04.05.2013 Views

Heden Mosselen, morgen gij - Hans Vervoort

Heden Mosselen, morgen gij - Hans Vervoort

Heden Mosselen, morgen gij - Hans Vervoort

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

oven.<br />

In grote waslokalen kon je je wassen, onder elke kraan stond<br />

een bloot kind dat door zijn moeder gewassen werd. Het hele<br />

schip rook naar etensluchtjes, warm en zoetig, en de etenszalen<br />

waren enorm. Je kreeg pap met jam, vlees met jam, brood met<br />

jam. Alle kinderen aten tegelijk en als iedereen weg was, zat ik<br />

nog achter mijn bord met lange tanden te kauwen. Er kwamen<br />

matrozen langs om de tafels schoon te maken. Ze hadden<br />

heldere gezichten, lachten tegen me en praatten in een onbekende<br />

taal.<br />

Dit duurde mij veel te lang, maar tenslotte kwamen we toch in<br />

Makassar aan. Het was net avond geworden en al vrij donker.<br />

We stonden op de kade in de menigte, naast onze koffertjes,<br />

toen mijn vader ons vond. Hij tilde me op en drukte mijn<br />

moeder tegen zich aan en zo stonden we een tijdje. Ik kende<br />

hem wel van een foto, waar hij samen met iemand anders op<br />

stond, twee mannen met een enveloppe-achtige pet op het<br />

hoofd. Hij was stevig en had een breed, rood gezicht en hij<br />

rook prettig naar tabak.<br />

We stapten in een dogkar, een wagen met paard, en reden weg.<br />

Al na een half uur kwamen we aan waar we zouden wonen,<br />

Bessiweg no 10. Er woonden drie gezinnen, en wij hadden<br />

twee kamers. Je kwam binnen en het was een groot huis, met<br />

warm licht uit de lampen. Mijn vader had voor eten gezorgd,<br />

boterhammen met kaas uit blik. Het was stil buiten en gezellig<br />

binnen en al ver over bedtijd. Ze praatten af en toe met elkaar.<br />

Ik hoorde de naam Robby vallen, terwijl ik met aandacht mijn<br />

boterhammen at. Hij was blond met blauwe ogen en een jaar<br />

ouder dan ik toen hij dood ging. Hij lag in het ziekenzaaltje<br />

van het kamp, heel vrolijk, en vertelde me dat hij een keer<br />

moest lachen en niezen tegelijk, gisteren. `En wat heb je<br />

gedaan?' vroeg ik gespannen. `Allebei', zei hij. Toen hij dood<br />

was, mocht mijn moeder de poort uit om hem te begraven.<br />

Iedereen was vriendelijk voor mij, die dag, en ik kreeg de soep<br />

van hondevlees die anders voor hem bestemd was geweest.<br />

Nu ik zijn naam weer hoorde, in Makassar onder het lamplicht,<br />

dacht ik voor het eerst sinds lange tijd aan hem. Ineens begon<br />

mijn vader zacht te huilen. Ze stonden tegen elkaar aan, mijn<br />

vader en mijn moeder. Na enig aarzelen klom ik van mijn<br />

stoel af en ging erbij staan. De hand van mijn moeder kwam<br />

naar beneden en trok me tegen haar aan.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!