Inger PlaIsIer En KarIanne Kalshoven Gezonde Bedrijfscultuur
Inger PlaIsIer En KarIanne Kalshoven Gezonde Bedrijfscultuur
Inger PlaIsIer En KarIanne Kalshoven Gezonde Bedrijfscultuur
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
(nog) niet mogelijk<br />
fOTOgrAfIE: STOCK.xCHNg<br />
Verschillende modellen<br />
PrAKTIjK<br />
de dagelijkse praktijk die wij hieruit trekken is dat je tegenover<br />
De strekking van dat artikel is in twee zinnen samen te vatten. jonge mensen die op consult komen vanwege een mogelijke<br />
Eén: er bestaan verschillende diagnostische modellen, elk met vroege psychose vooral relativerend moet zijn. De kans dat zij<br />
zijn eigen diagnostische instrumenten. Twee: de voorspellende geen psychose zullen ontwikkelen is namelijk veel groter dan de<br />
waarde van alle diagnostische instrumenten is beperkt, in kans dat zij wel een psychose zullen ontwikkelen. Zelfs van de<br />
ieder geval te gering om in de klinische praktijk een psychose cliënten die voldoen aan de criteria van ‘hoog risico’ zal maar<br />
sluitend te voorspellen. ‘De vier verschillende diagnostische een klein deel daadwerkelijke een psychose ontwikkelen. Wat<br />
modellen die we in ons artikel<br />
dat betreft is de uitkomst van<br />
onderscheiden, geven mooi de ‘ d e t r a n s i t i e P e r c e n t a g e s b i j g e b r u i k onze studie ook voor onszelf<br />
evolutie weer die er de afgelopen<br />
tien, twintig jaar heeft plaats<br />
V a n d e V e r s c h i l l e n d e i n s t r u m e n t e n<br />
geruststellend. Het loopt zo’n<br />
vaart niet met de transitie naar<br />
gevonden in het denken over Z i j n V r i j l a a g e n w i s s e l e n s t e r k ’ een eerste psychose. Wat niet wil<br />
psychose en vroege psychose’,<br />
zeggen dat je rustig achterover<br />
vertelt Lacluyse. ‘Dat denken wordt nog steeds overheerst door kunt gaan leunen. Geheel aansluitend bij de huidige richtlij<br />
het zogenaamde DSMdenken: een categoriale benadering nen gaan we aan de slag om de jongeren die naar ons verwezen<br />
van psychotische aandoeningen waarbij zaken als sympto worden te helpen bij het aanpakken van de bestaande, concrete<br />
men, duur van symptomen en functioneren de belangrijkste problemen. <strong>En</strong> hoe meer specifieke psychotische klachten er<br />
diagnostische criteria vormen. Zowel de attenuated positive reeds zijn, des te meer volgen we de cliënt van dichtbij op. Zijn<br />
symptomsbenadering als de clinical high riskbenadering voor de klachten minder prominent of minder specifiek, dan verwij<br />
het herkennen van vroege psychose leunen hier sterk op. De zen we de cliënt vaak terug naar de eigen psychiater en houden<br />
diagnostische instrumenten bij deze benaderingen ruimen<br />
een belangrijke plaats in voor het signaleren van positieve<br />
we op afstand contact.’<br />
en negatieve symptomen. Aanvullend hierop is er inmiddels Hachelijke zaak<br />
enige plaats voor dimensioneel denken, het rekening houden Een tweede conclusie die Lacluyse en haar collega’s uit het<br />
met de ernst en frequentie van de psychotische ervaringen. onderzoek trekken is dat het momenteel nog te vroeg is om de<br />
Tegenover deze twee DSMgerichte benaderingen staan de term ‘psychoserisicosyndroom’ of soortgelijke aanduidingen<br />
benaderingen op grond van basic symptoms en fenomenolo voor een verhoogd risico op een psychose op te nemen in de<br />
gie en subjectieve ervaring. Deze benaderingen zijn niet nieuw, toekomstige DSM5. ‘Dat lijkt me momenteel een hachelijke<br />
maar krijgen sinds kort voor het eerst echt een plaats binnen zaak. Ons literatuuronderzoek laat zien dat er voorlopig weinig<br />
vroege interventie. Aanhangers van deze aanpak stellen dat het overeenstemming is over de manier waarop je zo’n verhoogd<br />
niet de symptomen zijn die iemand kwetsbaar maken, maar risico op psychose zou moeten definiëren en over de prakti<br />
de gevoeligheid die daaronder ligt. Zij leggen de nadruk op de sche waarde van zo’n definitie in termen van een betrouwbare<br />
subjectieve betekenisgeving. Deze invalshoek heeft geleid tot voorspelling. Het is nodig eerst meer onderzoek te doen naar<br />
een bredere manier van kijken naar de cliënt, met name niet factoren die van belang zijn bij het ontstaan en het beloop van<br />
enkel naar observeerbare symptomen, maar ook naar hoe de psychoses. Op grond daarvan kan dan in de toekomst wellicht<br />
persoon zelf veranderingen waarneemt.’<br />
een set van criteria worden gekozen die in staat is het ontstaan<br />
van een psychose betrouwbaar te voorspellen. Het onlangs<br />
Je moet relativerend zijn<br />
gestarte EUGEI (EUropean network of national schizophrenia<br />
Behalve dat er verschillende benaderingen bestaan in het opspo networks studying Gene<strong>En</strong>vironment Interactions)project kan<br />
ren van vroege psychose, stellen Lacluyse en collega’s in hun daar hopelijk een goede bijdrage aan leveren. Bij dergelijk onder<br />
artikel in het Tijdschrift voor Psychiatrie tevens heel nuchter vast zoek is een werkdefinitie van het ‘psychoserisicosyndroom’<br />
dat geen van deze benaderingen (en de bijbehorende diagnos overigens wel nuttig. Voor de dagelijkse praktijk echter niet. Het<br />
tische instrumenten) in de praktijk voldoende betrouwbaar is risico op onrust, etikettering en stigmatisering bij het gebruik<br />
om het risico op een eerste psychose te kunnen voorspellen.<br />
Lacluyse: ‘De transitiepercentages bij gebruik van de verschil<br />
van deze term is te groot.’ n<br />
lende instrumenten zijn vrij laag en wisselen sterk. Ook bij K. Lacluyse, L. van Bouwel, H. Demunter, et al. Klinisch assess-<br />
opeenvolgende studies met eenzelfde diagnostisch instrument ment van sterk verhoogd risico op psychose: overzicht en kritische<br />
variëren de uitkomsten per steekproef. De consequentie voor reflectie. Tijdschrift voor Psychiatrie 201;53:153-162.<br />
gZ-PSYCHOLOGIE 6 n SEPTEMBER 2011 17