04.05.2013 Views

Inger PlaIsIer En KarIanne Kalshoven Gezonde Bedrijfscultuur

Inger PlaIsIer En KarIanne Kalshoven Gezonde Bedrijfscultuur

Inger PlaIsIer En KarIanne Kalshoven Gezonde Bedrijfscultuur

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

18<br />

WETENSCHAP<br />

while most adoptions work well, no adoption is simple<br />

(douglas & Philpot, 2003)<br />

Adoptie-alerte hulpverlening:<br />

achtergrond en theorie<br />

dr. A.j.g. Vinke<br />

Een kind afstaan, afgestaan worden als kind, geadopteerd worden of een kind adopteren verandert de levens van betrokkenen<br />

voorgoed. Te vondeling gelegd zijn, achtergelaten zijn bij een weeshuis, op straat geleefd hebben of door de kinderbescherming<br />

bij biologische ouders weggehaald worden zijn feiten die dikwijls in adoptiedossiers te vinden zijn. Deze of<br />

een soortgelijke start maakt geadopteerde kinderen a priori kwetsbaar (Brodzinsky & Schechter, 1990; Vinke, 1999).<br />

Wanneer deze kwetsbaarheid wordt uiteengerafeld, valt op dat ze om een specifiek opvoedingsantwoord van adoptieouders<br />

en hulpverleners vraagt. Dikwijls met goed gevolg: zeker wanneer geadopteerden worden vergeleken met leeftijdsgenoten<br />

die in tehuizen achterbleven laten deze kinderen een opmerkelijke – en op onderdelen bijna complete – inhaalslag<br />

zien naar het niveau van niet-geadopteerde leeftijdgenoten. Dit geldt dan voor groei, gehechtheid, zelfwaardering, IQ en<br />

gedragsproblemen (Van IJzendoorn & Juffer, 2006).<br />

Aan de andere kant laat onderzoek ook zien dat opvoeden en verzorgen van geadopteerde kinderen specifieke eisen stelt<br />

aan ouders. De inhaalslag komt niet vanzelf tot stand (Stams, Juffer & Van IJzendoorn, 2002; Bimmel, 2003). Adoptieouders<br />

zullen moeten beschikken over pedagogisch kapitaal om de specifieke opvoedings- en ontwikkelingsvragen van geadopteerden<br />

recht te doen (Vinke, 1999). Wanneer adoptieouders hulp hierbij vragen, is het zaak dat hulpverleners alert zijn<br />

op de extra dimensie die afstand en adoptie met zich kan meebrengen. Dit is een dimensie die niet alleen in de opvoeding<br />

van geadopteerde kinderen een rol speelt, maar ook doorloopt in de volwassenheid. Een adoptie-alerte houding van<br />

diagnostici en therapeuten in de eerste en tweede lijn is daarbij gewenst. In dit artikel worden enkele adoptiegerelateerde<br />

thema’s aangesneden die kunnen bijdragen aan een adoptie-alerte houding. Allereerst komen de feiten en cijfers aan bod,<br />

vervolgens is er aandacht voor risico’s en kansen en ten slotte voor verliezen en opnieuw starten.<br />

Trefwoorden: adoptie, adoptieprocedure, adoptiehulpverlening,<br />

afstand ter adoptie, ontwikkeling en opvoeding in adoptiegezinnen<br />

Feiten en cijfers<br />

Sinds de eerste Adoptiewet in 1956 zijn er ruim 50.000 kinderen<br />

door Nederlandse gezinnen geadopteerd. 1 Dat betekent dat<br />

het op het oog over een relatief kleine groep mensen gaat, tenzij<br />

er breder wordt gekeken en alle familieleden en partners van<br />

geadopteerden worden meegenomen. In de Verenigde Staten<br />

becijfert men dat elke geadopteerde gemiddeld 12 familieleden<br />

heeft in zijn adoptiegezin – en natuurlijk ook weer gemiddeld<br />

12 in het oorspronkelijke gezin. 2 Dat resulteert in ruim 600.000<br />

mensen binnen Nederland die in hun directe gezinsomgeving als<br />

grootouders, broer, zus, oom, tante of neef of nicht met adoptie<br />

te maken hebben.<br />

Deze 50.000 kinderen werden deels in Nederland en deels in het<br />

buitenland geboren. Binnen Nederland werden rond de 17.000<br />

kinderen geboren en ter binnenlandse adoptie geplaatst. In 1974<br />

gZ-PSYCHOLOGIE 6 n SEPTEMBER 2011<br />

ging het nog om circa 1.250 kinderen per jaar. Anno 2011 zijn<br />

dit er ongeveer 20 (bron: CBS en ministerie van Veiligheid en<br />

Justitie). Maatschappelijke veranderingen zoals acceptatie van<br />

eenouderschap, bijstandswetgeving en mogelijkheid tot keuze<br />

voor abortus hebben geleid tot een daling van het aantal binnenlandse<br />

adopties.<br />

Naarmate binnenlandse adoptie afnam, nam het aantal kinderen<br />

dat uit het buitenland naar Nederland kwam toe. De Koreaanse<br />

oorlog had ervoor gezorgd dat Amerikaanse soldaten kinderen<br />

hadden verwekt bij Koreaanse vrouwen. Dit waren kinderen<br />

waar geen toekomst voor leek in Korea. De uitspraak van schrijver<br />

Jan de Hartog in 1967 op tv bij Mies Bouwman ‘al red je er<br />

maar één’ markeert voor Nederland de start van interlandelijke<br />

adoptie. Aanvankelijk kwamen kleine aantallen kinderen uit<br />

1 Stiefouderadopties zijn niet meegerekend; het betreft uitsluitend cijfers<br />

inzake volle adopties.<br />

2 Uitgaande van een gezin met 2 ouders en 2 kinderen gemiddeld.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!