Dode ogen (Tais Teng)

Dode ogen (Tais Teng) Dode ogen (Tais Teng)

digital.wis.edu
from digital.wis.edu More from this publisher
05.05.2013 Views

'Laat je vriend de kaart naar mijn troon brengen.' De andere man trekt wit weg en begint te sidderen. De hovelingen fluisteren achter hun waaiers. Uit de hoeken van de zaal klinkt onderdrukt gegiechel, gesnuif. gezel. Ching K'o plukt de koker uit de handen van zijn met­ 'Mijn vriend is een eenvoudige man van het Noordvolk en hij heeft de Zoon van de hemel nooit in levenden lijve aanschouwd. Daarom staat hij nu op zijn benen te trillen van angst. Ik hoop dat Uwe Majesteit hem kan vergeven en mij toestaat om de kaart te ontrollen?' 'Breng de kaart, eerbiedwaardige Ching K'o.' Ching K'o ontrolt de kaart met een sierlijke zwaai. Met zijn andere hand vangt hij de giftige dolk op, die in de kaart verborgen zat. Ondanks de jaren van drinkgelagen en zestig-gangendi­ ners blijft de keizer een krijger, met de reflexen van een krijger. Hij werpt zich achteruit zodra de dolk in zijn rich­ ting schiet. Ching K'o heeft de mouw van zijn staatsiekleed al vast: de vlijmscherpe dolk jaapt door de stof. Een ruk, het gieren van knappende draden en de keizer tuimelt van zijn troon. Ching K'o wappert verbluft met de lege mouw, stoot een schorre strijdkreet uit en werpt zich op de keizer. Met een zacht gejank van ontzetting rolt de keizer zich opzij: opnieu' mist de dolk hem. Mijn zwaard! denkt hij. Behalve hij en Ching K'o is nie­ mand gewapend. En het zwaard is scherp genoeg om een haar overlangs te splijten. Je bent dood, dichter! Een povere dolk tegen een twaalf­ voudig gesmeed slagzwaard. Ik hak je je vingers één voor één af. Ik spijker je oren an de moerbeiboom en voer je tong aan de tempelhonden! Hij rukt aan het gevest van zijn zwaard en ziet Ching K' 0' s hoofd al bijna over de vloer rollen. 103

o nee! Zijn zwaard is naar voren gezwaaid en hangt voor zijn buik! Geen menselijke arm is lang genoeg om dat onzinnig lange lemmet onder deze hoek uit de schede te trekken. Hij duikt achter een zuil weg. Ching K' 0 volgt hem. Ze cirkelen van zuil tot zuil, springend en duikend. Het is een kinderspelle* uit een nachtmerrie: een dodelijk boompje verwisselen. 'Doe iets!' brult de keizer. 'Dood hem!' Als aardewerlcen beelden blijven de hovelingen staan. Niemand doet de minste poging om hem te hulp te komen. 'Roep mijn lijfwachten!' Geen van zijn onderdanen verroert zich. Ze willen dat ik sterf. Ze haten me. Moet je die begerige glitterogen zien. Tot twee keer toe weert hij een dolksteek af met in elkaar gehaakte vingers, een truc die een veteraan hem geleerd heeft. Maar het blijft een truc. Ching K'o is een te bedreven vechter om er een derde keer in te trappen. 'Bij de baardharen van Lao Tse!' Het is een hoog piepgeluidje, de strijdkreet van een getergde marmot. 'Wat?' Ching K'o wervelt om zijn as. Het medicijnkoffertje van Hsia, de tengere hofarts, raakt hem recht onder de kin. Hsia danst rond, zijn ogen rollen, spuug spat van zijn dunne lippen. 'Slager! Demon uit de diepste heIl' Ditmaal bonkt zijn koffertje, vol loodzware aardewerken medicijnkruiken en gezegende amuletten, Ching K' 0 tegen de knieschijf. 'Slinger uw zwaard over uw schouderl' roept de arts. Maar natuurlijk! denkt de keizer. Het lemmet glipt uit de schede, anderhalve meter gewet staal. Het sissen van ijzer over ivoor klinkt gretig. Een geluid dat de dood al in zich draagt.

o nee! Zijn zwaard is naar voren gezwaaid en hangt<br />

voor zijn buik! Geen menselijke arm is lang genoeg om dat<br />

onzinnig lange lemmet onder deze hoek uit de schede te<br />

trekken.<br />

Hij duikt achter een zuil weg. Ching K' 0 volgt hem.<br />

Ze cirkelen van zuil tot zuil, springend en duikend.<br />

Het is een kinderspelle* uit een nachtmerrie: een dodelijk<br />

boompje verwisselen.<br />

'Doe iets!' brult de keizer. 'Dood hem!'<br />

Als aardewerlcen beelden blijven de hovelingen staan.<br />

Niemand doet de minste poging om hem te hulp te komen.<br />

'Roep mijn lijfwachten!'<br />

Geen van zijn onderdanen verroert zich.<br />

Ze willen dat ik sterf. Ze haten me. Moet je die begerige<br />

glitter<strong>ogen</strong> zien.<br />

Tot twee keer toe weert hij een dolksteek af met in elkaar<br />

gehaakte vingers, een truc die een veteraan hem geleerd<br />

heeft. Maar het blijft een truc. Ching K'o is een te<br />

bedreven vechter om er een derde keer in te trappen.<br />

'Bij de baardharen van Lao Tse!' Het is een hoog piepgeluidje,<br />

de strijdkreet van een getergde marmot.<br />

'Wat?' Ching K'o wervelt om zijn as. Het medicijnkoffertje<br />

van Hsia, de tengere hofarts, raakt hem recht onder<br />

de kin.<br />

Hsia danst rond, zijn <strong>ogen</strong> rollen, spuug spat van zijn<br />

dunne lippen. 'Slager! Demon uit de diepste heIl' Ditmaal<br />

bonkt zijn koffertje, vol loodzware aardewerken medicijnkruiken<br />

en gezegende amuletten, Ching K' 0 tegen de knieschijf.<br />

'Slinger uw zwaard over uw schouderl' roept de arts.<br />

Maar natuurlijk! denkt de keizer. Het lemmet glipt uit de<br />

schede, anderhalve meter gewet staal. Het sissen van ijzer<br />

over ivoor klinkt gretig. Een geluid dat de dood al in zich<br />

draagt.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!