Heden Mosselen, morgen gij - Hans Vervoort

Heden Mosselen, morgen gij - Hans Vervoort Heden Mosselen, morgen gij - Hans Vervoort

hansvervoort.nl
from hansvervoort.nl More from this publisher
04.05.2013 Views

Gehoorzaam ging ik liggen, rillend van de kou en viel prompt in slaap. Ik werd wakker door het geblaf van een hond. Het was nog steeds erg koud en ik was stijf als een plank. Mijn oom zat nog steeds voor het raam. `Dat is geen jager', zei hij, `dat ziet toch een kind. Dat is geen jager.' Hij hoorde dat ik overeind ging zitten. `Kom eens hier Hans, kijk eens wat ze op me afsturen. Dat is toch te gek. Een kind ziet dat het geen jager is.' Ik keek. Er scheen al een beetje zon buiten. Het was heiig en in de verte kon ik een dikkige man zien aankomen in plusfours en met een geweer onder de arm. Hij liep stevig door en struikelde af en toe. `Het is wel een jager hoor, oom. Een zondagsjager. Je kunt vergunning krijgen om hier zondags te jagen.' Ik had mijn vader herkend en onze hond Bobbie. Hij keek op noch om en stapte recht op de hut af Ik was doodsbang. Waarom kwam hij nu juist vandaag jagen, terwijl hij dat helemaal niet van plan was? Toen hij dertig meter ver was, herkende oom Bouke hem ook. `Frans', mompelde hij, gooide het raam open en stak zijn revolver eruit. `Frans', riep hij. Mijn vader bleef staan en keek naar het raam. `Bouke', schreeuwde hij terug en zette zich weer in beweging, `wel godverdomme, wat doe jij hier? Met Hans notabene. Hans, je wéét toch dat ik….' `Gooi dat geweer op de grond, Frans', riep mijn oom, `en kom dan dichterbij.' Mijn vader aarzelde, keek naar de revolver, haalde zijn schouders op en liet het geweer vallen. `Nou Bouke', zei hij terwijl hij dichterbij kwam, `wat doe je nou, wat is er aan de hand?' Hij kwam de hut binnen en keek verbaasd en verontwaardigd. `Frans', zei mijn oom, `dus jij was het al die tijd. Ik had er al een vermoeden van en daarom nam ik Hansje mee, zodat je niet kon schieten. Zo zo, Frans, dus jij was het. Vandaar dat Sjoukje zo geïnteresseerd was in je brieven, hé? De code vis ik er wel uit, want ik heb ze allemaal nog, die brieven.' `Maar Bouke...' `En wie steekt er nu uiteindelijk achter? Dat zou ik nu eindelijk wel eens willen weten.' `Ik weet van niets', zei mijn vader, `kom laten we naar huis gaan, het is nu mooi genoeg geweest.' `Jij vertelt me nu wie de baas van het hele spul was. Of moet ik je eerst in je been schieten ? Ik ben arts weet je, ik weet waar het pijn doet.'

Mijn vader zei niets en keek ons aan. Hij leek wel wat op oom Bouke, al waren ze geen familie. Maar dan wat kleiner en molliger. Oom richtte het pistool op de knie van mijn vader. `Ik tel tot drie', zei hij. Mijn vader keek hem aan en aarzelde. `Ik wil er wel om vechten', zei hij tenslotte, `als je dat durft tenminste.' Hij draaide zich om en liep naar buiten. Oom keek verbaasd, twijfelde of hij schieten zou, maar stak de revolver toch in zijn zak en volgde vader naar buiten. `Blijf binnen Hans', riep vader van buiten. Ik keek uit het raam en zag oom in bokshouding staan. Hij deed weinig moeite, ontweek de klappen die mijn vader hem probeerde te geven en keek geamuseerd. Vader werd achteruit gedreven en kreeg tenslotte een klap waardoor hij vele stappen achteruit wankelde en op de grond viel. Toen hij overeind kwam had hij zijn geweer in de handen. `Geen beweging, Bouke', hoorde ik hem roepen. Mijn oom stormde voorwaarts, terwijl hij zijn hand stak in de zak waar de revolver zat. Er klonken twee schoten, hard en kort, en oom viel neer. Vader richtte het geweer op zijn hoofd en kwam langzaam dichterbij. Met zijn voet duwde hij ooms lichaam omver. Er was weinig te zien, behalve bloed op zijn borst. Ik kwam de hut uit en ging naast hem staan. `Is oom Bouke dood, pa?' vroeg ik, terwijl ik aan zijn jas trok. Vader knikte. `Ga jij naar café Het Hooft, Hans', zei hij, `en vraag daar of ze de politie laten komen. Zeg maar dat er een ongeluk gebeurd is.' Ik knikte en rende hard weg. Een meter of vijftig verder keek ik nog even om. Mijn vader haalde iets uit de binnenzak van oom Bouke's jasje, het leek een bundeltje papier. Toen hij weer overeind kwam, zag hij mij staan kijken. `Schiet op!' hoorde ik hem roepen. Ik rende verder. ********************** EINDE *********************

Gehoorzaam ging ik liggen, rillend van de kou en viel prompt<br />

in slaap.<br />

Ik werd wakker door het geblaf van een hond. Het was nog<br />

steeds erg koud en ik was stijf als een plank. Mijn oom zat nog<br />

steeds voor het raam.<br />

`Dat is geen jager', zei hij, `dat ziet toch een kind. Dat is geen<br />

jager.'<br />

Hij hoorde dat ik overeind ging zitten. `Kom eens hier <strong>Hans</strong>,<br />

kijk eens wat ze op me afsturen. Dat is toch te gek. Een kind<br />

ziet dat het geen jager is.'<br />

Ik keek. Er scheen al een beetje zon buiten. Het was heiig en<br />

in de verte kon ik een dikkige man zien aankomen in plusfours<br />

en met een geweer onder de arm. Hij liep stevig door en<br />

struikelde af en toe.<br />

`Het is wel een jager hoor, oom. Een zondagsjager. Je kunt<br />

vergunning krijgen om hier zondags te jagen.'<br />

Ik had mijn vader herkend en onze hond Bobbie. Hij keek op<br />

noch om en stapte recht op de hut af Ik was doodsbang.<br />

Waarom kwam hij nu juist vandaag jagen, terwijl hij dat<br />

helemaal niet van plan was? Toen hij dertig meter ver was,<br />

herkende oom Bouke hem ook.<br />

`Frans', mompelde hij, gooide het raam open en stak zijn<br />

revolver eruit.<br />

`Frans', riep hij. Mijn vader bleef staan en keek naar het raam.<br />

`Bouke', schreeuwde hij terug en zette zich weer in beweging,<br />

`wel godverdomme, wat doe jij hier? Met <strong>Hans</strong> notabene.<br />

<strong>Hans</strong>, je wéét toch dat ik….'<br />

`Gooi dat geweer op de grond, Frans', riep mijn oom, `en kom<br />

dan dichterbij.'<br />

Mijn vader aarzelde, keek naar de revolver, haalde zijn schouders<br />

op en liet het geweer vallen.<br />

`Nou Bouke', zei hij terwijl hij dichterbij kwam, `wat doe je<br />

nou, wat is er aan de hand?' Hij kwam de hut binnen en keek<br />

verbaasd en verontwaardigd.<br />

`Frans', zei mijn oom, `dus jij was het al die tijd. Ik had er al<br />

een vermoeden van en daarom nam ik <strong>Hans</strong>je mee, zodat je<br />

niet kon schieten. Zo zo, Frans, dus jij was het. Vandaar dat<br />

Sjoukje zo geïnteresseerd was in je brieven, hé? De code vis ik er<br />

wel uit, want ik heb ze allemaal nog, die brieven.'<br />

`Maar Bouke...'<br />

`En wie steekt er nu uiteindelijk achter? Dat zou ik nu eindelijk<br />

wel eens willen weten.'<br />

`Ik weet van niets', zei mijn vader, `kom laten we naar huis gaan,<br />

het is nu mooi genoeg geweest.'<br />

`Jij vertelt me nu wie de baas van het hele spul was. Of moet ik<br />

je eerst in je been schieten ? Ik ben arts weet je, ik weet waar<br />

het pijn doet.'

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!