Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl Download deel 2 - Textualscholarship.nl

textualscholarship.nl
from textualscholarship.nl More from this publisher
05.05.2013 Views

28o 28 281 292-294 Respondenten: studenten die antwoorden op vragen van een hoogleraar tijdens een zogeheten responsiecollege. recte: juist. ita: zo (is het), ja. het met oudenvetcche formulen omheinde Verdedigen der Stellingen of, om het kunstwoord te gebruiken: thesium defensio et expositio: bedoeld is het programmapunt `Defensio, Oppositio et Expositio thesium': verdediging, bestrijding en uitleg der stellingen. (Leges § 1 3 2) Vóór iemand begon te verdedigen of opponeren moest hij `een gebruikelijke passende formule' uitspreken. (Leges § r 9o) het kunstwoord: de vakterm. 295 copia verborum: woordenschat. 299 299 Defendens: verdediger. Opponens: bestrijder, tegenspreker. 299- 3 00 thesis in qua defendenda aliquis causa cadit 1:..J hoc auteur obtinet quando defendens dubia non solvens silet: een stelling, bij de verdediging waarvan iemand zijn zaak verliest, moet in het register met een sterretje gemerkt worden. Dit is het geval als de defendens de vraagpunten niet oplost en zwijgt. Klikspaan citeert hier, met een kleine afwijking, paragraaf 192 van de Leges. 3 01 si concedit vel silet antequam tempus praeterierit censetur non opposuisse: als hij toegeeft of zwijgt voor de tijd om is, wordt hij geacht niet geopponeerd te hebben. De formulering komt in de Leges niet voor. 306-307 als van Adams bloed, voor alles namen uitvindt: toespeling op Genesis 2:19-20: `Want als de Heere God uit de aarde al het gedierte des velds, en al het gevogelte des hemels gemaakt had, zo bracht Hij die tot Adam, om te zien, hoe hij ze noemen zou; en zoals Adam alle levende ziel noemen zoude, dat zou haar naam zijn. Zo had Adam genoemd de namen van al het vee, en van het gevogelte des hemels, en van al het gedierte des velds [...]' 3 1 3 Opponens ex ordine: de reguliere opponent, degene die aan de beurt is om te opponeren. 3 16- 3 1 7 of het bewind van Augustus en Pericles hun vaderland voor- of nadeel Nebbe aangebragt: deze en de volgende kwesties waren destijds, naar moet worden aangenomen, 3 5 8 ANNOTATIES: STUDENTENLEVEN

318-319 standaardvragen voor disputen. Augustus, voluit Gaius Julius Caesar Octavianus geheten (6 3 -r4 v Chr.), was de eerste keizer van Rome (vanaf 2 7 v Chr. tot zijn dood); Pericles (ca. 494-429 v. Chr.) was een Atheens veldheer en staatsman. Zij maakten Rome en Athene door hun veroveringsoorlogen oppermachtig en zorgden voor culturele bloei, maar dit ging ten koste van talrijke mensenlevens en vereiste grote financiële offers. wie meergevoel, wie meergenie had Homerus of Virgilius: de Aeneis van Publius Vergilius Maro (7o-i9 v Chr.), een heldendicht over de geschiedenis van Rome, is geïnspireerd door de Ilias en Odyssee van Homerus (achtste eeuw v. Chr.). In de negentiende eeuw achtten velen Vergilius een minder groot dichter dan Homerus; zijn Reneïs werd beschouwd als `eene flauwe afspiegeling der heldenzangen van Homérus'. (Winkler Prins, Geillustreerde encyclopaedie, dl. 1 4, p. 620) 320 Hannibak Carthaags veldheer en staatsman (24 7-18 3 v. Chr.); voerde oorlog met de Romeinen en onderwierp grote delen van Italië. Na enkele nederlagen keerde hij terug naar Carthago, waar hij in ongenade viel. Opgejaagd door de Romeinen pleegde hij uiteindelijk zelfmoord. 321 Alcibiades: Atheens politicus en veldheer (ca. 450-404 v Chr.); kreeg moeilijkheden met de Atheense autoriteiten en liep over naar Sparta. Werd bij verstek ter dood veroordeeld, maar later weer in genade aangenomen en tot opperbevelhebber van de strijdkrachten benoemd; na een nederlaag werd die functie hem weer ontnomen. Vluchtte na de val van Athene naar Perzië, waar hij werd vermoord. 3 21- 322 Patriciërs en Pleb jers• twee groepen in het oude Rome, met verschillende maatschappelijke achtergronden: de patriciërs hoorden tot de erfelijke adel en hadden als enigen het recht bepaalde belangrijke functies te bekleden; de plebejers waren in feite rechteloos. 323-324 359 of nu aveenlijk Constantijn en Lodewijk xiv den naam van groot eigenpk wel verdienden: Constantijn de Grote (ca. 280- 337), vanaf 306 tot zijn dood keizer van Rome; erkende het Christendom en voerde belangrijke politieke veranderingen in. Volgens sommigen was Constantijn `te weinig een man van karakter en stond hij te veel onder den invloed van vrouwen en bisschoppen, om den naam van de Groote waarlijk te verdienen'. (Winkler Prins, Geïllustreerde encyclopaedie, dl. S , p. 1 99) Lodewijk xlv (r6 3 8-r 7 í 5 ; koning vanaf 164 3 tot zijn dood) heerste met absoluut gezag over Frankrijk. Zijn binnenlandse politiek had gunstige gevolgen, onder andere in cultureel opzicht, maar zijn expansiedrift leidde tot talrijke oorlogen en bracht het volk grote armoede. HET DISPUUT-COLLEGIE

28o<br />

28<br />

281<br />

292-294<br />

Respondenten: studenten die antwoorden op vragen van een hoogleraar tijdens<br />

een zogeheten responsiecollege.<br />

recte: juist.<br />

ita: zo (is het), ja.<br />

het met oudenvetcche formulen omheinde Verdedigen der Stellingen of, om het kunstwoord te<br />

gebruiken: thesium defensio et expositio: bedoeld is het programmapunt `Defensio,<br />

Oppositio et Expositio thesium': verdediging, bestrijding en uitleg der stellingen.<br />

(Leges § 1 3 2) Vóór iemand begon te verdedigen of opponeren moest hij<br />

`een gebruikelijke passende formule' uitspreken. (Leges § r 9o)<br />

het kunstwoord: de vakterm.<br />

295 copia verborum: woordenschat.<br />

299<br />

299<br />

Defendens: verdediger.<br />

Opponens: bestrijder, tegenspreker.<br />

299- 3 00 thesis in qua defendenda aliquis causa cadit 1:..J hoc auteur obtinet quando defendens dubia<br />

non solvens silet: een stelling, bij de verdediging waarvan iemand zijn zaak verliest,<br />

moet in het register met een sterretje gemerkt worden. Dit is het geval als<br />

de defendens de vraagpunten niet oplost en zwijgt. Klikspaan citeert hier, met<br />

een kleine afwijking, paragraaf 192 van de Leges.<br />

3 01 si concedit vel silet antequam tempus praeterierit censetur non opposuisse: als hij toegeeft<br />

of zwijgt voor de tijd om is, wordt hij geacht niet geopponeerd te hebben. De<br />

formulering komt in de Leges niet voor.<br />

306-307 als van Adams bloed, voor alles namen uitvindt: toespeling op Genesis 2:19-20:<br />

`Want als de Heere God uit de aarde al het gedierte des velds, en al het gevogelte<br />

des hemels gemaakt had, zo bracht Hij die tot Adam, om te zien, hoe hij<br />

ze noemen zou; en zoals Adam alle levende ziel noemen zoude, dat zou haar<br />

naam zijn. Zo had Adam genoemd de namen van al het vee, en van het gevogelte<br />

des hemels, en van al het gedierte des velds [...]'<br />

3 1 3 Opponens ex ordine: de reguliere opponent, degene die aan de beurt is om te<br />

opponeren.<br />

3 16- 3 1 7 of het bewind van Augustus en Pericles hun vaderland voor- of na<strong>deel</strong> Nebbe aangebragt:<br />

deze en de volgende kwesties waren destijds, naar moet worden aangenomen,<br />

3 5 8 ANNOTATIES: STUDENTENLEVEN

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!