Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl Download deel 2 - Textualscholarship.nl

textualscholarship.nl
from textualscholarship.nl More from this publisher
05.05.2013 Views

277-278 281-282 286-287 deden winter, bij gelegenheid van de honderdste Vergadering der Kamer: deze bijeenkomst vond plaats in de winter van 1841-1842; verder geen gegevens bekend. vrijzinnig: onbevooroordeeld. den laatsten tang van Ada van Holland: Ada van Holland. Een verhaal (18 39) van Beets gaat terug op de geschiedenis van de Hollandse graven in de dertiende eeuw. Ada raakt betrokken in de strijd om de opvolging van haar overleden vader. In de laatste afdeling van het uit vier zangen bestaande gedicht hoort Ada dat haar tegenstander Banjaart, voor wie zij een heimelijke liefde koesterde, in de strijd is gedood; enkele maanden later sterft zij zelf. (Beets, Dichtwerken. 1830-1873, dl. 2, p. 18 7-2 3 6, m.n. p. 224-231) 28 7 la mort du bandit van Delavigne: `La mort du bandit' (vóór ' 8 33 ) van Casimir Delavigne (1 7 9 3 -184 3) is een ballade over de stervende bandiet Memmo, die afscheid neemt van zijn makkers, zijn vrouw en zijn kind. (Delavigne, Oeuvres com_plètes, p. 277-278) 28 7 de boertige stukjes van Burlage: doelt waarschijnlijk op de tweede afdeling van de bundel Herinnerings-offer (18 3 6) van Joost Hendrik Burlage (1806-18 73). Deze bundel bevatte gedichten die hij als student in de Utrechtse Studentenalmanak had gepubliceerd; in de tweede afdeling (p. 39-99) waren de humoristische verzen samengebracht. 296 het romantisme: de romantiek. 296 geklikklak: wapengekletter. 299- 301 De tijd van het blanke marmerfis voorbij [...] wat nu behagen dal moet verguld tijn of schitterendgeëmailleerd: citaat uit Beynen, Lotgevallen derRederijkerskamer, p. S. Verwijst naar een controverse aan het begin van de negentiende eeuw. Archeologisch onderzoek had uitgewezen dat de klassieke beeldhouwkunst anders dan men steeds had aangenomen een polychroom karakter had. In navolging daarvan gingen steeds meer beeldhouwers die tot dan toe vooral in marmer of brons hadden gewerkt, ook hun eigen beelden beschilderen. (Blühm e.a., The colour of sculpture 18¢0-191o) 3 04 voorstelling: voordracht. 3iá-3zo Noch Vondel, noch Racine, noch Boileau, werden opgeslagen: Joost van den Vondel (1 5 8 7-1679), Jean Racine (16 39-1699) en Nicolas Boileau-Despréaux (1636- 171 z) grepen in hun creatieve werk en in hun literair-theoretische verhandelin- 384 ANNOTATIES: STUDENTENLEVEN

gen, zowel wat betreft de inhoud als wat betreft de vorm, terug op voorbeelden uit de klassieke oudheid. 320-321 nooit het prow van van der Palm of Fléchier [...] voorgedragen van den lessenaar: de kanselredenaars Van der Palm en Valentin-Esprit Fléchier (16 3 2-1 7 1o) waren niet alleen beroemd door hun welsprekendheid, maar ook door de vele redevoeringen, preken en grafredes van hun hand. 327 want Byron had het ene toegebragt: het romantisch oeuvre van George Gordon, Lord Byron (1788-r 8z4) was zeer populair onder studenten. De trotse, grillige en hartstochtelijke Byroniaanse held sprak zeer tot de verbeelding evenals de excentrieke persoonlijkheid van Byron zelf. 339 346-347 351-354 36z-364 378-379 38z-384 3 8 5 er naar trachten: er naar streven. deze [...]gene: respectievelijk de waarheid en de eenvoud. Het onbillijk bezwaar tegen het Dispuut-Collegie ingebragt...geldt hier volkomen: verwijzing naar Leven vi, 879-882. Wj hebben niet een enkel handboek over uiterlijke i^elsprekendheid [...] dat zuiver Hollandsch is; de werken die avogebruiken zijn uitheemsch: er waren destijds slechts enkele Nederlandstalige publicaties over de (uiterlijke) welsprekendheid. Sommige daarvan bevatten algemene beschouwingen, andere waren meer praktisch van aard. Veel van die handleidingen waren vertaald of waren gebaseerd op buitenlandse voorbeelden. Van Kneppelhout zelf verscheen in i 8 3 8 het werkje Wenken voor beoefenaars der uiterlijke welsprekendheid, met een aantal losse reflecties over de declamatie. Hij werkte voornamelijk met voorbeelden uit de Franse letterkunde. Zijn theoretische voorbeeld was het driedelige handboek Cours de déclamation prononcé a l'Athénée de Paris (18 z o) van J.M. Larive. (Van den Berg, `Op weg naar welsprekendheid') In het algemeen, zegt Bogaers, vordert de schoone voordragt dat de stem aan helderheid en welluidendheid, kracht en buigzaamheid pare: citaat uit `Antwoord op de prijsvraag: "Waarin bestaat de uiterlijke welsprekendheid? Welke zijn hare voordeelen? En op welke wijze zoude derzelver beoefening in ons vaderland het best kunnen bevorderd worden?"' van de dichter en jurist Adrianus Bogaers (1795- 18 70). (Bogaers, `Antwoord op de prijsvraag', p. r S 3; zie afbeelding io5) Het allervoornaamste dat de beoefenaar der uiterlijke Welsprekendheid beoogen moet (...] zijne taal duidelijk en zuiver te spreken: gezien de cursiveringen in de tekst mogelijk een parafrase van een passage in Bogaers' prijsvraagbeantwoording: Intus- DE REDERIJKERS-KAMER VOOR UITERLIJKE WELSPREKENDHEID

277-278<br />

281-282<br />

286-287<br />

deden winter, bij gelegenheid van de honderdste Vergadering der Kamer: deze bijeenkomst<br />

vond plaats in de winter van 1841-1842; verder geen gegevens bekend.<br />

vrijzinnig: onbevooroor<strong>deel</strong>d.<br />

den laatsten tang van Ada van Holland: Ada van Holland. Een verhaal (18 39) van<br />

Beets gaat terug op de geschiedenis van de Hollandse graven in de dertiende<br />

eeuw. Ada raakt betrokken in de strijd om de opvolging van haar overleden vader.<br />

In de laatste afdeling van het uit vier zangen bestaande gedicht hoort Ada<br />

dat haar tegenstander Banjaart, voor wie zij een heimelijke liefde koesterde, in<br />

de strijd is gedood; enkele maanden later sterft zij zelf. (Beets, Dichtwerken.<br />

1830-1873, dl. 2, p. 18 7-2 3 6, m.n. p. 224-231)<br />

28 7 la mort du bandit van Delavigne: `La mort du bandit' (vóór ' 8 33 ) van Casimir Delavigne<br />

(1 7 9 3 -184 3) is een ballade over de stervende bandiet Memmo, die afscheid<br />

neemt van zijn makkers, zijn vrouw en zijn kind. (Delavigne, Oeuvres<br />

com_plètes, p. 277-278)<br />

28 7 de boertige stukjes van Burlage: doelt waarschij<strong>nl</strong>ijk op de tweede afdeling van de<br />

bundel Herinnerings-offer (18 3 6) van Joost Hendrik Burlage (1806-18 73). Deze<br />

bundel bevatte gedichten die hij als student in de Utrechtse Studentenalmanak<br />

had gepubliceerd; in de tweede afdeling (p. 39-99) waren de humoristische verzen<br />

samengebracht.<br />

296 het romantisme: de romantiek.<br />

296 geklikklak: wapengekletter.<br />

299- 301 De tijd van het blanke marmerfis voorbij [...] wat nu behagen dal moet verguld tijn of schitterendgeëmailleerd:<br />

citaat uit Beynen, Lotgevallen derRederijkerskamer, p. S. Verwijst<br />

naar een controverse aan het begin van de negentiende eeuw. Archeologisch<br />

onderzoek had uitgewezen dat de klassieke beeldhouwkunst anders dan men<br />

steeds had aangenomen een polychroom karakter had. In navolging daarvan<br />

gingen steeds meer beeldhouwers die tot dan toe vooral in marmer of brons<br />

hadden gewerkt, ook hun eigen beelden beschilderen. (Blühm e.a., The colour of<br />

sculpture 18¢0-191o)<br />

3 04 voorstelling: voordracht.<br />

3iá-3zo Noch Vondel, noch Racine, noch Boileau, werden opgeslagen: Joost van den Vondel<br />

(1 5 8 7-1679), Jean Racine (16 39-1699) en Nicolas Boileau-Despréaux (1636-<br />

171 z) grepen in hun creatieve werk en in hun literair-theoretische verhandelin-<br />

384 ANNOTATIES: STUDENTENLEVEN

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!