japan - VU-DARE Home

japan - VU-DARE Home japan - VU-DARE Home

dare.ubvu.vu.nl
from dare.ubvu.vu.nl More from this publisher
05.05.2013 Views

1C)5 HERINNERINGEN UIT JAPAN. het geval met de Phaëton in 1808 , waarvan ik in 1809 der Regering bij geheimen brief had kennis gegeven; niemand ook dan hij kon kennis dragen van het in 1809 voor onze Hollandsche schepen bepaalde geheime sein, hetwelk hij thans , ter invoering van vijandelijke Engelsche schepen 'm Japan, en ter misleiding van den inlander had gebezigd; hij, als Oud-Opperhoofd 0^ Japan, kende immers dien landaard genoeg om te weten , dat zij zich wegens het in 1808 gebeurde (de dood van zoo vele aanzienlijken) ten strengste op de Engehchen zouden wreeken , indien zich daartoe, gelijk thans, de gelegenheid opdeed. WARDENAAR nam daarop voor een oogenblik een' vasten toon aan, en dreigde zelfs den Japanners de geheele waarheid te zullen bekend maken, en daartoe de tolken te zullen ontbieden. Ik antwoordde , dat ik de tolken zou doen roepen, om der Regering kennis te geven, dat het mij gebleken was, op welk eene wijze de beide schepen de Japanners hadden misleid, door, even als de PhaHon in 1808, de haven onder Hollandsche vlag binnen te zeilen, terwijl zij nog bovendien het sein, dat alleen WARDENAAR bekend kon zijn, daartoe hadden misbruikt. Ik liet het niet bij woorden, maar zond dadelijk om de vijf voornaamste oppertolken, (doch zonder den dwarskijker, hetgeen ik voorzigtigheidshalve raadzaam oordeelde), WARDENAAR's angst rees- nu ten top. Hij deed mij dringend verzoeken , hem nog eens voor de komst der tol-

' HERINNERINGEN UIT JAPAN. I97 ken te komen spreken. Toen smeekte hij mij met tranen in de oogen, hem en de zijnen te willen beveiligen. Hij gevoelde thans zeer wel, in welke zwarigheid hij zich gewikkeld, en in welk gevaar hij zoo vele menschen gebragt had. Hij smeekte mij, hem te redden. Ik antwoordde, dat mij zulks onmogelijk was: dat de tolken reeds in een ander vertrek op mij wachtten, en dat ik dezen moest spreken , eer ik hem eenige hoop konde geven. Ik verliet hem met zijnen Scriba, bei • den in doodsangst, en gelastte GOZEMAN weder, niemand bij hem toe te laten. Nu verschenen de vijf oppertolken. Ik verklaarde hun, in tegenwoordigheid van den Heer BLOMHOFF, „ dat Batav'ia door de Engehchen was ingenomen, en dat de beide schepen Engelfiche waren, met welken ik niets te doen wilde hebben." Ik gelastte hun, hiervan dadelijk aan het Gouvernement kennis te geven. De verwondering en verbazing der tolken op dit berigt is niet te beschrijven. Zij konden volstrekt niet begrijpen, hoe dit mogelijk was; en vooral, hoe de heer WARDENAAR, zelf een Hollari' der, en dien zij nog als Hollandsch Opperhoofd hadden gekend, nu in dienst der Engehchen, en wel als hoofdpersoon hier kwam. Eindelijk door mijne verzekeringen overtuigd, verzochten zij een oogenblik afzonderlijk beraad. Bij onze terugkomst maakten zij mij opmerkzaam op de gevolgen der verklaring, die ik verlangde, dat zij aan het Gouvernement zouden doen. Binnen het half

1C)5 HERINNERINGEN UIT JAPAN.<br />

het geval met de Phaëton in 1808 , waarvan ik<br />

in 1809 der Regering bij geheimen brief had kennis<br />

gegeven; niemand ook dan hij kon kennis dragen<br />

van het in 1809 voor onze Hollandsche<br />

schepen bepaalde geheime sein, hetwelk hij thans ,<br />

ter invoering van vijandelijke Engelsche schepen<br />

'm Japan, en ter misleiding van den inlander had<br />

gebezigd; hij, als Oud-Opperhoofd 0^ Japan,<br />

kende immers dien landaard genoeg om te weten ,<br />

dat zij zich wegens het in 1808 gebeurde (de dood<br />

van zoo vele aanzienlijken) ten strengste op de<br />

Engehchen zouden wreeken , indien zich daartoe,<br />

gelijk thans, de gelegenheid opdeed.<br />

WARDENAAR nam daarop voor een oogenblik een'<br />

vasten toon aan, en dreigde zelfs den Japanners<br />

de geheele waarheid te zullen bekend maken, en<br />

daartoe de tolken te zullen ontbieden. Ik antwoordde<br />

, dat ik de tolken zou doen roepen,<br />

om der Regering kennis te geven, dat het mij<br />

gebleken was, op welk eene wijze de beide schepen<br />

de Japanners hadden misleid, door, even als<br />

de PhaHon in 1808, de haven onder Hollandsche<br />

vlag binnen te zeilen, terwijl zij nog bovendien<br />

het sein, dat alleen WARDENAAR bekend kon zijn,<br />

daartoe hadden misbruikt.<br />

Ik liet het niet bij woorden, maar zond dadelijk<br />

om de vijf voornaamste oppertolken, (doch<br />

zonder den dwarskijker, hetgeen ik voorzigtigheidshalve<br />

raadzaam oordeelde), WARDENAAR's<br />

angst rees- nu ten top. Hij deed mij dringend<br />

verzoeken , hem nog eens voor de komst der tol-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!