Download deel 2 - Textualscholarship.nl
Download deel 2 - Textualscholarship.nl Download deel 2 - Textualscholarship.nl
cier van Minerva jaarlijks verheugd werd met een kleine bijdrage van de sociëteit. (Beelaerts van Blokland, Minerva, p. 25) Alexander Ver Huell vereeuwigde de koopman op de prent `HazardspeP (1846) met een grote bundel rottingen op zijn rug en oude kleding in zijn hand. (Studentenschetsen, [p. z z 7]) Mozes zou tevens geldschieter zijn: Almanakplaten beelden hem af met een zak geld of we zien hoe hij bij een student verhaal komt halen. De Almanakprenten dateren uit 1845, 1861, 186 5 en zelfs 1883 en men mag er dan ook van uitgaan dat stokke-Mozes op een gegeven moment – de editeurs van de Almanakplaten opperen dit in zijn algemeenheid –eerder een begrip was dan een levensecht persoon. (Le Coultre en Frankel, De platen bij de Leidse Studenten Almanak, plaat I84 5 , 1861.2, 1865 en 188 3 ; toelichting op p. 2 3 , 3 9, 44 en 64) 8. Stokke Mo es rechts en Bolus links in x861 3 ^ 78 gelik Bolus zijne groene trommek Izaak Abraham Lassier (ca. i800-?) was bolusbakker op de Garenmarkt, wijk z, nr. zoo (nu nr. 5). (GA Leiden: BR en ss) De bijnaam Bolus had hij te danken aan de `stroopige gebakjes, dagelijks door hem, op den overloop der academietrap, der collegegrage jeugd in de tusschenkwartieren uit een groenen trommel ter versnapering te koop geboden'. (Hildebrand, Camera obscura, dl. z, p. 321) 39. Trommel van Bolus 16 2ANNOTATIES: STUDENTEN-TYPEN
De joodse bakker kon geïdentificeerd worden dankzij het gedicht `Bolus' in de Studenten Almanak voor dij, p. 174-179, waarvan strofe 2 9 luidt: `Maar vreest niet, Jan Lassier, geen nood,/Want eer krijgt de redactie/Een stuk in, eer men na uw dood,/Nog waarlijk uw gebak zie!'. In de Leydsche Courant van 1 9 juli 1841 plaatste Lassier een bericht over de verkoop van `bolussen, beulingen en ander gebak'. Ook Bolus zien we afgebeeld op verschillende Almanakprenten. (Le Coultre en Frankel, De platen bij de Leidse Studenten Almanak, plaat r 8 S 3.z, 1861.2 en 1867.1; toelichting op p. 3 3, 39 en 46) •,` De pndergeceekende berige bij deze zijnen geëerden Begunstigen, dat hij voortgaat BOLUSSEN, BEULINGEN en ander GEBAK In en rondom de Stad te debiteren en dat hij niemand heeft aangesteld, die op zijnen Naam voornoemde Gebakken kan verkoopgin; hij verzoekt tevens Bestellingen en Gelden alleen aan hem zelven of ten zijneuhuize te bezorgen. J. A. LASSIER, Garenmartc, Wijf II N°. zoo, te Leyden. 4o. Reclame voor producten van Cassier Bolus 78 Toon Muller: Lambertus Antonie Muller (v7-i 84 9), kortweg Toon genaamd, was 27 jaar in dienst van sociëteit Minerva. Tot de verhuizing naar het Rapenburg in 18 37 was hij bediende, daarna vervulde hij de functie van kastelein. (Beelaerts van Blokland, Minerva, p. 29 en 34- 35 ; GA Leiden: BR en BS) 8o het staartstuk van Diihler: de Italiaanse pianist Theodor Dóhler (1814-1856) maakte sinds 1837 succesvolle tournees door Europa; op i5 februari 1840 trad hij op in de Stadsgehoorzaal in Leiden. (Lejidsche Courant, 12 en 1 4 februari I 840) staartstuk: vleugelpiano. 85 far niente: niets doen. 89 laat de lever nog eens schudden: maakt nog eens aan het lachen. 90 coulessen: calèches of kalessen: lichte, open rijtuigen op vier wielen. 106 bouffante: lange, meestal wollen das. 109 hetgebroekte stompje gouwenaar: `Le bout de pipe culottée zou men vertalen', schrijft Klikspaan in de Ophelderingen, 114: het uiteinde van de doorgerookte pijp. Met andere woorden: door het vele roken is de kop zo bruin geworden dat het 16 3 BIVALVA
- Page 121 and 122: 3 r r Macassar-olie van Xosvland.
- Page 123 and 124: 351 357 368 374 374 374 375 381-382
- Page 125 and 126: 387 387 389 390-391 391 397-39g 399
- Page 127 and 128: 4.3.8 V. DE STUDENT-AUTHEUR VOORAF
- Page 129 and 130: 29. Frederik Cornelis van der Meer
- Page 131 and 132: I 8 S4) verscheen in de vierde jaar
- Page 133 and 134: 69-70 de bak met zijn gezigt naar h
- Page 135 and 136: 2 39 cocagnemast: hoge, gladgemaakt
- Page 137 and 138: 381-382 dan werpt hij rich [...] in
- Page 139 and 140: 447 rich redden boo als ijj kunnen:
- Page 141 and 142: 524 korneje.• plooimutsje voor vr
- Page 143 and 144: 618 de Eendragt: koffiehuis aan de
- Page 145 and 146: I 3 5 DE STUDENT-AUTHEUR
- Page 147 and 148: 722-723 patro dilectissimo: moet zi
- Page 149 and 150: 781-782 quid fern recusent,/Quid va
- Page 151 and 152: 83 S Quamvis, si liberum esset, nol
- Page 153 and 154: Morro Geen roem wacht eiken Muzenoo
- Page 155 and 156: 15-16 lamzalig als de totebel van d
- Page 157 and 158: z zo Hoogstraten, een banketbakker:
- Page 159 and 160: 283-284 de oudste on^erHoogescholen
- Page 161 and 162: 362 364 366 374 381-382 384 403-404
- Page 163 and 164: 8 7traiteren: treiteren. 90 pretext
- Page 165 and 166: áf8-163 de laatste prent van de Kr
- Page 167 and 168: 22 7die van prins Napoleon: prins K
- Page 169 and 170: 3 8 3 eigen gatjes kinderen: egoïs
- Page 171: 43 de slender: het geslenter. 43 le
- Page 175 and 176: 56 werkzaamheden: verhandelingen, v
- Page 177 and 178: z3i 233 234 234 237 238 240-241 242
- Page 179 and 180: 4.3.i2 IX. DE HOVELING VOORAF Toen
- Page 181 and 182: kennen, het feit dadelijk aangegeve
- Page 183 and 184: 2I-23 waarvan Byron zingen zou: 'Mo
- Page 185 and 186: 242 steentjes raapt langs de oevers
- Page 187 and 188: 454 Schol [heeft] eene huwbare doch
- Page 189 and 190: JOSE I 1 S. CA ACADEMIAE LUGD.-BAT.
- Page 191 and 192: 4 . 3 .1 3 X. DE STUDENT BUITEN DE
- Page 193 and 194: 77 knevek kerel. 78 giert: zwiert,
- Page 195 and 196: 2 35 2 39 stoft' pocht. Philistijn:
- Page 197 and 198: 48. Hotel Maywald (Kleef) 365 Maiwa
- Page 199 and 200: 4 . 3 .1 4 XI. FLANOR VOORAF Herhaa
- Page 201 and 202: I 4 I I-I 2 22 30 32-34 Het `Punchl
- Page 203 and 204: ISI 175 193 194-195 196-198 een war
- Page 205 and 206: 279-280 passe-dixen: `passé' of `p
- Page 207 and 208: 433 Jideele: vrolijke. 460 la Gnogn
- Page 209 and 210: 561 wit: doelwit. S 6z-S79 Hic haec
- Page 211 and 212: 701-705 722 722 729 732 733-734 zij
- Page 213 and 214: 904 918 919 928-929 931-932 manak v
- Page 215 and 216: 9rovtitz. de wel- YR1 c8- 3schik ^
- Page 217 and 218: 1165-1166 het eten [..j dat hoe lan
- Page 219 and 220: N 0 \O . De Leidse gevangenis If ^
- Page 221 and 222: 1393-1396 You see bow these fellows
De joodse bakker kon geïdentificeerd worden dankzij het gedicht `Bolus' in de<br />
Studenten Almanak voor dij, p. 174-179, waarvan strofe 2 9 luidt: `Maar vreest<br />
niet, Jan Lassier, geen nood,/Want eer krijgt de redactie/Een stuk in, eer men<br />
na uw dood,/Nog waarlijk uw gebak zie!'. In de Leydsche Courant van 1 9 juli<br />
1841 plaatste Lassier een bericht over de verkoop van `bolussen, beulingen en<br />
ander gebak'. Ook Bolus zien we afgebeeld op verschillende Almanakprenten.<br />
(Le Coultre en Frankel, De platen bij de Leidse Studenten Almanak, plaat r 8 S 3.z,<br />
1861.2 en 1867.1; toelichting op p. 3 3, 39 en 46)<br />
•,` De pndergeceekende berige bij deze zijnen geëerden Begunstigen,<br />
dat hij voortgaat BOLUSSEN, BEULINGEN en ander GEBAK In en<br />
rondom de Stad te debiteren en dat hij niemand heeft aangesteld, die op<br />
zijnen Naam voornoemde Gebakken kan verkoopgin; hij verzoekt tevens<br />
Bestellingen en Gelden alleen aan hem zelven of ten zijneuhuize te bezorgen.<br />
J. A. LASSIER, Garenmartc, Wijf II N°. zoo, te Leyden.<br />
4o. Reclame voor producten van Cassier Bolus<br />
78 Toon Muller: Lambertus Antonie Muller (v7-i 84 9), kortweg Toon genaamd,<br />
was 27 jaar in dienst van sociëteit Minerva. Tot de verhuizing naar het Rapenburg<br />
in 18 37 was hij bediende, daarna vervulde hij de functie van kastelein.<br />
(Beelaerts van Blokland, Minerva, p. 29 en 34- 35 ; GA Leiden: BR en BS)<br />
8o het staartstuk van Diihler: de Italiaanse pianist Theodor Dóhler (1814-1856)<br />
maakte sinds 1837 succesvolle tournees door Europa; op i5 februari 1840 trad<br />
hij op in de Stadsgehoorzaal in Leiden. (Lejidsche Courant, 12 en 1 4 februari<br />
I 840)<br />
staartstuk: vleugelpiano.<br />
85 far niente: niets doen.<br />
89 laat de lever nog eens schudden: maakt nog eens aan het lachen.<br />
90 coulessen: calèches of kalessen: lichte, open rijtuigen op vier wielen.<br />
106 bouffante: lange, meestal wollen das.<br />
109 hetgebroekte stompje gouwenaar: `Le bout de pipe culottée zou men vertalen', schrijft<br />
Klikspaan in de Ophelderingen, 114: het uiteinde van de doorgerookte pijp.<br />
Met andere woorden: door het vele roken is de kop zo bruin geworden dat het<br />
16 3 BIVALVA