Inger PlaIsIer En KarIanne Kalshoven Gezonde Bedrijfscultuur
Inger PlaIsIer En KarIanne Kalshoven Gezonde Bedrijfscultuur
Inger PlaIsIer En KarIanne Kalshoven Gezonde Bedrijfscultuur
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Het al dan niet zonder hulp voltooien van de ontwikkelingstaken<br />
wordt vooral ook bepaald door het aanwezig of afwezig zijn<br />
van risico of protectieve factoren, zowel bij het kind zelf, bij de<br />
adoptieouders als in de omgeving. Voorbeelden daarvan zijn het<br />
temperament van het kind, de flexibiliteit van de ouders en tijd en<br />
ruimte hebben voor het kind. Maar ook het beschikken over een<br />
steunend netwerk is van belang.<br />
Belangrijk voor opvoeding in adoptiegezinnen is dat kinderen in<br />
hun ontwikkeling een stap kunnen hebben gemist die zij op het<br />
moment dat zij in een veilige, stabiele en responsieve gezinsomgeving<br />
komen alsnog gaan vertonen. Hierdoor kan een ouder kind<br />
gedrag kan laten zien dat absoluut niet (meer) bij de kalenderleeftijd<br />
past. Toch moet er op dit gedrag worden gereageerd alsof<br />
het om een jonger kind gaat. Dat kan veel vragen van adoptieouders.<br />
Dan is het zaak dat zij in staat zijn om adoptiespecifiek op te<br />
voeden (Bohman & Sigvardsson, 1990).<br />
Opvoederstaken adoptieouders<br />
• acceptatie en integratie biologisch niet-eigen kind<br />
• definitief afscheid van het gedroomde biologische kind en voortzetting<br />
van genetische verwantschap, verwerking van het eigen<br />
verlies (kinderloosheid)<br />
• openheid naar omgeving over adoptie<br />
• eigenheid kind respecteren en stimuleren<br />
• omgaan met reacties op adoptie zowel van kind als van omgeving<br />
• omgaan met bestaansonzekerheid van het kind<br />
• omgaan met verschillen (o.a. huidskleur, cultuur)<br />
• stabiel adoptiegezin vormen<br />
• omgaan met eigen onzekerheden (good-enough parents)<br />
• verschil hanteren tussen reguliere en triadische familie<br />
• herdefiniëring van rollen<br />
• heracceptatie adoptie<br />
• steunen bij de manier van omgaan met roots die het kind kiest<br />
• eigenheid kind respecteren en stimuleren<br />
• een kleinkind krijgen dat niet biologisch verwant is<br />
• hernieuwd loslaten van gedroomde familie en accepteren van<br />
triadische familie (hernieuwd verwerken kinderloosheid)<br />
Tabel 3. Opvoederstaken voor adoptieouders (Vinke, 2007). globaal<br />
van boven naar onder gerangschikt naar fase in gezinsvorming: start<br />
adoptie en verloop in de levensloop.<br />
Hulpverleners die werken met geadopteerde kinderen, volwassenen<br />
en hun gezinnen dienen zich bewust te zijn van de mogelijke<br />
impact van adoptiegerelateerd verlies. Bij diagnostiek en hulpverlening<br />
kan het zinvol zijn om samen met ouders en geadopteerden<br />
na te gaan welke thema’s (nog) een rol spelen in het actuele<br />
aanmeldingsprobleem.<br />
Tot slot<br />
Onderzoek en ervaring maken dat het begincitaat – ‘While most<br />
adoptions work well, no adoption is simple’ (Douglas & Philpot,<br />
2003) – een goede typering is van het traject dat geadopteerden<br />
en hun ouders doorlopen. Ook hulpverlening aan geadopteerden<br />
en hun beide ouderparen is zelden eenvoudig. Veel aspecten<br />
spelen mee en het is van groot belang om juist in de screening en<br />
diagnostiekfase van het hulpverleningsproces adoptiealert te zijn.<br />
Feiten en cijfers laten zien dat het om een relatief kleine<br />
doelgroep gaat, maar dat een veel grotere groep mensen indirect<br />
WETENSCHAP<br />
met adoptie en afstand te maken hebben. Bij adoptie doorlopen<br />
ouders een jarenlange procedure. De kinderen die binnenkomen<br />
hebben steeds vaker een special need, een speciale psychologische<br />
en medische opvoedings en zorgvraag, zijn veelal ouder dan 1<br />
jaar en hebben dikwijls een belaste voorgeschiedenis. Dit vraagt<br />
extra aandacht, tijd en zorg van adoptieouders, maar maakt ook<br />
dat psychologische hulp alert moet zijn op de mogelijk invloed<br />
van (verborgen of voormalige) fysieke aandoeningen.<br />
Onderzoek laat ook zien dat adoptie kinderen kansen biedt die<br />
zij in een kindertehuis niet krijgen. De meeste kinderen halen,<br />
wanneer zij eenmaal in een adoptiegezin wonen, gemiste ontwikkelingsstappen<br />
bijna volledig in. Toch is daarbij vaak meer hulp<br />
nodig (voor ouders en/of kind) dan in gezinnen met biologisch<br />
eigen kinderen. Deze hulp kan bestaan uit medische, psychologische<br />
of pedagogische hulp en het kan zijn dat deze tot (ver)<br />
in de volwassenheid moet doorlopen. Belangrijk onderliggend<br />
thema is altijd de gehechtheid en het repareren of omkeren van<br />
inadequate gehechtheidservaringen om zo verliezen en trauma’s<br />
te kunnen verwerken. Bij een volgend artikel in dit tijdschrift zal<br />
aan de hand van casuïstiek nader worden ingegaan op methodieken<br />
die hiertoe kunnen worden ingezet. n<br />
Auteur<br />
dr. Anneke j.g Vinke is vrijgevestigd gz-psycholoog, kinder- en<br />
jeugdpsycholoog (NIP) en orthopedagoog generalist (NVO).<br />
Zij specialiseerde zich in vraagstukken rond interlandelijke<br />
adoptie, pleegzorg en jeugdbescherming (met name kindermishandeling<br />
en risicotaxatie) en is daarin werkzaam als hulpverlener,<br />
onderzoeker en opleider. Zij is als coördinator onderzoek<br />
verbonden aan het Adoptie driehoek Onderzoekscentrum in<br />
leiden. Meer informatie: www.adoptiepraktijk.nl en<br />
www.adoptionresearch.nl.<br />
Correspondentie: info@adoptiepraktijk.nl<br />
Literatuur<br />
n Bimmel, N., Juffer, F., IJzendoorn, M.H. van, & BakermansKranenburg, M.J.<br />
(2003). Problem behavior of internationally adopted adolescents: a review and<br />
metaanalysis. Harvard Review of Psychiatry, 11, 6477.<br />
n Bohman, M., & Sigvardsson, S. (1990). Outcome in adoption: lessons from longitudinal<br />
studies. In: Brodzinsky D.M., & Schechter M.D. (red.). The psychology of<br />
adoption (pp. 93106). New York: Oxford University Press.<br />
n Brodzinsky, D.M., & Palacios, J. (red.) (2005). Psychological issues in adoption.<br />
Westport: Praeger Publishers.<br />
n Brodzinsky, D.M., & Schechter, M.D. (red.) (1990). The psychology of adoption.<br />
New York: Oxford University Press.<br />
n Cairns, K. (2002). Attachment, trauma and reslience. Therapeutic caring for<br />
children. London: BAAF.<br />
n Dries, L. van den, Juffer, F., IJzendoorn, M.H. van, & BakermansKranenburg,<br />
M.J. (2009). Fostering security? A metaanalysis of attachment in adopted children.<br />
Children and Youth Services Review, 31, 41021.<br />
n Douglas, A., & Philpot, T. (2003). Adoption, changing families, changing<br />
times. Londen: Routledge. Duimelaar, P.M. (1993). Adoptie in de jaren tachtig.<br />
Kwartaalbericht rechtsbescherming en veiligheid, 6 (2), 916.<br />
n Geerars, H.C., Hart, H. ’t, & Hoksbergen, R.A.C. (1991). Waar ben ik thuis?<br />
Geadopteerde adolescenten over adoptie, hun familie, problemen, uithuisplaatsing<br />
en toekomstvisie. Utrecht: Rijksuniversiteit Utrecht, Adoptiecentrum.<br />
n Golding, K., (2008). Nurturing attachments. Londen: Jessica Kingsley.<br />
n Gray, D.B. (2007). Nurturing adoptions. Indianapolis: Perspectives.<br />
n Greef, H. de, & Hoksbergen, R. (1995). Adoptiejongeren in de residentiële zorg:<br />
een dossieronderzoek. In: Ligthart, L.L.E., Voorde, L.A. van de, & Keyser, F.L.A.<br />
(red.), Tehuis... thuis... tehuis..., geadopteerde jongeren in de residentiële zorg<br />
(pp. 6392). Breda: FICE, Nederland.<br />
gZ-PSYCHOLOGIE 6 n SEPTEMBER 2011 23