Download deel 2 - Textualscholarship.nl
Download deel 2 - Textualscholarship.nl Download deel 2 - Textualscholarship.nl
374-375 het lediggaan, dat oorkussen des duivels: vergelijk `lediggang is des duivels oorkussen': nietsdoen is de oorzaak van allerlei kwaad. 37 8 uitspanning: ontspanning. 38o het Lootje: niet gevonden; waarschijnlijk een Leidse kroeg. 3 86- 3 8 9 de Pieterskerk [...] naar eene dierinrigtingen, Benige bladden vroeger...bij.ctoomfabrieken vergeleken...tot afgeleefde grijsaards worden afgewonden: verwijzing naar bordelen, die destijds waren gevestigd in de buurt rond de Pieterskerk. (Otgaar en Van Schaik, `Bordeelhoud(st)ers in Leiden i 8 5 3 -I 87S', p. 5 5). De vergelijking waarnaar Klikspaan verwijst, is te vinden in Leven xi, 32-34. 392 393-414 414 423 423 423-424 434 435 438 bokken: hoeren. Wjgelooven niet meer aan spoken...de zware aarde der zonde van zich af te wentelen: citaat uit 't Was maar een speelman (184o) van H.C. Andersen, dl. r, p. 182-183. (Ophelderingen, i 276) betrekkingen: namelijk met haar klanten. doorbrengende: verkwistende. slordigheid: onzedelijkheid. peuluw: hoofdkussen. schoeit zich welgevallig op de leest [van]: vormt zich met genoegen naar het voorbeeld van. gemeen[s]: gepeupel. Dat heet hij menschenkennis opdoen: verwijzing naar het gedicht De student' uit de Studenten Almanak voor 1836, p. 178-182. De strofe waarnaar wordt verwezen luidt: `Nu doet hij menschenkennis op!/Bij dagen en bij nacht,/Tot dat hij dronken wordt naar huis/ Of in 't cachot gebragt.' (p. i 8o) 44 1 bij de el en het kadetje: niet als uitdrukking aangetroffen. `bij de el' betekent: in groten getale; mogelijk speelt in 'bij...het kadetje' de uitdrukking `broodschrijver' mie. 442 eervergeten te schenden: zie Ophelderingen, 1278-1290 en de daarbij behorende annotatie. 5o8 ANNOTATIES: STUDENTENLEVEN
443-444 De poorten van de middeleeuwsche gevangenis worden voor het dwanggeld opengegrendeld: met de `middeleeuwsche gevangenis' wordt Leiden bedoeld. De stadspoorten werden, afhankelijk van de tijd van het jaar, 's avonds tussen zes en tien uur gesloten; 's ochtends gingen ze dan tussen kwart over drie en kwart over zes weer open. Wilde men de stad uit wanneer de poorten gesloten waren, dan moest er poortgeld worden betaald. (Studenten Almanak voor 143, p. 42) 446 uitgewaakte: met sporen van uitputting door langdurig waken. 446-447 's Gravenhaagschen weg: de Witte Poort, in het westen van Leiden, bood aansluiting op de straatweg naar Den Haag. 44 8 Kalvermarkt: de Haagse bordelen waren destijds vooral geconcentreerd in het Spuikwartier aan de Kalvermarkt en in de straten en stegen die daarop uitkwamen. (Stokvis, De wording van modern Den Haag, p. 194) 4S4 4S4 tricot: nauwsluitend pak van vleeskleurige dunne stof. de naaktegodes der waarheid: verwijzing naar `nuda Verftas', de naakte Waarheid, in Horatius, Carmina r, xxiv, 7. 462 aangetogen: aangekleed. 469 flavonr: kenmerkende, fijne hoedanigheid. 474 heemraden: leden van een dijk- of polderbestuur. 47S bombaars: mannetjesbaars. 476-477 uitgeleerde: die alles al ervaren of meegemaakt hadden. 477 hommen: klieren met teelvocht, beschouwd als lekkernij. 5 01 schaarsch ruggemerg: destijds meende men dat veelvuldig onaneren leidde tot een tekort aan ruggenmergsvocht. 5 0 3 tevredene: berustende. si s mollig: op een zachte, weke manier. 5 12 Perle avant de tomber, et fange après sa chide: Parel vóór het vallen, en modder na haar val. Citaat uit Les chants du crépuscule xiv (1835) van Victor Hugo. (Hugo, Oeuvres complètes, Poésie dl. r, p. 732; Ophelderingen, 1292) 509 OMGANG
- Page 467 and 468: 0 128. Leidse Schouwburg
- Page 469 and 470: 5 8 bovenlanders: buitenlui. S9 zet
- Page 471 and 472: 93-102 daar fitten een paarjonge, s
- Page 473 and 474: • , ^ l iY l iY 1^ (^ 1% C. ^'
- Page 475 and 476: z s7 hoog: donker. ass eigenaardigh
- Page 477 and 478: 25 f ,Johanna rr, koningin van Nape
- Page 479 and 480: 273-276 daar Langendyk, Bilderdyk,
- Page 481 and 482: 293 93 polichinellen: Jan Klaassens
- Page 483 and 484: 3 3 3 35 qui ne lui va pas: die hem
- Page 485 and 486: 434-435 436-437 genomen van het ton
- Page 487 and 488: 472-481 Het was voor hem eene binne
- Page 489 and 490: 524 527 530 531 531 53 1 -5 32 532
- Page 491 and 492: I mei voor f 8zo per jaar te verhur
- Page 493 and 494: 632 633 634 636 643-644 647 649 650
- Page 495 and 496: gen, stond slechts een beperkt aant
- Page 497 and 498: waren zij verplicht twee kwartjes t
- Page 499 and 500: I 7 alleraangenaamst over verschill
- Page 501 and 502: I18 galvanische proeven: verwijzing
- Page 503 and 504: 2 5 1 no nopens: met betrekking r k
- Page 505 and 506: 439 441 442 445-446 451 45 456 458-
- Page 507 and 508: 173-174 noemde hij de hoogleraren `
- Page 509 and 510: 3^ , Met de sjees de academie verla
- Page 511 and 512: 717 male agere et laetari: kwaad do
- Page 513 and 514: g36-g37 I SG I). Luzac was sinds 18
- Page 515 and 516: daartoe, vermomd als Bertram (een v
- Page 517: 280 heloten: slaven. 283 Willem Zan
- Page 521 and 522: 613-615 want, .orak gisteren de mee
- Page 523 and 524: 77 1 -773 de Student staat oowel bu
- Page 525 and 526: 9 29 944 944 uitnemendst zeer uitne
- Page 527 and 528: 4.4.16 BESLUIT MOTTO Here's a sigh
- Page 529 and 530: 14. Illustratie uit L'Industriel me
- Page 531 and 532: 107 -1 40 Tegen den tijd, dat de le
- Page 533 and 534: z33-245 248-249/ 263-284 286-z93 z9
- Page 535 and 536: Opheldering toe: `De billijkheid vo
- Page 537 and 538: 527 136. Sociëteit Minerva in de B
- Page 539 and 540: 573 573 S77-S7g .82 Materies Medica
- Page 541 and 542: 622 peuluw: hoofdkussen. 62 3 Steep
- Page 543 and 544: egels wijken enigszins af; de versi
- Page 545 and 546: 872-8 80 885-886 89°-g9S V neb ent
- Page 547 and 548: 5 3 7 .• • Ion. FREDIOSEPIL FLA
- Page 549 and 550: 1042-1 140 anonieme auteur citeerde
- Page 551 and 552: ten van hen zal maken. Het maakte n
- Page 553 and 554: 1357-1358 Le premier sentiment dont
- Page 555 and 556: 4. 5 Annotaties De studenten en hun
- Page 557 and 558: s I 52 rem cum parentibus communica
- Page 559 and 560: so pro forma: voor de vorm. 18 9 de
- Page 561 and 562: 4.5.2 I. DE WAFELMEID MOTTO Voor mi
- Page 563 and 564: z 82o vele kramen met dezelfde naam
- Page 565 and 566: Franse tekst als vanuit de vertalin
- Page 567 and 568: 191 1 94 199-200 kwam zijn vijand,
374-375 het lediggaan, dat oorkussen des duivels: vergelijk `lediggang is des duivels oorkussen':<br />
nietsdoen is de oorzaak van allerlei kwaad.<br />
37 8 uitspanning: ontspanning.<br />
38o het Lootje: niet gevonden; waarschij<strong>nl</strong>ijk een Leidse kroeg.<br />
3 86- 3 8 9 de Pieterskerk [...] naar eene dierinrigtingen, Benige bladden vroeger...bij.ctoomfabrieken<br />
vergeleken...tot afgeleefde grijsaards worden afgewonden: verwijzing naar bordelen, die<br />
destijds waren gevestigd in de buurt rond de Pieterskerk. (Otgaar en Van<br />
Schaik, `Bor<strong>deel</strong>houd(st)ers in Leiden i 8 5 3 -I 87S', p. 5 5). De vergelijking waarnaar<br />
Klikspaan verwijst, is te vinden in Leven xi, 32-34.<br />
392<br />
393-414<br />
414<br />
423<br />
423<br />
423-424<br />
434<br />
435<br />
438<br />
bokken: hoeren.<br />
Wjgelooven niet meer aan spoken...de zware aarde der zonde van zich af te wentelen: citaat<br />
uit 't Was maar een speelman (184o) van H.C. Andersen, dl. r, p. 182-183.<br />
(Ophelderingen, i 276)<br />
betrekkingen: namelijk met haar klanten.<br />
doorbrengende: verkwistende.<br />
slordigheid: onzedelijkheid.<br />
peuluw: hoofdkussen.<br />
schoeit zich welgevallig op de leest [van]: vormt zich met genoegen naar het voorbeeld<br />
van.<br />
gemeen[s]: gepeupel.<br />
Dat heet hij menschenkennis opdoen: verwijzing naar het gedicht De student' uit de<br />
Studenten Almanak voor 1836, p. 178-182. De strofe waarnaar wordt verwezen<br />
luidt: `Nu doet hij menschenkennis op!/Bij dagen en bij nacht,/Tot dat hij dronken<br />
wordt naar huis/ Of in 't cachot gebragt.' (p. i 8o)<br />
44 1 bij de el en het kadetje: niet als uitdrukking aangetroffen. `bij de el' betekent: in<br />
groten getale; mogelijk speelt in 'bij...het kadetje' de uitdrukking `broodschrijver'<br />
mie.<br />
442 eervergeten te schenden: zie Ophelderingen, 1278-1290 en de daarbij behorende<br />
annotatie.<br />
5o8 ANNOTATIES: STUDENTENLEVEN