05.05.2013 Views

De dader is zelf verantwoordelijk - Reclassering Nederland

De dader is zelf verantwoordelijk - Reclassering Nederland

De dader is zelf verantwoordelijk - Reclassering Nederland

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

■ Interview<br />

‘Gedragsverandering <strong>is</strong><br />

beste garantie tegen recidive’<br />

12 Blauw – Handhaving 7 juli 2012 – nummer 14


‘<strong>De</strong> <strong>dader</strong> <strong>is</strong> <strong>zelf</strong><br />

In de jaren zeventig, toen u bij de reclassering kwam, was<br />

de eigen <strong>verantwoordelijk</strong>heid van <strong>dader</strong>s niet in beeld.<br />

Ook was er voor het slachtoffer geen aandacht.<br />

<strong>Reclassering</strong> <strong>Nederland</strong> heeft daar een enorme beweging in<br />

gemaakt.<br />

“Als mensen uit de gevangen<strong>is</strong> komen of een voorwaardelijke<br />

straf hebben gekregen, kun je twee dingen doen: hen loslaten<br />

en kijken wat er gebeurt, of ze controleren en op de<br />

langere termijn werken aan een gedragsverandering zodat ze<br />

niet recidiveren. We zoeken als reclassering daarom een combinatie<br />

van controle en begeleiding in dat toezicht. Alles wat<br />

wij nu doen met de <strong>dader</strong>s <strong>is</strong> gericht op de eigen <strong>verantwoordelijk</strong>heid,<br />

maar ook op voorkómen dat zij opnieuw in<br />

de fout gaan. Het slachtoffer staat daarbij veel meer op het<br />

netvlies van de reclasseringswerker dan voorheen: je doet het<br />

voor de samenleving en ter voorkoming van slachtoffers,<br />

daarom ga je met <strong>dader</strong>s aan de slag. Niet als vergoelijking en<br />

niet om te pamperen. Nee, de <strong>dader</strong> wordt aangesproken op<br />

zijn gedrag en we geven hem de kans zijn gedrag te veranderen.”<br />

Zijn er consequenties als iemand zich niet aan de afspraken<br />

houdt?<br />

“Dat <strong>is</strong> ook anders dan in het verleden. Als we alles uit de<br />

kast hebben gehaald om een <strong>dader</strong> te motiveren en hij houdt<br />

zich toch niet aan de afspraken, dan rapporteren we naar het<br />

OM en zijn de consequenties voor de <strong>dader</strong>. Had je dat<br />

twintig jaar geleden als reclasseringsmedewerker gedaan, dan<br />

had je snel je biezen kunnen pakken. Nu <strong>is</strong> het gemeengoed.<br />

Het OM voert inmiddels ook meer een lik-op-stuk beleid,<br />

door een overtreding van de bijzondere voorwaarden sneller<br />

Tekst: Marielle den Breejen<br />

<strong>verantwoordelijk</strong>’<br />

Foto’s: Harro Meijnen / Blauw<br />

Ooit begon hij als reclasseringsmedewerker. Inmiddels <strong>is</strong> Sjef van<br />

Gennip al bijna acht jaar algemeen directeur van <strong>Reclassering</strong><br />

<strong>Nederland</strong>. Hij maakte de ontwikkeling van de organ<strong>is</strong>atie en de<br />

samenwerking met ketenpartners van dichtbij mee. ‘Het <strong>is</strong> van<br />

groot belang dat de politie ons informeert.’<br />

voor de rechter te brengen. Toen ik zeven jaar geleden als<br />

directeur begon, was het een veel voorkomende klacht bij de<br />

reclassering dat dit niet gebeurde. Dat <strong>is</strong> door de nieuwe wet<br />

Voorwaardelijke Sancties (zie openingsartikel, red.) inmiddels<br />

nog meer verbeterd.”<br />

Er klinken krit<strong>is</strong>che geluiden dat <strong>Reclassering</strong> <strong>Nederland</strong> te<br />

veel wordt aangestuurd door het OM, in tegenstelling tot<br />

Stichting verslavingsreclassering GGZ en het Leger des Heils.<br />

“Ik denk dat er accentverschillen zijn, maar dat alle drie de<br />

organ<strong>is</strong>aties bewegingen gemaakt hebben naar die eigen <strong>verantwoordelijk</strong>heid<br />

van de <strong>dader</strong>. We zijn de laatste jaren meer<br />

naar elkaar toe gegroeid. Wij hebben inderdaad de naam veel<br />

meer van de controle te zijn dan de andere twee partners,<br />

maar dat komt doordat zij veel sterker verbonden zijn met de<br />

zorg. Ze zijn ingebed in zorginstellingen. Wij opereren wat<br />

onafhankelijker en zijn meer gefocust op controle.”<br />

Een ander kritiekpunt <strong>is</strong> te veel controle en te weinig begeleiding.<br />

“Dat <strong>is</strong> echt een m<strong>is</strong>vatting. Het gaat ju<strong>is</strong>t om de combinatie<br />

van controle en begeleiding. Een goed evenwicht daartussen<br />

<strong>is</strong> de meest effectieve manier om iemand op het rechte pad<br />

te houden, zo blijkt uit onderzoek. Controle alleen zorgt niet<br />

voor minder recidive, begeleiding en zorg alleen ook niet.<br />

Een goede mix draagt bij aan een effectieve gedragsverandering<br />

(zie kader, red.). We zijn er trots op dat we dat in hu<strong>is</strong><br />

hebben. Vroeger deden we alleen aan hulpverlening. Ik denk<br />

dat ik in de jaren zeventig, <strong>zelf</strong>s bij ernstige delicten, adviezen<br />

heb geschreven als: ‘Alstublieft niet opsluiten, want daar<br />

worden mensen alleen maar slechter van.’ Door wetenschap-<br />

Blauw – Handhaving 7 juli 2012 – nummer 14 13<br />

>>


■ Interview<br />

pelijke studies en ervaringen uit het buitenland <strong>is</strong> langzaam<br />

die focus veranderd. Maar ook door de overtuiging dat strafbaar<br />

gedrag niet ongestraft mag blijven. Als reclassering moeten<br />

wij erop toezien dat een <strong>dader</strong> zich aan de afspraken<br />

houdt. Doet hij dat niet, dan heeft dat consequenties.”<br />

Pleit u daarmee ook voor harder straffen?<br />

“Ik pleit altijd voor stevige straffen bij ernstige delicten. Je<br />

kunt bij iemand die een kind heeft verkracht en vermoord<br />

niet zeggen dat gevangen<strong>is</strong>straf niet helpt en dat we onder<br />

toezicht maar een beetje moeten begeleiden. Dat <strong>is</strong> flauwekul.<br />

Dat daar een straf op staat, <strong>is</strong> evident. Bij ernstige delicten<br />

moet je straffen, alleen al uit het oogpunt van vergelding.<br />

Maar je moet niet de illusie hebben dat dat bijdraagt aan<br />

recidivevermindering. <strong>De</strong> beste garantie tegen recidive <strong>is</strong><br />

■ Gedragsinterventies<br />

<strong>Reclassering</strong> <strong>Nederland</strong> beschikt over tal van<br />

mogelijkheden om gedrag te beïnvloeden. In<br />

reclasseringstaal: gedragsinterventies. Jaarlijks gaat het<br />

om rond de duizend trainingen en cursussen.<br />

Gedrag <strong>is</strong> aan en af te leren. Training kan helpen gedrag te<br />

veranderen. <strong>Reclassering</strong> <strong>Nederland</strong> concentreert zich<br />

daarbij op bewezen effectieve trainingen, wetenschappelijk<br />

gefundeerd. Gericht op het verminderen van recidiver<strong>is</strong>ico’s.<br />

Een onafhankelijke erkenningscomm<strong>is</strong>sie ziet daarop toe.<br />

Gedragstrainingen kunnen onderdeel zijn van het reclasseringstoezicht<br />

en zijn op te leggen als bijzondere voorwaarde<br />

bij het vonn<strong>is</strong> of beschikking.<br />

Op een rij:<br />

- CoVa: cognitieve vaardigheden<br />

- CoVa+ voor minder begaafden of personen met<br />

leerachterstand<br />

- Woontraining<br />

- Budgetteertraining<br />

- Arbeidsvaardigheden<br />

- ART: agressietraining<br />

- Leefstijltraining voor verslaafden<br />

- Terugvalpreventie verslaafden<br />

- Hu<strong>is</strong>elijk Geweld<br />

Strengheid<br />

<strong>Reclassering</strong> <strong>Nederland</strong> stelt diagnoses en schat r<strong>is</strong>ico’s<br />

van recidive in. Dat weegt ze mee in haar adviezen aan<br />

rechters en officieren van justitie. Maar ook in de manier<br />

van begeleiden, de strengheid van het toezicht en de uitvoering<br />

van noodzakelijke (werk)straffen. Sommige <strong>dader</strong>s en<br />

verdachten zijn verslaafd of in de war. Behandeling tijdens<br />

het reclasseringstoezicht <strong>is</strong> dan noodzakelijk. In dat geval<br />

verwijst de reclassering door naar een zorginstelling of een<br />

maatschappelijke opvangorgan<strong>is</strong>atie. Snelle opvang, hulp of<br />

behandeling <strong>is</strong> gewenst om verdere schade in de samenleving<br />

of van de persoon <strong>zelf</strong>, zo veel mogelijk te beperken.<br />

Bron: reclassering.nl<br />

gedragsverandering. Als mensen zeggen: ‘We moeten straffen<br />

uit het oogpunt van vergelding’, kan ik daar geen speld tussen<br />

krijgen. Dat moet gebeuren. Maar ik kan echt boos worden<br />

als mensen zeggen dat het de samenleving veiliger<br />

maakt. Dat <strong>is</strong> onzin. Je maakt het niet veiliger door harder te<br />

straffen. Je moet door middel van controle en begeleiding -<br />

aanvullend op repressie en gevangen<strong>is</strong>straf - maatregelen<br />

inzetten die echt bijdragen aan de verandering van gedrag.<br />

Dat lukt niet bij iedereen, maar de praktijk wijst uit dat je in<br />

veel gevallen het gedrag van mensen blijvend kunt veranderen.”<br />

<strong>De</strong> staatssecretar<strong>is</strong> van Veiligheid en Justitie, Fred Teeven,<br />

kwam enkele maanden geleden met een wetsvoorstel om ernstige<br />

gewelds- en zedendelinquenten na hun behandeling of<br />

gevangen<strong>is</strong>straf permanent onder toezicht te stellen. Dat betekent<br />

een uitbreiding van het takenpakket van de reclassering.<br />

“Wij pleiten er al langer voor het toezicht te verlengen bij<br />

mensen van wie wij denken dat zij een verhoogd r<strong>is</strong>ico hebben<br />

op recidive en van wie het toezicht dreigt af te lopen.<br />

Gelukkig <strong>is</strong> de staatssecretar<strong>is</strong> gestart dat bij wet te regelen.<br />

Ik denk dat het een kwestie van tijd <strong>is</strong> voordat vrijwel iedereen<br />

die een r<strong>is</strong>ico vormt voor de samenleving een of andere<br />

vorm van toezicht krijgt. Nu komen mensen nog wel vrij<br />

zonder toezicht, begeleiding of controle. En soms gaat dat<br />

gruwelijk m<strong>is</strong>. We kennen allemaal de voorbeelden uit de<br />

media.”<br />

Wat vindt u van de maatschappelijke onrust die ontstaat als<br />

bijvoorbeeld een zedendelinquent terugkomt in de wijk?<br />

“Wij kunnen als reclassering niet de emotie in de wijk<br />

oplossen. Vooral bij zedendelinquenten <strong>is</strong> de samenwerking<br />

met de politie van enorm belang. <strong>De</strong> wijkagent kan een<br />

extra oogje in het zeil houden. Ik ben wel voorstander van<br />

open en transparant communiceren over de terugkeer van<br />

een zedendelinquent, want mensen komen het toch wel te<br />

weten. Geen geheimzinnig gedoe, zeker in deze tijd van<br />

sociale media. Als de buurt of de slachtoffers niet weten dat<br />

iemand terugkeert in de wijk, zijn ze terecht verontwaardigd.<br />

Maar naar mijn mening moet je alles op alles zetten om te<br />

voorkomen dat een zedendelinquent terugkomt in de buurt<br />

waar hij het delict gepleegd heeft. Dus van tevoren afspraken<br />

maken met de burgemeester, met de woningbouwcorporaties<br />

en met de ondertoezichtgestelde <strong>zelf</strong>. Het <strong>is</strong> in zijn belang<br />

en dat van de slachtoffers om niet terug te gaan naar waar<br />

het ooit gebeurd <strong>is</strong>. Hopelijk helpt de nieuwe wet<br />

Voorwaardelijke sancties daarbij. Want met die wet kun je<br />

deze voorwaarde in vonn<strong>is</strong> vastleggen.”<br />

Ziet u nog meer winst in de wet Voorwaardelijke sancties?<br />

“Absoluut. Nog niet alle rechters, officieren van justitie maar<br />

ook reclasseringswerkers maken optimaal gebruik van de justitiële<br />

voorwaarden, maar het gebeurt steeds meer. Voorheen<br />

legde de rechter vaak alleen een algemene voorwaarde op:<br />

14 Blauw – Handhaving 7 juli 2012 – nummer 14


‘U mag niet meer recidiveren en u niet meer schuldig maken<br />

aan enig strafbaar feit.’ Dankzij de nieuwe wet kunnen we nu<br />

als reclassering dertien verschillende bijzondere voorwaarden<br />

adv<strong>is</strong>eren. En waar vroeger een individuele reclasseringsmedewerker<br />

moest bepalen welke aanwijzingen werden opgelegd,<br />

ligt dat nu in vonn<strong>is</strong> vast. Overtreedt de ondertoezichtgestelde<br />

deze voorwaarde, dan <strong>is</strong> hij in overtreding op het vonn<strong>is</strong> in<br />

plaats van dat hij de aanwijzing van de reclasseringswerker<br />

negeert.”<br />

<strong>De</strong> politie heeft dus een (extra) handhavende en signalerende<br />

rol zodra er vrijheidsbeperkende voorwaarden zijn opgelegd.<br />

Kan de politie meer betekenen in toezicht?<br />

“<strong>De</strong> politie heeft geen formele rol in het toezicht, maar biedt<br />

wel een paar extra ogen om het toezicht nog effectiever te<br />

maken. <strong>De</strong> reclasseringsmedewerker <strong>is</strong> formeel aangewezen als<br />

toezichthouder vanuit de justitiële opdracht. Wij zoeken daarin<br />

samenwerkingspartners en daaronder valt zeker ook de<br />

wijkagent met zijn belangrijke rol op het gebied van openbare<br />

orde en veiligheid en in de verbinding met de wijk. <strong>De</strong><br />

wijkagent heeft contacten in de wijk en kan heel goed de<br />

verbindende schakel zijn tussen de reclasseringswerker en de<br />

buurt. <strong>De</strong> politie kan signaleren op bas<strong>is</strong> van surveillance of<br />

informatie uit de wijk. <strong>De</strong> politie wordt eerder gebeld dan<br />

wij. Dat de politie ons vervolgens informeert, <strong>is</strong> enorm<br />

belangrijk. Of dat bijvoorbeeld een gesprek plaatsvindt tussen<br />

de wijkagent, reclasseringswerker en de ondertoezichtgestelde.<br />

<strong>De</strong> wijkagent kan ook in overleg met de reclasseringswerker<br />

op hu<strong>is</strong>bezoek gaan om te kijken hoe het met de ondertoezichtgestelde<br />

gaat. In samenwerking met de politie en de veiligheidshuizen<br />

moet het netwerk zich sluiten, zodat de wijk<br />

ziet dat die persoon goed in de gaten wordt gehouden.”<br />

<strong>De</strong>nkt u dat de politie en reclassering elkaar in die samenwerking<br />

weten te vinden?<br />

“Ik denk dat op uitvoerend niveau veel reclasseringswerkers<br />

goed contact hebben met de wijkagenten, zeker in het zwaardere<br />

toezicht. Lastiger <strong>is</strong> om bij elke agent en elke rechercheur<br />

voor het voetlicht te brengen wat reclassering doet. Een<br />

heleboel politiemensen hebben vermoedelijk een verouderd<br />

of helemaal geen beeld van het werk van de reclassering. Op<br />

lokaal niveau overheerst bij de politie met name het idee dat<br />

de reclassering altijd een taak heeft bij ex-gedetineerden. Als<br />

zo’n gedetineerde vrijkomt, vragen die mensen zich dan ook<br />

af waar de reclassering <strong>is</strong>. Maar alleen bij mensen met een<br />

voorwaardelijke veroordeling of een voorwaardelijke invrijheidstelling<br />

houdt de reclassering toezicht en <strong>is</strong> er een convenant<br />

tussen politie en reclassering. We moeten dus continu<br />

aandacht vragen voor het werk van de reclassering. We zouden<br />

graag zien dat het werk van de reclassering aan bod komt<br />

in de politieopleiding. Daarover zijn we in gesprek met de<br />

Politieacademie. Daar valt winst te behalen. Zoals ook bij de<br />

ZSM-afhandeling. Daar zit je letterlijk met partners bij elkaar<br />

en leer je elkaar nog beter kennen.”<br />

Tegelijkertijd verloopt de informatie-uitw<strong>is</strong>seling niet altijd<br />

soepel. Er bestaat, zo bleek uit onderzoek, eerder een huivering<br />

voor. Ondanks de convenanten die er zijn. Waar gaat het fout?<br />

“Convenanten zijn goed, maar het kunnen ook papieren tijgers<br />

worden. Je moet continu benadrukken dat een samenwerkingsafspraak<br />

vastligt. Anders verwatert het, zowel binnen<br />

het korps als binnen onze organ<strong>is</strong>atie. Ik kan overigens boos<br />

worden als ik hoor dat er informatie bekend <strong>is</strong> die niet<br />

gedeeld wordt. In het belang van de veiligheid in de samenleving<br />

en het voorkomen van nieuwe slachtoffers vind ik -<br />

zeker bij ernstige delicten – sowieso de privacy van het individu<br />

ondergeschikt aan informatie-uitw<strong>is</strong>seling. Je moet elkaar<br />

optimaal informeren en liefst digitaal informatie delen, via<br />

goede informatiesystemen. <strong>De</strong> informatie-uitw<strong>is</strong>seling zal<br />

hopelijk nog verbeteren nu er een proef draait met het doelgroepensysteem<br />

Amazone. Daarbij krijgt ook de reclasseringsmedewerker<br />

een abonnement van zijn cliënt in het systeem,<br />

waarmee hij precies kan zien of deze politiecontacten<br />

heeft. Ook wordt onderzocht of de werkende voorwaarden in<br />

Amazone kunnen worden opgenomen, zodat deze voor de<br />

politie zichtbaar zijn.”<br />

U doet regelmatig pittige uitspraken in de media over bepaalde<br />

onderwerpen, bijvoorbeeld permanent toezicht bij zedendelinquenten,<br />

waar u voorstander van bent. Is dat m<strong>is</strong>schien om het<br />

imago van de reclassering als softe club te veranderen?<br />

“Absoluut niet. Ik ben gepassioneerd door dit vak. Ik ben<br />

ervan overtuigd dat we een bijdrage kunnen leveren aan een<br />

gedragsverandering van mensen, wat de samenleving leuker<br />

en veiliger maakt. Ik geloof daar in. Daarvoor hebben we ook<br />

straffen en repressie nodig, maar indien mogelijk moet dat<br />

samengaan met controle en toezicht. En als directeur van<br />

<strong>Reclassering</strong> <strong>Nederland</strong> wil ik tegelijkertijd een tegengeluid<br />

bieden, een publiek debat oproepen. We moeten de d<strong>is</strong>cussie<br />

opzoeken, uitleggen waarom we bestaan en wat dat oplevert.<br />

Daarmee doe ik ook recht aan de organ<strong>is</strong>atie. We hebben<br />

mensen in dienst die dag in dag uit met ongelooflijk moeilijke<br />

groepen bezig zijn. <strong>De</strong> dagelijkse confrontatie met heel<br />

ernstige delicten laat hen niet onberoerd, maar ze hebben<br />

toch de professionaliteit om te doen wat ze kunnen met de<br />

instrumenten die zij in hu<strong>is</strong> hebben. Dat draag ik uit, in de<br />

volle overtuiging dat wij een professionele organ<strong>is</strong>atie zijn die<br />

kan helpen de samenleving veiliger te maken en te voorkomen<br />

dat er meer slachtoffers vallen. Daar sta ik voor.” ■<br />

Marielle.den.breejen@politieacademie.nl<br />

Voor meer informatie:<br />

PKN > Operationele/Executieve ondersteuning ><br />

Executie > Justitiële voorwaarden<br />

PKN > Operationele/Executieve ondersteuning ><br />

Executie>Executie van straffen en maatregelen<br />

Blauw – Handhaving 7 juli 2012 – nummer 14 15

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!