Informatiebrochure Apraxie - UZ Leuven
Informatiebrochure Apraxie - UZ Leuven
Informatiebrochure Apraxie - UZ Leuven
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Informatiebrochure</strong><br />
<strong>Apraxie</strong>
<strong>UZ</strong> <strong>Leuven</strong> 2
Beste familie,<br />
deze informatiebrochure bieden wij u aan naar aanleiding van de spraak-, taal -<br />
en/of slikproblemen die uw familielid momenteel ondervindt. In deze brochure<br />
wordt kort uitleg gegeven bij het probleem. U vindt er tips in terug die de omgang<br />
met uw familielid verbeteren. De taak van de logopedist wordt geschetst. Indien u<br />
meer informatie wenst kan u gebruik maken van de websites die in deze<br />
brochure vermeld worden. De logopedist is natuurlijk ook bereid uw vragen te<br />
beantwoorden.<br />
Gedurende het verblijf van uw familielid te Campus Pellenberg, <strong>UZ</strong> <strong>Leuven</strong> is<br />
de behandelende logopediste:<br />
..........................................................................................................<br />
Indien u vragen heeft, kan u mij steeds bereiken op:<br />
............................................................................................................<br />
tussen................. en .......................<br />
op het nummer: ………………………………………………………….<br />
<strong>UZ</strong> <strong>Leuven</strong> 3
Een woordje uitleg<br />
Een Niet-Aangeboren Hersenletsel is een hersenletsel dat ontstaan is op latere<br />
leeftijd, waardoor er stoornissen kunnen optreden in allerlei vaardigheden.<br />
Na een hersenletsel kunnen volgende problemen optreden:<br />
Afasie is een taalstoornis. Er zijn problemen met de taal. Deze problemen<br />
kunnen zich uiten in het spreken, het begrijpen van taal, en in het lezen en<br />
schrijven. De problemen kunnen licht tot zeer ernstig zijn.<br />
Dysartrie is een spraakstoornis. Er zijn problemen met het spreken. De spieren<br />
die instaan voor de spraak werken niet meer goed, waardoor de<br />
verstaanbaarheid verminderd is.<br />
<strong>Apraxie</strong> is een probleem in het plannen van handelingen. De persoon kan de<br />
handeling vaak wel nog spontaan uitvoeren, maar ondervindt problemen als<br />
dezelfde handeling op vraag moet uitgevoerd worden. Zowel mond-, tong- en<br />
gelaatsbewegingen als bewegingen van ledematen kunnen hierdoor moeilijk zijn.<br />
Slikstoornissen (dysfagie) ontstaan ten gevolge van een combinatie van<br />
stoornissen in de slikspieren, een verminderde gevoeligheid en een afname van<br />
reflexen. Verslikken is mogelijk als het voedsel of drinken in de luchtpijp terecht<br />
komt.<br />
<strong>UZ</strong> <strong>Leuven</strong> 4
<strong>Apraxie</strong><br />
• Er is een probleem in het plannen van handelingen.<br />
• De persoon kan de handeling vaak wel nog spontaan uitvoeren, maar<br />
ondervindt problemen als dezelfde handeling op vraag moet uitgevoerd<br />
worden.<br />
• Zowel mond-, tong -en gelaatsbewegingen als bewegingen van ledematen<br />
kunnen hierdoor verstoord zijn.<br />
<strong>UZ</strong> <strong>Leuven</strong> 5
1. Oorzaken:<br />
De meest voorkomende oorzaak van apraxie is een CVA (cerebrovasculair<br />
accident), beter bekend onder de term ‘beroerte’ of ‘attaque’.<br />
De oorzaak van een CVA is een onderbreking van de bloedvoorziening naar een<br />
deel van de hersenen. Deze onderbreking wordt veroorzaakt door een<br />
hersenbloeding of een herseninfarct.<br />
Een herseninfarct is een afsluiting van een ader door een bloedklonter die<br />
ergens in het lichaam (bijvoorbeeld in het hart) ontstaat en uiteindelijk in de<br />
hersenen terecht komt (een embolie). De bloedklonter kan ook in het bloedvat<br />
zelf ontstaan (een trombose).<br />
Een hersenbloeding treedt op wanneer een ader scheurt ten gevolge van een<br />
verzwakte plek in de wand.<br />
Trombose: bloedprop vernauwt<br />
en blokkeert de slagader<br />
Embolie: stolsel blokkeert slagader<br />
Bloeding: gescheurde slagader<br />
Andere mogelijke oorzaken van apraxie zijn bijvoorbeeld een hersentrauma ten<br />
gevolge van bijvoorbeeld een ongeval, een hersentumor of een herseninfectie.<br />
<strong>UZ</strong> <strong>Leuven</strong> 6
2. Kenmerken van apraxie:<br />
Er bestaan verschillende vormen van apraxie, maar wij bespreken hier kort de<br />
verbale –en orale apraxie.<br />
VERBALE APRAXIE:<br />
• De belangrijkste kenmerken zijn het niet-consequent herhalen,<br />
verlengen, vervangen en toevoegen van klanken.<br />
• De persoon met apraxie kan bijvoorbeeld de t -klank wel produceren in het<br />
woord ‘tafel’ en niet in het woord ‘thee’. Een tijd later kan het zijn dat het<br />
woord ‘tafel’ ook niet meer correct geproduceerd kan worden. De fouten<br />
zijn dus niet-consequent.<br />
• Als er meerdere medeklinkers op elkaar volgen, worden meer fouten<br />
gemaakt (bijvoorbeeld school, trap, fiets,…).<br />
• Men maakt meer fouten bij langere woorden (bijvoorbeeld vakantiepark,<br />
krantenwinkel,…) en bij klanken die minder vaak voorkomen.<br />
• Vaak kunnen woorden of klanken onbewust beter geuit worden dan op<br />
vraag. Automatische reeksen zoals tellen, liedjes, dagen van de week,<br />
versjes,…zullen daarom vaak beter uitgesproken worden.<br />
• De spreker is zich bewust van zijn/haar fouten, maar is niet in staat ze<br />
te anticiperen of te corrigeren.<br />
• De persoon moet zoeken om lippen en tong in de juiste positie te<br />
brengen om een klank te vormen.<br />
• Men spreekt soms trager, zonder klemtonen en/of intonatie.<br />
<strong>UZ</strong> <strong>Leuven</strong> 7
ORALE APRAXIE:<br />
• Orale apraxie komt vaak samen met verbale apraxie voor.<br />
• De persoon kan op verzoek geen mond-, tong-, en/of<br />
gelaatsbewegingen maken. Men kan op bevel niet fluiten, hoesten,<br />
blazen, de tong uitsteken,...<br />
• Als men bijvoorbeeld aan de persoon met orale apraxie vraagt om te<br />
blazen, weet hij/zij niet hoe dit moet. Maar zonder dat men iets vraagt,<br />
blaast hij/zij even later zonder problemen een kaars uit.<br />
<strong>UZ</strong> <strong>Leuven</strong> 8
3. De taak van de logopedist:<br />
• De logopedist observeert en onderzoekt de persoon met apraxie om de<br />
aard en omvang van de problemen te bepalen.<br />
• De persoon met apraxie en zijn familie krijgen informatie over de<br />
spraakproblemen.<br />
• Een optimale communicatie tussen de persoon met apraxie en de familie<br />
is een belangrijk doel in de therapie.<br />
• De logopedist geeft gerichte behandeling. Er kunnen bijvoorbeeld<br />
oefeningen gedaan worden om de beweeglijkheid van de spraakorganen<br />
(lippen, tong, wangen, verhemelte) te verbeteren, het klanksysteem wordt<br />
bevorderd en/of verder uitgebreid,...<br />
• Eerst moeten gemakkelijke klanken en korte woorden terug aangeleerd<br />
worden en dan pas moeilijke klanken en lange woorden.<br />
• Er moet veel geoefend worden en dezelfde oefeningen moeten frequent<br />
herhaald worden.<br />
• Indien aangewezen zal de logopedist een ondersteunend<br />
communicatiemiddel inschakelen. De logopedist leert de persoon met<br />
apraxie en de omgeving hoe ze hiermee moeten werken.<br />
• De logopedist geeft begeleiding bij het aanvaarden van het ‘anders’<br />
communiceren.<br />
• De logopedist werkt samen met onder andere de arts, ergotherapeut,<br />
kinesist, verpleging, maatschappelijk assistent, …<br />
<strong>UZ</strong> <strong>Leuven</strong> 9
4. Tips voor familie en vrienden:<br />
Algemeen:<br />
• Niet het spreken, maar wel de communicatie moet centraal staan!<br />
• Tracht u aan te passen aan de nieuwe situatie die voor iedereen moeilijk<br />
is. Wees tevreden met elke kleine vooruitgang.<br />
• Toon begrip voor de gevoelens en de moeilijkheden die de persoon<br />
momenteel ondervindt. Laat duidelijk merken dat u hem/haar tracht te<br />
begrijpen en dat u hem/haar steunt.<br />
• Breng orde en regelmaat in de omgeving en bezigheden aan zodat de<br />
persoon een gevoel van veiligheid en zekerheid krijgt.<br />
• Neem tijd voor een gesprek. Ga zitten en maak oogcontact.<br />
• Blijf de persoon behandelen als een volwassene en praat ook niet over<br />
zijn/haar hoofd.<br />
• Spreek niet in de plaats van de persoon.<br />
Tips die het begrijpen bevorderen:<br />
• Wees eerlijk en zeg het openlijk als u de boodschap niet begrepen heeft.<br />
Vraag om herhaling.<br />
• Zeg aan de persoon wat u denkt te hebben verstaan. Controleer of dit<br />
klopt.<br />
• Creëer een rustige omgeving tijdens een gesprek. Zet bijvoorbeeld de<br />
radio of televisie uit.<br />
• Als u de boodschap niet heeft begrepen, stel dan ja/neen-vragen,<br />
vraag aan de persoon om de boodschap op te schrijven, een gebaar te<br />
maken (dit zal vaak ook moeilijk zijn), te wijzen, traag te praten, …<br />
<strong>UZ</strong> <strong>Leuven</strong> 10
Tips die het spreken stimuleren:<br />
• Geef hem/haar voldoende tijd om te antwoorden.<br />
• Houd rekening met vermoeidheid. Als de persoon moe is zal het praten<br />
moeilijker zijn.<br />
• Herhaal het gedeelte van de boodschap dat u wel begrepen heeft, zodat<br />
de spreker niet de gehele boodschap moet herhalen.<br />
• Indien aangewezen zal de logopedist, al dan niet tijdelijk, een<br />
ondersteunend<br />
introduceren.<br />
communicatiemiddel, zoals een letterkaart<br />
<strong>UZ</strong> <strong>Leuven</strong> 11
5. Wenst u meer informatie?<br />
• www.neurocom.be: website rond communicatiestoornissen met veel links<br />
naar anders websites<br />
• http://www.asha.org/public/speech/disorders/ApraxiaAdults.htm: website<br />
van de Amerikaanse vereniging voor spraak-, taal-, en gehoorproblemen<br />
(Wat is apraxie?, symptomen, tips voor familie en de persoon met apraxie)<br />
• www.hersenstichting.nl: informatie rond de werking van de hersenen en<br />
hersenaandoeningen<br />
• http://www.uzleuven.be/<strong>UZ</strong>root/content/Patienten/medischeinfo/problemen<br />
volwassenen/hersenen: brochure over CVA of beroerte<br />
<strong>UZ</strong> <strong>Leuven</strong> 12