Dode ogen (Tais Teng)

Dode ogen (Tais Teng) Dode ogen (Tais Teng)

digital.wis.edu
from digital.wis.edu More from this publisher
05.05.2013 Views

'Het is mijn fout. Men vertelde mij dat de heer Hwang-ti op dit adres woonde. Ik ging ervan uit dat u het was.' 'Nee, nee. Die woont hier niet. Werkelijk niet.' 'Bedankt voor de moeite.' De man geeft een afgemeten hoofdknikje , steekt twee vingers op. 'Het spijt me u gestoord te hebben.' Hij draait zich abrupt om en steekt de weg over naar het bruggetje bij de sluis. Arno ziet de witte stok zwiepen als zijn bezoeker de oprit van het bruggetje bereikt. Daarom wist hij dus niet dat ik de verkeerde was. Hij is blind. Wacht. Misschien belde hij bij het verkeerde nummer aan. Hoe vinden blinden een huisnummer? Tellen ze de deuren? Ik had hem moeten vragen welk nummer hij zocht. Arno stapt de stoep op. 'Meneer?' Hoe speelt die vent het klaar om zo snel te verdwijnen? Ik wendde hoogstens een paar seconden mijn blik af. Die kerel kan toch onmogelijk al aan de overkant van het bruggetje zijn? Ineens ziet hij het voor zich. De blinde man op de brug. Halverwege ontbreekt een stuk van de leuning, waarschijnlijk kapotgetrapt door een stel bezopen drankorgels. Hoe loopt een blinde man over een brug? Tien tegen één houdt hij de leuning vast. En als de leuning ineens qphoudt, smakt hij voorover! Arno stuift de straat over, buigt zich over de leuning. Pikzwart water welt onder de sluisdeuren op. Een hamburgerbakje draait en hopst in een draaikolk. Twee bierblikjes. Het water is te smerig om meer dan een paar centimeter diep te kunnen kijken. Een halve meter onder de waterspiegel kunnen wel tien drenkelingen drijven. Als Arno opkijkt, ziet hij aan het andere eind van de brug een fietser opstappen. Hij moet de blinde man op de brug gepasseerd zijn. 2;

'Meneer!' roept Arno. De fietser stopt. 'Ja?' 'Kwam u net een blinde man tegen? Op de brug?' 'Een blinde man? Nee. En ik stond net een paar minuten op de brug.' Hij gebaart naar het spierwitte motorjacht dat een meter of twintig verderop aangemeerd ligt. 'Ik zit in de scheepsbouw. Dat type kende ik nog niet.' 'Niemand passeerde u?' 'Nee, beslist niet. Ik had mijn fiets aan de hand en je ziet hoe nauw het hier is. Als iemand zich ongemerkt langs mij en mijn fiets heeft kunnen wringen, nu, dan moet het wel een allemachtig mager personage geweest zijn.' Halverwege de trap realiseert Arno zich wat voor taal de blinde man gesproken had. Chinees. Als ze bij de afhaalchinees zijn bestelling doorgeven, klinkt het precies zo. Kortaf, bijna gekef. Een taal die bedoeld is om uitgeschreeuwd te worden over wijde rijstvelden. Niet om te fluisteren. +

'Het is mijn fout. Men vertelde mij dat de heer Hwang-ti<br />

op dit adres woonde. Ik ging ervan uit dat u het was.'<br />

'Nee, nee. Die woont hier niet. Werkelijk niet.'<br />

'Bedankt voor de moeite.' De man geeft een afgemeten<br />

hoofdknikje , steekt twee vingers op. 'Het spijt me u gestoord<br />

te hebben.' Hij draait zich abrupt om en steekt de<br />

weg over naar het bruggetje bij de sluis.<br />

Arno ziet de witte stok zwiepen als zijn bezoeker de oprit<br />

van het bruggetje bereikt.<br />

Daarom wist hij dus niet dat ik de verkeerde was. Hij is<br />

blind. Wacht. Misschien belde hij bij het verkeerde nummer<br />

aan. Hoe vinden blinden een huisnummer? Tellen ze<br />

de deuren? Ik had hem moeten vragen welk nummer hij<br />

zocht.<br />

Arno stapt de stoep op. 'Meneer?'<br />

Hoe speelt die vent het klaar om zo snel te verdwijnen?<br />

Ik wendde hoogstens een paar seconden mijn blik af. Die<br />

kerel kan toch onmogelijk al aan de overkant van het bruggetje<br />

zijn?<br />

Ineens ziet hij het voor zich. De blinde man op de brug.<br />

Halverwege ontbreekt een stuk van de leuning, waarschijnlijk<br />

kapotgetrapt door een stel bezopen drankorgels. Hoe<br />

loopt een blinde man over een brug? Tien tegen één houdt<br />

hij de leuning vast. En als de leuning ineens qphoudt, smakt<br />

hij voorover!<br />

Arno stuift de straat over, buigt zich over de leuning.<br />

Pikzwart water welt onder de sluisdeuren op. Een hamburgerbakje<br />

draait en hopst in een draaikolk. Twee bierblikjes.<br />

Het water is te smerig om meer dan een paar centimeter<br />

diep te kunnen kijken. Een halve meter onder de waterspiegel<br />

kunnen wel tien drenkelingen drijven.<br />

Als Arno opkijkt, ziet hij aan het andere eind van de<br />

brug een fietser opstappen. Hij moet de blinde man op de<br />

brug gepasseerd zijn.<br />

2;

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!