Heden Mosselen, morgen gij - Hans Vervoort
Heden Mosselen, morgen gij - Hans Vervoort
Heden Mosselen, morgen gij - Hans Vervoort
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
arriveerden was het nog pikdonker. We liepen een eind, totdat<br />
we de verlichting van hoofdgebouw en bijgebouwen zagen.<br />
Toen zwenkten we af, de bananenvelden in. Vier man gingen<br />
vooruit om de wacht onschadelijk te maken. Ze hadden tangen<br />
bij zich om een gat in de heg te maken. Het duurde een<br />
kwartier voordat het signaal klonk, de hoge gorgelende roep<br />
van een vogel met een nachtmerrie. We liepen zo zacht mogelijk<br />
in de richting van het gat. Er lagen 4 figuren stil op de grond<br />
en onze mannen stonden erbij. Er bleven er twee achter, de<br />
rest ging mee. Aan het hoofdgebouw waar Henrix woonde zat<br />
een lang bijgebouw vast, een rij kamers met een open gang<br />
ervoor. In één van die kamers moesten Margreet en de<br />
chauffeur zitten volgens de informatie van Oeson. Een eind<br />
verder, in de losse gebouwen, sliepen de arbeiders.<br />
Het bijgebouw was helder verlicht, het was een lang gebouw<br />
met naast elkaar 10 deuren. Voor één van de deuren stonden 2<br />
wachten, elk met een stengun.<br />
`Nu', fluisterde Oeson en gaf me een duwtje. Ik was behoorlijk<br />
bang maar stond toch maar op, zoals we al in de auto hadden<br />
afgesproken. Ik liep rechtstreeks op de schildwachten af en<br />
verzuimde niet wat lawaai te maken. Ze richtten hun stenguns<br />
op mij en ik bleef vijf meter van ze af staan. Een blanke zouden<br />
ze niet zo gauw neerschieten, maar het was toch uitkijken<br />
geblazen. `Mister Henrix here?' vroeg ik en wees op de deur.<br />
Ik herhaalde het nog een keer. `Henrix?' vroeg ik en deed een<br />
paar stappen naar voren. `No', zei er tenslotte een. `Missis<br />
Oeson here?' Ze keken me alleen maar aan, ze begrepen er<br />
niets van, die jongens. Ik stak langzaam een hand in mijn zak,<br />
haalde er een pakje sigaretten en een aansteker uit, stak er één<br />
op en bood hen er ook één aan. Ze kwamen wat dichterbij.<br />
`Mani par ono', zei ik conversationeel, `won tara codex. Haha.<br />
Onomatopee. In diesen Heilgen Hallen, wat? Schreib mit nach<br />
nebst und samt, bei seit von zu zuwieder, entgegen ausser aus,<br />
stets mit dem dativ nieder.' Eén van de twee lachte een beetje,<br />
hij miste een paar tanden en was zeer donker van huid. Ze<br />
stonden nu vrij dicht bij me, wisten niet goed wat ze met me<br />
aan moesten. Een blanke stuur je niet zo gauw weg.<br />
`Bevalt het een beetje, zo midden in de nacht ?' vroeg ik,<br />
`weinig te beleven, wat? Zonnetje gaat van ons scheiden, 't<br />
avondrood kleurt reeds het veld. Wie niet weg is is gezien. Ik<br />
kom.' Tussendoor lachte ik een beetje en probeerde een vrolijke<br />
indruk te maken. Geleidelijk aan drong de boodschap tot hen<br />
door: een enigszins aangeschoten blanke, kennelijk een gast.<br />
Ze lachten nu allebei breed en begonnen tegen elkaar te praten.<br />
Het duurde eindeloos, maar met veel gebabbel en gesjor kreeg<br />
ik ze uit het lamplicht. Twee doffe klappen en toen vielen ze<br />
eindelijk naast me neer. Ik transpireerde als een otter.