Download deel 2 - Textualscholarship.nl
Download deel 2 - Textualscholarship.nl Download deel 2 - Textualscholarship.nl
4. 3• I S XII. DE STUDENT MOTTO Lei souvent le héros,/Enfant au premier acte, est barbon au dernier: Men ziet vaak dat de hoofdpersoon kind is in het eerste bedrijf en een oude man in het laatste. Citaat uit Boileau, Art poétique (i 674), derde zang. (Boileau, Oeuvres complètes, p. I 70) r-f Imberbus juvenis...et amata relinguerepernix. • De baardloze jongeman, eindelijk bevrijd van zijn bewaker, vindt plezier in paarden en honden en het gras van het zonnige veld. Hij is buigzaam als was tot het kwade te kneden, nors tegen zijn raadgevers, traag in het nemen van de nodige maatregelen, kwistig met geld, hij verlangt hartstochtelijk naar het hogere maar laat zijn liefje snel in de steek. Citaat uit Horatius, Epistola ad Pisones, beter bekend als de Ars poetica, r 6 r - r 6 5 . I r - z z den toegang verspert tot zi jn vak: zie Ophelderingen, 210. 13-14 en in welken leeftijd .• volgens het Organiek Besluit van 2 augustus ISI S werd iemand tot de universiteit toegelaten met een getuigschrift van de curatoren van een Latijnse school. Ook bestond de mogelijkheid om een toelatingsexamen af te leggen bij de faculteit der letteren, dat vooral voor Leiden als zeer eenvoudig te boek stond. Het gevolg was dat veel leerlingen, soms zelfs een hele klas tegelijk, de Latijnse school verlieten vóór ze de hoogste klas hadden doorlopen en al op zestien- of zeventienjarige leeftijd gingen studeren. (Bijvoegsel tot het Staatsblad 1815, restuk: Organiek Besluit van a augustus 1815, art. 149-1 So; Fortgens, Schola Latina, p. 222-22 3) 22-41 Gij. gaat nu naar de Akademie... van een handruiter te worden, viel Willem in: citaat (met enkele kleine verschillen) uit Willem van Bergen, Student aan de Leydsche Hoogeschool (18 3 8-1842; dl. r, p. 45-46) van A. Gijsberti Hodenpijl. Zie ook Ophelderingen, 21e-214 en de daarbij behorende annotatie. 2 4- 2 5 ars equitationis: de ruiterkunst. zs maar: hier: en. 28 Bucephalus: het paard van Alexander de Grote. 32 sed oleuin et operam perdidi.• maar ik heb olie en moeite verspild. Citaat uit Plautus, Poenulus, 332. 33 Gerardus Voornius: de rector van de Latijnse school van Willem van Bergen, Gerard van Voorne. 2I2 ANNOTATIES: STUDENTEN-TYPEN
35 36-37 modice: met mate. Het avijndrinken heb ik bij u niet geleerd, hernam Willem, of het moest geweest ijjn in de lautumiae: `in de lautumiae': in de gevangenis. Willem van Bergen werd ooit door de rector opgesloten in de kelder, wist door te dringen tot diens wijnkelder en deed zich tegoed aan de dure wijn. (Gijsberti Hodenpijl, Willem van Bergen, dl. r, p. 37) 38 Sirene: demonisch wezen dat met haar gezang de zeelieden verleidt en betovert, zodat zij te pletter varen op de kust. 38- 39 geen beter raad [...J dan dates het paard tusschen de noren kijkt: bij Hodenpijl is de passage duidelijker doordat hierop volgt: `en niet de dame'. (Gijsberti Hodenpijl, Willem van Bergen, dl. r, p. 46) 43 degelijkheid: betrouwbaarheid. 51 kleine duitsche uitgaafjes van Livius, Horatius en Sophocles: bedoeld zijn de zeer kleine uitgaven van K.C.T. Tauchnitz, boekhandelaar en boekdrukker te Leipzig, gespecialiseerd in uitgaven van het werk van klassieke schrijvers, woordenboeken en bijbels. De door Klikspaan genoemde auteurs stonden in het collegejaar 1840-1841 op het programma voor alle beginnende studenten. Hofman Peerlkamp behandelde tijdens zijn college Latijn de Romeinse geschiedenis van Livius (Ab urbe condita, boekzen 2) en de oden van Horatius; de colleges Grieks van Bake gingen dat jaar onder andere over Antigone van Sophocles. (Studenten-Almanak voor 1841, p. 99-zoo) SZ-S4 een paar werkjes van Jacob de Gelder, die met uitgeslagen platen den jeugdigen kweekeling van Minerva aangrimden: Jacob de Gelder (1765-1848), buitengewoon hoogleraar wiskunde van 1819 tot 1824 en gewoon hoogleraar wis- en natuurkunde van 1824 tot 1840 te Leiden, schreef verschillende schoolboeken voor leerlingen van de Latijnse school, ter voorbereiding op het universitaire onderwijs. Zijn Eerste gronden der meetkunst ten gebruike der Latijnsche scholen en andere kollegien 082 7) en zijn Cosmografische lessen. Een leesboek voor de Nederlandsche jongelingschap (18 3 1) bevatten ingeplakte uitklapbare platen met meetkundige figuren en andere tekeningen. Blijkbaar werden genoemde boeken ook nog op de universiteit gebruikt. Wiskunde stond voor alle beginnende studenten op het programma. (Bijvoegseltot het Staatsblad 1815, I e stuk: Organiek Besluit van 2 augustus 181 5, art. 9 2-93 en 97 -99) (zie afbeelding 56) 58 kwispedoortje: spuugbakje voor rokers. 213 DE STUDENT
- Page 171 and 172: 43 de slender: het geslenter. 43 le
- Page 173 and 174: De joodse bakker kon geïdentificee
- Page 175 and 176: 56 werkzaamheden: verhandelingen, v
- Page 177 and 178: z3i 233 234 234 237 238 240-241 242
- Page 179 and 180: 4.3.i2 IX. DE HOVELING VOORAF Toen
- Page 181 and 182: kennen, het feit dadelijk aangegeve
- Page 183 and 184: 2I-23 waarvan Byron zingen zou: 'Mo
- Page 185 and 186: 242 steentjes raapt langs de oevers
- Page 187 and 188: 454 Schol [heeft] eene huwbare doch
- Page 189 and 190: JOSE I 1 S. CA ACADEMIAE LUGD.-BAT.
- Page 191 and 192: 4 . 3 .1 3 X. DE STUDENT BUITEN DE
- Page 193 and 194: 77 knevek kerel. 78 giert: zwiert,
- Page 195 and 196: 2 35 2 39 stoft' pocht. Philistijn:
- Page 197 and 198: 48. Hotel Maywald (Kleef) 365 Maiwa
- Page 199 and 200: 4 . 3 .1 4 XI. FLANOR VOORAF Herhaa
- Page 201 and 202: I 4 I I-I 2 22 30 32-34 Het `Punchl
- Page 203 and 204: ISI 175 193 194-195 196-198 een war
- Page 205 and 206: 279-280 passe-dixen: `passé' of `p
- Page 207 and 208: 433 Jideele: vrolijke. 460 la Gnogn
- Page 209 and 210: 561 wit: doelwit. S 6z-S79 Hic haec
- Page 211 and 212: 701-705 722 722 729 732 733-734 zij
- Page 213 and 214: 904 918 919 928-929 931-932 manak v
- Page 215 and 216: 9rovtitz. de wel- YR1 c8- 3schik ^
- Page 217 and 218: 1165-1166 het eten [..j dat hoe lan
- Page 219 and 220: N 0 \O . De Leidse gevangenis If ^
- Page 221: 1393-1396 You see bow these fellows
- Page 225 and 226: 7 1 twee prulexamina.• Klikspaan
- Page 227 and 228: Zos Amicitia: de Leidse herensocië
- Page 229 and 230: 4.3.16 BESLUIT MOTTO Si on negoute
- Page 231 and 232: I16-I2I I 24-12ó 133-139 iS3-i6i D
- Page 233 and 234: 4 .4 Annotaties Studentenleven 223
- Page 235 and 236: tussen de regels gelezen. Citaat ui
- Page 237 and 238: 4.4.4 I. DE ACADEMIESTAD MOTTO Il a
- Page 239 and 240: 34-35 stad verdwenen. (Blok, Geschi
- Page 241 and 242: gen van sociale zorg, die meestal e
- Page 243 and 244: 2 33 . Het Academiegebouw I9 DE ACA
- Page 245 and 246: zo6 Teupken: Hendrik Wilhelm Teupke
- Page 247 and 248: 3 r r spionne jer kleine spiegel bu
- Page 249 and 250: 32 staat het aangeplakt mededelinge
- Page 251 and 252: 148-1 52 fa, hij gaat zelfs ióó v
- Page 253 and 254: 224 hondenribben: zie Ophelderingen
- Page 255 and 256: 376-377 379-393 245 COLLEGIE 22) Bu
- Page 257 and 258: 62. Colle e aal van Schrant
- Page 259 and 260: 426-427 Daar pakken rich al de facu
- Page 261 and 262: 472 Et quid est thesaurus: En wat i
- Page 263 and 264: 4.4.6 III. EXAMEN VOORAF In deze af
- Page 265 and 266: waarin de Hondsster tegelijk met de
- Page 267 and 268: 289-290 Daar volgens Artikel ro¢ d
- Page 269 and 270: college van curatoren (de raad van
- Page 271 and 272: :.•,,•,r;•; ^:: •'•;,:..:
35<br />
36-37<br />
modice: met mate.<br />
Het avijndrinken heb ik bij u niet geleerd, hernam Willem, of het moest geweest ijjn in de<br />
lautumiae: `in de lautumiae': in de gevangenis. Willem van Bergen werd ooit<br />
door de rector opgesloten in de kelder, wist door te dringen tot diens wijnkelder<br />
en deed zich tegoed aan de dure wijn. (Gijsberti Hodenpijl, Willem van Bergen,<br />
dl. r, p. 37)<br />
38 Sirene: demonisch wezen dat met haar gezang de zeelieden verleidt en betovert,<br />
zodat zij te pletter varen op de kust.<br />
38- 39 geen beter raad [...J dan dates het paard tusschen de noren kijkt: bij Hodenpijl is de<br />
passage duidelijker doordat hierop volgt: `en niet de dame'. (Gijsberti Hodenpijl,<br />
Willem van Bergen, dl. r, p. 46)<br />
43 degelijkheid: betrouwbaarheid.<br />
51 kleine duitsche uitgaafjes van Livius, Horatius en Sophocles: bedoeld zijn de zeer kleine<br />
uitgaven van K.C.T. Tauchnitz, boekhandelaar en boekdrukker te Leipzig,<br />
gespecialiseerd in uitgaven van het werk van klassieke schrijvers, woordenboeken<br />
en bijbels. De door Klikspaan genoemde auteurs stonden in het collegejaar<br />
1840-1841 op het programma voor alle beginnende studenten. Hofman<br />
Peerlkamp behandelde tijdens zijn college Latijn de Romeinse geschiedenis<br />
van Livius (Ab urbe condita, boekzen 2) en de oden van Horatius; de colleges<br />
Grieks van Bake gingen dat jaar onder andere over Antigone van Sophocles.<br />
(Studenten-Almanak voor 1841, p. 99-zoo)<br />
SZ-S4<br />
een paar werkjes van Jacob de Gelder, die met uitgeslagen platen den jeugdigen kweekeling<br />
van Minerva aangrimden: Jacob de Gelder (1765-1848), buitengewoon hoogleraar<br />
wiskunde van 1819 tot 1824 en gewoon hoogleraar wis- en natuurkunde van<br />
1824 tot 1840 te Leiden, schreef verschillende schoolboeken voor leerlingen<br />
van de Latijnse school, ter voorbereiding op het universitaire onderwijs. Zijn<br />
Eerste gronden der meetkunst ten gebruike der Latijnsche scholen en andere kollegien<br />
082 7) en zijn Cosmografische lessen. Een leesboek voor de Nederlandsche jongelingschap<br />
(18 3 1) bevatten ingeplakte uitklapbare platen met meetkundige figuren en andere<br />
tekeningen. Blijkbaar werden genoemde boeken ook nog op de universiteit<br />
gebruikt. Wiskunde stond voor alle beginnende studenten op het programma.<br />
(Bijvoegseltot het Staatsblad 1815, I e stuk: Organiek Besluit van 2 augustus<br />
181 5, art. 9 2-93 en 97 -99) (zie afbeelding 56)<br />
58 kwispedoortje: spuugbakje voor rokers.<br />
213 DE STUDENT