Heden Mosselen, morgen gij - Hans Vervoort
Heden Mosselen, morgen gij - Hans Vervoort
Heden Mosselen, morgen gij - Hans Vervoort
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Oom<br />
Voor en van <strong>Hans</strong> Faverey<br />
De berichten kwamen eerder door dan hijzelf, zodat we goed<br />
voorbereid waren toen we op het vliegveld op hem stonden te<br />
wachten.<br />
In de aankomsthal was het zo druk, dat je met gemak een<br />
koffer kon verliezen.<br />
Temidden van allerlei mensen die elkaar hartelijk kusten<br />
stonden vader, moeder en ik door de grote aankomstruit te<br />
staren naar de lopende band waar regelmatig koffers op<br />
verschenen. Langs de band stonden reizigers te wachten die net<br />
aangekomen waren. Toen oom Bouke in zicht kwam kneep mijn<br />
moeder me in de schouder terwijl ze begon te springen en te<br />
zwaaien. Ook mijn vader lachte en zwaaide, maar zonder te<br />
springen. Ik zag oom Bouke naast de lopende band staan, een<br />
zwaargebouwde man met een groot rood gezicht en bijna kaal.<br />
Hij had een bril in de hand en maakte een zenuwachtige indruk.<br />
Regelmatig pakte hij een koffer van de band, zette zijn bril op<br />
om het naamkaartje te lezen en zette de koffer dan weer op de<br />
band.<br />
Toen zijn koffers langskwamen reageerde hij net te laat en liep<br />
haastig langs de band achter ze aan, terwijl hij met zijn groot<br />
lichaam iedereen opzij schoof.<br />
Met de twee kleine koffertjes in de handen kwam hij even later<br />
de deur uit en zag ons toen pas voor het eerst.<br />
`Mientje', riep hij, sloeg zijn armen met de koffers om haar heen<br />
en tilde haar op.<br />
`Wel, wel, Mientje!'<br />
Mijn vader sloeg hem intussen op de schouder.<br />
`En Frans!' zei oom Bouke, terwijl hij mijn moeder neerzette<br />
en van bovenaf naar mijn vader lachte.<br />
Hij had een goed, stevig en wit gebit en heel lichte blauwe<br />
ogen, waar je weinig uitdrukking uit kon halen. Het moest<br />
echt komen van zijn blozende bolle goedlachse kop en zware<br />
stem.<br />
`En wie hebben we hier', riep hij, terwijl hij mij bij de twee<br />
schouders pakte en heen en weer schudde. `<strong>Hans</strong>', zei ik.<br />
`<strong>Hans</strong>, jongen, wat een kerel ben jij geworden, zeg...' Hij<br />
richtte zich weer op.<br />
`Op wie staan jullie hier te wachten?' vroeg hij.<br />
`Op jou natuurlijk, rare', zei mijn moeder.<br />
Mijn oom schrok zichtbaar en keek snel om zich heen.<br />
`Hoe bedoel je Mientje?'<br />
`Nou, we wisten toch dat je zou komen, dus zijn we naar<br />
Schiphol gegaan.'<br />
`Hoe wist je dat?'