Inger PlaIsIer En KarIanne Kalshoven Gezonde Bedrijfscultuur

Inger PlaIsIer En KarIanne Kalshoven Gezonde Bedrijfscultuur Inger PlaIsIer En KarIanne Kalshoven Gezonde Bedrijfscultuur

crossmedianederland.com
from crossmedianederland.com More from this publisher
04.05.2013 Views

Curriculum Per soonlijk heidsstoornissen 3 e J a a r s y m p o s i u m Ontwikkelingsstoornissen Cluster C E f f e c t i v i t e i t e n i n t e r v e n t i e s Woensdag 30 november 2011 10.00 – 16.30 uur Congrescentrum de ReeHorst, Ede www.benecke.nl OP HET PODIUM O.A.: • 1 patiënt met Cluster C • 3 ervaren therapeuten • 3 behandelstijlen ...wat werkt het beste?

INgEZONdEN BrIEf Is invoering van adolescentenstrafrecht vernieuwend? Het voorstel dat de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie onlangs naar de Tweede Kamer stuurde om voor jongeren en jongvolwassenen in de leeftijdsgroep van 15 tot 23 jaar adolescentenstrafrecht in te voeren heeft vernieuwende elementen, maar creëert ook verwarring. Dat beeld komt naar voren als we alles in historisch perspectief plaatsen. De Franse historicus Ariès schreef in 1960 dat het begrip ‘kind’ in de middeleeuwen niet bestond. Hij beweerde dat men toen geen idee had hoe een kind van een volwassene verschilde. Voor hen die, in navolging van Ariès, bestuderen hoe het kindbeeld in onze maatschappij verandert, zijn interessante tijden aangebroken. Zo schrijft staatssecretaris F. Teeven aan de Tweede Kamer: ‘Het kabinet kiest ervoor de strafrechtelijke aanpak van adolescenten van 16 tot 23 jaar gestalte te geven binnen een flexibel systeem van leeftijdsgrenzen’. Wat hierbij opvalt is dat de staatssecretaris het begrip adolescent (tot recent slechts weggelegd voor een jongere van 12 tot 18 jaar) uitbreidt tot 23 jaar. Er wordt door sommigen nu een compromis voorgesteld en adolescentenstrafrecht in te laten gaan bij 18 jaar. Veranderende definities en onduidelijke terminologie creëert verwarring. Zo’n dertig jaar geleden waren de psychoanalytici Joseph Goldstein, Anna Freud en Albert Solnit daar bang voor. Zij vonden dat de scheidslijn tussen wie wel en wie niet als ‘volwassene’ beschouwd diende te worden ergens duidelijk getrokken moest worden en die grens moest volgens hen bij 18 jaar lopen. Dat sommige jongeren al op 16 jarige leeftijd heel wijs zijn of zich juist als een volwassen misdadiger kunnen gedragen, woog niet op tegen de duidelijkheid van deze leeftijdsgrens van 18, zo vond men toentertijd. Het lijkt of de staatssecretaris met de nieuwe flexibeler houding ten aanzien van leeftijdsgrenzen nu een ramkoers aanhoudt en aanstuurt op een aanvaring met het meer dogmatische V.N. Comité van de Rechten van het Kind in Genève, dat al jaren probeert het Nederlandse voorbehoud op artikel 37 c van het Internationale Verdrag van de Rechten van het Kind (IVRK) veranderd te krijgen. Het Verdrag is duidelijk: ‘kind’ ben je tot je achttiende jaar en volwassenstrafrecht kan dán pas worden toegepast. Psychologen die forensisch onderzoek doen voor de rechtbank krijgen in de lijn van het Nederlandse voorbehoud standaard de volgende vraag voorgelegd: ‘Indien verdachte ten tijde van het begaan van het strafbare feit of strafbare feiten de leeftijd van 16 jaar, maar nog niet die van 18 jaar had bereikt: zijn er argumenten gelegen in de persoonlijkheid van verdachte, die aanleiding geven het meerderjarigenstrafrecht toe te passen?’ Wat het voorbehoud betreft dat de Nederlandse Staat maakte ten aanzien van artikel 37 c, wilde de Nederlandse overheid zich door het IVRK Verdrag niet laten weerhouden om, conform de Nederlandse strafwet, adolescenten die tijdens tenlastegelegde feiten 16 jaar en ouder waren als volwassene te kunnen berechten. Voorbehouden kunnen worden ingetrokken, maar staatssecretaris Teeven kondigde in zijn recente brief aan de Tweede Kamer aan dit voorbehoud ten aanzien van artikel 37c op het IVRK Verdrag te willen handhaven. De staatssecretaris is van mening dat sommige jongeren een zwaardere bestraffing (als volwassene) moeten kunnen blijven ondergaan. Maar voor een jongvolwassene (van 18­23 jaar) kan het ook betekenen dat hij of zij een mildere straf krijgt (als adolescent volgens het jeugdstrafrecht). Dat is vooral van belang voor zwakbegaafde jongvolwassenen. Ook kan een verharde recidivist onder de achttien jaar straks worden begeleid door de volwassen reclassering (die meer ervaring heeft men doorgewinterde criminelen) terwijl een zwakbegaafde jongvolwassene begeleid kan worden door de jeugdreclassering van de William Schrikker Groep, die zich toelegt op begeleiding van die groep. Plaatsing in een justitiële jeugdinrichting kan straks voor een langere periode dan ju mogelijk is geschieden en zelfs omgezet worden in een volwassen TBS. Opmerkelijk is dat nu juist vanuit de Raad van Europa (met commissaris voor mensenrechten Thomas Hammarberg voorop) wordt gepleit voor een ‘child friendly juvenile justice system’ en men zich in Straatsburg op het standpunt stelt dat jongeren nooit als volwassenen behandeld dienen te worden in het strafrecht. Toch zijn de voorstellen van de staatssecretaris te plaatsen in een nieuwe trend die een andere richting inslaat, waarbij je op 18 jaar niet uitgerijpt hoeft te zijn. Sommige collegae (bijvoorbeeld Jeffrey Jensen Arnett in zijn boek Emerging Adulthood: The Winding Road from Late Teens through the Twenties, Oxford University Press, 2004) spreken al van een periode van ‘ontluikende volwassenheid’ (van 18­25 jaar). Maar hersenonderzoekers hebben in deze discussie de toon gezet, want zij vonden dat de hersenontwikkeling tot 23 jaar doorloopt. Het ziet ernaar uit dat het voorstel van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie een voorbode is van het vervagen, verschuiven en oprekken van de leeftijdsgrenzen op andere terreinen. Jeugdpoliklinieken in de verslavingszorg die de laatste jaren ontstonden behandelen al jongeren en jongvolwassenen tot 23 jaar onder de noemer ‘jeugd’. dr. Philip E. Veerman is gz-psycholoog en de auteur van The rights of the child and the changing image of childhood, uitgegeven door Martinus Nijhoff/Brill in leiden. gZ-PSYCHOLOGIE 6 n SEPTEMBER 2011 37

INgEZONdEN BrIEf<br />

Is invoering van adolescentenstrafrecht<br />

vernieuwend?<br />

Het voorstel dat de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie onlangs naar de Tweede Kamer stuurde om voor jongeren en<br />

jongvolwassenen in de leeftijdsgroep van 15 tot 23 jaar adolescentenstrafrecht in te voeren heeft vernieuwende elementen,<br />

maar creëert ook verwarring. Dat beeld komt naar voren als we alles in historisch perspectief plaatsen.<br />

De Franse historicus Ariès schreef in 1960 dat het begrip ‘kind’ in de middeleeuwen niet bestond. Hij beweerde dat men<br />

toen geen idee had hoe een kind van een volwassene verschilde. Voor hen die, in navolging van Ariès, bestuderen hoe<br />

het kindbeeld in onze maatschappij verandert, zijn interessante tijden aangebroken. Zo schrijft staatssecretaris F. Teeven<br />

aan de Tweede Kamer: ‘Het kabinet kiest ervoor de strafrechtelijke aanpak van adolescenten van 16 tot 23 jaar gestalte<br />

te geven binnen een flexibel systeem van leeftijdsgrenzen’. Wat hierbij opvalt is dat de staatssecretaris het begrip adolescent<br />

(tot recent slechts weggelegd voor een jongere van 12 tot 18 jaar) uitbreidt tot 23 jaar. Er wordt door sommigen nu<br />

een compromis voorgesteld en adolescentenstrafrecht in te laten gaan bij 18 jaar. Veranderende definities en onduidelijke<br />

terminologie creëert verwarring. Zo’n dertig jaar geleden waren de psychoanalytici Joseph Goldstein, Anna Freud en<br />

Albert Solnit daar bang voor. Zij vonden dat de scheidslijn tussen wie wel en wie niet als ‘volwassene’ beschouwd diende te<br />

worden ergens duidelijk getrokken moest worden en die grens moest volgens hen bij 18 jaar lopen. Dat sommige jongeren<br />

al op 16 jarige leeftijd heel wijs zijn of zich juist als een volwassen misdadiger kunnen gedragen, woog niet op tegen de<br />

duidelijkheid van deze leeftijdsgrens van 18, zo vond men toentertijd.<br />

Het lijkt of de staatssecretaris met de nieuwe flexibeler houding ten aanzien van leeftijdsgrenzen nu een ramkoers aanhoudt<br />

en aanstuurt op een aanvaring met het meer dogmatische V.N. Comité van de Rechten van het Kind in Genève, dat al jaren<br />

probeert het Nederlandse voorbehoud op artikel 37 c van het Internationale Verdrag van de Rechten van het Kind (IVRK)<br />

veranderd te krijgen. Het Verdrag is duidelijk: ‘kind’ ben je tot je achttiende jaar en volwassenstrafrecht kan dán pas worden<br />

toegepast. Psychologen die forensisch onderzoek doen voor de rechtbank krijgen in de lijn van het Nederlandse voorbehoud<br />

standaard de volgende vraag voorgelegd: ‘Indien verdachte ten tijde van het begaan van het strafbare feit of strafbare feiten de<br />

leeftijd van 16 jaar, maar nog niet die van 18 jaar had bereikt: zijn er argumenten gelegen in de persoonlijkheid van verdachte, die<br />

aanleiding geven het meerderjarigenstrafrecht toe te passen?’ Wat het voorbehoud betreft dat de Nederlandse Staat maakte ten<br />

aanzien van artikel 37 c, wilde de Nederlandse overheid zich door het IVRK Verdrag niet laten weerhouden om, conform<br />

de Nederlandse strafwet, adolescenten die tijdens tenlastegelegde feiten 16 jaar en ouder waren als volwassene te kunnen<br />

berechten. Voorbehouden kunnen worden ingetrokken, maar staatssecretaris Teeven kondigde in zijn recente brief aan de<br />

Tweede Kamer aan dit voorbehoud ten aanzien van artikel 37c op het IVRK Verdrag te willen handhaven. De staatssecretaris<br />

is van mening dat sommige jongeren een zwaardere bestraffing (als volwassene) moeten kunnen blijven ondergaan.<br />

Maar voor een jongvolwassene (van 18­23 jaar) kan het ook betekenen dat hij of zij een mildere straf krijgt (als adolescent<br />

volgens het jeugdstrafrecht). Dat is vooral van belang voor zwakbegaafde jongvolwassenen. Ook kan een verharde recidivist<br />

onder de achttien jaar straks worden begeleid door de volwassen reclassering (die meer ervaring heeft men doorgewinterde<br />

criminelen) terwijl een zwakbegaafde jongvolwassene begeleid kan worden door de jeugdreclassering van de William<br />

Schrikker Groep, die zich toelegt op begeleiding van die groep. Plaatsing in een justitiële jeugdinrichting kan straks voor een<br />

langere periode dan ju mogelijk is geschieden en zelfs omgezet worden in een volwassen TBS.<br />

Opmerkelijk is dat nu juist vanuit de Raad van Europa (met commissaris voor mensenrechten Thomas Hammarberg<br />

voorop) wordt gepleit voor een ‘child friendly juvenile justice system’ en men zich in Straatsburg op het standpunt stelt<br />

dat jongeren nooit als volwassenen behandeld dienen te worden in het strafrecht. Toch zijn de voorstellen van de staatssecretaris<br />

te plaatsen in een nieuwe trend die een andere richting inslaat, waarbij je op 18 jaar niet uitgerijpt hoeft te zijn.<br />

Sommige collegae (bijvoorbeeld Jeffrey Jensen Arnett in zijn boek Emerging Adulthood: The Winding Road from Late Teens<br />

through the Twenties, Oxford University Press, 2004) spreken al van een periode van ‘ontluikende volwassenheid’ (van 18­25<br />

jaar). Maar hersenonderzoekers hebben in deze discussie de toon gezet, want zij vonden dat de hersenontwikkeling tot 23<br />

jaar doorloopt. Het ziet ernaar uit dat het voorstel van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie een voorbode is van het<br />

vervagen, verschuiven en oprekken van de leeftijdsgrenzen op andere terreinen. Jeugdpoliklinieken in de verslavingszorg die<br />

de laatste jaren ontstonden behandelen al jongeren en jongvolwassenen tot 23 jaar onder de noemer ‘jeugd’.<br />

dr. Philip E. Veerman is gz-psycholoog en de auteur van The rights of the child and the changing image of childhood, uitgegeven door<br />

Martinus Nijhoff/Brill in leiden.<br />

gZ-PSYCHOLOGIE 6 n SEPTEMBER 2011 37

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!