirscr. eertshertoge<br />

Philips die drie Staten slantz <strong>van</strong> Brabant versocht hadde hen te willen<br />

verbynden aen heren Cornelissen <strong>van</strong> Bergen in de somme <strong>van</strong> XXVIII M IX C<br />

XXXIIII ponden, XIIII scellingen, XI obolen, ten pryse <strong>van</strong> XL groeten<br />

Vleemsch elck pont, ende dat by redenen <strong>van</strong> der bewaernisse der stat ende slote<br />

<strong>van</strong> Den Graue ende <strong>van</strong> den onderhouden der ruyteren aldaer by heren Cornelissen<br />

voirs. gedaen tot den XXVIII en dach <strong>van</strong> iulio int iair XCVI lestleden, ende<br />

<strong>van</strong> der reparacien ende forti¢cacien aen de voirs. stat gedaen tot 1 VI en dach april<br />

int iair XCIIII lestleden, als te wetene denselven heren Cornelissen die te betalen<br />

tot X iaren, als te wetene ten iersten iair III M / ponden ende alsoe negen iaren<br />

lanck vervolgende elcx iaer III M ponden ende ten X ten iaer trest, etc. onder condicien<br />

dat die voirs. somme den voirs. Staten afslach soude wesen <strong>van</strong> iair te iaer<br />

aen de beden diese geven souden, etc. ende naedien dieselve Staiten denvoirs. hertoge<br />

Philips dairinne hadden belyeft onder zekere versceyden vorwarden ende<br />

condicien, soe heeft dieselve hertoge Philips die voirs. Staiten daira¡ gedanct<br />

ende hen zekere versceyden vorwarden accordeert; prout in litteris incipientibus:<br />

`Philips, by der gracien Goidz'etc. et comprehensis in een vidimus by der stat <strong>van</strong><br />

Bruessel gegeven, beginnende: Àllen denghenen die dese letteren'etc. et comprehensis<br />

folioV C XI.<br />

Geloeft <strong>van</strong> der stat <strong>van</strong> Den Graue gedaen by heren Cornelissen <strong>van</strong><br />

Bergen<br />

Oeck in den voirs. vidimus ad signum tale (½33) staet begrepen enen brie¡ die<br />

heer Cornelis voirs. den voirs. Staten <strong>van</strong> hem heeft gegeven <strong>van</strong> den voirs. daet<br />

1 Aldus hs., men verwacht hierna den.<br />

287


fol. 330 v<br />

fol. 331 r<br />

fol. 331 v<br />

1497-1498<br />

VI ta augusti MCCCC XCVI, daerinne heer Cornelis voirs. denvoirs. Staten heeft<br />

geloeft, dat hy ende zyn nacommers, amptmannen ende bewaerders <strong>van</strong> der stat<br />

ende slote <strong>van</strong> Den Graue dieselver stat ende slot voirtaen sullen moeten onderhouden<br />

metten renten, prou¡yten, beden, gratuiteyten ende vervallen <strong>van</strong> denzelven<br />

sonder cost oft last <strong>van</strong> den / lande <strong>van</strong> Brabant, tenwaer by oirloge by<br />

consente <strong>van</strong> den prince ende Staten <strong>van</strong> Brabant aengenomen, etc.;<br />

item ende dat hy noch zyn nacommers en zullen moegen aennemen ennige oirloge<br />

noch oic feyten <strong>van</strong> oirlogen doen uuyten Graue, het en zy by bevele <strong>van</strong> den<br />

prince ende der drien Staten slantz <strong>van</strong> Brabant;<br />

item ende dat hii noch zyn nacommers in den voirs. ampte ende bewaernisse <strong>van</strong><br />

der stat ende slote <strong>van</strong> Den Graue dieselve in all noch in deel overgeven en zal<br />

noch stellen in anderen handen dan in handen <strong>van</strong> den prince ende der Staten<br />

voirs. tot behoe¡ derselver ende des lantz.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XCVII o : Iohannes deVladeracken, Iohannes<br />

Heym,Yewanus Kuyst, Raso Raessen, doctor in medicinis, Anthonius Hinckart,<br />

/ Willelmus de Achel, Lambertus die Wol¡, Ghysbertus ¢lius Godefridi<br />

Gielis, loco dicti Hinckart ¢endo sculteto.<br />

Burgimagistri:Willelmus de Busco, Petrus Pels; cum istis cessavit magistratus. 1<br />

Receptores: Theodericus ¢lius Godefridi Gieliss.,Willelmus ¢lius Iohannis Willemss.<br />

Dat <strong>Os</strong> zoe ruekeloes <strong>van</strong> den heer <strong>van</strong> Gelre overvallen wairt<br />

In dicto anno ac scabinatu altera festi beati Luce e<strong>van</strong>geliste in die Iouis dominus<br />

Karolus de Gelria sine di¤datione aliqua previa clam et subito illis de <strong>Os</strong> adhuc<br />

de mane in lecto iacentibus et nichil quam pacem et bonum scientibus cum sua<br />

potentia intravit libertatem de <strong>Os</strong> et totum combussit, similiter partem de Ge¡en<br />

quod posteavindicabatur auxilio ducis Saxonie qui devicit Bathenborch et multa<br />

villagia in patria Gelrensi combussit, et eodem anno in die Nativitatis Domini<br />

sequente iterum factus est tractatus treugarum inter ducem nostrum et dictum<br />

dominum Karolum de Gelria. 2<br />

In dicto scabinatu XVIII a iulii anno XCVIII prestitit Philippus Hinckart iuramentum<br />

super o¤cio scultetatus inferioris in Buscoducis / et dictus Anthonius<br />

Hinckart e¡ectus est locum tenens dicti Philippi inferioris sculteti et institutus est<br />

1 Vertaling: met dezen eindigde het burgemeesterschap.<br />

2 Vertaling: in genoemd jaar en schepenjaar daags na Sint-Lucas op donderdag (= 19 oktober)<br />

is Karel <strong>van</strong> Gelre zonder enige voorafgaande waarschuwing heimelijk en plotseling,<br />

terwijl de inwoners <strong>van</strong> <strong>Os</strong>s vroeg in de morgen nog in bed lagen en <strong>van</strong> niets anders wisten<br />

dan <strong>van</strong> vrede en goedheid, de vrijheid <strong>van</strong> <strong>Os</strong>s binnengedrongen met zijn legermacht en<br />

heeft haargeheel in brand gestoken, samen met hetdeel <strong>van</strong> Ge¡en, datlater verworven werd<br />

met hulp <strong>van</strong> de hertog <strong>van</strong> Saksen, die Batenburg veroverde en vele dorpen in Gelderland in<br />

brand stak, en datzelfde jaar op Kerstmis daaropvolgend is opnieuw een verdrag gesloten<br />

tussen onze hertog en genoemde heer Karel <strong>van</strong> Gelre.<br />

288


fol. 332 r<br />

1498-1499<br />

in loco eius scabinus dictus Ghysbertus ¢lius Godefridi Gielissoen, qui prestitit<br />

iuramentum XXX a iulii. 1<br />

In dicto scabinatu XI a augusti anno XCVIII obiit Bruxelle magister Godefridus<br />

de Dommelen, secretarius presentis opidi de Buscoducis, et in loco eius ego Petrus<br />

de <strong>Os</strong> ¢lius Iohannis Rutgerss. institutus sum et prestiti iuramentum super<br />

o¤cio secretariatus in die Exaltationis sancte Crucis inmedietate dictam undecimam<br />

diem augusti sequente. 2<br />

Nu ster¡ coninc Kaerle <strong>van</strong>Vrancryc sonder manss oir ende hertoghe<br />

Lodewyck <strong>van</strong> Oirliens wairt coninc <strong>van</strong>Vrancryck<br />

Oeck in den voirs. iair XCVII naedat coninc Kaerle <strong>van</strong> Vrancryck die groote<br />

reyse gedaen hadde ende conquesteert tconincryc <strong>van</strong> Napels dat hem gebleven<br />

was <strong>van</strong> coninc Renez, zynen ouden oem, die recht coninc was <strong>van</strong> Napels ende<br />

Secilien, quam hii weder in Vrancryck ende zynde te Ambose in Vrancryck met<br />

zynder coninginnen ster¡ hii, oudt wesende omtrent XXVI iaren, zeer ruekeloess.<br />

/<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XCVIII o : dominus Iohannes Back, miles,<br />

Iohannes Pynappel, Goeswinus de Brecht, Iordanus de Boert, Arnoldus Monix,<br />

Matheus Kuyst,Wolterus deVucht.<br />

Hic cessavit iterum burgimagistratus seu magistratus opidi Busciducensis et destituti<br />

sunt nationes predicte. 3<br />

Receptores: Iohannes deWyck, Ghysbertus de Hulst.<br />

In dicto scabinatu XIII a ianuarii circiter quintam horam intravit supradictus archidux<br />

Philippus hoc opidum de Buscoducis. XXIX a ianuarii sequente que fuit<br />

dies Martis supradictus Romanorum rex Maximilianus intravit dictum opidum,<br />

veniens de Grauia. 4 /<br />

1<br />

Vertaling: in genoemd schepenjaar 18 juli (14)98, heeft Filips Hinckart de eed <strong>van</strong> laagschout<br />

in 's-Hertogenbosch afgelegd en genoemde Anton Hinckart is als plaatsver<strong>van</strong>ger<br />

<strong>van</strong> genoemde laagschout Filips aangesteld; in diens plaats is genoemde Gijsbert, zoon <strong>van</strong><br />

Godfried Gieliszn., tot schepen benoemd; hij heeft de eed afgelegd op 30 juli.<br />

2<br />

Vertaling: in genoemd schepenjaar stierf op 11 augustus (14)98 te Brussel meester Godfried<br />

<strong>van</strong> Dommelen, secretaris <strong>van</strong> deze stad 's-Hertogenbosch, en in diens plaats ben ik,<br />

<strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong>, zoon <strong>van</strong> Jan Rutgerszn., aangesteld en ik heb de eed afgeled op het secretarisambt<br />

op Kruisverhe¤ng (= 14 september), volgend op elfaugustus.<br />

3<br />

Vertaling: hier hield het burgemeesterschap <strong>van</strong> de stad 's-Hertogenbosch op en zijn devoornoemde<br />

naties weer afgeschaft.<br />

4<br />

Vertaling: in genoemd schepenjaar op 13 januari rond het vijfde uur is voornoemde aartshertog<br />

Filips deze stad 's-Hertogenbosch binnengekomen. Op dinsdag 29 januari daaropvolgend<br />

is voornoemde Rooms Koning Maximiliaan deze stad binnengekomen, komend<br />

<strong>van</strong> Grave.<br />

289


fol. 332 v<br />

fol. 333 r<br />

1499-1500<br />

Een nederlage diere <strong>van</strong> Nymegen<br />

Eciam in dicto scabinatu et anno XCVIII o sabbato post Invocavit circiter horam<br />

quartam circiter Hoemen nobilis dominus Fredericus, dominus de Yselsteyn,<br />

cum suis ruteris et certis armigeris ducis Cleuensis prostravit de Nouomagensi<br />

circiter mille armatos. 1<br />

Remigii confessoris anno M o CCCC o XCIX o : Iohannes de Arkel ¢lius Petri,Willelmus<br />

de Busco, Godefridus Grotart de <strong>Os</strong>, Henricus Kuyst, Iohannes Monix,<br />

Iohannes Ghysselen, Arnoldus Beys.<br />

Dat hertoge Kaerle, zoen <strong>van</strong> den ertshertoghe Philips, wairt geboren<br />

In dicto scabinatu et anno XCIX o predicto XXIII a februarii natus est in Gandauo<br />

comes Flandrie, ¢lius supradicti / ducis Philippi, archiducis Austrie, ducis<br />

Bourgoindie, Brabantie, etc. et baptisatus est ibidem in ecclesia sancti Iohannis<br />

VII a marcii et accepit sibi nomen supra sacram fontem Karolus et eundem de sacro<br />

fonte levarunt princeps de Symay, dominus Iohannes de Bergis, domina Margareta<br />

de Oistenryck et domina Margareta, relicta quondam ducis Karoli, soror<br />

regis Eduwardi Anglie. 2<br />

Dat meester Arnt <strong>van</strong>Weilhusen ster¡<br />

In dicto scabinatu VI ta februarii obiit magister Arnoldus de Weylhusen, secretarius<br />

in Buscoducis, et institutus est in locum eius magister Raso Raess., doctor in<br />

medicinis, qui prestitit iuramentum secretariatus XV ta februarii inmedietate sequente.<br />

3<br />

Receptores nomine et secundum quid: magister Franciscus Toelinc, Iohannes<br />

Vrancken, et absque receptione sed solum constituti privilegio presentis opidi satisfaciendo.<br />

4<br />

1 Vertaling: ook in genoemd schepenjaaren hetjaar (14)98 heeft de edele heer Frederik, heer<br />

<strong>van</strong> IJsselstein, op zaterdag na Invocavit (= 23 februari) rond het vierde uur in de buurt <strong>van</strong><br />

Heumen met zijn ruiters en zekere schildknapen <strong>van</strong> de hertog <strong>van</strong> Kleef ongeveer 1000 gewapenden<br />

uit Nijmegen verslagen.<br />

2 Vertaling: in genoemd schepenjaaren het voornoemde jaar (14)99 is op 23 februari in Gent<br />

de graaf <strong>van</strong> Vlaanderen, zoon <strong>van</strong> de voornoemde hertog Filips, aartshertog <strong>van</strong> Oostenrijk,<br />

hertog <strong>van</strong> Bourgondie« , Brabant, etc. geboren en hij is in de Sint-Janskerk aldaar gedoopt<br />

op 7 maart en heeft bij de doopvont de naam Karel ont<strong>van</strong>gen; de prins <strong>van</strong> Chimay,<br />

heer Jan <strong>van</strong> Bergen, vrouwe Margareta <strong>van</strong> Oostenrijk en vrouwe Margareta, weduwe <strong>van</strong><br />

hertog Karel, zuster <strong>van</strong> koning Eduward <strong>van</strong> Engeland, hebben hem uit de doopvont geheven.<br />

3 Vertaling: in genoemd schepenjaar stierfop 6 februari meester Arnold <strong>van</strong>Weijlhuijsen, secretaris<br />

<strong>van</strong>'s-Hertogenbosch, en in zijn plaats is meester Raas Raess., arts, aangesteld, die<br />

de eed op het secretarisambt afgelegd heeft op 15 februari daaropvolgend.<br />

4 In margine nota; vertaling: en zonder ont<strong>van</strong>gstbevoegdheid, maar alleen aangesteld om te<br />

voldoen aan het privilege <strong>van</strong> deze stad.<br />

290


fol. 333 v<br />

fol. 334 r<br />

fol. 334 v<br />

Dat alreyerst bynnen deser stat ordineert worden sess mannen totter<br />

policien derselver; die macht der voirs. sess<br />

Want dese stat mits versettinge des raetz derselver gedaen int iair XCIIII<br />

lestleden /ende anderssins, etc. seer ten achteren was gegaen ende in groten sculden<br />

comen, alsoe dat die bourgeren, coepluyden ende ingesetenen derselver hoir<br />

hoeft uuyter poirten nyet en dorsten steecken, zy en worden arresteert voir deser<br />

statrenten ende sculden die zeer hoichverlopen waren, soe heeft dieselver stat, nae<br />

vele vergaderinge by haren raide gehadt als den XII en dach augusti in den voirs.<br />

iair XCIX totter policien der voirs. stat ende totten regimente ende beweynde<br />

dat die rentmeesters oft bourgermeesters deser stat hadden gehadt, gecoren sess<br />

goede mannen by namen: Aelbert Keteler, Gerart Ketheler, Rolo¡ Noppen,<br />

Dirck <strong>van</strong> Hedel, Ian Pynappel, Henrick <strong>van</strong> Deuenter, welken sess mannen die<br />

voirs. stat den tyt <strong>van</strong> sess iaren beginnende Remigii anno XCIX voirs. ende sonder<br />

myddelt volgende geordineert heeft te hebbene auctoriteyt ende macht, te wetene<br />

in den iersten in allesgeens daermede zy moigen helpen dese stat uuyt haren<br />

commer ende wes zy by hore redelicheit ende consciencie ordineren dairmede<br />

dese stat geholpen werde, des zullen / zy <strong>van</strong> boven tot beneden tot hore consciencie<br />

geloeft wesen ende moegen doen ende dat durende den tyt <strong>van</strong> sess iaren<br />

ingaende te Bamisse XCIX;<br />

item dat die sess mannen daerenbynnen nyet en zullen werden gecoren tot ennigen<br />

staet oft regimente deser stat;<br />

item datse geen assynsen en zullen pachten oft dairinne mededeylen;<br />

item datse ten versuecke der drien leden deser stat alle iaer sculdich zullen wesen<br />

te doen rekeningen et reliqua; 1<br />

Dat den staet deser stat wairt afgeset<br />

item ende dat den voirs. tyt gedurende den staet deser stat afwesen sal, etc.;<br />

1499-1500<br />

Con¢rmacie der voirs. sess<br />

welke ordinancie ende koere der voirs. sess mannen die voirs. hertoge Philips, eertshertoge<br />

<strong>van</strong> Oistryc, etc. heeft gecon¢rmeert ende geapprobeert;<br />

Datse respyt had denVIII iaer die sculden te betalen op sekere form, in den<br />

Brabantschen Raet verleent<br />

ende dairtoe verleent deser stat tyt ende respyt <strong>van</strong> acht iaren naestcomende, beginnende<br />

opten voirs. XII en dach augusti anno XCIX omme deser stat sculden, renthen,<br />

commeren ende lasten daerenbynnen te moegen betalen in der manieren<br />

hiernae volgende, te wetene die twee ierste <strong>van</strong> den voirs. acht iaren, dairaf dierste<br />

iaer vallen sal tSint-Iansmisse naestcomende anno XV C , iairlix allee<strong>nl</strong>ic die loepende<br />

renthe sonder bynnen die II iaren ennige achterstel te betalen, ende durende<br />

die andere sess iaren oec iairlix die loepende renthe ende oic een sestendeel <strong>van</strong> den<br />

achterstellen, etc.; ende heeft dairtoe accordeert deser stat geleyde den voirs. tyt gedurende<br />

te moigen reysen ende alomme verkeren; gelyc breder begrepen is in de<br />

brieve / by onsen voirs. genedigen heer dairop <strong>van</strong> den voirs. daet verleent, begin-<br />

1 Vertaling: en bewijs.<br />

291


fol. 335 r<br />

fol. 335 v<br />

1500-1501<br />

nende dieselve brieve:`Philips, by der gracien Goids'etc. ende begrepen opten blade<br />

V C LVI.<br />

Dattet respyt <strong>van</strong> acht iaren is verandert ende gestelt op XII iaren beginnende<br />

prima octobris XCIX, in den Hoigen Raet verleent<br />

Oeck in den voirs. 1 XCIX nae der voirs. con¢rmacie ende respyt by onsen voirs.<br />

genedigen heer onder zynre genaden brieven in den Brabantschen Rade gedaen,<br />

verleent ende geexpedieert, soe hebben zyn genaden als den XXVIII en dach septembris<br />

in denselven iaer naedien zynen genaden verthoent was dese stat ten achteren<br />

te wesen in de sommen <strong>van</strong> C M ende III M IX C XXII Rynsgulden, VII<br />

scillingen, IIII penningen in den Groten Rade den tyt oft respyt <strong>van</strong> den voirs.<br />

acht iarenverandert opten tyt <strong>van</strong> XII iaren beginnende den iersten dach octobris<br />

naestcomende in den voirs. iair XCIX, omme dairenbynnen deser statsculden te<br />

betalen onder deser manieren, te wetene die twe eerste iaren allee<strong>nl</strong>ic die loepende<br />

renthen ende die andere thien iaren elcx iaers die loepende renthe ende<br />

thienste deel <strong>van</strong> den achterstel, etc.; ende dairtoe hebben zyn genaden die voirs.<br />

iaren gedurende vast geleyde verleent deser stat overall / in zynre genaden landen<br />

te moegen verkeren, behoudelic dat in desen respyt nyet en zyn begrepen, mar<br />

exempt, alle miserabel personen, nyet mechtich te verbeyden ende dies <strong>van</strong> nootsaken<br />

nyet en moigen onberen ende insgelycx zynre genaden dyeneren ende huysgesynne<br />

by den estron, 2 etc.; prout in litteris incipientibus:`Philips, by der gracien<br />

Goidz'etc. et comprehensis folioV C LXI.<br />

Dat dese stat die sess mannen geloeft te bescudden, etc.<br />

Oeck in den voirs. iair XCIX den XVI en dach septembris soe heeft dese stat den<br />

voirs. gecoren mannen geloeft voir alle fortse te bescudden ende te verantwoirdene,<br />

etc.; prout in litteris incipientibus: `Wy, scepenen, gesworen, raitsluyde'etc. et<br />

comprehensis folioV C LXVI.<br />

Van der scadeloesgeloeften dienende voir die bourgeren deen tegen<br />

dander<br />

Des anderendaigs daernae namentlic den XVII en dach der voirs. maent septembris<br />

int voirs. iair XCIX soe is gedaen by den raet deser stat een scadeloesgeloefte,<br />

dienende malcanderen <strong>van</strong> den geloeften den sess mannen <strong>van</strong> deser stat gedaen<br />

scadeloess te houdene; prout in litteris incipientibus: `Wy, scepenen, geswoeren'<br />

etc. et comprehensis folioV C LXVIII. /<br />

Remigii confessoris anno M o CCCCC o fuerunt scabini in Buscoducis:Theodericus<br />

die Borchgreue, Gerardus Kuyst, Iohannes Kanapart, Henricus die Leeuwe,<br />

Iohannes de Berkel, Martinus de Elmpt, Rodolphus <strong>van</strong> den Broeck.<br />

Receptores nomine et secundum quid: magister Henricus ¢liusTheoderici Henricxs.,<br />

Petrus de Hynden.<br />

1 Aldus hs., lees hierna iair.<br />

2 Staat vermoedelijk in verband met escroisen: de o¤ciers en bedienden <strong>van</strong> het hof.<br />

292


fol. 336 r<br />

fol. 336 v<br />

Die voirseide sess gecoren mannen hebben noch dit iair gehadt dbeweyndt als<br />

voirs. /<br />

Magister Symon de Couderborch e¡ectus est secretarius 1<br />

In den voirs. iair CCCCC quinta februarii supradictus magister Raso Raess. o¤cium<br />

suum secretariatus resignavit in manus presentis opidi et ipsum opidum in<br />

loco eius instituit magistrum Symonem de Couderborch, qui prestitit desuper iuramentum<br />

XXII da iunii anno primo. 2<br />

De anno iubileo 3<br />

Eciam in eodem scabinatu in profesto Ascensionis Domini in hoc opido introductus<br />

est annus iubileus et erecta est crux in ecclesia Sancti Iohannis e<strong>van</strong>geliste<br />

et iterum deposita XXII da augusti. 4<br />

Reformacie opte conservatorye <strong>van</strong> Loeuen<br />

1500-1501<br />

Oeck in den voirs. iair XV C den XXV en dach decembris soe heeft die voirs. hertoge<br />

Philipz, naedien zyn genaden alle conservatorien in zynre genaden landen<br />

hadden interdiceert ende verboden, der universiteyt <strong>van</strong> Loeuen tot hore oetmoedeger<br />

beden gewillecoirt hair conservatorie tot zynre genaden wederroepen, onder<br />

die forme <strong>van</strong> woerden aldus:<br />

Ius conservatoris<br />

in primis dominus conservator habebit de sigillis quarumcumque litterarum monitorialium,<br />

inhibitorialium, etc. videlicet de quolibet sigillo, unum stuferum; de interlocutoriis,<br />

de di¤nitivis, quia compositas per assessorem solum pronunciat,<br />

nichil; de absolutione, si pars absolutavelit litteras levare, pro iure sigilli habebit tres<br />

stuferos; et si duo vel plures sint, habebit sex stuferos; /<br />

Ius assessoris<br />

item dominus assessor habebit pro laboribus ab universitate quolibet anno centum<br />

<strong>Peter</strong>s et a partibus nihil, si agitur vigore conservatorie;<br />

Ius notarii<br />

item notarii habebunt de qualibet littera monitoriali, contumaciali, excommunicatoriali,<br />

aggravatoriali II os stuferos;<br />

1 Vertaling: meester Simon <strong>van</strong> Couderborch is aangesteld als secretaris.<br />

2 Vertaling: in het voorschreven jaar (1)500, vijf februari, heeft voornoemde meester Raas<br />

Raess. afstand gedaan <strong>van</strong> zijn ambt <strong>van</strong> secretaris in handen <strong>van</strong> deze stad en deze stad<br />

heeft in zijn plaats meester Simon <strong>van</strong> Couderborch aangesteld, die de eed daarop afgelegd<br />

heeftop 22 juni in hetjaar (150)1.<br />

3 Vertaling: over het Jubeljaar.<br />

4 Vertaling: ook in hetzelfde schepenjaar de dag voor Hemelvaartsdag (= 27 mei) is in deze<br />

stad het Jubeljaar ingesteld en is in de Sint-Janskerk het kruis opgericht en weer verwijderd<br />

op 22 augustus.<br />

293


fol. 337 r<br />

fol. 337 v<br />

1501-1502<br />

item pro littera inhibitoriali quatuor stuferos; de litteris absolutionum, salvo quod<br />

vadat aut mittat cum parte ad iudicem, tres stuferos; si sint plures, habebit sex stuferos;<br />

item pro litteris cum cruce quatuor stuferos;<br />

item de notulis sententiarum sive di¤nitivarum sive interlocutorialium nichil sed<br />

habebit terminum suum;<br />

item pro quolibet termino habebit a qualibet parte non ultra quam consuevit habere;<br />

item si aliquo termino producta fuerint quecumque iura partium ad statim, saltem<br />

infra triduum, copiabuntur et partibus restituentur, habebitque pro quolibet<br />

folio scripture instar curie Leodiensis;<br />

Ius procuratoris<br />

item procuratores habebunt de quolibet termino utili non ultra quam consueverunt;<br />

de termino inutili vel iterato, neuter procuratorum aliquid habebit neque eciam notarius,<br />

et solvet propter hoc in peciam; procurator terminum iterans vel alias inutilem<br />

terminum agens unum stuferum; poterit nichilominus iuxta qualitatem<br />

negligencie aut certe doli acrius punire iudex procuratorem;<br />

De ¢ctis scolaribus<br />

item ¢cti scolares reicientur, secundum formam statutorum universitatis; /<br />

De transportibus<br />

item in transportibus ordinabitur per universitatem vir probus et legalis ad cuius<br />

manus deponi habebit omnis pecunia, proveniens ex transportibus; qui iuramento<br />

sit astrictus pecuniam illam solum convertere in necessarium usum victus, librorum<br />

vel similium necessitatum scolaris pro tempore studii in quem factus est transportus;<br />

Super quibus transportibus debet agi<br />

item non permittetur agi super transportu cuiuscumque debiti quod neglectum fuerit<br />

sedecim annis;<br />

item nec permittetur scolaris agere super summa maiore ex transportu, quam<br />

personam scolarem deceat, singulis consideratis, nec certe pro minore ad eandem<br />

personam quam unius libre Brabancie si pars evocari debeat ultra unam<br />

dietam;<br />

Processus ¢ent ad instar curie Leodiensis<br />

item processus ¢ent instar curie Leodiensis, poterunttamen termini ad longum non<br />

extendi, etc.; prout in litteris incipientibus:`Philips, <strong>van</strong> Goidz genaden'etc. et comprehensis<br />

folio CCCC LIIII.<br />

Oeck in den voirs. iair oft dairomtrent began men tgelt met gewichte uuyt te geven<br />

ende te ontfangen ende alle uuytlendige penningen worden verboden.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCCC o primo: Goeswinus <strong>van</strong> den Hezeacker,<br />

Iohannes deVladeracken, / Theodericus de Hynden,Yewanus Kuyst, Lambertus<br />

Bogart, FranciscusToelinc, Arnoldus Paeuweter.<br />

294


fol. 338 r<br />

fol. 338 v<br />

fol. 339 r<br />

Receptores nomine ut supra quia dicti sex habebant adhuc eorum regimen: magister<br />

Lambertus Zweders, Symon de Noddenvelt.<br />

Remigii confessores anno M o CCCCC o secundo: dominus Iohannes Back, miles,<br />

Iohannes Heym, Goeswinus de Brecht, Raso Raessen, doctor in medicinis,<br />

Lambertus Millinc, Gerardus de Berkel, Petrus die Borchgreue. /<br />

Receptores nomine ut supra: Iohannes Eyckman, Nycolaus Coenen.<br />

Van der contribucien der geestelicheit bynnen deser stat<br />

1502-1503<br />

In den voirs. iaer den XXIII en dach in iulio, naedien process was geresen tusschen<br />

den heren<strong>van</strong> den capitelebynnen deser statter eenre ende dieselve statter andere<br />

zyden aengaende der contribucien die dieselve stat <strong>van</strong> den voirs. capitelen ende<br />

horen suppositen versochte, by middel <strong>van</strong> den sess mannen voirs. dairop te beyden<br />

zyden vele getuygen waren geleydt, soe eest zoeverre becomen dat partyen<br />

voirs. hen hebben submitteert in myntlike arbiters, te wetene meester Lodewycken<br />

Roelantz, meester Iannen <strong>van</strong> Coudenberge, meester Goyarden <strong>van</strong> Groussele<br />

1 ende meester Iannen <strong>van</strong> der Vorst, raitsheren in Brabant, ende in den<br />

cancellier <strong>van</strong> Brabant als overman, etc. diewelke uuytgesproken hebben in den<br />

iersten dat die <strong>van</strong> den capitele ende hoir gueden, renten, huysen die den capitele,<br />

pro<strong>van</strong>den, bene¢cien, aelmoessen ende anderen gotliken diensten <strong>van</strong> outs toegevuegt<br />

ende geincorporeert ziin, ongehouden zullen zyn te contribueren, etc;<br />

item <strong>van</strong> den geestelycken vercregen gueden hebbense geseegt dat zoeverre die<br />

bynnen XXX iaren herwarts vercregen zyn geweest ende voir tvercrigen <strong>van</strong> dien<br />

tot contribucien ende werlyken lasten gestaen / hebben, sullen noch staen ten laste<br />

ende beden, gelyc die andere erfgueden bynnen der stat <strong>van</strong> Den Bosch gelegen<br />

tot hertoe gestaen hebben;<br />

item<strong>van</strong> den patrimonie ende vercregen gueden den capitele ende suppoisten toebehorende<br />

ende die tot werlycken lasten gestaen hebben eerse tot hen quamen,<br />

dat die <strong>van</strong> den capitele sullen uuyt saken <strong>van</strong> horen patrimonie gueden, zoeverre<br />

die bynnen den bedryve der stat voirs. gelegen zyn, metten ingesetenen derselver<br />

staen tot allen werlycken lasten, gelyc den anderen gueden den werlycken personen<br />

toebehorende;<br />

item als <strong>van</strong> den penningen ende lasten by der stat gedragen in den oirloge <strong>van</strong><br />

Gelre ende Hamont, hebbense uuytgesproken dat dat poinct nyet en mach met<br />

recht beslicht worden sonder naerder informacie te nemen op die nootsaken<br />

daerinne die voirs. stat ende die werlycke ingesetenen derselver ende <strong>van</strong> den<br />

quartier aldaer waren ende <strong>van</strong> den saken ende materien dairmede die penningen<br />

ge¢neert zyn, dat dairomme men sal ten coste <strong>van</strong> den partyen naerder informacie<br />

nemen omme, die gesien, dan te appoincteren zoe behoren zal;<br />

item want den tax <strong>van</strong> den werlycken patrimonien ende vercregen gueden nu ter<br />

tyt zeer onbereet is ende quaet te maken sonder naerder informacie te nemen <strong>van</strong><br />

den werden ende gelegentheit <strong>van</strong> dien, hebbense uuytgesproken dat by provisien<br />

ende sonder preiudiis <strong>van</strong> den recht <strong>van</strong> beyden den partyen, int principael die<br />

<strong>van</strong> der geestelicheit / sullen ter goeder rekeningen verleggen ende namptiseren<br />

1 Lees mogelijk Gronssele.<br />

295


fol. 339 v<br />

fol. 340 r<br />

1502-1503<br />

die somme <strong>van</strong> XII C Rynsgulden alle iair III C , vier iaer lanck ende dat tot allen<br />

Korsmisse ende Sint-Iansmisse hal¡ ende hal¡, des zullen dieselve <strong>van</strong> der geestelicheit<br />

hoir patrimonien ende vercregen gueden weder die hen uuyt saken <strong>van</strong><br />

horen patrimonie ende successien oft horen kercken ende bene¢cien toebehoren,<br />

vry ende onbelast houden ende besitten <strong>van</strong> den settingen ter tyt toe die voirs. informacie<br />

genomen ende den staet ende den tax <strong>van</strong> den werden derselver gemaect,<br />

anders met recht oft metter mynnen sal dairop zyn ordineert;<br />

item hebben noch uuytgesproken dat die <strong>van</strong> den capitele horen wynkelder ende<br />

vryheit <strong>van</strong> den assysen <strong>van</strong> horen wynen die zy voir hoirselfs drincken ende slyten<br />

i<strong>nl</strong>eggen, hebben ende behouden zullen, behoudelic dat zy den werlycken<br />

ende onvry personen egenen wyn vercopen en zullen ende horen kelder gesloten<br />

sal wesen <strong>van</strong> smorgens tot X uren toe ende <strong>van</strong> een ure tot vy¡ uren ende insgelycx<br />

nae IX uren;<br />

Van den kerckmeesters<br />

<strong>van</strong> den kerckmeesters hebbense geseegt dat zybeyde die partyen dairaf stellen ende<br />

laten in horen rechte;<br />

item <strong>van</strong> der contribucien der hertellingen uuyt saken <strong>van</strong> den huysen der capitelaren<br />

hebbense geseegt dat hoir huysen ende gueden, zoeverre zy den capitele oft<br />

horen bene¢cien over XXX iaren ende meer toegevuegt ende incorporeert zyn,<br />

dat die dairaf vry ende exempt zyn, mar zoeverre die den /voirs. <strong>van</strong> den capitele<br />

uuyt saken <strong>van</strong> horen patrimonie oft werlycken vercregen gueden toebehoren, dat<br />

die zullen staen ten gemeynen laste <strong>van</strong> den hertellingen gelyc andere huysen, behoudelic<br />

dat die betalinge dairafgescorst zal zyn ende blyven, mitz der betalingen<br />

der XII C Rynsgulden totter tyt toe dat die voirs. informacie genomen ende gesien<br />

anders dairop sal zyn geordineert; ende voirts hebben die arbiters voirs. reserveert<br />

hoir vercleren; prout in litteris seu acta que reservatur ut creditur apud sex<br />

deputatos predictos. 1<br />

Van der reductien gedaen <strong>van</strong> den renthen syndert tiair LXXX vercregen,<br />

welke reductie ende die betalinge dairnae staende is X iaer<br />

Oeck in den voirs. iair <strong>van</strong> twee den XXVIII en dach in iunio, naedien die voirs.<br />

sess gecoren mannen, by namen als voir, aen den voirs. eertshertoge Philipz<br />

omme dese stat uuyt haren sculden te helpen hadden vervolgt te hebbene reductien<br />

<strong>van</strong> allen renthen, ten erve ende ly¥ic vercoft beneden den behoerlycken<br />

pryse ende metten lichten gelde, soe heeft die voirs. eertshertoge Philips deser stat<br />

ende den ingesetenen derselver gewillecoert ende geconsenteert dat geduerende<br />

den tyt <strong>van</strong> thien iaren naestcomende ende opten dach voirs. ingaende, dese stat<br />

sal moegen / betalen die voirs. renthen syndert den iair LXXX vercoft tot lichten<br />

pryse ende in lichter munten, te wetene die erfrenthen reducerende tot XVIII den<br />

penninc, die lyfrenthen tot twee lyven reducerende tot thien den penninc ende<br />

andere lyfrenthen tot enen lyve reducerende tot acht den penninc;<br />

1<br />

Vertaling: zoals in een oorkonde die waarschij<strong>nl</strong>ijk bewaard wordtdoorde zes genoemde gekozen<br />

mannen.<br />

296


fol. 340 v<br />

fol. 341 r<br />

fol. 341 v<br />

Respyt <strong>van</strong> vier iaren ingaende int iair II<br />

ende heeft dairtoe die voirs. onse genedige heer dairtoe verleent dat by provisien den<br />

tyt <strong>van</strong> vier iaren ende opten dach voirs. ingaende, die ingesetenen deser stat nyet en<br />

zullen moegen bedwongen worden om ennige achterstellen, verschenen ter saken<br />

<strong>van</strong> den voirs. renthen, te betalen, mar den voirs. tyt <strong>van</strong> vier iaren gedurende dairaf<br />

ongemoyt blyven ende gestaen, mitz voirtaen durende denselven tyde horen<br />

renthieren betalinge doende <strong>van</strong> horen loependen renthen; prout in litteris incipientibus:`Philips,<br />

by der gracien Goids'etc. et comprehensis folioV C LXX.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCCC o tercio: Willelmus de Busco, Henricus<br />

Kuyst, / Iordanus de Boert, Lucas de Erpe, Iohannes Ghyselen, obiit IX a marcii<br />

in suo scabinatu, Iohannes Monix ¢lius Iohannis, Geerlacus die Roeuer, Mathias<br />

Brugman, loco Ghysselen defuncti.<br />

Receptores seu burgimagistri nomine et secundum quid: Theodericus ¢lius Godefridi<br />

Gielis, Andreas Mol Geritz.<br />

Maintenue <strong>van</strong> der weeckmarct deser stat<br />

In denvoirs. iair <strong>van</strong> drie den XVI en dach ianuarii soe heeft die voirs. eertshertoge<br />

Philips dese stat in de possessie <strong>van</strong> hare weeckmarckt, derselver stat verleent by<br />

hertoge Iannen <strong>van</strong> Brabant, den dorden <strong>van</strong> dien name, int iair Ons Heren duysent<br />

driehondert ende XXVII den 1 gemaincteneert als dat die coepluyden uuyt<br />

deser meyeryen ende <strong>van</strong> anderswaer zullen moigen ter merct voirs. comen, te<br />

water ende te lande, vry met horen gueden ende comanscappen ende dair thueven,<br />

<strong>van</strong>dair sceyden ende wederkeren, zoese <strong>van</strong> outs gedaen hebben, sonder /<br />

duerende die vryheit der weeckmarct voirs. gehouden te werdene, etc.; prout in<br />

litteris incipientibus: `Philips, by der gracien Goids'etc. et comprehensis folioV C<br />

XLVIII.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCCC o quarto: Theodericus die Borchgreue,<br />

Gerardus Kuyst, Henricus die Leeuwe, Arnoldus Monix ¢lius Martini, Martinus<br />

de Campen, Iohannes de Erpe, Franco de Langel.<br />

Receptores seu burgimagistri nomine et secundum quid: Hermannus ¢liusTheoderici<br />

Pelgrums, Iohannes Gheck. /<br />

Vergaderinge <strong>van</strong> vele heren bynnen deser stat<br />

1504-1505<br />

In den voirs. iaer <strong>van</strong> vier soe vergaderden bynnen deser stat in de maent <strong>van</strong> septembri<br />

vele groete versceyden heren, te wetene in den iersten als den VII en dach<br />

septembris quamen bynnen deser stat heer Ian<strong>van</strong> Hoerne, bysscop <strong>van</strong> Luydick,<br />

ende die hertoge <strong>van</strong> Guylic ende die hertoge <strong>van</strong> Cleue 2 <strong>van</strong> zynen zoen.<br />

1 Aldus hs., hierna ontbreekt de dagtekening <strong>van</strong> de desbetre¡ende oorkonde uit 1327 (o.s.).<br />

2 Aldus hs., waarschij<strong>nl</strong>ijk werd de hertog <strong>van</strong> Kleef vergezeld <strong>van</strong> zijn zoon.<br />

297


fol. 342 r<br />

1504-1505<br />

Dat hertoge Philips dede uuytroepen oirloge tegens die Gelderssche<br />

Ende opten IX en dach dairnae quam bynnen deser stat heerlycke die voirs. eertshertoge<br />

Philips, dairmede die voirs. herenvele daigen communiceerden, etc. ende<br />

nae lange communicacie underlinge gehouden, soe dede die voirs. eertshertoge<br />

Philips ter poyen met eenre trompet oepenbair oirloge uuytroepen tegens heren<br />

Kaerle <strong>van</strong> Gelre ende den lande <strong>van</strong> Gelre als den XXIIII en dach in de voirs.<br />

maent <strong>van</strong> septembri.<br />

Dat Hemart gewonnen waert<br />

Ende des anderendaigz als den XXV en dach septembris seynden hertoge Philips<br />

voirs. zyn capiteynen met volck <strong>van</strong> wapenen voir Hemart, die hen des anderendaigz<br />

als den XXVI en daigh septembris opgaven.<br />

Dat Lyt gebrant wairt<br />

Item dairnae als den tweesten dach octobris int iair voirs. bornden die Gelderssche<br />

Lyt;<br />

item optenvyften dach octobris verdingden heer Kaerl <strong>van</strong> Gelre die dorpen Kessel,<br />

Maren, naedien /dese stat vertogen was <strong>van</strong>dair daerse gelegen hadde, sterck<br />

<strong>van</strong> bourgeren omtrent IIII C .<br />

Dat Veen gebrant waert<br />

Item den XII en dach in octobri branden die GeldersscheVeen by Huesden metter<br />

kercken aldair.<br />

Dat Apeltern, Alfen, Maesboemel verbrant worden<br />

Item den XX en dach octobris dairnae verbranden heer Florys <strong>van</strong>Yselsteyn met<br />

zynen volc die dorpen <strong>van</strong> Apeltern, Alfen, Maesboemel ende oic die kercke tot<br />

Maesboemel, mitzdien datse gebolwerct was ende men dairuuyt weere dede.<br />

Dat Oyen ingenomen waert<br />

Item dairnae den XXII en dach octobris nam heer Florys voirs. Oyen inne.<br />

Belech voir Hedel<br />

Item den XXVIII en dach octobris waertbelech gemaect voir Hedel, welcke belech<br />

naedien dattet aldair geweest was ruekeloes weder optoech.<br />

Dat Buedel gebrant wert<br />

Item opten lesten dach octobris verbranden die Geldersche uuyt Rueremunde<br />

Buedel.<br />

Opten avont Remigii naestcomende gingen a¡ die voirs. sess mannen, gecoren in<br />

den voirs. iair XCIX.<br />

298


fol. 342 v<br />

fol. 343 r<br />

fol. 343 v<br />

Remigii confessoris anno M o CCCCC o quinto: Iohannes Kanapart ¢lius Iohannis,<br />

Henricus deVden, /Arnoldus Monix, Lambertus Bogart, Otto Back, Christianus<br />

Coenen, Iohannes Keymp.<br />

Receptores seu burgimagistri: magister FranciscusToelinc,Wolterus Oems. Dese<br />

rentmeesters oft bourgermeesters hebben gehadt beweyndt, wantse onder die<br />

naevolgende sess waeren gecoren.<br />

In desen iaer in decembri ster¡ heer Ian <strong>van</strong> Hoerne, bisscop <strong>van</strong> Ludick.<br />

Van den anderen sess nyewe mannen<br />

1505-1506<br />

In den voirs. iaer <strong>van</strong> vii¡ voir Bamisse, als die voirs. sess mannen gecoren int iair<br />

XCIX lestleden a¡gingen ende sess iaren tregiment ende dbeweynde <strong>van</strong> der policien<br />

deser stat hadden gehadt, soe heeft die voirs. stat nae vele communicacie<br />

tsamentlic gehouden wederomme totten beweynde ende regimente <strong>van</strong> der policien<br />

voirs. ende omme dese goede stat te vorderen weder- / omme gecoren sess<br />

andere goede mannen, by namen Iannen Kanapart,Yewaenen Kuyst, meester<br />

FransenToelinc,Wouteren Oems, Dircken Scoercop, Iannen <strong>van</strong> Hedel Iacopzs.;<br />

Die macht deser sess mannen<br />

denwelcken sess dese voirs. stat nae overdrach tsamentlic gehouden, gegeven heeft<br />

dese naevolgende macht, te wetene datse zullen ontfangen alle penningen deser stat<br />

toebehorende;<br />

item datse <strong>van</strong> den ingehauen penningen zullen betalen die credituren lyfrenten,<br />

erfrenthen die dese stat geldende is ende verschenen zyn syndert Bamisse vy¡<br />

voirs. ende voirts iairlix alsoe lange als hoir regiment duren sal ende alsoe verre<br />

die assysen reycken;<br />

item dat die voirs. sess mannen geloeft zullen zyn byhore redelicheit te vynden die<br />

lasten deser stat boven die lyfpensien ende renten voirs., het zy by imposicien oft<br />

settinge, zoe zy dat zullen cunnen gevynden, etc.;<br />

item dat die voirs. sess zullen moegen impetreren brieven <strong>van</strong> respyt opte achterstellige<br />

renten, vervallen voir den ottroy <strong>van</strong> den iersten sess mannen; /<br />

item dat die voirs. sess nyemanden <strong>van</strong> den ingesetenen moyen oft in recht betrecken<br />

en zullen voir ennige andere richteren dan alleen voir die wethouderen deser<br />

stat, tenweer by manieren <strong>van</strong> reformacien ende dat by raide der drien leeden deser<br />

stat;<br />

item die voirs. sess mannen zullen dyenen deser stat drie iair lanck, ingaende int<br />

iair vy¡ te Bamisse voirs. incluys ende uuytgaende tot Bamisse int iair VIII excluys,<br />

etc.;<br />

item dat die mannen voirs. sculdich sullen wesen alle iaer die grote assynsen deser<br />

stat te verpachten, tenwair dat deser stat in haren drien leden verdochte beter te<br />

wesen dats mense nyet en verpachte, etc.;<br />

item dat die voirs. sess mannen ten versueck deser stat alle iaer sullen doen goede<br />

rekeningen, te wetene tusschen Bamisse ende Sinte-Martensmisse ende des zullen<br />

die drie leden deser stat sculdich wesen die te loonen oft te calengieren ten<br />

lenxten op Sint-Thomasdach dairnae, etc.;<br />

ende welke sess mannen dese stat geloeft heeft te verantwoirdene te bescuddene,<br />

etc.; gelyc in zekere brieven dairop by der voirs. stat gegeven den VI ten dach no-<br />

299


fol. 344 r<br />

fol. 344 v<br />

1505-1506<br />

vembris op Sinte-Lenartsdach int iaer XV C vy¡ volcomentliken is begrepen, welkebrieven<br />

beginnen:`Wy, scepenen, gesworen'etc. ende zyn begrepen opten blade<br />

V C LXXIIII. /<br />

Respyt <strong>van</strong> vy¡ iaren beginnende XIII merte int iair vy¡<br />

Item dairnae in denvoirs. iair vy¡ den XIII en dach merte soe heeft die voirs. eertshertoge<br />

Philips, nuu wesende coninc <strong>van</strong> Castilien, <strong>van</strong> Leoen, <strong>van</strong> Grenaden,<br />

den voirs. nyewen sess mannen die brieven <strong>van</strong> state ende respyt den iersten sess<br />

mannen verleent, gecontinueert ende verlengt den tyt <strong>van</strong> vyf iaren, beginnende<br />

opten daet voirs. achtereenvolgende, willende ende consenterende dat zy noch<br />

die andere ingesetenen deser stat den voirs. tyt <strong>van</strong> vy¡ iaren uuyt gedurende nyet<br />

en zullen moegen bedwongen worden ennige achterstellen, verschenen uuyt saken<br />

<strong>van</strong> den renten die dese stat vergeldende is, te betalen, mar zullen denselven<br />

tyt <strong>van</strong> vy¡ iaren durende dairaf ongemoydt blyven ende gestaen, mits voirtaen<br />

<strong>van</strong> denselven tyt gedurende hueren renthieren oft pensionarysen betalinge<br />

doende <strong>van</strong> horen loependen renthen, al nae inhoude <strong>van</strong> den voirs. anderen brieven,<br />

etc.; gelyc in sekere brieven dairop gegeven begrepen is, welke brieven beginnen:<br />

`Philips, by der gracien Goidz' etc. ende zyn begrepen opten blade V C<br />

LXXVII. /<br />

ten tyde des voirs. eertshertoge philips, nu coninc <strong>van</strong><br />

castilien wesende<br />

Dat die coninginne <strong>van</strong> Spaengien ster¡; dat die voirs. eertshertoge<br />

Philips coninc wert<br />

In den voirs. iair vyfoft dairomtrent ster¡ die edele ende vrome coninginne Elisabeth<br />

<strong>van</strong> Spaengien ende mitz die zoen <strong>van</strong> Spaengien ende die outste dochter,<br />

coningin <strong>van</strong> Portugale, haestelic waren gestorven sonder wittige oir, soe wairt<br />

die voirs. eertshertoge Philips coninc <strong>van</strong> Spaengien, <strong>van</strong> Leoen, <strong>van</strong> Grenaden,<br />

etc.<br />

Iohannes Heym e¡ectus est scultetus superior 1<br />

Anno quinto predicto ultima septembris Iohannes Heym prestitit iuramentum<br />

super o¤cio scultetatus superioris in Buscoducis. 2<br />

1 Vertaling: Jan Heym is aangesteld als hoogschout.<br />

2 Vertaling: in hetvoornoemdejaar (= 150)5 op delaatstedag <strong>van</strong> septemberheeft Jan Heym<br />

de eed afgelegd op het ambt <strong>van</strong> hoogschout in's-Hertogenbosch.<br />

300


fol. 345 r<br />

fol. 345 v<br />

Iohannes Kanapart e¡ectus est magister Mense Sancti Spiritus 1<br />

Anno etiam quinto predicto XXVII a marcii sexta post Letare electus est dictus<br />

Iohannes Kanapart in magistrum Mense Sancti Spiritus in Buscoducis. 2<br />

Iohannes de Scoenvorst e¡ectus est scultetus inferior 3<br />

Etiam dicto anno quinto secunda octobris Iohannes de Scoenvorst prestitit iuramentum<br />

super o¤cio scultetatus inferioris in Buscoducis. 4 /<br />

ten tyde <strong>van</strong> den voirs. coninc philips <strong>van</strong> castilien, soen<br />

<strong>van</strong> den voirs. coninc maximiliaen 5<br />

Dat die voirs. hertoge Philips, nu coninc wesende, bynnen deser stat<br />

quam<br />

In den voirs. iair vii¡ den XIX en dach meye soe quam bynnen deser stat zeer costelic<br />

opgeseten die voirs. coninc Philips <strong>van</strong> Castilien, eertshertoge <strong>van</strong> Oistryc,<br />

ende den XXII en dach derselver maent, wesende des heilichs Sacramentzdach,<br />

volgende hy gaende den eerwerdigen Heiligen Sacrament in der processien met<br />

zynen edelen, dragende elck een barnende tortse, ende den lesten dach meye<br />

voirs. reysden hy uuyt deser stat nae Den Graue, dair die coninc <strong>van</strong> Romen,<br />

zyn vader, by hem quam.<br />

Dat die voirs. coninc Philipz opte Gelderssche te velt toech<br />

Item <strong>van</strong>dair reysden coninc Philips voirs. over der Mazen tot Nederasselt ende<br />

dairomtrent met zynen gansen hoep <strong>van</strong> volc <strong>van</strong> wapenen, dair hy int velt als den<br />

XI ten dach iunii benachten, ende <strong>van</strong>dair toech hy voirts met zynen ganssen her<br />

tot Elten opten Berch.<br />

Belech voir Arnhem ende innemen <strong>van</strong> vele steden dairomtrent<br />

1505-1506<br />

Ende <strong>van</strong>dair sceepten hyover den Ryn ende maecten zyn belechvoir Arnhem als<br />

den XXIII en dach in iunio opten avont der Geboirten Sint-Ians Baptisten. Ende<br />

opten sesten dach <strong>van</strong> iulio daernae ga¡ die stat <strong>van</strong> Arnhem hair op ende in handen<br />

des voirs. conincx <strong>van</strong> Castilien. Dairnae quamen in handen die steden Haerderwyc,Ter<br />

Elborch ende oic mede Doesborch, Groll, Lochem ende Wilpt ende<br />

dairnae Hatthem metten slote, dairinne waren / Ian die bastart <strong>van</strong> Gelre, die aldair<br />

by hem in bewaernisse hadde die witte rose <strong>van</strong> Engelant, by name den greve<br />

1 Vertaling: Jan Kanapart is aangesteld als meester <strong>van</strong> deTafel <strong>van</strong> de Heilige Geest.<br />

2 Vertaling: ook in het voornoemde jaar (150)5, op 27 maart, vrijdag na Letare, is genoemde<br />

Jan Kanapart gekozen als meester <strong>van</strong> deTafel <strong>van</strong> de Heilige Geest in's-Hertogenbosch.<br />

3 Vertaling: Jan <strong>van</strong> Schoonvorst is aangesteld als laagschout.<br />

4 Vertaling: ook in het genoemde jaar (150)5, op twee oktober, heeft Jan <strong>van</strong> Schoonvorst de<br />

eed afgelegd op het ambt <strong>van</strong> laagschout in's-Hertogenbosch.<br />

5 Herhaald tot en met fol. 349 r .<br />

301


fol. 346 r<br />

fol. 346 v<br />

1505-1506<br />

<strong>van</strong> So¡oc, wesende die zoen <strong>van</strong> der suster coninc Eduwarts <strong>van</strong> Engelant, welken<br />

greve die voirs. coninc Philips tot hem nam ende deden vueren in Brabant<br />

ende voirt tot Namen ende dair dede hy hem bewaren.<br />

Dat weder pays wairt in Gelrelant<br />

Ende als coninc Philips voirs. vele steden aldus alleynsen increech ende vele Gelderssche<br />

heren ende ioncheren hen gegeven hadden onder die onderdanicheit des<br />

voirs. coninc Philips ende het alsoe gestelt was dat hy tgeheel lant <strong>van</strong> Gelre, hed<br />

hy persevereert, zoude hebben geconquesteert, soe geboerdent by raide <strong>van</strong> sommigen<br />

zyn raetsluyden die begeerlic waren te reysen nae Spaengien, dat dair wairt<br />

gemaect als den XXVIII en dach iulii eenen dwasen peys <strong>van</strong> te behouden dat hy<br />

gewonnen had.<br />

Concept <strong>van</strong> der reysen in Spaengien die coninc Philips qualic bequam<br />

Ende dat heer Kaerle <strong>van</strong> Gelre met hem trecken soude in Spaengien ten coste<br />

<strong>van</strong> coninc Philips voirs., mar heer Kaerle voirs., naedat hy int ho¡ tot Bruessel<br />

als den XVIII en dach septembris int voirs. iair <strong>van</strong> vy¡ hadde geweest ende, soe<br />

men seeghden om hem op te setten, <strong>van</strong> coninc Philips voirs. had ontfangen<br />

XXV M Philippusgulden, zoe waert hii gesint nyet mede te reysen. /<br />

Consent dat coninc Philips zyn demeynen mocht vercopen ende belasten<br />

Item ende omme die voirs. reyse in Spaengien te doen, soe behoefden coninc Philips<br />

voirs. vele geltz ende al had hy vele beden ende scattingen <strong>van</strong> den lande gehadt,<br />

zoe most hy vele meer hebben ende vergaderden alsoe die Staten <strong>van</strong> zynen<br />

landen om hoir consent te crigen te vercopen een deel <strong>van</strong> zynen dameynen ende<br />

heerlicheiden, dat hem dwaesselic wairt consenteert <strong>van</strong> den Staten <strong>van</strong> Brabant,<br />

<strong>van</strong> Henegouwe, Hollant ende Zelant, mar dieVlamynge en dedens alsoe nyet.<br />

Van den vercope der demaynen<br />

Ende als coninc Philips voirs. aldus consent hadde te moegen vercopen, soe worden<br />

bynnen deser meyeryen <strong>van</strong> sHertogenbosch vercoft dese dorpen ende heerlicheiden,<br />

te wetene: Berlyckem, Scy<strong>nl</strong>e, dairaf coeper heer Cornelis <strong>van</strong> Bergen,<br />

Nulant, dairaf was coeper meester Ian <strong>van</strong>Vladeracken, Bakel,Vlierden, emptor 1<br />

magister Iohannes de Doern, canonicus Leodiensis, 2 Vucht, emptor Lambertus<br />

Millinc, Roesmalen, emptor dominus Iohannes de Baecx; dese twee dorpen<br />

Vucht ende Roesmalen zyn weder bii myddel deser stat gelost, <strong>van</strong> welker vercopinge<br />

sekere acten zyn expedieert, dierste <strong>van</strong> den daet den XXI en dach der /<br />

maent <strong>van</strong> meye int iair vive voirs. ende dander <strong>van</strong> den daet den XXV en dach<br />

octobris oeck in den voirs. iair vive ende dierste inhoudende tconsent <strong>van</strong> den<br />

1 Vertaling: koper.<br />

2 Vertaling: Luiks kanunnik.<br />

302


fol. 347 r<br />

fol. 347 v<br />

Staiten tot VI M Rynsgulden toe er£ic ende dander tot II M croenen tsiaers ende<br />

elcken penninc weder te moigen lossen met XVI gelycke penningen;<br />

Condicie dairop die vercopinge is gedaen <strong>van</strong> den heerlicheiden, dorpen,<br />

etc.<br />

ende welke vercopinge gesciet is op vorwarde dat diegeen die ennige heerlicheiden<br />

oft andere porcelen <strong>van</strong> den demaynen copen oft vercrigen zullen, hoer dyeneren<br />

oft o¤cieren die nyet vorder oft anders en zullen besitten, gebruycken oft doen bedienen<br />

dan alzoe die onderonsen genedigenvoirs. ende zynenvoirvorderen beseten,<br />

gebruyct ende bedient zyn geweest, zoedat die prelaten, edelen ende steden dairby<br />

in hoeren rechten nyet vercort oft vermindert en worden; dat oic die vercrigers oft<br />

coepers hoir ondersaten nyet en zullen moegen belasten met incoempsten oft aenverdinge<br />

der voirs. heerlicheiden oft porcelen, beden, subvencien, gratuiteyten oft<br />

andere belastinge, hoedanich die zyn oft genoempt zouden moigen worden; prout<br />

in actis incipientibus: `Naedien onse heer' etc. et comprehensis foliis V C XLVI,<br />

XLVII.<br />

DatTyel ende Boemel Bourgoens wairden<br />

Oeck ten tyde als den voirs. pays tusschen den voirs. coninc Philips ende heren<br />

Kaerle <strong>van</strong> Gelre was gemaect, in denselven pays was vorwairt dat heer Kaerle<br />

voirs. soude overleveren / den voirs. coninc Philips die steden <strong>van</strong>Tyel ende Boemel<br />

met horen toebehoirten, dwelc hy oeck dede, ende heer Kaerle voirs. gincse<br />

a¡ ende zydeden huldinge denvoirs. coninc Philips ende geloefden ende zwoeren<br />

hem trouwe, hulde ende onderdanicheit, nae denwelken coninck Philips dede bewarenTyel<br />

by Iannen<strong>van</strong> Balueren ende Boemel bii enen Die Ioede genoempt, die<br />

beyde, als nae blycken sal, hoesschelic doer die vynger siende beyde die steden<br />

weder nae dode conincx Philips voirs. heren Kaerle <strong>van</strong> Gelre lyeten innemen.<br />

Dat coninc Philipz te scepe ginck, reysende nae Spaengien<br />

Nae denwelcken ende als coninc Philips dit al aldus gescict hadde ende naedat hy<br />

herenWillemen <strong>van</strong> Croy, heer <strong>van</strong> Chyeuere, <strong>van</strong> Arschot, etc. zynen stadhelder<br />

hadde gestelt, soe vuechden hy hem met vrouwe Iohanna, zynre coninginnen,<br />

ende met vele edelen, all meest ionc <strong>van</strong> iaren, opte reyse nae Spaengien, reysende<br />

nae Zeelant, ende ginc te scepe tot Armuyen des anderendaigz nae Dartiendach<br />

in den voirs. iaer vy¡.<br />

Van den pericule opte zee, coninc Philips<br />

1505-1506<br />

Ende opter zee wesende opstont al ten groeten tempeest ende storm <strong>van</strong> winde,<br />

zoedat ennige scepen verdroncken ende die voirs. coninc Philips ende vrouwe Iohanna,<br />

/zyn coninginne, met allen horen lieden waren in uuytnemenden groeten<br />

periculen <strong>van</strong> uren te uren verwachtende die doot, mar Got ga¡ gracie datse quamen<br />

gedreven in Engelant ende gingen te lande.<br />

303


fol. 348 r<br />

fol. 348 v<br />

1505-1506<br />

Hoe coninc Philips onthaelt wert <strong>van</strong> den coninc <strong>van</strong> Engelant<br />

Ende zy allen beduchten hen <strong>van</strong> den coninc <strong>van</strong> Engelant beschaempt te zyne,<br />

zoe thoenden nochtans die coninc <strong>van</strong> Engelant zyn edelheit ende onthaeldense<br />

zeer costelic, allen zyn costen daer betalende.<br />

Hoe die greve <strong>van</strong> So¡ock wert gehaelt<br />

Mar die coninc <strong>van</strong> Engelant versochte nernstelic op coninc Philipz dat hy hem<br />

overleveren woude den voirs. greve <strong>van</strong> So¡ock, die gevloyen was uuyt Engelant<br />

ende denwelcken coninc Philipz gecregen had tot Hatthem int lant <strong>van</strong> Gelre,<br />

<strong>van</strong> welken greve men seeghden dat hy stack nae die crone <strong>van</strong> Engelant, want<br />

hy conincx Eduwarts suster zoen was. Ende dieselve greve had noch enen brueder<br />

die oeckvluchtich was uuyt Engelant. Dus dan zoe consenteerden coninc Philipz<br />

dat men den voirs. greve <strong>van</strong> So¡ock halen zoude in de stat <strong>van</strong> Namen sonder<br />

mesdoen aen den lyve ende alsoe wairt die voirs. greve gehaelt ende in Engelant<br />

ge<strong>van</strong>gen gelevert. Ende dairnae als coninc Philips ende vrouwe Iohannavoirs. in<br />

Engelant by den coninc aldair hadden geweest tot Sint-Iorysdach toe daer naestvolgende,<br />

reysden zy voirts uuyt Engelant nae Spaengien in Compostella dair hy<br />

zyn pelgrimagie als opten Pinxtavont daer naestvolgende int iair sess dede. /<br />

Ende dairnae wairt hii ontfangen coninc <strong>van</strong> Castilien, <strong>van</strong> Lyon ende Grenaden,<br />

mar nyet lange en leefden hii want hy wairt vergeven, zoe die fame ginc, ende<br />

ster¡ den XXVI en dach septembris int iair sess naestvolgende.<br />

Aengaet den beggynen<br />

Oeck in den voirs. iair vy¡ den XV en dach augusti soe hebben scepenen ende raet<br />

deser stat onder den zegel ad legata 1 derselver ten versuecke <strong>van</strong> den meesterssen<br />

<strong>van</strong> den Groten Beggynhove bynnen der voirs. stat ende Henricx die Leeuwe<br />

ende Ioirdaens <strong>van</strong> Boert als provisoren derselver, zekere poincten den voirs.<br />

meesterssen ende hove voirs. accordeert die int coirt hiernae volgen, te wetene<br />

dat <strong>van</strong> nu voirtane die voirs. beggynnen hen zullen dragen eerlic ende hair in<br />

der comanscappen, indien zy ennige deden, rechtverdelic hebben sonder yemanden<br />

met opset te bedriegen, ende oft naemaels bevonden worde ennige begynen<br />

die hair vorderden te coepslagen, alsoe dat zy die goede luyden bedroegen oft<br />

oeck yet afcoften dat zy nyet en conste betalen ende dairomme vertoech oft in<br />

der gevenckenissen queme ende den meesterssen dairover clachten quemen, dat<br />

die begyne hare cameren beroeft /zal wesen ende die camer sal den hove vervallen<br />

wesen, beheltelic nochtans dairinne den provisoren ten tyde hoir vercleren;<br />

item dat voirtane altyt omtrent Sinte-Martensmisse ende voir Sinte-Andriesdach<br />

twe <strong>van</strong> den meesterssen zullen afgaen ende twe dair aenblyven ende die aenblyvende<br />

zullen altyt twee nae hore consciencien sculdich wesen te kyesen;<br />

item dat voirtane nyemand opten hove voirs. voir begyn zal werden ontfangen oft<br />

camer dair hebben die ennige andere regulen houden dan die men opten hoeve<br />

1 Sigillum ad legata: een bepaald type stadszegel.<br />

304


fol. 349 r<br />

fol. 349 v<br />

1506-1507<br />

voirs. gewoentlic is te halden, etc.; prout in litteris incipientibus: `Wy, scepenen<br />

ende raet'etc. et comprehensis folioVI C I.<br />

Oeck in den voirs. scepenstoel waert meester Ghysbert Hollander ordineert pensionaris<br />

deser stat, mar hy en waest nyet lange, etc.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCCC o VI to : Iohannes deVladeracken,Yewanus<br />

Kuyst, /Raso Raessen, Lambertus dieWol¡, Lambertus Millinc, Goeswinus <strong>van</strong><br />

den Broeck, Rodolphus Noppen.<br />

Burgimagistri seu receptores: Iohannes Kanapart,Theodericus Scoercop; recepti<br />

ex dictis sex electis viris et habent cum aliis onus policie presentis opidi. 1<br />

In desen iair soe stelden op dese stat een loetinge om uuyt haren commer te comen,<br />

welcke lotinge began men te doen op Sinte-Lenartsdach den VI ten novembris<br />

nae middach omtrent drie uren ende opten IX en dach novembris dairnae<br />

quamen uuyt die grote loten, te weten die VI silveren cannen, wert wesen 2 VI C<br />

gulden, ende XII scalen, welke lotinge duerden tot op Sinte-Martensdach dairnae.<br />

Con¢rmacie <strong>van</strong> der raminge, gemaect int iair XCV tusschen dese<br />

stat ende meyerye<br />

In den voirs. iairVI den XXIX dach in augusto soe heeft die voirs. coninc Philips,<br />

eertshertoge <strong>van</strong> Oistryc, etc. die raminghe ende poincten ende articulen dairinne<br />

begrepen, gemaect ende overdragen tusschen dese stat ende den platte<strong>nl</strong>ande deser<br />

meyeryen den XXV en dach augusti int voirs. iair XCV, gecon¢rmeert ende gerati¢ceert,<br />

uuytgesceyden zekere articulen dairinne begrepen ende noteert signo;<br />

prout in litteris incipientibus:`Philips, byder/gracien Goidz'etc. et comprehensis<br />

folio C LXXIIII.<br />

teser tyt sterff die voirscr. eertshertoge philips, coninck<br />

<strong>van</strong> castilien<br />

In den voirs. iair <strong>van</strong> sess den XXVI en dach septembris soe ster¡ die voirscr. coninck<br />

Philips <strong>van</strong> Castilien, etc. eertshertoge <strong>van</strong> Oistryck, hertoge <strong>van</strong> Brabant,<br />

in de bloeme synrer ioncheit in Spaengien in een stat aldair, geheiten Borges, ende<br />

lyet after twee soenen, by namen Kaerle, die wert hertoich <strong>van</strong> Brabant gehuld tot<br />

Loeuen als hy mundich was worden, te weten den XXIII en dach ianuarii int iair<br />

XIIII; Fernandt; ende vier dochteren, by namen Leonora, Maria,Ysabeel ende<br />

een die in Spaengien is; verwect bii vrouwe Iohanna, zyn coninginne voirs. /<br />

1<br />

Vertaling: genomen uit genoemde zes gekozen mannen en zij hebben met de anderen de last<br />

<strong>van</strong> het bestuur <strong>van</strong> de huidigestad. 2<br />

Aldus hs., lees wesende.<br />

305


fol. 350 r<br />

fol. 350 v<br />

fol. 351 r<br />

1507-1508<br />

tentyde<strong>van</strong>deronmundicheithertogekaerls,zoendes<br />

voirs. coninx philips <strong>van</strong> castilien 1<br />

Hoe heer Robbrecht <strong>van</strong> Arenborch quam in deser meyeryen, daer<br />

hy groeten scade dede<br />

In denselven iair sess, corts nae doot <strong>van</strong> den voirs. coninc Philips, gereess weder<br />

twist ende oirloge tusschen desen lande ende den voirs. heer Kaerle <strong>van</strong> Gelre,<br />

soedat heer Robbrecht <strong>van</strong> Arenborch met groeter macht quam uuyt Vrancryc<br />

tot Rueremunde ende voirts te wetene den tweesten octobris quam tot Heze,<br />

Leende, Zoemeren, daer hy vele huysluyden vynck ende enen groeten roe¡<br />

creech. Dairnae den VII en dach octobris quam hy in de vryheit <strong>van</strong> Loemel, die<br />

hy eensdeel verbranden ende eensdeels verdinghden ende voirts verbranden hy<br />

Dessel, Rethy ende allen die scaepzkoyen <strong>van</strong> Postel.<br />

Dat heer Robbrecht tot Turnout quam<br />

Ende voirts opten selven dach des savontz sloegen zy neder tot Turnout, daer die<br />

mannen all gevloden waren, ende alsoe verdinghden ende brantscatten hy Turnout<br />

voir een grote somme, gedragende wael IX M Rynsgulden, ende voirts <strong>van</strong>dair<br />

nemende met hen IX vrouwen te ghysel vertogen zy in de vryheiden <strong>van</strong><br />

Eerssel ende Bercheyck, diese verdinghden, ende voirts <strong>van</strong>dair tot Rueremunde<br />

ende dairnae metten groeten roe¡ ende gewynne naeVrancryck. Ende denselven<br />

en wairt geen wederstant gedaen by den voirs. heer Willem <strong>van</strong> Croy, stathelder,<br />

ende heer Kaerle <strong>van</strong> Gelre nam weder inne / die steden Doesborch, Grol, Lochem,<br />

etc. ende Brabant, dat edel lant, had luttel troest.<br />

Dat die furst <strong>van</strong> Anholt hoeftman wert gestelt<br />

Nyettemin quam die voirs. coninc Maximiliaen neder ende voir bewaerdersse des<br />

lantz vrouwe Margrieten, zyn dochter ende suster <strong>van</strong> den voirs. coninc Philips,<br />

stelden hii ende vuechden dairby tot enen hoeftman ende capiteyn den edelen heren<br />

Rodol¡, furst tAnholt, prince tot Aschanien ende heer tot Bernburch, etc.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCCC o VII o : dominus Iohannes Back, miles,<br />

Willelmus de Busco, obiit XVIII a novembris in suo scabinatu, Goeswinus de<br />

Brecht, Lucas de Erpe, loco Busco defuncti, qui Lucas prestitit iuramentum penultima<br />

novembris, Matheus Kuyst, / Gerardus Colen, Iohannes Gheck, Lambertus<br />

<strong>van</strong> den Broeck.<br />

Burgimagistri seu receptores:Yewanus Kuyst, qui habuit onus policie cum dictis<br />

sex electis viris, Gerardus de Wyck, iste nullum habuit onus, sed solum nomine<br />

fuit burgimagister. 2<br />

1 Herhaald tot en met fol. 383 r .<br />

2 Vertaling: burgemeesters of ont<strong>van</strong>gers: Iwaan Kuyst, die de last <strong>van</strong> het bestuur had met<br />

genoemde zes gekozen mannen, Gerard <strong>van</strong>Wijck, die geen enkele last had, maar alleen in<br />

naam burgemeester was.<br />

306


fol. 351 v<br />

fol. 352 r<br />

Dat die furst <strong>van</strong> Anholt yerst in deser stat quam<br />

In den voirs. iair <strong>van</strong> seven in profesto 1 Ascensionis Domini waert bynnen deser<br />

stat statelic ingehaelt die voirs. heer Rodol¡, furst tzoe Anholt, greve tzoe Aschanien<br />

ende heer tzoe Bernburch, die gestelt was voir eenen oversten capiteyn dit<br />

lant te helpen bewaren tegen die quaetwilligen Gelderssche.Terstont dairnae des<br />

anderendaigz nae Pinxtdach als die heer <strong>van</strong> Gelre in den lande <strong>van</strong> Val- / kenborch<br />

zynen wille met bornen ende blaken vorderende was, soe toech die voirs.<br />

furst <strong>van</strong> Anholt derwarts met II C bourgeren uuyt deser stat ende XVIII C lantsaten<br />

uuyt deser meyeryen die tsamen opten beenen waren omtrent Eyndouen.<br />

dWelc vernemende heer Kaerle <strong>van</strong> Gelre voirs. vertoech hy uuyten lande tot<br />

Rueremunde bynnen ende die bourgeren deser stat quamen wederomme.<br />

Dat die Hollanders Poederoyen beleechden<br />

Oeck in den voirs. iairVII, denVIII en dach iulii in den naenacht, soe maecten die<br />

Hollanders hoir belech voir Poederoyen ende hadden voir horen principael capiteyn<br />

heren Iannen<strong>van</strong> Egmondt ende die ondercapiteynen waren, soe men seeghden,<br />

die alde greve <strong>van</strong> Hoerne, die ioncheer <strong>van</strong> Hedel, heer Ian <strong>van</strong> Baecx,<br />

ridder, drossaet tot Gorrichem, ende die heer <strong>van</strong> Buchouen.<br />

Van den drossaet tot Poederoyen<br />

Op Poederoyen was capiteyn oft drossaet een genoempt Henric <strong>van</strong> Ensche anders<br />

Sneeuwynt, die hem screef mairscalc slantz <strong>van</strong> Gelre ende die ten wive<br />

hadde die weduwe <strong>van</strong> Willemen <strong>van</strong> Ghent Willemss., die hem heerlicken had<br />

tegens die Hollanders.<br />

Dat die Hollanders <strong>van</strong> Poederoyen vertogen<br />

1507-1508<br />

Ende als die Hollanders voir Poederoyen gelegen hadde tot in der maent <strong>van</strong> septembri<br />

daernae, soe maecten heer <strong>van</strong> Gelre hem sterckomme Poederoyen te ontsetten<br />

ende quam den XII en dach septembris <strong>van</strong> Nymmegen neder in de /<br />

Voeren, daer die Hollanders hoir scepen liggende hadden met knechten, dair hy<br />

met zynen knechten totten getale <strong>van</strong> XIIII C oft XV C doerbraecten ende reysden<br />

voirts nae Poederoyen. Ende comende omtrent Poederoyen was den leger <strong>van</strong> den<br />

Hollanders metten voirs. heren horen capiteynen omtrent twe uren tevoerens opgebroken<br />

ende vertogen, sommige <strong>van</strong> den heren tot Gorrichem, sommige tot<br />

Woudrichem, sommige tot Loeuensteyn ende den hoep <strong>van</strong> den leger tot Aelst<br />

in een dorp dairby liggende, latende after in den leger allet gescutt, groet ende<br />

cleyn, des vele was, alsoe dat die voirs. heer <strong>van</strong> Gelre dair nyemanden en <strong>van</strong>t<br />

ende ginck alsoe voirts te Poederoyen op ende dede tgescutt boven ende in den<br />

wall aldair brengen. Ende dat gedaen smorgens omtrent VIII oft IX negen den<br />

XIII en dach septembris vertoech weder <strong>van</strong>daer heer Kaerle <strong>van</strong> Gelre voirs.<br />

met zynen volck nae zynen scepen tot Vauderic, daer zyse hadden gelaten. Ende<br />

als dit aldus geboerden, quam dairaf die tydinge bynnen deser stat in der nacht<br />

1 Vertaling: de dag voor.<br />

307


fol. 352 v<br />

fol. 353 r<br />

1507-1508<br />

ende dese stat die tydinge hebbende, smorgens vroech den raet der stat voirs. vergaderden<br />

ende dede slaen die groete clockopt raethuyse ende toech uuyt dese stat<br />

smorgens omtrent VII uren metten clockenslach ende metter gansen macht ter<br />

Orthenpoirten uuyt nae den scepen der voirs. Geldersche tot Vauderick, dair<br />

dese stat ennige <strong>van</strong> den schepen der Geldersschen voirs. namen ende die andere<br />

die Gelderssche selver verbranden. Ende heer Kaerle voirs. met zynen voirs.<br />

knechten/lyepenvoirts te voet naeWageningen ende dese stat quam des anderendaigs<br />

wederomme thuyswaert.<br />

Hoe die furst <strong>van</strong> Anholt in Maze endeWaele omtrent Nymegen ende<br />

voirt alle die dorpen verbranden ende tcoren opt velt<br />

Is hier oeck te wetene dat als die voirs. Hollanders hoir belech aldus hadden voir<br />

Poederoyen, soe is die voirs. furst <strong>van</strong> Anholt by deser stat met vele ruyteren ende<br />

ingesetenen ende oic een zeker getale <strong>van</strong> bourgeren uuyt deser stat gesterct, dairmede<br />

dieselver furst den XVII en dach iulii int voirs. iaer seven uuyt deser stat ende<br />

meyeryen getogen is ende namen thoeft nae Nymegen, mede hebbende vele zeyssen<br />

ende zichten, ende begonnen ende afbranden yerst in Maze endeWale aldair<br />

alle die dorpen ende tcoren aldair opten velde staende, uuytgesceyden Alfen,<br />

Droemel ende Wamel, die genomen waren onder die protectie der stat <strong>van</strong>Thiel,<br />

die tot dier tyt noch dese zyde haldende was. Item voirt waerden verbrant alle die<br />

dorpen omtrent Nyemegen ende het coren aldair eensdeels verbrant ende eensdeels<br />

afgemeydt.Vandair toech die voirs. furst metten ruyteren, bourgeren ende<br />

lantsaten voirs. nae Wachtendonck, dairvoir heer Kaerle <strong>van</strong> Gelre had geslagen<br />

twe blochuysen die hy wan ende slecht dede maken.Vandaer toech die furst voirs.<br />

voir een stercke kercke die sterckelic was gebolwerckt ende dairop waren vele ruyteren<br />

ende een deel huysluyden die hy oeck / wan ende <strong>van</strong> den ruyteren dede hy<br />

dier thien hanghen ende die andere lyet hy loepen.Vandair toech hy voirt int lant<br />

ende quam omtrent Aldekercken voir een stercke moelen, die gebolwerct was<br />

ende die hy stormenderhant terstont wanne, dootslaende ende verbrandende<br />

daerinne vele volcx, ende voirts dairomtrent vele dorpen metten coeren noch<br />

opt lant staende.Vandaer toech die voirs. furst <strong>van</strong> Anholt naeWildenborch, dairvoir<br />

heer Kaerle <strong>van</strong> Gelre oft Egmond hadde doen slaen twee blochusen, die hy<br />

stormenderhant wanne, dairinne worden dootgeslagen ende verbrant vele lyeden<br />

ende ruyteren, ende hy dede die blochuysen slechtmaken ende spysden Wildenborch.Vandair<br />

toech hy weder nae Nymegen ende Persicken, dairop Gelderssche<br />

lagen, ende hy wan Persicken ende besetten dat met volck ende voirt nam hy inne<br />

Herren ende Doddendael, al omtrent Nymmegen liggende, ende voirt verbranden<br />

hy uuyt een slott, geheiten Oy, oick omtrent Nymmegen liggende. Ende alle<br />

den tyt dat die voirs. furst <strong>van</strong> Anholt die voirs. grote reyse dede, soe en oepenbaerden<br />

hem nergens tegens den furst voirs. die voirs. heer <strong>van</strong> Gelre omme die<br />

ondersaten, die hy seggen woude zyn onderseten te wesen, te bescudden. /<br />

308


fol. 353 v<br />

fol. 354 r<br />

fol. 354 v<br />

Hoe heer Robbrecht <strong>van</strong> Arenborch ende heer Kaerle <strong>van</strong> Gelre<br />

Thienen innamen<br />

Oeck in den voirs. iair seven, den XXVIII en dach septembris, quam weder uuyt<br />

Vrancryc die voirs. heer Robbrecht <strong>van</strong> Arenborch met vele Fransoysen, dairby<br />

hem vueghden heer Kaerle <strong>van</strong> Gelre voirs. ende quamen tsamen tot Rueremunde<br />

ende <strong>van</strong>dair toegen zy tot Thoren, daerse oversceepten, meynende Diest<br />

in te nemen, dat hen belet wairt by den heer <strong>van</strong> Nassouwe die dair metter macht<br />

was. Ende <strong>van</strong>dair toegen zy voir die stat <strong>van</strong>Thiene, diese op Sinte-Michielsdach<br />

dairnae omtrent drie uren nae der noenen fortselic innamen, dairse in bleven<br />

ende deden groete gewalt totten negensten dach octobris daernae; nae welcken<br />

IX en dach des snachs dairnae vertogen zy uuyt Thienen, nemende met hen ge<strong>van</strong>gen<br />

vele bourgeren ende ingesetenen, mannen ende vrouwen, ende allet datse<br />

consten gevueren ende gedragen. Ende alsoe buyten Thienen wesende, sceyden<br />

hen die voirs. heren, want heer Robbrecht toech metten Fransoysen naeVrancryc<br />

ende heer Kaerle <strong>van</strong> Gelre met zynen Geldersschen nae Rueremunde.<br />

Hoe die Fransoyen in Ardennen nedergetogen zyn<br />

Nae denwelcken, Got heb lo¡, zoe eest gesciet, als die voirs. Fran- / soysen een<br />

deel in getal <strong>van</strong> VI C perden ryckelic opgeseten, die oic met heer Robbrechten<br />

voirs. tot Thienen hadden geweest, waren comen tot Sinte-Hubrechts in Ardennen,<br />

by hen hebbende vele ge<strong>van</strong>gen ende grote gewynne, saten zy a¡ ende gingen<br />

maken goede chiere ende voirts slapen, wanse moeyde waren gereyst. Ende alsoe<br />

gevyelt als zy in ruste waren, quamen zekere Namureusen, dats uuyter stat <strong>van</strong><br />

Namen, willende aventuer besuecken ende hebbende voir horen capiteyn Iohan<br />

Desponteyn, ende sloegen op diegeen die de wake <strong>van</strong> den voirs. Fransoysen hielden,<br />

die terstont rug gaven.Vele blee¡ diere doot ende vele lyeper in de bosschen<br />

ende creegen alsoe die voirs. Namureusen wel V C perden, vele costelycke clederen,<br />

iuwelen, bagagien ende vingen diere vele ende verlosten ge<strong>van</strong>gen <strong>van</strong>Thienen,<br />

die de Fransoysen by hen hadden.<br />

Oeck in den voirs. iair seven, des maendaigs voir Sinte-Marten, soe wan die voirs.<br />

furst <strong>van</strong> Anholt stormenderhant tslot, genoempt Rosant, ende die dairop waren<br />

worden gekeelt ende X oft XII ge<strong>van</strong>gen. /<br />

Afcoep des bierassyns der Susteren <strong>van</strong> Orten<br />

1507-1508<br />

Oeck in denvoirs. 1 seven, denVI en dach iulii, soe hebben die Susteren <strong>van</strong> Orthen<br />

des huys <strong>van</strong> Sinte-Andries bynnen deser stat aen deselve stat afgecoft den bierassyns<br />

als <strong>van</strong> allen byer dat in den voirs. huyse <strong>van</strong> den susteren ende hore familien<br />

gesleten zal werden ende dat voir die somme <strong>van</strong> achtienhondert Rynsgulden,<br />

tstuck tot XX stuvers, onder vorwarde dat dese stat dien weder sal moegen lossen<br />

altyt met XVIII C gelycke Rynsgulden ende dat den voirs. susteren een hal¡ iaer<br />

tevorens te vercundigen; prout in litteris incipientibus: `Wy, scepenen, gesworen'<br />

etc. et comprehensis folioVI C IIII.<br />

1 Aldus hs., lees hierna iaer.<br />

309


fol. 355 r<br />

fol. 355 v<br />

fol. 356 r<br />

1508-1509<br />

Opten avont Remigii confessoris anno octavo gingen a¡ hoirs diensts die voirs.<br />

sess mannen, gecoren in den voirs. iair vy¡ lestleden.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCCC o VIII o : Gerardus Kuyst, obiit XXIII a marcii<br />

VI ta post Letare, / Henricus die Leeuwe, loco Kuyst defuncti, Iordanus de<br />

Boert, Martinus de Campen,Willelmus de Achelen, Euerardus de Doerne, Iohannes<br />

die Beuer, Philippus Sanders.<br />

Burgimagistri seu receptores: Ghysselen, Henricus de Broechouen; solum nomine<br />

et absque regimine quia infrascripti sex viri electi habuerunt onus policie, etc.<br />

In desen iairVIII den XXIII en dach decembris ster¡ heer Cornelis <strong>van</strong> Bergen in<br />

opido de Grauia. 1<br />

In den voirs. iairVIII soe zyn weder by deser stat in septembri gecoren sess mannen,<br />

by namen Dirck<strong>van</strong> Hedel, Dirck Scoercop, Mathys Lamberts, Ian dieWolf<br />

Claess., Dirck<strong>van</strong> Creyelt, Claes Coenen, welke sess mannen onse aldergenedigste<br />

heren Maximiliaen, /gecoren keyser, ende eertshertoge Kaerle den XXIIII en<br />

dach septembris in den voirs. iaer acht tenversueck deser stat hebben geottroyeert<br />

tot selven beweynde ende regimente dat hadden die sess mannen, gecoren in den<br />

iair XCIX lestleden, ende dat geduerende den tyt <strong>van</strong> drie iaren, ingaende tot Bamisse<br />

naestcomende int iair acht; prout in litteris incipientibus:`Maximiliaen, by<br />

der gracien Goidz gecoren keyser'etc. et comprehensis folioV C LXXX.<br />

Dat coninc Maximiliaen keyser wairt gecoren<br />

In den voirs. iair VIII naedien die voirscr. coninc Maximiliaen gecoren was keyser,<br />

soe maecten hy groete vergaderinge omme te Romen te comen ende gecroent<br />

te werdene ende was comen in Lombardien, daer hem<strong>van</strong> denVenechianen waert<br />

wederstant gedaen, die doen dair lagen ende verbonden waren metten coninc <strong>van</strong><br />

Vrancryc, die doen Mylanen inhadde. Ende mitsdien hy daer belet waert ende hy<br />

zyn beste gedaen had te Romen te comen, soe consenteerde hem paeus Iulius dat<br />

hy hem scriven mochte gecoeren keyser. /<br />

Den scenck den keyser gedaen<br />

In den voirs. iair VIII den XXVI en dach iulii omtrent acht uren nae middach<br />

quam die voirs. Maximiliaen, gecoren keyser, bynnen deser stat ende dieselve stat<br />

scencten hem des anderendaigz voir der noenen omtrent acht uren twel¡ amen<br />

wyns ende hondert malder haveren.<br />

Dat Maximiliaen, die keyser, bynnen deser stat waert gehuld<br />

Ende den XXVIII en dach derselver maent iulii omtrent ter twelfter uren opten<br />

middach soe wairt die voirs. keyser Maximiliaen als voegt der kynderen <strong>van</strong> coninc<br />

Philipz, zynen zoen, bynnen deser stat gehuldt.<br />

Dat deser stat den aern verleent wairt<br />

Ende alsdoen verleenden die voirs. keyser deser stat tot haren versueck boven deser<br />

stat wapene boven den boem te stellene eenen aern.<br />

1 Vertaling: in de stad Grave.<br />

310


fol. 356 v<br />

fol. 357 r<br />

fol. 357 v<br />

Belech voir Poederoyen gedaen by den furst <strong>van</strong> Anholt<br />

In den voirs. iair <strong>van</strong>VIII des nachs nae den iersten woensdach nae Paesdach, te<br />

wetene opten XXVII en dach aprilis donredach, snachs tevoerens, soe heeft die<br />

voirs. furst /<strong>van</strong> Anholt ten nernstigen versueck ende vervolge ende oeckten costen<br />

deser stat zyn belech gemaect ende zynen leger genomen voir den slote <strong>van</strong><br />

Poederoeyen, dat zeer sterckwas met enen groten walle omset ende dair deser stat<br />

ende lande ende den onderseten ons genedigsten heren groten commer uuyt ende<br />

overlast dagelix by den drossaet, geheiten Henrick<strong>van</strong> Ensche anders Sneeuwint,<br />

geboirden ende waert gedaen oic mede <strong>van</strong> zynen ruyteren. Die voirs. furst <strong>van</strong><br />

Anholt aldus voir Poederoyen liggende vorderden hy subtylic zyn belech ende<br />

nam dien <strong>van</strong> den slote dwater ende ondergroe¡ den wall alleynsen. Heer Kaerle<br />

<strong>van</strong> Gelre maecten hem sterck ende vergaderdenvele volcxom Poederoyen te ontsetten.<br />

Dairtegens ende omme dat te beletten wierden ten versueck des voirs. furst<br />

<strong>van</strong> Anholt gesonden tot opten Ham tot Lytt, dair die heer <strong>van</strong> Gelre lyden most,<br />

te wetene in den iair voirs. denVII en dach meye, uuyt deser stat IIII C bourgeren,<br />

tgeheel quartieren <strong>van</strong> Oisterwyc ende Maeslant ende uuyten lande <strong>van</strong> Breda<br />

IIII C mannen metten drossaet aldaer ende bleven dair liggen totten XX en dach<br />

meye ende doen vertogen zy tsamentlic <strong>van</strong>dair weder thuyswairt ende dese<br />

stat /lyet dair liggen omtrent V C knechten ende III veerdel bourgers tot Oyen opten<br />

slote totdat Poederoyen was gewonnen. Item den thiensten dach meye ten versueck<strong>van</strong><br />

denvoirs. furst worden bynnen deser stat versament allen die yserhoede<br />

ende gesonden voir Poederoyen omme dairmede te stormen.<br />

Dat Poederoyen gewonnen wert<br />

Mar evenwael en geboerden dair genen storme, want die <strong>van</strong> Poederoyen, nae vele<br />

spraken diese hadden gehouden metten voirs. furst, gaven zy hen op in der genaden<br />

desselfs furst als opten dorden dach iunii smorgens omtrent sess uren ende<br />

opten selven dach deder die furst voirs. voir denselven huyse ende langs der Mazen<br />

een deel hangen <strong>van</strong> dengenen die dairop hadden gelegen. Ende tvoirs. slot<br />

<strong>van</strong> Poederoyen wairt voirt mineert ende omgeworpen ende den wall geslicht<br />

metten ingesetenen deser meyeryen ende dairomtrent geseten ende dairtoe dese<br />

stat een wyle houdende was II C bourgers.<br />

Omwerpen ende slecht maken <strong>van</strong> den nyewen thoren by Oyen ende<br />

den wal aldaer<br />

Oeck in den voirs. iairVIII ende in de voirs. maent <strong>van</strong> iunio, des dynsdaigz in de<br />

heilige /dage <strong>van</strong> Pinxten, began men ten versueck deser stat by den ingesetenen<br />

<strong>van</strong> Maeslant den nyewen thoren by Oyen gemaectte mineren ende te slichten den<br />

wall dairomme liggende dwelcke al zeer zwair waren.<br />

Dat heer Ian <strong>van</strong> Baecx scouthet wairt<br />

1508-1509<br />

Oeck in den voirs. iair acht, omtrent Lichtmisse, wairt heer Ian <strong>van</strong> Baecx, ritter,<br />

leechscouthet deser stat <strong>van</strong> sHertogenbosch.<br />

311


fol. 358 r<br />

fol. 358 v<br />

1509-1510<br />

Oeck in denvoirs. iair <strong>van</strong> acht den XVII en dach novembris tenversueckder voirs.<br />

scepenen deser stat quamen die mynrebrueders alhier opten raethuysen omtrent<br />

acht uren celebreren ende continueren die misse, die lange ongedaen was bleven.<br />

Van den tollen <strong>van</strong> Hollant, Zeelant, Gelre, Zuytphen is geworven dit<br />

previlegie <strong>van</strong> den keyser, wesende tot Schoenhouen, by ennigen<br />

uuyt deser stat die nyet en verstaen watse hebben geworven, want het<br />

contrarieert onser previlegien, want dair die bourgeren met enen tolbrief<br />

plegen te gestaen soudense noch moeten hebben certi¢cacie,<br />

dairomme tevergeefs geworven<br />

Oeck in den voirs. iair <strong>van</strong> acht, den XIIII en dach octobris, soe hebben die voirs.<br />

keyser Maximiliaen ende die eertshertoge Kaerle, naedien hen <strong>van</strong>wegen deser<br />

stat clachtelic te kennen was gegeven<strong>van</strong> den travellacien die den bourgeren deser<br />

stat alomme <strong>van</strong> den tolleneren geboerden, derzelver stat /gewillecoert ende verleent<br />

dat <strong>van</strong> nu voirtane op allen die tollen gelegen in Hollant, Zeelant, Gelrelant<br />

ende Zuytphen, aldaer die poirteren deser stat tolvry zyn ende geweest hebben,<br />

dieselver poirteren ende poirtarssen, die voir die o¤ciers deser stat horen behoerlycken<br />

eedt zullen doen dattet goet dat zy vueren willen, hemlieden toebehoirt<br />

ende nyemand anders, ende oic mede certi¢cacie <strong>van</strong> denzelven o¤ciers ende<br />

bourgermeesteren deser stat getekent ende gesegelt met horen zegel zoet behoert,<br />

by denwelcken zy certi¢ceren die tolleneren ende anderen o¤cieren dat alsoe is,<br />

mitz oic seyndende hueren tolbrief by den scippers oft bode, die poirters ende<br />

poirterssen dairmede ontstaen ende genoch doen zullen sonder dat <strong>van</strong> ghenen<br />

noode en zy dat de poirters oft poirtarssen aldair in persoen zullen moegen gaen<br />

oft wesen; prout in litteris incipientibus:`Maximiliaen, by der gracien Goidz'etc.<br />

et comprehensis folioVI C XVI.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCCC o IX o : Iohannes Kanapart ¢lius Iohannis,<br />

Henricus de Vden, / Arnoldus Monix, Iohannes de Berkel, Lambertus Bogart,<br />

Godefridus Symonis, Gerardus <strong>van</strong> der Bruggen.<br />

Burgimagistri seu receptores nomine et secundum quid.<br />

In isto scabinatu X a iulii magister Henricus, secretarius, resignavit suum o¤cium<br />

secretariatus ad manus istius opidi et eadem die ipsum opidum in loco eius instituit<br />

magistrum Martinum die Greue, qui eadem die desuper suum prestitit iuramentum.<br />

1<br />

Dat men in criminalibus 2 ten hoefde wyst<br />

In den voirs. iair negen den yersten dach septembris waert by scepenen deser stat<br />

tot Loeuen ten hoefde gewesen een vonniss <strong>van</strong> enen process in criminalibus als<br />

<strong>van</strong> enen die <strong>van</strong> den lyve was aengesproken, wesende <strong>van</strong> Broegel oft Zonne.<br />

1 Vertaling: in dit schepenjaar deed meester Hendrik, secretaris, op 10 juli afstand <strong>van</strong> het<br />

ambt <strong>van</strong> secretaris in handen <strong>van</strong> deze stad en dezelfde dag stelde de stad in zijn plaats<br />

meester Maarten de Greve aan, die hierop dezelfde dag de eed a£egde.<br />

2 Vertaling: in criminele zaken.<br />

312


fol. 359 r<br />

fol. 359 v<br />

Dat Ian <strong>van</strong> denWygart hoichscouthet waert<br />

Eciam anno nono predicto XXIIII ta iulii Iohannes <strong>van</strong> denWigart prestitit iuramentum<br />

suum super o¤cio scultetatus superioris in Buscoducis. 1 /<br />

Van den pays <strong>van</strong> Cameriic<br />

1509-1510<br />

Oeck ten tyde <strong>van</strong> den voirs. scepenstoel wairt tot Cameric gemaect een grote vergaderinge<br />

<strong>van</strong> ambassaden <strong>van</strong> Vranckryc, <strong>van</strong> den coninc <strong>van</strong> Argon, <strong>van</strong> den<br />

keyser aengaende desen landen Brabant,Vlaenderen, Henegouwe, etc. dair die<br />

bisscop <strong>van</strong> Gurtz ende vrouwe Margriet, dochter des keysers voirs., eertshertoginne<br />

<strong>van</strong> Oistryc, hertoginne ende grevinne <strong>van</strong> Bourgoingien, hertoginne douagiere<br />

<strong>van</strong> Sauoyen, etc. worden gesonden ende oic <strong>van</strong> den ambassaiden <strong>van</strong><br />

Gelre, zoedatter een tractaet <strong>van</strong> peyss gemaect wairt <strong>van</strong> allen zyden bezworen.<br />

Mar aengaende den lande <strong>van</strong> Gelre was wat duysterheiden <strong>van</strong> woerden, dairaf<br />

vele twist ende scaiden gescieden ende oirloge quamen. Die coninc <strong>van</strong>Vrancryc<br />

betrouwende op dit verbont, trac selver met vele volcx uuyt Vrancryc ende oic<br />

uuyt Lombardien op dieVenechianen, hebbende by hem den marquis <strong>van</strong> Mantua,<br />

die een wys ende vrome prins was, verwachtende die hulpe <strong>van</strong> den keyser<br />

ende andere, die nyet en quamen. DieVenechianen quamen tegens hem met meerdere<br />

macht, alsoe dat omtrent Cremonavyel enen grooten stryt, dair die Fransoysen<br />

hadden victorie ende versloegen mennich M mensche. Ende dairnae terstont<br />

creech die coninc meestdeel al die steden hem toebehorende, desgelycx die paeus<br />

ende die keyser ende die coninc <strong>van</strong> Argon int lant <strong>van</strong> Napels creech weder mits<br />

desen hair steden ende sloten. Mar nyet lange en stont dit, /want dieVenechianen<br />

die doe bescaempt waren, veroetmoedichden hen voir den paus ende wisten met<br />

wysen ende subtylen rade hoir vyanden te verscalken. Oeck ster¡ die cardinael<br />

<strong>van</strong> Rouwaen, legaet in Vrancryc, ende die den coninc <strong>van</strong> Vrancryc onderhyelt,<br />

die al te swaren scat achterlyet, soe woude die paus den scat hebben, dat die coninc<br />

weygerden, seggende dat dien nyet alleen gecomen was <strong>van</strong> zynre administracie<br />

int geestelic als legaet, mar oic in der administracie hem <strong>van</strong> den coninc<br />

gegeven. Ende mits desen worden die paus ende die coninc contrarie malcanderen<br />

ende die paus verwecten tegen den coninc <strong>van</strong> Vrancryc vele coningen ende<br />

princen om hem uuyt Lombardien endeYtalien te verdriven.<br />

Dat die coninc <strong>van</strong>Vrancryc zyn recht <strong>van</strong> Napels over heeft gegeven<br />

den coninc <strong>van</strong> Argon<br />

Die coninc <strong>van</strong> Argon wert oic vyant des conincs <strong>van</strong>Vrancryc, nyettegenstaende<br />

dat een wyle tyts dair tevorens die coninc <strong>van</strong> Vrancryc peys met hem makende<br />

hem gegeven had te huwelic die dochter <strong>van</strong> den greve <strong>van</strong> Foys, die zynder suster<br />

dochter wass, hem dairmede overgevende zyn recht totten conincryc <strong>van</strong> Napels,<br />

alsoe verre als die coninc <strong>van</strong> Argon wettich oer <strong>van</strong> hair creech, etc. Ende die<br />

ionge coninc <strong>van</strong> Engelant, die zyns brueder wy¡ doen getroudt had by dispensa-<br />

1 Vertaling: ook in het voornoemde jaar (150)9 legde Jan <strong>van</strong> denWijngaard op 24 juli de eed<br />

af op het ambt <strong>van</strong> hoogschout in's-Hertogenbosch.<br />

313


fol. 360 r<br />

fol. 360 v<br />

fol. 361 r<br />

1510-1511<br />

cien, die een dochter <strong>van</strong> Spaengien was, wert oec getrocken <strong>van</strong> den paus ende<br />

<strong>van</strong> den coninc <strong>van</strong> Argon tegens den coninc <strong>van</strong> Vrancryc te / oirlogen, mar<br />

nochtans en consten zy den keyser nyet getrecken om <strong>van</strong> den coninc <strong>van</strong>Vrancryc<br />

te sceyden, want hy trac selver met groten heyr in Ytalien te Verone ende te<br />

Paduwa opten cost <strong>van</strong> den keyserryc ende verenicht metten Fransoysen dair hy<br />

ende zyn capiteynen deden schone feyten <strong>van</strong> oirlogen tegens die Venechianen<br />

voir Paduwa ende elders.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCCC o X o : Raso Raessen, Iohannes Monix, Rodolphus<br />

<strong>van</strong> den Broeck, Arnoldus Paeuweter, Lambertus Millinc, Geerlacus die<br />

Roeuer, Gerardus deWyck.<br />

Burgimagistri seu receptores: Iohannes Cock, Iohannes Claess. /<br />

Lossinge <strong>van</strong>Vucht, Roesmalen<br />

In denvoirs. iair thien dese stat vercreechweder totbehoe¡ons genedigs heren die<br />

dorpen <strong>van</strong>Vucht ende Roesmalen, die vercoft waren als voirs. is in den iair vy¡,<br />

ende heer Ian <strong>van</strong> Baex, leechscouthet, ont¢nc die weder tot behoe¡ ons genedichz<br />

heren int iulio.<br />

Oeck in denvoirs. iaer, den XIIII en dach septembris, naedien heer Kaerle <strong>van</strong> Gelre,<br />

die genen vrede en begeert, ingenomen hadde ende een wyle tyts ingehadt<br />

hadde dat stedeken <strong>van</strong> Oldenzeel ende die biscop <strong>van</strong>Vtrecht dairvoir had gelegen,<br />

creech hy dat weder.<br />

Van den alden toll <strong>van</strong> Loeuen<br />

Alzoe naedien die tollener <strong>van</strong> den alden toll oft geleyde <strong>van</strong> Brabant tot meer<br />

stonden had versocht aen dese stat den voirs. toll alhier te leggen, doen he¡en<br />

ende ontfangen, tselve hem te gunnen ende toe te latene ende dese stat dat vast<br />

weygerende, gemerct dat hy noyt hier en had gelegen ende dese stat dairby grotelic<br />

verachtert zoude wesen, ende mitsdien den tolneer voirs. dat wairt geweygert<br />

ende hii als in den iair voirleden dairomme ennige <strong>van</strong> den scepenen ende dekenen<br />

deser stat by enen mandamente had doen gedagen ende /executie doen, voirnemende<br />

dieselver tolneer den voirs. tol alhier ende bynnen deser meyeryen daer<br />

hem belieftden te leggen ende te doen ontfangen, soe heeft dese stat in denselven<br />

voirleden iair <strong>van</strong> IX den XIIII en dach decembris staitzgewyze versaempt wesende,<br />

den voirs. tolleneer zeekere presentacie gedaen als hem trecht deser stat<br />

tallen tyden te oepenen ende assistencie te doen totten exploiteren des tols voirs.<br />

opte overtreders end opte geen die hem den tol ontvuerden, begerende die voirs.<br />

stat den voirs. tolneer dairmede tevreden te wesen, sonder den ontfanck <strong>van</strong> den<br />

voirs. tol bynnen deser stat oft meyeryen te leggene.<br />

Appellacie <strong>van</strong> den tol <strong>van</strong> Loeuen<br />

Ende mede oft hy dairmede nyet tevreden en weer, soe appelleerden dese stat voir<br />

notaris ende getugen <strong>van</strong> allen executien ende onbillicheiden des tolners voirs.; nae<br />

inhoude <strong>van</strong> enen instrument dairop gemaict, beginnende;`In den name Onss Liefs<br />

Heren Goids amen'etc. ende begrepen opten bladeVI C XVII.<br />

314


fol. 361 v<br />

fol. 362 r<br />

Omtrent deser stat in aprili anno X hadden die voirs. sess mannen<br />

noch geworven respyt <strong>van</strong>V iaren <strong>van</strong> den iersten achterstellen<br />

In denvoirs. iair X den XX en aprilis des saterdaigz nae den sondach Misericordia<br />

omme die appellacie voirs. te vervolgen ende te solliciteren te hove dat men <strong>van</strong><br />

den toll ledich mucht blyven, soe reysden derwarts Ian Kanapart, Lambert Bogart<br />

ende zekere dekenen, die vervolchden zoe verre dat die sake <strong>van</strong> denvoirs. toll<br />

in sorsiancie blee¡ ende dat den tolleneer silencium 1 wairt imponeert. /<br />

Van den nyewen brant den herinck aengaende<br />

1510-1511<br />

Oeck in den voirs. iair X, den XX en dach augusti, soe is geordineert bynnen deser<br />

stadt by den Raet derselver een nyewe maniere <strong>van</strong> packen ende kueren ende enen<br />

nyewen brant den herinc te geven boven den alden brant, te wetene:<br />

in den iersten dat men allen herinck die men voirtane den nyewen brant geven sal,<br />

dat dien gepact, verleegt ende oversien zal werden <strong>van</strong> bodem te bodem, <strong>van</strong> onder<br />

te boven ende dien herinc bevonden zuet ende zuver sal men den nyewen<br />

brant geven ende dbrantyseren zal zyn ¢gureert met deser stat boem ende aen<br />

elc zy <strong>van</strong> den boem een croen ende dat men den bodem ende die tonnen met circulen<br />

sal teken;<br />

item dat men tot desen sal kyesen nae den vischcoeper carthe vier koermeesters<br />

ende vier peckers die dairop hoer eden zullen doen, ende elc pecker sal zyn tonnen<br />

tekenen met zynen marck;<br />

item dat die peckers dairtoe geen knechten vuegen en zullen als om dien te bereyden<br />

ende te wercken, zy en zullen ierst gecomen zyn uuyt horen leeriaren;<br />

item dat egeen slytsteren ende die herinc dagelix voir hoer doren met cleynre penwart<br />

vercopen ende uuyttellen, egenen herinc en zullen doen packen noch desen<br />

nyewen brant doen geven, /tenzy dat zy dien herinck in yemants plaetse <strong>van</strong> den<br />

coepluyden <strong>van</strong> buyten oft <strong>van</strong> bynnen metten last oft lasten gecoft hedden, ende<br />

alsdan in derselver plaetsen te laten kueren, packen ende den brant geven, eer zy<br />

ennigen oft dien herinc <strong>van</strong> derselver plaetsen zullen moegen vervueren, doen oft<br />

latenvervueren, opten peen<strong>van</strong> drie alde scilden, te deylen in drien als gewoentlic<br />

is;<br />

item dat die koermeesters zullen hebben <strong>van</strong> elcken last herinx diese kueren ende<br />

branden in der manieren voirs. twe stuvers by der vercoeper te betalen ende dat<br />

die koermeesters tallen tyden gereet zullen wesen, opten peen <strong>van</strong> drie ponden<br />

payments, te deylen in drien als gewoentlic is;<br />

item dat die peckers sculdich zullen zyn den herincktenversueck als boven te packen<br />

die tonnen met dobbelen banden tot drie plaetsen te spylen, te pluggen met<br />

gecroender pluggen ende dicht lofbaerlic aen beyde den eynden te makene ende<br />

dat zy dairaf zullen hebben voir horen sallaris, loen ende arbeyt XII stuvers te betalen<br />

hal¡ by den coeper ende hal¡ by der vercoeper;<br />

insgelycx <strong>van</strong> allen herinc die gepact wordt <strong>van</strong> bodem tot bodem ende die nochtans<br />

nyet en wordt gebrant, dairaf zullen die peckers oick hebben XII stuvers te<br />

werden betaelt als voir;<br />

1 Vertaling: spreekverbod.<br />

315


fol. 362 v<br />

fol. 363 r<br />

fol. 363 v<br />

1510-1511<br />

item dat zoe wye voirtaen den voirs. nyewen brant metten last oft halven last herinx<br />

sal coepen, / dat die sculdich zal wesen in den last mede te ontfangen twe<br />

tonnen wracx ende een tonne in den halven last ende dat voir elc tonne wracx die<br />

vercoeper zal corten den coepmanVIII stuvers;<br />

item dat men genen herinc kueren noch den nyewen brant geven en zal, tenzy ierst<br />

XIIII nacht nae Bamisse overleden, nae inhoude der carthen <strong>van</strong> den vyschcoeperenambachte;<br />

prout in litteris incipientibus: `Wy, scepenen, gesworen' etc. et<br />

comprehensis folioVI C XIX.<br />

Van eenre peticien by vrouwe Margrieten begeert<br />

Oeck in den voirs. iair X, omtrent den hoichtyde Assumptionis Marie, dede<br />

vrouwe Margriet bescryven die Staten <strong>van</strong> Brabant ende in iegenwoirdicheiden<br />

<strong>van</strong> den doerluchtigen hoichgeboren ende vermoegende furst hertoge Kaerle,<br />

noch onmundich wesende, begeren die somme <strong>van</strong> LXXXV M Rynsgulden den<br />

termyn <strong>van</strong> IIII iaren omme dairaf XV M te bekeren tot forti¢cacie <strong>van</strong> ennigen<br />

steden in Brabant ende LXX M tot lossinge <strong>van</strong> den demaynen by den voirs. coninc<br />

Philips vercoft ende tot onderhoudenisse <strong>van</strong> den voirs. hertoge Kaerle. Die<br />

twee iersten staet, te wetene die prelaten ende die edelen, consenteerden dairinne<br />

terstont mede; die gedeputeerden <strong>van</strong> den steeden vertogen after/rugge ende nae<br />

vele dachvairden dairop gehouden, hebben consenteert Loeuen, Bruessel ende<br />

Antwerpen in de LXX M Rynsgulden voirs. ende afgeslagen die XV M als den<br />

XXVII en dach octobris int voirs. iair X.<br />

Dat heer Kaerle <strong>van</strong> Gelre die dochter <strong>van</strong> Brabant ten huwelic versueckende<br />

was<br />

Ten selven tyde waren tAntwerpen die gedeputeerden <strong>van</strong> heer Kaerle <strong>van</strong> Gelre,<br />

by namen doctoir Langh, Henric <strong>van</strong> Ghent, Pyetyt Ian ende zekere bourgers <strong>van</strong><br />

Nymegen tot XXV perden toe, om te vervolgen voir horen heer, heer Kaerle <strong>van</strong><br />

Egmondt, die men heyt heer Kaerle <strong>van</strong> Gelre, te hebbene die dochter <strong>van</strong> den<br />

voirs. coninc Philips, genoemt Ysabeel. Dieselver gedeputeerden, alse dair hadden<br />

een wyle geweest, vertogen zy weder by heren Kaerle <strong>van</strong> Gelre, horen meester<br />

voirs., ende dairbii geweest hebbende toegen zy weder doer dese stat nae den<br />

hove, all hoepende ende hen latende duncken datse der voirs. dochter <strong>van</strong> coninc<br />

Philips zeker hedden geweest, dat nochtans verre te halen was, etc. Item hoewael<br />

die voirs. drie steden hadden consenteert in der peticien voirs., soe excuseerden<br />

dese stat hair in dien, wantse arm weer ende oic die bede <strong>van</strong> LXXX M noch loepende<br />

weer, metgaders oic die bede <strong>van</strong> den driehondertdusent croenen den keyser<br />

consenteert ende /oick die LX M consenteert der voirs. vrouw Margrieten voir<br />

de costen gedaen tot Cameryc indt tracteren <strong>van</strong> den pays, etc. alsoe dat hoir nyet<br />

moegelic en weer totter contribucien voirs. te verstaen ende alsoe smelten die peticie<br />

voirs.<br />

316


fol. 364 r<br />

fol. 364 v<br />

Belech voirYselsteyn<br />

Oeck in den voirs. scepenstoel int iair XI, den XXIIII en dach in aprill des donredaigs<br />

in den avont nae Paeschdach, beleechden die <strong>van</strong>Vtrecht die stat <strong>van</strong> Yselsteyn.<br />

Op desen toecomenden Remigii gingen a¡ die voirs. sess gecoren mannen, in den<br />

voirs. iair <strong>van</strong> acht geordineert.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCCC o XI o : Iohannes deVladeracken, Goeswinus<br />

de Brecht, Lucas de Erpe, Lambertus <strong>van</strong> den Hezeacker, Nycolaus de Buchouen,<br />

/ Mathias ¢lius Lamberti Stoeters, Henricus de Broechouen.<br />

Burgimagistri seu receptores: Segerus ¢lius Iohannis Goyarts, Arnoldus Dirc<br />

Arntzs., nomine et absque regimine et onere.<br />

In desen scepenstoel in decembri int iair XV C XI is ordineert dat voirtaen die scepenen<br />

deser stat voir zyn ierst wordt, geven sal derselver stat een serpenteyn oft<br />

dobbel haecbusse ende in ennige <strong>van</strong> den ambachten bynnen deser stat meester<br />

wordt, geven zal een haecbusse; prout in acta incipiente: Àlsoe in de maent <strong>van</strong><br />

decembri'etc. et comprehensa folio CCCC LXVII.<br />

Oeck in denselven iair XI, den XVI en dach meye, wert ordineert by deser stat die<br />

voirtaen poirter worde derselver stat geven soude IX stuvers om salpeter te coepen;<br />

folio etc. CCCC LXVIII.<br />

In den voirs. iair <strong>van</strong> XI voir Sinte-Remeysdach voirs. syn weder by deser stat gecoren<br />

dese sess mannen: Henrick Glauyman,Willem Henricxs., Marcelis <strong>van</strong> den<br />

Hoeuel, Dirck<strong>van</strong>Vechel, Ian die Sceper, Iacob Coelborner.<br />

Die macht deser sess mannen<br />

Denwelken sess mannen dese stat geordineert / heeft te hebbene allet geheel regimente<br />

ende beweynde dat hadden gehadt die sess mannen gecoren int iair XCIX<br />

ende nae int iair XV C VIII ende by onsen genedigen heer geottroyeert gedurende<br />

den tyt <strong>van</strong> drie iaren, ingaende te Bamisse voirs. int iair XI, beheltelicken dat zy<br />

geen nyewe assynsen, imposicien oft neringe bynnen deser stat <strong>van</strong> nyeuws en<br />

zullen belasten oft opsetten, tenzyby advyse, consent ende accoirt der drien leden<br />

deser stat; prout in litteris incipientibus:`Wy, scepenen, gesworen, raitslude'etc. et<br />

comprehensis folioV C LXXVIII.<br />

Belech voirYselsteyn<br />

1511-1512<br />

In den voirs. iair <strong>van</strong> XI den XXIIII en dach aprilis des donredaigs in den avont<br />

nae Paeschen beleechden die <strong>van</strong>Vtrecht Yselsteyn, dairaf principael hoeftluyden<br />

waren heer Iacob <strong>van</strong> Apeltern, intrusus 1 domdeeken, Euerart Zouderbalch,<br />

bourgermeester, ende Egbert <strong>van</strong> Gruenenberch, die heer Florysen <strong>van</strong>Yselsteyn<br />

heel contrarie waren, ende zy hadden oic mede te hulpen heer Kaerle <strong>van</strong> Gelre<br />

anders <strong>van</strong> Egmond.<br />

1 Vertaling: diegene die door usurpatie het ambt verkregen heeft.<br />

317


fol. 365 r<br />

fol. 365 v<br />

fol. 366 r<br />

1511-1512<br />

Ontset <strong>van</strong>Yselsteyn<br />

Heer Florys voirs. creech vele heren te hulpen uuyt Henegouwe, uuyten lande <strong>van</strong><br />

der Marck omme Yselsteyn weder te ontsetten ende / als hy een groete vergaderinge<br />

<strong>van</strong> perden byeen hadde, zoe toech hy dairmede naeYselsteyn omme dat te<br />

ontsetten. Ende comende omtrent Yselsteyn die voirs. <strong>van</strong> Vtrecht als den tweesten<br />

dach iunii int iair XI toegen roekeloess op sonder den voirs. heren Floryssen<br />

te verwachten ende vloyen in tot Montfoirt.<br />

Dat Boemel ingenomen wairt<br />

Ende dairnae den XXVIII en dach iunii op Ascensienavont int iair el¡ zoe waert<br />

die stat <strong>van</strong> Boemel weder <strong>van</strong> den Gelderschen ingenomen by quaden toesiene<br />

<strong>van</strong> den capiteyn aldair,Willem die Ioede, die een Geldersman was, ende doer die<br />

vinger gesien mocht hebben.<br />

Dat die coepluyden worden ge<strong>van</strong>gen<br />

Ende hier tevorens in de maent <strong>van</strong> aprille voir Paesschen int iair X, die voirs.<br />

heer Kaerle <strong>van</strong> Gelre ocsuyn nemende <strong>van</strong> dat heer Florys <strong>van</strong>Yselsteyn ennige<br />

in Boemelre Werdt hedde gescat die hem nyet en behoerden te scatten ende dat<br />

den pays <strong>van</strong> Cameryc dairomme gebroken weer <strong>van</strong> deser zyden, dede hy belagen<br />

die coepluyden <strong>van</strong> Antwerpen, <strong>van</strong> Mechelen, etc. by Coelen treckende totter<br />

merct <strong>van</strong>Vranckevoirt, die al te wagen saten ende die <strong>van</strong>gen ende ge<strong>van</strong>gen<br />

brengen tot Geldre, daerse wredelic worden tracteert ende zwaerlic gescat voir<br />

vele M gouden gulden. /<br />

Dattet slot <strong>van</strong> Oyen omgeworpen waert<br />

Oeck in den voirs. iair XI, den XXVI en dach iunii, naedien dese stat <strong>van</strong> vrouwe<br />

Margriete, eertshertoginne <strong>van</strong> Oistryc, hertoginne ende grevinne <strong>van</strong> Bourgoindien,<br />

douagiere <strong>van</strong> Sauoyen, regente, etc. oirlofende consent had omme tslot <strong>van</strong><br />

Oyen te mineren ende om te werpen, soe is uuyt elcken ambachte deser stat geleegt<br />

een zeker getal <strong>van</strong> mannen, tsamen wesende II C mannen, die derwarts<br />

nae Oyen toegen met vele werclieden <strong>van</strong> metsers ende tymmerlyede ende waren<br />

dair totten vyften dach iulii dair naestvolgende, datse tvoirs. slot geheel hadden<br />

mineert ende uuytgebrant ende quamen weder hierinnen ten voirs.V ten dage, medebrengende<br />

omtrent XXVI wagens, geladen met yserwerck.<br />

Ende opten IX en dach dairnae stelden dese stat enen, genoempt Ian Crabbe,<br />

scouthet tot Oyen.<br />

Dattet weder oirloge waert tegens die Gelderssche<br />

Dairnae in de voirs. maent <strong>van</strong> iulio int iair XI soe nam die voirs. vrouwe Margriet<br />

aen oirloge tegens heer Kaerle <strong>van</strong> Gelre voirs. ende zy dede denselven heer Kaerle<br />

ontseggen. Sy vergaderden allet volck datse conste gecrigen omme te treckene<br />

metter macht in den lande <strong>van</strong> Gelre ende dat te brengene /onder die gehoirsam-<br />

318


fol. 366 v<br />

heit <strong>van</strong> onsen aldergenedichsten heren hertoge Kaerle, haren neve ende zoen<strong>van</strong><br />

den voirs. coninc Philipz, haren brueder.<br />

Van den Engelschen hier ten oirloge gecomen<br />

Die coninc <strong>van</strong> Engelant sant der voirs. vrouwe Margrieten te dyenste XV C vrome<br />

Engelsche, all <strong>van</strong> hem versout, dairby waren omtrent vyftich perden, diewelcke<br />

bynnen deser stat quamen in denvoirs. iair XIop Sinte-<strong>Peter</strong>s-apostels-ad-vincula-avont<br />

ende dat omtrent II uren nae myddach.<br />

Dat vrouwe Margriet bynnen deser stat quam om op Gelrelant te<br />

trecken<br />

Ende opten zelven dach quam oick bynnen deser stat die voirs. vrouwe Margriet,<br />

by haer hebbende groet getal <strong>van</strong> perden ende ennige grote capiteynen uuyt<br />

Spaengen ende heren Philips, bastart <strong>van</strong> Bourgoingien, ammirael <strong>van</strong> der zee.<br />

Uuyttrecken naeVe<strong>nl</strong>oe<br />

Dairnae den vyften dach augusti in den voirs. iair XI te middage toegen uuyt deser<br />

stat nae den lande <strong>van</strong> Gelre allet tvoirs. volck <strong>van</strong> wapenen dat vrouwe Margriet<br />

vergadert had ende die voirs. Engelsche ende <strong>van</strong> al was geordineert <strong>van</strong><br />

vrouwe Margrieten voirs. capiteyn die voirs. heer Philipz, die bastart <strong>van</strong> Bourgoingien,<br />

welcke vrouwe Margriet met haren gesynne voiruuytgereden was tot<br />

by den cloester <strong>van</strong> den Coudewater, daerse den voirs. heren Philipsen ende die<br />

andere capiteynen te Gode beval. /<br />

Dat Gribbenvorst wairt gewonnen<br />

Ende alsoe die voirs. capiteynen, metten voirs. volck treckende ende by hen hebbende<br />

X groete cortouwen ende XXIX andere mynder busschen al <strong>van</strong> metale<br />

ende C ende XX wagens met andere bussen, cloten, buscruyt ende tenten, quamen<br />

als den IX en dach augusti voir Gribbenforst, dat eenen quaden roe¡nest<br />

was, liggende op dese zyde der Mazen, ende datse stormenderhant wonnen ende<br />

dairinne omtrent IÃÙ Ä C Geldersche dootgeslagen worden ende Gribbenvorst waert<br />

uuytgebrant ende slecht gemaect als den XII en dach augusti dairnae.<br />

Dat Aersschen wairt omgeworpen<br />

Ende <strong>van</strong>dair toegensche voirt terstont naeVyersen datse omsloegen, ende Aerssen<br />

dat slot worpensche om in der Mazen.<br />

Dat Stralen ingenomen wairt<br />

1511-1512<br />

Vandair toegensche voirt nae Stralen, dairvoir datse laigen totten XXIIII en dach<br />

augusti ende opten selven dach dieselver <strong>van</strong> Stralen gaven hen op, beheltelic hen<br />

hoir leven, mar tgoet verloren.<br />

319


fol. 367 r<br />

fol. 367 v<br />

1511-1512<br />

BelechvoirVe<strong>nl</strong>oe<br />

Vandair toegensche voirt nae der stat <strong>van</strong>Ve<strong>nl</strong>e, dairvoir datse hoir belech namen<br />

den XXVII en dach augusti in denselver iair XIende opten selven dachverbranden<br />

die <strong>van</strong> Boemel voir Huesden twee dorpen als Aelborch ende Ael.<br />

Van den ingesetenen deser meyeryen voir Ve<strong>nl</strong>e gesonden<br />

Dairnae als den IX en dach septembris int zelver iair XI worden uuyten<br />

quartieren / <strong>van</strong> Kemplant, Pedelant ende Oisterwyc gecoren duysent mannen<br />

ende geseynt int belech voirVe<strong>nl</strong>e voirs. Item den XVII en dach septembris op Sinte-Lambrechsdach<br />

toegen uuyt deser stat nae Boemel ennige dekenen deser stat<br />

om dairvoir blochusen te slaen, dair groeten cost wairt gedaen ende nochtans en<br />

worden die blochusen nyet gemaect.<br />

Dat die hertoich <strong>van</strong> Guylic ster¡<br />

In den voirs. iair <strong>van</strong> XI in augusto ster¡ hertogeWillem <strong>van</strong> Guylic ende in denselven<br />

iair in septembri wairt als hertoge <strong>van</strong> Guylic gehuldt die zoene des hertogen<br />

<strong>van</strong> Cleue die des voirs. hertogheWillems dochter hadde ten huwelic.<br />

Den XIII en dach octobris in den voirs. iair XI quam bynnen deser stat by vrouwe<br />

Margrieten voirs. greve Henrick<strong>van</strong> Nassouw, denwelcken <strong>van</strong> deser stat wairden<br />

gescenct II amen wyns.<br />

Dat Ve<strong>nl</strong>e wairt bestormpt<br />

Dairnae in denselven iair el¡ op Sinte-Hubrechzdach began men ten stormen te<br />

scyeten voirVe<strong>nl</strong>e ende tselver scyeten nacht ende dach duerden tottenVII en dach<br />

novembris daernae. Ende denselven dachwaert Ve<strong>nl</strong>ebestormpt ende dair bleven<br />

vele volcx ende ruyteren doot <strong>van</strong> deser zyden ende Ve<strong>nl</strong>e blee¡ ongewonnen,<br />

want den storm pertydichlic toeginck ende in denselven storm / was die overste<br />

capiteyn heer Floriis <strong>van</strong>Yselsteyn, want die voirs. heer Philipz <strong>van</strong> Bourgoingien<br />

was <strong>van</strong>dair lange vertogen geweest. Ende sdaigz tevoerens voir denzelven storm<br />

wairt uuyt Ve<strong>nl</strong>e gestoten een groot capiteyn <strong>van</strong> den Spaengiaerts ende hy bleef<br />

doot.<br />

Dat die Engelsche <strong>van</strong>Ve<strong>nl</strong>e optoegen<br />

Ende des thiensten daigs novembris dairnae ende nae den storm voirs. vertoegen<br />

die voirs. Engelsche <strong>van</strong>Ve<strong>nl</strong>e ende quamen bynnen deser stat ende nae twe dagen<br />

vertogen zy voirt uuyt deser stat nae Engelant, mar henre wasser voir Ve<strong>nl</strong>e vele<br />

bleven.<br />

Dat den heelen leger <strong>van</strong>Ve<strong>nl</strong>e opbrack<br />

Ende dairnae den XVI en dach novembris int selver iair toech voirts op den heelen<br />

hoep <strong>van</strong>Ve<strong>nl</strong>e ende lyeten dat met scanden ongewonnen. Men seeghden dat dair<br />

meer volcx versout waert dan dair was: tgelt <strong>van</strong>t zynen meester zoe hy was.<br />

320


fol. 368 r<br />

fol. 368 v<br />

Dat vrou Margriet uuyt deser stat weder vertoech<br />

Daernae den XVIII en dach novembris int selver iair die voirs. vrouwe Margriet<br />

die den voirs. geheelen tyt hair bynnen deser stat had gehouden, doende vele processien<br />

gaen omvictorie te crigen, vertoechvoirs. 1 opbrekende uuyt deser stat nae<br />

Breda, daertoe datse met III C bourgeren <strong>van</strong> deser stat waert geleyt. /<br />

DatWoudrichem ingenomen wert<br />

Item ende naedien dat den voirs. storm voir Ve<strong>nl</strong>e <strong>van</strong> deser zyden nyet wael en<br />

was vergaen, soe heeft heer Kaerle <strong>van</strong> Gelre voirs., die hem duerende tvoirs. belech<br />

voir Ve<strong>nl</strong>e nergens en had oepenbaert, hem bestaen te oepenbaren ende als<br />

den XIII en dach novembris in den voirs. iair XI nam hy inne die stat <strong>van</strong>Woudrichem,<br />

<strong>van</strong>gende den greve <strong>van</strong> Hoerne, dairuuyt hy vele quaetz dede aen dese<br />

zyde, ende bleven dieselve Geldersche ruyteren ende knechten bynnen Woudrichem<br />

totten II en dach <strong>van</strong> merte daer naestvolgende ende vloyen dairuuyt ende<br />

namen met hen al datse consten gedragen ende ten scepe gevuren. Ende teser tyt<br />

ende nae den opbreken <strong>van</strong> den voirs. belech <strong>van</strong>Ve<strong>nl</strong>e was dese stat sonder troest<br />

<strong>van</strong> yemanden dan <strong>van</strong> hairzelven; zii most hairselven ende die arme ingesetenen<br />

deser meyeryen bewaren zoese const ende mocht. Die <strong>van</strong> Antwerpen dede hair<br />

wat bystants, mar die <strong>van</strong> Loeuen ende Bruessele en wouden dairtoe nyet doen<br />

noch helpen.<br />

Dat Bakel ende Doern gebrant wert<br />

Die Gelderssche deden groeten scaide bynnen deser meyeryen met branden ende<br />

roeven, wantse uuyt Rueremunde endeVe<strong>nl</strong>e denV ten dach ianuarii in den voirs.<br />

iair el¡ branden Bakel ende een deel <strong>van</strong> Doerne. /<br />

Dat Engelen gebrant wairt<br />

Ende denVIII en dach ianuarii dairnae verbranden die <strong>van</strong> Boemel met horen toestenderen<br />

tdorp <strong>van</strong> Engelen.<br />

Dat Asten gebrant wert<br />

Ende den XXII en dach ianuarii die Geldersche verbranden uuyt Rueremunde<br />

tdorp <strong>van</strong> Asten.<br />

Dat Ge¡en ende Nulant gebrant wert<br />

1511-1512<br />

Ende dairnae den XXVI en dach ianuarii tusschen den maendach ende dynsdach<br />

des nachz die Gelderssche, comende uuyt Boemel, verbranden Ge¡en ende Nulant.<br />

1 Aldus hs., lees hiernavrouwe Margriet.<br />

321


fol. 369 r<br />

fol. 369 v<br />

1511-1512<br />

Van denVy¡ Ventkens<br />

Tot deser tyt lagen bynnen deser meyeryen opte Langhstraet een zeker getal <strong>van</strong><br />

knechten die gelegen hadden oic voirVe<strong>nl</strong>e ende die gemeyntlic hyeten die knechten<br />

<strong>van</strong> denVyf Ventkens, ende waren in getal omtrent X oft XII C . Dese knechten<br />

oft Vyf Ventkens waren vele tachter aen vrouwe Margriet voirs., soese seeghden,<br />

ende en wouden nergens henen noch hen sceyden om dese meyerye te helpen bescudden,<br />

zy en weren ierst versekert <strong>van</strong> hore souldyen. Dus blevense dair stil liggen<br />

sonder yet te willen doen, wat versueck dese stat aen hen dede om hulp te<br />

hebben.<br />

Van der nederlagen die dese stat had in Boemelre Wert<br />

Ende hoewel dese stat cleynen troest hadde, soe heeftse nochtans wat willen doen<br />

opte vyanden ende heeft alsoe uuyt deser stat gecoren omtrent III C mannen ende<br />

daerby geroepen metten clockenslach die lantsaten omtrent deser stat geseten, /<br />

wesende tsamen in getal met sekeren knechten deser stat omtrent II M ,dietsamen<br />

als den lesten dach ianuarii in den voirs. iair XI tot Hedel over der Mazen toegen<br />

nae Boemelre Wert, latende after bynnen deser stat staen tveltgescut, dat nochtans<br />

hen gereet was gemaect. Ende aldus over wesende begonsten zy ten lantwairt<br />

aldaer in te branden, te wetene ierst Driel ende voirt nae Rossum. Ende aldus int<br />

werck <strong>van</strong> branden wesende, loepende deen hier, dander derwarts sonder ordinancien<br />

in vyander lant, meynende dat hen nyet en hed moegen gescien, soe eest<br />

leyder geboert dat terselver tyt die <strong>van</strong> den blochuyse dat die heer <strong>van</strong> Buchouen<br />

over denWael tot Tuyl had doen leggen ende maken ende dairvoir die Gelderssche<br />

in stercker macht lagen, hen opgaven. Ende opgegeven hebbende soe zyn dieselver<br />

Geldersche met horen knechten tot onsen lyeden waert overcomen, dairse<br />

vast branden ende geen ordinancie en hyelden, ende hebbense geheelic ende all<br />

nedergetogen ende ge<strong>van</strong>gen ende met hen gebracht tot Boemel, daerse wredelic<br />

ende onmenschelic tracteert worden ende zwairlic gescat.<br />

DatheerKaerle<strong>van</strong>GelrevoirHoculemwas<br />

Dairnae den XIIII en dach februarii in den voirs. iair XI zoe toech die heer <strong>van</strong><br />

Gelre met zynre macht ende een groet 1 bourgers uuyt Boemel nae Hoculem, dat<br />

hy meynden in te crigen. Mar die <strong>van</strong> Hoculem/werden hen alsoe dat heer Kaerle<br />

bescaempt aftoech ende lyet dair wael III C dooden, onder welcke vele bourgers<br />

<strong>van</strong> Boemel waren. Dairnae den vyften dach in merte in den voirs. iair XI, nae<br />

vele vervolchs gedaen aen den knechten <strong>van</strong> der Langerstraten oft VyfVeentkens,<br />

toegen zy met een zeker getal <strong>van</strong> knechten, in deser stat souldyen wesende, over<br />

der Mazen nae BoemelreWert, dair zyt al afbranden ende hadden by hen een cortauwe<br />

ende acht slangen om Boemel te benauwen, dairaf evenwael nyet en quam,<br />

want die boeven kenden malcanderen ende omme dieselve Vy¡ Veentkens op te<br />

brengen ende datse aldus nae Boemel trecken souden omme Boemel te benau-<br />

1 Aldus hs., bedoeld is een groot aantal.<br />

322


fol. 370 r<br />

fol. 370 v<br />

wen, ¢neerden dese statoverdwerss XV M Rynsgulden, mar nae der maentvertoegen<br />

dieVyf Veentkens weder in horen alden leger opte Langhstraet.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCCC o XII o : Theodericus die Borchgreue, Martinus<br />

de Campen, Franciscus Toelinc, Iohannes de Erpe, Rodolphus Noppen, 1 /<br />

Aelbertus de Berkel, Henricus Kuyst ¢lius Gerardi.<br />

Burgimagistri seu receptores: Iohannes Pynappel Ianss., Iohannes ¢lius Iohannis<br />

Hermanss., nomine et absque onere.<br />

Dat Henric Kuyst heilich-geestmeester wairt<br />

In dicto scabinatu XXVIII a maii sabbato post octavas Penthecostes obiit Iohannes<br />

Kanapart, magister Mense Sancti Spiritus in Buscoducis, cuius anima requiescat<br />

in pace. 2<br />

Et in eodem scabinatu VI ta iunii electus est Henricus Kuyst in magistrum eiusdem<br />

Mense. 3<br />

In den voirs. iair XII des maendaigz nae den sondach Misericordia 4 toech dese<br />

stat uuyt met een zeker getal <strong>van</strong> knechten diese in hare souldyen hadde, over<br />

der Mazen nae Boemel omme Boemel te benauwen ende aent Oenselsche veer<br />

een blochuys op te slaen, dwelc aldair zeer wael soude hebben gedyent. Mar hoewael<br />

tvoirs. blochuys begonnen was, soe bleeft noch onvolmaect by toedoene <strong>van</strong><br />

ennigen die tregiment <strong>van</strong> deser stat dair hadden ende oic byder onwillicheit /der<br />

knechten, die naedien dat die maent daerse in waren was overleden, waren zy te<br />

bidden ende wouden weder hoir souldye opte hant hebben, dairtegen dese stat<br />

quade gereetscap had, wantse syndert den opbreken <strong>van</strong>Ve<strong>nl</strong>e groete penningen<br />

hadverscoten ende die nederlage voir Boemel omtrent Rossem had geleden, dairaf<br />

dese stat vele moetz had verloren.<br />

Dat Megen gebrant wert<br />

Ende oic blee¡ tvoirs. blochuys onvolmaect, mitzdien dat dien 5 die Gelderssche<br />

innamen Megen ende tslot aldair, datse geheelic uuytbranden als denVII en dach<br />

meye, vrydach in den voirs. iair XII.<br />

Dat <strong>Os</strong> ende die kerck aldair ende oic Berchen worden gebrant<br />

1512-1513<br />

Ende oick opten selven branden zy die vryheit <strong>van</strong> <strong>Os</strong> metter kercken aldair ende<br />

die capel <strong>van</strong> Sint-Anthonis op Scadewyc ende tdorp <strong>van</strong> Berchen. Ende alsoe<br />

blee¡ tvoirs. blochuys onvolcomen, want die ruyters alsdoen <strong>van</strong>dair vertogen<br />

nae Megen, mar evenwael beyden zy zoe lange dat die Gelderssche wael te pass<br />

1<br />

Rechtsonder rest <strong>van</strong> custode.<br />

2<br />

Vertaling: in genoemd schepenjaar stierf op 28 mei, zaterdag na het octaaf <strong>van</strong> Pinksteren,<br />

Jan Kanapart, meester <strong>van</strong> deTafel <strong>van</strong> de Heilige Geest in's-Hertogenbosch, wiens ziel ruste<br />

in vrede.<br />

3<br />

Vertaling: en in hetzelfde schepenjaar werd op 6 juni Hendrik Kuystgekozen als meester <strong>van</strong><br />

dezelfdeTafel.<br />

4<br />

Namelijk 26 april 1512.<br />

5<br />

Aldus hs., verschrijving.<br />

323


fol. 371 r<br />

fol. 371 v<br />

fol. 372 r<br />

1512-1513<br />

weder ewech waren, ende alzoe kenden die boeven malcanderen dat deser stat<br />

ende ingesetenen deser meyeryen een lestich oirloich was.<br />

Dat die keyser Maximiliaen in Brabant gehuldt wairt<br />

Dairnae quam die voirs. keyser Maximiliaen weder in Brabant, dair hy als voegt<br />

<strong>van</strong> den voirs. eertshertoge Kaerle, te wetene tot Loeuen 1 /den XXIIII en dach in<br />

meye ende tot Bruessel den XXV en dach meye in denvoirs. iair XII, wairt gehuldt.<br />

Dat Tiiel weder <strong>van</strong> den Geldersschen ingenomen wert<br />

Dairnae ende als die stadt <strong>van</strong> Tyel syndert dat die voirs. coninc Philips uuyten<br />

lande <strong>van</strong> Gelre toech, aen dese zyde hadde geweest ende bewairt met ruyteren,<br />

daira¡ Ian<strong>van</strong> Balueren capiteyn ende hooftman was, die tsamen<strong>van</strong> deser zyden<br />

worden onderhouden, soe zyn die Gelderssche als opten dorden dach septembris<br />

in den voirs. iair XII des smorgens omtrent zeven uren by slappen toesien des<br />

voirs. Ians <strong>van</strong> Balueren, die een Gelderssche man was, bynnen Tyel gecomen<br />

ende hebben die stat ingenomen, daerse uuytiaechden alle diegeen die <strong>van</strong> deser<br />

zyden dairinne waren ende lyeten Iannen <strong>van</strong> Balueren voirs. goetzmoetz uuyt<br />

trecken, quare, 2 etc. In deselve maent septembris die voirs. Geldersche merckende<br />

datse vast voirspoet hadden, dat dese stat luttel troest hadde ende dat die<br />

knechten <strong>van</strong> denVyf Ventkens, liggende opte Langstraet, geen feyten <strong>van</strong> oirloge<br />

opte Gelderssche en wouden doen, wantse vele tachter waren ende noch<strong>van</strong> datse<br />

/ voir Ve<strong>nl</strong>e hadden gelegen, soe maecten dieselver Gelderssche hen sterck ende<br />

een grote vergaderinge <strong>van</strong> knechten ende huyslieden, in getal omtrent XXII C<br />

soe men seeghden, dairaf overste capiteyn was een die men noempden die greve<br />

<strong>van</strong> Moerss, een bastart wesende, etc. die hem tot Boemel verhyelt, ende quamen<br />

als den XXIIII en dach septembris in denvoirs. iair XII, bii hen hebbende een deel<br />

parden in getal omtrent IIÃÙ Ä C , <strong>van</strong> Thiel, die voren inne met scepen omtrent den<br />

avont tot opten Ham ende namen inne thuyss tot Kessel, daerse op 3 ende tot Kessel<br />

zy hen onthielden dien nacht.<br />

Dat Hyntham wert gebrant met VII moelens<br />

Ende des anderendaigz, te wetene den XXV en dach septembris smorgens, toegen<br />

dieselver Geldersche <strong>van</strong>dair op te richz doer dbroeck ende quamen tot Roesmalen<br />

ende tot Hyntham voir den boem, dair zekere <strong>van</strong> den bourgeren deser stat sonder<br />

ontheyt met drie oft vier veltbussen henen waren gevaren ende geloepen, stellende<br />

dieselver bussen dwaeslic buyten den boem. Die Gelderssche oepenbaerde hen<br />

subtylic met een deel <strong>van</strong> hoiren perden by den camp der Zusteren <strong>van</strong> Oirten ende<br />

hoeren hoep <strong>van</strong> den voetknechten lach omtrent die Mutze. Ende die bourgeren<br />

deser stat, siende die voirs. Gelderssche perden, hebben zy dairnae metten voirs.<br />

veltgescut gescoten. dWelc siende die Gelders- 4 / sche dat die bussen gelost waren,<br />

1 Rechtsonder rest <strong>van</strong> custode den XXIIII en dach.<br />

2 Vertaling: daarom.<br />

3 Aldus hs., hierna is een werkwoord weggevallen.<br />

4 Rechtsonder rest <strong>van</strong> custode sche dat die bussen.<br />

324


fol. 372 v<br />

fol. 373 r<br />

soe zynse met enen gedruyss aen comen slaen ende vyngen dair dieselver bourgeren,<br />

diere XVoft XVI wass oft meer, ende namen die bussen ende reden voirts met<br />

enen gedruyss, sonder marren verbrandende Hyntham ende VII moelens <strong>van</strong> den<br />

IX moelens die dair stonden. Ende dit gedaen hebbende, toegen zy voirts terstont<br />

mede nae Middelrode, datse verbranden, ende voirts tot Scy<strong>nl</strong>e, dairse benachten.<br />

Ende in der nacht toegen zy op <strong>van</strong> Scy<strong>nl</strong>e, datse verbranden metter kercken aldair,<br />

ende <strong>van</strong>dair toegensche voirt brandende nae Lyeshout, Stiphout ende voirt tot<br />

Geldrop, daerse die kerck verbranden met vele lyeden opten thoren wesende, sonder<br />

nochtans dairaf were te doen. Ende <strong>van</strong>dair toegensche voirt tot Nederweert<br />

dairse benachten, ende <strong>van</strong>dair voirt tot Rueremunde inne.<br />

Dat dese stat ende meyerye tsamen vercoften M Rynsgulden<br />

1512-1513<br />

Terselvertiit die voirs.Vy¡ Veentkens lagen noch bynnen deser meyeryen ende toegen<br />

<strong>van</strong> dorp te dorp, uuyterende die arme ingesetenen boven die groten lasten<br />

diese te dragen hadden. Ende zy en wouden den voirs. Geldersschen genen stoot<br />

doen, wantse nyet betaelt en weren. Ende dairnae als den XI en dach octobris dese<br />

stat, ziende datse hoir selver must helpen /zoudtse behouden blyven, heeft zii die<br />

vryheiden ende dorpen deser meyeryen bescreven ende hier wesende is een accoert<br />

genomen tsamentlic te ¢neren XVI C Rynsgulden ende hebben alsoe dese<br />

stat ende die steden, vryheiden ende dorpen deser meyeryen tsamentlic aen versceyden<br />

personen verset ende gevest in er£osrenten duysent Rynsgulden ende geloeft<br />

malcanderen die nae gelycke porcien te gelden ende bynnen XII iaren<br />

naestcomende af te quyten, met welcken penningen ende meer andere die de <strong>van</strong><br />

Antwerpen dairby deden, worden betaelt die voirs. knechten <strong>van</strong> denVy¡Veentkens.<br />

Ende betaelt zynde, worden dairuuyt gecoren M knechten ende noch M<br />

knechten die tot Wissem hadden gelegen, ende dairtoe nochV C ruyteren te perde,<br />

die tsamentlic by de <strong>van</strong> Antwerpen ende by deser stat worden aengenomen ende<br />

geleegt alomme tegens die Gelderssche omme noch <strong>van</strong> vorderen last ledich te<br />

blyven.Want all was die keyser in Brabant gehuldt ende bilcken troest desen lande<br />

gedaen zoude hebben, vertoech hy nochtans weder opwaert.<br />

Hoe die keyser deser stat screef enen brie¡, onder meer alhier te seynden<br />

tonser hulpen den hertoge <strong>van</strong> Bruynswyck met zynen brueder<br />

Nyettemin hy troesten sunderlinge dese stat met brieven zoe hy meest conste, seyndende<br />

dieselver keyser onder meer brieven deser stat enen brie¡, besloten, gegeven<br />

in der stat Coelen den XII en 1 / dach augusti in den voirs. iair XII ende by zynrer<br />

hant getekent `per regem' 2 ende <strong>van</strong> deser stat ontfangen dairnae den XIX en dach<br />

derselver maent augusti, beruerende dieselver brieven onder meer dat die koerfursten,<br />

fursten ende Staiten des Heylychz Rycx in eygen persoen weren geweest tot<br />

Coelen ter dachvaert, daerse om die expedicie <strong>van</strong> den oirloge <strong>van</strong> Gelre tesamen<br />

een eendrechtige conclusie hedden genomen ende der keyserlyke maiesteyt consenteert<br />

op horen cost te dyenen met een groet getal <strong>van</strong> volck, te voet ende te perde,<br />

1 Rechtsonder custode dach augusti.<br />

2 Vertaling: voorde koning.<br />

325


fol. 373 v<br />

fol. 374 r<br />

1512-1513<br />

ende die ongehoirsame Gelderssche te helpen stra¡en, dairaf overste capiteynen<br />

weren geordineert hertoge Henrick ende hertoge Erith<strong>van</strong> Bruynswyck, gebruederen,<br />

die bynnen XVdaigen hier int landt zouden wesen. Ende dairnae zoude hyoick<br />

comen om des oirloigs een eyndt te maken, etc. dwelke die voirs. keyserlyke maiesteyt<br />

deser stat hare vertroestenisse ende verblydinge alsoe onder meer woerden vercundichden,<br />

datse goeden moet zoude nemen ende den voirs. corten tyt paciencie<br />

hebben ende daerentusschen dbeste doen.Want hy en zoude dese stat nummermeer<br />

begeven alsoe lange als Got hem op dese werelt lyet leven, etc.; prout in litteris incipientibus:`Maximiliaen,<br />

<strong>van</strong> Goidz genaden Roemssche keyser, altyt vermeerder<br />

srycx, lieve bysundere'etc. et comprehensis folioVI C XXXVI./<br />

Op welke scryven dese stat wat moetz weder nam, verlangende zeer nae denvoirs.<br />

XV en dach, bynnen welcken tyde evenwael die hertogen voirs. nyet en quamen,<br />

mar vertoech hen coemste tot Sinte-Hubrechsdach toe dair naestvolgende.<br />

Dat hertoge Henrick <strong>van</strong> Bruyswyc in deser stat quam<br />

Ten welken Sinte-Huybrechsdach wesende woensdach in denselven iair XII omtrent<br />

drie uren nae myddach bynnen deser stat quam die voirs. hertoge Henrick<br />

<strong>van</strong> Bruynswyc, die hem screef Henrick der Altste, met V C perden endeV C voetknechten<br />

oft dairomtrent, latende den voirs. hertoge Eritden, zynen brueder, met<br />

een deel volcx tot Goch ende dairomtrent.<br />

Dierste reyse <strong>van</strong> den hertoge <strong>van</strong> Bruynswyc<br />

Ende die voirs. hertoich Henric reysden des anderendaigz met zynen volck ende<br />

met III C knechten, dairaf Hanss Keyser hoeftman was, uuyt deser stat nae Gorinchem<br />

ende <strong>van</strong>daer naeTyelreWert ende in de Neder-Betuwe, dair hy drie daigen<br />

naesteen bornden. Ende dat gedaen quam hy weder bynnen deser stat. End alsoe<br />

bynnen deser stat wesende, dieselver stat als den XX en dach novembris anno XII<br />

dede noch onder den voirs. Henric IIII C knechten diese hem versouten ende dairaf<br />

hy hoeftman setten enen genoempt Iheronimus Nyerss, dairmede hy die palen<br />

ginc besetten. /<br />

Item den XXIII en dach novembris dairnae zoe leenden dese stat den voirs. hertoich<br />

tot zynre begerten XV C gouden gulden, die hy guetelic wedergaf dairnae<br />

den XXVII en dach novembris.<br />

Die ander reyse <strong>van</strong> den hertoich <strong>van</strong> Bruynswyc<br />

Item opten voirs. XXVII en dach novembris anno XII omtrent IX uren voir myddach<br />

reysden die voirs. hertoge Henrick met allen zynen lyeden ende onsen<br />

knechten nae Den Graue ende te Graue over der Mazen wesende, quam dair by<br />

hem die voirs. hertoge Erith, zyn brueder, met zynenvolck, diewelke alsoe tsamen<br />

reysden nae der voechdyen<strong>van</strong> Gelre, voirts nae Stralen ende voirts omtrentVe<strong>nl</strong>e<br />

ende Rueremunde, daerse onderwegen ende omme vele dorpen afbranden, als<br />

Ouerasselt, Neerasselt, Nyekerc, Audekerc metter moelen, Cappel,Verudruyt,<br />

Creuel metter moelen, dlant <strong>van</strong> Creykenbeeck, Lolburcht, Hynsbeeck, Bryel,<br />

Greefroy,Vlasroten tslot,Vyersen dmeestdeel.<br />

326


fol. 374 v<br />

fol. 375 r<br />

Dat hertoich Erith <strong>van</strong> Bruynswyc oec bynnen deser stat quam<br />

Ende dese fayten <strong>van</strong> oirloge al gevordert zynde, besetten die voirs. hertogen Stralen<br />

met VI C knechten ende hondert perden ende quamen tsamen bynnen deser<br />

stat den XV en dach decembris omtrent III uren nae myddach.<br />

Dat die heren tot Colen worden gericht<br />

Item in deselve maent decembris anno XII was in der stat <strong>van</strong> Coelen enen groeten<br />

oploep: die heren aldair worden <strong>van</strong> der gemeynten ge<strong>van</strong>gen ende tot VII toe<br />

incluys metten zwert gericht. /<br />

Dat hertoich Erith weder wechreysde<br />

Oeck in den voirs. iair XII, den XI en dach ianuarii, nam die voirs. hertoich Erith<br />

oirlo¡ ende reysden uuyt deser stat nae den keyser die hem had ontboden, zoe<br />

men seeghden.<br />

Dat Hezewyc, Dynther branden<br />

Item dach 1 ianuary dairnae reysden hertoge Henrick voirs. nae Hollant, latende<br />

dit quartier heel bloet, ende den XVI en dach daernae, woensdach, verbranden die<br />

Geldersche Hezewyc ende Dynther.<br />

Dat dlant <strong>van</strong> Altenaa gebrant wairt<br />

1513-1514<br />

Ende den XIX en dach februarii quam die voirs. hertoich weder bynnen deser stat<br />

ende versocht meer ende vorder bystant te hebbene aen de andere steden <strong>van</strong> Brabant<br />

ende oic aen de Hollanders, dairop dachvairden tot Bredaworden gehouden,<br />

mar evenwael en quam dair nyet a¡. Ende alsoe als den XXVI en dach february<br />

dairnae toech die voirs. hertoich nae den keyser omme dairop met hem vorder te<br />

communiceren, latende zyn volck liggen bynnen deser meyeryen, die nergens tot<br />

bescud <strong>van</strong> den lant verstaen en wouden, wantse nyet en worden betaelt. Ende<br />

wass alsoe die voirs. hertoich Henric <strong>van</strong> hier totten IX en dach <strong>van</strong> aprill toe dairnaest<br />

volgende, ten welcken IX en dach die voirs. hertoge Henrick<strong>van</strong> Bruynswyc<br />

weder bynnen deser stat quam ende opten zelven dach verbranden die Gelderssche<br />

dlant <strong>van</strong> Altenaa. Die voirs. hertoge Henrick der Altste reysden voirts nae<br />

den hove tot / Mechelen omme aengenomen te werdene <strong>van</strong> den lande <strong>van</strong> Brabant.<br />

Ziinen heysch was zulck, dat hy nyet aengenomen en waert, mitz denwelcken<br />

hy wederomme <strong>van</strong>dair vertoech nae deser stat ende quam bynnen deser<br />

stat den XVIII en dach <strong>van</strong> aprille in den iair XIII naestvolgende.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCCC o XIII o : Henricus die Leeuwe, Henricus de<br />

Vden, obiit in suo scabinatuVII a novembris, Iohannes de Berkel, Lambertus Bogart,<br />

Gerardus Colen, loco Vden defuncti, qui Gerardus prestitit iuramentum<br />

XV ta novembris, Theodericus die Borchgreue ¢lius Theoderici, Henricus Pelgrum<br />

¢liusTheoderici, Iohannes Cock. /<br />

1 Aldus hs., men verwacht een datum.<br />

327


fol. 375 v<br />

fol. 376 r<br />

fol. 376 v<br />

1513-1514<br />

Burgimagistri seu receptores: Wolterus die Ieger, Lambertus ¢lius Willelmi<br />

Goess. <strong>van</strong> der Laerscot, nomine et absque regimine.<br />

Dat hertoech Henric weder vertoech<br />

Die voirs. hertoich Henrick <strong>van</strong> Bruynswiick ten voirs. XVIII en dach <strong>van</strong> aprille<br />

bynnen deser stat gecomen zynde ende alhier den tyt <strong>van</strong> vy¡ oft sess dagen geweest<br />

hebbende, vertoech hy nae Bucstel, dair hy by den heer <strong>van</strong> Bucstel te Stapelen<br />

ginck liggen, ende zyn lieden leeghden hy in den dorp <strong>van</strong> Bucstel ende<br />

Lyemde, daerse die ingesetene geheelic uuyteerden sonder yet vele te gevene, dair<br />

die voirs. hertoich oic blee¡ liggen totten XI en dach toe <strong>van</strong> iunio dairnaest volgende.<br />

Ende opten selven dach vertoech hy <strong>van</strong> Bucstel nae Tricht ende voirts<br />

nae den keyser, latende ende sculdich blyvende vele sculden bynnen deser stat<br />

ende dair hii gelegen hadde.<br />

Dat die heer <strong>van</strong> Nassouw capiteyn <strong>van</strong> den oirloge wairt<br />

Item die voirs. hertoech <strong>van</strong> Bruynswyc aldus als voirs. is tot Boxtel liggende, soe<br />

wert als den XX en dach meye greve / Henric <strong>van</strong> Nassouwe ordineert voir enen<br />

oversten capiteyn omme tvoirs. oirloge tegens die Gelderssche te beleyen ende<br />

donderseten te helpen bescudden, ende comende bynnen deser stat worden hem<br />

gescenct Vamen wyns ende L malder haveren. Dairnae in den voirs. iair XIII in<br />

iunio began men te spreecken <strong>van</strong> peys tusschen desen lande ende den Geldersschen<br />

ende dairomme reysden <strong>van</strong>wegen des heren <strong>van</strong> Gelre nae den hove <strong>van</strong><br />

Brabant den XXII en dach iunii anno XIII een geheiten doctor Langh, met Henricken<br />

<strong>van</strong> Ghent, etc.<br />

Dat Amerzoyen wairt ingenomen<br />

Dairnae op Sint-Ianss-Baptistenavont nam inne die voirs. heer <strong>van</strong> Nassou tslott<br />

tot Amersoyen.<br />

Dat Vyerssen weder met vele dorpen gebrant waert<br />

Dairnae den XIX en dach iulii in den voirs. iair XIII die voirs. heer <strong>van</strong> Nassouwe<br />

voir enen oversten capiteyn aengenomen wesende, toech over der Mazen by Rueremunde<br />

ende verbranden aldairVyerssen ende vele dorpen.<br />

Dat den Dordschen Wert gebrant wairt<br />

Dairnae op Sint-Iacopsdach deden die Geldersschen in den Dordschen Werden<br />

met branden ende roven groten scaide. /<br />

Van den bestant, gemaect tusschen desen landen ende den heer <strong>van</strong><br />

Gelre, duerende vier iaren<br />

Daernae in denselven iair XIII, naedien dattet een wyle oirloge had geweest tusschen<br />

desen landen ende den Gelderschen ende vele scaiden met brant, roe¡ ende<br />

gevenckenissen aen allen zyden gesciet waren, soe eest becomen zoeverre dat by<br />

328


fol. 377 r<br />

fol. 377 v<br />

1513-1514<br />

der doerluchtiger hoichgeborene furstinne, vrouwe Margrieten, eertshertoginne<br />

<strong>van</strong> Oistryc, hertoginne ende grevinne <strong>van</strong> Bourgoindien, naegelaten wedue <strong>van</strong><br />

Sauoyen, regente ende gouvernante <strong>van</strong> desen landen, in afwesen der keyserlyke<br />

maiesteyt macht ende beveel hebbende by procuracie <strong>van</strong> zynre maiesteyt ende<br />

<strong>van</strong> den eertshertoge Kaerle, etc. ter eenre, ende herenWillemen <strong>van</strong> Lanck, doctor,<br />

cancellier ende procuratoir heren Kaerls <strong>van</strong> Gelre, hebbende oic <strong>van</strong> hem<br />

volcomen macht, ter andere zyden, een goet, vast ende oprechtich bestant ende<br />

aenstant <strong>van</strong> oirlogen tusschen die voirs. heren, horen landen, lyeden, onderseten<br />

ende verwanten <strong>van</strong> beyden zyden gemaect ende gesloten is voir den tyt <strong>van</strong> vier<br />

iaren naestcomende ende achtereenvolgende, ingaende opten lesten dach <strong>van</strong> iulio<br />

in den voirs. iair darthien.<br />

In den iersten is gesloten dat durende den voirs. tyt die ondersaten <strong>van</strong> beyden zyden<br />

met malcanderen te water ende te lande coepmansgewyse ende anderssins<br />

zullen moegen verkeren ende hoir neringe doen opte gewoentlike tollen ende /<br />

ongelde, vry, veylich ende ongelet sonder om vyantscap wille oft andere saken gesciet<br />

zynde durende doirloge becummert te werdene ende zullen cesseren alle oploepen,<br />

feyten <strong>van</strong> oirlogen te beyden zyden;<br />

Hiertegen dede heer Kaerle <strong>van</strong> Gelre des maendaigz nae den sondach<br />

Oculi in den voirs. iair XIII als hy die stat <strong>van</strong> Arnhem weder innam, <strong>van</strong>gende<br />

ende scattende die Bourgoensche dairinne wesende<br />

item dat elck<strong>van</strong> denvoirs. heren den tyt voirs. duerende halden ende gebruycken sal<br />

die steden, sloten, huysen, vestenissen, landen ende heerlicheiden die zy inhebben,<br />

dair<strong>van</strong> zy nu ter tyt gebruycken, te weten die keyserlyke maiesteyt ende eertshertoge<br />

Kaerle <strong>van</strong> der stat, scependom ende richterampt <strong>van</strong> Arnhem, <strong>van</strong> der stat<br />

ende lant <strong>van</strong>Wachtendonc, <strong>van</strong> der stat, slote, lant ende ampte <strong>van</strong> Montfoirt, zoe<br />

wilneer coninc Philips die gebruyct heeft, nae den tractaet <strong>van</strong> Rosendael oick die<br />

stat Stralen met horen toebehoren; ende heer Kaerle <strong>van</strong> Gelre sal behalden dat<br />

drossaetampt <strong>van</strong> Stralen, uuytgesceyden dat die drossaet in der stat Stralen geen<br />

iurisdictie en sal hebben, etc.;<br />

item ende dat heer Kaerle voirs. sal behalden tganse lant <strong>van</strong> Kessel ende stellen<br />

dair zyn ampluyden, uuytgesceyden thuys ende heerlicheyt <strong>van</strong> Geysteren metten<br />

renten ende gueden dairtoe behorende, dwelc blyven sal aen den eertshertoge<br />

voirs. ende al durende den tyt des bestantz; ende dat men durende den bestande<br />

ter eenre noch ter andere zyden geen nyewe stercten oft vestenissen maken en<br />

zall; /<br />

item dat die baenreheren, edele, leenmannen ende andere ondersaten <strong>van</strong> den<br />

lande <strong>van</strong> Gelre ende greefscap <strong>van</strong> Zuytphen, haldende die zyde ende partye<br />

der keyserlyke maiesteyt ende des eertshertogen, oic houden ende gebruycken<br />

zullen hoir huysen, sloten ende vestenissen zy nu inhebben, metgaders die renten<br />

dairtoe behorende zoe zy die nu besitten, ende oic hoir andere gueden diese dair<br />

hebben, etc.;<br />

item dat die ioncker <strong>van</strong> Bathenborch durende dit bestant gebruycken sal die stat,<br />

slote ende heerlicheit <strong>van</strong> Bathenborch metten renten dairtoe behorende zoese nu<br />

zyn, beheltelyc dat hy daer geen nyewe stercten maken en sal, ende <strong>van</strong> zynen anderen<br />

gueden, die keyserlyke maiesteyt ende die eertshertoge zullen hem dairvoir<br />

329


fol. 378 r<br />

fol. 378 v<br />

1513-1514<br />

versien <strong>van</strong> een redelycke provisie; oick dat hy tegens heer Kaerle <strong>van</strong> Gelre oft<br />

zynen lande durende dit bestant nyet en zal doen, opte verboren die stat ende<br />

heerlicheyt <strong>van</strong> Bathenborch, ende dat hem tegens bestant te doen geen bystant<br />

gedaen en zal werden, etc.;<br />

item dat heer Kaerle voirs. weder aen<strong>van</strong>gen zall alle die andere sloten, vestenissen,<br />

plattelanden <strong>van</strong> den geheelen hertoichdom <strong>van</strong> Gelre ende greefscap <strong>van</strong><br />

Zuytphen, uuytgenomen die vorn. porcelen;<br />

item dat die baenreheren, edele ende onderseten slantz <strong>van</strong> Gelre haldende die<br />

zyde des voirs. heren Kaerls <strong>van</strong> Gelre, insgelycx zullen behalden / ende gebruycken<br />

allen die huysen, hoven, sloten ende vestenissen diese nu tertyt inhebben,<br />

metgaders die renthen ende gueden dairtoe behoerende, etc.;<br />

item dat alle die ondersaten <strong>van</strong> beyden zyden, zoewael die bourgeren ende ingesetenen<br />

<strong>van</strong> Arnhem als andere, haldende die zyde der keyserlyke maiesteyt ende<br />

des eertshertogen, ende insgelycx die halden die zyde heren Kaerls <strong>van</strong> Gelre, zullen<br />

terstont comen tot hueren gueden wair die gelegen zyn ende die aenverden<br />

zoese die vinden, ende dan heer Kaerle die nyet anders en sal belasten noch tracteren<br />

dan andere, ne¡ens hen geguedt, etc.; insgelycx zullen heer Kaerls onderseten<br />

tracteert werden in de gueden diese hebben onder den eertshertoge;<br />

item oft duerende den oirloge ennige renten oft gueden <strong>van</strong> der eenre oft der andere<br />

zyden by contumacien oft anderssins afgewonnen waren, zulckenen afwynninge<br />

zullen tenyet zyn;<br />

item dat by desen bestande sal abolicie generael gedaen werden <strong>van</strong> al des duerende<br />

die veede gesciet mach wesen met woerden, wercken oft anderssins;<br />

item en zullen die fursten te beyden zyden nyet gestaden dat ennige vyanden der<br />

eenre furst lyden doer die steden ende landen des anderen om hem te bescadigen;<br />

item oft duerende dit bestande ennige overgrepen gescyeden, zoe en salt dairmede<br />

nyet gebroken wesen, mar die <strong>van</strong> den fursten des gedaen hedde, sal zulcx<br />

richten bynnen eenre maent nae den versueck /ende oft aen de richtinge twyvoldich<br />

verstant vyel oft gebreck, dat sal staen ter cleringe ende richtinge der conservatoren<br />

<strong>van</strong> desen bestande hiernae bescreven, welcke conservatoren gehouden<br />

zullen zyn dairaf bynnen den naesten drie maenden hoir uuytspraeck te doen;<br />

item ende in desen bestande zyn begrepen <strong>van</strong>wegen der keyserlyke maiesteyt<br />

ende des eertshertogen die eertsbisscop <strong>van</strong> Coelen, die bisscop <strong>van</strong>Vtrecht, die<br />

hertogen <strong>van</strong> Saxe, <strong>van</strong> Cleue, <strong>van</strong> Guylich ende Bruynswyc metten horen landen<br />

ende onderseten indien zy hen dairafvercleren bynnen II maenden nae der publicatie;<br />

oeck zullen dairinne begrepen wesen die greven <strong>van</strong> Egmond ende <strong>van</strong> Bueren,<br />

ende huer kynderen, die greve <strong>van</strong> Den Berge, die heren <strong>van</strong> Yselsteyn, Batenborch,<br />

Buchouen, Ott Schenc, Cornelis Pyeck, etc.;<br />

insgelycx <strong>van</strong>wegen heren Kaerls <strong>van</strong> Gelre zullen hierin begrepen wesen die hertoge<br />

<strong>van</strong> Lothryc, die heer <strong>van</strong> Montfoirt, die stat <strong>van</strong>Vtrecht, etc.;<br />

item die conservatoers <strong>van</strong> desen bestande, te weten <strong>van</strong>wegen der keyserlyke<br />

maiesteyt ende des eertshertogen die eertsbisscop <strong>van</strong> Coelen, ende <strong>van</strong>wegen heren<br />

Kaerls <strong>van</strong> Gelre die hertoge <strong>van</strong> Beyeren, domdeken tot Coelen;<br />

330


fol. 379 r<br />

fol. 379 v<br />

Dit bestant heeft heer Kaerle <strong>van</strong> Gelre bezworen corts dairnae<br />

item tot zekerheit des bestantz zoe zullen /die fursten gehouden zyn tselve bestant te<br />

accepteren, rati¢ceren ende bynnen eenre maent nae der publicacien zullen zweren<br />

ende geloven in furstelycken woerden op die heilige e<strong>van</strong>gelien tselve bestant onverbrekelic<br />

tonderhaldene, doen ende laten onderhaldene, ende zy bynnen eenrer<br />

maent hier<strong>van</strong> zullen geven hoir bezegelde brieven, ende dat die eertshertoge voirs.<br />

gehuldt wesende tselver bestant zal accepteren ende rati¢ceren; ende oic tot vasticheit<br />

des bestantz zullen die bourgermeesteren, scepenen ende raet der steden <strong>van</strong><br />

Nymegen, Rueremunde, Zuytphen,Ve<strong>nl</strong>e, Tyel, Boemel ende Gelre voir hen ende<br />

voir die gemeyn bourgeren oick gehalden zyn den principalen brie¡ des heren <strong>van</strong><br />

Gelre met hem te bezegelen; ende insgelycx zullen bezegelt werden <strong>van</strong>wegen der<br />

keyserlyke maiesteyt ende des eertshertoge gelycke brieve byden steden<strong>van</strong> Brabant<br />

ende Hollant, te wetene Loeuen, Bruessel, Antwerpen, sHertogenbosch, Dordrecht,<br />

Leyden, Haerlem, Delft, Amsterdam ende Der Goude ende oic by der stat<br />

Mechelen; prout in litteris incipientibus: `Margriet, geboren eertshertoginne <strong>van</strong><br />

Oistryc'etc. et comprehensis folio. 1<br />

Uuytroepinge des bestantz tusschen desen landen ende den Geldersschen<br />

Ende tvoirs. bestant wairt hier bynnen deser stat voir den raitshuze ter poyen a¡<br />

gepubliceert in den voirs. iair XIII den IX en dach in augusto, dynsdach opten<br />

slach <strong>van</strong> thien uren. /<br />

Dat die EngelscheTerwarnen belagen<br />

Oeck in den voirs. iair XIII soe is opgestanden ende verresen een groete, zwair<br />

oirloigh tusschen den coninc <strong>van</strong> Vrancryck ende zynen landen ter eenre ende<br />

den ionghen coninc Henric <strong>van</strong> Engelantter andere zyden. Ende is geboirt in denselven<br />

iair omtrent Sint-Iansmisse te midsoemer zyn overcomen die coninc <strong>van</strong><br />

Engelant in persoen met wel C M mannen, soe men seeghden, ende maecten hoir<br />

belech voir die stat <strong>van</strong>Terwanen.<br />

Hoe die keyser by den coninc <strong>van</strong> Engelant quam<br />

1513-1514<br />

Ende dairvoir liggende quam die voirs. keyser Maximiliaen neder ende nam zynen<br />

leger tot Sint-Oedemaers ende dairomtrent ende reysden aen ende a¡ by den<br />

coninc <strong>van</strong> Engelant. Ende aldus liggende voirTerwanen quamen als des anderen<br />

daigz Assumptionis Marie die Fransoysen met groter macht omtrent Terwanen<br />

omme den legerop te locken endeTerwanen te pro<strong>van</strong>den ende te spysen. Die keyser<br />

vernemende die Fransoysen heeft hem gesterct uuyten voirs. leger met een zeker<br />

getal <strong>van</strong> edelen ende zyn ten gemuyt getogen den Fransoysen, dairaf datse<br />

nedertoegen wel III M mannen ende vingen vele groete eedelen <strong>van</strong> den Fransoysen,<br />

alsoe dat Terwanen onpro<strong>van</strong>t bleef.<br />

1 Hierna ontbreekt het folionummer; deze oorkonde staat niet in het cartularium.<br />

331


fol. 380 r<br />

fol. 380 v<br />

fol. 381 r<br />

1513-1514<br />

Dat Terwanen wairt opgegeven<br />

Ende dairnae coirts den XXII en dach augusti / in denzelven iair XIII maendach<br />

zoe heeft die stat <strong>van</strong> Terwanen hair opgegeven ende opgegeven hebbende dede<br />

die voirs. coninc <strong>van</strong> Engelant die in poirten, mueren, huysen ende tymmeringen<br />

geheelic mineeren, slecht maken ende omwarpen.<br />

Dat Doernick belegen wairt ende gewonnen<br />

Dair terstont nae in denselven iair XIII den thiensten dach septembris vertoegen<br />

die voirs. keyser ende coninc <strong>van</strong> Engelant <strong>van</strong> Terwanen ende maecten belech<br />

voir die stat <strong>van</strong> Doernic, dairse in groeter macht voir laigen totten XXII en dach<br />

septembris, ende ten zelven dage gaven die <strong>van</strong> Doernic hen in handen des keysers<br />

ende conincx voirs. ende bynnen Doernic worden geleegt vele Engelsche, die<br />

de stat bewaerden in behoe¡ des conincx.<br />

Hoe die heren in Den Hage screven aen den tolneer tot Yersickeroirt<br />

aengaende der vryheit deser stat<br />

Oeck in den voirs. iair XIIIden XVI en dach novembris, naedien dese stat hair aen<br />

de heren <strong>van</strong> der Rekeninge in Den Hage beclaigt hadde <strong>van</strong>vele ongelycx dat den<br />

poirteren deser stat geboirden <strong>van</strong> den tolleners <strong>van</strong> Hollant, Zeelant endeVrieslant<br />

ende besunder voir den tol <strong>van</strong>Yersickeroirt boven die vryheit <strong>van</strong> den tollen<br />

die dese stat aldair / heeft, soe screven die voirs. heren <strong>van</strong> der Rekeninge in Den<br />

Hage aen ClaessenVyerlinc, gecommitteert ten ontfange <strong>van</strong> den tol <strong>van</strong> Zeelant<br />

opte wachte <strong>van</strong> Yersickeroirt, versueckende dat hy die <strong>van</strong> Den Bossche zoude<br />

laten in sulcker vryheit als zy tot desen dage toe geweest hedden sonder hen vorder<br />

te traveleren, ende indien hy ter contrarien <strong>van</strong> dien yet gedaen hedde, tselve<br />

soude repareren ende indien oec hy die previlegien dier <strong>van</strong> Den Bosch nyet wel<br />

en verstondt, zy hedden dairaf gecommuniceert met Iannen <strong>van</strong> den Bosch, zynen<br />

meester, die soude hem al tverstant <strong>van</strong> dien wel vercleren, etc.; prout in litteris<br />

incipientibus:`Die luyde <strong>van</strong> der Rekeninge in Den Hage'etc. et comprehensis<br />

folio CCCC LXVI.<br />

Dat men den toll in den lande <strong>van</strong> Gelre begonst op te scryven<br />

Oeck in den voirs. iair XIII omtrent den XX en dach septembris, naedien heer<br />

Kaerle <strong>van</strong> Gelre peys cregen hadde met desen landen ende een bestant, gelyc voir<br />

geruert staet, den lesten dach iulii lestleden gemaect was, soe heeft dieselver heer<br />

Kaerle daerenboven dese stat ende hair bourgeren gaen travelieren ende heeft gedaen<br />

bevele alomme zynen tolleners, datse die poirteren deser stat sonder toll /te<br />

geven nyet en souden laten passeren ende dat alsoe wat staende nae vervolch by<br />

deser stat gedaen, waert geordineert dat die tolleneren zouden opscryven zulckenen<br />

gueden als die poirteren deser stat voirby die tollen brengen zouden ter tyt toe<br />

dat die saken <strong>van</strong> deser stat vryheit met recht oft gevoege oft anderssins uuytgedragen<br />

zoude wesen, onder vorwarde oft men bevonde alsoe dat dese stat geen<br />

vryheit opte tollenvoirs. en hedde, dat alsdan die stat voirs. <strong>van</strong> al des opgescreven<br />

332


fol. 381 v<br />

fol. 382 r<br />

fol. 382 v<br />

1514-1515<br />

sal wesen den voirs. tolleners horen tol dairaf sal refunderen, welke opscryven<br />

duerden tot omtrent Alreheiligemisse dairnae in denselven iair XIII.<br />

Van deser tyt mosten die poirters deser stat tol in den lande <strong>van</strong> Gelre<br />

geven<br />

Ende nae dier tyt en wouden die tolleners in den lande <strong>van</strong> Gelre geseten nyet<br />

meer ennige opscryven doen, mar die poirters deser stat voirby hoir tollen passerende,<br />

mosten toll geven.<br />

Opten naestvolgende dach <strong>van</strong> Sinte-Remeyss des avonts tevorens in den iair<br />

XIIII gingen a¡ die voirs. sess mannen, totter policien deser stat gecoren in den<br />

iair el¡ lestleden, / ende den XVI en dach augusti in denselven iair XIIII worden<br />

gecoren andere zess mannen als hiernae blyct.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCCC o XIIII to : Raso Raessen, doctor in medicinis,<br />

Iohannes ¢lius Godefridi de Hedel, Matheus Kuyst, Petrus die Borchgreue,<br />

Nycolaus Spierinc, Iohannes de Gunterslaer, PetrusToelinc.<br />

Burgimagistri seu receptores: Egidius de <strong>Os</strong>Willemss., Franciscus de Elmpt Martenss.,<br />

nomine et absque onere et regimine. /<br />

In den voirs. iair XIIII den XVI en dach augusti soe hebben die scepenen, gesworen,<br />

raitsluyden ende dekenen <strong>van</strong> den ambachten deser stat gecoren sess nyewe<br />

goede mannen totter policien derselver stat, by namen Dirck Scoercop, Dirck<strong>van</strong><br />

Creyelt, Reyner Ians Daemss., Bruysten Wellen Arts., Arnt Monic, lakencoper,<br />

Hermanen Keteler, denwelcken sess mannen die voirs. scepenen, gezworen, raitsluyde<br />

ende dekenen <strong>van</strong> den ambachten deser stat, representerende die drie leden<br />

derzelver stat ende in dien name, gegeven hebben gelycke macht als gehadt<br />

hebben die sess mannen die in den iair XI lestleden totter policien deser stat ordineert<br />

waren, ingaende op Bamisse anno XIIII ende duerende drie iaren naestvolgende<br />

sonder myddele.<br />

In den voirs. iair XIIII in de heilige daige <strong>van</strong> Paeschen soe reysden heer Kaerle<br />

<strong>van</strong> Gelre met Voft VI perden stillic nae den coninc <strong>van</strong>Vrancryc ende quam weder<br />

int lant in denselven iair des woensdaigz nae den sondach Misericordia. 1 /<br />

Oeck in den voirs. iair XIIII terstont nae den hoichtyde <strong>van</strong> Paeschen soe begonsten<br />

die bouwmeesters deser stat, by namen Geerlaec die Roeuer, meester Henric<br />

Pelgrum Dircxsoen, Dirck <strong>van</strong> Hedel, Tyelman <strong>van</strong> den Broec, opt Hynthamereyndt<br />

aen te leggen een muere, streckende <strong>van</strong> der uuyterster Hynthamerpoirten<br />

doer den Muntel, dwerss tot deser statmuer die dair streckt after dieTolbrugge, die<br />

opgemaect was omtrent Bamisse in denzelven iair.<br />

In den voirs. iair XIIII omtrent den hoichtyde <strong>van</strong> Sinte-Seruaes soe reysden nae<br />

Vngarien die voirs. 2 , suster <strong>van</strong> den voirs. eertshertoge Kaerle, die desponseert<br />

was des zoen des conincx <strong>van</strong>Vngarien.<br />

1 Namelijk 3 mei 1514.<br />

2 Hierna is plaats opengelaten voorde eigennaam, bedoeld wordt Maria <strong>van</strong> Hongarije.<br />

333


fol. 383 r<br />

fol. 383 v<br />

1514-1515<br />

Dairnae in denselven iair omtrent den hoichtyde <strong>van</strong> Pinxten wairt tot Mechelen<br />

<strong>van</strong>wegen des conincx soen <strong>van</strong> Deenmarcken beslapen die voirs.Ysabela, suster<br />

<strong>van</strong> den eertshertoge voirs. /<br />

Peys tusschen den keyser ende den coningen <strong>van</strong> Vrancryc ende Engelant<br />

Oeck in den voirs. iair XIIII omtrent Sint-Iansmisse te midzoemer soe wairt tracteert<br />

ende gemaect pays tusschen die voirs. heren den keyser Maximiliaen, den<br />

coninc <strong>van</strong>Vrancryc ende den coninc <strong>van</strong> Engelant.<br />

Dat die hertoge <strong>van</strong> Bruynswyc doot bleef<br />

Dairnae in denselven iair XIIII omtrent Sint-Iacopsmisse wairt hertoge Henric<br />

der Altste <strong>van</strong> Bruynswyc dootgescoten in Vrieslant voir een slot, genoemt Den<br />

Oirt, dair hy comen was ten dienste den hertoge <strong>van</strong> Zassen, die voir die stat <strong>van</strong><br />

Gruyningen zyn belech had.<br />

Dat Den Dam wert gewonnen<br />

Ende dairnae omtrent den hoichtyde <strong>van</strong> Onser-Liever-Vrouwen-Hemelvartsdach<br />

wan die voirs. hertoge <strong>van</strong> Zassen een stat, geheiten Den Damme, dairinne vele<br />

volcx doot bleef.<br />

Die dochter <strong>van</strong> Engelant creech ten huwelic den coninc <strong>van</strong> Vrancryc<br />

Daernae in denselven iair XIIII omtrent Bamisse seynden over inVranckryc den<br />

voirs. coninc Lodewycke <strong>van</strong>Vranckryc thuys die voirs. coninc <strong>van</strong> Engelant zyn<br />

suster, die hy hem ten huwelic ga¡ ende die tevoerens wass desponseert den voirs.<br />

eertshertoge Kaerle.<br />

Dat coninc Lodewyc <strong>van</strong>Vrancryc ster¡<br />

Die voirs. coninc Lodewyc /<strong>van</strong>Vrancryc en leefden by hair nyet langhe, want hy<br />

ster¡ opten iairsavont dairnae.<br />

Dat die Dolphin inVrancryc gecroent wairt<br />

Ende als coninc Lodewyc <strong>van</strong>Vrancryck doot was, terstont dairnae waert coninc<br />

gecroent die Dolphyn, by name Franciscus, die hertoge <strong>van</strong>Valoys ende <strong>van</strong> Engolemme,<br />

die ten wive hadde des voirs. conincx Lodewycs dochter, geheiten<br />

vrouw Glaude, die oic gedesponseert had geweest den voirs. eertshertoge Kaerle<br />

ende dat afgeslagen ende annichileert waert in den iair VI lestleden, als die voirs.<br />

coninc Philips <strong>van</strong> Castilien zyn leste reyse doen zoude te water nae Spaengien,<br />

dairaf hy ster¡.<br />

334


fol. 384 r<br />

fol. 384 v<br />

Van den raet deser stat te houden<br />

1514-1515<br />

Oeck in den voirs. iair XIIII den XXII en dach augusti soe zyn by den drien leden<br />

deser stat ordineert ende overdragen zekere ordinancien aengaende hoe ende tot<br />

wat uren men den raet deser stat houden sal ende hoe men die rekeningen <strong>van</strong> der<br />

stat gueden doen zal, etc.; prout in acta incipiente: `Op huyden dynsdach'etc. et<br />

comprehensa folioVI C V. /<br />

teser tyt waert gehuldt die voirs. kaerle, wesende prince<br />

<strong>van</strong> spaengien, eertshertoge <strong>van</strong> oistriick, hertoge,<br />

etc.<br />

Dat hertoge Kaerle, zoen <strong>van</strong> coninck Philips <strong>van</strong> Castilien, etc.<br />

waert gehuldt<br />

Dairnae in denselven iair XIIII den XXIII en dach in ianuario des diinsdaigz voir<br />

den hoichtyde der bekeringhe Sinte-Pouwels soe waert die doerluchtige hoichgeboren<br />

vermoigende furste voirs., Kaerle, prince <strong>van</strong> Spaengien, eertshertoge <strong>van</strong><br />

Oistenryc, hertoge <strong>van</strong> Bourgoingien, <strong>van</strong> Brabant, etc. zoen <strong>van</strong> wylen coninc<br />

Philips <strong>van</strong> Castilien, zoen <strong>van</strong> den Roemschen keyser Maximiliaen, tot Loeuen<br />

ontfangen ende gehuldt voir hertoge <strong>van</strong> Brabant.<br />

ten tyde <strong>van</strong> den voirs. hertoge kaerle, wesende nu 1<br />

Dat hertoge Kaerle consenteert wairt III iaer lanc alle iair CL M<br />

Rynsgulden<br />

In den 2 denselven hertoge Kaerle tot synre incoempsten wairden / alsdoen voir<br />

een bede accordeert <strong>van</strong> den drien Staiten slantz <strong>van</strong> Brabant tot drie iaren alle<br />

iair hondert ende vyftichduysent Rynsgulden, tstuck tot XX stuvers, <strong>van</strong> halve<br />

iair tot halven iair te boren, verschynende den iersten termyne Sint-Iansmisse te<br />

midzoemer int iair M CCCCC XV.<br />

Dat heer Herman, greve <strong>van</strong>Weda, waert gecoren bisscop tot Coelen<br />

In den voirs. iair XIIII den XIIII en dach in merte des woensdachs nae den sondach<br />

Oculi soe wairt heer Herman, greve <strong>van</strong> Weda, wesende canonic in den<br />

domme tot Coelen ende brueder <strong>van</strong> den greve <strong>van</strong> Moerss, gecoren bisscop tot<br />

Coelen.<br />

1 v<br />

Deze kop is onvolledig en staat bovenaan fol. 384 , het laatste blad dat door <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong><br />

geschreven werd.<br />

2<br />

Aldus hs., hierna verwacht men een datum.<br />

335


fol. 385 r<br />

fol. 385 v<br />

fol. 386 r<br />

1515-1516<br />

Van den pays gemaect tussen den coninc <strong>van</strong>Vrancryc ende onsen genedigen<br />

heer ende <strong>van</strong> den huwelic desselfs ons genedichs heren<br />

Daernae in den aprille den XIX en dach, nae Paeschen, in den iair M / CCCCC 1<br />

XVdes donredaigz nae den sondach als men singt in der kercken voir den introit<br />

<strong>van</strong> der missen Quasi Modo, dede die voirs. hertoge Kaerle met zynre genaden<br />

beslotenen brieven deser stadt sHertogenbosch verkundigen ende voirts openbaerlic<br />

publiceren den pays, gemaect tussen den voirs. nyewen coninc <strong>van</strong>Vrancryc<br />

zynen landen ende onsen voirs. genedigen heer ende zynen landen, ende den<br />

huwelic tracteert ende gesloten tusschen denzelven onsen genedigen heer ende<br />

vrouwe Reynata, dochter <strong>van</strong> wylen coninc Lodewyc <strong>van</strong> Vrancryck, oudt wesende<br />

omtrent acht iaren, bevelende ende begerende onse genedige heer voirs.<br />

processie te begaen, Gode almechtich te dancken ende te bidden om stedicheyt<br />

des pays ende voirts blyscap te maken met woerscappen ende vieren te stoocken.<br />

Van der processie begaen om des getracteerden pays wille ende huwelix<br />

voirs.<br />

Des sondaigs daernae soe heeft men bynnen deser stad begaen een costelycke<br />

processie, daerinne omgedragen wierden die reliquien die men gewoentlyc is in<br />

de groote processie <strong>van</strong> Sint-Iansmisse omme te draghen. Ende in derselver processien<br />

ginge in staite die heren scoutheten ende scepenen ende gesworen, secretarysen,<br />

die goede mannen <strong>van</strong> der bruedersscappen Onser LieverVrouwen ende<br />

die goede mannen <strong>van</strong> den scutteryen ende voirts die goede mannen <strong>van</strong> den ambachten,<br />

elck int zyne statelic ende in allen dien manieren als wordt gedaen in der<br />

processien <strong>van</strong> Sint-Iansmisse, uuytgesceiden dat men nyet om en droech het<br />

beeld <strong>van</strong> Onser Liever Vrouwen, noch het beeld <strong>van</strong> / Sint-Ian e<strong>van</strong>gelist, onsen<br />

patroene. Ende des avontz desselfs sondaigz vergaderden sich die naburen <strong>van</strong><br />

den straiten bynnen deser stadt ende hielden tsamen woerscappen, sommige bynnen<br />

huyss ende sommige opter straten. Ende omtrent der negendalver uren soe<br />

waert opter marct voer den raethuse ontsteecken een groete viere aldaer <strong>van</strong> hout<br />

ende pecktonnen op malcanderen opgestapelt. Ende voirt ter uren voirs. woirden<br />

ontsteecken in allen straten vele pecktonnen op hoige stillagien op malcanderen<br />

gestelt.<br />

Nae der voirs. huldinge hertoge Kaerls voirs. geschiet tot Loeuen als voirscreven<br />

is in den voirs. iaer <strong>van</strong> XIIII den XXIIII en dach in de maent <strong>van</strong> ianuario, waert<br />

dieselver hertoge Kaerle corts daernae gehuldt tot Bruessel, daernae tot Mechelen<br />

ende daernae tot Antwerpen, daernae tot Ghent ende daernae tot Brugge.<br />

Ende daernae als nae Paeschen daernaest volgende in den iaer M V C ende XV<br />

vertoech diezelve doerluchtige hoichgeboren vermoigende furst Kaerle nae Middelborch<br />

in Zeelant, daer hy waert gehuldt ende <strong>van</strong>daer vertoech hy voirt in Hollant,<br />

daer hy in deen stat voer ende in dander nae waert gehuld, alsoe dat hydaer/<br />

sekeren tyt verthuefden totdat Ysabeel, syn suster die den coninc <strong>van</strong> Deenmarcken<br />

was desponseert, als omtrent den hoichtyde <strong>van</strong> der geboertten Sint-Ians Baptisten<br />

aldair quam. Ende aldair gecomen wesende, reysden die voirs. hertoge<br />

1 Hier begint de tweede scriptor <strong>van</strong> de kroniek.<br />

336


fol. 386 v<br />

fol. 387 r<br />

1515-1516<br />

Kaerle mett synre voirs. suster ende metten ambassaten des voirs. coninx <strong>van</strong><br />

Deenmarcken die een wyle tytz daer hadden geweest, nae Rotterdamme daer dieselve<br />

hertoghe Kaerle ende vrouwe Margriet, syn moye, oic daer wesende, als den<br />

XI en dach in iulio woensdach in den voirs. iaer XV scyede <strong>van</strong>Ysabelen voirs., die<br />

metten voirs. ambassaiten des coninx <strong>van</strong> Deenmarcken <strong>van</strong>daer reysden nae<br />

DerVeer ende voirts die zee inne nae Deenmarcken.<br />

Ende hertoge Kaerle voirs. reysden <strong>van</strong>daer nae der stat <strong>van</strong> sHertogenbosch, logerende<br />

des donredaigs savonts den XII en dach in iulio in denselven iaer tot Huesden<br />

als in den iaer XV. Ende des vrydaigz daernae als den XIII en dach in iulio<br />

vertoech dieselver hertoge Kaerle <strong>van</strong> Huesden nae noen omtrentter vierder uren<br />

ende quam bynnen deser stat <strong>van</strong> sHertogenbosch des avonts omtrent ter achster<br />

uren, daer hy hoechelic waert ontfangen.Want hem reeden tegemuytt die hoichscouthet,<br />

die leechscouthet ende een seker getal <strong>van</strong> bourgeren. Oeckopten selven<br />

dach ende tenselven tyde gingen hem tegemuette statelic, paer ende paer, in den<br />

iersten voirgaende die begynen, dragende elc enen lynen / witten doeck op hair<br />

hoofden. Daernae volchden paer ende paer die cruysbrueders, daernae die mynrebrueders,<br />

daernae die predicaren, daernae die brueders des convents <strong>van</strong> der<br />

Hemelscher Poirten gelegen aen de Baseldonck. Daernae volchden die bene¢ciaten<br />

ende canonicken metten dekene der kercken collegiaet Sint-Ians e<strong>van</strong>gelist<br />

bynnen der voirs., 1 dragende die dekene onder een blaeuwe cleet die monstrancie<br />

daerinne den doeren staet, ende elck<strong>van</strong> den bene¢ciaten ende canonicken droegen<br />

een bernende wessen kersse <strong>van</strong> enen pont oft daeromtrent. Daernae volgende<br />

paer ende paer die cloevenyers, daernae die handboechscutters, daernae<br />

die ionghe scutters, daernae die alde scutten, daernae die dekenen <strong>van</strong> den ambachten,<br />

daernae die secretarissen, daernae die raetsheren, daernae die gesworen<br />

ende daernae die scepenen deser stat, dragende elck een bernende tortse <strong>van</strong>VI<br />

oft VII stuvers. Ende alsoe comende voir der Pickepoirten waert die voirs. hertoge<br />

Kaerle aldaer by meester Claessen Kuyst als outste secretaris willecoem geheiten<br />

ende die sloetelen deser stat waerden hem gepresenteert ende dat gedaen reet hy<br />

voirts in deser stat ende waert alsoe geleyt in der herbergen. Ende in den incomen<br />

<strong>van</strong> den voirs. prince eertshertoge Kaerle stonden bernende opte vloegelen ende<br />

uuythoecken <strong>van</strong> der Pickepoirten ende opte thoerens aldaer ende oick boven op<br />

sHeilichz-Cruyspoirt vele pecktonnen ende boven uuyter voirs. Pickepoirtenvoir<br />

den voirs. incomen / ende oic nae den incomen waerden gescoten vele haecbussen,<br />

dobbel ende enckel, ende oick meerder gescutt. In denselven incomen waren<br />

<strong>van</strong> der voirs. Pickepoirten herwarts dieVuchterstraet ende voirt die Sadelerstraet<br />

voirby den raethuyse totter Colperstraten, dieselver Colperstraet ende voirts in de<br />

Verwerstraet ende voirts uuyterVerwerstraten nae den straetken loepende nae der<br />

Loefsbruggen ende voirts die straete over die Loefsbrugge totter Lombaertscher<br />

Bruggen toe ende voirt totten huyse <strong>van</strong> Bergen, daer dieselve hertoge logeerden,<br />

dieselver straten ende oick die zydelstraten daerbynnen liggende, behangen ende<br />

verchyert met meyen ende oick tot sommigen plaetsen met tapisceryen. Oick in<br />

den incomen voirs. opten hoeck <strong>van</strong> Arnt-Berwoutsstraet op een stillagie aldaer<br />

stonden int harnasch properlic gestelt XVII mannen, presenterende die XVII<br />

1 Aldus hs., hierna ontbreekt stat.<br />

337


fol. 387 v<br />

fol. 388 r<br />

fol. 388 v<br />

1515-1516<br />

lantsheren elck met zyne wapene ¢gureert. Opten hoeck<strong>van</strong> Sint-Iorysstraet oeck<br />

op een stillagie aldaer stont ¢gureert Iudith by Olyfernes, etc. /<br />

Oeck in denselven incomen opten hoecke die heyt Aen Onser Liever Vrouwen<br />

Poirt tegensover Houtappels huys op een stillagie aldaer waert verthoent die ¢guer<br />

<strong>van</strong> den keyser, die de scerpe iusticie dede over synen soen. Item des sondaigs<br />

nae den voirscreven incomen, wesende den XV en dach in iulio int iaer XV C<br />

XV, opten slach <strong>van</strong> XII uren te middage waert die voirs. hertoge Kaerle bynnen<br />

deser stad gehuldt voir den raethuyse op een stillagie aldaer gemaect, omhangen<br />

met gruynen lakenen. Dairby waren vrouwe Margriet, syn moye, die heer <strong>van</strong><br />

Chyeuers, die heer <strong>van</strong> Roess, die heer <strong>van</strong> Rauesteyn, die ionghe palsgreve ende<br />

vele meer heren, daer meester Raess Raess. alsdoen voir scepenen deser stat hem<br />

den eedt staefden ende meester Philips Hanneton, audiencier, staefden der gemeynten<br />

den eedt. In der voirs. huldinge waert <strong>van</strong> der stillaigienvoirs. gelt gesayt<br />

ende geworpen onder tgemeyn volck tot omtrent XL gulden, soe geseegt waert.<br />

Ende terstont mede als die huldinge was gedaen, waerden aldaer gescenct den<br />

voirscreven hertoge Kaerle twee silveren stoopen ende een / silveren cop met<br />

enen decsel, tsamen gecoft voir VI C Rynsgulden min X gulden. Noch wairt hem<br />

gescenct twee voeder wynss. Ende des anderendaigs, wesende maendach den<br />

XVI en dach iulii ter tweester uren nae middach, vertoech die voirs. hertoge Kaerle<br />

uuyt deser stat nae Breda opte brulocht greve Henrix <strong>van</strong> Nassouwe, die doen<br />

trouwden die suster <strong>van</strong> den prince <strong>van</strong> Araingien, ende daer duerende twee daigen<br />

vertoech hertoge Kaerle voirt nae Loeuen, want tot Bruessel zeer ster¡. 1<br />

Ende daer blivende omtrent VIII dagen toech hy <strong>van</strong>daer voirt nae Henegouwe.<br />

Den XXI en dach in augusto in den voirs. iaer XV C XV quamen die scepenen <strong>van</strong><br />

Vyanen bynnen der stat <strong>van</strong> sHertoigenbossche, aen de scepenen derselver stat<br />

brengende een hoeftvaert <strong>van</strong> enen process voir hen bedingt, dwelcke alleen inhielt<br />

die aenspraeck, het verantwoirden ende di<strong>nl</strong>iggen <strong>van</strong> II oft III scepenenbrieven<br />

sonder ennige getugenisse, daira¡ die scepenen deser stat hen hoir<br />

vonnisse beslooten medegaven.<br />

Int eynde <strong>van</strong> der voirs. maent <strong>van</strong> augusto in den voirscr. iaer <strong>van</strong> XV in den generael<br />

capittele der bruederen <strong>van</strong> den predicaren oirdene, gehouden ende gecelebreert<br />

tot Napels ter instancien hertoge Kaerls voirs., soe heeft paeus Leo<br />

geordineert <strong>van</strong> der voirs. oirdene een provincie in desen Nederlanden, die genoempt<br />

soude wesen die / provincie Germanie Inferioris, dairaf tconvent <strong>van</strong><br />

den predicaren oirdene <strong>van</strong> Coelen soude wesen gesceyden.<br />

Tot Sinte-Remeysmisse int iaer XV C vyftien waren scepenen deser stat: Ian <strong>van</strong><br />

Vladeracken, Goessen <strong>van</strong> Brecht, Lambert Millinc, Corstiaen Coenen, Ian <strong>van</strong><br />

Erpe anders Berse, Henric Dachuerlyes, Gerart <strong>van</strong> der Zantvoert.<br />

Rentmeesteren sonder ontfanck: Ian Bolcx, Henric <strong>van</strong> Aerle.<br />

In sterckenisse der vryheit des tols <strong>van</strong> Hollant ende Zeelant voir dese stat is dyenende<br />

een consultacie <strong>van</strong> meesteren <strong>van</strong> recht in desen scepenstoel gesolliciteert,<br />

begrepen opten bladeVI C XXXVIII.<br />

1 Zeer sterven: het heersen <strong>van</strong> een pestepidemie.<br />

338


fol. 389 r<br />

1515-1516<br />

Aengaet Iannen <strong>van</strong> Erpe, dat hy scepenen was geset ende dat hy geen<br />

geboren poirter en wass, zoe ennige wouden sustineren<br />

Den XIX en dach octobris in den voirs. iaer <strong>van</strong> XV naedien scepenen, gesworen,<br />

raitsluden ende dekenen<strong>van</strong> den ambachten, representerende die drie leden deser<br />

stad, staidzgewyse versament wesende, tsamentlic spraeck hadden gehouden<br />

aengaende den scependomme Ians <strong>van</strong> Erpe voirs., die scepenen was geset ende,<br />

zoe die fame ginck, geen geboren poirter en weer, dwelc weer contrarie den previlegien<br />

deser stat, besunder enen previlegie gegeven by hertoge Wencelyn ende<br />

vrouwe Iohanna in den iaer M CCC LXXXIII, inhoudende onder meer dat nyemand<br />

voirtaen scepen zyn en sal, noch oic dekenen <strong>van</strong> ennigen ambachte, hy en<br />

zy geboren poirter deser stat, soe hebben dieselver drie leeden hen aldaer eendrechtelic<br />

vercleert datse bleven by de previlegien deser goeder stadt verleent<br />

ende weren allen <strong>van</strong> ganser meyningen die te onderhouden zoeverre in hen weer,<br />

ende hebben voirts die voirs. drie leeden aldaer eendrechtelic gesloten ende overdragen<br />

dat men die commissarysen die desen Bamisse lestleden bevelen hebben<br />

gehadt die scepenen te stellen, voirhouden sal ende verhalen die voirs. previlegien<br />

ende diezelver commissarysen alsoe guetelic onderwysen datse den voirs. Iannen<br />

<strong>van</strong> Erpe <strong>van</strong> zynen scependomme willen verlaten ende hem zyns eedts verdragen<br />

ende / enen anderen geboren poirter in zyn plaetze stellen, zoeverre hy nyet<br />

en conste bygebrengen dat hy geboren poirter is ende oft dan des alsoe nyet en becoempt<br />

ende dat die commissarysen des nyet en doen, dat men alsdan in conservacien<br />

der previlegien deser stat ten costen derselver des overdwerss zal vervolgen<br />

daer ende zoedat sal behoren, zoeverre dat ummers tvoirs. previlegie in dien ongemeirct<br />

blyve ende dat <strong>van</strong> gelycke nyet meer en werde gevordert.<br />

Een overdrach dat men ten costen deser stat die previlegien sal doen<br />

onderhouden ende daertegens doende zal stra¡en<br />

Ende hebben noch die voirs. drie leden overdragen oft voirtaen alsoe geboerden<br />

dat yemand, wye hy weer, worve, impetreerden, haelden oft dede halen ennige<br />

mandamenten oft andere geestlycke geboden diewelcke gedroegen tegens die previlegien<br />

deser stat, dat men dengeenen die zulcx worve, impetreerden, haelden oft<br />

dede halen oft ter executien stelden, ten exempel <strong>van</strong> anderen corrigeren ende<br />

stra¡en zal ende nyet min die ten costen deser stat wederstaen. Ende als tgeen<br />

dat voirs. alsoe waert gedaen, overdragen ende gesloten, daer waren by, aen ende<br />

over: Ian <strong>van</strong> Vladeracken, Goessen <strong>van</strong> Brecht, Lambert Millinc, Corstiaen<br />

Coenen, scepenen; meester Raess Raessen, Matheeus Kuyst, <strong>Peter</strong> die Borchgreue,<br />

Ian <strong>van</strong> Gunterslaer, gesworen; Henric Kuyst, Lucas <strong>van</strong> Erpe, Yewaen<br />

Kuyst, Arnt Monix,Wouter <strong>van</strong> Vucht, Arnt Beys, Lambert Bogart, FranssToelinc,<br />

Arnt Paeuweter, Ian Monix, scouthet <strong>van</strong> Pedelant, Ian<strong>van</strong> Erpe, kercmeester,<br />

Goessen <strong>van</strong> den Broeck, Ian Geck, Philips Sanders, Gerart <strong>van</strong>Wyc, Henric<br />

Kuyst Geritss., meester Dirc die Borchgreue, raitsluden; Ian Scalckensmit, Wouter<br />

die Mesmaker, Zebert die Becker, Emond die Becker, Ian Ackerman, <strong>Peter</strong><br />

Engberts, Henric <strong>Os</strong>man, Willem Otten, Zebert Ygrams, <strong>Peter</strong> Screynmaker,<br />

Dirck <strong>van</strong> den Stadeacker, Laureyns <strong>van</strong> Reeck, Arnt Noyens, <strong>Peter</strong> die Nastel-<br />

339


fol. 389 v<br />

fol. 390 r<br />

1516-1517<br />

meker,Willem Gysbertss. aen den Put, Iacob <strong>van</strong> Bladel, Ian Florys, Lenart <strong>van</strong><br />

Ge¡en ende meer andere, dekenen.<br />

Den XIIII en novembris in den voirs. iaer waert met twe vrouwen betuygt den<br />

voirs. Iannen <strong>van</strong> Erpe bynnen deser stat over der fointen corsten gedaen te wesen;<br />

als blyct in eenre certi¢cacien begrepen opten bladeVI C XLIII. /<br />

Dat hertoge Kaerle, zoen <strong>van</strong> coninck Philips, hem noempden coninc,<br />

scryvende in allen brieven ende mandamenten<br />

Ten tyde <strong>van</strong> den voirscreven scepenstoel in den merte den XIII en ende XIIII en<br />

daigen soe waert by den voirs. doerluchtigen furst hertoge Kaerle tot Bruessel in<br />

der kercken <strong>van</strong> Sinter-Goedele gecelebreert die uuytfaert <strong>van</strong> coninc Fernande,<br />

coninc <strong>van</strong> Spaengien, hoiger memorien als des donredaigz ende vrydaigz voir<br />

Palmsondach int voirs. iair <strong>van</strong> vyfthien ende in der voirs. celebracien waert gegeven<br />

die croenen <strong>van</strong> den conincrycken <strong>van</strong> Argon, <strong>van</strong> Aluerne, <strong>van</strong> Naples,<br />

<strong>van</strong> Garnaten, etc. ende diezelver hertoge Kaerle <strong>van</strong> doen voirt scree¡ hem coninc<br />

<strong>van</strong> den conincrycken voirs.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCCC o XVI to scabini: Iordanus de Boert, Martinus<br />

de Campen, Iohannes Monix, FranciscusToelinc, Euerardus de Doerne, Nycolaus<br />

de Buchouen, Aelbertus de Maren.<br />

Consent dat die geestelicheit in Brabant mach copen losrenten, mar en mogen<br />

nyet gecrigen ter quytingen oft sonder quiite eygen goeden, leengoede, emphioteke<br />

gueden oft chynsgulden, 1 niet min moigen zy copen losrenten oft chynsen die<br />

te quyten staen, maer nyet hoiger dan den penninc XX; blyct opten blade VI C<br />

LXIIII.<br />

Dat die geestelicheit most geven drie iairrenten <strong>van</strong> horen vercregen<br />

gueden<br />

In den voirs. iaer XVI in iunio waren uuyten hove committeert meester Lenart<br />

Coutreau, heer Ian <strong>van</strong> Baecx, leechscouthet, ende Victor <strong>van</strong> der Moelen als<br />

rentmeester, mits zekere commissien aengaende de geestelicheit ende allen goidshuysen,<br />

kercken ende gasthuysen die taxeert wairden hier datse mosten geven <strong>van</strong><br />

haren renten ende gueden by hen vercregen syndert der a£ivicheit hertoge Kaerls<br />

<strong>van</strong> Bourgoingien drie iaer renten; hiera¡ blyct opten bladeVI C XLIIII et ultra 2 .<br />

Aengaet hier der geestelicheit<br />

In iunio voirs. worden hier uuytenvoirs. hove gesonden zekere commissarysen by<br />

namen meester Anthonys Hentkens Hoet ende meester Lenart voirs. omme informacie<br />

te nemen <strong>van</strong> ende opte abusen die hier die geestelicheit gebruycten in<br />

achterdeel der assynsen <strong>van</strong> byer ende wyn ende dat men be<strong>van</strong>dt datse op een<br />

iaer hadden gesleten hondert voeder wyns. /<br />

In de maent <strong>van</strong> iunio quamen tot Bruessele een groot getalle <strong>van</strong> edelen heren<br />

1 Aldus hs., lees chynsgueden als in het cartularium fol. 664 v .<br />

2 Vertaling: en verder.<br />

340


fol. 390 v<br />

1517-1518<br />

ende mannen uuyt Spaengien omme den voirs. horen coninc Kaerle te visiteren<br />

ende te halen.<br />

Dat die hoichscouthet enen tot Lit gehaelt heeft ende doen richten<br />

hier voir den raethuys, want hy mesdadich wass<br />

In den voirs. iaer XVI soe heeft Ian <strong>van</strong> den Wygart als hoichscouthet deser stat<br />

ende hare meyeryen in den dorpe <strong>van</strong> Groet-Lit enen genoempt Gysbert Arnts,<br />

ingeseten aldaer, die aldaer een voirvechter was ende dootslagen hadde gedaen<br />

ende ongesoent waeren, gehaelt ende bynnen deser stat ge<strong>van</strong>gen gebracht. Ende<br />

nyettegenstaende dat tcapittel <strong>van</strong> Sinte-Lambertskercktot Ludick daerom tre¡elic<br />

screven denzelven weder tot Litt te werden gelevert, dede dieselver hoichscouthet<br />

den voirs. Ghysberden bynnen deser stat in den voirs. iaer den dorden dach<br />

iulii voir den raethuse metten zwert richten.<br />

Van Alcmeer, <strong>van</strong> Asperen ende <strong>van</strong> der blootstortinge aldaer onverboetz<br />

gesciet<br />

In den voirs. iaer in iulio quamen die Gelressche met groeter macht onverboetz in<br />

Hollant ende namen inne Alcmeer, dat se spolieerden, ende daernae quamen tot<br />

Aspren, daerse groot ende vele bloetz stoorten, als nae blyct.<br />

In iulio in den iaer voirs. begonsten die bouwmeesters deser stat te leggen die<br />

muere optenVuchterendyc aen de zyde ten Oeteren waert.<br />

Aengaet den taxe <strong>van</strong> wyn ende byer den capittel ierst toegevuegt<br />

In den voirs. iaer XVI den XXVII en dach <strong>van</strong> iulio naedien die voirs. Kaerle, nu<br />

wesende coninc <strong>van</strong> Spaengien, eertshertoge <strong>van</strong> Oistryck, om te beslichten die<br />

gescillen wesende tusschen die stat <strong>van</strong> sHertogenbosch ter eenre ende die <strong>van</strong><br />

den capittele <strong>van</strong> Sint-Ianskercke in derselver stat, soe is by den voirs. coninck<br />

den voirs. capittele toegevuegt enen iairlixen taxe <strong>van</strong> wyn ende byer als alle iaer<br />

hondertendetachtentich amen Rynswyns oft voir een aem Rynswyns twee amen<br />

corte, gemeene oft cleyn wynen ende XII C amen byers sonder assyns daera¡ te<br />

betalen, totten wederseggen <strong>van</strong> den coninc. Ende bynnen vy¡ oft zess maenden<br />

daernae mits clachten des capittels, /soe heeft die voirs. coninc den tax vermeerdert<br />

ende den capittel toegevuegt totten tax voirs. noch twentich amen den tyt <strong>van</strong><br />

acht iaren, ingaende den iersten dach april int iaer XVI voir Paesschen; alst blyct<br />

in zekere brieven daera¡ die copie is beginnende opten bladeVI C LX ende begint:<br />

Àlsoe om te beslichten'.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCCC o XVII o scabini in Buscoducis: Iohannes<br />

de Berkel, Geerlacus die Roeuer,Theodericus die Borchgreue ¢lius Theoderici,<br />

Henricus Eyckman, Lambertus Bogart, Rodolphus <strong>van</strong> den Broeck, Iohannes<br />

de Erpe ¢lius Luce.<br />

341


fol. 391 r<br />

fol. 391 v<br />

1517-1518<br />

Van der veemarct<br />

Den XXIII en dach octobris in den voirs. scepenstoel is by den drien leeden deser<br />

stat statueert dat den yersten thoendach <strong>van</strong> der veemarct die men bynnen deser<br />

stat pleech te houden des anderendaigz nae Sinte-Seuerynsdach, voirtane sal<br />

wesen des anderendaigz nae Sinte-Crispyns- ende Crispiniaensdach, mar die<br />

vryheit sal ingaen zoe gewoentlic.<br />

Dat Nyporten waert ingenomen<br />

Den XXVIII en dach in augusto smorgens int iaer XV C XVI soe waert by enen<br />

capiteyn <strong>van</strong> Oist-Vrieslant ingenomen Nypoirten, wesende een veste gelegen by<br />

Scoenhouen, daerinne dat hy was III C1 sterck ende zy stichten daer rontsomme<br />

brant. /Die greve <strong>van</strong> Nassouwe alsdoen capiteyn generael vergaderdenvolck<strong>van</strong><br />

wapenen, toech denV en dach in septembri in den voirs. iaer XVI voir Nyepoirten,<br />

daer die Hollanders sterckby quamen met een deel buschayers, dwelck syende die<br />

voirs. capiteyn uuyt Oist-Vrieslant die metten Geldersche daer bynnen was, verlyet<br />

hy met zynen Geldersschen als op Onser-Liever-Vrouwenavont Nativitas Nyepoirten<br />

ende vertoech daeruuyt, achterlatende omtrent XXVII gewapender met<br />

horen perden.<br />

In den voirs. iaer XVI den achsten dach in novembri waert by den voirs. coninc<br />

Kaerle tot Bruessel gecelebreert ende gehouden die feeste <strong>van</strong> den GuldenVlyes<br />

ende waert gegeven ende gesonden den coninc <strong>van</strong> Vrancryc, den coninc <strong>van</strong><br />

Hongrien, den coninc <strong>van</strong> Deenmarcken, dom Fernant, brueder <strong>van</strong> coninc<br />

Kaerle, den palsgreve, den marcgreve <strong>van</strong> Brandenborch, den greve <strong>van</strong> Mansuelt,<br />

ambassaduer <strong>van</strong> den keyser, den greve Felix, den greve <strong>van</strong> Poursien, neve<br />

<strong>van</strong> den heer <strong>van</strong> Chieuers, den greve <strong>van</strong> Montreuel, den heer <strong>van</strong> Beueren, den<br />

gouveneur <strong>van</strong> Bresse, den heer <strong>van</strong> Montingy, den heer <strong>van</strong> Sympy, den heer <strong>van</strong><br />

Besyn, bailiuwe <strong>van</strong> Henegouwe.<br />

Men seeghden doen dat onse voirs. genedige heer coninc Kaerle ont¢nckdordene<br />

<strong>van</strong> den coninck <strong>van</strong>Vranckryc ende dede zynen eedt ende die voirs. coninc <strong>van</strong><br />

Vrancryc ont¢nc doer zyn ambassaiten tGulden Vlyess <strong>van</strong> den voirs. coninc<br />

Kaerle ende die ambassaiten deden den eedt <strong>van</strong>wegen sconinx <strong>van</strong>Vrancryc. 2<br />

Dat die Geldersche weder oirloich aenhie¡en<br />

Den XXIIII en dach octobris op Sinte-Seuerynsdach in den iaer XVI quam enen<br />

brie¡, aen die <strong>van</strong> Empel gesonden by Cristoferen, greve tot Moerze, heer tot<br />

Zaerwerden, ende by denzelven getekent tot Boemel, daer hy capiteyn wass, inhoudende<br />

datse zouden comen verdingen. /<br />

Dat Asperen wart ingenomen<br />

Den IX en dach in iulio int iair XV C XVII, naedien die Gelderssche endeVriessche<br />

knechten uuytontheyt des heren<strong>van</strong> Gelre omtrent Sint-Iansdach Baptisten inge-<br />

1 Aldus hs., hierna ontbreekt een substantiefals mannen of luden.<br />

2 In margine dicebatur (vertaling: naar men zei).<br />

342


fol. 392 r<br />

nomen hadden Alcmeer, daerse vele quaetz deden ende vele dorpen verbranden,<br />

ende naedien datse voirts hadden geweest in den Dordsche Wert, soe zyn zy wesende<br />

sterck omtrent VII M gecomen voir Asperen, datse bestormden, daerse in<br />

den iersten ende anderen storm lyeten doot wael VI C knechten ende in den dorden<br />

storm creegen zy die stat ende bedreven daer vele ongenaden over mannen,<br />

wyf ende kynderen, geestelic ende werlic.<br />

Aengaet den capittele<br />

In den iaer XVII die <strong>van</strong> den capittele, mitz dat horen wyn diese hadden ingeleegt<br />

uuyt wass ende zy egeenen anderen en mochten crigen in te leggen ende zy den<br />

assyns deser stat nyet en wouden beteren oft vorderen, droncken zy <strong>van</strong> Paesschen<br />

tot Magdalene toe romenyen ende bastarden.<br />

dAfbreken der huysen by heren Daems gasthuys<br />

Den IIII den dach augusti int iaer XVII soe waerden die huysen by den gasthuys<br />

heren Adams <strong>van</strong> Myerde afgebroken als <strong>van</strong> der Hekelen totter zusteren moelen<br />

toe.<br />

Onse genedige heer Kaerle, coninc <strong>van</strong> Spaengien, vertoech uuyt desen landen<br />

reysende nae Spaengien, ginck te scepe op Onser-Liever-Vrouwendach Nativitas<br />

anno XVII ende quam in Spaengien aent lant XIX decembris.<br />

Dat tcapittel hier cess leeghden ende de leggen<br />

1518-1519<br />

Den XIX en dach in merte des vrydaigz nae den sondach Letare Iherusalem int<br />

iaer XV C XVII leeghden die heren <strong>van</strong> den capittele bynnen deser stat cess ende<br />

interdict dat men cesseerden <strong>van</strong> Goidz dienst overal bynnen deser stat ende dat<br />

om deswille datse overvloedich horen wynen sleten ende droncken ende mede<br />

werlycke personen distribueerden in derogacien ende achterdeel <strong>van</strong> den assyns<br />

deser stat, die zekere hoir wynen die hen waren comen, hadde doen kelderen ende<br />

hen onthouden datse daera¡ nyet en mochten gebruycken, /welcke interdict stont<br />

tot opten Witten Donredach daernae ende waert alsdoen gescorst op hope <strong>van</strong><br />

peyss een maent; alst bliict in zekere brieven des o¤ciaels <strong>van</strong> Ludic, begrepen<br />

opten bladeleVI C LXII.<br />

Dat die greve <strong>van</strong> Nassouwe waert gestelt capiteyn <strong>van</strong> den oirloge blyct opten<br />

bladeVI C XLIX.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCCC o XVIII o scabini in Buscoducis: Raso<br />

Raessen, Petrus die Borchgreue, obiit in suo scabinatu XV ta aprilis,VI ta post Iudica,<br />

Iohannes de Erpe, Nycolaus Spierinc, Iohannes de Gunterslaer, Petrus de<br />

Hynden,Willelmus Pynappel, Godefridus de Middegael, loco Borchgreue defuncti.<br />

Receptores secundum quid: Iohannes de Broegel,Walramus ¢lius Ambrosii de<br />

Hanenberch.<br />

343


fol. 392 v<br />

1518-1519<br />

Dat tcess afgedaen is<br />

Ende op maendach nae Beloken Paeschen den XII en dach in aprille omme des<br />

voirs. interdictz wille toegen zekere deser stat gedeputeerde ter eenre ende ennige<br />

<strong>van</strong> den capittele voirs. ter andere zyden tot Mechelen, daerse gesommeert waren<br />

te comen ende daer dien <strong>van</strong> den capittele waert ordineert dinterdict af te doen<br />

ende geen meer te leggen ende dat gedaen soudense wedercomen. Ende dan zouden<br />

die coninc vercleren <strong>van</strong> des zy hen hadden mesdragen ende tcess ende dinterdict<br />

mosten die voirs. <strong>van</strong> den capittele tot horen costen a¡doen ende doen<br />

afdoene, hoewael datse daermede enen sekeren tyt vertogen, bynnen welcken zy<br />

evenwael tvoirs. cess ende interdict gescorst hyelen totten XIX en dach toe der<br />

maent <strong>van</strong> iulio int iaer XVIII, ten welcken dage diezelve <strong>van</strong> den capittele ierst<br />

openbaerden tcess ende dinterdict afgedaen te wesen. Ende alsdoen lyet dese stat<br />

denselven<strong>van</strong> den capittele weder volgen horen wynen die bydeser stat hen waren<br />

onthouden ende die dese stat hadde doen kelderen; dit blyct opten blade VI C<br />

LXVII.<br />

Den XVII en dach in meye int iaer XV C XVIII <strong>van</strong>wegen des voirs. conincx Kaerle<br />

wairt bynnen deser stat vercundicht dat dieselve coninck Kaerle in Argoingien in<br />

een stat aldair in presencien <strong>van</strong> den ambassaiten des paeus, des coninx <strong>van</strong><br />

Vranckryc, des conincx <strong>van</strong> Engelant weer ontfangen tot zeven conincrycken.<br />

Weeckmarct tot Waelwyc<br />

In septembri int iaer XVIII, ten versueck deser stat ende dier <strong>van</strong> Huesden, <strong>van</strong><br />

Breda ende <strong>van</strong> Sinte-Geertrudenberch ende tot horen vervolge te hove, zoe hebben<br />

afgecregen die weeckmarct die die <strong>van</strong> Waelwyck twee iaren hadden gehadt<br />

ende surriptiselic hadden vercrigen. /<br />

Van den staven des eedts des hoichscouthet<br />

Den XVI en octobris anno XVIII dede ioncher Hubert, bastart <strong>van</strong> Bergen, zynen<br />

1 op thoichscouthetampt deser stat ten staven <strong>van</strong> meester Raess.<br />

Die doot <strong>van</strong> Maximiliaen den keyser<br />

Den XII en dach in ianuario int iaer XV C XVIII ster¡ Maximiliaen, keyser <strong>van</strong><br />

Romen, des zyele Got genadich moet wesen.<br />

DatheerKaerle<strong>van</strong>Gelreeenwy¡creech<br />

In den voirscr. iaer XVIII in ianuario quam in den lande <strong>van</strong> Gelre tot Zuytphen<br />

heren Kaerle <strong>van</strong> Gelre thuys die dochter des shertogen <strong>van</strong> Luynenborch.<br />

Die uuytvaert <strong>van</strong> keyser Maximiliaen<br />

Nae der doot des voirs. keysers Maximiliaens uuyt bevele <strong>van</strong> den hove waert hier<br />

begaen die uuytvaert desselfs ende dat men daertoe began te luyden statelic alle<br />

1 Aldus hs., lees hierna eed.<br />

344


fol. 393 r<br />

daige driewerven ende tot elcker reysen een half ure, als smorgens ter sestalver<br />

uren, des middagz ter XI er uren ende des savonts ter sester uren, ende als alsoe<br />

was geluydt XIIII dagen lanck, zoe deed men in den hoigen choir die uuytvairt<br />

daer geset wairt voir den outaer een viercante baer, omhangen <strong>van</strong> eenen zwarten<br />

cleet ende daeromme IX grote wessen kerssen ende rontomme achttortysen, ende<br />

elck<strong>van</strong> der scutteryen ende dekenen <strong>van</strong> den ambachten een torse. Daer o¡erden<br />

die hoich ende leechscouthet, scepenen, gesworen, raitsheren, secretarysen ende<br />

die dekenen <strong>van</strong> den ambachten ende als duytfairt aldus was begaen, zoe luyde<br />

men noch die clocken als voir acht dagen daernae.<br />

Van zekere aliancie gemaect tusschen coninc Kaerle, coninc <strong>van</strong> Spaengien, ende<br />

byscop Eerart ende lande <strong>van</strong> Ludic blyct opten bladeVI C LXIX.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCCC o XIX scabini in Buscoducis: Iohannes de<br />

Vladeracken, Arnoldus Monix, Gerardus de Berkel ¢lius Gerardi, Henricus Pelgrum<br />

¢lius Theoderici, / Iohannes de Erpe alias de Berse,Willelmus de <strong>Os</strong>, Hermannus<br />

de Dauentria.<br />

Den X en dach in meye in den iaer XIX is gedaen zeker overcomen in der Camer<br />

<strong>van</strong> Rekeninge in Den Hage met Willemen Goudt, pechter <strong>van</strong> den tol tot Gorcum:<br />

in den yersten dat nae daet voirs. dese poirteren opte Diese geen gueden vercopen<br />

oft overslaen en sullen;<br />

item dat alle gueden die bynnen deser stat gebracht werden aen den craen oft elders<br />

ten minsten XXIIII uren uuyten sceep bynnen Den Bosch zullen hebben gelegen<br />

eer men die vreemden luyden sal moigen vercopen, uuytgesceiden portabel<br />

goet, een ton herinx oft wat froytz ende dat elc poirter zyn goet mach verantwoirden<br />

by enen scipper, hetzy dat hy poirter is oft nyet oft een man <strong>van</strong> kennissen oft<br />

geloven; blyct opten bladeVI C LXXXIII.<br />

Dat coninc Kaerle wairt gecoren keyser<br />

Den XXVII en dach in iunio maendach int iaer XV C XIX waert gecoren keyser<br />

die voirs. Kaerle, coninc <strong>van</strong> Spaengien, ende daer tevoerens omtrent XIIII daigen<br />

worden denselven <strong>van</strong> den lande <strong>van</strong> Brabant geconsenteert hondertdusent<br />

gulden bynnen twe doen toecomenden iaren te betalen, ende dat 1 hoicheit zyns<br />

staetz ende tot vermeerderingen desselfs.<br />

Dat meester Ian Lombart secretaris wart<br />

1520-1521<br />

Den dorden dach in augusto int iaer XX wairt by den drien leden deser stat gegunnen<br />

meester Iannen Lombarts die o¤cie <strong>van</strong> den secretarisscap bynnen deser<br />

stat.<br />

Remigii confessoris anno M o CCCCC o XX o scabini in Buscoducis: Martinus de<br />

Campen, obiit in suo scabinatu VII a iunii, Henricus Kuyst ¢lius Gerardi, loco<br />

Campen defuncti, qui prestitit iuramentum XV ta iunii, Iohannes Monix, Francis-<br />

1 Aldus hs., lees hierna tot.<br />

345


fol. 393 v<br />

1520-1521<br />

cus Toelinc, Christianus Coenen, Lambertus <strong>van</strong> den Broeck, Iohannes ¢lius Iohannis<br />

Arntzs. deVladeracken, Iohannes de Broegel.<br />

In isto scabinatu XVI ta septembris anno XXI o Euerardus de Doerne prestitit iuramentum<br />

super o¤cio scultetatus superioris de Buscoducis. 1<br />

Consent CL M ende <strong>van</strong> C M<br />

In octobri den IX en dach anno XX waert den voirs. coninc Kaerle <strong>van</strong> den lande<br />

<strong>van</strong> Brabant consenteert hondert ende vyftichduysent gulden drie iaren lanck te<br />

gelden, daira¡ den iersten termyn wass Sint-Iansmisse XXI, ende noch hondertdusent<br />

eens bynnen twee iaren te betalen.<br />

Dat die voirs. coninc Kaerl waert tot Aken gecroent<br />

Ende als tvoirs. consent was gegeven toech die voirs. coninck / nae Hoye by den<br />

bisscop <strong>van</strong> Ludick ende <strong>van</strong>daer tot in der stat <strong>van</strong> Ludick, daer hy met grooter<br />

eeren waert ingehaelt, ende <strong>van</strong>daer toech hy naeTricht, daer hy oick met groter<br />

pompen ingehaelt waert, ende <strong>van</strong>daer toech hy tot Aken, daer hy inquam den<br />

XXIII en dach in octobri in den voirs. iaer XX, daer hy waert gecroent coninc<br />

<strong>van</strong> Romen. Ende den XXVII en dach in octobri reysden hy <strong>van</strong> Aken nae Coelen,<br />

daer hy waert ingehaelt zeer statelic ende blee¡ tot Coelen totten XIIII en dach novembris.<br />

Ende <strong>van</strong>daer reysden hy voirt opwairts om die keyserlycke croen te ontfangen.<br />

Dat tgelt waert afgeset ende weder togelaten te ontfangen<br />

In den voirs. scepenstoel den XX en dach in merte des woensdaigz nae den sondach<br />

Iudica nae noen omtrent ter dorder uren soe waert tgelt ter payen met enen<br />

mandament afgeboden. Ende den XVII en dach iulii daernaest volgende waert by<br />

den keyser gegunnen tgelt weder te moigen ontfangen, zoet had gegaen.<br />

Van der victoren, by gree¡ Felix ende den gree¡ <strong>van</strong> Nassou gevordert<br />

In den voirs. scepenstoel nae Paesschen soe vergaderden gree¡ Felix ende gree¡<br />

Henrick <strong>van</strong> Nassouw uuyt beveel <strong>van</strong> den keyser vele volcx <strong>van</strong> wapenen ende<br />

beleeden Longy, datse stormenderhant wonnen opten meyedach. Ende toegen<br />

voirts ende wonnen meer slooten die heren Robbrechten <strong>van</strong> Arenborch toebehoirden,<br />

ende wonnen noch een stedeken, geheyten Mesinccoert.<br />

Dat die audste soen heren Robbrechz <strong>van</strong> Arenborch waert ge<strong>van</strong>gen<br />

Ende daernae omtrent den XV en dach in iunio in den voirs. iaer ende scepenstoel<br />

wonnen zy Floraingy, dwelc was een stedeken met enen sloot daerinne wesende,<br />

1 Vertaling: in dit schepenjaarlegde Everard <strong>van</strong> Deurne op 16 september (15)21 de eed afop<br />

het ambt <strong>van</strong> hoogschout <strong>van</strong>'s-Hertogenbosch.<br />

346


fol. 394 r<br />

daerinne datse vonden den outsten zoen heren Robbrechz voirs., die ge<strong>van</strong>gen<br />

waert gebracht tot Bruessel, daer hy den keyser Kaerle, die omtrent twe oft drie<br />

dagen had geweest ende <strong>van</strong> Bonen was gecomen, waert gepresenteert ende voirts<br />

in der gevenckenissen gestelt.<br />

Dat een deel Fransoysen worden verslagen<br />

Den XIIII en dach iulio in denvoirs. scepenstoel waerden die Franzoysen, Nauarre<br />

inhebbende, uuyt Nauarre geweltlic verdreven by de Spaengiaerts, diewelcke <strong>van</strong><br />

den Franzoysenvele dootsloegen ende vingen. Ende terstont daernae omtrent den<br />

XVI en augusti hadden die Spaengiaerts, liggende voir Baioonen, enen slach tegens<br />

die Fransoysen alsoe dat die Spaengiaertz <strong>van</strong> den Franzoysen nedertogen<br />

IIII C glavyman endeVII M voetknechten, als men seeghden.<br />

Dat die geestelycke personen egeen nyewe thienden en moigen opzetten noch<br />

boeren, blyct opten bladeVI C LXXV. /<br />

Dat die coninc <strong>van</strong> Deenmarcken quam bynnen deser stat<br />

1521-1522<br />

In den voirs. scepenstoel den XXI en dach <strong>van</strong> augusto int iaer XXI omtrent der<br />

VII er1 nae middach quam bynnen deser stat die coninc <strong>van</strong> Deenmarcken ende<br />

met hem die bisscop <strong>van</strong> Breemen, hebbende tsamen XX perden ende worden gelogeert<br />

in de Roypoirt ende vertogen den vierden dach weder uuyt deser stat nae<br />

Dordrecht.<br />

Dat oirloich waert tusschen den keyser ende den coninc <strong>van</strong>Vrancryc<br />

Oick in denvoirs. scepenstoel den XVIII en dach in augusto int iaer XXI waert <strong>van</strong><br />

skeysers wegen ierst aentast gedaen opVranckryc.<br />

Dat Moyson waert gewonnen ende Maessyers belegen; dat Doernic<br />

belegen wairt<br />

Ende naedien opte Franzoysen aentast was gedaen ende vele slooten ingenomen,<br />

soe wairt <strong>van</strong> skeysers volck als in septembri int iair XXI bestormpt die stat <strong>van</strong><br />

Moyson ende gewonnen die zynde, toech tgeheel heir <strong>van</strong> Maessyers, daert een<br />

wyle tytz lach ende zynen leger hadde, te wetene aen deen zyde laigen die greven<br />

<strong>van</strong> Nassou ende die greve <strong>van</strong> Bueren ende aen dander zyde Franciscus <strong>van</strong> Zichem<br />

ende alse een wyle tytz aldaer hadden gelegen, waerden aldaer vele ruyteren<br />

zieck ende storven <strong>van</strong> den melyzoen, alsoe dattet heir optoech omtrent den X en<br />

dach octobris anno XXI ende toogen bornen ende blaicken in Vranckryck ende<br />

voirts nae Doernic, daervoir die Vleminge metter macht toegen ende beleegden<br />

die stat dat daer nyemant uuyt noch inne en mocht. Ende omtrent den XX en dach<br />

octobris int iaer XXI die coninc <strong>van</strong>Vrancryc openbaerden sich aldaer met vele<br />

volcx, mar hy en vorderden daermede nyet.<br />

1 Aldus hs., lees hierna uur.<br />

347


fol. 394 v<br />

fol. 395 r<br />

1521-1522<br />

Remigii confessoris anno M o CCCCC o vicesimo primo 1 scabini in Buscoducis:<br />

Iohannes de Berckel, obiit in suo scabinatu XV ta septembris, Lambertus Bogart,<br />

Geerlacus die Roeuer, Theodericus die Borchgreue ¢lius Theoderici, Iohannes<br />

<strong>van</strong> den Wyngaert, Iohannes de Rauenscot, Henricus de Dauentria, / Walramus<br />

Dachuerlyes, loco dicti Berkel defuncti, qui prestitit iuramentum XX a septembris.<br />

Aengaet scattinge <strong>van</strong> den leenen<br />

DenVII en dach octobris in den voirs. iaer XXI <strong>van</strong> ons heren des keysers wegen<br />

quamen bynnen deser stat meester Lenart Cotreau endeVictor <strong>van</strong> der Moelen,<br />

rentmeester int quartier <strong>van</strong> Den Bosch, als commissarysen die hier metten lee<strong>nl</strong>uyden<br />

handelden, alsoe datse gaven denVI en penninc <strong>van</strong> den vruchter hore leenen<br />

ende dat den rog, leen wesende, taxeert waert op III stuvers.<br />

Dat Doernic hen opga¡<br />

Den iersten dach decembris in den voirs. 2 XXI die <strong>van</strong> Doernick nae zwaer belech<br />

gaven hen op, beheltelicken hen ly¡, mar hoer goet in de goetheit des keysers<br />

ende den XV en dach daernae die <strong>van</strong> den sloot aldaer gaven hen oic op, beheltelycken<br />

ly¡ ende goet.<br />

Dat meester Adriaen <strong>van</strong>Vtrecht paeus waert<br />

DenVI en dach ianuarii int voirs. iaer XXI waert paeus gecoren meester Adriaen<br />

<strong>van</strong>Vtrecht ende hy waert coroneert den lesten dach augusti int iaer XXII.<br />

Totten IX en dach toe <strong>van</strong> ianuario in den voirs. iaer XXI en was geenen winter geweest<br />

<strong>van</strong> vriese, mar op dien dach, wesende donredach, begonst te vriesen ende<br />

des saterdaigz daernae vyele enen groten, zwaren sneeu ende daerop bleeft vriesende,<br />

alsoe dat dien sneeu een lange wyle blee¡ liggen ende vyele alleynsen meer<br />

sneeus ende dien vorst duerden zeer lang, dat men lyep over Maze endeWale.<br />

In den voirs. iaer XXI in ianuario was die merct <strong>van</strong> den rogV gulden, II stuvers<br />

ende in den merte daernae IIIIÃÙ Ä gulden ende lyep oec opV gulden,VIII stuvers.<br />

Int iaer XXII des donredaigz nae Sint-Ians-Baptistendach was die merct <strong>van</strong> den<br />

rogVI gulden, II stuvers. Ende den XXIIII en dach iulii int selve iaer XXII was die<br />

merct <strong>van</strong> den rogVI gulden, nochtans wast vol oext.<br />

Den XV en dach iulii in denselven iaer XXII soe waert die bisscop <strong>van</strong> Coelen tot<br />

Coelen statelic ingehaelt, dwelcke die <strong>van</strong> Coelen mosten doen op skeysers acht,<br />

mar evenwael hem incomende soe en was daer mer een straet oepen daer hy doer<br />

reet ende alle andere straten waren met ketthenen gesloten. /<br />

Van der looteryen<br />

In den voirs. scepenstoel soe is by der voirs. stat opgestelt geweest een looterye,<br />

daira¡ dat men die looten op Sinte-<strong>Peter</strong>savont ad vincula nae der noenen omtrent<br />

ter vierder uren began uuyt te geven ende dat uuytgeven duerden totten<br />

1 Vertaling: 21.<br />

2 Aldus hs., lees hierna iaer.<br />

348


fol. 395 v<br />

XIX en dach, wesende dynsdach der maent augusti dien dach uuyt totter middernacht<br />

toe.<br />

Remigii confessoris anno XV C XXII o scabini in Buscoducis: Iohannes deVladeracken,Willelmus<br />

de Achel, loco Gunterslaer defuncti, qui prestitit iuramentum<br />

XXIII a decembris, Arnoldus Monix, Godefridus Symonis, Iohannes de Gunterslaer,<br />

obiit in suo scabinatu XVIII a decembris, Goeswinus <strong>van</strong> der Stegen, Zegerus<br />

¢lius Iohannis Godefridi de Hedel, Lambertus <strong>van</strong> der Laerscot ¢lius<br />

Willelmi.<br />

Dat die geestelicheit mach copen losrenten<br />

Den vyften dach in septembri int iaer XXI ter begerten <strong>van</strong> den twee werlycke<br />

Staiten heeft die keyser geconsenteert dat alle geestelycke personen, goidshusen,<br />

gasthusen sullen moigen copen losrenten den penninc om XVIII, XX, nyet hoiger<br />

mar wel daeronder; blyct opten bladeVI C XCIIII.<br />

In isto scabinatu feria quinta ante festum Symonis et Iude 1 die merct <strong>van</strong> den rog<br />

V gulden.<br />

Opten Korsavont die merct <strong>van</strong> den rog IIII gulden, II stuvers.<br />

Van eenre dachvairt<br />

1522-1523<br />

In den voirs. iaer XV C XXII in augusto int beginsel diere maent waren tot Bruessel<br />

ten versuecke <strong>van</strong> vrouwe Margriete, als regente <strong>van</strong> den lande, die Staiten<br />

slants <strong>van</strong> Brabant vergadert, daer hen voir waert gehouden ende aen hen versocht<br />

te vercopen XV M Rynsgulden ende penningen daeraf comende, appliceert<br />

tot bewaernisse der landen tegens die Fransoysen ende die Gelderssche, daera¡<br />

by den prelaten waert consenteert IX M gulden te werden vercoft. Die gedeputeerde,<br />

dat gehoert hebbende, vertogen thuyswairt ende vergaderden daerop weder<br />

daernae omtrent Alreheiligemisse ende en accordeerden nyet. Daernae<br />

omtrent Sinte-Katherynendach vergaderden zy weder tot Bruessel ende en accordeerden<br />

nyet. Daernae vergaderden zy weder tot Antwerpen omtrent Sinte-<br />

Barbarendach, daer die <strong>van</strong> Antwerpen ende Loeuen consenteerden, mar Bruessel<br />

noch die stat <strong>van</strong> Den Bosch nyet. Ende mitz daer egene accort en waert gemaect,<br />

vertogen die abden <strong>van</strong> Tongeloo ende <strong>van</strong> Sinte-Bernart met Iheromino<br />

<strong>van</strong> der / Noot, cancellier, ende die gedeputeerde <strong>van</strong> den steden <strong>van</strong> Antwerpen<br />

ende quamen bynnen der stat <strong>van</strong> Den Bosch den X en dach decembris ende vergaderden<br />

des anderendaigz alhier opten raethuse, daer gestelt waren contoren<br />

met zilverwerck, wyn ende dranck, ende die cameren aldaer beneden ende boven<br />

waren ronsomme behangen met gruynen lakenen, daerse dien dach tsamentlic<br />

communiceerden, ende die <strong>van</strong> Antwerpen ende Loeuen als voir consenteerden.<br />

Die <strong>van</strong> Bruessel en waren nyet genoch beraden te consenteren. Des anderendaigz<br />

vergaderden dese stat in haren drien leden ende daerop communiceert<br />

hebbende, waren die twee ierste leeden genoch gedelibereert te accorderen metten<br />

anderen steden, mar die dekens <strong>van</strong> den ambachten wouden hoir ambachten<br />

1 Vertaling: in ditschepenjaarop donderdagvoorhetfeest<strong>van</strong> Simon en Judas (= 25 oktober).<br />

349


fol. 396 r<br />

1522-1523<br />

bespreken. dWelck gedaen hebbende, quamen dieselve dekenen des anderendaigz<br />

by de twe ierste leden in der raetcameren ende brachten negativum. Dieselve<br />

dekenen vergaderden weder by horen ambachten omme beter antwoirt te<br />

brengen. Sy quamen weder ende brachten negativum als voir. Nyettemin den<br />

XV en dach decembris daernae zoe vergaderden dese stat weder in haren drien leden<br />

opte selve zake, daerbydie gedeputeerde <strong>van</strong> den anderen drie steden quamen<br />

ende hen aldaer genoch oepelic vercleerden datse <strong>van</strong> meyningen waren te consenteren<br />

totten vercope <strong>van</strong> een zekere quote. Ende als die dekenen <strong>van</strong> den ambachten<br />

dat hoerden, seeghden zy datse noch hoir ambachten beter wouden<br />

spreken ende hoepten goede antwoirt te brengen. Sy vergaderden weder op hoir<br />

kerchoven opten XVI en dach decembris ende quamen weder ten raide ende<br />

dmeestedeel <strong>van</strong> hen brachten negativum als voir. Ende als die cancellier voirs.<br />

hoerden derselver dekenen antwoirde, dede hy die gemeyn ambachten als den<br />

XVII en dach decembris op zekere penen comen op hoir gewoentlycke kerchoven,<br />

daer oick quamen ende die cancellier hem byvueghden iersten ten mynrebruederen<br />

ende nae ter predicaren, daer hy hen verhaelden den last ons heren des keysers<br />

ende dat zy gescepen weren rueckeloos overvallen te werden <strong>van</strong> den Geldersschen,<br />

<strong>van</strong> den Fransoysen, etc. ende datse daeromme het beste wilden doen ende<br />

metten anderen consent /dragen. Ende dat alsoe nae den onderwys den dekenen<br />

by den cancellier gedaen opten selven dach nae der noenen vergaderden dieselve<br />

dekenen hen by den tween yersten leden voirs. ende accordeerden consent te willen<br />

dragen totten vercope <strong>van</strong>V M gulden, onder condicie nochtans dat men hen<br />

gunnen ende versekeren zoude dat men bynnen den twee mylen naest deser stat<br />

<strong>van</strong> Den Bosch egeen poirtersambachte en zoude doen. Met welcken horen accort<br />

die drie leden deser stat den XVIII en dach decembris in den iaer voirs. gingen<br />

bydenvoirs. cancellier ende den greve <strong>van</strong> Bueren ende den anderen Staiten ende<br />

gaven denselven dat te kennen. Ende tselve gehoert hebbende, vertogen die voirs.<br />

Staten als den XIX en dach decembris tsamentlic uuyt deser stat ende elck nae<br />

huys, sonder vordere daerinne te spreken.<br />

Daernae in februario waerden geconsenteert LXXX M gulden terstont te werden<br />

betaelt ende die betalinge daira¡ waert bynnen deser stat in den mert in den vasten<br />

gedaen by die <strong>van</strong> Bruessel, Loeuen ende Antwerpen hier wesende den<br />

knechten ende omtrent Bamisse tevorens waren anticipeert C M gulden, behalven<br />

die loepende bede.<br />

Dat tot Postel seker knechten waerden gehaelt<br />

Den XX en dach decembris wesende saterdach in den iaer voirs. quamen ennige<br />

goede mannen uuyten goidshuys <strong>van</strong> Postel aen dese stat clachtich datse in den<br />

goidhuys voirs. <strong>van</strong> een zeker getal blooter boeven ende knechten worden overladen<br />

ende belast. Dese stat scicten terstont derwarts metten hoigenscouthet Euerarden<br />

<strong>van</strong> Doern een zeker getal <strong>van</strong> den alden scutten ende cloevenyers totten<br />

getal <strong>van</strong> XXXVI die derwarts toegen ende wouden aldaer dieselver knechten,<br />

die hen aldaer op een camer onthielden ende bestonden hen te weren, die scutten<br />

ende cloevenyers vyelen daeraen ende vyngensche ende brachtensche alhier op<br />

wagens gebonden ende diere was zesthien. Daira¡ vier warden opten iairsavont<br />

350


1522-1523<br />

tot Vucht gericht ende op raderen geset ende noch vier daernae den dorden dach<br />

nae iairsdach oic tot Vucht gericht ende op raderen geset ende die andere acht by<br />

composicien ende anderssins ontquamen /<br />

351


Bijlage 1<br />

Lijst met vertaling <strong>van</strong> vaak voorkomende Latijnse zinsneden en<br />

passages<br />

Remigii confessoris anno v fuerunt scabini in Buscoducis sequentes:<br />

op 1 oktober in het jaar v waren de volgende personen schepen in 's-Hertogenbosch<br />

Remigii confessoris anno v scabini fuerunt hii:<br />

op 1 oktober in het jaar v waren deze personen schepen<br />

loco v ¢endo sculteto:<br />

in plaats <strong>van</strong> v, die schout werd<br />

loco pro v defuncto:<br />

in plaats <strong>van</strong> v, die overleden is<br />

qui obiit (in suo scabinatu):<br />

die overleed (tijdens zijn ambtsperiode als schepen)<br />

qui prestitit iuramentum:<br />

die de eed a£egde<br />

burgimagistri seu receptores:<br />

burgemeesters ofont<strong>van</strong>gers<br />

burgimagistri seu receptores (solum) nomine et absque (onere et) regimine quia<br />

infrascripti sex viri electi habuerunt onus policie:<br />

burgemeesters of ont<strong>van</strong>gers (slechts) in naam en zonder (last en) bestuurstaak,<br />

omdat de ondergeschreven zes gekozen mannen de bestuurstaak hadden<br />

burgimagistri seu receptores (nomine et) secundum quid:<br />

burgemeesters ofont<strong>van</strong>gers (in naam en) zoals wat voorzegd is<br />

receptores nomine ut supra (quia dicti sex habebant adhuc eorum regimen):<br />

ont<strong>van</strong>gers in naam als boven (omdat genoemde zes tot nu toe zelf de bestuurstaak<br />

hadden)<br />

prout in acta (carta/littera) incipiente, desuper expedita:<br />

zoals in een akte beginnend, daarover uitgevaardigd<br />

prout in (certis) aliis litteris/instrumentis:<br />

zoals in een (zekere) andere akte (of (zekere) andere akten)<br />

prout in litteris (comprehensis) ad signum v et folio v:<br />

zoals in een akte, (staand) bij het teken v en op folio v<br />

prout in litteris (gallicis) incipientibus v et comprehensis folio v et ad signum v:<br />

zoals in een (Franse) akte, beginnend v en staand op folio v en bij het teken v<br />

353


prout premissa in dicto previlegio lacius continentur, quodquidem previlegium<br />

comprehenditur v:<br />

zoals de voorschreven zaken in genoemd privilege uitvoeriger aan bod komen,<br />

welk privilege staat v<br />

quequidem carta comprehenditur folio v et ad signum v:<br />

welke akte staat op folio v en bij het teken v<br />

ad idem:<br />

betre¡ende hetzelfde<br />

(omnino) ut supra:<br />

(geheel) als boven<br />

prima, ultima, penultima:<br />

eerste,laatste,voorlaatste<br />

tempore iamdicti scabinatus:<br />

ten tijde <strong>van</strong> voornoemd schepenjaar<br />

ut inibi (et folio):<br />

zoals daar staat (en op folio)<br />

354


Bijlage 2<br />

Lijst <strong>van</strong> signa<br />

De tekens (= signa) in onderstaande lijst corresponderen met de in de kroniek<br />

genoemde signa en zijn iets verkleind afgebeeld. In de tekst is elk signum tussen<br />

haken weergegeven door een ½-teken gevolgd door een rangnummer.<br />

½ 1=<br />

½ 2=<br />

½ 3=<br />

½ 4=<br />

½ 5=<br />

½ 6=<br />

½ 7=<br />

½ 8=<br />

½ 9=<br />

½ 10 =<br />

½ 11 =<br />

½ 12 =<br />

½ 13 =<br />

½ 14 =<br />

½ 15 =<br />

½ 16 =<br />

½ 17 =<br />

½ 18 =<br />

½ 19 =<br />

½ 20 =<br />

½ 21 =<br />

½ 22 =<br />

355<br />

½ 23 =<br />

½ 24 =<br />

½ 25 =<br />

½ 26 =<br />

½ 27 =<br />

½ 28 =<br />

½ 29 =<br />

½ 30 =<br />

½ 31 =<br />

½ 32 =<br />

½ 33 =


Cartularium met signum.<br />

's-Gravenhage, KB, hs. nr. 131 D 26, band 1 fol. 28 r<br />

356


Bijlage 3<br />

Concordantie <strong>van</strong> kroniek en cartularium<br />

De kroniek <strong>van</strong> <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong> is voor de diplomatische stukken gebaseerd op een<br />

cartularium in twee banden. 1 Om dit cartularium met veel onuitgegeven veertiende-<br />

en vijftiende-eeuws materiaal over 's-Hertogenbosch nader toegankelijk<br />

te maken is deze concordantie toegevoegd. Debeschrijving <strong>van</strong> het cartularium is<br />

vooral toegespitst op de relatie met de kroniek.<br />

Beschrijving<br />

Beide banden zijn op papier geschreven dat dezelfde watermerken heeft als het<br />

papier <strong>van</strong> de beschreven folia <strong>van</strong> de kroniek. Ze hebben elk een eigen inhoudsopgave<br />

en zijn doorlopend gefolieerd met Romeinse cijfers. Het komt veelvuldig<br />

voor dat verschillende folia eenzelfde folionummer hebben. De reden hier<strong>van</strong> is<br />

onduidelijk. Een laterehand heeft een a-b-c-onderscheid toegevoegd, waar<strong>van</strong> in<br />

de concordantie gebruik is gemaakt. In het cartularium staan niet alleen oorkonden,<br />

maar ook andere stukken, zoals bijvoorbeeld eden. De oorkonden zijn doorgaans<br />

in extenso gekopieerd.<br />

De inhoudsopgaven <strong>van</strong> de twee banden zijn omstreeks 1516 toegevoegd; zij corresponderen<br />

met elke band afzonderlijk. De inhoudsopgave <strong>van</strong> band 1 is blijkens<br />

een aantekening opgemaakt in het schepenjaar 1515, dat loopt <strong>van</strong> 1 oktober<br />

1515 tot 30 september 1516. 2 In de inhoudsopgave <strong>van</strong> band 2 zijn niet alle oorkonden<br />

opgenomen. De jongst genoemde oorkonde in de inhoudsopgaven is d.d.<br />

1516.07.27. De manier <strong>van</strong>verwijzen in de inhoudsopgaven naar het cartularium<br />

is dezelfde als die in de kroniek, echter zonder de signa. In de inhoudsopgaven<br />

zitten ook twee kroniekmatige opmerkingen, die wel in de kroniek, maar niet in<br />

het cartularium terug te vinden zijn. 3<br />

De inhoudsopgaven geven <strong>van</strong> elke oorkonde een rubriek (`copia littere v'of `copie<br />

<strong>van</strong> den brieve v'). Deze rubriek staat vaak letterlijk boven de oorkonde in<br />

het cartularium. Soms, bij langere oorkonden, volgt er een uitgebreidere inhoudsopgave,<br />

corresponderend met de verschillende artikelen uit de oorkonde. Regelmatig<br />

wordt in de marge het kernwoord <strong>van</strong> de oorkonde geschreven.<br />

Het cartularium is door diverse personen aangelegd. Naast Van <strong>Os</strong> en de tweede<br />

scriptor <strong>van</strong> de kroniek zijn zeker nog vier andere, ook zeventiende-eeuwse handen<br />

te onderscheiden. Deze nemen de kopieertaak<strong>van</strong> elkaaroveropwillekeurige<br />

1 's-Gravenhage, KB, hs. nr. 131 B 26.<br />

2 's-Gravenhage, KB, hs. nr. 131 B 26, band 2, fol. 18, laatste rubriek<strong>van</strong> de inhoudsopgave<br />

met aankondiging <strong>van</strong> een passage betre¡ende het poorterschap <strong>van</strong> Jan <strong>van</strong> Erpe, die nu<br />

intiair XV c XV scepene geset is.<br />

3 Den Haag, KB, hs. nr. 131 B 26, band 1, inhoudsopgave fol. 10 v , band 2, inhoudsopgave<br />

fol. 11 v ,Van <strong>Os</strong>, <strong>Kroniek</strong>, fol. 166 r-v en 346 r .<br />

357


momenten: middenin een oorkonde, middenop een bladzijde, middenin een zin.<br />

Van <strong>Os</strong> heeft de inhoudsopgaven zelf geschreven en ook vaak de rubrieken. In de<br />

eerste band heeft hij verder slechts (delen <strong>van</strong>) een tiental oorkonden afgeschreven,<br />

in de tweede zeker meer dan vijftig.<br />

Een groot deel <strong>van</strong> de doorVan <strong>Os</strong> afgeschreven oorkonden dateert uit de periode<br />

1515-1521. De oorkonden uit 1515 zijn nog opgenomen in de inhoudsopgave in<br />

band 1 en door hemzelf verwerkt in de kroniek, de overige zijn door de tweede<br />

scriptor verwerkt. Het lijkt erop dat Van <strong>Os</strong> kroniek en cartularium met de inhoudsopgaven<br />

in 1516 tot dat moment had bijgewerkt en vervolgens doorging<br />

met het verzamelen <strong>van</strong> oorkonden, met het oog op een voortzetting <strong>van</strong> de kroniek.<br />

De tweede scriptor heeft de kroniek bijgewerkt tot 1523, maar nog materiaal<br />

verzameld tot 1538. Na 1538, het laatste jaar <strong>van</strong> de ononderbroken reeks,<br />

volgen nog vijf oorkonden die door zeventiende-eeuwse handen zijn bijgeschreven.<br />

In het cartularium is geen strikt chronologische of thematische ordening te herkennen.<br />

Het eerste gedeelte <strong>van</strong> fol. 1 tot fol. 135, met oorkonden tussen 1191 en<br />

1427, is nog redelijk chronologisch. Daarna is de chronologische ordening meer<br />

verstoord.<br />

Inrichting <strong>van</strong> de concordantie<br />

In de concordantie zijn alle oorkonden opgenomen die in kroniek en cartularium<br />

voorkomen, met opgave <strong>van</strong> de oorkonder en het onderwerp. Bij de datering is de<br />

datumregel <strong>van</strong> de stukken in het cartularium opgelost.Wanneer een datum ontbreekt<br />

in het stuk, wordt deze waar mogelijk gereconstrueerd tussen haken. Dit is<br />

niet uitputtend gebeurd. In de kroniek staat bij een oorkonde een verwijzing naar<br />

slechts ëe¨ n folio in het cartularium, ook al beslaat het afschrift daar diverse folia.<br />

In de concordantie worden alle folia in kroniek e© n cartularium <strong>van</strong> de betre¡ende<br />

oorkonde aangegeven. Op een aantal plaatsen ontbreekt in de kroniek het folionummer<br />

(de nummers zijn pas later toegevoegd); de betre¡ende oorkonde blijkt<br />

dan doorgaans niet in het cartularium te staan. Sommige oorkonden in de kroniek<br />

hebben naast de folioverwijzing nog een signumverwijzing. 4 Hetzelfde signum<br />

staat dan, enkele uitzonderingen daar gelaten, in het cartularium bij<br />

dezelfde oorkonde.<br />

Concordantie <strong>van</strong> kroniek en cartularium<br />

½ = signum in de kroniek correspondeert met het signum in het cartularium<br />

v = in de kroniek ontbreekt bij de verwijzing naar het cartularium het folionummer<br />

( ) = de datering is niet ontleend aan kroniek of cartularium<br />

4 Zie bijlage 2.<br />

358


De uitgebreide titulatuur bij de Bourgondische hertogen is, waar mogelijk, beperkt<br />

tot de vermelding <strong>van</strong> de titel hertog <strong>van</strong> Brabant.<br />

datum kroniek<br />

folio<br />

(ca. 1185) 41 r<br />

1191 41 r<br />

1191 116 v<br />

1196.06.01 41 r -41 v<br />

1203 41 v<br />

1203.11.09 42 v<br />

1203.11.09 42 v<br />

1204.11.14 43 r<br />

1233.09.19 48 v<br />

1251.01 54 v -55 r<br />

1274.(06.02) 60 r<br />

1277.07 61 r -61 v<br />

1284.01.31 62 v -66 v<br />

1299.01.15 69 v -70 r<br />

1306.02.13 71 r -71 v<br />

1307.03.16 71 v<br />

signum<br />

cartularium<br />

folio<br />

oorkonder(s)/onderwerp bijzonderheden<br />

½ 483 r -486a r<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/stadsrecht<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

½ 1 v -2 r<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/Land <strong>van</strong><br />

Herpen<br />

½ v hertog <strong>van</strong> Brabant/Land <strong>van</strong><br />

Herpen<br />

½ 2 v -3 r<br />

keizer/tolvrijdom op de Rijn<br />

voor 's-Hertogenbosch<br />

½ 3 v -5 r<br />

graaf <strong>van</strong> Gelre/tolvrijdom in<br />

Gelre voor 's-Hertogenbosch<br />

½ 7 r -8 r<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant en graaf<br />

<strong>van</strong> Holland/leenband <strong>van</strong><br />

Hollandse steden en tollen in<br />

Holland<br />

½ 8 r<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant en graaf<br />

<strong>van</strong> Holland/wederzijdse tolvrijdom<br />

½ 5 v -6 v<br />

Rooms-koning/vrouwelijke<br />

opvolging in Brabant<br />

8 v -9 r<br />

Rooms-koning/tolvrijdom op<br />

de Rijn voor 's-Hertogenbosch<br />

½ 9 v -10 r<br />

heer <strong>van</strong> Heusden/tolvrijdom<br />

in Heusden voor 's-Hertogenbosch<br />

½ 457 v -458 v<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/tolvrijdom<br />

in Lith voor Dordrecht<br />

½ 10 v -14 v<br />

bisschop <strong>van</strong> Luik/regels voor<br />

het Groot-Ziekengasthuis te<br />

's-Hertogenbosch<br />

½ 16 v -22a v<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/stadsrecht<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

½ 136 v -139 r<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/waag <strong>van</strong><br />

's-Hertogenbosch<br />

½ 22b r -24 v en<br />

113 v<br />

½ 24 v -25 r<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/con£ict<br />

tussen 's-Hertogenbosch enerzijds<br />

en Hintham en Rosmalen<br />

anderzijds; accijnzen en<br />

bestuur <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/hofvaart<br />

<strong>van</strong> Lith, Lithoijen en Heerewaarden<br />

359<br />

in een vidimus d.d.<br />

1362.07.05<br />

in een vidimus d.d.<br />

1362.07.06<br />

in een vidimus d.d.<br />

1334.09.09<br />

in een vidimus d.d.<br />

1362.07.06<br />

in een vidimus d.d.<br />

1362.07.06<br />

in een vidimus d.d.<br />

1362.07.06<br />

in een vidimus d.d.<br />

1362.07.06<br />

in een vidimus d.d.<br />

1362.07.06


datum kroniek<br />

folio<br />

1309.08.28 72 v<br />

1312.(09.27) 74 r -75 v<br />

1314.07.10 76 r -76 v<br />

1315.10.25 76 v<br />

1318.01.12 77 v<br />

1318.09.13 78 r<br />

1321.01.31 78 v<br />

1321.10.13 79 r -79 v<br />

1321.10.13 79 v<br />

1321.12.04 79 v<br />

1321.12.07 79 v<br />

1323.06.24 80 r<br />

1323.06.24 80 r<br />

1325.11.28 80 v<br />

1328.03.26 81 v<br />

1328.04.04 82 r<br />

1328.07.07 81 v -82 r<br />

1330.01.11 82 r -86 r<br />

1330.01.14 86 r<br />

signum<br />

cartularium<br />

folio<br />

1331.07.20 86 v<br />

651 r -652 r en<br />

699 v -700 r<br />

1334.09.09 3 v -5 r<br />

1335.08.26 93 r<br />

1335.12.08 93 r<br />

1336.09.16 93 v -94 v<br />

oorkonder(s)/onderwerp bijzonderheden<br />

25 r -28 r<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/heemraad<br />

<strong>van</strong> der Eigen<br />

½ 29 v -34 r<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/charter<br />

<strong>van</strong> Kortenberg<br />

34 r -37 r<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/Waals<br />

charter<br />

160 r -162 r<br />

's-Hertogenbosch/heemraad<br />

<strong>van</strong> Empel<br />

420c v -421 v<br />

graaf <strong>van</strong> Kleef/Heusden<br />

37 r -38 r<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/accijnzen<br />

en muren te 's-Hertogenbosch<br />

38 r -39 v<br />

's-Hertogenbosch/laken te<br />

's-Hertogenbosch<br />

422 r -422 v<br />

arbiters/Heusden<br />

422 v -424 r<br />

graaf <strong>van</strong> Holland/Heusden<br />

425 r -425 v<br />

graaf <strong>van</strong> Holland/Heusden<br />

424 r -425 r<br />

arbiters/Heusden<br />

275 v<br />

heer <strong>van</strong> Cuijk/Grave<br />

276 r -276 v<br />

heer <strong>van</strong> Cuijk/Grave<br />

418b v -420c v hertog <strong>van</strong> Brabant/heemraad<br />

<strong>van</strong> Nuland, Ge¡en, <strong>Os</strong>s,<br />

Lithoijen en Lith<br />

40 r<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/weekmarkt<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

343 r -343 v<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/recht <strong>van</strong><br />

ingebod <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

in Herpen<br />

276 v<br />

heer <strong>van</strong> Cuijk/Grave<br />

40 v -46 v<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/charter<br />

<strong>van</strong> de heilige Drievuldigheid<br />

(PrivilegiumTrinitatis)<br />

46 v -47 r<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/laken te<br />

's-Hertogenbosch<br />

47 v -48 r<br />

48 r -49 r<br />

49 v -51 r<br />

heer <strong>van</strong> Megen/<strong>Os</strong>se sluis de kroniek geeft als<br />

datum 27 juli<br />

proost <strong>van</strong> Koudenberg; deken<br />

<strong>van</strong> het St.-Goedelekapittel<br />

te Brussel/vidimus <strong>van</strong> een<br />

oorkonde d.d. 1203<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/gemeint<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/laken en<br />

keuren <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/bestuur<br />

en schulden <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

360


datum kroniek<br />

folio<br />

1336.09.28 93 v<br />

1337.12.11 94 v -95 r<br />

1344.06.18 97 r<br />

1344.06.18 97 r<br />

1346.09.20 72 v -73 r en<br />

97 v<br />

(1349.02.27) 99 r<br />

1349.03.01 99 v<br />

1349(.07.25) 99 v<br />

1349.09.02 99 v -100 r<br />

1352.03.30 100 r -100 v<br />

1352.09.28 100 v<br />

1354.04.04 101 r -101 v<br />

1355.03.18 101 v<br />

1356.01.03 102 r -103 v<br />

1356.09.27 105 v<br />

1357.06.04 105 r en<br />

106 r -106 v<br />

signum<br />

cartularium<br />

folio<br />

49 r -49 v<br />

51 r -51 v<br />

51 v -53 r<br />

53 r -53 v<br />

28 r -29 r<br />

445 r -446 v<br />

½ 446 v -447 v<br />

½ 447 v -448 r<br />

366 r -367b v<br />

53 v -55 r<br />

55 r -56 v<br />

½ 57 r -57 v<br />

57 v -59 r<br />

59 v -66 r<br />

378e v -379 r<br />

1357.07.13 106 r r 67 v -68 v<br />

(1357.10.01-<br />

1358.09.30)<br />

1360.05.01 107 v<br />

106 r<br />

135 v -136 v<br />

oorkonder(s)/onderwerp bijzonderheden<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/schulden<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/lombarden<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/bestuur<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch en verkoop<br />

<strong>van</strong> land<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/schuldbrieven<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/heemraad<br />

<strong>van</strong> der Eigen<br />

Rooms-koning/Gouden Bul<br />

voor Brabant<br />

Rooms-koning/executiebrief<br />

<strong>van</strong> de Gouden Bul voor Brabant<br />

Rooms-koning/brieven <strong>van</strong><br />

onderzoek bij de Gouden Bul<br />

voor Brabant<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/heemraad<br />

<strong>van</strong> Kessel, Maren en<br />

Alem<br />

's-Hertogenbosch/stadsmuur<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

's-Hertogenbosch/stadsmuur<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

Rooms-koning/annulatie <strong>van</strong><br />

vonnissen <strong>van</strong> de bisschop <strong>van</strong><br />

Luik<br />

Brabantse steden/stedenbond<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/Blijde Inkomst<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/vrijdom<br />

<strong>van</strong> de houtschat voor 's-Hertogenbosch<br />

graaf <strong>van</strong> Holland/geschil<br />

tussen de hertog <strong>van</strong> Brabant<br />

en de graaf <strong>van</strong>Vlaanderen<br />

drossaard <strong>van</strong> Brabant; heer<br />

<strong>van</strong> Cuijk en Hoogstraten/<br />

Hamdijk bij Grave<br />

Huis <strong>van</strong> de Eiendonk te<br />

's-Hertogenbosch<br />

mannen <strong>van</strong> de hertog <strong>van</strong><br />

Brabant/schouwen <strong>van</strong> de<br />

Maas<br />

361<br />

het cartularium geeft<br />

als datum 1348.03.01<br />

het cartularium geeft<br />

een onvolledige datering<br />

in een vidimus d.d.<br />

1362.07.06<br />

vermoedelijk een<br />

schepenoorkonde<br />

in een vidimus d.d.<br />

1426.12.02


datum kroniek<br />

folio<br />

1360.09.09 107 v<br />

1362.01.31 107 v -108 r<br />

signum<br />

cartularium<br />

folio<br />

68 v -70 v<br />

70 v -71 v<br />

1362.07.05 1 r -2 r<br />

1362.07.06 2 r -3 r<br />

1362.07.06 5 r -6 v<br />

1362.07.06 6 v -8 r<br />

1362.07.06 8 v -9 r<br />

1362.07.06 9 v -10 v<br />

1362.07.06 56 v -57 v<br />

1363.09.11 108 r<br />

1363.09.29 108 v<br />

1365.06.30 112 r -112 v<br />

71 v -72 r<br />

72 r -73 r<br />

½ 399 r -399 v<br />

oorkonder(s)/onderwerp bijzonderheden<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/lossing<br />

<strong>van</strong> Oisterwijk en vervreemding<br />

<strong>van</strong> dorpen in de Meierij<br />

Leuven en 's-Hertogenbosch/<br />

stedenbond<br />

abt <strong>van</strong> A¥igem; proost <strong>van</strong><br />

Coudenberg/vidimus <strong>van</strong> een<br />

oorkonde d.d. 1191<br />

abt <strong>van</strong> A¥igem; proost <strong>van</strong><br />

Coudenberg/vidimus <strong>van</strong> een<br />

oorkonde d.d. 1196.06.01<br />

abt <strong>van</strong> A¥igem; proost <strong>van</strong><br />

Coudenberg/vidimus <strong>van</strong> een<br />

oorkonde d.d. 1204.11.14<br />

abt <strong>van</strong> A¥igem; proost <strong>van</strong><br />

Coudenberg/vidimus <strong>van</strong><br />

twee oorkonden d.d.<br />

1203.11.09<br />

abt <strong>van</strong> A¥igem; proost <strong>van</strong><br />

Coudenberg/vidimus <strong>van</strong> een<br />

oorkonde d.d. 1233.09.19<br />

abt <strong>van</strong> A¥igem; proost <strong>van</strong><br />

Coudenberg/vidimus <strong>van</strong> een<br />

oorkonde d.d. 1251.01<br />

abt <strong>van</strong> A¥igem; proost <strong>van</strong><br />

Coudenberg/vidimus <strong>van</strong> een<br />

oorkonde d.d. 1354.04.04<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/tolvrijdom<br />

voor 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/buitenpoorters<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/Valkenburg<br />

1365.06.30 112 v -113 v ½ 399 v -400 v Walraven <strong>van</strong>Valkenburg/Valkenburg<br />

1365.07.16 116 r -118 v<br />

1365.07.18 115 v -116 r<br />

½ 401 v -405b v<br />

399 r -401 v<br />

's-Hertogenbosch/rechten <strong>van</strong><br />

's-Hertogenbosch in Herpen<br />

en de Meierij<br />

keizer/Landvrede in het geschil<br />

overValkenburg<br />

362<br />

ge|« nsereerd in een<br />

oorkonde d.d.<br />

1365.07.18<br />

ge|« nsereerd in een<br />

oorkonde d.d.<br />

1365.07.18; de kroniek<br />

geeft een ander<br />

signum<br />

in een vidimus d.d.<br />

1454.09.10<br />

met een insertie <strong>van</strong><br />

twee oorkonden d.d.<br />

1365.06.30


datum kroniek<br />

folio<br />

1365.07.19 113 r -115 v<br />

1365.09.19 112 r<br />

1366.02.06 112 r<br />

1366.03.24 111 v<br />

1367.09.09 119 r<br />

1371.05.05 120 r -120 v<br />

1372.04.06 121 r<br />

1374.06.02 121 v<br />

1376.09.06 121 v<br />

1376.12.26 122 r<br />

1379.01.09 122 v -123 r<br />

1379.03.29 122 v<br />

1379.(04.10-<br />

1379.09.30)<br />

1380.03.13 123 v<br />

123 r<br />

1382.04.16 124 r<br />

1383.09.06 124 v<br />

(1382.10.01-<br />

1383.09.30)<br />

1383.12.19 125 r -125 v<br />

124 v<br />

signum<br />

cartularium<br />

folio<br />

319 r -333 r<br />

73 v -74 r<br />

74 r -74 v<br />

73 r -73 v<br />

460 v -461 v<br />

74 v -75 v<br />

75 v -76 r<br />

456 r -457 v<br />

14 v -16 v<br />

76 r -76 v<br />

77 r -77 v<br />

76 v -77 r<br />

77 v<br />

77 v -78 v<br />

78 v -79 r<br />

81 r -81 v<br />

79 r -81 r<br />

oorkonder(s)/onderwerp bijzonderheden<br />

gezworenen <strong>van</strong> de Landvrede<br />

tussen Rijn en Maas/<br />

Landvrede in het geschil over<br />

Valkenburg<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/onderhoud<br />

<strong>van</strong> de Zegedijk bij Haren<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/factorij<br />

op Schonen (Zweden)<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/`vrede' te<br />

's-Hertogenbosch<br />

's-Hertogenbosch/Vught<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/rechtspraak<br />

en stadsdienaren <strong>van</strong><br />

's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/wetering<br />

tussen de Meierij en Megen<br />

's-Hertogenbosch,Vught en<br />

Cromvoirt/erfdeling <strong>van</strong> het<br />

Vughterbroek<br />

bisschop <strong>van</strong> Luik/Groot-<br />

Ziekengasthuis in 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/openhouden<br />

<strong>van</strong> de wegen in de<br />

Meierij<br />

's-Hertogenbosch/doop en<br />

missen te 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/bierbrouwen<br />

te 's-Hertogenbosch<br />

aanbrengen <strong>van</strong> misdadigers<br />

te 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/keuren<br />

<strong>van</strong> brood, wijn en bier te<br />

's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/testamenten,<br />

geestelijke goederen<br />

en huwelijken te 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/bestuur<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/bestuur<br />

<strong>van</strong> Leuven<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/<br />

`Lantcarte'<br />

363<br />

in de kroniek staat<br />

geen verwijzing naar<br />

het cartularium<br />

schepenoorkonde


datum kroniek<br />

folio<br />

1384.06.15 125 v<br />

1384.06.15 126 r<br />

1384.06.15 126 r<br />

1387.05.15 130 r<br />

1387.07.10 129 r -129 v<br />

1387.09.09 130 r<br />

1387.09.27 129 v<br />

1388.03.18 128 v -129 r<br />

1388.05.29 130 v<br />

signum<br />

cartularium<br />

folio<br />

81 v -82 r<br />

82 r<br />

82 v<br />

88 v<br />

86 r -87 r<br />

88 v -89 r<br />

87 v -88 r<br />

82 v -85 r<br />

½ 460 r<br />

1388.07.30 459 v -460 v<br />

1389.06.03 131 r<br />

1389.10.23 131 r<br />

1390.10.23 131 v -132 r<br />

1391.10.04 132 r -132 v<br />

½ 89 r<br />

458 v -459 r<br />

89 v -90 v<br />

91 r -92 r<br />

1392.08.27 89 v -90 v<br />

(1392.10.01-<br />

1393.09.30)<br />

132 v<br />

459 r -459 v<br />

oorkonder(s)/onderwerp bijzonderheden<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/waarde<br />

<strong>van</strong> het geld te 's-Hertogenbosch<br />

en in de Meierij<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/tol <strong>van</strong><br />

Woudrichem<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/`carte <strong>van</strong><br />

der stillen'<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/zweren te<br />

's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/stadswisselaar<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/versterkingen<br />

in de Meierij<br />

's-Hertogenbosch/stadswisselaar<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/accijnzen,<br />

maten, schepen- en rentmeestersbenoeming<br />

te<br />

's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/gezellen<br />

<strong>van</strong> deTafel <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

's-Hertogenbosch/vidimus<br />

<strong>van</strong> een oorkonde d.d.<br />

1388.05.29 en gezellen <strong>van</strong> de<br />

Tafel <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

belofte <strong>van</strong> Jan <strong>van</strong> Berlaar<br />

geen inbreuk te maken op de<br />

rechten <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

graaf <strong>van</strong> Holland/goederen<br />

in Ge¡en<br />

hertog <strong>van</strong> Gelre/vrede met<br />

Brabant<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/accijnzen<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch en<br />

schuld aan de graaf <strong>van</strong> der<br />

Mark<br />

proost <strong>van</strong> Coudenberg/vidimus<br />

<strong>van</strong> een oorkonde d.d.<br />

1390.10.23<br />

verplichte bewapening in de<br />

Meierij<br />

364<br />

in een vidimus d.d.<br />

1388.07.30<br />

de kroniek geeft een<br />

ander signum<br />

in een vidimus d.d.<br />

1392.08.27


datum kroniek<br />

folio<br />

1394.07.12 133 r<br />

1394.12.16 133 r -133 v<br />

1395.02.28 133 v -134 r<br />

1399.02.13 138 r -139 r<br />

1403.03.26 140 r<br />

1403.09.25 140 v -141 r<br />

1403.09.25 141 r -141 v<br />

1404.02.24 141 v -142 v<br />

1404.06.05 142 v -143 r<br />

1404.10.02 143 v<br />

1404.10.02 143 v -144 r<br />

1406.12.18 145 r -146 v<br />

1407.01.10 146 v<br />

1408.03.11 147 r -147 v<br />

1408.09.08 148 r<br />

1408.12.22 148 r -149 v<br />

signum<br />

cartularium<br />

folio<br />

92 v<br />

92 v -94 r<br />

94 r -95 v<br />

95 v -97 r<br />

97 r -98 r<br />

98 r -99 v<br />

99 v -101 r<br />

101 r -103 r<br />

103 r -103 v<br />

104 r<br />

104 v -105 v<br />

105 v -110 v<br />

110 v -111 r<br />

111 r -112 r<br />

112 r -113 r<br />

113 r -115 v<br />

1409.08.29 483 r -486a r<br />

1409.09.03 177 r<br />

139 v -140 v<br />

1409.10.15 149 v -150 r<br />

1410.11.29 150 v<br />

115 v -116 r<br />

116 r -116 v<br />

oorkonder(s)/onderwerp bijzonderheden<br />

Jan <strong>van</strong> Berlaar/belofte <strong>van</strong><br />

hulp aan 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/bede in<br />

's-Hertogenbosch en de<br />

Meierij<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/cijnshef-<br />

¢ng, visserij, vogel<strong>van</strong>gst en<br />

functionarissen te 's-Hertogenbosch<br />

en in de Meierij<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/rechten<br />

en plichten <strong>van</strong> het bestuur<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/schuld<br />

aan de graaf <strong>van</strong> der Mark<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/jaarmarkten<br />

te 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/'carthe<br />

<strong>van</strong> den signet'<br />

's-Hertogenbosch/laken te<br />

's-Hertogenbosch<br />

Anton <strong>van</strong> Bourgondie« /gouverneurschap<br />

in Brabant<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/schuld<br />

aan de heer <strong>van</strong> Heinsberg<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/schuld<br />

aan de heer <strong>van</strong> Heinsberg<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/Blijde Inkomst<br />

's-Hertogenbosch/drossaard<br />

<strong>van</strong> Brabant<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/geschil<br />

tussen Brussel en Leuven<br />

enerzijds en Antwerpen anderzijds<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/muur- en<br />

straatmeesters te 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/bevestiging<br />

<strong>van</strong> het charter <strong>van</strong> Rosmalen<br />

(d.d. 1306.02.13)<br />

stadsrecht <strong>van</strong> Dormaal notarisakte<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/Duitse<br />

Orde<br />

recht <strong>van</strong> ingebod <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

Gozewijn Moedel <strong>van</strong> der<br />

Donk/boetedoening<br />

365<br />

in een vidimus d.d.<br />

1432.08.29<br />

vermoedelijk hertogelijke<br />

oorkonde


datum kroniek<br />

folio<br />

1414.05.23 152 r<br />

1415.03.06 153 r<br />

(kort na<br />

1415.10.15)<br />

(kort na<br />

1415.10.15)<br />

1416.04.29 153 v<br />

1417.10.09 154 r<br />

1418.05.20 155 v<br />

1418.06.22 156 r<br />

1419.02.05 156 r -157 r<br />

en<br />

272 v -273 r<br />

1419.02.05 157 r<br />

1419.03.04 157 v<br />

1419.08.04 157 v -159 r<br />

1420.02.05 161 v -162 r<br />

1423.10.09 163 v<br />

1425.03.12 164 v<br />

1426.06.05 166 v<br />

1426.10.25 167 r<br />

signum<br />

cartularium<br />

folio<br />

116 v -117 v<br />

118 r -124 v<br />

405b v -408 r<br />

408 r -409c v<br />

124 v -126 r<br />

85 r<br />

126 r -128 r<br />

128 r -128 v<br />

128 v -130 r en<br />

269 r -270 v<br />

130 v<br />

131 r<br />

131 r -133 r<br />

133 v -134 v<br />

85 r -85 v<br />

135 r<br />

515 r -515 v<br />

462 v<br />

1426.12.02 135 v -136 v<br />

oorkonder(s)/onderwerp bijzonderheden<br />

Brussel/geschil tussen Hendrik<strong>van</strong><br />

der Lek en Godfried<br />

<strong>van</strong> Brecht<br />

geschil tussen Hendrik <strong>van</strong><br />

der Lek en Godfried <strong>van</strong><br />

Brecht<br />

edelen en steden <strong>van</strong> Brabant/<br />

aanklacht tegen 's-Hertogenbosch<br />

's-Hertogenbosch/aanklacht<br />

<strong>van</strong> de edelen en steden <strong>van</strong><br />

Brabant<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/verbanning<br />

uit 's-Hertogenbosch<br />

schepenbenoeming te 's-Hertogenbosch<br />

geschil tussen inwoners <strong>van</strong><br />

's-Hertogenbosch<br />

Leuven, Brussel en Antwerpen/geschil<br />

tussen Hendrik<br />

<strong>van</strong> der Lek enWillem <strong>van</strong><br />

Gent<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/ tolvrijdom<br />

in Holland en Zeeland<br />

voor 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/lening<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/tolvrijdom<br />

voor 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/regeling<br />

naar aa<strong>nl</strong>eiding <strong>van</strong> de brand<br />

in 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/dijkrecht<br />

langs de Maas<br />

schepenbenoeming te 's-Hertogenbosch<br />

verbanning uit 's-Hertogenbosch<br />

en de Meierij<br />

Leuven/tolvrijdom in Brabant<br />

voor NÏrnberg<br />

boete voor inwoners <strong>van</strong><br />

's-Hertogenbosch<br />

's-Hertogenbosch/vidimus<br />

<strong>van</strong> een oorkonde d.d.<br />

1360.05.01<br />

366<br />

uitspraak door Brussel<br />

en 's-Hertogenbosch<br />

uitspraak door Brussel<br />

en Antwerpen<br />

de laatste vermelding<br />

is ge|« nsereerd in<br />

een oorkonde d.d.<br />

1480.07.31


datum kroniek<br />

folio<br />

1427.01.29 167 r<br />

1427.03.28 167 r<br />

1430.10.05 171 r -175 r<br />

1430.10.05 175 r -175 v<br />

1431.04.07 292 r -292 v<br />

1431.07.18 292 r<br />

1432.08.29 176 v -177 r<br />

1435.09.26 179 r<br />

1436.02.17 178 v -179 r<br />

1440.06.26 295 r -295 v<br />

1440.10.10 180 r -182 v<br />

1441.09.22 182 v -183 r<br />

1441.09.22 183 r -183 v<br />

1443.12.02 184 v<br />

1444.05.22 185 r -185 v<br />

1445.03.24 184 v<br />

1445.11.20 186 r -186 v<br />

1445/6.03.31 186 v -187 r<br />

1446.09.20 187 v<br />

signum<br />

cartularium<br />

folio<br />

135 r<br />

oorkonder(s)/onderwerp bijzonderheden<br />

461<br />

voorwaardelijke verbanning<br />

<strong>van</strong> een inwoner <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

v -462 r<br />

arrestatie <strong>van</strong> de inwoners <strong>van</strong><br />

Brabant voor de schulden <strong>van</strong><br />

de hertog<br />

143 r -156 v<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/Blijde Inkomst<br />

156 v -160 r<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/aanvulling<br />

op de Blijde Inkomst<br />

's-Hertogenbosch/Oijen<br />

's-Hertogenbosch/Oijen<br />

139 v -141 r<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/vidimus<br />

<strong>van</strong> een oorkonde d.d.<br />

1409.09.03 en de Duitse Orde<br />

583 r -585 r<br />

's-Hertogenbosch/kraangeld<br />

te 's-Hertogenbosch<br />

141 v -142 r<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/schepen<br />

Arnoud Stamelart <strong>van</strong> Uden<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

½ 440 r -441 r<br />

hertog <strong>van</strong> Gelre/Oijen ge|« nsereerd in een<br />

oorkonde d.d.<br />

1482.07.12 in een<br />

bevestiging d.d.<br />

1485.05.03<br />

189 r -192 v<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/leengoederen<br />

in Brabant<br />

515 v -516 r<br />

's-Hertogenbosch/wijn te<br />

's-Hertogenbosch<br />

516 v -518 r<br />

's-Hertogenbosch/wijn te<br />

's-Hertogenbosch<br />

385 r -385 v<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/tol <strong>van</strong><br />

Geervliet en Gorinchem<br />

415b v -418b r hertog <strong>van</strong> Brabant/bede<br />

341 v -343 r<br />

maalgeld <strong>van</strong> de geestelijkheid<br />

te 's-Hertogenbosch<br />

notarisakte<br />

585 r -587 r<br />

geschil tussen 's-Hertogenbosch<br />

en het St.-Janskapittel<br />

over de inkomsten <strong>van</strong> het kapittel<br />

notarisakte<br />

383 v -385 r<br />

370 r<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/kleding<br />

en wapens in Brabant<br />

's-Hertogenbosch/hopmaat te<br />

's-Hertogenbosch<br />

367<br />

in de kroniek staat<br />

deze oorkonde onder<br />

het schepenjaar<br />

1445


datum kroniek<br />

folio<br />

1446.11.13 187 v -189 r<br />

1448.01.03 189 v -190 r<br />

1448.01.05 190 r -190 v<br />

1448.08.28 191 r<br />

1450.04.11 192 r -193 v<br />

1450.04.25 193 v -194 r<br />

1451.09.20 194 v -196 v<br />

1451.09.20 196 v -199 r<br />

1451.09.20 199 r -199 v<br />

1451.09.20 199 v<br />

1453.01.16 202 r<br />

1453.03.06 201 r -202 r<br />

1453.06.14 202 r -202 v<br />

(op/na<br />

1453.06.14)<br />

1453.07.15 202 v -203 r<br />

202 v<br />

signum<br />

cartularium<br />

folio<br />

oorkonder(s)/onderwerp bijzonderheden<br />

412b v -415b v hertog <strong>van</strong> Brabant/leengoederen<br />

in Brabant<br />

448 v -450 v<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/verbod<br />

aan Brabant om voor een<br />

geestelijke rechtbank te procederen<br />

382 r -383 v<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/zandverstuivingen<br />

in de Meierij<br />

452b v -453 v<br />

geschil tussen de hertog <strong>van</strong><br />

Brabant en de bisschop <strong>van</strong><br />

Luik over het procederen voor<br />

geestelijke rechtbanken<br />

430 r -431c v<br />

Raad <strong>van</strong> Brabant/armen,<br />

pelgrims, dobbelspel, hoeren,<br />

enz. in Brabant<br />

349 v -351 r<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/Winrik<br />

<strong>van</strong> Frentz<br />

193 r -196 v en<br />

394 v -398b r<br />

387 r -391 v<br />

392 r -393 r<br />

367b v -368 r<br />

en 393 r -393 v<br />

598 r -600 r<br />

361 v -364 r<br />

364 v -365 r<br />

348 v -349 v<br />

351 r -352b v<br />

1453.09.11 203 v -205 v ½ 357 r -359 v<br />

1454.01.19 206 r -207 r<br />

425 v -430 r<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/bewapening,<br />

rechtspraak, tol en geestelijke<br />

goederen in Brabant<br />

de laatste vermelding<br />

is ge|« nsereerd in<br />

een oorkonde d.d.<br />

1457.11.28<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/bede ge|« nsereerd in een<br />

oorkonde d.d.<br />

1457.11.28<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/drossaard,<br />

warandmeester en ballingen<br />

in Brabant<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/lombarden<br />

in Brabant<br />

's-Hertogenbosch/opwinningsprocedures<br />

te 's-Hertogenbosch<br />

en in de Meierij<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/struikrovers<br />

in Brabant<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/struikrovers<br />

in Brabant<br />

het belasten der domeinen in<br />

Brabant<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/belofte<br />

<strong>van</strong> schadeloosstelling aan<br />

's-Hertogenbosch<br />

's-Hertogenbosch/schout <strong>van</strong><br />

Herpen<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/munten<br />

in Brabant<br />

368


datum kroniek<br />

folio<br />

signum<br />

cartularium<br />

folio<br />

oorkonder(s)/onderwerp bijzonderheden<br />

1454.09.10 401 v -405b v<br />

gardiaan <strong>van</strong> de minderbroeders<br />

te 's-Hertogenbosch/vidimus<br />

<strong>van</strong> een oorkonde d.d.<br />

1365.07.16<br />

1454.12.16 210 v<br />

359 v -361 r<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/struikrovers<br />

in Brabant<br />

1455.02.21 207 r -210 r<br />

½ 352b v -355 r Raad <strong>van</strong> Brabant/geschil<br />

tussen 's-Hertogenbosch enerzijds<br />

en Herpen, Uden en Ravenstein<br />

anderzijds over het<br />

recht <strong>van</strong> ingebod<br />

1455.03.12 210 r<br />

356 v -357 r<br />

heer <strong>van</strong> Ravenstein, Uden en<br />

Herpen/geschil met 's-Hertogenbosch<br />

over het recht <strong>van</strong><br />

ingebod<br />

1455.03.18 210 r<br />

355 v -356 r<br />

Raad <strong>van</strong> Brabant/geschil<br />

tussen 's-Hertogenbosch enerzijds<br />

en Herpen, Uden en Ravenstein<br />

anderzijds over het<br />

recht <strong>van</strong> ingebod<br />

1457.11.28 213 v -214 r<br />

394 v -398c v<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/insertie<br />

<strong>van</strong> een oorkonde d.d.<br />

1451.09.20 en bescherming<br />

tegen overlast <strong>van</strong> wapenvolk<br />

in Brabant<br />

1457.11.28 214 r<br />

1458.05.27 215 v -216 r<br />

1459.02.06 214 v -215 v<br />

1463.08.21 218 r -219 v<br />

1463.09.15 219 v -222 r<br />

1464.01.02 217 v<br />

1464.01.02 222 v<br />

385 v -391 v en<br />

394 r<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/ insertie<br />

<strong>van</strong> een oorkonde d.d.<br />

1451.09.20 en bede voor een<br />

kruistocht<br />

375 v -377 v<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/ambten te<br />

's-Hertogenbosch<br />

379 r -380 v<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/woeker te<br />

Leuven<br />

203 v -206 r<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/regeling<br />

naar aa<strong>nl</strong>eiding <strong>van</strong> de brand<br />

in 's-Hertogenbosch<br />

196 v -201 v<br />

's-Hertogenbosch/regeling<br />

naar aa<strong>nl</strong>eiding <strong>van</strong> de brand<br />

in 's-Hertogenbosch<br />

540a v -540b v hertog <strong>van</strong> Brabant/veemarkt<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

202 r -203 v<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/regeling<br />

naar aa<strong>nl</strong>eiding <strong>van</strong> de brand<br />

in 's-Hertogenbosch<br />

369<br />

de oorkonde is op<br />

fol. 391 v onderbroken<br />

en vervolgd op<br />

fol. 394 r ; beide delen<br />

zijn met een signum<br />

verbonden


datum kroniek<br />

folio<br />

1464.01.02 222 v -223 v<br />

1464.01.02 224 r<br />

1464.01.02 224 r -224 v<br />

1467.07.12 228 v<br />

1468.08.26 233 v<br />

1469.01.13 234 v -235 r<br />

1469.02.26 234 r -234 v<br />

1469.02.28 232 v<br />

1469.03.08 232 v -233 r<br />

1471.03.09 235 v -236 r<br />

1471.03 28 236 v<br />

1471.08.18 237 r<br />

1472.03.25 242 v<br />

1472.03.25 242 v<br />

1472.04.20 237 v -238 r<br />

1472.05.30 238 r<br />

1472.09.09 238 v -239 r<br />

1472.12.07 237 v<br />

1473.06.21 243 r -244 r<br />

signum<br />

cartularium<br />

folio<br />

oorkonder(s)/onderwerp bijzonderheden<br />

206 v -208 r<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/bezit <strong>van</strong><br />

de geestelijkheid te 's-Hertogenbosch<br />

368 v -369 v<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/lombarden<br />

te 's-Hertogenbosch<br />

374 r -375 v<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/bierbrouwen<br />

in de Meierij<br />

v hertog <strong>van</strong> Brabant/aanvulling<br />

op de Blijde Inkomst<br />

590 v -595 r<br />

's-Hertogenbosch/tol in Woudrichem<br />

en Giessen<br />

286 r -288 v<br />

overeenkomst tussen 's-Hertogenbosch<br />

en het St.-Janskapittel<br />

naar aa<strong>nl</strong>eiding <strong>van</strong> de<br />

brand<br />

587 r -590 v<br />

processies te 's-Hertogenbosch<br />

476 r -478 v<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/Groot-<br />

Ziekengasthuis te 's-Hertogenbosch<br />

208 r -211 v<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/veemarkt<br />

te Lier<br />

595 r -597 v<br />

's-Hertogenbosch/Ge<strong>van</strong>genpoort<br />

te 's-Hertogenbosch<br />

462 v -465b v<br />

hertog <strong>van</strong> Gelre als leenman<br />

<strong>van</strong> Brabant<br />

552 v -554 v<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/vermaning<br />

aan Gelre<br />

554 v -555 r<br />

paus/con£ict tussen de hertog<br />

<strong>van</strong> Brabant en Gelre<br />

555 r -555 v<br />

paus/con£ict tussen de hertog<br />

<strong>van</strong> Brabant en Gelre<br />

380 v -382 r<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/haardtellingen<br />

in Brabant<br />

182 r -187 r<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/renten<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

½ 475 r -476 r<br />

paus/Adolf en Arnoud <strong>van</strong><br />

Gelre<br />

468 r -470 r<br />

hertog <strong>van</strong> Gelre/verkoop <strong>van</strong><br />

Gelre<br />

345 r -345 v en<br />

346 r -348 r<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/verbond<br />

met de hertog <strong>van</strong> Gulik over<br />

Gelre<br />

370<br />

notarisakte<br />

notarisakte<br />

notarisakte<br />

de oorkonde is op<br />

fol. 345 v onderbroken<br />

en vervolgd op<br />

fol. 346 r ; beide delen<br />

zijn met een signum<br />

verbonden


datum kroniek<br />

folio<br />

1473.08.07 223 v en<br />

287 r<br />

1474.10.09 245 v -246 r<br />

1475.04.10 250 v<br />

1475.05.05 249 v -250 r<br />

1475.11.18 250 r -250 v<br />

1476.03.15 248 v<br />

1477.02.11 253 r -255 r<br />

(na<br />

1477.05.26)<br />

1477.05.29 257 v -264 v<br />

256 v<br />

1477.05.29 267 v -268 v<br />

1477.06.20 264 v<br />

1477.12.05 265 r -265 v<br />

1478.01.03 265 v -267 v<br />

1478.04.05 270 v<br />

(1471.03.03-<br />

1478.04.22)<br />

1478.12.31 268 v -269 v<br />

(tussen<br />

1453.01.16 en<br />

1479.05.03?)<br />

signum<br />

cartularium<br />

folio<br />

278 r -279a r<br />

85 r -85 v<br />

1479.05.03 601 r<br />

1480.01.07 272 r<br />

1480.07.31 272 v -274 v<br />

211 v -214 v<br />

282 r -283 v<br />

282 r -284 v<br />

oorkonder(s)/onderwerp bijzonderheden<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/Cuijk en<br />

Kessel<br />

schepenbenoeming te 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/Leuvense<br />

tol en oude geleide<br />

Rekenkamer <strong>van</strong> Mechelen/<br />

visserij <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch,<br />

Vught en Berlicum<br />

Raadsheer <strong>van</strong> Brabant/visserij<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch,<br />

Vught en Berlicum<br />

470 v -475 r<br />

's-Hertogenbosch/heemraden<br />

<strong>van</strong> <strong>Os</strong>s, Ge¡en, Lith en Lithoijen<br />

433 v -438 r<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/algemeen<br />

privilege voor Brabant<br />

v 's-Hertogenbosch/oproer te<br />

's-Hertogenbosch<br />

214a v -247 v<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/Blijde Inkomst<br />

378a v -378b r<br />

en 378c v<br />

340 r -341 v<br />

247 v -249 r<br />

249 r -253 r<br />

eden <strong>van</strong> de hertog <strong>van</strong> Brabant<br />

en de Staten <strong>van</strong> Brabant<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/oproer te<br />

's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/bevestiging<br />

<strong>van</strong> de Blijde Inkomst<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/aanvulling<br />

op de Blijde Inkomst<br />

v 's-Hertogenbosch/bierbrouwen<br />

te 's-Hertogenbosch<br />

409c v -412b r hertog <strong>van</strong> Brabant/leengoederen<br />

in Brabant<br />

378b v -378c r<br />

eden <strong>van</strong> de hertog <strong>van</strong> Brabant<br />

en <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

600 r -600 v<br />

opwinningsprocedures voor<br />

schepenen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch's-Hertogenbosch/opwinningsprocedures<br />

te 's-Hertogenbosch<br />

en in de Meierij<br />

253 r -255 v<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/bedehef-<br />

¢ng te 's-Hertogenbosch voor<br />

de oorlog tegen Gelre<br />

268 v -273 r<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/tolvrijdom<br />

in Holland en Zeeland<br />

voor 's-Hertogenbosch<br />

371<br />

in de kroniek staat<br />

deze oorkonde onder<br />

het schepenjaar 1463<br />

ge|« nsereerd in een<br />

oorkonde d.d.<br />

1475.11.18<br />

insertie <strong>van</strong> een oorkonde<br />

d.d.<br />

1475.05.05


datum kroniek<br />

folio<br />

1480.08.31 271 r<br />

signum<br />

cartularium<br />

folio<br />

655 v -657 v<br />

1480.09.01 273 r -273 v<br />

1480.11.27 275 r -275 v<br />

1480.12.06 275 v -276 r<br />

1480.12.06 276 r<br />

311 v -314 r<br />

314 v<br />

314 v -315 v<br />

1481.01.23 315 v -316 v<br />

1481.03.03 276 r -276 v<br />

1481.04.03 276 v -277 v<br />

1481.04.20 277 v -279 r<br />

1481.04.23 280 r -280 v<br />

1481.04.23 280 v<br />

1481.04.29 281 r<br />

1481.05.23 281 r -281 v<br />

1481.05.27 282 r -282 v<br />

1481.05 281 v<br />

314 r -317 v<br />

oorkonder(s)/onderwerp bijzonderheden<br />

's-Hertogenbosch/geschil tussen<br />

Andreas zoon <strong>van</strong> Bernhard<br />

en de Duitse Orde<br />

Rekenkamer in Den Haag/<br />

tolvrijdom in Holland en<br />

Zeeland voor 's-Hertogenbosch<br />

Raad <strong>van</strong> Brabant/Leuvense<br />

tol en oude geleide<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/privileges<br />

<strong>van</strong> Brabant<br />

Raad <strong>van</strong> Brabant/privileges<br />

<strong>van</strong> Brabant<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/privileges<br />

<strong>van</strong> Brabant<br />

Raad <strong>van</strong> Brabant/privileges<br />

<strong>van</strong> Brabant<br />

317 v -318 v<br />

Raad <strong>van</strong> Brabant/Leuvense<br />

tol<br />

337 r -340 r<br />

Raad <strong>van</strong> Brabant en raad <strong>van</strong><br />

's-Hertogenbosch/verdrag<br />

tussen 's-Hertogenbosch en<br />

Zaltbommel, Bommeler- en<br />

Tielerwaard<br />

279 v -280 v<br />

Jan en Joost <strong>van</strong> Hemert/<br />

doorsteek bij Hemert<br />

280 v -281 v<br />

Zaltbommel/doorsteek bij<br />

Heerewaarden<br />

281 v -282 r<br />

Tiel/tolvrijdom in Gelre voor<br />

's-Hertogenbosch en doorsteek<br />

bij Heerewaarden<br />

370 v -373 r<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/vredesverdrag<br />

met Zaltbommel,<br />

Bommeler- enTielerwaard<br />

378c r -378c v<br />

eden <strong>van</strong> de hertog <strong>van</strong> Brabant<br />

en <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

v hertog <strong>van</strong> Gelre/acceptatie<br />

<strong>van</strong> de inwoners <strong>van</strong> Gelre als<br />

onderdanen<br />

372<br />

ge|« nsereerd in een<br />

oorkonde d.d.<br />

1481.03.03<br />

ge|« nsereerd in een<br />

oorkonde d.d.<br />

1481.03.03<br />

ge|« nsereerd in een<br />

oorkonde d.d.<br />

1481.03.03<br />

insertie <strong>van</strong> twee<br />

oorkonden d.d.<br />

1480.12.06 en een<br />

oorkonde d.d.<br />

1481.01.23


datum kroniek<br />

folio<br />

1481.06.05 283 v -284 r<br />

1481.06.25 284 r -285 r<br />

1481.06.26 284 r -285 r<br />

1481.06 282 v -283 v<br />

1481.10.31 285 r -286 r<br />

1481.11.26 286 r -286 v<br />

1482.07.12 294 v -296 r<br />

1482.07.20 296 r -296 v<br />

1482.07.23 288 r -288 v<br />

1482.09.04 289 r -289 v<br />

1483.05.15 288 v -289 r<br />

1483.05.15 289 r<br />

1483.06.24 300 r -300 v<br />

1483.07.05 299 v<br />

1483.07.10 299 v -300 r<br />

1483.10.15 300 v<br />

1484.02.23 301 r<br />

signum<br />

cartularium<br />

folio<br />

262 v -263 r<br />

½ 264 r -265 r<br />

263 r -265 v<br />

258 r -262 v<br />

273 v -275 v<br />

279 r -279 v<br />

439 r -443 r<br />

378c v -378d r<br />

333 r -336 v<br />

½ 291 v -308 r<br />

265 v -267 v<br />

267 v -268 v<br />

½ 308 r -311 r<br />

288 v -291 v<br />

oorkonder(s)/onderwerp bijzonderheden<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/tolvrijdom<br />

in Gelre voor 's-Hertogenbosch<br />

heer <strong>van</strong> Batenburg/tolvrijdom<br />

in Batenburg voor<br />

's-Hertogenbosch<br />

's-Hertogenbosch/tolvrijdom<br />

in Batenburg voor 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/tolvrijdom<br />

in Gelre voor 's-Hertogenbosch<br />

graaf <strong>van</strong> Horn; 's-Hertogenbosch/tol<br />

<strong>van</strong>Woudrichem<br />

ge|« nsereerd in een<br />

oorkonde d.d.<br />

1481.06.26<br />

insertie <strong>van</strong> een oorkonde<br />

d.d.<br />

1481.06.25<br />

in de kroniek staat<br />

geen verwijzing naar<br />

het cartularium<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/aansluiting<br />

<strong>van</strong> Grave, Cuijk en Oijen<br />

bij Brabant<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/Oijen insertie <strong>van</strong> een oorkonde<br />

d.d.<br />

1440.06.26, bevestiging<br />

d.d. 1485.05.03<br />

eden <strong>van</strong> de voogd <strong>van</strong> de hertog<br />

<strong>van</strong> Brabant en <strong>van</strong> de<br />

Staten <strong>van</strong> Brabant<br />

's-Hertogenbosch enWillem<br />

<strong>van</strong> Gent/Oijen<br />

kwitantie <strong>van</strong>Willem <strong>van</strong> schepenakte<br />

Gent voor de a£ossing <strong>van</strong><br />

een schuld <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

Oijen schepenakte<br />

Oijen schepenakte<br />

arbiters/geschil tussen 's-Hertogenbosch<br />

en de Meierij over<br />

de kosten <strong>van</strong> de oorlog tegen<br />

Gelre<br />

's-Hertogenbosch/tol <strong>van</strong>Tiel<br />

pachters <strong>van</strong> de tol <strong>van</strong>Tiel/tol<br />

<strong>van</strong>Tiel<br />

arbiters/geschil tussen 's-Hertogenbosch<br />

en de Meierij over<br />

de kosten <strong>van</strong> de oorlog tegen<br />

Gelre<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/competentie<br />

<strong>van</strong> de schepenbank<strong>van</strong><br />

's-Hertogenbosch<br />

373


datum kroniek<br />

folio<br />

signum<br />

cartularium<br />

folio<br />

oorkonder(s)/onderwerp bijzonderheden<br />

1485.01.14 301 v -302 r<br />

344 r -345 v<br />

's-Hertogenbosch/tol <strong>van</strong><br />

Zons<br />

1485.05.03 438 v -443 r<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/Oijen bevestiging <strong>van</strong> een<br />

oorkonde d.d.<br />

1482.07.12, met insertie<br />

<strong>van</strong> een oorkonde<br />

d.d.<br />

1440.06.24<br />

1486.04.23 303 r -303 v<br />

443 r -444 v<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/het <strong>van</strong>gen<br />

<strong>van</strong> wolven in de Meierij<br />

1486.11.06 303 v<br />

450 v -451 r<br />

twee wereldlijke Staten <strong>van</strong><br />

Brabant/rechten <strong>van</strong> de geestelijke<br />

Staten <strong>van</strong> Brabant<br />

1486.11.26 303 v -304 v<br />

478 v -480 v<br />

's-Hertogenbosch/haven <strong>van</strong><br />

's-Hertogenbosch<br />

1487.04.30 305 r<br />

451 v -452b r<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/toezicht<br />

op de dijken door 's-Hertogenbosch<br />

1488.03.26 290 r<br />

schuld <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

aanWillem <strong>van</strong> Gent<br />

schepenakte<br />

1488.07.23 305 v -306 r<br />

480 v -483 r<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/leenmannen<br />

<strong>van</strong> de hertog <strong>van</strong> Brabant<br />

1489.01.13 703 v -704 v<br />

's-Hertogenbosch/geldzaken<br />

te 's-Hertogenbosch<br />

1489.05.21 308 r<br />

640b v -641 v Utrecht/rechten <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

in de tol <strong>van</strong> Utrecht<br />

1490.07.14 308 v -309 v<br />

486a r -488 r<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/inbreuk<br />

door de o¤ciaal <strong>van</strong> Luik op<br />

de rechten <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

1490.07.14 488 r -489 r<br />

bode <strong>van</strong> de hertog <strong>van</strong> Brabant/inbreuk<br />

door de o¤ciaal<br />

<strong>van</strong> Luik op de rechten <strong>van</strong><br />

's-Hertogenbosch<br />

1491.03.07 309 v -310 v ½ 489 v -493 v<br />

1491.08.06 311 r<br />

1491.11.15 311 r -312 r<br />

162 r -164 r<br />

518 r -520 r<br />

1491.12.02 489 r -493 v<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/geschil<br />

tussen 's-Hertogenbosch en de<br />

heer <strong>van</strong> Heeswijk over leengoederen<br />

's-Hertogenbosch/verbod op<br />

het combineren <strong>van</strong> het secretarisambt<br />

met het schepenambt<br />

te 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/renten in<br />

Brabant<br />

's-Hertogenbosch/geschil tussen<br />

de stad en de heer <strong>van</strong><br />

Heeswijk over leengoederen<br />

374<br />

ge|« nsereerd in een<br />

oorkonde d.d.<br />

1491.12.02<br />

insertie <strong>van</strong> een oorkonde<br />

d.d.<br />

1491.03.07


datum kroniek<br />

folio<br />

1493.11.03 313 r<br />

1493.(10.01-<br />

1494.03.29)<br />

313 v<br />

1494.09.09 316 r -321 v<br />

signum<br />

cartularium<br />

folio<br />

652 r -655 v<br />

493 v -495 r<br />

520 v -528 v<br />

1494.12.10 496 r -497 r<br />

(vo¨ o¨ r<br />

1494.12.20)<br />

315 r -315 v<br />

501 v -504 r<br />

1494.12.20 495 v -500 v<br />

1494.12.22 314 r -315 r<br />

1495.03.14 315 v -316 r<br />

1495.03.16 315 v -316 r<br />

495 r -501 r<br />

504 v -507 r<br />

504 r -507 v<br />

oorkonder(s)/onderwerp bijzonderheden<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/muntvaluatie's-Hertogenbosch/schoonhouden<br />

<strong>van</strong> de straten te<br />

's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/Blijde Inkomst<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/bestuurshervorming<br />

te 's-Hertogenbosch<br />

Leuven/bestuur <strong>van</strong> Leuven<br />

Raad <strong>van</strong> Brabant/bestuurshervorming<br />

te 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/bestuurshervorming<br />

te 's-Hertogenbosch<br />

Staten <strong>van</strong> Brabant/overlast<br />

<strong>van</strong> troepen in Brabant<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/overlast<br />

<strong>van</strong> troepen in Brabant<br />

ge|« nsereerd in een<br />

oorkonde d.d.<br />

1494.12.20, die ge|« nsereerd<br />

is in een oorkonde<br />

d.d.<br />

1494.12.22<br />

insertie <strong>van</strong> een oorkonde<br />

d.d.<br />

1494.12.10; ge|« nsereerd<br />

in een oorkonde<br />

d.d.<br />

1494.12.22<br />

insertie <strong>van</strong> een oorkonde<br />

d.d.<br />

1494.12.20, met insertie<br />

<strong>van</strong> een oorkonde<br />

d.d.<br />

1494.12.10<br />

ge|« nsereerd in een<br />

oorkonde d.d.<br />

1495.03.16<br />

insertie <strong>van</strong> een oorkonde<br />

d.d.<br />

1495.03.14<br />

1495.03.24 508 r -508 v<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/overlast<br />

<strong>van</strong> troepen in Brabant<br />

1495.06.19 322 r<br />

657 v -659 r<br />

's-Hertogenbosch/tolvrijdom<br />

in Holland, Zeeland en Gelre<br />

voor 's-Hertogenbosch<br />

1495.08.25 322 v -325 v<br />

en 349 r<br />

165 v -174a r<br />

's-Hertogenbosch en Meierij/<br />

afbakening <strong>van</strong> wederzijdse<br />

rechten<br />

1496.08.03 329 v -330 r<br />

509 r -511a v<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/Grave in een vidimus d.d.<br />

1496.08.19<br />

1496.08.06 330 r -330 v<br />

½ 511b v -512 v Cornelis <strong>van</strong> Bergen/Grave in een vidimus d.d.<br />

1496.08.19<br />

375


datum kroniek<br />

folio<br />

1496.08.19 329 v -330 v<br />

1496.12.15 326 v -327 r<br />

1496/7.03 328 r -329 v<br />

signum<br />

cartularium<br />

folio<br />

508 v -512 v<br />

378c r<br />

542 r -545 v<br />

1499.08.12 557 r -559a r<br />

1499.08.26 333 r -334 v<br />

1499.09.16 335 r<br />

1499.09.17 335 r<br />

1499.09.28 334 v -335 r<br />

556 r -560 r<br />

566 r -567b v<br />

567b v -570 r<br />

560 r -566 r<br />

1500.09.24 744 v -745 v<br />

1500.12.17 336 r -337 r<br />

1500.12.25 336 r -337 r<br />

454 r -455 r<br />

453 v -456 r<br />

1502.06.13 697 r -697 v<br />

1502.06.28 339 v -340 r<br />

1502.07.23 338 r -339 v<br />

1504.01.16 340 v -341 r<br />

1505.05.21 346 r -346 v<br />

1505.08.15 348 r -348 v<br />

570 r -573 v<br />

548 r -549 v<br />

545 v -546 v<br />

601 r -604 r<br />

oorkonder(s)/onderwerp bijzonderheden<br />

Brussel/bewaring <strong>van</strong> oorkonden<br />

op verzoek<strong>van</strong> de<br />

Staten <strong>van</strong> Brabant<br />

eden <strong>van</strong> de hertog <strong>van</strong> Brabant<br />

en <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/aanvulling<br />

op de Blijde Inkomst<br />

's-Hertogenbosch/zes goede<br />

mannen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/bestuurswijziging<br />

en schulden <strong>van</strong><br />

's-Hertogenbosch<br />

's-Hertogenbosch/zes goede<br />

mannen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

's-Hertogenbosch/zes goede<br />

mannen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/schulden<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/onderhoud<br />

<strong>van</strong> wegen in de Meierij<br />

universiteit <strong>van</strong> Leuven/rechten<br />

<strong>van</strong> de universiteit<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/rechten<br />

<strong>van</strong> de universiteit <strong>van</strong> Leuven<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/onderhoud<br />

<strong>van</strong> wegen en waterwegen<br />

in het Kwartier <strong>van</strong><br />

's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/lastenverlichting<br />

voor 's-Hertogenbosch<br />

arbiters/geschil tussen 's-Hertogenbosch<br />

en het St.-Janskapittel<br />

over bijdragen in de<br />

lasten <strong>van</strong> de stad<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/weekmarkt<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

Staten <strong>van</strong> Brabant/verkoop<br />

<strong>van</strong> dorpen en heerlijkheden<br />

in Brabant<br />

's-Hertogenbosch/begijnen<br />

376<br />

vidimussen <strong>van</strong> oorkonden<br />

d.d.<br />

1496.08.03 en<br />

1496.08.06<br />

ge|« nsereerd in een<br />

oorkonde d.d.<br />

1499.08.26<br />

insertie <strong>van</strong> een oorkonde<br />

d.d.<br />

1499.08.12<br />

ge|« nsereerd in een<br />

oorkonde d.d.<br />

1500.12.25<br />

insertie <strong>van</strong> een oorkonde<br />

d.d.<br />

1500.12.17


datum kroniek<br />

folio<br />

1505.10.25 346 r -346 v<br />

en 360 v<br />

1505.11.06 342 v -343 v<br />

signum<br />

cartularium<br />

folio<br />

547 r -547 v<br />

574a r -576 v<br />

1505.11.16 704 v -705 r<br />

1506.03.13 344 r<br />

1506.08.29 325 v en<br />

349 r -349 v<br />

1507.07.06 354 v<br />

576 v -577 v<br />

174a r -180 v<br />

604 r -604 v<br />

1508.07.22 290 v -291 v<br />

1508.09.05 291 v<br />

1508.09.10 581 v -582 r<br />

1508.09.24 355 r -355 v<br />

579b v -581 r<br />

1508.10.11 581 v -582 r<br />

1508.10.14 357 v -358 r<br />

1509.02.22 292 v -293 v<br />

en<br />

293 v -294 r<br />

1509.04.13 293 v -294 r<br />

1509.12.14 360 v -361 r<br />

1510.08.20 361 v -362 v<br />

1511.05.16 364 r<br />

164 r -165 v en<br />

616 r -617 r<br />

617 r -619 r<br />

619 r -620 v<br />

467 v -468 r<br />

oorkonder(s)/onderwerp bijzonderheden<br />

Staten <strong>van</strong> Brabant/verkoop<br />

<strong>van</strong> dorpen en heerlijkheden<br />

in Brabant<br />

's-Hertogenbosch/zes goede<br />

mannen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

's-Hertogenbosch/erfrecht te<br />

's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/lastenverlichting<br />

voor 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/afbakening<br />

<strong>van</strong> wederzijdse rechten<br />

tussen 's-Hertogenbosch en de<br />

Meierij<br />

's-Hertogenbosch/bieraccijns<br />

<strong>van</strong> de Zusters <strong>van</strong> Orthen<br />

's-Hertogenbosch/Oijen<br />

's-Hertogenbosch/Oijen<br />

's-Hertogenbosch/zes goede<br />

mannen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/zes goede<br />

mannen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

's-Hertogenbosch/zes goede<br />

mannen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/tolvrijdom<br />

in Holland, Zeeland,<br />

Gelre en Zutphen voor 's-Hertogenbosch<br />

overeenkomst tussen 's-Hertogenbosch<br />

en Floris <strong>van</strong> Egmond<br />

over Oijen<br />

overeenkomst tussen 's-Hertogenbosch<br />

en Floris <strong>van</strong> Egmond<br />

over Oijen<br />

's-Hertogenbosch/Leuvense<br />

tol<br />

's-Hertogenbosch/haring te<br />

's-Hertogenbosch<br />

's-Hertogenbosch/bijdrage<br />

door nieuwe poorters <strong>van</strong><br />

's-Hertogenbosch voor de<br />

aankoop <strong>van</strong> salpeter<br />

377<br />

laatste vermelding is<br />

ge|« nsereerd in een<br />

oorkonde d.d.<br />

1509.04.13<br />

schepenakte; insertie<br />

<strong>van</strong> een oorkonde<br />

d.d. 1509.02.22<br />

notarisakte


datum kroniek<br />

folio<br />

signum<br />

cartularium<br />

folio<br />

oorkonder(s)/onderwerp bijzonderheden<br />

1511.09.30 364 r -364 v<br />

577 v -579b v<br />

's-Hertogenbosch/zes goede<br />

mannen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

1511.12.25 364 r<br />

467 r -467 v<br />

's-Hertogenbosch/levering<br />

<strong>van</strong> wapens door functionarissen<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

1512.03.05 738 v -741 r<br />

keizer/Gouden Bul voor Brabant<br />

1512.08.12 372 v -373 r<br />

636 r -637 v<br />

keizer/troostbrief voor 's-Hertogenbosch<br />

1513.07.31 376 v -379 r<br />

v landvoogdes/bestand tussen<br />

Brabant en Gelre<br />

1513.09.24 292 r<br />

's-Hertogenbosch/Oijen<br />

1513.11.16 380 r -380 v<br />

466 r -466 v<br />

Rekenkamer in Den Haag/<br />

tolvrijdom inYersekeroord<br />

voor 's-Hertogenbosch<br />

1514.08.22 383 v<br />

605 r -607 r<br />

's-Hertogenbosch/bestuur<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

1515.04.26 549 v -552 v<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/aanvulling<br />

op de Blijde Inkomst<br />

1515.06.08 607 v -608 v<br />

Rekenkamer in Den Haag/<br />

tolvrijdom in Holland voor<br />

's-Hertogenbosch<br />

1515.08.22 609 r -611 r<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/weekmarkt<br />

te 's-Hertogenbosch<br />

1515.09.04 611 v -613 v<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/tolvrijdom<br />

in Holland en Zeeland<br />

voor 's-Hertogenbosch<br />

1515.10.19 388 v -389 r<br />

641 v -642 v<br />

's-Hertogenbosch/poorterschap<br />

<strong>van</strong> Jan <strong>van</strong> Erp en<br />

stra¡en bij overtredingen <strong>van</strong><br />

de privileges <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

1515.11.14 389 r<br />

642 v -643 v<br />

's-Hertogenbosch/poorterschap<br />

<strong>van</strong> Jan <strong>van</strong> Erp<br />

1516.04.05 389 v<br />

644 r -644 v<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/geestelijke<br />

goederen in het Kwartier<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

1516.04.16 389 v<br />

664 r -666 r<br />

verdrag tussen de geestelijke<br />

Staten en de beide wereldlijke<br />

Staten <strong>van</strong> Brabant over geestelijke<br />

goederen<br />

1516.07.27 390 r<br />

613 v -615 r<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/geschil<br />

tussen 's-Hertogenbosch en<br />

het St.-Janskapittel over de<br />

wijn- en bieraccijns<br />

378


datum kroniek<br />

folio<br />

1516.08.12 389 v<br />

signum<br />

cartularium<br />

folio<br />

644 v -645 r<br />

1516.11 645 v -648 v<br />

1515/1516 388 v<br />

1517.04.01 390 r -390 v<br />

1517.10.07 392 r<br />

1517.10.23 390 v<br />

1518.03.13 391 v -392 r<br />

1518.03.30 392 r<br />

1518.04.20 392 r<br />

1518.09 392 r<br />

1518.11.12 392 v<br />

1519.05.10 393 r<br />

638 r -640b r<br />

660 r -661 r<br />

649a r -649b r<br />

662 r -664 r<br />

666 r -667 r<br />

667 r -668 r<br />

668 v -674 v<br />

683 r -684 v<br />

1519.07.01 741 v -744 v<br />

1519.08.22 684 r<br />

oorkonder(s)/onderwerp bijzonderheden<br />

rentmeester <strong>van</strong> Brabant/<br />

geestelijke goederen in het<br />

Kwartier <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/klooster<br />

<strong>van</strong> Sint-Marienwater te Rosmalen<br />

's-Hertogenbosch/tolvrijdom<br />

in Holland en Zeeland voor<br />

's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/geschil<br />

tussen 's-Hertogenbosch en<br />

het St.-Janskapittel over de<br />

wijn- en bieraccijns<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/aanstelling<br />

<strong>van</strong> de graaf <strong>van</strong> Nassau<br />

tot kapitein-generaal <strong>van</strong> Brabant<br />

's-Hertogenbosch/veemarkt<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

bisschop <strong>van</strong> Luik/interdict<br />

voor 's-Hertogenbosch<br />

bisschop <strong>van</strong> Luik/interdict<br />

voor 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant /geschil<br />

tussen 's-Hertogenbosch en<br />

het St.-Janskapittel over de<br />

wijn- en bieraccijns en interdict<br />

voor 's-Hertogenbosch<br />

Raad <strong>van</strong> Brabant/weekmarkt<br />

<strong>van</strong>Waalwijk<br />

Staten <strong>van</strong> Luik, Bouillon en<br />

Loon/bondgenootschap tussen<br />

de bisschop <strong>van</strong> Luik en de<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant<br />

Rekenkamer in Den Haag/tol<br />

<strong>van</strong> Gorinchem voor 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/aanstelling<br />

<strong>van</strong> Margareta <strong>van</strong> Oostenrijk<br />

tot landvoogdes <strong>van</strong> de<br />

Nederlanden<br />

Rekenkamer in Den Haag/<br />

rondzenden <strong>van</strong> de uitspraak<br />

d.d. 1519.05.10<br />

379


datum kroniek<br />

folio<br />

signum<br />

cartularium<br />

folio<br />

1520.06 684 r -684 v<br />

1520.09.05 688 v -689 r<br />

1520.09.29 685 v -689 r<br />

1520.10.06 393 v<br />

674 v -677 v<br />

1520.10.19 678 r -682 v<br />

1520.11.20 677 v -678 r<br />

1521.04.13 685 r -693 v<br />

1521.09.05 395 r<br />

693 v -695 v<br />

1522.07.01 700 r -701 r<br />

1523.09.03 716b r -720 v<br />

1525.08.12 756 r -758 r<br />

1525.08.14 758 v -760 v<br />

oorkonder(s)/onderwerp bijzonderheden<br />

Rekenkamer in Den Haag/<br />

rondzenden <strong>van</strong> de uitspraak<br />

over de tol <strong>van</strong> Gorinchem<br />

aan verschillende tollenaren<br />

St.-Janskapittel te 's-Hertogenbosch/geschil<br />

met de stad<br />

over de wijn- en bieraccijns<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/geschil<br />

tussen 's-Hertogenbosch en<br />

het St.-Janskapittel over de<br />

wijn- en bieraccijns<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/he¤ng<br />

<strong>van</strong> nieuwe tienden door de<br />

geestelijkheid <strong>van</strong> Brabant<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/geestelijke<br />

goederen in Brabant<br />

deurwaarder <strong>van</strong> de hertog<br />

<strong>van</strong> Brabant/he¤ng <strong>van</strong> nieuwe<br />

tienden door de geestelijkheid<br />

<strong>van</strong> Brabant en<br />

afkondiging te 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/geschil<br />

tussen 's-Hertogenbosch en<br />

het St.-Janskapittel over de<br />

wijn- en bieraccijns<br />

Staten <strong>van</strong> Brabant/bede en<br />

geestelijke goederen in Brabant<br />

heer <strong>van</strong> Ravenstein/geschil<br />

tussen Ravenstein enerzijds<br />

en Berchem en de inwoners<br />

<strong>van</strong> de Meierij anderzijds over<br />

de bede<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/leengoederen<br />

in Brabant<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/bestuur<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/gilden<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

380<br />

ge|« nsereerd in een<br />

oorkonde d.d.<br />

1520.09.29, die ge|« nsereerd<br />

is in een oorkonde<br />

d.d.<br />

1521.04.13<br />

insertie <strong>van</strong> een oorkonde<br />

d.d.<br />

1520.09.05; ge|« nsereerd<br />

in een oorkonde<br />

d.d.<br />

1521.04.13<br />

insertie <strong>van</strong> een oorkonde<br />

d.d.<br />

1520.09.29, met insertie<br />

<strong>van</strong> een oorkonde<br />

d.d.<br />

1520.09.05


datum kroniek<br />

folio<br />

signum<br />

cartularium<br />

folio<br />

1525.10.09 697 v -699 v<br />

(1525.08.02-<br />

1526.06.11)<br />

760 v -763 v<br />

1527.03.07 749 r -750 v<br />

1528.09.04 735 r -736 r<br />

1528.09.09 736 r -737 r<br />

1528.10.03 726 r -737 r<br />

1529.02.04 737 r -738 v<br />

1530.07.01 750 v -751 v<br />

1531.09.12 720 v -724 r<br />

1533.02.21 751 v -752 v<br />

1535.09.03 705 r -707 v<br />

1537.05.25 707 v -708 v<br />

1537.11.22 708 v -711 r<br />

1537.11.22 711 r -714 v<br />

1538.07.02 746 r -747 r<br />

1538.07.28 747 v -748 r<br />

1538.07.29 747 r -747 v<br />

oorkonder(s)/onderwerp bijzonderheden<br />

Staten <strong>van</strong> Brabant/verkoop<br />

<strong>van</strong> 12.000 gulden<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/oproer te<br />

's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/verbod<br />

op het lezen en verkopen <strong>van</strong><br />

boeken <strong>van</strong> Luther c.s. te<br />

's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/geschil<br />

met de hertog <strong>van</strong> Gelre<br />

hertog <strong>van</strong> Gelre/geschil met<br />

de hertog <strong>van</strong> Brabant<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant; hertog<br />

<strong>van</strong> Gelre/vredesverdrag<br />

keizer/bestand met Frankrijk<br />

en Engeland<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/tol en<br />

oude geleide<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/onroerendgoedzaken<br />

te 's-Hertogenbosch<br />

en in de Meierij en<br />

voogdij over weeskinderen<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/landtol<br />

en oude geleide<br />

's-Hertogenbosch/Ge<strong>van</strong>genpoort<br />

te 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/rechten<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch in het<br />

Land <strong>van</strong> Ravenstein<br />

Raad <strong>van</strong> Brabant/rechten<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch in Megen<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/rechten<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch in Megen<br />

landvoogdes/bestand tussen<br />

de keizer en de koning <strong>van</strong><br />

Frankrijk<br />

landvoogdes/vrede tussen de<br />

keizer en de koning <strong>van</strong><br />

Frankrijk<br />

Raad <strong>van</strong> Brabant/vrede tussen<br />

de keizer en de koning <strong>van</strong><br />

Frankrijk<br />

381<br />

ge|« nsereerd in een<br />

oorkonde d.d.<br />

1528.10.03<br />

ge|« nsereerd in een<br />

oorkonde d.d.<br />

1528.10.03<br />

insertie <strong>van</strong> oorkonden<br />

d.d. 1528.09.04<br />

en 1528.09.09


datum kroniek<br />

folio<br />

(15 e -begin<br />

16 e eeuw)<br />

(15 e -begin<br />

16 e eeuw)<br />

signum<br />

cartularium<br />

folio<br />

377 v -378a v ,<br />

378b r -378b v<br />

en 378d r -<br />

378e r<br />

285 r -286 r<br />

(vo¨ o¨ rbegin<br />

16 e 365<br />

eeuw)<br />

r -366 r<br />

(vo¨ o¨ rbegin<br />

16 e 432<br />

eeuw)<br />

r -433 r<br />

(vo¨ o¨ rbegin<br />

16 e 513<br />

eeuw)<br />

r -514 r<br />

(vo¨ o¨ rbegin<br />

16 e 514<br />

eeuw)<br />

r -515 r<br />

(vo¨ o¨ rbegin<br />

16 e 621<br />

eeuw)<br />

r -636 r<br />

(vo¨ o¨ rbegin<br />

16 e 649b<br />

eeuw)<br />

v -651 r<br />

1589.04.29 765 r -766 v<br />

1603.09.19 na 415b v ,<br />

ongefolieerd<br />

1603.10.22 na 415b v ,<br />

ongefolieerd<br />

1611.12.31 767 r -768 r<br />

1612.05.12 769 r -770 v<br />

(begin 17 e<br />

eeuw)<br />

na 415b v ,<br />

ongefolieerd<br />

oorkonder(s)/onderwerp bijzonderheden<br />

algemene eedformulieren <strong>van</strong><br />

de hertog <strong>van</strong> Brabant voor<br />

Brabant, Leuven en 's-Hertogenbosch;<br />

eedformulieren <strong>van</strong><br />

de functionarissen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

verbond tussen 's-Hertogenbosch<br />

en de Meierij enerzijds<br />

en stad en Land <strong>van</strong> Heusden<br />

anderzijds<br />

('s-Hertogenbosch)/losbandige<br />

jeugd<br />

procesrecht te 's-Hertogenbosch<br />

toltarieven te 's-Hertogenbosch<br />

en in de Meierij<br />

toltarieven te 's-Hertogenbosch<br />

en in de Meierij<br />

leengoederen <strong>van</strong> Brabant<br />

toelichting op de `stille <strong>van</strong><br />

Leuven'<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/schuttersgilden<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/overlast<br />

<strong>van</strong> krijgsvolk voor 's-Hertogenbosch<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant/overlast<br />

<strong>van</strong> krijgsvolk voor 's-Hertogenbosch<br />

's-Hertogenbosch en Heusden/schuttersgilden<br />

<strong>van</strong><br />

's-Hertogenbosch<br />

's-Hertogenbosch/tolvrijdom<br />

in Holland voor 's-Hertogenbosch<br />

rechten en salaris <strong>van</strong> ingebieders<br />

(<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch)<br />

382


Lijst <strong>van</strong> afkortingen<br />

AGN = Algemene Geschiedenis der Nederlanden<br />

BMGN = Bijdragen en Mededelingen betre¡ende de Geschiedenis der<br />

Nederlanden<br />

e.v. = en volgende<br />

fol. = folio<br />

Fr. = Frans<br />

GA = gemeentearchief<br />

hs. = handschrift<br />

ING = Instituut voor Nederlandse Geschiedenis<br />

inv.nr. = inventarisnummer<br />

jg. = jaargang<br />

KB = Koninklijke Bibliotheek<br />

KUB = Katholieke Universiteit Brabant<br />

Lat. = Latijn<br />

n. Chr. = na Christus<br />

n.s. = nieuwe stijl<br />

ONB = Oorkondenboek<strong>van</strong> Noord-Brabant<br />

o.s. = oude stijl<br />

r. = recto<br />

RA = rijksarchief<br />

RUL = Rijksuniversiteit Leiden<br />

s. = se¨ rie<br />

v. = verso<br />

v. Chr. = voor Christus<br />

UB = Universiteitsbibliotheek<br />

383


Literatuurlijst<br />

Anrooij,W. <strong>van</strong>,`Eenvroege receptiegetuige <strong>van</strong> het gedicht Van neghen den besten<br />

', Millennium 9 (1995) 3-13.<br />

Avonds, P., Brabant tijdens de regering <strong>van</strong> hertog Jan III (1312-1356). De grote<br />

politieke krisissen. Verhandelingen <strong>van</strong> de Koninklijke Academie voor<br />

Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten <strong>van</strong> Belgie« , Klasse der Letteren<br />

nr. 114 (Brussel 1984).<br />

Bavel, H. <strong>van</strong>,`Nieuwe gegevens over de Bossche kroniekschrijver Albertus Cuperinus,<br />

Cistercie« nzer <strong>van</strong> Marie« ndonk te Elshout', Met gansen trou 23 (1973)<br />

19-30.<br />

Bayot, M. en Cauchie, M.,`[Rapport sur les chroniques du Brabant]', Compte rendu<br />

des se¨ ances de la Commission royale d'Histoire ou recueil de ses bulletins 5e s.<br />

X (1900) XXXVII-XCIII.<br />

Blockmans, W.P. en Herwaarden, J. <strong>van</strong>, `De Nederlanden <strong>van</strong> 1493 tot 1555:<br />

binne<strong>nl</strong>andse en buite<strong>nl</strong>andse politiek'AGN 5 (Haarlem 1980) 443-491.<br />

BlÎte, J.F.D., Das Aufkommen der Sage <strong>van</strong> Brabon Silvius, dem brabantischen<br />

Schwanritter.Verhandelingen der Koninklijke Akademie <strong>van</strong> Wetenschappen<br />

te Amsterdam, nieuwe reeks 5, nr. 4 (Amsterdam 1904).<br />

Blonde¨ ,B.,De sociale structuren en economische dynamiek <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

1500-1550. Bijdragen tot de geschiedenis <strong>van</strong> het Zuiden <strong>van</strong> Nederland<br />

LXXIV (Tilburg 1987).<br />

Briquet, Ch.M., Les Filigranes. Dictionnaire historique des marques du papier (4<br />

dln.; Hildesheim en NewYork 1977).<br />

Bruch, H., Supplement bij de geschiedenis <strong>van</strong> de Noord-Nederlandsche geschiedschrijving<br />

in de middeleeuwen <strong>van</strong> dr. Jan Romein (Haarlem 1956).<br />

Camps, H.P.H., De stadsrechten <strong>van</strong> graaf Willem II <strong>van</strong> Holland en hun verhouding<br />

tot het recht <strong>van</strong>'s-Hertogenbosch (Utrecht 1948).<br />

Carasso-Kok, M., Repertorium <strong>van</strong> verhalende historische bronnen uit de middeleeuwen<br />

('s-Gravenhage 1981).<br />

Carasso-Kok, M.,`Het Woud zonder Genade', BMGN 107 (1992) 241-263.<br />

Die Chroniken der deutschen StÌdte von 14. bis ins 16. Jahrhundert (1862-...).<br />

Coopmans, J.P.A., `Het Bossche recht <strong>van</strong> ingebod' in: Vriendenboek<br />

stadsarchivaris Kuyer ('s-Hertogenbosch 1980) 42-63.<br />

Corthouts, J., Inventaris <strong>van</strong> het archief <strong>van</strong> de abdij <strong>van</strong>Tongerlo (Tongerlo 1987).<br />

Cunen, J., Geschiedenis <strong>van</strong> <strong>Os</strong>s. Met inventaris <strong>van</strong> de gemeente-archieven (<strong>Os</strong>s<br />

1932).<br />

Die alderexcellenste cronyke <strong>van</strong> Brabant (Antwerpen 1497).<br />

Diealderexcellenstecronyke<strong>van</strong> Brabant, Hollant, Seelant,Vlaenderen intgenerael<br />

met vele nieuwe addicien dye in die ander niet gheweest en zijn, gheprent thAntwerpen<br />

int iaer ons Heeren MCCCCC ende XII in octobri (Antwerpen 1512).<br />

Dijk, H. <strong>van</strong>, `Die alder excellenste cronyke <strong>van</strong> Brabant en de traditie <strong>van</strong> het<br />

Chanson de Roland', De nieuwe taalgids 72 (1979) 494-502.<br />

385


Dijk, L.G.C.M. <strong>van</strong>, `Jacob <strong>van</strong> Oudenhoven (1600/1-1690), historicus zonder<br />

portret',Varia Historica Brabantica 3 (1969) 335-387.<br />

Dijk, L.G.C.M. <strong>van</strong>, De Bossche optimaten. Geschiedenis <strong>van</strong> de Illustere Lieve<br />

Vrouwebroederschapte's-Hertogenbosch 1318-1973 (Tilburg 1973).<br />

Du Boulay, F.R.H.,`The German town chroniclers' in: Davis, R.H.C. enWallace-<br />

Hadrill, J.M. ed., The writing of history in the Middle Ages. Essays presented to<br />

Richard William Southern (Oxford 1981) 445-469.<br />

Ebell, C.C.D.,`Rijksarchief in Noordbrabant',Verslagen omtrent's Rijks oude archieven<br />

33 (1910) 111.<br />

Ebels-Hoving, B., `Nederlandse geschiedschrijving 1350-1530. Een poging tot<br />

karakterisering' in: Ebels-Hoving, B., Santing, C.G. en Tilmans, C.P.H.M.<br />

ed., Genoechlicke ende lustige historie« n. Laatmiddeleeuwse geschiedschrijving<br />

in Nederland. Middeleeuwse studies en bronnen 4 (Hilversum 1987) 215-242.<br />

Gheyn, J. <strong>van</strong> den, Catalogue des manuscrits de la bibliothe© que royale de Belgique.<br />

Histoire de Belgique (histoire particulie© re): Anvers et Brabant 8 (Brussel 1908).<br />

Graus,`Funktionen der spÌtmittelalterlichen Geschichtsschreibung' in: H. Patze<br />

ed., Geschichtsschreibung und Geschichtsbewusstseinim spÌten Mittelalter (Sigmaringen<br />

1987) 11-55.<br />

Grotefend, H., Taschenbuch der Zeitrechnung des deutschen Mittelalters und der<br />

Neuzeit (11de verb. druk; Hannover 1971).<br />

Gumbert, J.P., ed., Manuscrits date¨ s conservësdanslesPays-Bas.II:Les manuscrits<br />

d'origine nëerlandaise (XIVe-XVIe sie© cles) (Leiden enz. 1988).<br />

Haitsma Mulier, E.O.G. en Lem, G.A.C. <strong>van</strong> der, m.m.v. Knevel, P., Repertorium<br />

<strong>van</strong> geschiedschrijvers in Nederland ('s-Gravenhage 1990).<br />

Hermans, C.R.,Verzameling <strong>van</strong> Kronyken, charters en oorkonden betrekkelijk de<br />

stad en meijerij <strong>van</strong>'s Hertogenbosch ('s-Hertogenbosch 1848).<br />

Heurn, J.H. <strong>van</strong>, Historiederstad en meyerye<strong>van</strong>'s Hertogenbosch, alsmede<strong>van</strong> de<br />

voornaamste daaden derhertogen <strong>van</strong> Brabant, 4 dln. (Utrecht 1776-1778).<br />

Inventaris <strong>van</strong> incunabelen gedrukt te Antwerpen 1481-1500. Publicaties <strong>van</strong> de<br />

Stadsbibliotheek en het Archief en Museum voor het Vlaamse cultuurleven<br />

(Antwerpen 1982).<br />

Houts, E.M.C. <strong>van</strong>, Local and regional chronicles. Typologie des sources du<br />

Moyen Age occidental 74 (Turnhout 1995).<br />

Jacobs, B.C.M., Justitie en politie in's-Hertogenbosch voor 1629 (Assen en Maastricht<br />

1986).<br />

Kamper kronijken: De annalibus quaedam nota. Bijsterbos, J.C. ed. Werken<br />

uitgegeven door deVereeniging tot beoefening <strong>van</strong> Overijsselsch Regt en Geschiedenis<br />

5 (Deventer 1862).<br />

Ker, N.R., Catalogue of manuscripts containing Anglo-Saxon (Oxford 1957).<br />

`<strong>Kroniek</strong><strong>van</strong> Groningen en Ommelanden door Johan <strong>van</strong> Lemego en Sicke Benninge',<br />

Hombergh, F.A.H. <strong>van</strong> den, ed. m.m.v.Wer¡, E.O. <strong>van</strong> der, en Rinzema,<br />

A., editie in voorbereiding bij het Instituut voor Nederlandse<br />

Geschiedenis.<br />

KÏmmell, J., `Erinnern und Vergessen in der Stadt. Ûberlegungen zu Formen<br />

spÌtmittelalterlicher Wahrnehmung anhand von AnsÌtzen volkssprachlicher<br />

386


Stadtgeschichtsschreibung im nÎrdlichen Frankreich', Saeculum 35 (1984)<br />

225-245.<br />

Lettinck, N.,`Het karakter <strong>van</strong> laatmiddeleeuwse wereldkronieken in Nederland',<br />

Theoretische Geschiedenis 16 (1989) 393-401.<br />

Lith-Droogleever Fortuijn, A.M. <strong>van</strong>,`De stad 's-Hertogenbosch en haar verhouding<br />

tot het landsheerlijk gezag ca. 1470-1500',Varia Historica Brabantica 5<br />

(1976) 55-119.<br />

Oorkondenboek <strong>van</strong> Noord-Brabant tot 1312. I:De meierij <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

(met de heerlijkheid Gemert), Camps, H.P.H., ed. Rijks Geschiedkundige Publicatie«<br />

n (2 dln.; 's-Gravenhage 1979).<br />

Oudenhoven, J. <strong>van</strong>, Beschryvingederstadtende meyerye<strong>van</strong>'s Hertogen-Bossche,<br />

vervatende desselfs begin, voortgangh ende wasdom, soo <strong>van</strong> geestelijcke als wereltlijcke<br />

gestichten, oprechtigh <strong>van</strong>'t capittel ende collegien, maniere <strong>van</strong> regeeringe<br />

ende hare privilegien, bevorderinghe haerder bisdom ende bisschoppen.<br />

Midtsgaders: haerder Meyerye, ende de daerinne ghelegene steden, baronyen,<br />

heerlijckheden ende dorpen. Alles met grooten arbeyt uyt verscheyde schriften<br />

ende papieren tesamen ghestelt ter liefde sijns vaderlandts (Amsterdam 1649).<br />

Oudenhoven, J. <strong>van</strong>, Silva-Ducis aucta & renata of Een nieuwe ende gantsch vermeerderde<br />

beschrijvinge <strong>van</strong> de stadt <strong>van</strong> s'Hertogen-Bossche, vervatende desselfs<br />

begin en voortganck, soo <strong>van</strong> geestelijcke als wereldtlijcke gestichten,<br />

oprichten <strong>van</strong>'t capittel, ende collegien, maniere <strong>van</strong> regeeringhe, ende hare privilegien<br />

ende vryheden, bevorderinghe <strong>van</strong> haer bisdom ende bisschoppen, ende<br />

meer andere dingen ('s-Hertogenbosch 1670).<br />

Pelgrom, S., Oorspronck <strong>van</strong> s'Hertogen-bosch, int jaer 1540, int Latyn beschreven<br />

door Simon Pelgrom<strong>van</strong> s'Hertogen-bosch, priorendeprovinciael<strong>van</strong> deordeder<br />

Guilhelmijnen in zyn leven, mitsgaders int corte het voornaemste so in de voorgaenden,<br />

als dezelaetstebelegeringhevoorgevallen etc., vertaald door J. <strong>van</strong> Oudenhoven<br />

(Amsterdam 1629).<br />

Polain, M.-L., Catalogue des livres imprimës au quinzie© me sie© cle des bibliothe© ques<br />

de Belgique I (Brussel 1932) en supplement (Brussel 1978).<br />

Prevenier,W., en Blockmans,W.P., De Bourgondische Nederlanden ([Antwerpen<br />

1983]).<br />

Romein, J., Geschiedenis <strong>van</strong> de Noord-Nederlandsche geschiedschrijving in de<br />

middeleeuwen. Bijdrage tot de beschavingsgeschiedenis (Haarlem 1932).<br />

Rotterdamse kroniek. Aantekeningen <strong>van</strong> Rotterdamse stadssecretarissen, 1315-<br />

1499 (1570). Boom, H. ten, en Herwaarden, J. <strong>van</strong>, ed. Nederlandse historische<br />

bronnen 2 ('s-Gravenhage 1980) 1-102 .<br />

Sanders, J.,`<strong>Peter</strong> <strong>van</strong> <strong>Os</strong>s (?-1542), stadssecretaris <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch en kroniekschrijver'<br />

in: Brabantse biogra¢ee« n 1 (Amsterdam en 's-Hertogenbosch<br />

1992) 124-127.<br />

Stein, R., Politiek en historiogra¢e. Het ontstaansmilieu <strong>van</strong> Brabantse kronieken<br />

in de eerste helft <strong>van</strong> de vijftiende eeuw. Miscellanea Neerlandica X (Leuven<br />

1994).<br />

Tilmans, K.,`De Kattendijke-kroniek' in: Hermans, J.M.M. en Hoek, K. <strong>van</strong> der,<br />

ed., Boeken in de late middeleeuwen: verslag <strong>van</strong> de Groningse codicologendagen<br />

1992 (Groningen 1994) 183-200.<br />

387


Uytven, R. <strong>van</strong>,`Crisis als cesuur 1482-1494'AGN 5 (Haarlem 1980) 420-435.<br />

Ven, J.M.M. <strong>van</strong> der, Over Brabant geschreven. Handschriften en archivalische<br />

bronnen in deTilburgse Universiteitsbibliotheek I. Middeleeuwse handschriften<br />

en fragmenten. Miscellanea NeerlandicaVIII (Leuven 1994).<br />

Verbij-Schillings, J., Beeldvorming in Holland: Heraut Beyeren en dehistoriogra¢e<br />

omstreeks 1400 (Amsterdam 1995).<br />

Verdam, J., Middelnederlandsch Handwoordenboek ('s-Gravenhage 1911).<br />

Verreyt, Ch.C.V., en Juten, W.J.F., `Noordbrabantsche zegels III', Taxandria 10<br />

(1903) 229-234.<br />

Wriedt, K.,`Geschichtsschreibung in denWendischen HansestÌdten' in: H. Patze<br />

ed., Geschichtsschreibung und Geschichtsbewusstseinim spÌten Mittelalter (Sigmaringen<br />

1987) 401-426.<br />

Zuijlen, R.A. <strong>van</strong>, Inventaris derarchieven <strong>van</strong> destad's-Hertogenbosch, chronologisch<br />

opgemaakt en de voornaamste gebeurtenissen bevattende (Stadsrekeningen<br />

<strong>van</strong> hetjaar 1399-1586) I ('s-Hertogenbosch 1863).<br />

388


Index <strong>van</strong> persoons- en geogra¢sche namen<br />

In de index zijn de namen<strong>van</strong> personen en geogra¢sche eenheden die voorkomen<br />

in de kroniekverwerkt. De i<strong>nl</strong>eiding en debijlagen zijn niet ge|« ndiceerd. De cijfers<br />

verwijzen naar de paginanummers.<br />

Alle namen zijn zo veel mogelijk geÏniformeerd. In de kroniekvoorkomende varianten<br />

staan tussen haakjes achter de geÏniformeerde schrijfwijze. Bij grote afwijkingen<br />

is ook de variant opgenomen en wordt daarbij verwezen naar de<br />

geÏniformeerde vorm.<br />

Voor de persoonsnamen is de spelling gevolgd <strong>van</strong> B.C.M. Jacobs, Justitie en politie<br />

in 's-Hertogenbosch voor 1629 (Assen en Maastricht 1986); voor de daarin<br />

niet voorkomende namen is de meest gangbare of meest gebruikte vorm gekozen.<br />

Heiligen zijn te vinden op hun eigennaam. Bij de vorsten is de in de kroniek gebruikte<br />

titulatuur vermeld. Dit geldt ook voor de hertogen <strong>van</strong> Brabant en de naburige<br />

landsheren. Deze personen zijn, evenals de uitsluitend met patroniem(en)<br />

aangeduide personen, op voornaam ge|« ndiceerd.<br />

De geogra¢sche namen zijn gestandaardiseerd volgens Vuga's Alfabetische<br />

Plaatsnamengids <strong>van</strong> Nederland (tiende druk; 's-Gravenhage 1994), H. Hasquin<br />

m.m.v. R.Van Uytven en J.-M. Duvosquel, Gemeenten <strong>van</strong> Belgie« . Geschiedkundig<br />

en administratief-geogra¢sch woordenboek 4 dln. (z.p. 1980-1981) en De Grote<br />

Bosatlas (49e druk; Groningen 1981).Verder is gebruik gemaakt <strong>van</strong> de gangbare<br />

historische atlassen. Nadere identi¢catie vindt in de index alleen plaats als het<br />

lemma niet met de gebruikelijke hulpmiddelen gevonden kan worden of als het<br />

aa<strong>nl</strong>eiding tot verwarring kan geven. Binnen grote eenheden is een onderverdeling<br />

gemaakt naar kleinere geogra¢sche eenheden, wereldlijke en vervolgens<br />

geestelijke instellingen en functionarissen. Enkele lemmata die zeer frequent<br />

voorkomen, zoals 's-Hertogenbosch en zijn stedelijke instellingen, de Meierij en<br />

(de hertog <strong>van</strong>) Brabant, zijn als passim opgenomen.<br />

A<br />

Aa, Dirk<strong>van</strong> der (Theodericus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 180, 204,<br />

223<br />

^, Floris <strong>van</strong> der (Florencius de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 123<br />

^, Gerard<strong>van</strong> der (Gerart <strong>van</strong> der, Gerardus<br />

de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 57, 87,<br />

104, 108, 115, 122, 126, 142, 153<br />

^, Gozewijn <strong>van</strong> der (Goeswinus de)<br />

ridder, schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

109, 111, 115<br />

389<br />

^, Jan <strong>van</strong> der (Ian <strong>van</strong> der, Iohannes de)<br />

jonker, heer <strong>van</strong> Bokhoven, burgemeester<br />

<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 254, 279<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 163, 195,<br />

241, 269<br />

^,Willem <strong>van</strong> der (Willelmus de)<br />

ridder, schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

107, 109, 115<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 79, 126,<br />

142, 152, 153<br />

Aal (Ael) bij Wijk en Aalburg 320<br />

Aalburg (Aelborch) 320<br />

Aalst (Aelst) bij Heusden 307


Aalsvoort (Aelsuoirt) bij Herpen of Haps?<br />

228<br />

Aalsvoort (Aelsuoert, Aelsuoirt), Godfried<br />

<strong>van</strong> der (Godefridus <strong>van</strong> der)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 185<br />

^, Heimerik<strong>van</strong> der (Heymeric <strong>van</strong> der)<br />

poorter <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 175<br />

Aarle (Aerle), Hendrik <strong>van</strong> (Henric <strong>van</strong>,<br />

Henricus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 76<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 260,<br />

338<br />

^, Jan <strong>van</strong> (Iohannes de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 248<br />

Aarschot (Aerschot, Arschot) 1, 2, 8, 41,<br />

79<br />

heer 303<br />

Abbeville (Abbeuile, Abbeuyl) 152, 182<br />

Abdyrama<br />

koning <strong>van</strong> de Sarracenen 18<br />

Achel (Achelen), Gerard <strong>van</strong> (Gerardus<br />

de)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 185<br />

^, Ingram <strong>van</strong> (Yngramus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 270<br />

^, Jan <strong>van</strong> (Iohannes de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 265<br />

^,Willem <strong>van</strong> (Willelmus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 288,<br />

310, 349<br />

Ackerman, Jan (Ian)<br />

deken <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 339<br />

Adam 2, 8<br />

Adela <strong>van</strong> Blois<br />

koningin <strong>van</strong> Frankrijk 27<br />

Adolart (Adolairt) 11<br />

Adolf (Adol¡, Adolph, Adolphus)<br />

hertog <strong>van</strong> Berg 209<br />

hertog <strong>van</strong> Gelre (1465-1471) 192, 206,<br />

207, 209, 211, 212, 222, 234<br />

graaf<strong>van</strong> Berg 44<br />

<strong>van</strong> Kleef, heer <strong>van</strong> Ravenstein 174,<br />

175, 177-180, 211, 219, 221; zie ook<br />

Ravenstein<br />

II, <strong>van</strong> der Marck, bisschop <strong>van</strong> Luik<br />

(1313-1344) 70<br />

Adriaen zie Hadrianus<br />

Aegidius (Gielis), heilige 17<br />

Ael zie Aal<br />

Aelbertus zie Albertus<br />

Aelborch zie Aalburg<br />

Aelbrecht zie Albrecht<br />

Aelst zie Aalst<br />

Aelsuoert (Aelsuoirt) zie Aalsvoort<br />

Aeneas (Eneas) 4-6, 10<br />

Aenholt zie Anholt<br />

Aerle zie Aarle<br />

Aerle Blanc zie Arles<br />

Aerschot zie Aarschot<br />

Aersschen (Aerssen) zie Arcen<br />

A¥igem (Ha¥igem)<br />

abdij 1, 31<br />

abt 173<br />

Afrika (A¡rica, A¡riken) 2, 3, 4, 10<br />

Aggere zie Dijk<br />

Agimont<br />

heer 56<br />

Agnes (Agneet)<br />

heilige 10<br />

hertogin <strong>van</strong> Bourbon 182<br />

Agrippinen (Agrippynen) zie Keulen<br />

Ailly, Pierre d' (<strong>Peter</strong> <strong>van</strong>)<br />

doctor in de theologie te Parijs, bisschop<br />

<strong>van</strong> Kamerijk, kardinaal 123<br />

Aistulf (Aystol¡)<br />

koning <strong>van</strong> Lombardije 19<br />

Aken (Aquisgranum) 15, 21-23, 33, 90, 209,<br />

260, 346<br />

voogd 43<br />

Akko (Ancone) 182<br />

Alart zie Allard<br />

Albanie« 4<br />

Albertus (Aelbertus) Magnus 39<br />

Albrecht (Aelbrecht)<br />

bisschop <strong>van</strong> Luik (voor 1123-1128) 34<br />

I, hertog <strong>van</strong> Beieren, paltsgraaf op de<br />

Rijn, ruwaard (1358-1389) daarna graaf<br />

(1389-1404) <strong>van</strong> Henegouwen, Holland<br />

en Zeeland 85, 104, 105, 108, 112<br />

hertog <strong>van</strong> Saksen 264<br />

zoon <strong>van</strong> Hendrik<strong>van</strong> Cuijk 35<br />

Albyn, ridder 23<br />

Alcmeer zie Alkmaar<br />

Alcuinus 20<br />

Aldegond, heilige 14<br />

Aldekerk (Aldekercken, Audekerc) bij Straelen,<br />

Duitsland 308, 326<br />

Aldenbiezen (Byessen)<br />

balije 151<br />

Aleid (Aleit, Aleyt)<br />

390


<strong>van</strong> Bourgondie« , hertogin <strong>van</strong> Brabant<br />

41, 43, 46<br />

<strong>van</strong> Brabant, koningin <strong>van</strong> Engeland 31,<br />

34<br />

Alem 78, 234<br />

hemaal (rechtsdistrict) 78<br />

Alenc° on (Alenson)<br />

graaf 76<br />

Alexander<br />

bisschop <strong>van</strong> Forl|© 214<br />

Alexander de Grote 5<br />

Alexandrie« 8<br />

Alexios I (Alexis)<br />

Byzantijns keizer 24<br />

Alfen zie Alphen<br />

Alienora <strong>van</strong> Engeland<br />

hertogin <strong>van</strong> Gelre 208<br />

Alkmaar (Alcmeer) 341, 343<br />

Allard (Alart)<br />

heer <strong>van</strong> Re© ves 57<br />

Almania zie Duitsland<br />

Almanie« (Almanien) 1, 6, 8, 23, 127, 180,<br />

181, 216, 264<br />

koning 22, 34<br />

Alpays 17<br />

Alphen (Alfen) aan de Maas 298, 308<br />

Altena<br />

Land <strong>van</strong> 327<br />

heer 58, 246, 247<br />

Altruyt 14<br />

Aluerne zie Auvergne<br />

Amadeus (Amedeus)<br />

hertog <strong>van</strong> Savoie 112<br />

Amandus (Amand), heilige<br />

bisschop <strong>van</strong>Tongeren 14-15<br />

Amboise (Ambose) 289<br />

Ambrosius (Bruysten)<br />

heilige, aartsbisschop <strong>van</strong> Milaan 10<br />

zoon <strong>van</strong>Wellen Arts, lid <strong>van</strong> het college<br />

<strong>van</strong> zes goede mannen 333; zie ook Walram<br />

Amelberge 14<br />

Amelrijk (Amelryc, Amelrici), Jan (Ian, Iohannes)<br />

159<br />

notaris 202<br />

Amerongen, Jan <strong>van</strong> (Iohan <strong>van</strong>)<br />

schout <strong>van</strong> Utrecht 265<br />

Amersoyen, Amerzoyen zie Ammerzoden<br />

Amiens (Amyens) 204, 152, 182, 204<br />

391<br />

Ammerzoden (Amersoyen, Amerzoyen)<br />

328<br />

Amsterdam 331<br />

Amyens zie Amiens<br />

Anchiochien zie Antiochie«<br />

Ancone zie Akko<br />

Andel, Arnoud <strong>van</strong> (Arnoldus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 99<br />

^, Arnoud<strong>van</strong>Waalre <strong>van</strong> (Arnoldus deWaderle<br />

de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 86<br />

^, Jan <strong>van</strong> (Iohannes de)<br />

kanunnik in 's-Hertogenbosch 201<br />

Andreas (Andries), zoon <strong>van</strong> Bernard 234<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 180,<br />

185<br />

Andromache (Andromata) 3<br />

Andtwerpen zie Antwerpen<br />

Angiis zie Angys<br />

Anglia zie Engeland<br />

Angouleª me (Engolemme)<br />

hertog 334<br />

Angouwe zie Anjou<br />

Angys (Angiis)<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant 16, 30<br />

Anhalt (Anholt)<br />

vorst 306-309, 311<br />

Anholt (Aenholt) bij Bocholt, Duitsland<br />

heer 245, 246, 255<br />

Anholt zie Anhalt<br />

Anjou (Angouwe, Anyouwe)<br />

hertog 70, 142<br />

graaf 24, 40<br />

heer 193<br />

Anna<br />

hertogin <strong>van</strong> Bourbon 182<br />

Anselm (Ansem) 54<br />

Anselmus<br />

bisschop <strong>van</strong> Laon 27<br />

Ansises 10<br />

koning <strong>van</strong> Keulen, markgraaf <strong>van</strong> het<br />

Heilige Roomse Rijk 11, 12<br />

Anthenor 4<br />

Antiochie« (Anchiochien) 24<br />

Anton (Anthoniis, Anthonis, Anthonys)<br />

<strong>van</strong> Bourgondie« , graaf<strong>van</strong> Re¨ thel, kastelein<br />

<strong>van</strong> Lille, ruwaard <strong>van</strong> Brabant<br />

(1404-1406), hertog <strong>van</strong> Lotharingen,<br />

Brabant en Limburg (1406-1415), markgraaf<br />

<strong>van</strong> het Heilige Roomse Rijk 112-


113, 117-120, 122-129, 134-135, 141-<br />

143, 150-151, 156, 167, 234<br />

zoon <strong>van</strong> hertog Filips <strong>van</strong> Bourgondie«<br />

144<br />

Antonius (Anthonys), heilige 10<br />

Antwerpen (Andtwerpen, Antwerpia,<br />

Antwerpiensis, Hantwerpen) 1, 7, 15,<br />

28, 33, 56, 74, 77, 79, 83, 85, 105, 113,<br />

122, 123, 125, 130, 141, 144, 148, 149,<br />

173, 194, 196, 200, 223, 224, 227, 231,<br />

232, 264, 272, 275, 276-278, 285, 286,<br />

316, 318, 321, 325, 331, 336, 349, 350<br />

markgraaf 15, 227<br />

burggraaf 56<br />

schout 78, 277<br />

wethouder 277<br />

klooster <strong>van</strong> Sint-Bernards op de<br />

Schelde 1, 29, 32, 33, 349<br />

klooster <strong>van</strong> Sint-Michiels 1, 194<br />

Antwerpen, Kwartier 1<br />

Anyouwe zie Anjou<br />

Appeltern (Apeltern) 298<br />

Appeltern (Apeltern), Jacob <strong>van</strong> (Iacob<br />

<strong>van</strong>)<br />

intrusus domdeken <strong>van</strong> Utrecht 317<br />

Appingedam (Den Dam, Den Damme)<br />

334<br />

Apulie« (Poelgien) 24<br />

Aquino (Aquinen),Thomas <strong>van</strong> 39, 43<br />

Aquisgranum zie Aken<br />

Aquitanie« 20, 152<br />

koning 22<br />

hertog 15, 17, 19, 40<br />

Aquitanie« (Aquitanien), Odo <strong>van</strong> (Eudon<br />

<strong>van</strong>) 18<br />

Arabie« 15<br />

Aragön(Argon)21<br />

koninkrijk 340<br />

koning 269, 285, 313, 314<br />

Araingien zie Orange<br />

Arc, Jeanne d' (Iohanna) 135<br />

Arcadie« (Archadien) 5, 7<br />

hertog 5<br />

Arcen (Aersschen, Aerssen, Arssen) 240,<br />

319<br />

Archadien zie Arcadie«<br />

Archadius 5<br />

Arcle zie Arkel<br />

Ardennen (Ardenen) 15, 16, 23, 28, 309<br />

graaf 27, 30<br />

Arenberg (Arenborch)<br />

heer 308, 346<br />

Arenberg (Arenberch, Arenborch), Robrecht<br />

<strong>van</strong> (Robbrecht <strong>van</strong>) 306, 308, 309, 346<br />

^,Willem <strong>van</strong> 260<br />

Arendonk (Arendonck) 1<br />

Arennest, Hendrik<strong>van</strong> (Henricus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 153<br />

^, <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> (Petrus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 162, 183<br />

Argenteau (Arkenteel) 77<br />

Argenton<br />

abdij 1<br />

Argoingien zie Argonne<br />

Argon zie Aragön<br />

Argonne (Argoingien) 344<br />

Arkel (Arcle)<br />

heer 60, 209<br />

Arkel, Hendrik<strong>van</strong> (Henricus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 72, 74, 78<br />

^, Jan <strong>van</strong> (Iohannes de) 250, 259<br />

onderschout <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 217,<br />

229<br />

ridder, heer <strong>van</strong> Oijen 252<br />

^, Jan <strong>van</strong> (Iohannes de), zoon <strong>van</strong> <strong>Peter</strong><br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 192, 197,<br />

269, 290<br />

^, Rutger <strong>van</strong> (Rutgerus de)<br />

secretaris <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 201<br />

Arkenteel zie Argenteau<br />

Arles (Aerle Blanc) 18<br />

Armagnac (Arminac)<br />

graaf 193, 194<br />

Armenie« 9<br />

Arminac zie Armagnac<br />

Armuyen zie Arnemuiden<br />

Arnemuiden (Arremuyen, Armuyen) 224,<br />

303<br />

Arnhem 204, 210, 258, 301, 329, 330<br />

Arnoud (Arnoldus, Arnout, Arnt, Art)<br />

heilige, markgraaf <strong>van</strong> het Heilige<br />

Roomse Rijk, bisschop <strong>van</strong> Metz 15-16<br />

proost <strong>van</strong>Wassenberg 66<br />

<strong>van</strong> Egmond, hertog <strong>van</strong> Gelre en Gulik<br />

(1423-1465, 1471-1473) 157, 192, 203,<br />

204, 206, 207, 209, 234, 240, 254, 255<br />

graaf <strong>van</strong> Loon 56<br />

heer <strong>van</strong> Kraainem 57<br />

heer <strong>van</strong> Wezemaal, maarschalk <strong>van</strong> Brabant<br />

56<br />

392


Arnoud, zoon <strong>van</strong> Arnoud, alias Barbier<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 269<br />

^, zoon <strong>van</strong> Berthoud<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 53<br />

^, zoon <strong>van</strong> Dirk Arntzs.<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 317<br />

^, zoon <strong>van</strong> Gijsbert Heer<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 185<br />

^, zoon <strong>van</strong> Nicolaas<br />

stadhouder <strong>van</strong> Herpen 174<br />

^, zoon <strong>van</strong> Rover<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 79<br />

^, zoon <strong>van</strong>Willem Heymans<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 204,<br />

235<br />

^, zoon <strong>van</strong>Wolfhard<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 137, 142<br />

Arnt zie Arnoud<br />

Arremuyden zie Arnemuiden<br />

Arschot zie Aarschot<br />

Arssen zie Arcen<br />

Art zie Arnoud<br />

Arthur (Artur)<br />

koning <strong>van</strong> Engeland 13<br />

Artois (Artoys) 182, 193, 203, 219, 222<br />

graaf 39, 67, 112, 113, 144<br />

graafschap 221, 256<br />

gravin 118<br />

Artois, Robrecht <strong>van</strong> (Robbert) 39<br />

Artur zie Arthur<br />

Askanie« (Aschanie), geslacht genoemd naar<br />

kasteel in Duitsland<br />

prins 306<br />

graaf 307<br />

Asia zie Azie«<br />

Asperen (Aspren) 341-343<br />

Asse (Assche) 1, 2, 80<br />

heer 133<br />

Asse (Assche), Robrecht <strong>van</strong> (Robbrecht<br />

<strong>van</strong>) 57<br />

Asten 234, 321<br />

Asya zie Azie«<br />

Athene 21<br />

Atrecht 152, 193<br />

Attila<br />

koning <strong>van</strong> de Goten 13<br />

Audekerc zie Aldekerk<br />

Auenioen zie Avignon<br />

Auennes zie Avesnes<br />

Augustinus (Augustyn), heilige 10, 42<br />

Augustus (Octauiaen, Octauianus Augustus)<br />

keizer <strong>van</strong> Rome 6-10<br />

Augustyn zie Augustinus<br />

Ausbert (Ausbeert)<br />

markgraaf <strong>van</strong> het Heilige Roomse Rijk<br />

15<br />

Ausbrugge(n), tolplaats (niet ge|« denti¢ceerd)<br />

146, 273<br />

Ausoire zie Auxerre<br />

Austria zie Oostenrijk<br />

Autbertus (Autbeert), heilige<br />

bisschop <strong>van</strong> Cambrai 14<br />

Auvergne (Aluerne)<br />

koninkrijk 340<br />

hertog 70<br />

graaf 34<br />

Auxerre (Ausoire) 152<br />

Averbode (Euerbode)<br />

abdij 1<br />

Avesnes (Auennes) 221<br />

Avignon (Auenioen) 18<br />

Aykens, Arnoud (Arnoldus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 74-76<br />

^, Jan (Iohannes)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 66, 67;<br />

zie ook Jan<br />

Aystol¡ zie Aistulf<br />

Aywie© res (Ewyers)<br />

abdij 1<br />

Azie« (Asia, Asya) 2, 3<br />

Azincourt 127<br />

B<br />

393<br />

Babilonie« (Babilonien)<br />

koning 35<br />

Back, Jan (Iohannes), ridder<br />

schepen en burgemeester <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

215, 248, 261, 265, 270, 289,<br />

295, 306<br />

^, Matthijs (Mathias, Mathys)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 151, 252<br />

rentmeester <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 96<br />

^, Otto<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 299<br />

Baden (Badem)<br />

markgraaf 194<br />

Baesweiler (Bauswilder) 88, 98


Baexen (Baecx, Baex), Jan <strong>van</strong> (Ian <strong>van</strong>,<br />

Iohannes de), ridder<br />

drossaard <strong>van</strong> Gorinchem 307<br />

laagschout <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 311,<br />

314, 340<br />

heer <strong>van</strong> Rosmalen 302<br />

Baioonen zie Bayonne<br />

Bakel 234, 302, 321<br />

Balveren (Balueren), Jan <strong>van</strong> (Ian <strong>van</strong>)<br />

kapitein 303, 324<br />

Balyart, Gerard (Gerardus)<br />

schepen 142, 153, 192<br />

^, Jan (Iohannes)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 126,<br />

140, 151, 153, 156<br />

Bar (Baren)<br />

hertogdom 31, 215<br />

graaf 52, 67, 70, 71<br />

Barbara, heilige 9<br />

Barbier zie Arnoud<br />

Baren zie Bar<br />

Bartholdus zie Berthoud<br />

Bartholomeus, zoon <strong>van</strong> Dirk<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 72<br />

Barthout (Bartout) zie Berthout<br />

Bartram zie Bertram<br />

Baruth zie Beirut<br />

Basel (Basell) 112, 151<br />

Basijn (Basyn), Jan (Iohannes)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 75, 78<br />

Bastart, Nicolaas den (Claes den) 100<br />

Basyn zie Basijn<br />

Batenborch (Bathenborch) zie Batenburg,<br />

Bronkhorst<br />

Batenburg (Batenborch, Bathenborch)<br />

245, 288, 329, 330<br />

heer 245, 246, 255, 330<br />

jonker 329<br />

Bathen (Bathens., Bathenzoon), Gerard<br />

(Gerardus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 118, 194<br />

^, Jan (Iohannes)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 151,<br />

153, 163, 252<br />

Baue zie Bavo<br />

Bauswilder zie Baesweiler<br />

Bavo (Baue), heilige 14<br />

Bayonne (Baioonen) 347<br />

Beamont zie Beaumont<br />

Beatrijs (Beatris) <strong>van</strong> Brabant<br />

landgravin <strong>van</strong>ThÏringen 39<br />

Beauays zie Beauvais<br />

Beaumont (Beamont)<br />

heer 67<br />

Beauvais (Beauays, Beauuays, Beuays) 136,<br />

205; zie ook Sinte-Luciaan<br />

hertog en bisschop 40<br />

Becker, Christiaan (Christianus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 180, 185,<br />

192, 233<br />

^, Emond de (Emond die)<br />

deken <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 339<br />

^, Hendrik (Henricus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 115, 126,<br />

159<br />

^, Zegebert de (Zebert die)<br />

deken <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 339<br />

Beeck zie Beek en Hilvarenbeek<br />

Beek (Beeck, Beke), Arnoud <strong>van</strong> (Arnoldus<br />

de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 99<br />

^, Gozewijn <strong>van</strong> (Goessewinus de, Goeswinus<br />

de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 173, 176,<br />

223<br />

^, Jan <strong>van</strong> (Ian <strong>van</strong>)<br />

schout <strong>van</strong> <strong>Os</strong>s 96<br />

Beemen zie Bohemen<br />

Beers (Berse), Dirk<strong>van</strong> (Theodericus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 176, 185<br />

^, Jan <strong>van</strong> (Iohannes de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 138, 142<br />

^, Jan <strong>van</strong> Erp alias <strong>van</strong> (Iohannes de Erpe<br />

alias de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 345<br />

^, Nicolaas <strong>van</strong> (Nycolaus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 153<br />

^,Wouter <strong>van</strong> (Wolterus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 185<br />

Beersel (Bersele)<br />

heer 230<br />

Begge, heilige<br />

hertogin <strong>van</strong> Brabant 16, 30<br />

Behemen zie Bohemen<br />

Beieren (Beyeren)<br />

heer 213<br />

hertog 39, 108, 128, 330<br />

Beijs (Beys), Arnoud (Arnoldus, Arnt)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 290<br />

raad <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 339<br />

394


Beirck zie Berck<br />

Beirut (Baruth) 35<br />

Beke zie Beek en Hilvarenbeek<br />

Belly, Andreas <strong>van</strong> (Andries <strong>van</strong>)<br />

kapitein 138<br />

Benedictus, heilige<br />

abt <strong>van</strong> Montecassino 14, 19<br />

Berchem (Berthem),Wouter <strong>van</strong> 57<br />

Berchen zie Berghem<br />

Bercheyck zie Bergeyk<br />

Berck (Beirck), Gerard <strong>van</strong> (Gerardus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 126, 142,<br />

151<br />

^, Hendrik<strong>van</strong> (Henricus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 235<br />

^, Jacob <strong>van</strong> (Iacobus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 183<br />

Berckel zie Berkel<br />

Berg (Berge, Montensis)<br />

hertog 209, 210<br />

graaf 44, 330<br />

heer 157<br />

Berga 22<br />

Berge zie Berg<br />

Berge,Willem <strong>van</strong> den 131<br />

Bergen<br />

heer 198<br />

huis 337<br />

Bergen (Henegouwen) 138, 139, 215<br />

Bergen (Bergis), Cornelis <strong>van</strong> (Cornelius<br />

de) 284, 285, 287, 288, 310<br />

heer <strong>van</strong> Berlicum en Schijndel 302<br />

heer <strong>van</strong> Zevenbergen en Grevenbroek<br />

254<br />

^, Hubert <strong>van</strong>, bastaard, jonker<br />

hoogschout <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 344<br />

^, Jan <strong>van</strong> (Iohannes de) 290, 285<br />

heer <strong>van</strong> Bergen enWalhain 284<br />

^, Maximiliaan<strong>van</strong> (Maximiliaen <strong>van</strong>), jonker<br />

254<br />

Bergen op Zoom (Bergen, Bergen opten<br />

Zoem, Bergen opten Zoom, Bergen op<br />

den Zoom) 1, 79, 141, 224, 231, 237, 286<br />

heer 56, 102, 284<br />

Bergeyk (Bercheyck) 306<br />

Berghem (Berchen) 94-97, 234, 323<br />

Berkel (Berckel), Albert <strong>van</strong> (Aelbertus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 323<br />

^, Gerard <strong>van</strong> (Gerardus de)<br />

395<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 97, 99,<br />

100, 102, 107, 109, 111, 123, 126, 171,<br />

248, 249, 295<br />

^, Gerard <strong>van</strong> (Gerardus de), zoon <strong>van</strong> Gerard<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 345<br />

^, Gozewijn <strong>van</strong> (Goeswinus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 124<br />

^, Jan <strong>van</strong> (Iohannes de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 126, 137,<br />

292, 312, 327, 341, 348<br />

^, Nicolaas <strong>van</strong> (Nycolaus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 74-76,<br />

201<br />

Berlaar (Berlair) 31<br />

Berlaar (Berlair), Jan <strong>van</strong> (Ian <strong>van</strong>, Iohan<br />

<strong>van</strong>)<br />

heer <strong>van</strong> Helmond en Keerbergen 108,<br />

110<br />

^, Jan Berthout (Ian Barthout), genaamd<br />

<strong>van</strong><br />

heer <strong>van</strong> Keerbergen 56<br />

Berlicum (Berlyckem, Berlykem) 159, 216,<br />

217, 302<br />

Bernard, heilige 1, 29, 32, 33<br />

Bernardinus (Bernardyn), heilige 158<br />

Bernburg (Bernburch)<br />

heer 306, 307<br />

Berne<br />

abdij 217<br />

Bernhard (Bernardus, Bernart)<br />

heer <strong>van</strong> Bornival, drossaard <strong>van</strong> Brabant<br />

84<br />

zoon <strong>van</strong> Jan, ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

217<br />

Berry (Berrii)<br />

hertogdom 135<br />

hertog 70, 182, 192-194<br />

Berse zie Beers<br />

Bersele zie Beersel<br />

Berta (Berthe), heilige<br />

koningin <strong>van</strong> Frankrijk 20<br />

Berthem zie Berchem<br />

Berthoud (Bartoldus), zoon <strong>van</strong> Dirk<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 75, 78<br />

Berthout (Barthout, Bartout), de Grote<br />

heer <strong>van</strong> Mechelen 41<br />

^, Arnoud (Arnout, Arnt); zie ook Gerard,<br />

Wouter heer <strong>van</strong> Grimbergen, half Me-


chelen, Du¡el, Walem, Rumst, Heist,<br />

Herlaar, Geel, Retie, Berlaar, Postel<br />

31, 32<br />

^, Floris (Florens, Florys)<br />

heer <strong>van</strong> Mechelen 56, 60, 70<br />

^, Hendrik (Henric)<br />

heer <strong>van</strong> Du¡el en Geel 56<br />

^, Jan (Ian)<br />

heer <strong>van</strong> half Mechelen 53<br />

^, Jan (Ian), genaamd <strong>van</strong> Berlaar<br />

heer <strong>van</strong> Keerbergen 56<br />

Bertilia 14<br />

Bertram (Bartram, Bertramus), zoon <strong>van</strong><br />

Godfried <strong>van</strong> Hedel<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 185<br />

^, zoon <strong>van</strong> Jan<br />

dienaar <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 250<br />

^, zoon <strong>van</strong> Jan<br />

gezworen knaap <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

212<br />

Berwout, Arnoud (Arnoldus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 75, 78,<br />

86, 104, 153, 180<br />

^, Arnoud (Arnoldus), zoon <strong>van</strong> Rudolf<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 161,<br />

176, 185<br />

^, Dirk (Theodericus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 101,<br />

109, 118<br />

^, Godfried (Godefridus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 133<br />

^, Hendrik (Henricus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 153<br />

^, Jan (Iohannes)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 133<br />

^, Maarten (Martinus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 111<br />

^, Maarten (Martinus), zoon <strong>van</strong><br />

Arnoud<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 176<br />

^, Rudolf (Rodolphus, Roelo¡)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 126, 128<br />

^, Rutger (Rutgerus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 183<br />

Best, Jan <strong>van</strong> (Iohannes de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 115,<br />

123, 151, 252<br />

^, <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> (Petrus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 119,<br />

125, 130, 142, 151, 153, 162, 163<br />

Besyn<br />

heer, baljuw <strong>van</strong> Henegouwen 342<br />

Bethlehem (Bethleem) 10<br />

Beuays zie Beauvais<br />

Bever (Beuer), Arnoud de (Arnoldus die)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 80<br />

^, Jan de (Iohannes die)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 310<br />

^, Rudolf de (Rodolphus die)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 163<br />

^, Rudolf de (Rodolphus die), zoon <strong>van</strong> Rudolf<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 183, 201,<br />

234, 267<br />

Beueren<br />

heer 342<br />

Beyeren zie Beieren<br />

Beys zie Beijs<br />

Bierbeek (Bierbeeck, Bierbeecke, Bierbeke,<br />

Byerbeke) 2, 41<br />

Land <strong>van</strong> 41<br />

heer 32<br />

Biervliet 129<br />

Bigaerden zie Groot-Bijgaarden<br />

Billoen zie Godfried<br />

Bilsemans, Otto<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 87<br />

Bilzen (Bilsen) 197; zie ook Munsterbilzen<br />

Bisschayen zie Gascogne<br />

Blaasveld (Blaesvelt)<br />

heer 66<br />

Bladel, Arnoud <strong>van</strong> (Arnoldus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 138<br />

^, Godschalk<strong>van</strong> (Godescalcus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 45, 74-76,<br />

78, 79, 84<br />

^, Jacob <strong>van</strong> (Iacob <strong>van</strong>)<br />

deken <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 340<br />

^,Wouter <strong>van</strong> (Wolterus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 66, 67<br />

Blaesvelt zie Blaasveld<br />

Blanche (Blancke), heilige<br />

koningin <strong>van</strong> Frankrijk 40<br />

Blangy (Blangiis, Blangys) bij Saint-Josse sur<br />

Mer, Frankrijk 127<br />

Blitildis, heilige 15<br />

Blitterswyc, Dirk<strong>van</strong> (Dirc <strong>van</strong>) 266<br />

Blois (Bloys) 25<br />

graaf 76, 87, 89<br />

Boc,Jande(Iande)<br />

396


hertogelijk klerk en rentmeester <strong>van</strong> ¢nancie«<br />

n 131<br />

Bockingem zie Buckingham<br />

Boechem, Amelis <strong>van</strong> (Amelius de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 165, 180,<br />

192, 202, 212<br />

Boechout (Bouchout) 2<br />

heer 102, 173, 193<br />

Boechout<br />

^, Daniel <strong>van</strong> 56<br />

^, Daniel heer <strong>van</strong> Boechout en Loenhout,<br />

burggraaf<strong>van</strong> Brussel 173<br />

Boemel zie Zaltbommel<br />

BoemelreWert zie Bommelerwaard<br />

Boemont zie Bohemond<br />

Boergoendien zie Bourgondie«<br />

Boert, Jordaan <strong>van</strong> (Ioirdaen <strong>van</strong>, Iordanus<br />

de)<br />

provisor <strong>van</strong> het Groot Begijnhof in<br />

's-Hertogenbosch 304<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 265, 289,<br />

297, 310, 340<br />

Boest, Arnoud (Arnoldus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 153<br />

^, Arnoud Rover (Arnoldus Roever)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 234<br />

^, Gerard (Gerardus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 162, 180<br />

^, Godfried (Godefridus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 156, 159<br />

Boeuerye zie Bouverie<br />

Bogart, Lambert (Lambertus) 315<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 294, 299,<br />

312, 327, 341, 348<br />

raad <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 339<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 283<br />

Bohemen (Beemen, Behem, Bohemia)<br />

hertogdom 34<br />

koning 29, 57, 61, 66-69, 71, 76, 77, 79,<br />

83, 94, 125<br />

koninkrijk 34<br />

Bohemond (Boemont)<br />

heer <strong>van</strong> Antiochie« 24<br />

Boijen (Boyen), Laurens (Laurencius)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 98, 99<br />

Bokhoven (Buchouen) 234<br />

heer 254, 279, 307, 322, 330<br />

Bokhoven (Buchouen), Maarten <strong>van</strong> (Martinus<br />

de)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 185<br />

397<br />

^, Nicolaas <strong>van</strong> (Nycolaus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 317, 340<br />

^,Willem<strong>van</strong> (Willelmus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 204, 261,<br />

267, 283<br />

Bolck (Bolcx), Jan (Ian)<br />

rentmeester zonder ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong><br />

's-Hertogenbosch 338<br />

^,Wouter (Wolterus)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 248,<br />

279<br />

Bommelerwaard (Boemelre Werdt, BoemelreWert)<br />

88, 239-242, 318, 322<br />

Bonauentura zie Bonaventura<br />

Bonaventura (Bonauentura), heilige 39, 248<br />

Bonen zie Boulogne<br />

Bonifacius<br />

VIII, paus (1294-1303) 75<br />

heilige, bisschop <strong>van</strong> Mainz 19<br />

Bonn (Bonne) 12, 44<br />

Bont, Jan (Ian)<br />

kanselier <strong>van</strong> de Raad <strong>van</strong> Brabant 142<br />

Boonen zie Boulogne<br />

Borchacker, Hendrik <strong>van</strong> den (Henricus<br />

<strong>van</strong> den)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 133<br />

Borchgreve (Borchgreue), Dirk de (Dirc<br />

die,Theodericus die)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 204, 233,<br />

259, 263, 269, 292, 297, 323<br />

raad <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 339<br />

^, Dirk de (Theodericus die), zoon <strong>van</strong> Dirk<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 327, 341,<br />

348<br />

^, <strong>Peter</strong> de (Petrus die)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 295, 333,<br />

343<br />

gezworene <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 339<br />

^, Rijkhoud de (Rycoldus die)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 156, 194<br />

Borchloen zie Borgloon<br />

Bordon zie Haley<br />

Borges zie Burgos<br />

Borgloon (Borchloen) 197<br />

Borlammont zie Bourlarmont<br />

Born (Borne) 92<br />

heer 60, 90; zie ookValkenburg<br />

Born (Born), Jan <strong>van</strong> (Ian <strong>van</strong> den)<br />

heer <strong>van</strong> Herpen 95-96<br />

^, Reinoud <strong>van</strong> (Reynaut <strong>van</strong> den) 93


Borne zie Born enVoorne<br />

Bornival (Bourgevail)<br />

heer 84<br />

Bosch, Den -, zie 's-Hertogenbosch<br />

Bosch (Busco), Gerlach <strong>van</strong> den (Geerlaec<br />

<strong>van</strong> den, Geerlic <strong>van</strong> den) 54, 56, 57<br />

^, Gerung <strong>van</strong> den (Gerongius de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 263<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 210<br />

^, Godfried <strong>van</strong> den (Goyart <strong>van</strong> den), ridder<br />

57<br />

^, Jan <strong>van</strong> den (Ian <strong>van</strong> den) 332<br />

^,Willem<strong>van</strong> den (Willelmus <strong>van</strong> den,Willelmus<br />

de), meester 242<br />

burgemeester <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

288<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 201,<br />

261, 265, 279, 290, 297, 306<br />

raad <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 239<br />

secretaris <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 198,<br />

263<br />

Bouboin zie Bourbon<br />

Bouchout zie Boechout<br />

Boudewijn (Boudewyn, Boudewiin)<br />

koning <strong>van</strong> Jeruzalem 28, 29<br />

Bouler (Bouter),Willem <strong>van</strong> 56<br />

Boulogne (Bonen, Boonen, Boulonoys) 6,<br />

7, 347<br />

graaf 28<br />

graafschap 221<br />

Boulonoys zie Boulogne<br />

Bourbon (Bouboin) 212<br />

hertogdom 135<br />

hertog 69, 125, 193, 194<br />

hertogin 182<br />

Bourbon (Bourboen), Isabella <strong>van</strong> (Ysabeel<br />

<strong>van</strong>)<br />

hertogin <strong>van</strong> Bourgondie« en Brabant<br />

194, 219<br />

Bourbonnais (Bourbonnoys) 193<br />

Bourgevail zie Bornival<br />

Bourgondie« (Boergoendien, Bourgoendien,<br />

Bourgoindia, Bourgoindie, Bourgoindien,<br />

Bourgoingien, Burgoindien,<br />

Burghunghien, Burghungyen) 14, 18,<br />

41, 118, 134, 139, 152, 195, 212, 221,<br />

219, 222<br />

hertogdom 70, 97, 135, 182, 221<br />

graafschap 218, 221, 256 (=Franche-<br />

Comtë)<br />

hertog 25, 40, 41, 70, 97, 111-113, 135,<br />

140, 144, 153, 156, 159-162, 164, 165,<br />

167, 170, 173, 176, 180, 183-185, 195,<br />

196, 200, 204, 205, 210, 211, 269, 283,<br />

272, 290, 335, 340<br />

hertogin 118, 223, 313, 318, 329<br />

graaf 112, 113, 144<br />

gravin 118, 313, 318, 329<br />

kanselier 125, 221<br />

Bourgondie« (Boergoendien, Bourgoendien,<br />

Bourgoindia, Bourgoindie, Bourgoindien,<br />

Bourgoingien, Burgoindien), Anton<br />

(Anthonys) bastaard <strong>van</strong> 182, 183, 218,<br />

221<br />

^, Cornelis, bastaard <strong>van</strong><br />

gouverneur <strong>van</strong> Luxemburg 171<br />

^, David, bastaard <strong>van</strong><br />

bisschop <strong>van</strong> Terwaan en Utrecht 180,<br />

181, 248<br />

^, Filips (Philips), bastaard <strong>van</strong><br />

admiraal ter zee en kapitein 319, 320<br />

Bourlarmont (Borlammont), Reinier <strong>van</strong><br />

(Reyner <strong>van</strong>)<br />

heer <strong>van</strong> Bruye© re 57<br />

Bouter zie Bouler<br />

Boutersem (Bouterssem, Bouterzem) 2<br />

Bouverie (Boeuerye), Jan <strong>van</strong> der (Ian <strong>van</strong><br />

den/der)<br />

heer <strong>van</strong> Wieiries en hoofd <strong>van</strong> de Grote<br />

Raad 223, 230<br />

Boxhoern, Daniel (Danel, Daniell) 237-239<br />

Boxtel (Bucstel) 2, 95, 108, 328<br />

Stapelen 328<br />

heer 279, 328<br />

persoon 239, 242, 258, 259<br />

Boxtel (Bucstel), Amelis <strong>van</strong> (Amelius de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 45<br />

Boyen zie Boijen<br />

Brabant (Brabantia) passim<br />

hertog passim<br />

ruwaard 113, 117, 118, 137, 138<br />

drager <strong>van</strong> het gouden zwaard (lator aurei<br />

gladii) 284<br />

drossaard 66, 84, 104, 122, 148, 170, 227,<br />

232, 276, 277<br />

eerste kamerling 230<br />

kanselier 125, 142, 145, 148, 162, 163,<br />

166, 177, 179, 180, 219, 223, 230, 231,<br />

237-239, 259, 266, 267, 273, 276, 284,<br />

295, 349, 350<br />

398


lator aurei gladii zie drager <strong>van</strong> het gouden<br />

zwaard<br />

maarschalk 56<br />

rentmeester 125, 131, 148, 276<br />

seneschalk 78<br />

warandmeester 170<br />

Leenhof 148, 154, 227, 232, 277<br />

Raad 80, 120, 142, 145, 148, 150, 157,<br />

162, 163, 166, 168, 170, 175, 177, 179,<br />

180, 203, 211, 217, 223-225, 228, 230-<br />

232, 237-239, 266, 267, 273, 275, 276,<br />

291, 292, 295, 328 ; zie ook kanselier<br />

Rekenkamer 224, 228, 231, 232, 236<br />

Staten 2, 113, 142, 143, 159, 168, 171,<br />

173, 183, 195, 205, 225, 227, 228, 230-<br />

232, 239, 247, 255, 256, 261, 268, 273,<br />

276-278, 287, 288, 302, 303, 316, 335,<br />

349, 350<br />

tolkamer(s) 225<br />

Brabon 4-5<br />

koning <strong>van</strong> Frankrijk 9<br />

koning <strong>van</strong> Keulen, markgraaf <strong>van</strong> het<br />

Heilige Roomse Rijk 10<br />

koning <strong>van</strong> Keulen en ThÏringen, markgraaf<br />

<strong>van</strong> het Heilige Roomse Rijk 6-9<br />

`prins' <strong>van</strong> Brabant, markgraaf <strong>van</strong> het<br />

Heilige Roomse Rijk 11-13<br />

heer in Sicambrie« 5<br />

Brabon Silvius (Siluius)<br />

heer in Sicambrie« 4<br />

Braine-le-Comte (Brain, Braine) 138<br />

Brandenburg (Brandenborch)<br />

markgraaf 29, 75, 342<br />

Brant zie Rover<br />

Brauweiler (Bruwilder) bij Keulen, Duitsland<br />

67<br />

Brebaert, Hendrik (Henric) 266<br />

Brecht, Godfried <strong>van</strong> (Goyard <strong>van</strong>, Goyaert<br />

<strong>van</strong>) 126, 127<br />

^, Gozewijn <strong>van</strong> (Goeswinus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 252, 258,<br />

264, 289, 295, 306, 317, 338, 339<br />

burgemeester <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 270<br />

Breda 1, 2, 79, 321, 327, 338, 344<br />

Land <strong>van</strong> 311<br />

heer 56, 102, 155; zie ook Liedekerke<br />

Breda, Michiel <strong>van</strong> (Michael de)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 194<br />

Brederode 92<br />

^, Gijsbrecht <strong>van</strong><br />

399<br />

domproost, elect <strong>van</strong> Utrecht 181<br />

^,Walraven <strong>van</strong> 181<br />

Bree (Breen) 197<br />

Breisach (Brisack) 213<br />

Bremen (Breemen)<br />

bisschop 108, 347<br />

Bresse<br />

gouverneur 342<br />

Bretagne (Britanien)<br />

hertog 193, 194<br />

Breugel (Broegel) 312<br />

Breugel (Broegel), Jan <strong>van</strong> (Iohannes de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 346<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 343<br />

^, Lambert Willemss. <strong>van</strong> 259<br />

Breyll (Bryel) tussen Ve<strong>nl</strong>o en Viersen,<br />

Duitsland 326<br />

Breyn (Breyne) zie Braine-le-Comte<br />

Brimeu, Guy de, heer <strong>van</strong> Humbercourt,<br />

graaf <strong>van</strong> Megen 221<br />

Brisack zie Breisach<br />

Britaensche Zee 1<br />

Britanien zie Bretagne en Brittannie«<br />

Brittannie« (Britanien)<br />

koning 15<br />

Broechouen zie Broekhoven<br />

Broechuysen zie Broekhuizen<br />

Broeck (Broec, Broeck, Palude), Anton <strong>van</strong><br />

den (Anthonius <strong>van</strong> den)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 173<br />

^, Gerard <strong>van</strong> den (Gerardus <strong>van</strong> den, Gerardus<br />

de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 185<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 215<br />

^, Gozewijn <strong>van</strong> den (Goessen <strong>van</strong> den,<br />

Goeswinus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 305<br />

raad <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 339<br />

^, Gijsbert <strong>van</strong> den (Ghiselbertus <strong>van</strong> den,<br />

Ghysbertus <strong>van</strong> den)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 180<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 171<br />

^, Lambert <strong>van</strong> den (Lambertus <strong>van</strong> den)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 252, 306,<br />

346<br />

^, Rudolf <strong>van</strong> den (Rodolphus <strong>van</strong> den)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 292, 314,<br />

341<br />

^,Tielman <strong>van</strong> den (Tyelman <strong>van</strong> den)<br />

bouwmeester <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 333


^,Wouter <strong>van</strong> den (Wolterus <strong>van</strong> den)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 210<br />

gezworene <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 212<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 192<br />

Broeder,Willem (Willelmus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 115, 124<br />

Broegel zie Breugel<br />

Broekhoven (Broechouen), Henricus de<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 317<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 310<br />

Broekhuizen (Broechuysen), heer Willem<br />

<strong>van</strong> 110<br />

Bronkhorst (Bronchorst), Dirk <strong>van</strong> (Dirck<br />

<strong>van</strong>)<br />

heer <strong>van</strong> Batenburg en Anholt 255<br />

^, Jacob <strong>van</strong> (Iacob <strong>van</strong>)<br />

jonker, heer <strong>van</strong> Batenburg en Anholt<br />

245, 246<br />

^, Jan <strong>van</strong> (Ian <strong>van</strong>)<br />

domproost <strong>van</strong> MÏnster en heer <strong>van</strong><br />

Oijen 255<br />

Bronkhorst (Bronchorst) en <strong>van</strong> Batenburg<br />

(de/<strong>van</strong> Batenborch), Dirk <strong>van</strong><br />

(Dirck<strong>van</strong>,Theodericus de)<br />

heer <strong>van</strong> Oijen 249, 254<br />

^, Jan <strong>van</strong> (Ian <strong>van</strong>, Iohannes de)<br />

domproost <strong>van</strong> MÏnster en heer <strong>van</strong><br />

Oijen 249, 254<br />

Brouwershaven (Brouwershauene) 140<br />

Brucus zie Brutus<br />

Bruessel (Bruessele, Bruessell) zie Brussel<br />

Brugge (Brug, Brugge) 152, 158, 195, 197,<br />

199, 221, 264, 336<br />

Cranenborch 264<br />

Bruggen, Gerard <strong>van</strong> der (Gerardus <strong>van</strong><br />

der)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 312<br />

Brugman, Matthijs (Mathias)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 297<br />

Bruheze, Jan <strong>van</strong> (Iohannes de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 97-99,<br />

101, 115<br />

Bruist (Bruyst) zie Ambrosius<br />

Brunswijk (Bruynswiic, Bruynswiick,<br />

Bruynswyc, Bruynswyck)<br />

hertog 213, 233, 325-328, 330, 334<br />

heer 233<br />

Brussel (Bruessel, Bruessele, Bruessell,<br />

Bruxella) 1, 27, 29-31, 52, 55, 56, 61,<br />

79, 80, 82, 83, 85, 99, 103, 104, 106,<br />

119, 120, 122, 123, 125, 130, 136, 141-<br />

144, 158, 173, 180, 182, 193, 195, 196,<br />

200, 199, 231, 264, 268, 276, 285-287,<br />

289, 302, 316, 321, 324, 331, 336, 338,<br />

340, 342, 347, 349, 350<br />

graaf 28<br />

gravin 27<br />

burggraaf 57, 66, 173<br />

schepenen 126, 127<br />

Rekenkamer 236<br />

abdij Ter Kameren 1<br />

broeders <strong>van</strong> Onze-Lieve-Vrouw 119<br />

kerk<strong>van</strong> Sint-Goedele 14, 29, 55, 340<br />

proosdij <strong>van</strong> de kapellekerk 31<br />

regulieren op de Koudenberg 22<br />

minderbroeders 52, 72<br />

Brussel, Kwartier 1<br />

Brutus (Brucus) 4, 6, 8<br />

Bruwilder zie Brauweiler<br />

Bruxella zie Brussel<br />

Bruye© re (Bruyre)<br />

heer 57<br />

Bruynswiick (Bruynswyc, Bruynswyck,<br />

Bruyswyc) zie Brunswijk<br />

Bruyst zie Ambrosius<br />

Bryel zie Breyll<br />

Buchouen zie Bokhoven<br />

Buck, Ludolf (Ludolphus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 155, 161,<br />

165, 180, 185, 194, 212, 235<br />

raad <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 229<br />

Buckingham (Bockingem)<br />

graaf 257<br />

Bucstel zie Boxtel<br />

Bucxken zie Buxken<br />

Budel (Buedel) 298<br />

Bueren zie Buren<br />

Builloen zie Godfried<br />

Buren (Bueren) 192<br />

graaf 330, 347, 350<br />

Buren (Bueren), Otto <strong>van</strong> (Ott <strong>van</strong>) 58<br />

^, Lambert <strong>van</strong> (Lambrecht <strong>van</strong>) 258-259<br />

Burgoindien zie Bourgondie«<br />

Burgos (Borges) 305<br />

Burghunghien, Burghungyen zie Bourgondie«<br />

Busciducensis, Buscoducis zie 's-Hertogenbosch<br />

Busco zie Bosch en 's-Hertogenbosch<br />

400


Bussel, Lodewijk<strong>van</strong> (Lodouicus de, Ludovicus<br />

de), zoon <strong>van</strong> Albert<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 75, 78<br />

Buxken (Bucxken), Dirk (Theodericus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 74, 75,<br />

77, 78, 84<br />

Bye, Gijsbert de (Ghysbertus die)<br />

meester, deken <strong>van</strong> het kapittel <strong>van</strong><br />

's-Hertogenbosch 284, 285<br />

^, Godfried de (Godefridus die, Goyart die)<br />

259<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 279<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 234<br />

^, Hendrik de (Henrick die), meester 252<br />

Byerbeke zie Bierbeek<br />

Byessen zie Aldenbiezen<br />

C, zie ook K<br />

Caen (Cane) 76<br />

Caerle zie Karel<br />

Caesar (Iulius Cesar, genaamd Gayus) 5-8<br />

Calabrie« (Calabren) 24<br />

hertog 193, 194, 215<br />

Calais (Caleys) 76, 77, 152, 214<br />

Calixtus III<br />

paus (1168-1178) 180, 181<br />

Calloe zie Kallo<br />

Calvarieberg (Berch <strong>van</strong> Calvarien) 29<br />

Cam zie Cham<br />

Cambrai (Cameric, Cameriic, Cameryc) 7,<br />

13, 75, 165, 313, 316, 318<br />

bisschop 14, 123<br />

Camdonc (Campdonc), <strong>Peter</strong> <strong>van</strong><br />

kanselier <strong>van</strong> Brabant 125<br />

Cameren, Godfried uter (Godefridus uuyter)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 74<br />

Cameric, Cameriic, Cameryc zie Cambrai<br />

Campdonc zie Camdonc<br />

Campebas zie Campobasso<br />

Campen, Arnoud <strong>van</strong> (Arnoldus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 204, 234,<br />

269<br />

^, Maarten <strong>van</strong> (Martinus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 254, 283,<br />

297, 310, 323, 340, 345<br />

Campobasso (Campebas)<br />

graaf 215<br />

Cane zie Caen<br />

401<br />

Capellen opten Bossche zie Kapelle-opden-bos<br />

Cappel zie Kapellen<br />

Carpen (Carpensis) zie Kerpen<br />

Carthago (Carthagen) 4<br />

Cassandra 3<br />

Cassele zie Kassel<br />

Castella, Castilie(n), Castillien zie Kastilie«<br />

Castistrano, Jan <strong>van</strong> (Iohannes de) 181<br />

Catalonie« (Catheloingien) 21<br />

Catharina (Katheryn)<br />

heilige 10<br />

<strong>van</strong> Frankrijk, koningin <strong>van</strong> Engeland<br />

134, 257<br />

<strong>van</strong> Frankrijk, gravin <strong>van</strong> Charolais 152<br />

<strong>van</strong> Gelre 222<br />

Catheloingien zie Catalonie«<br />

Catten Ryt 117<br />

Caux<br />

Land <strong>van</strong> 206<br />

Cchymaii zie Chimay<br />

Cecilia, heilige 9<br />

Cecilia, Cecilien zie Sicilie«<br />

Ceelken zie Marcelis<br />

Celen (Selen), Hendrik (Henric)<br />

raad <strong>van</strong> de hertog 216<br />

rentmeester <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 203,<br />

216<br />

Cesar zie Caesar<br />

Chairle zie Karel<br />

Chairloys zie Charolais<br />

Chaª lons-sur-Marne (Chalon)<br />

graaf en bisschop 40<br />

Cham (Cam) 2, 3<br />

Champagne (Champaingnie, Champanien)<br />

40, 135<br />

graaf 40<br />

Chantraine (Chanterayn)<br />

kommanderij 2<br />

Charle zie Karel<br />

Charloys zie Charolais<br />

Charolais (Chairloys, Charloys)<br />

graaf 144, 152, 167, 182, 183, 191-194,<br />

196; zie ook Karel hertog <strong>van</strong> Bourgondie«<br />

Chastel,Tanneghy du<br />

provoost <strong>van</strong> Parijs 134<br />

Chaumont<br />

heer 57


Chie© vres (Chierue, Chieuers, Chyeuere,<br />

Chyeuers)<br />

heer <strong>van</strong>, zie Croij<br />

Chieuer(s) zie Chie© vres<br />

Chilperik (Cilpric, Cilprick, Cilpricus) 18<br />

koning <strong>van</strong> Bourgondie« 13<br />

I, koning <strong>van</strong> Frankrijk (561-584) 14<br />

II, koning <strong>van</strong> Frankrijk (715/6-721)<br />

17-18<br />

Chimay (Cchymaii, Chymay, Symay) 16<br />

graaf, heer, princeps 218, 290, 230<br />

eerste kamerling 230<br />

Sint-Petruskerk 16<br />

Chiny (Cini, Cynni)<br />

graafschap 125<br />

graaf 69<br />

Chlodulphus (Clodulphus)<br />

heilige, bisschop <strong>van</strong> Metz 16<br />

Christo¡el (Cristofer)<br />

graaf<strong>van</strong> Meurs, heer <strong>van</strong> Saarwerden,<br />

kapitein <strong>van</strong> Zaltbommel 342<br />

Chyeuere zie Chie© vres<br />

Chyeuers zie Chie© vres<br />

Chymay zie Chimay<br />

Cilpric(k) (Cilpricus) zie Chilperik<br />

Cini zie Chiny<br />

C|ªteaux (Cisteau) 1<br />

Clarence (Clarencen)<br />

hertog 257<br />

Clarisse 31<br />

Cleermont zie Clermont<br />

graaf 125<br />

Clemens (Clement, Clements)<br />

VI, paus (1342-1352) 75<br />

VII, paus (1378-1394) 99<br />

Clement(s) zie Clemens<br />

Clermont (Cleermont)<br />

graaf 125<br />

Cleue, Cleuensis zie Kleef<br />

Cleyn zie Klein<br />

Cleynael, Godfried (Godefridus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 195<br />

Clodius<br />

koning <strong>van</strong> de Franken 13<br />

Clodoaldus, heilige 14<br />

Clodoueus zie Clovis<br />

Clodulphus zie Chlodulphus<br />

Clopper, Nicolaas (Claes)<br />

meester 158<br />

Clotildis, heilige<br />

koningin <strong>van</strong> Frankrijk 13<br />

Clovis (Clodoueus, Lodouicus)<br />

koning <strong>van</strong> Frankrijk (481-511) 13, 14, 40<br />

Cluny (Cluygny, Cluyngny) 25<br />

protonotaris 221<br />

Cluygny (Cluyngny) zie Cluny<br />

Cluyten, Arnoud <strong>van</strong> der (Arnoldus <strong>van</strong> der)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 233<br />

Cnode zie Knode<br />

Cock, Jan (Iohannes)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 327<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 314<br />

^, Rijkhoud de (Rycout die) 108<br />

ridder, hoogschout <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

100<br />

Coelborner, Jacob (Iacob)<br />

lid <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> zes goede mannen<br />

317<br />

Coelen zie Keulen<br />

Coenen, Christiaan (Corstiaen, Christianus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 157, 171,<br />

174, 176, 299, 338, 339, 346<br />

^, Herman (Hermannus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 204, 233<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 195<br />

^, Nicolaas (Claes, Nycolaus)<br />

lid <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> zes goede mannen<br />

310<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 295<br />

Coenraet zie Koenraad<br />

Colchis (Colcos) ten oosten <strong>van</strong> de Zwarte<br />

Zee 3<br />

Colcos zie Colchis<br />

Colen zie Keulen<br />

Colen, Gerard (Gerardus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 252, 306,<br />

327<br />

^, <strong>Peter</strong> (Petrus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 233<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 201<br />

^,Wouter (Wolterus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 60<br />

^,Wouter (Wolterus) ^ <strong>van</strong> Oerle<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 136<br />

Coman, Jan (Iohannes)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 46<br />

Compie© gne (Compiendien, Compyengien)<br />

23, 69, 142<br />

Compostella zie Santiago de Compostela<br />

Compyengien zie Compie© gne<br />

402


Conde¨ -sur-l'Escaut (Conde)<br />

heer 266<br />

Con£ans-Sainte-Honorine (Con£ans) 194<br />

Constans zie Konstanz<br />

Constantijn (Constantiin, Constantyn)<br />

keizer <strong>van</strong> Rome 10, 21<br />

Constantinopel (Constantinoplen, Constantinopole,<br />

Constantinopolen) 21, 35,<br />

171<br />

bisschop 10<br />

keizer 24<br />

Consteyn (Cousteyn), Jan (Iohan) 182<br />

Coptiten (Coptyt, Coptyten), Gillis (Egidius)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 115, 119<br />

^, Jacob (Iacobus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 76, 97,<br />

99, 102, 111, 115, 125, 126<br />

^,Willem (Willelmus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 98, 100,<br />

102, 107<br />

^,Wouter (Wolterus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 109, 115<br />

Corbie (Corbye)<br />

abdij 11<br />

Cordes<br />

heer 221<br />

Cortenbach, <strong>Peter</strong> <strong>van</strong><br />

zegelaar en kanunnik<strong>van</strong> Luik 266<br />

Cortenberch (Cortenberge, Corthenberge)<br />

zie Kortenberg<br />

Cortersschem zie Kortessem<br />

Cortryc zie Kortrijk<br />

Cosdras<br />

koning <strong>van</strong> Perzie« 14<br />

Coster,Thomas de (Thomas die)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 241<br />

Cotereal zie Coutreau<br />

Cotreau zie Coutreau<br />

Coudenberg (Coudenberch, Coudenberge),<br />

Jan <strong>van</strong> (Ian <strong>van</strong>)<br />

meester en raadsheer in Brabant 295; zie<br />

ook Jan III hertog <strong>van</strong> Brabant<br />

Couderborch, Simon <strong>van</strong> (Symon de)<br />

meester, secretaris <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

293<br />

Coudewater zie Rosmalen<br />

Couelens zie Koblenz<br />

Cousteyn zie Consteyn<br />

Coutreau (Cotereal, Coutereau), Leonard<br />

403<br />

(Lenart) 340, 348<br />

^, Robrecht (Robbrecht), ridder 193, 230<br />

Crabbe, Jan (Ian)<br />

schout <strong>van</strong> Oijen 318<br />

Cranendonck (Craendonc, Craendonck) 2<br />

heer 56, 66, 246<br />

Cranendonck (Craendonc), Jan<strong>van</strong> (Iohannes<br />

de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 215<br />

^, Jan<strong>van</strong> (Iohannes de), zoon<strong>van</strong> Lodewijk<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 156<br />

Crassus 6, 8<br />

Crayengen zie Kraainem<br />

Crëcy (Cressy) 7<br />

Creeten zie Kreta<br />

Cremona 313<br />

Cressy zie Crëcy<br />

Creuekur zie Cre© vecoeur<br />

Creuel zie Krefeld<br />

Cre© vecoeur (Creuekur), Filips <strong>van</strong> (Philips<br />

<strong>van</strong>)<br />

heer <strong>van</strong> Cordes 221<br />

Creyelt, Dirk<strong>van</strong> (Dirck<strong>van</strong>)<br />

lid <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> zes goede mannen<br />

310, 333<br />

Creykenbeeck zie Krickenbeck<br />

Cristofer zie Christo¡el<br />

Croij<br />

heer 41, 138, 199<br />

^, Ferry de<br />

heer <strong>van</strong> Reux (Roess) 338<br />

^,Willem <strong>van</strong><br />

heer <strong>van</strong> Chie© vres, Aarschot enz. 263,<br />

303, 338, 342<br />

stadhouder <strong>van</strong> aartshertog Filips 303,<br />

306<br />

Cromvoirt 84<br />

Cruningen zie Kruiningen<br />

Cuijk (Cuyck, Cuyk, Kuyc, Kuyck) 2, 247<br />

Land <strong>van</strong> 191, 223, 247, 285<br />

heer 53, 57, 60, 62, 66, 84, 109, 110, 247<br />

Cuijk (Kuyck), Hendrik<strong>van</strong> (Henric <strong>van</strong>)<br />

heer <strong>van</strong> Herpen 35, 94; zie ook Albrecht,<br />

Otto<br />

^, Otto <strong>van</strong> (Ott <strong>van</strong>) 57<br />

Culemborg (Culenborch)<br />

jonker 221<br />

Cuyck (Cuyk) zie Cuijk<br />

Cynni zie Chiny<br />

Cyprus (Cypers) 136, 164, 225


D<br />

Dachverlies (Dachuerlyes), Hendrik (Henric)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 338<br />

^, Jan (Iohannes)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 258, 262<br />

^,Walram (Walramus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 348<br />

Daelhem zie Dalhem<br />

Dagobert (Dagobeert)<br />

I, heilige, koning <strong>van</strong> Frankrijk (623-<br />

639) 15<br />

III, koning <strong>van</strong> Frankrijk (711-715) 17<br />

Dalem zie Dalhem<br />

Dalhem (Daelhem, Dalem) 39, 79<br />

Land <strong>van</strong> 81<br />

Dam(me), Den zie Appingedam<br />

Daniel<br />

^, zoon <strong>van</strong> Bruist<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 258<br />

Dauentria zie Deventer<br />

Dauphine¨ (Dolphinaet) 135<br />

David (Dauid)<br />

bisschop <strong>van</strong> Utrecht zie Bourgondie«<br />

Deenmarcken, Deenmercken zie Denemarken<br />

Deest (Diiss) 192<br />

Deiphebus<br />

heer in Denemarken 4<br />

Delft 331<br />

Demophon 4<br />

Den Dam zie Appingedam<br />

Den Dungen zie Dungen<br />

Den Hage, Haghe zie Haag<br />

Den Graue zie Grave<br />

Dendermonde (Dermonde, Dormonde,<br />

Dormunde) 11, 33<br />

graaf 11<br />

Land <strong>van</strong> 33<br />

Denemarken (Deenmarcken, Deenmercken,<br />

Deynmarcken) 10, 23, 337<br />

koning 90, 213, 334, 336, 337, 342, 347<br />

heer 4<br />

Denouwe(n) zie Donau<br />

Denys zie Dionysius<br />

Derentheren (Derenthere), Dirk<strong>van</strong> (Theodericus<br />

de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 151<br />

^, Jan <strong>van</strong> (Iohannes de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 79, 85, 87,<br />

99<br />

Dermonde zie Dendermonde<br />

Desponteyn, Jan (Iohan)<br />

kapitein <strong>van</strong> Namen 309<br />

Dessel 306<br />

Deuenter zie Deventer<br />

Deurne (Doern, Doernen) 234, 321<br />

Deurne (Doern, Doerne, Doernen, Dorne),<br />

Everard <strong>van</strong> (Euerardus de)<br />

hoogschout <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 346,<br />

350<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 254, 310,<br />

340<br />

^, Hendrik<strong>van</strong> (Henric <strong>van</strong>)<br />

^, Jan <strong>van</strong> (Iohannes de)<br />

meester, heer <strong>van</strong> Bakel en Vlierden, kanunnik<strong>van</strong><br />

Luik 302<br />

^, Lambert <strong>van</strong> (Lambertus de)<br />

secretaris <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 198<br />

^, Nicolaas <strong>van</strong> (Nycoel <strong>van</strong>) 56<br />

Deventer (Deuenter) 181<br />

Deventer (Dauentria, Deuenter), Hendrik<br />

<strong>van</strong> (Henrick <strong>van</strong>, Henricus de)<br />

lid <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> zes goede mannen<br />

291<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 348<br />

^, Herman <strong>van</strong> (Hermannus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 345<br />

Deynmarcken zie Denemarken<br />

Dicbier, Arnoud (Arnoldus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 54, 55, 57,<br />

58, 97, 122, 126<br />

^, Godfried (Godefridus, Goyart)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 234<br />

^, Gozewijn (Goeswinus) Moedel<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 86<br />

^, Hendrik (Henrick, Henricus)<br />

hoogschout <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 279<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 101, 123,<br />

126, 128, 137, 152, 153<br />

^, Hendrik (Henrick, Henricus), zoon <strong>van</strong><br />

Godfried<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 101, 108,<br />

115, 123, 126, 130, 137, 138, 142<br />

^, Hendrik (Henricus), zoon <strong>van</strong>Willem<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 263, 270<br />

^, Jan (Ian, Iohannes)<br />

schout <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 79, 96<br />

404


schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 58, 78,<br />

80, 126, 151<br />

^, Jan (Iohannes) junior<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 57, 58<br />

^, Jan (Iohannes), zoon <strong>van</strong> Jan<br />

schout <strong>van</strong> Oisterwijk 163<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 162, 185<br />

^, Jan (Iohannes) ^ <strong>van</strong> Mierlo<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 138<br />

^, Rudolf (Rodolphus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 201, 212,<br />

258<br />

^,Willem 178<br />

^,Willem (Willelmus), zoon <strong>van</strong> Hendrik<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 153, 157<br />

^,Willem (Willelmus), zoon <strong>van</strong> Jan<br />

schout 156<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 153, 156,<br />

161, 165<br />

Didderic zieTheoderik<br />

Diechden zie Dieden<br />

Dieden (Diechden, Dyechden) 249, 252,<br />

253, 255<br />

Diederik (Dirck)<br />

graaf<strong>van</strong>Vlaanderen (1128-1168) 32<br />

Dielegem (Diligem)<br />

abdij 1<br />

Dieperbeek (Dyeperbeeck), Dirk<strong>van</strong> (Theodericus<br />

de)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 270<br />

Diephebus 3<br />

Diese(n) zie Dieze<br />

Diest (Dyest) 1, 2, 79, 238, 239, 266, 286,<br />

309<br />

heer 32, 56, 102, 131<br />

Diest, heer Arnoud <strong>van</strong> (Arnt <strong>van</strong>) 57; zie<br />

ookThomas<br />

Dieze (Diese, Diesen) 54, 86, 345<br />

Digoen zie Dijon<br />

Diiss zie Deest<br />

Dijk (Aggere), Daniel <strong>van</strong> den (Daniel de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 67, 71, 72<br />

^, Hendrik<strong>van</strong> den (Henricus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 57, 58,<br />

72, 74, 76<br />

^, Jan <strong>van</strong> den (Iohannes de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 99, 101,<br />

107, 109, 113<br />

Dijon (Digoen) 118<br />

Diligem zie Dielegem<br />

405<br />

Dinant (Dynandt, Dinant) 195<br />

Dinther (Dynther, Dynthere) 267, 327<br />

heer 126<br />

Dinther (Dynther), Jan <strong>van</strong> (Iohannes de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 100, 101,<br />

115<br />

Dionysius (Denys), heilige 23<br />

Dirk (Diederik, Dirck,Theodericus)<br />

I, graaf <strong>van</strong> Holland (+939?) 23<br />

VII, graaf<strong>van</strong> Holland (1190-1203) 36<br />

graaf <strong>van</strong> Kleef 58<br />

Dirk (Dirck, Theodericus), zoon <strong>van</strong> Bartholomeus<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 100, 102<br />

^, zoon <strong>van</strong> Godfried Gieliss.<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 288,<br />

297<br />

^, zoon <strong>van</strong> Iwaan<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 97<br />

^, zoon <strong>van</strong> Rover 58<br />

^, zie ook Diederik enTheoderik<br />

Doddendaal (Doddendael), kasteel bij Beuningen<br />

en Ewijk 308<br />

Dodo<br />

prins <strong>van</strong> Orange 17<br />

Doeren zie Doorn<br />

Doeringen zieThÏringen<br />

Doern (Doerne, Doernen) zie Deurne<br />

Doernic, Doernick zie Doornik enTournai<br />

Doesburg (Doesborch) 301, 306<br />

Dolphinaet zie Dauphine¨<br />

Dommelen, Godfried <strong>van</strong> (Godefridus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 136, 140,<br />

151, 180<br />

meester, secretaris <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

289, 263<br />

Donau (Denouwe, Denouwen) 12, 18, 22,<br />

181<br />

Donck (Donc), Gozewijn Moedel <strong>van</strong> der<br />

(Goessen, Goeswinus, Goeswyn Moedel<br />

<strong>van</strong> der) 125<br />

onderschout <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 128<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 113, 137<br />

Doorn (Doeren, Spina), Gijsbert <strong>van</strong> (Ghiselbertus<br />

de, Ghysbertus de, Gysbertus<br />

de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 76, 79,<br />

84, 97, 111, 115, 118<br />

^,Tielman <strong>van</strong> den (Tyelmannus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 152, 152


Doorn (Doeren) de Spina, Gijsbert <strong>van</strong><br />

den (Ghysbertus <strong>van</strong> den)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 86<br />

Doornik (Doernic), Otto <strong>van</strong> (Ott <strong>van</strong>)<br />

174, 175<br />

Dordrecht 36, 44, 241, 331, 347<br />

Dordrecht, Heimerik <strong>van</strong> (Heymericus<br />

de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 78<br />

^, Hendrik<strong>van</strong> (Henrick<strong>van</strong>) 95<br />

^, Jan <strong>van</strong> (Iohannes de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 99, 107,<br />

109, 113, 119, 124<br />

DordtseWaard (DordscheWert) 328, 343<br />

Dormaal (Dormalen) 79<br />

schepenen 35<br />

Dormonde, Dormunde zie Dendermonde<br />

Dorne zie Deurne<br />

Dortemuye zie Portsmouth<br />

Douai (Duway) 97, 139<br />

Drago<br />

prins <strong>van</strong> Kempe<strong>nl</strong>and 16<br />

Drakenbaert zie Gerard<br />

Dreumel (Droemel) 308<br />

Driel zie Kerkdriel<br />

Driel, Gerard Mol <strong>van</strong> (Gerardus Mol de)<br />

252<br />

Droemel zie Dreumel<br />

Drongelen, Hessel <strong>van</strong> (Hesselo de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 133<br />

Drunen (Druenen) 234<br />

Druten (Drueten), Godfried <strong>van</strong> (Godefridus<br />

de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 141,<br />

153, 156<br />

^, <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> (Petrus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 195<br />

Druthuoert zie Gewande<br />

Du¡el (Du¡ele, Du¥e) 2<br />

heer 31, 56, 102, 173<br />

Duitse Rijk<br />

vicaris <strong>van</strong> de keizer 74<br />

zie ook Heilige Roomse Rijk<br />

Duitsland (Duytschen Land, Duytschlant)<br />

219<br />

koning 22<br />

Duitsland (Almania), Jacob <strong>van</strong> (Iacob ex)<br />

284, 285<br />

Dungen, Den 159, 217<br />

Sporcsche Brug 217<br />

Duren (Duer), gehucht bij Berchem 89<br />

Dussen, Jan <strong>van</strong> der (Iohannes de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 126-128<br />

Duway zie Douai<br />

Dyechden zie Dieden<br />

Dyeperbeeck zie Dieperbeek<br />

Dyest zie Diest<br />

Dynandt, Dynant zie Dinant<br />

Dynther, Dynthere zie Dinther<br />

Dyomedes 4<br />

E<br />

Ecliopus 6, 8<br />

Edeghem zie Enghien<br />

Edezel 176<br />

Edingem zie Enghien<br />

Eduard (Eduwaert, Eduwairt, Eduwardus,<br />

Eduwart)<br />

koning <strong>van</strong> Engeland (899-924) 25<br />

I, koning <strong>van</strong> Engeland (1272-1307) 52,<br />

55<br />

III, koning <strong>van</strong> Engeland (1327-1377) 74-<br />

77, 87<br />

IV, koning <strong>van</strong> Engeland (1461-1483)<br />

198, 203, 214, 215, 257, 290, 302, 304<br />

hertog <strong>van</strong> Gelre (1361-1371) 88, 92, 98,<br />

103, 208<br />

graaf <strong>van</strong> Baren 70<br />

Eeke zie Herk<br />

Eelkens (Eelkini), Arnoud (Arnoldus)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 204<br />

^, Hendrik (Henricus)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 194<br />

^,Willem (Willelmus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 97<br />

Eendracht (Eendrecht) 224<br />

Eerart zie Erardus<br />

Eersel (Eerssel) 79, 231, 306<br />

vrijheid 106<br />

Egmond (Egmonda, Egmondt, Egmont)<br />

graaf 330<br />

heer 206, 209, 211, 256<br />

Egmond (Egmonda, Egmondt, Egmont) zie<br />

ook IJsselstein, heer <strong>van</strong><br />

^, Floris <strong>van</strong> (Florys <strong>van</strong>)<br />

heer <strong>van</strong> St.-Maartensdijk, IJsselstein<br />

enz, stadhouder <strong>van</strong> Gelre 252-254<br />

^, Floris <strong>van</strong> (Florys <strong>van</strong>)<br />

heer <strong>van</strong> IJsselstein 298, 317, 318, 320<br />

406


^, Frederik<strong>van</strong> (Fredericus de)<br />

heer <strong>van</strong> IJsselstein 284, 290<br />

^, Jan <strong>van</strong> (Ian <strong>van</strong>, Iohannes de) 209, 241,<br />

284, 307<br />

^, Karel <strong>van</strong> (Kaerle <strong>van</strong>, Karolus de), hertog<br />

(`alias') <strong>van</strong> Gelre 209, 308, 316-317;<br />

zie ook Karel (<strong>van</strong> Egmond) en Gelre,<br />

heer <strong>van</strong><br />

Egypte (Egipten) 8, 10<br />

koning 5<br />

Eigen (Eygen), <strong>van</strong> der<br />

hemaal (rechtsdistrict) 54, 55, 76<br />

heemraden, iurati 54, 55<br />

Eijck (Eyck), Gerard <strong>van</strong> (Gerardus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 202, 250,<br />

262<br />

Eijckman (Eyckman, Eyckmans), Hendrik<br />

(Henricus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 269, 341<br />

^, Jan (Iohannes)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 295<br />

Eindhoven (Eyndouen) 1, 79, 307<br />

Eindhoven (Eyndouia), Gerard <strong>van</strong> (Gerardus<br />

de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 79, 84<br />

^, Herman <strong>van</strong> (Hermannus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 78<br />

^, Jan <strong>van</strong> (Iohannes de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 79<br />

Elbe (Eluen) 9, 18, 22<br />

Elburg (Ter Elborch) 301<br />

Eligius (Loy), heilige<br />

bisschop <strong>van</strong> Noyon 15<br />

Eliksem (Helisem) 68<br />

Elisabeth (Lysbet)<br />

koningin <strong>van</strong> Frankrijk 40<br />

koningin <strong>van</strong> Spanje 300<br />

heilige, landgravin <strong>van</strong>ThÏringen 38, 40,<br />

213<br />

<strong>van</strong> GÎrlitz, hertogin <strong>van</strong> Luxemburg<br />

125, 126, 135, 156<br />

Elmpt, Frans <strong>van</strong> (Franciscus <strong>van</strong>), zoon<br />

<strong>van</strong> Maarten<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 333<br />

^, Maarten <strong>van</strong> (Martinus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 292<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 185,<br />

279<br />

Elsaten zie Elzas<br />

407<br />

Elshout (Elshoute), Jan <strong>van</strong> den (Ian <strong>van</strong><br />

den) 58<br />

Elten opten Berch zie Hoch Elten<br />

Eluen zie Elbe<br />

Elzas (Elsaten) 31, 125<br />

voogd 69<br />

Emelbert, heilige<br />

bisschop <strong>van</strong> Kamerijk 14<br />

Emond (Emondus), zoon <strong>van</strong> Rover<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 60; zie<br />

ook Rover<br />

Empel 122, 136, 234, 342<br />

heemraadschap 58<br />

Eneas zie Aeneas<br />

Engeland (Engelant, Anglia) 6-8, 24, 25,<br />

76, 112, 134, 137, 138, 198, 203, 214,<br />

215, 257, 303, 304, 320<br />

koning 11, 13, 24, 52, 55, 74, 76, 87,<br />

112, 134, 137, 152, 198, 203, 208, 214,<br />

257, 290, 313, 304, 319, 331, 332, 334,<br />

344<br />

koningin 31, 34<br />

Engelbert (Engelbertus, Engelbrecht)<br />

aartsbisschop <strong>van</strong> Keulen (1364-1369)<br />

90<br />

bisschop <strong>van</strong> Luik (1345-1364) 79<br />

Engelen 84, 234, 321<br />

Dyependyc(?) 84<br />

Engelsche Meer(?) 84<br />

Moelenwech(?) 84<br />

Engelen,Willem <strong>van</strong>, zoon <strong>van</strong> Steven 138<br />

Enghien (Edingem, Edeghem)<br />

heer 31, 56<br />

Engolemme zie Angouleª me<br />

Enode, Hendrik (Henricus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 99<br />

^, Jan (Iohannes)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 84<br />

Ensche, Hendrik <strong>van</strong> (Henric <strong>van</strong>, Henrick<br />

<strong>van</strong>), alias Sneeuwwind<br />

drossaard, maarschalk <strong>van</strong> Gelre 307,<br />

311<br />

Eppegem (Oppegem) 32<br />

Eraclius zie Herakleios<br />

Erardus (Eerart)<br />

bisschop <strong>van</strong> Luik (1505-1538) 345<br />

Erik (Erith)<br />

hertog <strong>van</strong> Brunswijk 326, 327<br />

Erith zie Erik<br />

Erke zie Herk


Ermgart 27<br />

koningin <strong>van</strong> Frankrijk 22<br />

Erp (Erpe) 234<br />

Erp (Erpe), Arnoud <strong>van</strong> (Arnoldus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 155<br />

^, Godfried <strong>van</strong> (Godefridus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 142,<br />

151, 153<br />

^, Hendrik<strong>van</strong> (Henricus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 99<br />

^, Jan <strong>van</strong> (Ian <strong>van</strong>, Iohannes de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 99, 101,<br />

104, 108, 109, 142, 297, 323, 339, 340,<br />

343<br />

kerkmeester, raad <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

339<br />

^, Jan <strong>van</strong> (Ian <strong>van</strong>), anders <strong>van</strong> Beers<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 338, 345<br />

^, Jan<strong>van</strong> (Iohannes de), zoon <strong>van</strong> Arnoud<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 180,<br />

192, 210<br />

raad <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 229<br />

^, Jan <strong>van</strong> (Iohannes de), zoon <strong>van</strong> Jan<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 142<br />

^, Jan <strong>van</strong> (Iohannes de), zoon <strong>van</strong> Lucas<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 341<br />

^, Leonius <strong>van</strong> (Leonius de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 100,<br />

104, 125<br />

^, Leonius <strong>van</strong> (Leonius de), zoon <strong>van</strong> Leonius<br />

schepen 153<br />

^, Lucas <strong>van</strong> (Lucas de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 119,<br />

252, 267, 270, 297, 306, 317<br />

raad <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 339<br />

^, Lucas <strong>van</strong> (Lucas de), zoon <strong>van</strong> Gerlach<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 129<br />

^, <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> (Petrus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 152, 153<br />

^, Rutger <strong>van</strong> (Rutgerus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 260<br />

^,Wouter <strong>van</strong> (Wolterus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 99<br />

Etampes (Stampes)<br />

graaf 69, 112, 157, 200<br />

Eu<br />

graaf 112, 144<br />

graafschap 112<br />

Eudon zie Odo<br />

Eue zie Eva<br />

Euerbode zie Averbode<br />

Eugenius<br />

III, paus (1145-1153) 33<br />

IV, paus (1431-1439) 151, 159<br />

Eureus, Euereus, Eureux zie Evreux<br />

Europa (Europen) 2, 3<br />

Eustatius (Eustaes)<br />

koning <strong>van</strong> Jeruzalem 28<br />

graaf <strong>van</strong> Boulogne 28<br />

Eva (Eue) 2<br />

Evreux (Euereus, Eureus, Eureux)<br />

graaf 42, 55, 57, 69, 72<br />

Ewyers zie Aywie© res<br />

Eyck zie Eijck<br />

Eyckman(s) zie Eijck<br />

Eygen zie Eigen<br />

Eyndouen, Eyndouia zie Eindhoven<br />

Eynode, Arnoud <strong>van</strong> (Arnoldus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 60<br />

F, zie ook Ph<br />

Felix<br />

V, paus (1439-1449) 112<br />

graaf<strong>van</strong> Porcien 342, 346<br />

FelleWout Sonder Genaden 6<br />

Ferdinand (Fernande, Fernandt, Fernant)<br />

305, 342<br />

koning <strong>van</strong> Aragön en Spanje 269, 340<br />

Fermentatoris zie Gruters<br />

Fernande, Fernandt, Fernant zie Ferdinand<br />

Ferreolus, heilige 15<br />

Ferretten zie P¢rt<br />

Filibert (Philibeert)<br />

hertog <strong>van</strong> Savoie 285<br />

Filippa (Philippa, Philippe)<br />

<strong>van</strong>Vlaanderen 52<br />

<strong>van</strong>Valkenburg 92, 93<br />

Filips (Philippus, Philips, Philipz, Phylips) 5<br />

II, Rooms-koning (1198-1208) 37, 39<br />

de Schone, koning <strong>van</strong> Castilie« , Granada,<br />

Leon, Spanje (1504-1506), aartshertog<br />

<strong>van</strong> Oostenrijk, hertog <strong>van</strong> Bourgondie« ,<br />

Lotharingen, Brabant, Gelre enz., markgraaf<br />

<strong>van</strong> het Heilige Roomse Rijk (1494-<br />

1506) 210, 233, 243, 254-256, 259, 263,<br />

264, 266, 269, 270, 272, 279, 283, 287,<br />

289-294, 296-298, 300-306, 310, 316,<br />

319, 324, 329, 334, 335, 340<br />

408


II, de Vermeerder, koning <strong>van</strong> Frankrijk<br />

(1180-1223) 27, 37, 40<br />

III, koning <strong>van</strong> Frankrijk (1270-1285)<br />

41-43, 45, 55, 69, 72<br />

IV, de Schone, koning <strong>van</strong> Frankrijk<br />

(1285-1314) 52<br />

VI <strong>van</strong> Valois, koning <strong>van</strong> Frankrijk<br />

(1328-1350) 67-69, 71, 74-76<br />

de Stoute (le Herdi, Herdii, Herdy), hertog<br />

<strong>van</strong> Bourgondie« (1363-1404) 70, 97,<br />

105, 108, 111-113, 118, 128, 133, 135,<br />

143, 144<br />

de Goede, hertog <strong>van</strong> Bourgondie« (1404-<br />

1467) en Brabant (1430-1467), ruwaard<br />

<strong>van</strong> Holland en Zeeland (1428-1433),<br />

graaf <strong>van</strong> Charolais 112, 113, 129, 134,<br />

135, 137, 139, 140, 142, 144, 149-153,<br />

155-162, 164-165, 167, 170-174, 176-<br />

177, 180-185, 187, 190-196, 200, 223,<br />

228, 231, 233-235, 238, 261, 165, 278<br />

<strong>van</strong> Saint-Pol, hertog <strong>van</strong> Brabant (1427-<br />

1430), ruwaard <strong>van</strong> Brabant en Henegouwen,<br />

graaf <strong>van</strong> Saint-Pol en Ligny<br />

112, 113, 137, 138, 141-143, 149, 278;<br />

zie ook Saint-Pol<br />

graaf<strong>van</strong> Nassau 241-242<br />

graaf<strong>van</strong> Nevers en Re¨ thel 112, 113, 127,<br />

144, 239; zie ook Nevers<br />

graaf <strong>van</strong>Vianden 56<br />

<strong>van</strong> Sint-Jan (de Sancto Iohanne) 284,<br />

285<br />

Flandria zieVlaanderen<br />

Floraingy zie Florenville<br />

Florence (Florens) 176<br />

Florenville (Floraingy) 346<br />

Floris (Florys)<br />

graaf <strong>van</strong> Holland 40<br />

IV, graaf<strong>van</strong> Holland (1222-1234) 34<br />

V, graaf<strong>van</strong> Holland (1256-1296) 40<br />

Florival (Florual)<br />

abdij 1<br />

Florual zie Florival<br />

Foix (Foys)<br />

graaf 313<br />

Forl|© (Forluuen)<br />

bisschop 214<br />

Forluuen zie Forl|©<br />

Francion 3<br />

heer in Isaurie« 4<br />

heer in Sicambrie« 4, 5<br />

409<br />

Francion Brabon<br />

heer in Sicambrie« 4<br />

Franciscus zie Frans<br />

Franke (Francke), Jan (Iohannes)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 54<br />

Frankfurt (Franckevoirt, Vranckevoirt) 12,<br />

117, 260, 318<br />

Frankrijk (Francryc, Vranckryc, Vranckryck,<br />

Vrancriic, Vrancryc, Vrancryck) 3,<br />

7, 9, 12, 13, 15-19, 21-27, 34, 40, 43, 69,<br />

70, 74-76, 97, 108, 112, 127, 133, 134,<br />

135, 142, 176, 182, 192-194, 198, 199,<br />

204-206, 215, 218, 257, 269, 289, 306,<br />

308, 309, 313, 334<br />

koning 12-17, 19-22, 25-27, 30, 33, 37-<br />

41, 43, 45, 52, 55, 57, 67-69, 70, 72, 76,<br />

87, 105, 113, 122, 127, 134, 135, 143,<br />

144, 151, 152, 193, 198, 199, 203, 204,<br />

213-215, 221, 256, 269, 289, 310, 313,<br />

314, 331, 333, 334, 336, 342, 347<br />

koningin 42<br />

Dauphin (Dolphyn) 112, 129, 134, 135,<br />

181, 182, 334<br />

conne¨ table 67, 70, 215<br />

maarschalk 26<br />

Frans (Franciscus)<br />

I, koning <strong>van</strong> Frankrijk (1515-1547),<br />

hertog <strong>van</strong> Valois en Angouleª me, dauphin<br />

334<br />

Frederik (Frederic, Frederick, Fredericus)<br />

I, keizer (1152-1190) 39<br />

II, keizer (1440-1493) 206, 210, 212,<br />

213, 230, 260, 261, 264<br />

hertog <strong>van</strong> Brunswijk 233<br />

Frentz,Winrik <strong>van</strong> (Wynrich <strong>van</strong>,Wynrick<br />

<strong>van</strong>) 164<br />

Friese Zee (Vriesscher Zee) 9<br />

Friesland (Vrieslant, Vryeslant) 1, 9, 332,<br />

334<br />

heer 83, 144<br />

Frigea zie Phrygie«<br />

Frigegondis<br />

koningin <strong>van</strong> Frankrijk 14<br />

Frixus 4


G<br />

Gaasbeek (Gaesbeeck, Gaesbeke, Gaisbeeck)<br />

2<br />

heer 31<br />

jonker 131, 133<br />

^, Zweder (Zweer) <strong>van</strong><br />

heer <strong>van</strong> Gaasbeek 102<br />

Gabriel 9<br />

Gael, Jan <strong>van</strong> (Ian <strong>van</strong>) 175<br />

Galatia (Galasien) 3<br />

Galicie« (Galissen, Galissien) 21, 225<br />

Galles zieWales<br />

Gallie« (Gallien) 8, 12<br />

Gand, Gandauum zie Gent<br />

Gangelt (Gangel) ten oosten <strong>van</strong> Sittard,<br />

Duitsland 103, 108<br />

Garisoen zie Granson<br />

Garnade, Garnaten zie Granada<br />

Gascogne (Bisschayen, Gascoingien,<br />

Gasconien) 20, 21, 40, 135, 152<br />

Gavere (Gauer, Gauere) 171, 172<br />

Gavere (Grauen), Raas <strong>van</strong> (Raess <strong>van</strong>),<br />

ridder 56<br />

Gayus zie Caesar<br />

Geck (Gheck), Jan (Ian, Iohannes)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 252, 306<br />

raad <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 339<br />

Gedeon 195<br />

Geel (Gheel) 1, 31<br />

heer 56, 173<br />

Geel (Gele, Gheel), Arnoud <strong>van</strong> (Arnoldus<br />

de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 99<br />

^, Arnoud <strong>van</strong> (Arnoldus de), zoon <strong>van</strong><br />

Lambert<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 159<br />

^, Gillis <strong>van</strong> (Egidius de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 115,<br />

119, 124<br />

^, Jacob <strong>van</strong> (Iacop <strong>van</strong>, Iacobus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 127, 128<br />

^, Simon <strong>van</strong> (Symon <strong>van</strong>, Symon de) 242<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 142,<br />

183, 195, 201, 204, 233, 260<br />

raad <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 229, 239<br />

Geerberch zie Gerberch<br />

Geertruidenberg (Sinte-Geertrudenberch,<br />

Sinte-Geertruyenberch, Sinte-Geertruyenberge,<br />

Sinte-Gertruyenberch,<br />

Sinte-Gertruyenberge) 105, 150, 227,<br />

278, 344<br />

Geertruyt zie Gertrudis<br />

Geervliet (Gheervlyet) 157<br />

Ge¡en 94, 108, 288, 321<br />

gerecht 54, 61<br />

hemaal (rechtsdistrict) 61<br />

Ge¡en, Jacob <strong>van</strong> (Iacobus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 151<br />

^, Leonard <strong>van</strong> (Lenart <strong>van</strong>)<br />

deken <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 340<br />

Gegel, Matheus<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 72, 74, 75<br />

Geldenaken 1, 79<br />

Gelderlant, Geldre zie Gelre<br />

Geldrop 325<br />

Geldrop, Rutger <strong>van</strong> (Rutgerus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 151, 161<br />

Gele zie Geel<br />

Gello 25<br />

kapitein, heer <strong>van</strong> Blois 25<br />

Gelre (Gelderlant, Geldre, Gelrelant, Gelrensis,<br />

Gelria, Ghelre) 7, 36, 58, 88, 89,<br />

93, 104, 105, 110, 146, 204, 206, 207,<br />

210, 211, 222-224, 233, 234, 239, 240,<br />

242, 244, 245, 258, 259, 274, 295, 302,<br />

312, 313, 318, 319, 324, 325, 329-333, 344<br />

Voechdye <strong>van</strong> zieVogtei Gelderland<br />

graafschap 36<br />

graaf 36, 44, 45, 58, 67, 69-71, 74, 75, 258<br />

jonge graaf 71<br />

hertogdom 89, 204, 207-210, 223, 330<br />

hertog 69, 77, 87-89, 103, 192, 203, 204,<br />

206, 207, 209, 234, 235, 244, 249, 254, 255<br />

hertogin 234, 235, 244, 254<br />

heer 105, 108, 288, 307-309, 311, 314,<br />

316-318, 321, 322, 328-333, 342, 344; zie<br />

ook Karel <strong>van</strong> Gelre en Karel <strong>van</strong> Egmond<br />

maarschalk 307<br />

stadhouder 252, 253<br />

Gelre, Jan (Ian) bastaard <strong>van</strong> 301<br />

Gelrelant, Gelria zie Gelre<br />

Gembloux (Gemmelours) 1<br />

abdij 1, 25<br />

abt 2<br />

Gemert (Gemart) 2, 281<br />

commandeur 234<br />

Gemert (Gemart), Emond<strong>van</strong> (Emondus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 104<br />

410


^, Gerlach <strong>van</strong> (Geerlacus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 126<br />

^, Hendrik<strong>van</strong> (Henricus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 79<br />

^, Hubert <strong>van</strong> (Hubertus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 108, 111,<br />

115, 129, 130<br />

^, Jan <strong>van</strong> (Iohannes de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 87, 97,<br />

104, 109, 122<br />

Gemmelours zie Gembloux<br />

Gemonde (Gemonden) 159<br />

Genappe (Genapien, Genepie) 79, 182<br />

hof 148<br />

Gendt zie Gent<br />

Genepie zie Genappe<br />

Gene© ve (Geneuen) 232<br />

Gent (Gand, Gandauum, Gendt, Ghent) 6,<br />

7, 21, 33, 129, 139, 171, 172, 196, 203,<br />

219, 221, 231, 264, 264, 290, 336<br />

Kerk<strong>van</strong> Sint-Jan 290<br />

Gent (Gandavo, Ghent), Hendrik<strong>van</strong> (Henric<br />

<strong>van</strong>, Henrick<strong>van</strong>) 316, 328<br />

schepen <strong>van</strong> Utrecht 265<br />

^, Makarius <strong>van</strong> (Macharius de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 51<br />

^,Willem<strong>van</strong> (Willelmus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 171, 174,<br />

183, 192, 202, 217, 241, 250, 260<br />

heer <strong>van</strong> Meerwijk 130<br />

^,Willem <strong>van</strong> (Willelmus de), jonker<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 229<br />

heer <strong>van</strong> Oijen 148-151, 154<br />

heer <strong>van</strong> Oijen en Rixtel 250<br />

^,Willem <strong>van</strong> (Willelmus de), ridder<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 129, 138<br />

^,Willem <strong>van</strong> (Willelmus de), zoon <strong>van</strong> Willem<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 259<br />

Gentinnes (Gentinees), Jacob <strong>van</strong> (Iacop<br />

<strong>van</strong>) 56<br />

Genua (Ieneuen) 176<br />

Gerard (Gerardt, Gerardus, Gerart)<br />

hertog <strong>van</strong> Gulik en Berg, graaf <strong>van</strong> Ravensberg<br />

210<br />

graaf <strong>van</strong> Gulik 56<br />

graaf <strong>van</strong> Oldenburg 213<br />

heer <strong>van</strong>Voorne, burggraaf <strong>van</strong> Zeeland<br />

60<br />

411<br />

heer <strong>van</strong> Diest, burggraaf <strong>van</strong> Antwerpen<br />

56<br />

heer <strong>van</strong> Jauche 57<br />

heer <strong>van</strong> Herlaar 56<br />

heer <strong>van</strong> Horne 56<br />

heer <strong>van</strong> Horne, Altena, Perwez, enz., en<br />

Herlaar 58<br />

heer <strong>van</strong> Marbais, burggraaf<strong>van</strong> Brussel<br />

57<br />

Gerard, genaamd Drakenbaert, zoon <strong>van</strong><br />

Arnout Berthout 32<br />

^, zoon <strong>van</strong> Koenraad<br />

gezworen knaap <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

128<br />

^, zoon <strong>van</strong> Simon<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 192, 212<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 183<br />

Gerberch (Geerberch)<br />

gravin <strong>van</strong> Brussel en Leuven 27, 28, 30<br />

<strong>van</strong> Saksen, koningin <strong>van</strong> Frankrijk 25<br />

Germanie« (Germanien)<br />

koning 9<br />

Germanie Inferioris<br />

provincie <strong>van</strong> de predikheren 338<br />

Gerson, Jan (Ian)<br />

meester, doctor in de theologie te Parijs<br />

en kanselier <strong>van</strong> de universiteit 123<br />

Gertrudis (Geertruyt), heilige 16<br />

Gerwen, Zweder <strong>van</strong> (Zweer <strong>van</strong>) 251, 252<br />

Gestel zie Moergestel en Sint-Michielsgestel<br />

Gestel, Frank<strong>van</strong> (Franco de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 78, 87<br />

^, Jan <strong>van</strong> (Iohannes de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 84, 108,<br />

109, 111<br />

Gewande (Gewanden) 54<br />

Ter Druthuoert 54<br />

Hoofdyck 54<br />

Gewanden, Daniel <strong>van</strong> (Daniel de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 197<br />

Geysteren 329<br />

Ghe- zie Ge-<br />

Ghete zie Jauche<br />

Ghi(e)- zie ook Gi(e)- en Gij-<br />

Ghijsselen (Ghiselen, Ghyselen, Ghysselen),<br />

Gijsbert (Ghiselbertus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 192<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 310


^, Hendrik (Henricus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 192<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 183<br />

^, Hendrik (Henricus), zoon <strong>van</strong> Hendrik<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 283<br />

^, Jan (Iohannes)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 185,<br />

192, 194, 215, 290, 297<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 171,<br />

269<br />

^, Jan (Iohannes), zoon <strong>van</strong> Jan<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 185, 201<br />

Ghore (Glore), Robrecht <strong>van</strong> (Robbert<br />

<strong>van</strong>), ridder 56<br />

Ghyenne zie Guyenne<br />

Ghyessen zie Giessen<br />

Gielis zie Dirk en Gijsbert<br />

Giessen (Ghiessen, Ghyessen, Gyessen)<br />

200, 201, 228, 246<br />

Gijsbert (Ghysbert, Ghysbertus, Gysbert),<br />

zoon <strong>van</strong> Arnoud (Arnt) 341<br />

^, zoon <strong>van</strong> Godfried Gielis(soen)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 288-289<br />

Gilla<br />

vrouwe <strong>van</strong> Normandie« 24<br />

Gironde (Gyronde) 18<br />

Glaude zie Claudia<br />

Glavyman (Glauyman), Hendrik (Henrick)<br />

lid <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> zes goede mannen<br />

317<br />

Globo zie Kloot<br />

Glocestre zie Gloucester<br />

Glore zie Ghore<br />

Gloucester (Glocestre, Gloucestre)<br />

hertog 112, 137-140, 257<br />

Goch, Arnoud <strong>van</strong> (Arnt <strong>van</strong>) 141<br />

Godfried (Godefroet, Godeuaert, Godeuart,<br />

Godevairt, Godevart)<br />

<strong>van</strong> Ardennen, graaf <strong>van</strong> Ardennen,<br />

hertog <strong>van</strong> Lotharingen en Brabant 27,<br />

28<br />

<strong>van</strong> Bouillon (Billoen, Builloen), graaf<br />

<strong>van</strong> Ardennen, hertog <strong>van</strong> Lotharingen<br />

en Brabant, koning <strong>van</strong> Jeruzalem 24,<br />

27-30<br />

met de Bult (metten Bult), graaf<strong>van</strong> Ardennen,<br />

Holland, hertog <strong>van</strong> LotharingenenBrabant28<br />

genaamd <strong>van</strong> Boulogne 34<br />

I met de Baard (metten Baert), graaf <strong>van</strong><br />

Brussel en Leuven, hertog <strong>van</strong> Lotharingen<br />

en Brabant (1095-1140), markgraaf<br />

<strong>van</strong> het Heilige Roomse Rijk 29-31, 33<br />

II, hertog <strong>van</strong> Lotharingen en Brabant<br />

(1140-1142) 31<br />

III in de Wieg (in de Wyege), hertog <strong>van</strong><br />

Lotharingen en Brabant (1142-1190) 32-<br />

34<br />

zoon <strong>van</strong> Jan I <strong>van</strong> Brabant 43<br />

zoon <strong>van</strong> Jan III <strong>van</strong> Brabant 69<br />

Godfried, ridder, broer <strong>van</strong> Gerard <strong>van</strong> Quakebeke<br />

56<br />

^, zoon <strong>van</strong> Simon<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 312, 349<br />

^, zoon <strong>van</strong> Zweder<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 241<br />

Godsenhouen zie Goetsenhoven<br />

Godwin (Godwyn) 16<br />

Goedele (Goelen), heilige 14<br />

GÎrlitz (Gourliez)<br />

hertog 125<br />

GÎrz (Gurtz)<br />

bisschop 313<br />

Goesseliin, Goesselyn zie Gozelijn<br />

Goetsenhoven (Godsenhouen), Gozewijn<br />

<strong>van</strong> (Goessen <strong>van</strong>) 56<br />

Goevy zie Govy<br />

Gomer 3<br />

Gommarus (Gommair), heilige 19<br />

Gonde (Goude), Elbout <strong>van</strong> der (Ewout <strong>van</strong><br />

der, Eewout <strong>van</strong> der) 174, 175, 177<br />

poorter <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch, rentmeester<br />

174, 178, 179<br />

Gorinchem (Gorcum, Gorichem, Gorrichem)<br />

157, 228, 307, 326, 345<br />

drossaard 307<br />

Gouda (Der Goude) 331<br />

Goude zie Gonde, Gouda<br />

Goudt,Willem<br />

pachter <strong>van</strong> de tol <strong>van</strong> Gorinchem 345<br />

Gourliez zie GÎrlitz<br />

Govy (Goevy), Maarten (Martinus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 155, 163<br />

Goyart zie Godfried<br />

Gozelijn (Goesseliin, Goesselyn)<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant 28<br />

Granada (Garnade, Garnaten, Grenade,<br />

Grenaden) 269<br />

koninkrijk 340<br />

412


koning 283, 300, 304<br />

Granson (Garisoen, Granzoen) 215, 216<br />

Gratianus (Graciaen)<br />

keizer 10-12<br />

Graue, Grauen, Grauia zie Grave<br />

Grauen zie Graven<br />

Grauia zie Grave<br />

Grave (Den Graue, Grauia) 1, 60, 62, 79,<br />

84, 86, 93, 104, 105, 109, 117, 122, 145,<br />

192, 212, 223, 233, 234, 243, 247, 273,<br />

285, 287-289, 301, 310, 326<br />

Land <strong>van</strong> 122<br />

Stad en Land <strong>van</strong> 285<br />

Hamdyc 84<br />

Grave (Grauia), Iwaan <strong>van</strong> (Yewanus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 74, 75,<br />

113<br />

Graven (Grauen) zie Gavere<br />

Greefroy zie Grefrath<br />

Grefrath (Greefroy) bij Viersen, Duitsland<br />

326<br />

Gregorius<br />

I, heilige, paus (590-604) 14<br />

III, paus (731-741) 18<br />

X, paus (1271-1276) 43<br />

Grenade(n) zie Granada<br />

Greve (Greue), Maarten de (Martinus die)<br />

meester, secretaris <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

312<br />

Grevenbroek (Greuenbroeck)<br />

heer 254<br />

Gribbenforst, Gribbenvorst zie Grubbenvorst<br />

Grieke<strong>nl</strong>and (Griecken, Griecke<strong>nl</strong>ant) 3, 5,<br />

19, 21<br />

keizerrijk 171<br />

keizer 24, 171<br />

Grimbergen (Grymbergen) 1, 2, 32<br />

abdij 1<br />

abt 173<br />

heer 31, 32<br />

Grimoald (Grymoalt)<br />

heilige 16<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant 16<br />

Groe<strong>nl</strong>o (Grol, Groll) 301, 306<br />

Groet-Lit zie Groot-Lith<br />

Groet-Lothryck zie Groot-Lotharingen<br />

Groete, Jan de (Ian die) 158<br />

GroeteTurck zie Mohammed<br />

Groetenhoudt zie Grotenhout<br />

413<br />

Groetheyst zie Grotenheyst<br />

Groij(Groy,Groye),Heimerik(Heymeric,<br />

Heymericus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 109, 113,<br />

126, 127, 130<br />

^, Jacob (Iacobus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 71, 72,<br />

138<br />

Grol, Groll zie Groe<strong>nl</strong>o<br />

Groll zie Groe<strong>nl</strong>o<br />

Groningen (Gruyningen) 334<br />

Gronssele zie Groussele<br />

Groot-Bijgaarden (Bigaerden, Groot-Bigaerden)<br />

abdij 1, 31<br />

Groot-Lith (Groet-Lit) 341<br />

Groot-Lotharingen (Groet-Lothryck,<br />

Groot-Lotharys, Groot-Lothryc) 14, 22,<br />

26, 31<br />

Grotart zie <strong>Os</strong><br />

Grotenheyst (Groetheyst), warande bij<br />

Brussel 121, 148, 276<br />

Grotenhout (Groetenhoudt), warande bij<br />

Turnhout 148, 276<br />

Groussele (Gronssele), Godfried <strong>van</strong> (Goyart<br />

<strong>van</strong>)<br />

meester, raadsheer in Brabant 295<br />

Groy(e) zie Groij<br />

Grubbenvorst (Gribbenforst, Gribbenvorst)<br />

319<br />

Gruenenberch, Egbert <strong>van</strong> 317<br />

Gruters (Fermentatoris), Nicolaas (Nycholaus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 42<br />

Gruyningen zie Groningen<br />

Grymbergen zie Grimbergen<br />

Grymoalt zie Grimoald<br />

Guiscard (Viscart), Robrecht (Robbert)<br />

heer <strong>van</strong> Apulie« en Calabrie« 24<br />

Guldemont zie Jan<br />

Gulik (Gulic, Guylic, Guylich, Guylke, Iulia,<br />

Iuliacensis) 6<br />

Land <strong>van</strong> 88, 89, 111<br />

hertogdom 209<br />

hertog 87-90, 92, 93, 204, 207-211, 227,<br />

232, 255, 297, 320, 330<br />

markgraaf 75, 77<br />

graaf 41, 56, 67, 74<br />

Gunterslaar (Gunterslaer, Gunterslair), Jan<br />

<strong>van</strong> (Ian <strong>van</strong>, Iohannes <strong>van</strong>)


schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 333,<br />

343, 349<br />

gezworene <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 339<br />

^, Matheus <strong>van</strong> (Matheus de)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 241<br />

Gurtz zie GÎrz<br />

Guyenne (Ghyenne, Gwienne, Gwiennen)<br />

20, 40, 152<br />

Guylic, Guylich, Guylke zie Gulik<br />

Gwienne, Gwiennen zie Guyenne<br />

Gwijde (Gwido, Gwydo)<br />

graaf<strong>van</strong>Vlaanderen 43, 52<br />

Gyessen zie Giessen<br />

Gyronde zie Gironde<br />

Gysbert zie Gijsbert<br />

H<br />

Haag,Den(DenHage,DenHaghe)129,<br />

203, 236, 332<br />

Rekenkamer 236, 237, 332, 345<br />

Haarlem (Haerlem) 331<br />

Haastrecht (Haestrecht), Dirk <strong>van</strong> (Dirck<br />

<strong>van</strong>,Theodericus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 128, 137<br />

gezworene <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 212<br />

^, Gerard <strong>van</strong> (Gerardus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 210<br />

^, Rudolf <strong>van</strong> (Rodolphus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 138<br />

^,Willem <strong>van</strong> (Willelmus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 248<br />

Hackeback zie Hagenbach<br />

Hadrianus (Adriaen)<br />

I, paus (772-795) 21<br />

VI (meester Adriaen <strong>van</strong> Utrecht), paus<br />

(1522-1523) 348<br />

Haeck, Gijsbert (Ghiselbertus, Ghyselbertus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 163,<br />

180, 212, 235<br />

Haerderwyc zie Harderwijk<br />

Ha¥igem zie A¥igem<br />

Hage, Den zie Haag, Den<br />

Hagen (Haghen), Jan <strong>van</strong> der (Iohannes<br />

<strong>van</strong> der)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 136<br />

Hagenau (Hagenauw) 210<br />

Hagenbach (Hackeback), <strong>Peter</strong> <strong>van</strong><br />

kapitein 213<br />

Hagens, Dirk (Dirck,Theodericus)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 250, 262<br />

^,Willem (Willelmus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 267<br />

Haghe, Den zie Haag, Den<br />

Halen 1, 79<br />

Hales, Alexander <strong>van</strong> (Alexander de) 39<br />

Haley, Reinier (Reyner) Bordon <strong>van</strong> 57<br />

Hall, Jacob <strong>van</strong> (Iacobus de)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 258<br />

^,Wouter <strong>van</strong> (Wolterus de)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 265<br />

Hals, Herbert (Herbertus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 234<br />

Ham zie Hamme<br />

Ham, Jan <strong>van</strong> (Ian <strong>van</strong>, Iohannes de) 215<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 197, 215,<br />

235<br />

Hameyden zie Lahamaide<br />

Hamme (Ham) 14<br />

Hamont 295<br />

Hanenberch zieWalram<br />

Hanneton, Filips (Philips)<br />

meester, audiencier 338<br />

Hannut (Hannuet, Hannuyt) 1, 79<br />

Hantwerpen zie Antwerpen<br />

Harcke zie Herk<br />

Harcourt (Haurcoirt)<br />

graaf 41, 76<br />

Harderwijk (Haerderwyc) 301<br />

Haren<br />

Zegedyc 89<br />

Haren, Jan <strong>van</strong> (Iohannes de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 261<br />

Haspengouw (Haspegouwe) 12, 14<br />

voogd 57<br />

Hasselt 197<br />

Hattem (Hatthem) 301, 304<br />

Haurcoirt zie Harcourt<br />

Hector (Hectoir)<br />

heer in Sicambrie« 4, 5<br />

Hector (Hectoir) <strong>van</strong>Troje 3, 4<br />

Hector Brabon 4<br />

Hecuba (Heccube)<br />

koningin <strong>van</strong>Troje 3<br />

Hedel 234, 298, 322; zie ook Bertram, Hendrik,<br />

Jan en Zeger<br />

jonkheer 307<br />

414


Hedel, Dirk<strong>van</strong> (Dirck<strong>van</strong>)<br />

lid <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> zes goede mannen<br />

291, 310<br />

bouwmeester <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 333<br />

^, Jan <strong>van</strong> (Iohannes de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 202, 269<br />

^, Jan <strong>van</strong> (Ian <strong>van</strong>), zoon <strong>van</strong> Jacob<br />

lid <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> zes goede mannen<br />

299<br />

Heer zie Arnoud<br />

Heerewaarden (Herwarden) 54, 240, 242<br />

Heerken, Godfried (Godefridus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 78<br />

Hees zie Heesch<br />

Hees, Jan <strong>van</strong> (Iohannes de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 72, 74, 75<br />

^,Willem<strong>van</strong> (Willelmus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 101<br />

Heesch (Hees) 94, 97, 234<br />

Heeswijk (Heezewyc, Hezewyc, Hezewyck,<br />

Hezewyck) 267, 327<br />

heer 126, 127, 130<br />

Heeze (Heze) 306<br />

Heezewyc zie Heeswijk<br />

Heilig Land (Heilich Lant) 24, 30<br />

Heilige Roomse Rijk (Heilich Rijck, Heilich<br />

Roemsch Ryc, Heilich Ryck, Helich<br />

Ryc, Heylich Rijk, Heylych Ryck)<br />

zie ook Duitse Rijk, Duitsland<br />

markgraafschap 7, 15<br />

markgraaf 6, 7, 9, 10, 12, 16, 28, 113,<br />

144, 272<br />

keurvorsten, vorsten en staten 325<br />

Heilwich<br />

gravin <strong>van</strong> Parijs 26<br />

Heimbach (Heymersbach) 97<br />

Heinsberg (Heynsberch)<br />

heer 67, 103, 118, 119<br />

Heist (Heyst) 31<br />

Helbede zie Hellebeek<br />

Helenus 3<br />

Helisem zie Eliksem<br />

Hellebeek (Helbede), Arnoud <strong>van</strong> (Arnout<br />

<strong>van</strong>) 56<br />

Hellegat, tolplaats, waar de Rupel in de<br />

Schelde stroomt 146, 273<br />

Hellen,Willem <strong>van</strong> der 217<br />

Hellu, Jan <strong>van</strong> (Iohannes de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 75, 79,<br />

84, 86<br />

415<br />

Helmond (Helmont) 1, 79<br />

heer 108, 110<br />

Helmond (Helmont), Jan <strong>van</strong> (Ian <strong>van</strong>),<br />

zoon <strong>van</strong>Wouter 141<br />

Hels, Nicolaas (Claes, Nycolaus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 133, 137<br />

Helvoirt<br />

Dyselberch 84<br />

Hemert (Hemart) 240, 241, 298<br />

Hemert (Hemart), Jan <strong>van</strong> (Ian <strong>van</strong>, Iohan<br />

<strong>van</strong>) 240, 241<br />

^, Joost, ridder, zoon <strong>van</strong> Jan <strong>van</strong> Hemert<br />

240, 241<br />

Hendrik (Henric, Henrick, Henricus)<br />

abt <strong>van</strong> A¥igem 173<br />

II, heilige, keizer (1002-1024) 27, 28<br />

IV, keizer (1056-1106) 29, 30<br />

V, keizer (1106-1125) 29, 30, 34<br />

VI, keizer (1190-1197), koning <strong>van</strong> Sicilie«<br />

35, 39<br />

VII, keizer (1309-1313), graaf <strong>van</strong><br />

Luxemburg 44, 57, 61, 69<br />

Rooms-koning 38<br />

<strong>van</strong> Saksen, koning <strong>van</strong> Duitsland (919-<br />

936) 25<br />

V, koning <strong>van</strong> Engeland (1413-1422)<br />

127, 134, 135, 257<br />

VI, koning <strong>van</strong> Engeland (1422-1461)<br />

203, 257<br />

VII, koning <strong>van</strong> Engeland (1485-1509),<br />

graaf<strong>van</strong> Richmont 257, 258<br />

VIII, koning <strong>van</strong> Engeland (1509-1547)<br />

331<br />

hertog <strong>van</strong> Brunswijk 213<br />

(Der Altste), hertog <strong>van</strong> Brunswijk 326-<br />

328, 334<br />

hertog <strong>van</strong> Limburg 33, 44<br />

hertog <strong>van</strong> Limburg en heer <strong>van</strong> Mechelen<br />

69, 77<br />

I, hertog <strong>van</strong> Lotharingen en Brabant<br />

(1190-1235) 34-39, 94, 244<br />

II (de Grootmoedige), hertog <strong>van</strong> Lotharingen<br />

en Brabant (1235-1248) 34, 38-41<br />

III (de Zachtmoedige), hertog <strong>van</strong> Lotharingen<br />

en Brabant (1248-1261) 39,<br />

41, 43<br />

<strong>van</strong> Bockingem, graaf <strong>van</strong> Buckingham<br />

257<br />

graaf <strong>van</strong> Leuven en Brussel, markgraaf<br />

<strong>van</strong> het Heilige Roomse Rijk 29, 30


(die Oude), graaf <strong>van</strong> Leuven en Brussel,<br />

markgraaf <strong>van</strong> het Heilige Roomse<br />

Rijk 28<br />

graaf<strong>van</strong> Limburg 29-31, 33<br />

graaf<strong>van</strong> Nassau 320, 328, 338, 346<br />

landgraaf <strong>van</strong>ThÏringen 40<br />

heer <strong>van</strong> Bergen op Zoom 102<br />

heer <strong>van</strong> Diest 102<br />

ridder te Nuland 54<br />

Hendrik, zoon <strong>van</strong> Hendrik III <strong>van</strong> Brabant<br />

77<br />

^, zoon <strong>van</strong> Jan III <strong>van</strong> Brabant 71<br />

^, meester zie Pelgrom<br />

^, zoon <strong>van</strong> Dirk Henricxs.<br />

meester, ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

292<br />

^, zoon <strong>van</strong> Godfried <strong>van</strong> Hedel<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 185, 234<br />

zie ookWalraven<br />

Henegouwen (Henegou, Henegouw, Henegouwe)<br />

85, 129, 135-139, 193, 215,<br />

219, 222, 232, 313, 318, 338<br />

graaf 14, 27, 60, 69-71, 76, 83, 112, 128,<br />

143, 144<br />

gravin 34<br />

ruwaard 104, 137<br />

baljuw 342<br />

Staten 302<br />

Henric, Henrick, Henricus zie Hendrik<br />

Hensen(soen), Udo (Vdo) 96<br />

Herakleios<br />

keizer (610-641) 14, 20<br />

Herbais (Herbays), Simon <strong>van</strong> (Symon<br />

<strong>van</strong>) 158<br />

Hercules 3<br />

Herentals 1, 79, 141, 227<br />

Heribert (Herybert)<br />

graaf<strong>van</strong>Vermendois 25<br />

Herinc, Gijsbert (Ghiisbertus)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 180<br />

Herk (Eeke, Harcke) 74, 197<br />

Herlaar (Herlair) 31; zie ook Sint-Michielsgestel<br />

heer 56, 58, 173<br />

Herman 29<br />

V, graaf<strong>van</strong>Wied, bisschop <strong>van</strong> Keulen<br />

(1515-1547) 335<br />

IV, broer <strong>van</strong> de landgraaf <strong>van</strong> Hessen,<br />

aartsbisschop <strong>van</strong> Keulen (1480-1508)<br />

213<br />

Herman (Hermannus), zoon <strong>van</strong> Dirk Pelgrom<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 297<br />

Hernen (Herren) 308<br />

Herpen 35, 90, 91, 95, 96, 174, 175, 179<br />

Land <strong>van</strong> 35, 62, 91, 93-97, 177-179<br />

heerlijkheid 94, 177, 178<br />

heer 35, 94, 95<br />

schout 96, 174, 175<br />

Herren zie Hernen<br />

Herstal 16, 17, 31<br />

's-Hertogenbosch (Den Bosch, de Busco,<br />

Busciducensis, Buscoducis, sHertogenbosch,<br />

Silva iuxta Orthen) passim<br />

Adam-<strong>van</strong>-Mierde-gasthuis of Daemsgasthuis<br />

343<br />

Berewoutstraat 337<br />

Deuteren (Oet(h)eren) 115, 341<br />

Domus pannorum zie gewanthuis<br />

Eiendonk 84<br />

Eikendonk 266<br />

Geerlingse Brug 57<br />

Ge<strong>van</strong>genpoort 203<br />

Gewanthuis (domus pannorum) 59, 66<br />

Hekel 343<br />

Heilige-Kruispoort 337<br />

Hinthamereind 333<br />

Hinthamerpoort 333<br />

Houtappels huis 343<br />

Huis <strong>van</strong> Bergen 337<br />

Huis <strong>van</strong> Sint-Andries 309<br />

Kolperstraat 337<br />

Korenbrug 262<br />

Loefsbrug 337<br />

Lombartse Brug 337<br />

Muntel 333<br />

Oetheren zie Deuteren<br />

Onze-Lieve-Vrouwepoort 338<br />

Orthenpoort 79, 308<br />

Pieckepoort 133, 337<br />

raadhuis 114, 153, 251, 308, 312, 336-338,<br />

341, 349<br />

Roypoort 347<br />

Sint-Janskerkhof 161<br />

Sint-Jorisstraat 338<br />

stadhuis 133<br />

Tolbrug 333<br />

Verwerstraat 185, 337<br />

Vughterbroek 99<br />

Vughterdijk 133, 341<br />

416


Vughterpoort 79<br />

Vughterstraat 337<br />

'sVeren Gat 262<br />

Visbrug 262<br />

Zadeleerstraat 337<br />

Broederschap <strong>van</strong> Onze LieveVrouw 336<br />

Groot Begijnhof, begijnen 304, 337<br />

Groot Gasthuis 45, 99, 200<br />

kapittel 157, 202, 295, 296, 337, 341,<br />

343, 344<br />

kerk 66, 201, 284, 293<br />

kerkmeesters 296<br />

klooster <strong>van</strong> de Bazeldonk, Bazelaars,<br />

Hemelse Poort, Porta Coeli 157, 201,<br />

337<br />

kruisbroeders 201, 337<br />

minderbroeders 157, 201, 312, 337, 350<br />

predikheren 157, 201, 337, 350<br />

zusters <strong>van</strong> Orthen 309, 324, 343<br />

's-Hertogenbosch,Vrijdom 55, 72, 87, 110,<br />

111, 133, 216; zie ook Den Dungen,<br />

Hintham en Orthen<br />

Maet 133<br />

's-Hertogenbosch en Meierij<br />

hoogschout 86, 89, 94, 95-98, 100, 106,<br />

115, 123, 124, 128, 136, 153, 159, 164,<br />

174, 175, 177-179, 202, 204, 205, 227,<br />

313, 336, 337, 341, 344, 350<br />

meier (villicus) 46<br />

's-Hertogenbosch, Kwartier 1<br />

rentmeester 96, 97, 100, 110, 111, 115,<br />

119, 155, 162, 173, 191, 203, 216, 247,<br />

340, 348<br />

's-Hertogendaal (Shertogendael, Shertogendale)<br />

abdij 1, 39<br />

Herwarden zie Heerewaarden<br />

Herybert zie Heribert<br />

Herzogenrath (Rode, Rodensis) 33, 79<br />

Land <strong>van</strong> 81<br />

seneschalk 78<br />

Hesdin (Hesdiin, Hesdyn, Hesoyn) in Artois,<br />

Frankrijk 203, 206, 211<br />

Hesoyn zie Hesdin<br />

Hessen<br />

landgraaf 213<br />

Heuerle zie Heverlee<br />

Heukelum (Hoculem) 322<br />

Heumen (Hoemen) 290<br />

Heusden (Hoesden, Huesden) 42, 51, 58-<br />

417<br />

60, 79, 81, 85, 150, 227, 278, 298, 320,<br />

337, 344<br />

Land <strong>van</strong> 59, 71, 81<br />

Stad en Land <strong>van</strong> 59, 60<br />

heer 42, 58, 59<br />

Heusden (Hosdina, Hoesden, Huesden),<br />

Berthoud <strong>van</strong> (Bartoldus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 51, 67, 77<br />

^, Jan <strong>van</strong> (Iohannes de) 57, 59<br />

Heverlee (Heuerle)<br />

heer 42, 56, 60, 62, 66, 247<br />

Heyden, Gerard <strong>van</strong> der (Gerardus <strong>van</strong><br />

der), zoon <strong>van</strong> Gillis<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 260<br />

Heylissem (Heylicgem)<br />

abdij 1<br />

Heylich Rijk, Heylych Ryck zie Heilige<br />

Roomse Rijk<br />

Heym (Heyme), Arnoud (Arnoldus)<br />

schout <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 152<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 87, 98-<br />

101, 107, 111, 115, 123, 126, 152, 156<br />

^, Arnoud (Arnoldus), zoon <strong>van</strong> Jan<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 163<br />

^, Gozewijn (Goessen, Goeswinus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 153, 156,<br />

159, 163, 180, 185, 197, 201<br />

rentmeester <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 162<br />

^, Hendrik (Henricus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 119, 124,<br />

126, 137, 141, 183, 258, 263<br />

^, Jan (Iohannes) 259<br />

hoogschout <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 300<br />

burgemeester <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 283,<br />

284<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 119, 125,<br />

126, 248, 267, 288, 295<br />

Heyman<br />

graaf <strong>van</strong> Dendermonde 11<br />

Heymans zie Arnoud<br />

Heymeric zie Heimerik<br />

Heymersbach zie Heimbach<br />

Heynsberch zie Heinsberg<br />

Heyst zie Heist<br />

Heze zie Heeze<br />

Hezeacker, Gozewijn <strong>van</strong> den (Goessen <strong>van</strong><br />

den, Goeswinus <strong>van</strong> den)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 183, 185,<br />

201, 212 234, 259, 263, 269, 283, 294<br />

raad <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 229


urgemeester <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 279<br />

^, Lambert <strong>van</strong> den (Lambertus <strong>van</strong> den)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 283, 317<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 261<br />

Hezewyc, Hezewyck, Hezewyk zie Heeswijk<br />

Hieronymus (Iheronimus), heilige 10<br />

Hijnden (Hiinden, Hynden), Dirk <strong>van</strong><br />

(Dirck<strong>van</strong>,Theodericus de) 259<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 260,<br />

279, 294<br />

^, Godschalk<strong>van</strong> (Godescalcus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 42<br />

^, <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> (Petrus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 343<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 292<br />

Hildebert (Hildebeert) 14<br />

Hildegart (Hildegaert)<br />

koningin <strong>van</strong> Frankrijk 22<br />

Hilderik (Hilderic, Hildric, Hildricus) 18<br />

koning <strong>van</strong> Frankrijk 13, 17-19<br />

Hinckart, Anton (Anthonius)<br />

schout <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 288<br />

plaatsver<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> de laagschout 288,<br />

289<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 288<br />

^, Filips (Philippus)<br />

laagschout <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 288,<br />

289<br />

^, Jan (Ian) 158<br />

Hinsbeck (Hynsbeeck) bij Lobberich,<br />

Duitsland 326<br />

Hintham (Hyntham) 53, 324, 325<br />

Hispania zie Spanje<br />

Hoch Elten (Elten opten Berch) 301<br />

Hoculem zie Heukelum<br />

Hoculem, Dirk<strong>van</strong> (Theodericus <strong>van</strong>)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 78<br />

^, Hendrik<strong>van</strong> (Henricus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 80<br />

^, Jordaan <strong>van</strong> (Iordanus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 101<br />

^, Zegebert (Sibertus de, Sybrecht <strong>van</strong>, Zebertus<br />

de, Zibertus de, Zybertus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 101,<br />

127, 128, 136, 140<br />

Hoei (Hoye) 196, 346<br />

Hoemen zie Heumen<br />

Hoenselair, Jan <strong>van</strong> (Iohan <strong>van</strong>)<br />

ridder 109<br />

Hoerne zie Horn<br />

Hoernken, Gerard (Gerart)<br />

meester, priester 202<br />

^, Jan (Ian)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 128<br />

Hoesch (Hoessche), Hendrik de (Henricus<br />

die)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 152, 153,<br />

173<br />

^, Hendrik<strong>van</strong> (Henricus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 176<br />

^, Simon de (Symon die)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 159, 176,<br />

185, 197, 201<br />

Hoesden zie Heusden<br />

Hoet, Anton (Anthonys) Hentkens 340<br />

Hoevel (Hoeuel), Amelis <strong>van</strong> den (Amelius<br />

<strong>van</strong> den)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 157, 162<br />

^, Dirk<strong>van</strong> den (Theodericus <strong>van</strong> den)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 217, 264<br />

^, Hendrik<strong>van</strong> den (Henricus <strong>van</strong> den)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 210<br />

^, Jacob <strong>van</strong> den (Iacob <strong>van</strong> den, Iacobus <strong>van</strong><br />

den)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 210<br />

gezworene <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 212<br />

^, Marcelis <strong>van</strong> den<br />

lid <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> zes goede mannen<br />

317<br />

^, Reinier (Reyner <strong>van</strong> den, Reynerus <strong>van</strong><br />

den)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 215, 241<br />

gezworen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 229<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 197<br />

Hoich(-) zie Hoog(-)<br />

Hoingeren zie Hongarije<br />

Holland (Hollandia, Hollant) 17, 23, 28, 36,<br />

39, 129-131, 135, 136, 138-140, 146, 151,<br />

203, 219, 224, 227, 235-237, 256, 261,<br />

273, 274, 278, 279, 312, 327, 331, 332,<br />

336, 338, 341<br />

graaf 34, 58-60, 68-71, 76, 83, 108, 112,<br />

128, 143, 144<br />

ruwaard 104, 139<br />

regent 256<br />

Staten 302<br />

Hollander, Gijsbert (Ghysbert)<br />

meester, pensionaris <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

305<br />

418


Holofernes (Olyfernes) 338<br />

Hongarije (Hoingeren, Hongarien, Hongeren,<br />

Hongeryen, Hongrien,Vngarien) 4,<br />

181, 333<br />

koning 38, 125, 126, 333, 342<br />

Honte (Hont) 224<br />

Hoog-Frankrijk (Hoich-Vrancryck) 1<br />

Hoog-Lotharingen (Hoich-Lothryc) 31<br />

Hoogstraten (Hoichstraten, Hoostraten) 1,<br />

58, 60<br />

heer 84, 221<br />

Hoorn (Horen) 256<br />

Horn (Hoerne)<br />

graaf 246, 307, 321; zie ook Jacob<br />

heer 31, 56, 58, 90<br />

Horn (Hoerne), Frederik <strong>van</strong> (Frederick<br />

<strong>van</strong>)<br />

heer <strong>van</strong> Montigny 260<br />

^, Hendrik<strong>van</strong> (Henric <strong>van</strong>)<br />

heer <strong>van</strong> Perwez 173<br />

^, Loe¡ <strong>van</strong><br />

heer <strong>van</strong> Horn 90<br />

Hosdina zie Heusden<br />

Houthem<br />

heer 284<br />

Houthem, Jan <strong>van</strong> (Iohannes de)<br />

heer <strong>van</strong> Houthem, Huldenbergen, enz.,<br />

kanselier <strong>van</strong> Brabant 284<br />

Hoye zie Hoei<br />

Hubertus, heilige<br />

bisschop <strong>van</strong> Luik (ca. 700-727)<br />

Huesden zie Heusden<br />

Hugo (Huge) Capet<br />

II, bisschop <strong>van</strong> Luik (1200-1229) 37<br />

III, bisschop <strong>van</strong> Luik (1295-1301) 53<br />

koning <strong>van</strong> Frankrijk (987-996), graaf<br />

<strong>van</strong> Parijs 26, 27<br />

de Grote, graaf <strong>van</strong> Parijs, maarschalk<br />

<strong>van</strong> Frankrijk 25, 26<br />

Huldenberg (Huldeberge, Huldenbergen) 2<br />

heer 284<br />

Hulst, Gijsbert <strong>van</strong> (Ghysbertus de)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 289<br />

Huluenhout zie Ulvenhout<br />

Humbercourt<br />

heer zie Brimeu<br />

Hunus 4<br />

Hus<br />

hertog <strong>van</strong> Arcadie« 5-7<br />

Hynden zie Hijnden<br />

419<br />

Hynsbeeck zie Hinsbeck<br />

Hyntham zie Hintham<br />

I/J<br />

Iacob, Iacop zie Jacob, Jacoba<br />

Ian zie Jan, Johannes<br />

Ianna, Ianne zie Johanna<br />

Iaphet zie Jafeth<br />

Iason zie Jason<br />

Ida (Yda)<br />

heilige, gravin <strong>van</strong> Boulogne 28<br />

gravin <strong>van</strong> Kleef 31<br />

Ieneuen zie Genua<br />

Ierland (Yerlant)<br />

heer 5<br />

Iettan zie Joktan<br />

Iheronimus zie Hieronymus<br />

Iherusalem zie Jeruzalem 195<br />

IJsbout (Ysbout,Ysboutz,Ysebout), Arnoud<br />

(Arnoldus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 72, 76, 78<br />

IJsselstein (Yselsteyn) 317, 318<br />

heer 290, 317, 318, 320, 330; zie ook Egmond<br />

Ilion (Ylyon) 3<br />

Innocentius (Innocencius)<br />

III, paus (1198-1216) 35, 38<br />

IV, paus (1243-1254) 39<br />

Ioachim zie Joachim<br />

Ioede zie Jode<br />

Ioes zie Joos<br />

Ioest zie Joost<br />

Iohanna zie Johanna en Arc<br />

Iohannes zie Johannes<br />

Ionius zie Jonius<br />

Iopilien zie Jupille-sur-Meuse<br />

Iordanus zie Jordaan<br />

Iorys zie Joris<br />

Iosophat zie Josafat<br />

Isabella (Ysabeel,Ysabela)<br />

<strong>van</strong> Bourbon, hertogin <strong>van</strong> Bourgondie«<br />

194-219<br />

<strong>van</strong> Portugal, hertogin <strong>van</strong> Bourgondie«<br />

144<br />

dochter <strong>van</strong> aartshertog Filips 316, 334,<br />

336<br />

Isaurie« (Ysauria,Ysaurie« n) 4<br />

Israel (Ysrahell) 3


Italie« (Italien,Ytalien) 3, 4, 8, 11, 19, 21,<br />

22, 313, 314<br />

keizer 22<br />

koning 22<br />

Itisberge (Itte,Ydeberge), heilige 15, 16<br />

Itte zie Itisberge<br />

Iudith zie Judith<br />

Iulia, Iuliacensis zie Gulik<br />

Iulius zie Julius<br />

Iulius Cesar zie Caesar<br />

Jacob (Iacob, Iacop)<br />

graaf <strong>van</strong> Horn, heer <strong>van</strong> Altena, Cranendonck,<br />

Kortessem enz. 246; zie ook<br />

Horn<br />

graaf <strong>van</strong> Saint-Pol, regent in Vlaanderen<br />

52<br />

Jacoba (Iacop) <strong>van</strong> Beieren<br />

hertogin<strong>van</strong> Brabant, gravin <strong>van</strong> Henegouwen,<br />

Holland en Zeeland (1417-<br />

1433) 112, 129-130, 136-140, 143, 146,<br />

151, 237, 274<br />

Jafeth (Iaphet) 2, 3<br />

Jan (Ian, Iohan, Iohannes)<br />

Guldemont, heilige, bisschop <strong>van</strong> Constantinopel<br />

10<br />

III, bisschop <strong>van</strong> Luik (1274-1281) 45<br />

V, bisschop <strong>van</strong> Luik (1364-1378) 99<br />

VI <strong>van</strong> Beieren, elect <strong>van</strong> Luik (1389-<br />

1418), `graaf' <strong>van</strong> Henegouwen, Holland<br />

en Zeeland (1418-1425) 128, 135,<br />

138<br />

IX <strong>van</strong> Horn, bisschop <strong>van</strong> Luik (1482-<br />

1505) 297, 299<br />

abt <strong>van</strong> Grimbergen 173<br />

koning <strong>van</strong> Bohemen 57, 61, 66, 67, 69<br />

II de Goede, koning <strong>van</strong> Frankrijk<br />

(1350-1364) 70, 87, 111<br />

hertog <strong>van</strong> Berry en Auvergne 70<br />

hertog <strong>van</strong> Bourgondie« , graaf <strong>van</strong><br />

Vlaanderen, Artois en Bourgondie«<br />

(1404-1419) 112-113, 122, 125, 129,<br />

133, 134, 135, 142, 143<br />

hertog <strong>van</strong> Calabrie« en Lotharingen<br />

193<br />

hertog <strong>van</strong> Kleef 112, 206, 211, 219,<br />

221, 223<br />

I, hertog <strong>van</strong> Lotharingen en Brabant,<br />

voogd <strong>van</strong> Aken (1261-1294) 41, 43-<br />

46, 51, 52, 55, 57, 61, 62<br />

II, hertog <strong>van</strong> Lotharingen, Brabant en<br />

Limburg (1294-1312) 43, 52-55<br />

III <strong>van</strong> Coudenberch, hertog <strong>van</strong> Lotharingen,<br />

Brabant enz. (1312-1355) 46, 55-<br />

62, 66-80, 82, 88, 02, 119, 123, 125, 247,<br />

297<br />

IV, hertog <strong>van</strong> Lotharingen en Brabant,<br />

graaf <strong>van</strong> Henegouwen, Holland en Zeeland<br />

(1415-1427) 112, 127-133, 136-141,<br />

143, 146, 149-151, 235, 237, 278<br />

zoon <strong>van</strong> Jan III <strong>van</strong> Brabant 69, 71<br />

hertog <strong>van</strong> Normandie« 69<br />

graaf <strong>van</strong> Etampes, Nevers, Re¨ thel en Eu<br />

112<br />

broer <strong>van</strong> de graaf<strong>van</strong> Meurs 103<br />

graaf <strong>van</strong> Oetingen, heer <strong>van</strong> Conde¨ en<br />

<strong>van</strong> Lahamaide 266<br />

heer <strong>van</strong> Agimont en <strong>van</strong>Walhain 56<br />

heer <strong>van</strong> Arkel 60<br />

heer <strong>van</strong> Boechout 102<br />

heer <strong>van</strong> Cuijk 57, 109<br />

heer <strong>van</strong> Cuijk en Hoogstraten 84<br />

heer <strong>van</strong> Heusden 42<br />

heer <strong>van</strong> de Lek en Breda 102<br />

heer <strong>van</strong> Megen 67<br />

heer <strong>van</strong> Rotselaar 102<br />

heer <strong>van</strong>Wezemaal 102<br />

jonker, heer <strong>van</strong>Wezemaal en Fallais<br />

252<br />

heer <strong>van</strong>Wittem 102<br />

Jan, (Ian, Iohan, Iohannes) zoon <strong>van</strong> Allard<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 269<br />

^, zoon <strong>van</strong> Arnoud Tielkini<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 109<br />

^, zoon <strong>van</strong> Boudewijn<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 97, 100<br />

^, zoon <strong>van</strong> Floris<br />

deken <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 340<br />

^, zoon <strong>van</strong> Gerung<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 195<br />

^, zoon <strong>van</strong> Godfried <strong>van</strong> Hedel<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 241, 279,<br />

333<br />

^, zoon <strong>van</strong> Godfried <strong>van</strong>Vierzon 41<br />

^, zoon <strong>van</strong> Haykinus<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 59; zie ook<br />

Aykens<br />

^, zoon <strong>van</strong> Herman<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 267<br />

^, zoon <strong>van</strong> de heer <strong>van</strong> Heusden 58<br />

^, zoon <strong>van</strong> Jacob<br />

420


schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 74<br />

^, zoon <strong>van</strong> Jan Hermanss.<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 323<br />

^, zoon <strong>van</strong> Jan Spiker<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 185, 195<br />

^, zoon <strong>van</strong> Jan <strong>van</strong> Vladeracken, zoon <strong>van</strong><br />

Arnoud<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 346<br />

^, zoon <strong>van</strong> Leonius <strong>van</strong> Erp<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 98, 100,<br />

101<br />

^, zoon <strong>van</strong> Nicolaas<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 314<br />

^, zoon <strong>van</strong> Oda<br />

stadsknaap <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 137<br />

^, zoon <strong>van</strong> Reinbrand<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 173<br />

^, zoon <strong>van</strong>Trude<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 104; zie<br />

ookTruden<br />

^, zoon <strong>van</strong>Wolfhard<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 115, 118<br />

Jason (Iason) 3<br />

Jauche (Ghete) 2<br />

heer 57, 221<br />

Ja<strong>van</strong> (Lauan) 3<br />

Jeger (Ieger),Wouter de (Wolterus die)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 328<br />

Jeruzalem (Iherusalem) 9, 14, 29, 34, 35<br />

koning 28, 29<br />

Joachim (Ioachim), zoon <strong>van</strong> Lodewijk IX<br />

<strong>van</strong> Frankrijk 182<br />

Jode (Ioede), Jan (Ian, Iohannes)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 122<br />

^, Jan de (Ian die, Iohannes die)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 156<br />

wisselaar <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 106<br />

^, <strong>Peter</strong> (Petrus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 126, 137<br />

^,Willem de (Willelmus die)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 156<br />

kapitein <strong>van</strong> Zaltbommel 303, 318<br />

Johanna (Iohanna, Ianna, Ianne)<br />

koningin <strong>van</strong> Castilie« 285, 303-305<br />

de Schone, hertogin <strong>van</strong> Brabant, gravin<br />

<strong>van</strong> Henegouwen en Holland 69, 76, 80,<br />

82-90, 92, 97-113, 115-119, 125, 128,<br />

137, 143, 150, 153, 167, 208, 213, 234,<br />

339<br />

421<br />

<strong>van</strong> Saint-Pol, hertogin<strong>van</strong> Brabant 112,<br />

123<br />

Johannes (Iohannes)<br />

VIII, paus (872-882) 23<br />

Joktan (Iettan) 2, 3<br />

Jonius (Ionius) 3<br />

Joos (Ioes), heilige 15<br />

Joost (Ioest), zoon <strong>van</strong> Filips <strong>van</strong> Bourgondie«<br />

144<br />

Jordaan (Iordanus), zoon <strong>van</strong> ArnoudTielkini<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 108, 115,<br />

119<br />

Joris (Iorys) <strong>van</strong> Baden<br />

bisschop <strong>van</strong> Metz 223<br />

Josafat (Iosophat) 29<br />

Judith (Iudith) 338<br />

koningin <strong>van</strong> Frankrijk 23<br />

Julius (Iulius)<br />

II, paus (1503-1513) 310<br />

Jupille-sur-Meuse (Iopilien) 16<br />

K, zie ook C<br />

Kaerl(e), Kairle zie Karel<br />

Kaerleman zie Karloman<br />

Kallo (Calloe) 146<br />

Kanapart, Jan (Ian, Iohannes) 266, 315<br />

lid <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> zes goede mannen<br />

299<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 292<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 305<br />

meester <strong>van</strong> de Tafel <strong>van</strong> de H. Geest in<br />

's-Hertogenbosch 301, 323<br />

^, Jan (Iohannes), zoon <strong>van</strong> Jan<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 212, 248,<br />

265, 283, 299, 312<br />

Kapelle-op-den-Bos (Capellen opten Bossche)<br />

79<br />

Kapellen (Cappel) bij Geldern, Duitsland<br />

326<br />

Karel (Charle, Chairle, Chairles, Kaerl,<br />

Kaerle, Kairle)<br />

de Grote, keizer, koning <strong>van</strong> Frankrijk,<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant (768-814) 20-22, 26,<br />

27, 40<br />

de Kale (die Caluwe), keizer, koning <strong>van</strong><br />

(West-)Frankrijk, hertog <strong>van</strong> Lotharingen<br />

en Brabant (840-877) 23


IV, (Rooms-)keizer, koning <strong>van</strong> Bohemen<br />

(1347-1378) 36, 69, 77-79, 83, 88,<br />

94, 99, 208, 209<br />

V, keizer, koning <strong>van</strong> Spanje, aartshertog,<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant, graaf <strong>van</strong><br />

Vlaanderen (1515-1555) 210, 290,<br />

305, 306, 310, 312, 316, 319, 324, 329,<br />

333-338, 340-347<br />

koning <strong>van</strong> Agrippinen (Keulen) 11-12<br />

koning <strong>van</strong> Agrippinen (Keulen), koning<br />

<strong>van</strong> ThÏringen, markgraaf <strong>van</strong><br />

het Heilige Roomse Rijk 8-9<br />

koning <strong>van</strong> Agrippinen (Keulen),<br />

markgraaf <strong>van</strong> het Heilige Roomse<br />

Rijk 9-10<br />

met de Korte Neus, koning <strong>van</strong> Agrippinen<br />

(Keulen), markgraaf<strong>van</strong> het Heilige<br />

Roomse Rijk 10<br />

de Schone, koning <strong>van</strong> Agrippinen<br />

(Keulen), markgraaf <strong>van</strong> het Heilige<br />

Roomse Rijk 10<br />

de Simpele, koning <strong>van</strong> Frankrijk, hertog<br />

<strong>van</strong> Lotharingen en Brabant (898-<br />

922) 24, 25<br />

koning <strong>van</strong> Frankrijk, hertog <strong>van</strong><br />

(Klein-)Lotharingen en Brabant 26,<br />

27, 30<br />

V, de Wijze, koning <strong>van</strong> Frankrijk<br />

(1364-1380) 87, 97<br />

VI, koning <strong>van</strong> Frankrijk (1380-1422)<br />

134, 144, 257<br />

VII, koning <strong>van</strong> Frankrijk (1422-1461)<br />

151, 181, 182<br />

VIII, koning <strong>van</strong> Frankrijk, koning <strong>van</strong><br />

Napels (1483-1498) 256, 257, 269, 289<br />

koning <strong>van</strong> Napels en Sicilie« , graaf <strong>van</strong><br />

Anjou 40<br />

hertog <strong>van</strong> Berry 182, 192, 193<br />

hertog <strong>van</strong> Bourgondie« , hertog <strong>van</strong><br />

Brabant, hertog <strong>van</strong> Gelre, graaf <strong>van</strong><br />

Charolais, erfvoogd <strong>van</strong> Luik (1467-<br />

1477) 144, 152, 182, 183, 191-200,<br />

203-207, 210-219, 221, 222, 229, 230,<br />

232,235, 239, 240, 242, 255, 278, 340;<br />

zie ook Charolais<br />

Martel, hertog <strong>van</strong> Brabant, regeerder<br />

<strong>van</strong> Frankrijk (714-741) 17, 18<br />

<strong>van</strong> Anjou, graaf <strong>van</strong> Maine 193<br />

<strong>van</strong> Egmond, hertog (`heer') <strong>van</strong> Gelre<br />

(1492-1538) 209, 288, 298, 302, 303,<br />

306-309, 311, 314, 316-318, 321, 322,<br />

329-333, 344; zie ook Gelre, heer <strong>van</strong> en<br />

Egmond, Karel <strong>van</strong><br />

heer <strong>van</strong> Nederland 5<br />

heer <strong>van</strong>Tongeren 7<br />

zoon <strong>van</strong> Karel de Kale 23<br />

Karloman (Kaerleman, Karleman)<br />

koning <strong>van</strong>West-Frankrijk 20<br />

prins <strong>van</strong> Brabant en Haspengouw 13-15<br />

regeerder <strong>van</strong> Frankrijk 18, 18, 24<br />

Kassel (Cassele) 21<br />

Kastilie« (Castella, Castilie, Castilien, Castillien)<br />

koning 210, 283, 300, 301, 304-306, 334,<br />

335<br />

Katheryn zie Catharina<br />

Katzenelnboge (Katzenelboge) in het Rij<strong>nl</strong>and,<br />

Duitsland<br />

graaf 67<br />

Keeldonc zie Keldonk<br />

Keent, Allard <strong>van</strong> (Alardus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 37, 51<br />

Keerbergen (Keerberch, Keerberge)<br />

heer 56, 108, 110<br />

Kelder (Penu), Arnoud Stamelart <strong>van</strong> den<br />

(Arnoldus Stamelart de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 79, 98,<br />

102, 108<br />

Keldonk (Keeldonc), Gerlach <strong>van</strong> (Geerlacus<br />

de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 87<br />

Kemerlinc, Hendrik (Henric)<br />

heer <strong>van</strong> Heverlee 56<br />

Kemp (Keymp), Arnoud (Arnoldus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 265<br />

^, Gozewijn (Goeswinus)<br />

kanunnik<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 201<br />

^, Jan (Iohannes)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 299<br />

^, Koenraad (Coenrardus)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 213<br />

Kempe<strong>nl</strong>and (Kemplant)<br />

Kwartier 320<br />

prins 16<br />

heer 15<br />

Kepken, Jan (Iohannes)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 159<br />

Kerkdriel (Driel) 233, 322<br />

Kerpen (Carpen, Carpensis) 79<br />

Land <strong>van</strong> 81<br />

422


seneschalk 78<br />

Kessel, in Noord-Brabant 78, 95, 234, 298,<br />

324<br />

hemaal (rechtsdistrict) 78<br />

Kessel, in Limburg<br />

Land <strong>van</strong> 191, 247, 285, 329<br />

Kessel, Hendrik <strong>van</strong> (Henrick <strong>van</strong>, Henricus<br />

de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 86, 192,<br />

217<br />

meester, schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

229<br />

^, Jan <strong>van</strong> (Iohannes de)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 234<br />

Keteler (Ketheler), Albert (Aelbert, Aelbertus)<br />

lid <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> zes goede mannen<br />

291<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 267<br />

^, Gerard (Gerardus, Gerart)<br />

lid <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> zes goede mannen<br />

291<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 261,<br />

269<br />

^, Herman<br />

lid <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> zes goede mannen<br />

333<br />

Keulen (Agrippinen, Agrippynen, Coelen,<br />

Colen) 6, 7, 9-13, 16, 21, 26, 34, 44, 67,<br />

90, 156, 213, 214, 318, 325, 327, 346, 348<br />

aartsbisschop 29, 44, 45, 67, 68, 90, 108,<br />

213, 330<br />

bisschop 335, 348<br />

deken <strong>van</strong> de dom 330<br />

kanunnik<strong>van</strong> de dom 335<br />

koninkrijk 6, 7, 12<br />

koning 6, 9-12<br />

broederschap <strong>van</strong> de Rozenhoed 214<br />

predikheren 214, 338<br />

Keymp zie Kemp<br />

Keynout zie Quesnoy<br />

Keyser, Hanss<br />

hoofdman 326<br />

Kleef (Cleue, Cleuensis)<br />

graafschap 107<br />

hertog 108, 181, 182, 206, 211, 290, 297,<br />

320, 330<br />

graaf 58, 87, 108<br />

gravin 31, 37<br />

Kleef (Cleue), Adolf <strong>van</strong> (Adolph <strong>van</strong> den)<br />

423<br />

heer <strong>van</strong> Ravenstein 174, 177; zie ook<br />

Ravenstein<br />

^, Engelbert <strong>van</strong> 248<br />

^, Filips <strong>van</strong> (Philips <strong>van</strong>) 248, 264; zie ook<br />

Ravenstein<br />

Klein-Lotharingen (Cleyn-Lothriic, Cleyn-<br />

Lothryc, Cleyn Lothryck) 15, 23, 26,<br />

31<br />

hertog 15<br />

Kloot (Globo), Arnoud <strong>van</strong> der (Arnoldus<br />

de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 75, 78,<br />

79, 86<br />

Knode (Cnode, Knoede), Gillis (Egidius)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 42; zie<br />

ookWellen<br />

^, Hendrik (Henricus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 100<br />

^, Jan (Iohannes)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 85<br />

Koblenz (Couelens) 74<br />

Koenraad (Coenraet)<br />

aartsbisschop <strong>van</strong> Mainz 35<br />

III, keizer (1138-1152) 31-33<br />

Konstanz (Constans) 112, 127, 129, 135<br />

Korssendonc<br />

klooster 113<br />

Kortenberg (Cortenberch, Corthenberge)<br />

56, 136<br />

Kortessem (Cortersschem)<br />

heer 246<br />

Kortrijk (Cortryc) 21, 41, 222<br />

Kraainem (Crayengen)<br />

heer 57<br />

Krefeld (Creuel) bij Geldern, Duitsland<br />

326<br />

Kreta (Creeten) 3<br />

Krickenbeck (Creykenbeeck) bij Hinsbeck,<br />

Duitsland<br />

Land <strong>van</strong> 326<br />

Kruiningen (Cruningen)<br />

heer 222<br />

Kuyc(k) zie Cuijk<br />

Kuyst, Gerard (Gerardus)<br />

burgemeester <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 283<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 210, 261,<br />

269, 292, 297, 310<br />

^, Hendrik (Henric, Henricus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 264, 290,<br />

297


aad <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 339<br />

meester <strong>van</strong> de Tafel <strong>van</strong> de H. Geest<br />

323<br />

^, Hendrik (Henric, Henricus), zoon <strong>van</strong><br />

Gerardus<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 323, 345<br />

raad <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 339<br />

^, Iwaan (Yewaen,Yewanus)<br />

lid <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> zes goede mannen<br />

299<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 267,<br />

288, 294, 305<br />

raad <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 339<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 259,<br />

306<br />

^, Matheus (Matheeus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 289,<br />

306, 333<br />

gezworene <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 339<br />

^, Nicolaas (Claes, Clais, Nycolaus)<br />

meester, secretaris <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

283, 337<br />

L<br />

Laarschot (Laerscot) zie Lambert<br />

Lahamaide (Hameyden)<br />

heer 266<br />

Lair zie Lare<br />

Lalaing (Lallayn), Joost <strong>van</strong> (Ioest <strong>van</strong>)<br />

stadhouder <strong>van</strong> Holland 256, 258<br />

Lambert (Lambertus, Lambrecht)<br />

heilige, bisschop <strong>van</strong> Maastricht 15, 17<br />

graaf <strong>van</strong> Leuven en Brussel, markgraaf<br />

<strong>van</strong> het Heilige Roomse Rijk 28,<br />

29<br />

met de Baard, broer <strong>van</strong> de graaf <strong>van</strong><br />

Henegouwen 27, 28<br />

Lambert, zoon <strong>van</strong> Willem <strong>van</strong> der Laarschot<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 349<br />

^, zoon <strong>van</strong> Willem Goess. <strong>van</strong> der Laarschot<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 328<br />

^, zoon <strong>van</strong> Zweder<br />

meester, ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

295<br />

Lanck zie Langh<br />

Lancvelt, Godfried <strong>van</strong> (Godefridus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 173<br />

^, Leonius <strong>van</strong> (Leonius de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 99, 100,<br />

102<br />

Landen 1, 12-16, 37, 71, 79<br />

Landericus (Landric), heilige<br />

bisschop <strong>van</strong> Metz 14<br />

Landrada, heilige<br />

abdis te Bilsen 18<br />

Landric zie Landericus<br />

Langedock zie Languedoc<br />

Langel, Frank<strong>van</strong> (Franco de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 297<br />

secretaris <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 201, 258,<br />

283<br />

Langerstraten zie Langstraat<br />

Langh (Lanck),Willem <strong>van</strong><br />

doctor, kanselier <strong>van</strong> Karel <strong>van</strong> Gelre 316,<br />

328, 329<br />

Langhals, <strong>Peter</strong><br />

tresorier <strong>van</strong> Maximiliaan <strong>van</strong> Oostenrijk<br />

264<br />

Langres (Langre)<br />

bisschop en hertog 40<br />

Langstraat (Langerstraten, Langhstraet,<br />

Langstraet) 322-324<br />

Languedoc (Langedock) 20<br />

Laomedon<br />

koning <strong>van</strong>Troje 3<br />

heer in Sicambrie« 5<br />

Laon (Louwen) 27<br />

bisschop 27<br />

hertog 40<br />

LapideaVia zie Steenwech enVia Lapidea<br />

Lare (Lair), Hendrik <strong>van</strong> den (Henricus <strong>van</strong><br />

den)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 74, 75<br />

Lauan zie Ja<strong>van</strong><br />

Lausanne (Losanen) 217<br />

Leefdaal (Leefdale) 2<br />

Leefdaal (Leefdale, Leuendale), Arnoud <strong>van</strong><br />

(Arnt <strong>van</strong>) 57<br />

^, Rogier <strong>van</strong> 60, 61<br />

ridder, burggraaf<strong>van</strong> Brussel 66<br />

Leende 306<br />

Lees zie Leez<br />

Leeuw (Leeuwe), Hendrik de (Henric die,<br />

Henricus die)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 235, 260,<br />

264, 279, 292, 297, 310, 327<br />

424


provisor <strong>van</strong> het Groot Begijnhof in<br />

's-Hertogenbosch 304<br />

Leeuwe(n) zie Zoutleeuw<br />

Leez (Lees)<br />

heer 66<br />

Leiden (Leyden) 331<br />

Leie (Leye) 6<br />

Lek (Leck)<br />

heer 102<br />

Lek, Hendrik<strong>van</strong> der (Henric <strong>van</strong> der, Henrick<strong>van</strong><br />

der)<br />

ridder, heer <strong>van</strong> Heeswijk, Dinther en<br />

Moergestel 126, 127, 130<br />

Lembeek (Lennicke) 1<br />

Lenart zie Leonardus<br />

Lennicke zie Lembeek<br />

Leo<br />

III, paus (795-816) 21<br />

X, paus (1513-1521) 338<br />

Leodiensis zie Luik<br />

Leo¨ n (Leoen) 232<br />

koning 283, 300, 304<br />

Leonardus (Lenart), heilige 14<br />

Leonora, dochter <strong>van</strong> aartshertog Filips<br />

285, 305<br />

Leopold (Lupoldus)<br />

hertog <strong>van</strong> Oostenrijk 112<br />

Leuendale zie Leefdaal<br />

Leuven (Loeuen, Louaniensis, Louanium)<br />

1, 2, 6, 8, 27, 29, 30, 32, 51, 56, 65, 79,<br />

80, 82, 83, 85, 86, 92, 101, 106, 118,<br />

119, 120, 122, 123, 125, 130, 140-144,<br />

173, 181, 183, 184, 196, 197, 200, 217,<br />

222, 223, 231, 232, 234, 237-239, 255,<br />

256, 264, 270, 293, 305, 312, 314, 316,<br />

321, 324, 331, 335, 338, 349, 350<br />

graaf 28, 30<br />

gravin 27<br />

meier 227<br />

burgemeesters 271<br />

iurati 86<br />

universiteit 140, 165, 293<br />

abdij <strong>van</strong> Sint-Geertrui 1<br />

predikheren 42, 43<br />

Sint-Petruskerk 29, 32, 39<br />

Leuven (Loeuen), Kwartier 1<br />

Leuven (Louene), Hendrik<strong>van</strong> (Henric <strong>van</strong>)<br />

Leyden zie Leiden<br />

Leye zie Leie<br />

Librecht<br />

425<br />

su¡ragaan <strong>van</strong> Luik 266<br />

Liedekerke (Liedekercke)<br />

^, Filips <strong>van</strong> (Philips <strong>van</strong>)<br />

heer <strong>van</strong> Ulvenhout 56<br />

^, Raso <strong>van</strong> (Raess <strong>van</strong>)<br />

heer <strong>van</strong> Liedekerke en Breda 56<br />

Liederik (Lyederic)<br />

ridder, leenman <strong>van</strong>Vlaanderen 21<br />

Liempde (Lyemde), Jan <strong>van</strong> (Iohannes de)<br />

meester <strong>van</strong> de Eiendonk 84<br />

Lier (Lyer, Lyere) 1, 19, 79, 125, 141, 149,<br />

200, 227, 277, 285, 286<br />

Lieshout (Lyeshout) 325<br />

Liessel (Lyessel) 234<br />

Ligny (Lignii)<br />

graafschap 112<br />

graaf 112, 141<br />

Lille (Rysele, Ryssele) 97<br />

kastelein 118<br />

Lillo 75<br />

Limburg (Lymborch, Lymburg, Lymburgia)<br />

29, 30, 33, 44, 68, 79, 81, 83, 143,<br />

145, 219, 223, 224, 272, 273<br />

hertogdom 44, 77, 83<br />

hertog 44, 53, 54, 69, 93, 113, 144, 196,<br />

255, 256<br />

seneschalk 78<br />

Lintere zie Oplinter<br />

L'Isle-Adam (Lyleadam)<br />

heer zieVillers<br />

Lith (Lit, Lith, Litt, Lyt, Lyth, Lytt) 44, 54,<br />

234, 240, 298, 311, 341; zie ook Groot-<br />

Lith<br />

Ham 61<br />

gericht 61<br />

hemaal (rechtsdistrict) 61<br />

Lithoijen (Litoijen, Littoyen) 54, 94, 234<br />

gericht 61<br />

hemaal (rechtsdistrict) 61<br />

Lobberich (Lolburcht), Duitsland 326<br />

Lobith (Loebeeck, Loobeck) 192, 240<br />

Lochem 301, 306<br />

Loden (Loyen), Reinier (Reyner, Reynerus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 127, 128,<br />

137, 140, 142, 152<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 250,<br />

262<br />

^, Reinier (Reynerus), zoon <strong>van</strong> Reinier<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 156


Lodewijk (Lodewiic, Lodewiick, Lodewyc,<br />

Lodewyck); zie ook Clovis<br />

heilige, bisschop <strong>van</strong>Toulouse 38<br />

<strong>van</strong> Bourbon, elect later bisschop <strong>van</strong><br />

Luik (1456/1466-1482) 194-198, 219,<br />

221<br />

de Goedertieren, keizer, koning <strong>van</strong><br />

Frankrijk en Duitsland, hertog <strong>van</strong><br />

Aquitanie« , Lotharingen en Brabant<br />

(814-840) 20, 22, 23<br />

II, keizer (855-875) 23<br />

IV <strong>van</strong> Beieren, keizer (1314-1347) 74<br />

koning <strong>van</strong> Duitsland (840-876) 22<br />

de Stotteraar (die Lispere), koning <strong>van</strong><br />

Frankrijk, hertog <strong>van</strong> Lotharingen en<br />

Brabant (877-879) 24<br />

III, koning <strong>van</strong> Frankrijk (879-882) 24<br />

IV de Simpele, koning <strong>van</strong> Frankrijk,<br />

hertog <strong>van</strong> Brabant (936-954) 25, 26<br />

V, koning <strong>van</strong> Frankrijk (986-987) 26<br />

VI, koning <strong>van</strong> Frankrijk (1108-1137)<br />

33<br />

VIII (kroniek foutief VII), koning <strong>van</strong><br />

Frankrijk (1223-1226) 40<br />

IX (kroniek foutief VIII) de Heilige,<br />

koning <strong>van</strong> Frankrijk (1226-1270) 27,<br />

37, 38, 40, 42<br />

XI, koning <strong>van</strong> Frankrijk (1461-1483),<br />

dauphin <strong>van</strong> Vienne 152, 181, 182,<br />

192-194, 198, 199, 203, 205, 213-215,<br />

221, 256<br />

XII, koning <strong>van</strong> Frankrijk (1498-1515),<br />

hertog <strong>van</strong> Orle¨ ans 289, 334, 336<br />

koning <strong>van</strong> Sicilie« , hertog <strong>van</strong> Anjou<br />

142<br />

hertog <strong>van</strong> Anjou 70, 142<br />

hertog <strong>van</strong> Beieren, graaf <strong>van</strong> Veldenz<br />

223<br />

hertog <strong>van</strong> Orle¨ ans 122, 289<br />

graaf<strong>van</strong> Evreux 42, 55, 57, 69, 72<br />

graaf<strong>van</strong> Loon 37<br />

I, graaf<strong>van</strong>Vlaanderen 70-72, 76<br />

II, graaf <strong>van</strong>Vlaanderen 69, 82, 83, 85,<br />

97, 105, 112, 119<br />

Lodomiris 14<br />

Lodouicus zie Clovis<br />

Loebeeck zie Lobith<br />

Loemel zie Lommel<br />

Loen zie Loon<br />

Loenhout<br />

heer 173<br />

Loenken, Paul (Pouwel) 222<br />

Loenman, Jan (Iohannes) 252<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 129, 137,<br />

142, 151, 161, 165<br />

^, Jan (Ian, Iohannes), zoon <strong>van</strong> Jan<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 180, 210<br />

gezworene <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 212<br />

^, Nicolaas (Claes, Nycolaus)<br />

schout 151<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 136, 138,<br />

151, 176, 180, 252<br />

Loeuen zie Leuven<br />

Loevestein (Loeuensteyn) 307<br />

Loijer (Loyer),Willem (Willelmus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 152, 153<br />

Lolburcht zie Lobberich<br />

Lombardije (Lombardien) 21, 310, 313<br />

koning 19<br />

Lombart, Jan (Ian)<br />

meester, secretaris <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

345<br />

^, Arnoud (Arnout) ^ <strong>van</strong>Yssche 56<br />

Lommel (Loemel) 306<br />

Londen 203, 257<br />

Longlier (Longy) 346<br />

Longy zie Longlier<br />

Lonijs (Loniis, Lonys), Rudolf (Rodolphus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 126, 142,<br />

152, 153, 157<br />

Loobeck zie Lobith<br />

Loon (Loen) 68, 194, 197<br />

graaf 34, 37, 41, 56, 77<br />

Loraynen, Loreynen zie Lotharingen<br />

Losanen zie Lausanne<br />

Lose zie Loze<br />

Lotharingen (Loraynen, Loreynen, Lotharingia,<br />

Lothryc, Lothryck, Lottharingia,<br />

Lottriic) 21-23, 28-31, 33, 41, 145, 135,<br />

215, 223, 272<br />

Land <strong>van</strong> 218<br />

hertogdom 27, 29, 30, 215, 218<br />

hertog 16, 22-27, 30, 31, 35-39, 41, 43, 46,<br />

53, 54, 56, 72, 76, 113, 144, 193, 196, 200,<br />

215, 218, 269, 272, 330<br />

hertogin 223<br />

Lotharis, Lotharys zie Lotharius<br />

Lotharius (Lothariis, Lotharis, Lotharys)<br />

keizer, koning <strong>van</strong> Italie« en Groot-Lotharingen<br />

(Oost-Frankrijk) 22, 23<br />

426


koning <strong>van</strong> Frankrijk 14, 17, 26<br />

koning <strong>van</strong> Groot-Lotharingen (=Oost-<br />

Frankrijk), West-Frankrijk en Bourgondie«<br />

14, 17, 26<br />

Lothriic, Lothryc, Lothryck, Lottharingia,<br />

Lottriic zie Lotharingen<br />

Lotthem (Lotthemss.), Hendrik<strong>van</strong> (Henric<br />

<strong>van</strong>, Henrick<strong>van</strong>)<br />

persoon<strong>van</strong> Boxtel 239, 242, 259; zieook<br />

Zelem<br />

Louaniensis, Louanium, Louene zie Leuven<br />

Louwen zie Laon<br />

Loy zie Eligius<br />

Loyen zie Loden<br />

Loyer zie Loijen<br />

Loze (Lose, Losen), Albert (Aelbertus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 66, 67<br />

^, Hendrik (Henricus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 84, 97<br />

^, Jacob (Iacobus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 102, 108,<br />

115<br />

Lu, Adam de (Adam die)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 180, 204,<br />

223<br />

^, Andreas de (Andreas die)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 153, 159,<br />

163<br />

^, Berthoud de (Bartholdus die)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 138, 153<br />

^, Dirk de (Dirck die,Theodericus die) 162<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 111, 119,<br />

126, 130, 137, 140, 142, 153, 155, 162<br />

^, Dirk de (Theodericus die), zoon <strong>van</strong> Dirk<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 129<br />

^, Godfried de (Godefridus die)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 138, 152,<br />

204<br />

^,Jande(Iandie)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 128<br />

^, Jan de (Iohannes die), zoon <strong>van</strong> Adam<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 133<br />

^, Marcelis de (Marcelius die, Mercelis die)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 127, 128,<br />

137, 141, 152, 153<br />

Lucianus (Luciaen), heilige 205<br />

Ludic, Ludich, Ludick zie Luik<br />

Luding (Ludingus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 42<br />

427<br />

Luedinx,Willem (Willelmus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 223, 264<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 185<br />

LÏneburg (Luynenborch)<br />

hertog 344<br />

Luey, Gijsbert (Ghyselbertus)<br />

meester, ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

204<br />

Luik (Leodiensis, Ludic, Ludich, Ludick,<br />

Luydic, Luydick) 16, 17, 31, 37, 68, 77,<br />

162, 165, 194-199, 221, 227, 345, 346<br />

bisdom 135<br />

bisschop 1, 34, 45, 53, 54, 67, 70, 71, 78,<br />

79, 162, 219, 221, 297, 299, 346<br />

elect 128, 135<br />

o¤ciaal 265, 266, 343<br />

su¡ragaan 266<br />

kanunnik 266<br />

zegelaar 266<br />

gouverneur 194<br />

heer 162<br />

Hof (curia) 201, 294<br />

kapittel <strong>van</strong> Sint-Lambert 341<br />

Luitgard (Luytgard)<br />

hertogin <strong>van</strong> Sulzbach 31<br />

Lummen (Lummele), Lodewijk <strong>van</strong> (Lodewyc<br />

<strong>van</strong>)<br />

voogd <strong>van</strong> Haspengouw, heer <strong>van</strong> Chaumont<br />

57<br />

Lupoldus zie Leopold<br />

Lutcemborch, Lutsemborch, Lutsenborch,<br />

Lutzemborch, Lutzenborch zie Luxemburg<br />

Luxemburg (Lutcemborch, Lutsemborch,<br />

Lutsenborch, Lutzemborch, Lutzenborch)<br />

30, 31, 83, 102, 125, 126, 156,<br />

157, 176, 218, 219<br />

hertogdom 125, 144<br />

hertog 69, 90<br />

hertogin 135, 156<br />

graaf 44, 45<br />

gouverneur 171<br />

Luydic, Luydick zie Luik<br />

Luynenborch zie LÏneburg<br />

Luytgard zie Luitgard<br />

Lyederic zie Liederik<br />

Lyemde zie Liempde<br />

Lyer, Lyere zie Lier<br />

Lyeshout zie Lieshout<br />

Lyessel zie Liessel


Lyleadam zie L'Isle-Adam<br />

Lymborch, Lymburg, Lymburgia zie Limburg<br />

Lyney zie Ligny<br />

Lyntere zie Oplinter<br />

Lyon (Lyons) 43; zie ook Lëon<br />

Lysbet zie Elisabeth<br />

Lysscap (Lyscap, Lysscop), Dirk (Theodericus)<br />

junior<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 100<br />

^, Gijsbert (Ghiselbertus, Ghysbertus,<br />

Ghyselbertus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 59, 60,<br />

78, 80, 86, 97<br />

^, Gijsbert (Ghysbertus, Gysbertus) junior<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 98, 99,<br />

109<br />

^, Jan (Iohannes)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 58, 67,<br />

71<br />

Lyt, Lyth, Lytt zie Lith<br />

M<br />

Maarten (Marten, Martinus)<br />

heilige, aartsbisschop <strong>van</strong>Tours 10, 11<br />

Maarten, zoon <strong>van</strong> Nicolaas Martens<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 194<br />

Maas (Mase, Maze, Mazen) 6, 11, 16, 26,<br />

31, 51, 61, 86, 90, 93, 96, 99, 108, 122,<br />

136, 162, 164, 199, 206, 301, 308, 311,<br />

319, 322, 323, 326, 328, 348; zie ook<br />

Oude Maas<br />

Maasbommel (Maesboemel) 298<br />

Maaseik (Maeseycke) 197<br />

Maasland (Maeslant) 215, 311<br />

Maastricht (Maestricht, Tricht) 1, 2, 14,<br />

16, 17, 31, 38, 79, 83, 103, 162, 211,<br />

213, 260, 328, 346<br />

huis <strong>van</strong> de deken <strong>van</strong> Sint-Servaas 92<br />

Mabeuge zie Maubeuge<br />

Macedo 5<br />

Macedonie« (Macedonien) 5<br />

Machomet zie Mohammed<br />

Machteld (Mechtelt)<br />

<strong>van</strong> Boulogne, hertogin <strong>van</strong> Lotharingen<br />

en Brabant 34, 38<br />

<strong>van</strong> Brabant, gravin <strong>van</strong> Artois en<br />

Saint-Pol 39<br />

gravin <strong>van</strong> Boulogne 28<br />

<strong>van</strong> Brabant, paltsgravin op de Rijn, gravin<br />

<strong>van</strong> Holland 34<br />

<strong>van</strong> Frankrijk, hertogin <strong>van</strong> Bourgondie«<br />

144<br />

Maª con (Macons) 152<br />

heerlijkheid 256<br />

Madas (Madan) 3<br />

Madelbeert 14<br />

Maechelini zie Mechelen<br />

Maerne zie Marne<br />

Maesboemel zie Maasbommel<br />

Maeseycke zie Maaseik<br />

Maeslant zie Maasland<br />

Maessyers zie Me¨ zie© res<br />

Maestricht zie Maastricht<br />

Magnus, Hendrik (Henric) 158<br />

Magog (Magoch, Mogoch) 3<br />

Mahumet zie Mohammed<br />

Maine (Meyne)<br />

graaf 193<br />

Mainz (Mayanse, Mens, Menss) 21<br />

aartsbisschop 29, 35<br />

bisschop 19<br />

Makarius<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 42<br />

Maleyue zie Mele© ves<br />

Malrepas, kasteel 51<br />

Mansfeld (Mansuelt)<br />

graaf 342<br />

Mansuelt zie Mansfeld<br />

Mantua 23<br />

markies 313<br />

Marbais (Merbeys)<br />

heer 57<br />

Marcelis (Ceelken) 96<br />

Marck zie Mark<br />

Maren 78, 298<br />

hemaal (rechtsdistrict) 78<br />

Maren, Albert <strong>van</strong> (Aelbertus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 340<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 265<br />

Margareta (Margriet) 39<br />

heilige 10<br />

<strong>van</strong> Provence, koningin <strong>van</strong> Frankrijk 40<br />

aartshertogin <strong>van</strong> Oostenrijk, hertogin en<br />

gravin <strong>van</strong> Bourgondie« , douarie© re <strong>van</strong> Savoie<br />

enz., regentes 254-256, 269, 285, 290,<br />

306, 313, 316, 318-322, 329, 331, 337,<br />

338, 349; zie ook Savoie<br />

428


<strong>van</strong> Frankrijk, hertogin <strong>van</strong> Brabant 43,<br />

55<br />

<strong>van</strong> Limburg, hertogin <strong>van</strong> Lotharingen<br />

en Brabant 33, 34<br />

<strong>van</strong> Vlaanderen, hertogin <strong>van</strong> Bourgondie«<br />

85, 97, 105, 112, 113, 119, 128<br />

<strong>van</strong> York, hertogin <strong>van</strong> Bourgondie« 198,<br />

257, 290<br />

<strong>van</strong> Bourgondie« , gravin <strong>van</strong> Henegouwen,<br />

Holland en Zeeland 112, 129, 137,<br />

143<br />

<strong>van</strong> Brabant, gravin <strong>van</strong> Luxemburg 43,<br />

57, 61<br />

<strong>van</strong> Brabant, gravin <strong>van</strong> Vlaanderen 69,<br />

82, 85, 97, 105, 112, 118, 119<br />

Maria (Marie)<br />

(Onse-Lieve-Vrouwe-Marie), heilige 8, 9<br />

<strong>van</strong> Brabant, keizerin 34, 38<br />

<strong>van</strong> Brabant, koningin <strong>van</strong> Frankrijk 42,<br />

55<br />

<strong>van</strong> Brabant, hertogin <strong>van</strong> Beieren 39<br />

<strong>van</strong> Evreux, hertogin <strong>van</strong> Brabant 55, 69,<br />

72<br />

<strong>van</strong> Brabant, hertogin <strong>van</strong> Gelre 69, 88,<br />

89, 113<br />

<strong>van</strong> Gelre, hertogin <strong>van</strong> Gulik 208, 209<br />

hertogin <strong>van</strong> Lotharingen en Brabant 39<br />

<strong>van</strong> Frankrijk, hertogin <strong>van</strong> Lotharingen,<br />

Brabant enz. 37<br />

<strong>van</strong> Bourgondie« , hertogin <strong>van</strong> Lotharingen,<br />

Brabant, Gelre enz. (1477-1482)<br />

210, 219, 221, 223, 229-236, 242-245,<br />

247, 248, 254-256, 278<br />

<strong>van</strong> Brabant, gravin <strong>van</strong> Savoie 44<br />

<strong>van</strong> Hongarije, dochter <strong>van</strong> aartshertog<br />

Filips 305, 333<br />

Mark (Marck)<br />

prins 67<br />

graaf 109, 115, 318<br />

heer 70<br />

Marne (Maerne) 193<br />

Mars 4, 6<br />

Marteel zie Karel<br />

Marten zie Maarten en Martinus<br />

Martinus (Marten)<br />

V, paus (1417-1431) 112, 129, 135, 137,<br />

140<br />

Mase zie Maas<br />

Matheus (Mattheus)<br />

graaf <strong>van</strong> Boulogne 34<br />

429<br />

Matthijs (Mathias, Mathys), zoon <strong>van</strong> Lambert<br />

lid <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> zes goede mannen<br />

310<br />

^, zoon <strong>van</strong> Lambert Stoeters<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 317<br />

Maubeuge (Mabeuge)<br />

abdis 92<br />

Maximianus (Maximiaen)<br />

koning <strong>van</strong> Engeland 11<br />

Maximiliaan (Maximiliaen, Maximilianus)<br />

aartshertog <strong>van</strong> Oostenrijk, (Rooms-)<br />

koning, keizer, hertog <strong>van</strong> Brabant en<br />

Gelre als voogd <strong>van</strong> Filips de Schone en<br />

Karel V (1477-1519) 210, 230, 236, 242-<br />

245, 247, 248, 254-256, 258-261, 263,<br />

264, 266, 267, 269-271, 289, 301, 306,<br />

310, 312, 324, 326, 331, 334, 335, 344<br />

Mayanse zie Mainz<br />

Maze, Mazen zie Maas<br />

Mechelen (Mechlen) 1, 53, 60, 70-72, 74,<br />

80, 82, 83, 85, 92, 129, 165, 169, 200,<br />

212, 227, 264, 318, 331, 334, 336, 344<br />

overheer <strong>van</strong> de helft 70<br />

heer <strong>van</strong> (Half-) 31, 41, 56, 60, 69, 85,<br />

144<br />

schout 71, 72<br />

rentmeester 72<br />

Consistorie 220<br />

Grote Raad 219, 220, 223<br />

Hof 327<br />

Parlement 212, 215, 220, 228<br />

Rekenkamer 216<br />

Mechelen (Maechelini), Hendrik<strong>van</strong> (Henricus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 97<br />

Mechtelt zie Machteld<br />

Medardus (Medart), heilige 19<br />

Medie« (Meden) 6<br />

Meeracker, Christiaan <strong>van</strong> den (Christianus<br />

<strong>van</strong> den)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 192,<br />

197<br />

Meerdaal (Meerdael, Merdal, Mersdal),<br />

warande bij Leuven 121, 148, 276<br />

Meerhem, Dirk<strong>van</strong> (Dirc <strong>van</strong>,Theodericus<br />

de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 129, 137


Meerlair (Merlair), Bartholomeus <strong>van</strong><br />

(Bartholomeus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 158<br />

Meerwijk (Meerwyc) bij Empel 130<br />

Megen 1, 5, 7, 96, 234, 240, 281, 323<br />

Megen, Bartholomeus <strong>van</strong> (Bartholomeus<br />

de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 78<br />

^, Jan <strong>van</strong> (Ian <strong>van</strong>) 67<br />

^, Nicolaas <strong>van</strong> (Nycolaus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 52-55,<br />

58, 62<br />

Meierij passim; zie ook 's-Hertogenbosch<br />

Meldert, Hendrik<strong>van</strong> (Henric <strong>van</strong>) 56<br />

Meleman,Thomas<br />

schepen<strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 74, 75, 77<br />

Mele© ves (Maleyue) 77<br />

Mens, Menss zie Mainz<br />

Meptides 4<br />

Merbeys zie Marbais<br />

Merchtem (Merchtene) 1, 79<br />

Mercomirus<br />

hertog <strong>van</strong> de Franken 12<br />

Merdal zie Meerdal<br />

Merendonc, Hendrik <strong>van</strong> der (Henricus<br />

<strong>van</strong> der)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 185<br />

Merger (moet zijn: Niger), Luppert (Lupardus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 53<br />

Merlair zie Meerlair<br />

Meroveus (Meroueus) 13<br />

koning <strong>van</strong> de Franken/Frankrijk 13<br />

Mersdal zie Meerdaal<br />

Mesech (Mosoch) 3<br />

Mesmaker,Wouter die<br />

deken <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 339<br />

Messancourt (Mesinccoert) 346<br />

Metz 22<br />

bisschop 14, 15, 223, 230<br />

Meurs (Moers, Moerss, Moerze)<br />

graaf 103, 108, 324, 335, 342<br />

Meustren zie Neustrie«<br />

Meylanen zie Milaan<br />

Meyne zie Maine<br />

Meywe zie Miewe<br />

Me¨ zie© res (Maessyers), thans Charleville-<br />

Me¨ zie© res 347<br />

Middegael, Godfried <strong>van</strong> (Godefridus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 343<br />

Middelaar (Myddelaer) 258<br />

Middelburg (Middelborch, Myddeborch)<br />

224, 336<br />

Middelrode 325<br />

Mierlo (Myerle), Jan Dicbier <strong>van</strong> (Iohannes<br />

Dicbier de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 138<br />

Miewe (Meywe)<br />

heer <strong>van</strong>Wavre 56<br />

Mil zie Millen<br />

Milaan (Meylanen, Mylanen) 22, 34, 310<br />

aartsbisschop 10<br />

Milheeze (Milheze) 234<br />

Millen (Mil, Mille) ten noorden <strong>van</strong> Sittard,<br />

Duitsland 103, 108<br />

Millinck (Millinc), Jan (Iohannes)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 259<br />

^, Lambert (Lambertus)<br />

heer <strong>van</strong>Vught 302<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 295, 305,<br />

314, 338, 339<br />

Mirabello (Myrobello), Simon <strong>van</strong> (Symon<br />

de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 99, 101,<br />

109<br />

Modericus, heilige 15<br />

Modoaldus, heilige<br />

aartsbisschop <strong>van</strong>Trier 15<br />

Moedel Dicbier, Gozewijn (Goeswinus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 86<br />

Moedel <strong>van</strong> der Donck, Gozewijn (Goeswinus)<br />

onderschout <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 128<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 113, 137<br />

Moedel (Moel) de Via Lapidea, Gozewijn<br />

(Goeswinus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 97, 99<br />

Moelen, Juliaan <strong>van</strong> der (Iuliaen <strong>van</strong> der)<br />

procureur ¢scaal 266<br />

^,Victor <strong>van</strong> der<br />

rentmeester <strong>van</strong> het Kwartier <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

340, 348<br />

Moerdrecht zie Moordrecht<br />

Moergestel (Gestel) 108, 126<br />

heer 126<br />

Moers, Moerss, Moerze zie Meurs<br />

Moezel 31<br />

Mogoch zie Magog<br />

Mohammed (Machomet, Mahumet),<br />

profeet 15<br />

430


II, de Grote Turk (1451-1481) 171, 181,<br />

241<br />

Mointfoirt zie Montfoort<br />

Mol (Moll) 231, 237-239<br />

Mol (Moll), Andreas, zoon <strong>van</strong> Gerard<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 297<br />

^, Iwaan (Yewaen), ridder<br />

hoogschout <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 175,<br />

202<br />

Mol <strong>van</strong> Driel, Gerard (Gerardus Mol de)<br />

252<br />

Moll zie Mol<br />

Monasteriensis zie MÏnster<br />

Mondidier zie Montdidier<br />

Monix (Monic), Arnoud (Arnoldus, Arnt)<br />

lakenkoopman, lid <strong>van</strong> het college <strong>van</strong><br />

zes goede mannen 333<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 127, 153,<br />

289, 299, 312, 345, 349<br />

raad <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 339<br />

^, Arnoud (Arnoldus), zoon <strong>van</strong> Gijsbert<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 140, 151,<br />

158, 165<br />

^, Arnoud (Arnoldus), zoon <strong>van</strong> Maarten<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 263, 297<br />

^, Gerard (Gerardus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 129<br />

^, Hendrik (Henricus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 180, 204,<br />

259<br />

^, Hubert (Hubertus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 233, 259,<br />

264<br />

^, Jacob (Iacobus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 126, 137,<br />

151, 153<br />

^, Jan (Ian, Ianne, Iohannes) 162<br />

schout <strong>van</strong> Peelland, raad <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

339<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 137, 141,<br />

151, 153, 157, 162, 171, 174, 176, 180,<br />

192, 201, 233, 290, 314, 340, 345<br />

meester, raad <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 180<br />

^, Jan (Iohannes), zoon <strong>van</strong> Jacob<br />

schout 210<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 171, 183,<br />

185, 201, 210, 233<br />

^, Jan (Iohannes), zoon <strong>van</strong> Jan<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 183, 297<br />

^, Jan (Iohannes), zoon <strong>van</strong> Maarten<br />

431<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 258<br />

^, Maarten (Martinus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 155, 165,<br />

183, 194, 202<br />

^,Willem (Wilhelmus) 242<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 202, 235<br />

raad <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 239<br />

Monschau (Monyoen, Monyouwe, Monyoyen)<br />

heer 56, 67<br />

jonker 125, 131, 133<br />

Monseraet zie Montserrat<br />

Monstroel, Monstruel zie Montereau<br />

Mont Saint-Michel (Sinte Michiels in Normandie,<br />

Sinte-Michielsberge) 181<br />

Montdidier (Mondidier) 205<br />

Montecassino (Montcassyn) 19<br />

Montenaken 37, 194<br />

Montensis zie Berg<br />

Montereau (Monstroel, Monstruel) 112,<br />

133, 134, 152, 182<br />

Montfoirt zie Montfoort en Montfort<br />

Montfoort (Mointfoirt, Montfoirt) 265, 318<br />

heer 248, 265, 330<br />

Montfort (Montfoirt) 329<br />

Monthle¨ ry (Montherrii, Montherry, Monthery)<br />

183, 193, 198, 221<br />

Montigny (Montingy)<br />

heer 260, 342<br />

Montreuil (Montreuel)<br />

graaf 342<br />

Montserrat (Monseraet)<br />

klooster 19<br />

Monyoen, Monyouwe, Monyoyen zie Monschau<br />

Moordrecht (Moerdrecht), Hendrik <strong>van</strong><br />

(Henricus de), ridder<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 80<br />

Morat zie Murten<br />

Mosoch zie Mesech<br />

Mostels,Willem 141<br />

Mouche, La zieVeray<br />

Mouzon (Moyson) 347<br />

MÏnster (Monasteriensis, Munster)<br />

bisschop 109, 240<br />

domproost (archipraepositus) 249, 254,<br />

255<br />

Muizen (Musen)<br />

abdij 1<br />

Mulart, Seyn


drossaard <strong>van</strong> Oijen 252<br />

Munster zie MÏnster<br />

Munsterbilzen (Bilsen)<br />

abdis 18<br />

Murten (Morat) 217, 218<br />

Musen zie Muizen<br />

Myddeborch zie Middelburg<br />

Myddelaer zie Middelaar<br />

Myerle zie Mierlo<br />

Mylanen zie Milaan<br />

Myrobello zie Mirabello<br />

N<br />

Namen 206, 219, 302, 304, 309<br />

graaf 67, 144<br />

Nancy (Nancii) 213, 215, 218, 221<br />

Napels (Naples) 313, 338<br />

koninkrijk 241, 289, 313, 340<br />

koning 40, 289<br />

Narbonne (Narbone, Nerbone) 18<br />

viconte 134<br />

Nassau (Nassou, Nassouw, Nassouwe)<br />

graaf 45, 218, 230, 239, 241, 242, 320,<br />

328, 338, 342, 343, 346, 347<br />

heer 309, 328<br />

jonker 125<br />

Nassau (Nassouwe), Engelbert <strong>van</strong><br />

heer <strong>van</strong> Breda 155<br />

Nastelmeker, <strong>Peter</strong> de (<strong>Peter</strong> die)<br />

deken <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 339<br />

Navarra (Nauarre, Nauerre) 21, 347<br />

koning 69<br />

Nazareth<br />

abdij 1<br />

Neder-Betuwe 326<br />

Neder-Frankrijk (Neder-Vrancryck) 1<br />

Neder-Gallie« (Neder-Gallien) 1<br />

Neder-Lotharingen (Neder-Lothryc) 31<br />

Nederalphen, Steven <strong>van</strong><br />

rentmeester <strong>van</strong> Brabant 125<br />

Nederasselt (Neerasselt) 301, 326<br />

Nederland (Nederlant) 5, 6<br />

heer 5<br />

Nederlanden 3, 6, 8, 212, 338<br />

Nederweert 325<br />

Neerasselt zie Nederasselt<br />

Nelle zie Nesle<br />

Nemroth zie Nimrod<br />

Nenne,Wouter (Wolterus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 54; zie ook<br />

Wouter<br />

Neptanabus<br />

koning <strong>van</strong> Egypte 5<br />

Neptunus 4<br />

Nerbone zie Narbonne<br />

Nesle (Nelle) bij Pe¨ ronne, Frankrijk 205<br />

Netelair, kasteel tussen Vilvoorde en Eppegem<br />

32<br />

Neue zie Neve<br />

Neuss (Nuys, Nuyss) 156, 213-215<br />

Neustrie« (Meustren, Neustrien) 23<br />

Neve (Neue), Jan (Iohannes)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 185<br />

Nevers (Nyuers, Nyuerss) zie ook Filips<br />

graaf 112, 113, 200<br />

Neynsel, Neysel zie Nijnsel<br />

Nicolaas (Nyclaes, Nycolaus)<br />

heilige, bisschop 10<br />

hertog <strong>van</strong> Calabrie« 215<br />

Nicolaus (Nycolaes, Nycolaus)<br />

V, paus (1447-1455) 112, 165<br />

Nideggen (Nyegge) bij DÏren, Duitsland 88<br />

Nienoord zie Oirt<br />

Nieukerk (Nyekerc) bij Geldern, Duitsland<br />

326<br />

Nieuwpoort (Nyepoirten, Nypoirten, Nyporten)<br />

bij Schoonhoven 342<br />

Niger zie Merger<br />

Nijmegen (Nouomagensis, Nyemegen, Nymegen,<br />

Nymmegen) 5-7, 117, 156, 204,<br />

211, 212, 222, 240, 241, 243, 290, 307,<br />

308, 316, 331<br />

Rijk <strong>van</strong> 243<br />

Nijnsel (Neynsel, Neysel), Adam <strong>van</strong> (Adam<br />

de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 97<br />

^, Gerard <strong>van</strong> (Gerardus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 53, 61, 67,<br />

71, 72<br />

^, Hendrik<strong>van</strong> (Henrick<strong>van</strong>, Henricus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 45, 52, 54<br />

^, Jacob <strong>van</strong> (Iacobus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 115, 118,<br />

124, 126<br />

^, Jan <strong>van</strong> (Iohannes de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 42, 100,<br />

104, 109<br />

^,Wellen <strong>van</strong> (Wellinus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 66, 67, 97<br />

432


Nimrod (Nemroth) 2<br />

Nistelrode (Nysterle) 91, 96, 97<br />

Dedwech 97<br />

Erpt 97<br />

Hanenberch 97<br />

Slaebroeck 97<br />

Sleecberch 97<br />

Witten Scilberge 96, 97<br />

Nivelles (Niuele, Nyeuele, Nyuel, Nyuele,<br />

Nyuelensis, Nyvele) 1, 15, 16, 79, 85,<br />

125, 141, 148, 272, 276<br />

baljuw 78<br />

abdij 1, 16<br />

Nizelles (Nyzele)<br />

abdij 1<br />

Noach (Noe) 2, 3<br />

Noddenvelt, Simon <strong>van</strong> (Symon de)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 295<br />

Noe zie Noach<br />

Noeden (Noede), Hendrik (Henrick, Henricus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 183<br />

raad <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 229<br />

^, Jan (Iohannes), zoon <strong>van</strong> Hendrik<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 151, 252<br />

Noereborch, Noerenborch zie NÏrnberg<br />

Noerwegen zie Noorwegen<br />

Nolleken, Jan (Iohannes)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 151<br />

Noorwegen (Noerwegen) 10, 23, 24<br />

Noot, Geldolf <strong>van</strong> der (Geldolph <strong>van</strong> der)<br />

meester, kanselier <strong>van</strong> Brabant 230<br />

^, Hieronymus <strong>van</strong> der (Iherominus <strong>van</strong><br />

der)<br />

kanselier 349<br />

^,Wouter <strong>van</strong> der 125<br />

Noppen, Rudolf (Rodolphus, Rolo¡)<br />

lid <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> zes goede mannen<br />

291<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 305, 323<br />

Normandie« (Normandien) 23, 24, 71, 74,<br />

76, 134, 135, 181, 152, 193, 206, 214<br />

hertogdom 134, 152<br />

hertog 40, 69, 194<br />

seneschalk 193<br />

Normandie« ,Willem <strong>van</strong> 24<br />

Notburgis 16<br />

Nouomagensis zie Nijmegen<br />

Noyens, Arnoud (Arnt)<br />

deken <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 339<br />

Noyers, bij Auxerre, Frankrijk<br />

heerlijkheid 256<br />

Noyon 20<br />

bisschop 15, 40<br />

graaf 40<br />

NÏrnberg (Noereborch, Noerenborch) 140<br />

Nuland (Nulant) 54, 302, 321<br />

Kepkens Donck 54<br />

Wolfsdyck 54<br />

gericht 61<br />

hemaal (rechtsdistrict) 61<br />

Nuys, Nuyss zie Neuss<br />

Nyclaes, Nycolaes, Nycolaus zie Nicolaas<br />

Nyegge zie Nideggen<br />

Nyekerc zie Nieukerk<br />

Nyemegen zie Nijmegen<br />

Nyepoirten zie Nieuwpoort<br />

Nyerss, Hieronymus (Iheronimus)<br />

hoofdman 326<br />

Nyeuele zie Nivelles<br />

Nymegen, Nymmegen zie Nijmegen<br />

Nypoirten, Nyporten zie Nieuwpoort<br />

Nysterle zie Nistelrode<br />

Nyuel, Nyuele, Nyuellensis zie Nivelles<br />

Nyuers, Nyuerss zie Nevers<br />

Nyvele zie Nivelles<br />

Nyzele zie Nizelles<br />

O<br />

433<br />

Octauiaen, Octauianus Augustus zie Augustus<br />

Oda (Oeye)<br />

heilige, markgravin <strong>van</strong> het Heilige<br />

Roomse Rijk 15<br />

gravin <strong>van</strong> Brussel en Leuven, markgravin<br />

<strong>van</strong> het Heilige Roomse Rijk 28, 29<br />

Odo (Eudon)<br />

koning <strong>van</strong> Frankrijk 24-26<br />

hertog <strong>van</strong> Aquitanie« 17, 18<br />

Oedevaer (Oedeuaer), Jan (Iohannes)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 192,<br />

202, 263<br />

^, Nicolaas (Nycolaus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 180<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 192<br />

Oems, Jan (Iohannes), zoon <strong>van</strong> Jan<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 235<br />

^,Wouter (Wolterus)


lid <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> zes goede mannen<br />

299<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 299<br />

Oensel<br />

Oenselsche veer 323<br />

Oerle (Oirle) 79<br />

vrijheid 106<br />

Oerle (Oirle), Nicolaas <strong>van</strong> (Nycolaus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 98<br />

^,Wouter <strong>van</strong> (Wolterus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 67, 76,<br />

98<br />

^,Wouter Colen <strong>van</strong> (Wolterus Colen de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 136<br />

Oest-Vrancryc zie Oost-Frankrijk<br />

Oetingen<br />

graaf 266<br />

Oeye zie Oda<br />

Oijen (Oyen) 89, 96, 113, 145, 223, 247-<br />

255, 260, 273, 285, 298, 311, 318<br />

Land <strong>van</strong> 247<br />

heer 249, 250, 252<br />

drossaard 252<br />

schepenen 254<br />

Oijen (Oyen), Hendrik<strong>van</strong> (Henricus de)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 202<br />

^,Winrik<strong>van</strong> (Wynric <strong>van</strong>)<br />

schout <strong>van</strong> <strong>Os</strong>s 96<br />

Oirchyes zie Orchies<br />

Oirle zie Oerle<br />

Oirlyens zie Orlëans<br />

Oirschot (Oirscot) 1<br />

kanunnik 259<br />

Oirt, Den (= Nienoord), kasteel bij Groningen<br />

334<br />

Oise (Ooze) 76<br />

Oist- zie Oost-<br />

Oisterwijk (Oisterwiic, Oisterwyc) 1, 79,<br />

86, 108, 111, 126, 265<br />

Kwartier 311, 320<br />

Meierij 86<br />

Liinde, Lynde 87, 108<br />

schout 163<br />

Oisterwijk (Oisterwyc),Willem <strong>van</strong> 203<br />

Oldenbrugge zie Oldenburg<br />

Oldenburg (Oldenbrugge)<br />

graaf 213<br />

Oldenzaal (Oldenzeel) 314<br />

Olivier (Olyuier) 11<br />

Olyfernes zie Holofernes<br />

Onse-Lieve-Vrouwe-Marie zie Maria<br />

Ooij (Oy) 308<br />

heer 109<br />

Oost-Frankrijk (Oest-Vrancryc, Oist-Vrancryc,<br />

Oist-Vrancryck) 14, 17, 20, 22, 26<br />

Oost-Friesland (Oist-Vrieslant) 342<br />

Oostenrijk (Austria, Oistenryc, Oistriick,<br />

Oistryc, Oistryck)<br />

aartshertog 269, 272, 283, 290, 291, 301,<br />

305, 335, 341<br />

aartshertogin 313, 318, 329, 331<br />

hertog 213, 239, 249, 256, 242<br />

hertogin 254<br />

Ooze zie Oise<br />

Ophem zie Oppem<br />

Ophoven (Ophouen), Hendrik<strong>van</strong> (Henricus<br />

de)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 283<br />

Oplinter (Lintere, Lyntere) 2<br />

abdij 1<br />

Oppegem zie Eppegem<br />

Oppem (Ophem), Jan <strong>van</strong> (Ian <strong>van</strong>) 56<br />

ridder 125<br />

Oppurgen, Bertram <strong>van</strong><br />

ridder 241<br />

Orange (Araingien, Orengien)<br />

prins 17, 338<br />

Orchies (Oirchyes) 97<br />

Orengien zie Orange<br />

Orle¨ ans (Oirlyens) 27<br />

hertogdom 135<br />

hertog 134<br />

Orthen (Orten) 36, 54, 155<br />

Orthen, Herman <strong>van</strong> (Hermannus), zoon <strong>van</strong><br />

Hendrik<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 269<br />

Orval (Oryuaels)<br />

klooster 102<br />

Oryuaels zie Orval<br />

<strong>Os</strong>, Arnoud Grotart <strong>van</strong> (Arnoldus Grotart<br />

de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 165<br />

^, Dirk<strong>van</strong> (Theodericus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 152, 162,<br />

173, 185, 204<br />

^, Gillis <strong>van</strong> (Egidius de), zoon <strong>van</strong>Willem<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 333<br />

^, Godfried <strong>van</strong> (Goyart <strong>van</strong>)<br />

ridder 95<br />

434


^, Godfried Grotart <strong>van</strong> (Godefridus Grotart<br />

de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 262, 267,<br />

279, 290<br />

^, Herman <strong>van</strong> 66<br />

^, Jan <strong>van</strong> (Iohannes de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 215<br />

^, Marcelis <strong>van</strong> (Marcelius de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 99<br />

^, <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> (Petrus de), zoon <strong>van</strong> Jan Rutgerss.<br />

ingrossator <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 258<br />

secretaris <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 67, 289,<br />

335<br />

^,Willem<strong>van</strong> (Willelmus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 345<br />

<strong>Os</strong>man, Hendrik (Henric)<br />

deken <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 339<br />

<strong>Os</strong>s (<strong>Os</strong>) 67, 94-97, 107, 233, 234, 288, 323<br />

Schadewijk 323<br />

gericht 61<br />

hemaal (rechtsdistrict) 61<br />

vrijheid 106, 323<br />

schout 95, 96<br />

Otranto (Ydrunte)<br />

aartsbisschop 241<br />

Otten,Willem<br />

deken <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 339<br />

Otto<br />

I, keizer (962-973) 25, 26<br />

II, keizer (973-983) 26, 27<br />

III, keizer (983-1002) 28<br />

IV, keizer (1198-1218) 34<br />

I, graaf <strong>van</strong> Gelre (1185-1207) 34, 36,<br />

244<br />

heer <strong>van</strong> Cuijk en Heverlee 60, 62, 66,<br />

247<br />

Oude Maas (Oude Maze) 58<br />

Ouden, Jan de (Iohannes de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 100, 104<br />

^, Jan de (Iohannes de), zoon <strong>van</strong>Willem<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 153<br />

^, Nicolaas de (Nycolaus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 53, 67,<br />

71, 72<br />

^, Rutger de (Rutgerus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 76, 80<br />

^,Willem de (Willelmus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 99<br />

Oudenaarde (Oudenaerde, Oudenarden)<br />

21, 171<br />

Oudheusden (Outhuesden), Jan <strong>van</strong> (Iohannes<br />

de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 99<br />

Ouer- zie Over-<br />

Overasselt (Ouerasselt) 326<br />

Overbetuwe (Ouerbetu) 243<br />

Overijse (Oueryssche,Ysche) 1, 39, 80<br />

Overijssel (Ouerysel, Ouerysele) 181<br />

Overland (Ouerlant) 45<br />

Overmaze (Ouermaze) 120, 145, 150, 227<br />

Land(en) <strong>van</strong> 122, 143-146, 219, 223,<br />

224, 255, 256, 272, 273, 285<br />

Overmeer (Ouermeer), Bernard <strong>van</strong> (Bernardus<br />

<strong>van</strong>), zoon <strong>van</strong> Jan<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 248, 249,<br />

269<br />

Overrijn (Ouerryn, Overryn), Wouter <strong>van</strong><br />

111<br />

Oversticht (Ouersticht) 181<br />

Oy zie Ooij<br />

Oyen zie Oijen<br />

P<br />

435<br />

Padua (Paduaen, Paduwa) 4, 314<br />

Paeuweter zie Pauweter<br />

Palamides<br />

heer in Sicambrie« 4<br />

Palsgreve zie Rijn<br />

Palude zie Broek<br />

Pannicida zie Gewandsnijder<br />

Pannonie« (Pannonien) 12<br />

Pape, Jan genaamd (Iohannes dictus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 42<br />

Parck zie Park<br />

Parijs (Pariis, Paris, Parys) 3, 21, 23, 43, 76,<br />

122, 123, 134, 135, 193, 194, 215, 256<br />

graaf 25, 26<br />

kanselier <strong>van</strong> de universiteit 123<br />

provoost 134<br />

Park (Parck)<br />

abdij <strong>van</strong> 't 1<br />

Parweys zie Perwez<br />

Paulus<br />

II, paus (1464-1471) 197, 206<br />

Paulus Diaconus 21<br />

Pauweter (Paeuweter), Arnoud (Arnoldus,<br />

Arnt)


schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 294, 314<br />

raad <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 339<br />

Pedelant zie Peelland<br />

Peel (Pele) 35<br />

Peelland (Pedelant)<br />

Kwartier 320<br />

schout 339<br />

Pele zie Peel<br />

Pelgrom (Pelgrum, Pelgrums), Hendrik<br />

(Henricus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 264<br />

meester, secretaris <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

202, 312<br />

^, Hendrik (Henric, Henricus), zoon <strong>van</strong><br />

Dirk<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 327, 345<br />

meester, bouwmeester <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

333<br />

^, Herman zie Herman<br />

Pelius<br />

heer in Sicambrie« 5<br />

Pels, Arnoud (Arnoldus), zoon <strong>van</strong> <strong>Peter</strong><br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 204<br />

^, Dirk (Theodericus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 270<br />

^, Gijsbert (Ghiselbertus, Ghysbertus,<br />

Ghyselbertus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 185,<br />

197, 217<br />

^, Jan (Iohannes)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 279<br />

^, <strong>Peter</strong> (Petrus)<br />

burgemeester <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

288<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 204,<br />

258, 263, 269<br />

Penu zie Kelder<br />

Pepijn (Pippiin, Pippyn) 22<br />

de Kleine, koning <strong>van</strong> Frankrijk, hertog<br />

<strong>van</strong> Brabant (751-768) 18-20, 26<br />

koning <strong>van</strong> Italie« 22<br />

<strong>van</strong> Landen, zwaarddrager, hertog <strong>van</strong><br />

Brabant en Klein-Lotharingen, regeerder<br />

<strong>van</strong> Frankrijk 14-16<br />

<strong>van</strong> Herstal, hertog <strong>van</strong> Brabant en Lotharingen,<br />

markgraaf <strong>van</strong> het Heilige<br />

Roomse Rijk 16, 17<br />

Perewys zie Perwez<br />

Pe¨ ronne (Peroene, Perone, Peronen) 25,<br />

182, 198, 200, 215<br />

Persen, Perssen zie Perzie«<br />

Persicken zie Persingen<br />

Persingen (Persicken) 308<br />

Perwez (Parweys, Perewys, Perweys) 2, 34<br />

heer 34, 58, 97, 173, 193, 221<br />

Perzie« (Persen, Perssen) 6, 15<br />

koning 14<br />

<strong>Peter</strong>, zoon <strong>van</strong> Engelbert<br />

deken <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 339<br />

Petrus (<strong>Peter</strong>), heilige 18<br />

P¢rt (Ferretten) 213, 215<br />

Ph- zie ook F-<br />

Phalleys<br />

heer 252<br />

Pharaildis (Pharelt), heilige 14<br />

Pharomont (Pharamundus)<br />

koning <strong>van</strong> de Franken 12, 13<br />

Philibeert zie Filibert<br />

Philippa zie Filippa<br />

Philippus, Philips zie Filips<br />

Philomenus<br />

heer in Sicambrie« 4, 5<br />

Phrygie« (Frigea) 4<br />

Phylips zie Filips<br />

Picardie« (Pickardien, Pickardyen, Pikardien)<br />

135, 214, 219<br />

Pieck, Lucas, zoon <strong>van</strong> Jacob<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 192<br />

Pijnappel (Pynappel), Jan (Ian, Iohannes)<br />

lid <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> zes goede mannen<br />

291<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 204, 250,<br />

262, 270, 289<br />

^, Jan (Iohannes), zoon <strong>van</strong> Jan<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 323<br />

^, Luding (Ludinc)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 111<br />

^,Willem (Willelmus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 343<br />

^,Wouter (Wolterus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 163<br />

Pikardien zie Picardie«<br />

Pilatus 4<br />

Pipenpoy (Pipenpoye), Rudolf (Roelof)<br />

heer <strong>van</strong> Blaasveld 66<br />

Pippiin, Pippyn zie Pepijn<br />

Pius<br />

II, paus (1458-1464) 182<br />

Plas (Plasse), Jan <strong>van</strong> den (Ian <strong>van</strong> den)<br />

schout <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 96<br />

436


Platea zie Straten<br />

Plectrudis (Plectruyt), heilige 16<br />

Poederoijen (Poederoeyen, Poederoyen)<br />

307, 308, 311<br />

drossaard 307<br />

Poeldonk (Poeldonc, Poeldonck, Poldonck),<br />

Arnoud/Arnoud <strong>van</strong> (Arnoldus, Arnoldus<br />

de/<strong>van</strong>)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 37, 51,<br />

54, 55, 57, 58<br />

Poelgien zie Apulie«<br />

Poirtegael zie Portugal<br />

Poldonck zie Poeldonk<br />

Polen 4; zie ook Polheym<br />

Polheym (Polen) 264<br />

Polixena 3<br />

koningin <strong>van</strong> Egypte 5<br />

Polixus 4<br />

Pompeius (Pompeyus) 6, 8<br />

Ponthieu (Pontye)<br />

Land <strong>van</strong> 76<br />

Pontus 4<br />

Pontye zie Ponthieu<br />

Poppel,Willem <strong>van</strong> (Willelmus de)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 223<br />

Porcien (Poursien)<br />

graaf 342<br />

Porta, Arnoud (Arnoldus) Roever de<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 142, 156<br />

Portsmouth (Dortemuye) 203<br />

Portugal (Poirtegael, Portegael, Portugale)<br />

230, 257<br />

koning 144, 230<br />

koningin 300<br />

koninkrijk 21<br />

Postel 31, 306, 350<br />

abdij 350<br />

meester 231<br />

Pottey, Godfried (Godefridus)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 248<br />

Poursien zie Porcien<br />

Prëmontrë (Premonstreyt) 1<br />

Priamus (Pryamus) 4<br />

koning <strong>van</strong>Troje 3<br />

hertog 12<br />

heer in Sicambrie« 4-5<br />

Prias 4<br />

Provence (Prouencien, Prouyncien) 18, 21<br />

graaf 40<br />

PrÏm (Prumen)<br />

klooster 23<br />

Pruisen (Pruysschen, Pruyssen) 2, 117<br />

Prumen zie PrÏm<br />

Pryamus zie Priamus<br />

Psalmen zie Salm<br />

Put,Willem aen den, zoon <strong>van</strong> Gijsbert<br />

deken <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 340<br />

Pyckevet (Pyckeuet),Tielman (Tielmannus,<br />

Tyelmannus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 185, 197<br />

^,Willem (Willelmus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 194, 217,<br />

260<br />

Pyeck, Cornelis 330<br />

Pyetyt Jan (Pyetyt Ian) 316<br />

Pynappel zie Pijnappel<br />

Q<br />

Quaderebbe (Quaderibbe), Gillis <strong>van</strong> (Gielis<br />

<strong>van</strong>)<br />

drossaard <strong>van</strong> Brabant 66<br />

Quakebeke (Quaecbeke), Gerard <strong>van</strong> (Gerart<br />

<strong>van</strong>) 56; zie ook Godfried<br />

Quesnoy (Keynout), Le, kasteel in Henegouwen<br />

85<br />

R<br />

437<br />

Raaphorst (Raephorst), Jan<strong>van</strong> (Iohan<strong>van</strong>)<br />

schepen <strong>van</strong> Utrecht 265<br />

Raatshoven (Rasenhoue, Rasenhouen), Jan<br />

<strong>van</strong> (Ian <strong>van</strong>)<br />

heer <strong>van</strong> Leez 66<br />

de jonge 56<br />

de oude 56<br />

Raess zie Raso<br />

Raet, Gerard (Gerardus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 109<br />

^, Hendrik de (Henricus die)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 104<br />

Ram, Arnoud (Arnt)<br />

schepen <strong>van</strong> Utrecht 265<br />

Rameë (Rameye), La<br />

abdij 1<br />

Rammekens 224<br />

Rasenhoue(n) zie Raatshoven<br />

Raso (Raess)<br />

zoon <strong>van</strong> Raso, meester, doctor in medicinis,<br />

schepen, gezworene, secretaris <strong>van</strong>


's-Hertogenbosch 270, 288, 290, 293,<br />

295, 305, 314, 333, 338, 339, 343, 344<br />

Rauensberge zie Ravensberg<br />

Rauenscot zie Raveschot<br />

Rauensteyn, Rauesteyn zie Ravenstein<br />

Ravensberg (Rauensberge)<br />

graaf 210<br />

Ravenstein (Rauensteyn, Rauesteyn) 1,<br />

87, 91, 93, 96, 97, 177-179, 199, 281<br />

heerlijkheid 177, 178<br />

heer 90, 177, 193, 211, 219, 221, 223,<br />

264, 338; zie ook Adolf; Kleef<br />

ambtman 174<br />

kastelein 177<br />

schout 175, 178, 179<br />

schepenen 179<br />

Raveschot (Rauenscot), Jan <strong>van</strong> (Iohannes<br />

de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 348<br />

Rayues zie Re© ves<br />

Reek (Reeck), Laurens <strong>van</strong> (Laureyns <strong>van</strong>)<br />

deken <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 339<br />

Reeuwe,Willem (Willelmus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 138, 151<br />

Reiinout zie Reinoud<br />

Reims (Ryemen) 13, 24, 25, 34, 182<br />

(aarts)bisschop 24, 40<br />

hertog 40<br />

Reinhild (Reynelt), heilige 14<br />

Reinier (Reyner), zoon <strong>van</strong> Jan Daemss.<br />

lid <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> zes goede mannen<br />

333<br />

Reinoud (Reiinout, Reynaldus, Reynalt,<br />

Reynaut, Reynout) 11<br />

I, graaf <strong>van</strong> Gelre (1271-1326) 44, 45,<br />

70, 74<br />

II, de jonge, graaf (1326-1338), later<br />

hertog (1338-1343) <strong>van</strong> Gelre 69, 87-<br />

89, 207, 209<br />

III, Pinguis (de Dikke), jonkgraaf, later<br />

hertog <strong>van</strong> Gelre (1343-1361) 71, 77,<br />

98, 113, 208<br />

IV, hertog <strong>van</strong> Gelre en Gulik (1402-<br />

1423) 122, 209, 234<br />

heer <strong>van</strong> Ooij 109<br />

heer <strong>van</strong> SchÎnforst 90, 93<br />

heer <strong>van</strong> Valkenburg en Monschau 56;<br />

zie ookValkenburg<br />

Remaclus, heilige 15<br />

Remigius (Remeys), heilige 13, 40<br />

heilige, aartsbisschop <strong>van</strong> Rouen 18<br />

Remus 4<br />

Renata (Reynata) <strong>van</strong> Frankrijk 336<br />

Rene¨ (Renez)<br />

koning <strong>van</strong> Napels en Sicilie« 289<br />

koning <strong>van</strong> Sicilie« 193, 203<br />

hertog <strong>van</strong> Lotharingen en graaf <strong>van</strong><br />

Vaude¨ mont 215<br />

Renus zie Rijn<br />

Repelmonde zie Rupelmonde<br />

Re¨ thel<br />

graaf 112, 113, 118<br />

Retie (Rethii, Rethy) 31, 306<br />

Reux (?) (Roess)<br />

heer, zie Croij<br />

Re© ves (?) (Rayues, Rieue) 2<br />

heer 57<br />

Reynaldus, Reynalt, Reynaut zie Reinoud<br />

Reynata zie Renata<br />

Reynelt zie Reinhild<br />

Reyner zie Reinier<br />

Reynout zie Reinoud<br />

Reynsberch zie Rheinberg<br />

Rheinberg (Reynsberch) 180<br />

Richard (Richart, Rychart, Ritzairt) 24<br />

hertog <strong>van</strong> Gloucester 257<br />

graaf 25<br />

graaf <strong>van</strong>Warwick 203<br />

Richemont zie Richmond<br />

Richmond (Richemont)<br />

graaf 257<br />

Rieue zie Re© ves<br />

Riien zie Rijen<br />

Riin zie Rijn<br />

Rijen (Riien)<br />

Land <strong>van</strong> 15<br />

Rijn (Renus, Riin, Ryn) 1, 5, 6, 8, 9, 12, 13,<br />

15, 17, 22, 29, 31, 35, 36, 38, 44, 90, 164,<br />

214, 301<br />

paltsgraaf 34, 108, 338, 342<br />

Ritzairt zie Richard<br />

Rivieren (Ryuieren) 2<br />

Rivieren (Riuiyeren), Karel <strong>van</strong> der (Kaerle<br />

<strong>van</strong> der) 56<br />

Rixtel (Rycstel)<br />

heer 250<br />

Robbert zie Robrecht<br />

Robbillart, Natal (Natael)<br />

kanunnik in Oirschot en Sint-Oedenrode<br />

259<br />

438


Robbrecht zie Robrecht en Rupprecht<br />

Robrecht (Robbert, Robbrecht)<br />

koning <strong>van</strong> Frankrijk (996-1031) 27<br />

graaf <strong>van</strong> Artois 67<br />

graaf <strong>van</strong> Parijs 25<br />

heer <strong>van</strong> Arenberg 308, 309, 346, 347<br />

heer <strong>van</strong> Normandie« 24<br />

Rocamadour (Rutsemedau) 117<br />

La Roche-en-Ardenne (?) (Rochen)<br />

heer 221<br />

Rode zie Herzogenrath en Sint-Oedenrode<br />

Rode, Godfried <strong>van</strong> (Godefridus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 126, 127,<br />

136, 138, 142, 155, 158<br />

^, Maarten <strong>van</strong> (Martinus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 176, 185,<br />

195, 204, 223, 258, 262<br />

Rodensis zie Herzogenrath en Ro¨ dos<br />

Rodes zie Rödos<br />

Rodol¡, Rodolph zie Rudolf<br />

Ro¨ dos (Rodensis, Rodes) 31, 241<br />

Roelantz, Lodewijk (Lodewyck)<br />

meester, raadsheer in Brabant 295<br />

Roempot, Adam<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 269<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 263<br />

Roermond (Rueremunde) 258, 298, 306,<br />

307, 309, 321, 325, 326, 328, 331<br />

Roesmalen zie Rosmalen<br />

Roesmont, Daniel (Danel)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 115, 126,<br />

137, 156<br />

^, Godfried (Godefridus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 142<br />

^, Godschalk (Godescalcus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 74, 75,<br />

138<br />

^, Gijsbert (Ghysbertus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 141, 185<br />

Roess zie Reux<br />

Roeuer zie Rover<br />

Rogier 11<br />

Rollo<br />

heer <strong>van</strong> Normandie« 24<br />

Rome (Romen) 3, 6, 8-10, 12, 18, 19, 21, 23,<br />

55, 75, 137, 139, 161, 165, 176, 213, 230,<br />

310<br />

legaat 198<br />

Capitool 8<br />

keizer 9, 21, 344<br />

439<br />

koning 4, 346<br />

patricius 18<br />

Romulus 4<br />

Ronez zie Renë<br />

Roosendaal (Rosendael, Rosendale)<br />

abdij 1<br />

Rosande (Rosant), kasteel 309<br />

Rosendael zie Rozendaal<br />

Rosendale zie Roosendaal<br />

Rosmalen (Roesmalen) 53, 54, 123, 216,<br />

302, 314, 324<br />

Engelantsche moelen 217<br />

Hynthamsche Stege 216<br />

Mutze 324<br />

klooster <strong>van</strong> Coudewater 319<br />

Rossum (Rossem) 322, 323<br />

Rossum (Rossem), Jan <strong>van</strong> (Ian <strong>van</strong>) 255<br />

Rotruid (Rotruyt) 22<br />

Rotselaar (Rotselaer, Rotselair) 2<br />

heer 57, 102, 131<br />

Rotselaar (Rotselair), Jan <strong>van</strong> (Ian <strong>van</strong>) 221<br />

Rotterdam (Rotterdamme) 337<br />

Rouen (Rouwaen, Rowaen, Ruaen) 134,<br />

206<br />

aartsbisschop 18<br />

kardinaal, legaat in Frankrijk 313<br />

Rouer, Rouerus zie Rover<br />

Rouwaen zie Rouen<br />

Rover (Roeuer, Rouer, Rouerus), Arnoud<br />

(Arnoldus)<br />

ridder, schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

98, 100, 101<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 51, 138<br />

^, Arnoud (Arnoldus) ^ Boest<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 234<br />

^, Arnoud (Arnoldus) ^ de Porta<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 142, 156<br />

^, Dirk de (Dirc die, Dirck die,Theodericus<br />

die) 110<br />

schout <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 96<br />

ridder, schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

99, 109, 115, 126, 133<br />

jonker, schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

122<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 104, 109,<br />

111, 115, 119, 125, 126, 129<br />

^, Emond de (Emondus die)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 60, 61,<br />

99, 107, 109, 115


^, Gerlach de (Geerlacus die, Geerlaec<br />

die, Geerlic die)<br />

schout <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 86<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 76, 297,<br />

314, 341, 348<br />

bouwmeester <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

333<br />

^, Gijsbert (Ghysbertus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 138<br />

^, Jan de (Johannes die), ridder<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 80, 137,<br />

156<br />

^,Willem Brant de (Willelmus Brant die)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 126,<br />

137, 151<br />

Rowaen zie Rouen<br />

Roye tussen Nesle en Mondidier, Frankrijk<br />

205<br />

Rozendaal (Rosendael) 329<br />

Ruaen zie Rouen<br />

Rudolf (Rodol¡, Rodolph)<br />

koning <strong>van</strong> Frankrijk, hertog <strong>van</strong> Bourgondie«<br />

25<br />

vorst <strong>van</strong> Anhalt, graaf <strong>van</strong> Askanie« ,<br />

heer <strong>van</strong> Bernburg 306, 307<br />

Rueremunde zie Roermond<br />

Rumst (Rumste, Ruymst) 31<br />

heer 56<br />

Rupelmonde (Repelmonde) 171, 182, 228<br />

int Wyel 231<br />

Rupprecht (Robbrecht) <strong>van</strong> Beieren<br />

aartsbisschop <strong>van</strong> Keulen (1463-1480)<br />

213<br />

Rooms-koning (1400-1410) 126<br />

Rusland (Ruyssen) 4<br />

Rusus 4<br />

Rutsemedau zie Rocamadour<br />

Ruymst zie Rumst<br />

Ruysch, Alfer<br />

schepen <strong>van</strong> Utrecht 265<br />

Ruyssen zie Rusland<br />

Rychart zie Richard<br />

Rycstel zie Rixtel<br />

Rycxken 92<br />

Ryemen zie Reims<br />

Ryn zie Rijn<br />

Rysele, Ryssele zie Lille<br />

Ryuieren zie Rivieren<br />

S<br />

Saarwerden (Zaerwerden)<br />

heer 342<br />

Sacharias zie Zacharias<br />

Sa¡enburg (Za¡enberge) bij Koblenz, Duitsland<br />

heer 59<br />

Saint-Omer (Sint-Odemairs, Sint-Oedemaers,<br />

Sint-Oemers) 224, 262, 331<br />

Saint-Pol (Sint-Pol, Sint-Poul, Sympoel,<br />

Sympol)<br />

graafschap 112<br />

graaf 39, 52, 112, 137, 138, 141, 142, 193,<br />

194, 198, 215; zie ook Filips<br />

Saint-Pol (Sint-Poul), Walraven <strong>van</strong> (Walrauen<br />

<strong>van</strong>)<br />

graaf<strong>van</strong> Saint-Pol en Ligny 112, 123<br />

Saint-Py (Sympy)<br />

heer 342<br />

Saint-Quentin (Sinte-Quintyns) 45, 152, 182,<br />

204<br />

Saksen (Saxe, Saxonia, Zassen) 6, 18-20, 25<br />

hertog 29, 264, 265, 288, 330, 334<br />

Saladin (Saladyn)<br />

koning <strong>van</strong> Babylonie« 35<br />

Salesburch zie Salzburg<br />

Salins<br />

heer 144<br />

Salizairt, Grote 204<br />

Salm (?) (Psalmen)<br />

graaf 71<br />

Salomon<br />

koning <strong>van</strong> Engeland 23<br />

Salsenbarch zie Sulzbach<br />

Salzburg (Salesburch) 21<br />

Sancto Iohanne zie Filips<br />

Sanders, Filips (Philips, Philippus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 310<br />

raad <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 339<br />

^, Gerard (Gerardus)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 183<br />

^, Hendrik (Henricus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 223<br />

^, Jacob (Iacobus)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 259<br />

Santen zie Xanten<br />

Santiago de Compostela (Compostella) 304<br />

Sauoyen zie Savoie<br />

Savoie (Sauoyen) 215, 217<br />

440


hertog 140, 215<br />

hertogin-douarie© re 254, 313, 318, 329;<br />

zie ook Margareta<br />

gravin 44<br />

Saxe, Saxonia zie Saksen<br />

Sayn (Zeyn)<br />

jonker 125<br />

Scadewyc zie <strong>Os</strong>s<br />

Scalckensmit, Jan (Ian)<br />

deken <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 339<br />

Sceijvel (Sceyuel), Godfried (Godefridus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 72, 74,<br />

75, 78, 84, 97<br />

^, Jan (Iohannes)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 97, 109<br />

Sceper,Jande(Iandie)<br />

lid <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> zes goede mannen<br />

317<br />

Scheenken, Simon (Symon)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 213<br />

Schelde (Sceld, Scelde, Scelden) 5-9, 11, 13,<br />

15, 26, 31, 171, 172<br />

Schenc, Otto (Ott) 330<br />

Schijndel (Scy<strong>nl</strong>e) 159, 302, 325<br />

Schoenen zie Schonen<br />

SchÎnforst (Scoenvorst)<br />

heer 90, 93<br />

Schoenhouen zie Schoonhoven<br />

Schoer, Jan <strong>van</strong> der (Ian <strong>van</strong> der) 265<br />

Schonen (Schoenen, Scoenrelande), Zweden<br />

90, 117<br />

Schoonhoven (Schoenhouen, Scoenhouen)<br />

139, 140, 312, 342<br />

Schriine (Schriiue), Arnoud (Arnt) 217<br />

Schwaben (Zwauen) 6<br />

Scilder (Scilders), Gerard (Gerardus, Gerit)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 97, 126,<br />

137<br />

gezworene <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 137<br />

^, Godfried (Godefridus, Goyart)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 158, 171,<br />

174, 176<br />

^, Hendrik (Henricus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 101<br />

^, Jan (Iohannes)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 241<br />

^, Nicolaas (Nycolaus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 74, 97,<br />

115, 124<br />

^, Rudolf (Rodolphus)<br />

441<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 157, 162<br />

^,Willem (Willelmus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 100, 101,<br />

104, 108, 111, 163<br />

Scoenhouen zie Schoonhoven<br />

Scoenrelande zie Schonen<br />

Scoenvorst zie SchÎnforst en Schoonvorst<br />

Schoonvorst (Scoenvorst), Jan <strong>van</strong> (Iohannes<br />

de)<br />

laagschout <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 301<br />

Scoercop, Dirk (Dirck,Theodericus)<br />

lid <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> zes goede mannen<br />

299, 310, 333<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 305<br />

Scoermouw,Willem<br />

schout <strong>van</strong> Ravenstein 179<br />

Scotus, Johannes (Iohannes) 23<br />

Scrage, Jan (Iohannes)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 99, 100<br />

Screynmaker, <strong>Peter</strong><br />

deken <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 339<br />

Scy<strong>nl</strong>e zie Schijndel<br />

Secilien zie Sicilie«<br />

Segemont zie Sigismund<br />

Segerus zie Zeger<br />

Seine (Seyne, Zeynen) 13, 23, 76, 193<br />

Selen zie Celen<br />

Sem 2, 3<br />

Sembre¡e zie Sombre¡e<br />

Sens<br />

aartsbisschop 69<br />

Sepz, tussen Montenaken en Landen 37<br />

Severa (Seuera), heilige<br />

abdis teTrier 15<br />

Seyne zie Seine<br />

Sibilla 8<br />

Sicambrie« (Sicambriem, Sicambrien, Sicambrinen,<br />

Sycambrien) 4, 5, 12<br />

heer 4, 5<br />

Sichen, Sichenem, Sichenen zie Zichem<br />

Sicilie« (Cecilia, Cecilien, Secilien, Sicilien)<br />

koning 35, 40, 70, 193, 203, 289<br />

Sigibert<br />

koning <strong>van</strong> Frankrijk 16<br />

Sigismund (Segemont, Sigismundus, Zegemont)<br />

keizer, Rooms-koning, koning <strong>van</strong> Hongarije<br />

(1410-1437) 126, 127, 135, 209<br />

hertog <strong>van</strong> Oostenrijk 213, 218<br />

Siluester zie Silvester


Siluinus zie Silvinus<br />

Siluius zie Silvius<br />

Silva iuxta Orthen zie 's-Hertogenbosch<br />

Silvester (Siluester)<br />

I, heilige, paus (314-335) 10, 19, 21<br />

Silvinus (Siluinus), heilige 16<br />

Silvius (Siluius) Brabon<br />

heer in/<strong>van</strong> Sicambrie« 4, 5<br />

Simon (Symon)<br />

aartsbisschop <strong>van</strong> Otranto 241<br />

Sint-Agatha-Rode (Sint-Aechten-Rode,<br />

Sint-Aeghten-Rode) 41<br />

Sint-Joris-Weert zieWieiries<br />

Sint-Michielsgestel (Gestel) 159; zie ook<br />

Herlaar<br />

Sint-Odemairs, Sint-Oedemaers zie Saint-<br />

Omer<br />

Sint-Oedenrode (Rode) 79<br />

kanunnik 259<br />

vrijheid 106<br />

Sint-Oemers zie Saint-Omer<br />

Sint-Pol, Sint-Poul zie Saint-Pol<br />

Sint-Truiden (Sint-Truyden, Sint-Truydt,<br />

Sint-Truyen) 33, 68, 194, 196, 197, 260<br />

heer 15<br />

abdij 31<br />

Sinte-Cruys<br />

kardinaal 151<br />

Sinte-Geertrudenberch, Sinte-Geertruyenberch,<br />

Sinte-Geertruyenberge, Sinte-<br />

Gertruyenberch, Sinte-Gertruyenberge<br />

zie Geertruidenberg<br />

Sinte-George (in Bourgondie« )<br />

heer 134<br />

Sinte-Luciaan<br />

klooster bij Beauvais 205<br />

Sint-Maartensdijk (Sinte-Martensdyc)<br />

heer 252, 253<br />

Sinte-Michiels in Normandie« zie Mont<br />

Saint-Michel<br />

Sinte-Michielsberge zie Mont Saint-Michel<br />

Sinte-Quintyns zie Saint-Quentin<br />

Sion (Syon), berg 196<br />

Sittard (Zittart) 59<br />

heer 90<br />

Sixtus<br />

IV, paus (1471-1484) 210, 214, 248<br />

Smeeds, Godfried (Godefridus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 136<br />

Smolners, Hessel 133<br />

Snauel zie Snavel<br />

Snavel (Snauel), Hendrik (Henric)<br />

schout <strong>van</strong> Herpen 175, 176<br />

Sneeuwint, Sneeuwynt zie Ensche<br />

So¡oc(k) zie Su¡olk<br />

So¢a (Sophia)<br />

hertogin <strong>van</strong> Brabant 40<br />

Soilloit, Jan (Ian)<br />

secretaris <strong>van</strong> Adolf, heer <strong>van</strong> Ravenstein<br />

180<br />

Soissons (Soysson, Zoysson) 20, 37<br />

klooster <strong>van</strong> Sint-Medart 19<br />

Sombre¡e (Sembre¡e, Sombre¡) 2<br />

heer 56<br />

Someren (Zoemeren) 234, 306<br />

Somme (Sommen) 76, 152, 182, 193, 194,<br />

198, 221<br />

Son (Zonne) 312<br />

Son (Sonne, Zonne), Gerlach <strong>van</strong> (Geerlacus<br />

de, Gerlacus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 67, 71<br />

^, Hendrik<strong>van</strong> (Henricus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 53, 55, 58<br />

^, Jan <strong>van</strong> (Ian <strong>van</strong>)<br />

onderschout <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 96<br />

Sophia zie So¢a<br />

Soysson zie Soissons<br />

Spaengen, Spaengien zie Spanje<br />

Spanct, Arnoud Stamelart <strong>van</strong> der (Arnoldus<br />

Stamelart de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 97, 99,<br />

101, 108, 109, 111<br />

Spanje (Hispania, Spaengen, Spaengien) 3,<br />

17-19, 21, 210, 233, 285, 302-305, 314,<br />

319, 334, 341, 343<br />

koning 24, 40, 269, 285, 300, 340, 341,<br />

343, 345<br />

koningin 300<br />

kroonprins 300<br />

prins 285, 335<br />

Spierinck (Spierinc), Anton (Anthonius)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 269, 283<br />

^, Bartholomeus<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 115, 123,<br />

126, 130, 141, 152<br />

^, Jan (Iohannes)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 152, 162<br />

^, Nicolaas (Claes, Nycolaus)<br />

442


schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 161, 171,<br />

174, 183, 333, 343<br />

Spijker (Spiker), Allard (Alardus)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 215<br />

^, Jan (Iohannes)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 176, 185,<br />

197; zie ook Jan<br />

Spina, Gijsbert <strong>van</strong> den Doern de (Ghysbertus<br />

<strong>van</strong> den Doern de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 86; zie<br />

ook Doorn<br />

Spremont zie Sprimont<br />

Sprenger, Jan (Ian)<br />

doctor, prior <strong>van</strong> het predikherenklooster<br />

te Keulen 214<br />

Sprimont (Spremont) 79, 81<br />

Stadeacker, Dirck<strong>van</strong> den (Dirck<strong>van</strong> den)<br />

deken <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 339<br />

Stamelart (Stamelairt), Arnoud (Arnoldus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 100<br />

^, Arnoud (Arnoldus), zoon <strong>van</strong> Hendrik<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 185<br />

^, Arnoud (Arnoldus) ^ <strong>van</strong> den Kelder (de<br />

Penu)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 79, 98,<br />

102, 108<br />

^, Arnoud (Arnoldus) ^ <strong>van</strong> der Spanct (de<br />

Spanct)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 97, 99,<br />

101, 108, 109, 111<br />

^, Arnoud (Arnoldus, Arnt) ^ <strong>van</strong> Uden (de<br />

Vden)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 115, 119,<br />

152, 153, 157<br />

Stampes zie Estampes<br />

Steen, Jan <strong>van</strong> den (Iohannes <strong>van</strong> den)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 270<br />

Steenbergen 1, 79, 141<br />

Steenbergen, Hendrik <strong>van</strong> (Henrick<strong>van</strong>)<br />

proost <strong>van</strong> Oudmunster te Utrecht 109<br />

Steenwech (LapideaVia,Via Lapidea), Gerard<br />

(Gerardus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 85, 99<br />

^, Gozewijn (Goessen, Goeswinus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 72, 76,<br />

79, 97, 104, 108, 109, 115, 118, 210<br />

gezworene <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 212<br />

^, Hendrik (Henricus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 137<br />

^, Hubert (Hubertus)<br />

443<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 215<br />

^, Jacob (Iacobus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 155<br />

^, Jan (Iohannes)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 108, 185,<br />

195, 217<br />

^, <strong>Peter</strong> (Petrus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 79, 84,<br />

87, 128, 151, 176, 185, 215, 252<br />

^,Willem (Willelmus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 210, 241,<br />

250, 260<br />

zie ookVia Lapidea<br />

Stefanus (Stephanus, Steuen)<br />

II, paus (752-757) 19<br />

VIII, paus (939-942) 28<br />

Stegen, Gozewijn <strong>van</strong> der (Goeswinus <strong>van</strong><br />

der)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 349<br />

Stempels, Berthoud (Bartholdus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 67, 71<br />

Stephanus zie Stefanus<br />

Steuen zie Stefanus<br />

Stierken (Styerken), Hendrik (Henricus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 74, 75,<br />

86, 142<br />

^, Iwaan (Yewanus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 99, 101,<br />

104, 115, 119, 125, 126<br />

Stiphout 325<br />

Stoeters zie Matthijs<br />

Straelen (Stralen) 319, 326, 327, 329<br />

drostambt 329<br />

Straten (Platea, Strathen), Jan <strong>van</strong> (Iohannes<br />

de)<br />

deken <strong>van</strong> het kapittel <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

201<br />

^, Lambert <strong>van</strong><br />

schout <strong>van</strong> <strong>Os</strong>s 96<br />

^, Nicolaas <strong>van</strong> (Nycolaus de)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 176<br />

Stuedman,Willem<br />

ambtman <strong>van</strong> Ravenstein 174<br />

Stuna 3<br />

Styerken zie Stierken<br />

Su¡ene 2, 3<br />

Su¡olk (So¡oc, So¡ock)<br />

graaf 302, 304<br />

Sulzbach (Salsenbarch)<br />

hertogin 31


Sycambrien zie Sicambrie«<br />

Symay zie Chimay<br />

Symon zie Simon<br />

Sympoel, Sympol zie Saint-Pol<br />

Sympy zie Saint-Py<br />

Syon zie Sion<br />

T<br />

Tarquinus Priscus<br />

koning te Rome 4<br />

Tarticia, heilige 15<br />

Tee¡elen (Tefelen)<br />

gericht 61<br />

hemaal (rechtsdistrict) 61<br />

Tervuren (ter Vueren,Tervueren) 1, 55, 71,<br />

80, 127, 141, 143<br />

Terwane,Terwanen,Terwarnen zieThe¨ rouanne<br />

Theodardus, heilige 15<br />

Theodericus zie Dirk<br />

Theoderik (Didderic, Diederick)<br />

I, koning <strong>van</strong> Frankrijk (511-533) 14<br />

III, koning <strong>van</strong> Frankrijk (673-691) 17<br />

IV, koning <strong>van</strong> Frankrijk (721-737-<br />

743) 18<br />

Theodosius<br />

keizer 11<br />

The¨ rouanne (Terwane, Terwanen, Terwarnen,Truwane)<br />

331-332<br />

bisschop 69, 181<br />

Thiel zieTiel<br />

ThielreWert zieTielerwaard<br />

Thiene,Thienen zieTienen<br />

Tholosen,Tholousen zieToulouse<br />

Thomas, broer <strong>van</strong> Arnoud <strong>van</strong> Diest 57<br />

Thoren zieThorn<br />

Thorn (Thoren) 309<br />

Thorout zieTorhout<br />

ThÏringen (Doeringen) 6<br />

koning 6, 9<br />

hertog 29<br />

landgraaf 39, 40<br />

gravin 38<br />

Thyell zieTiel<br />

Thyenen zieTienen<br />

Tibout (Tybout)<br />

graaf<strong>van</strong> Blois 27<br />

Tiel (Thiel, Thyell, Tiiel, Tyel, Tyela, Tyell)<br />

58, 71, 208, 242, 258, 303, 308, 324, 331<br />

Tiel (Tiela,Tyel), Bodo <strong>van</strong> (Bodo de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 97<br />

^, Zeboed <strong>van</strong> 78, 79<br />

Tielerwaard (ThielreWert,TielreWert,Tyelre<br />

Wert) 239-242, 326<br />

Tielkini zie Jan, Jordaan,Willem<br />

TielreWert zieTielerwaard<br />

Tienen (Thiene,Thienen,Thyenen) 1, 56, 79,<br />

85, 125, 141, 264, 309<br />

meier 227<br />

Tiiel zieTiel<br />

Tijt (Tyt), Jacob (Iacobus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 78, 109,<br />

115, 118<br />

Tiras (Tyras) 3<br />

Titus 9<br />

koning in Germanie« enThÏringen 9<br />

Toelinck (Toelinc), Frans (Franciscus,<br />

Franss)<br />

lid <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> zes goede mannen<br />

299<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 294, 323,<br />

340, 346<br />

raad <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 339<br />

meester, ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

290, 299<br />

^, Gozewijn (Goeswinus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 158, 180,<br />

185<br />

^, <strong>Peter</strong> (Petrus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 333<br />

Tongeloo zieTongerlo<br />

Tongeren 5-7, 37, 197-199<br />

bisschop 14, 15<br />

heer 7<br />

Tongerlo (Tongerloe,Tongeloo)<br />

abt 349<br />

abdij 1<br />

Torhout (Thorout) 21<br />

Toulouse (Tholosen,Tholousen)<br />

bisschop 38<br />

graaf 40<br />

Touraine (Tourayen,Touraynen)<br />

hertogdom 135<br />

hertog 112<br />

Tournai (Doernic, Doernick) 13, 26, 29, 31,<br />

221, 222, 332, 347, 348<br />

bisschop 195<br />

Tours 11<br />

aartsbisschop 10<br />

444


Toyart,Wouter<br />

schout <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 95<br />

Tracie« (Tracien) 3<br />

Trapeson zieTrebizonde<br />

Trebizonde (Trapeson)<br />

keizerrijk 171<br />

Tricht zie Maastricht<br />

Trier (Triere,Tryer) 21, 212<br />

aartsbisschop 15, 29, 67<br />

Troje (Troyen) 3, 4<br />

Tros<br />

koning <strong>van</strong>Troje 3<br />

Troyen zieTroje<br />

Troylus 3, 4<br />

heer <strong>van</strong> Ierland 5<br />

heer in Sicambrie« 4, 5<br />

Troylus Brabon<br />

heer in Sicambrie« 5<br />

Trude (Truden), Jan (Iohannes)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 97, 99; zie<br />

ook Jan<br />

Trudo (Truydt), heilige<br />

heer <strong>van</strong> Kempe<strong>nl</strong>and 15<br />

Truwane zieThe¨ rouanne<br />

Truydt zieTrudo<br />

Tryer zieTrier<br />

Tubal 3<br />

Tubeke zieTubize<br />

Tubize (Tubeke) 1<br />

Tuil (Tuyl) 322<br />

Tuldel, Anselm <strong>van</strong> (Ansem <strong>van</strong>) 259<br />

Turcus 4<br />

Turk, Grote zie Mohammed<br />

Turkije (Turkyen) 4<br />

Turnhout (Turnout) 1, 79, 89, 113, 231, 306<br />

Turnoutervoirt 117<br />

Tuyl zieTuil<br />

Tybout zieTibout<br />

Tyel,Tyela,Tyell zieTiel<br />

Tyelkini zieTielkini<br />

Tyell zieTiel<br />

TyelreWert zieTielerwaard<br />

Tyras zieTiras<br />

Tyt zieTijt<br />

U<br />

Uden (Vden) 35, 96, 179<br />

heerlijkheid 177, 178<br />

Uden (Vden), Andreas <strong>van</strong> (Andreas de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 99<br />

^, Arnout Stamelart <strong>van</strong> (Arnoldus Stamelairt<br />

de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 115, 119,<br />

152, 153, 157<br />

^, Engelbert <strong>van</strong> (Engelbertus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 192, 235,<br />

262, 269<br />

^, Gerard <strong>van</strong> (Gerardus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 99, 108,<br />

115<br />

^, Hendrik<strong>van</strong> (Henric <strong>van</strong>, Henricus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 72, 74,<br />

79, 85, 87, 115, 122, 126, 141, 185, 261,<br />

266, 299<br />

^, Marcelis <strong>van</strong> (Marcelius de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 101, 161,<br />

185<br />

^,Thomas <strong>van</strong> (Thomas de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 52, 53<br />

Ukkel (Vckel,Vcle) 148, 227<br />

Ulvenhout (Huluenhout)<br />

heer 56<br />

Urbanus (Vrbanus)<br />

IV, paus (1261-1264) 40<br />

VI, paus (1378-1389) 99<br />

Usuardus (Yswardus) 21<br />

Utrecht (Vtrecht) 17, 180, 181, 248, 256,<br />

258, 265, 317, 318, 330<br />

bisschop 108, 248, 314, 330<br />

kapittel 181<br />

proost <strong>van</strong> Oudmunster 109<br />

bisdom 180<br />

heer 265<br />

schout 265<br />

schepenen 265<br />

V<br />

445<br />

Valant, Andreas<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 76<br />

^,Thomas<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 54<br />

Valenciennes (Valenciin,Valencyn) 70, 138<br />

Valkenburg (Valkenborch) 66, 90, 92, 93,<br />

219, 307<br />

heer 44, 45, 56, 67, 87, 90<br />

heerlijkheid 92, 93<br />

Valkenburg (Valkenborch), Filippa <strong>van</strong><br />

(Philippe <strong>van</strong>)


abdis <strong>van</strong> Maubeuge 92<br />

^, Jan <strong>van</strong> (Ian <strong>van</strong>) 92<br />

^, Reinoud <strong>van</strong> (Reynout <strong>van</strong>) 59, 66<br />

^, Reinoud <strong>van</strong> (Reynout <strong>van</strong>) ^ en Monschau<br />

56<br />

^,Walraven <strong>van</strong> (Walrauen <strong>van</strong>) 44, 45, 91-93<br />

heer <strong>van</strong> Born, Sittard en Ravenstein,<br />

raad <strong>van</strong> de hertog <strong>van</strong> Brabant 90-93,<br />

96; zie ook Born<br />

Valois (Valoys)<br />

koning 71<br />

hertog 334<br />

Varik (Vauderic,Vauderick) 307, 308<br />

Vaude¨ mont<br />

graaf 215<br />

Vauderic(k) zieVarik<br />

Vckel,Vcle zie Ukkel<br />

Vcle zie Ukkel<br />

Vden zie Uden<br />

Vechel zieVeghel<br />

Veen 298<br />

Veer, Der zieVeere<br />

Veer, Arnoud (Arnoldus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 100,<br />

109, 115<br />

Veere (DerVeer,TerVeere) 224, 337<br />

Veerle (Verle) 276<br />

schepenen 276<br />

Veghel (Vechel) 234<br />

Veghel (Vechel), Dirk<strong>van</strong> (Dirck<strong>van</strong>)<br />

lid <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> zes goede mannen<br />

317<br />

Velde,Willem <strong>van</strong> den 203<br />

Veldenz (Veldens)<br />

graaf 223<br />

Venantius (Venancius), heilige 14<br />

Venegien zieVenetie«<br />

Venetie« (Venegien) 4, 22, 176<br />

kardinaal 140<br />

Ve<strong>nl</strong>e zieVe<strong>nl</strong>o<br />

Ve<strong>nl</strong>o (Ve<strong>nl</strong>e, Ve<strong>nl</strong>oe) 211, 240, 319-324,<br />

326, 331<br />

Veray, Filibert <strong>van</strong> (Philebertus de), genaamdLaMouche<br />

opperstalmeester, drager <strong>van</strong> het gouden<br />

zwaard 284<br />

Verle zieVeerle<br />

Vermandois (Vermandoys,Vermendoys) 9,<br />

45, 152, 182, 193, 194, 205, 221<br />

koning 9<br />

graaf 25<br />

Verona (Verone) 314<br />

Vertaing, <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> 267<br />

hoogschout <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 204<br />

Verudruyt (=Vernum bij Geldern, Duitsland?)<br />

326<br />

Vespasianus (Vespacianus) 9<br />

Via Lapidea (Lapidea Via, Steenwech), Gozewijn<br />

Moel de (Goeswinus Moel/Moedel<br />

de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 97<br />

^, <strong>Peter</strong> de (Petrus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 58, 61<br />

^, Rutger de (Rutgerus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 60, 62<br />

^, zie ook Steenwech<br />

Vianden (Vyanen)<br />

graaf 56<br />

schepenen 338<br />

Vianden (Vyanen), Filips <strong>van</strong> (Philips <strong>van</strong>)<br />

heer <strong>van</strong> Rumst 56<br />

Vienne<br />

dauphin 181<br />

Viersen (Vyersen,Vyerssen) 319, 326, 328<br />

Vierzon (Vierson)<br />

Land <strong>van</strong> 41<br />

Vierzon (Vierson), Godfried <strong>van</strong> (Godeuart<br />

<strong>van</strong>, Godevard <strong>van</strong>)<br />

heer <strong>van</strong> Aarschot, Bierbeek, Zichem en<br />

Sint-Agatha-Rode 41, 44<br />

Vileer zieVillers<br />

Villers (Vileer) 1<br />

abdij 1, 41, 29, 80<br />

Villers, Jean de<br />

heer <strong>van</strong> L'Isle-Adam (Lyleadam) 138<br />

Vilvoorde (Vilvoerden,Vilvoirden) 1, 32, 79,<br />

85, 125, 141, 206, 231<br />

Vincent, heilige<br />

graaf <strong>van</strong> Henegouwen 14<br />

Viscart zie Guiscard<br />

Vlaanderen (Vlaenderen, Flandria) 6, 7, 21,<br />

33, 40, 52, 70, 152, 171, 193, 195, 196,<br />

219, 222, 227, 261, 278, 313<br />

graafschap 182<br />

graaf 32, 33, 43, 52, 69-72, 76, 82, 112,<br />

113, 144, 290<br />

gravin 118<br />

Vlaanderen (Vlaenderen), Hendrik <strong>van</strong><br />

(Henric <strong>van</strong>, Henrick<strong>van</strong>)<br />

heer <strong>van</strong>Valkenburg 90, 92, 93<br />

446


Vladeracken, Arnoud <strong>van</strong> (Arnoldus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 79, 109,<br />

111, 158<br />

^, Gerard <strong>van</strong> (Gerardus de, Gerardt <strong>van</strong>,<br />

Gerart <strong>van</strong>) 202, 203<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 108, 153,<br />

158, 162, 173, 183, 192, 202, 223<br />

meester, gezworene <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

180<br />

-, Jacob <strong>van</strong> (Iacob <strong>van</strong>, Iacobus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 119, 126,<br />

128, 140, 204<br />

^, Jan <strong>van</strong> (Ian <strong>van</strong>, Iohannes de)<br />

meester, heer <strong>van</strong> Nuland 302<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 109, 217,<br />

258, 264, 270, 288, 294, 305, 317, 345,<br />

349<br />

^, <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> (Petrus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 259, 269<br />

^, zie ook Jan<br />

Vlaenderen zieVlaanderen<br />

Vlasroten zieVlassrath<br />

Vlassrath (Vlasroten) bij Straelen, Duitsland<br />

326<br />

Vliebeke zieVlierbeek<br />

Vlierbeek (Vliebeke)<br />

abdij 1<br />

Vlierden 302<br />

Vlijmen (Vlymen) 84<br />

Amer(?) 84<br />

Vlissingen 224<br />

Vlokhoven (Vlochouen), Gijsbert <strong>van</strong><br />

(Ghysbertus de, Ghyselbertus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 74, 75,<br />

87, 100, 115<br />

Vlymen zieVlijmen<br />

Vngarien zie Hongarije<br />

Voeren zieVoorne<br />

Vogtei Gelderland (Voechdye <strong>van</strong> Gelre)<br />

326<br />

Voorne (Voeren) bij Heerewaarden 307<br />

Voorne (Borne), Zeeland<br />

heer 60<br />

Voraya<br />

gravin <strong>van</strong> Dendermonde<br />

Vorst<br />

abdij 1<br />

Vorst, Jan <strong>van</strong> der (Ian <strong>van</strong> der)<br />

meester, raadsheer in Brabant 295<br />

Vos (Voss,Vosse), Gerard (Gerardus)<br />

447<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 74, 79,<br />

85, 87<br />

Vrancke (Vrancken), Arnoud (Arnt) 203<br />

^, Jan (Iohannes)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 55, 79, 86<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 290<br />

^,Willem (Wilhelmus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 79, 86<br />

Vranckevoirt zie Frankfurt<br />

Vranckryc(k), Vrancriic, Vrancryc(k) zie<br />

Frankrijk<br />

Vrbanus zie Urbanus<br />

Vrieslant zie Friesland<br />

Vriesscher Zee zie Friese Zee<br />

Vrouwenpark (Vrouwenparck)<br />

abdij 1<br />

Vrsine<br />

kardinaal 140<br />

Vryeslant zie Friesland<br />

Vtrecht zie Utrecht<br />

Vucht zieVught enWaldfeucht<br />

Vueren zieTervuren<br />

Vught (Vucht) 84, 97, 110, 216, 302, 314,<br />

351<br />

Caluenberch(?) 41<br />

Vuchterbroeck 99<br />

Vught (Vucht,Vuchz), Arnoud <strong>van</strong> (Arnoldus<br />

de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 262<br />

^, Jan <strong>van</strong> (Iohannes de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 261, 265<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 233<br />

^,Wouter <strong>van</strong> (Wolterus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 162, 173,<br />

183, 289<br />

raad <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 339<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 185<br />

Vyanen zieVianden<br />

Vyerlinc, Nicolaas (Claes) 332<br />

Vyers(s)en zieViersen<br />

W<br />

Waal (Wael,Waele,Wale) 5, 211, 308, 322,<br />

348<br />

Waal (Wael), Gerard de (Gerardus die),<br />

zoon <strong>van</strong> Gijsbert<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 141<br />

Waalre (Waderle), Arnoud <strong>van</strong> (Arnoldus<br />

de)


schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 52, 75,<br />

84<br />

^, Arnoud <strong>van</strong> ^ <strong>van</strong> Andel (Arnoldus de<br />

ö de Andel)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 86<br />

^, <strong>Peter</strong> <strong>van</strong> (Petrus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 78, 79<br />

Waals-Brabant (Wals-Brabant, Walschen<br />

Lande, Walschen Landen) 25, 27, 29,<br />

77, 80, 121, 182, 219<br />

baljuw 121, 227, 276<br />

Waalwijk (Waelwyc, Waelwyck) 79, 234,<br />

344<br />

Waas (Waess)<br />

Land <strong>van</strong> 171<br />

Wachtendonk (Wachtendonc, Wachtendonck)<br />

bij Straelen, Duitsland 308, 329<br />

Waderle zieWaalre<br />

Wael,Waele zieWaal<br />

Waelhem zieWalem<br />

Waelwyc(k) zieWaalwijk<br />

Waerloes, Jan (Iohannes)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 156<br />

^, Jan (Iohannes), zoon <strong>van</strong> Jan<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 173,<br />

185, 217<br />

Waess zieWaas<br />

Wageningen 308<br />

Wailhain zieWalhain<br />

Walciscus, heilige 16<br />

Waldetrudis (Woutruyt), heilige<br />

gravin <strong>van</strong> Henegouwen 14<br />

Wale zieWaal<br />

Walem (Waelhem) 31<br />

heer 57, 173<br />

Wales (Galles)<br />

prins 203<br />

Walhain (Wailhain)<br />

heer 284<br />

Walram (Walramus), zoon <strong>van</strong> Ambrosius<br />

<strong>van</strong> Hanenberch<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 343<br />

Walraven (Walrauen), broer <strong>van</strong> graaf<br />

Hendrik<strong>van</strong> Luxemburg 44<br />

Wals-Brabant zieWaals-Brabant<br />

Walschen Lande(n) zieWaals-Brabant<br />

Walterus zieWouter<br />

Waltfeucht (Vucht) bij Heinsberg, Duitsland<br />

103, 108<br />

Wamel 308<br />

Wandalus 4<br />

Wanghe, Hendrik<strong>van</strong> (Henric <strong>van</strong>), ridder 57<br />

Wansem (Wausem), Jan (Ian)<br />

schout <strong>van</strong> <strong>Os</strong>s 95, 96<br />

Warwick (Weerwyc,Werwyc)<br />

graaf 203, 204<br />

Wassenberg (Wassenberch, Wassenberge,<br />

Wassenborch) 52, 79, 81<br />

proost 66<br />

Water, Everard <strong>van</strong> den (Everardus <strong>van</strong> den)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 163, 185<br />

Wauere zieWavre<br />

Wausem zieWansem<br />

Wavre (Wauere) 2<br />

heer 56<br />

Weda zieWied<br />

Weerthuijsen (Weerthusen,Werthusen), Hendrik<strong>van</strong><br />

(Henricus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 111, 126<br />

Weerwyc zieWarwick<br />

Weesmalen zieWezemaal<br />

Weijlhuijsen (Weilhusen, Weilhuysen, Weylhusen),<br />

Arnoud <strong>van</strong> (Arnoldus de, Arnt<br />

<strong>van</strong>)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 202<br />

meester, secretaris <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch<br />

290<br />

^, Arnoud <strong>van</strong> (Arnt <strong>van</strong>), de jonge<br />

secretaris <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 180<br />

Wellen (Wellinus), zoon <strong>van</strong> Gillis Knode<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 45, 46, 52<br />

^, zoon <strong>van</strong> Hille<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 51-55<br />

Wemele zieWemmel<br />

Wemmel (Wemele)<br />

heer 32<br />

Wenceslas (Wencelaus,Wenceliin,Wencelyn)<br />

koning <strong>van</strong> Bohemen 125, 126<br />

<strong>van</strong> Bohemen<br />

hertog <strong>van</strong> Luxemburg, hertog <strong>van</strong> Brabant<br />

en Limburg (1355-1383), graaf <strong>van</strong><br />

Chimay, voogd <strong>van</strong> de Elzas 69, 70, 80,<br />

82-90, 97-104, 112, 153, 208, 209, 339<br />

Werchter (Werchtere) 1<br />

Werkendam (Werckendam)<br />

CrommenWiel 117<br />

Werthusen zieWeerthuijsen<br />

Werwyc zieWarwick<br />

Wesemael zieWezemaal<br />

Wessem(?) (Wissem) bij Roermond 325<br />

448


West-Frankrijk (West-Vrancryc) 14, 17, 20,<br />

23, 26<br />

koning 23<br />

Westzee 9<br />

Wetten, Dirk<strong>van</strong> (Theodericus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 192<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 185<br />

Weylhusen zieWeijlhuijsen<br />

Wezemaal (Weesmalen,Wesemael) 2<br />

heer 32, 56, 102, 125, 252<br />

jonker 133<br />

Wezemaal (Wesemael,Wezemael), Arnoud<br />

<strong>van</strong> (Arnt <strong>van</strong>)<br />

heer <strong>van</strong> Berg 56; zie ook Arnoud<br />

Wibert zieWigbertus<br />

Wied (Weda)<br />

graaf 335<br />

Wieiries (Wyeres, Wyerts) (=Sint-Joris-<br />

Weert)<br />

heer 223, 230<br />

Wiel (Wyel), Gerard <strong>van</strong> de (Gerardus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 101, 111<br />

^, Jacob <strong>van</strong> de (Iacobus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 113, 119,<br />

125, 138, 142<br />

Wigart zieWijngaard<br />

Wigbertus (Wibert), heilige 25<br />

Wijck (Wyc, Wyck), Gerard <strong>van</strong> (Gerardus<br />

de, Gerart <strong>van</strong>)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 314<br />

raad <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 339<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 306<br />

^, Jan <strong>van</strong> (Iohannes de)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 289<br />

^, Leonius <strong>van</strong> (Leonius de)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 264<br />

^, Willem (Willelmus), zoon <strong>van</strong> Leonius<br />

<strong>van</strong><br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 185<br />

Wijngaard (Wigart,Wygart,Wyngaert), Jan<br />

<strong>van</strong> den (Ian <strong>van</strong> den, Iohannes <strong>van</strong> den)<br />

hoogschout <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 313,<br />

341<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 348<br />

Wildenborch 308<br />

Willebrordus (Willeboert), heilige 17<br />

Willem (Willelmus)<br />

II, Rooms-koning, koning <strong>van</strong> Almanie« ,<br />

graaf<strong>van</strong> Holland (1234-1256) 34, 39<br />

III, graaf <strong>van</strong> Henegouwen en Holland<br />

449<br />

(1304-1337) 58-60<br />

IV, graaf <strong>van</strong> Henegouwen en Holland<br />

(1337-1345) 69, 76<br />

V, hertog in Beieren, graaf<strong>van</strong> Henegouwen,<br />

Holland, Zeeland, heer <strong>van</strong> Friesland<br />

(1351-1358) 83, 85<br />

VI, hertog in Beieren, graaf <strong>van</strong> Henegouwen,<br />

Holland, Zeeland (1404-1417)<br />

112, 128, 129, 135, 143<br />

hertog <strong>van</strong> Gelre (1371-1402) en Gulik<br />

87, 89, 103-105, 107-109, 111, 122, 209,<br />

234<br />

hertog <strong>van</strong> Gulik 320<br />

(mark)graaf en hertog <strong>van</strong> Gulik 87-90,<br />

93, 98<br />

hertog <strong>van</strong> Normandie« , bastaard 24<br />

heer <strong>van</strong> Cranendonck 56, 66<br />

heer <strong>van</strong> Du¡el 102<br />

heer <strong>van</strong> Perwez 34<br />

heer <strong>van</strong> Rotselaar 57<br />

Willem (Willelmus), zoon <strong>van</strong> Robrecht<br />

heer <strong>van</strong> Normandie« 24<br />

^, zoon <strong>van</strong> Arnoud Tielkini<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 97, 100,<br />

101, 109<br />

^, zoon <strong>van</strong> Hendrik<br />

lid <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> zes goede mannen<br />

317<br />

^, zoon <strong>van</strong> JanWillemss.<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 288<br />

^, zoon <strong>van</strong> Willem, zoon <strong>van</strong> ArnoudTielkini<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 127<br />

Wilp (Wilpt) 301<br />

Winge, Anton <strong>van</strong> (Anthonys <strong>van</strong>) 217<br />

Wisch, Agnes <strong>van</strong> (Agnees <strong>van</strong>) 245, 246<br />

Wisseleer, Gerard (Gerardus)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 85<br />

Wissem zieWessem<br />

Witgeer 14<br />

Witmerii, Jan (Iohannes)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 202<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 183<br />

Wittem (Wittham)<br />

heer 102<br />

Wittham zieWittem<br />

Woeronck zieWÎrringen<br />

WÎrringen (Woeronck,Woeringen) 44, 45<br />

Wolf (Wol¡), Jan (Ian de, Ian die), zoon <strong>van</strong><br />

Nicolaas


lid <strong>van</strong> het college <strong>van</strong> zes goede mannen<br />

310<br />

^, Lambert de (Lambertus die)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 288, 305<br />

Worcum zieWoudrichem<br />

Woudrichem (Worcum) 103, 200, 228,<br />

246, 307, 321<br />

Wouter (Walterus)<br />

heer <strong>van</strong> Edeghem 56<br />

Wouter (Walterus), zoon <strong>van</strong> Arnoud<br />

Berthout 32<br />

^, zoon <strong>van</strong> Nenne<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 53; zie<br />

ook Nenne<br />

Woutruyt zieWaldetrudis<br />

Wreychalssoen, Noertken Hannen 100<br />

Writer, Koenraad de (Coenrardus, Coenrardus<br />

die)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 78, 87<br />

Wyc(k) zieWijck<br />

Wyel zieWiel<br />

Wyeres,Wyerts zieWieiries<br />

Wygart,Wyngaert zieWijngaard<br />

X<br />

Xanten (Santen) 12<br />

Y<br />

Yda zie Ida<br />

Ydeberge zie Itisberge<br />

Ydrunte zie Otranto<br />

Yerlant zie Ierland<br />

Yersekeroord (Yersickeroirt, Ysickeroirt)<br />

231, 332<br />

Ylus<br />

koning <strong>van</strong>Troje 3<br />

Ylyon zie Ilion<br />

Yolanda (Yolente) <strong>van</strong> Sicilie« 142<br />

Ysabeel,Ysabela,Ysabele zie Isabella<br />

Ysauria,Ysaurien zie Isaurie«<br />

Ysbout(z),Ysebout zie IJsbout<br />

Ysche zie Overijse<br />

Yselsteyn zie IJsselstein<br />

Ysickeroirt zieYersekeroord<br />

Ysrahell zie Israel<br />

Yswardus zie Usuardus<br />

Ytalien zie Italie«<br />

Z<br />

Zacharias<br />

paus (741-752) 19<br />

Zaerwerden zie Saarwerden<br />

Za¡enberge zie Sa¡enburg<br />

Zaltbommel (Boemel, Zautboemel) 239-<br />

242, 303, 318, 320-324, 331, 342<br />

Zandhoven (Zanthouen) 227, 276<br />

Zandvoort (Zantvoert), Gerard <strong>van</strong> der (Gerart<br />

<strong>van</strong> der)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 338<br />

Zassen zie Saksen<br />

Zauenterloe, Zauentroe zie Zaventerlo<br />

Zautboemel zie Zaltbommel<br />

Zaventerlo (Zauenterloe, Zauentroe), bos te<br />

Zaventem 121, 148, 276<br />

Zebert zie Zegebert<br />

Zecker, Gillis (Egidius)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 223<br />

Zeeland (Zeelant, Zelant) 17, 129-131, 135,<br />

138-140, 146, 151, 219, 222, 224, 227,<br />

235, 236, 273, 274, 278, 279, 285, 303,<br />

312, 332, 336, 338<br />

graaf 70, 83, 112, 128, 143, 144<br />

ruwaard 104, 139<br />

burggraaf 60<br />

Staten 302<br />

Zeelmeker, Jan (Iohannes)<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 185, 201<br />

Zeelst, Godfried <strong>van</strong> (Godefridus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 133<br />

Zeempse zie Zemst<br />

Zegebeert zie Sigibert<br />

Zegebert (Zebert) zoon <strong>van</strong> Ingram<br />

deken <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 339<br />

Zegemont zie Sigismund<br />

Zeger (Segerus, Zegerus), zoon <strong>van</strong> Jan, zoon<br />

<strong>van</strong> Godfried <strong>van</strong> Hedel<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 349<br />

^, zoon <strong>van</strong> Jan Goyarts<br />

ont<strong>van</strong>ger <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 317<br />

Zelant zie Zeeland<br />

Zelem Lotthemsoen, Hendrik <strong>van</strong> (Henrick<br />

<strong>van</strong>)<br />

persoon <strong>van</strong> Boxtel 258; zie ook Lotthem<br />

Zemst (Zeempse) 228<br />

Zenne (Zinnen) 286<br />

Zevenbergen (Zeuenbergen)<br />

heer 131, 254<br />

450


Zevenbergen (Zeuenbergen), Arnoud <strong>van</strong><br />

(Arnt <strong>van</strong>) 131<br />

Zeyn zie Sayn<br />

Zeynen zie Seine<br />

Zichem (Sichen, Sichenem, Sichenen, Zichen)<br />

1, 41, 79, 92<br />

Land <strong>van</strong> 41<br />

Zichem, Franciscus <strong>van</strong> 347<br />

Zinnen zie Zenne<br />

Zittart zie Sittard<br />

Zoemeren zie Someren<br />

Zoens zie Zons<br />

Zonie« n (Zonyen) bos bij Brussel (=Zonie« nwoud)<br />

121, 148, 276<br />

Zonne zie Son<br />

Zons (Zoens), tolplaats aan de Rijn tussen<br />

Neuss en Keulen 260<br />

Zouderbalch, Everard (Euerart)<br />

burgemeester <strong>van</strong> Utrecht 317<br />

Zoutleeuw (Leeuwe, Leeuwe) 1, 56, 68, 79,<br />

141<br />

Zoysson zie Soissons<br />

Zuiderzee (Zuyerzee) 9<br />

451<br />

Zuijlichem (Zulikem), Jacob <strong>van</strong> (Iacobus<br />

de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 72, 74<br />

^, Rudolf <strong>van</strong> (Rodolphus de)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 75, 79<br />

Zutphen (Zuytphania, Zuytphen) 204, 312,<br />

331, 344<br />

graafschap 204, 210, 223, 244, 245, 329,<br />

330<br />

graaf 244<br />

gravin 244<br />

Zuyerzee zie Zuiderzee<br />

Zuytphania, Zuytphen zie Zutphen<br />

Zwaan (Zwaen, Zwane)<br />

koningin <strong>van</strong> Keulen, ThÏringen, markgravin<br />

<strong>van</strong> het Heilige Roomse Rijk 6-8<br />

vrouwe <strong>van</strong>Tongeren 5-7<br />

Zwauen zie Schwaben<br />

Zweden (Zweeden) 10, 90<br />

Zwitserland (Zwitselant, Zwitsen, Zwitserlant,<br />

Zwitsers, Zwitzen, Zwitse<strong>nl</strong>ant)<br />

213, 215-218<br />

Zydewynen, Jan <strong>van</strong> der (Iohannes de, Iohannes<br />

<strong>van</strong> der)<br />

schepen <strong>van</strong> 's-Hertogenbosch 87, 97

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!