04.05.2013 Views

Inger PlaIsIer En KarIanne Kalshoven Gezonde Bedrijfscultuur

Inger PlaIsIer En KarIanne Kalshoven Gezonde Bedrijfscultuur

Inger PlaIsIer En KarIanne Kalshoven Gezonde Bedrijfscultuur

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

eter, kunnen worden uitgeoefend door laaggeschoolde, goed<br />

geïnstrueerde krachten die zich slechts aan de richtlijnen hoeven<br />

te houden. Eind goed, al goed – het is precies die simplistische<br />

voorstelling van zaken die de overheid en de zorgverzekeraars<br />

omarmen, al dan niet voorgeschoteld door nota bene onze eigen<br />

managers, bestuurders en soms zelfs door onze wetenschappelijke<br />

vakbroeders.<br />

Een belangrijk kenmerk van de ‘nieuwe’ therapieën is dat er nogal<br />

wat heilige huisjes omver worden geschopt. Zo wordt het belang<br />

van diagnostische categorieën gerelativeerd. Onze diagnostische<br />

categorieën hebben wetenschappelijk gezien weinig bodem. Er<br />

is veel overlap tussen verschillende categorieën, binnen categorieën<br />

is er veel heterogeniteit en bovendien vertonen cliënten<br />

nogal vaak zogenaamde comorbiditeit (Hayes e.a., 1999). <strong>En</strong><br />

hoewel er zelfs in de inleiding van de DSM­handleiding zelf<br />

wordt gewezen op de zwaktes van het systeem en er tot voorzichtigheid<br />

wordt gemaand, gaan we vervolgens toch vrolijk verder<br />

met al onze diagnoses. Onderzoek, zorgprogramma’s en inmiddels<br />

zelfs ons hele financieringssysteem zijn erop gebaseerd. Ook<br />

het naar medische model gevormde idee van ziektebeeld­behandeling­genezing<br />

staat steeds meer ter discussie (zie bijvoorbeeld<br />

de recente reactie van The British Psychological Society op de<br />

naderende DSM­5) (2011).<br />

Zijn wij als therapeuten werkelijk in staat om mensen te genezen?<br />

Zijn onze cliënten ziek? Uitgangspunt bij ACT en mindfulness is<br />

dat emotioneel lijden en psychische worstelingen inherent zijn<br />

aan het menselijk bestaan. De één treft het harder en vaker dan de<br />

ander, maar vrijwel niemand wordt overgeslagen. Problematisch<br />

gedrag, waaronder psychopathologie, wordt gezien als het resultaat<br />

van de op zich begrijpelijke pogingen om die pijnlijke belevenissen<br />

te ontkennen, te veroordelen of te vermijden. <strong>En</strong> ook<br />

wanneer er sprake is van complexe psychische of psychiatrische<br />

problematiek, dreigt de neiging tot vermijding en de worsteling<br />

met de psychische binnenwereld klachten te verergeren en ten<br />

koste te gaan van de kwaliteit van leven. Het alternatief is erkenning<br />

en aanvaarding van de eigen emotionele beleving en het<br />

met een korrel zout leren nemen van al die wonderlijke kronkels<br />

in de bovenkamer. Die houding creëert vervolgens de ruimte en<br />

de flexibiliteit om het gedrag en de aandacht weer te gaan richten<br />

op de mogelijkheden die het bestaan de moeite waard maken en<br />

die recht doen aan wie we willen zijn (Hayes, 2006).<br />

Voor de therapeut betekent het actief verzet tegen de mythe<br />

van het maakbare geluk. Het helpt niet om psychische worstelingen<br />

te pathologiseren en het ligt al helemaal niet binnen ons<br />

vermogen om ze te ‘genezen’. Het is onze taak om onze cliënten<br />

te confronteren met hun heilloze missies en onwerkzame strategieën.<br />

Zelfs Freud riep al dat je met therapie hooguit neurotische<br />

ellende kunt omzetten in reële ellende (Breuer & Freud,<br />

1955). Dit perspectief heeft nogal wat consequenties voor de<br />

therapeutische houding, de relatie en de inhoud van de behandeling.<br />

De therapeut zit niet in de comfortabele positie van de<br />

geneesheer of de deskundige. Het vraagt om een actieve, betrokken<br />

en confronterende houding waarin de therapeut niet alleen<br />

OPINIE<br />

alert is op de disfunctionele processen bij de cliënt, maar ook<br />

oog heeft voor diezelfde processen in zichzelf en in de interactie<br />

met de cliënt. Er is namelijk geen wezenlijk verschil tussen beide.<br />

De therapeut is net zo goed geneigd om zich te verliezen in de<br />

valkuilen en dwaalsporen van de psychologische binnenwereld.<br />

Dat is zeker aan de orde op het moment dat de therapeut blootstaat<br />

aan complexe interacties die gepaard gaan met emotioneel<br />

belastende momenten en ervaringen (Wilson & Dufrene, 2011).<br />

We hebben een complex vak dat ons op allerlei manieren en<br />

niveaus voortdurend op de proef stelt.<br />

Alsof dat al niet genoeg is, dreigen we ook nog steeds meer in<br />

een defensieve positie terecht te komen waarin we door derden<br />

(wetenschappers, bestuurders, overheid, zorgverzekeraars)<br />

kritisch worden gevolgd en krijgen voorgeschreven hoe we ons<br />

werk zouden moeten doen. Hofstee (2011) schrijft in een prikkelend<br />

artikel over de brug tussen wetenschap en praktijk dat het<br />

de taak van de psycholoog is om het individu te verdedigen<br />

tegen de maatschappelijke krachten die zijn persoonlijke vrijheid<br />

dreigen te beknevelen. Om die rol te kunnen waarmaken, zal<br />

de psycholoog zich echter eerst zelf moeten bevrijden van het<br />

krachtenveld waarin hij zich bevindt. Het vraagt de moed om<br />

de dagelijkse werkelijkheid van ons werk onder ogen te durven<br />

zien. Het vraagt de moed om ons niet langer te laten ringeloren<br />

door de partijen die hun macht ontlenen aan wetenschappelijke<br />

superioriteit of organisatorisch en economisch overwicht.<br />

Wanneer gaan clinici nou eens meebepalen wat de agenda van<br />

wetenschappelijk onderzoek moet zijn? In mijn spreekkamer<br />

schiet ik niet zoveel op met de zoveelste RCT of meta­analyse<br />

waarin voor de zoveelste keer wederom wordt vastgesteld dat de<br />

verschillende therapievormen onderling amper verschillen in<br />

effectiviteit (Luborsky e.a., 2002; Cuypers, 2008).<br />

<strong>En</strong> wanneer gaan clinici nou eindelijk eens meebepalen hoe de<br />

zorg moet worden ingericht? Het is tegenwoordig niet ongebruikelijk<br />

dat professionals door het management, en soms zelf door<br />

zorgverzekeraars, krijgen voorgeschreven via welke methodieken<br />

ze hun diagnostiek en behandeling vorm dienen te geven.<br />

Ons vak verkeert in zwaar weer en onze professionele integriteit<br />

is in het geding. Natuurlijk is dit geen vrijbrief om de wetenschap<br />

vaarwel te zeggen en ons te gaan bedienen van dubieuze ongefundeerde<br />

praktijken in de uitoefening van ons vak. Het wordt<br />

echter hoog tijd dat de kritische reflectie op ons functioneren<br />

ook eens van toepassing wordt op het nut en de bruikbaarheid<br />

van wetenschappelijk onderzoek en allerhande beleidsmatige<br />

en organisatorische ontwikkelingen. Onderzoek, onderwijs en<br />

beleid zouden wel wat meer aanknopingspunten mogen bieden<br />

voor de vertaling van de theorie naar weerbarstige klinische<br />

praktijk. Wellicht dat clinici dan minder snel hun heil zouden<br />

gaan zoeken bij bewegingen die zich empirisch misschien nog<br />

moeten bewijzen, maar inhoudelijk wel meer handvatten bieden<br />

die aansluiten bij hun dagelijkse ervaringen. Het gaat dus niet<br />

zozeer om de nieuwe kleren van de keizer, het gaat er juist om<br />

dat we hem uitkleden en durven zien hoe hij er in werkelijkheid<br />

uitziet. Of het nou gaat om mindfulness en ACT of over psychodynamische<br />

en cliëntgerichte modellen; ze kijken verder dan de<br />

gZ-PSYCHOLOGIE 6 n SEPTEMBER 2011 27

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!