Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
16 Basiskennis van de chemie<br />
Figuur I.5<br />
een element worden gemakshalve nog dikwijls simpelweg als ‘atoommassa’<br />
aangeduid.<br />
Een relatieve atoommassa van een nuclide wordt alleen in een beperkt wereldje van<br />
atoomfysici gebruikt. Noteer wel dat de massa van een nuclide kleiner is dan de massa<br />
van zijn samenstellende delen (som van de massa’s van elektronen + protonen +<br />
neutronen). Dit is te wijten aan het massadefect. Een kleine optelling voor 12 C maakt<br />
dit vlug duidelijk! Men kan het zo zien, dat er bij de opbouw van bv. 12 C uit zijn samenstellende<br />
delen, energie vrijkomt (anders zou het proces niet gebeuren). Aangezien<br />
deze energie relatief groot is, is het daarbij optredend massaverlies (E = mc 2 )<br />
relevant! Voor 12C bedraagt dit maar liefst 0,096 u. Om dergelijke redenen is bijvoor-<br />
12<br />
beeld de som van de massa’s van een 6C<br />
isotoop plus een proton niet gelijk aan de<br />
13<br />
massa van een 6C<br />
isotoop:<br />
De relatieve atoommassa van een element is het gewogen gemiddelde van<br />
de relatieve atoommassa’s van de isotopen van dat element. Chemici werken<br />
steeds met isotopenmengsels, en hebben dus weinig boodschap aan massa’s<br />
van aparte nucliden. Het klassieke voorbeeld om dit te illustreren is het element<br />
Chloor. Cl heeft voornamelijk twee isotopen, nl. 35 Cl en 37 Cl. Hun relatief<br />
voorkomen in de natuur bedraagt 75% en 25%. Chemici werken met een<br />
atoommassa die een ‘gewogen gemiddelde’ is van de atoommassa’s van<br />
deze twee isotopen: A r = (34,97 x 0,75) + (36,96 x 0,25) = 35,45.<br />
De atoommassa’s die je in chemische tabellen vindt, zijn alle dergelijke gewogen<br />
gemiddelden. Indien ik 35,45 gram zuiver chloor zou afwegen (zoals<br />
het in de natuur voorkomt, dus als isotopenmengsel), dan zou ik juist 1 mol<br />
chlooratomen hebben! Vandaar dat wij werken met ‘chemische’ atoommassa’s.<br />
Dit leidt ons naar het begrip mol.<br />
De som van de relatieve atoommassa’s van alle elementen in een molecule<br />
levert ons de relatieve moleculemassa M r (ook eenvoudigweg molecuulgewicht<br />
genoemd). Dit is een onbenoemd getal. Gebruik van absolute moleculemassa’s<br />
(bv. gram per molecule) heeft weinig zin. In de praktijk gebruikt<br />
men de molaire massa M (gram per mol).