Inger PlaIsIer En KarIanne Kalshoven Gezonde Bedrijfscultuur
Inger PlaIsIer En KarIanne Kalshoven Gezonde Bedrijfscultuur
Inger PlaIsIer En KarIanne Kalshoven Gezonde Bedrijfscultuur
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Dmarten dooper, wetenschapsjournalist<br />
16<br />
PrAKTIjK<br />
Voorspellen eerste psychose<br />
Vroegtijdig herkennen en behandelen van voorstadia<br />
van een eerste psychose kan veel leed besparen.<br />
diagnostische instrumenten om dit voorstadium te<br />
herkennen zijn er legio, blijkt uit literatuuronderzoek<br />
door de leuvense klinisch psycholoog en<br />
gedragstherapeut Kathleen lacluyse. de voorspellende<br />
waarde ervan is echter te gering om in de klinische<br />
praktijk van praktisch nut te kunnen zijn.<br />
De somatische geneeskunde kent er tal van voorbeelden van:<br />
signalen die wijzen op een (sterk) verhoogd risico binnen<br />
afzienbare tijd een bepaalde aandoening te krijgen. Een hoge<br />
bloeddruk, overgewicht en een hoog cholesterolgehalte wijzen<br />
bijvoorbeeld op een verhoogde kans op hart en vaataandoeningen.<br />
Een verminderde gevoeligheid voor insuline maakt duidelijk<br />
dat diabetes aan de poort rammelt. Door bij mensen deze<br />
signalen in de gaten te houden, is het mogelijk de aandoeningen<br />
in een vroeg stadium te herkennen, soms zelfs voordat zij<br />
daadwerkelijk lichamelijke klachten veroorzaken. Ook de geestelijke<br />
gezondheidzorg zou deze manier van werken graag kunnen<br />
toepassen. ‘Neem psychotische stoornissen, zoals schizofrenie’,<br />
vertelt Kathleen Lacluyse. ‘Het doormaken van een psychose is<br />
een zeer ingrijpend gebeuren voor zowel patiënten als voor hun<br />
familie. Als de psychose manifest is, is vaak een acute opname<br />
nodig, soms zelfs onder gedwongen statuut en al dan niet<br />
gepaard gaand met hoge doses medicijnen. Zou het mogelijk zijn<br />
een naderende psychose vroegtijdig te herkennen en zouden we<br />
door op dat moment al in te grijpen de transitie naar de psychotische<br />
periode kunnen tegengaan, dan zouden we de patiënt en<br />
diens familie veel leed besparen.’<br />
Praktische vraag<br />
Die wens wordt al een kleine twintig jaar internationaal erkend.<br />
Sinds halverwege de jaren 90 zijn tal van initiatieven ontplooid<br />
om te komen tot vroege interventie, het herkennen en behandelen<br />
van vroege stadia van een psychose. In 2005 presenteerde de<br />
International Early Psychosis Association Writing Group hiervoor<br />
een clinical practice guideline. ‘De aandacht bij het herkennen<br />
van een zogeheten vroege psychose richt zich vooral op jongeren<br />
en jongvolwassenen’, vertelt dr. Hella Demunter, psychiaterpsychotherapeut<br />
en adjunct kliniekhoofd in het Universitair<br />
Psychiatrisch Centrum K.U. Leuven. ‘Immers, een ontluikende<br />
gZ-PSYCHOLOGIE 6 n SEPTEMBER 2011<br />
eerste psychose speelt zich meestal af in de adolescentie of vroege<br />
volwassenheid. Vanuit het UPC K.U. Leuven hebben we hiervoor<br />
sinds enige jaren VRINT, het Vroege Interventie Team. Dit<br />
poogt jongeren in de vroegste fase van een psychose zo snel en<br />
toegankelijk mogelijk op te vangen, te evalueren en zo nodig een<br />
behandeling aan te bieden. Dat laatste liefst in een zo natuurlijk<br />
mogelijke omgeving voor de jongere, eventueel zelfs thuis.’<br />
Het voorspellen van een eerste psychose is echter geen gemakkelijke<br />
opgave, blijkt ook uit de Leuvense ervaring. Demunter:<br />
‘Jongeren worden naar VRINT doorverwezen door de huisarts,<br />
een Centrum voor leerlingbegeleiding of door de familie. Bij veel<br />
jongeren zien we wel enkele symptomen die mogelijk duiden<br />
op een naderende psychose, maar zij hebben over het algemeen<br />
nog geen eerste psychotische episode doorgemaakt. De vraag<br />
waarvoor wij ons dan gesteld zien, is: hoe groot is het risico dat<br />
deze jongere over enige tijd wel in een psychotische episode zal<br />
geraken? Oftewel: bij wie is het nodig om actief in te grijpen,<br />
bijvoorbeeld medicamenteus, en bij wie kun je beter even afwachten?<br />
Om een antwoord op die praktische vraag te krijgen, zijn we<br />
de literatuur ingedoken. Dat leverde 96 bruikbare artikelen op.<br />
Het overzicht dat we op grond daarvan hebben gemaakt, hebben<br />
we onlangs gepubliceerd in het Tijdschrift voor Psychiatrie.’<br />
Gebruik van de term ‘psychoserisicosyndroom’ geeft het risico op onrust, etikettering en<br />
stigmatisering.