Download deel 2 - Textualscholarship.nl
Download deel 2 - Textualscholarship.nl Download deel 2 - Textualscholarship.nl
neus toneelstuk, dat het eerst werd opgevoerd en het grootste deel van de avond besloeg – en een nastuk, dat bijna altijd bestond uit een blijspel of klucht, al dan niet met zang of dans. I98 deftig: ernstig. zog-Zr r Dat nu [...] en er ware een bedrijf gespeeld: gesteld nu dat [...], dan zou er een bedrijf gespeeld zijn. zoo once Willem: Willem Opzoomer. zoo den Oudejaarsnacht van Jean Pauk `De oudejaarsnacht van Benen ongelukkigen' is een moralistisch verhaal over een jonge man, die droomt dat hij aan het eind van zijn leven vol berouw terugblikt op zijn mislukte bestaan en bidt om een nieuwe kans. Als hij ontwaakt, beseft hij dat hij fouten gemaakt heeft, maar dat het nog niet te laat is om zijn leven te beteren. 211-212 2 14-216 4 214-215 een bedrijf [...] waardig in een drama van Hugo te worden opgenomen: eene orgie op den voorgrond en eene stem er achter: –memento quia pulvis es: de Franse toneelschrijver Victor Hugo (18o2-1885), voorman van de Franse romantiek, was van mening dat het toneel een combinatie van de grootste tegenstellingen moest bieden om op die manier het leven in al zijn aspecten uit te beelden. memento quia pelvis es: bedenk dat gij stof zijt. Ontleend aan Genesis 3:19: 'quia pelvis es, et in pulverem reverteris.' (Want gij zijt stof, en gij zult tot stof wederkeren). Eenjaar later [...] had eene soortgelijke vereeniging in de Stads-Gehooraalplaats: de derde Grote Buitengewone Vergadering vond plaats op 21 maart 18 36 in de Stadsgehoorzaal aan de Breestraat, wijk 4, nr. 206 (nu nr. 6o) (Beets, Dagboek, P. 239) stilstaan is achteruit gaan, heide men toen, ofschoon later het tegendeel werd beween: toespeling op het feit dat de derde Grote Buitengewone Vergadering het hoogtepunt in de geschiedenis van de RUW was; zie ook r. 2 5 9-268 over de ontwikkelingen na maart 1836. 216-217 nagenoeg vier honderd personen waren aaniveijg, de heft waarvan vrouwen: Beets noemde andere aantallen: `Op Z S o uitnoodigingen (kaartjes) meer dan 200 personen verschenen. Dames van alle de gedistingueerde familiën. Twaalf professoren [...]'. (Beets, Dagboek, p. 2 39 ; daar ook de namen van de professoren) Elders is sprake van een `aanzienlijk gehoor van meer dan twee honderd personen van beide kunne [...]'. (Minerva. Tijdschrift voor studenten, 1835-1 836, Akademische berigten en boekbeschouwing, p. 2.18) 382 ANNOTATIES: STUDENTENLEVEN
218-21 9 de Staatsen, de Knapen en de van der Stokken: families van Leidse kappers en pruikenmakers. Rond r 84o betrof het: Abraham Adrianus Staats (1804-188o), kapper in de Maarsmansteeg, wijk 4, nr. 8 7 (nu nr. I z); Pieter Johannes Knaap (1817-1872), kapper in de Breestraat, wijk 4, nr. 236 (nu nr. r z 8) en Jacobus van der Stok (1768-1843), pruikenmaker in de Lokhorststraat, wijk 4, nr. 627 (nu nr. 19). (GA Leiden: BR en ss; Van der Zanden, `Studenten en burgers', p. 127-128) 22 5het orkest: hier waarschijnlijk: het podium. 229-230 Bijna alle Eereleden waren tegenwoordig namelijk: Gewin, Beynen, Hasebroek, Sandifort, Boot, Opzoomer en Van der Meer van Kuffeler. (Minerva. Tijdschrift voor studenten, I 835-I 836, Akademische berigten en boekbeschouwing, p. 21 8) 231 de Voorzitter: Nicolaas Beets (I 814-1903; vanaf 1833 student theologie). (Minerva. Tjdschrift voor studenten, í83S-r 836, Akademische berigten en boekbeschouwing, p. 21 8) 232-256 Walter Scott verhaalt ons van Benen afgeleefden bard...In die hoop, open ik de Vergadering: vrijwel letterlijke weergave van de toespraak van Beets zoals die is overgeleverd in zijn Dagboek (p. 239 en 242). Beets ontleende het verhaal over de oude bard die zich gesteund voelde door de welwillendheid van zijn publiek aan de inleiding bij The Lay of the last Minstrel (r 805), een gedicht in zes canto's van Walter Scott (1771-I832). (Scott, The poetical works, p. r-z) 2S7 een luisterrijk feest: Beets noteerde in zijn Dagboek (p. 24 3): `Nafeest bij Gewin, en daarna op de Societeit waar een Zo-tal jongelui ons met gejuich ontving en toasten toebracht.' 259 263-264 z65-z66 e i er.• ingetogener. g hare letterkundige strekking: de romantiek. langzamerhand werd de rederijkers-Kamer niets meer dan een gewoon Dispuut-Collegie voor uiterlijke T^elsorekendheid: in de Studenten Almanak voor 2844, de eerste Almanak die een lijst van disputen bevat, staat de RUW tezamen met twee andere disputen voor de uiterlijke welsprekendheid vermeld. In de Studenten Almanak voor 1-8J¢ wordt de RUW voor de laatste maal genoemd. 273 de Godin der welluidendheid: Calliope (`die met de schone stem'), een van de negen muzen; zij was de muze van het heldendicht en de elegie. 3 83 DE REDERIJKERS-KAMER VOOR UITERLIJKE WELSPREKENDHEID
- Page 341 and 342: 1425-1426 met blik en varken te ver
- Page 343 and 344: 1842, p. 11 9-123) De koning reed o
- Page 345 and 346: wordingen zijn te herleiden tot de
- Page 347 and 348: denten zijn geen vaten die volgegot
- Page 349 and 350: 1 75 6-1757 het één-kwart vers va
- Page 351 and 352: 1931 bestorven kaken: doodsbleke wa
- Page 353 and 354: 2119-2120 In vino veritas: in wijn
- Page 355 and 356: 345 Inter nos amicitia was een lett
- Page 357 and 358: 93 en94 94. Gerrit de Clerc ^(links
- Page 359 and 360: puut (Hebreeuws voor `In den beginn
- Page 361 and 362: 1 2.8-129 I29-130 131-132 hoekje va
- Page 363 and 364: 194-195 J wi n essc en en waterkrui
- Page 365 and 366: 96. De Witte Poort 251-252 een roma
- Page 367 and 368: 3 57 C ) tatbere plitgtiobehen ten
- Page 369 and 370: 318-319 standaardvragen voor disput
- Page 371 and 372: .d, r.. r Arw f.W 7gL 344 98. Manue
- Page 373 and 374: 467-468 was, moest de reguliere opp
- Page 375 and 376: 497-498 505 507-508 543 544-545 S49
- Page 377 and 378: óoz u ten .spoedigste dal uitgerei
- Page 379 and 380: 748 Kardinaal Pouf nog steeds bij s
- Page 381 and 382: 886-887 893-894 Latijnse talenkenni
- Page 383 and 384: 989 datene magere kas verteert: zie
- Page 385 and 386: zoo. De Burcht 14-1 5 pennen met zz
- Page 387 and 388: 34-36 47-48 Laurens Reinhard Beynen
- Page 389 and 390: 5 s per se: op zichzelf beschouwd.
- Page 391: dijk de wereld van vóór de zondvl
- Page 395 and 396: gen, zowel wat betreft de inhoud al
- Page 397 and 398: 415-418 419 4zo 427 429-430 432 dat
- Page 399 and 400: 3 $9 DE REDERIJKERS-KAM ER VOOR UIT
- Page 401 and 402: 610-61I als ware het de mantel van
- Page 403 and 404: 741 743-746 747-748 7So 7So kiklied
- Page 405 and 406: 85 3-854 85 5 een Barbaar, eene Typ
- Page 407 and 408: 397 "usyu2 ^ Y`^ . 5 •.^^.^ s,b ^
- Page 409 and 410: steuning van het stadsbestuur kreeg
- Page 411 and 412: 401 A II 2. Plattegrond Stadrgehoo7
- Page 413 and 414: 24-25 als de gouden appelen der Hes
- Page 415 and 416: 67-70 Voor nog de kaveekelingen [..
- Page 417 and 418: Zog vivace: levendig. ir 5 steigert
- Page 419 and 420: z86 290-291 293-295 297 303 317 325
- Page 421 and 422: Holbein: familienaam van vier Duits
- Page 423 and 424: 4 05 kamermink: in de oorspronkelij
- Page 425 and 426: 475 Fra-Diavolo: Fra Diavolo, ou L'
- Page 427 and 428: 545-546 S46-S47 S4g-S49 S52-SS3 SS9
- Page 429 and 430: 601-602 Hoedt en Bingley: Jan Hendr
- Page 431 and 432: Geheimzinnige eeuw waarin de duiste
- Page 433 and 434: 971-974 de kleine staten [...] vere
- Page 435 and 436: n 0 z 0 n r=1
- Page 437 and 438: 33-34 38-39 43-44 44 het kelderacht
- Page 439 and 440: 9 2 95 misopogon: baardhater. Zie v
- Page 441 and 442: 229eene deftige bef [...] en een ee
218-21 9<br />
de Staatsen, de Knapen en de van der Stokken: families van Leidse kappers en pruikenmakers.<br />
Rond r 84o betrof het: Abraham Adrianus Staats (1804-188o), kapper<br />
in de Maarsmansteeg, wijk 4, nr. 8 7 (nu nr. I z); Pieter Johannes Knaap<br />
(1817-1872), kapper in de Breestraat, wijk 4, nr. 236 (nu nr. r z 8) en Jacobus<br />
van der Stok (1768-1843), pruikenmaker in de Lokhorststraat, wijk 4, nr. 627<br />
(nu nr. 19). (GA Leiden: BR en ss; Van der Zanden, `Studenten en burgers', p.<br />
127-128)<br />
22 5het orkest: hier waarschij<strong>nl</strong>ijk: het podium.<br />
229-230 Bijna alle Eereleden waren tegenwoordig namelijk: Gewin, Beynen, Hasebroek, Sandifort,<br />
Boot, Opzoomer en Van der Meer van Kuffeler. (Minerva. Tijdschrift voor<br />
studenten, I 835-I 836, Akademische berigten en boekbeschouwing, p. 21 8)<br />
231 de Voorzitter: Nicolaas Beets (I 814-1903; vanaf 1833 student theologie). (Minerva.<br />
Tjdschrift voor studenten, í83S-r 836, Akademische berigten en boekbeschouwing,<br />
p. 21 8)<br />
232-256 Walter Scott verhaalt ons van Benen afgeleefden bard...In die hoop, open ik de Vergadering:<br />
vrijwel letterlijke weergave van de toespraak van Beets zoals die is overgeleverd<br />
in zijn Dagboek (p. 239 en 242). Beets ontleende het verhaal over de oude bard<br />
die zich gesteund voelde door de welwillendheid van zijn publiek aan de i<strong>nl</strong>eiding<br />
bij The Lay of the last Minstrel (r 805), een gedicht in zes canto's van Walter<br />
Scott (1771-I832). (Scott, The poetical works, p. r-z)<br />
2S7 een luisterrijk feest: Beets noteerde in zijn Dagboek (p. 24 3): `Nafeest bij Gewin,<br />
en daarna op de Societeit waar een Zo-tal jongelui ons met gejuich ontving en<br />
toasten toebracht.'<br />
259<br />
263-264<br />
z65-z66<br />
e i er.• ingetogener.<br />
g<br />
hare letterkundige strekking: de romantiek.<br />
langzamerhand werd de rederijkers-Kamer niets meer dan een gewoon Dispuut-Collegie<br />
voor uiterlijke T^elsorekendheid: in de Studenten Almanak voor 2844, de eerste Almanak<br />
die een lijst van disputen bevat, staat de RUW tezamen met twee andere disputen<br />
voor de uiterlijke welsprekendheid vermeld. In de Studenten Almanak voor<br />
1-8J¢ wordt de RUW voor de laatste maal genoemd.<br />
273 de Godin der welluidendheid: Calliope (`die met de schone stem'), een van de negen<br />
muzen; zij was de muze van het heldendicht en de elegie.<br />
3 83 DE REDERIJKERS-KAMER VOOR UITERLIJKE WELSPREKENDHEID