Neerslagreacties in 45A? - Nvon
Neerslagreacties in 45A? - Nvon
Neerslagreacties in 45A? - Nvon
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
402<br />
<strong>Neerslagreacties</strong> <strong>in</strong> <strong>45A</strong>?<br />
Bij het scheikundeonderwijs <strong>in</strong> de bovenbouw havo en vwo is B<strong>in</strong>as tabel <strong>45A</strong> één van de meest<br />
gebruikte tabellen, vooral vanwege het thema neerslagreactie. De overkoepelende titel voor tabel <strong>45A</strong>,<br />
B en C is echter Oplosbaarheid van vaste stoffen en vloeistoffen en bij <strong>45A</strong> staat vermeld: Zouten <strong>in</strong> water:<br />
schematisch overzicht (Verkerk, 2004). Reden om te kijken welke scheikunde <strong>in</strong> tabel <strong>45A</strong> staat.<br />
■ Michiel Vogelezang / Radboud Universiteit Nijmegen<br />
Lege plaatsen<br />
Het kan opvallen dat <strong>in</strong> tabel <strong>45A</strong> een aantal<br />
plaatsen leeg zijn, bijvoorbeeld voor de<br />
ionencomb<strong>in</strong>aties Fe3+ en I- , Cu2+ en I- ,<br />
Ag + en OH- . Dit roept bij leerl<strong>in</strong>gen vaak<br />
de vraag op wat dit betekent. Het antwoord<br />
dat het betreffende zout niet<br />
bestaat, is voor veel leerl<strong>in</strong>gen vreemd:<br />
een zout dat niet bestaat, terwijl de ionen<br />
ervan wel bestaan! De reden voor het nietbestaan<br />
van een zout is niet <strong>in</strong> alle gevallen<br />
dezelfde. Bij ijzer(III)jodide en<br />
koper(II)jodide zal het positieve ion het<br />
negatieve ion oxideren, <strong>in</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g<br />
met de volgorde van de betreffende<br />
redoxkoppels <strong>in</strong> tabel 48. Overigens kunnen<br />
we niet algemeen zeggen dat als een<br />
ionogene oxidator en reductor met elkaar<br />
kunnen reageren volgens tabel 48, de<br />
daaruit samen te stellen b<strong>in</strong>aire stof niet<br />
zal bestaan. De comb<strong>in</strong>aties Ag + en I- of<br />
Hg2+ en I- of Hg + en I- zijn voorbeelden die<br />
wel tot bestaande, stabiele, zouten leiden.<br />
Een voorbeeld dat gegevens uit tabellen<br />
niet klakkeloos moeten worden gebruikt<br />
(van der Ent, 1996).<br />
Bij de comb<strong>in</strong>atie Ag + en OH- treedt een<br />
andere soort reactie op:<br />
2 AgOH Ag2O + H2O.<br />
Terzijde zij opgemerkt<br />
dat als de temperatuur iets hoger<br />
wordt dan gebruikelijk <strong>in</strong> Nederland, iets<br />
soortgelijks gebeurt met Cu(OH)2:<br />
Cu(OH)2 CuO + H2O een bekende reactie<br />
uit een veel toegepaste koperkr<strong>in</strong>gloop.<br />
Niet iedere comb<strong>in</strong>atie leidt tot<br />
een bestaand zout<br />
Een niet lege plaats wil overigens niet zeggen<br />
dat het zout gemakkelijk commercieel<br />
verkrijgbaar is, zoals kan blijken bij<br />
ijzer(II)nitraat.<br />
Reageren met water<br />
Bij een aantal comb<strong>in</strong>aties van ionen is<br />
NVOX november 2009<br />
aangegeven dat er een reactie met water<br />
optreedt. Bekend zijn de reacties van de<br />
alkali- en aardalkali-oxiden met water tot<br />
de overeenkomstige positieve (aard)alkali-ionen<br />
en het hydroxide-ion, waar net als<br />
bij Al2S3 of Al2(CO3)3 een zuur-base-reactie<br />
volgens Brønsted optreedt:<br />
Hier reageert het gehydrateerde alum<strong>in</strong>ium-ion<br />
als zuur en het sulfide-, resp. het<br />
carbonaat-ion als base (zie tabel 49). Er<br />
stelt zich geen evenwicht <strong>in</strong> omdat het<br />
gevormde H2S of CO2 als gas ontwijkt.<br />
Een soortgelijke reactie treedt op bij<br />
ijzer(III)carbonaat. Hier past een opmerk<strong>in</strong>g,<br />
want wanneer je roest <strong>in</strong> zoutzuur<br />
doet, dan ontstaat er een gele oploss<strong>in</strong>g<br />
die op de aanwezigheid van Fe3+ Al2S3 + 6 H2O 2 Al(OH)3 + 3 H2S<br />
Al2(CO3)3 + 3 H2O 2 Al(OH)3 + 3 CO2<br />
wijst.<br />
Tegelijk zien we ook gasbelletjes vrijkomen<br />
vanaf de roest, wat op de aanwezigheid<br />
van CO2 duidt. In de roest, dat <strong>in</strong> de<br />
praktijk toch regelmatig <strong>in</strong> aanrak<strong>in</strong>g<br />
komt met water, lijkt dus een reactie van<br />
het ijzer(III)carbonaat met water niet<br />
plaats te v<strong>in</strong>den, of heel erg langzaam.<br />
Bijzonder is HgSO4 dat met we<strong>in</strong>ig water<br />
wordt omgezet <strong>in</strong> het slecht oplosbare<br />
HgSO4·H2O, dat vervolgens met meer<br />
water verandert <strong>in</strong> HgSO4·2HgO, SO2 en O2<br />
(Remy, 1949, p. 488). In reactievergelijk<strong>in</strong>g:<br />
3 HgSO4 HgSO4·2HgO + 2 SO2 + O2<br />
of:<br />
3 HgSO4·H2O HgSO4·2HgO + 2 SO2 + O2 + 3 H2O<br />
In beide reactievergelijk<strong>in</strong>gen is water geen<br />
uitgangsstof, terwijl de reactie pas plaatsv<strong>in</strong>dt<br />
als we het HgSO4 of HgSO4·2H2O <strong>in</strong><br />
water brengen. Het wordt dus de vraag wat<br />
<strong>in</strong> dit geval reageert met water betekent <strong>in</strong><br />
tabel <strong>45A</strong> en ook wat we weergeven <strong>in</strong> een<br />
reactievergelijk<strong>in</strong>g (Vogelezang, 2005).<br />
Mogelijk zou HgSO4 beter passen onder het<br />
kopje ontleden <strong>in</strong> water.<br />
Ontleden <strong>in</strong> water<br />
Ammoniumcarbonaat en ammoniumfosfaat<br />
ontleden <strong>in</strong> water ten gevolge van een<br />
zuur-base reactie, waarbij het ammoniumion<br />
het zuur is en het carbonaat- dan wel<br />
het fosfaation de base. Voor de ontled<strong>in</strong>g<br />
van ammoniumcarbonaat is de hoeveelheid<br />
waterdamp <strong>in</strong> de lucht al voldoende<br />
en dat verklaart de triviale naam vlugzout:<br />
het vervluchtigt. De toepass<strong>in</strong>g<br />
ervan berust op de prikkelende geur van<br />
het vrijkomende ammoniak waardoor<br />
mensen buiten bewustzijn (na flauwvallen<br />
of een knock-out bij boksen) weer bij<br />
kennis komen.<br />
Hydratatie<br />
Volgens tabel <strong>45A</strong> leidt de comb<strong>in</strong>atie<br />
Cu2+ en SO4 2- tot een oploss<strong>in</strong>g, maar<br />
eigenlijk zou er een r van reactie met<br />
water moeten staan, namelijk de bekende<br />
aanton<strong>in</strong>gsreactie van water:<br />
CuSO4 + 5 H2O CuSO4·5 H2O<br />
waarna het<br />
gevormde hydraat oplost.<br />
Dit roept de vraag op of <strong>in</strong> tabel <strong>45A</strong> niet<br />
gehydrateerde ionen hadden moeten<br />
staan. Soms wel en soms dus niet, wat de<br />
overzichtelijkheid niet ten goede zou<br />
komen. Het geeft wel aan dat we ons soms<br />
kunnen afvragen wat de plaats<strong>in</strong>g van een<br />
ionformule of een comb<strong>in</strong>atie van ionformules<br />
tot een zout <strong>in</strong> tabel <strong>45A</strong> betekent.<br />
<strong>Neerslagreacties</strong><br />
Tabel <strong>45A</strong> wordt veel gebruikt <strong>in</strong> het<br />
kader van neerslagreacties. Hierbij wil ik<br />
drie vragen bekijken:<br />
Welk neerslag is het?<br />
We hebben twee bekende zoutoploss<strong>in</strong>gen<br />
samengevoegd en er is een neerslag<br />
ontstaan. In de ene oploss<strong>in</strong>g zijn de<br />
ionen A + en B - aanwezig, <strong>in</strong> de andere D +<br />
en E - . Bij samenvoegen ontstaat een neerslag.<br />
Dit kan alleen maar AE zijn of DB.<br />
Als tabel <strong>45A</strong> aangeeft dat comb<strong>in</strong>atie AE<br />
oplosbaar is en comb<strong>in</strong>atie DB niet, dan<br />
zal het neerslag DB moeten zijn, omdat er<br />
geen andere mogelijkheid bestaat. In dit<br />
geval is tabel <strong>45A</strong> dus toepasbaar.
Kunnen we voorspellen of een zout zal<br />
neerslaan?<br />
In de gebruikte leerboeken wordt na een<br />
paar experimenten waar<strong>in</strong> de vorige situatie<br />
is voorgekomen, zonder meer gesteld<br />
dat je met tabel <strong>45A</strong> kunt voorspellen of<br />
en zo ja, ook welk neerslag zal ontstaan bij<br />
het samenvoegen van twee zoutoploss<strong>in</strong>gen.<br />
Figuur 1. Het goed oplosbare soda geeft met hard<br />
leid<strong>in</strong>gwater een neerslag van calciumcarbonaat.<br />
Er is mijns <strong>in</strong>ziens echter geen reden om<br />
aan te nemen dat als je weet dat natriumchloride,<br />
calciumchloride en natriumcarbonaat<br />
goed oplosbaar zijn en calciumcarbonaat<br />
niet, als gevolg hiervan bij het<br />
samenvoegen van een oploss<strong>in</strong>g van<br />
natriumcarbonaat en calciumchloride calciumcarbonaat<br />
moet ontstaan.<br />
Figuur 2.<br />
Marmer<br />
bestaat vooral<br />
uit het slecht<br />
oplosbare calciumcarbonaat<br />
en kan daarom<br />
uitstekend worden<br />
gebruikt<br />
voor beelden die<br />
buiten staan.<br />
Daarvoor is nog een ander gegeven nodig:<br />
namelijk dat <strong>in</strong> een oploss<strong>in</strong>g van een<br />
zout de ionen zich onafhankelijk van<br />
elkaar, dus autonoom voordoen. En dit <strong>in</strong><br />
de betekenis dat je geen verschil zult<br />
waarnemen tussen enerzijds de oploss<strong>in</strong>g<br />
die je krijgt bij het samenvoegen van<br />
oploss<strong>in</strong>gen van NaCl en KI en bij het<br />
samenvoegen van oploss<strong>in</strong>gen van NaI en<br />
KCl anderzijds. Met dit gegeven erbij kunnen<br />
we wel de gevraagde redener<strong>in</strong>g<br />
opstellen.<br />
We kunnen namelijk het goed oplossen<br />
van een zout ook formuleren als ‘de<br />
samenstellende ionen kunnen samen<br />
voorkomen <strong>in</strong> water’ en het niet goed<br />
oplossen van een zout als ‘de samenstellende<br />
ionen kunnen niet samen voorkomen<br />
<strong>in</strong> water’. Bij het samenvoegen van<br />
oploss<strong>in</strong>gen van natriumcarbonaat en calciumchloride,<br />
ontstaat een vloeistof waar<strong>in</strong><br />
de samenstellende ionen van calciumcarbonaat<br />
tegelijk voorkomen. Dit zouden<br />
we kunnen <strong>in</strong>terpreteren als: calciumcarbonaat<br />
is goed oplosbaar. En dat is strijdig<br />
met onze ervar<strong>in</strong>g en maakt het begrijpelijk<br />
dat calciumcarbonaat neer zal slaan.<br />
Figuur 3. Deze ionen kunnen samen voorkomen<br />
<strong>in</strong> water, maar welke stoffen zijn er opgelost?<br />
Geldt tabel <strong>45A</strong> voor neerslagreacties altijd?<br />
Het is lastig met tabel <strong>45A</strong> te voorspellen<br />
of een neerslagreactie zal optreden wanneer<br />
de gebruikte oploss<strong>in</strong>gen zeer sterk<br />
verdund zijn, bijvoorbeeld bij het samenvoegen<br />
van gelijke volumes van een verzadigde<br />
oploss<strong>in</strong>g van zilverchloride en<br />
van zilverjodide. Om deze vraag te kunnen<br />
beantwoorden is een bereken<strong>in</strong>g<br />
nodig, waarvoor tabel 46 benodigde gegevens<br />
levert. (Ik ga niet <strong>in</strong> op het feit dat<br />
tabel 46 op zich niet voldoende is, maar<br />
dat ook reken<strong>in</strong>g moet worden gehouden<br />
met de ionsterkte van de oploss<strong>in</strong>gen<br />
omdat niet met concentraties maar met<br />
activiteiten moet worden gewerkt.)<br />
Ook bij gebruik van zeer geconcentreerde<br />
oploss<strong>in</strong>gen wordt het voorspellen met<br />
tabel <strong>45A</strong> lastig. Zo zal natriumchloride<br />
IN DE KLAS<br />
neerslaan bij het samenvoegen van gelijke<br />
volumes van een verzadigde oploss<strong>in</strong>g<br />
van kaliumchloride en van natriumchloride<br />
(tabel 45B geeft hiervoor al een aanwijz<strong>in</strong>g).<br />
Een dergelijke situatie kan worden toegepast<br />
om het ontstaan van waterstofchloride<br />
bij de reactie tussen methaan en<br />
chloorgas aan te tonen. In figuur 4 is de te<br />
gebruiken opstell<strong>in</strong>g weergegeven.<br />
Doordat het gevormde waterstofchloride<br />
oplost <strong>in</strong> de verzadigde natriumchlorideoploss<strong>in</strong>g,<br />
zal een neerslag van natriumchloride<br />
<strong>in</strong> de brede reageerbuis ontstaan!<br />
Methaan en<br />
chloorgas<br />
Verzadigde natriumchlorideoploss<strong>in</strong>g<br />
Geconcentreerde en verdunde oploss<strong>in</strong>gen<br />
zijn relatieve begrippen. Maar het<br />
helpt ons om de mogelijkheden te doorzien<br />
die de m van matig oplosbaar biedt,<br />
zoals bij CaSO4. Het betekent dat er soms<br />
wel en soms geen neerslag zal ontstaan bij<br />
het samenvoegen van oploss<strong>in</strong>gen van bijvoorbeeld<br />
natriumsulfaat en calciumchloride.<br />
Geen neerslag kan zeker het geval<br />
zijn <strong>in</strong>dien er maar we<strong>in</strong>ig Ca 2+ aanwezig<br />
zal zijn, dus bij de beantwoord<strong>in</strong>g van een<br />
vraag als: hoe kun je nagaan of natriumchloride<br />
verontre<strong>in</strong>igd is met calciumchloride,<br />
want dan mag je ervan uitgaan<br />
dat er maar we<strong>in</strong>ig calciumchloride<br />
zal zijn.<br />
Tabel <strong>45A</strong> kan dus <strong>in</strong> een aantal gevallen<br />
zeker gebruikt worden rond het thema<br />
neerslagreacties, maar neerslagreacties<br />
zelf staan niet <strong>in</strong> deze tabel. Ze kunnen er<br />
uit worden afgeleid, en dat is iets anders.<br />
En <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met andere tabellen<br />
wordt tabel <strong>45A</strong> een <strong>in</strong>teressante bron van<br />
chemische <strong>in</strong>formatie.<br />
Literatuur<br />
Remy, H. (1949). Lehrbuch der Anorganischen<br />
Chemie (Vol. II). Liepzig: Geest & Portig K.-G.<br />
Ent, C.H. van der (1996). Z<strong>in</strong> en onz<strong>in</strong> van B<strong>in</strong>as<br />
tabel 48. NVOX, 21(3), 111.<br />
Verkerk, G., Broens, J.B., Bouwens, R.E.A., Groot,<br />
P.A.M. de, Kranendonk, W., Vogelezang,<br />
M.J., Westra, J.J., Wevers-Prijs, I.M. (2004). BINAS<br />
havo/vwo (5 ed.). Gron<strong>in</strong>gen: Wolters-Noordhoff.<br />
Vogelezang, M.J. (2005). Wat geven we weer <strong>in</strong><br />
een reactievergelijk<strong>in</strong>g? NVOX, 30(9), 500-501.<br />
november 2009 NVOX<br />
403