Dode ogen (Tais Teng)

Dode ogen (Tais Teng) Dode ogen (Tais Teng)

digital.wis.edu
from digital.wis.edu More from this publisher
05.05.2013 Views

Arno. Hij stelt zich de jongen voor als een piepklein poppetje, een verfrommeld poppetje dat in een kerker van roze hersenweefsel gevangenzit. Ik heb je niet meer nodig, Arno. Je bent een verzinsel, een rol die ik een tijdje gespeeld heb. Het blijft hinderlijk dat hij zich nog steeds zo weinig van zijn echte verleden herinnert. Hij moet onsterfelijk zijn of zo goed als. Meer dan tweeduizend jaar komt er in ieder geval aardig bij in de buurt. Er was iets met een spiegel, peinst de keizer. De spiegel vormde op de een of andere manier de sleutel tot zijn onsterfelijkheid. Hij wrijft over zijn bovenlip: hij kan de snor, die er toch beslist moet groeien, nog steeds niet voelen. De spiegel. Een bronzen spiegel. Zijn geheugen komt terug. Het is net een reusachtig wandtapijt, dat zich maar blijft ontrollen en ontrollen. Een tapijt vol gaten en rafelige gouddraden. Het is zo overduidelijk incompleet, niet meer dan een schets van wat een geheugen zou moeten zijn. Geen onsterfelijkheid. Ik stierf. Ik stierf tientallen keren. De schok is enorm. Ik besta niet echt. Ik ben niet meer dan een geest, een flard mist. Dit lichaam is niet van mij. Ik heb het gestolen. Uiterst voorzichtig probeert hij Arno terug te vinden in zijn brein. Even voorzichtig als een soldaat die een op scherp staande landmijn opgraaft. Ja, daar. Gedachten die niet de zijne zijn. Arno lijkt nog steeds een klein poppetje, dat klopt. Maar niet machteloos. Als Arno de waarheid doorkrijgt, kan hij mij vernietigen, beseft de keizer. Hij is nog steeds eindeloos veel sterker dan ik. Ik kaatste van spiegel naar spiegel en bij elke reflectie verloor ik een deel van mijzelf. Ik ben zwak. Gruwelijk zwak. 143

Hij stopt bij het eerstvolgende café en draait een nummer. Shaun heeft de hoorn te pakken voor de telefoon goed en wel overgaat. Het heeft zijn voordelen om in de toekomst te kunnen kijken. 'Je bent terug,' zegt hij plompverloren. 'Niet echt.' De stem van de keizer klinkt te laag, te hees, denkt Shaun. Pas als zijn slaaf een lichaam een paar maanden bezit, komt de oude stemklank terug, de juiste manier van spreken. 'Arno heeft julIie leugens geloofd. Hij denkt dat hij de keizer is. Dat hij mij altijd geweest is. Maar hij kan mij nog steeds vernietigen. Als hij werkelijk wil.' 'Hoe bedoel je?' 'Stel dat hij besluit dat hij gek is geworden? Als ze hem in een inrichting opnemen, hem vol drugs spuiten? Ik heb de rest van mijzelf nodig! Al mijn herinneringen!' 'Kom naar de Tempel van de Doodloze. We kunnen je helpen.' 'Waar zit de Tempel? Mijn geheugen.' Hij stoot een vreugdeloze lach uit. 'Gatenkaas. Het enige dat ik nog weet, is dat ik bijna niets meer weet.' 'Ik zal je naar ons toe leiden. Begin gewoon te lopen. Elke weg is de juiste.' +

Arno. Hij stelt zich de jongen voor als een piepklein poppetje,<br />

een verfrommeld poppetje dat in een kerker van roze<br />

hersenweefsel gevangenzit.<br />

Ik heb je niet meer nodig, Arno. Je bent een verzinsel,<br />

een rol die ik een tijdje gespeeld heb.<br />

Het blijft hinderlijk dat hij zich nog steeds zo weinig van<br />

zijn echte verleden herinnert. Hij moet onsterfelijk zijn of<br />

zo goed als. Meer dan tweeduizend jaar komt er in ieder<br />

geval aardig bij in de buurt.<br />

Er was iets met een spiegel, peinst de keizer. De spiegel<br />

vormde op de een of andere manier de sleutel tot zijn onsterfelijkheid.<br />

Hij wrijft over zijn bovenlip: hij kan de snor, die er toch<br />

beslist moet groeien, nog steeds niet voelen.<br />

De spiegel. Een bronzen spiegel.<br />

Zijn geheugen komt terug. Het is net een reusachtig<br />

wandtapijt, dat zich maar blijft ontrollen en ontrollen. Een<br />

tapijt vol gaten en rafelige gouddraden.<br />

Het is zo overduidelijk incompleet, niet meer dan een<br />

schets van wat een geheugen zou moeten zijn.<br />

Geen onsterfelijkheid. Ik stierf. Ik stierf tientallen keren.<br />

De schok is enorm. Ik besta niet echt. Ik ben niet meer<br />

dan een geest, een flard mist. Dit lichaam is niet van mij. Ik<br />

heb het gestolen.<br />

Uiterst voorzichtig probeert hij Arno terug te vinden in<br />

zijn brein. Even voorzichtig als een soldaat die een op<br />

scherp staande landmijn opgraaft. Ja, daar. Gedachten die<br />

niet de zijne zijn. Arno lijkt nog steeds een klein poppetje,<br />

dat klopt. Maar niet machteloos.<br />

Als Arno de waarheid doorkrijgt, kan hij mij vernietigen,<br />

beseft de keizer. Hij is nog steeds eindeloos veel sterker<br />

dan ik. Ik kaatste van spiegel naar spiegel en bij elke<br />

reflectie verloor ik een deel van mijzelf. Ik ben zwak. Gruwelijk<br />

zwak.<br />

143

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!