05.05.2013 Views

Leidraad interne controle/organisatiebeheersing - Bestuurszaken

Leidraad interne controle/organisatiebeheersing - Bestuurszaken

Leidraad interne controle/organisatiebeheersing - Bestuurszaken

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

L eidraad<br />

Interne Controle<br />

Organisatiebeheersing


Coördinatie en eindredactie<br />

Technische werkgroep <strong>interne</strong> <strong>controle</strong><br />

Carolina Stevens, Herman Panneels, Kurt Debruyne,<br />

Leo Van Loo, Lieven Tydgat, Mark Vandersmissen,<br />

Rita Berckmans, Tina Ponjaert, Willy Verschuere.<br />

Verantwoordelijke uitgever<br />

Departement <strong>Bestuurszaken</strong><br />

Luc Lathouwers<br />

Secretaris-generaal<br />

Boudewijnlaan 30<br />

1000 Brussel<br />

Lay-out<br />

Agentschap voor Facilitair Management<br />

Digitale Drukkerij <strong>Bestuurszaken</strong><br />

Nadia De Braekeler<br />

Wettelijk depotnummer<br />

D/2007/3241/322<br />

Uitgave<br />

Januari 2008


<strong>Leidraad</strong><br />

Interne Controle / Organisatiebeheersing


2<br />

Werkgroep ‘Verfijning leidraad <strong>interne</strong> <strong>controle</strong>’<br />

Luc Lathouwers, secretaris-generaal departement <strong>Bestuurszaken</strong><br />

Hedwig Van der Borght, secretaris-generaal departement Financiën en Begroting<br />

Eddy Guilliams, administrateur-generaal Interne Audit van de Vlaamse Administratie<br />

Mark Vandersmissen, Interne Audit van de Vlaamse Administratie<br />

Carolina Stevens, departement <strong>Bestuurszaken</strong><br />

Willy Verschuere, departement Financiën en Begroting<br />

Jan Debucquoy, Rekenhof<br />

Marc De Wolf, Rekenhof<br />

Lieven Tydgat, Rekenhof<br />

Tina Ponjaert, beleidsdomein Onderwijs en Vorming<br />

Rita Berckmans, VDAB<br />

Leo Van Loo, Kind en Gezin<br />

Kurt Debruyne, Inspectie van Financiën<br />

Bert Maertens, kabinet Minister Bourgeois<br />

Martin Ruebens, kabinet Minister-President Peeters<br />

Karel Hauman, kabinet Viceminister-President Van Mechelen<br />

Bijgewerkt tot 1 december 2007


Woord Vooraf<br />

Het hervormingsproces Beter Bestuurlijk Beleid besteedt veel aandacht aan <strong>interne</strong> <strong>controle</strong> of<br />

<strong>organisatiebeheersing</strong>. Meer operationele autonomie houdt ook in dat elke organisatie verantwoordt welk<br />

beleid is gevoerd en welke doelstellingen zijn behaald. Een goede <strong>organisatiebeheersing</strong> zorgt ervoor dat<br />

een organisatie is afgestemd op het behalen van haar doelstellingen en biedt een redelijke zekerheid dat die<br />

doelstellingen ook werkelijk worden bereikt.<br />

Organisatiebeheersing of <strong>interne</strong> <strong>controle</strong> betekent geen extra werk “bovenop” de normale werking.<br />

Binnen iedere organisatie bestaan al heel wat maatregelen al is zij zich daar niet altijd even bewust van. De<br />

voorliggende leidraad biedt een referentiekader om het bestaand <strong>interne</strong> <strong>controle</strong>systeem te identificeren,<br />

in kaart te brengen én verder te ontwikkelen. Daarnaast wordt ook een evaluatierooster ter beschikking<br />

gesteld als hulpmiddel bij de uitvoering van een zelfevaluatie.<br />

De verantwoordelijkheid om een degelijke <strong>organisatiebeheersing</strong> uit te bouwen ligt bij de lijnmanager. Hij of<br />

zij kan dit echter niet alleen. Interne <strong>controle</strong> is, net als kwaliteit, een zaak waar iedereen in de organisatie<br />

elke dag opnieuw mee bezig hoort te zijn. Een organisatie kan de leidraad gebruiken om alle neuzen in<br />

dezelfde richting te krijgen en alle medewerkers nog bewuster te maken van het belang van <strong>interne</strong> <strong>controle</strong><br />

en hen te betrekken bij een stelselmatige verbetering van de organisatie(beheersing).<br />

Veel succes met het gebruik van deze leidraad.<br />

Kris Peeters Dirk Van Mechelen Geert Bourgeois<br />

Minister-President van Viceminister-President van Vlaams Minister van<br />

de Vlaamse Regering de Vlaamse Regering <strong>Bestuurszaken</strong>,<br />

Vlaams Minister van Vlaams Minister van Financiën Buitenlands Beleid,<br />

Institutionele Hervormingen en Begroting en Media en Toerisme<br />

Havens, Landbouw, Zeevisserij Ruimtelijke Ordening<br />

en Plattelandsbeleid<br />

3


Inhoudsopgave<br />

I. InLEIDInG 7<br />

I ALGEMEnE SITUERInG 9<br />

2 DOEL En FILOSOFIE VAn DE LEIDRAAD 10<br />

3 RAAMWERKEn 11<br />

3.1 COSO, ERM en InTOSAI 11<br />

3.2 Deugdelijk overheidsbestuur 11<br />

3.3 Relatie met het CAF-model 12<br />

3.4 Beleid en doelstellingen 13<br />

4 STRUCTUUR LEIDRAAD 14<br />

5 DE LEIDRAAD ALS ZELFEVALUATIE-InSTRUMEnT 16<br />

II. THEMA’S VAn ORGAnISATIEBEHEERSInG 17<br />

1 DOELSTELLInGEn, PROCES- En RISICOMAnAGEMEnT 19<br />

1.1 Beschrijving 19<br />

1.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t. 22<br />

doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />

1.3 Relevante documenten en websites 27<br />

2 BELAnGHEBBEnDEnMAnAGEMEnT 29<br />

2.1 Beschrijving 29<br />

2.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t. 30<br />

belanghebbendenmanagement<br />

2.3 Relevante documenten 31<br />

3 MOnITORInG 33<br />

3.1 Beschrijving 33<br />

3.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t. monitoring 34<br />

3.3 Relevante documenten en websites 36<br />

5


6<br />

4 ORGAnISATIESTRUCTUUR 39<br />

4.1 Beschrijving 39<br />

4.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t. 40<br />

organisatiestructuur en projectmanagement<br />

4.3 Relevante documenten 45<br />

5 HUMAn RESOURCES MAnAGEMEnT (HRM) 47<br />

5.1 Beschrijving 47<br />

5.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t. HRM 47<br />

5.3 Relevante documenten en websites 54<br />

6 ORGAnISATIECULTUUR 57<br />

6.1 Beschrijving 57<br />

6.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t. organisatiecultuur 58<br />

6.3 Relevante documenten en websites 61<br />

7 InFORMATIE En COMMUnICATIE 63<br />

7.1 Beschrijving 63<br />

7.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t. informatie 64<br />

en communicatie<br />

7.3 Relevante documenten en websites 67<br />

8 FInAnCIEEL MAnAGEMEnT 69<br />

8.1 Beschrijving 69<br />

8.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t. financieel 70<br />

management<br />

8.3 Relevante documenten en websites 73<br />

9 FACILITYMAnAGEMEnT 75<br />

9.1 Beschrijving 75<br />

9.2 Doelstellingen enbeheersmaatregelen m.b.t.<br />

facilitymanagement 76<br />

9.3 Relevante documenten en websites 79<br />

10 InFORMATIE En COMMUnICATIETECHnOLOGIE (ICT) 81<br />

10.1 Beschrijving 81<br />

10.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t. ICT 82<br />

10.3 Relevante documenten 87<br />

11 VERAnDERInGSMAnAGEMEnT 89<br />

11.1 Beschrijving 89<br />

11.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t. veranderingsmanagement 90<br />

11.3 Relevante documenten en websites 94<br />

12 VERKLAREnDE WOORDEnLIJST 95


I. Inleiding<br />

7


I. Algemene situering<br />

Het hervormingsproces Beter Bestuurlijk Beleid kent het lijnmanagement meer operationele autonomie<br />

toe en koppelt daaraan een grotere responsabilisering. Het management is verantwoordelijk om, binnen<br />

de beleids- en beheerscyclus, de activiteiten op het vlak van ‘sturen’, ‘beheersen’, ‘verantwoorden’ en<br />

‘toezicht houden’ met de nodige openheid, integriteit en verantwoordingsplicht uit te voeren. Dat geheel<br />

van beheersmaatregelen wordt ook <strong>interne</strong> <strong>controle</strong> of <strong>organisatiebeheersing</strong> genoemd. Het kan worden<br />

omschreven als het proces dat door het management én het personeel wordt ondernomen om redelijke<br />

zekerheid te krijgen dat de doelstellingen van de organisatie worden gerealiseerd.<br />

Interne <strong>controle</strong> of <strong>organisatiebeheersing</strong> is niet nieuw. Iedereen is er dagelijks mee bezig, ook al is dat niet<br />

altijd bewust. Met behulp van de leidraad kan het bestaande <strong>interne</strong> <strong>controle</strong>systeem worden geëxpliciteerd<br />

en verfijnd. Interne <strong>controle</strong> / <strong>organisatiebeheersing</strong> is immers, net als het kwaliteitsbewustzijn, een zaak van<br />

iedereen.<br />

Artikel 33 van het kaderdecreet bestuurlijk beleid (hierna ‘kaderdecreet’ genoemd) bepaalt dat de<br />

departementen, de intern verzelfstandigde agentschappen en de extern verzelfstandigde agentschappen<br />

moeten instaan voor de <strong>interne</strong> <strong>controle</strong> van hun bedrijfsprocessen en activiteiten.<br />

Interne <strong>controle</strong> is volgens het decreet in het bijzonder gericht op:<br />

u het effectief en efficiënt beheer van risico’s<br />

u de betrouwbaarheid van de financiële en beheersrapportering<br />

u de naleving van de regelgeving en de procedures<br />

u de effectieve en efficiënte werking van de diensten<br />

u de bescherming van activa.<br />

Op 1 september 2006 keurde de Vlaamse Regering de nota ‘De generieke elementen van de<br />

beheersovereenkomsten in de vernieuwde Vlaamse overheid’ goed. Die nota bepaalt dat iedere<br />

beheersovereenkomst onderstaande formulering inzake <strong>interne</strong> <strong>controle</strong> moet bevatten. Tevens<br />

werd beslist dat ook de departementen deze generieke principes via de individuele planning of<br />

managementovereenkomst moeten opnemen.<br />

“Uiterlijk één jaar na aanvang van de beheersovereenkomst beschikt het agentschap over een<br />

uitgeschreven en gedocumenteerd systeem van <strong>interne</strong> <strong>controle</strong>, opvraagbaar door de functioneel<br />

bevoegde minister en de ministers bevoegd voor Financiën & Begroting en <strong>Bestuurszaken</strong>, dat in minstens de<br />

elementen zoals bepaald in artikel 33 van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid behelst.<br />

Vanaf het tweede jaar na aanvang van de beheersovereenkomst wordt het proces van <strong>interne</strong> <strong>controle</strong><br />

minstens één maal per jaar door het management geëvalueerd op zijn actualiteit, eventueel bijgewerkt en<br />

opnieuw gevalideerd.”<br />

Op 20 juli 2007 (VR/2007/20.07/MED.12) werd deze generieke bepaling gewijzigd. Een entiteit die eind<br />

2008 beschikt over een stappenplan dat aangeeft hoe zij een uitgewerkt systeem van <strong>interne</strong> <strong>controle</strong> /<br />

<strong>organisatiebeheersing</strong> (minstens maturiteitsniveau 3) zal behalen, krijgt ruimte tot eind 2010 in plaats van tot<br />

eind 2008.<br />

De voorliggende leidraad is opgesteld door de werkgroep “verfijning leidraad <strong>interne</strong> <strong>controle</strong>” op basis<br />

van de leidraad van de Interne Audit van de Vlaamse Administratie. De departementen <strong>Bestuurszaken</strong>,<br />

Financiën en Begroting, Interne Audit van de Vlaamse Administratie, het Rekenhof, Inspectie van Financiën<br />

en vertegenwoordigers van de verzelfstandigde agentschappen en departementen werkten hieraan mee.<br />

De betrokkenheid van deze <strong>controle</strong>-instanties geeft aan dat zij deze leidraad als een volwaardig instrument<br />

voor <strong>organisatiebeheersing</strong> beschouwen.<br />

ALGEMENE SITUERING<br />

9


10<br />

2. Doel en filosofie van de leidraad<br />

De leidraad <strong>interne</strong> <strong>controle</strong> / <strong>organisatiebeheersing</strong> wil het begrip “<strong>interne</strong> <strong>controle</strong>” op een bevattelijke<br />

wijze schetsen. De leidraad geeft aan de hand van een aantal doelstellingen aan welke elementen<br />

aanwezig moeten zijn om te komen tot een redelijke beheersing van de activiteiten of processen. De<br />

leidraad steunt daarvoor op het concept van de <strong>organisatiebeheersing</strong>, dat synoniem is voor <strong>interne</strong><br />

<strong>controle</strong> op organisatieniveau.<br />

Organisatiebeheersing omvat de wijze waarop een organisatie (departement, EVA, IVA met en zonder<br />

rechtspersoonlijkheid) haar doelstellingen bepaalt, hoe zij zich organiseert om die doelstellingen op een<br />

efficiënte, effectieve, ethische en kwaliteitsvolle manier tot stand te brengen, op te volgen en tijdig bij<br />

te sturen waar nodig en hoe zij verantwoording aflegt aan haar belanghebbenden. In een top-down<br />

benadering van <strong>interne</strong> <strong>controle</strong> / <strong>organisatiebeheersing</strong> is het raadzaam dat eerst de algemene<br />

voorwaarden omtrent aansturing en beheersing van een organisatie vervuld zijn alvorens te focussen op de<br />

proces- en taakgebonden <strong>controle</strong>s.<br />

Om de mate van <strong>organisatiebeheersing</strong> te beoordelen, wordt de volledige ‘management control cyclus’<br />

doorlopen. Die cyclus wordt in de Angelsaksische literatuur kort aangeduid met ‘plan, do, check, adjust (of<br />

act) (PDCA-cyclus)’.<br />

u Plan: het plannen focust op de organisatiedoelstellingen zelf en de wijze waarop deze doelstellingen tot<br />

stand zijn gekomen.<br />

u Do: na vastlegging van de organisatiedoelstellingen wordt de organisatie zo uitgebouwd dat ze deze<br />

doelstellingen kan realiseren op een efficiënte, effectieve, ethische en kwaliteitsvolle manier.<br />

u Check: om erover te waken dat de ontplooide activiteiten maximaal gericht zijn op de realisatie van de<br />

doelstellingen is een regelmatige opvolging noodzakelijk.<br />

u Adjust/act: op basis van de vergaarde opvolgingsinformatie zal waar nodig bijsturing plaats vinden.<br />

De leidraad <strong>interne</strong> <strong>controle</strong> / <strong>organisatiebeheersing</strong> is bedoeld als referentiekader om een zelfevaluatie<br />

van de <strong>organisatiebeheersing</strong> uit te voeren. Met behulp van de beheersmaatregelen of stellingen kan<br />

elke organisatie per deelthema nagaan in welke mate de eigen beheersmaatregelen al voldoende zijn of<br />

dat verdere uitwerking vereist is. Deze zelfevaluatie dient steeds met de nodige kennis van de organisatie<br />

uitgevoerd te worden.<br />

Het documenteren van de maatregelen inzake <strong>organisatiebeheersing</strong> is geen doel op zich, maar een<br />

hulpmiddel voor de organisatie om zich ervan te verzekeren dat alle nodige beheersmaatregelen genomen<br />

zijn, om nieuwe mensen op te leiden, om op terug te vallen wanneer iets fout gaat, enzovoort.<br />

De inhoud van de leidraad is misschien vanzelfsprekend voor grote organisaties die al vertrouwd zijn met<br />

de begrippen “<strong>interne</strong> <strong>controle</strong>” en “<strong>organisatiebeheersing</strong>”, maar kan kleine organisaties afschrikken. Een<br />

goede <strong>organisatiebeheersing</strong> is afgestemd op het type van organisatie, haar opdracht of andere specifieke<br />

organisatiekenmerken.<br />

Deze zelfevaluatie vormt de basis voor een actieplan om het organisatie-/beheersinstrumentarium te<br />

verbeteren en het maturiteitsniveau van de <strong>organisatiebeheersing</strong> stelselmatig te verhogen.


3. Raamwerken<br />

De leidraad verenigt de thema’s van het COSO- 1 / ERM-model 2 (zie 3.1 COSO, ERM en InTOSAI) en de<br />

principes van deugdelijk overheidsbestuur (zie 3.2 Deugdelijk Overheidsbestuur) om een zo ruim mogelijke<br />

invulling te geven aan het begrip <strong>interne</strong> <strong>controle</strong> / <strong>organisatiebeheersing</strong>. Deze raamwerken leveren de<br />

theoretische onderbouw voor een efficiënte, effectieve, kwaliteitsvolle en ethische organisatie(beheersing).<br />

De praktische uitwerking van de thema’s voor <strong>organisatiebeheersing</strong> maakt zoveel mogelijk gebruik van<br />

normen die algemeen aanvaard zijn binnen de Vlaamse administratie.<br />

Er dient opgemerkt te worden dat de raamwerken zoals COSO en InTOSAI3 <strong>interne</strong> <strong>controle</strong> niet alleen<br />

organisatiebreed benaderen, maar ook vragen dat de <strong>interne</strong> <strong>controle</strong> op lagere niveaus van de organisatie<br />

(zoals afdelingen, budgetcentra, …) op orde is. In deze leidraad worden voor die lagere niveaus geen te<br />

behalen minima of prioriteiten vooropgesteld.<br />

3.1 COSO, ERM en INTOSAI<br />

Het COSO-model is een internationaal aanvaard referentiekader voor <strong>interne</strong> <strong>controle</strong>. Volgens het COSOraamwerk<br />

bestaat <strong>interne</strong> <strong>controle</strong> uit vijf componenten die elkaar wederzijds beïnvloeden en die er samen<br />

voor zorgen dat het management de organisatie op een degelijke manier beheerst. Die componenten zijn:<br />

de <strong>controle</strong>omgeving, de risicoanalyse, de <strong>controle</strong>activiteiten, informatie en communicatie, en tenslotte<br />

monitoring.<br />

Het ERM-raamwerk (ook COSO II genoemd) is een model voor geïntegreerd risicomanagement. Het beschrijft<br />

het proces van identificatie, evaluatie, beheersing en communicatie van risico’s vanuit een geïntegreerd<br />

en organisatiebreed perspectief. Het raamwerk bevat acht componenten: <strong>interne</strong> omgeving, bepalen van<br />

doelstellingen, identificatie van risico’s, inschatten van risico’s, beheersen van risico’s, implementeren van<br />

<strong>interne</strong> <strong>controle</strong>maatregelen, informatie en communicatie en monitoring. Het ERM-raamwerk beschouwt<br />

<strong>interne</strong> <strong>controle</strong>, zoals uitgewerkt in het COSO-raamwerk, als één van de manieren om risico’s te beheersen.<br />

InTOSAI heeft het COSO-raamwerk aangepast voor de publieke sector. Het legt meer nadruk op ethisch<br />

gedrag, voorkomen van fraude en corruptie en vrijwaren van overheidsmiddelen.<br />

3.2 Deugdelijk overheidsbestuur<br />

Volgens de toelichting bij het kaderdecreet houdt deugdelijk overheidsbestuur (government governance)<br />

in dat alle activiteiten van de beleids- en beheerscyclus (sturen, beheersen, verantwoorden en toezicht<br />

houden) met de nodige openheid, integriteit en verantwoordingsplicht worden uitgevoerd.<br />

De overheidssector staat vanuit de maatschappij onder druk om met minder middelen een betere<br />

dienstverlening aan te bieden. De burger wil waar voor zijn belastinggeld. Daarbij moet de overheid<br />

ook het algemeen belang en de individuele rechten van de burgers beschermen. Haar dienstverlening<br />

moet dan ook op een ethisch verantwoorde wijze gebeuren, met respect voor de 3 R’s (rechtmatigheid,<br />

rechtszekerheid en rechtsgelijkheid).<br />

Daarom legt deze leidraad bij de doorlichting van de <strong>organisatiebeheersing</strong> de klemtoon op de mate<br />

waarin de organisatie effectief, efficiënt, ethisch en kwaliteitsvol werkt. Dat veronderstelt een duidelijke<br />

verantwoordelijkheidsafbakening tussen de betrokken actoren (parlement, regering, administratie en burger)<br />

en het verschaffen van transparante verantwoordingsinformatie aan de overheid en de burger over het<br />

bereiken van de doelstellingen.<br />

Een recente trend is de groeiende aandacht voor duurzame ontwikkeling4 (sustainability). Het beheersen<br />

van de organisatie, het werken aan kwaliteit en het behouden van een externe focus (omgevingsanalyse en<br />

belanghebbendenmanagement) gaan immers hand in hand.<br />

1 “Internal Control – Integrated Framework” van the Commitee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission (1992).<br />

2 ERM: Enterprise Risk Management Framework.<br />

3 INTOSAI: International Organisation of Supreme Audit Institutions: http://www.intosai.org/en/portal/documents/intosai/audit_related/documentsgoal1/.<br />

4 Voor het in kaart brengen van de duurzame ontwikkeling binnen de organisatie en het beleidsdomein is er de DOMA handleiding (met scoreblad).<br />

Duurzame ontwikkeling werd bovendien decretaal verankerd op 9 november 2007: http://www2.vlaanderen.be/ned/sites/snelinfo/snelinfo2007/0755.htm.<br />

11


12<br />

3.3 Relatie met het CAF-model<br />

De leidraad <strong>interne</strong> <strong>controle</strong> / <strong>organisatiebeheersing</strong> vertoont een aantal gelijkenissen en parallellen met het<br />

CAF-model5 . Toch zijn er een aantal essentiële verschillen en belangrijke nuances.<br />

u Zoals aangegeven vindt de leidraad zijn oorsprong in COSO en ERM, raamwerken voor <strong>interne</strong> <strong>controle</strong>.<br />

Het CAF-model is afgeleid van het EFQM-model6 , een managementmodel voor ‘kwaliteit’ in brede zin (zie<br />

www.kwaliteitsnetwerk.be).<br />

u De leidraad focust op ‘<strong>organisatiebeheersing</strong>’, terwijl het CAF-model zich richt op ‘organisatieverbetering’.<br />

Vanzelfsprekend leidt ook de leidraad tot organisatieverbetering, maar door de verschillende invalshoek<br />

en finaliteit, kan het resultaat van een zelfevaluatie verschillend zijn naargelang het gehanteerde model<br />

(bv. een maatregel ter verbetering van de klantgerichtheid kan in conflict komen met een principe van<br />

<strong>interne</strong> <strong>controle</strong> zoals ‘functiescheiding’).<br />

u De leidraad resulteert in een actieplan met betrekking tot de aanwezigheid en aangepastheid van<br />

instrumenten om de organisatie te beheersen, terwijl het CAF-model zich richt op acties om de resultaten<br />

te verbeteren ten aanzien van de burger/klant, de medewerkers, de omgeving en de kernactiviteiten.<br />

u De leidraad gaat vooral in op de organisatorische randvoorwaarden (‘factoren’ in CAF-jargon), maar<br />

minder op de resultaatsgebieden. Die randvoorwaarden worden gedetailleerder uitgewerkt dan in het<br />

CAF-model.<br />

naast de aangehaalde verschillen zijn er ook opvallende gelijkenissen tussen beide modellen.<br />

u Zowel de leidraad als het CAF-model maken een ‘foto’ van de organisatie. Op basis van die<br />

momentopname worden zowel de sterke punten als de verbeterpunten van de organisatie in kaart<br />

gebracht en wordt een actieplan met verbeteracties opgesteld.<br />

u Beide modellen gebruiken de PDCA-cyclus (plan, do, check, act) om de maturiteit in te schatten (bij de<br />

leidraad) of scores toe te kennen (bij het CAF).<br />

u Door de zelfevaluatie periodiek te herhalen, is het mogelijk de eigen ontwikkeling van de organisatie bij<br />

beide modellen op te volgen.<br />

Informatie verzameld bij een CAF-zelfevaluatie, is bruikbaar bij een zelfevaluatie op basis van de leidraad<br />

(zie verder), én omgekeerd. Om dubbel werk te vermijden, zijn er vertaalmatrices uitgewerkt7 om van het<br />

ene model naar het andere over te stappen. Vanzelfsprekend is de afdekking niet 100%. Men moet bij deze<br />

oefening blijvend rekening houden met het verschil in invalshoek en finaliteit van beide modellen. Meestal<br />

zullen een aantal nuanceringen en aanvullingen noodzakelijk zijn om het beeld te vervolledigen.<br />

5 Het CAF-model (Common Assessment Framework) is een generiek Europees gemeenschappelijk zelfevaluatiekader voor overheidsdiensten.<br />

6 EFQM = European Foundation for Quality Management.<br />

7 Deze documenten zijn beschikbaar op de website <strong>interne</strong> <strong>controle</strong>/<strong>organisatiebeheersing</strong>: http://bz.vonet.be/<strong>interne</strong><strong>controle</strong> of www.vlaanderen.be/<strong>interne</strong><strong>controle</strong>.


3.4 Beleid en doelstellingen<br />

De doelstellingenhiërarchie binnen de Vlaamse administratie moet ertoe leiden dat het regeerakkoord en<br />

de beleids- of strategische doelstellingen van de ministers worden vertaald in strategische en operationele<br />

doelstellingen voor de organisaties van de Vlaamse administratie.<br />

Contractmanagement zorgt ervoor dat de strategische en operationele doelstellingen van elk<br />

departement, IVA en EVA aansluiten bij de beleidsdoelstellingen van de regering. De vertaling naar<br />

meetbare doelstellingen gebeurt door middel van beheersovereenkomsten, ondernemingsplannen,<br />

managementovereenkomsten, jaaractieplannen, enz.<br />

Regeerakkoord<br />

Strategisch plan<br />

minister X<br />

Legislatuur<br />

Operationeel plan<br />

minister X<br />

Jaarlijks<br />

Regeerprogramma<br />

Beleidsnota<br />

Beleidsbrief<br />

Contractmanagement<br />

Departement IVA, EVA<br />

input voor<br />

input voor<br />

Beheersovereenkomst<br />

Ondernemingsplannen<br />

Het management van ieder departement, IVA of EVA (n-niveau) communiceert de strategische en<br />

operationele doelstellingen binnen de organisatie. Het management schat de risico’s in die aan de<br />

voorgenomen strategie zijn verbonden en werkt een geïntegreerd risicomanagementsysteem om die risico’s<br />

te beheersen uit. De maatregelen waarin de organisatie voorziet om de (belangrijkste) risico’s te beheersen,<br />

vormen de <strong>organisatiebeheersing</strong> of <strong>interne</strong> <strong>controle</strong>.<br />

Een goede <strong>organisatiebeheersing</strong> is een noodzakelijke voorwaarde om de vooropgestelde doelstellingen<br />

van de organisatie te realiseren. De <strong>organisatiebeheersing</strong> geeft richting en inhoud aan de verschillende<br />

beheersings- en sturingsprocessen op niveau van de volledige organisatie, maar ook op onderliggende<br />

niveaus. Het is dus van primordiaal belang dat de <strong>organisatiebeheersing</strong> een adequate en effectieve<br />

invulling krijgt.<br />

13


14<br />

4. Structuur leidraad<br />

Het begrip <strong>organisatiebeheersing</strong> wordt benaderd vanuit 11 verschillende thema’s, gebaseerd op het COSO/<br />

ERM-model en de principes van deugdelijk overheidsbestuur:<br />

u Doelstellingen, proces- en risicomanagement (DPR)<br />

u Belanghebbendenmanagement (BHM)<br />

u Monitoring (MOn)<br />

u Organisatiestructuur (ORG)<br />

u Human resources management (HRM)<br />

u Organisatiecultuur (CUL)<br />

u Informatie en communicatie (ICO)<br />

u Financieel management (FIM)<br />

u Facility management (FAM)<br />

u Informatie- en communicatietechnologie (ICT)<br />

u Veranderingsmanagement (VER)<br />

Een degelijke en coherente invulling van elk van deze thema’s, afgestemd op de opdracht van de<br />

organisatie, leidt tot een goede <strong>organisatiebeheersing</strong> die een effectief antwoord biedt aan de strategische<br />

risico’s.<br />

Schematisch kan het ‘model voor <strong>organisatiebeheersing</strong>’ als volgt voorgesteld worden:<br />

INTEGRITEIT<br />

ACT<br />

PLAN<br />

DO<br />

CHECK<br />

HRM<br />

FIM<br />

EFFECTIVITEIT<br />

Belanghebbendenmanagement<br />

Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />

ORG<br />

De elf thema’s van <strong>organisatiebeheersing</strong> staan niet los van elkaar. Elk thema heeft tal van raakpunten met<br />

de andere thema’s. Tussen de thema’s bestaat een voortdurende wisselwerking.<br />

Centraal staat het thema “doelstellingen, proces- en risicomanagement” dat de inhoud van de andere<br />

thema’s aanstuurt. Elk thema levert een eigen bijdrage aan de realisatie van deze organisatiedoelstellingen.<br />

CUL<br />

ICO<br />

Monitoringsystemen<br />

EFFICIENTIE<br />

FAM<br />

ICT<br />

Veranderingsmanagement<br />

KWALITEIT


Zo zorgen de thema’s “monitoring” en “financieel management” ervoor dat de organisatie stelselmatig<br />

kan opvolgen in welke mate de vooropgestelde operationele en financiële doelstellingen worden bereikt.<br />

Het thema “informatie- en communicatietechnologie” voorziet in een geschikte ICT-omgeving om die<br />

informatiestromen te ondersteunen. Het personeel dat hiervoor instaat, komt aan bod in het thema “Human<br />

Resources Management”. En zo verder.<br />

Een degelijke en coherente invulling van elk van de thema’s, afgestemd op de opdracht van de organisatie,<br />

leidt tot een goede <strong>organisatiebeheersing</strong>, die een effectief antwoord biedt op de strategische risico’s.<br />

Ieder thema speelt een rol met betrekking tot de vier globale doelstellingen inzake <strong>organisatiebeheersing</strong>:<br />

effectiviteit, integriteit, kwaliteit en efficiëntie (EIKE).<br />

Bij effectiviteit ligt de focus op organisatorische effectiviteit, waarmee de mate wordt bedoeld waarin een<br />

organisatie haar verbintenissen inzake output nakomt. Men kan nagaan in welke mate de organisatie over<br />

instrumenten beschikt om haar doelstellingen te kunnen realiseren (“de juiste dingen doen”). De evaluatie<br />

van deze globale doelstelling kan gebeuren, hoofdzakelijk op basis van de bevindingen bij de thema’s<br />

Doelstellingen, proces- en risicomanagement, Belanghebbendenmanagement en Monitoring.<br />

Het criterium integriteit richt zich op de mate waarin de organisatie over instrumenten beschikt die gericht zijn<br />

op de versterking van de integriteit van de organisatie in haar geheel en van het integer handelen van de<br />

individuele personeelsleden. Integriteit zit in meerdere of mindere mate verweven in bijna alle thema’s van<br />

de leidraad.<br />

Kwaliteit slaat op de mate waarin de organisatie voldoet aan de verwachtingen van <strong>interne</strong> en externe<br />

belanghebbenden en streeft hierbij naar voortdurende verbetering. De nadruk ligt in de leidraad vooral op<br />

het niveau van de globale <strong>organisatiebeheersing</strong> en op de kwaliteit van de kernprocessen. De inschatting<br />

van deze doelstelling kan men maken op basis van bevindingen dwars door alle thema’s heen.<br />

Op het vlak van efficiëntie kan nagegaan worden in welke mate de organisatie over instrumenten beschikt<br />

die haar toelaten de verkregen middelen zo rationeel mogelijk in te zetten (“de dingen juist doen”). De<br />

evaluatie van efficiëntie kan gebeuren op basis van de bevindingen bij de ondersteunende thema’s uit<br />

het model van <strong>organisatiebeheersing</strong>, namelijk Organisatiestructuur, Human resources management,<br />

Organisatiecultuur, Informatie en communicatie, Financieel management, Facility management, Informatieen<br />

communicatietechnologie.<br />

De vier globale doelstellingen inzake <strong>organisatiebeheersing</strong> (EIKE) worden verder niet afzonderlijk uitgewerkt,<br />

net omdat een evaluatie ervan afgeleid is van de bevindingen bij de verschillende thema’s van het model.<br />

Een behoorlijke invulling van elk van de elf thema’s, afgestemd op de opdracht van de organisatie,<br />

evenals de coherente onderlinge samenhang, moet er toe leiden dat het geheel de nodige omkadering<br />

creëert voor een goede <strong>organisatiebeheersing</strong> en een effectief antwoord biedt aan de globale stuur- en<br />

beheersingsrisico’s. De inhoud van de afzonderlijke thema’s komt in de volgende hoofdstukken aan bod.<br />

Ieder thema bestaat uit een aantal subthema’s, waarvoor telkens één (of meer) doelstelling(en) inzake<br />

<strong>organisatiebeheersing</strong> worden uitgewerkt. Die doelstellingen zijn algemene principes waaraan een<br />

organisatie moet voldoen om een adequate en effectieve invulling van <strong>organisatiebeheersing</strong> te verkrijgen.<br />

Deze doelstellingen worden geïllustreerd met beheersmaatregelen: het gaat om stellingen die aangeven<br />

hoe de doelstellingen in de praktijk kunnen worden ingevuld. Die opsomming is zeker niet volledig.<br />

Voor de vermelde beheersmaatregelen zijn nog tal van alternatieven mogelijk, die eveneens bijdragen<br />

tot een goede invulling van de doelstellingen. niet alle beheersmaatregelen of stellingen zijn algemeen<br />

toepasbaar. De toepasbaarheid hangt af van het type van organisatie, haar opdracht of andere specifieke<br />

organisatiekenmerken.<br />

Elk hoofdstuk bevat een tabel, die als hulpmiddel gebruikt kan worden bij het bepalen van het eigen<br />

maturiteitsniveau inzake <strong>organisatiebeheersing</strong>. Concreet houdt de (zelf)beoordeling in dat voor elk van<br />

de thema’s en doelstellingen van <strong>organisatiebeheersing</strong> een inschatting van 0 tot 5 wordt gegeven. De<br />

betekenis van de scores en de relatie met risicomanagement zijn weergegeven in het maturiteitsmodel (zie<br />

punt 5 De leidraad als zelfevaluatie-instrument) .<br />

15


16<br />

5. De leidraad als zelfevaluatie-instrument<br />

De leidraad kan worden gehanteerd als instrument voor zelfevaluatie van de <strong>organisatiebeheersing</strong>. Dit<br />

proces van zelfevaluatie kan flexibel verlopen, afhankelijk van de context van de organisatie (bv. grootte en<br />

complexiteit van de organisatie, beschikbaarheid van mensen en middelen). Er is een globaal stappenplan<br />

te vinden op de website <strong>interne</strong> <strong>controle</strong>/<strong>organisatiebeheersing</strong>. Dit stappenplan geeft het mogelijke<br />

verloop van een proces van zelfevaluatie aan.<br />

Een evaluatierooster wordt in een apart document ter beschikking gesteld. Organisaties kunnen zo aan de<br />

hand van de leidraad op een gedetailleerde wijze hun sterke punten in kaart brengen en aandachtspunten<br />

(zwakke punten, leemtes) op het vlak van <strong>organisatiebeheersing</strong> aangeven.<br />

Bij het uitvoeren van de zelfevaluatie is de leidraad niet op te vatten als een checklist tot op het<br />

niveau van de randvoorwaarden/stellingen/voorbeelden. Deze zijn eerder concretiseringen van de<br />

<strong>controle</strong>doelstellingen en voorbeelden van beheersmaatregelen. De subthema’s en doelstellingen inzake<br />

<strong>organisatiebeheersing</strong> moeten wel systematisch behandeld worden. De concrete instructies voor het gebruik<br />

van het evaluatierooster en het verloop van de zelfevaluatie worden in het evaluatierooster zelf verder<br />

toegelicht.<br />

Op basis van de bevindingen kan per thema een inschatting van de maturiteit worden gedaan aan de hand<br />

van het onderstaande maturiteitsmodel. Dit model is gebaseerd op de principes van COBIT en CAF.<br />

Deze maturiteitsinschatting kan richtinggevend zijn voor het bepalen van prioriteiten voor verbeteracties en/<br />

of het invoeren van bijkomende beheersmaatregelen8 . Daarnaast kan een organisatie haar evolutie meten<br />

op het vlak van <strong>organisatiebeheersing</strong>. Bovendien kunnen zo goede praktijken geïdentificeerd worden. Een<br />

verdere toelichting over de wijze van inschatten (“Hoe scoren?”) wordt aangegeven in het evaluatierooster.<br />

GRADATIES OMSCHRIJVING<br />

0<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

Onbestaand<br />

Binnen de organisatie bestaan geen of zeer weinig beheersmaatregelen. Het <strong>controle</strong>-<br />

bewustzijn is eerder laag en er worden weinig acties ondernomen om te komen<br />

tot een adequaat systeem van <strong>organisatiebeheersing</strong> (<strong>interne</strong> <strong>controle</strong>systeem).<br />

Ad-hoc basis<br />

Op ad-hoc basis zijn binnen de organisatie beheersmaatregelen uitgewerkt.<br />

Het bewustzijn van de nood aan adequate beheersmaatregelen (<strong>interne</strong> <strong>controle</strong>maatregelen)<br />

groeit, maar er is nog geen gestructureerde of gestandaardiseerde aanpak<br />

aanwezig. Het systeem van <strong>organisatiebeheersing</strong> (<strong>interne</strong> <strong>controle</strong>systeem) draait<br />

meer rond personen dan rond systemen.<br />

Gestructureerde aanzet<br />

Een gestructureerde aanzet wordt gegeven tot de ontwikkeling van beheersmaatregelen.<br />

De beheersinstrumenten zijn bijgevolg in ontwikkeling, maar worden nog niet toegepast<br />

(‘Plan’).<br />

Gedefinieerd (= niveau 2 +...)<br />

Beheersmaatregelen zijn aanwezig. Zij zijn gestandaardiseerd, gedocumenteerd,<br />

gecommuniceerd en worden toegepast (‘Do’).<br />

Beheerst systeem (= niveau 3 + ...)<br />

De beheersmaatregelen worden intern periodiek geëvalueerd en bijgestuurd (‘Check’ &<br />

‘Act’). Er kan gesproken worden over een ‘levend’ adequaat en doeltreffend systeem van<br />

<strong>organisatiebeheersing</strong>.<br />

Geoptimaliseerd (= niveau 4 + ...)<br />

De beheersmaatregelen worden voortdurend geoptimaliseerd via benchmarking en het<br />

behalen van kwaliteitscertificaten of externe evaluaties (‘PDCA’).<br />

8 Bepaalde randvoorwaarden/stellingen zijn door de Vlaamse regering als verplichting opgelegd.


II. Thema’s van <strong>organisatiebeheersing</strong><br />

17


18<br />

INTEGRITEIT<br />

ACT<br />

PLAN<br />

DO<br />

CHECK<br />

HRM<br />

FIM<br />

EFFECTIVITEIT<br />

Belanghebbendenmanagement<br />

Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />

ORG<br />

CUL<br />

ICO<br />

Monitoringsystemen<br />

EFFICIENTIE<br />

FAM<br />

ICT<br />

Veranderingsmanagement<br />

KWALITEIT


1. Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />

1.1 Beschrijving<br />

1.1.1 Algemeen<br />

Het thema ‘Doelstellingen, proces- en risicomanagement’ omvat drie onderdelen:<br />

Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />

u het formuleren, communiceren, uitvoeren en bijsturen van te leveren resultaten en inspanningen, zowel<br />

op lange9 termijn (strategische doelstellingen) als op korte10 termijn (operationele doelstelllingen), door de<br />

organisatie (doelstellingenproces);<br />

u het hanteren van principes van procesmanagement en het voeren van een kwaliteitsbeleid;<br />

u het identificeren, evalueren en beheersen van de risico’s die het bereiken van deze doelstellingen in het<br />

gedrang zouden kunnen brengen en van de opportuniteiten die zich aanbieden (risicomanagement).<br />

Dit thema bepaalt de richting en inhoud van de andere thema’s’, die immers zo moeten worden<br />

georganiseerd dat ze maximaal bijdragen tot het bereiken van de organisatiedoelstellingen en ervoor zorgen<br />

dat de organisatie over de nodige informatie beschikt om de doelstellingen op te volgen en bij te sturen.<br />

1.1.2 Doelstellingenproces: missie, visie, strategische en operationele doelstellingen<br />

De bestaansreden en de kerntaken van elke organisatie (departement, IVA, EVA) moeten duidelijk<br />

neergeschreven zijn in een missieverklaring. Voor de verzelfstandigde agentschappen maakt de missie deel<br />

uit van het oprichtingsbesluit of -decreet.<br />

Elke organisatie kan eveneens in een visie neerschrijven welke resultaten zij op lange termijn in haar<br />

omgeving wenst te bereiken, welke rol zij wil spelen en welke waarden en principes zij vooropstelt.<br />

Het formuleren van doelstellingen verloopt via volgende cascade:<br />

u Het primaat van de politiek houdt in dat de politieke verantwoordelijken, de na te streven<br />

beleidsdoelstellingen en de gewenste maatschappelijke effecten van het beleid bepalen. Dat vindt zijn<br />

neerslag in het regeerakkoord en de beleidsnota’s van de regering en de ministers.<br />

u De bevoegde minister zal de uitvoering van zijn/haar beleid binnen het beleidsveld opvolgen en<br />

sturen via een aansturingsinstrument (een vorm van contractmanagement), (af)gesloten tussen de<br />

Vlaamse Regering (vertegenwoordigd door de functioneel bevoegde minister) en de organisatie<br />

(vertegenwoordigd door de administrateur-generaal (IVA) of de raad van bestuur (EVA) van de<br />

organisatie11 . Voor de verzelfstandigde agentschappen voorziet het kaderdecreet daarvoor in een<br />

beheersovereenkomst. De beheersovereenkomst dient o.m. om kwalitatief en kwantitatief te concretiseren<br />

hoe het agentschap zijn taken moet vervullen via strategische en operationele doelstellingen . De<br />

beheersovereenkomst is het beleidsmatig strategisch plan van de organisatie. naar analogie met de<br />

beheersovereenkomsten kunnen voor de dertien departementen managementovereenkomsten worden<br />

afgesloten.<br />

u De strategie van de organisatie moet een afgeleide zijn van de beleidsdoelstellingen van de minister,<br />

zodat de organisatie bijdraagt tot de realisatie daarvan. Uitgaand van de beleidsnota van de<br />

bevoegde minister, de missie- en (eventuele) visieverklaring en rekening houdend met de resultaten<br />

van een omgevingsanalyse, dient de organisatie haar strategische doelstellingen te formuleren en vast<br />

te leggen in een beheersovereenkomst of managementovereenkomst. De beheersovereenkomst of<br />

managementovereenkomst van de organisatie concentreert zich op de strategische hoofdlijnen, waarbij<br />

de strategische doelstellingen aangeven wat de organisatie op lange termijn aan maatschappelijke<br />

9 Gezien de relatie met de beleidsnota van de bevoegde minister, dient onder lange termijn in principe de periode van (minimaal) 5 jaar (duur van<br />

een legislatuur) te worden verstaan.<br />

10 Gezien de relatie met de jaarlijkse beleidsbrief van de bevoegde minister, dient onder korte termijn de periode van 1 jaar te worden verstaan.<br />

11 Bij de privaatrechtelijk vormgegeven EVA’s wordt dit aansturingsinstrument een samenwerkingsovereenkomst genoemd.<br />

De term “beheersovereenkomst” dient, wat hen betreft, als samenwerkingsovereenkomst gelezen te worden.<br />

19


20<br />

effecten wil bereiken in de externe omgeving.<br />

Gelet op het aantal en de diversiteit van de strategische doelstellingen zal een organisatie vaak<br />

onmogelijk alles onmiddellijk kunnen realiseren. Bijgevolg zijn keuzes en prioriteiten noodzakelijk. Keuzes<br />

maken heeft echter altijd iets subjectiefs. Het keuzeproces moet dan ook zoveel mogelijk worden<br />

geobjectiveerd. Dat vergt relevante criteria, zoals:<br />

t dringendheid;<br />

t graad van bijdrage tot de realisatie van de strategische doelstellingen;<br />

t logische opeenvolging;<br />

t realisatiesnelheid;<br />

t zichtbaarheid van de resultaten;<br />

t haalbaarheid;<br />

t middelen;<br />

t ...<br />

u Een jaarlijkse vertaling en concretisering van de strategische doelstellingen wordt opgenomen in<br />

ondernemingsplannen met operationele doelstellingen, die moeten zijn gerelateerd aan de jaarlijkse<br />

beleidsbrief van de bevoegde minister. De ondernemingsplannen zijn verplicht voor de agentschappen<br />

en aanbevolen voor de departementen. Deze ondernemingsplannen geven aan welke instrumenten (en<br />

processen) de organisatie en haar onderdelen (afdeling, cel, …) inzet om de operationele doelstellingen<br />

te realiseren. De individuele (persoonlijke) doelstellingen van de personeelsleden moeten op hun beurt<br />

aansluiten bij deze operationele organisatiedoelstellingen.<br />

Het thema ‘doelstellingen, proces- en risicomanagement’ legt de focus op de globale strategische en<br />

operationele doelstellingen12 van de organisatie.<br />

Binnen het doelstellingenproces staan een aantal principes centraal:<br />

u De missie is kort, krachtig, bondig, duidelijk en eenduidig zodat zij gemakkelijk kan worden<br />

gecommuniceerd binnen en buiten de organisatie.<br />

u De strategische en de operationele doelstellingen zijn eenduidig en eenvormig geformuleerd, zodat<br />

interpretatiemoeilijkheden worden vermeden. Zij moeten zo concreet mogelijk zijn. Dat kan worden<br />

getoetst aan de hand van de SMART-criteria:<br />

t Specifiek;<br />

t Meetbaar;<br />

t Aanvaard of Afgesproken;<br />

t Realistisch;<br />

t Tijdsgebonden.<br />

u Het geheel van doelstellingen moet coherent zijn. Aangezien doelstellingen worden vertaald naar alle<br />

geledingen en niveaus van een organisatie, moeten zij onderling afgestemd zijn.<br />

u De organisatiedoelstellingen besteden aandacht aan de uitvoering van de eigen kernopdrachten, aan<br />

nieuwe initiatieven en aan de bijdrage van de organisatie aan het horizontale beleid13 .<br />

u Het geheel van doelstellingen moet evenwichtig samengesteld zijn.<br />

u De organisatiedoelstellingen moeten worden gedragen door iedereen in de organisatie. Daarvoor is een<br />

goede communicatie over de doelstellingen noodzakelijk. Dit stimuleert de werknemers en motiveert hen<br />

om bij te dragen tot de realisatie van de doelstellingen (betrokkenheid).<br />

12 De nota “De generieke elementen van de beheersovereenkomsten in de vernieuwde Vlaamse overheid”, goedgekeurd door de Vlaamse<br />

Regering op 1 september 2006, bevat een sjabloon voor de opmaak van een beheersovereenkomst.<br />

13 Cf. nota “De generieke elementen van de beheersovereenkomsten in de vernieuwde Vlaamse overheid”, goedgekeurd door de Vlaamse<br />

Regering op 1 september 2006.


1.1.3 Procesmanagement en kwaliteitsbeleid<br />

Procesmanagement<br />

Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />

Een proces is een geheel van opeenvolgende activiteiten die middelen (input) omzetten in resultaten<br />

(output en outcome) waardoor een meerwaarde wordt gecreëerd. Die processen kunnen van allerlei aard<br />

zijn: kernprocessen zijn essentieel om de producten of diensten te leveren, beheersprocessen sturen de<br />

organisatie en ondersteuningsprocessen voorzien in de nodige middelen.<br />

De organisatie zorgt ervoor dat alle processen die voor een goede werking noodzakelijk zijn, voldoende zijn<br />

uitgewerkt. Daarbij past zij de principes van procesmanagement toe:<br />

u De organisatie heeft de processen ontwikkeld die nodig zijn om te kunnen functioneren. Die processen zijn<br />

afgestemd op de strategie en de planning. Zij zijn ook in overeenstemming met de bestaande regelgeving<br />

en procedures.<br />

u Per (deel)proces wordt een proceseigenaar aangesteld. De proceseigenaar is verantwoordelijk voor het<br />

uittekenen en actueel houden van het (deel)proces.<br />

u De sleutelprocessen zijn in kaart gebracht en gedocumenteerd. De processen zijn efficiënt uitgetekend.<br />

u Bij de toewijzing van bevoegdheden en verantwoordelijkheden wordt het principe van functiescheiding<br />

gewaarborgd.<br />

u De organisatie heeft middelen toegewezen aan de processen in verhouding tot hun bijdrage aan de<br />

verwezenlijking van de strategische doelstellingen.<br />

u De organisatie / proceseigenaar evalueert op regelmatige tijdstippen de werking van de processen<br />

(PDCA). De processen worden verbeterd op basis van de gemeten efficiëntie, doeltreffendheid en<br />

resultaten (output en outcome).<br />

Kwaliteitsbeleid<br />

Integrale kwaliteitszorg (IKZ) of ‘total quality management’ (TQM) groepeert een aantal<br />

managementtechnieken om de tevredenheid van de belanghebbenden te verhogen. Het volledige<br />

organisatieproces wordt onderworpen aan de principes van continue verbetering (bv. PDCA-cyclus), waarbij<br />

veel belang wordt gehecht aan participatie van de medewerkers. Kwaliteit is een verantwoordelijkheid van<br />

iedereen binnen de organisatie14 .<br />

Kwaliteit komt - al dan niet expliciet - aan bod bij verschillende <strong>controle</strong>(doel)stellingen binnen de diverse<br />

thema’s van <strong>organisatiebeheersing</strong> van deze leidraad.<br />

1.1.4 Risicomanagement<br />

Risico’s zijn <strong>interne</strong> en externe factoren die de realisatie van de organisatiedoelstellingen kunnen<br />

belemmeren en bijgevolg ook de kwaliteit van producten en diensten beïnvloeden / bedreigen. Het niet<br />

(tijdig) benutten van opportuniteiten is ook een risico. Wijzigende <strong>interne</strong> of externe omstandigheden creëren<br />

nieuwe risico’s of veranderen bestaande risico’s.<br />

Risicomanagement is een essentieel onderdeel van <strong>organisatiebeheersing</strong> en behoort tot het dagelijks<br />

management. Managers zijn tevens risicomanagers.<br />

Risicomanagement is onlosmakelijk verbonden met het doelstellingenproces (strategiebepaling). Om een<br />

organisatie efficiënt en effectief te beheersen, moet duidelijkheid bestaan over de risico’s die het behalen<br />

van de organisatiedoelstellingen bedreigen.<br />

14 Vrij naar Bouckaert, G. & Thijs, n. (2003). Kwaliteit in de overheid.<br />

21


22<br />

Eenmaal deze risico’s zijn geïdentificeerd, worden zij geanalyseerd naar waarschijnlijkheid (= kans op<br />

voorkomen) en impact. Het resultaat van deze risicoanalyse is een kwantitatieve en/of kwalitatieve<br />

rangschikking van de risico’s. Die rangschikking, gecombineerd met de doelstellingenhiërarchie, geeft weer<br />

welke risico’s prioriteit moeten krijgen bij het uitwerken of aanpassen van gepaste beheersmaatregelen. De<br />

keuze van de beheersmaatregelen wordt verantwoord in de risicoanalyse.<br />

Risicomanagement is een continu en dynamisch proces. De omgeving waarin de organisatie actief is<br />

wijzigt voortdurend, doelstellingen worden aangepast, nieuwe prioriteiten kunnen zich opdringen. Het<br />

risicomanagement moet hierop worden afgestemd.<br />

Binnen het globale risicomanagement verdienen de continuïteitsrisico’s bijzondere aandacht. Zij vormen de<br />

basis voor het ontwikkelen van een bedrijfscontinuïteitsproces. Continuïteitsplannen kunnen zich richten op<br />

crisisbeheer en –communicatie, facility, ICT (Disaster Recovery Plan) en de processen (cf. de respectievelijke<br />

thema’s in deze leidraad).<br />

1.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t. doelstellingen,<br />

proces- en risicomanagement<br />

SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

Doelstellingenproces:<br />

missie, visie, strategische<br />

en operationele<br />

doelstellingen<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

De organisatie beschikt over een<br />

goedgekeurde missie die haar<br />

bestaansreden weergeeft.<br />

De organisatie heeft een visie ontwikkeld,<br />

die is afgestemd op de visie van de<br />

verantwoordelijke minister.<br />

De missie is neergeschreven. Ze<br />

kan worden aangevuld met een<br />

overzicht van de kerntaken van de<br />

organisatie.<br />

De missie is krachtig, kernachtig<br />

en eenduidig. Zij is uitdagend<br />

geformuleerd en stimuleert<br />

de <strong>interne</strong> en externe<br />

belanghebbenden.<br />

Communicatie-initiatieven worden<br />

binnen de organisatie opgezet om<br />

de missie en kerntaken kenbaar te<br />

maken bij de <strong>interne</strong> en externe<br />

belanghebbenden.<br />

De organisatie heeft in haar visie<br />

uitgeschreven wat zij wenst te<br />

bereiken in haar omgeving, welke<br />

rol zij hierin wil spelen en welke<br />

principes en waarden zij hierbij<br />

nastreeft.<br />

De visie van de organisatie is<br />

volledig afgestemd op de visie van<br />

de bevoegde minister.<br />

Communicatie-initiatieven worden<br />

binnen de organisatie opgezet<br />

om de visie van de organisatie ter<br />

kennis te brengen van de <strong>interne</strong> en<br />

externe belanghebbenden.


SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />

De organisatie beschikt over duidelijke, Opdat de doelstellingen een<br />

coherente, neergeschreven,<br />

evenwichtig geheel vormen, is het<br />

goedgekeurde strategische noodzakelijk dat zij:<br />

- alle aspecten van de statutaire<br />

opdracht van de organisatie<br />

concretiseren;<br />

15 en<br />

operationele16 doelstellingen.<br />

Het geheel van doelstellingen zit vervat in<br />

het goedgekeurde aansturingsinstrument17 .<br />

De operationele doelstellingen<br />

van de organisatie worden verder<br />

geoperationaliseerd naar <strong>interne</strong><br />

organisatiedoelstellingen per<br />

organisatieonderdeel en uiteindelijk<br />

doorvertaald naar individuele<br />

doelstellingen.<br />

- niet losstaan van de realisatie van<br />

de statutaire opdracht van de<br />

organisatie;<br />

- rekening houden met informatie<br />

uit de omgeving (inclusief de<br />

verwachtingen en behoeften van<br />

belanghebbenden);<br />

- onderling op elkaar zijn afgestemd<br />

en niet conflicteren;<br />

- zowel kernopdrachten als nieuwe<br />

initiatieven ter realisatie van het<br />

beleid van de bevoegde minister<br />

omvatten;<br />

- eveneens de concrete bijdragen<br />

van de organisatie aan de<br />

uitvoering van de generieke<br />

principes van het horizontale<br />

beleid van de Vlaamse Regering18 bevatten;<br />

- zowel extern gerichte doelstellingen<br />

als doelstellingen gericht op de<br />

verbetering van de eigen <strong>interne</strong><br />

werking bevatten.<br />

De strategische doelstellingen van de<br />

organisatie zijn vertaald in toetsbare en<br />

concrete operationele doelstellingen<br />

die voldoen aan het SMART-principe<br />

(specifiek, meetbaar, afgesproken,<br />

realistisch en tijdsgebonden).<br />

Om te bepalen welke doelstellingen<br />

en activiteiten binnen de jaarlijkse<br />

planning van de organisatie kaderen,<br />

maakt de organisatie een objectieve<br />

analyse aan de hand van een aantal<br />

criteria.<br />

Binnen elk organisatieonderdeel zijn<br />

toetsbare (SMART) doelstellingen<br />

aanwezig en uitgeschreven.<br />

Binnen de organisatie zijn de<br />

verschillende doelstellingen coherent:<br />

de doelstellingen op lagere niveaus<br />

zijn afgestemd op en ondersteunen<br />

altijd de doelstellingen op hogere<br />

niveaus.<br />

15 Strategische doelstellingen geven aan wat de organisatie op (middel)lange termijn aan maatschappelijke effecten wil bereiken in de externe<br />

omgeving. Gezien de relatie van de strategische doelstellingen met de beleidsnota van de bevoegde minister, dient onder lange termijn in<br />

principe de periode van (minimaal) 5 jaar (duur van een legislatuur) te worden verstaan.<br />

16 Operationele doelstellingen betreffen de jaarlijkse vertaling van de strategische doelstellingen. De operationele jaardoelstellingen zijn<br />

gerelateerd aan de jaarlijkse beleidsbrief van de bevoegde minister.<br />

17 Voor een EVA / IVA is dit de beheersovereenkomst, voor een departement kan dit een managementovereenkomst zijn.<br />

18 Cf. nota “De generieke elementen van de beheersovereenkomsten in de vernieuwde Vlaamse overheid”, goedgekeurd door de Vlaamse<br />

Regering op 1 september 2006.<br />

23


24<br />

SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

Alle doelstellingen zijn gecommuniceerd<br />

en gekend bij de <strong>interne</strong> en externe<br />

belanghebbenden.<br />

Procesmanagement19 Binnen de organisatie zijn de<br />

sleutelprocessen geïdentificeerd en<br />

gedocumenteerd.<br />

De organisatie heeft haar processen<br />

ontwikkeld in overeenstemming met<br />

de strategie, planning, behoeften en<br />

verwachtingen.<br />

De organisatie heeft voor haar<br />

sleutelprocessen proceseigenaars<br />

geïdentificeerd.<br />

De processen zijn in overeenstemming<br />

met de regelgeving en zijn efficiënt<br />

uitgetekend.<br />

Binnen de organisatie zijn in<br />

het kader van de realisatie van<br />

de operationele doelstellingen<br />

concrete actieplannen uitgewerkt.<br />

De individuele doelstellingen vloeien<br />

rechtsreeks voort uit de <strong>interne</strong><br />

operationele doelstellingen van de<br />

organisatie.<br />

Communicatie-initiatieven worden<br />

genomen om de strategische en<br />

operationele doelstellingen mee te<br />

delen en te verklaren aan de <strong>interne</strong><br />

en externe belanghebbenden.<br />

Bij het bepalen van de verschillende<br />

doelstellingen worden <strong>interne</strong><br />

en externe belanghebbenden<br />

betrokken.<br />

Er wordt een onderscheid gemaakt<br />

tussen:<br />

- management- of<br />

beheersprocessen<br />

- primaire of kernprocessen<br />

- ondersteunende processen.<br />

De organisatie tekent de processen<br />

zo uit dat de doelstellingen en de<br />

missie gehaald worden (binnen de<br />

vooropgestelde of de opgelegde<br />

termijn). Er wordt ook rekening<br />

gehouden met de behoeften en<br />

verwachtingen van de <strong>interne</strong> en<br />

externe belanghebbenden.<br />

Binnen de organisatie worden voor<br />

de belangrijkste kernactiviteiten<br />

procesverantwoordelijken<br />

aangesteld. De nood daaraan<br />

neemt toe in de mate dat de (kern)<br />

processen langs verschillende<br />

organisatieonderdelen verlopen.<br />

De organisatie respecteert de<br />

bestaande regelgeving en<br />

procedures bij het uittekenen van<br />

de processen. Als de regelgeving<br />

wijzigt, past zij de processen aan.<br />

De organisatie tekent de processen<br />

zo uit dat de beschikbare middelen<br />

zo zuinig mogelijk worden ingezet<br />

om de output te behalen.<br />

19 Het subthema “Procesmanagement” wordt door de Interne Audit van de Vlaamse Administratie (IAVA) niet meegenomen bij de<br />

maturiteitsinschatting in het kader van een sterktezwakteanalyse van de <strong>organisatiebeheersing</strong>.


SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

Bij het vastleggen van bevoegdheden en<br />

verantwoordelijkheden wordt het principe<br />

van functiescheiding in acht genomen.<br />

De organisatie heeft middelen<br />

toegewezen aan de processen in<br />

verhouding tot hun bijdrage aan<br />

de realisatie van de strategische<br />

doelstellingen van de organisatie.<br />

De processen worden regelmatig<br />

geëvalueerd en zo nodig aangepast<br />

(PDCA: plan, do, check, act).<br />

De processen worden verbeterd op<br />

basis van de gemeten efficiëntie,<br />

doeltreffendheid en resultaten (outputs<br />

en outcomes).<br />

Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />

De organisatie vermijdt dat binnen<br />

het proces de uitvoerings- en<br />

beslissingsmacht bij één functie/<br />

medewerker zit (functiescheiding).<br />

Binnen de organisatie is er een<br />

duidelijk zicht op de middelen<br />

(financiële, personele, andere)<br />

die per (deel)proces toegewezen<br />

worden (bv. op basis van toegewezen<br />

middelen per proces in het<br />

ondernemingsplan).<br />

Regelmatig vindt een beoordeling<br />

van de kern- en ondersteunende<br />

processen plaats. Bij wijzigingen<br />

in de processen wordt de<br />

adequaatheid geëvalueerd.<br />

De processen worden zo nodig<br />

bijgestuurd en hertekend.<br />

Procesevaluatie en prestatiemeting<br />

zorgen ervoor dat de processen<br />

voldoen aan het vooropgestelde<br />

niveau van efficiëntie,<br />

doeltreffendheid en resultaatbereik.<br />

Kwaliteitsbeleid De leiding en de medewerkers van de Er zijn doelstellingen (SMART)<br />

organisatie zijn zich bewust van het belang geformuleerd, die gericht zijn op<br />

van het voeren van een kwaliteitsbeleid. een verhoging van de kwaliteit van<br />

de dienstverlening.<br />

Het kwaliteitsbeleid is geïntegreerd in de<br />

doelstellingencascade.<br />

Het kwaliteitsbeleid is afgestemd op het<br />

algemene organisatiebeleid.<br />

De organisatie hanteert de filosofie van<br />

integrale kwaliteitszorg (IKZ) of ‘Total<br />

Quality Management’ (TQM) in haar<br />

werking.<br />

Het kwaliteitsbeleid is verankerd<br />

op alle niveaus van de<br />

organisatie.<br />

Er is sprake van continuïteit in het<br />

kwaliteitsbeleid.<br />

Een kwaliteitszorgsysteem voorziet in<br />

borging van het kwaliteitsbeleid.<br />

De entiteit hanteert het principe van<br />

‘continu verbeteren’.<br />

De entiteit hanteert de PDCA-cyclus<br />

(Plan, Do, Check, Act).<br />

De entiteit maakt gebruik van een<br />

methodiek van zelfevaluatie, bv.<br />

CAF/EFQM of aanverwanten, de<br />

visitatiemethode,…<br />

25


26<br />

SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

Risicomanagement Binnen de organisatie bestaat een<br />

systeem om de risico’s (bedreigingen<br />

en opportuniteiten) te identificeren,<br />

te evalueren en te beheersen<br />

(te managen).<br />

De keuze van strategische en<br />

operationele doelstellingen steunt<br />

op een omgevingsanalyse waarbij<br />

de sterktes en zwaktes (<strong>interne</strong><br />

risico’s), en kansen en bedreigingen<br />

(externe risico’s) worden<br />

geïdentificeerd en geanalyseerd.<br />

Het management maakt gebruik<br />

van een (gestandaardiseerde)<br />

methodiek om <strong>interne</strong> en externe<br />

risico’s te identificeren op proces- en<br />

taakniveau. De geïdentificeerde<br />

risico’s worden geëvalueerd zodat<br />

de nodige beheersmaatregelen<br />

kunnen worden getroffen in functie<br />

van de prioriteiten.<br />

Ook integriteitsrisico’s worden<br />

opgevolgd. Zo is o.a. bekend<br />

welke de kwetsbare functies20 zijn<br />

en wordt het integriteitsbeleid<br />

regelmatig geëvalueerd op leemtes.<br />

Risicoanalyse en -management,<br />

zowel op strategisch als op<br />

operationeel niveau, zijn continue<br />

processen. Wijzigingen of<br />

veranderingen, zowel intern als<br />

extern (veranderende regelgeving,<br />

technologische vernieuwingen<br />

en ontwikkelingen, enz), worden<br />

continu opgevolgd en gescreend<br />

op mogelijke risico’s. Wijzigingen<br />

worden aangevuld in het<br />

risicoraamwerk.<br />

De toepassing van het systeem<br />

van risicomanagement wordt<br />

permanent opgevolgd en<br />

geëvalueerd op zijn adequaatheid<br />

en efficiëntie.<br />

20 Voorbeelden van kwetsbare functies: omgaan met geld, verlenen van opdrachten, toekennen van vergunningen en subsidies, omgaan met<br />

vertrouwelijke informatie, <strong>controle</strong>bevoegdheden, …


1.3 Relevante documenten en websites<br />

Studiedienst van de Vlaamse Regering (informatie over strategisch management en methodologie)<br />

http://aps.vlaanderen.be<br />

Departement <strong>Bestuurszaken</strong> (site over beheersovereenkomsten)<br />

http://www2.vlaanderen.be/ned/sites/beheersovereenkomsten<br />

Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />

nota Vlaamse Regering: “De generieke elementen van de beheersovereenkomsten in de vernieuwde<br />

Vlaamse overheid”<br />

http://www2.vlaanderen.be/ned/sites/beheersovereenkomsten/doc/20060720_Beheersovereenkomsten_<br />

generieke_elementen_2006.pdf<br />

Visienota Beheersovereenkomsten<br />

http://www2.vlaanderen.be/ned/sites/bbb/documenten/organisatie/beheersovereenkomsten-visienota2.<br />

pdf<br />

Kwaliteit in de overheid<br />

http://www.kwaliteitsnetwerk.be<br />

The Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission<br />

http://www.coso.org<br />

Organisatiebeheersing / Interne <strong>controle</strong> in de Vlaamse overheid<br />

http://bz.vonet.be/<strong>interne</strong><strong>controle</strong><br />

www.vlaanderen.be/<strong>interne</strong><strong>controle</strong><br />

27


28<br />

INTEGRITEIT<br />

ACT<br />

PLAN<br />

DO<br />

CHECK<br />

HRM<br />

FIM<br />

EFFECTIVITEIT<br />

Belanghebbendenmanagement<br />

Belanghebbendenmanagement<br />

Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />

ORG<br />

CUL<br />

ICO<br />

Monitoringsystemen<br />

EFFICIENTIE<br />

FAM<br />

ICT<br />

Veranderingsmanagement<br />

KWALITEIT


2. Belanghebbendenmanagement<br />

2.1 Beschrijving 21<br />

2.1.1 Algemeen<br />

Belanghebbendenmanagement of stakeholder management is het proces waarbij de belangen van<br />

de diverse (externe) belanghebbenden22 mee worden afgewogen in de strategieontwikkeling en -<br />

implementatie. Externe belanghebbenden zijn alle partijen die worden beïnvloed door of invloed uitoefenen<br />

op de activiteiten van de organisatie, maar er formeel geen deel van uitmaken. De belangen van <strong>interne</strong><br />

belanghebbenden zijn verwerkt in de andere thema’s.<br />

Het afleggen van verantwoording, participatie, transparantie en evaluatie zijn sleutelbegrippen voor een<br />

degelijk belanghebbendenmanagement.<br />

Vanuit het perspectief van deugdelijk overheidsbestuur wil belanghebbendenmanagement waarborgen<br />

scheppen voor de realisatie van de organisatiedoelstellingen. Het vergroot het vertrouwen van de<br />

belanghebbenden in de organisatie. Een organisatie die goed luistert naar haar omgeving23 en haar keuzes<br />

goed uitlegt, verwerft een positiever imago en kan rekenen op een groter draagvlak. Gelet op het openbaar<br />

karakter van de dienstverlening en de herkomst van de middelen (belastingsgeld), heeft de overheid op dat<br />

vlak een voorbeeldfunctie te vervullen.<br />

Het thema belanghebbendenmanagement wordt verder geconcretiseerd en geoperationaliseerd aan de<br />

hand van de volgende stappen:<br />

u identificatie van en dialoog met de belanghebbenden (participatie van belanghebbenden);<br />

u transparantie en verantwoording afleggen;<br />

u evaluatie en bijsturing van het proces belanghebbendenmanagement.<br />

2.1.2 Identificatie en dialoog<br />

Vertrekkend vanuit de taken en de opdrachten die de organisatie vervult, moeten de voornaamste<br />

externe belanghebbenden worden geïdentificeerd. De organisatie moet zicht krijgen op wie wat betekent<br />

in het werkveld. Als bepaalde acties, beslissingen of strategische keuzes een impact hebben op die<br />

belanghebbenden, treedt zij met hen in dialoog.<br />

Bij de samenstelling van de vertegenwoordiging van belanghebbenden, moeten potentiële<br />

belangenconflicten worden vermeden24 . Dat is niet altijd mogelijk, want vaak zijn de belanghebbenden die<br />

de grootste meerwaarde kunnen bieden, ook degenen die het meeste belang hebben bij het werk van de<br />

organisatie. Bij de samenstelling van de advies- en bestuursorganen moeten eventuele belangenconflicten<br />

worden vastgesteld en maatregelen worden genomen om met belangenconflicten om te gaan.<br />

Belanghebbendenmanagement kenmerkt zich door het aangaan van een dialoog met de externe<br />

belanghebbenden. Het doel van de dialoog is de verzamelde informatie over de verwachtingen van de<br />

belanghebbenden te gebruiken als input voor het strategieproces en de operationele processen. Belangrijk<br />

is dat de organisatie duidelijk communiceert waarom zij een dialoog met de belanghebbenden voert, zodat<br />

geen loze verwachtingen worden gecreëerd.<br />

Dit alles zorgt voor een grotere betrokkenheid en wederzijds begrip tussen alle partners, waardoor het<br />

draagvlak van de organisatie verbreedt.<br />

21 Als referentiekader werd de brochure ‘Stakeholder Management: een bedrijfsgerichte verkenning’ gebruikt; uitgegeven door het Ministerie<br />

van de Vlaamse Gemeenschap, administratie Werkgelegenheid. Van den Berghe, L., Baeten, X., en Somers, L., Stakeholder Management:<br />

een bedrijfsgerichte verkenning, Mieke Stappaerts, Brussel, juni 2002.<br />

22 Bijgevolg kunnen andere entiteiten binnen de Vlaamse overheid wel degelijk externe belanghebbenden zijn.<br />

23 Vijf E’s: efficiëntie, effectiviteit, economy (zuinigheid), ethiek en environment (omgeving). De omgeving dient in kaart gebracht te worden<br />

door een omgevingsanalyse, klankbord- en focusgroepen, bevragingen, etc.<br />

24 Als het individu een persoonlijk, financieel of ander belang zou hebben in het werk van de organisatie of het individu één of meer<br />

officiële posities bekleedt die met elkaar in conflict kunnen komen.<br />

Belanghebbendenmanagement<br />

29


30<br />

2.1.3 Transparantie en terugkoppeling<br />

Van een overheidsorganisatie wordt verwacht dat zij transparant is over haar beleid en haar<br />

belanghebbenden informeert over hoe zij de verstrekte informatie in haar keuzes heeft verwerkt. Die<br />

terugkoppeling zorgt ervoor dat de belanghebbenden inzicht krijgen in de strategie en het functioneren van<br />

de organisatie en de gevolgen die dat voor hen heeft.<br />

2.1.4 Evaluatie en bijsturing<br />

Het belanghebbendenmanagement moet regelmatig worden geëvalueerd en zo nodig bijgestuurd.<br />

2.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t. belanghebbenden-<br />

management<br />

SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

Identificatie en dialoog<br />

(=participatie van<br />

belanghebbenden)<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

Externe belanghebbenden zijn<br />

geïdentificeerd en er wordt een<br />

dialoog gevoerd. De informatie die<br />

wordt verzameld, dient als input voor<br />

de beleidsvoorbereiding (strategische<br />

planning).<br />

Bij de werking van de advies- en<br />

beheersorganen wordt rekening<br />

gehouden met potentiële<br />

belangenconflicten.<br />

De externe belanghebbenden zijn in<br />

kaart gebracht en idealiter gerangschikt<br />

volgens<br />

- hun impact (op de kernactiviteiten,<br />

macht);<br />

- hun belang in de activiteiten van de<br />

organisatie.<br />

Bij aanvang van de dialoog deelt<br />

de organisatie duidelijk mee wat de<br />

doelstellingen en de verwachtingen zijn<br />

van de dialoog.<br />

Er is een duidelijke code (eventueel<br />

als onderdeel van de deontologische<br />

code) die bepaalt hoe in dialoog wordt<br />

getreden met belanghebbenden en die<br />

de grenzen omschrijft van de dialoog en<br />

van het gedrag van de betrokkenen. De<br />

code waakt erover dat er geen sprake<br />

kan zijn van discriminatie en omschrijft<br />

duidelijk hoe de relatie tussen de beide<br />

partijen dient te verlopen.<br />

Gepeild wordt naar de verwachtingen/<br />

behoeften van de externe<br />

belanghebbenden. De organisatie<br />

bepaalt welke dialoogtechniek het<br />

meest geschikt is om die verwachtingen<br />

te identificeren (bv. focusgroepen,<br />

schriftelijke bevraging, open<br />

vergaderingen, overlegplatformen).<br />

Als de verwachtingen/behoeften zijn<br />

ingeschat, wordt de bekomen informatie<br />

geïntegreerd in de omgevingsanalyse<br />

ter voorbereiding van het beleid.<br />

Detectiesystemen om de ernst, aard<br />

en grootte van potentiële<br />

belangenconflicten te identificeren<br />

en aan alle betrokken partijen<br />

bekend te maken, zijn aanwezig.


SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

Transparantie en<br />

terugkoppeling<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

De organisatie informeert op een<br />

transparante en eerlijke wijze over haar<br />

doelstellingen en activiteiten.<br />

Evaluatie en bijsturing Binnen de organisatie wordt het<br />

belanghebbendenmanagement op<br />

regelmatige basis geëvalueerd en<br />

bijgestuurd.<br />

2.3 Relevante documenten<br />

Om de kans op potentiële<br />

belangenconflicten te minimaliseren,<br />

zijn de nodige <strong>controle</strong>punten<br />

ingebouwd.<br />

Als de langetermijn-doelstellingen<br />

zijn vastgelegd (primaat van de<br />

politiek), informeert de organisatie de<br />

belanghebbenden over wat zij met<br />

de resultaten van de dialoog heeft<br />

gedaan.<br />

Rapportering en dialoog/overleg<br />

over de geboekte resultaten met de<br />

externe belanghebbenden vinden<br />

op regelmatige basis plaats. De input<br />

van de belanghebbenden wordt<br />

geïntegreerd in de beleidsevaluatie.<br />

Belanghebbendenmanagement<br />

De organisatie voert een expliciet<br />

klachtenmanagement & klantenbeleid<br />

en communiceert hierover op een<br />

duidelijke manier.<br />

Als een evaluatie plaats vindt, dient zij<br />

minstens een antwoord te geven op de<br />

volgende vragen:<br />

- zijn de belanghebbenden en hun<br />

verwachtingen nog actueel?<br />

- hoe worden de verwachtingen<br />

ingeschat?<br />

- hoe verloopt de dialoog en voldoet<br />

dit nog aan de verwachtingen?<br />

- welke informatie wordt binnen<br />

de organisatie opgevolgd en ter<br />

beschikking gesteld van de externe<br />

belanghebbenden?<br />

- wat is de kwaliteit van de rapportering<br />

en voldoet zij aan de verwachtingen<br />

van de belanghebbenden?<br />

na de evaluatie vindt een eventuele<br />

bijsturing plaats van het proces van<br />

belanghebbendenmanagement.<br />

Brochure ‘Stakeholder Management: een bedrijfsgerichte verkenning’, uitgegeven door het Ministerie van de<br />

Vlaamse Gemeenschap, administratie Werkgelegenheid.<br />

Van den Berghe, L., Baeten, X., en Somers, L., Stakeholder Management: een bedrijfsgerichte verkenning, Trivisi,<br />

Brussel, juni 2002, 32 p.<br />

31


32<br />

INTEGRITEIT<br />

ACT<br />

PLAN<br />

DO<br />

CHECK<br />

HRM<br />

FIM<br />

EFFECTIVITEIT<br />

Belanghebbendenmanagement<br />

Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />

ORG<br />

CUL<br />

ICO<br />

Monitoringsystemen<br />

EFFICIENTIE<br />

FAM<br />

ICT<br />

Veranderingsmanagement<br />

KWALITEIT


3 Monitoring<br />

3.1 Beschrijving<br />

3.1.1 Algemeen<br />

Monitoring is het systematisch en continu verzamelen, analyseren en rapporteren van relevante data om<br />

de behaalde resultaten periodiek te toetsen aan de doelstellingen uitgedrukt in vooropgestelde normen of<br />

verwachte resultaten.<br />

Monitoring stelt een organisatie in staat om de realisatie van de doelstellingen - al dan niet opgenomen in<br />

de beheersovereenkomst, managementovereenkomst of ander planningsdocument - op te volgen. Ook<br />

de opvolging van verbeteracties volgend uit audit- of consultingopdrachten mag niet uit het oog worden<br />

verloren.<br />

De evaluatie van de monitoringgegevens kan leiden tot een bijsturing van de acties.<br />

Het management moet continu opvolgen wat binnen de organisatie gebeurt. Heel wat instrumenten<br />

(zoals EFQM, CAF en Balanced Scorecard) bieden ondersteuning om een integraal en gestructureerd<br />

monitoringsysteem op te zetten.<br />

3.1.2 Meet -en opvolgingssystemen<br />

Meet– en opvolgingssystemen zijn systemen die de prestaties van de organisatie meten en nagaan in welke<br />

mate de vooropgestelde doelstellingen al dan niet werden behaald. Zo nodig worden corrigerende acties<br />

ondernomen om ervoor te zorgen dat de doelstellingen alsnog worden bereikt. Daarom zijn de meet- en<br />

opvolgingssystemen een essentieel onderdeel van de managementcyclus van de <strong>organisatiebeheersing</strong>.<br />

Met het oog op de <strong>organisatiebeheersing</strong> moet er voldoende aandacht worden besteed aan:<br />

u Keuze van het meet- en opvolgingssysteem (‘het juiste meten’ en ‘juist meten’);<br />

u Planning en implementatie van meet– en opvolgingssystemen;<br />

u Rapportering;<br />

u Evaluatie en bijsturing.<br />

3.1.3 Rapportering<br />

Volgens de visienota beheersovereenkomsten dient de managementrapportering te bestaan uit twee<br />

onderdelen:<br />

u Een realisatierapportering geeft aan hoe de organisatie voor de geformuleerde indicatoren heeft<br />

gepresteerd;<br />

u Een toekomst- en actiegerichte rapportering met daarin 1) streefwaarden en verwachtingen voor de<br />

indicatoren als geen actie wordt ondernomen, 2) acties als de streefwaarden niet worden gehaald en 3)<br />

de verwachte effecten in de tijd als de acties worden uitgevoerd.<br />

Het kaderdecreet vraagt een rapportering op basis van kengetallen en indicatoren met minimum:<br />

1. een jaarlijks rapport over de uitvoering van de beheersovereenkomst (voor 31 maart van het volgende<br />

jaar);<br />

2. een eindrapport (minimum 6 maanden voor het einde van de beheersovereenkomst).<br />

Monitoring<br />

33


34<br />

3.1.4 Evaluatie en bijsturing<br />

De organisatie evalueert periodiek de opvolgings- en meetsystemen en de rapportering. Op basis van de<br />

evaluatie stuurt ze bij waar nodig<br />

3.1.5 Toezicht op derden<br />

Een groot deel van de uitvoering van het beleid situeert zich bij instellingen, vzw’s of vennootschappen, die<br />

geheel of gedeeltelijk worden gesubsidieerd of gefinancierd door de Vlaamse overheid.<br />

Als de uitvoering van het beleid in handen is van derden moet de betrokken overheidsorganisatie erop<br />

toezien dat zij het beleid ook uitvoeren zoals afgesproken. Haar toezichtinstrumentarium moet een tijdige<br />

bijsturing toelaten.<br />

3.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t. monitoring<br />

SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

Planning en implementatie De organisatie heeft een duidelijke visie<br />

van meet- en<br />

en doelstellingen omtrent meet- en<br />

opvolgingssystemen opvolgingssystemen.<br />

De organisatie is in staat zowel het<br />

geheel van doelstellingen opgenomen<br />

in het aansturingsinstrument als de<br />

doelstellingen van de verschillende<br />

organisatieonderdelen op een<br />

efficiënte wijze op te volgen en zo<br />

nodig bij te sturen.<br />

25 Goede indicatoren moeten voldoen aan deze eigenschappen (cf. Prof. G. Bouckaert KUL).<br />

De organisatie heeft bepaald welke<br />

informatie nodig is, waarom, voor<br />

wie en wanneer. Zij heeft dit idealiter<br />

neergeschreven in een (informatieprestatie)plan.<br />

Uitgaand van de behoeften<br />

heeft de organisatie een<br />

implementatieplan en -strategie<br />

ontwikkeld die o.a. een<br />

onderbouwde keuze mogelijk<br />

maakt qua te hanteren meet- en<br />

opvolgingssystemen.<br />

De top van de organisatie is<br />

betrokken bij het uitbouwen<br />

van een degelijk meet- en<br />

opvolgingssysteem.<br />

Op de verschillende niveaus binnen<br />

de organisatie werden indicatoren<br />

ontwikkeld, afgeleid uit de kritieke<br />

succesfactoren, die op hun beurt<br />

zijn afgeleid uit de verschillende<br />

doelstellingen van de organisatie.<br />

Deze indicatoren zijn valide (meten<br />

wat ze moeten meten), specifiek en<br />

meetbaar, duidelijk gedefinieerd<br />

en gevarieerd. Hun aantal blijft<br />

beheersbaar25 .<br />

Voor alle indicatoren zijn<br />

streefwaarden en normen of trends<br />

gedefinieerd. De invulling daarvan is<br />

onderbouwd.


SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

Rapportering De meetresultaten worden verwerkt in<br />

rapporten die het mogelijk maken de<br />

werking van de organisatie tijdig bij te<br />

sturen en verantwoording af te leggen.<br />

De verstrekte rapporten geven een<br />

getrouw beeld van de werkelijke<br />

prestaties en bevatten relevante<br />

informatie.<br />

Een organisatie die gebruik maakt<br />

van verschillende meet- en/of<br />

opvolgingssystemen, waakt erover<br />

dat zij op elkaar zijn afgestemd.<br />

Vermeden wordt dat:<br />

· met verschillende<br />

prestatiebeheerssystemen<br />

hetzelfde gemeten wordt;<br />

- een dubbele input van gegevens<br />

plaatsvindt.<br />

De input van gegevens verloopt bij<br />

voorkeur geautomatiseerd.<br />

Als binnen de organisatie audits of<br />

consultancy opdrachten werden<br />

uitgevoerd, zorgt de organisatie<br />

ervoor dat de aanbevelingen<br />

stelselmatig worden opgevolgd.<br />

De organisatie heeft bepaald<br />

aan welke <strong>interne</strong> en externe<br />

doelgroepen en in welke vorm dient<br />

te worden gerapporteerd.<br />

Een managementrapportering is<br />

beschikbaar.<br />

Conform de richtlijnen<br />

inzake beleidsondersteuning<br />

(beleidsevaluatie) rapporteert de<br />

organisatie uit het oogpunt van<br />

haar taakstelling.<br />

In het aansturingsinstrument is<br />

aangegeven wanneer en onder<br />

welke vorm de organisatie dient te<br />

rapporteren.<br />

Binnen de organisatie zijn<br />

overlegmomenten aanwezig om de<br />

rapporten te bespreken.<br />

Informatie over de geleverde<br />

prestaties vloeit terug naar de<br />

verschillende betrokkenen in de<br />

organisatie.<br />

Binnen de organisatie zijn<br />

handleidingen en procedures<br />

aanwezig om informatie te<br />

registreren en erover te rapporteren.<br />

Controlepunten (manueel of<br />

geautomatiseerd) zijn in het meeten<br />

rapporteringsproces ingebouwd.<br />

Monitoring<br />

35


36<br />

SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

Evaluatie en bijsturing Op periodieke basis evalueert de<br />

organisatie haar opvolgings- en<br />

meetsystemen en rapportering.<br />

Zij stuurt bij waar nodig.<br />

Sociale <strong>controle</strong> (bv. inzage in<br />

gegevens) is ingevoerd en wordt<br />

gestimuleerd binnen de organisatie.<br />

De organisatie evalueert op<br />

periodieke basis:<br />

- de keuze en invulling<br />

(meetproces) van de<br />

gehanteerde meet- en<br />

opvolgingssystemen;<br />

- de validiteit van de indicatoren.<br />

Binnen de organisatie wordt gepeild<br />

naar de aangepastheid van de<br />

geproduceerde rapporten.<br />

Toezicht op derden Als de organisatie zelf belanghebbende Er is voorzien in regelmatig overleg<br />

is (bv. in geval van financiering of<br />

tussen de organisatie en derden.<br />

subsidiëring), dan waakt zij erover dat de<br />

derde partners de taken correct uitvoeren<br />

Afspraken zijn geformaliseerd.<br />

conform de organisatiedoelstellingen. Principes van resultaatgericht<br />

De doelstellingen worden opgevolgd en werken (uit het oogpunt van de<br />

eventueel bijgestuurd.<br />

doelstellingen) en verantwoording<br />

worden afgesproken en<br />

geformaliseerd.<br />

3.3 Relevante documenten en websites<br />

Kenniscentrum Strategisch management<br />

http://aps.vlaanderen.be/<br />

Metadatafiches Studiedienst van de Vlaamse regering<br />

http://aps.vlaanderen.be/statistiek/over_cijfers/info.htm<br />

De nodige toezichtsmechanismen<br />

en –instrumenten zijn<br />

geïmplementeerd en worden op<br />

regelmatige basis geëvalueerd.<br />

Visienota beheersovereenkomsten<br />

http://www2.vlaanderen.be/ned/sites/bbb/documenten/organisatie/beheersovereenkomsten-visienota.pdf<br />

Bouckaert, G., van Dooren, W., Sterck, M., Prestaties meten in de Vlaamse overheid: Een verkennende studie.,<br />

Steunpunt Beleidsrelevant Onderzoek Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen, Leuven, 2003, 115 p.<br />

Bouckaert, G, Auwers, T., Prestaties meten in de overheid, Instituut voor de overheid, die Keure, Leuven, 1999,<br />

205 p., ISBn-109057512815.


Monitoring<br />

37


38<br />

INTEGRITEIT<br />

ACT<br />

PLAN<br />

DO<br />

CHECK<br />

HRM<br />

FIM<br />

EFFECTIVITEIT<br />

Belanghebbendenmanagement<br />

Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />

ORG<br />

CUL<br />

ICO<br />

Monitoringsystemen<br />

EFFICIENTIE<br />

FAM<br />

ICT<br />

Veranderingsmanagement<br />

KWALITEIT


4. Organisatiestructuur<br />

4.1 Beschrijving<br />

4.1.1 Algemeen<br />

Een organisatiestructuur omvat:<br />

u de indeling van de te verrichten werkzaamheden (zowel betreffende constant beleid als nieuwe<br />

projecten) in functies en taken van personen, werkgroepen of entiteiten;<br />

u de vastlegging van hun bevoegdheden en onderlinge betrekkingen bij de uitvoering van de<br />

werkzaamheden;<br />

u de daarbij gebruikte communicatiekanalen ten behoeve van de coördinatie van het geheel.<br />

De organisatiestructuur is een cruciale factor om de doelstellingen te bereiken en de organisatie te<br />

beheersen. De structuur van een organisatie zorgt voor <strong>interne</strong> samenhang tussen de verschillende<br />

onderdelen. Ook moet de structuur zijn afgestemd op de eigenheid van de organisatie (omvang, omgeving,<br />

cultuur, complexiteit van de activiteiten, beschikbare middelen, enz.).<br />

Een organisatie kan een aantal doelstellingen realiseren via projectwerking. Het is van belang dat deze<br />

werkwijze structureel wordt ondersteund en een eigen plaats krijgt in de organisatie.<br />

De structuur van een organisatie wordt schematisch weergegeven in een organigram. In de praktijk wijkt de<br />

werkelijke (informele) structuur van de organisatie soms af van wat het organigram formeel weergeeft. Een<br />

correct beeld van de organisatie wordt pas verkregen als zowel het formele als het informele aspect van de<br />

organisatiestructuur gekend is.<br />

4.1.2 Planning en opzet van de organisatiestructuur<br />

Organisatie-indeling is het proces waarbij de organisatie wordt opgesplitst in logische eenheden (bv.<br />

functionele indeling, product- of dienstindeling, geografische indeling, doelgroepindeling, …) uit het<br />

oogpunt van de doelstellingen, waarbij taken worden toegewezen aan individuele medewerkers en de<br />

leidinggevende niveaus worden afgebakend (lijnorganisatie met staffuncties en ondersteunende functies).<br />

Die bevoegdheidsverdeling wordt vastgelegd in delegatiebesluiten. De organisatie moet tegelijk instaan voor<br />

een goede coördinatie26 , met een degelijke organisatie van de besluitvorming en met daarop afgestemde<br />

informatiestromen.<br />

De coördinatie kan op verschillende wijzen verlopen:<br />

u via overleg (bv. stafvergadering, werkgroep);<br />

u via direct toezicht;<br />

u via standaardisatie van input, output, waarden of processen (bv. aantal afgeleverde vergunningen,<br />

aantal goedgekeurde studietoelagen).<br />

4.1.3 Duidelijkheid en flexibiliteit van de structuur<br />

De structuur van de organisatie dient voor iedereen in de organisatie duidelijk en transparant te zijn.<br />

Bovendien moet de organisatiestructuur op regelmatige basis en afhankelijk van <strong>interne</strong> of externe<br />

wijzigingen in vraag worden gesteld en geoptimaliseerd.<br />

4.1.4 Projectmanagement<br />

Projectmanagement kan binnen een organisatie dermate belangrijk zijn dat het formeel deel uitmaakt van<br />

de structuur van een organisatie. Projectmanagement is ook nuttig om nieuwe activiteiten op te starten die<br />

nog niet in de organisatiestructuur zijn ingebed.<br />

26 Coördinatie is het integreren van doelstellingen en activiteiten van afzonderlijke entiteiten binnen de organisatie om de doelstellingen van de<br />

organisatie effectief te realiseren.<br />

Organisatiestructuur<br />

39


40<br />

Projectmanagement doorloopt vijf fasen:<br />

u voorbereidings- of initialisatiefase: heeft tot doel de doelstellingen van het project te bepalen;<br />

u planningsfase: moet leiden tot een definitief, goedgekeurd projectplan (reikwijdte, tijd, middelen);<br />

u uitvoeringsfase of implementatiefase: de concrete uitvoering van het project;<br />

u <strong>controle</strong>fase: volgt de verschillende activiteiten binnen het project op en stuurt bij indien nodig;<br />

u afsluitingsfase: de fase waarin het opgeleverde resultaat wordt aanvaard, het project formeel wordt<br />

afgesloten en lessen worden getrokken naar de toekomst.<br />

nieuwe activiteiten die gestart zijn als een project, kunnen uitgroeien tot een onderdeel van de reguliere<br />

werking van de organisatie en kunnen leiden tot een wijziging in de organisatiestructuur.<br />

4.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t. organisatie-<br />

structuur en projectmanagement<br />

Organisatiestructuur<br />

SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

Planning en opzet van de<br />

organisatiestructuur<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

De keuze van organisatiestructuur is<br />

afgestemd op de doelstellingen van de<br />

organisatie en ondersteunt de realisatie<br />

ervan27 .<br />

De keuze van organisatievorm<br />

steunt op een grondige studie,<br />

rekening houdend met een aantal<br />

criteria, zoals :<br />

- de gewenste kenmerken,<br />

afgeleid uit de<br />

organisatiedoelstellingen;<br />

- de omgeving van de organisatie;<br />

(doelgroepenbenadering,<br />

geografie (havens),…);<br />

- functies/kernactiviteiten/output;<br />

- grootte en complexiteit van de<br />

organisatie;<br />

- de organisatiecultuur;<br />

- de middelen waarover de<br />

organisatie beschikt (bv.<br />

personeel, ICT, …).<br />

De verschillende niveaus (lagen<br />

in de organisatie) hebben elk hun<br />

meerwaarde en de organisatie<br />

heeft de verwachte output van<br />

elk niveau bepaald.<br />

Functie- en taakbeschrijvingen<br />

worden opgesteld en<br />

geven duidelijk aan wat de<br />

verantwoordelijkheden van<br />

iedereen zijn. Daarin wordt ook<br />

aandacht besteed aan waarden<br />

en integriteit.<br />

27 Zie ook principe 2 van de managementcode: ‘Processen, functies en competenties zijn afgestemd op de opdracht van de entiteit’.


SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

Duidelijkheid en flexibiliteit<br />

van de structuur<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

De nodige coördinatiemechanismen<br />

zijn ingebouwd, zodat beslissingen van<br />

verschillende organisatieonderdelen op<br />

elkaar worden afgestemd. Op die manier<br />

kan de realisatie van de doelstellingen<br />

worden opgevolgd en is tijdige bijsturing<br />

mogelijk.<br />

De structuur van de organisatie is voor<br />

iedereen in de organisatie duidelijk en<br />

transparant.<br />

nieuwe prioriteiten (nieuwe<br />

initiatieven) kunnen projectmatig<br />

worden uitgewerkt. In dat geval<br />

wordt projectmanagement<br />

toegepast (cf. infra).<br />

De behoeften van de organisatie<br />

inzake coördinatie zijn ingeschat.<br />

In verhouding tot de beschikbare<br />

middelen worden de juiste en meest<br />

efficiënte coördinatiemechanismen<br />

gekozen.<br />

De organisatiestructuur bevat<br />

functies die waken over de<br />

afstemming van de verschillende<br />

onderdelen en het blijvend gericht<br />

zijn op de organisatiedoelstellingen.<br />

De span of control28 wordt op<br />

regelmatige basis geëvalueerd en<br />

blijft beheersbaar.<br />

Organigrammen van de volledige<br />

organisatie en van de verschillende<br />

deelentiteiten zijn aanwezig. Zij<br />

werden gecommuniceerd aan alle<br />

personeelsleden.<br />

Elk organigram maakt desgevallend<br />

een onderscheid tussen dagelijkse<br />

werking en projectwerking.<br />

De organisatiestructuur maakt<br />

een kwaliteitsaanpak binnen de<br />

organisatie mogelijk.<br />

Elk organigram moet zo zijn<br />

opgesteld dat de gezagslijnen van<br />

het hoogste niveau naar het laagste<br />

duidelijk zijn. Dat houdt in dat voor<br />

de organisatieleden duidelijk is aan<br />

wie ze kunnen delegeren, wie aan<br />

hen kan delegeren en aan wie ze<br />

verantwoording zijn verschuldigd.<br />

Ook moet voor de leden duidelijk<br />

zijn bij wie ze terecht kunnen met<br />

vragen, problemen, dilemma’s of<br />

integriteitsschendingen.<br />

Bij het vastleggen van de bevoegdheden<br />

en verantwoordelijkheden<br />

wordt het principe gewaarborgd<br />

dat geen enkele functie/persoon<br />

de volle verantwoordelijkheid<br />

28 De ‘span of control’ heeft betrekking op het aantal personeelsleden waarover iemand leiding en <strong>controle</strong>bevoegdheid heeft. De ideale<br />

‘span of control’ bestaat niet; factoren als omgeving, prestaties en capaciteiten van managers en medewerkers spelen immers een zeer<br />

belangrijke rol.<br />

Organisatiestructuur<br />

41


42<br />

SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

Projectmanagement<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

De organisatiestructuur wordt op<br />

regelmatige basis en/of afhankelijk van<br />

<strong>interne</strong> of externe wijzigingen in vraag<br />

gesteld.<br />

De structuur wordt naar aanleiding<br />

van een herziening zo nodig<br />

geoptimaliseerd.<br />

en <strong>controle</strong> heeft over een<br />

volledig proces en/of middelen<br />

(=functiescheiding).<br />

Bevoegdheden en taken worden<br />

gedelegeerd29 in relatie tot de<br />

toegewezen verantwoordelijkheden<br />

en zijn schriftelijk vastgelegd,<br />

bekrachtigd en gecommuniceerd.<br />

De evaluatielijnen van het personeel<br />

zijn afgestemd op de gezagslijnen.<br />

In geval van wijzigingen in de<br />

kernprocessen of in de omgeving<br />

wordt de adequaatheid<br />

van de structuur (incl. rollen,<br />

verantwoordelijkheden en<br />

bevoegdheden) opnieuw<br />

geëvalueerd.<br />

De werklast van de verschillende<br />

‘entiteiten’ wordt op geregelde<br />

tijdstippen opgevolgd en<br />

geëvalueerd. In het geval van<br />

over- of onderbelasting worden de<br />

gepaste maatregelen genomen.<br />

Als wijzigingen noodzakelijk zijn,<br />

wordt een actieplan opgesteld<br />

om de overgang van de huidige<br />

structuur naar de nieuwe structuur<br />

te realiseren in een realistisch<br />

tijdsperspectief en om de wijzigingen<br />

verder op te volgen.<br />

In geval van wijzigingen in<br />

de sleutelposities worden de<br />

organigrammen geactualiseerd.<br />

SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

Projectstandaarden<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

Projecten worden uitgewerkt volgens<br />

een bepaalde projectmanagementmethodologie.<br />

Binnen het project worden<br />

verschillende processen<br />

onderscheiden elk met een eigen<br />

cyclus (scope, doelstelling, budget,<br />

timing).<br />

Als ICT-projecten binnen de<br />

organisatie ontwikkeld of<br />

uitbesteed worden aan derden,<br />

verschillend van de algemene<br />

29 Delegeren kan worden omschreven als de toekenning van formele bevoegdheden en de verantwoording voor de uitvoering van bepaalde<br />

activiteiten aan een ander lid van de organisatie.


SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

Voorbereidingsfase Vooraleer projecten op te starten, is<br />

de nood vanuit de (kern)processen<br />

duidelijk geïdentificeerd, geanalyseerd en<br />

geformaliseerd.<br />

Planningsfase Een planning wordt opgemaakt om<br />

projecten tijdens de uitvoeringsfase te<br />

kunnen opvolgen en bij te sturen.<br />

ICT- dienstverlener, worden minstens<br />

gelijkwaardige methodologieën<br />

gebruikt of aan deze dienstverlener<br />

opgelegd.<br />

De organisatiebehoeften inzake<br />

op te starten projecten zijn<br />

neergeschreven.<br />

Vereisten waaraan het eindprodukt<br />

moet voldoen, zijn gedetailleerd<br />

uitgeschreven.<br />

Projecten worden geselecteerd<br />

aan de hand van bepaalde criteria.<br />

Voorbeelden van selectiecriteria zijn<br />

- organisatiebehoefte;<br />

- mate waarin project past binnen<br />

organisatiedoelstellingen;<br />

- budgetraming versus beschikbare<br />

middelen;<br />

- wettelijke vereisten.<br />

Betrokken partijen zijn<br />

geïdentificeerd en<br />

verantwoordelijkheden en<br />

bevoegdheden zijn vastgelegd.<br />

Een projectmanager is geselecteerd<br />

volgens bepaalde criteria (ervaring,<br />

kennis, achtergrond, graad van<br />

beschikbaarheid).<br />

Een initiële budgetinschatting wordt<br />

opgemaakt en start- en einddatum<br />

worden vastgelegd.<br />

Hinderpalen, beperkingen en initiële<br />

risico’s worden opgelijst.<br />

Een projectcharter is aanwezig en<br />

ondertekend door de verschillende<br />

betrokkenen.<br />

Procedures inzake wijzigingsbeheer<br />

van het projectcharter zijn<br />

aanwezig.<br />

Een geformaliseerd en<br />

goedgekeurd projectplan is<br />

aanwezig.<br />

Voorbeeld van een projectplan<br />

Idealiter bestaat een projectplan uit<br />

de volgende onderdelen:<br />

Organisatiestructuur<br />

43


44<br />

SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

Implementatiefase Het project wordt uitgevoerd volgens<br />

het projectplan en wordt zorgvuldig<br />

gedocumenteerd. Er wordt tijdig en<br />

correct over gecommuniceerd.<br />

Controlefase Tijdens de uitvoering van het project<br />

worden prestaties, timing en budget<br />

nauwgezet opgevolgd en vergeleken<br />

met wat werd vooropgesteld in het<br />

projectplan. Er wordt zo nodig<br />

bijgestuurd.<br />

- Een tijdspad/mijlpalenplan;<br />

- Organisatorisch luik:<br />

. een gedetailleerde<br />

opsomming van rollen en<br />

verantwoordelijkheden van alle<br />

deelnemers;<br />

. een organigram van het<br />

project;<br />

. opsomming van benodigde<br />

profielen en competenties.<br />

- Een communicatief luik:<br />

. procedures inzake het<br />

inzamelen en verspreiden van<br />

informatie over het project en<br />

de voortgang.<br />

- Een kwaliteitsluik:<br />

. opsomming van kwaliteitsstandaarden<br />

waaraan het<br />

eindprodukt moet voldoen.<br />

- Risicomanagement:<br />

. opsomming van mogelijke<br />

risico’s en de wijze waarop<br />

hiermee zal worden<br />

omgesprongen.<br />

Procedures om het projectplan te<br />

wijzigen en incidenten te melden,<br />

liggen vast en worden toegepast.<br />

Gesprekken, beslissingen<br />

worden gedocumenteerd en<br />

communicatiedoorstroming binnen<br />

het project vindt plaats.<br />

In geval van aankopen/<br />

aanbestedingen wordt<br />

de regelgeving rond<br />

overheidsopdrachten gevolgd<br />

en consequent toegepast. De te<br />

hanteren werkwijzen zijn duidelijk<br />

bepaald en houden rekening<br />

met mogelijke subjectiviteit,<br />

belangenvermenging, enz.<br />

In geval van uitbesteding zijn SLA’s<br />

opgesteld.<br />

Budgetverbruik wordt gedetailleerd<br />

opgevolgd.<br />

Prestaties geleverd door derden<br />

worden grondig ge<strong>controle</strong>erd,<br />

geanalyseerd en afgetekend.


SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

Afsluitingsfase Het afgeleverde eindproduct wordt<br />

formeel aanvaard.<br />

4.3 Relevante documenten<br />

Een capaciteitsopvolgingssysteem<br />

(bv. tijdsregistratie) voor het project<br />

is aanwezig.<br />

Tussentijdse resultaten worden<br />

vergeleken met de vooropgestelde<br />

kwaliteitsnormen.<br />

De organisatie bepaalt vooraf<br />

de acceptatiecriteria en het<br />

eindproduct wordt afgetoetst aan<br />

die criteria.<br />

Het project wordt formeel afgesloten. Eventuele contracten worden<br />

formeel afgesloten.<br />

Aanwezigheid van<br />

projectdocumentatie en<br />

archivering.<br />

Het project wordt in zijn totaliteit<br />

geëvalueerd en er worden lessen<br />

getrokken voor de toekomst.<br />

Henry Mintzberg, Organisatiestructuren, Academic Service, Schoonhoven, 1994, 329 p., ISBn-9052610509.<br />

James A.F. Stoner & R.E Freeman, Management, Prentice-hall International, London, 1992, 795 p., ISBn-<br />

9052610835.<br />

Sebastian Desmidt en Aimé Heene, Strategie en organisatie van publieke organisaties, Lannoocampus,<br />

Leuven, 2005, 312 p., ISBn-9020961136.<br />

Organisatiestructuur<br />

45


46<br />

INTEGRITEIT<br />

ACT<br />

PLAN<br />

DO<br />

CHECK<br />

HRM<br />

FIM<br />

EFFECTIVITEIT<br />

Belanghebbendenmanagement<br />

Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />

ORG<br />

CUL<br />

ICO<br />

Monitoringsystemen<br />

EFFICIENTIE<br />

FAM<br />

ICT<br />

Veranderingsmanagement<br />

KWALITEIT


5. Human Resources Management (HRM)<br />

5.1 Beschrijving<br />

5.1.1 Algemeen<br />

HRM is erop gericht om de benodigde competenties te (ver)werven, te behouden en te ontwikkelen en op<br />

een geïntegreerde, pro-actieve wijze het werkgedrag, en de prestaties van mensen zodanig te beïnvloeden<br />

dat een hoge en constante toegevoegde waarde wordt gecreëerd, gebaseerd op de persoonlijke inzet van<br />

alle medewerkers, binnen een gegeven omgeving en rekening houdend met de finaliteit en strategie van de<br />

organisatie30 .<br />

5.1.2 HRM principes<br />

Het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van het overheidsoptreden vergt menskracht. Het<br />

overheidspersoneel zet de beleidskeuzes om in de praktijk. Het menselijk kapitaal is wellicht het belangrijkste<br />

“productie”middel waarover een publieke werkgever beschikt om de doelstellingen te realiseren. Het<br />

volstaat daarbij niet om adequate en transparante structuren te hebben. Ze moeten ook goed ingevuld<br />

worden. Er moeten voldoende mensen aanwezig zijn met passende competenties (“de juiste persoon op de<br />

juiste plaats”). In een moderne benadering van personeelsmanagement wordt beklemtoond dat de mens<br />

een strategische factor vormt in de organisatie.<br />

Een performant HR-overheidsbeleid draagt actief bij tot het bereiken van de organisatiedoelstellingen.<br />

Hierbij wordt uitgegaan van de HRM-cyclus: HR-planning, werving en selectie, oriëntatie en affectatie,<br />

loopbaanontwikkeling, VTO (vorming, training en opleiding), evaluatie, beloning en beëindiging.<br />

Het management kan zijn personeelsbeleid vrij invullen en eigen accenten leggen voor zover de<br />

regelgeving gerespecteerd wordt (Grondwet, APKB, kaderdecreet, generieke delegatiebesluiten, statuut31 ,<br />

omzendbrieven, syndicaal statuut, enz) en mits de principes van de managementcode32 gerespecteerd<br />

worden. Die managementcode bevat twaalf principes waarmee de Vlaamse regering het topmanagement<br />

wil aansturen op het vlak van personeel en organisatie. De managementcode is niet juridisch afdwingbaar,<br />

maar het management moet verantwoording afleggen aan de Vlaamse regering over het gevoerde<br />

personeelsbeleid.<br />

De principes van de managementcode en de ermee samenhangende afspraken en<br />

rapporteringsverplichtingen worden opgenomen in de beheersovereenkomst, de managementovereenkomst<br />

of een ander planningsdocument.<br />

5.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t. HRM<br />

SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

HRM beleid De strategische en operationele<br />

In het strategisch en operationeel<br />

doelstellingen van het beleidsdomein en plan van de organisatie wordt<br />

de entiteit zijn doorvertaald naar eigen een antwoord geboden op de<br />

beleidskeuzes op het vlak van HRM en belangrijkste uitdagingen en risico’s<br />

passen binnen het globale kader van de m.b.t. HRM waarmee de organisatie<br />

Vlaamse overheid, en dit wordt als geheel wordt geconfronteerd.<br />

helder gecommuniceerd (principe 1 van<br />

managementcode P&O).<br />

30 Gebaseerd op de definitie van Dirk Buyens, Vlerick school.<br />

31 Een overzicht van de geldende regelgeving op het vlak van personeelszaken van alle departementen, agentschappen en<br />

strategische adviesraden is terug te vinden op http://personeel.vlaanderen.be/statuten/vademecum_dvo/index.htm.<br />

32 http://www2.vlaanderen.be/personeelsbeleid/bijlagen/managementcode/VR/managementcode_versie_1_juli_2005.doc.<br />

Human Resources Management<br />

47


48<br />

SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

HRM instrumenten Processen, functies en competenties<br />

zijn afgestemd op de opdracht<br />

van de organisatie (principe 2 van<br />

managementcode P&O, exclusief<br />

structuur en taken).<br />

Het HRM beleid van de organisatie is<br />

afgestemd op het gevoerde beleid<br />

van het beleidsdomein en kadert<br />

binnen de visie van de Vlaamse<br />

overheid.<br />

Het HRM beleid schenkt<br />

ook voldoende aandacht<br />

aan waardenomschrijving/<br />

waardenverduidelijking en aan<br />

het ontwikkelen van integriteit<br />

in het handelen (omgaan met<br />

dilemma’s,…).<br />

Informatie-initiatieven worden<br />

genomen om het HRM beleid toe te<br />

lichten aan de personeelsleden.<br />

Binnen de organisatie is voldoende<br />

professionele strategische en<br />

operationele HR-capaciteit<br />

(menskracht en competenties)<br />

voorzien.<br />

De organisatie garandeert een<br />

kwaliteitsvolle dienstverlening voor<br />

de <strong>interne</strong> klanten (bv. op het vlak<br />

van HR, facility,...).<br />

De organisatie beschikt over een<br />

actueel en intern gevalideerd<br />

procesplan en personeelsplan, via<br />

degelijke methodieken tot stand<br />

gekomen en via de wettelijke<br />

procedures, waarin de belangrijkste<br />

processen en de onderlinge<br />

samenhang tussen processen en<br />

personeelsplan helder uiteengezet<br />

worden.<br />

De organisatie rapporteert<br />

periodiek aan de minister bevoegd<br />

voor bestuurszaken m.b.t. de<br />

personeelseffectieven.<br />

Op basis van het personeelsplan zijn<br />

de competenties die nodig zijn voor<br />

het bereiken van de doelstellingen<br />

in kaart gebracht en er wordt<br />

opgevolgd of deze competenties in<br />

de organisatie aanwezig zijn:<br />

· De competenties zijn gedefinieerd<br />

en geïllustreerd met<br />

meetbare indicatoren.<br />

· De verschillende niveaus<br />

van complexiteit binnen de<br />

competenties zijn aangegeven.


SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

De personeelsuitgaven blijven binnen het<br />

afgesproken budget33 (principe 3 van<br />

managementcode P&O).<br />

· De kritische kennis en competenties<br />

zijn permanent geïdentificeerd,<br />

zijn verworven en de<br />

nodige maatregelen worden<br />

genomen om het behoud van<br />

deze kennis en competenties<br />

binnen de organisatie te<br />

garanderen.<br />

· Er zijn competentieprofielen<br />

opgemaakt op basis van het<br />

competentiewoordenboek voor<br />

de Vlaamse overheid.<br />

Binnen de organisatie is een<br />

vormingsplan uitgewerkt dat<br />

tot doel heeft de kloof tussen<br />

de aanwezige en gewenste<br />

competenties te dichten.<br />

Voor nieuwe personeelsleden is een<br />

introductietraject voorzien dat hen<br />

bekend maakt met de functie,<br />

de organisatie, de waarden en<br />

normen, alsook met de integriteitsvereisten<br />

van de functie en de<br />

wijze waarop kan omgegaan worden<br />

met problemen, dilemma’s,<br />

integriteitsschendingen, … .<br />

Deze informatie wordt ook na<br />

de introductie regelmatig terug<br />

opgefrist. Tijdens werkoverleg en<br />

in functionerings- en evaluatiegesprekken<br />

wordt ook systematisch<br />

aandacht geschonken aan deze<br />

informatie en aan de wijze waarop<br />

het personeelslid omgaat met<br />

integriteitsproblemen.<br />

Het personeelsplan wordt tijdig<br />

aangepast en geactualiseerd en<br />

houdt rekening met de uitstroom<br />

van competenties (ontslag,<br />

pensionering).<br />

Er is een beleid inzake ziekteverzuim.<br />

Er is waakzaamheid voor kennisconcentraties<br />

en het installeren<br />

van de nodige back-up (tijdelijke<br />

afwezigheid of definitief vertrek).<br />

Het personeelsbudget is gebaseerd<br />

op het personeelsplan, het personeelsbestand<br />

en het vormingsplan.<br />

33 Artikel 180 Grondwet bepaalt dat het Rekenhof er over waakt dat er geen overschrijding van de budgetten is (in het algemeen en niet enkel<br />

personeelsbudgetten).<br />

Human Resources Management<br />

49


50<br />

SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

De personeelsleden krijgen voldoende<br />

kansen om door te groeien naar andere<br />

functies en om hun inzetbaarheid te<br />

verruimen (principe 5A van managementcode<br />

P&O). De personeelsleden<br />

die inspanningen leveren om hun inzetbaarheid<br />

te verruimen krijgen voldoende<br />

kansen om gedurende hun loopbaan<br />

zinvol ingezet te worden (principe 5B<br />

van managementcode P&O).<br />

De invulling van <strong>interne</strong> en externe<br />

vacatures verloopt op een integere,<br />

transparante en professionele wijze, op<br />

basis van een zorgvuldige afweging<br />

van individuele competenties t.o.v. een<br />

vooropgesteld functieprofiel en rekening<br />

houdend met het doelgroepenbeleid<br />

van de Vlaamse regering (principe 6 van<br />

managementcode P&O).<br />

De organisatie volgt de personeelsuitgaven<br />

gedetailleerd op.<br />

Onkostenstaten omvatten de<br />

nodige bewijsstukken en worden<br />

ge<strong>controle</strong>erd op de echtheid van<br />

de prestaties, het bedrag en de<br />

relatie tot het werk.<br />

De organisatie heeft een beleid<br />

uitgewerkt om de inzetbaarheid<br />

en doorstroming van de<br />

personeelsleden te bevorderen:<br />

· Personeelsleden worden<br />

geholpen bij hun loopbaankeuze<br />

en (eventuele) heroriëntering<br />

en krijgen de kans om zich<br />

te ontwikkelen binnen een<br />

toekomstig loopbaanperspectief.<br />

· Het management voert<br />

een beleid dat gericht is<br />

op het maximaliseren van<br />

de inzetbaarheid van alle<br />

personeelsleden binnen de<br />

organisatie.<br />

· Via de <strong>interne</strong> arbeidsmarkt<br />

rekruteert de organisatie nieuwe<br />

medewerkers en laat eigen<br />

medewerkers doorstromen naar<br />

andere entiteiten.<br />

Er wordt geïnvesteerd in<br />

de personeelsleden door<br />

vormingsmogelijkheden te<br />

stimuleren:<br />

· Opleidingsbehoeften van<br />

personeelsleden worden<br />

geïnventariseerd en op een<br />

objectieve wijze beoordeeld.<br />

· De opleidingen dienen maximaal<br />

te worden gekaderd in het<br />

vormingsplan van de organisatie<br />

dat tot doel heeft de kloof tussen<br />

de aanwezige en de gewenste<br />

competenties te dichten.<br />

De organisatie beschikt over een<br />

aanwervingsplan dat is opgesteld<br />

aan de hand van de vergelijking<br />

tussen het personeelsplan en het<br />

personeelsbestand.<br />

Bij een aanwerving wordt de<br />

wervingsprocedure vooraf aan<br />

(alle) potentiële kandidaten


SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

De invulling van <strong>interne</strong> en externe<br />

vacatures verloopt op een<br />

wettelijke wijze.<br />

Medewerkers presteren volgens de<br />

vooropgestelde verwachtingen en<br />

kunnen zich ook binnen hun functie<br />

verder ontwikkelen (principe 7 van<br />

managementcode P&O).<br />

gecommuniceerd en ook zo<br />

toegepast in de praktijk.<br />

De kandidaten worden<br />

geselecteerd op basis van een<br />

objectieve selectieprocedure en<br />

van vooraf bepaalde objectieve<br />

criteria die afgeleid zijn van<br />

de functiebeschrijving, de vier<br />

waardegebonden competenties34 van de Vlaamse overheid en het<br />

doelgroepenbeleid van de Vlaamse<br />

Regering. Hierbij wordt voldoende<br />

aandacht geschonken aan de<br />

waarden van de organisatie en de<br />

integriteitsvereisten van de functie.<br />

Aanwervingen gebeuren in de<br />

mate van het mogelijke pro-actief<br />

zodat voldoende tijd rest voor<br />

overdracht van kennis tussen<br />

het nieuw aangeworven en het<br />

uittredend personeelslid.<br />

Alle medewerkers die in dienst<br />

worden genomen voldoen aan de<br />

algemene en specifieke toelatingsen<br />

aanwervingsvoorwaarden (bv.<br />

qua diploma, ervaring, …).<br />

De wijze van invulling van de<br />

personeelsbehoeften voldoet aan<br />

de geldende rechtsregels, in het<br />

bijzonder het APKB en het statuut.<br />

Er bestaat een objectief systeem om<br />

personeelsleden te evalueren.<br />

Jaarlijks worden in functie van<br />

de operationele doelstellingen<br />

in overleg met elk personeelslid<br />

individuele doelstellingen opgesteld.<br />

De individuele doelstellingen<br />

worden specifiek en meetbaar<br />

geformuleerd met vermelding van<br />

timing, zijn realistisch, uitdagend<br />

en dienen aanvaard te zijn door<br />

diegene die ze moet uitvoeren.<br />

Deze doelstellingen worden<br />

opgevolgd en op het einde van<br />

het jaar op een objectieve wijze<br />

geëvalueerd.<br />

34 De vier waardegebonden competenties van de Vlaamse overheid zijn voortdurend verbeteren, klantgerichtheid, samenwerken en<br />

betrouwbaarheid.<br />

Human Resources Management<br />

51


52<br />

SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

Medewerkers worden billijk en extern<br />

competitief verloond (principe 9 van<br />

managementcode P&O).<br />

35 De haalbaarheid van deze randvoorwaarde is gekoppeld aan de invoering van een nieuw verloningsbeleid.<br />

36 Onder prestatietoelage wordt management-, staf- en functioneringstoelage begrepen.<br />

Wanneer in het functioneren fouten,<br />

integriteitsschendingen, … worden<br />

geconstateerd, heeft dit gevolgen<br />

(tuchtrecht, sanctieregeling, …).<br />

De te verwachten gevolgen zijn<br />

voor iedereen duidelijk en worden<br />

effectief toegepast.<br />

Het management geeft op<br />

geregelde tijdstippen elk<br />

personeelslid formele en informele<br />

feedback over de manier waarop<br />

de job wordt uitgeoefend en geeft<br />

het personeelslid ruimte om zelf<br />

feedback te geven.<br />

De organisatie meet de efficiëntie<br />

van haar personeelsleden (bv. tijd<br />

per opdracht) en stuurt bij waar<br />

nodig.<br />

Binnen de organisatie worden<br />

initiatieven genomen waardoor de<br />

personeelsleden zich gewaardeerd<br />

voelen voor hun geleverde<br />

prestaties.<br />

De verloning staat in verhouding tot<br />

de functievereisten35 .<br />

De nodige aandacht dient te gaan<br />

naar tijdige, correcte en volledige<br />

doorstroom van informatie die<br />

van belang is voor de betaling<br />

van de salarissen, toelagen<br />

en vergoedingen. De <strong>interne</strong><br />

procedures moeten voldoende<br />

zekerheid bieden dat de informatie<br />

op de juiste plaats terecht komt en<br />

verwerkt raakt.<br />

Kritisch punt in de loonadministratie<br />

is de input in het loonsysteem.<br />

Het risico van gewilde of<br />

ongewilde verkeerde invoer<br />

moet beheerst worden (door<br />

bv. goedkeuringsprocedures,<br />

functiescheidingen, na<strong>controle</strong>s,<br />

steekproefdoorlichtingen,<br />

exceptielijsten, logboeken,<br />

enzovoort).<br />

Prestatietoelagen36 worden<br />

toegekend op basis van objectieve<br />

criteria en zijn op voorhand<br />

gecommuniceerd aan de<br />

personeelsleden.


SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

Evaluatie en bijsturing<br />

van HRM beleid en<br />

instrumenten<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

Het leidinggeven gebeurt op alle<br />

niveaus op een kwaliteitsvolle manier<br />

(principe 10 van managementcode<br />

P&O).<br />

De personeelsleden kunnen hun werk<br />

goed combineren met hun privésituatie<br />

(principe 11 van managementcode<br />

P&O).<br />

Binnen de organisatie worden het HRM<br />

beleid en de HRM instrumenten<br />

regelmatig geëvalueerd en bijgestuurd.<br />

De leidinggevenden krijgen<br />

regelmatig feedback over hun<br />

manier van leiding geven (bv.<br />

via bottom-up evaluatie, 360°<br />

feedback, enz.).<br />

Binnen de organisatie<br />

worden via aangepaste<br />

managementontwikkelingsprogramma’s,<br />

netwerking,<br />

coaching en andere initiatieven de<br />

leidinggevende capaciteiten van<br />

de leidinggevenden ontwikkeld.<br />

De continuïteit in de leidinggevende<br />

posities is gewaarborgd:<br />

personeelsmutaties in sleutelfuncties<br />

worden zo snel mogelijk ingevuld.<br />

De behoeften en knelpunten m.b.t.<br />

de combinatie werk/privé bij de<br />

personeelsleden worden geregeld<br />

geïnventariseerd.<br />

Er bestaan maatregelen om aan de<br />

geïnventariseerde behoeften inzake<br />

thuiswerk te voldoen zonder de<br />

continuïteit van de dienstverlening<br />

in het gedrang te brengen. De<br />

respons op deze maatregelen wordt<br />

opgevolgd en kan eventueel leiden<br />

tot bijsturingen.<br />

De HRM doelstellingen worden<br />

formeel opgevolgd, geëvalueerd<br />

en bijgestuurd indien nodig.<br />

De processen worden regelmatig<br />

kritisch doorgelicht en in functie<br />

van de bijsturingen gebeurt een<br />

systematische aanpassing van het<br />

personeelsplan.<br />

De efficiënte inzet van<br />

capaciteit wordt opgevolgd<br />

(capaciteitsopvolgingssystemen<br />

en opvolging performantie van<br />

medewerkers).<br />

Regelmatige evaluatie en<br />

eventuele bijsturing van :<br />

- het personeelsbeheerssyteem<br />

- het vormingsbeleid<br />

- het wervingsbeleid<br />

Human Resources Management<br />

53


54<br />

SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

5.3 Relevante documenten en websites<br />

- het evaluatiesysteem<br />

- het verloningsbeleid<br />

- kwaliteitsvol leidinggeven<br />

- afstemming combinatie werk/<br />

privé.<br />

Op het vlak van HRM is er een<br />

expliciete kwaliteitsaanpak, bv.<br />

Investors In People (IiP)-standaard.<br />

Meerdere topics m.b.t. personeelsbeleid binnen de Vlaamse Gemeenschap zijn terug te vinden op volgende<br />

site : http://www2.vlaanderen.be/personeelsbeleid/ago/index.htm<br />

Het betreft onder meer:<br />

u Beleidsrapporten Personeel & Organisatie<br />

u Bottom Up Evaluatie<br />

u Competentiemanagement<br />

u Exit-onderzoek<br />

u Klantenbevragingen<br />

u Leidinggeven in deeltijd<br />

u Managementcode<br />

u netwerk kwaliteit<br />

u Outplacement<br />

u Personeelsbevraging<br />

u Planning en Evaluatie Topambtenaren<br />

u Prestatie management instrument PLOEG<br />

u Rapportering over kengetallen Personeel & Organisatie<br />

u Startbanen<br />

Vormingsmogelijkheden worden aangeboden op de vormingssite<br />

http://www2.vlaanderen.be/personeelsopleiding/vormingsweb.htm<br />

Competentiemanagement<br />

http://www2.vlaanderen.be/personeelsbeleid/competentiemanagement/info/index.htm<br />

Managementcode<br />

http://www2.vlaanderen.be/ned/sites/bbb/documenten/index.htm#personeelsbeleid<br />

http://www2.vlaanderen.be/ned/sites/bbb/documenten/personeel/managementcode_versie_1_juli_2005.<br />

doc<br />

IiP<br />

http://www2.vlaanderen.be/personeelsbeleid/nk/kwaliteit_1_iip.htm


Human Resources Management<br />

55


56<br />

INTEGRITEIT<br />

ACT<br />

PLAN<br />

DO<br />

CHECK<br />

HRM<br />

FIM<br />

EFFECTIVITEIT<br />

Belanghebbendenmanagement<br />

Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />

ORG<br />

CUL<br />

ICO<br />

Monitoringsystemen<br />

EFFICIENTIE<br />

FAM<br />

ICT<br />

Veranderingsmanagement<br />

KWALITEIT


6. Organisatiecultuur<br />

6.1 Beschrijving<br />

6.1.1 Algemeen<br />

De organisatiecultuur omvat het geheel van waarden en normen, die het concrete gedrag van individuen<br />

en groepen in de organisatie beïnvloeden. De organisatiecultuur bepaalt het gezicht van de organisatie.<br />

Er bestaat een sterke relatie tussen de cultuur van een organisatie en het integriteitsbewustzijn.<br />

Het integriteitsbeleid omvat het identificeren van formele waarden en normen waar de organisatie voor staat<br />

en het geheel van beleidsmaatregelen die gericht zijn op:<br />

u het vergroten van de weerbaarheid van de medewerkers tegen mogelijke aantastingen van de integriteit;<br />

en<br />

u het ondersteunen van de medewerkers in de omgang met moeilijke situaties en integriteitsdilemma’s,<br />

zodat de realisatie van de organisatiedoelstellingen niet in het gedrang wordt gebracht.<br />

6.1.2 Organisatiecultuur<br />

De cultuur van een organisatie is van belang voor de goede werking van de organisatie. Indien de waarden<br />

en normen van de organisatiecultuur gedragen worden door de medewerkers identificeren zij zich met<br />

de organisatie en voelen zij zich betrokken bij de organisatiedoelstellingen. Dit heeft een gunstig effect op<br />

hun motivatie en verbetert de prestaties van de organisatie. De organisatiecultuur is een bepalende factor<br />

voor het welslagen van veranderingen binnen de organisatie. Plannen en structuren werken niet als er geen<br />

mensen met de juiste ingesteldheid achterstaan. Tenslotte heeft de organisatiecultuur ook een directe<br />

invloed op het imago van de organisatie.<br />

Met het oog op de <strong>organisatiebeheersing</strong> is het daarom van belang dat geanalyseerd wordt in welke<br />

mate de organisatiecultuur aansluit bij de doelstellingen van de organisatie. Er moet een duidelijke visie zijn<br />

op de gewenste cultuur. Indien er een cultuurtransformatie nodig is, moet deze doelgericht en planmatig<br />

aangepakt worden. De leidinggevenden van de organisatie vervullen een voorbeeldfunctie in het uitdragen<br />

van de gewenste cultuur.<br />

Een referentiekader dat inhoud geeft aan de gewenste cultuur moet worden uitgewerkt. Dit referentiekader<br />

kan de vorm aannemen van een deontologische code, charter, gedragsrichtlijnen,…<br />

6.1.3 Integriteitsbeleid<br />

Om de weerbaarheid op het vlak van integriteit te vergroten, is het voeren van een breed en gevarieerd<br />

integriteitsbeleid noodzakelijk. Dit is niet nieuw: elke organisatie heeft al diverse regels, procedures, … die elk<br />

een stukje van een integriteitsbeleid invullen. Zaak is echter deze samen te voegen, op elkaar af te stemmen<br />

en waar nodig aan te vullen.<br />

Volgende elementen hebben een impact op de weerbaarheid tegen integriteitsproblemen: onwetendheid,<br />

normbesef, persoonlijke mentaliteit, sociale druk en verleiding.<br />

Een volwaardig integriteitsbeleid werkt rond al deze punten. Bijkomende informatie en aandachtspunten zijn<br />

terug te vinden in de “Handreiking Integriteitsbeleid”.<br />

Organisatiecultuur<br />

57


58<br />

6.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t.<br />

organisatiecultuur<br />

SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

Cultuurbeleid De organisatie beschikt over een visie op<br />

cultuur.<br />

Cultuurversterkende<br />

instrumenten<br />

De organisatie beschikt over een visie op<br />

integriteit.<br />

Binnen de organisatie is de cultuur<br />

geanalyseerd.<br />

Binnen de organisatie is de<br />

integriteitsaanpak geanalyseerd.<br />

Waarden en normen zijn uitgeschreven<br />

en gecommuniceerd aan alle<br />

personeelsleden.<br />

De organisatie beschikt over<br />

een visie op haar gewenste<br />

organisatiecultuur, m.a.w. de<br />

kernwaarden, die de organisatie<br />

moeten ondersteunen in de<br />

realisatie van haar doelstellingen,<br />

zijn bepaald.<br />

De organisatie beschikt over een<br />

visie op een integriteitsbeleid voor<br />

haar eigen organisatie. Integriteit<br />

is een kernwaarde voor de<br />

organisatie.<br />

Binnen de organisatie is, door<br />

middel van een kloofanalyse tussen<br />

de heersende en de gewenste<br />

organisatiecultuur, de eventueel<br />

nodige cultuurtransformatie in kaart<br />

gebracht. Een plan is uitgetekend<br />

om deze cultuurtransformatie te<br />

bewerkstelligen.<br />

De integriteitsborging (risico’s en<br />

maatregelen) wordt compact<br />

gedocumenteerd (cf. principe 8<br />

managementcode P&O).<br />

De organisatie beschikt over een<br />

deontologische code (bijvoorbeeld:<br />

Deontologische code voor de<br />

personeelsleden van de Vlaamse<br />

Administratie (PEBE/DVO/2006/6)).<br />

Binnen de organisatie wordt<br />

gecommuniceerd over hoe<br />

de deontologische code kan<br />

geïntegreerd worden in de<br />

dagelijkse praktijk, bijvoorbeeld:<br />

- een brochure met tips en<br />

aanbevelingen;<br />

- toelichting bij de eedaflegging;<br />

- opfrissessies.<br />

De organisatie beschikt over<br />

codes voor specifieke, kwetsbare<br />

aangelegenheden (bijvoorbeeld:<br />

gedragscode voor bestuurlijke<br />

uitgaven, richtlijnen omtrent geweld,


SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

De waardegebonden competenties<br />

van de Vlaamse overheid<br />

(betrouwbaarheid en integriteit,<br />

klantgerichtheid, samenwerken en<br />

voortdurend verbeteren) worden<br />

binnen de organisatie ingezet als<br />

instrument op het vlak van cultuur en<br />

integriteit.<br />

Binnen de organisatie is een<br />

kwaliteitscultuur aanwezig.<br />

pesterijen of ongewenst seksueel<br />

gedrag op het werk,…).<br />

De organisatie beschikt<br />

over codes voor specifieke,<br />

kwetsbare functies (bijvoorbeeld:<br />

code voor voorlichtings- of<br />

informatieambtenaren in België,<br />

gedragscode voor inspecteurs/<br />

<strong>controle</strong>urs,…).<br />

De organisatie heeft afspraken en<br />

procedures ingesteld op het gebied<br />

van:<br />

- het aanvaarden van<br />

relatiegeschenken (in ruime zin,<br />

m.a.w. inclusief uitnodigingen voor<br />

manifestaties, diners, reizen);<br />

- onverenigbaarheden,<br />

nevenwerkzaamheden en<br />

belangenconflicten.<br />

- De waardegebonden<br />

competenties zijn voor elke<br />

medewerker vertaald naar<br />

concreet gedrag en als dusdanig<br />

opgenomen in de functieprofielen<br />

en in alle ‘HR’ processen<br />

(werving, selectie, inwerkperiode,<br />

prestatiemanagement,<br />

loopbaan,…).<br />

- Er wordt gewerkt aan programma’s<br />

of projecten voor continue<br />

verbetering, waarin aandacht<br />

voor integriteit en het vertrouwen<br />

van de belanghebbenden<br />

(klanten, burgers,...) prominent<br />

aanwezig zijn.<br />

- De organisatie verzamelt – binnen<br />

de context van verbeterprojecten<br />

– feedback van klanten over<br />

de dienstverlening Cf. principe 8<br />

managementcode P&O.<br />

Instrumenten worden ingezet om<br />

klantgerichtheid te bevorderen.<br />

Er is aandacht voor het<br />

“bezielende” aspect van kwaliteit<br />

in de entiteit, bv. de betrokkenheid<br />

van medewerkers wordt<br />

georganiseerd, er is ruimte voor<br />

creativiteit & innovatie.<br />

Er worden binnen de organisatie<br />

kwaliteitsverbeteringstools ingezet.<br />

Organisatiecultuur<br />

59


60<br />

SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

Binnen de organisatie wordt een positief<br />

arbeidsklimaat gestimuleerd.<br />

Binnen de organisatie bestaan functies<br />

die de medewerkers ondersteuning<br />

bieden op het vlak van integriteit.<br />

Personeelsleden zijn erover geïnformeerd<br />

hoe binnen de organisatie wordt<br />

omgegaan met integriteitsschendingen.<br />

Maatregelen worden genomen<br />

om een positief arbeidsklimaat<br />

tot stand te brengen waar ruimte<br />

is voor diversiteit (verschillende<br />

stijlen, denkbeelden, visies, afkomst,<br />

geaardheid, kwalificatieniveau,<br />

enz).<br />

Maatregelen worden genomen<br />

om grensoverschrijdend (bv.<br />

ongewenst seksueel gedrag op het<br />

werk, pesten, discriminatie, racisme,<br />

geweld) gedrag te detecteren en<br />

te voorkomen (bv. meldpunten,<br />

communicatie, begeleiding).<br />

Binnen de organisatie wordt<br />

een open en constructieve sfeer<br />

gestimuleerd waar ethische<br />

dilemma’s niet moeten worden<br />

weggedrukt, maar openlijk worden<br />

besproken, bv. door het deelnemen<br />

aan dilemmatrainingen.<br />

Het management van de<br />

organisatie staat in voor de<br />

openlijke ondersteuning,<br />

stimulering en coördinatie van het<br />

integriteitsbeleid. Het management<br />

vervult een voorbeeldfunctie op<br />

het vlak van integriteit (‘tone at the<br />

top’).<br />

De organisatie voorziet in een<br />

functie die de medewerkers hulp<br />

kan bieden in het omgaan met<br />

ethisch moeilijke aangelegenheden<br />

(vertrouwenspersoon).<br />

Kanalen om integriteitsschendingen<br />

te melden zijn uitgebouwd, en<br />

dit op een zodanige wijze dat<br />

vertrouwelijkheid met betrekking<br />

tot de verstrekte informatie<br />

gegarandeerd wordt. De<br />

personeelsleden zijn op de hoogte<br />

van deze meldingsmogelijkheden.<br />

Sancties ten aanzien van het<br />

niet respecteren van bepaalde<br />

regels, reglementen, waarden en<br />

normen staan op papier en werden<br />

gecommuniceerd.


SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

Evaluatie en bijsturing<br />

van het cultuurbeleid<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

Het door de organisatie gevoerde<br />

cultuurbeleid wordt op regelmatige<br />

tijdstippen geëvalueerd en bijgestuurd.<br />

Het door de organisatie gevoerde<br />

integriteitsbeleid wordt op regelmatige<br />

tijdstippen geëvalueerd en bijgestuurd.<br />

6.3 Relevante documenten en websites<br />

Cultuurwaardenonderzoeken,<br />

maar ook personeelstevredenheidsmetingen,<br />

<strong>interne</strong> en externe<br />

klantenbevragingen,… worden<br />

gebruikt als evaluatie- en<br />

monitoringinstrumenten om het<br />

cultuur- en integriteitsbeleid van de<br />

organisatie bij te sturen.<br />

Geregistreerde klachten en<br />

integriteitsaantastingen worden<br />

geanalyseerd. Er worden lessen<br />

uit getrokken en de nodige<br />

verbeteringsacties ondernomen.<br />

Vervolgens wordt opgevolgd<br />

of deze acties tot het gewenste<br />

resultaat leiden.<br />

Eventuele lacunes in het<br />

integriteitsbeleid, vastgesteld bij<br />

<strong>interne</strong> en externe audits, worden<br />

opgevuld.<br />

Algemene Principes Koninklijk Besluit (APKB of KB van 22/12/2000 tot bepaling van de algemene principes<br />

van het administratief en geldelijk statuut van de rijksambtenaren) – artikelen 3 tot 8 rechten, plichten,<br />

onverenigbaarheden en cumulaties van activiteiten<br />

Raamstatuut 13/01/2006– Deel II – Rechten, plichten, onverenigbaarheden en cumulatie van activiteiten.<br />

Of het betreffende toepasselijke statuut: http://personeel.vlaanderen.be/statuten/<br />

Omzendbrief PEBE/DVO/2006/5 betreffende het vermijden van draaideurconstructies en het beschermen<br />

van kwetsbare functies in de Vlaamse administratie (6 juli 2006)<br />

Omzendbrief PEBE/DVO/2006/6 betreffende deontologische code voor de personeelsleden van de Vlaamse<br />

administratie (6 juli 2006)<br />

http://personeel.vlaanderen.be/statuten/omzendbrieven_dienstorders/2006.htm<br />

Handreiking integriteit<br />

www.vlaanderen.be/<strong>interne</strong><strong>controle</strong><br />

Meer info over het integriteitsbeleid binnen de Vlaams overheid is terug te vinden op de site http://www.<br />

vlaanderen.be/integriteit<br />

Gemeenschappelijke Dienst voor Bescherming en Preventie : http://intra.vlaanderen.be/welzijn_werk/<br />

BRACKE, P., ‘Bedrijfscultuur. Meetbaar beleidsinstrument?’, HRmagazine, 2000, 6, 46-52<br />

Cultuurmetingen:<br />

- Focus ’95-vragenlijst<br />

- De Witte, K. & van Muijen J., Organizational Culture, EJWOP (European Journal of Work and Organizational<br />

Psychology), 1999, 8(4), 497-502 van Muijen, J., Koopman P., De Witte K., De Cock G. e.a., Organizational<br />

- Culture: The Focus Questionnaire, EJWOP, 1999, 8(4), 551-568 De Witte K. & van Muijen J., Organizational<br />

Culture: Critical questions for researchers and practitioners, EJWOP, 1999, 8(4), 583-595<br />

Organisatiecultuur<br />

61


62<br />

INTEGRITEIT<br />

ACT<br />

PLAN<br />

DO<br />

CHECK<br />

HRM<br />

FIM<br />

EFFECTIVITEIT<br />

Belanghebbendenmanagement<br />

Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />

ORG<br />

CUL<br />

ICO<br />

Monitoringsystemen<br />

EFFICIENTIE<br />

FAM<br />

ICT<br />

Veranderingsmanagement<br />

KWALITEIT


7. Informatie en communicatie<br />

7.1 Beschrijving<br />

7.1.1 Algemeen<br />

De informatie- en communicatiestromen 37 zijn geënt op de structuur van de ganse organisatie. Ze zijn<br />

gericht naar alle <strong>interne</strong> en externe belanghebbenden en moeten de waarden en de realisatie van de<br />

doelstellingen van de organisatie ondersteunen.<br />

Informatiedoorstroming doorheen de organisatie is nodig om de doelstellingen te kunnen bereiken. Van<br />

belang is dat het om kwaliteitsvolle informatie gaat. Deze kan als volgt gemeten worden:<br />

u De informatie is relevant: de inhoud stemt overeen met de behoefte;<br />

u De informatie is tijdig: wordt bezorgd wanneer nodig;<br />

u De informatie is actueel: bevat de laatst beschikbare data;<br />

u De informatie is accuraat: de data zijn juist;<br />

u De informatie is toegankelijk: de inhoud kan gemakkelijk gevat worden door de bestemmeling.<br />

Het beheersen van de informatie- en communicatiestromen veronderstelt dat deze vanuit meerdere<br />

invalshoeken worden bekeken. Immers, op ieder niveau van de organisatie en bij elke externe<br />

belanghebbende is er behoefte aan informatie. De organisatie dient daarom te bepalen welke visie ze heeft<br />

op <strong>interne</strong> en op externe communicatie en hoe ze een afstemming tussen deze twee visies nastreeft. De<br />

organisatie kan dan overgaan tot de opstelling van een informatie- en communicatieplan ter uitvoering van<br />

de informatie- en communicatiedoelstellingen.<br />

7.1.2 Interne informatie en communicatie<br />

De visie van de organisatie op <strong>interne</strong> communicatie bepaalt op welke wijze de organisatie de nodige<br />

informatie aan haar <strong>interne</strong> belanghebbenden wil verstrekken opdat deze worden geïnstrueerd,<br />

gemotiveerd en geïnformeerd om de taken en de doelstellingen van de organisatie te realiseren en de<br />

waarden van de organisatie uit te dragen.<br />

Personeelsleden hebben nood aan instructies over de uitvoering van hun taken. Iedereen in de organisatie<br />

moet tijdig kunnen beschikken over voldoende en kwaliteitsvolle <strong>interne</strong> en externe informatie om de<br />

toegewezen taken te kunnen uitvoeren. Het tijdstip waarop en de vorm waarin die informatie wordt verstrekt,<br />

is afhankelijk van taken en verantwoordelijkheden. Daarnaast dient de organisatie aandacht te schenken<br />

aan de coaching-aspecten die nodig zijn om de personeelsleden te motiveren; het gaat dan om het geven<br />

van feedback, het (h)erkennen van vooruitgang.<br />

Het management heeft beheersinformatie (bottom-up rapportering) nodig om de werking van de<br />

organisatie op te volgen en te sturen. De (top-down) informatie vanwege het management over<br />

het waarom van bepaalde beslissingen en over de bijdrage van ieders werk tot de realisatie van de<br />

organisatiedoelstellingen, is ook een vorm van beheersinformatie. Door het verstrekken van voldoende<br />

achtergrondinformatie vergroot de organisatie de kans dat alle personeelsleden in dezelfde richting denken<br />

en handelen.<br />

7.1.3 Externe informatie en communicatie<br />

De externe communicatie vertrekt vanuit de visie op belanghebbendenmanagement: hoe wil de<br />

organisatie zich tegenover de externe belanghebbenden positioneren? Burgers moeten weten voor<br />

welke dienstverlening ze bij de organisatie terechtkunnen en hoe zij de organisatie kunnen contacteren.<br />

Leveranciers moeten weten waaraan hun producten moeten voldoen.<br />

De externe en <strong>interne</strong> communicatiestromen moeten qua timing en inhoud op elkaar zijn afgestemd. Indien<br />

de organisatie zichzelf op een bepaalde wijze wil profileren, moeten de eigen personeelsleden hiervan op de<br />

37 Dit thema behandelt informatie en communicatie die de organisatiedoelstellingen ondersteunen. Informatie en communicatie die betrekking<br />

hebben tot de kernopdrachten van de organisatie zoals bv. ‘marketing’ vallen hier niet onder.<br />

Informatie en Communicatie<br />

63


64<br />

hoogte zijn. Bv. Wanneer aan klanten een nieuwe dienstverlening wordt aangeboden, moet het personeel<br />

reeds klaar staan om deze dienst te verstrekken. Wanneer de boodschappen van <strong>interne</strong> en externe<br />

communicatieacties niet overeenstemmen, creëert dit verwarring bij het personeel en stijgt het risico dat<br />

belanghebbenden verkeerde informatie krijgen.<br />

7.1.4 Informatie- en communicatiestructuur<br />

De meeste organisaties beschikken over een reeks instrumenten en kanalen die zij kunnen inzetten om de<br />

informatiebehoeften van de belanghebbenden te beantwoorden: overlegfora en vergadermomenten, inter-<br />

, intra- en extranet, mailings, e-nieuwsbrieven, personeels- of infobladen, jaarverslagen en andere rapporten,<br />

mediacampagnes, persoonlijke communicatie, persvoorstellingen, enz. Afhankelijk van de (sub)doelgroep,<br />

van het soort informatie en van het effect dat de organisatie met de communicatieactie beoogt, komt een<br />

bepaald kanaal minder of meer in aanmerking. Een organisatie gaat daarbij dus best doordacht te werk,<br />

zoniet zal een communicatieactie niet het gewenste effect hebben.<br />

De communicatielijnen zijn aangepast aan de organisatiestructuur. De organisatie bepaalt welke<br />

overlegvormen worden ingericht, wat hun doel is en wie erop aanwezig moet zijn opdat de juiste personen<br />

tijdig de juiste informatie ontvangen.<br />

Voor sommige kanalen en instrumenten legt de Vlaamse administratie een aantal normen en richtlijnen<br />

op die de organisatie dient na te leven. Voorbeelden zijn het centraal aankopen van mediaruimte via de<br />

cel Externe Communicatie (DAR), de strategische ICT-standaarden m.b.t. intranet en <strong>interne</strong>tpagina’s, de<br />

vernieuwde huisstijl van de Vlaamse overheid, de inachtneming van sperperiodes voor bepaalde soorten<br />

communicatie, gedragscode e-mail, etc.<br />

7.1.5 Opvolging en evaluatie<br />

Het regelmatig opvolgen van de uitvoering van het informatie- en communicatieplan stelt de organisatie<br />

in staat om dit plan bij te sturen. Dit vereist dat de organisatie in haar informatie- en communicatieplan de<br />

na te streven prestaties en effecten en de te behalen efficiëntiecriteria vastlegt. Dit is een noodzakelijke<br />

voorwaarde om te kunnen opvolgen in welke mate deze prestaties en effecten bereikt worden en of dit op<br />

een efficiënte wijze gebeurt.<br />

7.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t. informatie<br />

en communicatie<br />

SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

Informatie- en<br />

communicatieplan<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

De informatie- en communicatieactiviteiten<br />

van de organisatie<br />

ondersteunen de realisatie van de<br />

organisatiedoelstellingen.<br />

De organisatie beschikt over een<br />

informatie- en communicatieplan<br />

waarin een aantal SMART<br />

geformuleerde informatie- en<br />

communicatiedoelstellingen zijn<br />

opgenomen die de realisatie<br />

van de organisatiedoelstellingen<br />

ondersteunen.<br />

Het informatie- en communicatieplan<br />

is gebaseerd op de visie die de<br />

organisatie heeft op het vlak van<br />

<strong>interne</strong> en externe informatie en<br />

communicatie en is afgestemd op<br />

de doelstellingen, zoals opgenomen


SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

Communicatiestructuur De communicatiestructuur is<br />

uitgebouwd conform het informatie- en<br />

communicatieplan, is afgestemd op de<br />

organisatiestructuur en voorziet in de<br />

nodige kanalen en instrumenten om de<br />

communicatiedoelstellingen te realiseren.<br />

in het strategisch en operationeel<br />

plan <strong>interne</strong> communicatie.<br />

Deze visie houdt rekening met<br />

het principe dat medewerkers<br />

betrokken zijn bij wat er leeft<br />

en verandert binnen de<br />

organisatie (principe 4 van de<br />

managementcode P&O) en geeft<br />

aan welk imago de organisatie zich<br />

daarmee wil aanmeten.<br />

De organisatie heeft een duidelijk<br />

beeld over alle communicatiekanalen<br />

en -middelen die per<br />

doelgroep worden ingezet.<br />

De organisatie stemt haar ingezette<br />

communicatiekanalen af op het<br />

communicatiebeleid dat wordt<br />

gevoerd op het niveau van de<br />

ganse Vlaamse administratie.<br />

De rollen en verantwoordelijkheden<br />

van alle sleutelpersonen binnen<br />

de organisatie die betrokken<br />

zijn bij het communicatiebeleid<br />

zijn duidelijk vastgelegd. Hierbij<br />

is afstemming gebeurd met het<br />

strategisch en operationeel plan<br />

<strong>interne</strong> communicatie m.b.t.<br />

rolverdeling, positionering en<br />

organisatorische structuur voor<br />

<strong>interne</strong> communicatie.<br />

Binnen de organisatie is een<br />

coördinatiefunctie aanwezig die<br />

communicatieactiviteiten afstemt<br />

met het communicatieplan.<br />

De communicatie-uitgaven blijven<br />

binnen het afgesproken budget.<br />

Hiervoor volgt de organisatie<br />

de communicatie-uitgaven<br />

gedetailleerd op.<br />

De extern gerichte communicatieinitiatieven<br />

van de organisatie<br />

beantwoorden aan de<br />

normen voor de Vlaamse<br />

overheidscommunicatie, opgesteld<br />

door de Expertencommissie voor<br />

overheidscommunicatie die de<br />

Vlaamse administratie vooropstelt in<br />

de ‘Code van goede praktijken’.<br />

Informatie en Communicatie<br />

65


66<br />

SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

Kwaliteit van informatie Informatie is relevant, tijdig, actueel,<br />

accuraat, volledig en toegankelijk.<br />

Opvolging en bijsturing De organisatie evalueert periodiek de<br />

efficiëntie en effectiviteit van de<br />

informatie- en communicatie-acties en<br />

–plannen.<br />

De samenwerking van de<br />

organisatie met een externe<br />

partner in kader van de uitwerking<br />

van communicatieactiviteiten<br />

(bv. een mediacampagne) is<br />

vastgelegd in een contract in<br />

overeenstemming met de wet op<br />

de overheidsopdrachten.<br />

Bij het verspreiden van informatie<br />

wordt erover gewaakt dat<br />

de inhoud van de informatie<br />

overeenstemt met de<br />

informatiebehoefte van diegene(n)<br />

die de informatie ontvangt(en).<br />

Er bestaan duidelijke procedures<br />

die ervoor zorgen dat voldoende<br />

gedetailleerde informatie<br />

tijdig aan het management<br />

en de medewerkers wordt<br />

bezorgd afgestemd op hun<br />

informatiebehoeften zodat<br />

zij in staat zijn hun taken en<br />

verantwoordelijkheden effectief<br />

en efficiënt uit te voeren.<br />

Er zijn <strong>controle</strong>punten ingebouwd<br />

binnen het informatiesysteem om<br />

redelijke zekerheid te bekomen<br />

dat de gegevens waarop men zich<br />

baseert om informatie te bekomen<br />

actueel, accuraat en volledig zijn.<br />

Bij het verspreiden van informatie<br />

wordt rekening gehouden met het<br />

profiel van de bestemmeling zodat<br />

de inhoud door de bestemmeling<br />

gemakkelijk kan worden gevat.<br />

De organisatie volgt de<br />

realisatie van de informatie- en<br />

communicatiedoelstellingen<br />

permanent op en stuurt bij indien<br />

nodig.<br />

Regelmatig gebeurt een<br />

beoordeling van de ingezette<br />

communicatiekanalen en<br />

–middelen per doelgroep samen<br />

met een actualisering van de<br />

informatiebehoeften van elke<br />

doelgroep. Uit deze evaluatie<br />

wordt, indien aangewezen, de<br />

inzet van communicatiekanalen<br />

en –middelen bijgestuurd.


7.3 Relevante documenten en websites<br />

Gedragscode e-mail, <strong>interne</strong>t en prikborden:<br />

http://personeel.vlaanderen.be/statuten/omzendbrieven_dienstorders/omzendbrieven/2004/gedragscode_<br />

Internet.pdf<br />

Communicatieplan opstellen:<br />

http://www3.vlaanderen.be/communicatie/index.php?pagina_id=128<br />

Decreet houdende de goedkeuring van de normen voor Vlaamse overheidscommunicatie en houdende<br />

wijziging van het decreet van 19 juli 2002 houdende de <strong>controle</strong> op de communicatie van de Vlaamse<br />

overheid, aangenomen door het Vlaams Parlement op 5 juli 2006 (BS 5/9/2006).<br />

http://www3.vlaanderen.be/communicatie/cms_files/file139.pdf<br />

Informatie en Communicatie<br />

67


68<br />

INTEGRITEIT<br />

ACT<br />

PLAN<br />

DO<br />

CHECK<br />

HRM<br />

FIM FIM<br />

EFFECTIVITEIT<br />

Belanghebbendenmanagement<br />

Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />

ORG<br />

CUL<br />

ICO<br />

Monitoringsystemen<br />

EFFICIENTIE<br />

FAM<br />

ICT<br />

Veranderingsmanagement<br />

KWALITEIT


8. Financieel Management<br />

8.1 Beschrijving<br />

Met ‘financieel management’ wordt het plannen, beheren, evalueren, (bij)sturen en verantwoorden van<br />

waardestromen bedoeld in functie van de (organisatie)doelstellingen.<br />

Waardestromen omvatten enerzijds de geldstromen, maar anderzijds ook de vorderingen, schulden en ruimer<br />

de activa en passiva van de organisatie.<br />

Om het voortbestaan van de organisatie en de realisatie van de organisatiedoelstellingen mogelijk te maken,<br />

is het noodzakelijk dat het gehele organisatiegebeuren ook financieel wordt uitgetekend en geregistreerd.<br />

Enerzijds is dit de basis om de vraag naar middelen voor het volgende werkingsjaar te onderbouwen,<br />

anderzijds vloeit hieruit ook de evaluatie en verantwoording voort van de gevoerde werking tijdens het<br />

afgelopen werkingsjaar. Financieel management moet ook de nodige financiële opvolgingsinstrumenten<br />

leveren aan het management, op elk niveau, om de financiële evolutie van de werking te kunnen inschatten<br />

en waar nodig tijdig te kunnen bijsturen.<br />

Immers :<br />

u zonder goede financiële registratie kan geen verantwoording afgelegd worden aan <strong>controle</strong>rende<br />

instanties, aan het bestuurs- en politieke niveau en aan de andere belanghebbenden;<br />

u zonder financieel opvolgingsinstrument kunnen tussentijdse bijsturingen niet voorzien of doorgevoerd<br />

worden en eventuele ontsporingen niet tijdig vastgesteld worden;<br />

u zonder financiële analyse-instrumenten kan de kost van de dienstverlening of producten niet bepaald<br />

worden en kan een efficiënte (of inefficiënte) werking niet aangetoond worden;<br />

u zonder lange termijnplanning kunnen toekomstige financieringsbehoeftes niet ingeschat worden;<br />

u …<br />

De strategie en doelstellingen van een organisatie zijn vertaald in een meerjarenbegroting en financieel plan.<br />

Hieruit is de jaarbegroting afgeleid die is afgestemd op de jaardoelstellingen.<br />

Tijdens het werkingsjaar volgt de organisatie permanent de realisatie van haar doelstellingen en de uitvoering<br />

van de begroting op om over een actueel beeld van de situatie te beschikken. De begroting, economische<br />

en analytische boekhouding hebben een voldoende detailniveau om te voorzien in de gestelde <strong>interne</strong> en<br />

externe financiële informatienoden.<br />

Enkele voorbeelden van dergelijke informatiebehoeften:<br />

u wettelijk opgelegde rapportering;<br />

u financiële voortgangsrapportering m.b.t. de beheers-, managementovereenkomst of ander<br />

planningsdocument;<br />

u financiële informatiebehoeften van externe belanghebbenden;<br />

u <strong>interne</strong> analyse van de kosten en opbrengsten voor elke organisatiedoelstelling (macro) en voor elke<br />

activiteit, kostenplaats, kostensoort en kostendrager (micro), kostendrijvers, …;<br />

u financieel beeld van de verschillende organisatie-onderdelen (budgethouderschap);<br />

u …<br />

Om aan deze informatiebehoeften te voldoen is de financiële organisatiestructuur adequaat uitgebouwd<br />

en moeten de nodige <strong>controle</strong>maatregelen en betrouwbaarheidstoetsen aanwezig zijn. Zonder<br />

betrouwbare en actuele financiële gegevens heeft financiële rapportering geen zin. Een degelijke<br />

structurering van de financiële processen moet hiervoor instaan. Aanvullend kunnen de externe <strong>controle</strong>instanties<br />

een bijkomende zekerheid bieden die echter geen vervanging mag zijn van de eigen in te stellen<br />

<strong>controle</strong>maatregelen.<br />

Een organisatie beschikt over een degelijke kasplanning die er voor zorgt dat alle wettelijke en contractuele<br />

betalingsverplichtingen tijdig voldaan worden. Hierbij springt de organisatie als een goed huisvader om met<br />

de toevertrouwde financiële middelen.<br />

Financieel Management<br />

69


70<br />

8.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t.<br />

financieel management<br />

SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

Afstemming lange termijn<br />

financieel beheer op<br />

organisatiedoelstellingen<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

Het lange termijn financieel beheer van<br />

de organisatie is gericht op de realisatie<br />

van de organisatiedoelstellingen.<br />

De organisatie beschikt over een<br />

begrotingsplan dat de genomen<br />

beleidsopties vertaalt in een<br />

meerjarig budgettair perspectief.<br />

De organisatie beschikt over<br />

een financieel plan waarin de<br />

vermogensstromen op lange<br />

termijn38 zijn opgenomen.<br />

Het meerjarig begrotingsplan en<br />

financieel plan worden jaarlijks<br />

afgestemd op de mate van<br />

realisatie van de gemaakte<br />

beleidskeuzes, de uitvoering van<br />

de lopende begroting en het<br />

kasplan en eventueel gewijzigde<br />

omstandigheden.<br />

Korte termijn financieel Het korte termijn financieel beheer van Jaarlijks stelt de organisatie een<br />

beheer van de organisatie de organisatie is gericht op de opvolging begroting op die (afgeleid is van<br />

van de uitvoering van de begroting en de het meerjarig begrotingsplan<br />

gemaakte kosten (die tevens analytisch en) afgestemd is op de<br />

worden geboekt) en gerealiseerde<br />

opbrengsten. Ook wordt aandacht<br />

jaardoelstellingen.<br />

besteed aan de kasplanning. Dit alles De organisatie volgt permanent de<br />

gebeurt in blijvende afstemming met het uitvoering van de begroting op wat<br />

lange termijn financieel beheer.<br />

haar toelaat tijdig bij te sturen waar<br />

nodig.<br />

De organisatie voert een<br />

economische boekhouding met<br />

een analytische component<br />

waarop de begrotingsopvolging<br />

en –rapportering is gebaseerd.<br />

De uitwerking van de analytische<br />

component:<br />

- houdt rekening met algemene<br />

afspraken die gelden voor de<br />

betrokken organisatie;<br />

- maakt het mogelijk een<br />

doorgedreven analyse te<br />

maken van de kosten en<br />

opbrengsten die enerzijds aan<br />

elke organisatiedoelstelling<br />

(macro) en anderzijds aan een<br />

bepaalde activiteit, project of<br />

organisatorische entiteit (micro)<br />

verbonden zijn;<br />

38 De vermogensstromen op lange termijn omvatten de vrijkomende en aan te gane verplichtingen en vorderingen voor de komende jaren.


SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

Financiële rapportering De financiële rapporten spelen in<br />

op de informatiebehoeftes van alle<br />

belanghebbenden en worden actief<br />

gebruikt om de werking van de<br />

organisatie te verbeteren.<br />

Financiële organisatie De financiële structuur is afgestemd<br />

op de realisatie van de (financiële)<br />

organisatiedoelstellingen.<br />

- stelt de organisatie in staat te<br />

onderzoeken hoe de efficiëntie<br />

van haar werking kan worden<br />

verbeterd.<br />

De organisatie beschikt over<br />

een onderbouwde kasplanning<br />

waarmee alle wettelijke (bv.<br />

subsidiebetaling) en contractuele<br />

verplichtingen op tijd worden<br />

nagekomen maar niet vroeger dan<br />

noodzakelijk is.<br />

De externe financiële rapportering39 speelt in op de informatiebehoeftes<br />

van de externe belanghebbenden<br />

en voldoet aan de wettelijke<br />

bepalingen.<br />

De organisatie beschikt over<br />

een uitgebouwd financieel<br />

rapporteringsysteem dat voldoet<br />

aan de informatiebehoeftes van<br />

de financieel verantwoordelijken,<br />

leidinggevenden en het<br />

management van de organisatie.<br />

Interne financiële rapporten<br />

worden onder meer gebruikt om<br />

de efficiëntie van de werking op<br />

te volgen en te verhogen waar<br />

mogelijk.<br />

Bij de vastlegging van de financiële<br />

organisatiestructuur is een afweging<br />

gemaakt tussen de mate van<br />

delegatie en decentralisering van<br />

financiële verantwoordelijkheden<br />

en de mate van centrale <strong>controle</strong>.<br />

Binnen de organisatie is een<br />

coördinatiefunctie voor de<br />

begroting aanwezig die optreedt<br />

als aanspreekpunt voor alle <strong>interne</strong><br />

en externe belanghebbenden.<br />

Binnen de organisatie is een<br />

coördinatiefunctie aanwezig die<br />

waakt over de globale afstemming<br />

van het begrotings-, boekhoud- en<br />

thesauriebeheer.<br />

39 Hieronder worden in eerste instantie het bedrijfseconomisch jaarverslag, de algemene rekening (begrotingsuitvoering) en de financiële<br />

rapportering over de realisatie van de beheersovereenkomst begrepen.<br />

Financieel Management<br />

71


72<br />

SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

Betrouwbaarheid40 van<br />

financiële gegevens<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

De ter beschikking gestelde middelen<br />

worden bewaakt.<br />

Financieel-budgettaire <strong>controle</strong>maatregelen<br />

zijn gericht op het maximaal<br />

nastreven van de betrouwbaarheid van<br />

de financiële gegevens op basis waarvan<br />

beslissingen worden genomen of die<br />

onder externe belanghebbenden worden<br />

verspreid.<br />

40 Onder betrouwbaarheid wordt zowel correctheid, tijdigheid als volledigheid begrepen.<br />

Bij de financiële afhandeling<br />

van dossiers worden minimaal<br />

drie verschillende functies<br />

onderscheiden die niet kunnen<br />

worden gecombineerd:·<br />

- de inhoudelijke afhandeling van<br />

het dossier;·<br />

- de boekhoudkundige<br />

verwerking van het dossier;<br />

- de thesauriële afhandeling van<br />

het dossier.<br />

De organisatie voert het<br />

begrotings-, boekhoud- en<br />

thesauriebeheer geautomatiseerd.<br />

Hierbij is de afstemming<br />

tussen het begrotings- en<br />

boekhoudbeheer gegarandeerd.<br />

Vanuit het geautomatiseerde<br />

boekhoudbeheer wordt het<br />

thesauriebeheer afgeleid.<br />

Op elk handelen is afdoende<br />

toezicht noodzakelijk, zo ook op<br />

uitvoering van de functies die<br />

zich situeren binnen de financiële<br />

organisatie.<br />

Er zijn richtlijnen voor het omgaan<br />

met geld (o.a. besteden<br />

en innen van financiële<br />

middelen van de overheid - bv.<br />

onkostenvergoedingen voor<br />

dienstreizen en buitenlandse<br />

zendingen, gebruik van<br />

creditcards…).<br />

Er is een systeem voor het<br />

vastleggen van verbintenissen.<br />

Er is een systeem voor het beheer<br />

van activa en passiva.<br />

Bij de begrotingsopmaak wordt<br />

een methodologie doorlopen<br />

waarin een kwaliteitstoets van de<br />

gebruikte financiële gegevens is<br />

opgenomen.<br />

Bij het toewijzen van kosten in de<br />

analytische boekhouding en op<br />

daaruit afgeleide kostprijsanalyses<br />

is een kwaliteits<strong>controle</strong><br />

ingebouwd.


SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

Evaluatie en bijsturing Binnen de organisatie wordt het financiële<br />

proces regelmatig geëvalueerd.<br />

8.3 Relevante documenten en websites<br />

Op periodieke basis evalueert de<br />

organisatie het verloop van de<br />

financiële cyclus (het plannen,<br />

beheren, evalueren en bijsturen).<br />

De organisatie gaat regelmatig<br />

de bijdrage na van het financieel<br />

management aan de realisatie<br />

van de organisatiedoelstellingen.<br />

1. De Grondwet<br />

2. KB van 17 juli 1991 houdende coördinatie van de wetten op de Rijkscomptabiliteit<br />

3. KB van 1 juli 1964 tot vaststelling van de regels van aanrekening van de budgettaire ontvangsten en<br />

uitgaven van de diensten van algemeen bestuur<br />

4. Wet van 16 maart 1954 betreffende de <strong>controle</strong> op sommige instellingen van openbaar nut<br />

5. BVR van 21 mei 1997 betreffende een geïntegreerde boekhouding en budgettaire rapportering voor<br />

openbare instellingen<br />

6. BVR van 19 januari 2001 op de begrotingsopmaak en -<strong>controle</strong>.<br />

De organisatie heeft een duidelijk<br />

beeld over de aanwezige <strong>interne</strong><br />

en externe <strong>controle</strong>-instanties en<br />

wat de taken en de reikwijdte<br />

ervan zijn.<br />

De organisatie gaat na of<br />

de verrichtingen correct zijn<br />

uitgevoerd.<br />

Decreet houdende regeling van de begrotingen, de boekhouding, de <strong>controle</strong> inzake subsidies, en de<br />

<strong>controle</strong> door het Rekenhof (7 mei 2004).<br />

Doelmatigheidsanalyse, Prestaties begroten: Handboek, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Brussel.<br />

G. Bouckaert, W. Van Reeth, T. Auwers en K. Verhoest, 1998, 271 p.<br />

Financieel Overheidsmanagement: internationale tendensen van begroting, boekhouding en audit<br />

(Overheidsmanagement 11), Geert Bouckaert en Lieve Van nuffel, Die Keure, Brugge, 2000, 2 p. ISBn-<br />

905751396x.<br />

Modernisering van de financiële cyclus, Geert Bouckaert en Lieve Van Nuffel, Instituut voor de Overheid,<br />

Leuven.<br />

Webstek van het Beleidsdomein Financiën en Begroting met info betreffende de accounting- en<br />

begrotingsprocedures en –instructies alsmede de begrotingsopvolging:<br />

http://fb.vonet.be.<br />

http://tin.vlaanderen.be<br />

Financieel Management<br />

73


74<br />

INTEGRITEIT<br />

ACT<br />

PLAN<br />

DO<br />

CHECK<br />

HRM<br />

FIM<br />

EFFECTIVITEIT<br />

Belanghebbendenmanagement<br />

Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />

ORG<br />

CUL<br />

ICO<br />

Monitoringsystemen<br />

EFFICIENTIE<br />

FAM<br />

FAL<br />

ICT<br />

Veranderingsmanagement<br />

KWALITEIT


9. Facilitymanagement<br />

9.1 Beschrijving<br />

9.1.1 Algemeen<br />

Onder facilitymanagement wordt het beheer van alle goederen en diensten, ondersteunende processen en<br />

activiteiten verstaan die moeten toelaten dat alle bedrijfsprocessen zich in ideale omstandigheden kunnen<br />

ontwikkelen. In de eerste plaats wordt vooral gefocust op deze aspecten van facilitymanagement die de<br />

kernopdrachten ondersteunen.<br />

De goederen of diensten die door facility worden aangeboden, zijn zeer uitgebreid en verschillen van<br />

organisatie tot organisatie. ‘Facility’ is - binnen de Vlaamse overheid - de verzamelnaam voor gebouwen,<br />

catering, schoonmaak, de onthaalbalie, afvalverwijdering, klussen, postbedeling, reprografie, reservatie<br />

en uitrusting van vergaderzalen, de bediening van telefooncentrales, aankoop van verbruiks- en<br />

uitrustingsgoederen, het beheer van het wagenpark, kantoorinrichting de ondersteuning bij verhuizingen, ...<br />

Afhankelijk van de grootte en het type van organisatie zal deze lijst beperkt zijn tot die activiteiten die de<br />

grootste invloed hebben op de realisatie van de doelstellingen en / of een groot stuk van de middelen<br />

opeisen.<br />

Bij bepaalde organisaties kunnen een aantal activiteiten die in eerste instantie tot de lijst van facilitygoederen<br />

en -diensten behoren, deel uitmaken van de core-business of –activiteit van de organisatie. Deze<br />

kernactiviteiten vallen buiten de reikwijdte van dit thema.<br />

9.1.2 Het facilitybeleid<br />

Om het bereiken van de organisatiedoelstellingen te ondersteunen, moeten de facilitybehoeften van de<br />

organisatie en het personeel gekend zijn. Hierbij primeren de facilitybehoeften van de organisatie op de<br />

individuele behoeften van het personeel.<br />

Een organisatie die zelf instaat voor het beheer of de uitvoering van het facilitygebeuren stelt op basis van de<br />

gedetecteerde behoeften een facilityplan op. Wanneer een beroep wordt gedaan op de MOD of het IVA<br />

AFM wordt een service level agreement (SLA) of dienstverleningsovereenkomst opgesteld.<br />

9.1.3 De organisatie van facility<br />

De facilitystructuur moet afgestemd zijn op de structuur van de organisatie. De keuze om de facilityactiviteiten<br />

te decentraliseren, te centraliseren of uit te besteden (outsourcing) moet duidelijk<br />

geargumenteerd zijn. Dit zal zich ook vertalen in de facilitystructuur.<br />

9.1.4 Beheren van middelen<br />

Een optimaal beheer van goederen- en dienstenprocessen houdt in dat knelpunten worden vermeden.<br />

Diefstal, verlies en vervreemding worden tot een minimum herleid, de veiligheid op de werkvloer wordt<br />

verzekerd en de taken worden op kwaliteit getoetst.<br />

De organisatie kan hierbij gebruik maken van instrumenten zoals kosten/batenanalyses, service level<br />

agreements, raamcontracten, voorraadbeheer,…. Milieuzorg is een bijkomende randvoorwaarde waarmee<br />

rekening gehouden moet worden.<br />

Facilitymanagement<br />

75


76<br />

9.1.5 Continuïteitsplanning<br />

De facility-afdeling ondersteunt de opmaak van een continuïteitsplan voor de hele organisatie waarin<br />

de uitvoering van de kritieke processen in alle omstandigheden wordt gewaarborgd. naast de facilityafdeling<br />

moeten ook andere ondersteunende activiteiten (bv. HRM en ICT) en afdelingen bij de opmaak<br />

van het continuïteitsplan worden betrokken. Het continuïteitsplan wordt minstens jaarlijks geëvalueerd, tenzij<br />

bepaalde omstandigheden een snellere aanpassing vergen (zie ook punt 5.1.4 continuïteitsplanning bij<br />

Doelstellingen, Proces- en Risicomanagement).<br />

9.1.6 Evaluatie en bijsturing<br />

Het facilityproces moet op regelmatige tijdstippen geëvalueerd en bijgestuurd worden. De prestatiemeetsystemen<br />

moeten die mogelijkheid voorzien. naast leveranciersbeoordeling en klantenenquêtes, kan gebruik<br />

worden gemaakt van intern klachtenmanagement om de kwaliteit van de dienstverlening na te gaan en<br />

zwakke punten te detecteren.<br />

9.2 Doelstellingen enbeheersmaatregelen m.b.t.<br />

facilitymanagement<br />

SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

Facilitybeleid Op basis van de facilitybehoeften van<br />

de organisatie en het personeel worden<br />

facilitydoelstellingen vastgelegd die de<br />

realisatie van de organisatiedoelstellingen<br />

ondersteunen.<br />

In functie van het bereiken van de<br />

organisatiedoelstellingen worden<br />

de facilitybehoeften van de<br />

organisatie bepaald.<br />

Binnen de organisatie worden<br />

de facilitybehoeften van het<br />

personeel geïdentificeerd (tijdens<br />

overlegmomenten, door het<br />

organiseren van een bevraging, bij<br />

de opmaak van de begroting, via<br />

andere procedures).<br />

De geïdentificeerde<br />

facilitybehoeften van het<br />

personeel worden afgestemd<br />

op de facilitybehoeften van de<br />

organisatie. De prioriteiten worden<br />

gelegd op basis van de bijdrage<br />

tot de realisatie van de<br />

doelstellingen en in functie van<br />

het beschikbare budget.<br />

In functie van de gedetecteerde<br />

behoeften beschikt de organisatie<br />

over een planningsdocument<br />

waarin een aantal SMART<br />

geformuleerde facilitydoelstellingen<br />

zijn gebundeld.<br />

De geformuleerde<br />

facilitydoelstellingen spelen in op<br />

de geïdentificeerde<br />

facilitybehoeften die de grootste<br />

bijdrage leveren tot de realisatie<br />

van de organisatiedoelstellingen.


SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

Facility-organisatie De facility-organisatie41 is bepaald in<br />

functie van de globale organisatiestructuur<br />

en afgestemd op de<br />

geformuleerde facilitydoelstellingen.<br />

Beheren van middelen De facility-uitgaven blijven binnen het<br />

afgesproken budget.<br />

De facility-processen zijn zo opgezet<br />

dat ze het aanbieden van goederen<br />

en diensten op een effectieve en<br />

efficiënte manier mogelijk maken.<br />

Voor elke facilitydoelstelling is<br />

een kostenraming gebeurd die is<br />

opgenomen in het beschikbaar<br />

budget.<br />

Binnen het kader van het milieuzorgplan<br />

van de Vlaamse administratie<br />

worden er acties rond milieuen<br />

energiezorg ondernomen.<br />

Binnen de organisatie is duidelijk<br />

bepaald wie waarvoor instaat,<br />

welke aanspreekpunten m.b.t.<br />

facility er zijn.<br />

De keuze om de facility-activiteiten<br />

uit te besteden of in eigen beheer<br />

te houden is gebaseerd op een<br />

kosten-batenanalyse die een<br />

vergelijking maakt tussen de twee<br />

opties.<br />

Ingeval van uitbesteding van de<br />

facilitydiensten zijn intern de verantwoordelijken<br />

aangeduid die de<br />

activiteiten nauwgezet opvolgen.<br />

In het kader van milieuzorg zijn de<br />

nodige aanspreekpunten voorzien.<br />

Het budget voor facilitydiensten<br />

weerspiegelt de prioriteiten zoals<br />

die uit het facilityplan blijken.<br />

De organisatie volgt de facilityuitgaven<br />

nauwgezet op en stuurt<br />

bij indien nodig.<br />

De belangrijkste goederen- en<br />

dienstenprocessen van de<br />

organisatie kunnen worden gelinkt<br />

aan de facility-doelstellingen.<br />

De wet op de overheidsopdrachten<br />

is door de facilityorganisatie<br />

gekend en wordt<br />

toegepast.<br />

In geval van uitbesteding van de<br />

facilitydiensten zijn intern de nodige<br />

verantwoordelijken aangeduid<br />

die de activiteiten nauwgezet<br />

opvolgen.<br />

41 De facility-organisatie omvat de organisatorische indeling met bijhorende delegaties van alle logistieke activiteiten van de organisatie inclusief<br />

de <strong>interne</strong> medewerkers en externe partners.<br />

Facilitymanagement<br />

77


78<br />

SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

Indien de organisatie samenwerkt<br />

met een externe partner in het kader<br />

van het uitbesteden van logistieke<br />

activiteiten, is dit vastgelegd in een<br />

(raam)contract met bijhorende service<br />

level agreements. Dit contract werd<br />

afgesloten in overeenstemming met de<br />

wet op de overheidsopdrachten.<br />

De organisatie neemt de nodige<br />

(preventieve) maatregelen om diefstal<br />

en verlies tot een minimum te herleiden.<br />

De organisatie beschikt over<br />

een <strong>interne</strong> dienst Preventie en<br />

Bescherming of maakt deel uit van<br />

de gemeenschappelijke dienst<br />

Preventie en Bescherming. De<br />

aangestelde preventieadviseur voert<br />

volgens een eigen onderbouwde<br />

planning en een bepaalde methodiek<br />

veiligheids<strong>controle</strong>s uit.<br />

De organisatie heeft een<br />

kwaliteits<strong>controle</strong>ur (of -inspecteur)<br />

aangesteld die volgens een<br />

onderbouwde planning en een<br />

bepaalde methodiek kwaliteits<strong>controle</strong>s<br />

uitvoert op de facilitaire<br />

goederen, diensten en processen .<br />

Het is duidelijk hoe en waarvoor de<br />

resources mogen gebruikt worden (en<br />

wat dus verspilling en/of oneigenlijk<br />

gebruik is). De nodige regelingen,<br />

procedures en <strong>controle</strong>s zijn voorzien<br />

om verspilling, wangebruik en fraude<br />

tegen te gaan.<br />

Continuïteitsplanning De impact van onverwachte<br />

De organisatie beschikt over een<br />

gebeurtenissen wordt door het bestaan uitgeschreven, operationeel en<br />

van een continuïteitsplan geminimaliseerd uitgetest continuïteitsplan.<br />

en de beschikbaarheid en continuïteit van<br />

de ondersteuning is gewaarborgd. Jaarlijks gebeurt een evaluatie van de<br />

bestaande continuïteitsplannen.<br />

Evaluatie en bijsturing Binnen de organisatie wordt het<br />

facilityproces regelmatig geëvalueerd en<br />

bijgestuurd.<br />

De gekozen prestatiemeetsystemen<br />

(bv. leveranciersbeoordeling,<br />

klantenenquêtes) laten opvolging en<br />

bijsturing van de facilitybehoeften, de<br />

facility-organisatie en het facilitybeheer<br />

toe.<br />

De organisatie volgt de <strong>interne</strong><br />

klachten op.


9.3 Relevante documenten en websites<br />

Het digitale informatieplatform voor wetgeving en normalisatie:<br />

http://www.euronorm.net<br />

International facilitymanagement association – Belgian chapter:<br />

http://www.ifma.be<br />

Het milieubeleidsplan 2003-2007 vastgesteld door de Vlaamse regering:<br />

http://www.milieubeleidsplan.be<br />

Facility Management: strategie en bedrijfsvoering van de facilitaire organisatie, G.W.A. Maas en Drs. J.W.<br />

Pleunis, Kluwer, Alphen ad Rijn, 2004, 376 p. ISBn-9014077947.<br />

Management ratio’s voor logistiek management, H.M.P. Torremans, in Managementratio’s, 1994.<br />

Reglementering Overheidsopdrachten:<br />

- Wet van 24 december 1993 (BS van 22 januari 1995 en errata in BS van 25 februari 1997) betreffende de<br />

overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten<br />

- Koninklijk besluit van 8 januari 1996 (BS van 26 januari 1996 en errata in BS van 25 februari 1997) betreffende<br />

de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor<br />

openbare werken<br />

- Koninklijk besluit van 26 september 1996 (BS van 18 oktober 1996) tot bepaling van de algemene<br />

uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken<br />

Bijlage bij het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van<br />

de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken.<br />

Algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken,<br />

leveringen en diensten en voor de concessies voor openbare werken<br />

Nieuwe wetgeving overheidsopdrachten die van toepassing zal worden nadat de Koning hiervoor de datum<br />

heeft vastgesteld<br />

Wet van 15 juni 2006 op de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en<br />

diensten (BS van 15 februari 2007)<br />

Wet van 16 juni 2006 betreffende de gunning, informatie aan kandidaten en inschrijvers en wachttermijn<br />

inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten (BS van 15<br />

februari 2007)<br />

Wet van 12 januari 2007 tot wijziging van de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor<br />

werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006 (BS van 15 februari 2007)<br />

Wet van 12 januari 2007 tot wijziging van de wet van 16 juni 2006 betreffende de gunning, informatie aan<br />

kandidaten en inschrijvers en wachttermijn inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor<br />

werken, leveringen en diensten (BS van 15 februari 2007)<br />

Facilitymanagement<br />

79


80<br />

INTEGRITEIT<br />

ACT<br />

PLAN<br />

DO<br />

CHECK<br />

HRM<br />

FIM<br />

EFFECTIVITEIT<br />

Belanghebbendenmanagement<br />

Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />

ORG<br />

CUL<br />

ICO<br />

Monitoringsystemen<br />

EFFICIENTIE<br />

FAM<br />

ICT<br />

Veranderingsmanagement<br />

KWALITEIT


10. Informatie en communicatietechnologie (ICT)<br />

10.1 Beschrijving<br />

10.1.1 Algemeen<br />

Informatie en communicatietechnologie kan worden omschreven als het geheel van technologieën<br />

(hardware, software, datacommunicatie en databasebeheer) dat gegevens op geautomatiseerde wijze<br />

omzet naar informatie.<br />

Ingevolge de toenemende automatisering van de kernactiviteiten in een organisatie, en de daarmee<br />

gepaard gaande investeringen, is ook de behoefte aan een adequate sturing en beheersing van ICT sterk<br />

toegenomen.<br />

Informatie en communicatietechnologie<br />

Het topmanagement moet erop toezien dat het inzetten van ICT binnen de organisatie een daadwerkelijke<br />

toegevoegde waarde levert voor de bedrijfsactiviteiten van de organisatie en bijdraagt tot een degelijk<br />

risicobeheer. Zo zorgt de organisatie ervoor dat ICT de organisatiedoelstellingen optimaal ondersteunt.<br />

Het afstemmen van de verschillende verwachtingen omtrent de rol en de waarde van ICT vereist een<br />

beheersingsproces, dat zorgt voor een voortdurende terugkoppeling tussen de doelstellingen van de<br />

organisatie en de vereiste IT-diensten en capaciteiten42 .<br />

10.1.2 ICT-beleidsplan<br />

Het ICT-beleidsplan definieert de ICT-doelstellingen op lange en korte termijn. De doelstellingen geven aan<br />

op welke wijze ICT bijdraagt tot de realisatie van de organisatiedoelstellingen.<br />

Deze ICT-doelstellingen zijn het resultaat van het doorlopen van een bepaalde planningsmethodologie<br />

binnen de organisatie.<br />

10.1.3 ICT- architectuur en -infrastructuur<br />

Het is cruciaal dat de technische consistentie van de ICT-omgeving gewaarborgd blijft. Hiervoor dienen<br />

standaarden, architectuur en infrastructuur te worden opgezet43 .<br />

De ICT-standaarden moeten conform zijn met de strategische ICT-standaarden van de Vlaamse overheid44 ,<br />

die zijn gericht op interoperabiliteit, beveiliging en gegevensuitwisseling.<br />

In het geval van uitbesteding van bepaalde ICT-processen en/of activiteiten worden de strategische ICTstandaarden<br />

van de Vlaamse overheid opgelegd aan de dienstverlener(s) 45 .<br />

10.1.4 ICT-organisatie<br />

Om de door de organisatie gewenste ICT-dienstverlening te bekomen, moet een aangepaste ICT-structuur<br />

worden opgezet. Idealiter houdt dit in dat de ICT-functie voldoende hoog binnen de organisatie geplaatst<br />

wordt zodat zij beschikt over de nodige autoriteit, kritische massa en onafhankelijkheid en dat de diverse<br />

rollen en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd. Ook in geval van uitbesteding worden de rollen en<br />

verantwoordelijkheden duidelijk bepaald.<br />

10.1.5 Beheren van middelen<br />

Gelet op de hoge investeringen en kosten die met ICT gepaard gaan, is een adequaat<br />

resourcemanagement belangrijk. Dit houdt in dat de middelen proactief en organisatiebreed worden<br />

42 Een vrij algemeen aanvaard kader om dit afstemmingsproces in goede banen te leiden, is het COBIT raamwerk. COBIT staat voor<br />

“Control Objectives for Information and related Technology”<br />

43 Architectuur kan omschreven worden als het geheel van regels, protocollen en voorschriften waaraan programma’s moeten voldoen<br />

om door de computer te kunnen worden begrepen. Infrastructuur als de installatie van een netwerk en de manier waarop<br />

netwerkonderdelen onderling verbonden zijn.<br />

44 ICT-charter en ICT-veiligheidsbeleid: http://koepel.vonet.be/nlapps/docs/default.asp?fid=301.<br />

45 Verplicht na te leven volgens het ICT standaardenbeleid.<br />

81


82<br />

beheerd. Belangrijk bij het beheersen van de ICT-middelen is het regelmatig opvolgen of de uitgaven binnen<br />

het afgesproken budget vallen.<br />

10.1.6 Beveiligingsmanagement<br />

ICT-beveiliging is het geheel van maatregelen (voorschriften, processen, activiteiten,…) dat ervoor zorgt dat<br />

informatiesystemen (bedrijfs- en bestuursprocessen) een optimale bescherming genieten (rekening houdend<br />

met het kosten-baten principe) op het vlak van vertrouwelijkheid, privacy, integriteit en beschikbaarheid.<br />

Organisaties moeten hun ICT-veiligheidsbeleid uitstippelen vanuit drie invalshoeken: de menselijke<br />

factor (veiligheidscultuur), de processen en de technologie. Alleen op deze manier zal de integriteit,<br />

vertrouwelijkheid en beschikbaarheid van informatie immers gewaarborgd zijn.<br />

Het ICT-beveiligingsbeleid dat het management binnen een organisatie opzet, dient conform het strategisch<br />

ICT-beveiligingsbeleid46 binnen de Vlaamse overheid te zijn. In het geval van uitbesteding dienen de ICTveiligheidsbeleidslijnen<br />

te worden opgelegd aan de ICT-dienstverlener.<br />

Risicobeheer is de kern van een verantwoord beveiligingsbeheer. Het management bepaalt wat, waartegen<br />

en op welke manier moet worden beschermd. Een adequaat beheer van de veiligheidsrisico’s draagt bij tot<br />

het behalen van de organisatiedoelstellingen ( zie ook risicomanagement 1.1.4).<br />

10.1.7 Continuïteitsplanning<br />

Het ICT-continuïteitsplan maakt integraal deel uit van en is afgestemd op het globale continuïteitsplan<br />

(bedrijfscontinuïteitsmanagement) van de organisatie (cf. subthema risicomanagement).<br />

Bedrijfscontinuïteitsmanagement behandelt het reageren op onderbrekingen van activiteiten en<br />

het beschermen van kritieke bedrijfstoepassingen tegen falende informatiesystemen of rampen<br />

en het garanderen van een tijdige hervatting ervan (cf. de generieke ICT-veiligheidsbeleidslijn<br />

“bedrijfscontinuïteitsmanagement”).<br />

10.1.8 Evaluatie en bijsturing<br />

ICT-processen worden periodiek beoordeeld op hun toegevoegde waarde ten aanzien van het behalen van<br />

de organisatiedoelstellingen. Belangrijk hierbij is dat accurate ICT-prestatie-indicatoren zijn geïdentificeerd en<br />

gedefinieerd.<br />

Bij uitbesteding van ICT-processen en/of activiteiten, worden kwaliteitsvereisten opgenomen in SLA’s.<br />

10.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t. ICT<br />

SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

ICT beleid Een langetermijn ICT-plan is zo optimaal<br />

mogelijk afgestemd op het organisatieplan<br />

en vertaald in een korte termijn ICTplan<br />

ter ondersteuning van de realisatie<br />

van de doelstellingen van de organisatie.<br />

46 http://koepel.vonet.be/nlapps/docs/default.asp?id=860.<br />

Een langetermijn en<br />

kortetermijnondernemingsplan<br />

waarin ICT geïntegreerd zit, is<br />

aanwezig.<br />

Planningsmethodologieën om<br />

enerzijds te komen tot de ICTdoelstellingen<br />

en anderzijds de<br />

doelstellingen van de organisatie<br />

zijn op elkaar afgestemd.<br />

Het ICT-plan kadert binnen de 3<br />

generieke bedrijfsdoelstellingen


SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ICT-architectuur en<br />

infrastructuur<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

Standaarden, architectuur en infrastructuur<br />

worden opgezet, gecommuniceerd<br />

en opgevolgd om de technische<br />

consistentie van de ICT-omgeving te<br />

vrijwaren.<br />

Informatie en communicatietechnologie<br />

van de Vlaamse overheid op het<br />

vlak van ICT zijnde toegankelijkheid,<br />

uitwisselbaarheid en bescherming<br />

van informatie.<br />

Het lange termijn ICT-plan is vertaald<br />

in een korte termijn plan met<br />

concrete, duidelijke en meetbare<br />

doelstellingen en indicatoren.<br />

In de ICT-plannen staat<br />

neergeschreven op welke wijze<br />

ICT de organisatiedoelstellingen<br />

ondersteunt.<br />

Feedback van lijnmanagement en<br />

gebruikers van ICT-toepassingen<br />

wordt gecapteerd en gebruikt om<br />

de ICT-plannen op te stellen.<br />

Bij het bepalen van de ICTdoelstellingen<br />

wordt een<br />

grondige analyse gemaakt van<br />

de bestaande ICT-systemen<br />

(applicaties, architectuur en<br />

infrastructuur) omtrent de mate<br />

waarin zij bedrijfsprocessen<br />

ondersteunen (kostenanalyse,<br />

sterktes, zwaktes, stabiliteit,…).<br />

Zowel de langetermijn als<br />

kortetermijndoelstellingen<br />

op het vlak van ICT worden<br />

gecommuniceerd binnen de<br />

organisatie en worden op<br />

regelmatige basis geëvalueerd<br />

en bijgestuurd i.f.v. wijzigende<br />

omstandigheden (bv.<br />

technologische evolutie).<br />

De organisatie is zich bewust<br />

van het belang van uitgewerkte<br />

standaarden.<br />

De ICT-standaarden van de<br />

organisatie zijn conform de<br />

strategische ICT-standaarden van<br />

de Vlaamse overheid.<br />

In geval van uitbesteding worden<br />

deze strategische standaarden<br />

ook opgelegd aan de ICTdienstverlener.<br />

Het management van de<br />

organisatie heeft kennis van en zicht<br />

op de bestaande architectuur en<br />

infrastructuur.<br />

83


84<br />

SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

ICT-organisatie De ICT-organisatie ondersteunt de<br />

realisatie van de ondernemingsdoelstellingen.<br />

Infrastructuurprojecten ter<br />

optimalisatie van de bestaande<br />

architectuur en infrastructuur<br />

worden opgestart en<br />

projectmatig aangepakt (cf.<br />

projectmanagement).<br />

Technologische evoluties worden<br />

opgevolgd.<br />

De ICT-functie is binnen een<br />

organisatie zodanig geplaatst<br />

dat zij beschikt over voldoende<br />

autoriteit en kritische massa.<br />

Rollen en verantwoordelijkheden,<br />

zowel binnen de ICTafdeling<br />

(zeker wat betreft<br />

sleutelfuncties) als tussen ICT<br />

en andere diensten (overleg<br />

en coördinatiemechanismen)<br />

zijn bepaald, vastgelegd en<br />

gecommuniceerd; ook in geval<br />

van outsourcing.<br />

Iedereen in de organisatie<br />

kent zijn/haar rol en<br />

verantwoordelijkheden ten<br />

aanzien van de ICT systemen<br />

(bv. inzake beveiliging).<br />

In geval van centrale afname<br />

van de gemeenschappelijke ICTdienstverlener<br />

zijn de functies langs<br />

vraagzijde adequaat ingevuld en<br />

worden zij opgevolgd.<br />

Het management heeft een<br />

verantwoordelijke voor de<br />

beveiligingsproblematiek binnen<br />

de organisatie aangesteld.<br />

In geval van uitbesteding wordt de<br />

aanstelling van een ICT-security<br />

manager opgelegd en zijn rol en<br />

verantwoordelijkheden formeel<br />

vastgelegd.<br />

In het geval dat het beheer<br />

van de operationele omgeving<br />

binnen het beleidsdomein of<br />

agentschap niet gebeurt door<br />

de gemeenschappelijke ICTdienstverlener<br />

is een stuurgroep<br />

‘operationele ICT-veiligheid’<br />

aanwezig.


SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

Informatie en communicatietechnologie<br />

Binnen de organisatie bestaat<br />

voor alle data en systemen een<br />

verantwoordelijke (eigenaar) en<br />

de autorisaties van deze personen<br />

liggen vast en staan uitgeschreven;<br />

hierbij zijn de principes van<br />

functiescheiding gerespecteerd.<br />

In een grotere organisatie met een<br />

sterk uitgebouwde ICT-afdeling is<br />

een ICT-comité aanwezig.<br />

In geval geopteerd wordt voor<br />

uitbesteding, wordt een opsomming<br />

gemaakt van welke taken volgens<br />

welke criteria (specialisatie, kosten<br />

baten, afhankelijkheid, risico’s,…)<br />

intern dan wel extern kunnen<br />

worden toegewezen.<br />

Beheren van middelen Pro-actief en organisatiebreed worden de Een geactualiseerd ICT<br />

middelen (zowel personeel als hardware personeelsplan is aanwezig.<br />

en software) die vereist zijn voor het<br />

leveren van de verschillende ICT-diensten Het inhuren van personeel berust<br />

gemanaged.<br />

op een doordachte strategie en<br />

analyse, zodat onafhankelijkheid<br />

en een gezond evenwicht tussen<br />

extern en intern gewaarborgd blijft.<br />

De nodige capaciteit en<br />

competenties zijn in kaart gebracht<br />

en vorming en training worden<br />

voorzien.<br />

Kritische functies zijn in kaart<br />

gebracht en de gepaste<br />

<strong>controle</strong>maatregelen zijn<br />

voorzien (bv. functiescheiding,<br />

oplevering van documentatie,<br />

procesbeschrijvingen,…).<br />

Activiteiten uitgevoerd door<br />

externen worden nauwkeurig<br />

opgevolgd en ge<strong>controle</strong>erd.<br />

Onderhoud en ontwikkeling gebeurt<br />

volgens bepaalde kwaliteitscriteria.<br />

Incidenten/problemen worden<br />

opgevolgd en hieruit worden de<br />

nodige lessen getrokken.<br />

De ICT-uitgaven blijven binnen het<br />

afgesproken budget.<br />

Het budget voor ICT-diensten<br />

weerspiegelt de prioriteiten zoals uit<br />

het ICT-beleidsplan blijkt.<br />

85


86<br />

SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

Beveiliging Een ICT-veiligheidsbeleid is afgestemd op<br />

de doelstellingen van de organisatie.<br />

Continuïteitsplanning47 De impact van onverwachte<br />

gebeurtenissen wordt door het bestaan<br />

van een continuïteitsplan geminimaliseerd<br />

en de beschikbaarheid en<br />

continuïteit van ICT-systemen is<br />

gewaarborgd.<br />

De organisatie volgt de ICTinvesteringen<br />

en uitgaven<br />

nauwgezet op en stuurt bij indien<br />

nodig.<br />

De organisatie beschikt over een<br />

uitgeschreven ICT- veiligheidsbeleid,<br />

conform het strategisch ICTveiligheidsbeleid<br />

van de Vlaamse<br />

overheid.<br />

In het ICT-veiligheidsbeleid werden<br />

maatregelen uitgewerkt volgens<br />

o.a. het kosten/baten criterium en<br />

de ingeschatte risico’s (bv. i.f.v.<br />

het kritische karakter van de ICTsystemen).<br />

Onregelmatigheden worden<br />

opgevolgd.<br />

Beveiligingsprocedures, richtlijnen<br />

en voorschriften zijn uitgeschreven<br />

en gecommuniceerd.<br />

Een paswoordenpolitiek en<br />

procedures zijn aanwezig en<br />

minstens gelijkwaardig aan het<br />

paswoordenbeleid goedgekeurd<br />

door de Vlaamse regering.<br />

Sensibiliseringscampagnes<br />

worden binnen de organisatie<br />

opgezet om het bewustzijn bij de<br />

personeelsleden van het belang<br />

van beveiliging te stimuleren en te<br />

verhogen.<br />

Een Business Impact Analyse (BIA) is<br />

uitgevoerd.<br />

Een risico-analyse voor kritieke<br />

bedrijfsprocessen is uitgevoerd.<br />

Een geschikte bedrijfscontinuïteitsstrategie<br />

is geïdentificeerd.<br />

Bedrijfscontinuïteitsplannen zijn<br />

uitgewerkt, zowel voor incident- en<br />

crisisbeheer, crisiscommunicatie,<br />

herstel van processen (cf. thema<br />

doelstellingen, proces- en<br />

risicomanagement) als voor het<br />

herstel van de ICT-infrastructuur.<br />

Bedrijfscontinuïteitsplannen worden<br />

getest en onderhouden.<br />

47 Idealiter omvat het continuïteitsplan recovery procedures, communicatieprocedures, kritieke informatie rond data, klanten, gebruikers, de<br />

verschillende rollen en verantwoordelijkheden, een testplan en testresultaten, trainingssessies, backup procedures.


SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

Evaluatie en bijsturing ICT-processen worden periodiek<br />

beoordeeld op hun kwaliteit en de<br />

mate waarin zij nog voldoen aan de<br />

beheersingsdoelstellingen.<br />

10.3 Relevante documenten<br />

Informatie en communicatietechnologie<br />

Binnen de organisatie zijn<br />

opvolgings- en rapporteringssystemen<br />

inzake ICT aanwezig (bv. IT<br />

scorecards).<br />

In geval van uitbesteding worden<br />

SLA’s bepaald en binnen de<br />

organisatie beheerd.<br />

Klantentevredenheidsonderzoeken<br />

worden uitgevoerd omtrent de<br />

geleverde dienstverlening.<br />

Om de performantie en kwaliteit<br />

van de ICT-dienstverlening op<br />

te drijven en de mate waarin de<br />

ICT-processen beheerst worden<br />

na te gaan, worden verschillende<br />

instrumenten ingezet (bv. benchmarking,<br />

maturiteitsmodellen,<br />

<strong>interne</strong>/externe auditactiviteiten,…).<br />

Internationaal raamwerk COBIT en IT governance , http://www.isaca.org of http://www.itgi.org<br />

ICT site Vlaamse Overheid (standaardenbeleid, veiligheidsbeleid, paswoordenbeleid, nota omtrent<br />

validatiecriteria,…), http://ict.vlaanderen.be/<br />

Reglementering Overheidsopdrachten:<br />

- Wet van 24 december 1993 (BS van 22 januari 1995 en errata in BS van 25 februari 1997) betreffende de<br />

overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten<br />

- Koninklijk besluit van 8 januari 1996 (BS van 26 januari 1996 en errata in BS van 25 februari 1997) betreffende<br />

de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor<br />

openbare werken<br />

- Koninklijk besluit van 26 september 1996 (BS van 18 oktober 1996) tot bepaling van de algemene<br />

uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken<br />

Bijlage bij het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van<br />

de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken.<br />

Algemene aannemingsvoor-waarden voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken,<br />

leveringen en diensten en voor de concessies voor openbare werken<br />

Nieuwe wetgeving overheidsopdrachten die van toepassing zal worden nadat de Koning hiervoor de datum<br />

heeft vastgesteld<br />

Wet van 15 juni 2006 op de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en<br />

diensten (BS van 15 februari 2007)<br />

Wet van 16 juni 2006 betreffende de gunning, informatie aan kandidaten en inschrijvers en wachttermijn<br />

inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten (BS van 15<br />

februari 2007)<br />

Wet van 12 januari 2007 tot wijziging van de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor<br />

werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006 (BS van 15 februari 2007)<br />

Wet van 12 januari 2007 tot wijziging van de wet van 16 juni 2006 betreffende de gunning, informatie aan<br />

kandidaten en inschrijvers en wachttermijn inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor<br />

werken, leveringen en diensten (BS van 15 februari 2007)<br />

87


88<br />

INTEGRITEIT<br />

ACT<br />

PLAN<br />

DO<br />

CHECK<br />

HRM<br />

FIM<br />

EFFECTIVITEIT<br />

Belanghebbendenmanagement<br />

Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />

ORG<br />

CUL<br />

ICO<br />

Monitoringsystemen<br />

EFFICIENTIE<br />

FAM<br />

ICT<br />

Veranderingsmanagement<br />

KWALITEIT


11 Veranderingsmanagement<br />

11.1 Beschrijving<br />

11.1.1 Algemeen<br />

Veranderingsmanagement omvat het beheersen van het geheel van opdrachten die moeten worden<br />

uitgevoerd om van een organisatie ‘as is’ naar een organisatie ‘to be’ te evolueren. Verandering vindt plaats<br />

wanneer<br />

u de bestaansreden<br />

u en/of de missie<br />

u en/of de visie<br />

u en/of de organisatiedoelstellingen<br />

u en/of de organisatiestructuur<br />

u en/of de omgevingsfactoren<br />

van een organisatie fundamenteel wijzigen. Indien geen van deze factoren fundamenteel wordt<br />

gewijzigd, spreekt men niet over veranderingsmanagement, maar over projectmanagement (cf. thema<br />

organisatiestructuur).<br />

Om een veranderingstraject tot een goed einde te brengen zijn er drie, duidelijk te onderscheiden,<br />

fases te doorlopen. De eerste fase (planfase) wordt gekenmerkt door denkwerk en het bereiken van<br />

overeenstemming omtrent de veranderingsnoodzaak en de veranderingsdoelstellingen. De tweede fase is<br />

de implementatiefase om ten slotte te eindigen met de evaluatie- en consolidatiefase.<br />

Deze derde fase, met name de evaluatie- en consolidatiefase, zal hier niet verder worden besproken,<br />

aangezien het eigenlijke verandertraject dan al achter de rug is.<br />

11.1.2 Planfase<br />

Een verandertraject wordt opgestart wanneer de noodzaak tot verandering door het management en de<br />

belanghebbenden wordt onderschreven.<br />

De theoretische uitwerking van de gewenste situatie gebeurt op basis van een kloofanalyse48 . Een<br />

cruciale vraag daarbij is welke (f)actoren beïnvloedbaar zijn en welke niet. De doelstellingen van het<br />

veranderingsproject dienen SMART omschreven te worden, rekening houdend met de hieraan verbonden<br />

risico’s en eventuele bijhorende beheersmaatregelen.<br />

11.1.3 Implementatiefase<br />

Tijdens de implementatiefase wordt een uitgewerkt stappenplan uitgevoerd. In dit stappenplan wordt<br />

aangegeven over welke middelen en beslissingsbevoegdheden de eindverantwoordelijke beschikt.<br />

Indien het veranderingstraject omvangrijk of ingrijpend is, kan met deelprojecten worden gewerkt. Dit<br />

vraagt een duidelijke afbakening van deze deelprojecten, vastlegging van de beschikbare middelen en<br />

algemene coördinatie tussen de verschillende delen. Binnen elk deelproject en voor het hele project is<br />

projectmanagement aangewezen.<br />

Een goede communicatie- en informatiestrategie verhoogt de betrokkenheid van en het draagvlak bij het<br />

personeel en vermindert de weerstand.<br />

Tenslotte moet er over gewaakt worden dat de gewone bedrijfsvoering niet te zwaar lijdt onder de<br />

implementatie daar anders bijkomende problemen (in hoofdzaak achterstand) kunnen worden gecreëerd<br />

die de consolidatie en evaluatie negatief beïnvloeden.<br />

48 Door middel van een kloofanalyse wordt nagegaan wat het verschil is tussen de huidige en de gewenste situatie binnen de organisatie.<br />

Aan de hand van deze analyse kunnen de nodige maatregelen worden genomen om deze kloof te dichten.<br />

Veranderingsmanagement<br />

89


90<br />

11.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t.<br />

veranderingsmanagement<br />

SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

Planfase De beslissing tot verandering is gebaseerd<br />

op een grondige analyse van de huidige<br />

toestand.<br />

Zowel de externe belanghebbenden<br />

als het (top)management steunen de<br />

veranderingseis. De redenen waarom<br />

elk van hen de veranderingseis steunen,<br />

zijn gekend door de anderen.<br />

De gewenste situatie is duidelijk<br />

gedefinieerd. De doelstellingen van het<br />

veranderingsproces zijn bepaald en<br />

SMART gedefinieerd.<br />

De basisgegevens van de<br />

organisatie (cultuur, structuur,<br />

personeel,…) zijn geanalyseerd.<br />

De omgevingsfactoren waarin<br />

de organisatie opereert zijn<br />

geanalyseerd.<br />

De beslissing tot verandering is<br />

gebaseerd op de signalen (factoren<br />

en/of actoren) die uit deze analyses<br />

naar voor komen.<br />

Er is bepaald welke factoren en<br />

actoren beïnvloedbaar zijn door de<br />

organisatie zelf en welke niet.<br />

De noodzaak tot verandering is<br />

getoetst aan de verwachtingen<br />

van de verschillende betrokken<br />

externe belanghebbenden en het<br />

(top)management.<br />

Aan de verschillende betrokken<br />

belanghebbenden en het<br />

(top)management is duidelijk<br />

gemaakt wat in de huidige situatie<br />

niet goed is en / of wat in de<br />

toekomstige situatie beter zal zijn.<br />

Uitgaande van het primaat van<br />

de politiek werd de noodzaak aan<br />

verandering bepaald in overleg<br />

met de belanghebbenden en het<br />

topmanagement.<br />

De belanghebbenden en het<br />

(top)management geven elkaar<br />

duidelijk hun redenen om de<br />

verandering te steunen te kennen.<br />

De finaliteit van het<br />

veranderingsproces is zo<br />

gedefinieerd (SMART) dat het<br />

duidelijk is wat anders zal zijn in de<br />

situatie ‘to be’ ten opzichte van de<br />

situatie ‘as is’.<br />

Voor elk organisatie- of<br />

managementonderdeel is bepaald<br />

of het veranderingsproces er


SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

een impact op heeft. Indien er<br />

een impact is dienen SMART<br />

doelstellingen bepaald te worden.<br />

Specifiek: De doelstellingen en de<br />

finaliteit van het veranderingsproces<br />

zijn zo geformuleerd dat het<br />

duidelijk is wat er anders zal zijn in<br />

de gewenste situatie ten opzichte<br />

van de huidige situatie.<br />

Meetbaar: De voordelen van de<br />

gewenste situatie ten opzichte<br />

van de huidige situatie en ook de<br />

doelstellingen zijn kwalitatief en / of<br />

kwantitatief meetbaar.<br />

Deze voordelen en doelstellingen<br />

zijn ook meetbaar voor de<br />

belanghebbenden en de<br />

personeelsleden van de organisatie.<br />

Afgesproken: De betrokken<br />

belanghebbenden en de<br />

sleutelfiguren van de organisatie<br />

gaan akkoord met en/of zijn<br />

geïnformeerd over de finaliteit<br />

van het veranderingsproces en de<br />

geformuleerde doelstellingen.<br />

Realistisch: Bij het bepalen van de<br />

finaliteit van het veranderingsproces<br />

en de doelstellingen werd rekening<br />

gehouden met de voorgeschiedenis<br />

van de organisatie met betrekking<br />

tot veranderingen. Er werd<br />

nagegaan wat de faal- en<br />

succesfactoren waren.<br />

Realistisch: Bij het bepalen van de<br />

finaliteit van het veranderingsproces<br />

en de doelstellingen werd<br />

rekening gehouden met de<br />

veranderingsbereidheid en<br />

het veranderingspotentieel<br />

(achtergrond en cultuur) binnen de<br />

organisatie.<br />

Realistisch: De voorziene aanpak<br />

staat in verhouding tot de omvang<br />

van het veranderingsproject.<br />

Realistisch: Een goede communicatie-<br />

en informatiestrategie,<br />

uitgewerkt in een communicatieplan,<br />

omtrent de finaliteit<br />

van het veranderingsproces en<br />

Veranderingsmanagement<br />

91


92<br />

SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

De risico’s (welke, kans op voorkomen<br />

en impact) in geval van mislukking van<br />

het veranderingstraject zijn geïdentificeerd<br />

en er is een risicoaanpak<br />

uitgewerkt.<br />

Implementatiefase De mijlpalen van het veranderingstraject<br />

zijn gedefinieerd.<br />

Er is duidelijkheid omtrent de algemene<br />

leiding van het veranderingsproces.<br />

de doelstellingen, alsook een<br />

betrokkenheid (inspraak) van het<br />

personeel bij de bepaling ervan<br />

draagt bij tot het creëren van<br />

een draagvlak. Hoe breder het<br />

draagvlak hoe meer kans op succes<br />

een veranderingstraject heeft.<br />

De graad van inspraak is duidelijk<br />

bepaald zodat deze enerzijds<br />

effectief is maar anderzijds niet te<br />

vertragend werkt.<br />

Tijdsgebonden: Er is een realistisch<br />

tijdsschema bepaald voor de<br />

realisatie van de doelstellingen en<br />

het bereiken van de situatie ‘to<br />

be’ waarbij enerzijds de nodige<br />

flexibiliteit maar anderzijds ook de<br />

nodige rigiditeit voorzien is.<br />

De risico’s verbonden aan<br />

een mislukking van het<br />

veranderingstraject, alsook hun<br />

impact en kans op voorkomen zijn<br />

gekend.<br />

Er is bepaald welke risico’s<br />

aanvaardbaar zijn en welke niet.<br />

De risicoaanpak geeft aan hoe<br />

de onaanvaardbare risico’s<br />

beheerst zullen worden. Daarbij<br />

werd rekening gehouden met een<br />

kosten/baten-analyse.<br />

De mijlpalen in het veranderingstraject<br />

laten toe een kritische<br />

tussenbalans op te maken<br />

van de vooruitgang tijdens de<br />

implementatiefase.<br />

Indien de vooropgestelde situatie<br />

niet overeenstemt met de bereikte<br />

situatie, is bepaald wie bevoegd is<br />

om de nodige correctieve acties te<br />

ondernemen.<br />

Er is formeel bepaald wie het<br />

algemene veranderingstraject leidt.<br />

Er is formeel bepaald welke<br />

(beslissings)bevoegdheden deze<br />

algemene leiding in het kader van<br />

het veranderingstraject heeft en<br />

hoe deze bevoegdheden zich


SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

Er is duidelijkheid omtrent de<br />

taakverdeling.<br />

Binnen elk deelproject wordt<br />

projectmanagement toegepast.<br />

Er is een communicatie- en<br />

informatiestrategie bepaald en<br />

deze wordt uitgevoerd.<br />

verhouden ten opzichte van de<br />

normale bevoegdheidsverdeling<br />

in het kader van het ‘ongoing<br />

management’.<br />

Voor elke stap of deelproject is een<br />

verantwoordelijke aangewezen.<br />

Er is formeel bepaald welke<br />

(beslissings)bevoegdheden deze<br />

verantwoordelijke in het kader<br />

van het veranderingstraject heeft<br />

en hoe deze bevoegdheden zich<br />

verhouden ten opzichte van de<br />

normale bevoegdheidsverdeling<br />

in het kader van het ‘ongoing<br />

management’.<br />

Het totaal der beschikbare<br />

middelen (financieel, personeel,<br />

tijdsbesteding,…) voor het<br />

project en de verdeling ervan<br />

over de verschillende stappen of<br />

deelprojecten is vastgelegd.<br />

Er zijn afspraken gemaakt omtrent<br />

de coördinatie van de verschillende<br />

deelprojecten.<br />

Zie thema Organisatiestructuur<br />

(projectmanagement).<br />

Communiceer en informeer omtrent<br />

het implementatieplan.<br />

Alle informatie is consequent en niet<br />

tegenstrijdig.<br />

Iedereen binnen de<br />

organisatie is betrokken bij het<br />

veranderingstraject om zo het<br />

nodige draagvlak te creëren en<br />

alle beschikbare expertise aan te<br />

wenden.<br />

Er is bepaald hoe de inspraak/<br />

betrokkenheid van personeelsleden<br />

tijdens de implementatiefase<br />

georganiseerd is.<br />

Een strategie voor het omgaan met<br />

weerstand is uitgewerkt.<br />

Bij het opstellen van het<br />

communicatie- en informatieplan,<br />

alsook bij het bepalen van de<br />

Veranderingsmanagement<br />

93


94<br />

SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />

ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />

Gedurende de implementatiefase wordt<br />

de reguliere werking van de organisatie<br />

verzekerd.<br />

11.3 Relevante documenten en websites<br />

betrokkenheid werd bijzondere<br />

aandacht besteed aan het<br />

probleem van weerstand.<br />

Het communicatieplan maakt aan<br />

alle personeelsleden duidelijk wat<br />

voor hen de voordelen in de situatie<br />

‘to be’ ten opzichte van de situatie<br />

‘as is’ zullen zijn.<br />

De nodige maatregelen worden<br />

genomen om de gewone<br />

bedrijfsvoering zo normaal mogelijk<br />

te laten verlopen.<br />

Algemeen<br />

M. Andriessen, T. Steen en A. Hondeghem (2003), Leiderschap vanuit verandering, (Rapport binnen het spoor<br />

Veranderingsmanagement van het Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen) Steunpunt Beleidsrelevant<br />

Onderzoek. Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen, Leuven, 2003, 61 p.<br />

M. Andriessen, T. Steen en A. Hondeghem, Aandachtspunten in het veranderingsproces. Methodologie om<br />

de roep om verandering te beantwoorden, in VTOM, jaargang 2003, nummer 1, p. 21-28.<br />

Van Duren A. en van Manen A., Integraal veranderingsmanagement, Van Gorcum Assen, 135 p., 1995. ISBn-<br />

109023226747.<br />

Rubriek Verandermanagement op http://www.managementsite.net.<br />

Risico’s bij verandering<br />

Anderson M., Systems make it possible, People make it happen<br />

http://www.changedrivers.com.au/DrivingChange/Changerisk.htm.


12. Verklarende woordenlijst<br />

- APKB: Algemeen Principes Koninklijk Besluit<br />

- BIA: Business Impact Analyse<br />

Zijn technieken en methodes om bedrijfsimpact te identificeren, kwantificeren en kwalificeren, samen met<br />

het effect op de organisatie, in geval van verlies, onderbreking of verstoring van de kritieke processen en<br />

hun afhankelijkheden<br />

- CAF: Common Assessment Framework<br />

- COSO: the COmmitee of Sponsoring Organisations (of the Treadway Commission): deze commissie<br />

publiceerde in 1992 het “Internal Control – Integrated Framework”.<br />

- EIKE: effectiviteit, integriteit, kwaliteit en efficiëntie<br />

- ERM: Enterprise and Risk Management framework<br />

- EFQM: European Foundation for Quality Management<br />

- EVA: Extern Verzelfstandigd Agentschap<br />

- HR: Human Resources<br />

- HRM: Human Resources Management<br />

- ICT: Information and Communication Technology<br />

- InTOSAI: International Organisation of Supreme Audit Institutions<br />

- IiP: Investors In People<br />

Bij Investors in People (IiP) staan de werknemers centraal. Zij vormen het menselijk kapitaal en maken in een<br />

organisatie het verschil. Het is daarom belangrijk dat de strategie en de doelstellingen van de organisatie<br />

vertaald worden naar de individuele medewerkers. In veel gevallen weet alleen de top van de organisatie<br />

wat de visie, de missie en het beleid zijn. De individuele medewerkers kennen vaak het bestaan niet, laat<br />

staan dat zij zich er bij betrokken voelen. IiP biedt de structuur voor een personeelsbeleid dat is gekoppeld<br />

aan de langetermijnplanning van de organisatie. De organisatie investeert op die wijze permanent,<br />

systematisch en vanuit strategisch perspectief in het leren en ontwikkelen van alle medewerkers.<br />

IiP is een hulpmiddel voor leidinggevenden om hun organisatie te veranderen in een lerende organisatie<br />

die werkt met de competenties van haar medewerkers. Doelgerichte ontwikkeling is daarbij meer dan<br />

scholing en opleiding en omvat alles wat organisaties helpt om zichzelf te leren verbeteren. Het IiPkeurmerk<br />

gaat opleidingsactiviteiten koppelen aan de organisatiedoelstellingen.<br />

IiP is een verbeterproces dat gekoppeld is aan de managementcyclus. Hoe dit in een organisatie verloopt<br />

is afhankelijk van de ontwikkelingsfase en de cultuur van de organisatie. IiP is, zoals alle modellen, slechts<br />

een instrument om het proces op maat vorm te geven. Als het opgezette verbeterproces volgens<br />

bepaalde criteria is afgelegd, krijgt de organisatie het certificaat Investor in People.<br />

- IKZ: Integrale KwaliteitsZorg<br />

- IVA: Intern Verzelfstandigd Agentschap<br />

- Kloofanalyse<br />

Door middel van een kloofanalyse wordt nagegaan wat het verschil is tussen de huidige en de gewenste<br />

situatie binnen de organisatie. Aan de hand van deze analyse kunnen de nodige maatregelen worden<br />

genomen om deze kloof te dichten<br />

- P&O: Personeel & Organisatie<br />

- PDCA- of Demingcyclus: Plan Do Check Act-cyclus<br />

95


96<br />

- PLOEG: Planning, Leiding geven, Opvolgen, Evalueren en Gewaardeerd worden<br />

- SLA: Service Level Agreement<br />

Het beheer van SLA’s is een proces van overeenkomen, monitoren, rapporteren en bijsturen, dat ervoor<br />

zorgt dat de vooraf afgesproken kwaliteit inzake ICT dienstverlening wordt geleverd aan alle klanten<br />

(gebruikers,…) en dit tegen een aanvaardbare kost.<br />

Een Service Level Agreement is een document dat de metingen en vereisten specificeert die kunnen<br />

gebruikt worden om te bepalen of een geleverde dienst voldoet aan de vereisten van de business. Het<br />

omvat o.m.:<br />

- een korte beschrijving van elke service;<br />

- meetbare objectieven+indicatoren incl. een duidelijke omschrijving + randvoorwaarden en normen;<br />

- data van nazicht (wijze van meting en beoordeling);<br />

- boeteclausules;<br />

- handtekening.<br />

- Span of control<br />

De ‘span of control’ heeft betrekking op het aantal personeelsleden waarover iemand leiding en<br />

<strong>controle</strong>bevoegdheid heeft.<br />

- SMART: Specifiek, Meetbaar, Aanvaard/Afgesproken, Realistisch en Tijdsgebonden<br />

- TQM: Total Quality Management<br />

- Verbintenis<br />

Een verbintenis is elke rechtshandeling die een verplichting tot betaling tot gevolg heeft of kan hebben.<br />

Die rechtshandeling kan diverse vormen aannemen zoals een overeenkomst, een bestelling, een<br />

subsidiebesluit, een borgstelling, een geschil, enz. De verplichting tot betaling kan onmiddellijk of op<br />

termijn ontstaan, al dan niet na ontvangst van een schuldvordering, en kan van bepaalde voorwaarden<br />

afhangen.<br />

- VTO: vorming, training en opleiding<br />

- 360° Feedback<br />

Is een vorm van feedback verzamelen waarbij alle belanghebbenden bij iemands prestaties hun inbreng<br />

leveren (leidinggevende, collega’s en medewerkers en klanten).


Werkgroep leidraad <strong>interne</strong> <strong>controle</strong><br />

Boudewijnlaan 30<br />

1000 Brussel<br />

02-553 03 75<br />

<strong>interne</strong><strong>controle</strong>@vlaanderen.be


Coördinatie en eindredactie<br />

Technische werkgroep <strong>interne</strong> <strong>controle</strong><br />

Carolina Stevens, Herman Panneels, Kurt Debruyne,<br />

Leo Van Loo, Lieven Tydgat, Mark Vandersmissen,<br />

Rita Berckmans, Tina Ponjaert, Willy Verschuere.<br />

Verantwoordelijke uitgever<br />

Departement <strong>Bestuurszaken</strong><br />

Luc Lathouwers<br />

Secretaris-generaal<br />

Boudewijnlaan 30<br />

1000 Brussel<br />

Lay-out<br />

Agentschap voor Facilitair Management<br />

Digitale Drukkerij <strong>Bestuurszaken</strong><br />

Nadia De Braekeler<br />

Wettelijk depotnummer<br />

D/2007/3241/322<br />

Uitgave<br />

Januari 2008

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!