Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl Download deel 2 - Textualscholarship.nl

textualscholarship.nl
from textualscholarship.nl More from this publisher
05.05.2013 Views

1 37-1 3 8 Scripsi ad diem – Octobris MDCCCXLI: Opgesteld de – oktober i 84i. 140 De constructie van het latijn is immers innig Ciceroniaansch: het proza van de Romeinse schrijver en redenaar Marcus Tullius Cicero (i06- 43 v. Chr.) gold als stilistisch toonaangevend. De typering heeft vooral betrekking op de ingesloten antecedentconstructie `quas dabit lectiones' en mogelijk ook op het woordgebruik. I S4 lexica: woordenboeken. 177 Solitis conditionibus: Op de gebruikelijke voorwaarden. 178 Cupiunt moet een conjunctivus ij.i: een conjunctivus (aanvoegende wijs) zou de formulering iets minder stellig maken: die zouden willen volgen. 181-18z Daar lag, voor dat hij 't kon beletten,/'t Gewigtig document in twee: citaat niet gevonden. 200 schrikvogek letterlijk: dode vogel als vogelverschrikker. 204 Ex ungue leonem: aan zijn klauw [herkent men] de leeuw. Vergelijk: `Leonem ex unguibus aestimare' (Een leeuw door zijn klauwen kennen), citaat uit Erasmus, Adagia, 8 34, door latere schrijvers in verschillende varianten overgenomen. 206-207 wanneer er Instituten- of Pandectenlol dal Win: studenten rechten moesten grote delen van het Corpus luns Civilis (voltooid: 5 34) bestuderen: een verzameling wetten, rechtsbeginselen en praktijkvoorbeelden uit de Romeinse rechtsgeleerde literatuur, samengesteld op initiatief van keizer Justinianus. De Instituten en Pandecten (of Digesters) vormen belangrijke bestanddelen van het Corpus Iuris Civilis. De Instituten (S 3 3) geven een overzicht van de eerste beginselen van het Romeins recht en vormden verplichte stof voor het kandidaatsexamen rechten. De colleges over de Pandecten (5 3 3), een uitgebreide en systematische compilatie van overwegend privaatrechtelijke adviezen en uitspraken van klassieke Romeinse rechtsgeleerden, waren verplicht voor het doctoraalexamen rechten. 210 trekt [...] af leidt [...] af. 213 tres faciunt collegium: ego, to et Deus: drie (personen) vormen een college: ik, jij en God. Het eerste deel van deze passage is ontleend aan de Pandecten (of Digesten) L, xvi, 85 van Justinianus. (Corpus luns Civilis, ed. Mommsen, dl. r: Digesta, p. s6o) 5 SO ANNOTATIES: DE STUDENTEN EN HUN BIJLOOP

ZZZ Ornatissime, quaenam fuerunt ultima: Zeer geachte heer, waar waren we gebleven. z25 Beene slib pleegt te vangen: succes pleegt te hebben. 227 opgewektheid: lust. 228 formuliervraag: in vaste vorm gebrachte vraag. 229 jaloersch van: prat op. 2 3 6 godspenning hier: fooi. 24 1 gehakt heeft: in zijn zak gestoken heeft. Zfo bij voorraad. bij voorbaat, alvast. 2 51 de Verzamelaar: Jacobus Quad; verwijzing naar Typen vii, waar hij samen met zijn broer Chris optreedt als verzamelaar van handschriften, munten en penningen. 5óI DE PRAETOR

ZZZ Ornatissime, quaenam fuerunt ultima: Zeer geachte heer, waar waren we gebleven.<br />

z25 Beene slib pleegt te vangen: succes pleegt te hebben.<br />

227 opgewektheid: lust.<br />

228 formuliervraag: in vaste vorm gebrachte vraag.<br />

229 jaloersch van: prat op.<br />

2 3 6 godspenning hier: fooi.<br />

24 1<br />

gehakt heeft: in zijn zak gestoken heeft.<br />

Zfo bij voorraad. bij voorbaat, alvast.<br />

2 51 de Verzamelaar: Jacobus Quad; verwijzing naar Typen vii, waar hij samen met<br />

zijn broer Chris optreedt als verzamelaar van handschriften, munten en penningen.<br />

5óI DE PRAETOR

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!