Leidraad interne controle/organisatiebeheersing - Bestuurszaken
Leidraad interne controle/organisatiebeheersing - Bestuurszaken
Leidraad interne controle/organisatiebeheersing - Bestuurszaken
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
L eidraad<br />
Interne Controle<br />
Organisatiebeheersing
Coördinatie en eindredactie<br />
Technische werkgroep <strong>interne</strong> <strong>controle</strong><br />
Carolina Stevens, Herman Panneels, Kurt Debruyne,<br />
Leo Van Loo, Lieven Tydgat, Mark Vandersmissen,<br />
Rita Berckmans, Tina Ponjaert, Willy Verschuere.<br />
Verantwoordelijke uitgever<br />
Departement <strong>Bestuurszaken</strong><br />
Luc Lathouwers<br />
Secretaris-generaal<br />
Boudewijnlaan 30<br />
1000 Brussel<br />
Lay-out<br />
Agentschap voor Facilitair Management<br />
Digitale Drukkerij <strong>Bestuurszaken</strong><br />
Nadia De Braekeler<br />
Wettelijk depotnummer<br />
D/2007/3241/322<br />
Uitgave<br />
Januari 2008
<strong>Leidraad</strong><br />
Interne Controle / Organisatiebeheersing
2<br />
Werkgroep ‘Verfijning leidraad <strong>interne</strong> <strong>controle</strong>’<br />
Luc Lathouwers, secretaris-generaal departement <strong>Bestuurszaken</strong><br />
Hedwig Van der Borght, secretaris-generaal departement Financiën en Begroting<br />
Eddy Guilliams, administrateur-generaal Interne Audit van de Vlaamse Administratie<br />
Mark Vandersmissen, Interne Audit van de Vlaamse Administratie<br />
Carolina Stevens, departement <strong>Bestuurszaken</strong><br />
Willy Verschuere, departement Financiën en Begroting<br />
Jan Debucquoy, Rekenhof<br />
Marc De Wolf, Rekenhof<br />
Lieven Tydgat, Rekenhof<br />
Tina Ponjaert, beleidsdomein Onderwijs en Vorming<br />
Rita Berckmans, VDAB<br />
Leo Van Loo, Kind en Gezin<br />
Kurt Debruyne, Inspectie van Financiën<br />
Bert Maertens, kabinet Minister Bourgeois<br />
Martin Ruebens, kabinet Minister-President Peeters<br />
Karel Hauman, kabinet Viceminister-President Van Mechelen<br />
Bijgewerkt tot 1 december 2007
Woord Vooraf<br />
Het hervormingsproces Beter Bestuurlijk Beleid besteedt veel aandacht aan <strong>interne</strong> <strong>controle</strong> of<br />
<strong>organisatiebeheersing</strong>. Meer operationele autonomie houdt ook in dat elke organisatie verantwoordt welk<br />
beleid is gevoerd en welke doelstellingen zijn behaald. Een goede <strong>organisatiebeheersing</strong> zorgt ervoor dat<br />
een organisatie is afgestemd op het behalen van haar doelstellingen en biedt een redelijke zekerheid dat die<br />
doelstellingen ook werkelijk worden bereikt.<br />
Organisatiebeheersing of <strong>interne</strong> <strong>controle</strong> betekent geen extra werk “bovenop” de normale werking.<br />
Binnen iedere organisatie bestaan al heel wat maatregelen al is zij zich daar niet altijd even bewust van. De<br />
voorliggende leidraad biedt een referentiekader om het bestaand <strong>interne</strong> <strong>controle</strong>systeem te identificeren,<br />
in kaart te brengen én verder te ontwikkelen. Daarnaast wordt ook een evaluatierooster ter beschikking<br />
gesteld als hulpmiddel bij de uitvoering van een zelfevaluatie.<br />
De verantwoordelijkheid om een degelijke <strong>organisatiebeheersing</strong> uit te bouwen ligt bij de lijnmanager. Hij of<br />
zij kan dit echter niet alleen. Interne <strong>controle</strong> is, net als kwaliteit, een zaak waar iedereen in de organisatie<br />
elke dag opnieuw mee bezig hoort te zijn. Een organisatie kan de leidraad gebruiken om alle neuzen in<br />
dezelfde richting te krijgen en alle medewerkers nog bewuster te maken van het belang van <strong>interne</strong> <strong>controle</strong><br />
en hen te betrekken bij een stelselmatige verbetering van de organisatie(beheersing).<br />
Veel succes met het gebruik van deze leidraad.<br />
Kris Peeters Dirk Van Mechelen Geert Bourgeois<br />
Minister-President van Viceminister-President van Vlaams Minister van<br />
de Vlaamse Regering de Vlaamse Regering <strong>Bestuurszaken</strong>,<br />
Vlaams Minister van Vlaams Minister van Financiën Buitenlands Beleid,<br />
Institutionele Hervormingen en Begroting en Media en Toerisme<br />
Havens, Landbouw, Zeevisserij Ruimtelijke Ordening<br />
en Plattelandsbeleid<br />
3
Inhoudsopgave<br />
I. InLEIDInG 7<br />
I ALGEMEnE SITUERInG 9<br />
2 DOEL En FILOSOFIE VAn DE LEIDRAAD 10<br />
3 RAAMWERKEn 11<br />
3.1 COSO, ERM en InTOSAI 11<br />
3.2 Deugdelijk overheidsbestuur 11<br />
3.3 Relatie met het CAF-model 12<br />
3.4 Beleid en doelstellingen 13<br />
4 STRUCTUUR LEIDRAAD 14<br />
5 DE LEIDRAAD ALS ZELFEVALUATIE-InSTRUMEnT 16<br />
II. THEMA’S VAn ORGAnISATIEBEHEERSInG 17<br />
1 DOELSTELLInGEn, PROCES- En RISICOMAnAGEMEnT 19<br />
1.1 Beschrijving 19<br />
1.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t. 22<br />
doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />
1.3 Relevante documenten en websites 27<br />
2 BELAnGHEBBEnDEnMAnAGEMEnT 29<br />
2.1 Beschrijving 29<br />
2.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t. 30<br />
belanghebbendenmanagement<br />
2.3 Relevante documenten 31<br />
3 MOnITORInG 33<br />
3.1 Beschrijving 33<br />
3.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t. monitoring 34<br />
3.3 Relevante documenten en websites 36<br />
5
6<br />
4 ORGAnISATIESTRUCTUUR 39<br />
4.1 Beschrijving 39<br />
4.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t. 40<br />
organisatiestructuur en projectmanagement<br />
4.3 Relevante documenten 45<br />
5 HUMAn RESOURCES MAnAGEMEnT (HRM) 47<br />
5.1 Beschrijving 47<br />
5.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t. HRM 47<br />
5.3 Relevante documenten en websites 54<br />
6 ORGAnISATIECULTUUR 57<br />
6.1 Beschrijving 57<br />
6.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t. organisatiecultuur 58<br />
6.3 Relevante documenten en websites 61<br />
7 InFORMATIE En COMMUnICATIE 63<br />
7.1 Beschrijving 63<br />
7.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t. informatie 64<br />
en communicatie<br />
7.3 Relevante documenten en websites 67<br />
8 FInAnCIEEL MAnAGEMEnT 69<br />
8.1 Beschrijving 69<br />
8.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t. financieel 70<br />
management<br />
8.3 Relevante documenten en websites 73<br />
9 FACILITYMAnAGEMEnT 75<br />
9.1 Beschrijving 75<br />
9.2 Doelstellingen enbeheersmaatregelen m.b.t.<br />
facilitymanagement 76<br />
9.3 Relevante documenten en websites 79<br />
10 InFORMATIE En COMMUnICATIETECHnOLOGIE (ICT) 81<br />
10.1 Beschrijving 81<br />
10.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t. ICT 82<br />
10.3 Relevante documenten 87<br />
11 VERAnDERInGSMAnAGEMEnT 89<br />
11.1 Beschrijving 89<br />
11.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t. veranderingsmanagement 90<br />
11.3 Relevante documenten en websites 94<br />
12 VERKLAREnDE WOORDEnLIJST 95
I. Inleiding<br />
7
I. Algemene situering<br />
Het hervormingsproces Beter Bestuurlijk Beleid kent het lijnmanagement meer operationele autonomie<br />
toe en koppelt daaraan een grotere responsabilisering. Het management is verantwoordelijk om, binnen<br />
de beleids- en beheerscyclus, de activiteiten op het vlak van ‘sturen’, ‘beheersen’, ‘verantwoorden’ en<br />
‘toezicht houden’ met de nodige openheid, integriteit en verantwoordingsplicht uit te voeren. Dat geheel<br />
van beheersmaatregelen wordt ook <strong>interne</strong> <strong>controle</strong> of <strong>organisatiebeheersing</strong> genoemd. Het kan worden<br />
omschreven als het proces dat door het management én het personeel wordt ondernomen om redelijke<br />
zekerheid te krijgen dat de doelstellingen van de organisatie worden gerealiseerd.<br />
Interne <strong>controle</strong> of <strong>organisatiebeheersing</strong> is niet nieuw. Iedereen is er dagelijks mee bezig, ook al is dat niet<br />
altijd bewust. Met behulp van de leidraad kan het bestaande <strong>interne</strong> <strong>controle</strong>systeem worden geëxpliciteerd<br />
en verfijnd. Interne <strong>controle</strong> / <strong>organisatiebeheersing</strong> is immers, net als het kwaliteitsbewustzijn, een zaak van<br />
iedereen.<br />
Artikel 33 van het kaderdecreet bestuurlijk beleid (hierna ‘kaderdecreet’ genoemd) bepaalt dat de<br />
departementen, de intern verzelfstandigde agentschappen en de extern verzelfstandigde agentschappen<br />
moeten instaan voor de <strong>interne</strong> <strong>controle</strong> van hun bedrijfsprocessen en activiteiten.<br />
Interne <strong>controle</strong> is volgens het decreet in het bijzonder gericht op:<br />
u het effectief en efficiënt beheer van risico’s<br />
u de betrouwbaarheid van de financiële en beheersrapportering<br />
u de naleving van de regelgeving en de procedures<br />
u de effectieve en efficiënte werking van de diensten<br />
u de bescherming van activa.<br />
Op 1 september 2006 keurde de Vlaamse Regering de nota ‘De generieke elementen van de<br />
beheersovereenkomsten in de vernieuwde Vlaamse overheid’ goed. Die nota bepaalt dat iedere<br />
beheersovereenkomst onderstaande formulering inzake <strong>interne</strong> <strong>controle</strong> moet bevatten. Tevens<br />
werd beslist dat ook de departementen deze generieke principes via de individuele planning of<br />
managementovereenkomst moeten opnemen.<br />
“Uiterlijk één jaar na aanvang van de beheersovereenkomst beschikt het agentschap over een<br />
uitgeschreven en gedocumenteerd systeem van <strong>interne</strong> <strong>controle</strong>, opvraagbaar door de functioneel<br />
bevoegde minister en de ministers bevoegd voor Financiën & Begroting en <strong>Bestuurszaken</strong>, dat in minstens de<br />
elementen zoals bepaald in artikel 33 van het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid behelst.<br />
Vanaf het tweede jaar na aanvang van de beheersovereenkomst wordt het proces van <strong>interne</strong> <strong>controle</strong><br />
minstens één maal per jaar door het management geëvalueerd op zijn actualiteit, eventueel bijgewerkt en<br />
opnieuw gevalideerd.”<br />
Op 20 juli 2007 (VR/2007/20.07/MED.12) werd deze generieke bepaling gewijzigd. Een entiteit die eind<br />
2008 beschikt over een stappenplan dat aangeeft hoe zij een uitgewerkt systeem van <strong>interne</strong> <strong>controle</strong> /<br />
<strong>organisatiebeheersing</strong> (minstens maturiteitsniveau 3) zal behalen, krijgt ruimte tot eind 2010 in plaats van tot<br />
eind 2008.<br />
De voorliggende leidraad is opgesteld door de werkgroep “verfijning leidraad <strong>interne</strong> <strong>controle</strong>” op basis<br />
van de leidraad van de Interne Audit van de Vlaamse Administratie. De departementen <strong>Bestuurszaken</strong>,<br />
Financiën en Begroting, Interne Audit van de Vlaamse Administratie, het Rekenhof, Inspectie van Financiën<br />
en vertegenwoordigers van de verzelfstandigde agentschappen en departementen werkten hieraan mee.<br />
De betrokkenheid van deze <strong>controle</strong>-instanties geeft aan dat zij deze leidraad als een volwaardig instrument<br />
voor <strong>organisatiebeheersing</strong> beschouwen.<br />
ALGEMENE SITUERING<br />
9
10<br />
2. Doel en filosofie van de leidraad<br />
De leidraad <strong>interne</strong> <strong>controle</strong> / <strong>organisatiebeheersing</strong> wil het begrip “<strong>interne</strong> <strong>controle</strong>” op een bevattelijke<br />
wijze schetsen. De leidraad geeft aan de hand van een aantal doelstellingen aan welke elementen<br />
aanwezig moeten zijn om te komen tot een redelijke beheersing van de activiteiten of processen. De<br />
leidraad steunt daarvoor op het concept van de <strong>organisatiebeheersing</strong>, dat synoniem is voor <strong>interne</strong><br />
<strong>controle</strong> op organisatieniveau.<br />
Organisatiebeheersing omvat de wijze waarop een organisatie (departement, EVA, IVA met en zonder<br />
rechtspersoonlijkheid) haar doelstellingen bepaalt, hoe zij zich organiseert om die doelstellingen op een<br />
efficiënte, effectieve, ethische en kwaliteitsvolle manier tot stand te brengen, op te volgen en tijdig bij<br />
te sturen waar nodig en hoe zij verantwoording aflegt aan haar belanghebbenden. In een top-down<br />
benadering van <strong>interne</strong> <strong>controle</strong> / <strong>organisatiebeheersing</strong> is het raadzaam dat eerst de algemene<br />
voorwaarden omtrent aansturing en beheersing van een organisatie vervuld zijn alvorens te focussen op de<br />
proces- en taakgebonden <strong>controle</strong>s.<br />
Om de mate van <strong>organisatiebeheersing</strong> te beoordelen, wordt de volledige ‘management control cyclus’<br />
doorlopen. Die cyclus wordt in de Angelsaksische literatuur kort aangeduid met ‘plan, do, check, adjust (of<br />
act) (PDCA-cyclus)’.<br />
u Plan: het plannen focust op de organisatiedoelstellingen zelf en de wijze waarop deze doelstellingen tot<br />
stand zijn gekomen.<br />
u Do: na vastlegging van de organisatiedoelstellingen wordt de organisatie zo uitgebouwd dat ze deze<br />
doelstellingen kan realiseren op een efficiënte, effectieve, ethische en kwaliteitsvolle manier.<br />
u Check: om erover te waken dat de ontplooide activiteiten maximaal gericht zijn op de realisatie van de<br />
doelstellingen is een regelmatige opvolging noodzakelijk.<br />
u Adjust/act: op basis van de vergaarde opvolgingsinformatie zal waar nodig bijsturing plaats vinden.<br />
De leidraad <strong>interne</strong> <strong>controle</strong> / <strong>organisatiebeheersing</strong> is bedoeld als referentiekader om een zelfevaluatie<br />
van de <strong>organisatiebeheersing</strong> uit te voeren. Met behulp van de beheersmaatregelen of stellingen kan<br />
elke organisatie per deelthema nagaan in welke mate de eigen beheersmaatregelen al voldoende zijn of<br />
dat verdere uitwerking vereist is. Deze zelfevaluatie dient steeds met de nodige kennis van de organisatie<br />
uitgevoerd te worden.<br />
Het documenteren van de maatregelen inzake <strong>organisatiebeheersing</strong> is geen doel op zich, maar een<br />
hulpmiddel voor de organisatie om zich ervan te verzekeren dat alle nodige beheersmaatregelen genomen<br />
zijn, om nieuwe mensen op te leiden, om op terug te vallen wanneer iets fout gaat, enzovoort.<br />
De inhoud van de leidraad is misschien vanzelfsprekend voor grote organisaties die al vertrouwd zijn met<br />
de begrippen “<strong>interne</strong> <strong>controle</strong>” en “<strong>organisatiebeheersing</strong>”, maar kan kleine organisaties afschrikken. Een<br />
goede <strong>organisatiebeheersing</strong> is afgestemd op het type van organisatie, haar opdracht of andere specifieke<br />
organisatiekenmerken.<br />
Deze zelfevaluatie vormt de basis voor een actieplan om het organisatie-/beheersinstrumentarium te<br />
verbeteren en het maturiteitsniveau van de <strong>organisatiebeheersing</strong> stelselmatig te verhogen.
3. Raamwerken<br />
De leidraad verenigt de thema’s van het COSO- 1 / ERM-model 2 (zie 3.1 COSO, ERM en InTOSAI) en de<br />
principes van deugdelijk overheidsbestuur (zie 3.2 Deugdelijk Overheidsbestuur) om een zo ruim mogelijke<br />
invulling te geven aan het begrip <strong>interne</strong> <strong>controle</strong> / <strong>organisatiebeheersing</strong>. Deze raamwerken leveren de<br />
theoretische onderbouw voor een efficiënte, effectieve, kwaliteitsvolle en ethische organisatie(beheersing).<br />
De praktische uitwerking van de thema’s voor <strong>organisatiebeheersing</strong> maakt zoveel mogelijk gebruik van<br />
normen die algemeen aanvaard zijn binnen de Vlaamse administratie.<br />
Er dient opgemerkt te worden dat de raamwerken zoals COSO en InTOSAI3 <strong>interne</strong> <strong>controle</strong> niet alleen<br />
organisatiebreed benaderen, maar ook vragen dat de <strong>interne</strong> <strong>controle</strong> op lagere niveaus van de organisatie<br />
(zoals afdelingen, budgetcentra, …) op orde is. In deze leidraad worden voor die lagere niveaus geen te<br />
behalen minima of prioriteiten vooropgesteld.<br />
3.1 COSO, ERM en INTOSAI<br />
Het COSO-model is een internationaal aanvaard referentiekader voor <strong>interne</strong> <strong>controle</strong>. Volgens het COSOraamwerk<br />
bestaat <strong>interne</strong> <strong>controle</strong> uit vijf componenten die elkaar wederzijds beïnvloeden en die er samen<br />
voor zorgen dat het management de organisatie op een degelijke manier beheerst. Die componenten zijn:<br />
de <strong>controle</strong>omgeving, de risicoanalyse, de <strong>controle</strong>activiteiten, informatie en communicatie, en tenslotte<br />
monitoring.<br />
Het ERM-raamwerk (ook COSO II genoemd) is een model voor geïntegreerd risicomanagement. Het beschrijft<br />
het proces van identificatie, evaluatie, beheersing en communicatie van risico’s vanuit een geïntegreerd<br />
en organisatiebreed perspectief. Het raamwerk bevat acht componenten: <strong>interne</strong> omgeving, bepalen van<br />
doelstellingen, identificatie van risico’s, inschatten van risico’s, beheersen van risico’s, implementeren van<br />
<strong>interne</strong> <strong>controle</strong>maatregelen, informatie en communicatie en monitoring. Het ERM-raamwerk beschouwt<br />
<strong>interne</strong> <strong>controle</strong>, zoals uitgewerkt in het COSO-raamwerk, als één van de manieren om risico’s te beheersen.<br />
InTOSAI heeft het COSO-raamwerk aangepast voor de publieke sector. Het legt meer nadruk op ethisch<br />
gedrag, voorkomen van fraude en corruptie en vrijwaren van overheidsmiddelen.<br />
3.2 Deugdelijk overheidsbestuur<br />
Volgens de toelichting bij het kaderdecreet houdt deugdelijk overheidsbestuur (government governance)<br />
in dat alle activiteiten van de beleids- en beheerscyclus (sturen, beheersen, verantwoorden en toezicht<br />
houden) met de nodige openheid, integriteit en verantwoordingsplicht worden uitgevoerd.<br />
De overheidssector staat vanuit de maatschappij onder druk om met minder middelen een betere<br />
dienstverlening aan te bieden. De burger wil waar voor zijn belastinggeld. Daarbij moet de overheid<br />
ook het algemeen belang en de individuele rechten van de burgers beschermen. Haar dienstverlening<br />
moet dan ook op een ethisch verantwoorde wijze gebeuren, met respect voor de 3 R’s (rechtmatigheid,<br />
rechtszekerheid en rechtsgelijkheid).<br />
Daarom legt deze leidraad bij de doorlichting van de <strong>organisatiebeheersing</strong> de klemtoon op de mate<br />
waarin de organisatie effectief, efficiënt, ethisch en kwaliteitsvol werkt. Dat veronderstelt een duidelijke<br />
verantwoordelijkheidsafbakening tussen de betrokken actoren (parlement, regering, administratie en burger)<br />
en het verschaffen van transparante verantwoordingsinformatie aan de overheid en de burger over het<br />
bereiken van de doelstellingen.<br />
Een recente trend is de groeiende aandacht voor duurzame ontwikkeling4 (sustainability). Het beheersen<br />
van de organisatie, het werken aan kwaliteit en het behouden van een externe focus (omgevingsanalyse en<br />
belanghebbendenmanagement) gaan immers hand in hand.<br />
1 “Internal Control – Integrated Framework” van the Commitee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission (1992).<br />
2 ERM: Enterprise Risk Management Framework.<br />
3 INTOSAI: International Organisation of Supreme Audit Institutions: http://www.intosai.org/en/portal/documents/intosai/audit_related/documentsgoal1/.<br />
4 Voor het in kaart brengen van de duurzame ontwikkeling binnen de organisatie en het beleidsdomein is er de DOMA handleiding (met scoreblad).<br />
Duurzame ontwikkeling werd bovendien decretaal verankerd op 9 november 2007: http://www2.vlaanderen.be/ned/sites/snelinfo/snelinfo2007/0755.htm.<br />
11
12<br />
3.3 Relatie met het CAF-model<br />
De leidraad <strong>interne</strong> <strong>controle</strong> / <strong>organisatiebeheersing</strong> vertoont een aantal gelijkenissen en parallellen met het<br />
CAF-model5 . Toch zijn er een aantal essentiële verschillen en belangrijke nuances.<br />
u Zoals aangegeven vindt de leidraad zijn oorsprong in COSO en ERM, raamwerken voor <strong>interne</strong> <strong>controle</strong>.<br />
Het CAF-model is afgeleid van het EFQM-model6 , een managementmodel voor ‘kwaliteit’ in brede zin (zie<br />
www.kwaliteitsnetwerk.be).<br />
u De leidraad focust op ‘<strong>organisatiebeheersing</strong>’, terwijl het CAF-model zich richt op ‘organisatieverbetering’.<br />
Vanzelfsprekend leidt ook de leidraad tot organisatieverbetering, maar door de verschillende invalshoek<br />
en finaliteit, kan het resultaat van een zelfevaluatie verschillend zijn naargelang het gehanteerde model<br />
(bv. een maatregel ter verbetering van de klantgerichtheid kan in conflict komen met een principe van<br />
<strong>interne</strong> <strong>controle</strong> zoals ‘functiescheiding’).<br />
u De leidraad resulteert in een actieplan met betrekking tot de aanwezigheid en aangepastheid van<br />
instrumenten om de organisatie te beheersen, terwijl het CAF-model zich richt op acties om de resultaten<br />
te verbeteren ten aanzien van de burger/klant, de medewerkers, de omgeving en de kernactiviteiten.<br />
u De leidraad gaat vooral in op de organisatorische randvoorwaarden (‘factoren’ in CAF-jargon), maar<br />
minder op de resultaatsgebieden. Die randvoorwaarden worden gedetailleerder uitgewerkt dan in het<br />
CAF-model.<br />
naast de aangehaalde verschillen zijn er ook opvallende gelijkenissen tussen beide modellen.<br />
u Zowel de leidraad als het CAF-model maken een ‘foto’ van de organisatie. Op basis van die<br />
momentopname worden zowel de sterke punten als de verbeterpunten van de organisatie in kaart<br />
gebracht en wordt een actieplan met verbeteracties opgesteld.<br />
u Beide modellen gebruiken de PDCA-cyclus (plan, do, check, act) om de maturiteit in te schatten (bij de<br />
leidraad) of scores toe te kennen (bij het CAF).<br />
u Door de zelfevaluatie periodiek te herhalen, is het mogelijk de eigen ontwikkeling van de organisatie bij<br />
beide modellen op te volgen.<br />
Informatie verzameld bij een CAF-zelfevaluatie, is bruikbaar bij een zelfevaluatie op basis van de leidraad<br />
(zie verder), én omgekeerd. Om dubbel werk te vermijden, zijn er vertaalmatrices uitgewerkt7 om van het<br />
ene model naar het andere over te stappen. Vanzelfsprekend is de afdekking niet 100%. Men moet bij deze<br />
oefening blijvend rekening houden met het verschil in invalshoek en finaliteit van beide modellen. Meestal<br />
zullen een aantal nuanceringen en aanvullingen noodzakelijk zijn om het beeld te vervolledigen.<br />
5 Het CAF-model (Common Assessment Framework) is een generiek Europees gemeenschappelijk zelfevaluatiekader voor overheidsdiensten.<br />
6 EFQM = European Foundation for Quality Management.<br />
7 Deze documenten zijn beschikbaar op de website <strong>interne</strong> <strong>controle</strong>/<strong>organisatiebeheersing</strong>: http://bz.vonet.be/<strong>interne</strong><strong>controle</strong> of www.vlaanderen.be/<strong>interne</strong><strong>controle</strong>.
3.4 Beleid en doelstellingen<br />
De doelstellingenhiërarchie binnen de Vlaamse administratie moet ertoe leiden dat het regeerakkoord en<br />
de beleids- of strategische doelstellingen van de ministers worden vertaald in strategische en operationele<br />
doelstellingen voor de organisaties van de Vlaamse administratie.<br />
Contractmanagement zorgt ervoor dat de strategische en operationele doelstellingen van elk<br />
departement, IVA en EVA aansluiten bij de beleidsdoelstellingen van de regering. De vertaling naar<br />
meetbare doelstellingen gebeurt door middel van beheersovereenkomsten, ondernemingsplannen,<br />
managementovereenkomsten, jaaractieplannen, enz.<br />
Regeerakkoord<br />
Strategisch plan<br />
minister X<br />
Legislatuur<br />
Operationeel plan<br />
minister X<br />
Jaarlijks<br />
Regeerprogramma<br />
Beleidsnota<br />
Beleidsbrief<br />
Contractmanagement<br />
Departement IVA, EVA<br />
input voor<br />
input voor<br />
Beheersovereenkomst<br />
Ondernemingsplannen<br />
Het management van ieder departement, IVA of EVA (n-niveau) communiceert de strategische en<br />
operationele doelstellingen binnen de organisatie. Het management schat de risico’s in die aan de<br />
voorgenomen strategie zijn verbonden en werkt een geïntegreerd risicomanagementsysteem om die risico’s<br />
te beheersen uit. De maatregelen waarin de organisatie voorziet om de (belangrijkste) risico’s te beheersen,<br />
vormen de <strong>organisatiebeheersing</strong> of <strong>interne</strong> <strong>controle</strong>.<br />
Een goede <strong>organisatiebeheersing</strong> is een noodzakelijke voorwaarde om de vooropgestelde doelstellingen<br />
van de organisatie te realiseren. De <strong>organisatiebeheersing</strong> geeft richting en inhoud aan de verschillende<br />
beheersings- en sturingsprocessen op niveau van de volledige organisatie, maar ook op onderliggende<br />
niveaus. Het is dus van primordiaal belang dat de <strong>organisatiebeheersing</strong> een adequate en effectieve<br />
invulling krijgt.<br />
13
14<br />
4. Structuur leidraad<br />
Het begrip <strong>organisatiebeheersing</strong> wordt benaderd vanuit 11 verschillende thema’s, gebaseerd op het COSO/<br />
ERM-model en de principes van deugdelijk overheidsbestuur:<br />
u Doelstellingen, proces- en risicomanagement (DPR)<br />
u Belanghebbendenmanagement (BHM)<br />
u Monitoring (MOn)<br />
u Organisatiestructuur (ORG)<br />
u Human resources management (HRM)<br />
u Organisatiecultuur (CUL)<br />
u Informatie en communicatie (ICO)<br />
u Financieel management (FIM)<br />
u Facility management (FAM)<br />
u Informatie- en communicatietechnologie (ICT)<br />
u Veranderingsmanagement (VER)<br />
Een degelijke en coherente invulling van elk van deze thema’s, afgestemd op de opdracht van de<br />
organisatie, leidt tot een goede <strong>organisatiebeheersing</strong> die een effectief antwoord biedt aan de strategische<br />
risico’s.<br />
Schematisch kan het ‘model voor <strong>organisatiebeheersing</strong>’ als volgt voorgesteld worden:<br />
INTEGRITEIT<br />
ACT<br />
PLAN<br />
DO<br />
CHECK<br />
HRM<br />
FIM<br />
EFFECTIVITEIT<br />
Belanghebbendenmanagement<br />
Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />
ORG<br />
De elf thema’s van <strong>organisatiebeheersing</strong> staan niet los van elkaar. Elk thema heeft tal van raakpunten met<br />
de andere thema’s. Tussen de thema’s bestaat een voortdurende wisselwerking.<br />
Centraal staat het thema “doelstellingen, proces- en risicomanagement” dat de inhoud van de andere<br />
thema’s aanstuurt. Elk thema levert een eigen bijdrage aan de realisatie van deze organisatiedoelstellingen.<br />
CUL<br />
ICO<br />
Monitoringsystemen<br />
EFFICIENTIE<br />
FAM<br />
ICT<br />
Veranderingsmanagement<br />
KWALITEIT
Zo zorgen de thema’s “monitoring” en “financieel management” ervoor dat de organisatie stelselmatig<br />
kan opvolgen in welke mate de vooropgestelde operationele en financiële doelstellingen worden bereikt.<br />
Het thema “informatie- en communicatietechnologie” voorziet in een geschikte ICT-omgeving om die<br />
informatiestromen te ondersteunen. Het personeel dat hiervoor instaat, komt aan bod in het thema “Human<br />
Resources Management”. En zo verder.<br />
Een degelijke en coherente invulling van elk van de thema’s, afgestemd op de opdracht van de organisatie,<br />
leidt tot een goede <strong>organisatiebeheersing</strong>, die een effectief antwoord biedt op de strategische risico’s.<br />
Ieder thema speelt een rol met betrekking tot de vier globale doelstellingen inzake <strong>organisatiebeheersing</strong>:<br />
effectiviteit, integriteit, kwaliteit en efficiëntie (EIKE).<br />
Bij effectiviteit ligt de focus op organisatorische effectiviteit, waarmee de mate wordt bedoeld waarin een<br />
organisatie haar verbintenissen inzake output nakomt. Men kan nagaan in welke mate de organisatie over<br />
instrumenten beschikt om haar doelstellingen te kunnen realiseren (“de juiste dingen doen”). De evaluatie<br />
van deze globale doelstelling kan gebeuren, hoofdzakelijk op basis van de bevindingen bij de thema’s<br />
Doelstellingen, proces- en risicomanagement, Belanghebbendenmanagement en Monitoring.<br />
Het criterium integriteit richt zich op de mate waarin de organisatie over instrumenten beschikt die gericht zijn<br />
op de versterking van de integriteit van de organisatie in haar geheel en van het integer handelen van de<br />
individuele personeelsleden. Integriteit zit in meerdere of mindere mate verweven in bijna alle thema’s van<br />
de leidraad.<br />
Kwaliteit slaat op de mate waarin de organisatie voldoet aan de verwachtingen van <strong>interne</strong> en externe<br />
belanghebbenden en streeft hierbij naar voortdurende verbetering. De nadruk ligt in de leidraad vooral op<br />
het niveau van de globale <strong>organisatiebeheersing</strong> en op de kwaliteit van de kernprocessen. De inschatting<br />
van deze doelstelling kan men maken op basis van bevindingen dwars door alle thema’s heen.<br />
Op het vlak van efficiëntie kan nagegaan worden in welke mate de organisatie over instrumenten beschikt<br />
die haar toelaten de verkregen middelen zo rationeel mogelijk in te zetten (“de dingen juist doen”). De<br />
evaluatie van efficiëntie kan gebeuren op basis van de bevindingen bij de ondersteunende thema’s uit<br />
het model van <strong>organisatiebeheersing</strong>, namelijk Organisatiestructuur, Human resources management,<br />
Organisatiecultuur, Informatie en communicatie, Financieel management, Facility management, Informatieen<br />
communicatietechnologie.<br />
De vier globale doelstellingen inzake <strong>organisatiebeheersing</strong> (EIKE) worden verder niet afzonderlijk uitgewerkt,<br />
net omdat een evaluatie ervan afgeleid is van de bevindingen bij de verschillende thema’s van het model.<br />
Een behoorlijke invulling van elk van de elf thema’s, afgestemd op de opdracht van de organisatie,<br />
evenals de coherente onderlinge samenhang, moet er toe leiden dat het geheel de nodige omkadering<br />
creëert voor een goede <strong>organisatiebeheersing</strong> en een effectief antwoord biedt aan de globale stuur- en<br />
beheersingsrisico’s. De inhoud van de afzonderlijke thema’s komt in de volgende hoofdstukken aan bod.<br />
Ieder thema bestaat uit een aantal subthema’s, waarvoor telkens één (of meer) doelstelling(en) inzake<br />
<strong>organisatiebeheersing</strong> worden uitgewerkt. Die doelstellingen zijn algemene principes waaraan een<br />
organisatie moet voldoen om een adequate en effectieve invulling van <strong>organisatiebeheersing</strong> te verkrijgen.<br />
Deze doelstellingen worden geïllustreerd met beheersmaatregelen: het gaat om stellingen die aangeven<br />
hoe de doelstellingen in de praktijk kunnen worden ingevuld. Die opsomming is zeker niet volledig.<br />
Voor de vermelde beheersmaatregelen zijn nog tal van alternatieven mogelijk, die eveneens bijdragen<br />
tot een goede invulling van de doelstellingen. niet alle beheersmaatregelen of stellingen zijn algemeen<br />
toepasbaar. De toepasbaarheid hangt af van het type van organisatie, haar opdracht of andere specifieke<br />
organisatiekenmerken.<br />
Elk hoofdstuk bevat een tabel, die als hulpmiddel gebruikt kan worden bij het bepalen van het eigen<br />
maturiteitsniveau inzake <strong>organisatiebeheersing</strong>. Concreet houdt de (zelf)beoordeling in dat voor elk van<br />
de thema’s en doelstellingen van <strong>organisatiebeheersing</strong> een inschatting van 0 tot 5 wordt gegeven. De<br />
betekenis van de scores en de relatie met risicomanagement zijn weergegeven in het maturiteitsmodel (zie<br />
punt 5 De leidraad als zelfevaluatie-instrument) .<br />
15
16<br />
5. De leidraad als zelfevaluatie-instrument<br />
De leidraad kan worden gehanteerd als instrument voor zelfevaluatie van de <strong>organisatiebeheersing</strong>. Dit<br />
proces van zelfevaluatie kan flexibel verlopen, afhankelijk van de context van de organisatie (bv. grootte en<br />
complexiteit van de organisatie, beschikbaarheid van mensen en middelen). Er is een globaal stappenplan<br />
te vinden op de website <strong>interne</strong> <strong>controle</strong>/<strong>organisatiebeheersing</strong>. Dit stappenplan geeft het mogelijke<br />
verloop van een proces van zelfevaluatie aan.<br />
Een evaluatierooster wordt in een apart document ter beschikking gesteld. Organisaties kunnen zo aan de<br />
hand van de leidraad op een gedetailleerde wijze hun sterke punten in kaart brengen en aandachtspunten<br />
(zwakke punten, leemtes) op het vlak van <strong>organisatiebeheersing</strong> aangeven.<br />
Bij het uitvoeren van de zelfevaluatie is de leidraad niet op te vatten als een checklist tot op het<br />
niveau van de randvoorwaarden/stellingen/voorbeelden. Deze zijn eerder concretiseringen van de<br />
<strong>controle</strong>doelstellingen en voorbeelden van beheersmaatregelen. De subthema’s en doelstellingen inzake<br />
<strong>organisatiebeheersing</strong> moeten wel systematisch behandeld worden. De concrete instructies voor het gebruik<br />
van het evaluatierooster en het verloop van de zelfevaluatie worden in het evaluatierooster zelf verder<br />
toegelicht.<br />
Op basis van de bevindingen kan per thema een inschatting van de maturiteit worden gedaan aan de hand<br />
van het onderstaande maturiteitsmodel. Dit model is gebaseerd op de principes van COBIT en CAF.<br />
Deze maturiteitsinschatting kan richtinggevend zijn voor het bepalen van prioriteiten voor verbeteracties en/<br />
of het invoeren van bijkomende beheersmaatregelen8 . Daarnaast kan een organisatie haar evolutie meten<br />
op het vlak van <strong>organisatiebeheersing</strong>. Bovendien kunnen zo goede praktijken geïdentificeerd worden. Een<br />
verdere toelichting over de wijze van inschatten (“Hoe scoren?”) wordt aangegeven in het evaluatierooster.<br />
GRADATIES OMSCHRIJVING<br />
0<br />
1<br />
2<br />
3<br />
4<br />
5<br />
Onbestaand<br />
Binnen de organisatie bestaan geen of zeer weinig beheersmaatregelen. Het <strong>controle</strong>-<br />
bewustzijn is eerder laag en er worden weinig acties ondernomen om te komen<br />
tot een adequaat systeem van <strong>organisatiebeheersing</strong> (<strong>interne</strong> <strong>controle</strong>systeem).<br />
Ad-hoc basis<br />
Op ad-hoc basis zijn binnen de organisatie beheersmaatregelen uitgewerkt.<br />
Het bewustzijn van de nood aan adequate beheersmaatregelen (<strong>interne</strong> <strong>controle</strong>maatregelen)<br />
groeit, maar er is nog geen gestructureerde of gestandaardiseerde aanpak<br />
aanwezig. Het systeem van <strong>organisatiebeheersing</strong> (<strong>interne</strong> <strong>controle</strong>systeem) draait<br />
meer rond personen dan rond systemen.<br />
Gestructureerde aanzet<br />
Een gestructureerde aanzet wordt gegeven tot de ontwikkeling van beheersmaatregelen.<br />
De beheersinstrumenten zijn bijgevolg in ontwikkeling, maar worden nog niet toegepast<br />
(‘Plan’).<br />
Gedefinieerd (= niveau 2 +...)<br />
Beheersmaatregelen zijn aanwezig. Zij zijn gestandaardiseerd, gedocumenteerd,<br />
gecommuniceerd en worden toegepast (‘Do’).<br />
Beheerst systeem (= niveau 3 + ...)<br />
De beheersmaatregelen worden intern periodiek geëvalueerd en bijgestuurd (‘Check’ &<br />
‘Act’). Er kan gesproken worden over een ‘levend’ adequaat en doeltreffend systeem van<br />
<strong>organisatiebeheersing</strong>.<br />
Geoptimaliseerd (= niveau 4 + ...)<br />
De beheersmaatregelen worden voortdurend geoptimaliseerd via benchmarking en het<br />
behalen van kwaliteitscertificaten of externe evaluaties (‘PDCA’).<br />
8 Bepaalde randvoorwaarden/stellingen zijn door de Vlaamse regering als verplichting opgelegd.
II. Thema’s van <strong>organisatiebeheersing</strong><br />
17
18<br />
INTEGRITEIT<br />
ACT<br />
PLAN<br />
DO<br />
CHECK<br />
HRM<br />
FIM<br />
EFFECTIVITEIT<br />
Belanghebbendenmanagement<br />
Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />
ORG<br />
CUL<br />
ICO<br />
Monitoringsystemen<br />
EFFICIENTIE<br />
FAM<br />
ICT<br />
Veranderingsmanagement<br />
KWALITEIT
1. Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />
1.1 Beschrijving<br />
1.1.1 Algemeen<br />
Het thema ‘Doelstellingen, proces- en risicomanagement’ omvat drie onderdelen:<br />
Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />
u het formuleren, communiceren, uitvoeren en bijsturen van te leveren resultaten en inspanningen, zowel<br />
op lange9 termijn (strategische doelstellingen) als op korte10 termijn (operationele doelstelllingen), door de<br />
organisatie (doelstellingenproces);<br />
u het hanteren van principes van procesmanagement en het voeren van een kwaliteitsbeleid;<br />
u het identificeren, evalueren en beheersen van de risico’s die het bereiken van deze doelstellingen in het<br />
gedrang zouden kunnen brengen en van de opportuniteiten die zich aanbieden (risicomanagement).<br />
Dit thema bepaalt de richting en inhoud van de andere thema’s’, die immers zo moeten worden<br />
georganiseerd dat ze maximaal bijdragen tot het bereiken van de organisatiedoelstellingen en ervoor zorgen<br />
dat de organisatie over de nodige informatie beschikt om de doelstellingen op te volgen en bij te sturen.<br />
1.1.2 Doelstellingenproces: missie, visie, strategische en operationele doelstellingen<br />
De bestaansreden en de kerntaken van elke organisatie (departement, IVA, EVA) moeten duidelijk<br />
neergeschreven zijn in een missieverklaring. Voor de verzelfstandigde agentschappen maakt de missie deel<br />
uit van het oprichtingsbesluit of -decreet.<br />
Elke organisatie kan eveneens in een visie neerschrijven welke resultaten zij op lange termijn in haar<br />
omgeving wenst te bereiken, welke rol zij wil spelen en welke waarden en principes zij vooropstelt.<br />
Het formuleren van doelstellingen verloopt via volgende cascade:<br />
u Het primaat van de politiek houdt in dat de politieke verantwoordelijken, de na te streven<br />
beleidsdoelstellingen en de gewenste maatschappelijke effecten van het beleid bepalen. Dat vindt zijn<br />
neerslag in het regeerakkoord en de beleidsnota’s van de regering en de ministers.<br />
u De bevoegde minister zal de uitvoering van zijn/haar beleid binnen het beleidsveld opvolgen en<br />
sturen via een aansturingsinstrument (een vorm van contractmanagement), (af)gesloten tussen de<br />
Vlaamse Regering (vertegenwoordigd door de functioneel bevoegde minister) en de organisatie<br />
(vertegenwoordigd door de administrateur-generaal (IVA) of de raad van bestuur (EVA) van de<br />
organisatie11 . Voor de verzelfstandigde agentschappen voorziet het kaderdecreet daarvoor in een<br />
beheersovereenkomst. De beheersovereenkomst dient o.m. om kwalitatief en kwantitatief te concretiseren<br />
hoe het agentschap zijn taken moet vervullen via strategische en operationele doelstellingen . De<br />
beheersovereenkomst is het beleidsmatig strategisch plan van de organisatie. naar analogie met de<br />
beheersovereenkomsten kunnen voor de dertien departementen managementovereenkomsten worden<br />
afgesloten.<br />
u De strategie van de organisatie moet een afgeleide zijn van de beleidsdoelstellingen van de minister,<br />
zodat de organisatie bijdraagt tot de realisatie daarvan. Uitgaand van de beleidsnota van de<br />
bevoegde minister, de missie- en (eventuele) visieverklaring en rekening houdend met de resultaten<br />
van een omgevingsanalyse, dient de organisatie haar strategische doelstellingen te formuleren en vast<br />
te leggen in een beheersovereenkomst of managementovereenkomst. De beheersovereenkomst of<br />
managementovereenkomst van de organisatie concentreert zich op de strategische hoofdlijnen, waarbij<br />
de strategische doelstellingen aangeven wat de organisatie op lange termijn aan maatschappelijke<br />
9 Gezien de relatie met de beleidsnota van de bevoegde minister, dient onder lange termijn in principe de periode van (minimaal) 5 jaar (duur van<br />
een legislatuur) te worden verstaan.<br />
10 Gezien de relatie met de jaarlijkse beleidsbrief van de bevoegde minister, dient onder korte termijn de periode van 1 jaar te worden verstaan.<br />
11 Bij de privaatrechtelijk vormgegeven EVA’s wordt dit aansturingsinstrument een samenwerkingsovereenkomst genoemd.<br />
De term “beheersovereenkomst” dient, wat hen betreft, als samenwerkingsovereenkomst gelezen te worden.<br />
19
20<br />
effecten wil bereiken in de externe omgeving.<br />
Gelet op het aantal en de diversiteit van de strategische doelstellingen zal een organisatie vaak<br />
onmogelijk alles onmiddellijk kunnen realiseren. Bijgevolg zijn keuzes en prioriteiten noodzakelijk. Keuzes<br />
maken heeft echter altijd iets subjectiefs. Het keuzeproces moet dan ook zoveel mogelijk worden<br />
geobjectiveerd. Dat vergt relevante criteria, zoals:<br />
t dringendheid;<br />
t graad van bijdrage tot de realisatie van de strategische doelstellingen;<br />
t logische opeenvolging;<br />
t realisatiesnelheid;<br />
t zichtbaarheid van de resultaten;<br />
t haalbaarheid;<br />
t middelen;<br />
t ...<br />
u Een jaarlijkse vertaling en concretisering van de strategische doelstellingen wordt opgenomen in<br />
ondernemingsplannen met operationele doelstellingen, die moeten zijn gerelateerd aan de jaarlijkse<br />
beleidsbrief van de bevoegde minister. De ondernemingsplannen zijn verplicht voor de agentschappen<br />
en aanbevolen voor de departementen. Deze ondernemingsplannen geven aan welke instrumenten (en<br />
processen) de organisatie en haar onderdelen (afdeling, cel, …) inzet om de operationele doelstellingen<br />
te realiseren. De individuele (persoonlijke) doelstellingen van de personeelsleden moeten op hun beurt<br />
aansluiten bij deze operationele organisatiedoelstellingen.<br />
Het thema ‘doelstellingen, proces- en risicomanagement’ legt de focus op de globale strategische en<br />
operationele doelstellingen12 van de organisatie.<br />
Binnen het doelstellingenproces staan een aantal principes centraal:<br />
u De missie is kort, krachtig, bondig, duidelijk en eenduidig zodat zij gemakkelijk kan worden<br />
gecommuniceerd binnen en buiten de organisatie.<br />
u De strategische en de operationele doelstellingen zijn eenduidig en eenvormig geformuleerd, zodat<br />
interpretatiemoeilijkheden worden vermeden. Zij moeten zo concreet mogelijk zijn. Dat kan worden<br />
getoetst aan de hand van de SMART-criteria:<br />
t Specifiek;<br />
t Meetbaar;<br />
t Aanvaard of Afgesproken;<br />
t Realistisch;<br />
t Tijdsgebonden.<br />
u Het geheel van doelstellingen moet coherent zijn. Aangezien doelstellingen worden vertaald naar alle<br />
geledingen en niveaus van een organisatie, moeten zij onderling afgestemd zijn.<br />
u De organisatiedoelstellingen besteden aandacht aan de uitvoering van de eigen kernopdrachten, aan<br />
nieuwe initiatieven en aan de bijdrage van de organisatie aan het horizontale beleid13 .<br />
u Het geheel van doelstellingen moet evenwichtig samengesteld zijn.<br />
u De organisatiedoelstellingen moeten worden gedragen door iedereen in de organisatie. Daarvoor is een<br />
goede communicatie over de doelstellingen noodzakelijk. Dit stimuleert de werknemers en motiveert hen<br />
om bij te dragen tot de realisatie van de doelstellingen (betrokkenheid).<br />
12 De nota “De generieke elementen van de beheersovereenkomsten in de vernieuwde Vlaamse overheid”, goedgekeurd door de Vlaamse<br />
Regering op 1 september 2006, bevat een sjabloon voor de opmaak van een beheersovereenkomst.<br />
13 Cf. nota “De generieke elementen van de beheersovereenkomsten in de vernieuwde Vlaamse overheid”, goedgekeurd door de Vlaamse<br />
Regering op 1 september 2006.
1.1.3 Procesmanagement en kwaliteitsbeleid<br />
Procesmanagement<br />
Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />
Een proces is een geheel van opeenvolgende activiteiten die middelen (input) omzetten in resultaten<br />
(output en outcome) waardoor een meerwaarde wordt gecreëerd. Die processen kunnen van allerlei aard<br />
zijn: kernprocessen zijn essentieel om de producten of diensten te leveren, beheersprocessen sturen de<br />
organisatie en ondersteuningsprocessen voorzien in de nodige middelen.<br />
De organisatie zorgt ervoor dat alle processen die voor een goede werking noodzakelijk zijn, voldoende zijn<br />
uitgewerkt. Daarbij past zij de principes van procesmanagement toe:<br />
u De organisatie heeft de processen ontwikkeld die nodig zijn om te kunnen functioneren. Die processen zijn<br />
afgestemd op de strategie en de planning. Zij zijn ook in overeenstemming met de bestaande regelgeving<br />
en procedures.<br />
u Per (deel)proces wordt een proceseigenaar aangesteld. De proceseigenaar is verantwoordelijk voor het<br />
uittekenen en actueel houden van het (deel)proces.<br />
u De sleutelprocessen zijn in kaart gebracht en gedocumenteerd. De processen zijn efficiënt uitgetekend.<br />
u Bij de toewijzing van bevoegdheden en verantwoordelijkheden wordt het principe van functiescheiding<br />
gewaarborgd.<br />
u De organisatie heeft middelen toegewezen aan de processen in verhouding tot hun bijdrage aan de<br />
verwezenlijking van de strategische doelstellingen.<br />
u De organisatie / proceseigenaar evalueert op regelmatige tijdstippen de werking van de processen<br />
(PDCA). De processen worden verbeterd op basis van de gemeten efficiëntie, doeltreffendheid en<br />
resultaten (output en outcome).<br />
Kwaliteitsbeleid<br />
Integrale kwaliteitszorg (IKZ) of ‘total quality management’ (TQM) groepeert een aantal<br />
managementtechnieken om de tevredenheid van de belanghebbenden te verhogen. Het volledige<br />
organisatieproces wordt onderworpen aan de principes van continue verbetering (bv. PDCA-cyclus), waarbij<br />
veel belang wordt gehecht aan participatie van de medewerkers. Kwaliteit is een verantwoordelijkheid van<br />
iedereen binnen de organisatie14 .<br />
Kwaliteit komt - al dan niet expliciet - aan bod bij verschillende <strong>controle</strong>(doel)stellingen binnen de diverse<br />
thema’s van <strong>organisatiebeheersing</strong> van deze leidraad.<br />
1.1.4 Risicomanagement<br />
Risico’s zijn <strong>interne</strong> en externe factoren die de realisatie van de organisatiedoelstellingen kunnen<br />
belemmeren en bijgevolg ook de kwaliteit van producten en diensten beïnvloeden / bedreigen. Het niet<br />
(tijdig) benutten van opportuniteiten is ook een risico. Wijzigende <strong>interne</strong> of externe omstandigheden creëren<br />
nieuwe risico’s of veranderen bestaande risico’s.<br />
Risicomanagement is een essentieel onderdeel van <strong>organisatiebeheersing</strong> en behoort tot het dagelijks<br />
management. Managers zijn tevens risicomanagers.<br />
Risicomanagement is onlosmakelijk verbonden met het doelstellingenproces (strategiebepaling). Om een<br />
organisatie efficiënt en effectief te beheersen, moet duidelijkheid bestaan over de risico’s die het behalen<br />
van de organisatiedoelstellingen bedreigen.<br />
14 Vrij naar Bouckaert, G. & Thijs, n. (2003). Kwaliteit in de overheid.<br />
21
22<br />
Eenmaal deze risico’s zijn geïdentificeerd, worden zij geanalyseerd naar waarschijnlijkheid (= kans op<br />
voorkomen) en impact. Het resultaat van deze risicoanalyse is een kwantitatieve en/of kwalitatieve<br />
rangschikking van de risico’s. Die rangschikking, gecombineerd met de doelstellingenhiërarchie, geeft weer<br />
welke risico’s prioriteit moeten krijgen bij het uitwerken of aanpassen van gepaste beheersmaatregelen. De<br />
keuze van de beheersmaatregelen wordt verantwoord in de risicoanalyse.<br />
Risicomanagement is een continu en dynamisch proces. De omgeving waarin de organisatie actief is<br />
wijzigt voortdurend, doelstellingen worden aangepast, nieuwe prioriteiten kunnen zich opdringen. Het<br />
risicomanagement moet hierop worden afgestemd.<br />
Binnen het globale risicomanagement verdienen de continuïteitsrisico’s bijzondere aandacht. Zij vormen de<br />
basis voor het ontwikkelen van een bedrijfscontinuïteitsproces. Continuïteitsplannen kunnen zich richten op<br />
crisisbeheer en –communicatie, facility, ICT (Disaster Recovery Plan) en de processen (cf. de respectievelijke<br />
thema’s in deze leidraad).<br />
1.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t. doelstellingen,<br />
proces- en risicomanagement<br />
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
Doelstellingenproces:<br />
missie, visie, strategische<br />
en operationele<br />
doelstellingen<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
De organisatie beschikt over een<br />
goedgekeurde missie die haar<br />
bestaansreden weergeeft.<br />
De organisatie heeft een visie ontwikkeld,<br />
die is afgestemd op de visie van de<br />
verantwoordelijke minister.<br />
De missie is neergeschreven. Ze<br />
kan worden aangevuld met een<br />
overzicht van de kerntaken van de<br />
organisatie.<br />
De missie is krachtig, kernachtig<br />
en eenduidig. Zij is uitdagend<br />
geformuleerd en stimuleert<br />
de <strong>interne</strong> en externe<br />
belanghebbenden.<br />
Communicatie-initiatieven worden<br />
binnen de organisatie opgezet om<br />
de missie en kerntaken kenbaar te<br />
maken bij de <strong>interne</strong> en externe<br />
belanghebbenden.<br />
De organisatie heeft in haar visie<br />
uitgeschreven wat zij wenst te<br />
bereiken in haar omgeving, welke<br />
rol zij hierin wil spelen en welke<br />
principes en waarden zij hierbij<br />
nastreeft.<br />
De visie van de organisatie is<br />
volledig afgestemd op de visie van<br />
de bevoegde minister.<br />
Communicatie-initiatieven worden<br />
binnen de organisatie opgezet<br />
om de visie van de organisatie ter<br />
kennis te brengen van de <strong>interne</strong> en<br />
externe belanghebbenden.
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />
De organisatie beschikt over duidelijke, Opdat de doelstellingen een<br />
coherente, neergeschreven,<br />
evenwichtig geheel vormen, is het<br />
goedgekeurde strategische noodzakelijk dat zij:<br />
- alle aspecten van de statutaire<br />
opdracht van de organisatie<br />
concretiseren;<br />
15 en<br />
operationele16 doelstellingen.<br />
Het geheel van doelstellingen zit vervat in<br />
het goedgekeurde aansturingsinstrument17 .<br />
De operationele doelstellingen<br />
van de organisatie worden verder<br />
geoperationaliseerd naar <strong>interne</strong><br />
organisatiedoelstellingen per<br />
organisatieonderdeel en uiteindelijk<br />
doorvertaald naar individuele<br />
doelstellingen.<br />
- niet losstaan van de realisatie van<br />
de statutaire opdracht van de<br />
organisatie;<br />
- rekening houden met informatie<br />
uit de omgeving (inclusief de<br />
verwachtingen en behoeften van<br />
belanghebbenden);<br />
- onderling op elkaar zijn afgestemd<br />
en niet conflicteren;<br />
- zowel kernopdrachten als nieuwe<br />
initiatieven ter realisatie van het<br />
beleid van de bevoegde minister<br />
omvatten;<br />
- eveneens de concrete bijdragen<br />
van de organisatie aan de<br />
uitvoering van de generieke<br />
principes van het horizontale<br />
beleid van de Vlaamse Regering18 bevatten;<br />
- zowel extern gerichte doelstellingen<br />
als doelstellingen gericht op de<br />
verbetering van de eigen <strong>interne</strong><br />
werking bevatten.<br />
De strategische doelstellingen van de<br />
organisatie zijn vertaald in toetsbare en<br />
concrete operationele doelstellingen<br />
die voldoen aan het SMART-principe<br />
(specifiek, meetbaar, afgesproken,<br />
realistisch en tijdsgebonden).<br />
Om te bepalen welke doelstellingen<br />
en activiteiten binnen de jaarlijkse<br />
planning van de organisatie kaderen,<br />
maakt de organisatie een objectieve<br />
analyse aan de hand van een aantal<br />
criteria.<br />
Binnen elk organisatieonderdeel zijn<br />
toetsbare (SMART) doelstellingen<br />
aanwezig en uitgeschreven.<br />
Binnen de organisatie zijn de<br />
verschillende doelstellingen coherent:<br />
de doelstellingen op lagere niveaus<br />
zijn afgestemd op en ondersteunen<br />
altijd de doelstellingen op hogere<br />
niveaus.<br />
15 Strategische doelstellingen geven aan wat de organisatie op (middel)lange termijn aan maatschappelijke effecten wil bereiken in de externe<br />
omgeving. Gezien de relatie van de strategische doelstellingen met de beleidsnota van de bevoegde minister, dient onder lange termijn in<br />
principe de periode van (minimaal) 5 jaar (duur van een legislatuur) te worden verstaan.<br />
16 Operationele doelstellingen betreffen de jaarlijkse vertaling van de strategische doelstellingen. De operationele jaardoelstellingen zijn<br />
gerelateerd aan de jaarlijkse beleidsbrief van de bevoegde minister.<br />
17 Voor een EVA / IVA is dit de beheersovereenkomst, voor een departement kan dit een managementovereenkomst zijn.<br />
18 Cf. nota “De generieke elementen van de beheersovereenkomsten in de vernieuwde Vlaamse overheid”, goedgekeurd door de Vlaamse<br />
Regering op 1 september 2006.<br />
23
24<br />
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
Alle doelstellingen zijn gecommuniceerd<br />
en gekend bij de <strong>interne</strong> en externe<br />
belanghebbenden.<br />
Procesmanagement19 Binnen de organisatie zijn de<br />
sleutelprocessen geïdentificeerd en<br />
gedocumenteerd.<br />
De organisatie heeft haar processen<br />
ontwikkeld in overeenstemming met<br />
de strategie, planning, behoeften en<br />
verwachtingen.<br />
De organisatie heeft voor haar<br />
sleutelprocessen proceseigenaars<br />
geïdentificeerd.<br />
De processen zijn in overeenstemming<br />
met de regelgeving en zijn efficiënt<br />
uitgetekend.<br />
Binnen de organisatie zijn in<br />
het kader van de realisatie van<br />
de operationele doelstellingen<br />
concrete actieplannen uitgewerkt.<br />
De individuele doelstellingen vloeien<br />
rechtsreeks voort uit de <strong>interne</strong><br />
operationele doelstellingen van de<br />
organisatie.<br />
Communicatie-initiatieven worden<br />
genomen om de strategische en<br />
operationele doelstellingen mee te<br />
delen en te verklaren aan de <strong>interne</strong><br />
en externe belanghebbenden.<br />
Bij het bepalen van de verschillende<br />
doelstellingen worden <strong>interne</strong><br />
en externe belanghebbenden<br />
betrokken.<br />
Er wordt een onderscheid gemaakt<br />
tussen:<br />
- management- of<br />
beheersprocessen<br />
- primaire of kernprocessen<br />
- ondersteunende processen.<br />
De organisatie tekent de processen<br />
zo uit dat de doelstellingen en de<br />
missie gehaald worden (binnen de<br />
vooropgestelde of de opgelegde<br />
termijn). Er wordt ook rekening<br />
gehouden met de behoeften en<br />
verwachtingen van de <strong>interne</strong> en<br />
externe belanghebbenden.<br />
Binnen de organisatie worden voor<br />
de belangrijkste kernactiviteiten<br />
procesverantwoordelijken<br />
aangesteld. De nood daaraan<br />
neemt toe in de mate dat de (kern)<br />
processen langs verschillende<br />
organisatieonderdelen verlopen.<br />
De organisatie respecteert de<br />
bestaande regelgeving en<br />
procedures bij het uittekenen van<br />
de processen. Als de regelgeving<br />
wijzigt, past zij de processen aan.<br />
De organisatie tekent de processen<br />
zo uit dat de beschikbare middelen<br />
zo zuinig mogelijk worden ingezet<br />
om de output te behalen.<br />
19 Het subthema “Procesmanagement” wordt door de Interne Audit van de Vlaamse Administratie (IAVA) niet meegenomen bij de<br />
maturiteitsinschatting in het kader van een sterktezwakteanalyse van de <strong>organisatiebeheersing</strong>.
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
Bij het vastleggen van bevoegdheden en<br />
verantwoordelijkheden wordt het principe<br />
van functiescheiding in acht genomen.<br />
De organisatie heeft middelen<br />
toegewezen aan de processen in<br />
verhouding tot hun bijdrage aan<br />
de realisatie van de strategische<br />
doelstellingen van de organisatie.<br />
De processen worden regelmatig<br />
geëvalueerd en zo nodig aangepast<br />
(PDCA: plan, do, check, act).<br />
De processen worden verbeterd op<br />
basis van de gemeten efficiëntie,<br />
doeltreffendheid en resultaten (outputs<br />
en outcomes).<br />
Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />
De organisatie vermijdt dat binnen<br />
het proces de uitvoerings- en<br />
beslissingsmacht bij één functie/<br />
medewerker zit (functiescheiding).<br />
Binnen de organisatie is er een<br />
duidelijk zicht op de middelen<br />
(financiële, personele, andere)<br />
die per (deel)proces toegewezen<br />
worden (bv. op basis van toegewezen<br />
middelen per proces in het<br />
ondernemingsplan).<br />
Regelmatig vindt een beoordeling<br />
van de kern- en ondersteunende<br />
processen plaats. Bij wijzigingen<br />
in de processen wordt de<br />
adequaatheid geëvalueerd.<br />
De processen worden zo nodig<br />
bijgestuurd en hertekend.<br />
Procesevaluatie en prestatiemeting<br />
zorgen ervoor dat de processen<br />
voldoen aan het vooropgestelde<br />
niveau van efficiëntie,<br />
doeltreffendheid en resultaatbereik.<br />
Kwaliteitsbeleid De leiding en de medewerkers van de Er zijn doelstellingen (SMART)<br />
organisatie zijn zich bewust van het belang geformuleerd, die gericht zijn op<br />
van het voeren van een kwaliteitsbeleid. een verhoging van de kwaliteit van<br />
de dienstverlening.<br />
Het kwaliteitsbeleid is geïntegreerd in de<br />
doelstellingencascade.<br />
Het kwaliteitsbeleid is afgestemd op het<br />
algemene organisatiebeleid.<br />
De organisatie hanteert de filosofie van<br />
integrale kwaliteitszorg (IKZ) of ‘Total<br />
Quality Management’ (TQM) in haar<br />
werking.<br />
Het kwaliteitsbeleid is verankerd<br />
op alle niveaus van de<br />
organisatie.<br />
Er is sprake van continuïteit in het<br />
kwaliteitsbeleid.<br />
Een kwaliteitszorgsysteem voorziet in<br />
borging van het kwaliteitsbeleid.<br />
De entiteit hanteert het principe van<br />
‘continu verbeteren’.<br />
De entiteit hanteert de PDCA-cyclus<br />
(Plan, Do, Check, Act).<br />
De entiteit maakt gebruik van een<br />
methodiek van zelfevaluatie, bv.<br />
CAF/EFQM of aanverwanten, de<br />
visitatiemethode,…<br />
25
26<br />
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
Risicomanagement Binnen de organisatie bestaat een<br />
systeem om de risico’s (bedreigingen<br />
en opportuniteiten) te identificeren,<br />
te evalueren en te beheersen<br />
(te managen).<br />
De keuze van strategische en<br />
operationele doelstellingen steunt<br />
op een omgevingsanalyse waarbij<br />
de sterktes en zwaktes (<strong>interne</strong><br />
risico’s), en kansen en bedreigingen<br />
(externe risico’s) worden<br />
geïdentificeerd en geanalyseerd.<br />
Het management maakt gebruik<br />
van een (gestandaardiseerde)<br />
methodiek om <strong>interne</strong> en externe<br />
risico’s te identificeren op proces- en<br />
taakniveau. De geïdentificeerde<br />
risico’s worden geëvalueerd zodat<br />
de nodige beheersmaatregelen<br />
kunnen worden getroffen in functie<br />
van de prioriteiten.<br />
Ook integriteitsrisico’s worden<br />
opgevolgd. Zo is o.a. bekend<br />
welke de kwetsbare functies20 zijn<br />
en wordt het integriteitsbeleid<br />
regelmatig geëvalueerd op leemtes.<br />
Risicoanalyse en -management,<br />
zowel op strategisch als op<br />
operationeel niveau, zijn continue<br />
processen. Wijzigingen of<br />
veranderingen, zowel intern als<br />
extern (veranderende regelgeving,<br />
technologische vernieuwingen<br />
en ontwikkelingen, enz), worden<br />
continu opgevolgd en gescreend<br />
op mogelijke risico’s. Wijzigingen<br />
worden aangevuld in het<br />
risicoraamwerk.<br />
De toepassing van het systeem<br />
van risicomanagement wordt<br />
permanent opgevolgd en<br />
geëvalueerd op zijn adequaatheid<br />
en efficiëntie.<br />
20 Voorbeelden van kwetsbare functies: omgaan met geld, verlenen van opdrachten, toekennen van vergunningen en subsidies, omgaan met<br />
vertrouwelijke informatie, <strong>controle</strong>bevoegdheden, …
1.3 Relevante documenten en websites<br />
Studiedienst van de Vlaamse Regering (informatie over strategisch management en methodologie)<br />
http://aps.vlaanderen.be<br />
Departement <strong>Bestuurszaken</strong> (site over beheersovereenkomsten)<br />
http://www2.vlaanderen.be/ned/sites/beheersovereenkomsten<br />
Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />
nota Vlaamse Regering: “De generieke elementen van de beheersovereenkomsten in de vernieuwde<br />
Vlaamse overheid”<br />
http://www2.vlaanderen.be/ned/sites/beheersovereenkomsten/doc/20060720_Beheersovereenkomsten_<br />
generieke_elementen_2006.pdf<br />
Visienota Beheersovereenkomsten<br />
http://www2.vlaanderen.be/ned/sites/bbb/documenten/organisatie/beheersovereenkomsten-visienota2.<br />
pdf<br />
Kwaliteit in de overheid<br />
http://www.kwaliteitsnetwerk.be<br />
The Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission<br />
http://www.coso.org<br />
Organisatiebeheersing / Interne <strong>controle</strong> in de Vlaamse overheid<br />
http://bz.vonet.be/<strong>interne</strong><strong>controle</strong><br />
www.vlaanderen.be/<strong>interne</strong><strong>controle</strong><br />
27
28<br />
INTEGRITEIT<br />
ACT<br />
PLAN<br />
DO<br />
CHECK<br />
HRM<br />
FIM<br />
EFFECTIVITEIT<br />
Belanghebbendenmanagement<br />
Belanghebbendenmanagement<br />
Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />
ORG<br />
CUL<br />
ICO<br />
Monitoringsystemen<br />
EFFICIENTIE<br />
FAM<br />
ICT<br />
Veranderingsmanagement<br />
KWALITEIT
2. Belanghebbendenmanagement<br />
2.1 Beschrijving 21<br />
2.1.1 Algemeen<br />
Belanghebbendenmanagement of stakeholder management is het proces waarbij de belangen van<br />
de diverse (externe) belanghebbenden22 mee worden afgewogen in de strategieontwikkeling en -<br />
implementatie. Externe belanghebbenden zijn alle partijen die worden beïnvloed door of invloed uitoefenen<br />
op de activiteiten van de organisatie, maar er formeel geen deel van uitmaken. De belangen van <strong>interne</strong><br />
belanghebbenden zijn verwerkt in de andere thema’s.<br />
Het afleggen van verantwoording, participatie, transparantie en evaluatie zijn sleutelbegrippen voor een<br />
degelijk belanghebbendenmanagement.<br />
Vanuit het perspectief van deugdelijk overheidsbestuur wil belanghebbendenmanagement waarborgen<br />
scheppen voor de realisatie van de organisatiedoelstellingen. Het vergroot het vertrouwen van de<br />
belanghebbenden in de organisatie. Een organisatie die goed luistert naar haar omgeving23 en haar keuzes<br />
goed uitlegt, verwerft een positiever imago en kan rekenen op een groter draagvlak. Gelet op het openbaar<br />
karakter van de dienstverlening en de herkomst van de middelen (belastingsgeld), heeft de overheid op dat<br />
vlak een voorbeeldfunctie te vervullen.<br />
Het thema belanghebbendenmanagement wordt verder geconcretiseerd en geoperationaliseerd aan de<br />
hand van de volgende stappen:<br />
u identificatie van en dialoog met de belanghebbenden (participatie van belanghebbenden);<br />
u transparantie en verantwoording afleggen;<br />
u evaluatie en bijsturing van het proces belanghebbendenmanagement.<br />
2.1.2 Identificatie en dialoog<br />
Vertrekkend vanuit de taken en de opdrachten die de organisatie vervult, moeten de voornaamste<br />
externe belanghebbenden worden geïdentificeerd. De organisatie moet zicht krijgen op wie wat betekent<br />
in het werkveld. Als bepaalde acties, beslissingen of strategische keuzes een impact hebben op die<br />
belanghebbenden, treedt zij met hen in dialoog.<br />
Bij de samenstelling van de vertegenwoordiging van belanghebbenden, moeten potentiële<br />
belangenconflicten worden vermeden24 . Dat is niet altijd mogelijk, want vaak zijn de belanghebbenden die<br />
de grootste meerwaarde kunnen bieden, ook degenen die het meeste belang hebben bij het werk van de<br />
organisatie. Bij de samenstelling van de advies- en bestuursorganen moeten eventuele belangenconflicten<br />
worden vastgesteld en maatregelen worden genomen om met belangenconflicten om te gaan.<br />
Belanghebbendenmanagement kenmerkt zich door het aangaan van een dialoog met de externe<br />
belanghebbenden. Het doel van de dialoog is de verzamelde informatie over de verwachtingen van de<br />
belanghebbenden te gebruiken als input voor het strategieproces en de operationele processen. Belangrijk<br />
is dat de organisatie duidelijk communiceert waarom zij een dialoog met de belanghebbenden voert, zodat<br />
geen loze verwachtingen worden gecreëerd.<br />
Dit alles zorgt voor een grotere betrokkenheid en wederzijds begrip tussen alle partners, waardoor het<br />
draagvlak van de organisatie verbreedt.<br />
21 Als referentiekader werd de brochure ‘Stakeholder Management: een bedrijfsgerichte verkenning’ gebruikt; uitgegeven door het Ministerie<br />
van de Vlaamse Gemeenschap, administratie Werkgelegenheid. Van den Berghe, L., Baeten, X., en Somers, L., Stakeholder Management:<br />
een bedrijfsgerichte verkenning, Mieke Stappaerts, Brussel, juni 2002.<br />
22 Bijgevolg kunnen andere entiteiten binnen de Vlaamse overheid wel degelijk externe belanghebbenden zijn.<br />
23 Vijf E’s: efficiëntie, effectiviteit, economy (zuinigheid), ethiek en environment (omgeving). De omgeving dient in kaart gebracht te worden<br />
door een omgevingsanalyse, klankbord- en focusgroepen, bevragingen, etc.<br />
24 Als het individu een persoonlijk, financieel of ander belang zou hebben in het werk van de organisatie of het individu één of meer<br />
officiële posities bekleedt die met elkaar in conflict kunnen komen.<br />
Belanghebbendenmanagement<br />
29
30<br />
2.1.3 Transparantie en terugkoppeling<br />
Van een overheidsorganisatie wordt verwacht dat zij transparant is over haar beleid en haar<br />
belanghebbenden informeert over hoe zij de verstrekte informatie in haar keuzes heeft verwerkt. Die<br />
terugkoppeling zorgt ervoor dat de belanghebbenden inzicht krijgen in de strategie en het functioneren van<br />
de organisatie en de gevolgen die dat voor hen heeft.<br />
2.1.4 Evaluatie en bijsturing<br />
Het belanghebbendenmanagement moet regelmatig worden geëvalueerd en zo nodig bijgestuurd.<br />
2.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t. belanghebbenden-<br />
management<br />
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
Identificatie en dialoog<br />
(=participatie van<br />
belanghebbenden)<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
Externe belanghebbenden zijn<br />
geïdentificeerd en er wordt een<br />
dialoog gevoerd. De informatie die<br />
wordt verzameld, dient als input voor<br />
de beleidsvoorbereiding (strategische<br />
planning).<br />
Bij de werking van de advies- en<br />
beheersorganen wordt rekening<br />
gehouden met potentiële<br />
belangenconflicten.<br />
De externe belanghebbenden zijn in<br />
kaart gebracht en idealiter gerangschikt<br />
volgens<br />
- hun impact (op de kernactiviteiten,<br />
macht);<br />
- hun belang in de activiteiten van de<br />
organisatie.<br />
Bij aanvang van de dialoog deelt<br />
de organisatie duidelijk mee wat de<br />
doelstellingen en de verwachtingen zijn<br />
van de dialoog.<br />
Er is een duidelijke code (eventueel<br />
als onderdeel van de deontologische<br />
code) die bepaalt hoe in dialoog wordt<br />
getreden met belanghebbenden en die<br />
de grenzen omschrijft van de dialoog en<br />
van het gedrag van de betrokkenen. De<br />
code waakt erover dat er geen sprake<br />
kan zijn van discriminatie en omschrijft<br />
duidelijk hoe de relatie tussen de beide<br />
partijen dient te verlopen.<br />
Gepeild wordt naar de verwachtingen/<br />
behoeften van de externe<br />
belanghebbenden. De organisatie<br />
bepaalt welke dialoogtechniek het<br />
meest geschikt is om die verwachtingen<br />
te identificeren (bv. focusgroepen,<br />
schriftelijke bevraging, open<br />
vergaderingen, overlegplatformen).<br />
Als de verwachtingen/behoeften zijn<br />
ingeschat, wordt de bekomen informatie<br />
geïntegreerd in de omgevingsanalyse<br />
ter voorbereiding van het beleid.<br />
Detectiesystemen om de ernst, aard<br />
en grootte van potentiële<br />
belangenconflicten te identificeren<br />
en aan alle betrokken partijen<br />
bekend te maken, zijn aanwezig.
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
Transparantie en<br />
terugkoppeling<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
De organisatie informeert op een<br />
transparante en eerlijke wijze over haar<br />
doelstellingen en activiteiten.<br />
Evaluatie en bijsturing Binnen de organisatie wordt het<br />
belanghebbendenmanagement op<br />
regelmatige basis geëvalueerd en<br />
bijgestuurd.<br />
2.3 Relevante documenten<br />
Om de kans op potentiële<br />
belangenconflicten te minimaliseren,<br />
zijn de nodige <strong>controle</strong>punten<br />
ingebouwd.<br />
Als de langetermijn-doelstellingen<br />
zijn vastgelegd (primaat van de<br />
politiek), informeert de organisatie de<br />
belanghebbenden over wat zij met<br />
de resultaten van de dialoog heeft<br />
gedaan.<br />
Rapportering en dialoog/overleg<br />
over de geboekte resultaten met de<br />
externe belanghebbenden vinden<br />
op regelmatige basis plaats. De input<br />
van de belanghebbenden wordt<br />
geïntegreerd in de beleidsevaluatie.<br />
Belanghebbendenmanagement<br />
De organisatie voert een expliciet<br />
klachtenmanagement & klantenbeleid<br />
en communiceert hierover op een<br />
duidelijke manier.<br />
Als een evaluatie plaats vindt, dient zij<br />
minstens een antwoord te geven op de<br />
volgende vragen:<br />
- zijn de belanghebbenden en hun<br />
verwachtingen nog actueel?<br />
- hoe worden de verwachtingen<br />
ingeschat?<br />
- hoe verloopt de dialoog en voldoet<br />
dit nog aan de verwachtingen?<br />
- welke informatie wordt binnen<br />
de organisatie opgevolgd en ter<br />
beschikking gesteld van de externe<br />
belanghebbenden?<br />
- wat is de kwaliteit van de rapportering<br />
en voldoet zij aan de verwachtingen<br />
van de belanghebbenden?<br />
na de evaluatie vindt een eventuele<br />
bijsturing plaats van het proces van<br />
belanghebbendenmanagement.<br />
Brochure ‘Stakeholder Management: een bedrijfsgerichte verkenning’, uitgegeven door het Ministerie van de<br />
Vlaamse Gemeenschap, administratie Werkgelegenheid.<br />
Van den Berghe, L., Baeten, X., en Somers, L., Stakeholder Management: een bedrijfsgerichte verkenning, Trivisi,<br />
Brussel, juni 2002, 32 p.<br />
31
32<br />
INTEGRITEIT<br />
ACT<br />
PLAN<br />
DO<br />
CHECK<br />
HRM<br />
FIM<br />
EFFECTIVITEIT<br />
Belanghebbendenmanagement<br />
Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />
ORG<br />
CUL<br />
ICO<br />
Monitoringsystemen<br />
EFFICIENTIE<br />
FAM<br />
ICT<br />
Veranderingsmanagement<br />
KWALITEIT
3 Monitoring<br />
3.1 Beschrijving<br />
3.1.1 Algemeen<br />
Monitoring is het systematisch en continu verzamelen, analyseren en rapporteren van relevante data om<br />
de behaalde resultaten periodiek te toetsen aan de doelstellingen uitgedrukt in vooropgestelde normen of<br />
verwachte resultaten.<br />
Monitoring stelt een organisatie in staat om de realisatie van de doelstellingen - al dan niet opgenomen in<br />
de beheersovereenkomst, managementovereenkomst of ander planningsdocument - op te volgen. Ook<br />
de opvolging van verbeteracties volgend uit audit- of consultingopdrachten mag niet uit het oog worden<br />
verloren.<br />
De evaluatie van de monitoringgegevens kan leiden tot een bijsturing van de acties.<br />
Het management moet continu opvolgen wat binnen de organisatie gebeurt. Heel wat instrumenten<br />
(zoals EFQM, CAF en Balanced Scorecard) bieden ondersteuning om een integraal en gestructureerd<br />
monitoringsysteem op te zetten.<br />
3.1.2 Meet -en opvolgingssystemen<br />
Meet– en opvolgingssystemen zijn systemen die de prestaties van de organisatie meten en nagaan in welke<br />
mate de vooropgestelde doelstellingen al dan niet werden behaald. Zo nodig worden corrigerende acties<br />
ondernomen om ervoor te zorgen dat de doelstellingen alsnog worden bereikt. Daarom zijn de meet- en<br />
opvolgingssystemen een essentieel onderdeel van de managementcyclus van de <strong>organisatiebeheersing</strong>.<br />
Met het oog op de <strong>organisatiebeheersing</strong> moet er voldoende aandacht worden besteed aan:<br />
u Keuze van het meet- en opvolgingssysteem (‘het juiste meten’ en ‘juist meten’);<br />
u Planning en implementatie van meet– en opvolgingssystemen;<br />
u Rapportering;<br />
u Evaluatie en bijsturing.<br />
3.1.3 Rapportering<br />
Volgens de visienota beheersovereenkomsten dient de managementrapportering te bestaan uit twee<br />
onderdelen:<br />
u Een realisatierapportering geeft aan hoe de organisatie voor de geformuleerde indicatoren heeft<br />
gepresteerd;<br />
u Een toekomst- en actiegerichte rapportering met daarin 1) streefwaarden en verwachtingen voor de<br />
indicatoren als geen actie wordt ondernomen, 2) acties als de streefwaarden niet worden gehaald en 3)<br />
de verwachte effecten in de tijd als de acties worden uitgevoerd.<br />
Het kaderdecreet vraagt een rapportering op basis van kengetallen en indicatoren met minimum:<br />
1. een jaarlijks rapport over de uitvoering van de beheersovereenkomst (voor 31 maart van het volgende<br />
jaar);<br />
2. een eindrapport (minimum 6 maanden voor het einde van de beheersovereenkomst).<br />
Monitoring<br />
33
34<br />
3.1.4 Evaluatie en bijsturing<br />
De organisatie evalueert periodiek de opvolgings- en meetsystemen en de rapportering. Op basis van de<br />
evaluatie stuurt ze bij waar nodig<br />
3.1.5 Toezicht op derden<br />
Een groot deel van de uitvoering van het beleid situeert zich bij instellingen, vzw’s of vennootschappen, die<br />
geheel of gedeeltelijk worden gesubsidieerd of gefinancierd door de Vlaamse overheid.<br />
Als de uitvoering van het beleid in handen is van derden moet de betrokken overheidsorganisatie erop<br />
toezien dat zij het beleid ook uitvoeren zoals afgesproken. Haar toezichtinstrumentarium moet een tijdige<br />
bijsturing toelaten.<br />
3.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t. monitoring<br />
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
Planning en implementatie De organisatie heeft een duidelijke visie<br />
van meet- en<br />
en doelstellingen omtrent meet- en<br />
opvolgingssystemen opvolgingssystemen.<br />
De organisatie is in staat zowel het<br />
geheel van doelstellingen opgenomen<br />
in het aansturingsinstrument als de<br />
doelstellingen van de verschillende<br />
organisatieonderdelen op een<br />
efficiënte wijze op te volgen en zo<br />
nodig bij te sturen.<br />
25 Goede indicatoren moeten voldoen aan deze eigenschappen (cf. Prof. G. Bouckaert KUL).<br />
De organisatie heeft bepaald welke<br />
informatie nodig is, waarom, voor<br />
wie en wanneer. Zij heeft dit idealiter<br />
neergeschreven in een (informatieprestatie)plan.<br />
Uitgaand van de behoeften<br />
heeft de organisatie een<br />
implementatieplan en -strategie<br />
ontwikkeld die o.a. een<br />
onderbouwde keuze mogelijk<br />
maakt qua te hanteren meet- en<br />
opvolgingssystemen.<br />
De top van de organisatie is<br />
betrokken bij het uitbouwen<br />
van een degelijk meet- en<br />
opvolgingssysteem.<br />
Op de verschillende niveaus binnen<br />
de organisatie werden indicatoren<br />
ontwikkeld, afgeleid uit de kritieke<br />
succesfactoren, die op hun beurt<br />
zijn afgeleid uit de verschillende<br />
doelstellingen van de organisatie.<br />
Deze indicatoren zijn valide (meten<br />
wat ze moeten meten), specifiek en<br />
meetbaar, duidelijk gedefinieerd<br />
en gevarieerd. Hun aantal blijft<br />
beheersbaar25 .<br />
Voor alle indicatoren zijn<br />
streefwaarden en normen of trends<br />
gedefinieerd. De invulling daarvan is<br />
onderbouwd.
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
Rapportering De meetresultaten worden verwerkt in<br />
rapporten die het mogelijk maken de<br />
werking van de organisatie tijdig bij te<br />
sturen en verantwoording af te leggen.<br />
De verstrekte rapporten geven een<br />
getrouw beeld van de werkelijke<br />
prestaties en bevatten relevante<br />
informatie.<br />
Een organisatie die gebruik maakt<br />
van verschillende meet- en/of<br />
opvolgingssystemen, waakt erover<br />
dat zij op elkaar zijn afgestemd.<br />
Vermeden wordt dat:<br />
· met verschillende<br />
prestatiebeheerssystemen<br />
hetzelfde gemeten wordt;<br />
- een dubbele input van gegevens<br />
plaatsvindt.<br />
De input van gegevens verloopt bij<br />
voorkeur geautomatiseerd.<br />
Als binnen de organisatie audits of<br />
consultancy opdrachten werden<br />
uitgevoerd, zorgt de organisatie<br />
ervoor dat de aanbevelingen<br />
stelselmatig worden opgevolgd.<br />
De organisatie heeft bepaald<br />
aan welke <strong>interne</strong> en externe<br />
doelgroepen en in welke vorm dient<br />
te worden gerapporteerd.<br />
Een managementrapportering is<br />
beschikbaar.<br />
Conform de richtlijnen<br />
inzake beleidsondersteuning<br />
(beleidsevaluatie) rapporteert de<br />
organisatie uit het oogpunt van<br />
haar taakstelling.<br />
In het aansturingsinstrument is<br />
aangegeven wanneer en onder<br />
welke vorm de organisatie dient te<br />
rapporteren.<br />
Binnen de organisatie zijn<br />
overlegmomenten aanwezig om de<br />
rapporten te bespreken.<br />
Informatie over de geleverde<br />
prestaties vloeit terug naar de<br />
verschillende betrokkenen in de<br />
organisatie.<br />
Binnen de organisatie zijn<br />
handleidingen en procedures<br />
aanwezig om informatie te<br />
registreren en erover te rapporteren.<br />
Controlepunten (manueel of<br />
geautomatiseerd) zijn in het meeten<br />
rapporteringsproces ingebouwd.<br />
Monitoring<br />
35
36<br />
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
Evaluatie en bijsturing Op periodieke basis evalueert de<br />
organisatie haar opvolgings- en<br />
meetsystemen en rapportering.<br />
Zij stuurt bij waar nodig.<br />
Sociale <strong>controle</strong> (bv. inzage in<br />
gegevens) is ingevoerd en wordt<br />
gestimuleerd binnen de organisatie.<br />
De organisatie evalueert op<br />
periodieke basis:<br />
- de keuze en invulling<br />
(meetproces) van de<br />
gehanteerde meet- en<br />
opvolgingssystemen;<br />
- de validiteit van de indicatoren.<br />
Binnen de organisatie wordt gepeild<br />
naar de aangepastheid van de<br />
geproduceerde rapporten.<br />
Toezicht op derden Als de organisatie zelf belanghebbende Er is voorzien in regelmatig overleg<br />
is (bv. in geval van financiering of<br />
tussen de organisatie en derden.<br />
subsidiëring), dan waakt zij erover dat de<br />
derde partners de taken correct uitvoeren<br />
Afspraken zijn geformaliseerd.<br />
conform de organisatiedoelstellingen. Principes van resultaatgericht<br />
De doelstellingen worden opgevolgd en werken (uit het oogpunt van de<br />
eventueel bijgestuurd.<br />
doelstellingen) en verantwoording<br />
worden afgesproken en<br />
geformaliseerd.<br />
3.3 Relevante documenten en websites<br />
Kenniscentrum Strategisch management<br />
http://aps.vlaanderen.be/<br />
Metadatafiches Studiedienst van de Vlaamse regering<br />
http://aps.vlaanderen.be/statistiek/over_cijfers/info.htm<br />
De nodige toezichtsmechanismen<br />
en –instrumenten zijn<br />
geïmplementeerd en worden op<br />
regelmatige basis geëvalueerd.<br />
Visienota beheersovereenkomsten<br />
http://www2.vlaanderen.be/ned/sites/bbb/documenten/organisatie/beheersovereenkomsten-visienota.pdf<br />
Bouckaert, G., van Dooren, W., Sterck, M., Prestaties meten in de Vlaamse overheid: Een verkennende studie.,<br />
Steunpunt Beleidsrelevant Onderzoek Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen, Leuven, 2003, 115 p.<br />
Bouckaert, G, Auwers, T., Prestaties meten in de overheid, Instituut voor de overheid, die Keure, Leuven, 1999,<br />
205 p., ISBn-109057512815.
Monitoring<br />
37
38<br />
INTEGRITEIT<br />
ACT<br />
PLAN<br />
DO<br />
CHECK<br />
HRM<br />
FIM<br />
EFFECTIVITEIT<br />
Belanghebbendenmanagement<br />
Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />
ORG<br />
CUL<br />
ICO<br />
Monitoringsystemen<br />
EFFICIENTIE<br />
FAM<br />
ICT<br />
Veranderingsmanagement<br />
KWALITEIT
4. Organisatiestructuur<br />
4.1 Beschrijving<br />
4.1.1 Algemeen<br />
Een organisatiestructuur omvat:<br />
u de indeling van de te verrichten werkzaamheden (zowel betreffende constant beleid als nieuwe<br />
projecten) in functies en taken van personen, werkgroepen of entiteiten;<br />
u de vastlegging van hun bevoegdheden en onderlinge betrekkingen bij de uitvoering van de<br />
werkzaamheden;<br />
u de daarbij gebruikte communicatiekanalen ten behoeve van de coördinatie van het geheel.<br />
De organisatiestructuur is een cruciale factor om de doelstellingen te bereiken en de organisatie te<br />
beheersen. De structuur van een organisatie zorgt voor <strong>interne</strong> samenhang tussen de verschillende<br />
onderdelen. Ook moet de structuur zijn afgestemd op de eigenheid van de organisatie (omvang, omgeving,<br />
cultuur, complexiteit van de activiteiten, beschikbare middelen, enz.).<br />
Een organisatie kan een aantal doelstellingen realiseren via projectwerking. Het is van belang dat deze<br />
werkwijze structureel wordt ondersteund en een eigen plaats krijgt in de organisatie.<br />
De structuur van een organisatie wordt schematisch weergegeven in een organigram. In de praktijk wijkt de<br />
werkelijke (informele) structuur van de organisatie soms af van wat het organigram formeel weergeeft. Een<br />
correct beeld van de organisatie wordt pas verkregen als zowel het formele als het informele aspect van de<br />
organisatiestructuur gekend is.<br />
4.1.2 Planning en opzet van de organisatiestructuur<br />
Organisatie-indeling is het proces waarbij de organisatie wordt opgesplitst in logische eenheden (bv.<br />
functionele indeling, product- of dienstindeling, geografische indeling, doelgroepindeling, …) uit het<br />
oogpunt van de doelstellingen, waarbij taken worden toegewezen aan individuele medewerkers en de<br />
leidinggevende niveaus worden afgebakend (lijnorganisatie met staffuncties en ondersteunende functies).<br />
Die bevoegdheidsverdeling wordt vastgelegd in delegatiebesluiten. De organisatie moet tegelijk instaan voor<br />
een goede coördinatie26 , met een degelijke organisatie van de besluitvorming en met daarop afgestemde<br />
informatiestromen.<br />
De coördinatie kan op verschillende wijzen verlopen:<br />
u via overleg (bv. stafvergadering, werkgroep);<br />
u via direct toezicht;<br />
u via standaardisatie van input, output, waarden of processen (bv. aantal afgeleverde vergunningen,<br />
aantal goedgekeurde studietoelagen).<br />
4.1.3 Duidelijkheid en flexibiliteit van de structuur<br />
De structuur van de organisatie dient voor iedereen in de organisatie duidelijk en transparant te zijn.<br />
Bovendien moet de organisatiestructuur op regelmatige basis en afhankelijk van <strong>interne</strong> of externe<br />
wijzigingen in vraag worden gesteld en geoptimaliseerd.<br />
4.1.4 Projectmanagement<br />
Projectmanagement kan binnen een organisatie dermate belangrijk zijn dat het formeel deel uitmaakt van<br />
de structuur van een organisatie. Projectmanagement is ook nuttig om nieuwe activiteiten op te starten die<br />
nog niet in de organisatiestructuur zijn ingebed.<br />
26 Coördinatie is het integreren van doelstellingen en activiteiten van afzonderlijke entiteiten binnen de organisatie om de doelstellingen van de<br />
organisatie effectief te realiseren.<br />
Organisatiestructuur<br />
39
40<br />
Projectmanagement doorloopt vijf fasen:<br />
u voorbereidings- of initialisatiefase: heeft tot doel de doelstellingen van het project te bepalen;<br />
u planningsfase: moet leiden tot een definitief, goedgekeurd projectplan (reikwijdte, tijd, middelen);<br />
u uitvoeringsfase of implementatiefase: de concrete uitvoering van het project;<br />
u <strong>controle</strong>fase: volgt de verschillende activiteiten binnen het project op en stuurt bij indien nodig;<br />
u afsluitingsfase: de fase waarin het opgeleverde resultaat wordt aanvaard, het project formeel wordt<br />
afgesloten en lessen worden getrokken naar de toekomst.<br />
nieuwe activiteiten die gestart zijn als een project, kunnen uitgroeien tot een onderdeel van de reguliere<br />
werking van de organisatie en kunnen leiden tot een wijziging in de organisatiestructuur.<br />
4.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t. organisatie-<br />
structuur en projectmanagement<br />
Organisatiestructuur<br />
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
Planning en opzet van de<br />
organisatiestructuur<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
De keuze van organisatiestructuur is<br />
afgestemd op de doelstellingen van de<br />
organisatie en ondersteunt de realisatie<br />
ervan27 .<br />
De keuze van organisatievorm<br />
steunt op een grondige studie,<br />
rekening houdend met een aantal<br />
criteria, zoals :<br />
- de gewenste kenmerken,<br />
afgeleid uit de<br />
organisatiedoelstellingen;<br />
- de omgeving van de organisatie;<br />
(doelgroepenbenadering,<br />
geografie (havens),…);<br />
- functies/kernactiviteiten/output;<br />
- grootte en complexiteit van de<br />
organisatie;<br />
- de organisatiecultuur;<br />
- de middelen waarover de<br />
organisatie beschikt (bv.<br />
personeel, ICT, …).<br />
De verschillende niveaus (lagen<br />
in de organisatie) hebben elk hun<br />
meerwaarde en de organisatie<br />
heeft de verwachte output van<br />
elk niveau bepaald.<br />
Functie- en taakbeschrijvingen<br />
worden opgesteld en<br />
geven duidelijk aan wat de<br />
verantwoordelijkheden van<br />
iedereen zijn. Daarin wordt ook<br />
aandacht besteed aan waarden<br />
en integriteit.<br />
27 Zie ook principe 2 van de managementcode: ‘Processen, functies en competenties zijn afgestemd op de opdracht van de entiteit’.
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
Duidelijkheid en flexibiliteit<br />
van de structuur<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
De nodige coördinatiemechanismen<br />
zijn ingebouwd, zodat beslissingen van<br />
verschillende organisatieonderdelen op<br />
elkaar worden afgestemd. Op die manier<br />
kan de realisatie van de doelstellingen<br />
worden opgevolgd en is tijdige bijsturing<br />
mogelijk.<br />
De structuur van de organisatie is voor<br />
iedereen in de organisatie duidelijk en<br />
transparant.<br />
nieuwe prioriteiten (nieuwe<br />
initiatieven) kunnen projectmatig<br />
worden uitgewerkt. In dat geval<br />
wordt projectmanagement<br />
toegepast (cf. infra).<br />
De behoeften van de organisatie<br />
inzake coördinatie zijn ingeschat.<br />
In verhouding tot de beschikbare<br />
middelen worden de juiste en meest<br />
efficiënte coördinatiemechanismen<br />
gekozen.<br />
De organisatiestructuur bevat<br />
functies die waken over de<br />
afstemming van de verschillende<br />
onderdelen en het blijvend gericht<br />
zijn op de organisatiedoelstellingen.<br />
De span of control28 wordt op<br />
regelmatige basis geëvalueerd en<br />
blijft beheersbaar.<br />
Organigrammen van de volledige<br />
organisatie en van de verschillende<br />
deelentiteiten zijn aanwezig. Zij<br />
werden gecommuniceerd aan alle<br />
personeelsleden.<br />
Elk organigram maakt desgevallend<br />
een onderscheid tussen dagelijkse<br />
werking en projectwerking.<br />
De organisatiestructuur maakt<br />
een kwaliteitsaanpak binnen de<br />
organisatie mogelijk.<br />
Elk organigram moet zo zijn<br />
opgesteld dat de gezagslijnen van<br />
het hoogste niveau naar het laagste<br />
duidelijk zijn. Dat houdt in dat voor<br />
de organisatieleden duidelijk is aan<br />
wie ze kunnen delegeren, wie aan<br />
hen kan delegeren en aan wie ze<br />
verantwoording zijn verschuldigd.<br />
Ook moet voor de leden duidelijk<br />
zijn bij wie ze terecht kunnen met<br />
vragen, problemen, dilemma’s of<br />
integriteitsschendingen.<br />
Bij het vastleggen van de bevoegdheden<br />
en verantwoordelijkheden<br />
wordt het principe gewaarborgd<br />
dat geen enkele functie/persoon<br />
de volle verantwoordelijkheid<br />
28 De ‘span of control’ heeft betrekking op het aantal personeelsleden waarover iemand leiding en <strong>controle</strong>bevoegdheid heeft. De ideale<br />
‘span of control’ bestaat niet; factoren als omgeving, prestaties en capaciteiten van managers en medewerkers spelen immers een zeer<br />
belangrijke rol.<br />
Organisatiestructuur<br />
41
42<br />
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
Projectmanagement<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
De organisatiestructuur wordt op<br />
regelmatige basis en/of afhankelijk van<br />
<strong>interne</strong> of externe wijzigingen in vraag<br />
gesteld.<br />
De structuur wordt naar aanleiding<br />
van een herziening zo nodig<br />
geoptimaliseerd.<br />
en <strong>controle</strong> heeft over een<br />
volledig proces en/of middelen<br />
(=functiescheiding).<br />
Bevoegdheden en taken worden<br />
gedelegeerd29 in relatie tot de<br />
toegewezen verantwoordelijkheden<br />
en zijn schriftelijk vastgelegd,<br />
bekrachtigd en gecommuniceerd.<br />
De evaluatielijnen van het personeel<br />
zijn afgestemd op de gezagslijnen.<br />
In geval van wijzigingen in de<br />
kernprocessen of in de omgeving<br />
wordt de adequaatheid<br />
van de structuur (incl. rollen,<br />
verantwoordelijkheden en<br />
bevoegdheden) opnieuw<br />
geëvalueerd.<br />
De werklast van de verschillende<br />
‘entiteiten’ wordt op geregelde<br />
tijdstippen opgevolgd en<br />
geëvalueerd. In het geval van<br />
over- of onderbelasting worden de<br />
gepaste maatregelen genomen.<br />
Als wijzigingen noodzakelijk zijn,<br />
wordt een actieplan opgesteld<br />
om de overgang van de huidige<br />
structuur naar de nieuwe structuur<br />
te realiseren in een realistisch<br />
tijdsperspectief en om de wijzigingen<br />
verder op te volgen.<br />
In geval van wijzigingen in<br />
de sleutelposities worden de<br />
organigrammen geactualiseerd.<br />
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
Projectstandaarden<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
Projecten worden uitgewerkt volgens<br />
een bepaalde projectmanagementmethodologie.<br />
Binnen het project worden<br />
verschillende processen<br />
onderscheiden elk met een eigen<br />
cyclus (scope, doelstelling, budget,<br />
timing).<br />
Als ICT-projecten binnen de<br />
organisatie ontwikkeld of<br />
uitbesteed worden aan derden,<br />
verschillend van de algemene<br />
29 Delegeren kan worden omschreven als de toekenning van formele bevoegdheden en de verantwoording voor de uitvoering van bepaalde<br />
activiteiten aan een ander lid van de organisatie.
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
Voorbereidingsfase Vooraleer projecten op te starten, is<br />
de nood vanuit de (kern)processen<br />
duidelijk geïdentificeerd, geanalyseerd en<br />
geformaliseerd.<br />
Planningsfase Een planning wordt opgemaakt om<br />
projecten tijdens de uitvoeringsfase te<br />
kunnen opvolgen en bij te sturen.<br />
ICT- dienstverlener, worden minstens<br />
gelijkwaardige methodologieën<br />
gebruikt of aan deze dienstverlener<br />
opgelegd.<br />
De organisatiebehoeften inzake<br />
op te starten projecten zijn<br />
neergeschreven.<br />
Vereisten waaraan het eindprodukt<br />
moet voldoen, zijn gedetailleerd<br />
uitgeschreven.<br />
Projecten worden geselecteerd<br />
aan de hand van bepaalde criteria.<br />
Voorbeelden van selectiecriteria zijn<br />
- organisatiebehoefte;<br />
- mate waarin project past binnen<br />
organisatiedoelstellingen;<br />
- budgetraming versus beschikbare<br />
middelen;<br />
- wettelijke vereisten.<br />
Betrokken partijen zijn<br />
geïdentificeerd en<br />
verantwoordelijkheden en<br />
bevoegdheden zijn vastgelegd.<br />
Een projectmanager is geselecteerd<br />
volgens bepaalde criteria (ervaring,<br />
kennis, achtergrond, graad van<br />
beschikbaarheid).<br />
Een initiële budgetinschatting wordt<br />
opgemaakt en start- en einddatum<br />
worden vastgelegd.<br />
Hinderpalen, beperkingen en initiële<br />
risico’s worden opgelijst.<br />
Een projectcharter is aanwezig en<br />
ondertekend door de verschillende<br />
betrokkenen.<br />
Procedures inzake wijzigingsbeheer<br />
van het projectcharter zijn<br />
aanwezig.<br />
Een geformaliseerd en<br />
goedgekeurd projectplan is<br />
aanwezig.<br />
Voorbeeld van een projectplan<br />
Idealiter bestaat een projectplan uit<br />
de volgende onderdelen:<br />
Organisatiestructuur<br />
43
44<br />
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
Implementatiefase Het project wordt uitgevoerd volgens<br />
het projectplan en wordt zorgvuldig<br />
gedocumenteerd. Er wordt tijdig en<br />
correct over gecommuniceerd.<br />
Controlefase Tijdens de uitvoering van het project<br />
worden prestaties, timing en budget<br />
nauwgezet opgevolgd en vergeleken<br />
met wat werd vooropgesteld in het<br />
projectplan. Er wordt zo nodig<br />
bijgestuurd.<br />
- Een tijdspad/mijlpalenplan;<br />
- Organisatorisch luik:<br />
. een gedetailleerde<br />
opsomming van rollen en<br />
verantwoordelijkheden van alle<br />
deelnemers;<br />
. een organigram van het<br />
project;<br />
. opsomming van benodigde<br />
profielen en competenties.<br />
- Een communicatief luik:<br />
. procedures inzake het<br />
inzamelen en verspreiden van<br />
informatie over het project en<br />
de voortgang.<br />
- Een kwaliteitsluik:<br />
. opsomming van kwaliteitsstandaarden<br />
waaraan het<br />
eindprodukt moet voldoen.<br />
- Risicomanagement:<br />
. opsomming van mogelijke<br />
risico’s en de wijze waarop<br />
hiermee zal worden<br />
omgesprongen.<br />
Procedures om het projectplan te<br />
wijzigen en incidenten te melden,<br />
liggen vast en worden toegepast.<br />
Gesprekken, beslissingen<br />
worden gedocumenteerd en<br />
communicatiedoorstroming binnen<br />
het project vindt plaats.<br />
In geval van aankopen/<br />
aanbestedingen wordt<br />
de regelgeving rond<br />
overheidsopdrachten gevolgd<br />
en consequent toegepast. De te<br />
hanteren werkwijzen zijn duidelijk<br />
bepaald en houden rekening<br />
met mogelijke subjectiviteit,<br />
belangenvermenging, enz.<br />
In geval van uitbesteding zijn SLA’s<br />
opgesteld.<br />
Budgetverbruik wordt gedetailleerd<br />
opgevolgd.<br />
Prestaties geleverd door derden<br />
worden grondig ge<strong>controle</strong>erd,<br />
geanalyseerd en afgetekend.
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
Afsluitingsfase Het afgeleverde eindproduct wordt<br />
formeel aanvaard.<br />
4.3 Relevante documenten<br />
Een capaciteitsopvolgingssysteem<br />
(bv. tijdsregistratie) voor het project<br />
is aanwezig.<br />
Tussentijdse resultaten worden<br />
vergeleken met de vooropgestelde<br />
kwaliteitsnormen.<br />
De organisatie bepaalt vooraf<br />
de acceptatiecriteria en het<br />
eindproduct wordt afgetoetst aan<br />
die criteria.<br />
Het project wordt formeel afgesloten. Eventuele contracten worden<br />
formeel afgesloten.<br />
Aanwezigheid van<br />
projectdocumentatie en<br />
archivering.<br />
Het project wordt in zijn totaliteit<br />
geëvalueerd en er worden lessen<br />
getrokken voor de toekomst.<br />
Henry Mintzberg, Organisatiestructuren, Academic Service, Schoonhoven, 1994, 329 p., ISBn-9052610509.<br />
James A.F. Stoner & R.E Freeman, Management, Prentice-hall International, London, 1992, 795 p., ISBn-<br />
9052610835.<br />
Sebastian Desmidt en Aimé Heene, Strategie en organisatie van publieke organisaties, Lannoocampus,<br />
Leuven, 2005, 312 p., ISBn-9020961136.<br />
Organisatiestructuur<br />
45
46<br />
INTEGRITEIT<br />
ACT<br />
PLAN<br />
DO<br />
CHECK<br />
HRM<br />
FIM<br />
EFFECTIVITEIT<br />
Belanghebbendenmanagement<br />
Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />
ORG<br />
CUL<br />
ICO<br />
Monitoringsystemen<br />
EFFICIENTIE<br />
FAM<br />
ICT<br />
Veranderingsmanagement<br />
KWALITEIT
5. Human Resources Management (HRM)<br />
5.1 Beschrijving<br />
5.1.1 Algemeen<br />
HRM is erop gericht om de benodigde competenties te (ver)werven, te behouden en te ontwikkelen en op<br />
een geïntegreerde, pro-actieve wijze het werkgedrag, en de prestaties van mensen zodanig te beïnvloeden<br />
dat een hoge en constante toegevoegde waarde wordt gecreëerd, gebaseerd op de persoonlijke inzet van<br />
alle medewerkers, binnen een gegeven omgeving en rekening houdend met de finaliteit en strategie van de<br />
organisatie30 .<br />
5.1.2 HRM principes<br />
Het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van het overheidsoptreden vergt menskracht. Het<br />
overheidspersoneel zet de beleidskeuzes om in de praktijk. Het menselijk kapitaal is wellicht het belangrijkste<br />
“productie”middel waarover een publieke werkgever beschikt om de doelstellingen te realiseren. Het<br />
volstaat daarbij niet om adequate en transparante structuren te hebben. Ze moeten ook goed ingevuld<br />
worden. Er moeten voldoende mensen aanwezig zijn met passende competenties (“de juiste persoon op de<br />
juiste plaats”). In een moderne benadering van personeelsmanagement wordt beklemtoond dat de mens<br />
een strategische factor vormt in de organisatie.<br />
Een performant HR-overheidsbeleid draagt actief bij tot het bereiken van de organisatiedoelstellingen.<br />
Hierbij wordt uitgegaan van de HRM-cyclus: HR-planning, werving en selectie, oriëntatie en affectatie,<br />
loopbaanontwikkeling, VTO (vorming, training en opleiding), evaluatie, beloning en beëindiging.<br />
Het management kan zijn personeelsbeleid vrij invullen en eigen accenten leggen voor zover de<br />
regelgeving gerespecteerd wordt (Grondwet, APKB, kaderdecreet, generieke delegatiebesluiten, statuut31 ,<br />
omzendbrieven, syndicaal statuut, enz) en mits de principes van de managementcode32 gerespecteerd<br />
worden. Die managementcode bevat twaalf principes waarmee de Vlaamse regering het topmanagement<br />
wil aansturen op het vlak van personeel en organisatie. De managementcode is niet juridisch afdwingbaar,<br />
maar het management moet verantwoording afleggen aan de Vlaamse regering over het gevoerde<br />
personeelsbeleid.<br />
De principes van de managementcode en de ermee samenhangende afspraken en<br />
rapporteringsverplichtingen worden opgenomen in de beheersovereenkomst, de managementovereenkomst<br />
of een ander planningsdocument.<br />
5.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t. HRM<br />
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
HRM beleid De strategische en operationele<br />
In het strategisch en operationeel<br />
doelstellingen van het beleidsdomein en plan van de organisatie wordt<br />
de entiteit zijn doorvertaald naar eigen een antwoord geboden op de<br />
beleidskeuzes op het vlak van HRM en belangrijkste uitdagingen en risico’s<br />
passen binnen het globale kader van de m.b.t. HRM waarmee de organisatie<br />
Vlaamse overheid, en dit wordt als geheel wordt geconfronteerd.<br />
helder gecommuniceerd (principe 1 van<br />
managementcode P&O).<br />
30 Gebaseerd op de definitie van Dirk Buyens, Vlerick school.<br />
31 Een overzicht van de geldende regelgeving op het vlak van personeelszaken van alle departementen, agentschappen en<br />
strategische adviesraden is terug te vinden op http://personeel.vlaanderen.be/statuten/vademecum_dvo/index.htm.<br />
32 http://www2.vlaanderen.be/personeelsbeleid/bijlagen/managementcode/VR/managementcode_versie_1_juli_2005.doc.<br />
Human Resources Management<br />
47
48<br />
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
HRM instrumenten Processen, functies en competenties<br />
zijn afgestemd op de opdracht<br />
van de organisatie (principe 2 van<br />
managementcode P&O, exclusief<br />
structuur en taken).<br />
Het HRM beleid van de organisatie is<br />
afgestemd op het gevoerde beleid<br />
van het beleidsdomein en kadert<br />
binnen de visie van de Vlaamse<br />
overheid.<br />
Het HRM beleid schenkt<br />
ook voldoende aandacht<br />
aan waardenomschrijving/<br />
waardenverduidelijking en aan<br />
het ontwikkelen van integriteit<br />
in het handelen (omgaan met<br />
dilemma’s,…).<br />
Informatie-initiatieven worden<br />
genomen om het HRM beleid toe te<br />
lichten aan de personeelsleden.<br />
Binnen de organisatie is voldoende<br />
professionele strategische en<br />
operationele HR-capaciteit<br />
(menskracht en competenties)<br />
voorzien.<br />
De organisatie garandeert een<br />
kwaliteitsvolle dienstverlening voor<br />
de <strong>interne</strong> klanten (bv. op het vlak<br />
van HR, facility,...).<br />
De organisatie beschikt over een<br />
actueel en intern gevalideerd<br />
procesplan en personeelsplan, via<br />
degelijke methodieken tot stand<br />
gekomen en via de wettelijke<br />
procedures, waarin de belangrijkste<br />
processen en de onderlinge<br />
samenhang tussen processen en<br />
personeelsplan helder uiteengezet<br />
worden.<br />
De organisatie rapporteert<br />
periodiek aan de minister bevoegd<br />
voor bestuurszaken m.b.t. de<br />
personeelseffectieven.<br />
Op basis van het personeelsplan zijn<br />
de competenties die nodig zijn voor<br />
het bereiken van de doelstellingen<br />
in kaart gebracht en er wordt<br />
opgevolgd of deze competenties in<br />
de organisatie aanwezig zijn:<br />
· De competenties zijn gedefinieerd<br />
en geïllustreerd met<br />
meetbare indicatoren.<br />
· De verschillende niveaus<br />
van complexiteit binnen de<br />
competenties zijn aangegeven.
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
De personeelsuitgaven blijven binnen het<br />
afgesproken budget33 (principe 3 van<br />
managementcode P&O).<br />
· De kritische kennis en competenties<br />
zijn permanent geïdentificeerd,<br />
zijn verworven en de<br />
nodige maatregelen worden<br />
genomen om het behoud van<br />
deze kennis en competenties<br />
binnen de organisatie te<br />
garanderen.<br />
· Er zijn competentieprofielen<br />
opgemaakt op basis van het<br />
competentiewoordenboek voor<br />
de Vlaamse overheid.<br />
Binnen de organisatie is een<br />
vormingsplan uitgewerkt dat<br />
tot doel heeft de kloof tussen<br />
de aanwezige en gewenste<br />
competenties te dichten.<br />
Voor nieuwe personeelsleden is een<br />
introductietraject voorzien dat hen<br />
bekend maakt met de functie,<br />
de organisatie, de waarden en<br />
normen, alsook met de integriteitsvereisten<br />
van de functie en de<br />
wijze waarop kan omgegaan worden<br />
met problemen, dilemma’s,<br />
integriteitsschendingen, … .<br />
Deze informatie wordt ook na<br />
de introductie regelmatig terug<br />
opgefrist. Tijdens werkoverleg en<br />
in functionerings- en evaluatiegesprekken<br />
wordt ook systematisch<br />
aandacht geschonken aan deze<br />
informatie en aan de wijze waarop<br />
het personeelslid omgaat met<br />
integriteitsproblemen.<br />
Het personeelsplan wordt tijdig<br />
aangepast en geactualiseerd en<br />
houdt rekening met de uitstroom<br />
van competenties (ontslag,<br />
pensionering).<br />
Er is een beleid inzake ziekteverzuim.<br />
Er is waakzaamheid voor kennisconcentraties<br />
en het installeren<br />
van de nodige back-up (tijdelijke<br />
afwezigheid of definitief vertrek).<br />
Het personeelsbudget is gebaseerd<br />
op het personeelsplan, het personeelsbestand<br />
en het vormingsplan.<br />
33 Artikel 180 Grondwet bepaalt dat het Rekenhof er over waakt dat er geen overschrijding van de budgetten is (in het algemeen en niet enkel<br />
personeelsbudgetten).<br />
Human Resources Management<br />
49
50<br />
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
De personeelsleden krijgen voldoende<br />
kansen om door te groeien naar andere<br />
functies en om hun inzetbaarheid te<br />
verruimen (principe 5A van managementcode<br />
P&O). De personeelsleden<br />
die inspanningen leveren om hun inzetbaarheid<br />
te verruimen krijgen voldoende<br />
kansen om gedurende hun loopbaan<br />
zinvol ingezet te worden (principe 5B<br />
van managementcode P&O).<br />
De invulling van <strong>interne</strong> en externe<br />
vacatures verloopt op een integere,<br />
transparante en professionele wijze, op<br />
basis van een zorgvuldige afweging<br />
van individuele competenties t.o.v. een<br />
vooropgesteld functieprofiel en rekening<br />
houdend met het doelgroepenbeleid<br />
van de Vlaamse regering (principe 6 van<br />
managementcode P&O).<br />
De organisatie volgt de personeelsuitgaven<br />
gedetailleerd op.<br />
Onkostenstaten omvatten de<br />
nodige bewijsstukken en worden<br />
ge<strong>controle</strong>erd op de echtheid van<br />
de prestaties, het bedrag en de<br />
relatie tot het werk.<br />
De organisatie heeft een beleid<br />
uitgewerkt om de inzetbaarheid<br />
en doorstroming van de<br />
personeelsleden te bevorderen:<br />
· Personeelsleden worden<br />
geholpen bij hun loopbaankeuze<br />
en (eventuele) heroriëntering<br />
en krijgen de kans om zich<br />
te ontwikkelen binnen een<br />
toekomstig loopbaanperspectief.<br />
· Het management voert<br />
een beleid dat gericht is<br />
op het maximaliseren van<br />
de inzetbaarheid van alle<br />
personeelsleden binnen de<br />
organisatie.<br />
· Via de <strong>interne</strong> arbeidsmarkt<br />
rekruteert de organisatie nieuwe<br />
medewerkers en laat eigen<br />
medewerkers doorstromen naar<br />
andere entiteiten.<br />
Er wordt geïnvesteerd in<br />
de personeelsleden door<br />
vormingsmogelijkheden te<br />
stimuleren:<br />
· Opleidingsbehoeften van<br />
personeelsleden worden<br />
geïnventariseerd en op een<br />
objectieve wijze beoordeeld.<br />
· De opleidingen dienen maximaal<br />
te worden gekaderd in het<br />
vormingsplan van de organisatie<br />
dat tot doel heeft de kloof tussen<br />
de aanwezige en de gewenste<br />
competenties te dichten.<br />
De organisatie beschikt over een<br />
aanwervingsplan dat is opgesteld<br />
aan de hand van de vergelijking<br />
tussen het personeelsplan en het<br />
personeelsbestand.<br />
Bij een aanwerving wordt de<br />
wervingsprocedure vooraf aan<br />
(alle) potentiële kandidaten
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
De invulling van <strong>interne</strong> en externe<br />
vacatures verloopt op een<br />
wettelijke wijze.<br />
Medewerkers presteren volgens de<br />
vooropgestelde verwachtingen en<br />
kunnen zich ook binnen hun functie<br />
verder ontwikkelen (principe 7 van<br />
managementcode P&O).<br />
gecommuniceerd en ook zo<br />
toegepast in de praktijk.<br />
De kandidaten worden<br />
geselecteerd op basis van een<br />
objectieve selectieprocedure en<br />
van vooraf bepaalde objectieve<br />
criteria die afgeleid zijn van<br />
de functiebeschrijving, de vier<br />
waardegebonden competenties34 van de Vlaamse overheid en het<br />
doelgroepenbeleid van de Vlaamse<br />
Regering. Hierbij wordt voldoende<br />
aandacht geschonken aan de<br />
waarden van de organisatie en de<br />
integriteitsvereisten van de functie.<br />
Aanwervingen gebeuren in de<br />
mate van het mogelijke pro-actief<br />
zodat voldoende tijd rest voor<br />
overdracht van kennis tussen<br />
het nieuw aangeworven en het<br />
uittredend personeelslid.<br />
Alle medewerkers die in dienst<br />
worden genomen voldoen aan de<br />
algemene en specifieke toelatingsen<br />
aanwervingsvoorwaarden (bv.<br />
qua diploma, ervaring, …).<br />
De wijze van invulling van de<br />
personeelsbehoeften voldoet aan<br />
de geldende rechtsregels, in het<br />
bijzonder het APKB en het statuut.<br />
Er bestaat een objectief systeem om<br />
personeelsleden te evalueren.<br />
Jaarlijks worden in functie van<br />
de operationele doelstellingen<br />
in overleg met elk personeelslid<br />
individuele doelstellingen opgesteld.<br />
De individuele doelstellingen<br />
worden specifiek en meetbaar<br />
geformuleerd met vermelding van<br />
timing, zijn realistisch, uitdagend<br />
en dienen aanvaard te zijn door<br />
diegene die ze moet uitvoeren.<br />
Deze doelstellingen worden<br />
opgevolgd en op het einde van<br />
het jaar op een objectieve wijze<br />
geëvalueerd.<br />
34 De vier waardegebonden competenties van de Vlaamse overheid zijn voortdurend verbeteren, klantgerichtheid, samenwerken en<br />
betrouwbaarheid.<br />
Human Resources Management<br />
51
52<br />
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
Medewerkers worden billijk en extern<br />
competitief verloond (principe 9 van<br />
managementcode P&O).<br />
35 De haalbaarheid van deze randvoorwaarde is gekoppeld aan de invoering van een nieuw verloningsbeleid.<br />
36 Onder prestatietoelage wordt management-, staf- en functioneringstoelage begrepen.<br />
Wanneer in het functioneren fouten,<br />
integriteitsschendingen, … worden<br />
geconstateerd, heeft dit gevolgen<br />
(tuchtrecht, sanctieregeling, …).<br />
De te verwachten gevolgen zijn<br />
voor iedereen duidelijk en worden<br />
effectief toegepast.<br />
Het management geeft op<br />
geregelde tijdstippen elk<br />
personeelslid formele en informele<br />
feedback over de manier waarop<br />
de job wordt uitgeoefend en geeft<br />
het personeelslid ruimte om zelf<br />
feedback te geven.<br />
De organisatie meet de efficiëntie<br />
van haar personeelsleden (bv. tijd<br />
per opdracht) en stuurt bij waar<br />
nodig.<br />
Binnen de organisatie worden<br />
initiatieven genomen waardoor de<br />
personeelsleden zich gewaardeerd<br />
voelen voor hun geleverde<br />
prestaties.<br />
De verloning staat in verhouding tot<br />
de functievereisten35 .<br />
De nodige aandacht dient te gaan<br />
naar tijdige, correcte en volledige<br />
doorstroom van informatie die<br />
van belang is voor de betaling<br />
van de salarissen, toelagen<br />
en vergoedingen. De <strong>interne</strong><br />
procedures moeten voldoende<br />
zekerheid bieden dat de informatie<br />
op de juiste plaats terecht komt en<br />
verwerkt raakt.<br />
Kritisch punt in de loonadministratie<br />
is de input in het loonsysteem.<br />
Het risico van gewilde of<br />
ongewilde verkeerde invoer<br />
moet beheerst worden (door<br />
bv. goedkeuringsprocedures,<br />
functiescheidingen, na<strong>controle</strong>s,<br />
steekproefdoorlichtingen,<br />
exceptielijsten, logboeken,<br />
enzovoort).<br />
Prestatietoelagen36 worden<br />
toegekend op basis van objectieve<br />
criteria en zijn op voorhand<br />
gecommuniceerd aan de<br />
personeelsleden.
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
Evaluatie en bijsturing<br />
van HRM beleid en<br />
instrumenten<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
Het leidinggeven gebeurt op alle<br />
niveaus op een kwaliteitsvolle manier<br />
(principe 10 van managementcode<br />
P&O).<br />
De personeelsleden kunnen hun werk<br />
goed combineren met hun privésituatie<br />
(principe 11 van managementcode<br />
P&O).<br />
Binnen de organisatie worden het HRM<br />
beleid en de HRM instrumenten<br />
regelmatig geëvalueerd en bijgestuurd.<br />
De leidinggevenden krijgen<br />
regelmatig feedback over hun<br />
manier van leiding geven (bv.<br />
via bottom-up evaluatie, 360°<br />
feedback, enz.).<br />
Binnen de organisatie<br />
worden via aangepaste<br />
managementontwikkelingsprogramma’s,<br />
netwerking,<br />
coaching en andere initiatieven de<br />
leidinggevende capaciteiten van<br />
de leidinggevenden ontwikkeld.<br />
De continuïteit in de leidinggevende<br />
posities is gewaarborgd:<br />
personeelsmutaties in sleutelfuncties<br />
worden zo snel mogelijk ingevuld.<br />
De behoeften en knelpunten m.b.t.<br />
de combinatie werk/privé bij de<br />
personeelsleden worden geregeld<br />
geïnventariseerd.<br />
Er bestaan maatregelen om aan de<br />
geïnventariseerde behoeften inzake<br />
thuiswerk te voldoen zonder de<br />
continuïteit van de dienstverlening<br />
in het gedrang te brengen. De<br />
respons op deze maatregelen wordt<br />
opgevolgd en kan eventueel leiden<br />
tot bijsturingen.<br />
De HRM doelstellingen worden<br />
formeel opgevolgd, geëvalueerd<br />
en bijgestuurd indien nodig.<br />
De processen worden regelmatig<br />
kritisch doorgelicht en in functie<br />
van de bijsturingen gebeurt een<br />
systematische aanpassing van het<br />
personeelsplan.<br />
De efficiënte inzet van<br />
capaciteit wordt opgevolgd<br />
(capaciteitsopvolgingssystemen<br />
en opvolging performantie van<br />
medewerkers).<br />
Regelmatige evaluatie en<br />
eventuele bijsturing van :<br />
- het personeelsbeheerssyteem<br />
- het vormingsbeleid<br />
- het wervingsbeleid<br />
Human Resources Management<br />
53
54<br />
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
5.3 Relevante documenten en websites<br />
- het evaluatiesysteem<br />
- het verloningsbeleid<br />
- kwaliteitsvol leidinggeven<br />
- afstemming combinatie werk/<br />
privé.<br />
Op het vlak van HRM is er een<br />
expliciete kwaliteitsaanpak, bv.<br />
Investors In People (IiP)-standaard.<br />
Meerdere topics m.b.t. personeelsbeleid binnen de Vlaamse Gemeenschap zijn terug te vinden op volgende<br />
site : http://www2.vlaanderen.be/personeelsbeleid/ago/index.htm<br />
Het betreft onder meer:<br />
u Beleidsrapporten Personeel & Organisatie<br />
u Bottom Up Evaluatie<br />
u Competentiemanagement<br />
u Exit-onderzoek<br />
u Klantenbevragingen<br />
u Leidinggeven in deeltijd<br />
u Managementcode<br />
u netwerk kwaliteit<br />
u Outplacement<br />
u Personeelsbevraging<br />
u Planning en Evaluatie Topambtenaren<br />
u Prestatie management instrument PLOEG<br />
u Rapportering over kengetallen Personeel & Organisatie<br />
u Startbanen<br />
Vormingsmogelijkheden worden aangeboden op de vormingssite<br />
http://www2.vlaanderen.be/personeelsopleiding/vormingsweb.htm<br />
Competentiemanagement<br />
http://www2.vlaanderen.be/personeelsbeleid/competentiemanagement/info/index.htm<br />
Managementcode<br />
http://www2.vlaanderen.be/ned/sites/bbb/documenten/index.htm#personeelsbeleid<br />
http://www2.vlaanderen.be/ned/sites/bbb/documenten/personeel/managementcode_versie_1_juli_2005.<br />
doc<br />
IiP<br />
http://www2.vlaanderen.be/personeelsbeleid/nk/kwaliteit_1_iip.htm
Human Resources Management<br />
55
56<br />
INTEGRITEIT<br />
ACT<br />
PLAN<br />
DO<br />
CHECK<br />
HRM<br />
FIM<br />
EFFECTIVITEIT<br />
Belanghebbendenmanagement<br />
Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />
ORG<br />
CUL<br />
ICO<br />
Monitoringsystemen<br />
EFFICIENTIE<br />
FAM<br />
ICT<br />
Veranderingsmanagement<br />
KWALITEIT
6. Organisatiecultuur<br />
6.1 Beschrijving<br />
6.1.1 Algemeen<br />
De organisatiecultuur omvat het geheel van waarden en normen, die het concrete gedrag van individuen<br />
en groepen in de organisatie beïnvloeden. De organisatiecultuur bepaalt het gezicht van de organisatie.<br />
Er bestaat een sterke relatie tussen de cultuur van een organisatie en het integriteitsbewustzijn.<br />
Het integriteitsbeleid omvat het identificeren van formele waarden en normen waar de organisatie voor staat<br />
en het geheel van beleidsmaatregelen die gericht zijn op:<br />
u het vergroten van de weerbaarheid van de medewerkers tegen mogelijke aantastingen van de integriteit;<br />
en<br />
u het ondersteunen van de medewerkers in de omgang met moeilijke situaties en integriteitsdilemma’s,<br />
zodat de realisatie van de organisatiedoelstellingen niet in het gedrang wordt gebracht.<br />
6.1.2 Organisatiecultuur<br />
De cultuur van een organisatie is van belang voor de goede werking van de organisatie. Indien de waarden<br />
en normen van de organisatiecultuur gedragen worden door de medewerkers identificeren zij zich met<br />
de organisatie en voelen zij zich betrokken bij de organisatiedoelstellingen. Dit heeft een gunstig effect op<br />
hun motivatie en verbetert de prestaties van de organisatie. De organisatiecultuur is een bepalende factor<br />
voor het welslagen van veranderingen binnen de organisatie. Plannen en structuren werken niet als er geen<br />
mensen met de juiste ingesteldheid achterstaan. Tenslotte heeft de organisatiecultuur ook een directe<br />
invloed op het imago van de organisatie.<br />
Met het oog op de <strong>organisatiebeheersing</strong> is het daarom van belang dat geanalyseerd wordt in welke<br />
mate de organisatiecultuur aansluit bij de doelstellingen van de organisatie. Er moet een duidelijke visie zijn<br />
op de gewenste cultuur. Indien er een cultuurtransformatie nodig is, moet deze doelgericht en planmatig<br />
aangepakt worden. De leidinggevenden van de organisatie vervullen een voorbeeldfunctie in het uitdragen<br />
van de gewenste cultuur.<br />
Een referentiekader dat inhoud geeft aan de gewenste cultuur moet worden uitgewerkt. Dit referentiekader<br />
kan de vorm aannemen van een deontologische code, charter, gedragsrichtlijnen,…<br />
6.1.3 Integriteitsbeleid<br />
Om de weerbaarheid op het vlak van integriteit te vergroten, is het voeren van een breed en gevarieerd<br />
integriteitsbeleid noodzakelijk. Dit is niet nieuw: elke organisatie heeft al diverse regels, procedures, … die elk<br />
een stukje van een integriteitsbeleid invullen. Zaak is echter deze samen te voegen, op elkaar af te stemmen<br />
en waar nodig aan te vullen.<br />
Volgende elementen hebben een impact op de weerbaarheid tegen integriteitsproblemen: onwetendheid,<br />
normbesef, persoonlijke mentaliteit, sociale druk en verleiding.<br />
Een volwaardig integriteitsbeleid werkt rond al deze punten. Bijkomende informatie en aandachtspunten zijn<br />
terug te vinden in de “Handreiking Integriteitsbeleid”.<br />
Organisatiecultuur<br />
57
58<br />
6.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t.<br />
organisatiecultuur<br />
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
Cultuurbeleid De organisatie beschikt over een visie op<br />
cultuur.<br />
Cultuurversterkende<br />
instrumenten<br />
De organisatie beschikt over een visie op<br />
integriteit.<br />
Binnen de organisatie is de cultuur<br />
geanalyseerd.<br />
Binnen de organisatie is de<br />
integriteitsaanpak geanalyseerd.<br />
Waarden en normen zijn uitgeschreven<br />
en gecommuniceerd aan alle<br />
personeelsleden.<br />
De organisatie beschikt over<br />
een visie op haar gewenste<br />
organisatiecultuur, m.a.w. de<br />
kernwaarden, die de organisatie<br />
moeten ondersteunen in de<br />
realisatie van haar doelstellingen,<br />
zijn bepaald.<br />
De organisatie beschikt over een<br />
visie op een integriteitsbeleid voor<br />
haar eigen organisatie. Integriteit<br />
is een kernwaarde voor de<br />
organisatie.<br />
Binnen de organisatie is, door<br />
middel van een kloofanalyse tussen<br />
de heersende en de gewenste<br />
organisatiecultuur, de eventueel<br />
nodige cultuurtransformatie in kaart<br />
gebracht. Een plan is uitgetekend<br />
om deze cultuurtransformatie te<br />
bewerkstelligen.<br />
De integriteitsborging (risico’s en<br />
maatregelen) wordt compact<br />
gedocumenteerd (cf. principe 8<br />
managementcode P&O).<br />
De organisatie beschikt over een<br />
deontologische code (bijvoorbeeld:<br />
Deontologische code voor de<br />
personeelsleden van de Vlaamse<br />
Administratie (PEBE/DVO/2006/6)).<br />
Binnen de organisatie wordt<br />
gecommuniceerd over hoe<br />
de deontologische code kan<br />
geïntegreerd worden in de<br />
dagelijkse praktijk, bijvoorbeeld:<br />
- een brochure met tips en<br />
aanbevelingen;<br />
- toelichting bij de eedaflegging;<br />
- opfrissessies.<br />
De organisatie beschikt over<br />
codes voor specifieke, kwetsbare<br />
aangelegenheden (bijvoorbeeld:<br />
gedragscode voor bestuurlijke<br />
uitgaven, richtlijnen omtrent geweld,
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
De waardegebonden competenties<br />
van de Vlaamse overheid<br />
(betrouwbaarheid en integriteit,<br />
klantgerichtheid, samenwerken en<br />
voortdurend verbeteren) worden<br />
binnen de organisatie ingezet als<br />
instrument op het vlak van cultuur en<br />
integriteit.<br />
Binnen de organisatie is een<br />
kwaliteitscultuur aanwezig.<br />
pesterijen of ongewenst seksueel<br />
gedrag op het werk,…).<br />
De organisatie beschikt<br />
over codes voor specifieke,<br />
kwetsbare functies (bijvoorbeeld:<br />
code voor voorlichtings- of<br />
informatieambtenaren in België,<br />
gedragscode voor inspecteurs/<br />
<strong>controle</strong>urs,…).<br />
De organisatie heeft afspraken en<br />
procedures ingesteld op het gebied<br />
van:<br />
- het aanvaarden van<br />
relatiegeschenken (in ruime zin,<br />
m.a.w. inclusief uitnodigingen voor<br />
manifestaties, diners, reizen);<br />
- onverenigbaarheden,<br />
nevenwerkzaamheden en<br />
belangenconflicten.<br />
- De waardegebonden<br />
competenties zijn voor elke<br />
medewerker vertaald naar<br />
concreet gedrag en als dusdanig<br />
opgenomen in de functieprofielen<br />
en in alle ‘HR’ processen<br />
(werving, selectie, inwerkperiode,<br />
prestatiemanagement,<br />
loopbaan,…).<br />
- Er wordt gewerkt aan programma’s<br />
of projecten voor continue<br />
verbetering, waarin aandacht<br />
voor integriteit en het vertrouwen<br />
van de belanghebbenden<br />
(klanten, burgers,...) prominent<br />
aanwezig zijn.<br />
- De organisatie verzamelt – binnen<br />
de context van verbeterprojecten<br />
– feedback van klanten over<br />
de dienstverlening Cf. principe 8<br />
managementcode P&O.<br />
Instrumenten worden ingezet om<br />
klantgerichtheid te bevorderen.<br />
Er is aandacht voor het<br />
“bezielende” aspect van kwaliteit<br />
in de entiteit, bv. de betrokkenheid<br />
van medewerkers wordt<br />
georganiseerd, er is ruimte voor<br />
creativiteit & innovatie.<br />
Er worden binnen de organisatie<br />
kwaliteitsverbeteringstools ingezet.<br />
Organisatiecultuur<br />
59
60<br />
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
Binnen de organisatie wordt een positief<br />
arbeidsklimaat gestimuleerd.<br />
Binnen de organisatie bestaan functies<br />
die de medewerkers ondersteuning<br />
bieden op het vlak van integriteit.<br />
Personeelsleden zijn erover geïnformeerd<br />
hoe binnen de organisatie wordt<br />
omgegaan met integriteitsschendingen.<br />
Maatregelen worden genomen<br />
om een positief arbeidsklimaat<br />
tot stand te brengen waar ruimte<br />
is voor diversiteit (verschillende<br />
stijlen, denkbeelden, visies, afkomst,<br />
geaardheid, kwalificatieniveau,<br />
enz).<br />
Maatregelen worden genomen<br />
om grensoverschrijdend (bv.<br />
ongewenst seksueel gedrag op het<br />
werk, pesten, discriminatie, racisme,<br />
geweld) gedrag te detecteren en<br />
te voorkomen (bv. meldpunten,<br />
communicatie, begeleiding).<br />
Binnen de organisatie wordt<br />
een open en constructieve sfeer<br />
gestimuleerd waar ethische<br />
dilemma’s niet moeten worden<br />
weggedrukt, maar openlijk worden<br />
besproken, bv. door het deelnemen<br />
aan dilemmatrainingen.<br />
Het management van de<br />
organisatie staat in voor de<br />
openlijke ondersteuning,<br />
stimulering en coördinatie van het<br />
integriteitsbeleid. Het management<br />
vervult een voorbeeldfunctie op<br />
het vlak van integriteit (‘tone at the<br />
top’).<br />
De organisatie voorziet in een<br />
functie die de medewerkers hulp<br />
kan bieden in het omgaan met<br />
ethisch moeilijke aangelegenheden<br />
(vertrouwenspersoon).<br />
Kanalen om integriteitsschendingen<br />
te melden zijn uitgebouwd, en<br />
dit op een zodanige wijze dat<br />
vertrouwelijkheid met betrekking<br />
tot de verstrekte informatie<br />
gegarandeerd wordt. De<br />
personeelsleden zijn op de hoogte<br />
van deze meldingsmogelijkheden.<br />
Sancties ten aanzien van het<br />
niet respecteren van bepaalde<br />
regels, reglementen, waarden en<br />
normen staan op papier en werden<br />
gecommuniceerd.
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
Evaluatie en bijsturing<br />
van het cultuurbeleid<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
Het door de organisatie gevoerde<br />
cultuurbeleid wordt op regelmatige<br />
tijdstippen geëvalueerd en bijgestuurd.<br />
Het door de organisatie gevoerde<br />
integriteitsbeleid wordt op regelmatige<br />
tijdstippen geëvalueerd en bijgestuurd.<br />
6.3 Relevante documenten en websites<br />
Cultuurwaardenonderzoeken,<br />
maar ook personeelstevredenheidsmetingen,<br />
<strong>interne</strong> en externe<br />
klantenbevragingen,… worden<br />
gebruikt als evaluatie- en<br />
monitoringinstrumenten om het<br />
cultuur- en integriteitsbeleid van de<br />
organisatie bij te sturen.<br />
Geregistreerde klachten en<br />
integriteitsaantastingen worden<br />
geanalyseerd. Er worden lessen<br />
uit getrokken en de nodige<br />
verbeteringsacties ondernomen.<br />
Vervolgens wordt opgevolgd<br />
of deze acties tot het gewenste<br />
resultaat leiden.<br />
Eventuele lacunes in het<br />
integriteitsbeleid, vastgesteld bij<br />
<strong>interne</strong> en externe audits, worden<br />
opgevuld.<br />
Algemene Principes Koninklijk Besluit (APKB of KB van 22/12/2000 tot bepaling van de algemene principes<br />
van het administratief en geldelijk statuut van de rijksambtenaren) – artikelen 3 tot 8 rechten, plichten,<br />
onverenigbaarheden en cumulaties van activiteiten<br />
Raamstatuut 13/01/2006– Deel II – Rechten, plichten, onverenigbaarheden en cumulatie van activiteiten.<br />
Of het betreffende toepasselijke statuut: http://personeel.vlaanderen.be/statuten/<br />
Omzendbrief PEBE/DVO/2006/5 betreffende het vermijden van draaideurconstructies en het beschermen<br />
van kwetsbare functies in de Vlaamse administratie (6 juli 2006)<br />
Omzendbrief PEBE/DVO/2006/6 betreffende deontologische code voor de personeelsleden van de Vlaamse<br />
administratie (6 juli 2006)<br />
http://personeel.vlaanderen.be/statuten/omzendbrieven_dienstorders/2006.htm<br />
Handreiking integriteit<br />
www.vlaanderen.be/<strong>interne</strong><strong>controle</strong><br />
Meer info over het integriteitsbeleid binnen de Vlaams overheid is terug te vinden op de site http://www.<br />
vlaanderen.be/integriteit<br />
Gemeenschappelijke Dienst voor Bescherming en Preventie : http://intra.vlaanderen.be/welzijn_werk/<br />
BRACKE, P., ‘Bedrijfscultuur. Meetbaar beleidsinstrument?’, HRmagazine, 2000, 6, 46-52<br />
Cultuurmetingen:<br />
- Focus ’95-vragenlijst<br />
- De Witte, K. & van Muijen J., Organizational Culture, EJWOP (European Journal of Work and Organizational<br />
Psychology), 1999, 8(4), 497-502 van Muijen, J., Koopman P., De Witte K., De Cock G. e.a., Organizational<br />
- Culture: The Focus Questionnaire, EJWOP, 1999, 8(4), 551-568 De Witte K. & van Muijen J., Organizational<br />
Culture: Critical questions for researchers and practitioners, EJWOP, 1999, 8(4), 583-595<br />
Organisatiecultuur<br />
61
62<br />
INTEGRITEIT<br />
ACT<br />
PLAN<br />
DO<br />
CHECK<br />
HRM<br />
FIM<br />
EFFECTIVITEIT<br />
Belanghebbendenmanagement<br />
Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />
ORG<br />
CUL<br />
ICO<br />
Monitoringsystemen<br />
EFFICIENTIE<br />
FAM<br />
ICT<br />
Veranderingsmanagement<br />
KWALITEIT
7. Informatie en communicatie<br />
7.1 Beschrijving<br />
7.1.1 Algemeen<br />
De informatie- en communicatiestromen 37 zijn geënt op de structuur van de ganse organisatie. Ze zijn<br />
gericht naar alle <strong>interne</strong> en externe belanghebbenden en moeten de waarden en de realisatie van de<br />
doelstellingen van de organisatie ondersteunen.<br />
Informatiedoorstroming doorheen de organisatie is nodig om de doelstellingen te kunnen bereiken. Van<br />
belang is dat het om kwaliteitsvolle informatie gaat. Deze kan als volgt gemeten worden:<br />
u De informatie is relevant: de inhoud stemt overeen met de behoefte;<br />
u De informatie is tijdig: wordt bezorgd wanneer nodig;<br />
u De informatie is actueel: bevat de laatst beschikbare data;<br />
u De informatie is accuraat: de data zijn juist;<br />
u De informatie is toegankelijk: de inhoud kan gemakkelijk gevat worden door de bestemmeling.<br />
Het beheersen van de informatie- en communicatiestromen veronderstelt dat deze vanuit meerdere<br />
invalshoeken worden bekeken. Immers, op ieder niveau van de organisatie en bij elke externe<br />
belanghebbende is er behoefte aan informatie. De organisatie dient daarom te bepalen welke visie ze heeft<br />
op <strong>interne</strong> en op externe communicatie en hoe ze een afstemming tussen deze twee visies nastreeft. De<br />
organisatie kan dan overgaan tot de opstelling van een informatie- en communicatieplan ter uitvoering van<br />
de informatie- en communicatiedoelstellingen.<br />
7.1.2 Interne informatie en communicatie<br />
De visie van de organisatie op <strong>interne</strong> communicatie bepaalt op welke wijze de organisatie de nodige<br />
informatie aan haar <strong>interne</strong> belanghebbenden wil verstrekken opdat deze worden geïnstrueerd,<br />
gemotiveerd en geïnformeerd om de taken en de doelstellingen van de organisatie te realiseren en de<br />
waarden van de organisatie uit te dragen.<br />
Personeelsleden hebben nood aan instructies over de uitvoering van hun taken. Iedereen in de organisatie<br />
moet tijdig kunnen beschikken over voldoende en kwaliteitsvolle <strong>interne</strong> en externe informatie om de<br />
toegewezen taken te kunnen uitvoeren. Het tijdstip waarop en de vorm waarin die informatie wordt verstrekt,<br />
is afhankelijk van taken en verantwoordelijkheden. Daarnaast dient de organisatie aandacht te schenken<br />
aan de coaching-aspecten die nodig zijn om de personeelsleden te motiveren; het gaat dan om het geven<br />
van feedback, het (h)erkennen van vooruitgang.<br />
Het management heeft beheersinformatie (bottom-up rapportering) nodig om de werking van de<br />
organisatie op te volgen en te sturen. De (top-down) informatie vanwege het management over<br />
het waarom van bepaalde beslissingen en over de bijdrage van ieders werk tot de realisatie van de<br />
organisatiedoelstellingen, is ook een vorm van beheersinformatie. Door het verstrekken van voldoende<br />
achtergrondinformatie vergroot de organisatie de kans dat alle personeelsleden in dezelfde richting denken<br />
en handelen.<br />
7.1.3 Externe informatie en communicatie<br />
De externe communicatie vertrekt vanuit de visie op belanghebbendenmanagement: hoe wil de<br />
organisatie zich tegenover de externe belanghebbenden positioneren? Burgers moeten weten voor<br />
welke dienstverlening ze bij de organisatie terechtkunnen en hoe zij de organisatie kunnen contacteren.<br />
Leveranciers moeten weten waaraan hun producten moeten voldoen.<br />
De externe en <strong>interne</strong> communicatiestromen moeten qua timing en inhoud op elkaar zijn afgestemd. Indien<br />
de organisatie zichzelf op een bepaalde wijze wil profileren, moeten de eigen personeelsleden hiervan op de<br />
37 Dit thema behandelt informatie en communicatie die de organisatiedoelstellingen ondersteunen. Informatie en communicatie die betrekking<br />
hebben tot de kernopdrachten van de organisatie zoals bv. ‘marketing’ vallen hier niet onder.<br />
Informatie en Communicatie<br />
63
64<br />
hoogte zijn. Bv. Wanneer aan klanten een nieuwe dienstverlening wordt aangeboden, moet het personeel<br />
reeds klaar staan om deze dienst te verstrekken. Wanneer de boodschappen van <strong>interne</strong> en externe<br />
communicatieacties niet overeenstemmen, creëert dit verwarring bij het personeel en stijgt het risico dat<br />
belanghebbenden verkeerde informatie krijgen.<br />
7.1.4 Informatie- en communicatiestructuur<br />
De meeste organisaties beschikken over een reeks instrumenten en kanalen die zij kunnen inzetten om de<br />
informatiebehoeften van de belanghebbenden te beantwoorden: overlegfora en vergadermomenten, inter-<br />
, intra- en extranet, mailings, e-nieuwsbrieven, personeels- of infobladen, jaarverslagen en andere rapporten,<br />
mediacampagnes, persoonlijke communicatie, persvoorstellingen, enz. Afhankelijk van de (sub)doelgroep,<br />
van het soort informatie en van het effect dat de organisatie met de communicatieactie beoogt, komt een<br />
bepaald kanaal minder of meer in aanmerking. Een organisatie gaat daarbij dus best doordacht te werk,<br />
zoniet zal een communicatieactie niet het gewenste effect hebben.<br />
De communicatielijnen zijn aangepast aan de organisatiestructuur. De organisatie bepaalt welke<br />
overlegvormen worden ingericht, wat hun doel is en wie erop aanwezig moet zijn opdat de juiste personen<br />
tijdig de juiste informatie ontvangen.<br />
Voor sommige kanalen en instrumenten legt de Vlaamse administratie een aantal normen en richtlijnen<br />
op die de organisatie dient na te leven. Voorbeelden zijn het centraal aankopen van mediaruimte via de<br />
cel Externe Communicatie (DAR), de strategische ICT-standaarden m.b.t. intranet en <strong>interne</strong>tpagina’s, de<br />
vernieuwde huisstijl van de Vlaamse overheid, de inachtneming van sperperiodes voor bepaalde soorten<br />
communicatie, gedragscode e-mail, etc.<br />
7.1.5 Opvolging en evaluatie<br />
Het regelmatig opvolgen van de uitvoering van het informatie- en communicatieplan stelt de organisatie<br />
in staat om dit plan bij te sturen. Dit vereist dat de organisatie in haar informatie- en communicatieplan de<br />
na te streven prestaties en effecten en de te behalen efficiëntiecriteria vastlegt. Dit is een noodzakelijke<br />
voorwaarde om te kunnen opvolgen in welke mate deze prestaties en effecten bereikt worden en of dit op<br />
een efficiënte wijze gebeurt.<br />
7.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t. informatie<br />
en communicatie<br />
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
Informatie- en<br />
communicatieplan<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
De informatie- en communicatieactiviteiten<br />
van de organisatie<br />
ondersteunen de realisatie van de<br />
organisatiedoelstellingen.<br />
De organisatie beschikt over een<br />
informatie- en communicatieplan<br />
waarin een aantal SMART<br />
geformuleerde informatie- en<br />
communicatiedoelstellingen zijn<br />
opgenomen die de realisatie<br />
van de organisatiedoelstellingen<br />
ondersteunen.<br />
Het informatie- en communicatieplan<br />
is gebaseerd op de visie die de<br />
organisatie heeft op het vlak van<br />
<strong>interne</strong> en externe informatie en<br />
communicatie en is afgestemd op<br />
de doelstellingen, zoals opgenomen
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
Communicatiestructuur De communicatiestructuur is<br />
uitgebouwd conform het informatie- en<br />
communicatieplan, is afgestemd op de<br />
organisatiestructuur en voorziet in de<br />
nodige kanalen en instrumenten om de<br />
communicatiedoelstellingen te realiseren.<br />
in het strategisch en operationeel<br />
plan <strong>interne</strong> communicatie.<br />
Deze visie houdt rekening met<br />
het principe dat medewerkers<br />
betrokken zijn bij wat er leeft<br />
en verandert binnen de<br />
organisatie (principe 4 van de<br />
managementcode P&O) en geeft<br />
aan welk imago de organisatie zich<br />
daarmee wil aanmeten.<br />
De organisatie heeft een duidelijk<br />
beeld over alle communicatiekanalen<br />
en -middelen die per<br />
doelgroep worden ingezet.<br />
De organisatie stemt haar ingezette<br />
communicatiekanalen af op het<br />
communicatiebeleid dat wordt<br />
gevoerd op het niveau van de<br />
ganse Vlaamse administratie.<br />
De rollen en verantwoordelijkheden<br />
van alle sleutelpersonen binnen<br />
de organisatie die betrokken<br />
zijn bij het communicatiebeleid<br />
zijn duidelijk vastgelegd. Hierbij<br />
is afstemming gebeurd met het<br />
strategisch en operationeel plan<br />
<strong>interne</strong> communicatie m.b.t.<br />
rolverdeling, positionering en<br />
organisatorische structuur voor<br />
<strong>interne</strong> communicatie.<br />
Binnen de organisatie is een<br />
coördinatiefunctie aanwezig die<br />
communicatieactiviteiten afstemt<br />
met het communicatieplan.<br />
De communicatie-uitgaven blijven<br />
binnen het afgesproken budget.<br />
Hiervoor volgt de organisatie<br />
de communicatie-uitgaven<br />
gedetailleerd op.<br />
De extern gerichte communicatieinitiatieven<br />
van de organisatie<br />
beantwoorden aan de<br />
normen voor de Vlaamse<br />
overheidscommunicatie, opgesteld<br />
door de Expertencommissie voor<br />
overheidscommunicatie die de<br />
Vlaamse administratie vooropstelt in<br />
de ‘Code van goede praktijken’.<br />
Informatie en Communicatie<br />
65
66<br />
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
Kwaliteit van informatie Informatie is relevant, tijdig, actueel,<br />
accuraat, volledig en toegankelijk.<br />
Opvolging en bijsturing De organisatie evalueert periodiek de<br />
efficiëntie en effectiviteit van de<br />
informatie- en communicatie-acties en<br />
–plannen.<br />
De samenwerking van de<br />
organisatie met een externe<br />
partner in kader van de uitwerking<br />
van communicatieactiviteiten<br />
(bv. een mediacampagne) is<br />
vastgelegd in een contract in<br />
overeenstemming met de wet op<br />
de overheidsopdrachten.<br />
Bij het verspreiden van informatie<br />
wordt erover gewaakt dat<br />
de inhoud van de informatie<br />
overeenstemt met de<br />
informatiebehoefte van diegene(n)<br />
die de informatie ontvangt(en).<br />
Er bestaan duidelijke procedures<br />
die ervoor zorgen dat voldoende<br />
gedetailleerde informatie<br />
tijdig aan het management<br />
en de medewerkers wordt<br />
bezorgd afgestemd op hun<br />
informatiebehoeften zodat<br />
zij in staat zijn hun taken en<br />
verantwoordelijkheden effectief<br />
en efficiënt uit te voeren.<br />
Er zijn <strong>controle</strong>punten ingebouwd<br />
binnen het informatiesysteem om<br />
redelijke zekerheid te bekomen<br />
dat de gegevens waarop men zich<br />
baseert om informatie te bekomen<br />
actueel, accuraat en volledig zijn.<br />
Bij het verspreiden van informatie<br />
wordt rekening gehouden met het<br />
profiel van de bestemmeling zodat<br />
de inhoud door de bestemmeling<br />
gemakkelijk kan worden gevat.<br />
De organisatie volgt de<br />
realisatie van de informatie- en<br />
communicatiedoelstellingen<br />
permanent op en stuurt bij indien<br />
nodig.<br />
Regelmatig gebeurt een<br />
beoordeling van de ingezette<br />
communicatiekanalen en<br />
–middelen per doelgroep samen<br />
met een actualisering van de<br />
informatiebehoeften van elke<br />
doelgroep. Uit deze evaluatie<br />
wordt, indien aangewezen, de<br />
inzet van communicatiekanalen<br />
en –middelen bijgestuurd.
7.3 Relevante documenten en websites<br />
Gedragscode e-mail, <strong>interne</strong>t en prikborden:<br />
http://personeel.vlaanderen.be/statuten/omzendbrieven_dienstorders/omzendbrieven/2004/gedragscode_<br />
Internet.pdf<br />
Communicatieplan opstellen:<br />
http://www3.vlaanderen.be/communicatie/index.php?pagina_id=128<br />
Decreet houdende de goedkeuring van de normen voor Vlaamse overheidscommunicatie en houdende<br />
wijziging van het decreet van 19 juli 2002 houdende de <strong>controle</strong> op de communicatie van de Vlaamse<br />
overheid, aangenomen door het Vlaams Parlement op 5 juli 2006 (BS 5/9/2006).<br />
http://www3.vlaanderen.be/communicatie/cms_files/file139.pdf<br />
Informatie en Communicatie<br />
67
68<br />
INTEGRITEIT<br />
ACT<br />
PLAN<br />
DO<br />
CHECK<br />
HRM<br />
FIM FIM<br />
EFFECTIVITEIT<br />
Belanghebbendenmanagement<br />
Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />
ORG<br />
CUL<br />
ICO<br />
Monitoringsystemen<br />
EFFICIENTIE<br />
FAM<br />
ICT<br />
Veranderingsmanagement<br />
KWALITEIT
8. Financieel Management<br />
8.1 Beschrijving<br />
Met ‘financieel management’ wordt het plannen, beheren, evalueren, (bij)sturen en verantwoorden van<br />
waardestromen bedoeld in functie van de (organisatie)doelstellingen.<br />
Waardestromen omvatten enerzijds de geldstromen, maar anderzijds ook de vorderingen, schulden en ruimer<br />
de activa en passiva van de organisatie.<br />
Om het voortbestaan van de organisatie en de realisatie van de organisatiedoelstellingen mogelijk te maken,<br />
is het noodzakelijk dat het gehele organisatiegebeuren ook financieel wordt uitgetekend en geregistreerd.<br />
Enerzijds is dit de basis om de vraag naar middelen voor het volgende werkingsjaar te onderbouwen,<br />
anderzijds vloeit hieruit ook de evaluatie en verantwoording voort van de gevoerde werking tijdens het<br />
afgelopen werkingsjaar. Financieel management moet ook de nodige financiële opvolgingsinstrumenten<br />
leveren aan het management, op elk niveau, om de financiële evolutie van de werking te kunnen inschatten<br />
en waar nodig tijdig te kunnen bijsturen.<br />
Immers :<br />
u zonder goede financiële registratie kan geen verantwoording afgelegd worden aan <strong>controle</strong>rende<br />
instanties, aan het bestuurs- en politieke niveau en aan de andere belanghebbenden;<br />
u zonder financieel opvolgingsinstrument kunnen tussentijdse bijsturingen niet voorzien of doorgevoerd<br />
worden en eventuele ontsporingen niet tijdig vastgesteld worden;<br />
u zonder financiële analyse-instrumenten kan de kost van de dienstverlening of producten niet bepaald<br />
worden en kan een efficiënte (of inefficiënte) werking niet aangetoond worden;<br />
u zonder lange termijnplanning kunnen toekomstige financieringsbehoeftes niet ingeschat worden;<br />
u …<br />
De strategie en doelstellingen van een organisatie zijn vertaald in een meerjarenbegroting en financieel plan.<br />
Hieruit is de jaarbegroting afgeleid die is afgestemd op de jaardoelstellingen.<br />
Tijdens het werkingsjaar volgt de organisatie permanent de realisatie van haar doelstellingen en de uitvoering<br />
van de begroting op om over een actueel beeld van de situatie te beschikken. De begroting, economische<br />
en analytische boekhouding hebben een voldoende detailniveau om te voorzien in de gestelde <strong>interne</strong> en<br />
externe financiële informatienoden.<br />
Enkele voorbeelden van dergelijke informatiebehoeften:<br />
u wettelijk opgelegde rapportering;<br />
u financiële voortgangsrapportering m.b.t. de beheers-, managementovereenkomst of ander<br />
planningsdocument;<br />
u financiële informatiebehoeften van externe belanghebbenden;<br />
u <strong>interne</strong> analyse van de kosten en opbrengsten voor elke organisatiedoelstelling (macro) en voor elke<br />
activiteit, kostenplaats, kostensoort en kostendrager (micro), kostendrijvers, …;<br />
u financieel beeld van de verschillende organisatie-onderdelen (budgethouderschap);<br />
u …<br />
Om aan deze informatiebehoeften te voldoen is de financiële organisatiestructuur adequaat uitgebouwd<br />
en moeten de nodige <strong>controle</strong>maatregelen en betrouwbaarheidstoetsen aanwezig zijn. Zonder<br />
betrouwbare en actuele financiële gegevens heeft financiële rapportering geen zin. Een degelijke<br />
structurering van de financiële processen moet hiervoor instaan. Aanvullend kunnen de externe <strong>controle</strong>instanties<br />
een bijkomende zekerheid bieden die echter geen vervanging mag zijn van de eigen in te stellen<br />
<strong>controle</strong>maatregelen.<br />
Een organisatie beschikt over een degelijke kasplanning die er voor zorgt dat alle wettelijke en contractuele<br />
betalingsverplichtingen tijdig voldaan worden. Hierbij springt de organisatie als een goed huisvader om met<br />
de toevertrouwde financiële middelen.<br />
Financieel Management<br />
69
70<br />
8.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t.<br />
financieel management<br />
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
Afstemming lange termijn<br />
financieel beheer op<br />
organisatiedoelstellingen<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
Het lange termijn financieel beheer van<br />
de organisatie is gericht op de realisatie<br />
van de organisatiedoelstellingen.<br />
De organisatie beschikt over een<br />
begrotingsplan dat de genomen<br />
beleidsopties vertaalt in een<br />
meerjarig budgettair perspectief.<br />
De organisatie beschikt over<br />
een financieel plan waarin de<br />
vermogensstromen op lange<br />
termijn38 zijn opgenomen.<br />
Het meerjarig begrotingsplan en<br />
financieel plan worden jaarlijks<br />
afgestemd op de mate van<br />
realisatie van de gemaakte<br />
beleidskeuzes, de uitvoering van<br />
de lopende begroting en het<br />
kasplan en eventueel gewijzigde<br />
omstandigheden.<br />
Korte termijn financieel Het korte termijn financieel beheer van Jaarlijks stelt de organisatie een<br />
beheer van de organisatie de organisatie is gericht op de opvolging begroting op die (afgeleid is van<br />
van de uitvoering van de begroting en de het meerjarig begrotingsplan<br />
gemaakte kosten (die tevens analytisch en) afgestemd is op de<br />
worden geboekt) en gerealiseerde<br />
opbrengsten. Ook wordt aandacht<br />
jaardoelstellingen.<br />
besteed aan de kasplanning. Dit alles De organisatie volgt permanent de<br />
gebeurt in blijvende afstemming met het uitvoering van de begroting op wat<br />
lange termijn financieel beheer.<br />
haar toelaat tijdig bij te sturen waar<br />
nodig.<br />
De organisatie voert een<br />
economische boekhouding met<br />
een analytische component<br />
waarop de begrotingsopvolging<br />
en –rapportering is gebaseerd.<br />
De uitwerking van de analytische<br />
component:<br />
- houdt rekening met algemene<br />
afspraken die gelden voor de<br />
betrokken organisatie;<br />
- maakt het mogelijk een<br />
doorgedreven analyse te<br />
maken van de kosten en<br />
opbrengsten die enerzijds aan<br />
elke organisatiedoelstelling<br />
(macro) en anderzijds aan een<br />
bepaalde activiteit, project of<br />
organisatorische entiteit (micro)<br />
verbonden zijn;<br />
38 De vermogensstromen op lange termijn omvatten de vrijkomende en aan te gane verplichtingen en vorderingen voor de komende jaren.
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
Financiële rapportering De financiële rapporten spelen in<br />
op de informatiebehoeftes van alle<br />
belanghebbenden en worden actief<br />
gebruikt om de werking van de<br />
organisatie te verbeteren.<br />
Financiële organisatie De financiële structuur is afgestemd<br />
op de realisatie van de (financiële)<br />
organisatiedoelstellingen.<br />
- stelt de organisatie in staat te<br />
onderzoeken hoe de efficiëntie<br />
van haar werking kan worden<br />
verbeterd.<br />
De organisatie beschikt over<br />
een onderbouwde kasplanning<br />
waarmee alle wettelijke (bv.<br />
subsidiebetaling) en contractuele<br />
verplichtingen op tijd worden<br />
nagekomen maar niet vroeger dan<br />
noodzakelijk is.<br />
De externe financiële rapportering39 speelt in op de informatiebehoeftes<br />
van de externe belanghebbenden<br />
en voldoet aan de wettelijke<br />
bepalingen.<br />
De organisatie beschikt over<br />
een uitgebouwd financieel<br />
rapporteringsysteem dat voldoet<br />
aan de informatiebehoeftes van<br />
de financieel verantwoordelijken,<br />
leidinggevenden en het<br />
management van de organisatie.<br />
Interne financiële rapporten<br />
worden onder meer gebruikt om<br />
de efficiëntie van de werking op<br />
te volgen en te verhogen waar<br />
mogelijk.<br />
Bij de vastlegging van de financiële<br />
organisatiestructuur is een afweging<br />
gemaakt tussen de mate van<br />
delegatie en decentralisering van<br />
financiële verantwoordelijkheden<br />
en de mate van centrale <strong>controle</strong>.<br />
Binnen de organisatie is een<br />
coördinatiefunctie voor de<br />
begroting aanwezig die optreedt<br />
als aanspreekpunt voor alle <strong>interne</strong><br />
en externe belanghebbenden.<br />
Binnen de organisatie is een<br />
coördinatiefunctie aanwezig die<br />
waakt over de globale afstemming<br />
van het begrotings-, boekhoud- en<br />
thesauriebeheer.<br />
39 Hieronder worden in eerste instantie het bedrijfseconomisch jaarverslag, de algemene rekening (begrotingsuitvoering) en de financiële<br />
rapportering over de realisatie van de beheersovereenkomst begrepen.<br />
Financieel Management<br />
71
72<br />
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
Betrouwbaarheid40 van<br />
financiële gegevens<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
De ter beschikking gestelde middelen<br />
worden bewaakt.<br />
Financieel-budgettaire <strong>controle</strong>maatregelen<br />
zijn gericht op het maximaal<br />
nastreven van de betrouwbaarheid van<br />
de financiële gegevens op basis waarvan<br />
beslissingen worden genomen of die<br />
onder externe belanghebbenden worden<br />
verspreid.<br />
40 Onder betrouwbaarheid wordt zowel correctheid, tijdigheid als volledigheid begrepen.<br />
Bij de financiële afhandeling<br />
van dossiers worden minimaal<br />
drie verschillende functies<br />
onderscheiden die niet kunnen<br />
worden gecombineerd:·<br />
- de inhoudelijke afhandeling van<br />
het dossier;·<br />
- de boekhoudkundige<br />
verwerking van het dossier;<br />
- de thesauriële afhandeling van<br />
het dossier.<br />
De organisatie voert het<br />
begrotings-, boekhoud- en<br />
thesauriebeheer geautomatiseerd.<br />
Hierbij is de afstemming<br />
tussen het begrotings- en<br />
boekhoudbeheer gegarandeerd.<br />
Vanuit het geautomatiseerde<br />
boekhoudbeheer wordt het<br />
thesauriebeheer afgeleid.<br />
Op elk handelen is afdoende<br />
toezicht noodzakelijk, zo ook op<br />
uitvoering van de functies die<br />
zich situeren binnen de financiële<br />
organisatie.<br />
Er zijn richtlijnen voor het omgaan<br />
met geld (o.a. besteden<br />
en innen van financiële<br />
middelen van de overheid - bv.<br />
onkostenvergoedingen voor<br />
dienstreizen en buitenlandse<br />
zendingen, gebruik van<br />
creditcards…).<br />
Er is een systeem voor het<br />
vastleggen van verbintenissen.<br />
Er is een systeem voor het beheer<br />
van activa en passiva.<br />
Bij de begrotingsopmaak wordt<br />
een methodologie doorlopen<br />
waarin een kwaliteitstoets van de<br />
gebruikte financiële gegevens is<br />
opgenomen.<br />
Bij het toewijzen van kosten in de<br />
analytische boekhouding en op<br />
daaruit afgeleide kostprijsanalyses<br />
is een kwaliteits<strong>controle</strong><br />
ingebouwd.
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
Evaluatie en bijsturing Binnen de organisatie wordt het financiële<br />
proces regelmatig geëvalueerd.<br />
8.3 Relevante documenten en websites<br />
Op periodieke basis evalueert de<br />
organisatie het verloop van de<br />
financiële cyclus (het plannen,<br />
beheren, evalueren en bijsturen).<br />
De organisatie gaat regelmatig<br />
de bijdrage na van het financieel<br />
management aan de realisatie<br />
van de organisatiedoelstellingen.<br />
1. De Grondwet<br />
2. KB van 17 juli 1991 houdende coördinatie van de wetten op de Rijkscomptabiliteit<br />
3. KB van 1 juli 1964 tot vaststelling van de regels van aanrekening van de budgettaire ontvangsten en<br />
uitgaven van de diensten van algemeen bestuur<br />
4. Wet van 16 maart 1954 betreffende de <strong>controle</strong> op sommige instellingen van openbaar nut<br />
5. BVR van 21 mei 1997 betreffende een geïntegreerde boekhouding en budgettaire rapportering voor<br />
openbare instellingen<br />
6. BVR van 19 januari 2001 op de begrotingsopmaak en -<strong>controle</strong>.<br />
De organisatie heeft een duidelijk<br />
beeld over de aanwezige <strong>interne</strong><br />
en externe <strong>controle</strong>-instanties en<br />
wat de taken en de reikwijdte<br />
ervan zijn.<br />
De organisatie gaat na of<br />
de verrichtingen correct zijn<br />
uitgevoerd.<br />
Decreet houdende regeling van de begrotingen, de boekhouding, de <strong>controle</strong> inzake subsidies, en de<br />
<strong>controle</strong> door het Rekenhof (7 mei 2004).<br />
Doelmatigheidsanalyse, Prestaties begroten: Handboek, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Brussel.<br />
G. Bouckaert, W. Van Reeth, T. Auwers en K. Verhoest, 1998, 271 p.<br />
Financieel Overheidsmanagement: internationale tendensen van begroting, boekhouding en audit<br />
(Overheidsmanagement 11), Geert Bouckaert en Lieve Van nuffel, Die Keure, Brugge, 2000, 2 p. ISBn-<br />
905751396x.<br />
Modernisering van de financiële cyclus, Geert Bouckaert en Lieve Van Nuffel, Instituut voor de Overheid,<br />
Leuven.<br />
Webstek van het Beleidsdomein Financiën en Begroting met info betreffende de accounting- en<br />
begrotingsprocedures en –instructies alsmede de begrotingsopvolging:<br />
http://fb.vonet.be.<br />
http://tin.vlaanderen.be<br />
Financieel Management<br />
73
74<br />
INTEGRITEIT<br />
ACT<br />
PLAN<br />
DO<br />
CHECK<br />
HRM<br />
FIM<br />
EFFECTIVITEIT<br />
Belanghebbendenmanagement<br />
Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />
ORG<br />
CUL<br />
ICO<br />
Monitoringsystemen<br />
EFFICIENTIE<br />
FAM<br />
FAL<br />
ICT<br />
Veranderingsmanagement<br />
KWALITEIT
9. Facilitymanagement<br />
9.1 Beschrijving<br />
9.1.1 Algemeen<br />
Onder facilitymanagement wordt het beheer van alle goederen en diensten, ondersteunende processen en<br />
activiteiten verstaan die moeten toelaten dat alle bedrijfsprocessen zich in ideale omstandigheden kunnen<br />
ontwikkelen. In de eerste plaats wordt vooral gefocust op deze aspecten van facilitymanagement die de<br />
kernopdrachten ondersteunen.<br />
De goederen of diensten die door facility worden aangeboden, zijn zeer uitgebreid en verschillen van<br />
organisatie tot organisatie. ‘Facility’ is - binnen de Vlaamse overheid - de verzamelnaam voor gebouwen,<br />
catering, schoonmaak, de onthaalbalie, afvalverwijdering, klussen, postbedeling, reprografie, reservatie<br />
en uitrusting van vergaderzalen, de bediening van telefooncentrales, aankoop van verbruiks- en<br />
uitrustingsgoederen, het beheer van het wagenpark, kantoorinrichting de ondersteuning bij verhuizingen, ...<br />
Afhankelijk van de grootte en het type van organisatie zal deze lijst beperkt zijn tot die activiteiten die de<br />
grootste invloed hebben op de realisatie van de doelstellingen en / of een groot stuk van de middelen<br />
opeisen.<br />
Bij bepaalde organisaties kunnen een aantal activiteiten die in eerste instantie tot de lijst van facilitygoederen<br />
en -diensten behoren, deel uitmaken van de core-business of –activiteit van de organisatie. Deze<br />
kernactiviteiten vallen buiten de reikwijdte van dit thema.<br />
9.1.2 Het facilitybeleid<br />
Om het bereiken van de organisatiedoelstellingen te ondersteunen, moeten de facilitybehoeften van de<br />
organisatie en het personeel gekend zijn. Hierbij primeren de facilitybehoeften van de organisatie op de<br />
individuele behoeften van het personeel.<br />
Een organisatie die zelf instaat voor het beheer of de uitvoering van het facilitygebeuren stelt op basis van de<br />
gedetecteerde behoeften een facilityplan op. Wanneer een beroep wordt gedaan op de MOD of het IVA<br />
AFM wordt een service level agreement (SLA) of dienstverleningsovereenkomst opgesteld.<br />
9.1.3 De organisatie van facility<br />
De facilitystructuur moet afgestemd zijn op de structuur van de organisatie. De keuze om de facilityactiviteiten<br />
te decentraliseren, te centraliseren of uit te besteden (outsourcing) moet duidelijk<br />
geargumenteerd zijn. Dit zal zich ook vertalen in de facilitystructuur.<br />
9.1.4 Beheren van middelen<br />
Een optimaal beheer van goederen- en dienstenprocessen houdt in dat knelpunten worden vermeden.<br />
Diefstal, verlies en vervreemding worden tot een minimum herleid, de veiligheid op de werkvloer wordt<br />
verzekerd en de taken worden op kwaliteit getoetst.<br />
De organisatie kan hierbij gebruik maken van instrumenten zoals kosten/batenanalyses, service level<br />
agreements, raamcontracten, voorraadbeheer,…. Milieuzorg is een bijkomende randvoorwaarde waarmee<br />
rekening gehouden moet worden.<br />
Facilitymanagement<br />
75
76<br />
9.1.5 Continuïteitsplanning<br />
De facility-afdeling ondersteunt de opmaak van een continuïteitsplan voor de hele organisatie waarin<br />
de uitvoering van de kritieke processen in alle omstandigheden wordt gewaarborgd. naast de facilityafdeling<br />
moeten ook andere ondersteunende activiteiten (bv. HRM en ICT) en afdelingen bij de opmaak<br />
van het continuïteitsplan worden betrokken. Het continuïteitsplan wordt minstens jaarlijks geëvalueerd, tenzij<br />
bepaalde omstandigheden een snellere aanpassing vergen (zie ook punt 5.1.4 continuïteitsplanning bij<br />
Doelstellingen, Proces- en Risicomanagement).<br />
9.1.6 Evaluatie en bijsturing<br />
Het facilityproces moet op regelmatige tijdstippen geëvalueerd en bijgestuurd worden. De prestatiemeetsystemen<br />
moeten die mogelijkheid voorzien. naast leveranciersbeoordeling en klantenenquêtes, kan gebruik<br />
worden gemaakt van intern klachtenmanagement om de kwaliteit van de dienstverlening na te gaan en<br />
zwakke punten te detecteren.<br />
9.2 Doelstellingen enbeheersmaatregelen m.b.t.<br />
facilitymanagement<br />
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
Facilitybeleid Op basis van de facilitybehoeften van<br />
de organisatie en het personeel worden<br />
facilitydoelstellingen vastgelegd die de<br />
realisatie van de organisatiedoelstellingen<br />
ondersteunen.<br />
In functie van het bereiken van de<br />
organisatiedoelstellingen worden<br />
de facilitybehoeften van de<br />
organisatie bepaald.<br />
Binnen de organisatie worden<br />
de facilitybehoeften van het<br />
personeel geïdentificeerd (tijdens<br />
overlegmomenten, door het<br />
organiseren van een bevraging, bij<br />
de opmaak van de begroting, via<br />
andere procedures).<br />
De geïdentificeerde<br />
facilitybehoeften van het<br />
personeel worden afgestemd<br />
op de facilitybehoeften van de<br />
organisatie. De prioriteiten worden<br />
gelegd op basis van de bijdrage<br />
tot de realisatie van de<br />
doelstellingen en in functie van<br />
het beschikbare budget.<br />
In functie van de gedetecteerde<br />
behoeften beschikt de organisatie<br />
over een planningsdocument<br />
waarin een aantal SMART<br />
geformuleerde facilitydoelstellingen<br />
zijn gebundeld.<br />
De geformuleerde<br />
facilitydoelstellingen spelen in op<br />
de geïdentificeerde<br />
facilitybehoeften die de grootste<br />
bijdrage leveren tot de realisatie<br />
van de organisatiedoelstellingen.
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
Facility-organisatie De facility-organisatie41 is bepaald in<br />
functie van de globale organisatiestructuur<br />
en afgestemd op de<br />
geformuleerde facilitydoelstellingen.<br />
Beheren van middelen De facility-uitgaven blijven binnen het<br />
afgesproken budget.<br />
De facility-processen zijn zo opgezet<br />
dat ze het aanbieden van goederen<br />
en diensten op een effectieve en<br />
efficiënte manier mogelijk maken.<br />
Voor elke facilitydoelstelling is<br />
een kostenraming gebeurd die is<br />
opgenomen in het beschikbaar<br />
budget.<br />
Binnen het kader van het milieuzorgplan<br />
van de Vlaamse administratie<br />
worden er acties rond milieuen<br />
energiezorg ondernomen.<br />
Binnen de organisatie is duidelijk<br />
bepaald wie waarvoor instaat,<br />
welke aanspreekpunten m.b.t.<br />
facility er zijn.<br />
De keuze om de facility-activiteiten<br />
uit te besteden of in eigen beheer<br />
te houden is gebaseerd op een<br />
kosten-batenanalyse die een<br />
vergelijking maakt tussen de twee<br />
opties.<br />
Ingeval van uitbesteding van de<br />
facilitydiensten zijn intern de verantwoordelijken<br />
aangeduid die de<br />
activiteiten nauwgezet opvolgen.<br />
In het kader van milieuzorg zijn de<br />
nodige aanspreekpunten voorzien.<br />
Het budget voor facilitydiensten<br />
weerspiegelt de prioriteiten zoals<br />
die uit het facilityplan blijken.<br />
De organisatie volgt de facilityuitgaven<br />
nauwgezet op en stuurt<br />
bij indien nodig.<br />
De belangrijkste goederen- en<br />
dienstenprocessen van de<br />
organisatie kunnen worden gelinkt<br />
aan de facility-doelstellingen.<br />
De wet op de overheidsopdrachten<br />
is door de facilityorganisatie<br />
gekend en wordt<br />
toegepast.<br />
In geval van uitbesteding van de<br />
facilitydiensten zijn intern de nodige<br />
verantwoordelijken aangeduid<br />
die de activiteiten nauwgezet<br />
opvolgen.<br />
41 De facility-organisatie omvat de organisatorische indeling met bijhorende delegaties van alle logistieke activiteiten van de organisatie inclusief<br />
de <strong>interne</strong> medewerkers en externe partners.<br />
Facilitymanagement<br />
77
78<br />
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
Indien de organisatie samenwerkt<br />
met een externe partner in het kader<br />
van het uitbesteden van logistieke<br />
activiteiten, is dit vastgelegd in een<br />
(raam)contract met bijhorende service<br />
level agreements. Dit contract werd<br />
afgesloten in overeenstemming met de<br />
wet op de overheidsopdrachten.<br />
De organisatie neemt de nodige<br />
(preventieve) maatregelen om diefstal<br />
en verlies tot een minimum te herleiden.<br />
De organisatie beschikt over<br />
een <strong>interne</strong> dienst Preventie en<br />
Bescherming of maakt deel uit van<br />
de gemeenschappelijke dienst<br />
Preventie en Bescherming. De<br />
aangestelde preventieadviseur voert<br />
volgens een eigen onderbouwde<br />
planning en een bepaalde methodiek<br />
veiligheids<strong>controle</strong>s uit.<br />
De organisatie heeft een<br />
kwaliteits<strong>controle</strong>ur (of -inspecteur)<br />
aangesteld die volgens een<br />
onderbouwde planning en een<br />
bepaalde methodiek kwaliteits<strong>controle</strong>s<br />
uitvoert op de facilitaire<br />
goederen, diensten en processen .<br />
Het is duidelijk hoe en waarvoor de<br />
resources mogen gebruikt worden (en<br />
wat dus verspilling en/of oneigenlijk<br />
gebruik is). De nodige regelingen,<br />
procedures en <strong>controle</strong>s zijn voorzien<br />
om verspilling, wangebruik en fraude<br />
tegen te gaan.<br />
Continuïteitsplanning De impact van onverwachte<br />
De organisatie beschikt over een<br />
gebeurtenissen wordt door het bestaan uitgeschreven, operationeel en<br />
van een continuïteitsplan geminimaliseerd uitgetest continuïteitsplan.<br />
en de beschikbaarheid en continuïteit van<br />
de ondersteuning is gewaarborgd. Jaarlijks gebeurt een evaluatie van de<br />
bestaande continuïteitsplannen.<br />
Evaluatie en bijsturing Binnen de organisatie wordt het<br />
facilityproces regelmatig geëvalueerd en<br />
bijgestuurd.<br />
De gekozen prestatiemeetsystemen<br />
(bv. leveranciersbeoordeling,<br />
klantenenquêtes) laten opvolging en<br />
bijsturing van de facilitybehoeften, de<br />
facility-organisatie en het facilitybeheer<br />
toe.<br />
De organisatie volgt de <strong>interne</strong><br />
klachten op.
9.3 Relevante documenten en websites<br />
Het digitale informatieplatform voor wetgeving en normalisatie:<br />
http://www.euronorm.net<br />
International facilitymanagement association – Belgian chapter:<br />
http://www.ifma.be<br />
Het milieubeleidsplan 2003-2007 vastgesteld door de Vlaamse regering:<br />
http://www.milieubeleidsplan.be<br />
Facility Management: strategie en bedrijfsvoering van de facilitaire organisatie, G.W.A. Maas en Drs. J.W.<br />
Pleunis, Kluwer, Alphen ad Rijn, 2004, 376 p. ISBn-9014077947.<br />
Management ratio’s voor logistiek management, H.M.P. Torremans, in Managementratio’s, 1994.<br />
Reglementering Overheidsopdrachten:<br />
- Wet van 24 december 1993 (BS van 22 januari 1995 en errata in BS van 25 februari 1997) betreffende de<br />
overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten<br />
- Koninklijk besluit van 8 januari 1996 (BS van 26 januari 1996 en errata in BS van 25 februari 1997) betreffende<br />
de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor<br />
openbare werken<br />
- Koninklijk besluit van 26 september 1996 (BS van 18 oktober 1996) tot bepaling van de algemene<br />
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken<br />
Bijlage bij het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van<br />
de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken.<br />
Algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken,<br />
leveringen en diensten en voor de concessies voor openbare werken<br />
Nieuwe wetgeving overheidsopdrachten die van toepassing zal worden nadat de Koning hiervoor de datum<br />
heeft vastgesteld<br />
Wet van 15 juni 2006 op de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en<br />
diensten (BS van 15 februari 2007)<br />
Wet van 16 juni 2006 betreffende de gunning, informatie aan kandidaten en inschrijvers en wachttermijn<br />
inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten (BS van 15<br />
februari 2007)<br />
Wet van 12 januari 2007 tot wijziging van de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor<br />
werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006 (BS van 15 februari 2007)<br />
Wet van 12 januari 2007 tot wijziging van de wet van 16 juni 2006 betreffende de gunning, informatie aan<br />
kandidaten en inschrijvers en wachttermijn inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor<br />
werken, leveringen en diensten (BS van 15 februari 2007)<br />
Facilitymanagement<br />
79
80<br />
INTEGRITEIT<br />
ACT<br />
PLAN<br />
DO<br />
CHECK<br />
HRM<br />
FIM<br />
EFFECTIVITEIT<br />
Belanghebbendenmanagement<br />
Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />
ORG<br />
CUL<br />
ICO<br />
Monitoringsystemen<br />
EFFICIENTIE<br />
FAM<br />
ICT<br />
Veranderingsmanagement<br />
KWALITEIT
10. Informatie en communicatietechnologie (ICT)<br />
10.1 Beschrijving<br />
10.1.1 Algemeen<br />
Informatie en communicatietechnologie kan worden omschreven als het geheel van technologieën<br />
(hardware, software, datacommunicatie en databasebeheer) dat gegevens op geautomatiseerde wijze<br />
omzet naar informatie.<br />
Ingevolge de toenemende automatisering van de kernactiviteiten in een organisatie, en de daarmee<br />
gepaard gaande investeringen, is ook de behoefte aan een adequate sturing en beheersing van ICT sterk<br />
toegenomen.<br />
Informatie en communicatietechnologie<br />
Het topmanagement moet erop toezien dat het inzetten van ICT binnen de organisatie een daadwerkelijke<br />
toegevoegde waarde levert voor de bedrijfsactiviteiten van de organisatie en bijdraagt tot een degelijk<br />
risicobeheer. Zo zorgt de organisatie ervoor dat ICT de organisatiedoelstellingen optimaal ondersteunt.<br />
Het afstemmen van de verschillende verwachtingen omtrent de rol en de waarde van ICT vereist een<br />
beheersingsproces, dat zorgt voor een voortdurende terugkoppeling tussen de doelstellingen van de<br />
organisatie en de vereiste IT-diensten en capaciteiten42 .<br />
10.1.2 ICT-beleidsplan<br />
Het ICT-beleidsplan definieert de ICT-doelstellingen op lange en korte termijn. De doelstellingen geven aan<br />
op welke wijze ICT bijdraagt tot de realisatie van de organisatiedoelstellingen.<br />
Deze ICT-doelstellingen zijn het resultaat van het doorlopen van een bepaalde planningsmethodologie<br />
binnen de organisatie.<br />
10.1.3 ICT- architectuur en -infrastructuur<br />
Het is cruciaal dat de technische consistentie van de ICT-omgeving gewaarborgd blijft. Hiervoor dienen<br />
standaarden, architectuur en infrastructuur te worden opgezet43 .<br />
De ICT-standaarden moeten conform zijn met de strategische ICT-standaarden van de Vlaamse overheid44 ,<br />
die zijn gericht op interoperabiliteit, beveiliging en gegevensuitwisseling.<br />
In het geval van uitbesteding van bepaalde ICT-processen en/of activiteiten worden de strategische ICTstandaarden<br />
van de Vlaamse overheid opgelegd aan de dienstverlener(s) 45 .<br />
10.1.4 ICT-organisatie<br />
Om de door de organisatie gewenste ICT-dienstverlening te bekomen, moet een aangepaste ICT-structuur<br />
worden opgezet. Idealiter houdt dit in dat de ICT-functie voldoende hoog binnen de organisatie geplaatst<br />
wordt zodat zij beschikt over de nodige autoriteit, kritische massa en onafhankelijkheid en dat de diverse<br />
rollen en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd. Ook in geval van uitbesteding worden de rollen en<br />
verantwoordelijkheden duidelijk bepaald.<br />
10.1.5 Beheren van middelen<br />
Gelet op de hoge investeringen en kosten die met ICT gepaard gaan, is een adequaat<br />
resourcemanagement belangrijk. Dit houdt in dat de middelen proactief en organisatiebreed worden<br />
42 Een vrij algemeen aanvaard kader om dit afstemmingsproces in goede banen te leiden, is het COBIT raamwerk. COBIT staat voor<br />
“Control Objectives for Information and related Technology”<br />
43 Architectuur kan omschreven worden als het geheel van regels, protocollen en voorschriften waaraan programma’s moeten voldoen<br />
om door de computer te kunnen worden begrepen. Infrastructuur als de installatie van een netwerk en de manier waarop<br />
netwerkonderdelen onderling verbonden zijn.<br />
44 ICT-charter en ICT-veiligheidsbeleid: http://koepel.vonet.be/nlapps/docs/default.asp?fid=301.<br />
45 Verplicht na te leven volgens het ICT standaardenbeleid.<br />
81
82<br />
beheerd. Belangrijk bij het beheersen van de ICT-middelen is het regelmatig opvolgen of de uitgaven binnen<br />
het afgesproken budget vallen.<br />
10.1.6 Beveiligingsmanagement<br />
ICT-beveiliging is het geheel van maatregelen (voorschriften, processen, activiteiten,…) dat ervoor zorgt dat<br />
informatiesystemen (bedrijfs- en bestuursprocessen) een optimale bescherming genieten (rekening houdend<br />
met het kosten-baten principe) op het vlak van vertrouwelijkheid, privacy, integriteit en beschikbaarheid.<br />
Organisaties moeten hun ICT-veiligheidsbeleid uitstippelen vanuit drie invalshoeken: de menselijke<br />
factor (veiligheidscultuur), de processen en de technologie. Alleen op deze manier zal de integriteit,<br />
vertrouwelijkheid en beschikbaarheid van informatie immers gewaarborgd zijn.<br />
Het ICT-beveiligingsbeleid dat het management binnen een organisatie opzet, dient conform het strategisch<br />
ICT-beveiligingsbeleid46 binnen de Vlaamse overheid te zijn. In het geval van uitbesteding dienen de ICTveiligheidsbeleidslijnen<br />
te worden opgelegd aan de ICT-dienstverlener.<br />
Risicobeheer is de kern van een verantwoord beveiligingsbeheer. Het management bepaalt wat, waartegen<br />
en op welke manier moet worden beschermd. Een adequaat beheer van de veiligheidsrisico’s draagt bij tot<br />
het behalen van de organisatiedoelstellingen ( zie ook risicomanagement 1.1.4).<br />
10.1.7 Continuïteitsplanning<br />
Het ICT-continuïteitsplan maakt integraal deel uit van en is afgestemd op het globale continuïteitsplan<br />
(bedrijfscontinuïteitsmanagement) van de organisatie (cf. subthema risicomanagement).<br />
Bedrijfscontinuïteitsmanagement behandelt het reageren op onderbrekingen van activiteiten en<br />
het beschermen van kritieke bedrijfstoepassingen tegen falende informatiesystemen of rampen<br />
en het garanderen van een tijdige hervatting ervan (cf. de generieke ICT-veiligheidsbeleidslijn<br />
“bedrijfscontinuïteitsmanagement”).<br />
10.1.8 Evaluatie en bijsturing<br />
ICT-processen worden periodiek beoordeeld op hun toegevoegde waarde ten aanzien van het behalen van<br />
de organisatiedoelstellingen. Belangrijk hierbij is dat accurate ICT-prestatie-indicatoren zijn geïdentificeerd en<br />
gedefinieerd.<br />
Bij uitbesteding van ICT-processen en/of activiteiten, worden kwaliteitsvereisten opgenomen in SLA’s.<br />
10.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t. ICT<br />
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
ICT beleid Een langetermijn ICT-plan is zo optimaal<br />
mogelijk afgestemd op het organisatieplan<br />
en vertaald in een korte termijn ICTplan<br />
ter ondersteuning van de realisatie<br />
van de doelstellingen van de organisatie.<br />
46 http://koepel.vonet.be/nlapps/docs/default.asp?id=860.<br />
Een langetermijn en<br />
kortetermijnondernemingsplan<br />
waarin ICT geïntegreerd zit, is<br />
aanwezig.<br />
Planningsmethodologieën om<br />
enerzijds te komen tot de ICTdoelstellingen<br />
en anderzijds de<br />
doelstellingen van de organisatie<br />
zijn op elkaar afgestemd.<br />
Het ICT-plan kadert binnen de 3<br />
generieke bedrijfsdoelstellingen
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ICT-architectuur en<br />
infrastructuur<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
Standaarden, architectuur en infrastructuur<br />
worden opgezet, gecommuniceerd<br />
en opgevolgd om de technische<br />
consistentie van de ICT-omgeving te<br />
vrijwaren.<br />
Informatie en communicatietechnologie<br />
van de Vlaamse overheid op het<br />
vlak van ICT zijnde toegankelijkheid,<br />
uitwisselbaarheid en bescherming<br />
van informatie.<br />
Het lange termijn ICT-plan is vertaald<br />
in een korte termijn plan met<br />
concrete, duidelijke en meetbare<br />
doelstellingen en indicatoren.<br />
In de ICT-plannen staat<br />
neergeschreven op welke wijze<br />
ICT de organisatiedoelstellingen<br />
ondersteunt.<br />
Feedback van lijnmanagement en<br />
gebruikers van ICT-toepassingen<br />
wordt gecapteerd en gebruikt om<br />
de ICT-plannen op te stellen.<br />
Bij het bepalen van de ICTdoelstellingen<br />
wordt een<br />
grondige analyse gemaakt van<br />
de bestaande ICT-systemen<br />
(applicaties, architectuur en<br />
infrastructuur) omtrent de mate<br />
waarin zij bedrijfsprocessen<br />
ondersteunen (kostenanalyse,<br />
sterktes, zwaktes, stabiliteit,…).<br />
Zowel de langetermijn als<br />
kortetermijndoelstellingen<br />
op het vlak van ICT worden<br />
gecommuniceerd binnen de<br />
organisatie en worden op<br />
regelmatige basis geëvalueerd<br />
en bijgestuurd i.f.v. wijzigende<br />
omstandigheden (bv.<br />
technologische evolutie).<br />
De organisatie is zich bewust<br />
van het belang van uitgewerkte<br />
standaarden.<br />
De ICT-standaarden van de<br />
organisatie zijn conform de<br />
strategische ICT-standaarden van<br />
de Vlaamse overheid.<br />
In geval van uitbesteding worden<br />
deze strategische standaarden<br />
ook opgelegd aan de ICTdienstverlener.<br />
Het management van de<br />
organisatie heeft kennis van en zicht<br />
op de bestaande architectuur en<br />
infrastructuur.<br />
83
84<br />
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
ICT-organisatie De ICT-organisatie ondersteunt de<br />
realisatie van de ondernemingsdoelstellingen.<br />
Infrastructuurprojecten ter<br />
optimalisatie van de bestaande<br />
architectuur en infrastructuur<br />
worden opgestart en<br />
projectmatig aangepakt (cf.<br />
projectmanagement).<br />
Technologische evoluties worden<br />
opgevolgd.<br />
De ICT-functie is binnen een<br />
organisatie zodanig geplaatst<br />
dat zij beschikt over voldoende<br />
autoriteit en kritische massa.<br />
Rollen en verantwoordelijkheden,<br />
zowel binnen de ICTafdeling<br />
(zeker wat betreft<br />
sleutelfuncties) als tussen ICT<br />
en andere diensten (overleg<br />
en coördinatiemechanismen)<br />
zijn bepaald, vastgelegd en<br />
gecommuniceerd; ook in geval<br />
van outsourcing.<br />
Iedereen in de organisatie<br />
kent zijn/haar rol en<br />
verantwoordelijkheden ten<br />
aanzien van de ICT systemen<br />
(bv. inzake beveiliging).<br />
In geval van centrale afname<br />
van de gemeenschappelijke ICTdienstverlener<br />
zijn de functies langs<br />
vraagzijde adequaat ingevuld en<br />
worden zij opgevolgd.<br />
Het management heeft een<br />
verantwoordelijke voor de<br />
beveiligingsproblematiek binnen<br />
de organisatie aangesteld.<br />
In geval van uitbesteding wordt de<br />
aanstelling van een ICT-security<br />
manager opgelegd en zijn rol en<br />
verantwoordelijkheden formeel<br />
vastgelegd.<br />
In het geval dat het beheer<br />
van de operationele omgeving<br />
binnen het beleidsdomein of<br />
agentschap niet gebeurt door<br />
de gemeenschappelijke ICTdienstverlener<br />
is een stuurgroep<br />
‘operationele ICT-veiligheid’<br />
aanwezig.
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
Informatie en communicatietechnologie<br />
Binnen de organisatie bestaat<br />
voor alle data en systemen een<br />
verantwoordelijke (eigenaar) en<br />
de autorisaties van deze personen<br />
liggen vast en staan uitgeschreven;<br />
hierbij zijn de principes van<br />
functiescheiding gerespecteerd.<br />
In een grotere organisatie met een<br />
sterk uitgebouwde ICT-afdeling is<br />
een ICT-comité aanwezig.<br />
In geval geopteerd wordt voor<br />
uitbesteding, wordt een opsomming<br />
gemaakt van welke taken volgens<br />
welke criteria (specialisatie, kosten<br />
baten, afhankelijkheid, risico’s,…)<br />
intern dan wel extern kunnen<br />
worden toegewezen.<br />
Beheren van middelen Pro-actief en organisatiebreed worden de Een geactualiseerd ICT<br />
middelen (zowel personeel als hardware personeelsplan is aanwezig.<br />
en software) die vereist zijn voor het<br />
leveren van de verschillende ICT-diensten Het inhuren van personeel berust<br />
gemanaged.<br />
op een doordachte strategie en<br />
analyse, zodat onafhankelijkheid<br />
en een gezond evenwicht tussen<br />
extern en intern gewaarborgd blijft.<br />
De nodige capaciteit en<br />
competenties zijn in kaart gebracht<br />
en vorming en training worden<br />
voorzien.<br />
Kritische functies zijn in kaart<br />
gebracht en de gepaste<br />
<strong>controle</strong>maatregelen zijn<br />
voorzien (bv. functiescheiding,<br />
oplevering van documentatie,<br />
procesbeschrijvingen,…).<br />
Activiteiten uitgevoerd door<br />
externen worden nauwkeurig<br />
opgevolgd en ge<strong>controle</strong>erd.<br />
Onderhoud en ontwikkeling gebeurt<br />
volgens bepaalde kwaliteitscriteria.<br />
Incidenten/problemen worden<br />
opgevolgd en hieruit worden de<br />
nodige lessen getrokken.<br />
De ICT-uitgaven blijven binnen het<br />
afgesproken budget.<br />
Het budget voor ICT-diensten<br />
weerspiegelt de prioriteiten zoals uit<br />
het ICT-beleidsplan blijkt.<br />
85
86<br />
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
Beveiliging Een ICT-veiligheidsbeleid is afgestemd op<br />
de doelstellingen van de organisatie.<br />
Continuïteitsplanning47 De impact van onverwachte<br />
gebeurtenissen wordt door het bestaan<br />
van een continuïteitsplan geminimaliseerd<br />
en de beschikbaarheid en<br />
continuïteit van ICT-systemen is<br />
gewaarborgd.<br />
De organisatie volgt de ICTinvesteringen<br />
en uitgaven<br />
nauwgezet op en stuurt bij indien<br />
nodig.<br />
De organisatie beschikt over een<br />
uitgeschreven ICT- veiligheidsbeleid,<br />
conform het strategisch ICTveiligheidsbeleid<br />
van de Vlaamse<br />
overheid.<br />
In het ICT-veiligheidsbeleid werden<br />
maatregelen uitgewerkt volgens<br />
o.a. het kosten/baten criterium en<br />
de ingeschatte risico’s (bv. i.f.v.<br />
het kritische karakter van de ICTsystemen).<br />
Onregelmatigheden worden<br />
opgevolgd.<br />
Beveiligingsprocedures, richtlijnen<br />
en voorschriften zijn uitgeschreven<br />
en gecommuniceerd.<br />
Een paswoordenpolitiek en<br />
procedures zijn aanwezig en<br />
minstens gelijkwaardig aan het<br />
paswoordenbeleid goedgekeurd<br />
door de Vlaamse regering.<br />
Sensibiliseringscampagnes<br />
worden binnen de organisatie<br />
opgezet om het bewustzijn bij de<br />
personeelsleden van het belang<br />
van beveiliging te stimuleren en te<br />
verhogen.<br />
Een Business Impact Analyse (BIA) is<br />
uitgevoerd.<br />
Een risico-analyse voor kritieke<br />
bedrijfsprocessen is uitgevoerd.<br />
Een geschikte bedrijfscontinuïteitsstrategie<br />
is geïdentificeerd.<br />
Bedrijfscontinuïteitsplannen zijn<br />
uitgewerkt, zowel voor incident- en<br />
crisisbeheer, crisiscommunicatie,<br />
herstel van processen (cf. thema<br />
doelstellingen, proces- en<br />
risicomanagement) als voor het<br />
herstel van de ICT-infrastructuur.<br />
Bedrijfscontinuïteitsplannen worden<br />
getest en onderhouden.<br />
47 Idealiter omvat het continuïteitsplan recovery procedures, communicatieprocedures, kritieke informatie rond data, klanten, gebruikers, de<br />
verschillende rollen en verantwoordelijkheden, een testplan en testresultaten, trainingssessies, backup procedures.
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
Evaluatie en bijsturing ICT-processen worden periodiek<br />
beoordeeld op hun kwaliteit en de<br />
mate waarin zij nog voldoen aan de<br />
beheersingsdoelstellingen.<br />
10.3 Relevante documenten<br />
Informatie en communicatietechnologie<br />
Binnen de organisatie zijn<br />
opvolgings- en rapporteringssystemen<br />
inzake ICT aanwezig (bv. IT<br />
scorecards).<br />
In geval van uitbesteding worden<br />
SLA’s bepaald en binnen de<br />
organisatie beheerd.<br />
Klantentevredenheidsonderzoeken<br />
worden uitgevoerd omtrent de<br />
geleverde dienstverlening.<br />
Om de performantie en kwaliteit<br />
van de ICT-dienstverlening op<br />
te drijven en de mate waarin de<br />
ICT-processen beheerst worden<br />
na te gaan, worden verschillende<br />
instrumenten ingezet (bv. benchmarking,<br />
maturiteitsmodellen,<br />
<strong>interne</strong>/externe auditactiviteiten,…).<br />
Internationaal raamwerk COBIT en IT governance , http://www.isaca.org of http://www.itgi.org<br />
ICT site Vlaamse Overheid (standaardenbeleid, veiligheidsbeleid, paswoordenbeleid, nota omtrent<br />
validatiecriteria,…), http://ict.vlaanderen.be/<br />
Reglementering Overheidsopdrachten:<br />
- Wet van 24 december 1993 (BS van 22 januari 1995 en errata in BS van 25 februari 1997) betreffende de<br />
overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten<br />
- Koninklijk besluit van 8 januari 1996 (BS van 26 januari 1996 en errata in BS van 25 februari 1997) betreffende<br />
de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor<br />
openbare werken<br />
- Koninklijk besluit van 26 september 1996 (BS van 18 oktober 1996) tot bepaling van de algemene<br />
uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken<br />
Bijlage bij het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van<br />
de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken.<br />
Algemene aannemingsvoor-waarden voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken,<br />
leveringen en diensten en voor de concessies voor openbare werken<br />
Nieuwe wetgeving overheidsopdrachten die van toepassing zal worden nadat de Koning hiervoor de datum<br />
heeft vastgesteld<br />
Wet van 15 juni 2006 op de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en<br />
diensten (BS van 15 februari 2007)<br />
Wet van 16 juni 2006 betreffende de gunning, informatie aan kandidaten en inschrijvers en wachttermijn<br />
inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten (BS van 15<br />
februari 2007)<br />
Wet van 12 januari 2007 tot wijziging van de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor<br />
werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006 (BS van 15 februari 2007)<br />
Wet van 12 januari 2007 tot wijziging van de wet van 16 juni 2006 betreffende de gunning, informatie aan<br />
kandidaten en inschrijvers en wachttermijn inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor<br />
werken, leveringen en diensten (BS van 15 februari 2007)<br />
87
88<br />
INTEGRITEIT<br />
ACT<br />
PLAN<br />
DO<br />
CHECK<br />
HRM<br />
FIM<br />
EFFECTIVITEIT<br />
Belanghebbendenmanagement<br />
Doelstellingen, proces- en risicomanagement<br />
ORG<br />
CUL<br />
ICO<br />
Monitoringsystemen<br />
EFFICIENTIE<br />
FAM<br />
ICT<br />
Veranderingsmanagement<br />
KWALITEIT
11 Veranderingsmanagement<br />
11.1 Beschrijving<br />
11.1.1 Algemeen<br />
Veranderingsmanagement omvat het beheersen van het geheel van opdrachten die moeten worden<br />
uitgevoerd om van een organisatie ‘as is’ naar een organisatie ‘to be’ te evolueren. Verandering vindt plaats<br />
wanneer<br />
u de bestaansreden<br />
u en/of de missie<br />
u en/of de visie<br />
u en/of de organisatiedoelstellingen<br />
u en/of de organisatiestructuur<br />
u en/of de omgevingsfactoren<br />
van een organisatie fundamenteel wijzigen. Indien geen van deze factoren fundamenteel wordt<br />
gewijzigd, spreekt men niet over veranderingsmanagement, maar over projectmanagement (cf. thema<br />
organisatiestructuur).<br />
Om een veranderingstraject tot een goed einde te brengen zijn er drie, duidelijk te onderscheiden,<br />
fases te doorlopen. De eerste fase (planfase) wordt gekenmerkt door denkwerk en het bereiken van<br />
overeenstemming omtrent de veranderingsnoodzaak en de veranderingsdoelstellingen. De tweede fase is<br />
de implementatiefase om ten slotte te eindigen met de evaluatie- en consolidatiefase.<br />
Deze derde fase, met name de evaluatie- en consolidatiefase, zal hier niet verder worden besproken,<br />
aangezien het eigenlijke verandertraject dan al achter de rug is.<br />
11.1.2 Planfase<br />
Een verandertraject wordt opgestart wanneer de noodzaak tot verandering door het management en de<br />
belanghebbenden wordt onderschreven.<br />
De theoretische uitwerking van de gewenste situatie gebeurt op basis van een kloofanalyse48 . Een<br />
cruciale vraag daarbij is welke (f)actoren beïnvloedbaar zijn en welke niet. De doelstellingen van het<br />
veranderingsproject dienen SMART omschreven te worden, rekening houdend met de hieraan verbonden<br />
risico’s en eventuele bijhorende beheersmaatregelen.<br />
11.1.3 Implementatiefase<br />
Tijdens de implementatiefase wordt een uitgewerkt stappenplan uitgevoerd. In dit stappenplan wordt<br />
aangegeven over welke middelen en beslissingsbevoegdheden de eindverantwoordelijke beschikt.<br />
Indien het veranderingstraject omvangrijk of ingrijpend is, kan met deelprojecten worden gewerkt. Dit<br />
vraagt een duidelijke afbakening van deze deelprojecten, vastlegging van de beschikbare middelen en<br />
algemene coördinatie tussen de verschillende delen. Binnen elk deelproject en voor het hele project is<br />
projectmanagement aangewezen.<br />
Een goede communicatie- en informatiestrategie verhoogt de betrokkenheid van en het draagvlak bij het<br />
personeel en vermindert de weerstand.<br />
Tenslotte moet er over gewaakt worden dat de gewone bedrijfsvoering niet te zwaar lijdt onder de<br />
implementatie daar anders bijkomende problemen (in hoofdzaak achterstand) kunnen worden gecreëerd<br />
die de consolidatie en evaluatie negatief beïnvloeden.<br />
48 Door middel van een kloofanalyse wordt nagegaan wat het verschil is tussen de huidige en de gewenste situatie binnen de organisatie.<br />
Aan de hand van deze analyse kunnen de nodige maatregelen worden genomen om deze kloof te dichten.<br />
Veranderingsmanagement<br />
89
90<br />
11.2 Doelstellingen en beheersmaatregelen m.b.t.<br />
veranderingsmanagement<br />
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
Planfase De beslissing tot verandering is gebaseerd<br />
op een grondige analyse van de huidige<br />
toestand.<br />
Zowel de externe belanghebbenden<br />
als het (top)management steunen de<br />
veranderingseis. De redenen waarom<br />
elk van hen de veranderingseis steunen,<br />
zijn gekend door de anderen.<br />
De gewenste situatie is duidelijk<br />
gedefinieerd. De doelstellingen van het<br />
veranderingsproces zijn bepaald en<br />
SMART gedefinieerd.<br />
De basisgegevens van de<br />
organisatie (cultuur, structuur,<br />
personeel,…) zijn geanalyseerd.<br />
De omgevingsfactoren waarin<br />
de organisatie opereert zijn<br />
geanalyseerd.<br />
De beslissing tot verandering is<br />
gebaseerd op de signalen (factoren<br />
en/of actoren) die uit deze analyses<br />
naar voor komen.<br />
Er is bepaald welke factoren en<br />
actoren beïnvloedbaar zijn door de<br />
organisatie zelf en welke niet.<br />
De noodzaak tot verandering is<br />
getoetst aan de verwachtingen<br />
van de verschillende betrokken<br />
externe belanghebbenden en het<br />
(top)management.<br />
Aan de verschillende betrokken<br />
belanghebbenden en het<br />
(top)management is duidelijk<br />
gemaakt wat in de huidige situatie<br />
niet goed is en / of wat in de<br />
toekomstige situatie beter zal zijn.<br />
Uitgaande van het primaat van<br />
de politiek werd de noodzaak aan<br />
verandering bepaald in overleg<br />
met de belanghebbenden en het<br />
topmanagement.<br />
De belanghebbenden en het<br />
(top)management geven elkaar<br />
duidelijk hun redenen om de<br />
verandering te steunen te kennen.<br />
De finaliteit van het<br />
veranderingsproces is zo<br />
gedefinieerd (SMART) dat het<br />
duidelijk is wat anders zal zijn in de<br />
situatie ‘to be’ ten opzichte van de<br />
situatie ‘as is’.<br />
Voor elk organisatie- of<br />
managementonderdeel is bepaald<br />
of het veranderingsproces er
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
een impact op heeft. Indien er<br />
een impact is dienen SMART<br />
doelstellingen bepaald te worden.<br />
Specifiek: De doelstellingen en de<br />
finaliteit van het veranderingsproces<br />
zijn zo geformuleerd dat het<br />
duidelijk is wat er anders zal zijn in<br />
de gewenste situatie ten opzichte<br />
van de huidige situatie.<br />
Meetbaar: De voordelen van de<br />
gewenste situatie ten opzichte<br />
van de huidige situatie en ook de<br />
doelstellingen zijn kwalitatief en / of<br />
kwantitatief meetbaar.<br />
Deze voordelen en doelstellingen<br />
zijn ook meetbaar voor de<br />
belanghebbenden en de<br />
personeelsleden van de organisatie.<br />
Afgesproken: De betrokken<br />
belanghebbenden en de<br />
sleutelfiguren van de organisatie<br />
gaan akkoord met en/of zijn<br />
geïnformeerd over de finaliteit<br />
van het veranderingsproces en de<br />
geformuleerde doelstellingen.<br />
Realistisch: Bij het bepalen van de<br />
finaliteit van het veranderingsproces<br />
en de doelstellingen werd rekening<br />
gehouden met de voorgeschiedenis<br />
van de organisatie met betrekking<br />
tot veranderingen. Er werd<br />
nagegaan wat de faal- en<br />
succesfactoren waren.<br />
Realistisch: Bij het bepalen van de<br />
finaliteit van het veranderingsproces<br />
en de doelstellingen werd<br />
rekening gehouden met de<br />
veranderingsbereidheid en<br />
het veranderingspotentieel<br />
(achtergrond en cultuur) binnen de<br />
organisatie.<br />
Realistisch: De voorziene aanpak<br />
staat in verhouding tot de omvang<br />
van het veranderingsproject.<br />
Realistisch: Een goede communicatie-<br />
en informatiestrategie,<br />
uitgewerkt in een communicatieplan,<br />
omtrent de finaliteit<br />
van het veranderingsproces en<br />
Veranderingsmanagement<br />
91
92<br />
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
De risico’s (welke, kans op voorkomen<br />
en impact) in geval van mislukking van<br />
het veranderingstraject zijn geïdentificeerd<br />
en er is een risicoaanpak<br />
uitgewerkt.<br />
Implementatiefase De mijlpalen van het veranderingstraject<br />
zijn gedefinieerd.<br />
Er is duidelijkheid omtrent de algemene<br />
leiding van het veranderingsproces.<br />
de doelstellingen, alsook een<br />
betrokkenheid (inspraak) van het<br />
personeel bij de bepaling ervan<br />
draagt bij tot het creëren van<br />
een draagvlak. Hoe breder het<br />
draagvlak hoe meer kans op succes<br />
een veranderingstraject heeft.<br />
De graad van inspraak is duidelijk<br />
bepaald zodat deze enerzijds<br />
effectief is maar anderzijds niet te<br />
vertragend werkt.<br />
Tijdsgebonden: Er is een realistisch<br />
tijdsschema bepaald voor de<br />
realisatie van de doelstellingen en<br />
het bereiken van de situatie ‘to<br />
be’ waarbij enerzijds de nodige<br />
flexibiliteit maar anderzijds ook de<br />
nodige rigiditeit voorzien is.<br />
De risico’s verbonden aan<br />
een mislukking van het<br />
veranderingstraject, alsook hun<br />
impact en kans op voorkomen zijn<br />
gekend.<br />
Er is bepaald welke risico’s<br />
aanvaardbaar zijn en welke niet.<br />
De risicoaanpak geeft aan hoe<br />
de onaanvaardbare risico’s<br />
beheerst zullen worden. Daarbij<br />
werd rekening gehouden met een<br />
kosten/baten-analyse.<br />
De mijlpalen in het veranderingstraject<br />
laten toe een kritische<br />
tussenbalans op te maken<br />
van de vooruitgang tijdens de<br />
implementatiefase.<br />
Indien de vooropgestelde situatie<br />
niet overeenstemt met de bereikte<br />
situatie, is bepaald wie bevoegd is<br />
om de nodige correctieve acties te<br />
ondernemen.<br />
Er is formeel bepaald wie het<br />
algemene veranderingstraject leidt.<br />
Er is formeel bepaald welke<br />
(beslissings)bevoegdheden deze<br />
algemene leiding in het kader van<br />
het veranderingstraject heeft en<br />
hoe deze bevoegdheden zich
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
Er is duidelijkheid omtrent de<br />
taakverdeling.<br />
Binnen elk deelproject wordt<br />
projectmanagement toegepast.<br />
Er is een communicatie- en<br />
informatiestrategie bepaald en<br />
deze wordt uitgevoerd.<br />
verhouden ten opzichte van de<br />
normale bevoegdheidsverdeling<br />
in het kader van het ‘ongoing<br />
management’.<br />
Voor elke stap of deelproject is een<br />
verantwoordelijke aangewezen.<br />
Er is formeel bepaald welke<br />
(beslissings)bevoegdheden deze<br />
verantwoordelijke in het kader<br />
van het veranderingstraject heeft<br />
en hoe deze bevoegdheden zich<br />
verhouden ten opzichte van de<br />
normale bevoegdheidsverdeling<br />
in het kader van het ‘ongoing<br />
management’.<br />
Het totaal der beschikbare<br />
middelen (financieel, personeel,<br />
tijdsbesteding,…) voor het<br />
project en de verdeling ervan<br />
over de verschillende stappen of<br />
deelprojecten is vastgelegd.<br />
Er zijn afspraken gemaakt omtrent<br />
de coördinatie van de verschillende<br />
deelprojecten.<br />
Zie thema Organisatiestructuur<br />
(projectmanagement).<br />
Communiceer en informeer omtrent<br />
het implementatieplan.<br />
Alle informatie is consequent en niet<br />
tegenstrijdig.<br />
Iedereen binnen de<br />
organisatie is betrokken bij het<br />
veranderingstraject om zo het<br />
nodige draagvlak te creëren en<br />
alle beschikbare expertise aan te<br />
wenden.<br />
Er is bepaald hoe de inspraak/<br />
betrokkenheid van personeelsleden<br />
tijdens de implementatiefase<br />
georganiseerd is.<br />
Een strategie voor het omgaan met<br />
weerstand is uitgewerkt.<br />
Bij het opstellen van het<br />
communicatie- en informatieplan,<br />
alsook bij het bepalen van de<br />
Veranderingsmanagement<br />
93
94<br />
SUBTHEMA DOELSTELLInGEn InZAKE BEHEERSMAATREGELEn<br />
ORGAnISATIEBEHEERSInG<br />
Gedurende de implementatiefase wordt<br />
de reguliere werking van de organisatie<br />
verzekerd.<br />
11.3 Relevante documenten en websites<br />
betrokkenheid werd bijzondere<br />
aandacht besteed aan het<br />
probleem van weerstand.<br />
Het communicatieplan maakt aan<br />
alle personeelsleden duidelijk wat<br />
voor hen de voordelen in de situatie<br />
‘to be’ ten opzichte van de situatie<br />
‘as is’ zullen zijn.<br />
De nodige maatregelen worden<br />
genomen om de gewone<br />
bedrijfsvoering zo normaal mogelijk<br />
te laten verlopen.<br />
Algemeen<br />
M. Andriessen, T. Steen en A. Hondeghem (2003), Leiderschap vanuit verandering, (Rapport binnen het spoor<br />
Veranderingsmanagement van het Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen) Steunpunt Beleidsrelevant<br />
Onderzoek. Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen, Leuven, 2003, 61 p.<br />
M. Andriessen, T. Steen en A. Hondeghem, Aandachtspunten in het veranderingsproces. Methodologie om<br />
de roep om verandering te beantwoorden, in VTOM, jaargang 2003, nummer 1, p. 21-28.<br />
Van Duren A. en van Manen A., Integraal veranderingsmanagement, Van Gorcum Assen, 135 p., 1995. ISBn-<br />
109023226747.<br />
Rubriek Verandermanagement op http://www.managementsite.net.<br />
Risico’s bij verandering<br />
Anderson M., Systems make it possible, People make it happen<br />
http://www.changedrivers.com.au/DrivingChange/Changerisk.htm.
12. Verklarende woordenlijst<br />
- APKB: Algemeen Principes Koninklijk Besluit<br />
- BIA: Business Impact Analyse<br />
Zijn technieken en methodes om bedrijfsimpact te identificeren, kwantificeren en kwalificeren, samen met<br />
het effect op de organisatie, in geval van verlies, onderbreking of verstoring van de kritieke processen en<br />
hun afhankelijkheden<br />
- CAF: Common Assessment Framework<br />
- COSO: the COmmitee of Sponsoring Organisations (of the Treadway Commission): deze commissie<br />
publiceerde in 1992 het “Internal Control – Integrated Framework”.<br />
- EIKE: effectiviteit, integriteit, kwaliteit en efficiëntie<br />
- ERM: Enterprise and Risk Management framework<br />
- EFQM: European Foundation for Quality Management<br />
- EVA: Extern Verzelfstandigd Agentschap<br />
- HR: Human Resources<br />
- HRM: Human Resources Management<br />
- ICT: Information and Communication Technology<br />
- InTOSAI: International Organisation of Supreme Audit Institutions<br />
- IiP: Investors In People<br />
Bij Investors in People (IiP) staan de werknemers centraal. Zij vormen het menselijk kapitaal en maken in een<br />
organisatie het verschil. Het is daarom belangrijk dat de strategie en de doelstellingen van de organisatie<br />
vertaald worden naar de individuele medewerkers. In veel gevallen weet alleen de top van de organisatie<br />
wat de visie, de missie en het beleid zijn. De individuele medewerkers kennen vaak het bestaan niet, laat<br />
staan dat zij zich er bij betrokken voelen. IiP biedt de structuur voor een personeelsbeleid dat is gekoppeld<br />
aan de langetermijnplanning van de organisatie. De organisatie investeert op die wijze permanent,<br />
systematisch en vanuit strategisch perspectief in het leren en ontwikkelen van alle medewerkers.<br />
IiP is een hulpmiddel voor leidinggevenden om hun organisatie te veranderen in een lerende organisatie<br />
die werkt met de competenties van haar medewerkers. Doelgerichte ontwikkeling is daarbij meer dan<br />
scholing en opleiding en omvat alles wat organisaties helpt om zichzelf te leren verbeteren. Het IiPkeurmerk<br />
gaat opleidingsactiviteiten koppelen aan de organisatiedoelstellingen.<br />
IiP is een verbeterproces dat gekoppeld is aan de managementcyclus. Hoe dit in een organisatie verloopt<br />
is afhankelijk van de ontwikkelingsfase en de cultuur van de organisatie. IiP is, zoals alle modellen, slechts<br />
een instrument om het proces op maat vorm te geven. Als het opgezette verbeterproces volgens<br />
bepaalde criteria is afgelegd, krijgt de organisatie het certificaat Investor in People.<br />
- IKZ: Integrale KwaliteitsZorg<br />
- IVA: Intern Verzelfstandigd Agentschap<br />
- Kloofanalyse<br />
Door middel van een kloofanalyse wordt nagegaan wat het verschil is tussen de huidige en de gewenste<br />
situatie binnen de organisatie. Aan de hand van deze analyse kunnen de nodige maatregelen worden<br />
genomen om deze kloof te dichten<br />
- P&O: Personeel & Organisatie<br />
- PDCA- of Demingcyclus: Plan Do Check Act-cyclus<br />
95
96<br />
- PLOEG: Planning, Leiding geven, Opvolgen, Evalueren en Gewaardeerd worden<br />
- SLA: Service Level Agreement<br />
Het beheer van SLA’s is een proces van overeenkomen, monitoren, rapporteren en bijsturen, dat ervoor<br />
zorgt dat de vooraf afgesproken kwaliteit inzake ICT dienstverlening wordt geleverd aan alle klanten<br />
(gebruikers,…) en dit tegen een aanvaardbare kost.<br />
Een Service Level Agreement is een document dat de metingen en vereisten specificeert die kunnen<br />
gebruikt worden om te bepalen of een geleverde dienst voldoet aan de vereisten van de business. Het<br />
omvat o.m.:<br />
- een korte beschrijving van elke service;<br />
- meetbare objectieven+indicatoren incl. een duidelijke omschrijving + randvoorwaarden en normen;<br />
- data van nazicht (wijze van meting en beoordeling);<br />
- boeteclausules;<br />
- handtekening.<br />
- Span of control<br />
De ‘span of control’ heeft betrekking op het aantal personeelsleden waarover iemand leiding en<br />
<strong>controle</strong>bevoegdheid heeft.<br />
- SMART: Specifiek, Meetbaar, Aanvaard/Afgesproken, Realistisch en Tijdsgebonden<br />
- TQM: Total Quality Management<br />
- Verbintenis<br />
Een verbintenis is elke rechtshandeling die een verplichting tot betaling tot gevolg heeft of kan hebben.<br />
Die rechtshandeling kan diverse vormen aannemen zoals een overeenkomst, een bestelling, een<br />
subsidiebesluit, een borgstelling, een geschil, enz. De verplichting tot betaling kan onmiddellijk of op<br />
termijn ontstaan, al dan niet na ontvangst van een schuldvordering, en kan van bepaalde voorwaarden<br />
afhangen.<br />
- VTO: vorming, training en opleiding<br />
- 360° Feedback<br />
Is een vorm van feedback verzamelen waarbij alle belanghebbenden bij iemands prestaties hun inbreng<br />
leveren (leidinggevende, collega’s en medewerkers en klanten).
Werkgroep leidraad <strong>interne</strong> <strong>controle</strong><br />
Boudewijnlaan 30<br />
1000 Brussel<br />
02-553 03 75<br />
<strong>interne</strong><strong>controle</strong>@vlaanderen.be
Coördinatie en eindredactie<br />
Technische werkgroep <strong>interne</strong> <strong>controle</strong><br />
Carolina Stevens, Herman Panneels, Kurt Debruyne,<br />
Leo Van Loo, Lieven Tydgat, Mark Vandersmissen,<br />
Rita Berckmans, Tina Ponjaert, Willy Verschuere.<br />
Verantwoordelijke uitgever<br />
Departement <strong>Bestuurszaken</strong><br />
Luc Lathouwers<br />
Secretaris-generaal<br />
Boudewijnlaan 30<br />
1000 Brussel<br />
Lay-out<br />
Agentschap voor Facilitair Management<br />
Digitale Drukkerij <strong>Bestuurszaken</strong><br />
Nadia De Braekeler<br />
Wettelijk depotnummer<br />
D/2007/3241/322<br />
Uitgave<br />
Januari 2008