Download deel 2 - Textualscholarship.nl
Download deel 2 - Textualscholarship.nl Download deel 2 - Textualscholarship.nl
490 king dat Koormberg `de heimelijk hulp van zekeren medischen smid' (r. 492) moest inroepen, gesuggereerd dat hij een geslachtsziekte heeft opgelopen. consilium abeundi: verwijdering van de universiteit; letterlijk: raad om te vertrekken. ISO ANNOTATIES: STUDENTEN-TYPEN
4 . 3 .1 3 X. DE STUDENT BUITEN DE ACADEMIESTAD VOORAF Delen van deze schets zijn geschreven door Samuel Constant Snellen van Vollenhoven (r 8 I 6-z 880), vanaf r 834 student in de rechten te Leiden. (Dyserinck, Studentenleven in de literatuur, p. 49- 5 1 en S 4- 5 5 ; Ophelderingen, 217-220) Het betreft het begin van de schets (waarschijnlijk tot en met r. 4 3), de beide versjes (r. 186-203 en r. 207-244/247-276) en het afsluitende deel, waarschijnlijk vanaf r. 286. MOTTO Intra mums peccatur, et extra: zowel binnen als buiten de muren wordt gezondigd. Citaat uit Horatius, Epictulae r, ii, 16. zo Tantaliden: legendarische afstammelingen van Tantalus, zoon van Zeus; hier waarschijnlijk in algemene zin gebruikt voor mythische helden. 1 4 klapdutters: de stad werd 's nachts bewaakt door klapwakers, die zo werden genoemd naar de ratelende klap waarmee zij om het uur hun aanwezigheid kenbaar maakten en waarmee zij bij onraad of ongeregeldheden alarm konden slaan. Uit een politierapport van 1842 komt naar voren dat de wachters vanwege oververmoeidheid slecht functioneerden. Zij werden zo slecht betaald dat ze genoodzaakt waren ook overdag een beroep uit te oefenen. Daardoor waren ze 's nachts `te afgemat, te vermoeid, te slaperig' om hun werk naar behoren te doen. Ze liepen snel hun ronde, riepen het uur af, om vervolgens weer uit te rusten in hun wachthuizen. (GA Leiden: Secretarie-archief r 81 6i 851: Notulen B&W, 7 april 1842: bijlage 75) 15 2I -22 24-25 Tunasis: [tupteis]: jij slaat. En de pet -Kegt coquet - Op één oor, -Zwiert de breede straten door: niet gevonden. welk een schitterende Oreool! boo als van der Hoop in ene grap tegen van Speyk schrijft.• Klikspaan verwijst in de Ophelderingen, 146-1 5 1 naar `Van Speyk, eene winter-fantazy' (1840) van Adriaan van der Hoop jr., een lofzang op de Nederlandse marineofficier Jan Carel Josephus van Speyk (1802-18 3 1) en diens heldenrol tijdens de Belgische Opstand. In de geciteerde regels stelt Van Speyk zich voor hoe hij vereerd zal worden: `Daar ziet hij – maar met ernstige oogen, (?)/'t Hoofd met een Oreool omkranst, [...]'. Het vraagteken na `ernstige oogen' en de cursivering van `OreooP zijn van de hand van Klikspaan en waarschijnlijk spreekt hij van een `grap tegen van Speyk' vanwege het hier geponeerde droombeeld van Van Speyk als heilige: Van der Hoop tooit de strijder tegen het katholieke zuiden met een bij uitstek katholiek symbool. (Van der Hoop jr., Gedichten, [dl. 2], p. 8 r) IóI DE STUDENT BUITEN DE ACADEMIESTAD
- Page 139 and 140: 447 rich redden boo als ijj kunnen:
- Page 141 and 142: 524 korneje.• plooimutsje voor vr
- Page 143 and 144: 618 de Eendragt: koffiehuis aan de
- Page 145 and 146: I 3 5 DE STUDENT-AUTHEUR
- Page 147 and 148: 722-723 patro dilectissimo: moet zi
- Page 149 and 150: 781-782 quid fern recusent,/Quid va
- Page 151 and 152: 83 S Quamvis, si liberum esset, nol
- Page 153 and 154: Morro Geen roem wacht eiken Muzenoo
- Page 155 and 156: 15-16 lamzalig als de totebel van d
- Page 157 and 158: z zo Hoogstraten, een banketbakker:
- Page 159 and 160: 283-284 de oudste on^erHoogescholen
- Page 161 and 162: 362 364 366 374 381-382 384 403-404
- Page 163 and 164: 8 7traiteren: treiteren. 90 pretext
- Page 165 and 166: áf8-163 de laatste prent van de Kr
- Page 167 and 168: 22 7die van prins Napoleon: prins K
- Page 169 and 170: 3 8 3 eigen gatjes kinderen: egoïs
- Page 171 and 172: 43 de slender: het geslenter. 43 le
- Page 173 and 174: De joodse bakker kon geïdentificee
- Page 175 and 176: 56 werkzaamheden: verhandelingen, v
- Page 177 and 178: z3i 233 234 234 237 238 240-241 242
- Page 179 and 180: 4.3.i2 IX. DE HOVELING VOORAF Toen
- Page 181 and 182: kennen, het feit dadelijk aangegeve
- Page 183 and 184: 2I-23 waarvan Byron zingen zou: 'Mo
- Page 185 and 186: 242 steentjes raapt langs de oevers
- Page 187 and 188: 454 Schol [heeft] eene huwbare doch
- Page 189: JOSE I 1 S. CA ACADEMIAE LUGD.-BAT.
- Page 193 and 194: 77 knevek kerel. 78 giert: zwiert,
- Page 195 and 196: 2 35 2 39 stoft' pocht. Philistijn:
- Page 197 and 198: 48. Hotel Maywald (Kleef) 365 Maiwa
- Page 199 and 200: 4 . 3 .1 4 XI. FLANOR VOORAF Herhaa
- Page 201 and 202: I 4 I I-I 2 22 30 32-34 Het `Punchl
- Page 203 and 204: ISI 175 193 194-195 196-198 een war
- Page 205 and 206: 279-280 passe-dixen: `passé' of `p
- Page 207 and 208: 433 Jideele: vrolijke. 460 la Gnogn
- Page 209 and 210: 561 wit: doelwit. S 6z-S79 Hic haec
- Page 211 and 212: 701-705 722 722 729 732 733-734 zij
- Page 213 and 214: 904 918 919 928-929 931-932 manak v
- Page 215 and 216: 9rovtitz. de wel- YR1 c8- 3schik ^
- Page 217 and 218: 1165-1166 het eten [..j dat hoe lan
- Page 219 and 220: N 0 \O . De Leidse gevangenis If ^
- Page 221 and 222: 1393-1396 You see bow these fellows
- Page 223 and 224: 35 36-37 modice: met mate. Het avij
- Page 225 and 226: 7 1 twee prulexamina.• Klikspaan
- Page 227 and 228: Zos Amicitia: de Leidse herensocië
- Page 229 and 230: 4.3.16 BESLUIT MOTTO Si on negoute
- Page 231 and 232: I16-I2I I 24-12ó 133-139 iS3-i6i D
- Page 233 and 234: 4 .4 Annotaties Studentenleven 223
- Page 235 and 236: tussen de regels gelezen. Citaat ui
- Page 237 and 238: 4.4.4 I. DE ACADEMIESTAD MOTTO Il a
- Page 239 and 240: 34-35 stad verdwenen. (Blok, Geschi
490<br />
king dat Koormberg `de heimelijk hulp van zekeren medischen smid' (r. 492)<br />
moest inroepen, gesuggereerd dat hij een geslachtsziekte heeft opgelopen.<br />
consilium abeundi: verwijdering van de universiteit; letterlijk: raad om te vertrekken.<br />
ISO ANNOTATIES: STUDENTEN-TYPEN