Download deel 2 - Textualscholarship.nl

Download deel 2 - Textualscholarship.nl Download deel 2 - Textualscholarship.nl

textualscholarship.nl
from textualscholarship.nl More from this publisher
05.05.2013 Views

16 snoeikatapult: waarschijnlijk een werktuig om bomen te snoeien. 26 jongsten: laatste. 28-29 dates uw vaderland verliet: De Wit was geboren in Brussel en omstreeks 1830 naar Nederland verhuisd. (GA Den Haag: BR en ss) 2.9 in de schaauw van de oudste der Academiesteden: de Leidse universiteit (gesticht in I S75) is de oudste in Nederland. Huis ten Deyl lag ongeveer tien kilometer van Leiden (in de schaauw: in de schaduw), halverwege de straatweg van Leiden naar Den Haag. 67. Huis ten Deyl 262 ANNOTATIES: STUDENTENLEVEN

3 0 likgelagen: slemppartijen; een `lijk' is een stomdronken student. 3 0 weelderigheid: luxe. 3 1- 32 het afgevallen land: België. In 18 3 0 hadden de Zuidelijke Nederlanden zich losgemaakt van Noord-Nederland, waarmee zij sinds 181 5 één natie vormden. In 18 39 erkende Nederland de onafhankelijkheid van België. 33 34 verwijderden: vertrokken. pinkers: oogharen, wimpers. 36 chineesch koper: mogelijk geel koper of messing. 41 naar de kleuren van de Faculteit: bij plechtige gelegenheden lieten studenten door strikken en linten van een bepaalde kleur uitkomen bij welke faculteit ze behoorden. In Leiden waren de kleuren als volgt: zwart voor godgeleerdheid, rood voor rechtsgeleerdheid, groen voor geneeskunde, blauw voor wis- en natuurkunde en wit voor letteren en wijsbegeerte. (De Vrankrijker, Vier eeuwen Nederlandsch studentenleven, p. 213-215) 47 wellust: genoegen. 48 Robert: Jan Robert (1797-1872) was pedel van het Lsc, logementhoudersknecht, bediende en oppasser. Hij woonde op de Breestraat, wijk 4, nr. 282 (nu nr. 149). (GA Leiden: BR en BS) S S I I in het kort: voor de gelegenheid droeg men een kniebroek met lange kousen. (Hildebrand, Camera obscura, dl. i, p. 305; Oort, `Herinneringen van een theologant', p. 74) klakken: hoge hoeden, voorzien van een veermechanisme waardoor men de hoed kon samendrukken; voor promovendi de gebruikelijke hoofdbedekking. (Gort, `Herinneringen van een theologant', p. 74) Sr-Sz scheden met stalen gevesten op ede: tot de promotiedracht hoorde ook een driekantige degen met stalen gevest in een perkamenten schede, die opzij gedragen werd. (Hildebrand, Camera obscura, dl. 2, p. 3 05; Oort, `Herinneringen van een theologant', p. 74) 56 Aallasten: ruitersabels. 263 PROMOTIE

3 0 likgelagen: slemppartijen; een `lijk' is een stomdronken student.<br />

3 0 weelderigheid: luxe.<br />

3 1- 32 het afgevallen land: België. In 18 3 0 hadden de Zuidelijke Nederlanden zich losgemaakt<br />

van Noord-Nederland, waarmee zij sinds 181 5 één natie vormden. In<br />

18 39 erkende Nederland de onafhankelijkheid van België.<br />

33<br />

34<br />

verwijderden: vertrokken.<br />

pinkers: oogharen, wimpers.<br />

36 chineesch koper: mogelijk geel koper of messing.<br />

41 naar de kleuren van de Faculteit: bij plechtige gelegenheden lieten studenten door<br />

strikken en linten van een bepaalde kleur uitkomen bij welke faculteit ze behoorden.<br />

In Leiden waren de kleuren als volgt: zwart voor godgeleerdheid,<br />

rood voor rechtsgeleerdheid, groen voor geneeskunde, blauw voor wis- en<br />

natuurkunde en wit voor letteren en wijsbegeerte. (De Vrankrijker, Vier eeuwen<br />

Nederlandsch studente<strong>nl</strong>even, p. 213-215)<br />

47 wellust: genoegen.<br />

48 Robert: Jan Robert (1797-1872) was pedel van het Lsc, logementhoudersknecht,<br />

bediende en oppasser. Hij woonde op de Breestraat, wijk 4, nr. 282 (nu nr.<br />

149). (GA Leiden: BR en BS)<br />

S<br />

S<br />

I<br />

I<br />

in het kort: voor de gelegenheid droeg men een kniebroek met lange kousen.<br />

(Hildebrand, Camera obscura, dl. i, p. 305; Oort, `Herinneringen van een theologant',<br />

p. 74)<br />

klakken: hoge hoeden, voorzien van een veermechanisme waardoor men de<br />

hoed kon samendrukken; voor promovendi de gebruikelijke hoofdbedekking.<br />

(Gort, `Herinneringen van een theologant', p. 74)<br />

Sr-Sz scheden met stalen gevesten op ede: tot de promotiedracht hoorde ook een driekantige<br />

degen met stalen gevest in een perkamenten schede, die opzij gedragen<br />

werd. (Hildebrand, Camera obscura, dl. 2, p. 3 05; Oort, `Herinneringen van<br />

een theologant', p. 74)<br />

56 Aallasten: ruitersabels.<br />

263 PROMOTIE

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!