Download deel 2 - Textualscholarship.nl
Download deel 2 - Textualscholarship.nl Download deel 2 - Textualscholarship.nl
Jean de La Fontaine (i62í-16 95 ), Molière (162 2-1 673), Nicolas Boileau-Despréaux (16 3 6-1 7 1 z) en Jean Racine (1639-1699). 212 Schiller: Johann Christoph Friedrich von Schiller (í 7S9-r 8o5), een van de grootste klassieke Duitse (toneel)schrijvers. 215-219 Degroote Shakespeare is onsterfelijk...Elirabeths roemvol hof tijdens de regeringsperiode van Elisabeth r (r 5 3 3-1 60 3 ; koningin vanaf r 55 8) beleefde Engeland een periode van culturele bloei, waaraan de Engelse dichter en toneelschrijver William Shakespeare 05 een belangrijk aandeel had. 224opettelijk.• nadrukkelijk. 227 humane: fijn beschaafde. 244/272 tarnde: tornde. 245 /273 het ronde lapje, dat mij op den schouder was genaaid: mogelijk verwijst Klikspaan naar het narrenkostuum, een felgekleurd pak waarop lapjes stof van verschillende kleur zijn genaaid. (Hohenemser, Pulcinella, Harlekin, Hanswurst, p. S 5-60) Misschien ook doelt hij op het studentikoze gebruik zich te tooien met de kleur van de faculteit waaraan men studeerde. Voor rechtenstudenten (van wie Kneppelhout/Klikspaan er één was) was rood de faculteitskleur. (De Vrankrijker, Vier eeuwen Nederlandsch studentenleven, p. 21 3 -2I 5) 245 /273 lag: legde. 246/274 wapenbord: een afbeelding hiervan op de titelpagina van De studenten en hun bijloop. ^47/27s ^47/27s ^47/z7s pennebek.• eigenlijk gezegd van veren pennen: het puntige onderdeel waarin de inkt wordt opgenomen. veld: vlak van het wapenschild waarop de figuren of stukken staan afgebeeld. helm: afbeelding, meestal van een ridderhelm, boven het wapenschild. 247-248/ getralied: opgesmukt. 275-276 248/27 6 helmteeken: boven op de helm geplaatste figuur, kenmerkend voor de desbetreffende familie. 5Sg ANNOTATIES: DE STUDENTEN EN HUN BIJLOOP
249/277 zsz/z4S 252-2S3/ 245 —246 ZS43247 iAapós ovx ïílaos• [hilaros oug hilaos]: vrolijk, niet genadig. gallomanen: overdreven bewonderaars van al wat Frans is. aanbidders van de buitensporigheden der romantische schook in `Mijn zwarte tijd. Eene herinnering uit mijn akademieleven' (1844) beschreef Kneppelhout de uitwerking van met name de Franse romantiek op een selecte groep Leidse studenten. Er was een overmaat aan gevoel en verbeelding; hijzelf en zijn vrienden werden beheerst door gevoelens van diepe wanhoop en –denkbeeldig – ongeluk: `Het was dichten zonder eind; het was droomen, het was dweepen; het was aan eene ziekelijke, ijlhoofdige, overprikkelde verbeelding toegeven [...]. Wat er al niet schuilt onder het luchtige studentenmutsje!' (Kneppelhout, `Mijn zwarte tijd', p. 163) poëten-club: Poëtenclub of Dichterclub was de gebruikelijke aanduiding voor de leden van de Rederijkerskamer. Vreemd is dan wel dat Klikspaan twee maal vermeldt dat Quem Nosti en Totus Tuus lid van de Rederijkerskamer zijn (zie ook r. 252/245)• 2 S7 -2 5 8/ den Student buiten de Academiestad: verwijzing naar de titel van de tiende afleve- Z S o-z S I ring van Typen. 260/2 5 3 langwijliger: langdradiger. 26 3 /2 5 6 knipbries: of knijpbriefjes: briefjes die zo zijn toegevouwen dat er twee tippen uitsteken, dienend als spoedbericht. 26 5 /2 5 8 i-1Uodansdag.• woensdag. 268/262 don Juan: prototype van de vrouwenjager, naar de held van een Spaans verhaal uit de veertiende eeuw. 275 /269 Tuissimus: In de hoogste mate de uwe. 277-280/ Quem Nosti brengt hier de in dien tijd boo beruchte tinsnede te pas...waarmede het legiti- 278-28 I mistisch dagblad la Mode zich tot vervelens toe vrolijk maakte: waarschijnlijk doelt Klikspaan op het weekblad La Mode. Album des salons (opgericht 1829). Aanvankelijk was het blad vooral gericht op de beau monde; het berichtte over de laatste mode, nieuwtjes uit hofkringen, festiviteiten en culturele evenementen. Toen het eigendom werd van een aanhanger van het oude koningshuis, maakte deze het tot een van de meest geruchtmakende en kritische organen van de legitimisten. De bedoelde formule (r. 271/26 5 ) niet gevonden. 5S9 WUFTHEID
- Page 517 and 518: 280 heloten: slaven. 283 Willem Zan
- Page 519 and 520: 443-444 De poorten van de middeleeu
- Page 521 and 522: 613-615 want, .orak gisteren de mee
- Page 523 and 524: 77 1 -773 de Student staat oowel bu
- Page 525 and 526: 9 29 944 944 uitnemendst zeer uitne
- Page 527 and 528: 4.4.16 BESLUIT MOTTO Here's a sigh
- Page 529 and 530: 14. Illustratie uit L'Industriel me
- Page 531 and 532: 107 -1 40 Tegen den tijd, dat de le
- Page 533 and 534: z33-245 248-249/ 263-284 286-z93 z9
- Page 535 and 536: Opheldering toe: `De billijkheid vo
- Page 537 and 538: 527 136. Sociëteit Minerva in de B
- Page 539 and 540: 573 573 S77-S7g .82 Materies Medica
- Page 541 and 542: 622 peuluw: hoofdkussen. 62 3 Steep
- Page 543 and 544: egels wijken enigszins af; de versi
- Page 545 and 546: 872-8 80 885-886 89°-g9S V neb ent
- Page 547 and 548: 5 3 7 .• • Ion. FREDIOSEPIL FLA
- Page 549 and 550: 1042-1 140 anonieme auteur citeerde
- Page 551 and 552: ten van hen zal maken. Het maakte n
- Page 553 and 554: 1357-1358 Le premier sentiment dont
- Page 555 and 556: 4. 5 Annotaties De studenten en hun
- Page 557 and 558: s I 52 rem cum parentibus communica
- Page 559 and 560: so pro forma: voor de vorm. 18 9 de
- Page 561 and 562: 4.5.2 I. DE WAFELMEID MOTTO Voor mi
- Page 563 and 564: z 82o vele kramen met dezelfde naam
- Page 565 and 566: Franse tekst als vanuit de vertalin
- Page 567: 191 1 94 199-200 kwam zijn vijand,
- Page 571 and 572: 332-334/ Qui donne un bijou,/Au moi
- Page 573 and 574: 446-447/ ter Gou [...] Egmond-buite
- Page 575 and 576: 565/585 le Cardinal Pouf een nog st
- Page 577 and 578: X06/ 743-744 719-7z4/ 759-74 73z-73
- Page 579 and 580: 569 WUFTHEID Was dan de rijkswrong,
- Page 581 and 582: 843/ 917-918 915992 917/994 917/994
- Page 583 and 584: onbekend). Het stuk werd genoemd in
- Page 585 and 586: 116o/ Collegium supremum Collegium
- Page 587 and 588: 4.5.4 III. DE PRAETOR VOORAF Deze a
- Page 589 and 590: 77 Reliqua, auditores humanissimi!
- Page 591 and 592: ZZZ Ornatissime, quaenam fuerunt ul
- Page 593 and 594: S8-S9 spoelhond, welke naam van het
- Page 595 and 596: 4•5•6 OPHELDERINGEN 2-58 Men di
- Page 597 and 598: 172-I99 2o6-2i2/ 216-248 4 te stell
- Page 599: S 589 Tekstverantwoording
- Page 602 and 603: 3 I I staat: staat. (staat: D2-D4)
- Page 604 and 605: S94 467 ergens/ergers er er D Z 3 4
- Page 606 and 607: 82I laisse laisses II à a 9 ^ ^ 9
- Page 608 and 609: 5.2.2 KOPPELTEKENS STUDENTENLEVEN V
- Page 611: 6 Geraadpleegde bronnen hoi
- Page 614 and 615: Gemeentearchief Nijmegen BR BS Geme
- Page 616 and 617: Album scholasticum academiae Lugdun
249/277<br />
zsz/z4S<br />
252-2S3/<br />
245 —246<br />
ZS43247<br />
iAapós ovx ïílaos• [hilaros oug hilaos]: vrolijk, niet genadig.<br />
gallomanen: overdreven bewonderaars van al wat Frans is.<br />
aanbidders van de buitensporigheden der romantische schook in `Mijn zwarte tijd. Eene<br />
herinnering uit mijn akademieleven' (1844) beschreef Kneppelhout de uitwerking<br />
van met name de Franse romantiek op een selecte groep Leidse studenten.<br />
Er was een overmaat aan gevoel en verbeelding; hijzelf en zijn vrienden<br />
werden beheerst door gevoelens van diepe wanhoop en –denkbeeldig – ongeluk:<br />
`Het was dichten zonder eind; het was droomen, het was dweepen; het was<br />
aan eene ziekelijke, ijlhoofdige, overprikkelde verbeelding toegeven [...]. Wat er<br />
al niet schuilt onder het luchtige studentenmutsje!' (Kneppelhout, `Mijn zwarte<br />
tijd', p. 163)<br />
poëten-club: Poëtenclub of Dichterclub was de gebruikelijke aanduiding voor de<br />
leden van de Rederijkerskamer. Vreemd is dan wel dat Klikspaan twee maal<br />
vermeldt dat Quem Nosti en Totus Tuus lid van de Rederijkerskamer zijn (zie<br />
ook r. 252/245)•<br />
2 S7 -2 5 8/ den Student buiten de Academiestad: verwijzing naar de titel van de tiende afleve-<br />
Z S o-z S I ring van Typen.<br />
260/2 5 3 langwijliger: langdradiger.<br />
26 3 /2 5 6 knipbries: of knijpbriefjes: briefjes die zo zijn toegevouwen dat er twee tippen<br />
uitsteken, dienend als spoedbericht.<br />
26 5 /2 5 8 i-1Uodansdag.• woensdag.<br />
268/262 don Juan: prototype van de vrouwenjager, naar de held van een Spaans verhaal<br />
uit de veertiende eeuw.<br />
275 /269 Tuissimus: In de hoogste mate de uwe.<br />
277-280/ Quem Nosti brengt hier de in dien tijd boo beruchte tinsnede te pas...waarmede het legiti-<br />
278-28 I mistisch dagblad la Mode zich tot vervelens toe vrolijk maakte: waarschij<strong>nl</strong>ijk doelt<br />
Klikspaan op het weekblad La Mode. Album des salons (opgericht 1829). Aanvankelijk<br />
was het blad vooral gericht op de beau monde; het berichtte over de<br />
laatste mode, nieuwtjes uit hofkringen, festiviteiten en culturele evenementen.<br />
Toen het eigendom werd van een aanhanger van het oude koningshuis, maakte<br />
deze het tot een van de meest geruchtmakende en kritische organen van de<br />
legitimisten. De bedoelde formule (r. 271/26 5 ) niet gevonden.<br />
5S9<br />
WUFTHEID