Download deel 2 - Textualscholarship.nl
Download deel 2 - Textualscholarship.nl Download deel 2 - Textualscholarship.nl
lijkt alsof de pijp een broek aanheeft. Een gouwenaar of Goudse pijp is een witte stenen pijp uit één stuk, verkrijgbaar in allerlei maten. De handige korte pijpjes heten `stompjes'. 115 de Societeit: de sociëteit Minerva. 11 7 cornfoortje: toestelletje om pijpen aan te steken. 120 aterling onmens. 128-129 gehoor [...] voor de groote harmoniën der schepping: zinspeling op de `harmonie der sferen', de samenklank van het heelal die volgens de Pythagoreeërs ontstaat uit de beweging van de hemellichamen. 1 3 2-1 33 degelijkheid: oprechtheid. 142 het tweede deel van den Jood van Spindler: in 1829 verscheen de driedelige roman De Jood. Een redekundig tafereel uit het begin der vijftiende eeuw, een vertaling uit het Duits van Der Jude. Deutsches Sittengemdlde aus der ersten Hdlfte desfiinf^ehnten Jahrhunderts (I 827) van Carl Spindler (1796-i 85 5). 144 tot ijjn gerief.• namelijk op het toilet, `het gemak'. Ook het vervolg suggereert dat Bivalva het boek als wc-papier gebruikt. 1 44- 1 45 Het boek dag er uit als de dief delf, overal met smetten en scheuren: `de dief zelf': Bivalva (die het boek steelt) en Veit van Leuenberg, de roofridder uit Spindlers roman. Van Leuenberg draagt versleten kleren en ziet er vies en smoezelig uit. Bivalva lijkt in meerdere opzichten op hem: Van Leuenberg wordt gekarakteriseerd als lastig, ontevreden en bovenal lui. (Spindler, De Jood, dl. 2, p. 150- I 5 5) 147 woord: leus. 1 4 8 ad rerum: moet zijn `ad rem'. 1 5 0 het op [...] af te leggen: volkomen te mislukken in. 1 5 2-1 53 was [...] met [...]gebruid.• zat opgescheept met. 1 53 nonens: prul; letterlijk: niet bestaande (non ens). 164 ANNOTATIES: STUDENTEN-TYPEN
56 werkzaamheden: verhandelingen, voordrachten, improvisaties en dergelijke, die bij toerbeurt door de leden van een dispuut werden gehouden. (Slagter, `Een Leids studentendispuut in de vorige eeuw', p. 132) 157 chocolade: een dispuutavond werd afgesloten met een maaltijd van broodjes, cakejes en grote hoeveelheden warme chocolademelk. (Brom, Omkeer in 't studenteleven, p. 63) 159 een goed lid voorde kas: de kas werd onder andere gespekt met boetes voor niet verrichte werkzaamheden. (Slagter, `Een Leids studentendispuut in de vorige eeuw', p. 132) 163 Cicero: de officiis: een filosofisch werk uit 44 v. Chr. van de Romeinse schrijver en redenaar Marcus Tullius Cicero (106-43 v Chr.). De officiis (Over de plichten) behoorde niet tot het verplichte programma van de Latijnse school; er moest wel ander werk van Cicero behandeld worden. (Bijvoegsel tot het Staatsblad 1816, restuk: Reglement `der Latijnsche scholen' van zo april 1816, art. 12, 18, 24 en 28) 168 Bijou, Smous wil ik zeggen: Klikspaan herstelt: de hond van Bivalva is geen bijzondere rashond, maar een ordinaire, langharige smoushond. 1 7 2 sverendig.• waarachtig. 1 7 6 pierreuse: hoer van het laagste allooi. Zie ook Ophelderingen, 1i6-i2z en de daarbij behorende annotatie. 176-177 Thersiten: gedrochten. Naar Thersites, de afzichtelijke en kwaadaardige Griek, die deelnam aan de tocht tegen Troje. 1 77 -1 78 achter de pomp van de ruïne: achter het kanon van de Ruïne, een groot, open terrein bij de Steenschuur, ontstaan in 180 7 als gevolg van de ontploffing van een met kruit geladen schip. De Ruïne was Leidens bekendste tippelzone. (Dethmar, Freundliche Erinnerung an Holland, p. 93; Otgaar en Van Schaik, `Bordeelhoud(st)ers in Leiden 185 3 -18 75 ', p. 55) Het kanon stond er sinds i814. 182 het wakende Haantje: café in de Vrouwesteeg, wijk 4, nr. 148 (nu nr. r6). (GA Leiden: Secretarie-archief 1816- r 851: Register der Patentschuldigen 1839) 182-183 op het Doelengrach je bij Servaas: Hendrik Philip Servaas (1792-1858) had een café op de hoek van de Groenhazengracht en de Doelengracht (wijk z, nr. 227, nu 165 BIVALVA
- Page 123 and 124: 351 357 368 374 374 374 375 381-382
- Page 125 and 126: 387 387 389 390-391 391 397-39g 399
- Page 127 and 128: 4.3.8 V. DE STUDENT-AUTHEUR VOORAF
- Page 129 and 130: 29. Frederik Cornelis van der Meer
- Page 131 and 132: I 8 S4) verscheen in de vierde jaar
- Page 133 and 134: 69-70 de bak met zijn gezigt naar h
- Page 135 and 136: 2 39 cocagnemast: hoge, gladgemaakt
- Page 137 and 138: 381-382 dan werpt hij rich [...] in
- Page 139 and 140: 447 rich redden boo als ijj kunnen:
- Page 141 and 142: 524 korneje.• plooimutsje voor vr
- Page 143 and 144: 618 de Eendragt: koffiehuis aan de
- Page 145 and 146: I 3 5 DE STUDENT-AUTHEUR
- Page 147 and 148: 722-723 patro dilectissimo: moet zi
- Page 149 and 150: 781-782 quid fern recusent,/Quid va
- Page 151 and 152: 83 S Quamvis, si liberum esset, nol
- Page 153 and 154: Morro Geen roem wacht eiken Muzenoo
- Page 155 and 156: 15-16 lamzalig als de totebel van d
- Page 157 and 158: z zo Hoogstraten, een banketbakker:
- Page 159 and 160: 283-284 de oudste on^erHoogescholen
- Page 161 and 162: 362 364 366 374 381-382 384 403-404
- Page 163 and 164: 8 7traiteren: treiteren. 90 pretext
- Page 165 and 166: áf8-163 de laatste prent van de Kr
- Page 167 and 168: 22 7die van prins Napoleon: prins K
- Page 169 and 170: 3 8 3 eigen gatjes kinderen: egoïs
- Page 171 and 172: 43 de slender: het geslenter. 43 le
- Page 173: De joodse bakker kon geïdentificee
- Page 177 and 178: z3i 233 234 234 237 238 240-241 242
- Page 179 and 180: 4.3.i2 IX. DE HOVELING VOORAF Toen
- Page 181 and 182: kennen, het feit dadelijk aangegeve
- Page 183 and 184: 2I-23 waarvan Byron zingen zou: 'Mo
- Page 185 and 186: 242 steentjes raapt langs de oevers
- Page 187 and 188: 454 Schol [heeft] eene huwbare doch
- Page 189 and 190: JOSE I 1 S. CA ACADEMIAE LUGD.-BAT.
- Page 191 and 192: 4 . 3 .1 3 X. DE STUDENT BUITEN DE
- Page 193 and 194: 77 knevek kerel. 78 giert: zwiert,
- Page 195 and 196: 2 35 2 39 stoft' pocht. Philistijn:
- Page 197 and 198: 48. Hotel Maywald (Kleef) 365 Maiwa
- Page 199 and 200: 4 . 3 .1 4 XI. FLANOR VOORAF Herhaa
- Page 201 and 202: I 4 I I-I 2 22 30 32-34 Het `Punchl
- Page 203 and 204: ISI 175 193 194-195 196-198 een war
- Page 205 and 206: 279-280 passe-dixen: `passé' of `p
- Page 207 and 208: 433 Jideele: vrolijke. 460 la Gnogn
- Page 209 and 210: 561 wit: doelwit. S 6z-S79 Hic haec
- Page 211 and 212: 701-705 722 722 729 732 733-734 zij
- Page 213 and 214: 904 918 919 928-929 931-932 manak v
- Page 215 and 216: 9rovtitz. de wel- YR1 c8- 3schik ^
- Page 217 and 218: 1165-1166 het eten [..j dat hoe lan
- Page 219 and 220: N 0 \O . De Leidse gevangenis If ^
- Page 221 and 222: 1393-1396 You see bow these fellows
- Page 223 and 224: 35 36-37 modice: met mate. Het avij
56 werkzaamheden: verhandelingen, voordrachten, improvisaties en dergelijke, die<br />
bij toerbeurt door de leden van een dispuut werden gehouden. (Slagter, `Een<br />
Leids studentendispuut in de vorige eeuw', p. 132)<br />
157 chocolade: een dispuutavond werd afgesloten met een maaltijd van broodjes,<br />
cakejes en grote hoeveelheden warme chocolademelk. (Brom, Omkeer in 't studenteleven,<br />
p. 63)<br />
159 een goed lid voorde kas: de kas werd onder andere gespekt met boetes voor niet<br />
verrichte werkzaamheden. (Slagter, `Een Leids studentendispuut in de vorige<br />
eeuw', p. 132)<br />
163 Cicero: de officiis: een filosofisch werk uit 44 v. Chr. van de Romeinse schrijver<br />
en redenaar Marcus Tullius Cicero (106-43 v Chr.). De officiis (Over de plichten)<br />
behoorde niet tot het verplichte programma van de Latijnse school; er<br />
moest wel ander werk van Cicero behandeld worden. (Bijvoegsel tot het Staatsblad<br />
1816, restuk: Reglement `der Latijnsche scholen' van zo april 1816, art. 12, 18,<br />
24 en 28)<br />
168 Bijou, Smous wil ik zeggen: Klikspaan herstelt: de hond van Bivalva is geen bijzondere<br />
rashond, maar een ordinaire, langharige smoushond.<br />
1 7 2 sverendig.• waarachtig.<br />
1 7 6 pierreuse: hoer van het laagste allooi. Zie ook Ophelderingen, 1i6-i2z en de<br />
daarbij behorende annotatie.<br />
176-177 Thersiten: gedrochten. Naar Thersites, de afzichtelijke en kwaadaardige Griek,<br />
die <strong>deel</strong>nam aan de tocht tegen Troje.<br />
1 77 -1 78 achter de pomp van de ruïne: achter het kanon van de Ruïne, een groot, open terrein<br />
bij de Steenschuur, ontstaan in 180 7 als gevolg van de ontploffing van een<br />
met kruit geladen schip. De Ruïne was Leidens bekendste tippelzone. (Dethmar,<br />
Freundliche Erinnerung an Holland, p. 93; Otgaar en Van Schaik, `Bor<strong>deel</strong>houd(st)ers<br />
in Leiden 185 3 -18 75 ', p. 55) Het kanon stond er sinds i814.<br />
182 het wakende Haantje: café in de Vrouwesteeg, wijk 4, nr. 148 (nu nr. r6). (GA<br />
Leiden: Secretarie-archief 1816- r 851: Register der Patentschuldigen 1839)<br />
182-183 op het Doelengrach je bij Servaas: Hendrik Philip Servaas (1792-1858) had een café<br />
op de hoek van de Groenhazengracht en de Doelengracht (wijk z, nr. 227, nu<br />
165 BIVALVA