Heden Mosselen, morgen gij - Hans Vervoort

Heden Mosselen, morgen gij - Hans Vervoort Heden Mosselen, morgen gij - Hans Vervoort

hansvervoort.nl
from hansvervoort.nl More from this publisher
04.05.2013 Views

maar dan met zwart haar eromheen. `Hoe gaat het op school?' bauwde ze, `het is vakantie, jongen.' Ze sprong op en liep weg, op haar dunne blote kinderbenen. Ik bleef zitten en keek naar beneden. Je kon honderden meters stroomafwaarts kijken. Ver weg, in een bochtje, maakte een figuurtje zich uit de struiken los. Hij deed zijn broek omlaag en ging gehurkt zitten in het ondiepe randgedeelte van het water. De onderkant van zijn billen hing net in de stroom.

Oom Voor en van Hans Faverey De berichten kwamen eerder door dan hijzelf, zodat we goed voorbereid waren toen we op het vliegveld op hem stonden te wachten. In de aankomsthal was het zo druk, dat je met gemak een koffer kon verliezen. Temidden van allerlei mensen die elkaar hartelijk kusten stonden vader, moeder en ik door de grote aankomstruit te staren naar de lopende band waar regelmatig koffers op verschenen. Langs de band stonden reizigers te wachten die net aangekomen waren. Toen oom Bouke in zicht kwam kneep mijn moeder me in de schouder terwijl ze begon te springen en te zwaaien. Ook mijn vader lachte en zwaaide, maar zonder te springen. Ik zag oom Bouke naast de lopende band staan, een zwaargebouwde man met een groot rood gezicht en bijna kaal. Hij had een bril in de hand en maakte een zenuwachtige indruk. Regelmatig pakte hij een koffer van de band, zette zijn bril op om het naamkaartje te lezen en zette de koffer dan weer op de band. Toen zijn koffers langskwamen reageerde hij net te laat en liep haastig langs de band achter ze aan, terwijl hij met zijn groot lichaam iedereen opzij schoof. Met de twee kleine koffertjes in de handen kwam hij even later de deur uit en zag ons toen pas voor het eerst. `Mientje', riep hij, sloeg zijn armen met de koffers om haar heen en tilde haar op. `Wel, wel, Mientje!' Mijn vader sloeg hem intussen op de schouder. `En Frans!' zei oom Bouke, terwijl hij mijn moeder neerzette en van bovenaf naar mijn vader lachte. Hij had een goed, stevig en wit gebit en heel lichte blauwe ogen, waar je weinig uitdrukking uit kon halen. Het moest echt komen van zijn blozende bolle goedlachse kop en zware stem. `En wie hebben we hier', riep hij, terwijl hij mij bij de twee schouders pakte en heen en weer schudde. `Hans', zei ik. `Hans, jongen, wat een kerel ben jij geworden, zeg...' Hij richtte zich weer op. `Op wie staan jullie hier te wachten?' vroeg hij. `Op jou natuurlijk, rare', zei mijn moeder. Mijn oom schrok zichtbaar en keek snel om zich heen. `Hoe bedoel je Mientje?' `Nou, we wisten toch dat je zou komen, dus zijn we naar Schiphol gegaan.' `Hoe wist je dat?'

maar dan met zwart haar eromheen.<br />

`Hoe gaat het op school?' bauwde ze, `het is vakantie, jongen.'<br />

Ze sprong op en liep weg, op haar dunne blote kinderbenen.<br />

Ik bleef zitten en keek naar beneden. Je kon honderden meters<br />

stroomafwaarts kijken.<br />

Ver weg, in een bochtje, maakte een figuurtje zich uit de<br />

struiken los. Hij deed zijn broek omlaag en ging gehurkt zitten<br />

in het ondiepe randgedeelte van het water. De onderkant van<br />

zijn billen hing net in de stroom.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!