Download deel 2 - Textualscholarship.nl
Download deel 2 - Textualscholarship.nl Download deel 2 - Textualscholarship.nl
274- 275 van Hemert: Cornelis Karel van Hemert (jaartallen onbekend) schreef vooral familiedrama's. Zijn toneelstuk Ontrouw uit eerzucht, en vertwijfeling 0[842) werd door De Spektator van tooneel, koncerten en tentoonstellingen zeer kritisch besproken: de `charakterschildering der handelende personen' was volgens de recensent `ongetrouw [...] aan de Natuur' en `de situatiën' achtte hij `niet belangrijk genoeg 1...1 om Benige aandoening van medelijden bij ons gaande te maken'. (Dl. 2 (184 3), p. 97-I08; de citaten op p. 105) 275 Alex van lay: Carel Alexander van Ray (178o-1842) vertaalde en bewerkte talloze toneelstukken en schreef daarnaast nog enkele oorspronkelijke blijspelen en vaudevilles. Bij het grote publiek waren zijn stukken zeer populair, maar De Spectator van tooneel, concerten en tentoonstellingen noemde zijn stukken smalend die `lieve "Alex van Raaytjes", overvloeijende van platheid, gemeene uitdrukkingen en meer Fransch dan Hollandsch bevattende.' (Dl. z (i 843) p. 141) 275 Gravé: Johannes Hendricus Gravé (1780-I 84r) was behalve acteur in het gezelschap van Hoedt en Bingley ook de vertaler, bewerker en auteur van een groot aantal vaudevilles en blijspelen. (Gillhoff, The _Royal Dutch Theatre at The Hague, p. r r o) 275 Mienikus: Claas Johannes Mienikus (1811-1884) was als vaste vertaler verbonden aan de Amsterdamse Salon des Variétés. Op 18 oktober 1841 werd in de Leidse schouwburg zijn toneelstuk De kapitein van de ruiterwacht opgevoerd, een navolging uit het Frans. (Worp, Geschiedenis van het drama en van het tooneel, p. 388; De Spektator, dl. 3 (1844), p. ion) 275-276 lappers, ten Olymp verheven: knoeiers, die als goden vereerd worden. 28 r den engelenbak: voor toneelspelers was de waardering van het publiek van de engelenbak, de goedkoopste schouwburgrang, van het grootste belang. Het was bijvoorbeeld de gewoonte dat een nieuw acteur drie maal optrad in voorname rollen; juichte het publiek hem toe, dan was hij aangenomen, werd hij uitgefloten, dan kreeg hij geen engagement. Een stuk dat werd uitgejouwd, was gevallen. In het luidruchtig kenbaar maken van zijn goed- of afkeuring speelde de engelenbak een hoofdrol; vandaar dat directie en spelers er veel aan gele-gen dat deel van hun publiek tevreden te stellen. (Van Waveren, P T Helvetius van den Bergh, p. i9-2i; [Potgieter], `De Neven. Blijspel, in vier bedrijven', p. 258) 282 Dat „ij. het werkelijk deden: namelijk nadenken over de `vaderlandsche tooneelpoëzij' (r. 278-279)• 286 inonderheid.• met name. 470ANNOTATIES: STUDENTENLEVEN
293 93 polichinellen: Jan Klaassens. accenten; , o. dialecten. 3 00 tongvallen: n n•o ^ i n . 3 00 kruiwagenpraat: iets als: platte praat; mogelijk naar analogie van de toenmalige `kruiwagenstraf': het verrichten van grondwerk, geketend aan een kruiwagen. 3 00 gemeen: plat. 3 01 werktuigelijke: lichamelijke. 305 kgebogen: met aangename stembuigingen. 308 bij het mud: in grote hoeveelheden. 3 10 hiaten: het op elkaar stoten van twee klinkers. 3 11 aanwensels: hinderlijke gewoonten. 314 voet: wijze. 314-318 Mevrouw Iburg speelde niet onverdienstelijk... van ene rol gekend te hebben: Klikspaan citeert hier vrij uit een recensie in De Spectator van tooneel, concerten en tentoonstellingen (dl. r (1843), p. 25-28; het citaat op p. 28); de cursiveringen in het citaat zijn van zijn hand. Het betreft een voorstelling op 2 december 1842 in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag door het gezelschap van Hoedt en Bingley. 314 Mevrouw Iburg: Charlotta Louisa Henriëtta Iburg-Neyts (i8o6-1 883). (Coffeng, Lexicon van Nederlandse tonelisten, p. 140) 315 Mevrouw Sablairolles: er waren destijds meerdere actrices met deze naam. Klikspaan moet hier wel Wilhelmina Gerretje (Mina) Sablairolles (1818-189 1) bedoelen. (Coffeng, Lexicon van Nederlandse tonelisten, p. i 70; Gillhoff, The Loyal Dutch Theatre at The Hague, p. 125) 3iS-3i6 de Heer,J. van der Gryp: Johannes Elisa van Bergen van der Grijp (í8o8-í88S). (Coffeng, Lexicon van Nederlandse tonelisten, p. 78) 317 zijn broeder: Paulus van Bergen van der Grijp (í8o4-í86o). (Coffeng, Lexicon van Nederlandse tonelisten, p. 78) 47 1 SCHOUWBURG
- Page 429 and 430: 601-602 Hoedt en Bingley: Jan Hendr
- Page 431 and 432: Geheimzinnige eeuw waarin de duiste
- Page 433 and 434: 971-974 de kleine staten [...] vere
- Page 435 and 436: n 0 z 0 n r=1
- Page 437 and 438: 33-34 38-39 43-44 44 het kelderacht
- Page 439 and 440: 9 2 95 misopogon: baardhater. Zie v
- Page 441 and 442: 229eene deftige bef [...] en een ee
- Page 443 and 444: 304 frac: rokkostuum. 305 den gemas
- Page 445 and 446: 435 121. Leids Uri J willi g a ger
- Page 447 and 448: 437 1 22. Het spreekgestoelte in he
- Page 449 and 450: 348 steken: ambtelijke hoofddeksels
- Page 451 and 452: n 0 z O n r^
- Page 453 and 454: 5 1 9 S4S-S48 5 5 5 5 5 5 S64-SAS 5
- Page 455 and 456: 629 ett'en: verkorte vorm van `zett
- Page 457 and 458: 845-846 846-847 het Athenaeum Austr
- Page 459 and 460: nemen: `A1 het gedierte, al het kru
- Page 461 and 462: I 179-r I 8o den negenden Februari]
- Page 463 and 464: 4.4.13 I X. SCHOUWBURG VOORAF Toen
- Page 465 and 466: 5-7 12 7. Matthi J s Sie genbeek do
- Page 467 and 468: 0 128. Leidse Schouwburg
- Page 469 and 470: 5 8 bovenlanders: buitenlui. S9 zet
- Page 471 and 472: 93-102 daar fitten een paarjonge, s
- Page 473 and 474: • , ^ l iY l iY 1^ (^ 1% C. ^'
- Page 475 and 476: z s7 hoog: donker. ass eigenaardigh
- Page 477 and 478: 25 f ,Johanna rr, koningin van Nape
- Page 479: 273-276 daar Langendyk, Bilderdyk,
- Page 483 and 484: 3 3 3 35 qui ne lui va pas: die hem
- Page 485 and 486: 434-435 436-437 genomen van het ton
- Page 487 and 488: 472-481 Het was voor hem eene binne
- Page 489 and 490: 524 527 530 531 531 53 1 -5 32 532
- Page 491 and 492: I mei voor f 8zo per jaar te verhur
- Page 493 and 494: 632 633 634 636 643-644 647 649 650
- Page 495 and 496: gen, stond slechts een beperkt aant
- Page 497 and 498: waren zij verplicht twee kwartjes t
- Page 499 and 500: I 7 alleraangenaamst over verschill
- Page 501 and 502: I18 galvanische proeven: verwijzing
- Page 503 and 504: 2 5 1 no nopens: met betrekking r k
- Page 505 and 506: 439 441 442 445-446 451 45 456 458-
- Page 507 and 508: 173-174 noemde hij de hoogleraren `
- Page 509 and 510: 3^ , Met de sjees de academie verla
- Page 511 and 512: 717 male agere et laetari: kwaad do
- Page 513 and 514: g36-g37 I SG I). Luzac was sinds 18
- Page 515 and 516: daartoe, vermomd als Bertram (een v
- Page 517 and 518: 280 heloten: slaven. 283 Willem Zan
- Page 519 and 520: 443-444 De poorten van de middeleeu
- Page 521 and 522: 613-615 want, .orak gisteren de mee
- Page 523 and 524: 77 1 -773 de Student staat oowel bu
- Page 525 and 526: 9 29 944 944 uitnemendst zeer uitne
- Page 527 and 528: 4.4.16 BESLUIT MOTTO Here's a sigh
- Page 529 and 530: 14. Illustratie uit L'Industriel me
274- 275<br />
van Hemert: Cornelis Karel van Hemert (jaartallen onbekend) schreef vooral<br />
familiedrama's. Zijn toneelstuk Ontrouw uit eerzucht, en vertwijfeling 0[842) werd<br />
door De Spektator van tooneel, koncerten en tentoonstellingen zeer kritisch besproken:<br />
de `charakterschildering der handelende personen' was volgens de recensent<br />
`ongetrouw [...] aan de Natuur' en `de situatiën' achtte hij `niet belangrijk genoeg<br />
1...1 om Benige aandoening van medelijden bij ons gaande te maken'. (Dl.<br />
2 (184 3), p. 97-I08; de citaten op p. 105)<br />
275 Alex van lay: Carel Alexander van Ray (178o-1842) vertaalde en bewerkte talloze<br />
toneelstukken en schreef daarnaast nog enkele oorspronkelijke blijspelen<br />
en vaudevilles. Bij het grote publiek waren zijn stukken zeer populair, maar De<br />
Spectator van tooneel, concerten en tentoonstellingen noemde zijn stukken smalend die<br />
`lieve "Alex van Raaytjes", overvloeijende van platheid, gemeene uitdrukkingen<br />
en meer Fransch dan Hollandsch bevattende.' (Dl. z (i 843) p. 141)<br />
275 Gravé: Johannes Hendricus Gravé (1780-I 84r) was behalve acteur in het gezelschap<br />
van Hoedt en Bingley ook de vertaler, bewerker en auteur van een groot<br />
aantal vaudevilles en blijspelen. (Gillhoff, The _Royal Dutch Theatre at The Hague,<br />
p. r r o)<br />
275 Mienikus: Claas Johannes Mienikus (1811-1884) was als vaste vertaler verbonden<br />
aan de Amsterdamse Salon des Variétés. Op 18 oktober 1841 werd in de<br />
Leidse schouwburg zijn toneelstuk De kapitein van de ruiterwacht opgevoerd, een<br />
navolging uit het Frans. (Worp, Geschiedenis van het drama en van het tooneel, p. 388;<br />
De Spektator, dl. 3 (1844), p. ion)<br />
275-276 lappers, ten Olymp verheven: knoeiers, die als goden vereerd worden.<br />
28 r den engelenbak: voor toneelspelers was de waardering van het publiek van de engelenbak,<br />
de goedkoopste schouwburgrang, van het grootste belang. Het was<br />
bijvoorbeeld de gewoonte dat een nieuw acteur drie maal optrad in voorname<br />
rollen; juichte het publiek hem toe, dan was hij aangenomen, werd hij uitgefloten,<br />
dan kreeg hij geen engagement. Een stuk dat werd uitgejouwd, was gevallen.<br />
In het luidruchtig kenbaar maken van zijn goed- of afkeuring speelde<br />
de engelenbak een hoofdrol; vandaar dat directie en spelers er veel aan gele-gen<br />
dat <strong>deel</strong> van hun publiek tevreden te stellen. (Van Waveren, P T Helvetius<br />
van den Bergh, p. i9-2i; [Potgieter], `De Neven. Blijspel, in vier bedrijven', p. 258)<br />
282 Dat „ij. het werkelijk deden: namelijk nadenken over de `vaderlandsche tooneelpoëzij'<br />
(r. 278-279)•<br />
286 inonderheid.• met name.<br />
470ANNOTATIES: STUDENTENLEVEN