Download deel 2 - Textualscholarship.nl
Download deel 2 - Textualscholarship.nl Download deel 2 - Textualscholarship.nl
Mogelijk wordt specifiek gedoeld op de cursus van de Fransman Albert de Montry die destijds lessen gaf om aan de hand van een lettercode belangrijke historische feiten te onthouden. Alexander Ver Huell beschrijft de cursus die hij in 18 37 in Rotterdam bij De Montry volgde in De Navorscher van 18 9 1, p. i6 3 i6 5 160 3 -1604 de stem van bekeren Hoogleeraar nabootsende: onduidelijk wie wordt bedoeld. X606-1609 Bacche, backbeest, grooten suyper,/Noyt verseevert, altyt sat,/Buyk- bestormer, sinnenkruyper,/O, hoe edel is u nat: het gedicht is niet teruggevonden. Het is goed mogelijk dat Jonckbloet, de schrijver van deze toast, het zelf gemaakt heeft als variatie op de Lof-sanck van Bacchus van Daniël Heinsius, waaraan Klikspaan het motto bij dit hoofdstuk ontleende. Het gedichtje doet namelijk denken aan de opeenstapeling van omschrijvingen van Bacchus aan het slot van de Lof-sanck, r. 6 3 1-640; `sinnen-kruyper' en `alryt sat' hebben een duidelijke parallel in de aanduidingen `Sinne-breker' en Altfijt-Vol' bij Heinsius. (Heinsius, Bacchus en Christus, p. 1 76 en 178) Bacche: aanspreekvorm van Bacchus. backbeest: dronkaard. verseevert: misselijk, katterig. 1610 Fockenbroch: Willem Godschalk van Focquenbroch (1640-1675), Nederlandse schrijver van burleske poëzie. 161 3 -161 4 nederduitsch: Nederlands. 161 5 Palladium: heiligdom. Oorspronkelijk is het Palladium het beeld van Pallas Athene in Troje waarvan het lot van de stad afhankelijk was, omdat de stad niet ingenomen zou worden zolang zij in bezit was van het beeld. 1616 0 Bacche rex! 0 Bacche rex: 0, koning Bacchus! 0, koning Bacchus; de eerste regel van het studentenlied `Bacchus', gezongen op de wijs van het Iovivat. (Studentenhangen, p. 46-48) 1618 Pommiés: niet gevonden; waarschijnlijk een wijnsoort. 161 9 de Oratore: over de Redenaar (55 v. Chr.), het beroemde boek over de retorica van Cicero. 161 9 het Fichtiaansche niet ik volgens de idealistische leer van Johann Gottlieb Fichte (1762-I 8i4) ontspringt alle ervaring uit het Ik. De voorstelling van de dingen heeft volgens hem niets te maken met de objecten zelf, maar al onze gewaar- 334 ANNOTATIES: STUDENTENLEVEN
wordingen zijn te herleiden tot de werkzaamheid van het denkende subject. Alles wat vreemd is, alles wat buiten ons is, noemt Fichte het Niet-Ik. Dit Niet-Ik wordt door het Ik voortgebracht. (St6rig, Geschiedenis van de filosofie, dl. 2, p. ioi-io6) 1621 Pour champ de course alors, je me donnai la terre: variatie op een versregel uit Iambe vii, `L'Idole' (i83 z) van Auguste Barbier: `Pour champ de course, alors, to lui donnas la terre': Tot renbaan gaf je hem toen de wereld. In overeenstemming met de filosofie van Fichte is de oorspronkelijke regel omgezet in de ik-vorm: ik gaf mezelf de aarde, met andere woorden: het Ik schept zijn eigen werkelijkheid. (Barbier, Oeuvres, p. 39; Ophelderingen, 544-545) 1622-1624 oogenblikken, waarin alles ik wordt, waarin de ijel wordtgelouterd en de banden des stofs afschudt, waarin men op de leer komt, die ons der oplossing in de hoogere eenheid nader brengt: waarschijnlijk wordt gedoeld op de herziening die Fichte in zijn filosofie aanbracht. Hij zag een aantal gevaren die de verabsolutering van het Ik inhouden en stelde uiteindelijk de absolute God in de plaats van het absolute Ik. De paradoxaal geformuleerde oplossing hield in dat de mens in uiterste vrijheidsdrang zijn eigen zelfstandigheid op moet geven en verliezen, want dan pas kan de mens boven zichzelf uitstijgen en wordt hem het enige ware, goddelijke Zijn deelachtig. (Weischedel, Filosofie door de achterdeur, p. i8o-ie1) Het woord `leer' (r. 162 3) is dubbelzinnig gebruikt: het staat zowel voor de trap(leer) naar de hogere eenheid als voor de leer van de mystiek, het streven naar de vereniging van de ziel met God en van God met de mens. 1624-162 5 hetparoxismus der geestvervoering: de hoogste staat van geestvervoering. 1626 multa in minimos veel in het kleinste bestek; zinspeling op `multum in parvo': veel in een klein bestek. 1633 alma mater: erenaam voor universiteiten; letterlijk: de milde voedstermoeder. 16 34 hortus botanicus: de botanische tuin van de Leidse universiteit, gelegen tussen het Academiegebouw en de Singel, aangelegd in 1587 en sterk uitgebreid in I817-í8I8. 1635-1637 [Moge] Professor van der Chys betrapt worden, peurende naar de medaille, door Noach ter eere van den ondvloedgeslagen: Pieter Otto van der Chijs (1802-1867) was directeur van het academisch Penningkabinet met de titel van buitengewoon hoogleraar. Over Noach deden onder studenten blijkbaar allerlei grappen de ronde. In `De Liefhebbers' plaagt Piet Kole Chrisje Quad, verzamelaar van handtekeningen, door in zijn bak met kostbaarheden te rommelen en er zogenaamd een autogram van Noach uit te halen. (Typen vii, 77-82) 335 MINERVA
- Page 293 and 294: 823 Piet Zwaan, wèl bekend Piet Zw
- Page 295 and 296: 9 8 5 99 8 bibliotheken en spaarban
- Page 297 and 298: 1 i Z3 Mystification is een woord v
- Page 299 and 300: 1392-1393 Een Dominé van Urk/Die h
- Page 301 and 302: 1661-1662 /3oáw, f3oôi! $ocetç,
- Page 303 and 304: 1863 1864 1865-1866 293 sic erat in
- Page 305 and 306: MOTTO Daer woont beneffens u de Bli
- Page 307 and 308: 77. .PPlattegrond Minerva 297 MINER
- Page 309 and 310: Aanbieding van het octrooi door Wil
- Page 311 and 312: 126-127 Willem [...J den bi jardkne
- Page 313 and 314: 1 70 de onmisbare kegelbaan: kort n
- Page 315 and 316: de dien tijd gespeeld, ten profijte
- Page 317 and 318: 3 21- 3 22 de eerste plaat, - men w
- Page 319 and 320: 341 343-346 353 356-357 17 non v..i
- Page 321 and 322: W H H z tt 8g. Achtergevel g Minerv
- Page 323 and 324: 372-373 en voor Belgie niets anders
- Page 325 and 326: 439 439-441 die de tiende post van
- Page 327 and 328: S 6 r oortje: munt ter waarde van o
- Page 329 and 330: 699-700 703-708 713-714 725 726-727
- Page 331 and 332: 866 dunamometers: dynamo- of kracht
- Page 333 and 334: 969 kunstigen: kunstmatige. 97 2 in
- Page 335 and 336: hier in ruime zin: geurige walm. I
- Page 337 and 338: lezingen gehouden werden. In 1847 (
- Page 339 and 340: ZS 9 besoar: verstening die in de l
- Page 341 and 342: 1425-1426 met blik en varken te ver
- Page 343: 1842, p. 11 9-123) De koning reed o
- Page 347 and 348: denten zijn geen vaten die volgegot
- Page 349 and 350: 1 75 6-1757 het één-kwart vers va
- Page 351 and 352: 1931 bestorven kaken: doodsbleke wa
- Page 353 and 354: 2119-2120 In vino veritas: in wijn
- Page 355 and 356: 345 Inter nos amicitia was een lett
- Page 357 and 358: 93 en94 94. Gerrit de Clerc ^(links
- Page 359 and 360: puut (Hebreeuws voor `In den beginn
- Page 361 and 362: 1 2.8-129 I29-130 131-132 hoekje va
- Page 363 and 364: 194-195 J wi n essc en en waterkrui
- Page 365 and 366: 96. De Witte Poort 251-252 een roma
- Page 367 and 368: 3 57 C ) tatbere plitgtiobehen ten
- Page 369 and 370: 318-319 standaardvragen voor disput
- Page 371 and 372: .d, r.. r Arw f.W 7gL 344 98. Manue
- Page 373 and 374: 467-468 was, moest de reguliere opp
- Page 375 and 376: 497-498 505 507-508 543 544-545 S49
- Page 377 and 378: óoz u ten .spoedigste dal uitgerei
- Page 379 and 380: 748 Kardinaal Pouf nog steeds bij s
- Page 381 and 382: 886-887 893-894 Latijnse talenkenni
- Page 383 and 384: 989 datene magere kas verteert: zie
- Page 385 and 386: zoo. De Burcht 14-1 5 pennen met zz
- Page 387 and 388: 34-36 47-48 Laurens Reinhard Beynen
- Page 389 and 390: 5 s per se: op zichzelf beschouwd.
- Page 391 and 392: dijk de wereld van vóór de zondvl
- Page 393 and 394: 218-21 9 de Staatsen, de Knapen en
Mogelijk wordt specifiek gedoeld op de cursus van de Fransman Albert de<br />
Montry die destijds lessen gaf om aan de hand van een lettercode belangrijke<br />
historische feiten te onthouden. Alexander Ver Huell beschrijft de cursus die<br />
hij in 18 37 in Rotterdam bij De Montry volgde in De Navorscher van 18 9 1, p.<br />
i6 3 i6 5<br />
160 3 -1604 de stem van bekeren Hoogleeraar nabootsende: onduidelijk wie wordt bedoeld.<br />
X606-1609 Bacche, backbeest, grooten suyper,/Noyt verseevert, altyt sat,/Buyk- bestormer, sinnenkruyper,/O,<br />
hoe edel is u nat: het gedicht is niet teruggevonden. Het is goed<br />
mogelijk dat Jonckbloet, de schrijver van deze toast, het zelf gemaakt heeft als<br />
variatie op de Lof-sanck van Bacchus van Daniël Heinsius, waaraan Klikspaan het<br />
motto bij dit hoofdstuk ontleende. Het gedichtje doet namelijk denken aan de<br />
opeenstapeling van omschrijvingen van Bacchus aan het slot van de Lof-sanck,<br />
r. 6 3 1-640; `sinnen-kruyper' en `alryt sat' hebben een duidelijke parallel in de<br />
aanduidingen `Sinne-breker' en Altfijt-Vol' bij Heinsius. (Heinsius, Bacchus en<br />
Christus, p. 1 76 en 178)<br />
Bacche: aanspreekvorm van Bacchus.<br />
backbeest: dronkaard.<br />
verseevert: misselijk, katterig.<br />
1610 Fockenbroch: Willem Godschalk van Focquenbroch (1640-1675), Nederlandse<br />
schrijver van burleske poëzie.<br />
161 3 -161 4 nederduitsch: Nederlands.<br />
161 5 Palladium: heiligdom. Oorspronkelijk is het Palladium het beeld van Pallas Athene<br />
in Troje waarvan het lot van de stad afhankelijk was, omdat de stad niet ingenomen<br />
zou worden zolang zij in bezit was van het beeld.<br />
1616 0 Bacche rex! 0 Bacche rex: 0, koning Bacchus! 0, koning Bacchus; de eerste<br />
regel van het studente<strong>nl</strong>ied `Bacchus', gezongen op de wijs van het Iovivat.<br />
(Studentenhangen, p. 46-48)<br />
1618 Pommiés: niet gevonden; waarschij<strong>nl</strong>ijk een wijnsoort.<br />
161 9 de Oratore: over de Redenaar (55 v. Chr.), het beroemde boek over de retorica<br />
van Cicero.<br />
161 9 het Fichtiaansche niet ik volgens de idealistische leer van Johann Gottlieb Fichte<br />
(1762-I 8i4) ontspringt alle ervaring uit het Ik. De voorstelling van de dingen<br />
heeft volgens hem niets te maken met de objecten zelf, maar al onze gewaar-<br />
334<br />
ANNOTATIES: STUDENTENLEVEN