Tekst - Vlaams Parlement
Tekst - Vlaams Parlement
Tekst - Vlaams Parlement
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
Zitting 2000-2001<br />
6 december 2000<br />
VLAAMS PARLEMENT<br />
ONTWERP VAN DECREET<br />
houdende de algemene uitgavenbegroting van de <strong>Vlaams</strong>e Gemeenschap<br />
voor het begrotingsjaar 2001<br />
BELEIDSBRIEF<br />
Mobiliteit en Openbare Werken<br />
Beleidsprioriteiten 2000-2001<br />
BELEIDSBRIEF<br />
Energie<br />
Beleidsprioriteiten 2000-2001<br />
VERSLAG<br />
namens de Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie<br />
uitgebracht door de heer Jul Van Aperen<br />
aan de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting<br />
973
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 2<br />
Samenstelling van de commissie :<br />
Voorzitter : mevrouw Wivina Demeester-De Meyer.<br />
Vaste leden :<br />
de heren Ludwig Caluwé, Carl Decaluwe, mevrouw Wivina<br />
Demeester-De Meyer, mevrouw Maria Tyberghien-<br />
Vandenbussche ;<br />
de heren Marc Cordeel, André Denys, Patrick Lachaert, Jul<br />
Van Aperen ;<br />
de heren Jean Geraerts, Pieter Huybrechts, Jan Penris ;<br />
de heren Jacky Maes, Robert Voorhamme ;<br />
de heer Johan Malcorps ;<br />
de heer Jan Loones.<br />
Plaatsvervangers :<br />
de heren Joachim Coens, Jos De Meyer, Bart De Smet,<br />
Eddy Schuermans ;<br />
mevrouw Anny De Maght-Aelbrecht, de heren Koen<br />
Helsen, Jacques Laverge, Didier Ramoudt ;<br />
mevrouw Marleen Van den Eynde, de heren Roland Van<br />
Goethem, Luk Van Nieuwenhuysen ;<br />
de heren André Kenzeler, Bruno Tobback ;<br />
de heer Eloi Glorieux ;<br />
de heer Jos Bex.<br />
Zie :<br />
12-A (1999-2000)<br />
– Nr. 1 : Advies van de SERV over het begrotingsbeleid<br />
2001 van de <strong>Vlaams</strong>e Gemeenschap<br />
13 (2000-2001)<br />
– Nrs. 1-A tot C : Toelichtingen<br />
14 (2000-2001)<br />
– Nr. 1 : Ontwerp van decreet<br />
– Nr. 2 : Amendementen<br />
15 (2000-2001)<br />
– Nr. 1 : Ontwerp van decreet + Bijlagen + Errata bij de<br />
bijlagen<br />
– Nrs. 2 tot 5 : Amendementen<br />
– Nr. 6-A : Verslag namens de Commissie voor Binnenlandse<br />
Aangelegenheden, Huisvesting en<br />
Stedelijk Beleid<br />
– Nr. 6-B : Verslag namens de Commissie voor Brussel<br />
en de <strong>Vlaams</strong>e Rand<br />
– Nr. 6-C : Verslag namens de Commissie voor Buitenlandse<br />
en Europese Aangelegenheden<br />
– Nr. 6-D : Verslag namens de Commissie voor Cultuur,<br />
Media en Sport<br />
– Nr. 6-E : Verslag namens de Commissie voor Economie,<br />
Landbouw, Werkgelegenheid en Toerisme<br />
– Nr. 6-F : Verslag namens de Commissie voor Institutionele<br />
en Bestuurlijke Hervorming en Ambtenarenzaken<br />
– Nr. 6-G : Verslag namens de Commissie voor Leefmilieu,<br />
Natuurbehoud en Ruimtelijke Ordening<br />
– Nr. 6-H : Verslag namens de Commissie voor<br />
Onderwijs, Vorming en Wetenschapsbeleid<br />
16 (2000-2001)<br />
– Nr. 1 : Verslag van het Rekenhof<br />
Zie ook :<br />
458 (2000-2001)<br />
– Nr. 1 : Beleidsbrief<br />
459 (2000-2001)<br />
– Nr. 1 : Beleidsbrief
INHOUD<br />
3 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
I. ALGEMENE BESPREKING......................................................................................................................... 5<br />
A. Inleidende uiteenzetting door de heer Steve Stevaert, minister vice-president van de <strong>Vlaams</strong>e<br />
regering, <strong>Vlaams</strong> minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie ............................................. 5<br />
1. Begroting .................................................................................................................................................. 5<br />
2. Toelichting bij de beleidsbrieven ........................................................................................................... 10<br />
B. Bespreking ..................................................................................................................................................... 19<br />
I. Algemene beschouwingen...................................................................................................................... 19<br />
II. Algemene benadering per programma ................................................................................................. 41<br />
– Energie : beleidsbrief en programma 51.50 Natuurlijke Rijkdommen en Energie ......................... 41<br />
– Organisatieafdeling 63 Administratie Wegen en Verkeer................................................................... 49<br />
– Programma 63.10 Wegen ................................................................................................................... 49<br />
– Programma 63.20 Gemeenschappelijk Vervoer ............................................................................. 62<br />
– Programma 63.30 Regionale Luchthavens ..................................................................................... 71<br />
– Programma 63.40 Infrastructuur en Verkeersbeleid ...................................................................... 77<br />
– Organisatieafdeling 64 Administratie Waterwegen en Zeewezen..................................................... 77<br />
– Programma 64.10 Waterwegen en Binnenvaart.............................................................................. 77<br />
– Programma 64.20 Havens.................................................................................................................. 78<br />
– Programma 64.30 Zee- en Rivierwaterkering en –beheersing ..................................................... 86<br />
– Programma 64.40 Algemeen Infrastructuur- en Scheepvaartbeleid ............................................ 88<br />
– Programma 64.50 Zeewezen ............................................................................................................. 88<br />
– Programma 64.60 Integraal Waterbeheer........................................................................................ 89<br />
– Organisatieafdeling 66 Administratie Ondersteunende Studies en Opdrachten............................. 89<br />
– Organisatieafdeling 69 Diensten van de secretaris-generaal.............................................................. 89<br />
II. ARTIKELSGEWIJZE BESPREKING EN STEMMINGEN.............................................................. 89<br />
III. EINDSTEMMING....................................................................................................................................... 89<br />
BIJLAGEN ............................................................................................................................................................ 91<br />
Bijlage I : aangepaste toelichting VIF ................................................................................................................. 92<br />
Bijlage II : aanpassing toelichting bij de meerjarenbegroting .......................................................................... 134<br />
Bijlage III : investeringsprogramma AWV 2001-2003....................................................................................... 135<br />
Blz.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 4<br />
Bijlage IV : indicatief meerjarenprogramma waterwegen................................................................................ 209<br />
Bijlage V : indicatief meerjarenprogramma havens........................................................................................... 214<br />
Bijlage VI : hoorzitting met De Lijn ................................................................................................................... 218<br />
Bijlage VII : investeringsprogramma van De Lijn ............................................................................................. 239
DAMES EN HEREN,<br />
De Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit<br />
en Energie heeft de haar toegewezen bepalingen<br />
van het ontwerp van decreet houdende de algemene<br />
uitgavenbegroting van de <strong>Vlaams</strong>e Gemeenschap<br />
voor het begrotingsjaar 2000 behandeld op<br />
16, 21,23 en 30 november 2000.<br />
Na een toelichting door de minister volgde in het<br />
kader van de algemene bespreking een discussie<br />
over het beleid inzake openbare werken, mobiliteit<br />
en energie tussen de leden van de commissie en de<br />
minister. Daarnaast was er een benadering per programma.<br />
De begrotingsbesprekingen werden voor een stuk<br />
bemoeilijkt door het gegeven dat de minister tweemaal<br />
tengevolge van fouten en onnauwkeurigheden,<br />
een aangepaste toelichting bij zijn begroting<br />
(VIF) indiende tijdens het verloop van de commissiebesprekingen.<br />
Deze aanpassing bij de toelichting bij het VIF<br />
wordt als Bijlage I bijgevoegd.<br />
Ook voor de toelichting bij de meerjarenbegroting<br />
werd door de minister een aanpassing ingediend<br />
tijdens de besprekingen. Deze aanpassing is terug<br />
te vinden in Bijlage II : aanpassing toelichting<br />
meerjarenbegroting.<br />
Het zogenaamd indicatief driejarenprogramma<br />
voor de wegen (investeringsprogramma AWV 2001<br />
– 2003 Hoofdwegen en Secundaire wegen) dat<br />
zoals gebruikelijk voor de stemmingen door de minister<br />
werd neergelegd, wordt als Bijlage III bij dit<br />
verslag gevoegd.<br />
Nieuw zijn het indicatief meerjarenprogramma<br />
voor de waterwegen (Bijlage IV) en het indicatief<br />
meerjarenprogramma voor de havens (Bijlage V).<br />
Bijlage VI is de hoorzitting met de top van De Lijn<br />
over het investeringsprogramma en Bijlage VII ten<br />
slotte is het investeringsprogramma van De Lijn.<br />
Andere elementen die door de minister tijdens de<br />
begrotingsbesprekingen werden neergelegd, worden<br />
bij overzending aan de leden van deze commissie<br />
bezorgd of werden reeds ter zitting aan de<br />
leden bezorgd. Het gaat over een nota van de administratie<br />
getiteld " Het wegendistrict : de basis<br />
voor een goed werkende administratie Wegen en<br />
Verkeer", een document i.v.m. het dossier "helicopterbeloodsing",<br />
de beheersovereenkomst van de<br />
Dienst voor de Scheepvaart, informatie over het<br />
5 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
<strong>Vlaams</strong> Forum Luchtvaart en een nota i.v.m. de<br />
stand van zaken van de uitvoering van de personeelsplannen.<br />
I. ALGEMENE BESPREKING<br />
A. INLEIDENDE UITEENZETTING DOOR<br />
DE HEER STEVE STEVAERT, MINISTER<br />
VICE-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE<br />
REGERING, VLAAMS MINISTER VAN<br />
MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN EN<br />
ENERGIE<br />
1. Begroting<br />
De verdeling van de budgetten gebeurt op basis<br />
van behoeften en beleidsprioriteiten. Dat er in de<br />
sector van mobiliteit en openbare werken grote behoeften<br />
waren of zijn, is geen ontdekking. De<br />
<strong>Vlaams</strong>e regering heeft hierom reeds bij de begroting<br />
2000 een bijzondere inspanning geleverd voor<br />
de verbetering van mobiliteit en in het bijzonder<br />
voor het openbaar vervoer. Gelet op de resultaten<br />
was deze aanzet een bijzonder succes. De doelgroepen<br />
die in eerste instantie kunnen genieten van de<br />
budgetvriendelijke tariefpolitiek in het openbaar<br />
vervoer maken massaal gebruik van het hun aangeboden<br />
vervoer.<br />
Ook de maatregelen ter bevordering van de binnenvaart<br />
laten de vervoerders niet onberoerd, de<br />
tendens in de trafiek vertoont een ongeziene stijging.<br />
Daarenboven werd bij de begrotingsopmaak 2000<br />
een aanzet gegeven in de verhoging van het budget<br />
voor investeringen in de binnenvaart. Bij de aanpassing<br />
van de begroting 2000 werden de kredieten<br />
voor de waterwegen bijkomend verhoogd, voor<br />
1.750 miljard frank op recurrente basis en bijkomend<br />
voor 650 miljoen frank aan éénmalige investeringen.<br />
Met deze middelen kan een inhaaloperatie<br />
worden gerealiseerd in de versterking van de<br />
dijken die het minst bestand bleken tegen uit hun<br />
oever tredende rivieren.<br />
Bij de opstelling van de begroting 2001 heeft de<br />
<strong>Vlaams</strong>e regering de moed gehad alweer een reuzenstap<br />
te zetten in het verhogen van de overheidsinvesteringen<br />
inzake Openbare Werken en Mobiliteit.<br />
De <strong>Vlaams</strong>e regering getuigt hierbij van een<br />
gedegen beroepsernst om te voldoen aan een verantwoorde<br />
groei van de investeringen, zowel op<br />
het vlak van de wegen als van de waterwegen.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 6<br />
De minister verklaart dat hij vorig jaar zijn beleidsnota<br />
heeft voorgesteld. Na één jaar krijgt de commissie<br />
een tussentijds overzicht van hetgeen reeds<br />
gerealiseerd is en hetgeen op stapel staat. In de beleidsbrieven<br />
worden de basisopties van het regeerprogramma<br />
en van de beleidsnota 2000-2004 verder<br />
uitgewerkt.<br />
Heel wat van de doelstellingen en acties liggen aan<br />
de basis van de kredietaanpassingen in de begroting.<br />
– Energie<br />
Wat energie betreft, bestaat de hoofdbekommernis<br />
van de <strong>Vlaams</strong>e regering erin om een duurzaam<br />
energiebeleid te voeren waarbij het economische<br />
en sociale belang van energie verzoend wordt met<br />
de eindige voorraden van aardgas, olie en steenkool<br />
en met de beperkte draagkracht van het milieu.<br />
Het gebruik van hernieuwbare energiebronnen en<br />
het rationeel energieverbruik speelt hierin een belangrijke<br />
rol. In het kader van de promotie van<br />
hernieuwbare energiebronnen en rationeel energieverbruik<br />
werd in de begroting 10 miljoen frank<br />
voorzien opdat de overheid als voorbeeld zou kunnen<br />
fungeren. Het gaat in de eerste plaats om het<br />
uitwerken van de mogelijkheden en het inventariseren<br />
van de locaties. In een later stadium zullen<br />
effectieve acties worden uitgevoerd.<br />
De minister verklaart dat er bovendien met minister<br />
Van Mechelen afspraken werden gemaakt op<br />
twee vlakken.<br />
Ten eerste zullen Benchmarking- convenants met<br />
energie-intensieve industriële sectoren worden afgesloten<br />
om materiaal- en energieverliezen te beperken<br />
in het productieproces.<br />
Ten tweede wordt binnen het budget voor beleidsondersteunend<br />
onderzoek een bijzondere aandacht<br />
voor energieonderzoek geschonken die de overheid<br />
moet toelaten meer kennis te vergaren op dit<br />
vlak.<br />
Samen wordt op die manier 120 miljoen frank van<br />
het budget van Wetenschapsbeleid ten dienste gesteld<br />
van het Energiebeleid.<br />
Het budget voor de <strong>Vlaams</strong>e Reguleringsinstantie,<br />
die toezicht zal houden op de electriciteits- en gasmarkt<br />
wordt opgetrokken tot 60 miljoen frank, hetgeen<br />
overeenkomt met de jaarkost.<br />
– Wegen<br />
Wat de wegen betreft kondigt de minister de volgende<br />
initiatieven aan :<br />
Het <strong>Vlaams</strong> <strong>Parlement</strong> heeft de milieuwetgeving<br />
vastgelegd zodat Vlaanderen niet in een moeras<br />
van vervuiling wegzakt. Bedrijven, industrieën en<br />
de bevolking worden onderhevig aan strenge milieureglementeringen.<br />
De overheid kan en mag<br />
zich hieraan niet onttrekken, integendeel, zij heeft<br />
zelfs een voorbeeldrol te vervullen. Bovendien<br />
leidt een verwaarloosde aanblik tot een verminderd<br />
respect en zorgzaamheid van de bevolking.<br />
Op dit ogenblik wordt binnen het budget voor<br />
Openbare Werken reeds 1 miljard frank besteed<br />
aan milieumaatregelen. Om de meerkost van een<br />
stipte naleving van de milieudoelstelling op te vangen<br />
en te streven naar een grotere veiligheid wordt<br />
bijkomend 350 miljoen frank voorzien in de begroting<br />
(voor de wegen). Concreet moet dit de overheid<br />
in staat stellen de volgende kosten te dragen :<br />
– stortgelden van onderhoudsafval ;<br />
– slibverwerking (incl. analyse) en afvoer van slib ;<br />
– ruimen van zwerfvuil.<br />
Alhoewel Infrastructuur en Openbare Werken een<br />
harde materie lijkt, moet er toch voor gezorgd worden<br />
dat deze gericht is op het verhogen van de<br />
kwaliteit van het leven.<br />
Mensen willen zich op een vlotte manier verplaatsen.<br />
De overheid moet ook hier de voorwaarden<br />
scheppen om de mobiliteit te optimaliseren. Die<br />
verplaatsingsdrang of -behoefte mag echter niet<br />
leiden tot een inkrimping van de levenskwaliteit of<br />
de gezondheid van de medemensen. Het leven in<br />
de stad of in een woongebied moet op een serene<br />
manier kunnen plaatsvinden en het verplaatsen op<br />
zich moet op een veilige manier gebeuren. Om die<br />
veiligheid te verhogen, bouwt de <strong>Vlaams</strong>e regering<br />
op 4 pijlers :<br />
1. de doortochten van verbindingswegen door<br />
dorpskernen worden aangepakt ;<br />
2. de uitbouw van een complementair fiets- en<br />
voetpadennetwerk wordt uitgebreid ;<br />
3. het onderhoudsniveau van het wegennet wordt<br />
op een hoger peil gebracht ;<br />
4. gevaarlijke verkeersknooppunten worden heraangelegd.
Voor deze maatregelen wordt een bijkomend investeringsbudget<br />
van 2 miljard frank ingeschreven<br />
op de begroting. Samen met de hiervoor reeds vrijgemaakte<br />
bedragen in de begroting 2000 worden<br />
de geviseerde doelstellingen bereikt binnen een<br />
aanvaardbare termijn.<br />
1. Voor het wegwerken van de gevaarlijke punten<br />
wordt bijkomend 400 miljoen frank ingeschreven,<br />
terwijl<br />
2. Voor de herinrichting van de doortochten van<br />
de wegen in de dorpskernen 500 miljoen frank<br />
bijkomend wordt voorzien.<br />
3. Het <strong>Vlaams</strong> <strong>Parlement</strong> heeft in een motie de<br />
<strong>Vlaams</strong>e regering gevraagd de achterstand inzake<br />
het structureel wegenonderhoud weg te werken.<br />
De <strong>Vlaams</strong>e regering gaat hier expliciet op in<br />
met het doel de bereikbaarheid van de economische<br />
knooppunten en poorten te waarborgen<br />
en de verkeersonveiligheid – en dus hierdoor<br />
het aantal slachtoffers terug te dringen. Hiervoor<br />
is een bedrag van 750 miljoen frank voorzien.<br />
4. Om te komen tot een verhoogde verkeersveiligheid<br />
voor de zwakke weggebruiker zal een complementair<br />
vervoernet voor woon-, werk- en<br />
–schoolverkeer worden opgezet. Vrijliggende<br />
fietspaden en de herinrichting van zwarte punten<br />
inzake fietsveiligheid zijn hierbij de prioriteiten.<br />
Hiervoor wordt een extra inspanning gedaan<br />
voor de uitbouw van een adequaat fietsen<br />
voetpadennetwerk ten belope van 350 miljoen<br />
frank.<br />
– Openbaar vervoer<br />
Wat het Openbaar Vervoer betreft blijft het gelijktijdig<br />
bewerken van de markt langs verschillende<br />
wegen de strategie van de <strong>Vlaams</strong>e regering.<br />
Ten eerste wordt de tariefhervorming, en meer<br />
specifiek de tariefvereenvoudiging, voortgezet. Volgend<br />
jaar worden nu bijkomend de jongeren speciaal<br />
geviseerd. Het aanleren van het gebruik van het<br />
gemeenschappelijk vervoer als vervoersmodus<br />
nummer 1 wordt hierbij sterk gepromoot.<br />
Ten tweede wordt het aanbod verder uitgebreid, in<br />
het kader van de aanbieding aan de <strong>Vlaams</strong>e bevolking<br />
van het recht op basismobiliteit onder de<br />
vorm van een minimumaanbod aan openbaar vervoer.<br />
De gefaseerde verhoging gebeurt op basis<br />
7 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
van een objectieve behoefteanalyse. Ter gelegenheid<br />
van de opstart of de uitbreiding van een nieuwe<br />
lijn gebeurt een evaluatie naar de meest passende<br />
exploitatievorm. Dit moet op termijn leiden tot<br />
een sterke efficiëntie naar tijd, ruimte en capaciteit.<br />
Ten derde wordt de inspanning verdergezet op het<br />
vlak van ondersteunende maatregelen door middel<br />
van convenants. De samenwerking tussen het<br />
<strong>Vlaams</strong> Gewest, de lokale overheid en De Lijn laat<br />
toe om in bepaalde gebieden met een grote behoefte<br />
boven het niveau van de basismobiliteit te<br />
gaan. Dit gebeurt voornamelijk in (voor-) stedelijke<br />
gebieden. Aan deze extra dienstverlening kunnen<br />
voorwaarden gekoppeld worden die tegemoet<br />
komen aan de wensen van het openbaar vervoer<br />
die zich situeren op het vlak van doorstroming,<br />
parkeerbeleid en dergelijke.<br />
De promotie van het openbaar vervoer wordt gedragen<br />
vanuit drie invalshoeken :<br />
– verhogen van het aanbod ;<br />
– stimuleren van de vraag ;<br />
– verbetering van het comfort en de dienstverlening.<br />
Voor dit alles zijn in de begroting bijkomende kredieten<br />
ingeschreven ten belope van 1,1 miljard<br />
frank, te weten :<br />
– 500 miljoen frank voor basismobiliteit ;<br />
– 200 miljoen frank voor convenants ;<br />
– 400 miljoen frank voor tariefmaatregelen.<br />
– Algemeen verkeersbeleid<br />
Wat het algemeen verkeersbeleid betreft worden<br />
op dit ogenblik een aantal instellingen en organisaties<br />
– en hun projecten of studies – gesubsidieerd,<br />
die zich inzetten voor de verkeersleefbaarheid, de<br />
verkeerskunde, de verkeersopvoeding en de verkeersveiligheid.<br />
Via een goede sturing van de projecten en de opvolging<br />
van de resultaten wordt een efficiënte en<br />
doelmatige inzet van de middelen nagestreefd.<br />
Specifiek worden voor 2001 3 nieuwe accenten gelegd<br />
:<br />
1. Ter voorbereiding van het ontwerpdecreet Basismobiliteit<br />
worden reeds de nodige kredieten<br />
voorzien voor de oprichting van de Mobiliteitsraad<br />
(MORA) binnen de SERV ten belope van<br />
30 miljoen frank. Hiermee wordt op een globale<br />
en onafhankelijke manier het mobiliteitsvraag-
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 8<br />
stuk vooruitgeholpen op beleidsvlak, terwijl er<br />
nu versnipperde adviesraden bestaan met elk<br />
hun eigen mini-doelstellingen.<br />
2. Ter verbetering van de mobiliteit in de spitsuren<br />
wordt tevens een impuls gegeven aan bedrijfsvervoerplannen.<br />
Hierbij zal worden gewerkt<br />
met subsidiëring en promotiecampagnes van<br />
proefprojecten in het woon-werkverkeer. Een<br />
bedrag van 8,6 miljoen frank is hiervoor in de<br />
begroting ingeschreven.<br />
3. Ook het takenpakket van de <strong>Vlaams</strong>e Stichting<br />
Verkeerskunde wordt uitgebreid met enerzijds<br />
ondersteunende activiteiten ten bate van de<br />
Staten-generaal van de <strong>Vlaams</strong>e Verkeersveiligheid<br />
en anderzijds het aanbieden van opleiding,<br />
bijscholing en permanente vorming inzake verkeerskunde<br />
en verkeers- en mobiliteitseducatie.<br />
Hiervoor wordt bijkomend 5 miljoen frank<br />
voorzien.<br />
– Waterwegen<br />
Ook op het vlak van de waterwegen neemt de<br />
<strong>Vlaams</strong>e regering haar verantwoordelijkheid.<br />
Het economisch leven heeft goede vooruitzichten.<br />
De <strong>Vlaams</strong>e regering zorgt ervoor dat de obstakels<br />
worden weggeëffend opdat de economische groei<br />
niet wordt gestopt. De havens die Vlaanderen rijk<br />
is, worden erkend als gewrichten in de economische<br />
activiteit. De haven van Antwerpen blijft een<br />
voorname plaats innemen in dit landschap, doch de<br />
havens van Zeebrugge en Gent worden op gelijke<br />
voet ondersteund, en dus niet over het hoofd gezien.<br />
De blijvende bereikbaarheid van deze polen<br />
wordt gevrijwaard door het uitvoeren van baggerwerken,<br />
door wrakken te ruimen en sluisbruggen<br />
te vernieuwen. Dit vergt enorme investeringen die<br />
niet of nauwelijks zichtbaar zijn voor de burger,<br />
doch die absoluut noodzakelijk zijn voor de leefbaarheid<br />
van de havenindustrie en voor de aanverwante<br />
bedrijvigheid.<br />
De <strong>Vlaams</strong>e regering neemt haar verantwoordelijkheid<br />
om al deze kosten te dragen en maakt hiervoor<br />
in totaal 1,5 miljard frank vrij bovenop de bij<br />
de begrotingsaanpassing voor 2000 goedgekeurde<br />
structurele verhoogde budgetten voor de waterwegen.<br />
Bij de binnenvaart is er voldoende capaciteit aanwezig<br />
om een gedeelte van de via de weg vervoerde<br />
goederen over te nemen op een milieuvriendelijke<br />
en veilige manier. Om een degelijk geïntegreerd<br />
beleid uit te bouwen, is het belangrijk dat<br />
de complementariteit van de verschillende vervoerswijzen<br />
goed benut wordt, waarbij goede overslagmogelijkheden<br />
tussen water, weg en spoor van<br />
cruciaal belang zijn.<br />
Vanuit deze kennis heeft de waterwegbeheerder<br />
een aantal strategische doelen geformuleerd waarvan<br />
de volgende doelstellingen passen in deze van<br />
de <strong>Vlaams</strong>e regering.<br />
– het aandeel van de binnenvaart en de kustvaart<br />
in het totaal van het goederenvervoer betekenisvol<br />
doen stijgen ;<br />
– het verhogen van de biodiversiteit in en langs<br />
de waterwegen en de kust ;<br />
– een visie ontwikkelen op de meervoudige functies<br />
van de waterweg en zijn aanhorigheden en<br />
deze verankeren in bestemmingsplannen.<br />
Uit deze strategische doelstellingen blijkt duidelijk<br />
dat de waterwegbeheerder in dit programma niet<br />
uitsluitend oog heeft voor binnenvaart, maar voor<br />
het volledig maatschappelijk gebeuren dat zich in<br />
en rond de waterweg afspeelt, met name het vervoer,<br />
de recreatie, de natuur en het milieu.<br />
Nu de <strong>Vlaams</strong>e regering erin geslaagd is de nodige<br />
randvoorwaarden te scheppen door het vinden van<br />
bergingscapaciteit voor het baggerslib kunnen nog<br />
een aantal knelpunten op de waterverbindingen<br />
naar het hinterland worden weggewerkt.<br />
Voor de binnenwateren wordt het budget verhoogd<br />
met 650 miljoen frank ten opzichte van de in<br />
de begroting 2000 voorziene recurrente middelen.<br />
Het gaat hierbij om volgende projecten :<br />
– In goede staat brengen van waterwegen – voor<br />
een bedrag van 300 miljoen frank ;<br />
– Saneren van onderwaterbodems die ten gevolge<br />
van baggerwerken zichtbaar worden voor een<br />
bedrag van 50 miljoen frank. Het saneren hiervan<br />
om redenen van volksgezondheid en het
ergen ervan in milieutechnisch aanvaardbare<br />
omstandigheden zorgt voor deze meerkost ;<br />
– Wegwerken van knelpunten en nemen van trafiekgenererende<br />
maatregelen, samen goed voor<br />
een stijging van 300 miljoen frank. Voor de<br />
knelpunten staan volgende projecten op stapel :<br />
– verbreding Albertkanaal, tussen Wijnegem<br />
en Antwerpen ;<br />
– Leie : traverse in Kortrijk ;<br />
– modernisering kanaal Brussel-Schelde : afwerking<br />
;<br />
– Ringvaart Gent : 2 e sluis Evergem.<br />
Inzake de trafiekgenererende maatregelen wordt<br />
gewerkt op de volgende fronten :<br />
– bouwen van kaaimuren ;<br />
– mechanisering en automatisatie van kunstwerken<br />
;<br />
– verkeersbegeleiding en telematica.<br />
– Havens<br />
Wat de havens betreft heeft het <strong>Vlaams</strong> <strong>Parlement</strong><br />
de krijtlijnen voor een nieuw havenbeleid uitgetekend.<br />
Hierbij mag echter niet uit het oog worden<br />
verloren dat de havenontwikkelingen en de hinterlandverbindingen<br />
zodanig moeten worden op elkaar<br />
afgestemd dat de huidige en toekomstige goederenstromen<br />
kunnen verwerkt worden. Hierin<br />
moeten zowel de binnenvaart als het spoor een belangrijke<br />
rol spelen gezien de bestaande congestieproblemen<br />
op de weg. Het gecombineerd vervoer<br />
dient in dit verband verder gestimuleerd te worden.<br />
Het Havendecreet herschikt het publieke havenlandschap<br />
grondig. Conform het Havendecreet<br />
moet het <strong>Vlaams</strong> Gewest de kosten dragen voor de<br />
maritieme toegangswegen (bouw + exploitatiekosten),<br />
incl. de sluizen, de kanaaldokken en de havenkapiteindiensten.<br />
In de begroting wordt het budget<br />
verhoogd met 500 miljoen frank om de kosten van<br />
de implementatie van het Havendecreet te dragen.<br />
Het doorwerken in de tijd van lopende financieringsovereenkomsten,<br />
de zogenaamde decreetskosten<br />
en nieuwe initiatieven van het <strong>Vlaams</strong> Gewest<br />
9 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
en van de havenbedrijven in de komende jaren<br />
noodzaken ook een herziening van de subsidiepercentages.<br />
Voor onderhoudsbaggerwerken binnen de havens<br />
en de milieukost voor de berging en verwerking<br />
van het verontreinigde baggerslib wordt 125 miljoen<br />
frank extra ingeschreven.<br />
Verder zorgen, voor wat de havens en de maritieme<br />
toegang betreft, de verderzetting van de volgende<br />
acties voor een verhoogde kostprijs :<br />
– onderhoudsbaggerwerken na het finaliseren van<br />
de verdiepingswerken op de Scheur- en Wielingenpas<br />
;<br />
– wrakkenruiming op Belgisch en Nederlands<br />
grondgebied ;<br />
– vernieuwing van de Basculebruggen op het kanaal<br />
Gent-Terneuzen ;<br />
en dit samen voor een bedrag van 220 miljoen<br />
frank.<br />
Ten slotte wordt voor de implementatie van projecten<br />
langs waterwegen en in havens inzake milieuvriendelijke<br />
energieproduktie uit water en wind,<br />
zogenaamde Groene Energie, waarbij gewerkt<br />
wordt rond de bouw van waterkrachtcentrales en<br />
onderzoek naar de inplanting van windmolenparken<br />
100 miljoen frank ingeschreven.<br />
In het programmadecreet met betrekking tot de<br />
aangepaste begroting 2000 werd de DAB Loodswezen<br />
gecreëerd als afzonderlijke entiteit. In de<br />
voorliggende begroting worden de nodige kredieten<br />
op de juiste plaats gezet – daar waar de kosten<br />
zullen worden aangerekend. Hierdoor is het budget<br />
van programma 64.50 Zeewezen visueel fel verminderd,<br />
terwijl dit natuurlijk geen afbouw van het<br />
beleid inhoudt, het betreft enkel een herschikking.<br />
Ook aan de algemene ontvangstenzijde werden de<br />
inkomsten van het loodswezen geschrapt want de<br />
inkomsten uit loodsprestaties komen rechtstreeks<br />
aan de DAB ten goede. In de begroting 2000 waren<br />
de kredieten blijven staan, zowel aan de ontvangstenzijde<br />
als aan de uitgavenzijde. Voor de administratieve<br />
rechtzetting hiervan voor 2000 is een regulerende<br />
bepaling in het ontwerp van programmadecreet<br />
opgenomen.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 10<br />
2. Toelichting bij de beleidsbrieven<br />
Wat de beleidsbrieven betreft verstrekt de minister<br />
volgende verduidelijking aan de hand van een aantal<br />
kerndoelstellingen.<br />
– Beleidsbrief Energie<br />
Het <strong>Vlaams</strong>e energiebeleid is gebaseerd op drie<br />
doelstellingen :<br />
1. de stimulering van rationeel energiegebruik ;<br />
2. de toename van milieuvriendelijke elektriciteitsproductie<br />
;<br />
3. een optimale dienstverlening tegen correcte en<br />
sociaal aanvaardbare prijzen voor iedereen.<br />
Doelstelling 1 : Stimulering van het rationeel energiegebruik<br />
Een eerste project om de REG-doelstelling te realiseren,<br />
is het invoeren van een energieprestatieregelgeving<br />
voor nieuwbouw of renovatie van woningen<br />
en andere gebouwen.<br />
Een onderzoeksproject werd afgesloten waarin een<br />
theoretisch kader werd geschetst en waarin rekenprocedures<br />
werden uitgewerkt voor de bepaling<br />
van de energieprestatie van woningen en kantoren.<br />
Op basis van die resultaten zal volgend jaar een<br />
uitvoeringsbesluit worden opgemaakt waarin<br />
energieprestatie-eisen worden vastgelegd.<br />
Een tweede project betreft het afsluiten van benchmarkingconvenanten<br />
met de industrie. De doelstelling<br />
van bedrijven inzake energie-efficiëntie zal<br />
vastgelegd worden aan de hand van een vergelijking<br />
met gelijkaardige bedrijven in binnen- en buitenland.<br />
Een basistekst van benchmarkingconvenant<br />
werd ondertussen voorbereid. In 2001 zullen<br />
concrete stappen gezet worden met het oog op de<br />
ondertekening van een convenant met een aantal<br />
sectoren.<br />
Een derde project betreft het uitwerken van een<br />
REG-decreet. Het REG-decreet zal een globaal<br />
kader scheppen om initiatieven op het vlak van rationeel<br />
energiegebruik te ondersteunen, zoals de financiering<br />
van haalbaarheidsstudies, energie-audits,<br />
energieboekhouding en investeringen in energiezuinige<br />
technologie. In de eerste helft van 2001<br />
zal het voorontwerp van decreet worden voorgelegd<br />
aan de <strong>Vlaams</strong>e regering.<br />
Een vierde project betreft het uitwerken van een<br />
REG-norm voor energieverdelers. De vrijmaking<br />
van de elektriciteitsmarkt zal aanleiding geven tot<br />
aanzienlijke prijsdalingen voor de consument. Om<br />
te vermijden dat deze prijsdalingen leiden tot energieverspilling,<br />
zullen aan de netbeheerders en aan<br />
de energieleveranciers REG-verplichtingen opgelegd<br />
worden. Een onderzoeksopdracht werd uitbesteed<br />
om de doelgroep, de inhoud, de controle en<br />
de sancties van de REG-norm te bepalen. In 2001<br />
zullen de modaliteiten van de REG-norm vastgelegd<br />
worden in een uitvoeringsbesluit.<br />
Doelstelling 2 : Verhoging van milieuvriendelijke<br />
energieproductie<br />
Een tweede doelstelling van het energiebeleid is de<br />
bevordering van milieuvriendelijke elektriciteitsproductie<br />
door middel van warmtekrachtkoppeling<br />
en hernieuwbare energiebronnen.<br />
Een eerste project om de doelstelling inzake milieuvriendelijke<br />
elektriciteitsproductie te realiseren,<br />
betreft de invoering van een systeem van groenestroomcertificaten.<br />
Elke elektriciteitsleverancier<br />
zal in de toekomst voor een bepaald percentage<br />
van zijn leveringen groene stroomcertificaten moeten<br />
voorleggen. Dit percentage stijgt van ongeveer<br />
1% in 2001 naar 3% in 2004 en naar 5% in 2010.<br />
Een uitvoeringsbesluit hiervoor werd onlangs door<br />
de <strong>Vlaams</strong>e regering goedgekeurd.<br />
Een tweede project behelst het opstellen van duidelijke<br />
vergunningsvoorwaarden en het voorzien<br />
in voldoende locaties voor milieuvriendelijke energieprojecten.<br />
Er werd een duidelijk kader uitgetekend om de<br />
plaatsing van windturbines op ruimtelijk, landschappelijk<br />
en milieuvlak aanvaardbaar te maken.<br />
Vorige maand werd het Windplan Vlaanderen afgerond.<br />
De basis van het windplan bestaat uit een<br />
geografisch informatiesysteem waarbij onder meer<br />
rekening wordt gehouden met parameters zoals<br />
windaanbod, landschappelijke inpassing, vogelbeschermingsgebieden.<br />
Verder wordt onder het impuls van de minister een<br />
inventaris opgemaakt van de locaties in gewestbeheer<br />
die gelegen zijn aan de wegen en waterwegen<br />
die geschikt zijn voor het plaatsen van windturbines<br />
en werd een oproep gelanceerd tot het plaatsen<br />
van waterkrachtcentrales.<br />
Een derde project betreft subsidies voor de plaatsing<br />
van fotovoltaïsche zonnepanelen voor elektriciteitsproductie.<br />
Een verhoging van de steun van<br />
50% tot 75% verdubbelde het aantal aanvragen in<br />
2000. Sinds het voorjaar van 2000 is er bovendien<br />
voor de meeste gevallen geen bouwvergunning
meer nodig voor de plaatsing van fotovoltaïsche<br />
zonnepanelen.<br />
Doelstelling 3 : Optimale energiedienstverlening<br />
tegen correcte en sociaal aanvaardbare prijzen<br />
voor alle maatschappelijke groepen<br />
De bedoeling van de vrijmaking van de <strong>Vlaams</strong>e<br />
elektriciteits- en aardgasmarkt is om iedereen – bedrijven<br />
en huishoudens – mee te laten profiteren<br />
van de voordelen van een vrijgemaakte markt. De<br />
voordelen van een vrijgemaakte markt zijn vooral<br />
lagere prijzen en een betere dienstverlening. De<br />
bedrijven moeten in 2002 hun elektriciteitsleverancier<br />
kunnen kiezen. Daarna moeten ook de huisgezinnen<br />
dat zo snel mogelijk kunnen doen.<br />
De minister wil absoluut vermijden dat de vrijmaking<br />
van de elektriciteits- en aardgasmarkt ten<br />
koste gaat van ecologische en sociale doelstellingen.<br />
Daarom zullen aan de netbeheerders en aan<br />
de energieleveranciers openbare dienstverplichtingen<br />
worden opgelegd.<br />
De hoofdbedoeling van het beleid blijft er dus in<br />
bestaan om de energievraag te verminderen via<br />
een beleid gericht op rationeel energiegebruik en<br />
om de resterende energievraag in de mate van het<br />
mogelijke te voldoen op basis van hernieuwbare<br />
energiebronnen. Tegelijkertijd wil de minister ervoor<br />
zorgen dat zo snel mogelijk iedereen, ook de<br />
kleine bedrijven en de huishoudens, kunnen profiteren<br />
van de voordelen van een vrijgemaakte<br />
energiemarkt.<br />
– Beleidsbrief openbare werken en mobiliteit<br />
In de beleidsnota "Mobiliteit en Openbare Werken<br />
– 1999 – 2004" werd aangegeven wat de overheid<br />
op middellange termijn aan maatschappelijke effecten<br />
wil bereiken en werden de strategische domeinen<br />
aangeduid waar veranderingen moeten<br />
worden doorgevoerd. We moeten het onszelf toch<br />
niet lastig maken ?<br />
Naast de strategische hoofdlijnen werden in de beleidsnota<br />
de strategische projecten geformuleerd<br />
die de regering cruciaal acht om haar visie te bereiken.<br />
In het totaal werden een 50-tal strategische projecten<br />
geformuleerd.<br />
De concrete invulling van deze strategische projecten,<br />
die in de beleidsnota nog globaal waren omschreven,<br />
behoort immers tot het domein van de<br />
operationele planning die methodologisch de ver-<br />
11 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
taling is van de strategisch planning naar het niveau<br />
van de verschillende operationele eenheden.<br />
De jaarlijkse rapportering over de stand van zaken<br />
met betrekking tot de realisatie van deze projecten,<br />
maakt het onderwerp uit van deze beleidsbrief.<br />
De rapportering gebeurt op basis van de projectplanning<br />
die door de verschillende administraties<br />
werd opgemaakt ter uitvoering van de strategisch<br />
projecten. Aangezien sommige strategische projecten<br />
een tijdshorizon van meerdere jaren hebben,<br />
zal in deze eerste beleidsbrief, waar mogelijk en relevant,<br />
een globaal overzicht gegeven worden van<br />
de verschillende projectstappen. Conform artikel<br />
70 van het Reglement van het <strong>Vlaams</strong>e <strong>Parlement</strong><br />
zal vooral aandacht worden besteed aan de stappen<br />
die in deze legislatuur reeds werden gezet of<br />
gepland zijn voor 2001.<br />
Conform de beleidsnota verloopt de bespreking<br />
van de diverse strategische projecten per kritische<br />
succesfactor waaraan zij werden gerelateerd.<br />
De minister houdt eraan kort in te gaan op de<br />
voornaamste factoren en acties vermeld in de beleidsbrief,<br />
eerder dan op een exhaustieve manier<br />
alle punten te hernemen.<br />
– Tien kritische succesfactoren<br />
Kritische succesfactor 1 : Het structureel beheersen<br />
van de mobiliteitsvraag.<br />
Strategische projecten ter uitvoering van kritische<br />
succesfactor 1 zijn :<br />
Starten en evalueren van proefprojecten binnen de<br />
administraties van het ministerie van de <strong>Vlaams</strong>e<br />
Gemeenschap.<br />
De proefprojecten bieden niet alleen een gedeeltelijke<br />
oplossing aan de verkeersproblemen maar<br />
streven evenzeer naar een grotere bereikbaarheid<br />
van de diensten voor de burger-gebruiker of een<br />
meer flexibele arbeidstijdregeling ter bevordering<br />
van de combinatie van de werk- en gezinssituatie.<br />
Televergaderen, telewerken, (evaluatie met het oog<br />
op mogelijke veralgemening)<br />
De proefprojecten inzake telewerken dateren van<br />
sinds 1997. Tot vandaag zijn deze initiatieven vrij<br />
beperkt gebleven. De administratie Waterwegen en<br />
Zeewezen – Directoraat-generaal heeft aan een<br />
proefproject deelgenomen met zes personen waarbij<br />
het thuiswerken gebeurde a rato van 1 dag per
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 12<br />
week. Het eindverslag over dit project is klaar<br />
tegen 31.12.2000.<br />
Net zoals het telewerken heeft ook het televergaderen<br />
een beperkte intro gedaan binnen het ministerie<br />
van de <strong>Vlaams</strong>e Gemeenschap, zonder dat dit<br />
reeds geëvalueerd werd.<br />
Experimenten met een gespreide 4-dagenweek,<br />
met behoud van prestaties<br />
Het nieuw sectoraal akkoord 1999-2000 bevat de<br />
uitbreiding van de glijtijden die moeten leiden tot<br />
een (vrijwillige) vierdaagse werkweek. Per departement<br />
zullen proefprojecten worden afgebakend<br />
en geëvalueerd.<br />
Het verder uitbouwen van het elektronisch loket<br />
Op dit vlak worden diverse initiatieven ontwikkeld<br />
waarbij telkens fysieke verplaatsingen van personen<br />
worden vervangen door transmissie van informatie<br />
naar de persoon in kwestie, bv. het ondernemersloket<br />
waar formulieren en andere informatie<br />
kan gedownload worden ; ook het ter beschikking<br />
stellen van bestekken via het internet is bijna operationeel.<br />
Externe vervoers-en verkeerskosten internaliseren<br />
en prijsmaatregelen nemen<br />
De mogelijkheden om binnen het mobiliteitsbeleid<br />
prijsmaatregelen te nemen, moeten worden onderzocht.<br />
Dit globaal onderzoek van de mogelijkheden<br />
gebeurt momenteel binnen het in opmaak zijnde<br />
mobiliteitsplan Vlaanderen.<br />
Het aanmoedigen van het gebruik van alternatieve<br />
vervoersvormen – openbaar vervoer en fiets – is<br />
hierbij één van de belangrijke pijlers waarop het<br />
mobiliteitsbeleid is gebaseerd. Volgende initiatieven<br />
werden reeds genomen :<br />
– het volledig ten laste nemen door de werkgever<br />
van de kostprijs van een abonnement voor het<br />
woon-werkverkeer. uit de evaluatie bleek een<br />
stijging van het openbaar vervoer gebruik met<br />
bijna 30 %. Het aandeel van het openbaar vervoer-gebruik<br />
in het totaal van de woon-werkverplaatsingen<br />
(modal – split) steeg daardoor<br />
van ongeveer 31 % tot 40 %.<br />
– het toekennen van een fietsvergoeding tot 6<br />
frank per km.<br />
Aanvullend wordt verwezen naar de "Tariefmaatregelen"<br />
binnen het gemeenschappelijk vervoer,<br />
maar ook ten aanzien van het goederenvervoer<br />
werden maatregelen genomen. Zo werden over de<br />
waterwegen de vaarrechten verlaagd van 0,1 BEF<br />
per tonkilometer tot één tiende van dit bedrag, namelijk<br />
0,01 BEF per tonkilometer.<br />
Kritische succesfactor 2 : Het structureel beheren<br />
van het vervoersaanbod<br />
Deze heeft betrekking op het aanbrengen van wijzigingen<br />
aan het vervoersaanbod.<br />
Hiervoor dienen die andere vervoervormen een<br />
volwaardig alternatief bieden, wat ze op dit ogenblik<br />
nog onvoldoende kunnen. Daarom is een<br />
beter beheer van het aanbod aan vervoermiddelen<br />
en -infrastructuur noodzakelijk.<br />
Strategische projecten ter uitvoering van deze kritische<br />
succesfactor 2 zijn :<br />
Het opstellen van een invoeringsplan netmanagement<br />
voor personen- en goederenverkeer<br />
Het project voor personenvervoer beoogt het veralgemeend<br />
invoeren van het netmanagement tegen<br />
eind 2004 met als doel de realisatie van de basismobiliteit<br />
en de doelmatige en efficiënte organisatie<br />
van het geregeld vervoer, waarbij maximaal tegemoet<br />
gekomen wordt aan de verplaatsingsbehoeften<br />
en –stromen. Het netmanagement zal geregeld<br />
worden in het kader van een uitvoeringsbesluit<br />
van het ontwerp van decreet "personenvervoer",<br />
voorzien tegen 31 december 2001.<br />
Realiseren van de plannen voor basismobiliteit<br />
(openbaar vervoer, fietsers,...)<br />
Met betrekking tot het openbaar vervoer voorzag<br />
de beleidsnota in het opstellen van een prioriteitenlijst<br />
waarbij rekening wordt gehouden met het<br />
bestaande aanbod aan openbaar vervoer en met de<br />
lokalisatie van de woongebieden.<br />
Na de nodige adviesaanvragen (SERV, MINA-<br />
Raad, Raad van State) werd een decreet tot volledige<br />
modernisering van de wetgeving inzake bezoldigd<br />
personenvervoer over de weg en tot het instellen<br />
van basismobiliteit neergelegd in het<br />
<strong>Vlaams</strong> <strong>Parlement</strong>.<br />
De systematische en gefaseerde invoering van de<br />
basismobiliteit wordt geregeld via de beheersovereenkomst<br />
tussen de <strong>Vlaams</strong>e regering en de<br />
<strong>Vlaams</strong>e Vervoermaatschappij De Lijn.<br />
Uitbouw van het openbaar vervoer
Uitbouw van het openbaar stadsvervoer<br />
Om de (auto)mobiliteit in de grootsteden te verminderen<br />
moet het tram- en busnet in en naar de<br />
eerste en tweede gordel rond deze steden verder<br />
worden uitgebouwd tot op een hoog kwaliteitsniveau.<br />
Ook in de regionale steden zijn specifieke<br />
maatregelen noodzakelijk.<br />
Om tot een verhoogd gebruik van het openbaar<br />
vervoer in deze steden te komen, zijn evenwel gelijktijdig<br />
aanvullende maatregelen nodig die tevens<br />
de doorstroming voor bus en tram verzekeren.<br />
Uitbouw van het openbaar voorstadsvervoer<br />
De aandacht gaat hier vooral uit naar het GEN. In<br />
samenspraak met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,<br />
de federale overheid en de vervoersmaatschappijen<br />
(NMBS, De Lijn, MIVB, TEC, …), worden<br />
de nodige initiatieven genomen om een belangrijke<br />
aanzet te geven tot de realisatie van het<br />
gewestelijk expresnetwerk rond Brussel, waarbij<br />
het stads- en streekvervoer in en rond Brussel aanzienlijk<br />
zal worden versterkt en aantrekkelijker gemaakt.<br />
Er werd hiervoor een GEN- werkgroep op<br />
hoog niveau opgericht. Deze werkgroep bereidt<br />
een ontwerp van samenwerkingsakkoord voor tussen<br />
het federale niveau en de gewesten.<br />
Investeren in interne veiligheid van het openbaar<br />
vervoer<br />
Het verbeteren van zowel de objectieve als de subjectieve<br />
veiligheid moet bijdragen tot de algemene<br />
kwaliteitsverhoging van het openbaar vervoer en<br />
tot het optimaliseren van de arbeidsomstandigheden<br />
van het personeel.<br />
Volgende stappen zijn voorzien :<br />
1. Uitrusting van het rollend materieel met camera's<br />
(in aanbesteding) ;<br />
2. Bepalen van de camera-voertuigen en de inzetbaarheid<br />
op de "risico"-lijnen ;<br />
3. Enquêtes bij het personeel ten aanzien van de<br />
installatie van deze camera's ;<br />
4. Uitrusting rollend materieel met aangepaste bestuurdersposten<br />
(zachte afscherming) ;<br />
5. Bepalen van de voertuigen en inzetbaarheid op<br />
de "risico"-lijnen ;<br />
13 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
6. Enquêtes bij het personeel ten aanzien van de<br />
aanpassing van deze stuurposten.<br />
De evaluatie van deze maatregelen zal gebeuren<br />
binnen de werkgroep agressie.<br />
Het personeel zal via een speciale uitgave van de<br />
bedrijfskrant geïnformeerd worden. Aanvullend op<br />
de opleiding klantenzorg (die in 1997 werd gegeven)<br />
en de opleiding anticiperend rijden (in 1999)<br />
krijgt elke chauffeur een dag opleiding conflicthantering<br />
en stressbeheersing. Sinds 1 juli 2000 is ook<br />
gestart met een uniforme agressieregistratie en de<br />
opvang en doorverwijzing van getraumatiseerde<br />
chauffeurs door de maatschappelijke assistenten.<br />
Voorgesteld op de begroting 2001 in dit kader zijn :<br />
1. De aanwerving van 81 bijkomende controleurs ;<br />
2. De inzet van begeleiders ter voorkoming van<br />
agressie op bus en tram (78 Smet-banen waarvan<br />
actueel reeds 36 ingevuld), met financiering<br />
door het ministerie van Binnenlandse Zaken.<br />
Op dit ogenblik lopen reeds een aantal projecten :<br />
1. uitrusting voertuigen met alarminstallatie ;<br />
2. verder doorgedreven ergonomische conceptie<br />
van voertuigen ;<br />
3. installatie van meerdere betaalautomaten ;<br />
4. beveiliging van "in-vehicle" ontvangstmethoden<br />
;<br />
5. verbetering van de doorstroming in het verkeer<br />
door verkeerslichtenbeïnvloeding en vrije busbanen<br />
met als doel vertragingen (als bron van<br />
stress bij bestuurders en klanten) te<br />
reduceren) ;<br />
6. verhogen van het veiligheidsgevoel aan halteplaatsen<br />
door verlichting ;<br />
7. inzet van stadswachten door de steden.<br />
Tariefmaatregelen<br />
Reeds in de beleidsnota werd gesteld dat aan bepaalde<br />
doelgroepen gunstige prijsvoorwaarden zullen<br />
worden aangeboden, die de drempel naar het<br />
openbaar vervoer kunnen verlagen en het gebruik<br />
ervan aanmoedigen. Hierbij werd gedacht aan :
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 14<br />
– tariefverminderingen voor ‘trouwe gebruikers' –<br />
zoals abonnees, minder begoeden en sociaal<br />
zwakkeren ;<br />
– gratis vervoer voor kinderen jonger dan 12 jaar<br />
en 65+'ers.<br />
Invoeren van gratis openbaar vervoer voor 65+ –<br />
Vlaanderen<br />
Het gratis vervoer voor de +65jarigen werd in de<br />
periode van 1 januari 2000 tot 1 oktober 2000 in<br />
fasen ingevoerd in Vlaanderen. In het totaal werden<br />
in deze opstartfase 1.013.858 kaarten verzonden.<br />
Het gratis aanbieden van openbaar vervoer aan<br />
jongeren –12 jaar op voorwaarde dat zij vergezeld<br />
zijn van een persoon die een De Lijn abonnement<br />
heeft<br />
Met deze maatregel wordt de trouwe gebruiker beloond<br />
: de gebruiker die een abonnement heeft<br />
mag gratis 4 kinderen jonger dan 12 jaar meenemen<br />
op de bussen en trams van De Lijn<br />
Tariefvermindering van 5 % op alle soorten abonnementen<br />
1. de trouwe gebruiker wordt effectief beloond<br />
t.o.v. de kaart- en biljetreiziger ;<br />
2. vermindering van de rijtuigverkoop ;<br />
Gratis abonnement vanaf het derde abonnement<br />
25- De Lijn<br />
Om zoveel mogelijk jongeren voor hun verplaatsingen<br />
van en naar school gebruik te laten maken<br />
van het openbaar vervoer.<br />
Gratis vervoer voor de personen die recht hebben<br />
op een biljet 75% (20 frank per rit ongeacht het<br />
aantal doorlopen zones)<br />
Structureel onderhoud van de wegen<br />
De autosnelwegen zijn aangelegd in de jaren '60 en<br />
'70 en zijn aan een structureel onderhoud toe. Visuele<br />
inspectie en metingen van de stroefheid, de<br />
spoorvorming en de vlakheid tonen aan dat onderhoudswerken<br />
nodig zijn om het wegennet op een<br />
gewenst kwaliteitsniveau te brengen en te houden.<br />
Ten behoeve van een gestructureerde aanpak van<br />
deze problematiek werden volgende stappen reeds<br />
gezet :<br />
1. Het in kaart brengen en rapporteren over de<br />
staat van het wegennet ;<br />
2. Het opmaken van een rapport van de staat van<br />
de wegen en een bijhorende langetermijnplanning<br />
;<br />
3. Opstellen van prioriteiten volgens objectieve<br />
criteria (met als parameters : stroefheid, langsvlakheid,<br />
spoorvorming en visuele inspectie) ;<br />
4. Opnemen van projecten op het meerjarenprogramma.<br />
Door de toegenomen onderhoudsbudgetten is de<br />
achteruitgang van het wegennet gestopt.<br />
Verwijderen van knelpunten in het waterwegennet<br />
Om een modale verschuiving van de weg naar de<br />
binnenvaart mogelijk te maken, moeten knelpunten<br />
in het bestaande waterwegennet weggewerkt<br />
worden. Aandacht moet vooral gaan naar de flessenhalzen<br />
in de hoofdvaarwegen.<br />
Invoeren van minimale dienstverlening op centrale<br />
assen in het waterwegennetwerk<br />
Op de centrale assen in het waterwegennet moeten<br />
de bedieningstijden van de bruggen en sluizen worden<br />
uitgebreid, met het oog op gegarandeerde<br />
vaartijden.<br />
In dit kader zullen volgende acties worden ondernomen<br />
:<br />
1. Aanpassen van de bedieningsregeling op de<br />
<strong>Vlaams</strong>e waterwegen aan de objectieve behoeften<br />
van de gebruiker en de stapsgewijze implementatie<br />
ervan ;<br />
2. Verhogen van het logistieke dienstverleningsniveau<br />
aan de varende klant (voldoende aanmeermogelijkheden<br />
aan de sluizen, veiligheidsvoorzieningen<br />
langsheen de vaarassen, nutsvoorzieningen<br />
aan de ligplaatsen, …) ;<br />
3. Invoeren van gegarandeerde vaartijden op de<br />
hoofdvaarassen.<br />
Introductie van een minimale dienstverlening door<br />
mechanisering en automatisatie van de bediening<br />
Om kunstwerken automatisch te laten werken, ze<br />
op afstand te laten bedienen of ze door de gebruikers<br />
te laten bedienen, is een voorafgaande mechanisering<br />
noodzakelijk van de kunstwerken. A rato
van 100 miljoen frank per jaar zal het drie jaar<br />
duren om de werken te realiseren met prioriteit 1.<br />
Garanderen van de maritieme toegankelijkheid<br />
De <strong>Vlaams</strong>e havens zijn de poorten op de wereld.<br />
Rekening houdend met veiligheids- en ecologische<br />
criteria moet de maritieme toegankelijkheid van de<br />
havens worden gegarandeerd.<br />
Maritieme toegankelijkheid<br />
De <strong>Vlaams</strong>e overheid is mede verantwoordelijk<br />
voor het vrijwaren van de maritieme toegankelijkheid<br />
en aanleg en instandhouding van de basisinfrastructuur<br />
van de <strong>Vlaams</strong>e zeehavens. Volgende<br />
concrete initiatieven zijn reeds genomen of gepland<br />
op korte termijn :<br />
1. uitvoering geven aan het verdrag van 17/1/95<br />
gesloten tussen Nederland en Vlaanderen inzake<br />
de verruiming van de vaarweg naar Antwerpen,<br />
waar naast de reeds uitgevoerde verdiepingsbaggerwerken<br />
in de Westerschelde, de<br />
Wielingen en het Scheur, vandaag nog het ruimen<br />
van wrakken op Nederlands grondgebied<br />
geschiedt, de oeverversterkingsmaatregelen en<br />
de compensatiemaatregelen voor<br />
natuurherstel ;<br />
2. extra onderhoudswerkzaamheden ten behoeve<br />
van het op peil houden van de Wielingen, het<br />
Scheur, de Westerschelde en de Beneden- Zeeschelde<br />
;<br />
3. de studie en de uitvoering van de basculebruggen<br />
voor de Westsluis in Terneuzen op het kanaal<br />
Gent-Terneuzen ;<br />
4. de gemeenschappelijke opmaak, samen met Nederland,<br />
van een Lange Termijnvisie Scheldeestuarium,<br />
ten einde de mogelijkheden van een<br />
verdere verdieping van de Westerschelde en de<br />
passen in zee te onderzoeken. De afwegingscriteria<br />
hierbij zijn toegankelijkheid, natuurlijkheid<br />
en veiligheid.<br />
Implementatie Havendecreet<br />
De implementatie van dit decreet vereist het gefaseerd<br />
nemen van een aantal uitvoeringsbesluiten.<br />
Een eerste reeks uitvoeringsbesluiten omvat het<br />
voorkooprecht van de havenbedrijven, de oprichting<br />
van de subregionale overlegorganen, de aanwervingsprocedure<br />
van de havencommissaris en<br />
15 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
een vernieuwd besluit over de werking van de<br />
<strong>Vlaams</strong>e Havencommissie.<br />
Een tweede reeks uitvoeringsbesluiten omvat de<br />
voorlopige afbakening van de havengebieden, de<br />
aanduiding van de haveninfrastructuur, de concertatiecommissie,<br />
het subsidiebesluit en besluiten inzake<br />
de havenkapiteinsdiensten, de baggerwerken<br />
in de kanaaldokken en ter hoogte van uitrustingsinfrastructuur,<br />
alsmede het beheer van de sluizen.<br />
Een derde reeks uitvoeringsbesluiten handelt over<br />
o.m. de opmaak van een lijst met historische lasten<br />
en de aanpassing van overeenkomsten uit het verleden.<br />
Kritische succesfactor 3 : Het optimaal gebruik van<br />
de aangeboden verkeers- en vervoersinfrastructuur<br />
Strategische projecten ter uitvoering van kritische<br />
succesfactor 3 zijn :<br />
Realiseren van verkeersbeheer met behulp van<br />
telematica<br />
In het mobiliteitsbeleid moeten de mogelijkheden<br />
die geboden worden door de informatietechnologie<br />
zo goed mogelijk worden benut. In de allereerste<br />
plaats gaat het hier om multimodaal verkeersbeheer<br />
waarbij – zowel voor autoverkeer als voor<br />
openbaar vervoer – telematica wordt ingezet op de<br />
hoofd- en secundaire wegen binnen de stedelijke<br />
gebieden.<br />
Verwezenlijken van doorstroming van het openbaar<br />
vervoer<br />
De aantrekkelijkheid van elk vervoermiddel wordt<br />
mee bepaald door de reissnelheid die men ermee<br />
kan halen. Dat geldt ook voor het openbaar vervoer.<br />
Op plaatsen en tijdstippen zonder structurele<br />
files kan het beïnvloeden van verkeerslichten door<br />
bus en tram hun reissnelheid verbeteren. Waar wel<br />
structurele files bestaan, zijn ingrijpender maatregelen<br />
nodig, zoals de aanleg van afzonderlijke busen<br />
trambanen.<br />
Ten behoeve van de realisatie van dit strategisch<br />
project dienen volgende stappen te worden gezet :<br />
1. Inventarisatie van de knelpunten inzake doorstroming<br />
van het openbaar vervoer ;<br />
2. Uitbreiding van de behoefteanalyse van Wegen<br />
en Verkeer met parameters voor de doorstroming<br />
van het openbaar vervoer ;
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 16<br />
3. Het op jaarlijkse basis uitwerken van een investeringsprogramma<br />
voor de doorstroming van<br />
het openbaar vervoer ;<br />
4. Opzetten van een coördinatiesysteem per provincie<br />
met als taak de doorstromingsproblemen<br />
te bespreken ;<br />
5. Evaluatie van de uitvoering doorstromingsprojecten.<br />
Bouwen van kaaimuren langs de waterwegen<br />
Net zoals de toegankelijkheid van de wegen, moet<br />
ook de toegankelijkheid van de waterwegen een<br />
beleidszorg vormen. Om de bestaande capaciteit zo<br />
goed mogelijk te benutten, moeten er voldoende<br />
kaaimuren zijn, waar goederen kunnen worden<br />
overgeslagen. Doordachte inplanting ervan moet<br />
de combinatie van verschillende vervoerwijzen, de<br />
intermodaliteit, bevorderen. Door het aanbieden<br />
van die faciliteiten zal het gebruik van de waterwegen<br />
worden aangemoedigd.<br />
Kritische succesfactor 4 : Specifieke aandacht voor<br />
de zwakke weggebruikers<br />
Het realiseren van fietspadennetwerken<br />
Er zijn al heel wat fietspaden compleet of gedeeltelijk<br />
aangelegd of veiliger gemaakt. Toch moeten er<br />
nog heel wat bijkomende fietspaden worden aangelegd<br />
in functie van het woon-werk- en woonschoolverkeer.<br />
Belangrijk hierbij is dat al deze<br />
fietspaden deel uitmaken van netwerken (die door<br />
de provincies worden uitgetekend). Ook jaagpaden,<br />
oude spoorwegzaten en recreatieve fietsroutes<br />
kunnen selectief in die netwerken worden opgenomen.<br />
Vooral waar ze een alternatief bieden voor<br />
fietsroutes langs drukke of gevaarlijke verkeersaders<br />
moeten ze in het fietsbeleid worden ingeschakeld,<br />
zeker daar waar milieu en landschap niet<br />
worden verstoord.<br />
Ten behoeve van de realisatie van dit strategisch<br />
project werd in 1999 met de vijf <strong>Vlaams</strong>e provincies<br />
een overeenkomst gesloten om een ontwerp<br />
van provinciaal fietsroutenetwerk uit te werken.<br />
Het netwerk heeft een boven-lokale functie en is<br />
vooral bedoeld voor de utilitaire fietsverplaatsingen<br />
(woon-werk, woon-school, woon-winkel).<br />
Tegen begin 2001 zullen de provincies een gefinaliseerd<br />
ontwerp opleveren.<br />
Aanvullend op de werkzaamheden die betrekking<br />
hebben op het uittekenen van fietsroutenetwerken<br />
is op administratief niveau een werkgroep actief<br />
met betrekking tot het opstellen van normen/criteria<br />
in verband met de aanleg en het onderhoud van<br />
fietspaden. De activiteiten van deze werkgroep vinden<br />
hun neerslag in een vademecum fietsvoorzieningen<br />
dat eind 2001 aan alle betrokken instanties<br />
(bibliotheken, technische diensten van steden en<br />
gemeenten, provincies, administraties, …) zal worden<br />
bezorgd. Een tweede werkgroep is belast met<br />
het inventariseren van de administratieve moeilijkheden<br />
die besturen ondervinden bij de aanleg van<br />
fietspaden. De fase van de inventarisatie werd<br />
reeds beëindigd, de werkgroep beraadt zich nu<br />
over mogelijke oplossingen.<br />
Kritische succesfactor 5 : Beperken van de emissies<br />
van het transportsysteem<br />
Testen van alternatieve brandstoffen en systemen<br />
voor de voertuigen bij de VVM – De Lijn<br />
Om in het openbaar vervoer de huidige generatie<br />
dieselbrandstof te vervangen en/of op het vlak van<br />
uitlaatkwaliteit te verbeteren, dienen proefprojecten<br />
te worden opgezet voor het testen van brandstoffen.<br />
In dit kader werden volgende initiatieven genomen<br />
:<br />
1. De montage en het opvolgen van de resultaten<br />
van 15 roetfilters op de stadsbussen van<br />
Leuven ;<br />
2. Het afsluiten en de evaluatie van tests met hybride<br />
bussen in Brugge en Leuven ;<br />
3. Het bepalen van de vereisten inzake brandstofkwaliteit<br />
(zwavelgehalte) bij aanbesteding ;<br />
4. Het stellen van eisen aan de brandstofkwaliteit<br />
bij uitbesteding openbaar vervoerdiensten ;<br />
5. Onderzoek naar wenselijkheid voor een nieuwe<br />
proef waterstofbussen ;<br />
6. Het testen van de hybride cito-bussen (dieselelektrische<br />
aandrijving) ;<br />
7. Het opvolgen van de testen van autobussen met<br />
waterstof.<br />
Geluidsbeperkende maatregelen<br />
Geluidsmetingen geven aan dat geluidshinder een<br />
groeiend probleem is. Door het nemen van geluidsbeperkende<br />
maatregelen in zowel woon- als stiltegebieden<br />
kan dat probleem worden aangepakt.
De problematiek inzake geluidshinder wordt momenteel<br />
als volgt aangepakt :<br />
1. Aan de hand van klachten en geluidsmetingen<br />
worden oplossingen voor geluidsoverlast uitgewerkt<br />
;<br />
2. Deze concrete oplossingen worden meegenomen<br />
in een meerjarenprogramma ;<br />
3. De concrete uitvoering van de projecten verloopt<br />
via de module 5 van het mobiliteitsconvenant.<br />
Kritische succesfactor 6 : Het optimaal inpassen<br />
van de verkeers- en vervoersinfrastructuur in de<br />
omgeving<br />
Inpassen van de openbaar vervoerinfrastructuur in<br />
de omgeving door aangepaste investeringen<br />
Specifieke maatregelen zijn :<br />
1. Het verhogen van de veiligheid van de tramnetten<br />
door :<br />
– het verminderen van het aantal doorsteken<br />
op eigen bedding ;<br />
– de verhoging van de veiligheid van de overblijvende<br />
doorsteken door middel van :<br />
– een strook linksafslaand verkeer ;<br />
– specifieke signalisatie "TRAM" ;<br />
– plaatsing driekleurige verkeerslichten ;<br />
– verhoging veiligheid fiets- en voetgangersoversteken<br />
;<br />
– bijkomende opleiding voor het personeel ;<br />
– extra communicatie.<br />
2. Het verhogen van de veiligheid aan de haltes.<br />
Versnippering van de ruimte door verkeer- en vervoerinfrastructuur<br />
tegengaan<br />
Van bij de start van een project moet worden gezocht<br />
naar een zo klein mogelijke versnippering<br />
van de ruimte. Bij bestaande infrastructuur moeten<br />
maatregelen worden genomen om de versnippering<br />
zo veel mogelijk teniet te doen.<br />
Bermbeheersplannen maken voor de hoofdwegen<br />
17 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
Door bermbeheer kunnen de ecologische potenties<br />
in en rondom bermen de komende jaren zoveel<br />
mogelijk tot ontwikkeling komen en worden opgewaardeerd.<br />
Tegen eind 2001 zal een bermbeheersplan<br />
worden opgesteld voor alle hoofdwegen. Na<br />
evaluatie daarvan, kan nadien ook een bermbeheersplan<br />
voor de primaire wegen worden opgesteld.<br />
Voor wat de waterwegen betreft wordt dezelfde<br />
aanpak voorgesteld.<br />
Strooizouten oordeelkundig gebruiken<br />
Oordeelkundig preventief strooien vergt minder<br />
zout dan even oordeelkundig curatief strooien. Om<br />
te kunnen beslissen tot preventief strooien, is<br />
goede en betrouwbare informatie nodig. Daarom<br />
wordt verder werk gemaakt van een performant informatiesysteem<br />
voor weersvoorspellingen, strooibeheer<br />
en route-indeling.<br />
Kritische succesfactor 7 : Het maken van bindende<br />
afspraken binnen het eigen beleidsveld en overheen<br />
de verschillende beleidssectoren<br />
Met deze kritische succesfactor zijn volgende strategische<br />
projecten verbonden :<br />
Verwezenlijken van het Mobiliteitsplan Vlaanderen<br />
Het toekomstig Mobiliteitsplan Vlaanderen, met<br />
als planhorizon 2010, maakt duidelijk hoe Vlaanderen<br />
vorm wil geven aan de mobiliteit. Daarbij<br />
wordt uitgegaan van het Ruimtelijk Structuurplan<br />
Vlaanderen, dat op zijn beurt aangeeft hoe Vlaanderen<br />
met zijn eigen ruimte wil omspringen. De afspraken<br />
moeten binnen beide beleidsplannen kaderen.<br />
Wie wat mag en moet doen, moet eenduidig<br />
worden vastgelegd. En uiteraard moeten afspraken<br />
worden nageleefd. Alleen zo kan een samenhangend<br />
beleid tot stand komen, kunnen projecten in<br />
echte resultaten uitmonden en kunnen investeringen<br />
hun doel bereiken.<br />
Volgend actieplan wordt voorgesteld :<br />
1. Opmaak van het ontwerp mobiliteitsplan<br />
‘Duurzame mobiliteit Vlaanderen' als een globaal<br />
richtkader ;<br />
2. Verdere thematische en gebiedsgerichte uitdetaillering<br />
van het mobiliteitsplan ‘Duurzame<br />
mobiliteit Vlaanderen' : Hierin zijn reeds opgestart<br />
:
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 18<br />
– Totaal plan fiets ;<br />
– Recreatief kustverkeer ;<br />
– Masterplan Antwerpen.<br />
Verder uitbouwen van het convenantbeleid<br />
De mobiliteitsplanning en het convenantbeleid<br />
moeten verder decretaal worden onderbouwd. Het<br />
principe van de moederconvenant en de bijaktes<br />
moet voortdurend worden geëvalueerd. Dat moet<br />
leiden tot een kwaliteitsvol beleid, gericht op doelmatigheid<br />
en efficiëntie, onder meer in het openbaar<br />
vervoer. Op basis van die voortdurende beoordeling<br />
moeten de procedures worden aangepast.<br />
Het gamma aan bijakten in het convenantbeleid<br />
wordt in eerste instantie uitgebreid met bijakten<br />
ten bate van fietsers en voetgangers. Die bijakten<br />
gaan over het herinrichten van schoolomgevingen<br />
en het verder uitbouwen van de fietspadennetwerken,<br />
zoals ze door de provincies worden uitgetekend.<br />
Bindende afspraken maken met de bedrijfswereld<br />
Met werkgevers- en werknemersorganisaties moeten<br />
afspraken worden gemaakt, die moeten toelaten<br />
het woon-werkverkeer en het zakelijk verkeer<br />
in te perken en te heroriënteren. Ook onder meer<br />
inzake het stimuleren van intermodaal vervoer en<br />
de manier waarop arbeid in de tijd is georganiseerd<br />
moet aan afspraken worden gewerkt.<br />
Op dit ogenblik is het overleg opgestart met de<br />
SERV omtrent een aantal pistes om de bedrijfswereld<br />
actief te betrekken bij de heroriëntatie van het<br />
woon-werkverkeer.<br />
Bindende afspraken maken met de andere gewesten<br />
Met de andere gewesten moeten afspraken worden<br />
gemaakt over :<br />
– het uitbouwen van het gewestelijk expresnet in<br />
en rond Brussel ;<br />
– het invoeren van een uniform tariefsysteem in<br />
en rond Brussel – dit in samenspraak met de<br />
NMBS, de TEC, de MIVB en de VVM – De<br />
Lijn.<br />
Daarnaast is overeengekomen met het Waalse gewest,<br />
dat de vervoerbewijzen van De Lijn en TEC<br />
voor 65+ers in beide gewesten gebruikt kunnen<br />
worden.<br />
Kritische succesfactor 8 : Het creëren van een<br />
maatschappelijk draagvlak<br />
De Mobiliteitsraad Vlaanderen oprichten<br />
Een Mobiliteitsraad Vlaanderen zal worden opgericht.<br />
Die mobiliteitsraad moet het draagvlak voor<br />
een duurzaam mobiliteitsbeleid versterken en – geconfronteerd<br />
met de te eenzijdige socio-economische<br />
benadering – een trendbreuk bewerkstelligen.<br />
Organiseren van kwaliteitsvolle externe communicatie<br />
in functie van een mentaliteitswijziging<br />
Een mentaliteitswijziging in de richting van duurzame<br />
mobiliteit kan er alleen komen door een<br />
evenwichtig opgebouwde communicatie, die zich<br />
bedient van moderne communicatiemiddelen. Er<br />
moeten doelgerichte informatie-, promotie- en<br />
imagocampagnes worden georganiseerd.<br />
Ontwikkelen van een op de gebruiker gericht informatiesysteem<br />
Door het aanbieden van informatie over alternatieve<br />
verplaatsingen, zoals over deur-tot-deur-verplaatsingen<br />
met het openbaar vervoer, de combinatie<br />
van verplaatsingen met de auto en het openbaar<br />
vervoer,… kan het gedrag van de burger worden<br />
bijgestuurd. Een informatiesysteem dat daarop gericht<br />
is, moet ontwikkeld worden. Het moet ook<br />
doorzichtig informatie bieden over het door de<br />
overheid gevoerde beleid en een interactief discussieplatform<br />
bieden.<br />
De website "Mobiel Vlaanderen" is in ontwikkeling<br />
en zal in het voorjaar 2001 operationeel zijn.<br />
Deze website bestaat uit drie belangrijke pijlers<br />
zijnde reizigersinformatie, beleidsinformatie en een<br />
discussieforum.<br />
Voor wat het luik "reizigersinformatie" betreft, is<br />
de interactieve routeplanner "Openbaar Vervoer"<br />
(aanbod van De Lijn en de NMBS) bij de VVM in<br />
ontwikkeling. Deze zal toelaten om in het voorjaar<br />
2001 deur tot deur (pad "te voet" inbegrepen) verplaatsingen<br />
aan te bieden.<br />
Kritische succesfactor 9 : Het doelmatig aanwenden<br />
van de middelen binnen elke modus en tussen<br />
de verschillende modi<br />
Volgende strategische projecten geven uitvoering<br />
aan deze kritische succesfactor :<br />
Uitbouwen van een intern beheersinformatiesysteem<br />
bij de VVM<br />
Bij de VVM moet een transparant systeem van beheersinformatie<br />
worden opgezet volgens de mo-
derne eisen die aan zo'n systeem worden gesteld.<br />
Het moet rekening houden met de diverse activiteiten<br />
en functies van de VVM en de diverse plaatsen<br />
waar en processen waarlangs ze worden verwezenlijkt.<br />
In overleg met de verschillende belanghebbenden<br />
zal daarom in het najaar gestart worden met het<br />
definiëren van de gewenste beheersinformatie en<br />
rapporteringen.<br />
Op punt stellen van behoeftenanalyse voor investeringen<br />
bij de VVM<br />
Om ook bij investeringswerken bij de VVM het<br />
geld zo goed mogelijk te gebruiken, moet een methode<br />
van behoeftenanalyse op punt worden gesteld.<br />
Dat moet gebeuren naar analogie met de behoeftenanalyse<br />
voor de weginfrastructuur.<br />
Volgende projectstappen zijn binnen deze legislatuur<br />
voorzien :<br />
1. Analyse van de bestaande behoeftenanalyse<br />
technieken ;<br />
2. Onderzoek toepasbaarheid in het investeringsbeleid<br />
van De Lijn ;<br />
3. Opstellen van een voorstel van methodiek ;<br />
4. Definitief ontwerp op basis waarvan een meerjarenbegroting<br />
kan opgesteld worden.<br />
Kritische succesfactor 10 : Voldoende middelen en<br />
sturende instrumenten om het beleid te realiseren<br />
Ten aanzien van deze kritische succesfactor werden<br />
vijf strategische projecten geformuleerd :<br />
Onderzoeken van de mogelijkheden tot publiek –<br />
private samenwerking (PPS)<br />
De overheid heeft niet voldoende middelen om op<br />
haar eentje belangrijke werken en onderhoudsactiviteiten<br />
uit te voeren. Daarom moet gestreefd worden<br />
naar vormen van publiek – private samenwerking.<br />
Die moeten op een gepaste manier worden<br />
voorbereid en georganiseerd. De vorm van die samenwerking<br />
moet in functie staan van de aard van<br />
het project of van de dienst die men wil uitbesteden.<br />
In dit kader werden diverse studies uitgevoerd<br />
waarvan sommige betrekking hebben op de inventarisatie<br />
van mogelijke projecten die in aanmerking<br />
komen voor PPS maar ook deze die tot doel<br />
19 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
hebben het juridisch financiële kader te schetsen.<br />
Ook werden de structuren uitgewerkt om PPS te<br />
implementeren. In dit kader verwijst de minister<br />
naar het ontwerp van programmadecreet waarin<br />
de VPM tot doel krijgt het realiseren van projecten<br />
inzake publiek-private samenwerking voor alle bevoegdheidsdomeinen<br />
door middel van gespecialiseerde<br />
dochterondernemingen. Zo kan ondermeer<br />
een vennootschap (Maatschappij voor Mobiliteit<br />
en Infrastructuur Antwerpen : MIA) worden opgericht<br />
met als taak een oplossing te bieden voor de<br />
Antwerpse mobiliteitsproblemen zoals voorzien in<br />
de resultaten van de Staten-Generaal onder voorzitterschap<br />
van de Antwerpse Gouverneur.<br />
Ontwikkelen van een mobiliteitsmonitoringsysteem<br />
Een monitoringsysteem inzake mobiliteit zal worden<br />
opgebouwd. De indicatoren, opgesomd in het<br />
Strategisch Plan 'Mobiliteit en Openbare Werken'<br />
moeten worden geoperationaliseerd en over hun<br />
verloop moet worden gerapporteerd.<br />
Opleiding en vorming<br />
Er is in Vlaanderen dringend behoefte aan een<br />
dagopleiding Verkeer en Vervoer zowel op hogeschoolniveau<br />
als universitair niveau. Op universitair<br />
niveau startte in 2000 een postacademische opleiding<br />
verkeerskunde. De <strong>Vlaams</strong>e Stichting Verkeerskunde<br />
stelt een budget ter beschikking voor<br />
het uitschrijven van een curriculum op hogeschoolniveau.<br />
Vanaf 2002 is het dan mogelijk, na opheffing<br />
van het moratorium in kader van onderwijsdecreet<br />
X en na goedkeuring door het Departement<br />
Onderwijs, om te starten met een meerjarige<br />
dagopleiding in het hoger onderwijs buiten de<br />
universiteit.<br />
B. BESPREKING<br />
I. Algemene beschouwingen<br />
De heer Jan Loones verklaart dat zijn fractie zich<br />
terugvindt in de algemene lijnen van de begroting<br />
2001. Zijn fractie zal dan ook de begroting goedkeuren.<br />
Het lid wacht wel met enig ongeduld op de<br />
concrete uitvoering van een aantal principes op het<br />
veld.<br />
De heer Carl Decaluwe vindt het een goede zaak<br />
dat begroting en beleidsbrieven samen kunnen besproken<br />
worden.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 20<br />
Hetzelfde lid is tevreden omdat de toelichting bij<br />
de begroting iets omstandiger is dan vorig jaar.<br />
Naar performantie echter is de begroting moeilijk<br />
begrijpbaar omdat sommige basisallocaties samengevoegd<br />
werden. Dit bemoeilijkt de controle.<br />
– Onnauwkeurigheden en fouten ?<br />
De heer Carl Decaluwe heeft in de toelichting bij<br />
de begroting 2001 in een vergelijking van de begrotingscontrole<br />
2000 versus krediet 2000 een aantal<br />
onverklaarbare merkwaardige verschillen i.v.m. het<br />
VIF-budget voor AWZ vastgesteld. Voor de niet-gesplitste<br />
kredieten gaat het om een verschil van 22<br />
miljoen frank : basisallocatie 31.22 vermeldde vroeger<br />
nog 20 miljoen frank, nu wordt daarover niets<br />
meer vermeld.<br />
Voor de gesplitste vastleggingskredieten gaat het<br />
volgens de heer Carl Decaluwe over een bedrag<br />
van ongeveer 560 miljoen frank. Concreet gaat het<br />
ondermeer over BA 71.10 (onteigeningen Doel) :<br />
vroeger 100 miljoen, nu 345 miljoen frank ; BA<br />
73.21 (haveninvesteringen) : vroeger 3.007 miljard,<br />
nu 3.357 miljard frank.<br />
Het lid kreeg graag absolute duidelijkheid over<br />
deze cijfergegevens.<br />
De minister verklaart dat er inderdaad een significante<br />
budgetverhoging is voor de haveninvestering.<br />
De budgettaire behoeften werden afgestemd op de<br />
evolutie en fasering van de investeringen.<br />
Relevante begrotingsposten hierbij zijn 63.21, tussenkomsten<br />
in investeringswerken in door lagere<br />
besturen beheerde havens, en 73.21, investeringsuitgaven<br />
ter ondersteuning van het beleid in de<br />
<strong>Vlaams</strong>e zeehavens en maritieme toegangswegen.<br />
Grote investeringsprojecten in de diverse <strong>Vlaams</strong>e<br />
zeehavens verklaren de budgettaire verhoging. Enkele<br />
voorbeelden kunnen dit concretiseren. De minister<br />
verwijst naar de werken aan het Kluizendok<br />
in Gent, het Deurganckdok in Antwerpen, het Zuidelijk<br />
insteekdok in Zeebrugge en de renovatiewerkzaamheden<br />
in de voorhaven van Oostende.<br />
Deze verhoging van de kredieten wordt tevens<br />
aangewend voor de gefaseerde implementatie van<br />
financiële deelaspecten van het Havendecreet. Het<br />
betreft grotendeels de zogenaamde decreetskosten<br />
voor de sluizen, aspecten van de havenkapiteinsdiensten<br />
en een substantieel deel van de kanaaldokken<br />
die conform het decreet ten laste van het<br />
<strong>Vlaams</strong> Gewest zijn.<br />
Voor onteigeningen in Doel worden de nodige<br />
middelen voorzien om uitvoering te geven aan het<br />
sociaal begeleidingsplan. De minister verklaart dat<br />
zijn administratie zich daarbij baseert op de declaraties<br />
van de benodigde kredieten die via de werkzaamheden<br />
van de onteigeningscommissarissen tot<br />
stand komen. In de begroting 2001 wordt hierop<br />
geanticipeerd.<br />
De opschorting van de werkzaamheden van de<br />
onteigeningscommissarissen in 2000, ingevolge de<br />
juridische realiteit van de gewestplanwijziging in<br />
betrokken gebied, is ondertussen afgelopen.<br />
Tal van dossiers werden tijdens de schorsing administratief<br />
verder afgewerkt, maar niet gefinaliseerd<br />
in de vorm van een akte. Nu zal dit wel kunnen gebeuren.<br />
Dit verklaart de sprong in het budget 2001.<br />
Wat de daling van het bufferkrediet betreft, verklaart<br />
de minister dat dit geen betalingsprobleem<br />
schept indien de behoeften voor betalingen correct<br />
ingeschat worden. Voor sommige activiteiten houdt<br />
de inschatting een aantal risico's in. Er wordt getracht<br />
die risico's maximaal te beperken en pas in<br />
laatste orde kan het bufferkrediet aangewend worden.<br />
Specifiek voor de baggerwerken in de maritieme<br />
toegang zijn er substantieel meer middelen<br />
voorzien zodat de risico's op betalingsmoeilijkheden<br />
voor verruimingswerken in de vaarpassen op<br />
zee en in de Schelde eerder verkleinen t.o.v. het<br />
verleden. Voor de loodsen en beloodsen is de inschatting<br />
van de budgetten in 2001 bijzonder. Dit<br />
ingevolge de oprichting van de DAB Loodswezen<br />
per 1 januari 2001. De inschatting van de budgetten<br />
is globaal zo correct mogelijk gebeurd. Er werkt<br />
binnen de administratie een multidisciplinaire<br />
werkgroep aan de opvolging van de hervorming inzake<br />
loodsen en beloodsen die ook aandacht<br />
schenkt aan de budgettaire opvolging. Dit precies<br />
met de bedoeling tijdig te kunnen anticiperen op<br />
onvoorziene of onverwachte moeilijkheden.<br />
Wat de verschillen tussen de begroting 2000 en de<br />
toelichting begroting 2001 betreft, verklaart de minister<br />
dat voor het VIF een snelle analyse heeft<br />
aangetoond dat er een aantal materiële fouten in<br />
de toelichting vermeld staan. De minister engageert<br />
zich om een volledig correcte toelichting voor<br />
wat het VIF betreft, neer te leggen.<br />
Als antwoord op de vragen van de heer Carl Decaluwe<br />
in verband met onverenigbaarheden tussen<br />
de begroting van het <strong>Vlaams</strong> Infrastructuur Fonds<br />
voor het jaar 2000 en de toelichting bij de begro-
ting 2001 wordt ter zitting van de vergadering d.d.<br />
21 november door de minister een bundel neergelegd<br />
bestaande uit een aangepaste toelichting. In<br />
de zitting van 30 november 2000 werd door de minister<br />
een nieuwe aangepaste toelichting ingediend<br />
die de vorige aanpasing vervangt. Deze (tweede)<br />
gecorrigeerde toelichting wordt integraal als bijlage<br />
I van dit verslag opgenomen.<br />
Ter zitting van de vergadering van 21 november<br />
2000 wordt door de minister eveneens een gecorrigeerde<br />
toelichting bij de nota over de meerjarenbegroting<br />
neergelegd. Deze gecorrigeerde toelichting<br />
– meerjarenbegroting wordt als bijlage II van dit<br />
verslag opgenomen.<br />
Er worden vragen gesteld rond de status van deze<br />
gecorrigeerde toelichting in functie ook van de<br />
transparantie van de begroting en de parlementaire<br />
controle. De minister verklaart dat er alleen een<br />
aantal wijzigingen aan de cijfers werden doorgevoerd.<br />
De oppositie bij monde van de heer Carl Decaluwe<br />
protesteert tegen deze werkwijze die een normale<br />
manier van werken in het kader van een parlementaire<br />
controle onmogelijk maakt omdat men geen<br />
globaal overzicht krijgt van de begroting. Er zijn<br />
dus niet alleen (regerings)errata bij de toelichtingen,<br />
maar ook gecorrigeerde toelichtingen (VIF en<br />
meerjarenprogramma), en nieuwe begrotingen van<br />
een aantal DAB's (in de errata).<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer, commissievoorzitter,<br />
beaamt dat het inderdaad uiterst<br />
moeilijk is om als parlementslid een overzicht te<br />
houden over de begrotingsbesprekingen omdat de<br />
regering een aantal errata ingediend heeft en de<br />
minister een aantal correcties bij de algemene toelichting.<br />
Zij vraagt aan de minister een verduidelijking<br />
omtrent de ingediende aanpassingen en de ingediende<br />
amendementen van de regering.<br />
De minister verduidelijkt dat de correcties beperkt<br />
blijven tot drie zaken.<br />
1) Er is de wijziging in de begroting van het VIF :<br />
een verschuiving van 500 miljoen frank voor<br />
doortochten (zie verder).<br />
2) Er is een opleidingsschip, de Themis voor de<br />
waterwegen waarvoor een aparte begrotingsruiter<br />
wordt gecreëerd.<br />
3) Tenslotte zijn er een aantal correcties (onder<br />
meer materiële vergissingen) die tengevolge van<br />
21 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
de opmerkingen van het Rekenhof werden<br />
rechtgezet.<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer benadrukt<br />
dat zij dergelijke chaotische manier van werken in<br />
het verleden nooit meeggemaakt heeft. Zij verwijt<br />
deze regering onvoldoende gebruik te maken van<br />
de administratie om de begroting op te stellen en<br />
fouten te corrigeren. Zij vindt het uitermate belangrijk<br />
dat deze begroting ook op zijn techniciteit<br />
wordt getoetst.<br />
Wat betreft de ordonnanceringskredieten binnen<br />
het <strong>Vlaams</strong> Infrastructuurfonds, verklaart de minister<br />
dat dit een heel ander concept betreft. De begroting<br />
van het VIF bestaat uit een dotatie, vanuit<br />
de algemene uitgavenbegroting, en de eigen inkomsten<br />
van het VIF.<br />
De dotatie wordt jaarlijks in 4 schijven gestort op<br />
de rekening van het VIF, van waaruit dan de nodige<br />
betalingen (ordonnanceringen) aan de verschillende<br />
aannemers en leveranciers verricht worden.<br />
Bij de opmaak van de begroting wordt een ordonnanceringskrediet<br />
ingeschreven dat steeds gelijk is<br />
aan het vastleggingskrediet, vermeerderd met het<br />
vereffeningskrediet dat jaarlijks vanuit de algemene<br />
begroting wordt gestort om de overgenomen<br />
lasten uit het verleden te betalen.<br />
Hierdoor is het risico op een tekort aan ordonnanceringskredieten<br />
zeer beperkt.<br />
Indien de begroting van het VIF een stijging kent<br />
(op vastleggingsniveau) is het hierdoor bijna zeker<br />
dat het ordonnanceringskrediet niet volledig zal<br />
opgebruikt worden tijdens het jaar van de kredietverhoging<br />
en de eerste jaren daarna.<br />
Het inschrijven van méér ordonnanceringskredieten<br />
dan strikt noodzakelijk heeft geen enkel gevolg<br />
voor de begroting in haar geheel of voor andere<br />
departementen van LIN.<br />
Immers door het jaarlijks doorstorten van de dotatie<br />
van het VIF zijn de noodzakelijke gelden steeds<br />
aanwezig, gelet op de constellatie van het VIF.<br />
Het ongebruikte deel van de ordonnanceringskredieten<br />
gaat, dit in tegenstelling met de algemene<br />
uitgavenbegroting, niet verloren, maar blijft in kas<br />
bij het VIF.<br />
Het ongebruikte bedrag aan ordonnanceringskredieten<br />
wordt telkenjare, ter gelegenheid van de begrotingscontrole,<br />
gevoegd bij het bedrag dat inge-
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 22<br />
schreven staat in de begroting van het VIF onder<br />
basisallocatie 69 00 01.01 : "Belast ordonnanceringskrediet,<br />
bestemd voor de betaling op het encours,<br />
onverdraagbaar naar de overige VIF-basisallocaties.".<br />
Ter gelegenheid van de budgetcontrole 2000 werd<br />
hiervoor 19.488,8 miljoen frank ingeschreven.<br />
Daar waar er vroegere jaren steeds een structureel<br />
tekort was aan ordonnanceringskredieten is dit<br />
sinds de investeringskredieten van AWV en AWZ<br />
deel uitmaken van de begroting van het VIF niet<br />
meer het geval.<br />
Indien er in een bepaald jaar méér werken worden<br />
uitgevoerd dan er ordonnanceringskredieten voorzien<br />
zijn, wordt het nodige bijkomend ordonnanceringskrediet<br />
overgeheveld van het belast ordonnanceringskrediet<br />
op basisallocatie 69 00 01.01.<br />
Binnen het VIF is er tegenover iedere verplichting<br />
(vastlegging) ook daadwerkelijk geld in speciën<br />
aanwezig is om aan al de verplichtingen te voldoen.<br />
In een volgende commissievergadering (23 november)<br />
verklaart de heer Carl Decaluwe dat hij de ingediende<br />
aangepaste toelichting eens grondig heeft<br />
geanayseerd en tot de conclusie is gekomen dat de<br />
wijzigingen zich niet zoals de minister beweerde,<br />
beperkt hebben tot correcties van de cijfers. Ook<br />
de teksten zijn gecorrigeerd. Zo is de toelichting bij<br />
de strategische en operationele doelstellingen van<br />
de havens gewijzigd en aangevuld met items zoals<br />
"doelgroep", "instrumenten". De reden daarvan is<br />
niet duidelijk. Feit is wel dat de toelichting uitgebreid<br />
werd en vermoedelijk werd geactualiseerd.<br />
Ook de toelichting bij de basisallocatie 64.00 43.10<br />
werd aangepast : de subregionale overlegorganen<br />
voor de havens zijn nu opgericht , in een vorige<br />
versie moesten deze nog opgericht worden.<br />
De tekst over de strategische doelstellingen en<br />
over de operationele doelstellingen van de waterwegen<br />
en de binnenvaart is ook wat gewijzigd. Zo<br />
is er een nieuwe operationele doelstelling opgenomen<br />
: de verbinding op 1.350 ton van de haven van<br />
Zeebrugge met de hoofdvaaras. De budgettaire<br />
kost daarvan is onduidelijk<br />
In de opsomming van de operationele doelstellingen<br />
rond Zee- en Rivierwaterkering en –beheersing,<br />
is de doelstelling "opmaak van een bergingsplan<br />
voor baggerspecie" vervangen door "tegen<br />
2001 zal AWZ over een goedgekeurd bergingsplan<br />
voor de lange termijn beschikken" ; bij "realisatie<br />
kustactieplan" is dit "tegen 2002" toegevoegd.<br />
De foute cijfers op zich waren niet echt het probleem<br />
: het waren slordigheden.<br />
In principe echter moet elke verhoging of verlaging<br />
van een begrotingspost met meer dan 5% een toelichting<br />
krijgen in het stuk 13 1-C (toelichting per<br />
programma). Omdat er in de oorspronkelijk ingediende<br />
toelichting foute cijfers voor 2000 werden<br />
weergegeven, werden een aantal verhogingen en<br />
verlagingen ‘gecamoufleerd', waardoor er ook geen<br />
toelichting opgenomen werd. Nu de verhogingen<br />
en verlagingen wél zichtbaar zijn, moet er ook een<br />
toelichting bij gegeven worden.<br />
Een concreet voorbeeld daarvan was de post i.v.m.<br />
de onteigeningen in en rond Doel. Deze wijziging<br />
werd door minister Stevaert in een vorige vergadering<br />
toegelicht. Dit neemt niet weg dat het document<br />
"toelichting per programma" hierdoor onvolledig<br />
blijft en het verslag van de besprekingen erbij<br />
gehaald zal moeten worden om een volledige toelichting<br />
te krijgen.<br />
De heer Carl Decaluwe benadrukt dat bovendien<br />
de post onteigeningen Doel niet het enige voorbeeld<br />
is.<br />
Een aantal andere verhogingen/verlagingen kregen<br />
nog geen toelichting :<br />
1) zo voorziet de BA 64.00 34.31 (realisatie globaal<br />
begeleidingsplan Doel) een daling van 50 naar 5<br />
miljoen frank : een toelichting ontbreekt.<br />
2) Er is ook BA 64.00 51.11 (investeringen Linker<br />
Scheldeoevergebied) GOK stijgt van 20,4 miljoen<br />
in 2000 naar 50 miljoen in 2001 zonder toelichting.<br />
3) BA 64.00 73.11 (herbouw, vernieuwing en structurele<br />
herstelling van bruggen) GOK stijgt van<br />
372,2 miljoen naar 533,6 miljoen frank, zonder<br />
toelichting. Het is ook meer dan een rechtzetting<br />
van de laatste 3 jaar (tekort GOK tov GVK<br />
= 78,1 miljoen, nu overschot GOK tov GVK =<br />
112,6 miljoen frank). Het zou uiteraard kunnen<br />
dat het hier nog gaat om een encours dat reeds<br />
langer meegaat, doch hierover is geen duidelijkheid.<br />
Hij zou graag vernemen over welke dossiers<br />
het concreet gaat.<br />
Hetzelfde lid kreeg ook graag zicht op het aangekondigde<br />
meerjarenplan voor het herstel van de<br />
bruggen en de kunstwerken. Het lid verwijst naar
de hoorzitting in deze commissie omtrent het rapport-<br />
Helleven (juni 2000).<br />
De minister antwoordt dat de prioritaire kunstwerken<br />
ook systematisch opgenomen worden in het<br />
meerjarenprogramma dat aan het parlement medegedeeld<br />
wordt. De minister verklaart dat voor het<br />
viaduct in Gent kredieten worden voorzien in 2001<br />
en 2002.<br />
De heer Carl Decaluwe wijst op een aantal onnauwkeurigheden.<br />
1) Bij PR 63.00 BA 12.50 wordt gesteld dat 2 miljoen<br />
frank wordt gecompenseerd naar DAB-<br />
VIF PR 63.00 BA 12.20. Dat moet volgens het<br />
lid BA 12.30 zijn.<br />
2) Er is volgens de heer Carl Decaluwe een "foute<br />
correctie" doorgevoerd bij PR 63.00 BA 73.11<br />
(DAB VIF AWV). Het krediet 2000 is daar<br />
terug gelijkgesteld aan het krediet zoals dat was<br />
bepaald bij de begrotingscontrole. Dit lijkt dus<br />
correct, ware het niet dat op BA 34.40 binnen<br />
hetzelfde programma (schadevergoedingen aan<br />
derden) 20 miljoen frank extra is toegevoegd<br />
t.o.v. het krediet dat werd voorzien bij de begrotingscontrole<br />
middels een kredietherschikking<br />
binnen het programma van 73.11 naar 34.40. In<br />
de oorspronkelijke versie was er dan ook terecht<br />
een vermindering van 20 miljoen GVK en<br />
20 miljoen GOK op 73.11 t.o.v. krediet bij de<br />
begrotingsbesprekingen, doch nu heeft men onterecht<br />
opnieuw het oorspronkelijke krediet<br />
vermeld.<br />
3) In de verbeterde versie van de toelichting<br />
plaatst men nu reeds de extra middelen voor<br />
het realiseren of herinrichten van doortochten<br />
bij BA 73.11, terwijl de middelen voorlopig nog<br />
(foutief) ingeschreven staan bij BA 63.21 binnen<br />
hetzelfde programma 63.00 van DAB VIF.<br />
Deze toelichting komt aldus niet meer overeen<br />
met de ingediende begroting, wél als nu reeds<br />
rekening wordt gehouden met een amendement<br />
van de regering.<br />
De heer Carl Decaluwe verwacht van de minister<br />
een duidelijke verantwoording.<br />
Er volgt een uitgebreide discussie over de ingediende<br />
aangepaste toelichting, de aankondiging dat<br />
er pas op 6 december in de Commissie voor Financiën<br />
en Begroting bijkomende amendementen van<br />
de regering worden ingediend en de taakafbakening<br />
tussen de Commissie voor Financiën en Begroting<br />
en de overige commissies.<br />
23 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer heeft vragen<br />
over de manier waarop deze begroting wordt<br />
behandeld in dit parlement. Zij beklaagt er zich<br />
over dat de minister-president weigert te antwoorden<br />
op vragen in de Commissie voor Algemeen<br />
Beleid, Financiën en Begroting. Zij vraagt zich bovendien<br />
af of met de aangekondigde regeringsamendementen<br />
de totaliteit van de begroting nog<br />
klopt. De heer Carl Decaluwe verklaart dat hij in<br />
die omstandigheden niet bereid is om voor 6 december,<br />
datum dat de Commissie voor Financiën<br />
en Begroting de regeringsamendementen bespreekt,<br />
indicatief te stemmen in de Commissie<br />
voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie. Hij<br />
wil zijn parlementaire controle ten gronde uitputten.<br />
Maar hij is van mening dat deze besprekingen<br />
door de aanpassingen aan de toelichting, de errata<br />
van de regering bij de toelichting en de laattijdige<br />
indiening van de regeringsamendementen uitermate<br />
bemoeilijkt worden en leiden tot een chaotische<br />
verloop. Hij dringt aan op een coherent document,<br />
ook met het oog op opvolging naar de volgende<br />
begrotingsjaren. Hij heeft het gevoel dat enkel zijn<br />
fractie kritische vragen stelt over de begroting, onnauwkeurigheden<br />
en slordigheden in de cijfers<br />
rechtzet. De begroting is één slordigheid.<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer kondigt<br />
aan dat zij de Voorzitter van het <strong>Vlaams</strong> <strong>Parlement</strong><br />
hieromtrent zal vatten.<br />
De heer Johan Malcorps is ook vragende partij<br />
voor een duidelijk overzicht. Maar hij benadrukt<br />
dat ook verschillende collega's van de meerderheid<br />
inhoudelijke vragen hebben gesteld naar het beleid<br />
ondermeer over de beperktheid van het budget.<br />
De CVP-fractie mag vanzelfsprekend een aantal<br />
technische vragen stellen. Maar deze fractie mag<br />
de meerderheid niet verwijten dat ze niet tussenkomt.<br />
De heer Jul Van Aperen is van oordeel dat deze<br />
commissie zich bij de begrotingsbesprekingen moet<br />
beperken tot haar bevoegdheid. Andere zaken<br />
moeten in andere commissies aan bod komen.<br />
De heer Carl Decaluwe herinnert aan de begrotingsbesprekingen<br />
van vorig jaar toen er gediscussieerd<br />
werd over de betrokkenheid van het Rekenhof.<br />
Toen werd vanuit de meerderheid het signaal<br />
gegeven dat het Rekenhof moest ondervraagd<br />
worden in de Commissie voor Algemeen Beleid,<br />
Financiën en Begroting. Hetzelfde lid verklaart dat<br />
het Rekenhof ook dit jaar een aantal belangrijke<br />
opmerkingen heeft geformuleerd over de bevoegdheden<br />
die deze commissie aanbelangen. Maar hij<br />
verneemt dat deze opmerkingen pas op 6 decem-
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 24<br />
ber in de Commissie voor Financiën en Begroting<br />
kunnen aan bod komen. Hij wenst de antwoorden<br />
op de opmerkingen van het Rekenhof te kennen<br />
vooraleer hij indicatief wil stemmen over deze begroting<br />
in deze commissie.<br />
De minister repliceert dat hij bereid is om te antwoorden<br />
op de opmerkingen van het Rekenhof die<br />
betrekking hebben op de bevoegdheden van deze<br />
commissie. Het is wel aan de minister-president om<br />
de amendementen in te dienen.<br />
– Het groeiend verschil tussen vastleggings- en betalingskredieten<br />
De heer Carl Decaluwe verwijst naar het verslag<br />
van het Rekenhof van het onderzoek van de begroting.<br />
Terzake herinnert hij aan zijn commentaar tijdens<br />
de besprekingen van de begroting 2000. Hij is<br />
van oordeel dat het Rekenhof zijn fundamentele<br />
opmerkingen van vorig jaar herhaalt.<br />
Het lid wijst op het gegeven van het verschil in ordegrootte<br />
tussen vastleggingskredieten en betalingskredieten.<br />
Dit verschil blijkt niet af te nemen, integendeel.<br />
Hij verwacht van de minister hieromtrent<br />
een gefundeerd antwoord. Concreet wenst hij duidelijkheid<br />
over de optie die de regering gaat<br />
nemen om tegemoet te komen aan de basisstelling<br />
van het Rekenhof met name dat er problemen zullen<br />
rijzen omtrent de betalingen. Het Rekenhof<br />
heeft opgemerkt dat er nog voor dit lopend begrotingsjaar<br />
2000 ruim 415 miljoen frank moet betaald<br />
worden. Hij meent te weten dat de regering recent<br />
een beslissing heeft getroffen i.v.m. het aanwenden<br />
van het "bufferkrediet" om aan dit probleem te<br />
verhelpen ?<br />
Ook voor het begrotingsjaar 2001 heeft het Rekenhof<br />
dezelfde opmerkingen geformuleerd met name<br />
dat er onvoldoende betalingskredieten werden<br />
voorzien. Er zijn twee mogelijkheden : ofwel worden<br />
er in het kader van de begrotingscontrole (gewone)<br />
kredieten voorzien, ofwel wordt het bufferkrediet<br />
aangewend. De bufferkredieten zijn echter<br />
gedaald van 1,3 miljard (2000) naar 900 miljoen<br />
frank (2001). Als men de optelsom maakt (convenanten,<br />
baggerwerken, loodswezen,…) komt men<br />
vlot aan 1,5 miljard tot 2 miljard frank aan effectieve<br />
betalingsproblemen.<br />
Hij vraagt een discussie ten gronde en voelt zich<br />
gesteund door de uitlating van de heer Jan Loones<br />
dat hij in de praktijk nog niet veel ziet van verwezenlijking<br />
op het veld. Concreet betekent dit dat de<br />
betalingskredieten de stijging van de vastleggingskredieten<br />
moeten volgen. Zo zal volgens de heer<br />
Carl Decaluwe vlug duidelijk worden dat indien<br />
men de principes van basismobiliteit wil implementeren,<br />
men vlug in de betalingsproblemen zal<br />
komen.<br />
Wat betreft de opmerkingen van het Rekenhof,<br />
aangehaald door de heer Carl Decaluwe met betrekking<br />
tot de betalingskredieten verklaart de minister<br />
het volgende.<br />
Voor het gemeenschappelijk vervoer en meer bepaald<br />
voor de convenanten worden de nodige ordonnanceringskredieten<br />
in 2000 uit het bufferkrediet<br />
geput, zodat aan alle betalingsverplichtingen<br />
kan worden voldaan.<br />
Hierbij is voorzien dat er bij de start van de nieuwe<br />
projecten van het jaar 2000 een voorschot van 50<br />
% wordt uitbetaald. Daardoor zijn de projecten<br />
van het jaar 2000 gedekt tot een stuk in het jaar<br />
2001. De eerstvolgende betaling zal pas uitgevoerd<br />
kunnen worden bij de evaluatie en de afrekening<br />
na één jaar exploitatie. Normaliter zal dit op het<br />
einde van 2001 of in het begin van 2002 gebeuren,<br />
rekening houdend met het feit dat de afrekening<br />
en de evaluatie enige tijd in beslag nemen.<br />
Om onnodig betalingskredieten te laten verloren<br />
gaan, wordt dus een voorzichtige, doch realistische<br />
raming ervan gehanteerd.<br />
Het Rekenhof heeft in haar verslag met betrekking<br />
tot de vorige begroting ook gemeld dat er op verschillende<br />
posten tekorten zouden zijn wat betreft<br />
betalingskredieten. In de praktijk bleken die tekorten<br />
in globo onder de raming van het Rekenhof.<br />
Bovendien wordt binnen de <strong>Vlaams</strong>e regering een<br />
verdeling van de "buffer" voorbereid, doch van het<br />
in 2000 beschikbare krediet blijft er nog 620 miljoen<br />
frank niet verdeeld. De andere mogelijkheid<br />
van overheveling van andere GOK's binnen LIN<br />
hoeft niet te worden gebruikt.<br />
Wat specifiek de opmerking van het Rekenhof met<br />
betrekking tot de waterwegen betreft moet het bedrag<br />
aan ordonnanceringskredieten van 828 miljoen<br />
frank volstaan om de in 2001 verwachte betalingen<br />
te honoreren. In 1999 werd nagenoeg 80<br />
% van het toegekende ordonnanceringskrediet<br />
aangewend.<br />
In 2000 is van het beschikbaar ordonnanceringskrediet<br />
van 728 miljoen frank reeds 470,5 miljoen<br />
frank uitgegeven. Hier ook wordt vermoed dat dit<br />
jaar de ordonnanceringskredieten niet volledig zullen<br />
aangewend kunnen worden.
In 2001 wordt het vastleggingskrediet verhoogd tot<br />
1.528,9 miljoen frank.<br />
Een aantal administratieve procedures maken dat<br />
de aanbestedingen pas in het najaar kunnen afgewerkt<br />
worden zodat met de werken pas zal gestart<br />
worden tegen het jaareinde waardoor een aantal<br />
ordonnanceringen pas in 2002 zullen gebeuren. Bij<br />
de opmaak van de begroting 2002 zal hiermee<br />
evenwel rekening worden gehouden. Bij de begrotingscontrole<br />
2001 zullen de thans ingeschreven ordonnanceringskredieten<br />
grondig onderzocht worden<br />
en zal eventueel het benodigde krediet worden<br />
aangepast.<br />
De heer Carl Decaluwe repliceert dat de minister<br />
dus eigenlijk stelt dat de opmerkingen van het Rekenhof<br />
achterhaald zijn. Hij merkt op dat de minister<br />
dat vorig jaar ook stelde bij de begrotingsbesprekingen<br />
maar deze opmerkingen blijven weerkeren.<br />
Hij benadrukt dat de ‘gap' tussen vastleggingen<br />
en betalingen groter en groter wordt. Op een<br />
bepaald ogenblik moet er cash betaald worden. Hij<br />
wenst daarover duidelijkheid, ook in het kader van<br />
een meerjarenbegroting.<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer citeert uit<br />
het verslag van het Rekenhof, meer bepaald de algemene<br />
opmerking dat zij bij het huidig begrotingsonderzoek<br />
voor hun analyse bemoeilijkt werden<br />
omdat nu – in tegenstelling tot vorige jaren –<br />
het Rekenhof geen inzage meer heeft gekregen in<br />
de documenten waaruit de berekeningswijze en de<br />
overwegingen blijken die geleid hebben tot de in<br />
de begroting opgenomen bedragen. Dat betekent<br />
en dit geldt ook voor de parlementsleden, dat het<br />
zeer moeilijk wordt inzicht te krijgen in de problematiek<br />
van de ordonnancerings- en betalingskredieten.<br />
Als de minister globaal voor dit en volgend jaar en<br />
de volgende jaren veel meer kredieten krijgt, moet<br />
hij binnen de drie jaar betalingskredieten ter beschikking<br />
hebben. Bij een analyse van de meerjarenbegroting<br />
stelt hetzelfde lid slechts een beperkte<br />
stijging vast van de betalingskredieten. Illustratief<br />
vermeldt zij het programma van de Wegen<br />
(63.1) waarvoor telkens om en bij de 5 miljard<br />
frank per jaar (2002, 2003 en 2004) wordt uitgetrokken,<br />
terwijl voor datzelfde programma de beleidskredieten<br />
telkens jaarlijks 400 tot 500 miljoen<br />
frank meer wordt voorzien. Zij verwachtte een veel<br />
sterkere stijging van de betalingskredieten. Mevrouw<br />
Wivina Demeester-De Meyer had graag een<br />
verantwoordiging voor deze trend. Refererend<br />
naar de bemerkingen van het Rekenhof – we hebben<br />
geen inzicht meer in de wijze waarop de cijfers<br />
25 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
tot standkomen – vraagt het lid of er nu ja dan<br />
neen een probleem is met de betalingskredieten.<br />
De heer Carl Decaluwe vermeldt dat technici hem<br />
signaleren dat voor de convenants er een probleem<br />
rijst. Als men de betalingskredieten van 2000 en<br />
2001 samentelt, blijft men nog een heel stuk onder<br />
het ordonnanceringskrediet van 2000. Dit betekent<br />
dat de effectieve uitgaven voor de initiatieven 2000<br />
nog verder naar voren worden geschoven. Hij<br />
vraagt zich af op welke manier en hoelang men dit<br />
kan volhouden. Als dit aanhoudt, zitten we in een<br />
stramien van debudgettering.<br />
Minister Steve Stevaert is van oordeel dat deze<br />
problematiek moet aangekaart worden in de Commissie<br />
voor Financiën en Begroting. Hij is er zich<br />
van bewust dat deze elastiek niet onbeperkt is<br />
maar hij maakt zich sterk dat wat nu vastgelegd<br />
wordt, ook zal betaald worden.<br />
Er is ook een verschil tussen een planning in de<br />
vorm van een begroting op 100% basis en de rekeningen.<br />
Daar ontstaat ruimte temeer daar het VIF<br />
jaaroverschrijdend werkt.<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer is van oordeel<br />
dat de cijfers moeten kunnen getoetst worden<br />
aan het beleid : er moet een toetsing gebeuren van<br />
de beleidsbrief aan de begroting. Voor algemene<br />
zaken (Sint-Hedwigakkoord) is inderdaad de Commissie<br />
voor Financiën en Begroting bevoegd, maar<br />
dit belet niet dat deze commissie een inzicht moet<br />
krijgen over hoe de cijfers van de meerjarenbegroting<br />
tot stand zijn gekomen. In het verleden werd<br />
gewerkt met langetermijnplanning en langetermijnnormen,<br />
nu niet meer. De beloften naar de<br />
burger werden dus niet ingelost.<br />
De minister repliceert dat algemeen gesproken kan<br />
gesteld worden dat, wat de ordonnanceringskredieten<br />
betreft, net zoals de vorige jaren er binnen het<br />
departement LIN 2 veiligheidsmarges in de begroting<br />
zijn ingebouwd, namelijk :<br />
– de mogelijkheid tot herverdeling van GOK-kredieten<br />
onderling over de programma's heen ;<br />
– de verdeling van een "bufferkrediet" aan<br />
GOK's, zoals ingevoerd door de vorige minster<br />
bevoegd voor begroting waardoor eventuele<br />
krediettekorten kunnen opgevangen worden.<br />
De heer Carl Decaluwe herhaalt dat het Rekenhof<br />
twee jaar na mekaar blijft hameren op deze gap<br />
tussen ordonnancerings- en betalingskredieten. Hij<br />
is verontrust omdat het departement LIN ook in
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 26<br />
het verleden vaak het departement was waar zich<br />
de grootste verwijlintresten situeerden. Hij wil de<br />
problematiek van de verwijlintresten vermijden en<br />
verwijst naar de inspanningen terzake van de vorige<br />
begrotingsminister waardoor de ordegrootte<br />
daarvan enorm werd teruggedrongen.<br />
Minister Steve Stevaert repliceert dat ook moet gekeken<br />
worden naar de oorsprong van verwijlintresten.<br />
Deze zijn niet uitsluitend te wijten aan een gebrek<br />
aan betalingskredieten maar kunnen ook te<br />
maken hebben met procedures.<br />
Hij benadrukt dat het Rekenhof vorig jaar gesteld<br />
had dat er voor de post waterwegen een tekort zou<br />
zijn. Er is echter geen tekort, integendeel zelf het<br />
bufferkrediet werd daarvoor niet aangewend.<br />
De heer Carl Decaluwe vraagt of alle werken wel<br />
uitgevoerd werden.<br />
De minister repliceert dat het onjuist is te beweren<br />
dat het Rekenhof per definitie altijd gelijk heeft.<br />
– Band met de meerjarenbegroting en nood aan<br />
een meerjarenplanning- groeipad van de begroting<br />
en PPS<br />
De heer Carl Decaluwe merkt op dat de band met<br />
de meerjarenbegroting ontbreekt. Hij verkiest dat<br />
de beleidsnota gekoppeld was aan de meerjarenbegroting.<br />
Een aantal prioriteiten uit de beleidsnota<br />
vindt men immers niet terug in de begroting. Een<br />
mooi voorbeeld is de problematiek van het GEN.<br />
In het kader van meerjarenplanning moet daar<br />
zicht op zijn.<br />
Het lid stelt wel vast dat in de memorie van toelichting<br />
globale cijfers worden opgesomd maar er is<br />
onduidelijkheid over de concrete implementatie<br />
daarvan in deze legislatuur. Hij stelt vast dat bv. in<br />
de memorie van toelichting voor de post doortochten<br />
het globale cijfer van 27 miljard frank wordt<br />
genoemd om dit dossier te realiseren. In de beleidsbrief<br />
is echter sprake van 14 miljard frank om<br />
60% daarvan te verwezenlijken, wat betekent dat<br />
het slechts om 22 of 23 miljard frank zou gaan ? De<br />
heer Carl Decaluwe verklaart dat er meerdere<br />
voorbeelden zijn van die aard. Als men deze verschillen<br />
optelt, gaat het om aanzienlijke bedragen.<br />
Hij vraagt verduidelijking hieromtrent.<br />
De heer Jul Van Aperen stelt vast dat als men een<br />
algemeen overzicht maakt van de te realiseren projecten<br />
men tot geweldig grote bedragen komt. Hij<br />
pleit voor een langetermijnplanning (periode van 5<br />
tot 6 jaar) : er moet duidelijkheid zijn over de doelstellingen<br />
en de middelen die daartoe vereist zijn.<br />
M.b.t. de opmerking van de heer Carl Decaluwe<br />
over het verschil in bedragen (22 of 27 miljard<br />
frank) verklaart hij dat dit ook te maken heeft met<br />
het verschil in berekening tussen centen tijdstip<br />
2000 en centen tijdstip 2005.<br />
Het lid stelt vast dat in de begroting 2001 er sprake<br />
is van verschillende totalen voor de kostprijs van te<br />
realiseren doelstellingen : 20 miljard voor het wegwerken<br />
van 800 gevaarlijke punten ; 14 miljard<br />
voor fietsnetwerk ; 27 miljard voor afwerken van<br />
doortochten. Tevens wordt aangegeven wat de<br />
doelstelling is inzake het wegwerken van de achterstand<br />
op het vlak van het onderhoud van de<br />
wegen, nl. op middellange termijn mag geen enkel<br />
wegvak behoren tot de categorie "zeer slecht" en<br />
op lange termijn tot de categorie "slecht". Vandaar<br />
vraagt het lid welke tijdslijn de minister (en zijn administratie)<br />
voor deze doelstellingen (verkeersveligheid,…)<br />
hanteert. Is de trend die in deze begroting<br />
is ingezet, ook de trend die in de komende<br />
jaren zal verdergezet worden op het vlak van extra<br />
middelen ? Zo ja, binnen welk tijdsbestek ziet de<br />
minister zijn doelstellingen gehaald ?<br />
De heer Johan Malcorps verklaart dat er in deze<br />
begroting serieuze inspanningen geleverd werden<br />
voor het geheel van het pakket openbare werken<br />
en mobiliteit : er werd bijna 5 miljard frank extra<br />
uitgetrokken.<br />
Minister Steve Stevaert benadrukt dat er inderdaad<br />
ernstige inspanningen werden geleverd. Vorig<br />
begrotingsjaar 5.5 miljard – waarvan 4.5 miljard<br />
frank recurrente uitgaven- . Op 2 jaar tijd werd een<br />
verhoging van 15 miljard frank gerealiseerd. Hij<br />
benadrukt dat los van publiek-private samenwerkingsprojecten<br />
de regering voor een serieus groeipad<br />
heeft geopteerd dat een evenwicht nastreeft<br />
tussen infrastructuur en openbaar vervoer. Het<br />
groeipad van 35 miljard frank dat ondermeer destijds<br />
door de heer Eric Van Rompuy werd vooropgesteld,<br />
wordt gehaald. Het is de eerste maal dat<br />
een dergelijke verhoging wordt gerealiseerd.<br />
De heer Johan Malcorps is tevreden over de serieuze<br />
inspanningen die geleverd werden, maar stelt<br />
vast dat er op vlak van infrastructuur en mobiliteit<br />
nog steeds een grote achterstand is omdat de<br />
noden zo groot is. Hij verwijst naar de achterstand<br />
inzake het wegwerken van de achterstand op vlak<br />
van (structureel) onderhoud van de wegen. Hij<br />
pleit ook voor het opmaken van een meerjaren-
planning om zicht te krijgen op de te realiseren<br />
doelen.<br />
Uit de toelichting onthoudt hij volgende cijfergegevens<br />
: wegwerken achterstand – structureel onderhoud<br />
: deze begroting trekt daarvoor 750 miljoen<br />
frank uit, terwijl de deskundigen tijdens de hoorzitting<br />
in het parlement het cijfer 1,5 miljard frank op<br />
jaarbasis vermelden om deze achterstand in een<br />
tijdspanne van 6 tot 8 jaar weg te werken. Het<br />
voorgestelde bedrag betekent dat het wegwerken<br />
van de achterstand 12 tot 16 jaar zal duren.<br />
De minister repliceert dat men nooit, los van de financiële<br />
ruimte deze sprong ineens kan maken,<br />
ook al omdat men anders overhittingsverschijnselen<br />
en technische problemen zal krijgen in de<br />
markt en de prijzenstructuur zal destabiliseren.<br />
De heer Johan Malcorps citeert andere cijfers.<br />
Voor het wegwerken van 800 gevaarlijke punten is<br />
er een bedrag van 20 miljard nodig : 25 miljoen per<br />
punt. Deze begroting trekt 400 miljoen frank uit.<br />
Deze operatie vergt dus nog 50 jaar.<br />
Er is 27 miljard frank nodig voor het afwerken van<br />
(500) doortochten. Deze begroting trekt 500 miljoen<br />
frank uit. Deze operatie vergt dus meer dan<br />
40 jaar.<br />
Voor het fietsnetwerk moet er nog 670 km worden<br />
aangelegd. Dit vergt 13.4 miljard frank wat 38 jaar<br />
zal duren.<br />
De minister benadrukt dat deze cijfers moeten gerelativeerd<br />
worden. De begroting voorziet telkens<br />
extra geld bovenop de normale recurrente kredieten<br />
wat maakt dat de tijdspanne veel korter zal<br />
zijn.<br />
De heer Johan Malcorps besluit dat er heelwat<br />
geld nodig is om de bestaande wegen (onderhoud –<br />
repetitief & structureel, doortochten, fietspaden,…)<br />
intact te houden. Er is naast de begroting<br />
een ernstig pakket aan extra-middelen nodig om<br />
niet alleen nieuwe wegen (missing links,…) maar<br />
ook bestaande wegen aan te passen en te onderhouden.<br />
Het lid vraagt hieromtrent een discussie in<br />
het kader van PPS om een serieuze afweging te<br />
maken omtrent de noden.<br />
Ook de heer Carl Decaluwe benadrukt dat men er<br />
duidelijk niet met de gewone investeringsprogramma's<br />
komt : er is duidelijk behoefte aan verse middelen<br />
via PPS-constructies. Hij stelt vast dat in Antwerpen<br />
MIA wordt opgericht, er is veel studiewerk<br />
verricht. Het lid vraagt hoe men concreet zal te-<br />
27 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
werkgaan : hoe ziet de PPS-constructie eruit, wie<br />
zijn de partners, wie participeert, wat met de<br />
GIMV-middelen, hoe gebeurt de financiering, is er<br />
sprake van één of andere vorm van tol ?<br />
De heer Carl Decaluwe wil duidelijkheid over de<br />
aard van de op te zetten PPS-constructies. De<br />
CVP-fractie is voorstander van dergelijke constructies<br />
mits de kwaliteit wordt gewaarborgd en er<br />
geen sprake is van debudgettering.<br />
De heer Dirk Holemans is van oordeel dat de<br />
kernvraag in de PPS-discussie is hoe men de externe<br />
vervoers- en verkeerskosten gaat internaliseren.<br />
Het is immers duidelijk dat de private sector enkel<br />
in een dergelijke constructie stapt indien ze inkomsten<br />
kunnen genereren die toelaten hun investeringskost<br />
te dekken. Hij vraagt naar een stand van<br />
zaken en welke opties de regering kiest : gaat het<br />
om een soort van tol ? Hij is van oordeel dat er<br />
moet gestreefd worden naar middelen op recurrente<br />
basis.<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer is van oordeel<br />
dat het parlement uit de meerjarenplanning<br />
een visie moet kunnen distileren over mobiliteit in<br />
een meerjarenperspectief. Zij mist een overzicht<br />
van de verschillende bedragen. Exemplarisch verwijst<br />
zij naar de toelichting bij de meerjarenbegroting<br />
(Stuk 13 (1999-2000) – Nr. 1-B) en meer specifiek<br />
bij programma 63.2 "Gemeenschappelijk vervoer"<br />
(pag. 40) waar zij vaststelt dat de geciteerde<br />
cijfers niet terug te vinden zijn in de begroting<br />
2001. Zij mist m.a.w. het beeld over wat men in de<br />
eerstkomende vijf jaren mag verwachten.<br />
Hetzelfde lid stelt vast dat er in de meerjarenbegroting<br />
elementen staan die niet terug te vinden<br />
zijn in de begroting. Zij verwijst in dit verband naar<br />
de passus over het kijk-en luistergeld waar te lezen<br />
staat dat dit niet wordt afgeschaft. Zij leest ook dat<br />
de middelen van het Sint-Hedwigakkoord reeds<br />
toegevoegd werden in de meerjarenbegroting. De<br />
minister moet weten welke middelen hij in 2002, in<br />
2003 en 2004 ter beschikking krijgt ; dan pas kunnen<br />
er keuzes worden gemaakt in het parlement.<br />
Maar zij vreest dat we op deze vraag het antwoord<br />
niet kennen.<br />
De minister repliceert dat hij niet verder wil ingaan<br />
op de algemene opmerkingen van mevrouw Wivina<br />
Demeester-De Meyer over de meerjarenbegroting<br />
edg. Hij wenst nogmaals te onderlijnen dat het<br />
groeipad van de begroting enorm is : 15 miljard<br />
frank stijging op twee jaar tijd is een forse verhoging.<br />
De minister gaat ervan uit dat deze middelen<br />
de komende jaren nog zullen beschikbaar zijn.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 28<br />
Wat de financiering van publiek-private samenwerkingsprojecten<br />
betreft, verklaart de minister dat<br />
binnen de regering afgesproken werd dat de minister<br />
van Financiën samen met de minister bevoegd<br />
voor Economie het voortouw neemt naar de functionele<br />
ministers en de op stapel staande werkmaatschappij<br />
begeleiden.<br />
De minister verklaart dat hij geen voorstander is<br />
om "rekeningrijden" in te voeren om bepaalde<br />
projecten te financieren. Hij blijft daartegen gekant<br />
om tal van redenen (sociale, e.a.) maar vooral<br />
omdat deze formule in Vlaanderen niet werkbaar<br />
is bij gebrek aan hiërarchie van de wegen. Hij kan<br />
trouwens niet garanderen dat indien al de op stapel<br />
staande projecten in Antwerpen (sluiten Ring, werken<br />
Singel, …) afgewerkt worden, de problemen<br />
opgelost zijn. Over de wijze waarop de projecten<br />
gefinancierd moeten worden (tol, schaduwtol, gecombineerde<br />
systemen…) kan gepraat worden.<br />
Antwerpen moet zelf maar een aantal voorstellen<br />
doen. De minister denkt zelf aan een formule<br />
waarbij gewerkt wordt met een startpremie en de<br />
laatste posten worden gecompenseerd via formules<br />
als tol, schaduwtol of combinatiesystemen. Hij is<br />
wel een absolute tegenstander van een financieringssysteem<br />
met tol als zelfvoedend mechanisme.<br />
Dan is de kans groot dat men steeds nieuwe wegen<br />
wil realiseren. Er moet dus steeds een link zijn tussen<br />
tol en openbaar vervoer. Immers, weginfrastructuur<br />
geeft een bepaald rendement wanneer die<br />
gerealiseerd is, terwijl openbaar vervoer op dat<br />
ogenblik echter begint te kosten. Minister Steve<br />
Stevaert opteert voor een soort van "kruisverbandformule".<br />
In verband met de verbetering van het aanbod en<br />
meer specifiek de uitgetrokken 750 miljoen frank<br />
in het kader van het convenantenbeleid is de minister<br />
het eens met de heer Johan Malcorps dat dit<br />
bedrag moet opgetrokken worden, maar hij opteert<br />
voor een stapsgewijze aanpak.<br />
De minister verduidelijkt dat het benodigde bedrag<br />
van 27 miljard frank wel degelijk het juiste bedrag<br />
is dat noodzakelijk is voor de herinrichting<br />
van de doortochten. Het bedrag wordt bekomen<br />
door de lengte van de opnieuw in te richten wegvakken<br />
(665 kilometer) te vermenigvuldigen met<br />
een eenheidsprijs van 40 miljoen frank per kilometer.<br />
Vanzelfsprekend is dit niet een exact bedrag<br />
maar een ruwe raming. De kostprijs per kilometer<br />
voor de herinrichting van een brede doortocht is<br />
natuurlijk hoger dan deze voor de herinrichting<br />
van een smalle doortocht.<br />
Het constant beleid voorziet ongeveer 1 miljard<br />
frank per jaar voor de herinrichting van doortochten.<br />
Volgens het ritme constant beleid duurt het<br />
dus ongeveer 27 jaar om alle deze wegen opnieuw<br />
in te richten. Nu zal er 500 miljoen frank extra uitgegeven<br />
worden voor de herinrichting van doortochten,<br />
of 1,5 miljard frank per jaar. De termijn<br />
bedraagt dan nog 18 jaar. De budgetverhoging zal<br />
de termijn dus met 9 jaar verminderen.<br />
Voor wat het onderhoud van de wegen betreft<br />
wordt het budget omhoog gedreven met 750 miljoen<br />
frank. Het totaal budget voor het onderhoud<br />
van de wegeninfrastructuur bedroeg in het verleden<br />
rond de 3,5 miljard frank per jaar. Met dit bedrag<br />
wordt de onderhoudsachterstand weggewerkt<br />
op 28 jaar. Door de budgetverhoging van 750 miljoen<br />
frank per jaar zal de onderhoudsachterstand<br />
weggewerkt worden op ongeveer 15 jaar. De budgetverhoging<br />
zal de termijn voor het wegwerken<br />
van de onderhoudsachterstand dus met 23 jaar verminderen.<br />
Voor wat het wegwerken van zwarte punten betreft,<br />
wordt er een extra budget voorzien van 400<br />
miljoen frank. Hierdoor zal de termijn voor het<br />
wegwerken van alle zwarte punten teruglopen van<br />
40 jaar (constant beleid) naar 22 jaar.<br />
Voor de fietspaden wordt het budget verhoogd met<br />
350 miljoen tot 1.350 miljoen frank. Tegen constant<br />
beleid vergt het 14 jaar om alle noodzakelijke fietspaden<br />
aan te leggen. Met het extra budget wordt<br />
deze termijn teruggebracht tot ongeveer 10 jaar,<br />
hetzij een reductie met 4 jaar.<br />
De minister benadrukt dat dit allemaal zeer ruwe<br />
berekeningen zijn.<br />
– Uitvoering begroting voorgaande jaren<br />
De heer Carl Decaluwe heeft aan de hand van de<br />
cijfers in de toelichting bij de begroting 2001 uitgezocht<br />
voor de jaren 1998 en 1999 wat er effectief<br />
uitgevoerd werd : er werd weergegeven in percenten<br />
in hoeverre de begrotingen van die jaren werden<br />
uitgevoerd. Uit die toetsing krijgt het lid volgend<br />
beeld : voor de post integraal waterbeheer<br />
werd er in 1999 39% uitgevoerd, voor de post zewezen<br />
53%, waterwegen 79 %, gemeenschappelijk<br />
vervoer 64%. Het lid vraagt verduidelijking. Hij<br />
concludeert hieruit dat de betalingskredieten te<br />
laag zijn.<br />
Hij vraagt welke oplossingen de minister voorstelt<br />
om aan dit probleem tegemoet te komen.
De minister verduidelijkt dat hij tijdens een volgende<br />
vergadering een verklaring zal geven in verband<br />
met de opmerkingen van de heer Carl Decaluwe<br />
over de lage benuttingsgraad van de betalingkredieten<br />
binnen het VIF (uitvoering van de begroting<br />
2000).<br />
De minister verstrekt volgende uitleg bij de aangepaste<br />
toelichting bij de begroting van het VIF en<br />
het onderbenutten van ordonnanceringskredieten<br />
in 1998 en 1999 :<br />
– Voor wat betreft het gemeenschappelijk vervoer<br />
is de reden dat in 1998 werd begonnen met<br />
de levering van trams. Vermits deze niet volledig<br />
voldeden aan de technische vereisten werd de<br />
formele ‘oplevering' en hierdoor de betaling uitgesteld.<br />
Omwille van de nood aan aanpassingen<br />
door de constructeur is er vanaf dan een vertraging<br />
in de leveringen en dus ook de betalingen.<br />
De ingeschreven ordonnanceringskredieten<br />
werden bijgevolg onderbenut in die jaren. Dit<br />
uit zich in een verhoging van het benodigd ordonnanceringskrediet<br />
in 2000 en voornamelijk<br />
in 2001, zoals opgenomen in het voorliggende<br />
begrotingsvoorstel.<br />
– Voor wat betreft het Zeewezen is er een grote<br />
onderbenutting te onderkennen en het betreft<br />
hier het kredieten voor terugbetalingen aan Nederland.<br />
Hierbij zijn wij afhankelijk van de indiening<br />
van facturen door onze Noorderburen.<br />
Indien zij te laat facturen indienen, blijven wij<br />
met een overschot zitten. Het benodigd ordonnanceringskrediet<br />
is hierdoor moeilijk exact te<br />
ramen. De tabel in de toelichting bevat tevens<br />
een materiële vergissing. Het GOK werd in<br />
1999 voor 62,4 % aangewend.<br />
– Voor wat betreft het Integraal waterbeheer<br />
werd bij de begrotingscontrole 1999 het bedrag<br />
van de initiële begroting van 300 miljoen frank<br />
fors verhoogd. Het overeenstemmende betalingskrediet<br />
was overdreven. Bovendien werd<br />
de definitieve beslissing tot aanwending van een<br />
groot deel van het krediet slechts op het einde<br />
van het jaar goedgekeurd – met name voor een<br />
gecontroleerd overstromingsgebied in de driehoek<br />
Kruibeke Bazel Rupelmonde. Hierdoor<br />
werd in het jaar 1999 slechts zeer weinig geordonnanceerd.<br />
Er is tevens een fout geslopen in<br />
de tabel opgenomen in de toelichting. Vermits<br />
voor dit programma geen krediet was ingeschreven<br />
in 1998 werden de kredieten alle een<br />
kolom opgeschoven. De nieuwe tabel zal worden<br />
opgenomen in het verslag.<br />
29 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
– Evenwicht in de begroting : tweesporenbeleid<br />
De heer Jul Van Apereren herinnert er aan dat zijn<br />
fractie tijdens de begrotingsbesprekingen 2000 een<br />
aantal kritische opmerkingen formuleerde : men<br />
was tevreden dat er een injectie was in de begroting<br />
2000 op vlak van gemeenschappelijk vervoer,<br />
maar de VLD vroeg voor de toekomst een evenwicht<br />
op vlak van wegeninfrastructuur.<br />
Deze keuze is bij de opmaak van de begroting 2001<br />
duidelijk wel gemaakt : er is een gezonde verschuiving<br />
geweest van extra kredieten voor investeringen<br />
in gemeenschappelijk vervoer naar meer extra<br />
middelen voor investeringen in infrastructuur.<br />
Beide pijlers van het tweesporenbeleid blijven genieten<br />
van een hogere budgettaire inspanning t.o.v.<br />
de vorige jaren, maar de groei van de middelen in<br />
2001 is voor de eerste maal sinds jaren groter voor<br />
investeringen in infrastructuur.<br />
Het lid verwijst naar de cijfers :<br />
– wegeninfrastructuur (alle posten) : + 2,460 miljard<br />
frank ;<br />
– gemeenschappelijk vervoer (alle posten) : +<br />
1,443 miljard frank ;<br />
– waterwegen/binnenvaart (alle posten) : + 513,7<br />
miljoen frank ;<br />
– havens (alle posten) : + 580,5 miljoen frank.<br />
– Het mobiliteitsprobleem : een algemene benadering<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer wenst haar<br />
bekommernis te uiten over de problematiek van de<br />
mobiliteit. Mobiliteit is iets wat je enkel op zeer<br />
lange termijn kan oplossen. Zij vindt de benadering<br />
van de minister via een aantal kritische succesfactoren<br />
positief en zij heeft waardering voor de<br />
middelen die de regering naar voren schuift. Indien<br />
men echter de kritische succesfactoren stap voor<br />
stap analyseert, vindt men geen antwoord op de<br />
belangrijkste problemen en kernvragen. Zoals,<br />
gaan we nu meer wegen – desnoods in de hoogte –<br />
voorzien of niet ? Mevrouw Wivina Demeester-De<br />
Meyer benadrukt dat indien er niet duidelijk wordt<br />
bepaald wat we wensen, het probleem niet opgelost<br />
wordt. Men komt er niet door 6 personen te<br />
laten telewerken bij wijze van proefproject. Gaan<br />
we deze projecten massaal uitbreiden ?<br />
Hetzelfde lid stelt vast dat het lucht- water- en binnenvaartverkeer<br />
reeds voor een groot stuk "telege-
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 30<br />
stuurd" is, terwijl mobiliteit op de wegen geen<br />
enkel element van sturing kent.<br />
Zij pleit ervoor dat de Ring van Antwerpen een<br />
"doorring" moet worden. In deze begroting en de<br />
beleidsbrief vindt zij hier niets van terug.<br />
Andere probleemstelling : wat is de visie op tol of<br />
niet, op rekeningrijden ? Zij verklaart zich een<br />
groot promotor van PPS maar stelt dat uiteindelijk<br />
iemand de rekening zal moeten betalen : ofwel de<br />
gebruiker, ofwel de gemeenschap. Zij leest in Nederlandse<br />
teksten waar deze discussie ook aan de<br />
orde is, dat tol geen enkele zin heeft. Er wordt daar<br />
gepleit voor andere vormen van betaling.<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer is van oordeel<br />
dat het <strong>Vlaams</strong> <strong>Parlement</strong> deze discussies minstens<br />
ook moet voeren om een tijdsperspectief te<br />
hebben. Zij mist duidelijk een onderbouwd toekomstperspectief<br />
met duidelijke keuzes in deze begroting.<br />
Minister Steve Stevaert repliceert dat de grote vragen<br />
die mevrouw Wivina Demeester-De Meyer opwerpt,<br />
voor een gedeelte een antwoord kunnen<br />
krijgen in het Mobiliteitsplan dat binnenkort wordt<br />
neergelegd in het <strong>Vlaams</strong> <strong>Parlement</strong>. Maar de minister<br />
benadrukt dat men zich geen enkele illusie<br />
mag maken dat dit mobiliteitsplan kant en klare<br />
oplossingen kan aanreiken. Er zijn de drie grote<br />
knelpunten op het vlak van mobiliteit – aantal verkeersslachtoffers,<br />
vervoersarmoede en het fileprobleem<br />
– die verweven zijn. Hij stelt vast dat iedereen<br />
zich fixeert op het fileprobleem maar dat op<br />
het terrein zelf iedereen geconfronteerd blijft met<br />
dat fileprobleem. De minister wil zich totaal niet<br />
engageren voor de oplosbaarheid van dit probleem.<br />
Hij wijst op de complexe federale structuren<br />
– de belangrijkste sturingsinstrumenten zitten<br />
vooral op het federale niveau – en de verschillen<br />
tussen Vlaanderen en Wallonië. Hij herhaalt dat<br />
hijzelf destijds voorstander was om een aantal instrumenten<br />
over te hevelen naar het <strong>Vlaams</strong>e niveau,<br />
maar hij stond toen alleen met dit voorstel<br />
om een gedeelte van de verkeersreglementering te<br />
defederaliseren.<br />
Minister Steve Stevaert verklaart geen voorstander<br />
te zijn om nog meer wegen – zelfs boven elkaar –<br />
aan te leggen. Daarvoor is in Vlaanderen geen<br />
draagkracht. We zullen wel een aantal missing links<br />
– dit zijn echter geen echte nieuwe wegen, maar<br />
ontbrekende stukken – moeten oplossen. Hij is van<br />
oordeel dat we zelf onze administratie gecentraliseerd<br />
hebben gestructureerd. Misschien moet er<br />
meer gedecentraliseerd worden. Telewerken ver-<br />
dient onze aandacht ; zelfs de proefprojecten om<br />
nuttige kennis op te doen. Maar men had dit wellicht<br />
veel vroeger moeten doen.<br />
De minister is van oordeel dat moeilijk kan ingeschat<br />
worden hoe de bevolking denkt over de mobiliteit.<br />
Hij stelt vast dat er alsmaar meer auto's geproduceerd<br />
worden die steeds luxueuzer worden<br />
(televisie, muziekinstallatie en koelkast in de<br />
wagen,…). Sommigen ergeren zich blijkbaar niet in<br />
de file en doen onnodige boodschappen in de<br />
files…<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer verklaart<br />
dat dat eveneens haar bekommernis is. Zij stelt<br />
enkel vast dat het verplaatsingsgedrag danig geëvolueerd<br />
is, maar de wegen niet.<br />
De minister betwijfelt ten zeerste of telematica en<br />
sturing het probleem kunnen oplossen. We zitten<br />
aan de limiet, zeker als de transporteconomie zo<br />
voortgaat en ook het recreatief verplaatsingsgedrag<br />
zich doorzet.<br />
Deze begroting injecteert extra middelen in de waterwegen<br />
: het budget gaat steil omhoog maar de<br />
vraag stelt zich in welke mate zulks impact heeft op<br />
het goederentransport. Waarschijnlijk zeer relatief,<br />
maar de minister stelt recent vast dat er een mentaliteitswijziging<br />
aan de gang is. Hij is van oordeel<br />
dat zelfs met een performant beleid met accent op<br />
vervoer via waterwegen (drukste waterwegennetwerk<br />
na Nederland) en maximaal inschakelen van<br />
openbaar vervoer (met bevoordeling : gebruik van<br />
busbanen en verkeerslichtenbeïnvloeiding), de impact<br />
op de structurele files twijfelachtig is. Het<br />
heeft wellicht mathematisch een invloed.<br />
Minister Steve Stevaert vraagt aandacht voor het<br />
nieuwe fenomeen van "overlast" in landelijke gebieden<br />
: er is daar geen sprake van file, maar wel<br />
van zeer veel overlast van verkeer.<br />
De minister benadrukt dat hij opteert voor een benaderingswijze<br />
waar gepoogd wordt een evenwicht<br />
te vinden tussen wegen (ook waterwegen en havens)<br />
en openbaar vervoer. Hij wenst dit groeipad<br />
aan te houden en hoopt dat er een mentaliteitswijziging<br />
komt. Hij heeft de indruk dat de jongeren<br />
toch meer en meer voorstander zijn van de promotie<br />
van het openbaar vervoer.<br />
Wat de opmerking van mevrouw Wivina Demeester-De<br />
Meyer in verband met verkeerstelematica<br />
betreft, verklaart de minister dat op 8 november<br />
2000 de aanbesteding goedgekeurd werd voor de<br />
eerste fase van de uitbouw van een verkeersgelei-
dingssysteem op de ring om Antwerpen en haar<br />
toegangswegen. De werken zullen in de loop van<br />
2001 uitgevoerd worden. Het verkeersgeleidingssysteem<br />
moet zowel de verkeersafwikkeling als de<br />
verkeersveiligheid verbeteren.<br />
Het verkeersgeleidingssysteem heeft als doel de<br />
weggebruiker beter te informeren over files, ongevallen<br />
en wegwerkzaamheden. Hiertoe zullen er in<br />
totaal een twintigtal informatiepanelen geplaatst<br />
worden waarop variabele boodschappen en pictogrammen<br />
kunnen worden weergegeven. De panelen<br />
worden geplaatst op portieken boven de weg.<br />
De panelen worden verspreid over de 7 toegangssnelwegen,<br />
de aansluiting van de Leien op de Ring<br />
en de Noorderlaan. De kostprijs voor de levering,<br />
opstelling en het onderhoud van deze panelen bedraagt<br />
216.246.370 frank. Beelden afkomstig van<br />
detectiecamera's opgesteld langs de volledige ring<br />
(om de 500 meter) en de toegangswegen zullen gegevens<br />
opleveren inzake files, gestopte voertuigen,<br />
ongevallen, ladingverlies, spookrijders en dergelijke<br />
meer. Op basis van deze gegevens zullen de informatiepanelen<br />
aangestuurd worden. Bij incidenten<br />
zal het eenvoudiger worden om het verkeer alternatieve<br />
routes voor te stellen. Bij incidenten zal<br />
de verkeersoperator door middel van automatische<br />
beeldverwerking gewaarschuwd worden, zodat de<br />
hulpdiensten sneller ingeschakeld zullen kunnen<br />
worden. De kostprijs voor de levering, de opstelling<br />
en het onderhoud van het file- en incidentdetectiesysteem,<br />
inclusief de verkeersmonitoringinstallaties,<br />
bedraagt 171.456.222 frank.<br />
In een tweede fase zal er overgegaan worden tot de<br />
opstelling van rijstrooksignalering. Per rijstrook<br />
zullen er variabele borden opgesteld worden dewelke<br />
snelheidsbeperkingen, pijl/kruis en waarschuwingen<br />
kunnen genereren. Bij ongevallen of<br />
wegeniswerken kan het gebruik van een afzonderlijke<br />
rijstrook dan verboden worden. Bij file zal de<br />
snelheid van het stroomopwaartse verkeer automatisch<br />
worden afgebouwd. Snelheidsbeperkingen in<br />
functie van de weersomstandigheden, elektronisch<br />
blokrijden, het voorbehouden van rijstroken voor<br />
doelgroepen en het instellen van een inhaalverbod<br />
worden dan eveneens mogelijk. Dit systeem wordt<br />
eveneens gekopeld aan het monitoringsysteem opgebouwd<br />
in de eerste fase. Het betreft een negentigtal<br />
portieken. De aanvang van de uitbouw van<br />
deze fase wordt gepland in 2002. De toepassing van<br />
het verkeersgeleidingssysteem mikt op een vermindering<br />
van het aantal ongevallen met 15 à 20 % en<br />
een capaciteitstoename van 5 %.<br />
– Objectieve behoeftenanalyse De Lijn<br />
De heer Jul Van Aperen verklaart dat er sprake is<br />
31 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
van een objectieve behoeftenanalyse door De Lijn<br />
om de prioriteiten voor de invoering van de basismobiliteit<br />
te bepalen. Zijn deze gegevens<br />
openbaar ? Wat blijkt uit deze analyse ? Welke criteria<br />
werden gehanteerd ? Is het zo dat investeringen<br />
voor een bedieningsniveau dat boven de normen<br />
van de basismobiliteit ligt, niet onder het budget<br />
"basismobiliteit" zullen vallen, maar wel onder<br />
de noemer "convenantenbeleid" ? Is het dan ook<br />
zo dat het budget "basismobiliteit" voornamelijk<br />
de buitengebieden zal ondersteunen en het budget<br />
"convenantenbeleid" voornamelijk de stedelijke<br />
en voorstedelijke gebieden ?<br />
Minister Steve Stevaert overhandigt tijdens de namiddagvergadering<br />
van 16 november de gevraagde<br />
documenten van de <strong>Vlaams</strong>e Vervoermaatschappij<br />
– De Lijn. Het gaat over het fysisch programma<br />
2001. Deze documenten werden bij overzending<br />
bezorgd aan de vaste en plaatsvervangende leden<br />
van de commissie en alle fracties.<br />
– Objectieve behoeftenanalyse – Nederland als<br />
voorbeeld<br />
De heer Johan Malcorps vraagt aandacht voor een<br />
verfijning van de gehanteerde objectieve behoeftenanalyse<br />
naar Nederlands voorbeeld. Daar is<br />
sprake van een zgn. objectieve verkeersongevallenregistratie<br />
waarbij per gemeente er cijfers beschikbaar<br />
zijn van het aantal (dodelijke, zwaargewonde<br />
en lichtgewonde) verkeersslachtoffers en er streefdoelen<br />
worden gesteld. Hij vraagt daarover na te<br />
denken om een dergelijk systeem op te zetten.<br />
De minister repliceert dat het meerjarenprogramma<br />
inzake basismobiliteit en de volgorde van de<br />
gemeenten die per provincie zullen worden aangepakt,<br />
aan het verslag kan worden toegevoegd.<br />
Het principe is dat de gemeenten die vandaag het<br />
slechtst bediend zijn, in vergelijking met de normen,<br />
het eerst zullen bediend worden.<br />
De diverse parameters die werden aangewend<br />
zijn :<br />
– het al dan niet aanwezig zijn van een halte ;<br />
– de bedieningstijd die vandaag wordt geboden<br />
(tussen welke uren van de dag) ;<br />
– de bevolkingsdichtheid ;<br />
– de frequentie die vandaag wordt geboden ;<br />
– en dit zowel op week-dagen als in de week-ends.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 32<br />
Deze objectieve behoeftenanalyse heeft de instemming<br />
van de Inspectie van Financiën verkregen.<br />
De normen zelf kunnen uitvoerig besproken worden<br />
naar aanleiding van de bespreking van het decreet<br />
Basismobiliteit.<br />
De lijst met de volgorde waarin de gemeenten en<br />
steden aan bod zullen komen, zal door de minister<br />
ter beschikking worden gesteld. In deze lijst werden<br />
de gemeenten waar in het jaar 2000 reeds een<br />
project werd opgestart, niet meer opgenomen.<br />
Tevens stelt de minister het meerjarenprogramma<br />
inzake basismobiliteit, volgens de ramingen van<br />
vandaag, ter beschikking.<br />
Uiteraard zal deze meting en de daaruitvoortvloeiende<br />
prioriteiten tweejaarlijks worden geactualiseerd.<br />
Concreet zal de minister in de loop van het<br />
jaar 2001 een nieuwe meting organiseren, daarbij<br />
gebruikmakend van dezelfde criteria en methodiek.<br />
Er moet tevens rekening mee gehouden worden<br />
dat in 2001 de helft van de beschikbare budgetten<br />
inzake tariefverminderingen waarschijnlijk zullen<br />
kunnen aangewend worden voor bijkomende exploitatie.<br />
Ook op deze wijze wordt een deel van de basismobiliteit<br />
ingevuld.<br />
Wat het GEN betreft,verwijst de minister naar zijn<br />
uitvoerig antwoord op de vraag om uitleg van de<br />
heer Eloi Glorieux (Handelingen C27 – OPE 4<br />
vraag om uitleg van de heer Eloi Glorieux over<br />
maatregelen om de verkeerscongestie in de <strong>Vlaams</strong>e<br />
rand door middel van een betere doorstroming<br />
van het openbaar vervoer tegen te gaan). De minister<br />
herhaalt kort zijn standpunt.<br />
Het programma inzake het gewestelijk expressnet<br />
dat in 2000 is gestart, zal in 2001 onverminderd<br />
worden voortgezet.<br />
In het jaar 2000 worden twee GEN-assen opgestart,<br />
met name :<br />
Aalst-Asse-Brussel ; Dilbeek-Brussel.<br />
In 2001 is voorzien dat de assen Brussel-Overijse ;<br />
Brussel-Kortenberg-Leuven ; Brussel-Tervuren-<br />
Leuven worden opgestart via het convenantinstrument.<br />
Rekening houdend met de problematiek inzake<br />
doorstroming, en rekening houdend met het feit<br />
dat het bedieningsniveau van de GEN-assen in<br />
sommige gevallen aanzienlijk boven de normen<br />
van basismobiliteit liggen, worden deze projecten<br />
gerealiseerd via het instrument van de convenanten.<br />
De GEN-assen die onder de norm van de basismobiliteit<br />
liggen, worden mee opgenomen in het programma<br />
van de basismobiliteit.<br />
– Gemeenschappelijk vervoer<br />
De heer Johan Malcorps vindt het wel een goede<br />
zaak dat er meer dan 1 miljard frank wordt uitgetrokken,<br />
maar is bezorgd om het evenwicht dat<br />
vertaald werd in het regeerakkoord : een tweesporenbeleid<br />
enerzijds basismobiliteit maar anderzijds<br />
ook een verhoging van het aanbod.<br />
Hij kreeg in verband met deze verhoging van het<br />
aanbod een onduidelijke boodschap van de top van<br />
De Lijn tijdens de voorstelling van het investeringsprogramma<br />
van de <strong>Vlaams</strong>e Vervoermaatschappij.<br />
Het blijft onduidelijk wat er concreet gaat<br />
gebeuren i.v.m. het aanbod.<br />
Er wordt 500 miljoen frank uitgetrokken voor basismobiliteit,<br />
200 miljoen voor convenants waarbij<br />
een stuk investering in voorstadsnetten. Maar deze<br />
inspanningen staan niet in verhouding tot de behoeften.<br />
Hij blijft echter op zijn honger zitten wat<br />
de uitbreiding van het aanbod betreft. Exemplarisch<br />
gaat de heer Johan Malcorps dieper in op de<br />
investeringen in nieuwe spoorlijnen. Voor de nieuwe<br />
spoorlijnen is er sprake van 160 miljoen frank<br />
voor Antwerpen, in Gent voor een bedrag van 190<br />
miljoen frank : globaal 350 miljoen frank voor<br />
2001. Een raming voor de periode 2002-2004 voor<br />
nieuwe spoorlijnen levert een bedrag op van 2,5<br />
miljard frank voor Antwerpen (0,8 miljard op jaarbasis),<br />
1,2 miljard voor Gent (0,4 miljard op jaarbasis)<br />
en voor Brussel 3,2 miljard. Globaal gaat het<br />
dus om een investeringskost van 6,9 miljard frank<br />
wat op jaarbasis 2,3 miljard frank bedraagt. Dit cijfer<br />
2,3 miljard frank staat schril in contrast met de<br />
uitgetrokken 350 miljoen frank in de begroting<br />
2001.<br />
Hij stelt dus vast dat de structurele verbetering van<br />
het aanbod zoals De Lijn dat voorstelt, niet kan gerealiseerd<br />
worden met de middelen voorzien in de<br />
begroting. Bovendien is er nog een verschil in benadering<br />
tussen wat de minister voorstelt en wat<br />
De Lijn aan uitbreiding van het aanbod voorstelt :<br />
de minister spreekt van de verlenging van lijn 2<br />
naar Linkeroever, lijn 12 naar Hemiksem, lijn 24<br />
naar Wommelgem, daar is echter geen sprake van<br />
in het programma van De Lijn.
Hij concludeert dat wat De Lijn voorstelt in het investeringsprogramma<br />
niet haalbaar is via de normale<br />
begrotingsmiddelen. De heer Johan Malcorps<br />
is dan ook voorstander om in het kader van PPSconstructies<br />
in Antwerpen (MIA) ook rond openbaar<br />
vervoer initiatieven te treffen en serieuze inspanningen<br />
te leveren. PPS mag niet beperkt blijven<br />
tot louter infrastructuurwerken.<br />
Hij concludeert dat niet alleen in Antwerpen maar<br />
ook bv. in Brussel in het kader van het GEN enorme<br />
investeringen zich opdringen. Daar zal ook<br />
nood zijn aan PPS-constructies. De heer Johan<br />
Malcorps benadrukt dat zijn fractie op zijn honger<br />
blijft. Er is geen enkele garantie dat er structureel<br />
gesleuteld wordt aan de verbetering van het aanbod<br />
; men is totaal afhankelijk van wat er in het<br />
kader van PPS gebeurt.<br />
Hij benadrukt dat zijn fractie duidelijk zicht wil<br />
hebben wat er structureel gebeurt ter verhoging<br />
van het aanbod op het ogenblik dat het decreet basismobiliteit<br />
in het parlement gefinaliseerd wordt.<br />
De minister repliceert dat de redenering van de<br />
heer Johan Malcorps deels juist is, maar deels ook<br />
genuanceerd moet worden. Hij is van oordeel dat<br />
het lid teveel redeneert in functie van nieuwe middelen<br />
en té weinig rekening houdt met bestaande<br />
recurrente middelen die vrijkomen. De minister<br />
verklaart wel dat er inderdaad een aantal PPS-middelen<br />
zullen moeten aangewend worden.<br />
– Decreet basismobiliteit<br />
De heer Dirk Holemans vraagt naar de repercussies<br />
van het decreet basismobiliteit in de begroting<br />
2001. Hij stelt dat de kostprijs van dit decreet wanneer<br />
basismobiliteit op kruissnelheid is, onbekend<br />
is en afhangt van de normen. Het lid verklaart dat<br />
m.a.w. de kostprijs van dit decreet een grote onbekende<br />
is.<br />
Minister Steve Stevaert verduidelijkt dat het decreet<br />
basismobiliteit op kruissnelheid een kostprijs<br />
heeft van circa 4 miljard frank aan extramiddelen.<br />
Hij verduidelijkt dat basismobiliteit niet uitsluitend<br />
een aangelegenheid is van het platteland. Uit een<br />
analyse van gegevens over het aanbod – ook in stedelijke<br />
gebieden – blijkt dat niet alleen de parameter<br />
locatie maar ook de frequentie een belangrijk<br />
element is in deze discussie.<br />
De minister benadrukt nogmaals dat hij in zijn begroting<br />
een evenwicht nastreeft tussen openbaar<br />
vervoer en infrastructuur. Hij vraagt aandacht voor<br />
de aanzienlijke bijdrage van waterwegen en havens<br />
33 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
in de globale begroting van openbare werken en<br />
mobiliteit.<br />
– Problematiek gratis openbaar vervoer en de beheersing<br />
van de mobiliteit<br />
De heer Carl Decaluwe stelt vast dat er jaarlijks<br />
een substantieel groot aantal middelen vanuit de<br />
begroting vloeien naar het gratis openbaar vervoer.<br />
Hij dringt aan op een grondige evaluatie naar de effecten<br />
en meer in het bijzonder de mobiliteitseffecten<br />
van deze formule, zeker in het licht van het op<br />
stapel staande Mobiliteitsplan. Ook in het kader<br />
van een evaluatie van het RSV is dit belangrijk.<br />
Specialisten beweren dat de mobiliteitseffecten<br />
daarvan minimaal zijn, zij beweren zelfs dat gratis<br />
openbaar vervoer integendeel nieuwe mobiliteitsstromen<br />
genereert. In dat verband verwijst hetzelfde<br />
lid ook naar de nieuw aangekondige tarievenpolitiek<br />
(in de pers) van De Lijn in verband met<br />
goedkopere abonnementen voor de mensen tussen<br />
12 en 65 jaar.<br />
De hoofdbekommernis moet zijn om de mobiliteit<br />
in Vlaanderen beter te laten verlopen.<br />
De minister is van oordeel dat tariefmaatregelen<br />
wel een enorme impact hebben op de verschillende<br />
onderdelen maar ook op het file-onderdeel. Hij<br />
herinnert eraan dat de deskundigen voorspelden<br />
dat de maatregelen voor de ambtenaren slechts<br />
zou leiden tot het fenomeen dat één tot twee procent<br />
van de ambtenaren meer gebruik zouden<br />
maken van het openbaar vervoer. In de praktijk<br />
gaat het om een spectaculaire stijging van 20 tot 30<br />
% van de ambtenaren. Dit geldt ook voor andere<br />
formules zoals het gratis abonnement voor het<br />
derde kind in het gezin. Ook wat de problematiek<br />
van de 65-plussers betreft, stelt de minister vast dat<br />
alle experts met hun voorspellingen ernaast zaten.<br />
De minister is ervan overtuigd dat er een afhaakfenomeen<br />
bezig is van de auto naar het openbaar<br />
vervoer. Er is zelfs sprake van een opstapfenomeen<br />
naar de fiets.<br />
Hij benadrukt dat de kostprijs van al deze tariefmaatregelen<br />
helemaal niet zo duur uitvalt. Het bedrag<br />
dat De Lijn ter beschikking krijgt vanuit de<br />
begroting, is bestemd voor de derving van de minontvangsten,<br />
maar in Vlaanderen dalen de ontvangsten<br />
globaal niet omdat er meer gebruikers<br />
zijn. Het idee dat het gratis openbaar vervoer voor<br />
65-plussers 616 miljoen frank extra kost, is dus niet<br />
juist. Het is wel zo dat de frequentie soms moet<br />
verhoogd worden – dit kost geld -, maar zulks komt<br />
ook de andere gebruikers ten goede. Hij verwijst<br />
naar de frequentieverhoging van de Kusttram.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 34<br />
De heer Dirk Holemans is van oordeel dat er een<br />
tegenstrijdigheid zit in de verklaringen van de minister.<br />
Enerzijds stelt de minister vast dat de auto<br />
luxueuzer wordt en dat m.a.w. de mensen niet geneigd<br />
zijn de overstap te maken naar het openbaar<br />
vervoer, terwijl nu anderzijds de minister optimistisch<br />
klinkt en zegt dat de overstap wel zal lukken<br />
dankzij de tariefmaatregelen.<br />
De heer Dirk Holemans meent dat gratis openbaar<br />
vervoer extra reizigers genereert wat noopt tot een<br />
verhoging van het aanbod. Op lange termijn krijgt<br />
men dan wel een evolutie waarbij men steeds een<br />
stijgend aanbod moet garanderen op een steeds<br />
smallere basis van gebruikers. Dat kan een budgetprobleem<br />
vormen.<br />
De heer Carl Decaluwe vindt de uitgetrokken bedragen<br />
voor het gratis openbaar vervoer toch aanzienlijk<br />
en vindt dat er een serieuze afweging dient<br />
te gebeuren omtrent de mobiliteitsstromen. Hij<br />
kreeg graag concrete cijfers i.v.m. de overstap van<br />
de auto naar de bus. Het lid trekt de doelmatigheid<br />
van deze maatregel in twijfel : misschien kan men<br />
met carpooling meer bereiken dan met maatregelen<br />
van gratis openbaar vervoer. De essentiële<br />
vraag is inderdaad hoe men met een smallere basis<br />
van inkomsten – wie moet nog betalen voor openbaar<br />
vervoer ? – de mobiliteitsstromen kan beïnvloeden.<br />
Men moet tot een optimale inzet van de<br />
middelen komen. Hij verwijst naar een editoriaal<br />
van De Bouwkroniek waarin wordt geponeerd dat<br />
het openbaar vervoer de speeltuin is van het sociaal<br />
dienstbetoon van politici.<br />
De heer Jul Van Aperen is van mening dat men de<br />
mobiliteitsstromen niet wetenschappelijk kan onderzoeken<br />
omdat er zoveel verschillende factoren<br />
zijn die wetenschappelijk niet te onderzoeken zijn.<br />
Er is bv. de mentaliteit van de gebruiker van een<br />
bepaald vervoermiddel. Men heeft verschillende<br />
mensen die sowieso geen gebruik willen maken<br />
van het openbaar vervoer : onder meer omdat het<br />
openbaar vervoer gelimiteerd is op zijn bereikbaarheid.<br />
In het kader van de persoonlijke vrijheid,<br />
status en gemakszucht opteren nogal wat mensen<br />
voor de auto, zelfs als men het openbaar vervoer<br />
volledig gratis maakt. De overstap naar het openbaar<br />
vervoer vraagt dus een mentaliteitswijziging.<br />
Hetzelfde lid stelt wel vast dat er niets gratis is. Uiteindelijk<br />
betaalt iemand de rekening. Het gratis<br />
openbaar vervoer wordt nu vanuit de algemene<br />
middelen gefinancierd. Hij vindt het een goede<br />
zaak dat de 65plussers gratis rijden zeker wanneer<br />
deze mobiliteitsstroom geen extra aanbod creëert.<br />
De sociale en maatschappelijke effecten van deze<br />
maatregel zijn dus positief.<br />
De heer Jul Van Aperen vindt dat het carpoolen<br />
moet gestimuleerd worden. Nu bereikt men slechts<br />
een benuttingsgraad van 1,4 persoon per auto ; via<br />
fiscale stimuli moet men erin slagen boven de 2<br />
personen per voertuig te komen.<br />
Hetzelfde lid verklaart dat hij eveneens een groot<br />
voorstander is van telematica als instrument van<br />
verkeersbeïnvloeding maar hij wijst ook hier op<br />
het gegeven van de bevoegdheidsverdeling : de<br />
verkeersreglementering is een federale materie.<br />
De heer Bruno Tobback benadrukt dat het fileprobleem<br />
geen probleem is van de minister van openbare<br />
werken en mobiliteit maar een afgeleid maatschappelijk<br />
probleem is. Hij is van oordeel dat de<br />
hele filosofie dat men via mobiliteit het fileprobleem<br />
kan oplossen, niet klopt. Hij is tegenstander<br />
van een politiek van meer wegen, laat staan wegen<br />
in verdiepingen. De kostprijs daarvan is enorm in<br />
vergelijking met de schamele kost van gratis openbaar<br />
vervoer.<br />
Hetzelfde lid is het eens met de heer Jul Van Aperen<br />
dat men mobiliteitsstromen niet kan meten.<br />
Men moet immers ook rekening houden met de<br />
geschatte toename van mobiliteit. Het gaat trouwens<br />
niet alleen over files op de autowegen maar<br />
ook over de verkeersleefbaarheid. Hij is ervan<br />
overtuigd dat men met een politiek van gratis<br />
openbaar vervoer een aanzienlijk deel van de bevolking<br />
kan overtuigen uit de auto te blijven. Maar<br />
het is een illusie te denken dat men de files kan<br />
verminderen : er zullen in de toekomst sowieso<br />
meer auto's op de weg zijn.<br />
De heer Johan Malcorps stelt de vraag hoe het ambitieus<br />
het beleid moet zijn. Men mag aan de bevolking<br />
geen verkeerd signaal geven in de zin dat<br />
we de files kunnen wegtoveren. Hij verwijst naar<br />
de werkzaamheden van de Themacommissie Mobiliteit<br />
tijdens de vorige legislatuur. Eén van de conclusies<br />
was dat via een hele set van maatregelen<br />
(zowel federale als <strong>Vlaams</strong>e) moet gepoogd worden<br />
de mobiliteit te beheersen en te vermijden dat<br />
bijkomende mobiliteit niet totaal ontspoort. De<br />
economische kost en ook de milieukost verplichten<br />
het beleid om zeker proactief iets te doen. Er is<br />
echter onvoldoende marge in de begroting. Het nakende<br />
Mobiliteitsplan Vlaanderen zal dus heel belangrijk<br />
zijn in deze discussie.<br />
Hij verwacht uitermate veel van dit plan. Hij vraagt<br />
duidelijkheid over de juridische basis van dit plan
en het maatschappelijk draagvlak ervan : gebeurt<br />
er een raadpleging van de bevolking ? De lokale<br />
mobiliteitsplannen die in de maak zijn, moeten<br />
waarschijnlijk bijgestuurd worden. Ook de AWV,<br />
de NMBS en De Lijn moeten hun strategische<br />
plannen bijsturen. Er moet afstemming zijn op het<br />
federale mobiliteitsplan. Op welke wijze gebeurt<br />
de effectenrapportering ? Concluderend verwacht<br />
de heer Johan Malcorps enorm veel van dit mobiliteitsplan.<br />
Wat de problematiek van het gratis openbaar vervoer<br />
betreft, verklaart hetzelfde lid dat zijn fractie<br />
deze maatregel vanuit sociale maar ook ecologische<br />
redenen steunt.<br />
De heer Carl Decaluwe is het eens met de redenering<br />
van de heer Johan Malcorps. De bevolking is<br />
geïrriteerd door de files. Eén van de doelstellingen<br />
van de beleidsnota is toch "de bereikbaarheid van<br />
de economische knooppunten garanderen". Dat is<br />
vandaag niet langer het geval. Hetzelfde lid verklaart<br />
dat het beheersen van de mobiliteit (kritische<br />
succesfactor nummer 1) toch de belangrijkste<br />
mobiliteitsvraag is. De essentiële vraag is dus hoe<br />
men met een optimale inzet van een beperkt budget<br />
die beheersing van de mobiliteit organiseert.<br />
Daarop krijgt hij geen duidelijk antwoord. Hij is<br />
niet overtuigd dat het huidige beleid waarbij middelen<br />
naar het gratis openbaar vervoer vloeien,<br />
neerkomt op een optimale inzet van de middelen.<br />
De heer Carl Decaluwe verwijst naar de kritiek<br />
van de VLD-fractie (en zijn fractie) op het gebrek<br />
aan evenwicht in het tweesporenbeleid van de minister.<br />
Er gingen in verhouding teveel middelen<br />
naar het openbaar vervoer. Hij relativeert de bewering<br />
van de minister als zou het budget voor binnenwateren<br />
steil omhoog gaan : het gaat over een<br />
bedrag van 600 miljoen frank. Hij is van oordeel<br />
dat het beleid zich moet concentreren om een<br />
groot gedeelte van het vrachtvervoer van Antwerpen<br />
naar Frankrijk via water- of spoorwegen af te<br />
leiden van het wegverkeer.<br />
De heer Jul Van Aperen verklaart dat dit een illusie<br />
is. Als men er al in slaagt de verwachte groei<br />
van 40% tegen 2015 op te vangen met alternatieven<br />
voor het wegverkeer, is er zeer goed gepresteerd.<br />
Maar hij vreest dat dit niet lukt. Er is de<br />
troef van de flexibiliteit van het wegvervoer, bij gebruik<br />
van andere vervoersmodi wordt men geconfronteerd<br />
met voor-, tussen- en natransport en bijgevolg<br />
extrakosten. Bovendien situeert 85% van<br />
alle vervoertransport in Beneluxverband zich over<br />
35 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
afstanden van minder dan 150 km. 75% zelfs over<br />
afstanden van minder dan 50 km. Er zijn geen alternatieven.<br />
Hij houdt zijn hart vast als binnen afzienbare<br />
tijd het Deurganckdok met 1 miljoen containers<br />
op jaarbasis operationeel zal zijn. Indien<br />
men er in slaagt 50% van dit transport te verwezenlijken<br />
via binnenwateren en spoor is dit een geweldige<br />
prestatie maar dat betekent nog altijd dat<br />
er bijkomend 500.000 containers via het wegverkeer<br />
worden getransporteerd.<br />
De heer Ludwig Caluwe stelt vast dat de ambitie<br />
van de meerderheid zich beperkt tot een poging<br />
om de groei een beetje te beheersen. Mobiliteit behoort<br />
blijkbaar niet langer tot de opdracht van de<br />
minister van mobiliteit. Hij stelt trouwens vast dat<br />
het gehandicaptenvervoer overgeheveld werd van<br />
de minister van Mobiliteit naar de minister van<br />
Welzijn. Als men deze redenering volgt, zou men<br />
De Lijn integraal kunnen overhevelen naar Welzijn<br />
omdat vooral sociale doelstellingen beoogd worden<br />
en vermits de beheersing van de mobiliteit niet<br />
langer nagestreefd wordt. Hetzelfde lid betreurt<br />
dat er geen ernstig onderzoek gebeurt naar het effect<br />
van het gratis openbaar vervoer op de beheersing<br />
van de mobiliteit.<br />
Minister Steve Stevaert repliceert dat het gratis<br />
openbaar vervoer de beste maatregel is die ooit getroffen<br />
is om de mobiliteit te beheersen. Daardoor<br />
werd er in eerste instantie meer mobiliteit aangetrokken,<br />
kreeg men een groter draagvlak en kwamen<br />
er meer middelen in de begroting. Zo kunnen<br />
er een aantal nieuwe initiatieven genomen worden.<br />
De minister constateert een psychologische ommezwaai.<br />
De bevolking vraagt meer openbaar vervoer<br />
en wenst daarvan gebruik maken omdat een bepaalde<br />
groep niet moet betalen. De afgeleiden<br />
daarvan zijn een aantal positieve effecten (Kyotonorm,…).<br />
De beperkingen voor het openbaar vervoer<br />
in Vlaanderen zijn vooral een gebrek aan<br />
tracés. Hij verklaart dat via convenantenbeleid<br />
daar kan aan gesleuteld worden.<br />
De tariefmaatregelen zijn breder dan het gratis<br />
openbaar vervoer. Er is een nieuwe maatregel voor<br />
de -25jarige waardoor de tussenzones afgeschaft<br />
worden. Er is ook een aanpak gepland naar het<br />
doelpubliek van de +25jarige – (de werknemersbenadering).<br />
Vroeger was er op vlak van tarieven een<br />
administratieve rompslomp (bureaucratie, teveel<br />
tarieven en teveel zones) met als neveneffecten ondoelmatige<br />
kosten. Daar wordt nu schoon schip<br />
mee gemaakt. Elke maatregel die in het kader van
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 36<br />
het openbaar vervoer wordt getroffen, is een goede<br />
maatregel.<br />
De minister benadrukt nogmaals dat het een illusie<br />
is te denken dat het fileprobleem oplosbaar is. Vele<br />
factoren spelen een rol maar het is uiterst moeilijk<br />
te bepalen in welke mate. Alles wat de experts<br />
voorspelden omtrent mobiliteit bleek bij eenvoudige<br />
toetsing altijd niet juist te zijn.<br />
Minister Steve Stevaert beweert dat de 616 miljoen<br />
frank – de kost van het gratis openbaar vervoer<br />
voor 65plussers – niet uitsluitend naar tariefmaatregelen<br />
gaat, het gaat over een fractie van dat bedrag.<br />
Dit bedrag is verwaarloosbaar als men deze<br />
kost vergelijkt met de kostprijs van 6 miljard frank<br />
voor de heraanleg van de Leien in Antwerpen, die<br />
ook slechts ten goede komt aan een beperkte doelgroep.<br />
Welke discussie is men dan aan het voeren ?<br />
Via deze tarievenpolitiek worden veel doelgroepen<br />
bereikt door het openbaar vervoer. Wat de opmerking<br />
over de financiering van deze politiek betreft,<br />
betwist de minister dat er een te klein draagvlak<br />
bestaat voor de inkomsten van het openbaar vervoer.<br />
Hij maakt zich sterk dat niet alleen steden,<br />
gemeenten en intercommunales maar ook bedrijven<br />
daarop zullen inpikken. Zo zal men medefinanciers<br />
van het openbaar vervoer krijgen. Maar<br />
het is ook een illusie te denken dat openbaar vervoer<br />
dé oplossing is voor het mobiliteitsprobleem.<br />
Het is naast de waterwegen en andere instrumenten<br />
slechts een facet. De verschillende instrumenten<br />
liggen trouwens verspreid over verschillende<br />
beleidsniveaus.<br />
Naar de opmerking omtrent de optimale inzet van<br />
middelen beklemtoont de minister dat hij overtuigd<br />
is dat een correcte berekening van de kostprijs<br />
van openbaar vervoer inclusief de tariefmaatregelen<br />
een zeer goed resultaat geeft. Daaruit zou<br />
blijken dat de kostenbatenanalyse van dit instrument<br />
zeer positief uitvalt.<br />
Indien men het openbaar vervoer zou terugschroeven,<br />
zou het fileprobleem gigantisch toenemen. Hij<br />
is het eens met de heer Johan Malcorps dat het<br />
mobiliteitsplan een aantal doelstellingen duidelijk<br />
moet formuleren. Maar hij meent dat men geen vat<br />
heeft op bepaalde factoren en ontwikkelingspatronen.<br />
Om de mobiliteit te beheersen, is er bijgevolg<br />
nood aan een set van verschillende maatregelen.<br />
Bovendien nemen de mobiliteitsproblemen toe<br />
naarmate de economische groei toeneemt. De minister<br />
stelt vast dat zelfs de forse stijging van de<br />
brandstofprijzen, slechts een lichte hapering in de<br />
mobiliteit teweegbracht.<br />
De minister is het eens dat via telematica een beperkte<br />
sturing mogelijk is maar het gaat slechts om<br />
een betere benutting in de ordegrootte van 5%. Er<br />
zijn een aantal instrumenten voorhanden die de<br />
snelheid kunnen beïnvloeden maar de minister noteert<br />
heelwat weerstand daartegen bij de bevolking<br />
(ook bij de politici). Hij verwijst naar de problematiek<br />
van het inhaalverbod voor vrachtwagens.<br />
De minister herhaalt nogmaals dat men geen te<br />
hoge verwachtingen mag koesteren op vlak van<br />
mobiliteit.<br />
De heer Dirk Holemans is het eens met de visie<br />
van de minister dat het een illusie is de mobiliteit<br />
te beheersen. Er moet vooral gesleuteld worden<br />
aan gedragsverandering.<br />
De heer Carl Decaluwe vindt het gevaarlijk zoals<br />
de minister suggereert dat er een beleid op louter<br />
intuïtie wordt gevoerd. Hij noteert dat de minister<br />
zelf heeft toegegeven dat een optimaal aanwenden<br />
van telematica een impact van 5% capaciteitsverhoging<br />
heeft. Maar hij stelt vast dat er op dit vlak<br />
niets uitgetrokken wordt in deze begroting.<br />
Het lid kant zich tegen de vergelijking van de minister<br />
tussen de 6 miljard voor de Leien die een<br />
eenmalige maatregel is en de 600 miljoen frank die<br />
jaarlijks terugkeert. Het lid dringt aan op onderbouwd<br />
studiewerk hieromtrent. Hij hoopt dat het<br />
Mobiliteitsplan Vlaanderen gestoeld is op een aantal<br />
wetenschappelijk onderbouwde studies.<br />
Wat de tariefregelingen betreft, merkt de heer Carl<br />
Decaluwe op dat de nieuwe tariefregelingen toch<br />
ook niet uitblinken door hun eenvoud. Hij verwijst<br />
naar het voorstel van resolutie van zijn fractie dat<br />
een vereenvoudiging nastreeft en een aantal discriminaties<br />
wegwerkt. Hij wenst een debat over de<br />
grote principes van de tariefmaatregelen.<br />
De heer Robert Voorhamme vindt de gevoerde<br />
discussie scheefgetrokken. Het aandeel van de<br />
kostprijs van het gratis openbaar vervoer is bijzonder<br />
klein in het geheel van de begroting Mobiliteit.<br />
Er gaat een overdreven aandacht naar deze maatregel<br />
die veel weerklank bij de bevolking heeft. Hij<br />
hoort steeds dezelfde benadering bij de oppositie<br />
en vraagt of het zinvol is daaraan studiewerk te besteden.<br />
Hij twijfelt aan de coherentie van het discours van<br />
de oppositie. De heer Robert Voorhamme vraagt<br />
zich af of het niet zinvoller is om in andere commissies<br />
de problematiek van bedrijfsterreinen aan<br />
te kaarten. Er moet een ernstige discussie gevoerd
worden over de wijze van inplanting van bedrijfsterreinen.<br />
Exemplarisch verwijst hij naar Diegem<br />
waar enorm veel kantoren worden ingeplant zonder<br />
dat er een verbinding met het openbaar vervoer<br />
is. Men gaat er vanuit dat de overheid daarvoor<br />
maar moet zorgen. Over de mobiliteitseffecten<br />
van deze inplantingen wordt niet gesproken.<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer vraagt zich<br />
af of het misschien niet beter is het openbaar vervoer<br />
voor éénieder gratis te maken. Dan is er daaromtrent<br />
geen discussie meer en dan kan men de effecten<br />
en het resultaat effectief meten.<br />
De heer Carl Decaluwe vemeldt dat het RSV een<br />
kader heeft gemaakt voor de inplanting van bedrijventerreinen.<br />
Hij verwijst ook naar de goedkeuring<br />
van een resolutie tijdens de vorige legislatuur<br />
waarbij gepleit werd voor begeleidende maatregelen.<br />
Het RSV zal moeten geëvalueerd worden, ook<br />
in functie van het Gemeentefonds.<br />
Hetzelfde lid verwijst trouwens naar het voorstel<br />
van wet van het CVP-Kamerlid Ansoms in verband<br />
met bedrijfsvervoerplannen dat echter door de<br />
groene minister van Mobiliteit niet wordt gesteund.<br />
De minister repliceert dat uit onderzoek blijkt dat<br />
het potentieel van bedrijventerreinen dat wenst gebruik<br />
te maken van openbaar vervoer bijzonder<br />
klein is.<br />
De heer Carl Decaluwe suggereert dat in de toekomst<br />
bij het opzetten van bedrijfsterreinen, er als<br />
voorwaarde om subsidiëring te bekomen, gesteld<br />
wordt dat dit terrein bereikbaar is met openbaar<br />
vervoer. Een bijkomende voorwaarde kan zijn dat<br />
de bedrijven zelf een inspanning moeten doen dat<br />
hun personeel het openbaar vervoer gebruikt.<br />
De heer Jul Van Aperen is daartegen gekant omdat<br />
de arbeidsmarkt al krap is. Men zal het de bedrijven<br />
nog moeilijker maken door dergelijke voorwaarden<br />
in te schrijven.<br />
De heer Bruno Tobback verklaart dat dit deels<br />
juist is maar verklaart dat een betaalbaar en goed<br />
uitgebouwd vervoer ook goed is voor de werknemers<br />
die zo geen uren verliezen in de files. Het kan<br />
dus een troef zijn om arbeidskrachten aan te trekken.<br />
De minister is zich bewust van de krapte van de arbeidsmarkt<br />
en wil niet dirigistisch optreden. De<br />
mensen die nu nog werkloos zijn, haken veelal af<br />
omwille van mobiliteitsredenen. Men zou kunnen<br />
37 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
incentives geven dat het woonwerkvervoer positief<br />
gediscrimineerd worden (terugbetaling openbaar<br />
vervoer en fiscale maatregelen).<br />
Sommige gemeenten zijn thans niet meer geïnteresseerd<br />
in bedrijventerreinen omdat ze niets meer<br />
opbrengen voor de gemeente.<br />
De heer Dirk Holemans verwijst naar het werkbezoek<br />
(in het voorjaar 2000) van deze commissie<br />
aan De Lijn in Mechelen. Er werden toen door de<br />
top van De Lijn verregaande vereenvoudigde tariefmaatregelen<br />
voorgesteld die echter niet terug<br />
te vinden in de beleidsbrief die de minister nu presenteert<br />
aan het parlement. Hij vraagt daaromtrent<br />
duidelijkheid.<br />
De minister verduidelijkt dat er vrij drastische tariefvereenvoudigingen<br />
doorgevoerd werden.<br />
Vlaanderen wordt voor de –25jarigen één grote<br />
zone. Dat is zeer drastisch. Nu worden er maatregelen<br />
gepland voor de +25jarigen en de categorie<br />
van de mensen tussen 59 en 65 jaar. Daar komt<br />
overleg met de werkgevers. De Lijn heeft zich op<br />
korte termijn tot doel gesteld een heel eenvoudig<br />
systeem van tarieven uit te werken. De huidige betaling<br />
op de bussen brengt problemen (van veiligheid,<br />
…) met zich mee en zal aanleiding geven tot<br />
een evolutie dat quasi éénieder abonnementshouder<br />
wordt. De kostprijs van de aanmaak van biljetten<br />
en behandeling van abonnementen is veel té<br />
hoog. De minister kant zich wel tegen het doorgeefabonnement<br />
ook al omdat de technici beweren<br />
dat deze formule niet werkbaar is.<br />
De minister verklaart dat niet het gehandicaptenvervoer<br />
maar wel bepaalde delen ervan overgeheveld<br />
zijn naar Welzijn.<br />
– Missing links<br />
De heer Carl Decaluwe blijft op zijn honger inzake<br />
een stand van zaken van de "missing links". Hij is<br />
vragende partij voor een inventaris van wat op stapel<br />
staat op vlak van diverse vervoermodi. Het<br />
laatste rapport dateert reeds van de periode dat de<br />
heer Kelchtermans minister van Openbare Werken<br />
was.<br />
Minister Steve Stevaert verklaart dat hij en de administratie<br />
afgestapt zijn van de nota-Kelchtermans.<br />
Er wordt nu gewerkt in het kader van het<br />
RSV. Hij benadrukt dat er nu voor de eerste keer<br />
een serieuze aanzet is tot het wegwerken van een<br />
missing link, met name het sluiten van de Ring van<br />
Antwerpen.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 38<br />
– Auto-delen<br />
De heer Carl Decaluwe stelt vast dat er in de begroting<br />
en beleidsbrief niets meer terug te vinden<br />
is op vlak van ondersteuningsmaatregelen omtrent<br />
de problematiek van het "auto-delend" rijden.<br />
De minister verwijst naar de toezegging die destijds<br />
in de vorige legislatuur werd gedaan naar mevrouw<br />
Cécile Cerwimp. Het gaat over een pilootproject<br />
ten belope van 10.6 miljoen frank, terug te<br />
vinden in BA 63.40 33.06.<br />
– Algemene beschouwing omtrent de beleidsbrief<br />
openbare werken en mobiliteit<br />
De heer Jan Loones wenst een algemene beschouwing<br />
te houden over de beleidsprioiriteiten 2000-<br />
2001 verwoord in de beleidsbrief.<br />
Het lid vindt deze beleidsbrief een zeer technisch<br />
document dat zeer moeilijk toegankelijk is voor<br />
een leek. Het lid is dan ook van oordeel dat voor<br />
de behandeling van een beleidsbrief moet gewerkt<br />
worden met een schriftelijke procedure zoals die<br />
ook in Nederland bestaat, weze het dat een schriftelijke<br />
procedure voorafgaand aan de politieke bespreking<br />
plaatsvindt. De heer Jan Loones wenst<br />
dan ook een schriftelijke vragenlijst (met een 40tal<br />
vragen) neer te leggen.<br />
Er wordt gemeld dat het Reglement van onze assemblee<br />
deze schriftelijke procedure niet kent.<br />
Uiteindelijk beslist de heer Jan Loones toch een<br />
mondelinge uiteenzetting te houden.<br />
Kritische succesfactor 1 : het structureel beheersen<br />
van de mobiliteitsvraag<br />
De heer Jan Loones stelt vast dat gewag gemaakt<br />
wordt van een aanzienlijk aantal studies. Hij dringt<br />
aan dat de leden van deze commissie beter zouden<br />
op de hoogte worden gehouden van deze studies.<br />
Op pagina 8 van de beleisbrief stelt de minister dat<br />
de federale werkgroep die de problematiek van de<br />
fiscale maatregelen op het vlak van de mobiliteit<br />
aanpakte, enkel was samengesteld uit federale beleidsmakers.<br />
Er werd nochtans door de minister op<br />
aangedrongen aanwezig te zijn in deze werkgroep.<br />
Op basis van welke overweging(en) werd er voor<br />
geopteerd geen gewestelijke vertegenwoordigers te<br />
aanvaarden ? Meent de minister niet dat hierdoor<br />
de zo geprezen coördinatie van het beleid wordt<br />
onmogelijk gemaakt ? Hoe reageert de minister<br />
hier op ?<br />
Kritische succesfactor 2 : Het structureel beheren<br />
van het vervoersaanbod<br />
De heer Jan Loones wijst op de soms onbegrijpbare<br />
taal die gehanteerd wordt : wat wordt bedoeld<br />
met het opbouwen van een "beslissingsboom" en<br />
"lijnvoeringsconcepten" , wat is het verschil tussen<br />
een operationeel plan en een actieplan ? (p. 10)<br />
Kan de minister nog wat meer duiding geven bij de<br />
bouwstenen waarmee het openbaar vervoer netwerk<br />
op een meer gestructureerde wijze kan worden<br />
opgebouwd. Wat wordt bedoeld met "bouwstenen"<br />
? Wat wordt bedoeld met "structuren" ?<br />
Het lid concludeert dat het bijgevolg uitermate<br />
moeilijk is om de beleidsbrief te begrijpen, te controleren<br />
en op te volgen. Er is nood aan een soort<br />
van handleiding.<br />
Thans worden aan de bedrijven gratis bedrijfsscans<br />
aangeboden (p. 10) waardoor op bedrijfsniveau<br />
wordt geanalyseerd hoe en waar verlegging van<br />
wegtransport naar andere modi haalbaar is. Waarom<br />
worden deze bedrijfsscans gratis aangeboden ?<br />
Wat wordt bedoeld met diepgaande samenwerking<br />
die vanwege de bedrijven wordt gevraagd ?<br />
Wat wordt bedoeld met "bereidheid om aanbevelingen<br />
om te zetten in acties" ? Is hier dan nog wel<br />
sprake van "aanbevelingen" ? Gaat het niet eerder<br />
om verplichtingen ? Hoe wordt deze bereidheid<br />
gemeten ? Welk budget wordt voor deze bedrijfsscans<br />
voorzien ?<br />
Hetzelfde lid vraagt naar de resultaten van de<br />
GEN werkgroep op hoog niveau die tegen eind oktober<br />
een samenwerkingsakkoord tussen het federale<br />
niveau en de gewesten moest voorbereiden ?<br />
Hoe evalueert de minister dit voorstel ? Wat zijn er<br />
de concrete repercussies van voor het <strong>Vlaams</strong>e<br />
overheidsbeleid ? (p. 13)<br />
Het lid heeft ook vragen in verband met de financiële<br />
kostprijs van de verschillende tariefmaatregelen<br />
(invoeren van gratis openbaar vervoer voor<br />
65+, het gratis aanbieden van openbaar vervoer<br />
aan jongeren -12 jaar, tariefvermindering van 5 %<br />
op alle soorten abonnementen, gratis abonnement<br />
vanaf het derde abonnement 25-De Lijn, gratis vervoer<br />
voor personen die het recht hebben op een<br />
biljet van 75 %).<br />
De missing links worden op administratief vlak<br />
verder uitgewerkt (p. 16). Kan de minister een<br />
stand van zaken geven ? Kan de minister meer duidelijkheid<br />
verschaffen bij de concrete aanpassingen
die vereist zijn opdat de inrichting van de missing<br />
links zou voldoen aan de inrichtingsprincipes van<br />
het RSV ? Hoever staat het in dit verband ? (p. 17)<br />
Op pagina 21 haalt de minister aan dat de federale<br />
zeevaartpolitie nog regelmatig bekeuringen uitdeelt<br />
aan schippers die gebruik maken van de uitbreiding<br />
van de dienstverlening. De scheepvaartpolitie<br />
baseert zich daarbij op de achterhaalde bepalingen<br />
van het Scheepvaartreglement. Werden<br />
dienaangaande door de minister reeds pogingen<br />
ondernomen om met zijn federale collega overleg<br />
op te starten ? Wat zijn de resultaten van dit contact<br />
?<br />
Kritische succesfactor 3 : het optimaal gebruik van<br />
de aangeboden verkeers- en vervoersinfrastructuur<br />
Welke afspraken worden er gemaakt met politie en<br />
rijkswacht om er voor te zorgen dat afzonderlijke<br />
bus- en trambanen ook effectief enkel en alleen<br />
door deze vervoersmodi worden gebruikt ?<br />
Kritische succesfactor 4 : Specifieke aandacht voor<br />
de zwakke weggebruiker<br />
Kan de minister meer duidelijkheid verschaffen bij<br />
het precieze aantal doortochten die nog moeten<br />
worden heringericht ? Hoeveel daarvan worden in<br />
2001 aangepakt ? Welk budget wordt daarvoor<br />
voorzien ? (p. 29)<br />
Kan de minister een overzicht geven van de in 2000<br />
gerealiseerde compleet of gedeeltelijk aangelegde<br />
respectievelijk veiliger gemaakte fietspaden, zowel<br />
in aantal als het aantal kilometer ? (p. 30) Welke<br />
inspanningen staan in 2001 op stapel ?<br />
Kritische succesfactor 5 : Beperken van de emissies<br />
van het transportsysteem<br />
Wanneer zal een algemene evaluatie van de testen<br />
van alternatieve brandstoffen en systemen voor de<br />
voertuigen bij de VVM plaatsvinden ?<br />
Kritische succesfactor 6 : Het optimaal inpassen<br />
van de verkeers- en vervoersinfrastructuur in de<br />
omgeving<br />
Kan de minister een concretere timing vaststellen<br />
voor de nog te zetten stappen inzake de invoering<br />
van een verbeterde waterbeheersingsinfrastructuur<br />
? (p. 37)<br />
Kritische succesfactor 7 : het maken van bindende<br />
afspraken binnen het eigen beleidsveld en overheen<br />
de verschillende beleidssectoren<br />
39 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
Terecht stelt de minister dat toezicht moet gehouden<br />
worden op de naleving van de bindende afspraken<br />
vastgelegd in mobiliteitsconvenanten. Op<br />
welke wijze wordt dit toezicht uitgevoerd ?<br />
Welke concrete initiatieven zullen genomen worden<br />
ten opzichte van de federale overheid op basis<br />
van het Mobiliteitsplan Vlaanderen (p. 39) ?<br />
De minister maakt gewag van afspraken met de<br />
werkgevers- en werknemersverenigingen teneinde<br />
het woon-werkverkeer en het zakelijk verkeer te<br />
beperken en te heroriënteren. Ook het stimuleren<br />
van het intermodaal vervoer en de arbeidsorganisatie<br />
moet worden gerealiseerd. Wanneer meent de<br />
minister dat deze afspraken het best gemaakt worden<br />
? Welke concrete voorstellen heeft de minister<br />
dienaangaande ? Neemt hij hier zelf het initiatief<br />
of wacht hij af met welke voorstellen de sociale<br />
partners komen ? Wat bedoelt men met "een aantal<br />
pistes om de bedrijfswereld actief te betrekken<br />
bij de heroriëntatie van het woon-werkverkeer ?<br />
(p. 40)<br />
Kritische succesfactor 8 : Doelmatig aanwenden<br />
van de middelen binnen elke modus en tussen de<br />
verschillende modi<br />
Kan de minister meer duidelijkheid verschaffen<br />
over het transparant systeem dat bij de VVM-De<br />
Lijn zal worden opgezet. Wat is het precieze doel ?<br />
(p. 42) Hij verwijst naar de hoorzitting met de ambtelijke<br />
top van De Lijn in deze commissie n.a.v. de<br />
voorstelling van hun investeringsprogramma.<br />
De heer Jan Loones besluit dat deze beleidsbrieven<br />
een andere finaliteit moeten hebben. Nu moet<br />
men ze samenleggen met alle begrotingsdocumenten<br />
om een globaal beeld te krijgen. Het moet mogelijk<br />
zijn om vanuit een beleidsbrief rechtstreeks<br />
in begrijpbare taal naar de bevolking te stappen.<br />
Hij wil dus uitdrukkelijk het beleid zelf niet in<br />
vraag stellen, maar wel het instrument van de beleidsbrieven.<br />
Minister Steve Stevaert repliceert dat het parlement<br />
hem oplegt een beleidsnota (voor de legislatuur)<br />
en beleidsbrieven (jaarlijks) op te maken.<br />
Daarnaast is er een Mobiliteitsplan waarin de minister<br />
zijn totaalvisie over mobiliteit uiteenzet. Hij<br />
verklaart dat het opmaken van een beleidsbrief<br />
een moeilijke oefening is. Als de brief té hip is, of<br />
vereenvoudiging beoogt, krijgt hij problemen met<br />
de minister bevoegd voor de planning. De minister<br />
is ook voorstander van een schriftelijke procedure<br />
maar hij stelt voor dat het parlement zich daarover<br />
beraadt.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 40<br />
Minister Steve Stevaert is het wel eens dat er in de<br />
toekomst bij de redactie van de beleidsbrief beter<br />
op het taalgebruik moet gelet worden en dat jargontaal<br />
zoveel mogelijk moet vermeden worden.<br />
De minister verduidelijkt dat de Fietsersbond een<br />
opdracht kreeg om een knelpunteninventaris op te<br />
maken. Hij vindt een goede zaak dat vanuit verschillende<br />
invalshoeken er een inbreng gebeurt<br />
ook later in de op te richten Mobiliteitsraad zodat<br />
er een grondige discussie kan gevoerd worden.<br />
In verband met de discussie over de te nemen fiscale<br />
maatregelen (de federale werkgroep die de<br />
problematiek van de fiscale maatregelen op het<br />
vlak van de mobiliteit bespreekt) verklaart de minister<br />
dat er informele gesprekken aan de gang<br />
zijn.<br />
In verband met de opmerkingen omtrent bedrijfsvervoerplannen,<br />
verklaart de minister dat er een<br />
aanbod van de SERV is. Zoals de minister reeds tijdens<br />
de vorige legislatuur antwoordde op parlementaire<br />
vragen, is hij een groot voorstander van<br />
bedrijfsvervoerplannen. Volgens de huidige stand<br />
in de regelgeving wordt daar best werk van gemaakt<br />
op het federale niveau.<br />
M.b.t. tot het GEN verwijst de minister naar zijn<br />
uitvoerig antwoord op een vraag om uitleg van de<br />
heer Eloi Glorieux. Hij meldt wel dat de provincie<br />
<strong>Vlaams</strong>-Brabant daarover een bijzonder goed<br />
werkstuk heeft afgeleverd.<br />
De missing links zijn altijd in relatie met het Ruimtelijk<br />
Structuurplan Vlaanderen maar de realisatie<br />
daarvan kost enorm veel geld.<br />
Hij is evenzeer geïrriteerd door het Kafkaïaans bekeuren<br />
op de waterwegen.<br />
Op de vraag welke afspraken er worden gemaakt<br />
met politie en rijkswacht om er voor te zorgen dat<br />
afzonderlijke bus- en trambanen ook effectief<br />
enkel en alleen door deze vervoersmodi worden<br />
gebruikt, verklaart de minister dat dit instrumentarium<br />
qua regelgeving relatief goed is maar dat er<br />
inderdaad een probleem van handhaving is. Hij<br />
neemt zich voor duidelijker afspraken te maken<br />
met de burgemeesters van de verschillende gemeenten.<br />
Er moet gestreefd worden dat het openbaar<br />
vervoer het meest prioritaire vervoermiddel<br />
wordt. Hij verwijst terzake naar de Verenigde Staten<br />
waar er een zeer strenge regelgeving m.b.t.<br />
schoolbussen in voege is.<br />
De minister verklaart dat er nauwelijks sprake is<br />
van opnieuw heringerichte doortochten. Hij heeft<br />
het gevoel dat deze aanpak goed werkt en op<br />
kruissnelheid komt. Er zijn wel spanningsvelden<br />
over de vraag hoe men vanuit het standpunt van de<br />
fietser veilige ronde punten maakt. Maar hij heeft<br />
de indruk dat er op dit punt ook een mentaliteitswijziging<br />
bezig is : de aanpak van de verkeerslichten<br />
wordt gewijzigd in een beleid van ronde punten.<br />
Omtrent de problematiek van de emissies bij transporten,<br />
verklaart de minister dat het om proefprojecten<br />
(testen van alternatieve brandstoffen) gaat.<br />
Hij gelooft in de formule van zwavelarme mazout<br />
in combinatie met het gebruik van een roetfilter.<br />
Deze formule biedt het voordeel dat het én betaalbaar<br />
is, én een hoog rendement scoort en vlot uitbreidbaar<br />
is.<br />
De minister vermeldt dat er andere projecten<br />
lopen met "hybride" bussen en een aantal bussen<br />
op gas. Maar al deze projecten hebben nogal wat<br />
nadelen. Hij herhaalt dat de formule zwavelarme<br />
bussen – wel tegen een normale prijszetting – op<br />
lange termijn de meest hoopvolle perspectieven<br />
biedt. In bepaalde gevallen kan overwogen worden<br />
ook gebruik te maken van bepaalde waterstofbustoepassingen.<br />
De minister engageert zich om op de vragen van de<br />
heer Jan Loones in een latere vergadering meer<br />
diepgaand in te gaan.<br />
In antwoord op de vraag van de heer Loones in<br />
verband met het verband tussen het Mobiliteitsplan<br />
Vlaanderen en het federale Mobiliteitsplan,<br />
verklaart de minister dat het <strong>Vlaams</strong>e mobiliteitsbeleid<br />
5 doelstellingen nastreeft : bereikbaarheid,<br />
individuele ontplooiing, veiligheid, leefbaarheid en<br />
milieu. Deze vijf doelstellingen zijn afgeleid uit de<br />
gangbare definities op niveau van de EU, de OESO<br />
en de VN rond duurzame mobiliteit en duurzame<br />
ontwikkeling.<br />
Binnen het in opmaak zijnde Mobiliteitsplan<br />
Vlaanderen wordt gesimuleerd hoe een duurzame<br />
ontwikkeling van de mobiliteit kan worden verkregen.<br />
De spoorwegen spelen hierin een belangrijke<br />
rol, alsook de fiscaliteit en de verbeterde handhaving<br />
van de veiligheid. Dit zijn allemaal federale<br />
materies. Vanuit het <strong>Vlaams</strong> Gewest zijn de bekommernissen<br />
hierover meermaals medegedeeld.<br />
Het is aan te nemen dat in het federale plan hierover<br />
uitspraken worden gedaan. Tot op heden is er<br />
echter nog geen versie van het federale plan voor<br />
mobiliteit. Voor meer gedetailleerde informatie
moet men dan ook bij de federaal bevoegde minister<br />
zijn.<br />
Mobiliteit is een evident grensoverschrijdende materie.<br />
Er zijn bijgevolg meerdere bestuursniveaus<br />
betrokken. Een van de kritische succesfactoren is<br />
het maken van afspraken met de verschillende bestuursniveaus.<br />
Bij de bespreking van het Mobiliteitsplan<br />
Vlaanderen binnen de regering en het<br />
parlement zal dan ook worden toegezien op welke<br />
punten het federale plan zal moeten worden aangescherpt<br />
in functie van de realisatie van het Mobiliteitsplan<br />
Vlaanderen.<br />
In antwoord op de vraag van de heer Loones in<br />
verband met de GEN werkgroep op hoog niveau,<br />
verklaart de minister dat de werkgroep haar werkzaamheden<br />
heeft afgerond en dat er een prefiguratie<br />
van samenwerkingsakkoord is overlegd, dat in<br />
de Interministeriële Conferentie voor Mobiliteit,<br />
Infrastructuur en Telecommunicatie wordt besproken.<br />
Verder kon de werkgroep op hoog niveau niet<br />
komen, aangezien de geactualiseerde studies van<br />
onder meer Systra, waarin ramingen van het openbaar<br />
vervoergebruik, kostprijzen, enz. worden opgenomen,<br />
nog niet beschikbaar waren. Ook de studies<br />
van andere studiebureaus waren in de eindfase.<br />
Dat betekent meteen dat er nog veel werk aan<br />
de winkel is vooraleer dit samenwerkingsakkoord<br />
volledig geconcretiseerd zal zijn. Repercussies voor<br />
het <strong>Vlaams</strong>e overheidsbeleid zijn er dus ook nog<br />
niet. Wel duidelijk zijn de projecten die op stapel<br />
staan, aangezien die reeds in de vorige legislatuur<br />
waren bepaald, met name in de beslissing van de<br />
Interministeriële Conferentie van 30 maart 1999.<br />
II. Algemene benadering per programma<br />
– Energie : beleidsbrief en programma 51.50 Natuurlijke<br />
Rijkdommen en Energie<br />
De heer Eloi Glorieux stelt vast dat de begroting<br />
Energie tot 206 miljoen frank werd opgetrokken.<br />
Voor zijn fractie mocht het iets meer zijn, zeker<br />
met de uitdagingen waarvoor we staan :de voorbije<br />
oliecrisis en de lopende besprekingen in Den Haag<br />
in het achterhoofd nopen om extra inspanningen te<br />
leveren op stuk van rationeel energiegebruik . Het<br />
lid is van oordeel dat voor energie niet van een<br />
trendbreuk mag gesproken worden : de verhoging<br />
van 50 miljoen frank wordt aangewend om de reguleringsinstantie<br />
(elektriciteit- en aardgasmarkt)<br />
operationeel te maken. De 10 miljoen frank extra<br />
41 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
die voor de voorbeeldrol van de overheid op vlak<br />
van energiebesparing worden uitgetrokken, zijn té<br />
bescheiden. De heer Eloi Glorieux vraagt zich af of<br />
de 7 miljoen frank die uitgetrokken werden voor<br />
de installatie van PV op twee <strong>Vlaams</strong>e overheidsgebouwen,<br />
niet beter kon aangewend worden voor<br />
een aantal prioritaire besparende maatregelen.<br />
De beleidsbrief stelt dat één van de doelstellingen<br />
van het verminderen van het energiegebruik in de<br />
huishoudelijke sector kan bereikt worden door het<br />
isolatiereglement beter te laten naleven. Hij stelt<br />
vast dat deze bekommernis niet terug te vinden is<br />
in deze begroting.<br />
De heer Eloi Glorieux wenst duidelijkheid over de<br />
stand van zaken van de overheveling van het Regfonds<br />
van het federale niveau naar Vlaanderen.<br />
Het gaat immers over een budget van ongeveer<br />
500 miljoen frank.<br />
Minister Steve Stevaert repliceert dat hij het eens<br />
is dat er meer geld moet uitgetrokken worden voor<br />
energiebeleid, maar niet vanuit de algemene begroting.<br />
De sector zelf die voldoende middelen ter beschikking<br />
heeft, moet meefinancieren. In dit verband<br />
is er de keuze van de regering dat de VREG<br />
moet gespijsd worden met middelen van de sector.<br />
Hij hoopt via regelgeving de energiesector mee te<br />
betrekken in de financiering. Er wordt tevens 100<br />
miljoen frank extra geïnvesteerd in benchmarking<br />
via minister Van Mechelen. Concluderend is de minister<br />
van oordeel dat de energiesector middelen<br />
moet genereren en dat er nieuwe sturingsmechanismen<br />
moeten ontwikkeld worden. Hij verwijst<br />
exemplarisch naar het Elektriciteitsdecreet dat de<br />
overheid geen geld kost maar wel zeer ingrijpende<br />
structuurveranderingen in de sector doorvoert. Het<br />
invoeren van "groenestroomcertificaten" is daarvan<br />
een treffend voorbeeld : Denemarken staat<br />
daar verwonderd naar te kijken.<br />
De minister is het eens dat de voorziene 10 miljoen<br />
frank voor studiekosten om een aantal projecten te<br />
realiseren een minimaal bedrag is, maar hier ook<br />
hoopt de minister middelen te halen vanuit de sector.<br />
In verband met de overheveling van het REGfonds<br />
verklaart de minister dat het overleg met het<br />
federale niveau – met staatssecretaris Olivier Deleuze<br />
– gunstig evolueert. Er moeten nog een aantal<br />
praktische afspraken gemaakt worden in verband<br />
met de overheveling.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 42<br />
In verband met het bedrag van 7 miljoen frank<br />
voorzien voor de plaatsing van fotovoltaïsche cellen<br />
op twee overheidsgebouwen van de <strong>Vlaams</strong>e<br />
Gemeenschap (Conscience en Ferraris) in de begroting<br />
2001 verklaart de minister dat het gaat over<br />
een bedrag dat dit jaar in de begroting reeds voorzien<br />
was. Maar de projecten konden niet gerealiseerd<br />
worden als gevolg van het laattijdig verkrijgen<br />
van een bouwvergunning. Daarom wordt het<br />
bedrag nu overgeheveld naar volgend jaar.<br />
In verband met de controle op de naleving van de<br />
isolatiewetgeving verduidelijkt de minister dat de<br />
laatste jaren het aantal werfcontroles aanzienlijk<br />
werd verhoogd van 352 in 1997 naar 525 in 1999,<br />
terwijl het aantal geopende dossiers verhoogd<br />
werd van 434 in 1997 naar 875 in 1999.<br />
Vanaf 2002 zullen gewestelijke ambtenaren (één<br />
per provincie) worden aangeworven om de gemeentelijke<br />
stedebouwkundige ambtenaren te begeleiden<br />
bij de toepassing van de isolatiewetgeving<br />
en om plaatselijk controles uit te oefenen. Dit zal<br />
samen gebeuren met de invoering van globale<br />
energetische prestatie-eisen voor woningen en gebouwen,<br />
kortweg energieprestatieregelgeving<br />
(EPR).<br />
De heer Eloi Glorieux heeft een resem bemerkingen<br />
bij de Beleidsbrief Energie. Hij volgt de structuur<br />
van de beleidsbrief.<br />
Wat het klimaatbeleid en REG-doelstellingen betreft,<br />
is het federaal CO 2 -reductieplan van 1994<br />
mislukt : – 5 % in 2000 t.o.v. 1990, we zitten nu aan<br />
+ 16 %. Het is belangrijk om na te gaan hoe dit<br />
komt en lessen te trekken ! In het kader daarvan<br />
was er in 1994 een eerste en 1996 en 1999 een geactualiseerd<br />
<strong>Vlaams</strong> CO 2 /REG-beleidsplan. Tegen<br />
eind oktober 2000 werd een vooruitgangsrapport<br />
verwacht, waar blijft het ?<br />
Er is dus nood aan evaluatie van deze beleidsplannen<br />
die in het verleden geen afdoende resultaten<br />
opleverde om de trend om te buigen in de goede<br />
richting van de Kyotonorm.<br />
Ook de heer Carl Decaluwe vraagt naar de stand<br />
van zaken van dit vooruitgangsrapport. Hij vraagt<br />
naar de bevindingen en wat de uiteindelijke doelstelling<br />
nu is.<br />
Minister Steve Stevaert bevestigt dat het vooruitgangsrapport<br />
nog niet overgemaakt is.<br />
Het vooruitgangsrapport zal voor het einde van dit<br />
jaar aan de <strong>Vlaams</strong>e regering worden voorgelegd.<br />
Met de beslissing van de <strong>Vlaams</strong>e regering van 19<br />
november 1999 werden de betrokken administraties<br />
belast met de concretisering van de in het<br />
CO 2/REG-beleidsplan 1999 voorgestelde beleidsmaatregelen.<br />
De gegevens voor het vooruitgangsrapport moeten<br />
dan ook worden aangereikt door de verschillende<br />
administraties.<br />
De gegevensverzameling werd op een gestructureerde<br />
manier aangepakt en gekanaliseerd via de<br />
CO 2/REG-werkgroep. Ter ondersteuning van deze<br />
gegevensverzameling werd een uniforme rapporteringsfiche<br />
opgesteld.<br />
Het is de bedoeling om een rapporteringsinstrument<br />
te creëren dat op langere termijn kan worden<br />
ingezet. Het is de eerste aanzet binnen het <strong>Vlaams</strong><br />
energiebeleid om tot een dergelijke gestructureerde<br />
en departementoverschrijdende CO 2-beleidsrapportering<br />
te komen.<br />
Het blijkt dat een aantal administraties moeite<br />
hebben om zich in te schakelen in deze aanpak. De<br />
bevoegde ministers zullen hiervan op de hoogte gebracht<br />
worden.<br />
In eerste instantie zijn de verschillende administraties<br />
belast met de concretisering van het<br />
CO 2/REG-beleidsplan. De CO 2/REG-werkgroep<br />
is belast met de coördinatie van het noodzakelijk<br />
overleg.<br />
De samenstelling van de CO 2/REG-werkgroep<br />
werd vastgelegd door de <strong>Vlaams</strong>e regering. Zij bestaat<br />
uit vertegenwoordigers van de <strong>Vlaams</strong>e ministers,<br />
de departementen en de <strong>Vlaams</strong>e openbare<br />
instellingen. De afdeling Natuurlijke Rijkdommen<br />
en Energie neemt het voorzitterschap waar.<br />
De <strong>Vlaams</strong>e minister bevoegd voor het energiebeleid<br />
werd gelast met de voorlegging van het vooruitgangsrapport<br />
dat de stand van zaken weergeeft<br />
van het overleg in de werkgroep. De minister verklaart<br />
dat hij dan ook politiek verantwoordelijk is<br />
voor de werking van de CO 2/REG-werkgroep.<br />
In het kader van de bespreking van het vooruitgangsrapport<br />
wordt in de schoot van de <strong>Vlaams</strong>e<br />
regering het overleg opgestart over de zich opdringende<br />
bijsturingen met betrekking tot de uitwerking<br />
van het CO 2/REG-beleidsplan.<br />
Wat de energieprestatieregelgeving betreft, vraagt<br />
de heer Eloi Glorieux aandacht voor de naleving.<br />
Er moet aandacht zijn voor de handhaving. Hij ci-
teert : "Wanneer niet voldaan is aan de regels van<br />
de globale energetische prestatie-eisen, zal de overheid<br />
een stedebouwkundige toelating kunnen weigeren".<br />
De heer Eloi Glorieux pleit om het woord<br />
"kunnen" te wijzigen in "moeten", zeker als hij<br />
denkt aan de gebrekkige toepassing en handhaving<br />
van de K55 isolatienorm.<br />
Wat de timing van EPR betreft, vraagt hij waarom,<br />
in afwachting van studies rond EPR in kantoren,<br />
nu al niet EPR voor woningen kan ingevoerd worden<br />
?<br />
De minister is voorstander om beide samen op te<br />
starten.<br />
De minister verklaart dat hij in de beleidsbrief geopteerd<br />
heeft voor termen zoals kunnen en mogen<br />
om niet onvriendelijk over te komen.<br />
In verband met de controle op de naleving van de<br />
EPR verklaart de minister dat uit de moeilijkheden<br />
die men momenteel ondervindt bij het uitvoeren<br />
van de controle, en de plaats van de architect daarin,<br />
overduidelijk blijkt dat een nieuwe meer sluitende<br />
controle moet worden opgezet.Er wordt<br />
voor geopteerd om de huidige koppeling inzake<br />
het handhavingsbeleid met de wetgeving inzake<br />
ruimtelijke ordening te laten varen.<br />
In het nieuw uit te werken kader, zal het tijdstip<br />
van de bewijsvoering een belangrijk aspect vormen.<br />
Momenteel gebeurt de bewijsvoering via het<br />
isolatieformulier en is zij gebaseerd op elementen<br />
aanwezig bij de ontwerpfase van het gebouw. In de<br />
latere fazen van bouw en bewoning worden er echter<br />
vaak veranderingen aangebracht die maken dat<br />
de uiteindelijk gerealiseerde woning sterk afwijkt<br />
van het basisontwerp.<br />
Door het hoofdaccent van bewijsvoering en controle<br />
te situeren op het moment van oplevering, of<br />
zelfs ná een bepaalde periode van bewoning, wordt<br />
de kans op essentiële wijzingen aan het basisontwerp<br />
in negatieve zin verkleind.<br />
In dit verband zou de bouwheer de verplichting<br />
kunnen worden opgelegd om het initieel dossier en<br />
de bijhorende berekeningsnota's na het moment<br />
van oplevering te vervolledigen. Dit dossier "as<br />
build" zou de uiteindelijk gerealiseerde woning beschrijven.<br />
Het opstellen van het "dossier as build" kan worden<br />
toevertrouwd aan de architect teneinde zijn<br />
verantwoordelijkheid bij het totale bouwproces te<br />
verhogen.<br />
43 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
Een efficiënte controle is maar zinvol voor zover<br />
zij in de praktijk ook daadwerkelijk leidt naar het<br />
beteugelen van de overtreders.<br />
Overtredingen tegen de isolatiereglementering<br />
worden momenteel enkel opgespoord door de<br />
ambtenaren van de afdeling Natuurlijke Rijkdommen<br />
en Energie. De vaststelling gebeurt door middel<br />
van een proces-verbaal. De controlerende ambtenaren<br />
worden verder niet meer betrokken bij de<br />
afhandeling van het dossier. De uiteindelijke uitspraak<br />
van de rechtbank laat zeer lang op zich<br />
wachten waarna de zaak, na advies van de stedenbouwkundige<br />
ambtenaar, meestal wordt geseponeerd.<br />
Overtredingen op de isolatiereglementering<br />
wegen blijkbaar niet zwaar genoeg in vergelijking<br />
met andere bouwovertredingen.<br />
Om een efficiëntere beteugeling mogelijk te<br />
maken, dienen de vervolgingsmogelijkheden voor<br />
de afdeling te worden versterkt. De controlerende<br />
ambtenaren moeten de mogelijkheid krijgen om<br />
zelf een sanctie op te leggen.<br />
Het opleggen van een dossier "as build" en het<br />
versterken van de vervolgingsmogelijkheden dienen<br />
juridisch te worden vastgelegd via de aanpassing<br />
van bestaande en/of de invoering van nieuwe<br />
reglementeringen. Om te kunnen komen tot een<br />
dossier "as build" is in ieder geval overleg met het<br />
federaal niveau noodzakelijk. De sanctionering<br />
kan decretaal worden geregeld.<br />
Wat de "Benchmarking convenanten" betreft,<br />
vraagt de heer Eloi Glorieux of er reeds contacten<br />
waren met de grote energie-intensieve bedrijven.<br />
Het lid heeft grote bedenkingen bij het benchmark-systeem.<br />
Er is de wetenschap dat de industrie<br />
een wezenlijk aandeel CO 2 produceert en veel<br />
energiebronnen verbruikt (België is de zevende<br />
CO 2 uitstoter per hoofd van de bevolking, ondanks<br />
de zogenaamde CO 2 -vriendelijke kerncentrales),<br />
voornamelijk als gevolg van een dichte concentratie<br />
aan energie-intensieve bedrijven. Er is een absolute<br />
CO 2 -reductie van industrie nodig om Kyotodoelstelling<br />
te halen, anders moet er een extra<br />
grote inhaalbeweging via reductie in transport, residentiële<br />
en dienstensector komen. Het is het één<br />
of het ander.<br />
Een benchmark-convenantensysteem streeft naar<br />
een toename van de energie-efficiëntie, maar niet<br />
van de absolutie afname van het energieverbruik.<br />
Wie controleert dit ? De industrie zelf ? Er staat<br />
vermeld : "De overheid zal 't werk van de consultant<br />
verifiëren via een neutrale organisatie." Wie in<br />
Vlaanderen heeft hiervoor de knowhow en is neu-
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 44<br />
traal ? In Nederland heeft de overheid hiervoor<br />
een grote ploeg deskundigen in dienst en is er expertise<br />
via Novem. Dit is noodzakelijk om te vermijden<br />
dat men gegarandeerd wordt gerold.<br />
Wie controleert of wat de energie-intensieve bedrijven<br />
als "besten van de wereld" beschouwen,<br />
wel het beste is ? Er is geheimhouding omtrent het<br />
energiegebruik. Het is niet omdat men de "beste"<br />
is, dat men daadwerkelijk alle rendabele REGmaatregelen<br />
heeft toegepast. De "beste" zijn, is relatief.<br />
Wat als Belgische bedrijven pretenderen dat<br />
ze zelf de benchmarknorm zijn ? Op de koop toe<br />
krijgen die bedrijven dan nog vrijstelling van eventuele<br />
CO 2 of energietaks. De heer Eloi Glorieux<br />
besluit dat het huidig systeem van benchmarkconvenanten<br />
onvoldoende is om REG/Kyoto-doelstelling<br />
te halen.<br />
In verband met de controle op de controle vermeldt<br />
de minister dat één van de pistes het VITO<br />
is. Dit hangt samen met de nieuw af te sluiten beheersovereenkomst.<br />
In verband met de stand van zaken van de bespreking<br />
in verband met de benchmarking-convenanten,<br />
verklaart de minister dat de ontwerpteksten<br />
voor de benchmarking-convenanten op 10 oktober<br />
werden opgestuurd naar de prioritaire sectoren :<br />
IJzer en Staal (Staalindustrie Verbond), Chemie<br />
(Sirev) en Papier en Karton (Cobelpa).<br />
Deze sectoren werd gevraagd om over deze ontwerptekst<br />
een interne consultatieronde op te starten.<br />
Na de afronding van deze consultatieronde zal<br />
het formeel overleg tussen de <strong>Vlaams</strong>e overheid en<br />
de sectoren van start gaan.<br />
Het VEV en de <strong>Vlaams</strong>e minister bevoegd voor<br />
het economisch beleid werden in kennis gebracht<br />
van de stand van zaken. De drie sectoren hebben<br />
in de loop van de maand oktober meegedeeld dat<br />
zij de consultatieronde hebben opgestart en dat zij<br />
verwachten klaar te zijn voor overleg met de overheid<br />
in de loop van de maand december.<br />
De definitieve teksten zullen in de loop van 2001<br />
aan de <strong>Vlaams</strong>e regering worden voorgelegd.<br />
In het kader van de ervaringsuitwisseling en de<br />
kennisopbouw zijn er regelmatig contacten tussen<br />
de administratie en het Nederlandse instituut<br />
Novem.<br />
Met VITO worden gesprekken gevoerd om de definitieve<br />
uitvoeringsfase van de convenanten (validering<br />
consultants ; validering benchmark) voor<br />
te bereiden.<br />
Wat het REG-decreet betreft, moet er inderdaad<br />
dringend een wettelijk kader gecreëerd worden om<br />
REG te bevorderen. De heer Eloi Glorieux vindt<br />
het een goede zaak dat dit volgend jaar zal gebeuren,<br />
maar vraagt naar een concrete timing. De heer<br />
Carl Decaluwe sluit zich aan bij die vraag.<br />
Minister Steve Stevaert verklaart dat een ontwerp<br />
van REG-decreet momenteel wordt uitgewerkt en<br />
volgend jaar zal worden overgemaakt voor advies<br />
aan de adviesorganen.<br />
In verband met de huidige instrumenten vindt de<br />
heer Eloi Glorieux het belangrijk dat ze geëvalueerd<br />
worden. Er moet geregeld geëvalueerd worden<br />
hoeveel de demoprojecten effectief aan Kw/h<br />
opleveren. We kunnen het ons niet permitteren om<br />
de verkeerde signalen uit te zenden door foute of<br />
minder efficiënte en rendabele demoprojecten op<br />
te zetten.<br />
In verband met de criteria die gehanteerd worden<br />
voor de goedkeuring van demonstratieprojecten,<br />
antwoordt de minister het volgende.<br />
Het project moet technische elementen bevatten<br />
die in Vlaanderen nog niet algemeen toegepast<br />
worden.<br />
Voor het steunprogramma gelden verder de volgende<br />
selectiecriteria :<br />
– de mate van energiebesparing : het ingediende<br />
project wordt op energievlak vergeleken met de<br />
huidige, algemeen gebruikte technieken. Gezien<br />
het doel van het KB van 10/02/1983, namelijk<br />
het aanmoedigen van energiebesparing, geldt<br />
dit als eerste criterium. De aanvrager moet op<br />
een becijferde manier de absolute en procentuele<br />
besparing aantonen, en, bij zeer hoge besparing,<br />
verklaren waarom de techniek nog geen<br />
ingang heeft gevonden ;
– innovatief karakter van de gebruikte techniek :<br />
de voorkeur gaat naar recent ontwikkelde of<br />
sterk verbeterde technieken ;<br />
– economische rendabiliteit van het project : in<br />
principe moeten de projecten economisch haalbaar<br />
zijn, ook zonder overheidssteun (eventueel<br />
bij een volgende toepassing) ;<br />
– vermindering van CO 2-emissies : projecten die<br />
een aanzienlijke reductie van de CO 2-emissies<br />
tot gevolg hebben, genieten de voorkeur ;<br />
– (hernieuwbare) energiebron : de projecten worden<br />
eveneens onderzocht op de hernieuwbaarheid<br />
van de energiebronnen. De voorkeur<br />
wordt gegeven aan hernieuwbare primaire energiebronnen<br />
of recuperatie van afvalstoffen (vb.<br />
restgassen uit productieprocessen of biogas uit<br />
waterzuivering of stortgas) ;<br />
– reproduceerbaarheid van het project : indien<br />
een project zo specifiek is dat het geen navolging<br />
kan vinden, komt het niet in aanmerking ;<br />
– synergie met andere ondersteunde projecten :<br />
van bovenvermelde regels kan worden afgeweken<br />
indien een project in vergelijking met een<br />
vroeger ondersteund project een bijzondere<br />
waarde heeft ;<br />
– vakkundige organisatie : het project moet ingediend<br />
worden door een vakkundige organisatie<br />
die in staat is de innovatie technieken toe te<br />
passen en bij te dragen tot hun verspreiding of<br />
er haar medewerking aan te verlenen.<br />
Gedurende de periode 1992-1999 werden er 47 van<br />
de 70 ingediende projecten als demonstratieproject<br />
aanvaard.<br />
Wat de fiscale aftrek voor energiebesparende<br />
maatregelen voor bedrijven betreft, is de heer Eloi<br />
Glorieux van oordeel dat hieraan een duidelijk verifieerbare<br />
resultaatsverbintenis moet gekoppeld<br />
worden.<br />
De minister geeft een verduidelijking over welke<br />
criteria gehanteerd worden voor de fiscale investeringsaftrek<br />
en wat de gerealiseerde energiebesparingen<br />
zijn.<br />
De investeringen die in aanmerking komen voor<br />
verhoogde investeringsaftrek voor energiebesparende<br />
investeringen zijn opgenomen als bijlage bij<br />
het aanvraagformulier.<br />
45 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
Zes grote groepen van investeringen komen in<br />
aanmerking :<br />
– Investeringen die leiden tot beperking van energieverliezen.<br />
– Investeringen die terugwinning van energie beogen.<br />
– Investeringen die gericht zijn op een verbetering<br />
van het energetisch rendement.<br />
– Investeringen die gericht zijn op energetische<br />
valorisatie van biomassa en afvalstoffen.<br />
– Investeringen in energieproductie op basis van<br />
hernieuwbare energieën.<br />
– Investeringen in vervoer via spoor- of waterweg.<br />
De administratie beoordeelt of de investeringen<br />
waarvoor de investeringsaftrek wordt aangevraagd,<br />
behoren tot één van deze groepen.<br />
In het aanvraagformulier wordt gevraagd de totale<br />
jaarlijkse energiebesparing voor gelijke activiteit<br />
op te geven. De omvang van deze energiebesparing<br />
vormt geen evaluatiecriterium.<br />
Tot op heden worden voor de investeringen waarvoor<br />
een attest wordt afgeleverd, de gerealiseerde<br />
energiebesparingen niet systematisch in een databank<br />
opgeslagen. De minister heeft de administratie<br />
opgedragen hiervoor het nodige te doen vanaf<br />
de aanvraagdossiers 2001.<br />
In verband met het sectoroverleg (VIREG) dat<br />
een overlegplatform is tussen overheid, energiedistributeurs<br />
en energieproducenten en gebruikers, en<br />
waar momenteel enkel Electrabel en SPE inzitten,<br />
vraagt de heer Eloi Glorieux of men in de toekomst<br />
ook RWE, Ecopower, e .a zal toelaten ? Het<br />
ontbreken van de milieubeweging, die toch ook<br />
veel expertise op REG-vlak heeft, is jammer voor<br />
een "overlegorgaan".<br />
De heer Eloi Glorieux pleit ervoor om VIREG om<br />
te turnen naar VAREG (<strong>Vlaams</strong> agentschap voor<br />
rationeel energiegerbruik), cfr. IAEA, Euratom.<br />
Het wordt dan geen louter overlegorgaan, maar<br />
eerder een krachtdadig promotieagentschap.<br />
VIREG werkt via verschillende taakgroepen : isolatie,<br />
kantoren, scholen, verzorgingsinstellingen, industrie,<br />
… Voor 2001 zijn er twee nieuwe taakgroepen<br />
: Horeca, sociaal-economisch beleid. Er is vermeld<br />
dat het wenselijk is om een taakgroep "voor-
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 46<br />
beeldrol van de <strong>Vlaams</strong>e overheid" op te richten.<br />
Komt die er daadwerkelijk of is het slechts wenselijk<br />
?<br />
Worden de resultaten van die taakgroepen geëvalueerd<br />
? (voorbeeld : taakgroep lager en secundair<br />
onderwijs werkte themareeks energiebesparen op<br />
school uit. Wat is de respons hiervan in de scholen,<br />
wat zijn de concrete resultaten qua energiebesparing<br />
?).<br />
Bij taakgroep verzorgingsinstellingen staat terecht<br />
vermeld dat er bepaalde belemmeringen om in<br />
REG te investeren, moeten worden weggewerkt<br />
(ter illustratie : Investeringen in REG = <strong>Vlaams</strong>e<br />
overheid, winst door verlaagde energiefactuur = federaal<br />
budget).<br />
Het principe moet zijn dat de bespaarder ook de<br />
winst moet krijgen, anders is er weinig animo om te<br />
besparen. Welke maatregelen worden gepland om<br />
dit euvel, dat vaak een grote rem op REG-investeringen<br />
is, weg te werken ?<br />
De minister betwijfelt of een omvorming van<br />
VIREG naar VAREG beter is. VIREG is wel aan<br />
herziening toe. Er zijn daarover verdeelde visies. Er<br />
loopt een overleg met de milieubeweging.<br />
In verband met de taakgroepen heeft de minister<br />
geen probleem met een taakgroep over de voorbeeldrol<br />
van de overheid waarbij de overheid dan<br />
niet enkel beperkt blijft tot de <strong>Vlaams</strong>e.<br />
De minister geeft een uitvoerige verduidelijking<br />
omtrent de knelpunten voor REG in verzorgingsinstellingen<br />
en scholen.<br />
Algemene beschrijving<br />
De knelpunten voor investeringen in REG-maatregelen<br />
zijn gelijklopend in scholen en verzorgingsinstellingen.<br />
De belangrijkste belemmeringen zijn :<br />
– het huidige financieringsmechanisme gekoppeld<br />
aan een gebrek aan middelen.<br />
De investeringen in rationeel energiegebruik<br />
vallen ten laste van één partij, de subsidiërende<br />
instantie, terwijl de voordelen nl. lagere energiekosten,<br />
ten gunste van een andere partij vallen.<br />
Door het ontbreken van een correlatie tussen<br />
de eigenlijke investering en de voordelen volgend<br />
uit de REG-investeringen ontbreekt de<br />
stimulans om REG-maatregelen te implementeren<br />
;<br />
– het bestaan van een kostenplafond, waardoor<br />
de meerprijs voor energiezuinige investeringen<br />
dikwijls niet in aanmerking komt voor subsidiëring.<br />
Beknopte specifieke beschrijving<br />
Knelpunten voor REG-investeringen in verzorgingsinstellingen<br />
Het knelpunt is een gevolg van het stelsel van financiering<br />
van de verzorgingsinstellingen.<br />
Globaal kan gesteld worden dat subsidiëring van<br />
investeringen onder de <strong>Vlaams</strong>e bevoegdheid valt,<br />
terwijl de exploitatiekosten (vertaald in de ligdagprijs)<br />
een federale bevoegdheid zijn.<br />
Dit betekent :<br />
1. dat de investeringen voor rationeel energieverbruik<br />
(REG) ten laste vallen van de <strong>Vlaams</strong>e<br />
overheid en de door de uitgevoerde maatregelen<br />
gedaalde energiekosten ten gunste komen<br />
van het federale budget. Bij deze financieringswijze<br />
hebben noch de verzorgingsinstelling zelf,<br />
noch de <strong>Vlaams</strong>e overheid baat bij REG-inspanningen.<br />
2. Ook bij nieuwbouw van ziekenhuizen ondervinden<br />
REG-investeringen belemmeringen. Er is<br />
voor nieuwbouw namelijk een kostenplafond<br />
gedefinieerd (55.000 BEF/m 2 ), waarvoor men<br />
60 % rechtstreekse subsidie via de <strong>Vlaams</strong>e Gemeenschap<br />
ontvangt en 40 % via de ligdag (federaal).<br />
Als men nu REG-maatregelen in de<br />
nieuwbouw voorziet, worden de investeringskosten<br />
opgedreven, terwijl het kostenplafond<br />
blijft ; alles boven de 55.000 BEF/m 2 moet zelf<br />
bekostigd worden, en kan niet afgeschreven<br />
worden via de ligdagprijs.<br />
Knelpunten voor REG-investeringen in scholen<br />
1. Groot gebrek aan financiële middelen<br />
Zowel in het Gemeenschapsonderwijs als in het gesubsidieerd<br />
onderwijs worden de investeringen respectievelijk<br />
geheel of gedeeltelijk gesubsidieerd.<br />
De beschikbare budgetten worden vooral gebruikt<br />
om de grootste nood te lenigen aan schoolgebouwen<br />
zelf. Investeringen in REG-maatregelen worden<br />
hierdoor naar de tweede plaats verschoven.<br />
Voor het onderhoud van schoolgebouwen krijgt<br />
het Gemeenschapsonderwijs bovendien jaarlijks<br />
315 miljoen frank. Dit laat weinig budgettaire
uimte toe voor de implementatie van REG-maatregelen.<br />
2. Financiële norm<br />
Er geldt een financiële norm van 34.000 frank/m 2 .<br />
Deze norm moet steeds worden gerespecteerd, behalve<br />
als de Raad van Bestuur van DIGO of de<br />
Centrale Raad van het Gemeenschapsonderwijs<br />
toestemming geven. Aangezien aan energiezuinige<br />
investeringen dikwijls een meerkost verbonden is,<br />
zullen deze investeringen als eerste geschrapt worden<br />
om de financiële norm te halen.<br />
M.b.t. de overleg met de energiesector (Actieplan<br />
elektrische distributie) vindt de heer Eloi Glorieux<br />
het jammer dat voor 2001 (gelet op de oliecrisis,<br />
…) het actieplan analoog zal zijn aan dat van 2000.<br />
De in 2000 opgenomen maatregelen lijken niet<br />
steeds de prioritairste (voorbeeld daarvan is de<br />
premie voor een aankoop van een elektrische<br />
wagen voor gemeenten, is echter niet besparend of<br />
proper).Waarom is er in 2001 geen sprake van premies<br />
voor dakisolatie, omschakeling van elektrische<br />
naar aardgasboiler,… ? Positief is wel de aankondiging<br />
voor 2001 om software voor energie-audits<br />
in huishoudens op punt te stellen.<br />
De minister beaamt dat energie-audits belangrijke<br />
instrumenten zijn. De minister is wel van mening<br />
dat de aanwending van elektriciteit in de auto vanuit<br />
energieoogpunt een zeer goede zaak. Alleen<br />
moet verder gediscussieerd over de opwekking van<br />
die energievorm. Maar zelfs bij opwekking uit fossiele<br />
brandstoffen is deze toepassing nog interessant.<br />
Omtrent hernieuwbare energie vraagt de heer Eloi<br />
Glorieux naar het precieze statuut van het Windplan<br />
Vlaanderen. Is het een wetenschappelijke studie<br />
? Is het een beleidsinstrument met een juridische<br />
waarde ?<br />
Soms zijn er tegenstrijdigheden tussen Windplan<br />
en omzendbrief omtrent de inplantingsvoorwaarden.<br />
De omzendbrief stelt dat er geen windmolens<br />
in landschappelijk waardevolle gebieden mogen<br />
komen terwijl het Windplan daar niet over spreekt.<br />
Hij zou het betreuren als het Windplan louter een<br />
inkijkdocument wordt. Het Windplan is echter<br />
nooit af, er zou actief aan moeten verder gewerkt<br />
worden.<br />
Minister Steve Stevaert betwist dat er tegenstrijdigheden<br />
zouden zijn tussen het Windplan en de<br />
omzendbrief. Ze moeten trouwens samen worden<br />
47 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
gelezen. De omzendbrief was trouwens maar een<br />
opstapje.<br />
De heer Eloi Glorieux pleit ervoor ODE-Vlaanderen<br />
in de beleidsvoorbereiding te blijven betrekken.<br />
De minister is het eens met dit pleidooi.<br />
Wat de Warmtekrachtkoppeling (WKK) betreft, zit<br />
men volgens de heer Eloi Glorieux redelijk op<br />
schema, maar door de te verwachten afremming<br />
door de liberalisering, vraagt hij of men niet beter<br />
zou anticiperen en een tandje bijsteken ?<br />
WKK is inderdaad een succesverhaal maar het<br />
dreigt door de liberalisering in conflict te komen<br />
met andere doelstellingen van de energiemarkt.<br />
Het onder druk komen van de prijzen kan ook<br />
WKK onder druk zetten.<br />
De voorbeeldfunctie van de overheid op vlak van<br />
communicatie is het de bedoeling om een globaal<br />
actieplan naar voor te schuiven met o.a. : "Een inventaris<br />
van geschikte gewestgronden voor het verlenen<br />
van concessies voor wind- en waterkrachtturbines".<br />
Vlaanderen beschikt over een aantal gunstige<br />
gronden. Belangrijk is om deze niet enkel te inventariseren,<br />
maar ook volop te valoriseren voor<br />
windturbines. Het lid stelt concreet voor om één<br />
bestuurscel op te richten die zich bekommert om<br />
de aanbesteding.<br />
De minister deelt de mening van het lid niet om de<br />
sites door één cel te laten aanbesteden. Hij wenst<br />
apart te laten aanbesteden om vertraging tegen te<br />
gaan. Wel moet de expertise die werd opgedaan,<br />
later gebruikt worden bij volgende aanbestedingen.<br />
Het blijft wel een bekommernis van de minister<br />
dat het ethisch niet echt goed te verdedigen is dat<br />
er middelen worden afgenomen van een sector die<br />
men wil stimuleren. Maar er is geen andere wettelijke<br />
basis.<br />
De heer Eloi Glorieux is voorstander van het Plan<br />
Energie 2020. Het Plan 2020 zal worden uitgebracht<br />
door de CO 2 /REG-Werkgroep. De vraag<br />
die zich stelt is wie de politieke verantwoordelijke<br />
is van de CO 2 /REG-Werkgroep ?<br />
De minister verklaart dat het om een gedeelde bevoegdheid<br />
gaat tussen minister Dua en hemzelf,<br />
maar dat hij politiek verantwoordelijk is voor de<br />
werking van de werkgroep.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 48<br />
De heer Carl Decaluwe vraagt naar een timing in<br />
verband met het operationeel worden van de reguleringsinstantie.<br />
Er wordt gestreefd om de VREG zo snel als mogelijk<br />
operationeel te maken. Zolang deze instantie<br />
er niet is, kan de regering in de plaats treden, verklaart<br />
de minister.<br />
In verband met de vrijmaking van de gasmarkt benadrukt<br />
de heer Eloi Glorieux dat het <strong>Vlaams</strong><br />
Aardgasdecreet geen achterstand mag oplopen. Hij<br />
vraagt aandacht voor de uitbreiding van het aardgasnet,<br />
ook op het platteland (om mazout te vervangen<br />
door gas).<br />
De minister is het eens dat ernstig moet nagedacht<br />
worden om incentives te geven dat aardgas voor<br />
meer mensen bereikbaar wordt (de penetratiegraad<br />
van de aargasmarkt is té laag). Het is inderdaad<br />
een absolute noodzaak dat meer mensen aangesloten<br />
geraken op aardgas.<br />
De heer Carl Decaluwe wenst te vernemen of de<br />
minister in het kader van de maatregelen van gratis<br />
elekriciteit, bereid is ook de gezinsdimensie te hanteren<br />
als criterium.<br />
De minister verduidelijkt dat het bedoeling is om<br />
tot 500 Kilowattuur te komen als franchise en dan<br />
te moduleren (onderzoeken wat de beste vorm is).<br />
Hij is akkoord om de gezinsdimensie in rekening te<br />
brengen. Hij heeft een positief voorstel om te<br />
komen tot een gezinsmodulering waarbij aan de<br />
eerste persoon een hoger verbruik wordt toegekend.<br />
Het basisverbruik zou kunnen betekenen dat<br />
de eerste persoon 200 Kilowattuur als start krijgt,<br />
voor elke persoon ten laste zou er 100 Kilowattuur<br />
bijkomen. De minister opteert voor een flexibile<br />
formule zoals die nu bestaat voor het waterverbruik.<br />
De heer Ludwig Caluwé verklaart dat dit jaar de<br />
uitvoeringsbesluiten van het Elektriciteitsdecreet<br />
op stapel staan : er komt een besluit waarbij de<br />
voorwaarden voor de netbeheerder worden opgelegd.<br />
Hij citeert uit een brief van de minister en<br />
vraagt naar concrete verduidelijking van wat onder<br />
die technische en financiële capaciteit wordt verstaan<br />
? Concreet gaat het om de vier gemeenten in<br />
Vlaanderen die nog een eigen regie hebben. Hebben<br />
deze vier gemeenten een voldoende technische<br />
en financiële capaciteit om dit blijven te doen ?<br />
In verband met de bekommernis van de heer Ludwig<br />
Caluwé omtrent de "regies" in de vier <strong>Vlaams</strong>e<br />
gemeenten bevestigt de minister dat de regies moe-<br />
ten kunnen overeind gehouden worden. Het zou<br />
een pervers neveneffect zijn als de regies doodgefnuikt<br />
worden.<br />
De minister houdt eraan in een volgende vergadering<br />
een uitvoerig antwoord te geven over de vraag<br />
omtrent problemen van regies om aan het uitvoeringsbesluit<br />
over de onafhankelijkheid van de distributienetbeheerders<br />
te voldoen.<br />
Het uitvoeringsbesluit over de onafhankelijkheid<br />
van de distributienetbeheerders legt aan netbeheerders<br />
een aantal voorwaarden op inzake financiële<br />
en technische capaciteit. Omdat de grootte<br />
van de bestaande nebeheerders zeer verschillend is<br />
en om kleine distributienetbeheerders zoals regies<br />
niet bij voorbaat uit te sluiten, werden deze voorwaarden<br />
niet kwantitatief vastgelegd, bijvoorbeeld<br />
door het opleggen van een minimale hoeveelheid<br />
kapitaal. De reguleringsinstantie zal bij de aanduiding<br />
van de netbeheerders voor wat de financiële<br />
en technische capaciteit betreft, rekening houden<br />
met de grootte van het distributienet.<br />
Artikel 3 van het Elektriciteitsdecreet voorziet dat<br />
een distributienetbeheerder rechtspersoonlijkheid<br />
moet hebben. Dit is een probleem voor regies aangezien<br />
zij deel uitmaken van de gemeente en dus<br />
geen afzonderlijke rechtspersoonlijkheid hebben.<br />
Dit probleem kan evenwel gemakkelijk opgelost<br />
worden door de regie om te vormen tot een autonoom<br />
gemeentebedrijf met rechtspersoonlijkheid.<br />
De wet van 28 maart 1995 machtigt de gemeenteraad<br />
om dat te doen aangezien de voorziening<br />
van elektriciteit voorkomt in de lijst met activiteiten<br />
waarvoor een autonoom gemeentebedrijf<br />
opgericht kan worden (KB van 10 april 1995).<br />
Noch het Elektriciteitsdecreet noch de uitvoeringsbesluiten<br />
staan met andere woorden de aanduiding<br />
van een gemeente als distributienetbeheerder in de<br />
weg.<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer verwijst<br />
naar de hoorzitting in deze commissie (op 26 oktober<br />
2000) omtrent rationeel energiegebruik in kantoorgebouwen.<br />
Rationeel energiegebruik kan natuurlijk<br />
het best bereikt worden door een proces<br />
van "duurzaam bouwen". Dit is vanzelfsprekend<br />
een fundamentele optie die een hoge aanvangskost<br />
heeft maar daarna rendabel wordt. Zij is op de<br />
hoogte dat de huidige Bouwmeester erg geïnteresseerd<br />
is in duurzame bouwprojecten. Het zou belangrijk<br />
zijn dat de <strong>Vlaams</strong>e overheid in de toekomst<br />
systematisch er minstens zorg voor draagt<br />
dat in alle bouwprojecten die gefinancierd worden
de geest van duurzaam bouwen met het oog op een<br />
verminderd energiegebruik zou aanwezig zijn.<br />
Minister Steve Stevaert deelt de bekommernis van<br />
mevrouw Wivina Demeester-De Meyer, maar hij<br />
waarschuwt ervoor de Bouwmeester niet te overbelasten.<br />
Deze aangelegenheid moet evenwel ook<br />
gekoppeld worden aan de energieprestatieregeling<br />
die scherp moet gezet worden. Van de Bouwmeester<br />
kunnen ook creatieve voorstellen komen.<br />
– Organisatieafdeling 63 Administratie Wegen<br />
en Verkeer<br />
– Programma 63.10 Wegen<br />
– Mobiliteitsconvenanten<br />
De heer Gerald Kindermans wenst de minister te<br />
bevragen omtrent de mobiliteitsconvenants die<br />
door het <strong>Vlaams</strong> Gewest worden voorgesteld aan<br />
de gemeenten. De gemeente Heers is niet op dit<br />
aanbod ingegaan omdat de gemeente vond dat het<br />
voorstel op maat van een middelgrote gemeente<br />
was gesneden en dat er derhalve weinig meerwaarde<br />
te verwachten was voor een kleine landelijke<br />
gemeente. Dat bleek voor de administratie Wegen<br />
en Verkeer vorig jaar geen bezwaar te zijn om de<br />
N3 voor het stuk Klein Gelmen te renoveren. Men<br />
heeft de gemeente Heers op een drafje gevraagd<br />
om dit dossier rond te krijgen. De gemeente kreeg<br />
wel de hint om dit dossier niet als "doortocht" te<br />
betitelen want anders zou het wel onder de regeling<br />
van de convenants vallen. De gemeente heeft<br />
daarin ingestemd maar nu krijgt de gemeente<br />
Heers een schrijven waarin werd vermeld dat de<br />
renovatie van het betrokken stuk van de N3 slechts<br />
kan doorgang vinden als de gemeente Heers het<br />
mobiliteitsconvenant ondertekent. Het lid vraagt<br />
of m.a.w. een convenant niet langer op basis van<br />
vrijwilligheid wordt afgesloten. Legt de minister<br />
een convenant op ? Is dit dus een uitdrukkelijke<br />
voorwaarde om een renovatie van een gewestweg<br />
te bekomen ? De heer Gerard Kindermans verwijst<br />
naar een antwoord van de minister (op 4 mei<br />
2000) in deze commissie waar de minister verklaarde<br />
dat wanneer het gaat om een 100 % subsidiëring<br />
in het kader van de objectieve behoeftenanalyse<br />
er geen convenant verplicht is.<br />
Het lid stelt vast dat de gemeente Heers wel verplicht<br />
werd. Hij is nochtans van mening dat uit veiligheidsoogpunt<br />
een renovatie zich opdringt.<br />
De minister repliceert dat in Limburg alle gemeenten<br />
behalve Heers, Herstappe en Voeren conve-<br />
49 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
nanten hebben afgesloten. De minister verklaart<br />
dat zonder convenant wel structureel onderhoud<br />
mogelijk is. Maar indien er werkelijk doortochten<br />
moeten doorgevoerd worden, komt men in een<br />
convenantensysteem terecht en dat is de filosofie<br />
van het convenantenbeleid.<br />
De heer Carl Decaluwe beweert dat de problematiek<br />
van de doortochten tot op heden niet vervat<br />
zat in het convenantenbeleid. Hij herinnert terzake<br />
aan de opmerking en suggestie van de heer Johan<br />
Malcorps om de 80/20 regeling mogelijk te maken<br />
inzake de doortochten. Op 9 februari 2000 antwoordde<br />
de minister dat het niet goed zou zijn de<br />
doortochten op te nemen in de 80/20 regeling<br />
omdat dit té complexe dossiers zijn. Maar nu op<br />
basis van een analyse van de begroting en het investeringsprogramma<br />
besluit de heer Carl Decaluwe<br />
dat de doortochten toch werden opgenomen in<br />
dat convenantenbeleid. Hij vraagt daarover volstrekte<br />
duidelijkheid.<br />
Minister Steve Stevaert verklaart dat er hieromtrent<br />
een amendement van de <strong>Vlaams</strong>e regering zal<br />
ingediend worden bij de begroting van het VIF. De<br />
begroting van het VIF wordt aangepast. Er wordt<br />
een bijkomend krediet van 2 miljard frank voor het<br />
verhogen van de verkeersveiligheid uitgetrokken.<br />
500 miljoen frank daarvan is bestemd voor het verbeteren<br />
van de doortochten. Dit bedrag werd verkeerdelijk<br />
op het programma 63.10 basisallocatie<br />
63.21 toegevoegd en dient te worden toegevoegd<br />
op het programma 63.00. basisallocatie 73.11 van<br />
het VIF. Er wordt hieromtrent een regeringsamendement<br />
ingediend.<br />
De heer Johan Malcorps heeft vragen omtrent de<br />
80/20 regeling voor de fietspaden, de veilige<br />
schoolomgeving,… Hij vraagt naar een evaluatie<br />
van deze zeer positieve maatregel die vorig jaar<br />
werd ingevoerd : wordt daar door de gemeenten<br />
veelvuldig op ingespeeld ? Hij vraagt ook naar de<br />
visie van de minister omtrent de problematiek van<br />
de zone 30 en meer concreet het wetsvoorstel-Lindekens<br />
dat reeds in de Senaat werd goedgekeurd.<br />
Het lid wenst te vernemen hoe het <strong>Vlaams</strong> Gewest<br />
zal inspelen op dit initiatief. Hij verwijst naar zijn<br />
voorstel van resolutie daaromtrent, dat in deze<br />
commissie in behandeling is genomen.<br />
De heer Carl Decaluwe heeft de indruk dat er geen<br />
nieuwe middelen voorzien worden voor veilige<br />
schoolomgevingen. Wordt het federale wetsvoorstel<br />
Lindekens niet vertaald in een aanpassing van<br />
de infrastructuur voor de kunstwerken, voor het<br />
beperken van geluidshinder, voor missing links, … ?<br />
Hij sluit zich aan bij de vraag van de heer Johan
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 50<br />
Malcorps. Deze federale maatregel – zone 30 – zal<br />
moeten gepaard gaan met een aantal noodzakelijke<br />
investeringen. Er zal daar een inhaalbeweging<br />
moeten gebeuren.<br />
Wat de problematiek van de zone 30 betreft, verklaart<br />
de minister dat er nog geen kredieten voorzien<br />
zijn voor de uitvoering van het federaal wetsvoorstel<br />
ter bevordering van de verkeersveiligheid<br />
in de schoolomgeving. Deze regelgeving is trouwens<br />
nog niet van kracht. Na een behandeling door<br />
de Senaat, dient er nog een bespreking in de<br />
Kamer van Volksvertegenwoordigers plaats te hebben.<br />
Nadien zal er trouwens nog een praktische uitwerking<br />
(uitvoeringsbesluiten) moeten plaatsvinden.<br />
Het betreft onder meer nadere regels inzake<br />
de afbakening en de signalisatie van de schoolomgeving,<br />
met bijzondere aandacht voor de herkenbaarheid<br />
van de schoolomgeving ten aanzien van<br />
de weggebruikers. Deze uitwerking zal gebeuren<br />
door een federale werkgroep "verkeersreglementering".<br />
In deze werkgroep zijn de federale overheid<br />
en de gewesten vertegenwoordigd. Nadat de<br />
wet en de uitvoeringsbesluiten van kracht geworden<br />
zijn, zal er nagegaan worden hoe de maatregelen<br />
gefinancierd kunnen worden.<br />
Er bestaat wel een misverstand over de juiste<br />
draagwijdte van deze regelgeving. De regelgeving<br />
spreekt over een in tijd en plaats begrensde snelheidsbeperking<br />
van 30 km/u in de schoolomgevingen.<br />
Dit is iets heel anders dan een ombouw van<br />
een gewestweg tot een permanente zone 30.<br />
Vanzelfsprekend zijn er wel kredieten voor de beveiliging<br />
van schoolomgevingen beschikbaar, er is<br />
namelijk de subsidieregeling en ook in het kader<br />
van de globale herinrichting van doortochten<br />
wordt de schoolomgeving beter beveiligd.<br />
De heer Johan Malcorps vraagt ook verduidelijking<br />
over de cijfers in de begroting en meer bepaald<br />
de opsplitsing. Hij heeft begrepen dat er 500<br />
miljoen frank verschuift naar het verbeteren van<br />
de doortochten. Er rest dan nog 1,3 miljard frank,<br />
maar er is ook het verzoek van de Fietsersbond die<br />
een inventaris opgemaakt hebben. Hij vraagt of<br />
deze inventaris het plaatje wijzigt en of er nu nog<br />
meer geld nodig is ?<br />
De minister verduidelijkt dat het rapport dat de<br />
Fietsersbond opgesteld heeft, een inventarisatie is<br />
van knelpunten ter hoogte van fietsinfrastructuur<br />
in de steden Gent en Antwerpen. De klemtoon ligt<br />
op kleine knelpunten die met vrij eenvoudige ingrepen<br />
en met beperkte middelen opgelost kunnen<br />
worden. Om deze kleine knelpunten weg te wer-<br />
ken, wordt er voor elk grootstedelijk gebied 50 miljoen<br />
frank voorzien, of in totaal 100 miljoen frank.<br />
Dit bedrag kan natuurlijk op recurrente basis voorzien<br />
worden. Voor wat ontbrekende fietspaden betreft,<br />
moet er beroep gedaan worden op het budget<br />
voor de aanleg van nieuwe fietspaden. Daar dient<br />
deze 100 miljoen frank niet voor.<br />
De heer Johan Malcorps vraagt dat het zgn. indicatief<br />
meerjarenprogramma voor de wegen zou bezorgd<br />
worden aan de leden van deze commissie.<br />
De heer Johan Malcorps herhaalt zijn vragen i.v.m.<br />
het op stapel staande Mobiliteitsplan Vlaanderen :<br />
het statuut van dit document, het maatschappelijk<br />
draagvlak, strategische plannen van De Lijn, AWV,<br />
NMBS, afstemming op het federale mobiliteitsplan,<br />
impact op gemeentelijke mobiliteitsplannen…<br />
De heer Carl Decaluwe heeft een aantal informatieve<br />
vragen i.v.m. de fietspaden.<br />
Hij stelt vast dat het onderhoud van fietspaden<br />
‘met contracten sociale clausule' blijkbaar niet verder<br />
wordt gezet. In de vorige begroting werd daar<br />
een krediet van 300 miljoen aan Vesoc-kredieten<br />
voor uitgetrokken. Waarom wordt deze formule<br />
niet verdergezet ? Was dit niet succesvol ? Moet er<br />
geen evaluatie gebeuren om bijsturingen te doen<br />
maar het instrument toch opnieuw een kans te<br />
geven ?<br />
Het onderhoud dat via deze post verliep, zal volgend<br />
jaar terug moeten gebeuren onder de post<br />
"Gewoon wegenonderhoud". Zullen er evenveel<br />
middelen (300 miljoen frank) binnen het gewoon<br />
wegenonderhoud besteed kunnen worden aan het<br />
onderhoud van fietspaden ? Er werden in elk geval<br />
voor het fietspadenonderhoud geen extra kredieten<br />
voorzien bij wegenonderhoud. De heer Carl<br />
Decaluwe verklaart dat dit een mooi voorbeeld is<br />
van het feit dat de begroting niet transparent is.<br />
M.b.t. de sociale clausules onderhoud fietspaden,<br />
antwoordt de minister dat de sociale clausules werden<br />
toegepast in bestekken voor het onderhoud<br />
van de fietspaden. Op deze wijze kon een deel van<br />
het Vesoc-budget binnen de sector openbare werken<br />
aangewend worden.<br />
Uit de evaluatie bleek het toepassen van sociale<br />
clausules geen succes. De aannemerssector ervaart<br />
deze sociale clausules als een bijkomende last en<br />
administratieve rompslomp. In de praktijk blijken<br />
de laaggeschoolden die aangeworven moeten worden<br />
volgens deze clausules moeilijk vindbaar op de<br />
arbeidsmarkt ondanks de nauwe samenwerking
met de VDAB voor het invullen van deze posities.<br />
In sommige gevallen konden de vacatures niet ingevuld<br />
worden.<br />
Aanvullend drijft de opname van sociale clausules<br />
de prijs van de aanneming sterk op. De Inspectie<br />
van Financiën heeft dan ook haar bedenkingen geformuleerd<br />
over het systeem.<br />
Gezien de sociale doelstellingen niet bereikt werden,<br />
vindt het <strong>Vlaams</strong> Gewest de verdere toepassing<br />
van sociale clausules in haar overheidsopdrachten<br />
voor openbare werken niet meer opportuun.<br />
Niettemin kon door het systeem, waarbij in feite<br />
geld gebruikt werd vanuit de "sociale sector" een<br />
inhaalbeweging gerealiseerd worden inzake de heraanleg<br />
van fietspaden in slechte staat. In de toekomst<br />
zal het onderhoud van de fietspaden uitgevoerd<br />
worden op de budgetten die voorzien zijn<br />
voor het onderhoud van de wegen vermits het<br />
fietspad beschouwd wordt als een onderdeel van<br />
de weginfrastructuur.<br />
Ondanks de invoering van modules 10 en 13 en het<br />
budget hiervoor van 1 miljard frank, ligt er volgens<br />
de heer Carl Decaluwe nog geen kilometer extra<br />
fietspad. De verwachting is wel dat dit zal verbeteren.<br />
De modules werden vrij laat bekend gemaakt,<br />
de verkiezingssituatie verhinderde veel initiatieven<br />
vanwege de gemeenten en de opstelling van een<br />
mobiliteitsplan vergt wel wat tijd. De heer Carl Decaluwe<br />
stelt vast dat er van dat miljard frank maar<br />
300 tot 400 miljoen gebruikt werd. Hij verwacht<br />
van de minister een extra communicatiebeleid.<br />
Nu wordt er nog eens 350 miljoen frank extra voorzien<br />
om fietspaden aan te leggen via het convenantenbeleid.<br />
Wat de subsidieregeling betreft repliceert de minister<br />
dat de respons op de voorgestelde subsidieregeling<br />
wel vrij goed is. Dit jaar zal er voor 400 miljoen<br />
frank dossiers vastgelegd worden. Gelet op de gemeenteraadsverkiezingen<br />
is dit een vrij goed resultaat.<br />
Een aantal dossiers zitten nog in de pijplijn.<br />
De minister is ervan overtuigd dat in de toekomst<br />
vele lokale overheden van de subsidieregeling gebruik<br />
zullen maken. De 600 miljoen die niet aangewend<br />
werd, zal voor een belangrijk deel gebruikt<br />
moeten worden voor het opvangen van de meerkost<br />
voor de heraanleg van de eerste fase Leien.<br />
Na aanbesteding blijkt de laagste inschrijver ongeveer<br />
20% duurder uit te vallen dan de raming van<br />
de administratie. Het inschrijvingsdossier is op dit<br />
ogenblik in onderzoek binnen de administratie.<br />
51 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
Inzake de subsidieregeling wenst de minister nogmaals<br />
te herhalen dat deze enkel gebruikt kan worden<br />
voor de aanleg van fietspaden en de herinrichting<br />
van schoolomgevingen omdat enkel voor deze<br />
projecten een subsidiebijakte aan het convenant<br />
uitgewerkt werd. Er zijn geen plannen om voor de<br />
herinrichting van doortochten een dergelijke subsidiebijakte<br />
uit te werken omdat dit de meest complexe<br />
dossiers zijn die bij voorkeur door de diensten<br />
van het <strong>Vlaams</strong> Gewest uitgewerkt worden.<br />
Het risico dat de lokale overheden deze dossiers<br />
zelf niet kunnen uitwerken of slecht uitwerken, is<br />
te groot.<br />
Gelet op het feit dat de herinrichting van schoolomgevingen<br />
ad-hoc uitgevoerd zal worden in functie<br />
van de aanvragen in het kader van de subsidieregeling<br />
zal men hiervoor geen bedrag meer terugvinden<br />
in het meerjarenprogramma. Hetzelfde<br />
geldt voor fietspaden vermits de 80/20 subsidieregeling<br />
(dus niet de 100% regeling die geldt wanneer<br />
projecten wel voorkomen op het driejarenprogramma)<br />
als een inhaalbeweging bedoeld is<br />
voor projecten die niet voorkomen op het meerjarenprogramma.<br />
Dit maakt de opmaak van het jaarlijks<br />
investeringsprogramma dus moeilijker want in<br />
de mate dat er gebruik gemaakt wordt van de 80/20<br />
subsidieregeling voor fietspaden of de subsidieregeling<br />
voor schoolomgevingen, dient de budgettaire<br />
ruimte die in eerste instantie opgevuld wordt<br />
door projecten van het meerjarenprogramma "vrijgemaakt<br />
te worden" door een herschikking van het<br />
investeringsprogramma. Dit heeft natuurlijk dan<br />
ook op het einde van het jaar, nadat duidelijk is in<br />
welke mate subsidieprojecten ingediend werden,<br />
zijn impact bij de herziening van het meerjarenprogramma.<br />
Inzake de vraag over communicatie rond de subsidieregeling<br />
deelt de minister mee dat hij zijn administratie<br />
opdracht gegeven heeft om in het voorjaar<br />
van 2001, dus na de installatie van de nieuwe gemeentebesturen,<br />
alle gemeentebesturen opnieuw<br />
aan te schrijven om hun aandacht te vestigen op de<br />
subsidieregeling.<br />
De heer Carl Decaluwe vraagt verduidelijking over<br />
het dossier aanbesteding van De Leien in Antwerpen<br />
: de minister vermeldt dat de laagste inschrijving<br />
20 % duurder uitvalt dan de raming van de<br />
administratie. Hij vraagt of het de bedoeling is om<br />
nog dit begrotingsjaar de middelen daarvoor vast<br />
te leggen ? Zoniet wat gebeurt er dan met dat niet<br />
gebruikte pakket ?
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 52<br />
In verband met de Leien verklaart de minister dat<br />
het echt de bedoeling is deze aanbesteding nog dit<br />
begrotingsjaar vast te leggen.<br />
De heer Carl Decaluwe verduidelijkt dat men in<br />
het fysisch programma een bepaald bedrag voorzien<br />
heeft, maar dat de aanbesteding een pak hoger<br />
zal uitvallen. Waar gaat men dat geld halen, via het<br />
bufferkrediet ?<br />
De heer Carl Decaluwe is van oordeel dat de minister<br />
in zijn antwoord zijn stelling over de 80/20<br />
regeling – die de minister vorig jaar met grote<br />
kracht bestreed – bevestigd heeft. De heer Carl<br />
Decaluwe heeft altijd beweerd dat de 80/20 regel in<br />
zekere zin een omzeiling is van de objectiveerbare<br />
elementen. De minister heeft zelf gesteld dat er op<br />
vragen van de gemeenten ingespeeld wordt en dat<br />
het fysisch programma wordt aangepast. Gemeenten<br />
die dus geld hebben, kunnen zich m.a.w. inkopen<br />
en maken in de rangschikking van de prioriteitenlijst<br />
een sprong voorwaarts. De conclusie is als<br />
men meer middelen heeft, de objectiveerbare<br />
maatstaven minder en minder belangrijk worden.<br />
Hetzelfde verhaal doet zich voor in de huisvestingssector<br />
waar er een lijst van objectiveerbare behoeften<br />
bestaat maar, die doorkruist werd door een<br />
programma kansarme buurten waarbij de minister<br />
eigenhandig op voorstel van de bouwmaatschappijen,<br />
maar zonder rekening te houden met de behoeftenlijst,<br />
kan beslissen.<br />
Hier wordt met de 80/20 regeling een zelfde systeem<br />
toegepast.<br />
De minister repliceert dat hij nog 600 miljoen<br />
frank heeft op het budget van de fietspaden. Van<br />
de voorziene 1 miljard frank werd slechts 400 miljoen<br />
frank uitgegeven in het kader van de subsidieregeling.<br />
De minister ontkent dat de regeling voor de fietspaden<br />
neerkomt op een geschuifel van de prioiriteiten.<br />
De prioriteiten worden wel gerespecteerd.<br />
In het kader van de 80/20 – regeling zijn er gemeenten<br />
die extrainspanningen doen waardoor een<br />
aantal knelpunten kunnen opgelost worden. Door<br />
die politiek kan het budget met 20% verhoogd<br />
worden. Heel wat burgemeesters vinden fietspaden<br />
een prioriteit. Deze prioriteiten moeten nu budgettair<br />
vertaald worden. Heelwat steden en gemeenten<br />
dienen dan ook "totaalplannen fiets" in om te<br />
genieten van de 80/20-regeling.<br />
De gewestweg is niet dé parameter om de prioriteit<br />
voor een fietspad vast te leggen. Uit het gemeentelijk<br />
mobiliteitsplan moet de prioriteit blijken : het<br />
moet gaan om fietspaden die trouwens op gewestelijk<br />
niveau niet prioritair zijn.<br />
De heer Ludwig Caluwé is verwonderd door het<br />
gegeven dat minister Steve Stevaert nu verklaart<br />
dat hij de 600 miljoen frank die niet opgebruikt<br />
werden in het kader van de fietspaden nu kan aanwenden<br />
voor een andere bestemming. Vorig jaar<br />
was gezegd dat indien de gemeenten het budget<br />
van 1 miljard frank voor fietspaden niet zouden op<br />
gebruiken, het restant door het Gewest zou besteed<br />
worden aan fietspaden. Nu hoort het lid iets<br />
anders. Het resultaat is dus dat er dit jaar maar een<br />
dikke 300 miljoen frank aan fietspaden wordt uitgegeven<br />
?<br />
Minister Steve Stevaert repliceert dat het al een<br />
bijzonder succes is dat er voor 400 miljoen frank<br />
respons kwam en werd uitgegeven aan fietspaden.<br />
Voor dit jaar voorziet de minister een budget van<br />
1,350 miljard frank. De minister verduidelijkt dat<br />
men eigenlijk kan stellen dat er gemiddeld 1 miljard<br />
frank op jaarbasis naar fietspaden gaat – dat is<br />
de interpretatie die men daaraan moet geven. De<br />
600 miljoen frank restant gaat dus niet verloren<br />
maar kan niet onmiddellijk gebruikt worden voor<br />
fietspaden. Daarom wordt er uit dit krediet geput<br />
voor De Leien.<br />
Ook qua doortochten lijkt het beleid spectaculair.<br />
Maar als men het becijfert, stelt de heer Carl Decaluwe<br />
vast dat 500 miljoen frank voor doortochten<br />
betekent een beperkt aantal km (12,5 km doortocht).<br />
Er zijn meer dan 500 doortochten in Vlaanderen,<br />
met een totale lengte van 665 km. De heraanleg<br />
van een doortocht kost ongeveer 40 miljoen<br />
frank per kilometer.<br />
Het lid vraagt volgens welke objectieve behoeftencriteria<br />
deze doortochten worden gepland ? Alle<br />
doortochten samen kosten aldus een kleine 27 miljard<br />
frank. Het gewest zelf voorziet 1,5 miljard<br />
frank voor doortochten in 2001. Dat betekent 37,5<br />
km. Samen met de 12,5 km die door de gemeenten<br />
aangelegd kunnen worden met gewestsubsidies,<br />
zullen er volgend jaar 40 doortochten aangepakt<br />
kunnen worden. Klopt deze redenering ?<br />
Hoeveel van de 500 doortochten zijn reeds aangepast<br />
aan de huidige noden ? Hoeveel doortochten<br />
wachten nog op herinrichting ?<br />
Dezelfde redenering gaat op voor de fietspaden.<br />
Het zijn allemaal spectaculaire cijfers in absolute<br />
termen maar de realiteit is anders. 350 miljoen<br />
frank extra voor fietspaden betekent 17,5 km extra<br />
fietspad. Eén km fietspad kost immers ca. 20 miljoen<br />
frank. Voor de totale behoefte aan fietspaden<br />
(670 km) is 14 miljard frank nodig. Er zullen in de
komende jaren dus grotere structurele budgetten<br />
noodzakelijk zijn ?<br />
Wat de doortochten betreft verwijst de heer Carl<br />
Decaluwe naar de top 50 die vorig jaar werd bezorgd<br />
aan de leden van de commissie. Er werd daar<br />
gewerkt met wegingscoëfficienten en de prioriteiten.<br />
Bij een analyse stelt het lid vast dat er nauwelijks<br />
9 doortochten feitelijk aanbesteed zijn. Wat is<br />
de waarde van deze 9 op 50 ? Zal dit vorig jaar<br />
beter zijn ? Het lid dringt aan op een grondige evaluatie<br />
van deze cijfers.<br />
De heer Carl Decaluwe herhaalt zijn vragen i.v.m.<br />
de doortochten : de top 50 en de relatie met de objectieve<br />
behoeftenanalyse. Hij vraagt of de redenering<br />
klopt dat als een gemeente geld op tafel legt,<br />
ze dan helemaal naar voren schuift in de prioriteitenlijst<br />
en het werk onmiddellijk wordt uitgevoerd ?<br />
Een gemeente die geld geeft, koopt zich dus in.<br />
Minister Steve Stevaert beaamt deze redenering en<br />
stelt dat hij dit inderdaad een correcte benadering<br />
vindt. Als de gemeente opteert om de subsidies<br />
niet af te wachten, is het perfect mogelijk dat de<br />
gemeente onmiddellijk moeten kunnen handelen<br />
en de werken worden uitgevoerd.<br />
De heer Johan Malcorps vindt dit systeem in principe<br />
een degelijke formule voor de gemeenten<br />
maar hij kreeg graag zicht hoe dat krediet van 400<br />
miljoen frank besteed werd. Hoeveel fietspaden<br />
werden er volgens de 100% regel aangelegd, hoeveel<br />
fietspaden volgens de 80/20- regel ?<br />
Het lid herinnert eraan dat er een lijstje van prioritair<br />
gevaarlijke fietspaden bestaat. Het kan niet dat<br />
dit systeem ertoe leidt dat die prioritaire fietspaden<br />
niet werden gerealiseerd.<br />
Minister Steve Stevaert benadrukt dat dit krediet<br />
van 400 miljoen frank een extrakrediet is. De prioriteitenlijst<br />
wordt gevolgd. Van de 400 miljoen<br />
frank maken we 500 miljoen frank via de 80/20-regeling.<br />
Op de concrete vragen van verschillende leden<br />
naar de uitsplitsing van het budget fietspaden –<br />
100%-regeling en 80/20-regeling en de hoeveelheid<br />
– repliceert de minister dat deze uitsplitsing nog<br />
niet beschikbaar is.<br />
De heer Carl Decaluwe verwijst naar de essentie<br />
van de vraag om uitleg van mevrouw Riet Van<br />
53 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
Cleuvenbergen in deze commissie omtrent deze<br />
problematiek. Hij wenst zicht te krijgen op de besteding<br />
van de middelen die vorig jaar in dit parlement<br />
werden goedgekeurd.<br />
Hetzelfde lid vraagt naar de stand van zaken omtrent<br />
de problematiek van de onteigeningen die<br />
cruciaal is voor een succesvol beleid op vlak van<br />
fietspaden.<br />
De onteigeningsbevoegdheid blijft een knelpunt.<br />
Een overheveling van die bevoegdheid is een mogelijkheid,<br />
maar het is de bedoeling dat de minister<br />
van Justitie initiatieven neemt.<br />
Zelfs zonder overheveling is er naar analogie met<br />
de dijken een mogelijkheid om via een <strong>Vlaams</strong> decreet<br />
te werken als het over veiligheid gaat. Maar<br />
dit is een wankele constructie en voer voor juridische<br />
discussie. Dan moet ook de discussie over wat<br />
onder "veiligheidsinfrastructuur "wordt verstaan.<br />
Dit is wellicht een goed instrument als het gaat<br />
over aanleg fietspaden en rotondes maar niet bij de<br />
aanleg van grote wegen.<br />
De minister maakt zich sterk dat de 80/20-regeling<br />
in de toekomst vruchten zal afwerpen. Hij is het<br />
niet eens met de visie van de heer Carl Decaluwe<br />
daarover.<br />
De heer Carl Decaluwe benadrukt dat zijn fractie<br />
geen probleem heeft met de 80/20-regeling als hefboom<br />
voor meer fietspaden. Maar het gaat in essentie<br />
over de problematiek van de externe controle<br />
op de objectieve behoeftenanalyse. Hoe gaat<br />
deze controle worden georganiseerd ? Hij dringt<br />
aan voor de toekomst op een globaal overzicht<br />
waarbij telkens voor elk programma van het fysisch<br />
programma wordt aangegeven wat er uitgevoerd<br />
werd met telkens een duidelijke verantwoording.<br />
De heer Johan Malcorps herhaalt zijn verzoek dat<br />
hij graag voor het voorbije jaar zou vernemen<br />
welke fietspaden met welke middelen zijn gerealiseerd.<br />
Hetzelfde lid is tevreden over de tijdsplanning die<br />
de minister heeft gegeven omtrent de bijkomende<br />
en recurrente middelen die nodig zijn voor het onderhoud<br />
van de wegen, de fietspaden, de doortochten<br />
en zwarte punten. Gemiddeld vraagt de verwezenlijking<br />
een duurtijd van 10 jaar, in een scenario<br />
van constant beleid (d.w.z. dezelfde behoeften).
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 54<br />
Hetzelfde lid is van oordeel dat het verkeer dermate<br />
zal toenemen dat er onvoldoende middelen<br />
voorhanden zijn om de zaken af te handelen die<br />
via de algemene middelen normaliter worden gerealiseerd<br />
wat noopt tot keuzes (PPS ?).<br />
Minister Steve Stevaert engageert zich om in de<br />
maand januari 2001 als alles vastgelegd is een duidelijk<br />
overzicht met een uitsplitsing te presenteren<br />
aan de leden van deze commissie.<br />
De heer Ludwig Caluwé wenst graag duidelijkheid<br />
over de mate van uitvoering van de begroting 2000<br />
en de beloften die toen werden gedaan. M.b.t. de 1<br />
miljard frank voor fietspaden werd toen door de<br />
minister beloofd dat indien dit budget niet zou<br />
worden opgenomen via bijakten door de gemeenten,<br />
er een programmaherverdeling zou doorgevoerd<br />
worden om de uitvoering van deze fietspaden<br />
te garanderen. Het volle 1 miljard frank zou<br />
besteed worden aan fietspaden.<br />
Minister Steve Stevaert herhaalt zijn stelling dat<br />
men dit dossier over meerdere jaren moet<br />
bekijken : het is de bedoeling jaarlijks gemiddeld 1<br />
miljard frank aan fietspaden te besteden.<br />
De heer Johan Malcorps herhaalt zijn bekommernis<br />
omtrent de zone 30 en het federale voorstel-<br />
Lindekens. Hij vindt het enorm belangrijk dat<br />
tegen volgend schooljaar een regeling wordt uitgewerkt<br />
die op het terrein ook operationeel is. De gewesten<br />
moeten dus echt inspelen op dit federale<br />
initiatief in combinatie met reeds in voege zijnde<br />
maatregelen.<br />
De heer André Denys vraagt uitleg over de draagwijdte<br />
van dit voorstel-Lindekens. Hij verwijst naar<br />
de bestaande regeling voor schoolomgevingen in<br />
het kader van het convenantenbeleid. Waarom dit<br />
federale initiatief ?<br />
Minister Steve Stevaert verklaart dat hij voorstander<br />
is dat Vlaanderen bevoegd wordt voor verkeersregels.<br />
Hij verwijst naar zijn initiatief in de vorige<br />
legislatuur om het verkeersreglement te defederaliseren.<br />
Dat werd toen afgedaan als een stunt<br />
en door niemand gesteund.<br />
De minister stelt vast dat de federale wetgever kan<br />
bepalen waar er zones 30 komen. Hij engageert<br />
zich om op <strong>Vlaams</strong> niveau dit voorstel te implementeren.<br />
De doelstellingen van dit federale voorstel<br />
zijn goed maar de implementatie is bijzonder<br />
ingewikkeld omdat we in een zeer conflictueuze situatie<br />
komen voor schoolomgevingen aan gewestwegen.<br />
Gewestwegen dienen ook voor de doorstro-<br />
ming te bevorderen. Voor bepaalde scholen zou in<br />
de praktijk niet de gewestweg maar de schooltoegang<br />
moeten heringericht worden.<br />
De heer Johan Malcorps wil wel de discussie voeren<br />
over de defederalisering van de wegcode. Als<br />
er echt een probleem is, moet er een signaal aan de<br />
federale Kamer gegeven worden.<br />
Minister Steve Stevaert ontkent dat dit voorstel<br />
onuitvoerbaar is, maar het schept wel veel technische<br />
problemen. Het zou gemakkelijker werken<br />
zijn als men kon werken met meer homogene bevoegdheidspakketten.<br />
Hij zou het een goede zaak vinden als deze problematiek<br />
kan aan bod komen in de commissie<br />
<strong>Vlaams</strong> overleg verkeersveiligheid.<br />
De heer Ludwig Caluwé vemeldt dat het voorstel-<br />
Lindekens in de Senaat principieel mee door zijn<br />
fractie werd goedgekeurd. Er werden toen echter<br />
een aantal vragen gesteld bij de technische moeilijkheden<br />
van uitvoering van dit voorstel. Er is ondermeer<br />
gediscussieerd over het aantal uren dat er<br />
een soort van zone 30 aan schoolomgevingen in<br />
voege treedt.<br />
Minister Steve Stevaert heeft problemen met het<br />
federale voorstel omdat het voorstel een aantal<br />
zaken bepaalt waarvan het gewestelijke niveau de<br />
kost moet betalen.<br />
Wat het streven naar homogene bevoegdheidspakketten<br />
betreft, verklaart de heer André Denys dat<br />
hij voorstander is van homogene pakketten ook op<br />
vlak van de verkeerscode. Het voorstel van de heer<br />
Stevaert van destijds was echter in tegenstrijd met<br />
het <strong>Vlaams</strong> regeerakkoord dat eigenlijk bepaalde<br />
dat de algemene regels naar het Europees niveau<br />
moeten komen en de meer specifieke regels naar<br />
het <strong>Vlaams</strong> niveau.<br />
Hetzelfde lid pleit voor een strategie om tot duidelijke<br />
bevoegdheidspakketten te komen, maar dit<br />
vergt wel vooraf overeenstemming over de bevoegdheidsverdeling.<br />
Hij dringt aan dat het <strong>Vlaams</strong><br />
<strong>Parlement</strong> op proactieve wijze aanduidt hoe het<br />
deze bevoegdheidsverdeling wenst, zeker in het<br />
licht van het nakende voorzitterschap (volgend<br />
jaar) van de Europese Unie.<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer verwijst<br />
naar de behandeling in deze commissie van het<br />
voorstel van resolutie van de heer Johan Malcorps<br />
omtrent de verkeersveiligheid.
Minister Steve Stevaert is het eens dat heelwat bevoegdheden<br />
naar Europa kunnen overgeheveld<br />
worden. Heelwat bevoegdheden kunnen ook naar<br />
Vlaanderen worden overgeheveld omdat het<br />
<strong>Vlaams</strong> Gewest optreedt als wegbeheerder. Het<br />
<strong>Vlaams</strong> Gewest kan als volwaardig bestuur regelgevend<br />
optreden en de regels bepalen. Het is dus<br />
zeker niet de bedoeling dat steden zelf regels opleggen.<br />
De minister suggereert deze aangelegenheid te<br />
agenderen in het <strong>Vlaams</strong> overleg verkeersveiligheid.<br />
– Personeelstekort administratie Wegen<br />
De heer Carl Decaluwe vraagt de bijzondere aandacht<br />
voor het acute gebrek aan personeel in de<br />
administratie Wegen en Verkeer. Hij vemeldt dat<br />
hij de derde begrotingsbepreking op rij deze problematiek<br />
aankaart. Het lid heeft een analyse gemaakt<br />
op basis van cijfermateriaal en gesprekken<br />
met deskundigen.<br />
Er stellen zich terzake twee acute problemen. Er is<br />
de omgekeerde leeftijdspyramide van het personeel<br />
van Openbare Werken (historisch gegroeid)<br />
en een tekort aan personeel wat zich vertaalt in<br />
een manifest tekort aan controle op de wegenwerken.<br />
De heer Carl Decaluwe verwijst naar het rapport<br />
van de heer Helleven en de hoorzitting daarover<br />
in deze commissie (29 juni 2000).<br />
M.b.t. de wegenwerken stelt het lid vast dat 71%<br />
van de toezichters ouder dan 50 jaar is (eerder<br />
55+) en de instroom bijzonder traag is. Dat betekent<br />
dat men binnen zeer korte tijd (3 tot 4 jaar)<br />
geconfronteerd wordt met een structureel probleem.<br />
Tenzij dat de minister zou beslissen een aantal<br />
zaken uit te besteden, maar hetzelfde lid is van<br />
oordeel dat de overheid de controle op de werken<br />
steeds zelf in eigen handen moet houden. Nu reeds<br />
is de controle totaal onvoldoende.<br />
De heer Carl Decaluwe wijst op de langdurige aanwervingsprocedures<br />
die maken dat het tot 19<br />
maanden duurt vooraleer er mensen worden aangeworven.<br />
Ondertussen stelt hij vast dat een globale<br />
structurele aanpak tot op heden ontbreekt.<br />
Daarnaast stelt er zich een ernstig probleem voor<br />
de functies van ingenieur. Meer dan 80 % van de<br />
industrieel ingenieurs is ouder dan 50 jaar. Hij<br />
vreest dat een serieus pak know how uit de administratie<br />
zal verdwijnen.<br />
55 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
Bovendien blijkt uit een interne enquête dat er een<br />
enorm verloop van personeel is. De helft van de<br />
nieuw aangeworven ingenieurs neemt bijna onmiddellijk<br />
na de aanwerving ontslag. Het zijn vooral<br />
jonge dertigers en ingenieurs die de overheid verlaten.<br />
Het lid heeft zeer sterk de indruk dat het personeelsbeleid<br />
van de overheid op dat vlak compleet<br />
faalt. Deze categorie van personeelsleden<br />
heeft een gebrek aan motivatie niet zozeer omwille<br />
van de verloning, maar omwille van een gebrek aan<br />
kwaliteit bij het leidinggevend kader. Er zijn nauwelijks<br />
doorgroeimogelijkheden en de jobinhoud is<br />
onbevredigend.<br />
De heer Carl Decaluwe vraagt dringend maatregelen.<br />
Hij is ervan zich bewust dat deze problematiek<br />
een bevoegdheid is van de minister bevoegd voor<br />
ambtenarenzaken maar hij vraagt dat minister<br />
Steve Stevaert deze problematiek beschouwt als<br />
een topprioriteit. Hij wenst dat de minister keihard<br />
vecht voor deze problematiek. Hij waarschuwt<br />
voor de chaos indien dit dossier niet spoedig wordt<br />
aangepakt. Dezelfde problematiek zal zich stellen<br />
zich in het kader van de basismobiliteit bij De Lijn.<br />
Er zal bijkomend personeel (vooral buschauffeurs)<br />
noodzakelijk zijn om deze basismobiliteit te implementeren.<br />
Hij zou graag de visie van de minister<br />
daarover kennen.<br />
Minister Steve Stevaert repliceert dat het probleem<br />
hem bekend is, maar dat hij minister van<br />
Openbare Werken, Mobiliteit en Energie is. Hij is<br />
zich terdege bewust van het dossier, hij kent de cijfers<br />
waarnaar de heer Carl Decaluwe verwijst.<br />
Er zijn een aantal mogelijkheden die toelaten dat<br />
het globale werkvolume zou verminderd worden<br />
(uitbesteding, inhuren van bureaus,…). Oplossingen<br />
kunnen gevonden worden in verzelfstandigde<br />
eenheden die een eigen personeelsbeleid voeren<br />
en marktconform kunnen en mogen verlonen in<br />
functie van specifieke beroepscategorieën waarvoor<br />
er een schaarste bestaat op de arbeidsmarkt.<br />
De bevoegde minister van Ambtenarenzaken, minister<br />
Johan Sauwens moet hier beslissingen<br />
nemen. De minister vermeldt nog dat er voor het<br />
Masterplan Antwerpen een afzonderlijke werkmaatschappij<br />
wordt opgericht die via het inschakelen<br />
van mankracht op tijdelijke basis, de personeels-<br />
en verloningsproblematiek omzeilt.<br />
De minister verklaart dat het personeelstekort het<br />
uitvoeren van structureel onderhoud niet belemmert<br />
omdat deze werken de laagste complexiteitsgraad<br />
hebben en minder menselijke inzet vergen.<br />
De minister verduidelijkt verder dat hij voorgesteld<br />
heeft een bijkomend budget voor structureel
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 56<br />
onderhoud uit te geven aan enkele grote werken<br />
en niet aan kleinere werken om niet in personeelsproblemen<br />
te komen. Inzake de aanleg van fietspaden<br />
omzeilt men de problematiek gedeeltelijk door<br />
in het kader van de subsidieregeling de gemeentebesturen<br />
de ontwerpen te laten maken. Dit betekent<br />
inzet van minder personeel maar niettemin is<br />
er nog eigen personeel noodzakelijk om de subsidiëring<br />
af te handelen. Wat de controle van de staat<br />
van de wegen betreft, verduidelijkt de minister dat<br />
deze controle vooral gebeurt door toestellen wat<br />
maakt dat ze minder arbeidsintensief is. Het werkvolume<br />
kan dus gedrukt en geherorienteerd worden.<br />
Maar hoe dan ook zit men met het gegeven<br />
van de omgekeerde leftijdspyramide en de krapte<br />
van de arbeidsmarkt die maakt dat er een afroming<br />
van arbeidskrachten plaatsindt door de privésector.<br />
Minister Steve Stevaert verklaart dat hij ondertussen<br />
contacten had met minister Johan Sauwens en<br />
dit dossier heeft aangekaart. De minister is het<br />
eens dat een recrutering inderdaad een tijdsduur<br />
kent van 2 jaar. Bovendien wordt hij geblokkeerd<br />
door een aantal lineaire maatregelen die als effect<br />
hebben dat er slechts ten belope van 75% wordt<br />
geworven. Deze methodiek is niet werkbaar voor<br />
de administratie LIN, afdeling Wegen.<br />
Minister Steve Stevaert is het eens dat dit dossier<br />
een prioriteit moet zijn van de minister van Ambenarenzaken.<br />
Hij maakt zich sterk dat hij de steun<br />
heeft van minister Sauwens. Maar uiteindelijk moet<br />
men zich ook rekenschap geven van het gegeven<br />
dat oplossingen implementeren veel overleg en tijd<br />
zal vragen. De minister benadrukt wel dat hij tegen<br />
de outsourcing is van de opdrachten van de afdeling<br />
Wegen omdat hij dit een kerntaak van de overheid<br />
vindt. Er moet wel nagedacht worden over<br />
een efficiënte eigentijdse aanpak van de kerntaken<br />
van deze administratie.<br />
Tijdens een volgende vergadering werd door de<br />
minister een uitgewerkte nota i.v.m. de personeelsproblematiek<br />
aan de leden van de commissie overhandigd.<br />
De heer Carl Decaluwe vindt het belangrijk dat de<br />
minister verklaard heeft dat het niet de bedoeling<br />
is om te outsourcen. Nochtans stelt hij het lid vast<br />
bij vorige besprekingen in deze commissie dat de<br />
minister geneigd is om veel zaken uit te besteden.<br />
De minister repliceert dat de administratie (en de<br />
ingenieurs) zich moeten inlaten met inhoudelijke<br />
en controlerende taken. Voor het werk op het terrein<br />
– putje vullen – moet er gestreefd worden naar<br />
een gemengd systeem.<br />
De heer Carl Decaluwe vindt dat de regering een<br />
ernstige kosten-batenanalyse moet laten uitvoeren<br />
om te becijferen wat het goedkoopste systeem<br />
(privésector of overheid) oplevert met dezelfde<br />
kwaliteit. Theoretisch zou immers op het controlerende<br />
gedeelte na, de wegenbouw kunnen outgesourd<br />
worden.<br />
Hij stelt vast dat de minister weliswaar de problematiek<br />
erkent maar zich nu concentreert op grote<br />
werken i.p.v. op kleine werken omwille van de personeelsproblematiek.<br />
Het lid vraagt zich dan af<br />
waarom er dan nog sprake is van objectieve behoeftenanalyse.<br />
Voor de heer Carl Decaluwe moet<br />
veiligheid het uitgangspunt, zijn niet het gebrek<br />
aan personeel.<br />
De minister repliceert dat de wegenwerken wel op<br />
basis van een objectieve behoeftenanalyse worden<br />
gepland. Maar de Ring van Antwerpen had al jaren<br />
geleden moeten aangepakt zijn omdat hij totaal<br />
versleten is. Maar de minister stelt vast dat er in het<br />
verleden geen politieke wil was om dit groot project<br />
aan te pakken. Hij benadrukt dat hij kleinere<br />
projecten niet zal uitstellen op grond van een subjectieve<br />
benadering maar het lijkt hem prioitair de<br />
Ring van Antwerpen nu aan te pakken. Indien er<br />
nog langer gewacht wordt, zal dit project nog<br />
waanzinnig meer geld kosten.<br />
De minister verduidelijkt dat hij voor kleine werken<br />
opteert voor een gemengde formule waarbij de<br />
mensen van de Regie in eigen beheer worden betrokken.<br />
Hij is van oordeel dat overheid en privé<br />
samen moeten werken. De overheid moet een voet<br />
in huis houden omdat er inderdaad expertise in de<br />
administratie moet opgebouwd worden.<br />
Ook in het kader van basismobiliteit moet met een<br />
gemengd systeem worden gewerkt : belbussen kunnen<br />
uitbesteed worden aan de privésector.<br />
De heer Carl Decaluwe verklaart dat hij vragende<br />
partij is om een discusssie ten gronde te voeren<br />
over de problematiek van de inkrimping van het<br />
personeel in relatie tot de discussie over de kerntaken<br />
(outsourcing, …). Hij herhaalt zijn vraag naar<br />
een kostenbatenanalyse en dringt aan op een vizie<br />
van de minster.<br />
– Masterplan Antwerpen en het sluiten van de Ring<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer vraagt duidelijkheid<br />
over het Masterplan Antwerpen.<br />
Betreffen het uitsluitend werken aan de Ring of<br />
gaat het over werken in gans Antwerpen ? Wordt
er voor een aantal (nieuwe) te verrichten projecten<br />
een werkmaatschappij opgericht ?<br />
Minister Steve Stevaert verklaart dat de werkmaatschappij<br />
Mobiliteit Infrastructuur Antwerpen<br />
(MIA) het sluiten van de kleine ring tot doel heeft.<br />
Dit project zal zeker via PPS moeten geklaard worden.<br />
Buiten de sluiting van de kleine ring, kunnen<br />
ook andere onderdelen die daar logisch bij aansluiten,<br />
aangepakt worden.<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer vraagt verduidelijking<br />
omtrent deze nieuw op te richten<br />
werkmaatschappij die tegelijkertijd blijkbaar ook<br />
investeringsmaatschappij is en de opdrachten<br />
ervan. Zal deze werkmaatschappij ook betrokken<br />
worden bij een aantal nieuwe projecten ? Het lid<br />
verwijst naar de twee vage artikels over PPS in het<br />
ontwerp van Programmadecreet en de bijhorende<br />
toelichting. Daarin is sprake van de oprichting van<br />
MIA met als opdracht het bevorderen van de mobiliteit<br />
in de Antwerpse regio. Zij vraagt daarover<br />
meer duidelijkheid. Zal de administratie Wegen in<br />
Antwerpen ontlast worden van de planning en de<br />
uitvoering daarvan zodat de administratie zich met<br />
andere opdrachten kan bezig houden ?<br />
De minister verklaart dat een aantal zaken nog<br />
moeten uitgepraat worden. Naar zijn aanvoelen<br />
moet de PPS niet uitsluitend betrekking hebben op<br />
de sluiting van de ring maar ook op een aantal projecten<br />
die logisch aansluiten (bv. op vlak van openbaar<br />
vervoer). De minister verklaart dat de administratie<br />
betrokken wordt in de op te zetten PPSconstructie<br />
maar ze zal ontlast worden van een<br />
aantal uitvoerende taken.<br />
De heer Johan Malcorps dringt aan dat men in het<br />
kader van het Mobiliteitsplan Vlaanderen duidelijk<br />
zicht krijgt op een aantal elementen : budgetten<br />
structureel onderhoud, doortochten, fietspaden,..<br />
Daarnaast is er vastgesteld dat voor een aantal behoeften<br />
die onder de algemene noemer "missing<br />
links" (zowel autowegen als andere verbindingen –<br />
fietspaden, weterwegen,..) extra geld nodig is, ook<br />
om het aanbod van het openbaar vervoer uit te<br />
bouwen. Daar zal geld nodig zijn dat buiten de begroting<br />
dient gevonden te worden. Het lid vraagt<br />
daarover snel duidelijkheid zodat éénieder weet<br />
wat via de begroting zal gerealiseerd worden en<br />
wat via PPS zal verwezenlijkt worden.<br />
De heer Jul Van Aperen onderkent twee grote problemen.<br />
Er is een financieringsprobleem omdat er te weinig<br />
middelen voorhanden zijn. De oplossing biedt zich<br />
57 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
aan via PPS waardoor nieuwe middelen kunnen<br />
gegenereerd worden. Maar niemand weet wat het<br />
resultaat zal zijn. Hij stelt daarom concreet voor<br />
een proefproject op te zetten om middelen te genereren.<br />
Met dat kapitaal kunnen dan een aantal projecten<br />
gefinancierd worden. Misschien komen er<br />
voldoende middelen om én de Ring te sluiten, én<br />
de Singel een betere doorstroming te geven en om<br />
een aantal tramlijnen te ondersteunen.<br />
Daarnaast is er de krapte van de arbeidsmarkt die<br />
maakt dat niet alle diensten onmiddellijk kunnen<br />
opgevuld worden. Hoe meer werken gepland, hoe<br />
meer controle er nodig is op die werken. Het lid<br />
stelt volgende formule voor. De overheid formuleert<br />
de planning en gaat op zoek in de privésector<br />
naar uitvoerders. Infrastructuurwerken worden dan<br />
gedaan door (onder)aannemers, terwijl de administratie<br />
de controlerende functie waarneemt voor<br />
de structurele werken.<br />
De heer Jul Van Aperen besluit dat er echter één<br />
grote onbekende is : het succes van PPS. Hoe meer<br />
geld er via PPS wordt vrijgemaakt, hoe minder<br />
middelen er vanuit de algemene begroting moeten<br />
worden aangetrokken.<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer is van oordeel<br />
dat men veel te veel verwacht van PPS. Dit is<br />
niet het manna dat vanuit de hemel neervalt. De<br />
privésector zal slechts investeren in PPS als ze er<br />
geld kan uithalen. Er moet sowieso voor de privésector<br />
een return zijn. En moet iemand de rekening<br />
betalen. Naarmate de burger bereid is te betalen<br />
hetzij via directe belastingen, hetzij via indirecte<br />
weg, zal de overheid er minder of meer geld insteken.<br />
In alle realiteit kan men dus niet voorspellen<br />
hoeveel geld er vanuit de overheid zal ingestoken<br />
worden. Men zal een project moeten voorstellen en<br />
kijken wie betaalt : hetzij via tol, schaduwtol,…<br />
De heer Jul Van Aperen ziet twee mogelijke formules.<br />
Ofwel ontwerpt men een totaalproject Antwerpen<br />
dat budgettair kwantificeerbaar is, ofwel<br />
gaat het uitsluitend over het sluiten van de Ring<br />
waarvoor een afzonderlijk PPS-project wordt gesloten.<br />
Hijzelf opteert in Antwerpen voor een totaalproject<br />
omdat dit budgettair doorzichtiger is.<br />
Dan kan ook beslist worden welk bedrag vanuit de<br />
algemene middelen kan geïnjecteerd worden. Alle<br />
andere middelen moeten dan vanuit PPS gegenereerd<br />
worden.<br />
Minister Steve Stevaert verklaart dat zou kunnen<br />
overwogen worden om bv. 10 miljard frank als<br />
startbonus toe te kennen.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 58<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer repliceert<br />
dat deze formule mogelijk is maar dat dan ook duidelijk<br />
op voorhand moet geweten worden waar de<br />
andere middelen moeten vandaan komen.<br />
De heer Carl Decaluwe stelt vast dat er enorm veel<br />
gepraat werd over PPS maar dat het thans de eerste<br />
keer is dat PPS juridisch vertaald werd in teksten<br />
– de twee artikelen in het Programmadecreet.<br />
Men moet weten op welke manier de privésector<br />
betrokken wordt. Is er een opname van de privésector<br />
in de werkgemeenschap ? Wat is de stand<br />
van zaken i.v.m. de private inbreng ? M.b.t. het project<br />
rond de sluiting van de Ring zijn er in het verleden<br />
een aantal pistes gelanceerd : Amerikaanse<br />
pensioenfondsen, de opbrengsten van een privatisering<br />
van de GIMV…<br />
Hij wenst duidelijkheid over de private inbreng en<br />
een mogelijke startbonus. Het lid ziet daarvan geen<br />
sporen in deze begroting 2001. Aan welke pistes<br />
denkt men ?<br />
Minister Steve Stevaert vindt deze vragen voorbarig<br />
en verklaart dat deze problematiek in de Commissie<br />
Financiën en Begroting moet aangekaart<br />
worden. Het is de bedoeling dat er een kapstok<br />
wordt gecreëerd waarmee de minister bevoegd<br />
voor Financiën het kader kan uittekenen samen<br />
met verschillende inhoudelijk bevoegde ministers.<br />
De heer Jul Van Aperen vraagt duidelijkheid over<br />
de aanpak van het structureel onderhoud van de<br />
kleine Ring. Is er een concrete timing en moet er<br />
niet gewacht worden totdat de Singel aangepast is<br />
en er een betere doorstroming kan verzekerd worden<br />
?<br />
Minister Steve Stevaert verwijst opnieuw naar de<br />
erfenis van het verleden : het probleem is steeds<br />
naar voren geschoven. Maar nu moet het onderhoud<br />
gebeuren.<br />
Hij verklaart dat men eerst zal starten met een<br />
campagne om de bevolking te sensibiliseren. Met<br />
allerlei instrumenten zal gepoogd worden de mensen<br />
zoveel mogelijk van de Ring weg te houden.<br />
Hij onderlijnt dat de op stapel staande operatie<br />
zonder voorgaande is : een dergelijk omvangrijk<br />
werk is nog nooit gebeurd. De minister vraagt zich<br />
af in hoeverre deze sensibiliseringscampagne enig<br />
effect zal ressorteren.<br />
– Wegenonderhoud<br />
De heer Carl Decaluwe is van oordeel dat de 350<br />
miljoen frank extra voor wegenonderhoud niet be-<br />
tekent dat er meer aan wegenonderhoud zal gedaan<br />
kunnen worden. Het lid baseert zich hiervoor<br />
op de memorie van toelichting waar vermeld wordt<br />
dat "het extra geld nodig is voor de meerkosten,<br />
onder meer de milieuwetgeving en de veiligheidsvereisten".<br />
Hij leidt daaruit af dat wegenonderhoud<br />
zelf niets extra kan. Het gaat over bermbeheer,<br />
e.a maar niet over de structuur van de wegen<br />
zelf.<br />
De minister beaamt deze stelling.<br />
– Investeringsprogramma wegen<br />
De heer Carl Decaluwe verwijst naar het investeringsprogramma<br />
voor de wegen (fysisch programma).<br />
Dit stijgt met 1,2 miljard frank.<br />
750 miljoen frank wordt voorzien voor het wegwerken<br />
van de structurele achterstand inzake structureel<br />
onderhoud. Volgens de minister bedroeg het<br />
budget voor onderhoud van de wegen vorig jaar<br />
3.104,3 miljoen frank + 750 miljoen frank : dit geeft<br />
3.854,3 miljoen frank.<br />
Volgens het rapport Helleven is er 3 à 3,5 miljard<br />
op jaarbasis nodig om het wegennet op peil te houden.<br />
Om effectief een inhaaloperatie te kunnen uitvoeren,<br />
zijn extra middelen nodig. Met 4 miljard op<br />
jaarbasis duurt het volgens datzelfde rapport nog<br />
38 jaar vooraleer de middellangetermijndoelstellingen<br />
gerealiseerd kunnen worden en zelfs 55 jaar<br />
voor de langetermijndoelstellingen. Zal de minister<br />
de middelen de komende jaren verder structureel<br />
verhogen om deze termijnen in te korten ? De heer<br />
Carl Decaluwe heeft begrepen dat er véél meer<br />
middelen gevraagd werden aan de regering voor<br />
het structureel onderhoud, maar dat de minister<br />
deze niet heeft gekregen ?<br />
Er wordt 400 miljoen frank extra uitgetrokken<br />
voor het wegwerken van zwarte punten. Hierdoor<br />
komt het bedrag op 1,4 miljard frank. De herinrichting<br />
van 1 gevaarlijk punt kost gemiddeld 25<br />
miljoen frank. Met 1,4 miljard frank kunnen volgend<br />
jaar aldus 56 gevaarlijke punten aangepakt<br />
worden. Er zijn nog ca. 800 gevaarlijke punten in<br />
Vlaanderen. Conclusie van een eenvoudig rekensommetje<br />
is dat er nog een termijn van ruim 14<br />
jaar nodig is voor het wegwerken van alle zwarte<br />
punten. Is de minister van plan het tempo de komende<br />
jaren op te drijven ?<br />
De heer Carl Decaluwe concludeert dat hij de beloofde<br />
extra inspanningen niet ziet voor het structureel<br />
onderhoud en het wegwerken van de zwarte<br />
punten. Dat is nochtans een topprioriteit van deze
egering. Hij verwijst naar het regeerakkoord dat<br />
het heeft over het verminderen van het aantal verkeersslachtoffers<br />
met éénderde.<br />
Op de opmerkingen van de heer Carl Decaluwe<br />
over de budgetten voor het wegwerken van de achterstand<br />
van het structureel onderhoud, de fietspaden,<br />
de doortochten en de zwarte punten, repliceert<br />
de minister dat er vanuit het <strong>Parlement</strong> wordt<br />
gesteld dat de budgetverhoging voor wegeninfrastructuur<br />
onvoldoende is en dat meer noodzakelijk<br />
is. De minister gaat hiermee akkoord. Elke minister<br />
vindt dat zijn budget onvoldoende is en wenst<br />
meer beleidskredieten. Zoals het een minister past,<br />
zal hij dus ook bij de volgende begrotingsrondes<br />
pleiten voor een budgetverhoging.<br />
Niettemin kan de minister niet toestaan dat de<br />
budgetverhoging geminimaliseerd wordt.<br />
Het constant beleid voorziet ongeveer 1 miljard<br />
frank per jaar voor de herinrichting van doortochten.<br />
Volgens het ritme constant beleid duurt het<br />
dus ongeveer 27 jaar om al deze wegen opnieuw in<br />
te richten. Nu zal er 500 miljoen frank extra uitgegeven<br />
worden voor de herinrichting van doortochten,<br />
of 1,5 miljard frank per jaar. De termijn bedraagt<br />
dan nog 18 jaar. Theoretisch gezien zal de<br />
budgetverhoging de termijn dus met 9 jaar verminderen.<br />
Voor wat het onderhoud van de wegen betreft<br />
wordt het budget omhoog gedreven met 750 miljoen<br />
frank. Het totaal budget voor het onderhoud<br />
van de wegeninfrastructuur bedroeg in het verleden<br />
rond de 3,5 miljard frank per jaar. Met dit bedrag<br />
wordt de onderhoudsachterstand weggewerkt<br />
op 38 jaar. Door de budgetverhoging van 750 miljoen<br />
frank per jaar zal de onderhoudsachterstand<br />
weggewerkt worden op ongeveer 15 jaar. De budgetverhoging<br />
zal de termijn voor het wegwerken<br />
van de onderhoudsachterstand dus met 23 jaar verminderen.<br />
Voor wat het wegwerken van zwarte punten betreft,<br />
wordt er een extra budget voorzien van 400<br />
miljoen frank. Hierdoor zal de termijn voor het<br />
wegwerken van alle zwarte punten teruglopen van<br />
40 jaar (constant beleid) naar 22 jaar.<br />
Voor de fietspaden wordt het budget verhoogd met<br />
350 miljoen tot 1.350 miljoen frank. Tegen constant<br />
beleid vergt het 14 jaar om alle noodzakelijke fietspaden<br />
aan te leggen. Met het extra budget wordt<br />
deze termijn teruggebracht tot ongeveer 10 jaar,<br />
hetzij een reductie met 4 jaar.<br />
59 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
Het gaat over ruwe berekeningen op basis van gemiddelden<br />
die enkel tot doel hebben een idee te<br />
geven wat het effect is van de respectieve verhogingen.<br />
Op de verwijzing naar de regeerverklaring dat de<br />
budgetverhoging onvoldoende is om de doelstelling<br />
te realiseren om het aantal verkeersslachtoffers<br />
drastisch terug te dringen, stelt de minister<br />
dat een reductie van het aantal verkeersslachtoffers<br />
bekomen moet worden door een combinatie<br />
van maatregelen. Met een verbetering van de infrastructuur<br />
wordt slechts 15% van het potentieel gehaald.<br />
80% wordt gehaald via een aanpassing van<br />
het rijgedrag en 5% via veiligere voertuigen.<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer noteert dat<br />
de minister verklaard heeft dat een budgetverhoging<br />
noodzakelijk is om een aantal programmas<br />
mogelijk te maken. Maar zij stelt als dit niet voorzien<br />
is in de meerjarenbegroting en derhalve deze<br />
meerjarenbegroting geen frank meer toelaat, is dit<br />
een loze belofte. Zij noteert dat m.a.w. de meerjarenbegroting<br />
slechts een vodje papier is.<br />
Minister Steve Stevaert repliceert dat in de meerjarenbegroting<br />
een aantal posten zullen fluctueren<br />
(sommigen in min of plus), maar deze discussie<br />
moet gevoerd worden in de Commissie voor Algemeen<br />
Beleid, Financiën en Begroting. Hij benadrukt<br />
dat hij zal pogen budgetverhogingen los te<br />
krijgen.<br />
– Liefkenshoektunnel<br />
De heer Luwig Caluwé stelt dat er sprake is om de<br />
Liefkenshoektunnel tolvrij te maken in geval van<br />
calamiteiten en op het ogenblik dat de werken aan<br />
de Ring zouden starten. De vraag is of men iets<br />
voorziet om de maatschappij die de Liefkenshoektunnel<br />
uitbaat, daarvoor te compenseren ? Hij<br />
vindt daarvan niets terug in de begroting 2001. Hij<br />
vraagt wat er gebeurt als er effectief zich een zware<br />
calamiteit voordoet. Moet er geen aanvullende<br />
post op de begroting daarvoor worden voorzien ?<br />
Op de opmerking i.v.m. de Liefkenshoektunnel<br />
vermeldt de minister dat er in het indicatief meerjarenprogramma<br />
dat aan het parlement zal medegedeeld<br />
worden, voor 2001 een budget van 50 miljoen<br />
frank voorzien zal worden voor de infrastructurele<br />
aanpassingen die noodzakelijk zijn om het<br />
tolvrij gebruik van de Liefkenshoektunnel mogelijk<br />
te maken. Er is inmiddels een inventaris opgemaakt<br />
van alle aanpassingen en verbeteringen die<br />
er doorgevoerd moeten worden.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 60<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer noteert dat<br />
de minister 50 miljoen frank vrijmaakt voor infrastructuuraanpassing<br />
aan de Liefkenshoektunnel.<br />
Maar zij wenst te vernemen of de maatschappij zelf<br />
geen compensaties krijgt voor de derving van inkomsten<br />
? Men kan toch zomaar niet zeggen dat<br />
de tol wordt afgeschaft en dat er bijgevolg geen inkomsten<br />
meer zijn ?<br />
De minister repliceert dat het inderdaad logisch is<br />
dat de maatschappij gecompenseerd wordt a rato<br />
van de gederfde inkomsten. Er is in het VIF een<br />
machtiging voorzien om deze middelen ter beschikking<br />
te stellen. Over de ordegrootte van die<br />
middelen is er een overleg lopende.<br />
Over de 50 miljoen frank voor infrastructurele aanpassingen<br />
verduidelijkt de minister dat die echt<br />
nodig zijn. Indien de Liefkenshoektunnel wordt<br />
opengesteld, krijgt men een gigantische toevloed.<br />
Het huidige poortensysteem zal aanleiding geven<br />
tot ernstige filevorming. Vandaar de 50 miljoen<br />
frank om de poorten aan te passen zodat de capaciteit<br />
van de tunnel bij openstelling – geen tol – kan<br />
verhoogd worden en de doorstroming te verzekeren.<br />
Er wordt gedacht aan een soort van bypass.<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer dringt aan<br />
op enige coherentie. Er zijn her en der PPS-constructies<br />
in de maak – maar de bedrijven die investeren<br />
moeten op een normale manier gehonoreerd<br />
worden – en de Liefkenshoektunnel wordt dan volledig<br />
tolvrij gemaakt vanuit het budget.<br />
De minister repliceert dat er enkel sprake kan zijn<br />
van tolvrijmaken bij ernstige calamiteiten. Dat is<br />
een verzuchting van alle fracties, maar de onderneming<br />
zal daarvoor vergoed worden.<br />
De heer Marc Cordeel uit de bekommernis dat er<br />
een rechtstreekse aansluiting moet komen tussen<br />
de E17 en de Liefkenshoektunnel om het Waasland<br />
bereikbaar te maken.<br />
De heer Jul Van Aperen verklaart dat het tolvrijmaken<br />
van de Liefkenshoektunnel tijdens de werken<br />
aan de Ring van Antwerpen een bekommernis<br />
is van éénieder. Hij betwijfelt echter of de 50 miljoen<br />
frank wel een zinvolle uitgave is : hij is van<br />
oordeel dat een bypass overbodig is om de doorstroming<br />
vlotter te maken.<br />
Minister Steve Stevaert repliceert dat er meer aanpassingen<br />
moeten gebeuren. De minister verklaart<br />
dat hij het eens is met mevrouw Wivina Demeester-De<br />
Meyer dat de Liefkenshoektunnel tolvrij<br />
maken voor langere periodes, juridische problemen<br />
stelt.<br />
– DAB Linkerscheldeoever<br />
De heer Ludwig Caluwé stelt vast dat de dotatie<br />
van de DAB Linkerscheldeoever daalt. In de verantwoording<br />
wordt gesteld dat te wijten is aan een<br />
mogelijk te innen ontvangst is uit achterstallige<br />
vorderingen op de Provincie Antwerpen inzake onroerende<br />
voorheffing 1997 en 1998. Hij kreeg hierover<br />
graag meer uitleg.<br />
Minister Steve Stevaert zegt dat er daar een discussie<br />
is. Meer wenst hij daarover niet te zeggen.<br />
– Varia<br />
De heer Carl Decaluwe stelt vast dat er dit begrotingsjaar<br />
geen inkomsten meer worden begroot uit<br />
boetes voor overwicht van vrachtwagens. Vorig jaar<br />
werd er 96 miljoen frank begroot, dit jaar wordt er<br />
amper 1 tot 2 miljoen frank verwacht aan ontvangsten.<br />
De reden hiervoor zou een bevoegdheidsconflict<br />
zijn met de federale overheid. De <strong>Vlaams</strong>e<br />
overheid heeft zich wel enorm ingespannen voor<br />
de weegbruggen. Kan de minister hier wat meer<br />
uitleg bij geven ?<br />
Wat de opmerking i.v.m. de geraamde ontvangsten<br />
afkomstig van boetes voor overladen vrachtwagens<br />
die maar voor 1 miljoen frank werd begroot betreft,<br />
antwoordt de minister dat het vermelde bedrag<br />
van 1 miljoen eerder symbolisch is omdat de<br />
uitvoering van het aslastendecreet nog niet rond is.<br />
Dit betekent zeker niet dat de weegbruggen niet<br />
gebruikt worden. Er worden regelmatig controles<br />
uitgevoerd door de Rijkswacht.<br />
De werving van 10 wegeninspecteurs voor de vaststelling<br />
van overgewicht, die oorspronkelijk was<br />
voorzien voor begin 2000, is momenteel aan de<br />
gang en zal effectief gebeuren begin 2001. De selectieproeven<br />
hebben plaats in de maand december.<br />
Deze vertraging is te wijten aan het beperkte<br />
personeelsbestand bij Selor (ex-VWS), waardoor<br />
wervingsexamens slechts met mondjesmaat kunnen<br />
worden georganiseerd. In januari kan de opleiding<br />
van de inspecteurs starten, waarbij ze gedurende<br />
de drie maanden durende opleiding ook<br />
praktische ervaring zullen opdoen door samen met<br />
de Rijkswacht wegingen uit te voeren. Begin april<br />
zouden de inspecteurs dan operationeel kunnen<br />
zijn. De bestelling voor de noodzakelijke voertuigen<br />
en aangepaste kledij is ondertussen reeds gebeurd.<br />
Er kan dus verwacht worden dat de toepas-
sing van het aslastendecreet in de loop van 2001 op<br />
kruissnelheid kan komen. Van de geraamde ontvangsten<br />
voor 2000 werd nog niets geïnd. Daarom<br />
werd voor 2001 geopteerd om een zeer voorzichtige<br />
raming voorop te stellen ten bedrage van 1,0<br />
miljoen frank.<br />
De heer Carl Decaluwe stelt vast dat na de stijging<br />
met 33 miljoen frank voor dit jaar, de ontvangsten<br />
uit schadevergoedingen voor volgend jaar weer<br />
zullen dalen met 30,8 miljoen frank. Hoe verklaart<br />
de minister deze schommelingen ?<br />
In verband met de geraamde ontvangsten inzake<br />
schadevergoeding die met een dertigtal miljoen<br />
frank gezakt zijn, antwoordt de minister dat de ontvangsten<br />
uit schaderegelingen voor 2000 werden<br />
geraamd op 315,0 miljoen frank. Deze ontvangsten<br />
bestaan hoofdzakelijk uit schadevergoedingen betaald<br />
door derden als gevolg van beschadigingen<br />
aan eigendommen van het <strong>Vlaams</strong> Gewest (door<br />
ongevallen, vandalisme…). De ontvangsten zijn<br />
dus afhankelijk van de uitspraken van rechtbanken<br />
en gerechtshoven en fluctueren sterk van jaar tot<br />
jaar. Op 31 juli 2000 (eerste 7 maanden) was hiervan<br />
179,9 miljoen frank ontvangen. Wanneer we dit<br />
bedrag extrapoleren voor het volledige jaar 2000<br />
komen we tot het volgende bedrag : (179,9 miljoen<br />
frank x 12 maanden)/7 maanden = 308,4 miljoen<br />
frank. Voor 1998 werden 314,6 miljoen frank ontvangsten<br />
geboekt en voor 1999 255,5 miljoen frank.<br />
Wanneer we het gemiddelde over 1998, 1999 en<br />
2000 nemen, komen we op een bedrag van 292,8<br />
miljoen frank. Met het inbouwen van een veiligheidsmarge<br />
naar beneden (gezien het geraamde<br />
ontvangsten betreft) ramen we voor 2001 deze ontvangsten<br />
op 280,0 miljoen frank. Verhoogd met de<br />
index van 1,5% geeft dit 284,2 miljoen frank.<br />
De heer Carl Decaluwe verwijst naar de memorie<br />
van toelichting bij de begroting waar wordt gesteld<br />
dat de uitgaven voor structureel onderhoud dienen<br />
te kaderen in de vooropgestelde doelstellingen van<br />
AWV : de structurele bestrijding van de verkeersoverlast<br />
en omgevingshinder aanpakken. Hij<br />
vraagt naar de resultaten. Zit men thans reeds in<br />
een dalende lijn ?<br />
Hetzelfde lid heeft vragen rond de wegen en de ondersteunende<br />
diensten. In de memorie van toelichting<br />
wordt gesteld dat het investeringsvolume voor<br />
de basisinfrastructuur moet op peil worden gehouden.<br />
De laatste vier jaren was dat een investering<br />
van 800 miljoen frank per jaar, terwijl een paar paragrafen<br />
verder er sprake is van 300 miljoen frank<br />
per jaar. Is dit een tegenstrijdigheid ?<br />
61 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
De minister verklaart dat de bedragen (800 em 300<br />
miljoen frank – toelichting pag 911 toelichting)<br />
moeten opgeteld worden. De 800 miljoen frank is<br />
voorzien voor nieuwe installaties en de 300 miljoen<br />
frank voor het structureel onderhoud van elektromechanische<br />
installaties.<br />
Omtrent verkeersbegeleiding en telematica is de<br />
heer Carl Decaluwe ontgoocheld dat er daarrond<br />
geen extrabudgettaire inspanningen gebeuren.<br />
Nochtans beweren specialisten dat bij gebruik van<br />
telematica de capaciteit van de wegen kan verhogen<br />
met 6%. Hij vraagt waarom er daarvoor geen<br />
extrainspanningen worden begroot ?<br />
De heer Carl Decaluwe stelt vast dat de post<br />
"schadevergoeding aan derden" ten opzichte van<br />
de begroting van vorig jaar van 40 miljoen naar 60<br />
miljoen frank stijgt. Ook voor 2000 werd dit budget<br />
ondertussen op 60 miljoen frank gebracht via een<br />
herschikking van de kredieten omdat de oorspronkelijke<br />
40 miljoen al uitgeput was in mei. Zijn deze<br />
toch wel hoge schadevergoedingen het gevolg van<br />
het slechte onderhoud van de wegen ? Of gaat het<br />
hier om andere schadevergoedingen ?<br />
Minister Steve Stevaert antwoordt dat hij tijdens<br />
de volgende vergadering een antwoord zal verstrekken.<br />
De minister geeft volgende toelichting in een volgende<br />
vergadering.<br />
De uitgaven ten gevolge van dadingen of gerechtelijke<br />
procedures, waarbij de administratie wordt<br />
veroordeeld tot het betalen van schadevergoedingen,<br />
zijn moeilijk te ramen en zeer sterk afhankelijk<br />
van de gerechtelijke uitspraken. De 40,0 miljoen<br />
frank die werden ingeschreven voor 2000<br />
waren eind mei 2000 reeds volledig opgebruikt<br />
waardoor een kredietherschikking binnen het VIF<br />
noodzakelijk was omdat nieuwe schadevergoedingen<br />
dienden betaald. Op dit ogenblik is zelfs een<br />
tweede verhoging van het krediet doorgevoerd<br />
binnen het VIF en staat dit krediet op 80 miljoen<br />
frank, waarvan op 23.11.2000 reeds 77 miljoen<br />
frank een bestemming heeft gekregen. Zo werd in<br />
2000 het <strong>Vlaams</strong> Gewest bijvoorbeeld in één enkel<br />
dossier veroordeeld tot het betalen van een totale<br />
schadevergoeding van 24,2 miljoen (13,7 miljoen<br />
aan de NMBS en 10,5 miljoen aan een particulier<br />
die in dit dossier betrokken was).<br />
In 1998 en 1999 werden de kredieten van 65,0 miljoen<br />
frank en 78,0 miljoen frank eveneens zogoed<br />
als volledig opgebruikt.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 62<br />
Voor 2001 is het daarom opportuun het krediet te<br />
verhogen tot 60,0 miljoen frank om te anticiperen<br />
op mogelijke gerechtelijke uitspraken in ons nadeel,<br />
daar er de laatste jaren een stijging in het aantal<br />
veroordelingen van het <strong>Vlaams</strong> Gewest is waar<br />
te nemen.<br />
De schadevergoeding van 24,2 miljoen frank betrof<br />
een ongeval dat gebeurde in 1977. Een vrachtwagen<br />
slipte op een olievlek op de weg, waarvan de<br />
oorsprong onbekend was, en botste op een huis. De<br />
Belgische staat werd aansprakelijk gesteld op<br />
grond van het volgende : "de olievlek vormt een<br />
gebrek in de weg en maakt hem ongeschikt voor<br />
zijn normaal gebruik".<br />
Het <strong>Vlaams</strong> Gewest is nu, als rechtsopvolger van<br />
de Belgische staat in deze, veroordeeld tot het betalen<br />
van de schadevergoeding :<br />
– terugbetaling van de vergoedingen die de werkgever<br />
(de NMBS) aan de betrokkene heeft betaald<br />
;<br />
– bijkomende onkosten en ontbering van premies<br />
(o.a. verlies van kans op promotie, …) ;<br />
– vermeerderd met de intresten.<br />
– Programma 63.20 Gemeenschappelijk Vervoer<br />
De heer Johan Malcorps verwijst naar zijn algemene<br />
beschouwingen geformuleerd tijdens de algemene<br />
ronde van deze besprekingen. Hij vraagt naar<br />
het standpunt van de minister omtrent de actie omtrent<br />
doorstroming (foutparkeerders en fileprobleem)<br />
die vandaag donderdag 23 november 2000<br />
door de buschauffeurs van De Lijn in het Antwerpse<br />
wordt gevoerd. Hoe gaat de minister concreet<br />
reageren ?<br />
Hoeveel middelen zijn er voor een fijnmazig net en<br />
de creatie van een groter aanbod ?<br />
Hetzelfde lid herhaalt zijn bekommernis dat de<br />
projecten die De Lijn hier in deze commissie gepresenteerd<br />
heeft in het kader van het investeringsprogramma<br />
voor de komende jaren, niet vertaald<br />
werden in deze begroting. Er zijn onvoldoende<br />
middelen beschikbaar binnen de normale begroting.<br />
De heer Johan Malcorps wenst te vernemen<br />
of De Lijn een indicatief meerjarenprogramma<br />
heeft.<br />
I.v.m. de stakingen in Antwerpen en de meervoudige<br />
problematiek die zich stelt, verduidelijkt minis-<br />
ter Steve Stevaert dat er voor de trams eigenlijk<br />
geen doorstromingsproblematiek zou mogen zijn :<br />
de trams beschikken immers over een eigen bedding.<br />
Het probleem van de foutparkeerders lijkt de<br />
minister dan ook een oplosbaar probleem te zijn.<br />
Dat is echter zeer duidelijk een taak voor de lokale<br />
overheid.<br />
Wat de fileproblematiek betreft waarmee ook het<br />
openbaar vervoer mee wordt geconfronteerd, stelt<br />
de minister dat ook daar voor de bussen een eigen<br />
busbaan soelaas moet bieden. Hoe deze stelling<br />
praktisch moet geïmplementeerd worden, moet<br />
overlegd worden met de stad Antwerpen. Er zijn<br />
een aantal mogelijkheden ondermeer via gecombineerde<br />
systemen (gebruik van trambanen door de<br />
bus).<br />
Naar de verhoging van het aanbod, verklaart de<br />
minister dat er 700 miljoen frank extra wordt uitgetrokken.<br />
Het gaat om 500 miljoen frank in het<br />
kader van de basismobiliteit en 200 miljoen frank<br />
in het kader van de convenants.<br />
De minister antwoordt dat er inderdaad een zeer<br />
voorwaardelijk indicatief meerjarenprogramma bestaat<br />
met de planning van De Lijn. Hij is bereid om<br />
dit programma op te vragen maar vraagt de commissie<br />
om rekening te houden met het zeer voorwaardelijk<br />
karakter van deze planning.<br />
De heer Johan Malcorps wenst zich niet in de<br />
plaats te stellen van de uitvoerende macht maar wil<br />
enkel zicht krijgen op de ordegrootte van de middelen<br />
en de geplande projecten. Uit zijn analyse<br />
onthoudt de vraagsteller dat er 6,9 miljard frank<br />
nodig is om te realiseren wat De Lijn vooropstelt.<br />
Deze middelen zijn niet beschikbaar. Hij herhaalt<br />
dat het duidelijk moet zijn dat in de op stapel<br />
staande PPS-constructies ook een belangrijke post<br />
openbaar vervoer moet zitten.<br />
Minister Steve Stevaert is het eens dat er inderdaad<br />
een luik openbaar vervoer moet voorzien<br />
worden via PPS. Hij maakt zich bovendien sterk<br />
dat de voorziene middelen voldoende zijn om de<br />
doelstellingen voor 2001 te realiseren, ook al<br />
omdat er een aantal zaken wegvallen waardoor er<br />
opnieuw middelen vrijkomen.<br />
De heer Ludwig Caluwé vraagt verduidelijking<br />
omtrent de projecten basismobiliteit. In de toelichting<br />
worden een aantal gemeenten opgesomd : die<br />
opsomming komt evenwel niet overeen met het fysisch<br />
programma van De Lijn.
Minister Steve Stevaert verklaart dat in het kader<br />
van de bespreking van het decreet basismobiliteit<br />
een verfijnde opsomming zal worden gegeven, ook<br />
via kaartmateriaal.<br />
De vraagsteller repliceert of de toelichting correct<br />
is of het programma van De Lijn ?<br />
De minister verwijst naar een lijst van De Lijn die<br />
de leden van deze commissie bij overzending werd<br />
toegezonden. Hij verklaart dat de lijst van De Lijn<br />
het resultaat is van de objectieve behoeftenanalyse.<br />
De heer Johan Malcorps stelt vast dat als deze lijst<br />
van De Lijn de juiste lijst is, dit betekent dat er wel<br />
projecten basismobiliteit op stapel staan in stedelijk<br />
gebied maar niet in de steden zelf ?<br />
Deze stelling wordt niet tegengesproken door de<br />
minister.<br />
De heer André Denys verwijst naar de algemene<br />
beschouwingen van de heer Jul Van Aperen in het<br />
kader van de algemene ronde van deze begrotingsbesprekingen.<br />
De VLD-fractie is voorstander van<br />
een evenwicht in de begroting tussen de uitbouw<br />
van het openbaar vervoer en de inspanningen op<br />
vlak van de infrastructuur. De aandacht voor het<br />
openbaar vervoer is dus niet ondergeschikt. Hij is<br />
bekommerd om de uitbouw van het gemeenschappelijk<br />
vervoer. De interveniant is daarom ook onaangenaam<br />
verrast door de acties van heden in<br />
Antwerpen. Deze staking is geen goede zaak voor<br />
de imago van het gemeenschappelijk vervoer. Hij<br />
vraagt of deze aktie enkel gericht is op de eigen lijnen<br />
van De Lijn ?<br />
Hetzelfde lid weet dat het beleid van de minister<br />
inzake openbaar vervoer twee pijlers heeft : enerzijds<br />
het verhogen van het aanbod en anderzijds<br />
sleutelen aan de tarieven. De VLD-fractie is van<br />
oordeel dat er limieten zijn aan dit beleid van verhoging<br />
van het aanbod en vermindering van de tarieven.<br />
Een mogelijke oplossing om beide beleidsopties<br />
te verzoenen, kan bestaan in voorstellen om<br />
lijnen te privatiseren. Hij verwijst naar buitenlandse<br />
voorbeelden – Kopenhagen. De heer André<br />
Denys betreurt dat deze discussie niet gevoerd<br />
wordt en ook niet aan bod komt in de beleidsbrief<br />
van de minister. Hij wenst van de recente regeringsbeslissing<br />
over de hervorming van de <strong>Vlaams</strong>e<br />
administratie en de VOI's (hervorming tot verzelfstandigde<br />
eenheden) gebruik te maken om het<br />
debat over de kerntaken (en PPS) aan te zwengelen.<br />
Concreet wenst het lid de visie van de minister<br />
te kennen over de nieuwe taken (beleidsvoorbereiding<br />
en uitvoering) van de VOI De Lijn – VVM.<br />
63 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
De VLD-fractie is van mening dat een betere taakafbakening<br />
wellicht mogelijkheden schept om een<br />
beter aanbod te creëren en te werken aan een tariefbeleid.<br />
Hij wenst ook inzicht te krijgen in de<br />
kostenstructuur van De Lijn.<br />
De heer Carl Decaluwe sluit zich aan bij de bekommernis<br />
van de heer André Denys i.v.m. de<br />
kerntaken en nieuwe opdrachten van de VOI's. Hij<br />
is wel verrast door het pleidooi van Agalev voor<br />
een PPS-systeem voor het gemeenschappelijk vervoer.<br />
De heer Johan Malcorps verduidelijkt dat zijn eerste<br />
voorkeur uitgaat naar de normale middelen<br />
vanuit de algemene begroting maar dat hij willens<br />
nillens bij gebrek aan voldoende middelen heil verwacht<br />
van PPS. Voor zijn fractie is daarover geen<br />
ideologisch taboe.<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer onderlijnt<br />
nogmaals dat PPS geen toverformule is en niet gratis<br />
is. PPS vergt trouwens een engagement van de<br />
privésector.<br />
Minister Steve Stevaert repliceert dat deze stelling<br />
van mevrouw Wivina Demeester-De Meyer totaal<br />
onjuist is. Er zijn voldoende voorbeelden in het<br />
buitenland waarbij met schaduwtol wordt gewerkt<br />
zodat de gebruiker gratis kan gebruik maken van<br />
de faciliteit en dat de overheid de rekening betaalt.<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer beweert<br />
dat dit geen PPS is. Iemand moet trouwens sowieso<br />
de rekening betalen maar als de middelen uit het<br />
budget komen, waarom moet er dan geopteerd<br />
worden voor een PPS-constructie. Er moet een return<br />
voor de privésector zijn ; als de return van de<br />
overheid komt, heeft PPS geen zin en kan de overheid<br />
dat beter zelf organiseren en doen. Ze is het<br />
wel eens dat er sociale correcties moeten mogelijk<br />
zijn naar bepaalde categorieën.<br />
De minister en de heer André Denys zijn het hiermee<br />
oneens. De heer André Denys verwijst naar<br />
het voorbeeld van de Docklands in London dat de<br />
commissie dit voorjaar bezocht. Daar heeft men<br />
perfect op basis van een aanbesteding door de inbreng<br />
van de privé sociale correcties mogelijk gemaakt<br />
voor de gebruiker. Er is weliswaar een prijskaartje<br />
voor de overheid.<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer blijft erbij<br />
dat als de overheid alles moet corrigeren, dit betekent<br />
dat de overheid alles ook moet betalen en<br />
heeft de omweg via PPS geen zin. Zij verwijst naar<br />
het voorbeeld in Nederland met de monorailsta-
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 64<br />
tions waar de privé uitdrukkelijk zegt dat zij de<br />
prijzen vastlegt en dat als de overheid een reductie<br />
wenst, ze die zelf moet bekostigen.<br />
De heer Carl Decaluwe is van oordeel dat men<br />
duidelijk het onderscheid moet maken tussen investeringen<br />
en exploitatie. Ook de problematiek in<br />
verband met de pachters en de eigen regie moet<br />
hierbij betrokken worden. De stelling van de CVPfractie<br />
is dat mits de garantie van kwaliteit, het om<br />
het even is wie het doet. Er moet wel steeds gekeken<br />
worden naar de toegevoegde waarde : kan men<br />
met dezelfde budgettaire middelen meer gebeuren<br />
dan als we het zelf doen. Deze discussie moet gevoerd<br />
worden.<br />
Een volledige realisatie van basismobiliteit zoals<br />
bepaald in het ontwerp van decreet, zou volgens<br />
voorzichtige ramingen van De Lijn minimaal 4 à 5<br />
miljard frank per jaar aan exploitatie kosten (vroeger<br />
was er eerst sprake van 14 miljard, later van 8<br />
miljard). Na 2 jaar worden de beleidskredieten op<br />
een kleine 850 miljoen gebracht. Met nog 3 jaar<br />
voor de realisatie van basismobiliteit betekent dit<br />
dat er in 2002, 2003 en 2004 in totaal nog ca. 3,5<br />
miljard aan beleidskredieten moet bijkomen. Waarom<br />
wordt dit jaar het tempo nog niet<br />
opgetrokken ? Gaat men dit in praktijk wel kunnen<br />
realiseren vóór eind 2004 ? Welke normen<br />
worden er nu gehanteerd voor basismobiliteit ? In<br />
het ontwerp van decreet staan geen normen in ; er<br />
wordt verwezen naar uitvoeringsbesluiten. Vorig<br />
jaar zei de minister een halte op 750 meter en 36<br />
bedieningen in de grotere stedelijke gebieden, 650<br />
meter en 24 bedieningen in de kleinere stedelijke<br />
gebieden en 500 meter en 12 bedieningen in landelijke<br />
gebieden. In het ontwerp-decreet vinden we<br />
deze normen niet terug.<br />
Maar voor het budget is het van cruciaal belang dat<br />
we de normen kennen, zeker met het oog op het<br />
uitstippelen van een groeipad in een meerjarenbegroting.<br />
De minister zegt wel dat hij zich engageert om wat<br />
vastgelegd werd, te betalen, maar hoe gaat dat gebeuren<br />
?<br />
Op welke basis werd de prioriteitenlijst van de gemeenten<br />
vastgelegd ?<br />
Hij is ook verontrust dat het onderscheid tussen<br />
vastleggingskrediet en ordonnanceringskrediet bijzonder<br />
groot blijft (meer dan 450 miljoen frank<br />
verschil).<br />
Kan er reeds een eerste evaluatie gemaakt worden<br />
van de eerste basismobiliteitprojecten ? Wat zijn de<br />
mobiliteitseffecten van al die bijkomende miljarden<br />
frank voor ondermeer gratis openbaar<br />
vervoer ?<br />
In antwoord op de vraag van de heer Carl Decaluwe<br />
in verband met de mobiliteitseffecten ten gevolge<br />
van het organiseren van bijkomend openbaar<br />
vervoer en de methodiek die werd aangewend bij<br />
de opmaak van de objectieve behoefteanalyse voor<br />
de basismobiliteit, verstrekt de minister volgende<br />
toelichting.<br />
Hierbij kan duidelijk naar het eerste pilootproject<br />
Brugge en andere gelijkaardige projecten worden<br />
verwezen.<br />
Hierbij werd vastgesteld dat bijkomend openbaar<br />
vervoer, gecombineerd met een aantal belangrijke<br />
flankerende maatregelen inzake parkeren en doorstroming,<br />
kan leiden tot een aanzienlijke vermindering<br />
van het autogebruik, het aantal ongevallen,<br />
een vermindering van de verkeersdruk, een stijging<br />
van het openbaar vervoergebruik, een stijging van<br />
het aantal fietsers en voetgangers.<br />
In de evaluaties van de diverse mobiliteitsconvenanten<br />
en basismobiliteitsprojecten die ondertussen<br />
werden afgesloten en of opgestart in de diverse<br />
regio's (Oostende, Mechelen, Kortrijk, Antwerpen,<br />
Gent, Leuven, Hasselt, Rupelstreek, …) kan worden<br />
vastgesteld dat zich gelijkaardige tendensen<br />
voordoen.<br />
Indien men het aantal reizigers van oktober 2000<br />
met oktober 1999 vergelijkt kan een stijging van 12<br />
% worden waargenomen.<br />
Met betrekking tot de exploitatieprioriteiten meldt<br />
de minister dat de VVM een objectieve behoefteanalyse<br />
heeft opgesteld.<br />
Volgens welke methodiek werd de objectieve behoefteanalyse<br />
nu vastgesteld ?<br />
Hierbij werd, vertrekkende van de situatie november<br />
1999, per gemeente een vergelijking gemaakt<br />
met de ideale situatie, waarbij volgende criteria in<br />
rekening werden gebracht :<br />
– de niet bediende oppervlakte op dinsdag (x 5),<br />
zaterdag en zondag ;<br />
– de niet afdoende bediende oppervlakte op een<br />
dinsdag (x 5), zaterdag en zondag ;
– de totale oppervlakte woongebied in de gemeente<br />
;<br />
– het inwoneraantal van de gemeente.<br />
Het resultaat van deze oefening werd onder de<br />
vorm van een lijst, per provincie, in deze commissie<br />
neergelegd (bijlage III).<br />
Ter verduidelijking en om alle misverstanden te<br />
vermijden : er is een klassement opgemaakt per<br />
provincie, omdat deze commissie gevraagd heeft<br />
om de middelen voor openbaar vervoer gelijkmatig<br />
te spreiden over het <strong>Vlaams</strong>e grondgebied.<br />
Er dient aangestipt dat er ondertussen uiteraard<br />
reeds vorderingen werden gemaakt tengevolge van<br />
diverse projecten die ondertussen werden opgestart<br />
in het jaar 2000, zowel ingevolge projecten basismobiliteit,<br />
als ingevolge convenant-projecten, als<br />
omwille van bijkomende versterkingsritten ingevolge<br />
de bijkomende vraag.<br />
In het kader van de bespreking van het decreet basismobiliteit<br />
zal de minister hier trouwens zéér uitvoerig<br />
op ingaan.<br />
Het ligt in de bedoeling van de minister om de objectieve<br />
behoefteanalyse te actualiseren op geregelde<br />
tijdstippen, omdat op deze wijze ook een<br />
nieuwe stand van zaken kan worden opgemaakt<br />
van de toestand. Hierbij zal rekening gehouden<br />
worden met de gemeenten die reeds aan bod gekomen<br />
zijn in de vorige jaren.<br />
Er dient tevens aangestipt dat, omwille van exploitatie-technische<br />
en budgettaire redenen, er van<br />
deze prioriteitenorde kan afgeweken worden. Dit<br />
is evenwel de uitzondering die de regel bevestigt.<br />
Het betreft meestal gevallen van aangrenzende gemeenten<br />
die best samengenomen worden in één<br />
exploitatiegebied.<br />
De minister repliceert verder dat deze uitgaven wel<br />
opgenomen werden in de meerjarenbegroting : er<br />
werd 4 miljard frank voorzien voor basismobiliteit.<br />
De reden dat er in de beleidsbrief geen gewag<br />
wordt gemaakt van de beslissing van de regering<br />
i.v.m. de hervorming van de administratie en de<br />
VOI's, is volgens de minister dat bij de opmaak van<br />
de beleidsbrief nog geen beslissing was van de regering.<br />
De heer Carl Decaluwe verklaart dat hij dit bedrag<br />
van 4 miljard frank niet terugvindt in de meerjarenbegroting.<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De<br />
65 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
Meyer vraagt eveneens verduidelijking over de<br />
post Gemeeschappelijk Vervoer : is basismobiliteit<br />
een volledig onderdeel van die post ? Zo ja, schiet<br />
er onvoldoende over voor andere bekommernissen<br />
geuit door de heer Johan Malcorps.<br />
De minister herhaalt dat dit bedrag wel voorzien is<br />
in de meerjarenbegroting. Andere zaken zullen<br />
moeten afgewogen worden.<br />
De heer Carl Decaluwe repliceert dat de tariefkortingen<br />
daar toch ook in begrepen zijn ? De minister<br />
repliceert dat deze kortingen een ongelooflijk<br />
kleine post zijn. Het lid relativeert dit door te verwijzen<br />
naar het jaarlijks kostenplaatje van 616 miljoen<br />
frank en het gegeven dat de bevolking vergrijst.<br />
In welke mate wordt dit allemaal<br />
verrekend ?<br />
Minister Steve Stevaert herhaalt dat de overheid<br />
616 miljoen frank geeft aan De Lijn ter compensatie<br />
van de verwachte daling van de ontvangsten<br />
door de maatregel gratis openbaar vervoer 65plussers.<br />
In de praktijk is er echter nauwelijks een daling<br />
van de ontvangsten, op sommige plaatsen is er<br />
zelfs een stijging. Dit betekent dat De Lijn dit krediet<br />
van 616 miljoen frank kan aanwenden voor capaciteitsuitbreiding.<br />
Op de opmerking van de heer Carl Decaluwe dat<br />
er toch meer en meer groepen gratis rijden en dat<br />
de ontvangsten desalniettemin stijgen, repliceert de<br />
minister dat het aanbod verhoogt en ook het aantal<br />
gebruikers stijgt. Globaal gezien gebeurt trouwens<br />
de exploitatie tegen beter koop (gebruik van grotere<br />
trams die 2,5 meer capaciteit hebben).<br />
De minister kant zich tegen een visie die het openbaar<br />
vervoer verengt tot het superstedelijk gebied.<br />
In landelijke gebieden moet het beeld wijzigen :<br />
daar moet niet zozeer gesleuteld worden aan de capaciteit<br />
maar moet eerder naar kleinere (in volume)<br />
bussen gestreefd worden. De kwaliteit moet<br />
daar verbeterd worden.<br />
Over de gewenste structuur van De Lijn – VVM<br />
wenst de minister geen ideologisch debat te voeren.<br />
Hij is een absolute tegenstander van het uit elkaar<br />
halen van de maatschappij. De minister is wel<br />
voorstander dat er een correcte manier aanbesteed<br />
wordt. Wie de beste offerte indient, moet het project<br />
binnenhalen. Het aandeel van de privésector is<br />
trouwens vrij hoog in de basismobiliteit maar de<br />
minister gelooft niet in de modellen van Kopenhagen.<br />
Er moet een goed evenwicht nagestreefd worden<br />
tussen eigen regie en privésector. Er moet een<br />
goed spanningsveld zijn.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 66<br />
De heer André Denys preciseert dat in het kader<br />
van de discussie omtrent de herstructurering van<br />
de administratie en de VOI's er moet bepaald worden<br />
wie de beleidsvoorbereiding op zich neemt en<br />
wie de beleidsuitvoering ter harte neemt. Deze discussie<br />
moet ook gevoerd worden voor het takenpakket<br />
van De Lijn : wat moet uitbesteed worden ?<br />
Maar dan moet er eerst inzicht komen in de kostenstructuur<br />
en dat is heden niet het geval !<br />
De minister verduidelijkt dat er een overleg bezig<br />
is met de secretaris-generaal van LIN. Hij is van<br />
oordeel dat een gemengd model met transparantie<br />
werkbaar is. Aan PPS-constructies in de sector<br />
openbaar vervoer wordt vooral gedacht om infrastructuur<br />
op te zetten.<br />
De heer Jul Van Aperen stelt dat de maatschappij<br />
De Lijn voor zijn operationele taken met alle vervoermaatschappijen<br />
moet in concurrentie treden.<br />
Hij pleit voor een correcte opsplitsing om te analyseren<br />
wat de kostprijs is van het beleidsorgaan (de<br />
"overhead") van De Lijn en dan te onderzoeken in<br />
hoeverre dat dit nog verantwoord is.<br />
De heer André Denys wil daarover geen ideologische<br />
discussie voeren maar hij pleit voor het meest<br />
efficiënte systeem voor De Lijn. Dit betekent in<br />
een vrij martksysteem voluit in concurrentie treden<br />
zonder te vervallen in een privaat monopolie.<br />
De minister is het eens dat moet gestreefd worden<br />
naar de beste kwaliteit tegen de beste prijs en dat<br />
op een duurzame wijze. Hij wijst trouwens ook op<br />
de grote vaste personeelskost : de samendrukbaarheid<br />
van de kost is niet meer zo groot. Er moet wel<br />
creatief nagedacht worden over de brandstofprijzen<br />
en de heffing daarop : incentives om ecologische<br />
brandstof te stimuleren.<br />
De heer Jul Van Aperen dringt aan op coherentie :<br />
als men voor het openbaar vervoer (gunst)maatregelen<br />
wil treffen op vlak van de brandstofprijzen<br />
moeten die gelden voor alle privépartners die voor<br />
het openbaar vervoer busritten verzorgen om concurrentievervalsing<br />
tussen De Lijn en de pachters<br />
uit te sluiten.<br />
De minister maakt zich sterk dat men door een<br />
doordacht vereenvoudigd tarievenbeleid gigantische<br />
besparingen kan realiseren door te besparen<br />
op kosten van inning. Als men daarenboven de stijging<br />
van het gebruik van het openbaar vervoer kan<br />
bestendigen, zal er hopelijk een mentaliteitswijziging<br />
doorgang vinden die ganse gezinnen naar het<br />
openbaar vervoer leidt. Uiteindelijk wil de minister<br />
komen tot een zeer hoog abonnementenbezit in<br />
Vlaanderen.<br />
De heer André Denys verklaart dat hij destijds<br />
zeer kritisch stond ten opzichte van de invoering<br />
van de formule van het gratis openbaar vervoer,<br />
maar nu is hij tot andere inzichten gekomen. Destijds<br />
was hij nogal argwanend tegen de accentuering<br />
van het gratis karakter (de mentaliteit van<br />
alles kan gratis) en het gegeven dat er té weinig<br />
aandacht ging naar de tariefvereenvoudiging. Hij is<br />
verrast dat het gratis openbaar vervoer zo weinig<br />
kost. Hij vindt de formule attractief omdat deze<br />
maatregel ook het aantal gebruikers verhoogt.<br />
De heer Jan Loones pleit voor een betere afstemming<br />
van de verschillende vervoersmodi : fietsen<br />
moeten op de bus kunnen meegenomen worden,<br />
ook in het kader van de basismobiliteit.<br />
De heer André Denys twijfelt aan de noodzaak om<br />
fietsen op de bus te brengen.<br />
De minister erkent de bekommernis maar wijst op<br />
de hoge kost die nodig is om de bussen aan te passen<br />
dat ze toegankelijk worden voor de fiets. Dit<br />
vraagt een afweging van de kosten en de baten.<br />
Voor de Kusttram kan dat wel overwogen worden.<br />
De minister is wel van mening dat de infrastructuur<br />
aan de bushaltes veel fietsvriendelijker moet<br />
gemaakt worden.<br />
– NV Streep en tweetalige publiciteit<br />
De heer Jan Loones kant zich tegen de tweetaligheid<br />
van de reclame op de voertuigen van De Lijn<br />
(NV Streep) in Vlaanderen. Hij verwijst naar zijn<br />
interventie tijdens de voorstelling van het investeringsprogramma<br />
van De Lijn in deze commissie.<br />
Die tweetaligheid manifesteert zich aan de Kust<br />
waardoor men de verkeerde indruk wekt dat de<br />
Kust tweetalig gebied is. Hij kan zich inbeelden dat<br />
in het kader van een mogelijke privatisering van de<br />
Kusttram, in het lastenboek de verplichting tot<br />
ééntalige Nederlandse reclame wordt opgenomen.<br />
Hij beklaagt zich erover dat de ambtelijke top van<br />
De Lijn nauwelijks heeft geantwoord op zijn opmerkingen<br />
daaromtrent.<br />
De heer Jul Van Aperen pleit voor flexibiliteit inzake<br />
de problematiek van de meertalige affichage.<br />
Hij kant zich tegen die klein-<strong>Vlaams</strong>e pietluttigheid<br />
die in strijd is met de sterkte van het <strong>Vlaams</strong>e<br />
volk. Men moet realist zijn : de meeste inkomsten<br />
in de Kuststreek worden aangebracht door mensen<br />
die niet in Vlaanderen wonen.
De heer Pieter Huybrechts vraagt hoe de heer Jul<br />
Van Aperen denkt dat men dergelijke zaken in een<br />
ander land oplost.<br />
De heer Jul Van Aperen repliceert dat men in<br />
Spanje ook affiches in meerdere talen vindt.<br />
De heer Jan Loones antwoordt dat de toeristische<br />
brochure weliswaar in vier talen wordt opgesteld<br />
maar dat de aantrekkingskracht van een toeristische<br />
regio zit in de authenticiteit. Anderstalige publiciteit<br />
in Spanje stoort hem trouwens.<br />
Het gaat hem over publiciteit wat iets anders is dan<br />
communicatie. NV Streep geeft daardoor de indruk<br />
dat de Kust een tweetalige streek is. Toeristisch is<br />
dit trouwens een verkeerde aanpak : als het lid Engeland<br />
bezoekt, verwacht hij dat hij in het Engels<br />
wordt benaderd. Hij is van oordeel dat de overheid<br />
dit beeld van authenticiteit moet versterken. Het<br />
gaat dus niet over bekrompenheid of de mensen<br />
niet willen ontvangen in hun taal. Als men redeneert<br />
als de heer Jul Van Aperen is er dus geen<br />
taalwetgeving nodig. Hij stelt vast dat de gemeenten<br />
zich moeten houden aan de taalwetgeving en<br />
De Lijn blijkbaar niet !<br />
Minister Steve Stevaert verduidelijkt dat er een onderscheid<br />
dient te worden gemaakt tussen wat De<br />
Lijn doet : de folders zijn viertalig en men moet<br />
zich daar strikt aanhouden en de reclame (op de<br />
voertuigen) die uitbesteed werd aan NV Streep die<br />
een zeer lucratief contract heeft. De minister verklaart<br />
dat de taalwetgeving niet van toepassing is<br />
op deze vorm van reclame. De minister benadrukt<br />
dat hij daarover nogal wat klachten krijgt maar<br />
geen instrumenten heeft om op te treden.<br />
De heer Jan Loones dringt aan dat in het lastenboek<br />
dit als voorwaarde wordt opgenomen. De minister<br />
verklaart dat men rechten heeft afgestaan<br />
aan NV Streep, men had dit destijds kunnen opnemen<br />
als voorwaarde. De minister hoopt op een<br />
gentlemens agreement waarbij hen wordt gevraagd<br />
een bepaalde vorm van kiesheid aan de dag te leggen.<br />
De heer André Denys vraagt verduidelijking over<br />
de uitbesteding aan NV Streep ? Heeft men de<br />
markt laten spelen ? Hij vraagt deze zaak te laten<br />
onderzoeken en de mogelijkheid open te houden<br />
het contract met NV Streep op te zeggen om meer<br />
dan een soort van gentlemens agreement te krijgen.<br />
De minister heeft geen zin om het contract op te<br />
zeggen en daarna vast te stellen dat hij juridisch<br />
67 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
achter het net vist. Hij zal NV Streep vragen om<br />
enige kiesheid aan de dag te leggen. Er kan ook bekeken<br />
worden of deze opdracht niet opnieuw<br />
marktconform moet aanbesteed worden.<br />
Aanvullend op de vragen van de heer Denys en de<br />
heer Loones omtrent de reclamevoering op de<br />
voertuigen van de VVM, zowel omtrent de wijze<br />
van reclamevoering als omtrent de afgesloten contracten,<br />
verstrekt de minister in een volgende vergadering<br />
volgende toelichting.<br />
De NV Streep werd opgericht op 24 augustus 1992<br />
door enerzijds de <strong>Vlaams</strong>e Vervoermaatschappij,<br />
en anderzijds de NV HMT, die elk voor 50 % van<br />
de aandelen hebben ingeschreven. De oprichting<br />
ervan werd langdurig voorbereid met de NV HMT,<br />
die de bestaande contracten met de ex-MIVG, ex-<br />
MIVA en ex-NMVB inbracht.<br />
De idee achter de oprichting van de NV Streep was<br />
dat de toenmalige opbrengst van publiciteit te beperkt<br />
was. De Lijn had een breder draagvlak nodig<br />
om een hoger rendement qua inkomsten te realiseren.<br />
De inbreng van De Lijn bestond uit een park van<br />
2.500 autobussen, trams en trolleybussen de steeds<br />
toenemende naambekendheid en het aantrekkelijk<br />
imago en de publicitaire ruimtes op de voertuigen,<br />
met een permanente aanwezigheid in het straatbeeld.<br />
In verband met de opzegbaarheid van het contract<br />
met de NV Streep verklaart de minister dat de<br />
raad van bestuur van De Lijn dit contract kan opzeggen<br />
om de negen jaar. De raad van bestuur van<br />
De Lijn heeft in zitting van 10.03.1999 beslist geen<br />
gebruik te maken van de mogelijkheid om het huidige<br />
contract met de NV Streep, dat afloopt op<br />
31.08.2001, achttien maanden voor het verstrijken<br />
van deze periode op te zeggen.<br />
De minister engageert zich om de bekommernissen<br />
van de heer Jan Loones i.v.m. taalgebruik van de<br />
affichage over te maken via de heer Van Wesemael,<br />
directeur-generaal van De Lijn die ook zitting<br />
heeft in de NV Streep over te maken en te verzoeken<br />
daarmee rekening te houden. Hij hoopt op de<br />
goodwill van de NV Streep daarover.<br />
– Varia<br />
M.b.t. landelijk vervoer handelt de heer Jan<br />
Loones over de streekcharters die her en der worden<br />
voorbereid. Het charter van de Westhoek is<br />
klaar. Er is daar sprake van 2 projecten i.v.m. ge-
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 68<br />
meenschappelijk vervoer : het busvervoer – de belbussen<br />
– waarbij wordt opgemerkt dat dit instrument<br />
sneller moet kunnen ingeschakeld worden.<br />
Vanuit de gemeenten is er een grote participatiebereidheid.<br />
De minister vindt het een goede zaak dat men van<br />
de belbussen een hefboom wil maken.<br />
De heer Jan Loones stelt dat er in de beleidsbrief<br />
sprake is dat de bedrijfsplannen betaald zouden<br />
worden door de overheid. De bedrijven zijn sterk<br />
vragende partij voor bedrijfsvervoerplannen. Het<br />
bedrijfsleven wil trouwens participeren in onderzoekswerk<br />
daarover.<br />
De heer Marc Cordeel uit zijn bekommernis dat<br />
De Lijn een bedrijfsterrein in Temse waar 3.000<br />
mensen werken links laat liggen. De Lijn moet bedrijfsvriendelijker<br />
worden.<br />
Wat de bedrijfsvervoerplannen betreft, is de minister<br />
van oordeel dat uit onderzoek blijkt dat er zeer<br />
weinig interesse bestaat om openbaar vervoer in te<br />
leggen. Er moet iets radicaal gebeuren om daar een<br />
trendbreuk te krijgen. Via een proefproject moeten<br />
alle beschikbare instrumenten – ook fiscale – ingezet<br />
worden om iets te forceren.<br />
De heer Carl Decaluwe formuleert nog een aantal<br />
opmerkingen en vragen bij de begroting – programma<br />
Gemeenschappelijk vervoer en de relatie<br />
met de beleidsbrief.<br />
De exploitatiedotatie stijgt met 300 miljoen frank<br />
zonder duidelijke verklaring. Waarschijnlijk wordt<br />
een bedrag van 50 miljoen frank uit de post veiligheidsinvesteringen<br />
(personeel-controleurs) overgeheveld<br />
? Waar de overige 250 extra miljoenen<br />
frank naartoe gaan, is niet duidelijk. Verrekening<br />
van brandstofprijzen ? Wordt er reeds rekening gehouden<br />
met een loonsverhoging voor het personeel<br />
in het kader van de CAO-onderhandelingen<br />
op het einde van het jaar ? ACOD van De Lijn-<br />
Antwerpen verwacht twee jaar telkens 7% loonsverhoging<br />
?<br />
De minister verduidelijkt dat het cijfer van 300 miljoen<br />
frank te maken heeft met indexatie. CAO in<br />
de <strong>Vlaams</strong>e begroting is een verzamelpost. Dit gaat<br />
over een bedrag van 30 miljoen frank voor aanwervingen<br />
dit jaar – dit was ook reeds het geval in<br />
2000. Het gaat over een bedrag van 300 miljoen<br />
met aftrek van 50 miljoen en 30 miljoen.<br />
Het leerlingenvervoer zou overgeheveld worden<br />
naar De Lijn aldus de heer Carl Decaluwe. In de<br />
begroting vinden we dit niet terug, wél in de beleidsbrief.<br />
De minister noemde de overheveling<br />
van het leerlingenvervoer vorig jaar bij de begrotingsbesprekingen<br />
een opportuniteit om de schaalvergroting<br />
in de bussector af te remmen en hij engageerde<br />
zich om met de sector te overleggen. Wat<br />
is de stand van zaken in verband met de overheveling<br />
van het leerlingenvervoer en het overleg met<br />
bussector ? Hetzelfde lid is het eens met de visie<br />
om het wagenpark optimaal in te zetten vandaar<br />
wellicht de overheveling van het leerlingenvervoer<br />
van Onderwijs naar De Lijn wat hij een goede<br />
maatregel vindt. Maar haaks daarop staat de overheveling<br />
van het gehandicaptenvervoer naar de<br />
sector welzijn ?<br />
Wat de overheveling van het leerlingenvervoer betreft,<br />
vermeldt de minister dat de kredieten nu nog<br />
opgenomen werden in de begroting Onderwijs. In<br />
het uitgavendecreet staat de mogelijkheid ingeschreven<br />
de juiste kredieten over te hevelen naar<br />
basisallocatie 63.2 artikel 42.<br />
De minister vermeldt dat er toezeggingen zijn van<br />
minister van Onderwijs, mevrouw Marleen Vanderpoorten.<br />
Men zit in de fase van de technische voorbereidingen<br />
; het is de bedoeling dat de federatie<br />
hierbij ook betrokken wordt.<br />
Er wordt 200 miljoen frank extra voorzien voor de<br />
jongeren (-25 jaar) en de gehandicapten. De minister<br />
heeft zijn "Buzzy-abonnement" reeds uitgebreid<br />
in de pers toegelicht. Vreemd genoeg vinden<br />
we de logische toelichting hierover niet in de beleidsbrief<br />
aldus de heer Carl Decaluwe. De maatregel<br />
is positief, voor zover men er zicht op heeft. De<br />
nieuwe jongerentarieven zouden ingaan vanaf juli<br />
2000. Heeft de minister zicht op de extra exploitatiekost<br />
van deze maatregel ? Vermoedelijk gaat het<br />
om het grootste gedeelte van de extra 200 miljoen<br />
frank, maar dit is slechts voor een half jaar, dus in<br />
de toekomst verwacht hetzelfde lid ca. 350 miljoen<br />
frank extra voor de exploitatiekost per jaar ?<br />
Hetzelfde lid benadrukt dat de minister het steeds<br />
heeft over de ‘terugverdieneffecten'van zijn tarievenpolitiek.<br />
De tariefverlaging van vorig jaar zou<br />
gecompenseerd worden door ‘terugverdieneffecten',<br />
omdat het aantal abonnees hierdoor zou toenemen.<br />
Heeft de minister reeds zicht op het aantal<br />
abonnees in 2000 tot nu toe ? Is het aantal toegenomen<br />
ten opzichte van 1999 ? Het lid confronteert<br />
de minister met zijn interview n.a.v. de opening<br />
van het stadsvervoer in Roeselare waar de minister<br />
verklaarde dat de daling van de inkomsten<br />
toch een realiteit is in functie van de tarievenpoli-
tiek. Deze uitspraak is tegengesteld aan verklaringen<br />
van de minister in deze commissie.<br />
Wat de tariefmaatregelen betreft, verklaart de minister<br />
dat er merkwaardig een veel lagere daling<br />
van de ontvangsten is dan voorspeld was en dat er<br />
terugverdieneffecten zijn. Er zijn soms meer ontvangsten<br />
– de minister verwijst naar de Kusttram –<br />
in plaats van derving van inkomsten. De minister<br />
herhaalt zijn visie dat de tariefmaatregelen ons<br />
veel minder kosten waardoor De Lijn extra middelen<br />
ter beschikking heeft om haar aanbod en capaciteit<br />
uit te breiden. Hetzelfde verhaal geldt voor<br />
het Buzzy-abonnement wat een maatregel is om op<br />
vlak van tarieven en abonnementen tot een vereenvoudiging<br />
te komen.<br />
Op de nieuwe basisallocatie 51.03 wordt een dotatie<br />
aan De Lijn voorzien van 20 miljoen frank (10<br />
miljoen GOK) voor investeringen voor de invoering<br />
van de EURO. In de begroting van VOI De<br />
Lijn wordt hiervoor slechts 10 miljoen frank ingeschreven.<br />
Hoe kan dit verschil verklaard worden<br />
vraagt de heer Carl Decaluwe ? En waarom moet<br />
hiervoor een aparte basisallocatie ingeschreven<br />
worden, kan dit niet opgenomen worden in de algemene<br />
dotatie aan De Lijn (BA 31.01 of BA 51.11<br />
van het VIF) ?<br />
In verband met de Euro vermeldt de minister dat<br />
het bedrag van 10 miljoen frank gaat over betalingskredieten<br />
en overeenkomt met wat in de algemene<br />
uitgavenbegroting staat.<br />
De heer Ludwig Caluwé stelt vast dat voor het onderhoud<br />
van de niet-gebruikte premetro-lijnen in<br />
Antwerpen de middelen verminderen van 8,8 miljoen<br />
frank naar 2,6 miljoen frank. Hoe kan deze<br />
daling gemotiveerd worden ?<br />
De minister repliceert dat het onderhoud niet elk<br />
jaar evenveel kost. Het gaat over ramingen.<br />
De heer Ludwig Caluwé vraagt of het juist is dat<br />
De Lijn een promotiecampagne zal voeren om de<br />
65plussers te vragen om niet tijdens de spitsuren<br />
op de bus te stappen. Het lid merkt op dat dit fenomeen<br />
voorspelbaar was bij de algemene invoering<br />
van het gratis openbaar vervoer. Hij vindt dat een<br />
dergelijke campagne weinig doordacht is en dat<br />
men een strijd tussen de generaties moet vermijden.<br />
De minister is van oordeel dat er van een strijd<br />
geen sprake is en dat de 65plussers de wijsheid<br />
gaan aan de dag leggen om in de daluren de bus te<br />
gebruiken.<br />
69 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
De heer Johan Malcorps verklaart dat hij gelukkig<br />
is met de structurele investering van twaalf snelbusverbindingen<br />
rond Leuven. Hij hoopt dat ook<br />
voor andere regionale centra op middellange termijn<br />
een investeringsprogramma zal opgezet worden.<br />
Zijn er voldoende middelen om ook voor andere<br />
regionale steden een dergelijk aanbod te<br />
scheppen ?<br />
– Problematiek van het gehandicaptenvervoer<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer meent te<br />
weten dat de gehandicapten vanaf 1 januari 2001<br />
van gratis openbaar vervoer genieten. Zij vraagt of<br />
deze mensen die veelal gebruik maken van abonnementen<br />
die aanvangen hetzij op 1 september,<br />
hetzij 1 oktober 1 november, een deel van hun<br />
abonnement kunnen recuperen ?<br />
Ook de heer Ludwig Caluwé wenst meer verduidelijking<br />
over de motivatie van de geplande overheveling<br />
van het gehandicaptenvervoer naar de welzijnssector,<br />
zeker in het licht van de kostprijs van<br />
het gratis openbaar vervoer voor 65plussers in vergelijking<br />
met de kost van Handicar en de "minder<br />
mobiele centrale". Het lid pleit terzake voor een<br />
inclusief beleid : een belbuscentrale kan ook fungeren<br />
als meldpunt voor een minder mobiele centrale.<br />
Hij vraagt zich af of deze overheveling wel een<br />
goede keuze is.<br />
De heer Jul Van Aperen sluit zich aan bij de bedenkingen<br />
van de heer Ludwig Caluwé omtrent een<br />
inclusief beleid op vlak van openbaar vervoer. Vele<br />
gemeenten (of samenwerkingsverbanden) organiseren<br />
enerzijds Handicar, anderzijds de minder<br />
mobiele centrale. Het gegeven dat 65plussers gratis<br />
reizen via openbaar vervoer en gehandicapten wel<br />
moeten betalen, stoort. Een groot deel van de bevolking<br />
is van oordeel dat gehandicapten ook van<br />
gratis openbaar vervoer moeten kunnen genieten.<br />
Er stelt zich wel het probleem dat de Handicar gespecialiseerde<br />
busjes heeft voor het vervoer van<br />
rolwagens. Handicar zou volledig vanuit de gemeenten<br />
kunnen gesubsidieerd worden. Dat ligt<br />
moeilijker voor de minder mobiele centrale omdat<br />
er afspraken zouden bestaan met privémaatschappijen<br />
(taxi's en privépersonen) : de bevoegdheid<br />
ligt daar niet uitsluitend bij de gemeenten. Hij<br />
vraagt daarover duidelijkheid.<br />
Wat de problematiek van het gehandicaptenvervoer<br />
betreft, antwoordt de minister dat gehandicapten<br />
inderdaad vanaf 1 januari 2001 gratis met<br />
het openbaar vervoer kunnen reizen.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 70<br />
De afspraak is dat zij zich inderdaad tot De Lijn<br />
kunnen wenden voor wat ze al betaald hebben.<br />
Een modern openbaar vervoer moet inderdaad<br />
toegankelijk zijn voor gehandicapten. De vloot van<br />
bussen wordt daarom tegen een zeer drastisch<br />
tempo daaraan aangepast. Het gaat niet uitsluitend<br />
over rolstoelpatiënten maar ook voor visueel gehandicapten.<br />
De ultieme doelstelling is dat alle gehandicapten<br />
het openbaar vervoer kunnen gebruiken. Sommige<br />
groepen gehandicapten hebben echter andere vervoerswijzen<br />
nodig. Voor deze groep moeten er alternatieve<br />
systemen komen die ressorteren onder<br />
de bevoegdheid van minister Vogels. Minister<br />
Steve Stevaert verduidelijkt dat het zijn visie is om<br />
het openbaar vervoer zoveel mogelijk toegankelijk<br />
te maken en voor de gehandicapten gratis.<br />
In landelijke gebieden kunnen de belbussen inderdaad<br />
in overleg met minister Vogels ingezet worden<br />
om gehandicapten te vervoeren. Maar in stedelijk<br />
gebied is er een probleem, ook al omdat je<br />
moet rekening houden met commerciële reistijden.<br />
Daar kan de minister niet waarborgen dat de allerlaatste<br />
gehandicapte via het regulier openbaar vervoer<br />
kan vervoerd worden. Vandaar wordt er geopteerd<br />
voor een pragmatische opdeling.<br />
Wat de problematiek van de minder mobiele centrale<br />
betreft, stelt de minister vast dat de situatie<br />
verschilt van gemeente tot gemeente. Het is mogelijk<br />
dat dat er een interferentie is van federale wetgeving<br />
die daar weerslag op heeft. Maar de minister<br />
benadrukt dat zelfs met een performant openbaar<br />
vervoerssysteem op lokaal vlak er altijd behoefte<br />
zal zijn aan de minder mobiele centrale.<br />
Deze vorm heeft ook sociale facetten : vrijwilligerswerk,<br />
wat de minister ten zeerste toejuicht. De minister<br />
verwijst naar een afgesloten protocol tijdens<br />
de vorige legislatuur tussen hemzelf en toenmalig<br />
minister van Welzijn, Luc Martens, maar deze regeling<br />
voldeed niet naar behoren.<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer concludeert<br />
dat degenen die in dat protocol erkend werden<br />
(Leuven, Zoersel,…), in de totaliteit worden<br />
opgenomen en dat de minder mobiele centrales<br />
daarnaast functioneren en beroep doen op vrijwilligers.<br />
Er is onduidelijkheid welke systemen blijven<br />
bestaan. De minister stelt dat de middelen daartoe<br />
overgeheveld zijn naar Welzijn en dat minister Vogels<br />
daarover uitsluitsel moet geven.<br />
De heer Jul Van Aperen verklaart dat men er theoretisch<br />
zou kunnen van uitgaan dat vanaf 1 januari<br />
2001 de mindervaliden de belbus kunnen bellen.<br />
Deze bussen zouden moeten aangepast zijn wat betekent<br />
dat de vzw Handicars die door de gemeenten<br />
worden gesubsidieerd, zouden kunnen afgeschaft<br />
worden. De gemeenten zouden die taak dus<br />
niet meer op zich moeten nemen. De belbussen<br />
van De Lijn zouden dus de taak van Handicar<br />
overnemen ?<br />
De minister repliceert dat hij enkel voor zijn bevoegdheid<br />
kan antwoorden. In landelijk gebied kan<br />
men vanaf 1 januari 2001 gratis de belbus nemen,<br />
in stedelijk gebied waarvoor minister Vogels bevoegd<br />
wordt, bestaat dit systeem niet. Het systeem<br />
Handicar kan niet onder De Lijn ressorteren. Minister<br />
Vogels moet dit dossier ter harte nemen. Uiteindelijk<br />
werden er middelen ten belope van ongeveer<br />
8,6 miljoen frank overgeheveld. Een belbus is<br />
echter niet zo verfijnd als een Handicarformule.<br />
Het grote knelpunt is de niche van de meest problematische<br />
gehandicapten : dat lijkt de minister<br />
een taak te zijn voor de minder mobiele centrale.<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer concludeert<br />
dat de minder mobiele centrale door de gemeenten<br />
ondersteund wordt en via permanente<br />
vrijwilligerssystemen. Voor Handicar in stedelijk<br />
gebied moet naar een oplossing gezocht worden.<br />
Voor Handicar in het landelijk gebied zal er quasi<br />
nauwelijks nog nood aan zijn ; er zal wellicht ook<br />
geen subsidiëring meer mogelijk zijn ?<br />
De heer Ludwig Caluwé betwijfelt of Handicar<br />
overbodig wordt zeker voor het vervoer van het<br />
ene naar het andere punt.<br />
De minister repliceert dat minister Vogels een afweging<br />
moet maken ivm Handicar. De minister<br />
verduidelijkt nog dat de belbus niet huis aan huis<br />
gaat : de mensen (ook rolstoelpatiënten) moeten<br />
zich dus tot aan de halte verplaatsen. De minister<br />
verklaart dat voor een aantal gebruikers er nood is<br />
aan voor- en nazorg en begeleiding om zich te verplaatsen,<br />
maar dat is geen taak voor openbaar vervoer<br />
maar wel een taak voor Welzijn.<br />
De heer Carl Decaluwe herinnert aan de verklaringen<br />
van de minister vorig jaar bij de begrotingsbesprekingen<br />
dat in het licht van de regeringsverklaring<br />
een herziening van de beheersovereenkomst<br />
zich opdringt. Hij vraagt naar een stand van zaken<br />
van de nieuwe beheersovereenkomst met De Lijn.<br />
Is er sprake van een gelijkaardig scenario als dat<br />
van de VRT-beheersovereenkomst die vroegtijdig<br />
wordt opengebroken ?
De minister verduidelijkt dat omtrent de beheersovereenkomst<br />
er een audit van het Rekenhof lopende<br />
is en dat de nieuwe beheersovereenkomst in<br />
voorbereiding is. De huidige overeenkomst loopt af<br />
einde 2001, en het is niet helemaal de bedoeling de<br />
bestaande overeenkomst open te breken.<br />
De heer Carl Decaluwe stelt vast dat de veiligheidsinvesteringen<br />
worden afgevoerd, De Lijn<br />
kiest voor meer (controle-)personeel. In de beleidsbrief<br />
van de minister (blz.14) is er nochtans<br />
nog sprake van een verderzetting in 2001 van de<br />
veiligheidsinvesteringen. De beleidsbrief lijkt niet<br />
echt afgestemd op de begroting voor volgend jaar.<br />
Zoals eerder gemeld, staan de nieuwe "Buzzyabonnementen"<br />
niet in de beleidsbrief, daarin is<br />
enkel sprake van tariefmaatregelen van het jaar<br />
2000, vb. tariefverlaging met 5% voor trouwe gebruikers,<br />
derde jongerenabonnement in gezin gratis.<br />
Hij wijst op het constante verschil tussen beleidsbrief<br />
en begroting.<br />
Minister Steve Stevaert verduidelijkt dat er via de<br />
gewone middelen verder gewerkt wordt rond veiligheid.<br />
Hij kreeg als minister trouwens tegenkanting<br />
in de vorige regering daaromtrent. Nadien<br />
kreeg hij van de minister-president extra-middelen.<br />
De heer Carl Decaluwe is helemaal niet tegen veiligheidsmaatregelen<br />
gekant maar heeft de indruk<br />
dat men nu exclusief de nadruk legt op personeel<br />
naar beveiliging i.p.v. naar instrumentarium (camera's).<br />
De minister betwist dat en vermeldt dat de veiligheidsproblematiek<br />
verschilt van regio tot regio. De<br />
problematiek mag niet onderschat worden ; het<br />
grootste probleem vormen de financiële transacties<br />
op de bussen.<br />
De vraagsteller repliceert dat hij citeerde uit de<br />
toelichting bij de basisallocatie 51.06 waar staat dat<br />
De Lijn opteert voor nieuwe controleurs i.p.v. investeringen<br />
in veiligheidscamera's.<br />
De minister verklaart dat hij opteert voor een personele<br />
aanpak wat op sommige plaatsen camera's<br />
niet uitsluit, maar hij wil geen 'Big Brotheraanpak'.<br />
De heer Carl Decaluwe verwijst ook dat er in de<br />
beleidsbrief (blz. 13) staat dat er eind oktober een<br />
ontwerp van samenwerkingsakkoord zou moeten<br />
zijn,terwijl het hele GEN-dossier nog steeds vastzit,<br />
de grote verklaringen van de federale regering<br />
ten spijt. De GEN- Werkgroep op hoog niveau<br />
71 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
bleek niet te voldoen aan het niveau van federaal<br />
minister Isabelle Durant, en is opgeblazen. Wat is<br />
de stand van zaken m.b.t. het samenwerkingsakkoord<br />
tussen het federale niveau en de gewesten ?<br />
De minister repliceert dat dit een zeer complex<br />
dossier is wat maakt dat de samenwerkingsovereenkomst<br />
nog niet rond is.<br />
De heer Jan Penris vermeldt dat de Antwerpenaars<br />
zeer tevreden zijn over de nieuwe "Hermelijnen"<br />
(trams) maar dat de bestuurders en De Lijn zelf<br />
iets minder tevreden zijn omdat deze voertuigen<br />
constant in herstelling zijn en dat er al téveel ongelukjes<br />
mee gebeuren (uitvallende deuren…). De<br />
toestellen lijken dus behept te zijn met gebreken ?<br />
De minister repliceert dat het voor de gebruiker<br />
zeker een goede zaak is dat hij na 37 jaar eindelijk<br />
een nieuwe tram heeft. Dat is ook voor het imago<br />
van de stad een pluspunt. Hij wenst de kinderziektes<br />
van de Hermelijn echter te relativeren en repliceert<br />
dat de grootste ziekte was dat de trams veel<br />
te laat zijn besteld en reeds 10 jaar terug hadden<br />
moeten in gebruik genomen zijn.<br />
Ondertussen zijn er een aantal aanpassingen gebeurd<br />
(om de arm te laten te rusten) om aan de<br />
kinderziektes te sleutelen.<br />
– Programma 63.30 Regionale Luchthavens<br />
De heer Jul Van Aperen stelt vast dat in de begroting<br />
er tevens sprake is van de beslissing van de<br />
<strong>Vlaams</strong>e regering m.b.t. de regionale luchthavens.<br />
Wat is de stand van zaken m.b.t. de aanduiding van<br />
de verschillende managers voor beide<br />
luchthavens ? Wat zal er nu gebeuren met de ingediende<br />
offertes n.a.v. de (intussen stopgezette) concessies<br />
?<br />
De minister verklaart dat het managersdossier<br />
thans bij de Inspectie van Financiën ligt. Hij hoopt<br />
binnen de maand dit dossier te agenderen op de regering.<br />
In een volgende commissievergadering verklaart<br />
de minister dat in de procedure voorzien is dat er<br />
eerst een oproep tot kandidaten zou worden gelanceerd.<br />
De Participatiemaatschappij Vlaanderen<br />
werd belast met het doorvoeren van een preselectie.<br />
De pre-geselecteerde kandidaten zullen vervolgens<br />
een lastenboek toegestuurd krijgen en zullen<br />
binnen een termijn van 60 kalenderdagen een<br />
offerte moeten neerleggen. Deze offertes zullen
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 72<br />
vervolgens door de Participatiemaatschappij worden<br />
doorgelicht, waarna de <strong>Vlaams</strong>e regering een<br />
beslissing zal nemen.<br />
Voor de luchthaven van Antwerpen waren er acht<br />
kandidaten. Voor de luchthaven van Oostende<br />
waren er zes kandidaten.<br />
Momenteel is de stand van zaken dat de pré-selectie<br />
door PMV reeds is doorgevoerd en dat de selectiekeuze<br />
is overgemaakt aan de Inspectie van Financiën.<br />
Nadat de minister het advies van de minister van<br />
Begroting heeft ingewonnen, zal hij het dossier op<br />
de <strong>Vlaams</strong>e regering agenderen.<br />
Volgens de huidige timing voorziet de minister dat<br />
de <strong>Vlaams</strong>e regering in het voorjaar van 2001 een<br />
beslissing zal kunnen nemen omtrent de aanduiding<br />
van de managers.<br />
In een volgende vergadering kaart de heer Jul Van<br />
Aperen opnieuw de problematiek aan de managers.<br />
Ook de heer Carl Decaluwe heeft vragen<br />
daarover. Bij de begrotingscontrole werd 2 keer 30<br />
miljoen frank ingeschreven voor twee managers/<br />
managementteams voor de twee regionale luchthavens.<br />
Zowel de CVP-fractie, als de heer André<br />
Denys als het Rekenhof waren toen van oordeel<br />
dat dit wel een zéér hoog bedrag is. Voor 2001 is er<br />
opnieuw 60 miljoen ingeschreven, samen met het<br />
budget van 2000 dus al 120 miljoen frank. Zal er<br />
met de 60 miljoen frank voor 2000 nog iets gebeuren<br />
? Of is dit bedrag de facto doorgeschoven naar<br />
2001 en is er dus geen sprake van 120 miljoen<br />
frank ? Bovendien stelt het Rekenhof dat de taken<br />
van de managers gedeeltelijk samenvallen met de<br />
taken van de huidige luchtvaartdirectie. Zal aan<br />
deze overlapping iets gedaan worden ? Zal het takenpakket<br />
van de bestaande luchtvaardirectie herzien<br />
worden ?<br />
De heer Carl Decaluwe dringt aan op een antwoord<br />
omtrent het onderbenutten van ordonnanceringskredieten<br />
in 1998 en 1999, – de minister<br />
heeft geen verklaring gegeven voor het bijzonder<br />
lage uitvoeringspercentage (27,8%) voor het GOK<br />
van de luchthavens in 1998.<br />
Mevrouw Maria Tyberghien-Vandenbussche verwijst<br />
naar het Boek van het Rekenhof en meer speciaal<br />
de opmerking dat een beleidsvisie over de regionale<br />
luchthavens niet bestaat. Het gebrek aan<br />
toekomstvisie was het grootste verwijt aan de<br />
<strong>Vlaams</strong>e regering (ook de vorige regeringen) van<br />
het Rekenhof in haar jaarlijks verslag, meer be-<br />
kend als het "blunderboek". Zij vermeldt dat deze<br />
onduidelijkheid over de toekomst van de luchthavens<br />
regelmatig werd aangekaart in deze commissie<br />
en ook leeft bij de bevolking. Er was de studie<br />
van Spiekerman die echter niet wordt geïmplementeerd.<br />
Na tientallen studies zijn er nog steeds geen<br />
duidelijke beleidslijnen uitgetekend. Vorige week<br />
vrijdag heeft de regering het <strong>Vlaams</strong> Forum Luchtvaart<br />
opgericht. Van dit forum wordt verwacht dat<br />
het aanbevelingen voor de regering opmaakt over<br />
de ontwikkeling van een strategische visie over de<br />
luchthavens op lange termijn. Hiermee wordt de<br />
verantwoordelijkheid voor de zoveelste maal afgewenteld<br />
door de regering. Heeft deze regering een<br />
toekomstvisie voor de regionale luchthavens ?<br />
Hetzelfde lid stelt trouwens vast dat de regionale<br />
luchthavens minder middelen krijgen in deze begroting.<br />
Die middelen zijn trouwens vastgesteld op<br />
basis van de kosten van het verleden zonder rekening<br />
te houden met de toekomst.<br />
Mevrouw Maria Tyberghien-Vandenbussche vraagt<br />
naar verduidelijking i.v.m. de milieuaudit die aangekondigd<br />
wordt in de beleidsbrief. Er is trouwens<br />
nog steeds een grote bezorgdheid over de kerosinehinder<br />
in de gemeenten rond Oostende. Het lid<br />
vraagt daaromtrent naar een stand van zaken i.v.m.<br />
de afgeleverde milieuvergunning en het beroep<br />
daartegen.<br />
De heer Eloi Glorieux verklaart dat de beleidsintenties<br />
van de minister omtrent regionale luchthavens<br />
de resultaten bevestigen van het gevoerde<br />
debat in deze commissie in juni 2000 met name dat<br />
er in Vlaanderen geen ruimte is voor een ongebreidelde<br />
groei voor deze regionale luchthavens. Deurne<br />
blijft een zakenluchthaven. Agalev kiest voor<br />
een geleidelijke afbouw van de nachtvluchten in<br />
Oostende. Hetzelfde lid uit zijn bekommernis omtrent<br />
de bijdrage van het luchtvaartverkeer aan de<br />
broeikasgastuitstoot. Hij verwijst naar de conferentie<br />
in Den Haag en is van oordeel dat in de toekomst<br />
het luchtvaartverkeer niet buiten de mogelijke<br />
set van maatregelen om de Kyotonormen te<br />
halen, mag gehouden worden. De heer Eloi Glorieux<br />
herhaalt zijn opmerkingen van de gedachtewisseling<br />
in deze commissie (op 8 juni 2000) in verband<br />
met de samenstelling van het <strong>Vlaams</strong> Luchtvaartforum<br />
met name dat ook de omwonenden<br />
moeten vertegenwoordigd zijn.<br />
In verband met de nachtvluchten in Oostende verduidelijkt<br />
mevrouw Maria Tyberghien-Vandenbussche<br />
dat in Oostende het gaat over vrachtvervoer.<br />
Oostende is immers de basis voor aanvoer van fruit<br />
en groenten voor dagactiviteiten in warenhuizen
en veilingen. Zij beweert dat deze vliegtuigen niet<br />
veel lawaai maken omdat ze goed uitgerust en aangepast<br />
zijn. Het lid ziet vanuit economisch oogpunt<br />
geen andere oplossing en benadrukt dat men niet<br />
lichtvaardig deze vluchten mag afschaffen. Er is<br />
een belangrijke economische sector die leeft van<br />
deze aanvoer.<br />
De heer Eloi Glorieux repliceert dat hij wel degelijk<br />
voldoende geïnformeerd is over deze nachtvluchten<br />
(twee tot vier vluchten per nacht). Hij<br />
verklaart dat er wel degelijk klachten zijn van omwonenden.<br />
Hij betwist gelet op het geringe aantal<br />
vluchten dat de schrapping ervan zware economische<br />
problemen zal opleveren in die zin dat Vlaanderen<br />
zonder fruit zou vallen. Hij is trouwens van<br />
oordeel dat men in het kader van de Kyotodoelstellingen<br />
de vraag moet durven stellen of het echt<br />
nodig is uitheems fruit (tropische bananen, ananassen…)<br />
in te voeren. Het gaat er echt niet om een<br />
economische sector te laten instorten : dagvluchten<br />
i.p.v. nachtvluchten zal echt het verschil niet<br />
maken.<br />
De heer Jul Van Aperen verklaart dat hij de indruk<br />
heeft dat Agalev uitgaat van een soort van "Nimbysyndroom".<br />
Hij pleit voor een globale benaderingswijze.<br />
Minister Steve Stevaert is het eens met de terechte<br />
bekommernis van mevrouw Maria Tyberghien-<br />
Vandenbussche in verband met de vormen van uitstoot<br />
(geluidsoverlast en kerosinehinder). Er zijn<br />
nog een aantal studies lopende over de kerosineproblematiek<br />
; de minister maakt zich trouwens<br />
ernstig zorgen over deze problematiek.<br />
Voor de nachtvluchten opteert de minister voor<br />
een erg pragmatische aanpak. De milieuvergunning<br />
is afgeleverd en laat een bepaald contingent<br />
van nachtvluchten toe. Nu zit men onder dat toegestane<br />
aantal ; de maatschappij "Aeroground" biedt<br />
op dit stuk (verzoening economie – ecologie) het<br />
meeste toekomst. Deze maatschappij streeft ethische<br />
doelen na. De minister staat nogal huiverig<br />
tegen een sloganachtige aanpak rond de nachtvluchten.<br />
Nu zijn er 1,75 nachtvluchten per etmaal.<br />
Hij waarschuwt dat zonder nachtvluchten er een<br />
toename zou kunnen zijn van de geluidsoverlast<br />
omdat er om economische redenen moet geheroriënteerd<br />
worden. Hij is van oordeel dat minister<br />
Vera Dua met de vergunning de krijtlijnen heeft<br />
getrokken : hij heeft bovendien de indruk dat de<br />
klachten afnemen.<br />
73 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
Minister Steve Stevaert verklaart dat de milieuverenigingen<br />
ook zullen betrokken worden in het<br />
luchtvaartforum.<br />
In verband met de visie over de regionale luchthavens<br />
wenst de minister te wijzen op verschillende<br />
benaderingswijzen : vanuit ecologisch oogpunt mag<br />
er geen groei zijn, vanuit economische motieven is<br />
"the sky is the limit" een benadering. Hij verwijst<br />
naar het gevoerde beleid in Wallonië waar er forse<br />
investeringen gebeuren en waar een zeer merkwaardige<br />
politiek wordt gevoerd. Hij hoopt dat het<br />
Rekenhof ook de Waalse luchthavens onder de<br />
loepe neemt. Het is bijzonder moeilijk te achterhalen<br />
welke middelen naar de Waalse regionale<br />
luchthavens stromen en of die middelen doelmatig<br />
gebruikt worden. Vrachten die in Vlaanderen zeer<br />
problematisch zijn en leiden tot veel overlast en<br />
absoluut niet toekomstgericht zijn, kunnen daar<br />
wel. Dat voorbeeld moet zeker niet gevolgd worden.<br />
De minister verklaart dat de luchthaven van Oostende<br />
moet gehermoduleerd worden. De luchthaven<br />
van Deurne heeft een roeping die in relatie<br />
met de uitbouw van het TGV-netwerk moet bekeken<br />
worden. Hij is van oordeel dat ook met economische<br />
parameters moet worden rekening gehouden.<br />
Zo is het blijkbaar belangrijk dat in het kader<br />
van de dispatching groenten en fruit worden aangevoerd<br />
naar Oostende.<br />
De <strong>Vlaams</strong>e regering zal managers – personen of<br />
organisaties – aanstellen. Die procedure is lopend.<br />
De minister benadrukt dat de huidige personeelsbezetting<br />
niet de meest geschikte is om de luchthavens<br />
commercieel te runnen. Hij is het eens met<br />
het Rekenhof dat deze luchthavens verlieslatend<br />
zijn, maar de minister kent geen luchthavens in<br />
<strong>Vlaams</strong>e context die rendabel zijn. Als "het rendabel<br />
zijn", weerhouden wordt als parameter zullen<br />
alle luchthavens moeten verdwijnen. De minister<br />
kiest voor een beleid waarbij er middelen worden<br />
geïnvesteerd in luchthavens maar er moet een afweging<br />
gebeuren op basis van een kostenbatenanalyse.<br />
Er moet duidelijk gekeken worden wat verantwoord<br />
is, zeker omdat het om gemeenschapsmiddelen<br />
gaat.<br />
In verband met de managers verstrekt de minister<br />
volgende bijkomende toelichting :<br />
In uitvoering van de beslissing van de <strong>Vlaams</strong>e regering<br />
d.d. 23 juni 2000 werd een oproep naar potentiële<br />
kandidaten gepubliceerd, zowel in het EGblad<br />
van publicaties als in het bulletin der aanbestedingen<br />
op het Belgisch niveau.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 74<br />
De kandidaturen dienden te worden ingestuurd<br />
vóór 1 september 2000.<br />
Vervolgens werden de kandidaturen onderzocht<br />
door de Participatie Maatschappij Vlaanderen, die<br />
een pré-selectie moest doorvoeren. Dit rapport is<br />
klaar en werd voor advies naar de Inspectie van Financiën<br />
gestuurd.<br />
Het advies van de Inspectie van Financiën werd<br />
ondertussen afgeleverd. Ter voorbereiding van de<br />
agendering op de <strong>Vlaams</strong>e regering heeft de minister<br />
tevens een begrotingsakkoord gevraagd.<br />
Teneinde de rechtszekerheid van alle partijen<br />
maximaal te waarborgen, de risico's tot mogelijke<br />
betwistingen volledig uit te sluiten, en rekening<br />
houdend met de gevoeligheden van het dossier,<br />
heeft de minister, ten uitzonderlijke titel, een bijkomend<br />
advies gevraagd aan de dienst voor overheidsopdrachten.<br />
Nadat hij alle adviezen heb ingewonnen zal de minister<br />
aan de <strong>Vlaams</strong>e regering een voorstel van<br />
pré-selectie ter beraadslaging voorleggen.<br />
Uiteraard kan de minister vandaag geen uitspraken<br />
doen over wie wel en wie niet wordt geselecteerd,<br />
omdat dit de ongeldigheid van de procedure<br />
tot gevolg zou kunnen hebben.<br />
Het is bovendien de <strong>Vlaams</strong>e regering die de finale<br />
beslissing moet nemen, nadat zij van alle adviezen<br />
kennis heeft genomen.<br />
De minister hoopt evenwel om dit zo vlug mogelijk<br />
op de <strong>Vlaams</strong>e regering te kunnen agenderen<br />
(begin januari 2001).<br />
Vervolgens zullen de geselecteerde kandidaten een<br />
lastenboek ontvangen, waarop binnen de zestig kalenderdagen<br />
moet worden gereageerd.<br />
Deze offertes zullen vervolgens door de Participatie<br />
Maatschappij Vlaanderen worden geëvalueerd,<br />
waarna een definitieve beslissing kan genomen<br />
worden omtrent de keuze van de managers voor de<br />
beide luchthavens.<br />
Mevrouw Maria Tyberghien-Vandenbussche vraagt<br />
verduidelijking over de functie van het forum<br />
<strong>Vlaams</strong>e luchtvaart en de relatie met de<br />
manager(s). Zij begreep dat dit forum een adviesopdracht<br />
heeft naar het beleid terwijl de manager<br />
de luchthaven commercieel moet leiden ?<br />
De heer Carl Decaluwe vraagt naar verduidelijking<br />
van het bedrag van 60 miljoen frank – wordt dat<br />
bedrag vastgelegd in de begroting omdat de managers<br />
nog niet zijn aangeduid ? Hij vraagt naar<br />
het tijdsperspectief en de duur van de opdracht van<br />
de managers.<br />
De heer Jan Penris herhaalt de opmerking van mevrouw<br />
Maria Tyberghien-Vandenbussche over de<br />
kritiek van het Rekenhof.<br />
Minister Steve Stevaert verduidelijkt dat de 60 miljoen<br />
frank gebruikt worden om PMV te betalen.<br />
De duurtijd van de opdracht van de managers is<br />
vijf jaar.<br />
Wat de relatie Forum- managers betreft, verklaart<br />
de minister dat hij de samenstelling van het forum<br />
zal overmaken aan het commissiesecretariaat. Het<br />
Forum moet adviseren over het globale luchtvaartbeleid<br />
in Vlaanderen. De managers krijgen de verantwoordelijkheid<br />
voor de specifieke uitbating van<br />
de luchthaven van Oostende en de luchthaven van<br />
Deurne. Er is dus geen directe relatie tussen de<br />
managers en het Forum.<br />
In verband met de opmerkingen van het Rekenhof<br />
in het boek van het Rekenhof 2000 omtrent de<br />
<strong>Vlaams</strong>e regionale luchthavens : financiële analyse<br />
en analyse van de studies en het beleid, verstrekt<br />
de minister volgende bijkomende toelichtingen.<br />
Het Rekenhof heeft in haar jaarboek een stand<br />
van zaken opgemaakt van de regionale luchthavens.<br />
Het Rekenhof stelt vast dat de dotatie aan de<br />
regionale luchthavens in de periode 1982-1988 stelselmatig<br />
is gestegen. De kredietverlening heeft in<br />
2000 een hoogtepunt bereikt van 449,7 miljoen<br />
frank.<br />
Bij de oprichting van de DAB – beheersvorm (in<br />
1992) voor de beide luchthavens was het de bedoeling<br />
een duidelijk inzicht te verkrijgen in de inkomsten<br />
en de uitgavenstructuur van elke luchthaven,<br />
waarbij de DAB's een kans kregen om rendabel te<br />
worden, via een meer autonoom beheer.<br />
Het Rekenhof stelt vast dat er naast de dotatie ook<br />
nog belangrijke logistieke steun (administratieve<br />
en beheerskosten) wordt gegeven door de diensten<br />
van de afdeling Personenvervoer en Luchthavens.<br />
De werkelijke kostprijs van de luchthavens ligt dus<br />
hoger dan de bedragen in de begroting doen vermoeden.
Het Rekenhof merkt ook op dat de regie der<br />
Luchtwegen (nu Belgocontrol) gratis diensten levert,<br />
onder meer inzake verkeersleiding en meteo.<br />
Het Rekenhof maakt geen melding van het feit dat<br />
dit het gevolg is van het samenwerkingsakkoord<br />
tussen de federale regering en de gewesten, dat<br />
werd afgesloten bij de regionalisering van de regionale<br />
luchthavens.<br />
Het Rekenhof stelt vast dat het gecorrigeerde exploitatietekort<br />
van de luchthaven van Antwerpen<br />
is opgelopen van 19,5 miljoen in 1992 tot 49,7 miljoen<br />
frank in 1999.<br />
Tevens stelt het Rekenhof vast dat het gecorrigeerde<br />
exploitatietekort van de luchthaven van Oostende<br />
is opgelopen van 59 miljoen in 1992 tot 94,9<br />
miljoen frank in 1999.<br />
De financiële situatie van de regionale luchthavens<br />
verslechtert dus stelselmatig.<br />
Het Rekenhof stelt vast dat de <strong>Vlaams</strong>e regering in<br />
de periode 1990-2000 een aantal studies heeft laten<br />
uitvoeren om na te gaan op welke wijze de regionale<br />
luchthavens rendabel konden worden gemaakt.<br />
Het hof is van mening dat deze studies niet<br />
werden aangewend om beleidsbeslissingen te<br />
nemen.<br />
Deze studies kwamen evenwel niet tot een eenduidige<br />
conclusie over het al dan niet rendabel zijn<br />
van de regionale luchthavens. Bovendien diende<br />
rekening gehouden te worden met een aantal elementen<br />
inzake leefbaarheid voor de omgeving, gezien<br />
de ligging van de regionale luchthavens. De<br />
mogelijkheden van de regionale luchthavens zijn<br />
derhalve niet onbeperkt. Het Rekenhof heeft geen<br />
rekening gehouden met ecologische parameters.<br />
Op basis van de verklaring van een aantal privépartijen,<br />
die stelden dat de luchthaven van Antwerpen<br />
rendabel kon worden uitgebaat, mits een verlenging<br />
van de startbaan, heeft de vorige <strong>Vlaams</strong>e<br />
regering beslist om voor de beide luchthavens een<br />
offerte te lanceren tot het inschrijven op een domeinconcessie,<br />
waarbij het al dan niet verlengen<br />
van de startbaan werd opengelaten. Op deze wijze<br />
kon de proef op de som worden genomen omtrent<br />
het vraagstuk van de rendabiliteit.<br />
In tegenstelling tot hetgeen het Rekenhof stelt,<br />
werden de reeds uitgevoerde studies wel degelijk<br />
gebruikt. Zij werden namelijk als basisdocumentatie<br />
meegestuurd met de offertevraag, ten behoeve<br />
van de kandidaten.<br />
75 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
Deze offertes hebben evenwel geen enkele valabele<br />
inschrijving opgeleverd, noch voor de luchthaven<br />
van Oostende noch voor de luchthaven van Deurne.<br />
De inschrijvers gingen er namelijk van uit dat<br />
het <strong>Vlaams</strong> Gewest alle kosten op zich moest<br />
nemen, terwijl de uitbater enkel de baten op zich<br />
wilden nemen, hetgeen niet het opzet was van de<br />
offertevraag en maatschappelijk ook niet verdedigbaar<br />
is.<br />
Op deze wijze werd proefondervindelijk bewezen<br />
dat de beide regionale luchthavens niet rendabel<br />
kunnen zijn zonder overheidssteun. De diverse studies<br />
die al dan niet het tegendeel wilden bewijzen,<br />
zijn op dat vlak dus achterhaald.<br />
De <strong>Vlaams</strong>e regering heeft op dat moment geconcludeerd<br />
dat een rendabele exploitatie, zonder<br />
overheidssteun niet mogelijk was, bij gebrek aan<br />
kandidaten die dit haalbaar achten.<br />
Het Rekenhof komt nu in haar boek van het jaar<br />
2000 tot dezelfde conclusie.<br />
Teneinde toch een aanzet te geven naar een meer<br />
rendabel exploitatie en partners te zoeken die<br />
eventueel aan de uitbating van regionale luchthavens<br />
willen deelnemen, heeft de <strong>Vlaams</strong>e regering<br />
de procedure tot het verlenen van een domeinconcessie<br />
stopgezet.<br />
Vervolgens werd een procedure opgestart tot het<br />
zoeken van een manager of een management –<br />
team voor elke luchthaven, waarbij een oproep tot<br />
kandidaten werd gelanceerd.<br />
Vertrekkende vanuit de vaststelling dat een rendabele<br />
exploitatie, zonder overheidssteun, niet mogelijk<br />
is, heeft de <strong>Vlaams</strong>e regering hierbij een enveloppe<br />
voorzien, die de manager bij zijn aanstelling<br />
ter beschikking krijgt.<br />
Er kan niet verder worden ingegaan op de opdracht<br />
van deze manager omdat dit het onderwerp<br />
uitmaakt van het lastenboek dat binnenkort aan de<br />
geselecteerde kandidaten zal worden overgemaakt.<br />
Er kan hierover geen voorkennis worden verspreid,<br />
omwille de geldigheid van de eventuele in<br />
te dienen offertes.<br />
Er kan wel gesteld worden dat de opdracht van de<br />
manager in de offertevraag zeer duidelijk omschreven<br />
is en dat de milieuvergunning ondertussen ook<br />
duidelijkheid verstrekt over het soort en de hoeveelheid<br />
van activiteiten die er op de twee regionale<br />
luchthavens mag ontwikkeld worden.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 76<br />
Ingaand op de opmerking van het Rekenhof omtrent<br />
de duidelijkheid van de rekeningen omvat de<br />
opdracht van de manager onder andere ook een<br />
onderzoek omtrent de beheersvorm zelf, zowel wat<br />
betreft de voordelen als wat betreft de nadelen. De<br />
opdracht gaat evenwel verder, en veronderstelt dat<br />
de manager privé-partners zoekt om deel te nemen<br />
aan de exploitatie. Indien er partners kunnen gevonden<br />
worden dient de manager een voorstel te<br />
formuleren omtrent een aangepaste beheersvorm.<br />
Ondertussen heeft de huidige <strong>Vlaams</strong>e regering<br />
ook duidelijkheid verstrekt over de al dan niet verlenging<br />
van de startbaan in Deurne. Tenzij andere<br />
mogelijkheden zich terzake voordoen, kan binnen<br />
de grenzen van het RSV en het gewestplan Antwerpen,<br />
de ondertunneling van de startbaan overwogen<br />
worden, op basis van een verslag van de<br />
aangestelde manager, voor zover deze de veiligheid<br />
en de rendabiliteit van de luchthaven op termijn in<br />
het vooruitzicht kan stellen. De ondertunneling zal<br />
gefinancierd worden buiten de beschikbare middelen<br />
van de <strong>Vlaams</strong>e minister, bevoegd voor Openbare<br />
Werken en Vervoer.<br />
Voortgaande op de conclusies van het Rekenhof, in<br />
haar jaarboek van 2000, heeft de <strong>Vlaams</strong>e regering<br />
gelukkig de conclusies van de diverse studies niet<br />
blindelings opgevolgd. Het is namelijk allesbehalve<br />
zeker dat de financiële situatie van de regionale<br />
luchthavens vandaag beter zou geweest zijn. Het is<br />
wel zeker dat de budgettaire impact voor het<br />
<strong>Vlaams</strong> Gewest waarschijnlijk véél groter zou geweest<br />
zijn.<br />
De opmerking van het Rekenhof dat de administratie<br />
onvoldoende betrokken was bij de besluitvorming<br />
rond de domeinconcessie en het zoeken<br />
van een manager voor de luchthavens is gemakkelijk<br />
te verklaren.<br />
In eerste instantie is het menselijk dat een administratie<br />
niet geneigd is om het beheer van de regionale<br />
luchthavens, dat ze zelf in handen heeft, uit<br />
handen te geven. Dit is volledig menselijk en begrijpbaar.<br />
In tweede instantie, en véél belangrijker, moet<br />
evenwel ook duidelijk gesteld worden dat dit soort<br />
van beslissingen toehoort aan het politiek primaat,<br />
gezien de belangrijkheid van de beslissing. Dergelijke<br />
beslissingen kunnen onmogelijk door een administratie<br />
worden genomen.<br />
De inschakeling van de PMV, in dit dossier, is bovendien<br />
ingegeven door een aantal objectieve redenen,<br />
met name :<br />
– er dient beroep gedaan te worden op een instantie<br />
die voldoende knowhow in huis heeft<br />
om de solvabiliteit van de kandidaten en de businessplans<br />
te evalueren. De administratie heeft<br />
deze knowhow niet op de dienst Personenvervoer<br />
en Luchthavens, en was zelf vragende partij<br />
om de nodige externe expertise in te schakelen.<br />
De PMV is hierin gespecialiseerd ;<br />
– de betrokken instantie moet daarenboven los<br />
staan van het huidige beheer, zodat zij neutraal<br />
ingesteld is ten opzichte van het dossier.<br />
Enkel op deze wijze kan in een sereen klimaat, op<br />
basis van objectieve elementen, een beslissing genomen<br />
worden. Door deze handelwijze kan de administratie<br />
ook niet beticht worden van het feit dat<br />
zij zelf belanghebbende is en op sommige momenten<br />
rechter en partij is in het dossier.<br />
De rol van de administratie zal in de toekomst<br />
evenwel terug op de voorgrond treden, na de aanstelling<br />
van de managers. Zij zal er namelijk moeten<br />
op toezien dat de managementovereenkomst<br />
wordt nageleefd.<br />
Tot slot moet verduidelijkt worden dat de kritiek<br />
van de SERV over de onduidelijkheid van de opdracht<br />
van de managers begrijpelijk is. Zij beschikken<br />
immers niet over alle informatie, waaronder de<br />
inhoud van het managementcontract. De opdracht<br />
van de manager is echter zeer duidelijk omschreven<br />
en is aanzienlijk ruimer dan de huidige taken<br />
van de luchthavendirecties.<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer concludeert<br />
dat de ondertunneling van de startbaan van<br />
de luchthaven van Deurne zal gefinancierd worden<br />
buiten de beschikbare middelen van de begroting ?<br />
De minister herhaalt dat de regeringsbeslissing<br />
luidt dat de ondertunneling van de startbaan van<br />
de luchthaven van Deurne zal gefinancierd worden<br />
buiten de beschikbare middelen van de minister<br />
van de <strong>Vlaams</strong>e minister van Openbare Werken en<br />
Mobiliteit. Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer<br />
repliceert dat deze financiering niet met manna zal<br />
gebeuren. De minister verklaart dat dit dossier niet<br />
met geld van zijn departement zal betaald worden.<br />
De heer Ludwig Caluwé spreekt van een paard dat<br />
door de <strong>Vlaams</strong>e regering gelopen is en daar is uitgekomen<br />
als een dromedaris of een kameel. Wie<br />
het zal betalen, blijft een vraagteken. Mevrouw Wivina<br />
Demeester-De Meyer trekt de conclusie dat er<br />
ruimtelijk gezien een ondertunneling kan komen<br />
maar dat de minister van Openbare Werken die dat
pakket in zijn bevoegdheid heeft, dit niet betaalt.<br />
De ene wil het, de andere niet en daarom werd<br />
deze mossel-noch-visoplossing gekozen. Het is dus<br />
onduidelijk of de ondertunneling er komt. Op de<br />
opmerking van mevrouw Wivina Demeester-De<br />
Meyer dat de ondertunneling er niet komt, repliceert<br />
de heer Jul Van Aperen dat de minister dat<br />
niet heeft gezegd.<br />
– Programma 63.40 Infrastructuur en Verkeersbeleid<br />
De heer Carl Decaluwe vraagt informatie omtrent<br />
PR 63.40 BA 33.01 "subsidies aan organisaties en<br />
verenigingen actief op het vlak van verkeersopvoeding<br />
en verkeersveiligheid" (Fietsersbond, voetgangersbeweging,<br />
BTTB) : in 1999 was een budget<br />
van 7,3 miljoen frank voorzien, doch dit bleef ongebruikt.<br />
Voor 2001 wordt 10 miljoen frank voorzien.<br />
Waarom werd dat niet gebruikt in 1999 ?<br />
De minister engageert zich om een toelichting te<br />
verstrekken omtrent de kredieten van 1999.<br />
Is 30 miljoen frank subsidie voor de SERV niet bijzonder<br />
veel voor een permanent secretariaat en<br />
kosten van deskundigen voor de Mobiliteitsraad<br />
Vlaanderen ? Hoe wordt dit onderbouwd, ook<br />
naar personeelsbezetting, vraagt de heer Carl Decaluwe.<br />
De minister vermeldt dat de onderbouwing zal toegelicht<br />
worden in het kader van de bespreking van<br />
het onwerpdecreet basismobiliteit dat eerstdaags in<br />
deze commissie behandeld wordt.<br />
De heer Johan Malcorps heeft een vraag i.v.m. BA<br />
33.06 "proefprojecten in het woon-werkverkeer".<br />
Het regeerakkoord vermeldt dat het bedrijfsleven<br />
nauw dient betrokken te worden bij de uitbouw<br />
van een coherent kwaliteitsbeleid. In de eerste<br />
plaats komt er een promotiecampagne en het voorstellen<br />
van proefprojecten. Het lid vraagt naar de<br />
finaliteit van deze proefprojecten ; hij is voorstander<br />
van bedrijfsvervoerplannen maar stelt vast dat<br />
op federaal vlak daar weinig voortgang is in dat<br />
dossier.<br />
De minister verduidelijkt dat één van de proefprojecten<br />
het industriepark in Genk betreft. Er komt<br />
daar een ondersteuning van de overheid in samenwerking<br />
met de SERV om een dergelijk project bedrijfsvervoerplan<br />
op te zetten. Het gaat wel om een<br />
vrijwillig bedrijfsvervoerplan, verplichte plannen<br />
situeren zich op federaal niveau. Hij is vrij optimis-<br />
77 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
tisch in verband met dat project : autodelen vormt<br />
trouwens een onderdeel ervan.<br />
De vraagsteller is het eens dat in principe bedrijfsvervoerplannen<br />
een federale aangelegenheid zijn.<br />
Hij stelt vast dat er daarover geen consensus wordt<br />
bereikt. Vandaar zijn pleidooi om gewestelijk iets<br />
te forceren op dat vlak.<br />
De minister repliceert dat de politiek op dat vlak<br />
duidelijk is : er worden in overleg met de SERV los<br />
van de evolutie op federaal vlak, concreet op het<br />
terrein projecten uitgewerkt.<br />
– Organisatieafdeling 64 Administratie Waterwegen<br />
en Zeewezen<br />
– Programma 64.10 Waterwegen en Binnenvaart<br />
De heer Carl Decaluwe meent dat het de bedoeling<br />
van het onderhoud van de waterwegen is om<br />
het kwaliteitsniveau in 2003 20% hoger te brengen<br />
dan in 2000. In de begroting 2001 is het krediet<br />
voor onderhoud van de waterwegen significant en<br />
structureel verhoogd (+350 miljoen frank) om de<br />
noodzakelijke baggerwerken voor het garanderen<br />
van de nodige waterdiepte, te realiseren, aldus de<br />
toelichting. Dat is een positieve aanzet, maar ondertussen<br />
groeit het verschil tussen vastleggingen<br />
en ordonnanceringen (verschil vorig jaar was al 433<br />
miljoen, dit verschil groeit nu tot ruim 700 miljoen<br />
frank). Zullen de noodzakelijke baggerwerken dit<br />
jaar dan wel effectief kunnen uitgevoerd worden ?<br />
Als ze uitgevoerd worden, moeten ze toch ook betaald<br />
worden ?<br />
Bovendien lezen we in de beleidsbrief van de minister<br />
(blz. 18) dat er in september 2001 een plan<br />
zal worden voorgelegd voor het structureel onderhoud<br />
van de waterwegen. We mogen dan verwachten<br />
dat er vanaf 2002 een noodzakelijke extra budgettaire<br />
injectie zou komen voor het structureel<br />
onderhoud van de waterwegen, doch dit vinden we<br />
niet als dusdanig terug in de meerjarenbegroting.<br />
In verband met de baggerwerken, gaat de minister<br />
er vanuit dat er voldoende betalingskredieten zijn.<br />
Volgens experts komt de overheid niet in moeilijkheden<br />
om te voldoen aan zijn betalingsopdrachten.<br />
Zal de 50 miljoen frank extra voor de sanering van<br />
bodems wel volstaan, vraagt de heer Carl Decaluwe<br />
? Slechts 2% van de meetpunten bij bevaarbare<br />
waterlopen geven een goede kwaliteit aan. Een opkuis<br />
kost miljarden franken. Hoe verhoudt deze<br />
begroting zich met de begroting van minister Vera
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 78<br />
Dua ? Er was het dossier van De Leie in Kortrijk.<br />
Waarschijnlijk volgen er in de toekomst andere gelijkaardige<br />
dossiers. Heeft de minister in de begroting<br />
rekening gehouden met deze ernstige en verspreide<br />
vervuiling ? De persartikelen over de resultaten<br />
van dit onderzoek verschenen na indiening<br />
van de begroting, vermoedelijk was de minister<br />
niet op de hoogte van de ernstige toestand bij de<br />
begrotingsopmaak.<br />
De minister verduidelijkt dat hij 50 miljoen frank<br />
ter beschikking stelt voor de problematiek van de<br />
onderwaterbodems. De problematiek van de stortplaatsen<br />
– cfr. heraanleg Leie – is van een andere<br />
aard. Nu in de toekomst zal er rekening mee worden<br />
gehouden dat de functioneel bevoegde minister<br />
over die middelen kan beschikken.<br />
De heer Jan Penris vraagt of 50 miljoen frank voldoende<br />
is voor de sanering van onderwaterbodems<br />
? De minister verduidelijkt dat het om extrakredieten<br />
gaat. De heer Jan Penris vermeldt dat de<br />
minister verklaarde 625 miljoen frank uit te trekken<br />
enerzijds voor de sanering en anderzijds voor<br />
de uitvoering van het Havendecreet. Zit de 50 miljoen<br />
frank in dit bedrag ? De minister verduidelijkt<br />
dat er 125 miljoen frank uitgetrokken wordt voor<br />
het saneren van de onderwaterbodems in de havens.<br />
De 50 miljoen frank waarvan sprake is bestemd<br />
voor de sanering van de onderwaterbodems<br />
"binnenvaart".<br />
De heer Carl Decaluwe dringt aan dat de beheersovereenkomst<br />
van de <strong>Vlaams</strong>e regering met de<br />
Dienst voor Scheepvaart (1/6/99) voorgelegd wordt<br />
ter informatie aan het <strong>Vlaams</strong> <strong>Parlement</strong>, in uitvoering<br />
van een resolutie van het parlement. Ook<br />
bij de begrotingscontrole heeft het Rekenhof dit<br />
opgemerkt. Het lid verwijst naar de bestaande<br />
praktijk m.b.t. de beheersovereenkomst van de<br />
VRT die wordt besproken in het parlement. Hij<br />
hoopt dat ook de beheersovereenkomst van De<br />
Lijn aan het <strong>Parlement</strong> wordt voorgelegd voor bespreking.<br />
Hij is zich bewust dat uiteindelijk de minister<br />
de bevoegdheid heeft beslissingen te treffen<br />
en de overeenkomst af te sluiten.<br />
De minister engageert zich om de geactualiseerde<br />
beheersovereenkomst van de Dienst voor de<br />
Scheepvaart ter beschikking te stellen. Ze wordt bij<br />
overzending aan de leden van de commissie overgezonden.<br />
De heer Carl Decaluwe stelt vast in het antwoord<br />
voor wat betreft het onderbenutten van ordonnanceringskredieten<br />
in 1998 en 1999, dat de minister<br />
geen verklaring gegeven heeft voor het lage uitvoeringspercentage<br />
(79%) van het GOK in 1999 voor<br />
de waterwegen.<br />
De minister engageert zich om een toelichting te<br />
verstrekken daaromtrent. Hij is van oordeel dat dit<br />
een misvatting is. De lage benuttingsgraad betreft<br />
de betalingskredieten. Er zou zich daar echter geen<br />
enkel probleem stellen.<br />
De heer Carl Decaluwe repliceert dat het uitvoeringspercentage<br />
voor de regionale luchthavens<br />
27% bedraagt en dus zeer laag is. De minister verklaart<br />
dat dit klopt voor 1998, maar niet voor 1999<br />
waar het percentage steeg tot 99,7 %.<br />
Wat de personeelsproblematiek betreft, verwijst de<br />
heer Carl Decaluwe naar de toelichting bij BA<br />
31.04 (dotatie Dienst voor de Scheepvaart). Daar<br />
wordt gesteld dat er vooral op het vlak van personeelskredieten<br />
een aanzienlijk tekort blijft bestaan.<br />
De personeelsformatie kan slechts beperkt worden<br />
opgevuld. Omwille van de toenemende eisen van<br />
toegankelijkheid (continudienst, 8 uren op zondag<br />
op het Albertkanaal, …) moet er steeds meer regiepersoneel<br />
worden ingezet om de sluizen te bedienen.<br />
Onderhoud, bedrijfszekerheid en veiligheid<br />
dreigen hierdoor in het gedrang te komen.<br />
In de toelichting bij de begroting van de Dienst<br />
voor de Scheepvaart wordt nogmaals gesteld :<br />
"Gelet op de beperkte budgettaire middelen kan in<br />
hoofdzaak slechts aan curatief onderhoud worden<br />
gedaan en zijn er onvoldoende kredieten voor het<br />
normale preventieve onderhoud. Door hun onderbezetting<br />
(van het exploitatiepersoneel) moeten tevens<br />
regiewerklieden worden ingezet voor de exploitatie,<br />
zodat het dringend onderhoud aan de installaties<br />
vaak in het gedrang komt.". Een personeelsformatie<br />
van 506 eenheden is slechts opgevuld<br />
met 461 eenheden. Hoe wil de minister deze<br />
problemen oplossen : outsourcen ?<br />
De minister verklaart dat de <strong>Vlaams</strong>e overheid opteerde<br />
voor een horizontale benadering. Er is een<br />
afspraak met de minister van Ambtenarenzaken<br />
om aan de grootste noden op vlak van het personeel<br />
tegemoet te komen. Door implementatie van<br />
nieuwe technologie kunnen wellicht ook een aantal<br />
werkzaamheden samengedrukt worden.<br />
– Programma 64.20 Havens<br />
De heer Ludwig Caluwé verwijst naar het interview<br />
van de minister-president in Gazet van Antwerpen<br />
over het havenbeleid en meer bepaald de<br />
kaaimuren : hij pleit voor een subsidiëring ten belope<br />
van 30%. Het lid vindt dat dan ook ernstig<br />
moet onderzocht worden dezelfde principes toe te<br />
passen voor de kaaimuren in de binnenvaart. Zijn<br />
de consequenties voldoende ingeschat ?
De minister verklaart dat er voor de binnenvaart<br />
een PPS-formule geldt waarbij een verdeelsleutel<br />
80 % (van de overheid) – 20% (vanuit de privé)<br />
wordt gehanteerd, terwijl die verhouding in die havens<br />
30% (overheid) – 70% (privéinbreng) bedraagt<br />
in een formule van zuivere subsidiëring. Minister<br />
Steve Stevaert verklaart dat Europa deze regeling<br />
aanvaard heeft : via de concessie wordt de<br />
overheid terugbetaald.<br />
De heer Ludwig Caluwé vraagt naar een stand van<br />
zaken m.b.t. de uitvoeringsbesluiten van het Havendecreet<br />
: zullen die er in december zijn ? Hij<br />
vraagt naar een detail van de inhoud van deze besluiten.<br />
De heer Jan Penris sluit zich hierbij aan en vraagt<br />
naar een stand van zaken van het "subsidiereglement".<br />
Er is nogal wat kritiek over de gehanteerde<br />
verdeelsleutel.<br />
Hetzelfde lid vraagt ook meer informatie over de<br />
concertatiecommissie en de Havencommissaris. Hij<br />
verwijst naar de actuele vragen die daarover op 29<br />
november jl. in de plenaire vergadering werden gesteld.<br />
De heer Jan Penris verwijst naar het antwoord van<br />
de minister in verband met de onderwaterbodemsanering<br />
: er werd 125 miljoen frank uitgetrokken<br />
voor de havens. Het lid meent dat er dan nog 500<br />
miljoen frank gereserveerd wordt voor de uitvoering<br />
van het Havendecreet. Hij vraagt welk punten<br />
met dit bedrag zullen bekostigd worden ?<br />
De minister verduidelijkt dat de 500 miljoen frank<br />
bestemd zijn voor de uitvoering van de decreetskosten.<br />
Minister Steve Stevaert verklaart dat de uitspraken<br />
van de minister-president in het verlengde liggen<br />
van zijn visie. Het Havendecreet is wel het uitgangspunt<br />
van benadering.<br />
In verband met de stand van zaken van het Havendecreet<br />
verstrekt de minister een omstandige toelichting.<br />
Om in te gaan op de vragen en opmerkingen betreffende<br />
de uitvoering van het Havendecreet lijkt<br />
het de minister noodzakelijk de globale context, inclusief<br />
de gevolgde methodologie te schetsen.<br />
Nog steeds wordt er een te enge cijfermatige benadering<br />
gehanteerd door teveel betrokkenen. Indien<br />
die daarenboven louter vanuit particulier perspectief<br />
gemaakt wordt, wekt dat enige wrevel op bij<br />
79 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
sommige <strong>Vlaams</strong>e beleidsverantwoordelijken. Dit<br />
is volkomen begrijpelijk. Inzake <strong>Vlaams</strong> havenbeleid<br />
moet er samen op het <strong>Vlaams</strong>e bestuursniveau,<br />
maar ook met de institutionele en economische<br />
actoren op de subregionale en lokale bestuursniveaus<br />
streven naar win-win constellaties.<br />
Enkel op deze wijze kunnen dankzij onze zeehavens<br />
maatschappelijk meerwaarden duurzaam bestendigd<br />
worden. Elke andere evolutie houdt bijzonder<br />
grote risico's in.<br />
Het geheel is in deze materie immers veel groter<br />
dan de som van de delen. Bij de implementatie van<br />
het Havendecreet is de minister van dit premis uitgegaan.<br />
Een tweede impliciete basis was de individuele<br />
leefbaarheid, ook de economische, van alle<br />
<strong>Vlaams</strong>e zeehavens verzekeren. Hierbij werd ervan<br />
uitgegaan dat het onmogelijk de intentie van de<br />
decreetgever kan geweest zijn de toekomst van één<br />
of meerdere <strong>Vlaams</strong>e zeehavens te hypothekeren<br />
ingevolge decreetbepalingen. Voor de rest is voor<br />
een "onbevangen" benadering gekozen ten overstaan<br />
van welke belanghebbende ook.<br />
De minister wijst er op dat er bijzonder snel gewerkt<br />
wordt aan de implementatie van het Havendecreet.<br />
Een eerste reeks van 4 uitvoeringsbesluiten<br />
werd reeds op 17 juli door de <strong>Vlaams</strong>e regering<br />
principieel goedgekeurd en een tweede reeks van<br />
niet minder dan 7 besluiten met betrekking tot de<br />
financiële aspecten van het decreet wordt gefinaliseerd<br />
met de intentie ze nog voor het jaareinde aan<br />
de <strong>Vlaams</strong>e regering voor te leggen ter principiële<br />
goedkeuring. Het ene instrumenteel relatief eenvoudige<br />
subsidiebesluit van 1993 kwam 5 jaar na<br />
de overheveling van de bevoegdheden over havens<br />
en aanhorigheden tot stand. In vergelijking hiermee<br />
wordt er nu zeer snel gewerkt.<br />
Nieuw havenlandschap<br />
Onmiddellijk na het van kracht worden van het<br />
Havendecreet van 2 maart 1999 is er gestart met de<br />
voorbereiding van de uitvoeringsbesluiten. Gezien<br />
de ingrijpendheid van het decreet werd tegelijk een<br />
overzichtstekst over het havenlandschap opgesteld.<br />
Het betreft niet meteen een uitvoeringsbesluit,<br />
maar het is een document dat ons toelaat de globale<br />
problematiek, inclusief de uitvoeringsbesluiten<br />
te situeren. Dit document werd in nauwe samenwerking<br />
met de <strong>Vlaams</strong>e Havencommissie uitgewerkt.<br />
Het geeft een beeld van de instellingen,<br />
structuren, overlegorganen, commissies en adviesorganen<br />
die in de toekomst mede dit havenlandschap<br />
zullen gestalte geven.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 80<br />
Over de ontwerpteksten van alle besluiten werd,<br />
op regelmatige basis, met vertegenwoordigers van<br />
alle havenbesturen en in nauw overleg met de<br />
<strong>Vlaams</strong>e Havencommissie en haar diensten overlegd.<br />
1 ste reeks besluiten : voorkooprecht, havencommissaris,<br />
subregionaal overleg, VHC<br />
Zoals eerder vermeld werd een eerste reeks uitvoeringsbesluiten<br />
van het Havendecreet op 17 juli<br />
2000 principieel goedgekeurd door de <strong>Vlaams</strong>e regering.<br />
Ze bevinden zich nog steeds bij de Raad<br />
van State, die om advies binnen de maand verzocht<br />
werd. Het zijn de besluiten van de <strong>Vlaams</strong>e regering<br />
betreffende het voorkooprecht voor de havenbedrijven,<br />
betreffende de benoeming en het mandaat<br />
van de Gewestelijke Havencommissaris, betreffende<br />
het subregionaal overleg en het nieuwe<br />
oprichtingsbesluit voor de <strong>Vlaams</strong>e Havencommissie.<br />
Zodra de Raad van State haar advies overmaakt,<br />
kunnen deze besluiten afgewerkt en voor definitieve<br />
goedkeuring aan de regering voorgelegd worden.<br />
2 de reeks besluiten : besluiten met impact op financiële<br />
relaties<br />
Aan de tweede reeks uitvoeringsbesluiten die alle<br />
rechtstreeks of onrechtstreeks de financiële relaties<br />
tussen de havens en het <strong>Vlaams</strong>e Gewest vernieuwen,<br />
conform het Havendecreet, wordt de laatste<br />
hand gelegd met de intentie ze nog dit jaar voor<br />
principiële goedkeuring aan de regering voor te<br />
leggen.<br />
De minister somt ze even op :<br />
1) Eén subsidiebesluit<br />
Besluit van de <strong>Vlaams</strong>e regering betreffende de<br />
voorwaarden en de procedures tot toekenning, wijziging<br />
en intrekking van projectgebonden subsidies,<br />
alsmede betreffende de subsidiepercentages<br />
in het kader van het decreet van 2 maart 1999 houdende<br />
het beleid en het beheer van de zeehavens.<br />
2) Eén besluit aangaande de havenkapiteinsdiensten<br />
Besluit van de <strong>Vlaams</strong>e regering betreffende de bepalingen<br />
inzake het toekennen van subsidies aan<br />
de havenbedrijven ten behoeve van de havenkapiteinsdiensten<br />
die expliciet kunnen worden toegewezen<br />
aan de verkeersafwikkeling, de veiligheid en<br />
de vrijwaring van het milieu, overeenkomstig het<br />
decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en<br />
het beheer van de zeehavens.<br />
3) Eén besluit met betrekking tot de sluizen<br />
Besluit van de <strong>Vlaams</strong>e regering betreffende de bepalingen<br />
inzake het vergoeden van prestaties aan<br />
de havenbedrijven ten behoeve van het in beheer<br />
nemen van, het onderhoud en de exploitatie van de<br />
sluizen en aanhorigheden, overeenkomstig de opdracht<br />
van het <strong>Vlaams</strong> Gewest vervat in artikel 29<br />
van het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid<br />
en het beheer van de zeehavens.<br />
4) Drie besluiten over de zogenaamde maritieme<br />
toegangswegen in de zeehavens :<br />
– Besluit van de <strong>Vlaams</strong>e regering houdende<br />
de aanduiding van de maritieme toegangswegen<br />
en de bestanddelen van de haveninfrastructuur,<br />
conform artikel 3, § 2, van het<br />
decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid<br />
en het beheer van de zeehavens.<br />
– Besluit van de <strong>Vlaams</strong>e regering betreffende<br />
de medefinanciering van de instandhouding,<br />
met inbegrip van het verwerken van de specie<br />
en het onderhoud van het gedeelte van<br />
de maritieme toegangswegen waaraan de<br />
aanmeerinstallaties voor zee- en binnenschepen<br />
gelegen zijn met het oog op de overslag<br />
van goederen of het vervoer van personen<br />
overeenkomstig de opdracht van het <strong>Vlaams</strong><br />
Gewest vervat in artikel 29 van het decreet<br />
van 2 maart 1999 houdende het beleid en het<br />
beheer van de zeehavens.<br />
– Besluit van de <strong>Vlaams</strong>e regering betreffende<br />
de bepalingen inzake het vergoeden van<br />
prestaties aan de havenbedrijven ten behoeve<br />
van het instandhouden, met inbegrip van<br />
het verwerken van de specie en het onderhoud<br />
van de maritieme toegangswegen, haveninterne<br />
basisinfrastructuur uitgezonderd,<br />
overeenkomstig de opdracht van het <strong>Vlaams</strong><br />
Gewest vervat in artikel 29 van het decreet<br />
van 2 maart 1999 houdende het beleid en het<br />
beheer van de zeehavens.<br />
5) Eén besluit dat de voorlopige grenzen van de havengebieden<br />
vastlegt<br />
Besluit van de <strong>Vlaams</strong>e regering houdende de aanduiding<br />
van de voorlopige grenzen van de havengebieden.
Subsidiebesluit<br />
Het subsidiebesluit is het best bekend, gezien er in<br />
het verleden een gelijknamig besluit bestond. Het<br />
nieuwe ontwerpbesluit verschilt grondig van het<br />
besluit van 1993. Dit laatste vormde quasi louter<br />
een juridische basis om subsidies te kunnen verlenen<br />
aan de havenbesturen voor de haveninterne<br />
investeringen. In de praktijk gebeurde de verdeling<br />
van deze subsidie voor projecten in de vier <strong>Vlaams</strong>e<br />
zeehavens op basis van de zogenaamde "verdelende<br />
rechtvaardigheid". Het Havendecreet en de<br />
handelingen van de bespreking getuigen ervan dat<br />
deze subsidiepraktijk omgebogen moet worden op<br />
een meer doelmatige en economisch objectiveerbare<br />
wijze. Daarenboven dient het financiële engagement<br />
van het <strong>Vlaams</strong> Gewest te kaderen binnen<br />
een beleid dat de eerder vermelde maatschappelijke<br />
meerwaarde voor de subregio's rond de havens<br />
en voor het gehele <strong>Vlaams</strong> Gewest ten goede<br />
komt.<br />
Uitgangspunt hierbij is de economische responsabilisering<br />
van de zeehavens. Zoals de decreetgever<br />
gewenst heeft, werd hierbij anticiperend gehandeld<br />
om de zeehavens ertoe aan te zetten zich in de nabije<br />
toekomst voor te bereiden op de evoluties in<br />
Europees perspectief, meerbepaald op de beperking<br />
van overheidsingrepen in de economische aspecten<br />
van het havenlandschap.<br />
De havenbesturen hebben steeds deze beleidsombuiging<br />
gesteund, het is aan hen om dit in de toekomst<br />
in de praktijk te brengen.<br />
De economische leefbaarheid van de <strong>Vlaams</strong>e zeehavens<br />
werd als ondergrens gehanteerd. Vandaar<br />
dat van het globale budget hiervoor, geraamd op<br />
2.366 miljoen frank in 2001, oplopend tot 6.613 miljard<br />
frank in 2008 een vast percentage van 5 %<br />
voor elke haven wordt voorzien. Vooral voor de<br />
kleinste havens is deze forfaitaire toewijzing een<br />
belangrijk element om de hoogst noodzakelijke investeringsdrempel<br />
in de nabije toekomst te bestendigen.<br />
Voor de overige 80 % van het budget voor subsidiëring<br />
van nieuwe haveninterne initiatieven wordt<br />
de toewijzing van de subsidies gestoeld op 5 economische<br />
parameters :<br />
1. Tewerkstelling.<br />
2. Zeegoederenverkeer.<br />
3. Toegevoegde waarde.<br />
4. Terugvloei naar de schatkist.<br />
5. Publieke en private investeringen.<br />
81 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
Met het geheel van deze criteria wordt het verschil<br />
gemaakt door de factor ruimteproductiviteit in<br />
mindering te brengen, dit in de geest van hetgeen<br />
in het <strong>Vlaams</strong> regeerakkoord staat over zuinig<br />
ruimtegebruik in de zeehavens. De verhouding die<br />
alzo ontstaat tussen de 4 zeehavens vormt de basis<br />
voor de nieuwe subsidieverdeling. Deze methodologie<br />
werd gekozen omdat ze multidisciplinaire indicatoren<br />
bevat en omdat de economische gegevens<br />
beschikbaar zijn in de jaarverslagen van de<br />
Nationale Bank van België, een instelling met autoriteit<br />
en deskundigheid die boven elke verdenking<br />
van partijdigheid staat.<br />
Naast de te verwachten verhoogde doelmatigheid<br />
van de subsidieverlening ingevolge de objectivering<br />
van subsidiëringcriteria is er een tweede substantiële<br />
wijzing ten overstaan van het subsidiebesluit<br />
van 1993. Het subsidiepercentage voor haveninterne<br />
infrastructuur wordt teruggebracht van 60<br />
naar 30 % en voor haveninterne basisinfrastructuur<br />
wordt dit eveneens gehalveerd van 100 naar<br />
50 %.<br />
Elke haven kan over een periode van 10 jaar haar<br />
aandeel "opsparen", gezien de omvang van de investeringsprojecten<br />
en de soms jarenlange bouwtijd<br />
is dit een noodzakelijke pragmatische oplossing.<br />
Jaarlijkse opname zou de drang naar kleinere,<br />
economisch minder performante, realisaties stimuleren.<br />
Tenslotte wordt een marge van 5 % in meer of min<br />
voor de functioneel bevoegde minister voorzien.<br />
Hij kan jaarlijks van één of meerdere havens tot<br />
maximaal 5 % van dit budget afnemen en toewijzen<br />
aan één of meerdere andere havens. De minister<br />
benadrukt dat dit geen verplichting is. Dit<br />
wordt echter noodzakelijk geacht om aan uitzonderlijke,<br />
hoogdringende, ramingoverschrijdende, of<br />
maatschappelijk prioritaire projecten een impuls te<br />
kunnen geven. Het is een soort katalysator om via<br />
infrastructurele investeringsprojecten in de havens<br />
een economische hefboomfunctie te creëren. Het is<br />
trouwens niet ondenkbaar dat bepaalde havens gedurende<br />
enkele jaren het voor hen voorziene subsidieaandeel<br />
niet opnemen om in een latere periode<br />
een inhaaloperatie te doen.<br />
Vorig jaar werd een overgangsbepaling in het programmadecreet<br />
opgenomen om het besluit van de<br />
<strong>Vlaams</strong>e regering van 10 november 1993 betreffende<br />
de subsidiëring van de investeringen in de zeehavens<br />
te verlengen. Dit is voor het <strong>Vlaams</strong> Gewest<br />
budgettair niet voor herhaling vatbaar. De gestegen<br />
budgettaire lasten inzake de maritieme toegang<br />
in de ruime zin, conform de dwingende bepa-
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 82<br />
ling in het havendecreet en de eindigheid van de<br />
budgettaire middelen verhinderen dit. Nog langer<br />
vasthouden aan de oude schijnbaar voordelige subsidieregeling<br />
voor de havenbedrijven zal onoverkomelijke<br />
budgettaire problemen stellen terwijl de<br />
marge voor beleidskeuzes ingevolge de toenemende<br />
decreetskosten onder druk zal komen. De aandacht<br />
van alle havenbesturen, de <strong>Vlaams</strong>e Havencommissie<br />
en het parlement werd hierop reeds expliciet<br />
gevestigd om de perceptie van de haveninvesteringen<br />
correct te stellen. Daarom werd deze<br />
overgangsbepaling niet opnieuw in het programmadecreet<br />
opgenomen.<br />
Hiermee wordt geanticipeerd op een Europese<br />
evolutie en op een trend die zich in het hele gebied<br />
Hamburg-Le Havre inzet. Verwacht wordt dat het<br />
groter eigen financieringsaandeel voor de havenbesturen<br />
de ambities inzake haveninterne investeringen<br />
op een realistisch niveau zal leggen. Dit is een<br />
uiterst belangrijk hefboommechanisme voor realisatie<br />
van de doelstellingen van de <strong>Vlaams</strong>e overheid.<br />
Decreetskosten<br />
Het decreet laat toe enkele nieuwe financiële mechanismen<br />
in te voeren. Met de uitvoeringsbesluiten<br />
over sluizen, kanaaldokken en havenkapiteinsdiensten<br />
wenst de minister van deze mogelijkheid<br />
maximaal gebruik te maken, teneinde aan het decreet<br />
naar de letter en de geest uitvoering te geven.<br />
De decreetskosten voor sluizen, havenkapiteinsdiensten<br />
en de kanaaldokken, inclusief slibverwerking,<br />
worden tegelijk ingevoerd op een gefaseerde<br />
wijze.<br />
Mede dankzij de budgetverhogingen verworven bij<br />
de begrotingscontrole in het voorjaar 2000 en bij<br />
het opstellen van de begroting 2001 is de financiële<br />
implementatie van het Havendecreet mogelijk. De<br />
systematische verhoging van het budget met 500<br />
miljoen jaarlijks tot 2 miljard frank in 2004 blijft<br />
noodzakelijk. De door KPMG op circa 3 miljard<br />
frank geraamde decreetskosten staven de noodzaak<br />
van de gefaseerde 2 miljard extra middelen,<br />
terwijl circa 1 miljard inspanning gedaan moet worden<br />
binnen de eigen begroting. Die interne extra<br />
budgettaire ruimte wordt verwacht op de maritieme<br />
toegangswegen, meerbepaald de vaarpassen op<br />
zee en de Schelde waar de verdiepingsbaggerwerken<br />
voor het 48 voet programma beëindigd zijn en<br />
verwacht wordt dat de kostprijs van wrakkenruiming<br />
geleidelijk degressief zal evolueren in de komende<br />
jaren.<br />
Gezien de resterende 2 miljard decreetskosten<br />
enkel gefaseerd a rato van 500 miljoen frank per<br />
jaar kunnen ingevoerd worden werd deze fasering<br />
opgenomen in de uitvoeringsbesluiten. In de toelichting<br />
bij het Havendecreet wordt gesteld dat de<br />
invoering ervan een verschuiving naar het Gewest<br />
is. Van Dale omschrijft verschuiving als "naar een<br />
ander tijdstip verplaatsen".<br />
Het decreet legt de decreetskosten ten laste van<br />
het Gewest. In het verleden werden ze, geheel of<br />
gedeeltelijk, door de havenbedrijven betaald. Logischerwijs<br />
betekent dit dat de autonomie van de havenbedrijven<br />
inzake haveninterne infrastructuur<br />
sterker zal moeten spelen in de toekomst. De decreetskosten<br />
betekenen een objectivering van de<br />
financiële relaties met het <strong>Vlaams</strong> Gewest, maar<br />
gaan onvermijdelijk samen met een financiële responsabilisering<br />
voor de havenbesturen.<br />
De zogenaamde decreetskosten werden door de<br />
audits in kaart gebracht. Dankzij dit studiemateriaal<br />
werden de discussies objectiveerbaar en de effecten<br />
inschatbaar. Dit studiemateriaal wenst de<br />
minister met de nodige discretie te behandelen<br />
omdat het inzicht geeft in de bedrijfseconomische<br />
concurrentiepositie van de 4 <strong>Vlaams</strong>e zeehavens.<br />
Een aangelegenheid die uitdrukkelijk tot de autonomie<br />
van de havenbesturen behoort en die in internationaal<br />
perspectief gebruikt en misbruikt kan<br />
worden.<br />
Lopende financieringsovereenkomsten<br />
Een ander mechanisme met grote, doch afnemende,<br />
budgettaire impact in de komende jaren zijn de<br />
lopende financieringsovereenkomsten. In het Havendecreet,<br />
de toelichting, noch de handelingen is<br />
hier voldoende aandacht aan gegeven. De financieringsovereenkomsten<br />
voor haveninterne investeringsprojecten<br />
tussen het <strong>Vlaams</strong> Gewest en de havenbesturen<br />
zijn nochtans juridisch afdwingbare<br />
verbintenissen en bijgevolg budgettair onvermijdelijk.<br />
Gezien de grote schaal van de investeringswerken<br />
lopen ze nog een 5-tal jaren door, weliswaar in<br />
degressieve orde. De havenbesturen hebben er tijdens<br />
het overleg op gewezen dat ook zij overeenkomsten<br />
hebben met hun economisch cliënteel die<br />
budgettair doorwerken in de komende jaren. Zij<br />
verzochten naast de juridische realiteit van de bestaande<br />
financieringsovereenkomsten, ook rekening<br />
te houden met de economische realiteit. Dit<br />
verzoek werd gedeeltelijk ingewilligd, met dien<br />
verstande dat enkele investeringsprojecten waarvoor<br />
geen financieringsovereenkomst bestaat toch<br />
als dusdanig beschouwd worden, maar voor strikt
gelimiteerde maximumbedragen die opgegeven<br />
worden in de uitvoeringsbesluiten.<br />
Dit mag immers geen aanleiding zijn gedurende<br />
een lange tijd de responsabilisering conform het<br />
havendecreet vooruit te schuiven. Voor de financiering<br />
van het restant, eventuele meerwerken en<br />
verrekening moeten de havens zelf instaan.<br />
Volgende projecten worden in dit kader overwogen<br />
:<br />
Zeebrugge : 883 miljoen voor de Toyotaterminal<br />
en steigers<br />
Albert II dok<br />
Oostende : 475 miljoen voor Plassendale I<br />
Antwerpen : 1.560 miljoen Deurganckdok 3 de fase<br />
845 miljoen Verrebroekdok 3 de fase<br />
200 miljoen Deurganckdok fase 1 deel 2<br />
2.695 miljoen in totaal<br />
Persoonlijk acht de minister deze oplossing een billijk<br />
compromis tussen economische leefbaarheid<br />
en responsabilisering. Het is aan de zeehavens hun<br />
economische leefbaarheid hard te maken in de komende<br />
jaren. De ondersteunende rol van het Gewest<br />
voor haveninterne aangelegenheden wordt bij<br />
deze gelimiteerd, terwijl negatieve economische<br />
schokeffecten beperkt worden.<br />
Krijtlijnen van de financiële implementatie van het<br />
havendecreet<br />
De inschatting van de financiële effecten van het<br />
decreet is een uiterst complex gegeven. Op basis<br />
van de studies van PWC en KPNG, gegevens van<br />
de zeehavens, van de <strong>Vlaams</strong>e Havencommissie en<br />
de administratie werd het budgettaire effect van<br />
het Havendecreet gedimensioneerd.<br />
Naast de uitgangspunten van het decreet werd vertrokken<br />
van de stelling dat de financiële implementatie<br />
van het decreet dient te gebeuren zonder de<br />
leefbaarheid, ook de economische, van één of<br />
meerdere zeehavens in gevaar te brengen. Alhoewel<br />
niet geëxpliciteerd in het decreet, de toelichting<br />
of de handelingen is het moeilijk voorstelbaar<br />
dat het onleefbaar maken van één of meerdere<br />
zeehavens de intentie van de decreetgever geweest<br />
zou zijn.<br />
Met het complexe geheel van de budgettaire impact<br />
van de decreetskosten, van de budgettaire tenlastelegging<br />
door het Gewest van de maritieme<br />
toegang in de ruime zin en met de bestaande finan-<br />
83 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
cieringsovereenkomsten werd rekening gehouden<br />
bij de financiële implementatie van het Havendecreet.<br />
<strong>Vlaams</strong>e zeehavens : Europese poorten op de wereldhandel<br />
De hoge graad van subsidiariteit die ons havenlandschap<br />
kenmerkt, verzekert de "stedelijke" autonomie<br />
van onze 4 zeehavens in de beste traditie,<br />
maar kadert ze ten overstaan van het <strong>Vlaams</strong>e beleid<br />
in een Europees kader om slagvaardig te functioneren<br />
in de mondialiserende economie. Het Havendecreet<br />
is in deze geest gesteld. Het anticipeert<br />
op de Europese evolutie. In dit kader komen maritieme<br />
toegang, sluizen en kanaaldokken geheel<br />
onder de verantwoordelijkheid van het Gewest. De<br />
interventies van het Gewest in de bedrijfseconomische<br />
haveninterne aspecten worden teruggeschroefd.<br />
De uitvoeringsbesluiten worden in deze<br />
geest gesteld.<br />
De concretisering kan echter onmogelijk in één beweging<br />
gebeuren. Alleen al de budgettaire impact<br />
voor het Gewest en de havenbesturen zou dusdanig<br />
groot zijn dat er ernstige financieringsproblemen<br />
zouden ontstaan voor alle betrokkenen. De<br />
bedrijfseconomische onzekerheid voor de havens<br />
zou bijzonder negatieve gevolgen kunnen hebben<br />
voor grote delen van de <strong>Vlaams</strong>e economie, gezien<br />
de enorme instrumentele impact van de havens<br />
hierop. Dit verklaart de keuze voor een gefaseerde<br />
aanpak.<br />
De financiële implementatie van het havendecreet<br />
globaal<br />
Op basis van simulaties verhoudt de globale tussenkomst<br />
van het Gewest (decreetskosten, lopende<br />
overeenkomsten en nieuwe subsidieregeling) in de<br />
zeehavens in de periode 2001 tot 2008 zich als<br />
volgt :<br />
Antwerpen 58,11 %<br />
Gent 22,67 %<br />
Zeebrugge 13,00 %<br />
Oostende 6,22 %<br />
Indien bij de simulatieresultaten rekening gehouden<br />
wordt met de kosten voor het op diepte houden<br />
van de maritieme toegang geeft dit volgende<br />
percentages voor de periode 2001 tot 2008 :<br />
Antwerpen 67,60 %<br />
Gent 16,43 %<br />
Zeebrugge 11,94 %<br />
Oostende 4,03 %
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 84<br />
Deze cijfers spreken voor zich. Ze reflecteren in<br />
ruime mate de economische realiteit in het havenlandschap,<br />
op basis van een onbevangen objectivering.<br />
Traditioneel wordt geschat dat de lopende verdiepingswerken<br />
en het op diepte houden van de maritieme<br />
toegangswegen voor 85 % ten voordele van<br />
Antwerpen is, 10 % voor Zeebrugge, 5 % voor<br />
Gent, terwijl Oostende met 0 % op natuurlijke<br />
diepe kan aangelopen worden.<br />
Er moet opgemerkt worden dat bij de budgettaire<br />
oefening geen rekening werd gehouden met een<br />
nog verdergaande verdieping dan het in 1995 besliste<br />
48-voet verdiepingsprogramma.<br />
Indien de decreetskosten in de komende jaren gefaseerd<br />
gehonoreerd worden door de <strong>Vlaams</strong>e regering<br />
betekent dit een budgetstijging van 11 miljard<br />
frank voor de zeehavens in deze legislatuur.<br />
Gezien het <strong>Vlaams</strong> budget voor de havens tussen<br />
1985 en 1999 daalde van circa 18 miljard naar 11,5<br />
miljard frank is dit ontegensprekelijk een positieve<br />
trendbreuk met het verleden. De minister meent<br />
dat dit een budgettair en politiek significant feit is.<br />
Historische lasten<br />
Voor het in balans brengen van investeringsdossiers<br />
uit het verleden in de zeehavens wordt nog studiewerk<br />
verricht (artikel 38 van het Havendecreet).<br />
Professor Eric Van Hooydonck voert momenteel<br />
een studie uit om de zogenaamde historische<br />
lasten in kaart te brengen. Op basis van dit<br />
studierapport zal pas beoordeeld worden welke de<br />
financiële implicaties zijn en of er beleidsmaatregelen<br />
noodzakelijk zijn. Het is nog niet duidelijk of<br />
hiervoor één of meerdere uitvoeringsbesluiten<br />
moeten genomen worden.<br />
Concertatiecommissie<br />
Voor het uitvoeringsbesluit betreffende de concertatiecommissie<br />
is tot nu toe weinig draagvlak bij de<br />
betrokken actoren. Zowel inzake de decretale opdracht<br />
betreffende de gemeenschappelijke promotie<br />
voor de <strong>Vlaams</strong>e zeehaven als over de opdracht<br />
inzake tariefstructuren zijn er nog steeds fundamentele<br />
discussies.<br />
De problematiek stelt zich tweeledig. Enerzijds<br />
hechten de havenbesturen groot belang aan hun<br />
autonomie inzake prijszetting, hetgeen niet onmiddellijk<br />
te verzoenen valt met de decretale opdracht<br />
om harmonieuze tariefstructuren na te streven. Anderzijds<br />
bestaat het gevaar dat elk overleg over ta-<br />
riefstructuren vanuit Europees perspectief kan<br />
(mis)begrepen worden als ongeoorloofde prijsafspraken.<br />
Gezien de dubbele problematiek kan niet<br />
over één nacht ijs gegaan worden bij de implementatie<br />
van de decretale opdracht aangaande de concertatiecommissie<br />
. Niettegenstaande de hoge<br />
moeilijkheidsgraad en het delicaat karakter van de<br />
oefening, verlopen de besprekingen in een constructieve<br />
sfeer.<br />
De heer Jan Penris is blij dat de minister vasthoudt<br />
aan het Havendecreet. De uitlating van de minister-president<br />
in de Gazet van Antwerpen dat hij<br />
het Havendecreet wil herzien als de havens niet in<br />
zijn richting lopen, is waarschijnlijk een lapsus.<br />
Het is een goede zaak dat professor Eric Van<br />
Hooydonck zich bezighoudt met de historische lasten.<br />
Hij vraagt wanneer deze studie mag verwacht<br />
worden en wenst over deze studie te discusiëren in<br />
deze commissie.<br />
Tenslotte hoopt hij dat de nodige voorzieningen<br />
uitgetrokken zijn om de scheeftrekkingen recht te<br />
zetten als dit mocht blijken uit de voormelde studie.<br />
M.b.t. het subsidiereglement wijst hetzelfde lid<br />
erop dat een aantal parameters die gehanteerd<br />
worden, gecontesteerd worden. Hij wenst dit subsidiereglement<br />
te bekijken en te evalueren in deze<br />
commissie : de minister mag geen blancocheque<br />
krijgen.<br />
De minister verklaart dat de studie over de historische<br />
lasten niet gebonden is door een exacte timing.<br />
Hij verwacht dat deze binnen een redelijke<br />
termijn in overleg met de opdrachthouder wordt<br />
afgeleverd.<br />
Minister Steve Stevaert stelt dat hij geen probleem<br />
heeft om het subsidiebesluit te laten evalueren in<br />
het parlement.<br />
De heer Ludwig Caluwé vermeldt dat de minister<br />
er terecht op wijst dat samenwerking tussen de havens<br />
aangewezen is maar men moet opletten dat<br />
mededingingsregels (t.a.v. Europa) niet geschonden<br />
worden.<br />
Hetzelfde lid vraagt op welke wijze de vergoeding<br />
zal gebeuren voor de kredieten die volledig ten<br />
laste van het Gewest maar door de havenbesturen<br />
zelf worden uitgevoerd ? Zo weet men voldoende<br />
op voorhand waaraan men toe is en dat de uitgaven<br />
tijdig worden vergoed.
De heer Ludwig Caluwé heeft bedenkingen dat<br />
men voor de haveninvesteringen een verdeelsleutel<br />
hanteert daar waar het Havendecreet bepaalt dat<br />
elke investering op zijn economische noodzaak<br />
wordt gecontroleerd. Hij vindt het vreemd dat men<br />
bovendien als men toch een sleutel hanteert, eerst<br />
een voorafname doet van 20% (5% voor Antwerpen,<br />
5% voor Gent, 5% voor Zeebrugge en 5%<br />
voor Oostende).<br />
De minister verklaart dat een voorafname noodzakelijk<br />
is om een minimaal investeringsniveau te<br />
verzekeren. Hij maakt daar liefst geen gebruik,<br />
maar de marge moet er zijn.<br />
De <strong>Vlaams</strong>e Havencommissie moet qua samenstelling<br />
vernieuwd worden ; hij hoopt dat ze ook naar<br />
performantie vernieuwd worden. Voor ecologische<br />
en ruimtelijke aspecten wordt er in de toekomst<br />
een advies van de Minaraad verwacht.<br />
Wat de uitgaven voor decreetskosten betreft, stelt<br />
de minister dat deze gebeuren op basis van een<br />
audit. Nadien moet ook dit gegeven worden geëvalueerd.<br />
De heer Robert Voorhamme verklaart dat het<br />
blijkbaar een gewoonte wordt dat elke ministerpresident<br />
zich geroepen voelt om zijn visie op het<br />
havenbeleid te ventileren. Het lid verduidelijkt dat<br />
het parlement zich tijdens de vorige legislatuur<br />
zeer grondig met de havenproblematiek ingelaten<br />
heeft : alle havenbesturen werden door het parlement<br />
gehoord en alle <strong>Vlaams</strong>e havens werden bezocht,<br />
telkens vanuit de benadering te komen tot<br />
een zuinig, rationeel en complementair havenbeleid.<br />
Het resultaat daarvan is het Havendecreet. De<br />
heer Robert Voorhamme betreurt het dat het blijkbaar<br />
zeer lang duurt vooraleer dit Havendecreet<br />
middels uitvoeringsbesluiten geïmplementeerd<br />
wordt, niet omwille van het getalm van de regering.<br />
In dat verband maakt hij zijn beklag over de functionaliteit<br />
van de Raad van State, een orgaan dat<br />
blijkbaar veel tijd nodig heeft om te adviseren over<br />
de uitvoeringsbesluiten.<br />
De heer Robert Voorhamme vindt het belangrijk<br />
dat het Havendecreet nauwgezet moet gevolgd<br />
worden : de concertatie en arbitrageregering zijn<br />
essentieel in dit decreet. Naarmate de responsabilisering<br />
van de havens toeneemt doordat de subsidies<br />
voor haveninvesteringen drastisch worden verlaagd,<br />
worden betwistingen rond prijszetting scherper<br />
gesteld. Het argument van de economische<br />
leefbaarheid kan misbruikt worden vanuit de autonomie<br />
van de havenbesturen. Het antwoord is te<br />
vinden via de instrumenten van het decreet : arbi-<br />
85 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
trage en concertatie. Het lid pleit voor transparantie<br />
over de prijszetting en vindt het té gemakkelijk<br />
om zich te verschuilen achter "fabrieksgeheimen".<br />
Dit geldt ook voor de historische lasten. Die oefening<br />
moet gebeuren maar ze moet in evenwicht gebracht<br />
met wat in de toekomst zal gerealiseerd<br />
worden. Als er historische scheeftrekkingen zijn –<br />
en als bepaalde havens vinden dat ze gehandicapt<br />
zijn met dit Havendecreet en de toegenomen responsabilisering<br />
– moet de verrekening gebeuren<br />
naar de toekomst toe. In functie van de leefbaarheid<br />
zullen sommige havens in de toekomst meer<br />
krijgen dan waarop ze strikt genomen lineair recht<br />
op hebben. Hij is niet tegen deze formule gekant<br />
tenzij het parlement beslist dat er sommige havens<br />
moeten verdwijnen. Men kan niet tegelijkertijd<br />
maximaal beroep doen op historische lasten en beroep<br />
doen op het begrip economische leefbaarheid.<br />
Er moet een afweging tussen beiden gebeuren. Hij<br />
hoopt dat de minister druk zal uitoefenen opdat de<br />
havens de arbitrageregeling en de concertatie snel<br />
zullen klaarkrijgen.<br />
De minister verklaart dat de halvering van het subsidiëringspercentage<br />
zeker de responsabilisering<br />
ten goede zal komen. De transparantie kan verhogen<br />
indien de Havencommissaris tenvolle zijn rol<br />
speelt. De minister is voorstander van meer transparantie<br />
maar niet ten koste van de fabrieksgeheimen.<br />
I.v.m. de discussie over de percentages van de verdeling<br />
van de kredieten, verduidelijkt de minister<br />
dat deze tot standkomen op basis van studies en simulaties.<br />
Het betreft een indicatief gegeven (geen<br />
enveloppe) dat moet geëvalueerd worden na een<br />
periode van vijf jaar. De minister benadrukt nogmaals<br />
dat hij vertrekt vanuit de filosofie van het<br />
decreet waaraan hijzelf participeerde.<br />
De heer Jul Van Aperen benadrukt dat de ministerpresident<br />
minister Stevaert niet heeft tegengesproken.<br />
De minister-president heeft de havens bezocht.<br />
Als men het verlanglijstje van de havens ziet<br />
en in de praktijk kan vaststellen wat ze reeds ter<br />
beschikking hebben, stellen er zich problemen. De<br />
minister-president gaf het signaal dat de havens<br />
dringend moeten samenwerken en hun complementariteit<br />
moeten uitwerken. Hij ziet geen tegenstrijdigheid<br />
tussen hetgeen de minister-president<br />
en de bevoegde minister zeggen.<br />
De heer Jan Penris repliceert dat het debat fundamenteler<br />
is. Minister Steve Stevaert treedt de stelling<br />
van het parlement bij terwijl de minister-president<br />
optreedt als een keizer-koster die van bovenaf<br />
aan de havens wil opleggen wat zij moeten doen en
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 86<br />
zelfs ermee dreigt het Havendecreet te wijzigen.<br />
Hij is blij dat minister Stevaert verklaart dat hij<br />
niet aan het instrument Havendecreet raakt.<br />
De heer Johan Malcorps verklaart dat beide stellingen<br />
mekaar niet tegenspreken. Agalev had zijn<br />
twijfels bij het Havendecreet omwille van het probleem<br />
van opbod tussen de havens. Het Havendecreet<br />
is een goede verzoeningspoging. Mar het mag<br />
niet beperkt blijven tot uitvoeringsbesluiten, er<br />
moet een mentaliteitswijziging komen die maakt<br />
dat het werkt. Zoniet sluit hij niet uit dat het Havendecreet<br />
moet bijgestuurd worden.<br />
De heer Patrick Lachaert pleit ervoor dat de havens<br />
meer moeten samenwerken : elk zijn eigen<br />
niche maar dat is verre van eenvoudig gezien de<br />
historische lasten. Hetzelfde lid verklaart dat in de<br />
praktijk het uiteindelijk allemaal concurrenten<br />
zijn.<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer stelt vast<br />
dat er een menigsverschil bestaat binnen de meerderheid.<br />
Zij stelt vast dat in de meerjarenbegroting<br />
7.030 miljoen frank voorzien is voor 2001, 7.600<br />
miljoen voor 2002, 7.900 miljoen voor 2003 en<br />
8.200 miljoen frank voor 2004. Zij confronteert de<br />
minister met zijn verklaring dat er normaliter een<br />
groeipad werd uitgestippeld : in 2001 komt er 500<br />
miljoen frank extra dat moet aangroeien in 2004<br />
tot 2 miljard frank. Dit groeipad vindt zij niet terug<br />
in deze meerjarenbegroting : het gaat over een stijging<br />
van 1,2 miljard frank.<br />
De minister vindt dit een voorbarige conclusie en<br />
herhaalt dat een deel van de meerkost van het decreet<br />
is afkomstig van het huidige krediet doordat<br />
een aantal investeringen – de verdiepingswerken –<br />
aflopend zijn. Voor de meerjarenbegroting heeft de<br />
administratie de voorstellen geformuleerd enerzijds<br />
op de benodigde kredieten bij constant beleid,<br />
anderzijds is dit bedrag dan verhoogd met 500<br />
miljoen frank elk jaar.<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer heeft vragen<br />
bij die verklaring temeer omdat de ministerpresident<br />
verklaard heeft dat constant beleid niet<br />
meer bestaat, maar dat de meerjarenbegroting daar<br />
nog wel vanuit gaat.<br />
Hetzelfde lid vraagt verduidelijking over de passage<br />
m.b.t. de budgetstijging van 11 miljard frank<br />
voor de zeehavens in deze legislatuur tegenover de<br />
daling van 18 miljard frank tussen 1985 en 1999 ? Is<br />
hier sprake van "<strong>Vlaams</strong>e rekenkunde" ?<br />
De minister laat toevoegen aan het verslag dat in<br />
deze regeerperiode 11 miljard frank extra zal worden<br />
besteed aan de havens.<br />
Ten opzichte van de kredieten 1999 (programma<br />
64.2 van de algemene begroting + de kredieten op<br />
het VIF voor Havens) zijn de kredieten 2000 838,5<br />
miljoen frank hoger.<br />
De kredieten 2001 zijn 1.766,3 miljoen hoger.<br />
De kredieten 2002 zijn 2.437,1 miljoen hoger.<br />
De kredieten 2003 zijn 2.829,9 miljoen hoger.<br />
De kredieten 2004 zijn 3.189,4 miljoen hoger.<br />
Samen wordt op die manier 11.061,2 miljard frank<br />
meer besteed aan de havens in de periode 2000-<br />
2004.<br />
De heer Carl Decaluwe heeft een vraag i.v.m. basisallocatie<br />
51.22 "investeringssubsidies voor het<br />
bevorderen van het intermodaal vervoer". In de<br />
memorie van toelichting wordt gesteld dat het belang<br />
van dit vervoer bekend is maar dat de projecten<br />
tot op heden nog niet konden geconcretiseerd<br />
worden. Er is een lopend project stopgezet wegens<br />
een faillissement van de uitbater, niettegenstaande<br />
de gewestelijke opstartsteun. De vraagsteller ziet in<br />
de tabellen een steun ingschreven van 60 miljoen<br />
frank : zijn alle mogelijkheden uitgeput om die 60<br />
miljoen frank terug te recupereren. Hij verwijst<br />
naar de heroïsche discussies in het parlement rond<br />
Levi-Strauss… Het lid wenst graag te vernemen<br />
over welk project en welk bedrijf het gaat ?<br />
De minister antwoordt dat uit een brief van de<br />
NMBS blijkt dat het het bedrijf "Cicogne", een samenwerkingsbedrijf<br />
tussen de NMBS en de private<br />
sector betreft. Het faillissement wordt juridisch en<br />
budgettair opgevolgd om indien enigszins mogelijk<br />
de kapitalen te recuperen.<br />
– Programma 64.30 Zee- en Rivierwaterkering<br />
en -beheersing<br />
De heer Johan Malcorps verwijst naar de goedkeuring<br />
in plenaire vergadering gisteren 29 november<br />
2000 van de motie omtrent de overstromingsproblematiek<br />
en de wateroverlast die mede onder impuls<br />
van mevrouw Isabelle Vertriest werd opgesteld.<br />
Er wordt verwezen naar de problematiek van<br />
het broeikaseffect en de stijging van de zeespiegel.<br />
Er stelt zich een probleem van veiligheid qua overstromingsgevaar<br />
dat hoe langer hoe meer zal toenemen.<br />
Het lid verwijst naar de verschillende plannen<br />
waarnaar in de beleidsbrieven wordt
verwezen : Sigmaplan, Maasdijkenplan, Kustactieplan,…<br />
Het lid verwijst ook naar een urgentieplan waterbeheersing<br />
(van 9 februari 1994) van minister Theo<br />
Kelchtermans waaruit blijkt dat het probleem<br />
reeds lang was gekend en eerder toegenomen is.<br />
Het Sigmaplan van destijds had drie onderdelen :<br />
het verhogen van waterkeringen en dijken, het<br />
aanleggen van gecontroleerde overstromingsgebieden<br />
en de stormvloedkering stroomafwaarts te<br />
Oosterweel. AWZ is bezig met een actualisering :<br />
de stormvloedkering wordt definitief verlaten. Hij<br />
vraagt naar een stand van zaken van Sigma II –<br />
plan : nieuwe overstromingsgebieden langs de<br />
Schelde en de Durme, stormvloedkeringen ter<br />
hoogte van Lier en Mechelen, … ?<br />
Er moeten wel keuzes gemaakt worden wat de nodige<br />
maatschappelijke implicaties heeft : er moeten<br />
relatieve risico's worden genomen. Maar desalniettemin<br />
blijft er de uitdaging om er iets aan te doen.<br />
Hetzelfde lid vraagt vrij snel duidelijkheid over de<br />
inspanningen in het kader van Sigma II. Er moet<br />
dan wel voortgang komen in het dossier van het<br />
overstromingsgebied Kruibeke-Bazel-Rupelmonde.<br />
Hij vraagt naar een stand van zaken van het<br />
vernieuwde Sigmaplan.<br />
De heer Carl Decaluwe verwijst naar de begrotingsbesprekingen<br />
van vorig jaar. Hij stelt vast dat<br />
het extra VIF-budget dat bij de begrotingscontrole<br />
werd toegevoegd, opnieuw vervalt. Dus de inspanningen<br />
waren niet structureel, ondanks de noden.<br />
Er is wel 100 miljoen extra voorzien voor het opwekken<br />
van groene energie langs de waterwegen<br />
en 113 miljoen frank voor integraal waterbeheer.<br />
In de toelichting staat vermeld dat gelet op het geringe<br />
bedrag dat beschikbaar is voor onderhoud<br />
het onmogelijk is over te gaan tot systematisch onderhoud<br />
op basis van inspecties. Het onderhoud<br />
gebeurt hoofdzakelijk via ad hoc opdrachten in<br />
zones waar dringend onderhoud vereist wordt. Het<br />
lid verwijt het gebrek aan structurele aanpak.<br />
Naar een meerjarenplanning stelt de vraagsteller<br />
vast dat de minister vermeldt dat dit programma<br />
quasi uitsluitend onderhoudswerken voor waterbeheersing<br />
en dijken bevat. De middelen stijgen nauwelijks.<br />
In de toelichting staat dat naar internationale<br />
normen een bedrag van 2,5% van de patrimoniumwaarde<br />
vooropgesteld wordt. Het lid vraagt<br />
naar het bedrag van deze patrimoniumwaarde ?<br />
87 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
De heer Carl Decaluwe is ook voorstander van een<br />
Sigmaplan, maar dringt aan op middelen om te<br />
voorzien in ons eigen onderhoud. Het lid stelt vast<br />
dat er echter geen structurele aanpak is.<br />
Hoe verhoudt bovendien dit programma zich tot<br />
het programma Integraal Waterbeheer ? Zouden<br />
beide programma's niet beter geïntegreerd worden,<br />
zeker nu het Aminal-gedeelte van Integraal<br />
Waterbeheer afgesplitst werd van het AWZ-gedeelte<br />
?<br />
M.b.t. de discussie over integraal waterbeheer verklaart<br />
de minister dat het niet uitsluitend over veiligheid<br />
gaat maar over waterkwaliteit, milieutechnische<br />
aanpak en zoveel meer. De minister wil<br />
komen tot een veiligheidsplan Vlaanderen.<br />
De minister verklaart dat de idee van de stormvloedkering<br />
verlaten werd omdat dit niet realistisch<br />
en bovendien niet betaalbaar is. Dit was een<br />
symptoom van een verouderde visie van waterbeheersing<br />
met dijken. Nu wordt integendeel geopteerd<br />
voor overstromingsgebieden waartegen wel<br />
veel weerstand bestaat. De minister waarschuwt<br />
voor een Nimby-syndroom in deze problematiek.<br />
De heer Jan Loones vraagt verduidelijking omtrent<br />
basisallocatie 73.21 waar een gedeelte van de kredieten<br />
naar groene energie gaan in de vorm van<br />
windmolenparken. Hij vraagt of dit een supplementair<br />
krediet is of elders wordt afgetrokken. Valt<br />
dit niet binnen de begroting Energie ?<br />
De minister verduidelijkt dat de 100 miljoen frank<br />
een extrakrediet betreft. Dit bedrag wordt niet alleen<br />
omwille van ecologische maar ook financiële<br />
bekommenissen voorzien want als deze sites kunnen<br />
worden uitgerust met groene energie zal dat<br />
een eeuwigdurende inkomstenbron zijn voor de<br />
<strong>Vlaams</strong>e overheid. De minister verwijst naar de<br />
sluizen van het Albertkanaal waar men energie laat<br />
verloren gaan. Een energierecuperatie van de<br />
bouw van een sluis kan een interessante inkomstenbron<br />
zijn.<br />
De heer Patrick Lachaert kaart de problematiek<br />
aan van de baggerwerken en het aanleggen van<br />
slibstorten. Hij vermeldt dat het onderhoud van de<br />
onbevaarbare waterlopen zwaar weegt op het gemeentelijk<br />
en provinciaal budget en vraagt om mogelijkheden<br />
te scheppen om het slibstort van de gemeenten<br />
kwijt te geraken : de verwerking van één<br />
kg slibstort kost 12 tot 15 frank.<br />
De heer André Denys vraagt naar de stand van<br />
zaken voor alternatieven van slibstorten. Hij ver-
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 88<br />
wijst naar een aantal proefprojecten van verwerking<br />
van slib en verklaart dat er geen andere mogelijkheid<br />
is dan de verwerking.<br />
De minister antwoordt dat inderdaad via compressietechnieken<br />
het slibvolume sterk kan worden<br />
verminderd. Uit een aantal proefprojecten blijkt<br />
echter dat de kostenbatenanalyse zeer precair is.<br />
Bovendien zijn de lokaties om de restfractie onder<br />
te brengen uiterst zeldzaam.<br />
De heer André Denys meent dat Aquafininstallaties<br />
onderbenut worden en misschien een oplossing<br />
bieden. De minister betwist dat omdat Aquafin zelf<br />
slib produceert. Er is een zeer minimale capaciteit,<br />
maar dit biedt totaal geen oplossing voor de volumes<br />
slib van bevaarbare waterlopen.<br />
Wat de stand van zaken betreft i.v.m. het overstromingsgebied<br />
KBR betreft, verduidelijkt de minister<br />
dat op 30 november de aanbesteding is gebeurd<br />
maar er zou nog een knelpunt bestaan rond de<br />
bouwvergunning. Hij verklaart dat er op andere<br />
plaatsen in Vlaanderen locaties moeten gevonden<br />
worden voor overstromingsgebieden. Het probeem<br />
daarbij is dat er daarvoor een afstemming moet<br />
zijn met alle bevoegde instanties en administraties.<br />
Een ander knelpunt is dat men op de pachtwetgeving<br />
stoot : wat is de schade, hoe kan men nog op<br />
een verantwoorde manier landbouw bedrijven, … ?<br />
Er zijn drie mogelijkheden. Ofwel wordt er onteigend<br />
en wordt het gebied nadien terug ter beschikking<br />
gesteld -–maar dan wordt men geconfronteerd<br />
met de federale pachtwetgeving. Dan moet men<br />
opletten want na twee, drie jaar valt men zelfs zonder<br />
een pachtovereenkomst onder de pachtwetgeving.<br />
Ofwel moet de overheid het gebied zelf verwerven<br />
en zelf in beheer nemen. Maar die piste wenst de<br />
minister niet in overweging te nemen. Dat is geen<br />
taak van de overheid.<br />
Een derde mogelijkheid bestaat erin aan de boeren<br />
een vergoeding toe te kennen.<br />
De minister kiest voor de piste dat het gebied eigendom<br />
blijft van de voormalige eigenaar maar dat<br />
er via een beheerscontract wordt gewerkt. Maar<br />
deze laatste oplossing is zeer moeilijk werkbaar. Er<br />
is het schadeaspect bij overstromingen, de landbouw<br />
kan niet op intensieve manier aan landbouw<br />
doen en er is het aspect dierenwelzijn dat erg aan<br />
belang wint. De minister is het eens dat de landbouwers<br />
erg benadeeld worden in hun bedrijfsvoering<br />
en dat ze daarvoor moeten vergoed worden.<br />
Maar m.b.t. deze vergoeding moet toch gesteld<br />
worden dat landbouw een zeer rendabele activiteit.<br />
Tenslotte is er het aspect waterkwaliteit : na een<br />
overstroming kan er zich een bepaalde pollutie<br />
voordoen : dat geeft enorme discussies.<br />
De minister concludeert dat uiteindelijk toch voor<br />
de piste van de beheersovereenkomst moet geopteerd<br />
worden.<br />
De heer Johan Malcorps verwijst opnieuw naar de<br />
motie die op 29 november in plenaire vergadeing<br />
werd goedgekeurd en waar sprake is van een gezamenlijk<br />
actieplan (over de departementen heen)<br />
ter voorkoming van wateroverlast. Sigma II is<br />
daarvan een klein onderdeel, daarnaast is er het<br />
<strong>Vlaams</strong> waterbeleidsplan, …. Hij vindt de actualisering<br />
van het Sigmaplan zeer belangrijk en dringt<br />
aan op een verduidelijking zowel inhoudelijk als<br />
naar timing toe.<br />
De minister verklaart dat er een overleg lopende is<br />
met minister Vera Dua. Er moeten knopen worden<br />
doorgehakt, want niemand wenst op zijn grondgebied<br />
zo'n overstromingsgebied omwille van diverse<br />
redenen (ook ecologische). Hij wil het Sigmaplan<br />
actualiseren wat wel belangrijke financiële implicaties<br />
heeft. Maar er is zeer ernstige tegenstand tegen<br />
deze nieuwe visie.<br />
De heer Carl Decaluwe verwijst naar de begrotingsbesprekingen<br />
van vorig jaar waar de minister<br />
aankondigde dat hij zeer binnenkort een veiligheidsplan<br />
over water zou worden voorgesteld. Wat<br />
is de timing ?<br />
De minister antwoordt dat hij zich niet wil vastpinnen<br />
op een datum omdat dit samen met Animal<br />
moet gebeuren : er moeten aanbestedingen en procedures<br />
gebeuren (rond digitale en mathematische<br />
modellen).<br />
Programma 64.40 Algemeen Infrastructuur- en<br />
Scheepvaartbeleid<br />
Er worden geen vragen noch opmerkingen geformuleerd.<br />
Programma 64.50 Zeewezen<br />
De heer Carl Decaluwe wenst het dossier van de<br />
helicopterbeloodsing aan te kaarten. Hij verwijst<br />
naar de historiek van dit dossier dat dateert van de<br />
voorganger van de minister, de heer Eddy Balde-
wijns. Er zijn de opmerkingen van het Rekenhof,<br />
de Raad van State, de briefwisseling met vroegere<br />
ministers. Hij vraagt naar een verduidelijking. Er<br />
was 50 miljoen frank begroot terwijl nu op het moment<br />
dat deze aangelegenheid operationeel wordt,<br />
dit dossier het dubbele kost. Indertijd werden over<br />
dit dossier vragen gesteld aan toenmalig minister<br />
Baldewijns. Tot op heden heeft het lid echter nooit<br />
de offerteaanvraag – die beloofd was – ontvangen.<br />
Hij wenst volledige transparantie rond dit dossier.<br />
Zoniet vraagt hij een onderzoek ten gronde in de<br />
Subcommissie Financiën.<br />
De minister antwoordt dat hij een nota n.a.v. de<br />
opmerkingen van het Rekenhof zal neerleggen.<br />
Deze nota werd aan de leden van deze commissie<br />
overgezonden. De minister is nog steeds van oordeel<br />
dat helicopterbeloodsing een goed instrument<br />
is.<br />
Programma 64.60 Integraal Waterbeheer<br />
Er worden geen vragen noch opmerkingen geformuleerd.<br />
Organisatieafdeling 66 Administratie Ondersteunende<br />
Studies en Opdrachten<br />
66.1 Ondersteunende opdrachten en studies<br />
Er worden geen vragen noch opmerkingen geformuleerd.<br />
Organisatieafdeling 69 Diensten van de secretaris-generaal<br />
69.9 Algemene uitgaven<br />
Er worden geen vragen noch opmerkingen geformuleerd.<br />
II. ARTIKELSGEWIJZE BESPREKING EN<br />
INDICATIEVE STEMMINGEN<br />
Er worden geen vragen noch opmerkingen geformuleerd.<br />
De artikelen die betrekking hebben op de bevoegdheden<br />
van deze commissie worden met<br />
zeven stemmen, bij drie onthoudingen tegen drie<br />
aangenomen.<br />
89 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
III. EINDSTEMMING<br />
Het ontwerp van decreet wordt wat de bevoegdheden<br />
van deze commissie betreft, met acht stemmen,<br />
bij zes onthoudingen aangenomen.<br />
De verslaggever, De voorzitter,<br />
Jul Wivina<br />
VAN APEREN DEMEESTER-DE MEYER
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 90
BIJLAGEN<br />
91 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 92<br />
DEEL 1 : EVOLUTIE VAN DE KREDIETEN<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
BIJLAGE I<br />
AANGEPASTE TOELICHTING VIF<br />
DAB – VLAAMS INFRASTRUCTUURFONDS<br />
PROGRAMMA 63.00 - 63.10<br />
ADMINISTRATIE WEGEN EN VERKEER<br />
1998 1999 2000 2001<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Kredietvoorstel<br />
in mio Bef<br />
NGK 104,5 93,5 117,1 96,3 98,0 98,0<br />
GVK 9547,8 100,0 10724,8 99,9 10821,6 12872,4<br />
GOK 9972,5 77,9 10864,7 77,2 10994,9 13383,4<br />
VRK<br />
Macht.<br />
DEEL 2 : INHOUDELIJKE TOELICHTING<br />
Hoofdstuk 1. Beleidsprioriteiten<br />
In haar regeringsverklaring van juli 1999 stelde de <strong>Vlaams</strong>e regering dat nieuwe investeringen in<br />
infrastructuurwerken noodzakelijk zijn om de verkeersveiligheid op de <strong>Vlaams</strong>e gewestwegen te verhogen.<br />
Voor 2001 zullen de beleidsprioriteiten zich dan ook hoofdzakelijk situeren op het vlak van<br />
veiligheidsverhogende investeringen, waarvoor extra kredieten werden voorzien :<br />
• het wegwerken van de achterstand inzake het structureel onderhoud (750 miljoen fr.).<br />
• het wegwerken van gevaarlijke punten (400 miljoen fr.).<br />
• het realiseren of herinrichten van doortochten (500 miljoen fr.).<br />
• het uitbouwen van een fiets- en voetpadennetwerk (350 miljoen fr.).<br />
Deze speciefieke investeringswerken zullen elk afzonderlijk gedetailleerd worden besproken bij de<br />
toelichting per basisallocatie (zie hoofdstuk 2).<br />
Beleidsdomein<br />
Het beheer en onderhoud van de <strong>Vlaams</strong>e gewestwegen kadert in het globaal <strong>Vlaams</strong> infrastructuur- en<br />
vervoerbeleid en situeert zich binnen het VIF op twee verschillende beleidsvelden :
1. het structureel (variabel) onderhoud.<br />
93<br />
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
Dit zijn alle noodzakelijke, niet in het vast onderhoud voorziene of niet op regelmatige tijdstippen<br />
terugkerende onderhoudswerken aan het wegennet t.g.v. beschadiging of slijtage.<br />
2. de nieuwe investeringen.<br />
Hieronder ressorteren alle nieuwe initiatieven ter uitbreiding van het bestaande wegennet.<br />
Doelgroep<br />
Het wegenbeleid is gericht op alle categorieën gebruikers van de <strong>Vlaams</strong>e gewestwegen :<br />
• automobilisten,<br />
• bus- en vrachtwagenchauffeurs,<br />
• motorrijders,<br />
• bromfietsers,<br />
• fietsers,<br />
• voetgangers,<br />
• gebruikers van het openbaar vervoer,<br />
• omwonenden.<br />
Wettelijke basis<br />
• de federale verkeersreglementering,<br />
• de wetgeving inzake de overheidsopdrachten,<br />
• de decreten inzake ruimtelijke ordening,<br />
• de milieudecreten,<br />
• het bodemdecreet,<br />
• het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV),<br />
• de mobiliteitsconvenanten.<br />
Raakvlakken<br />
Het wegenbeleid in Vlaanderen heeft raakvlakken met andere sectoren :<br />
• de <strong>Vlaams</strong>e Milieumaatschappij inzake de MER-studies,<br />
• de Openbare <strong>Vlaams</strong>e Afvalstoffenmaatschappij Maatschappij (OVAM) inzake de bodemsanering,<br />
• de administratie Ruimtelijke Ordening (AROHM) inzake de naleving van de bouw- en<br />
onteigeningsvoorschriften,<br />
• het federale Ministerie van Verkeer en Infrastructuur inzake de verkeersreglementering die van<br />
toepassing is op de <strong>Vlaams</strong>e gewestwegen,<br />
• de <strong>Vlaams</strong>e Vervoersmaatschappij De Lijn, de NMBS en steden en gemeenten inzake de afgesloten<br />
mobiliteitsconvenanten.<br />
Doelstellingen<br />
A. Strategische doelstellingen<br />
Binnen een geïntegreerd mobiliteitsbeleid wordt een duurzame mobiliteit nagestreefd die zich situeert in de<br />
volgende domeinen:
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 94<br />
• de structurele bestrijding van de verkeersoverlast en ermee gepaard gaande omgevingshinder,<br />
• de bevordering van de verkeersveiligheid, het verkeerscomfort, de verkeersleefbaarheid en de<br />
multimodale bereikbaarheid.<br />
B. Operationele doelstellingen<br />
• het terugdringen van de verkeersoverlast door geluidshinder op de <strong>Vlaams</strong>e gewestwegen met 20%<br />
tegen 2004,<br />
• het verminderen van het aantal verkeersongevallen op de <strong>Vlaams</strong>e gewestwegen met 1/3 tegen 2004.<br />
Om de vooropgestelde operationele doelstellingen te verwezenlijken, worden projecten uitgevoerd binnen<br />
de volgende resultaatgebieden :<br />
• duurzaamheid van de infrastructuur verbeteren door structureel onderhoud en exploitatie van het<br />
bestaande wegennet. Zowel de eigenlijke wegverhardingen met aanhorigheden als de bruggen en<br />
tunnels vallen hieronder;<br />
• verkeersveiligheid verbeteren op de “zwarte” punten en de korte wegvakken en de uitbouw van een<br />
gestructureerd voet- en fietspadennetwerk;<br />
• verkeersleefbaarheid verbeteren: de herinrichting van gewestwegen in de doortochten van de<br />
bebouwde kommen, de bestrijding van de geluidshinder en de functionele beplantingen.<br />
• multimodale bereikbaarheid bevorderen: afwerken van het wegennet (de zogenaamde “missing links”),<br />
het wegwerken van lokale knelpunten en de ontsluiting van de zeehavens (uitbouw hoofdwegen en<br />
primaire wegen);<br />
• specifieke projecten ter ondersteuning van het vervoersbeleid o.a. aanleg van carpoolparkings,<br />
installatie weegbruggen, veilige schoolomgevingen;<br />
• ecologische investeringen als bijdrage van AWV in de uitvoering van het MINA-plan;<br />
• elektrische en elektromechanische uitrustingen langs het wegennet instandhouden (door AOSO);<br />
• de implementatie van verkeersbeheersingssystemen door middel van Telematica (routegeleiding in<br />
Antwerpen, verkeerslichtenbeïnvloeding, file-detectiesystemen, toeritdosering) (door AOSO);<br />
• de verdere ontwikkeling van alternatieven voor het autoverkeer door middel van de verbetering van de<br />
infrastructuur voor het openbaar vervoer en het promoten van het fietsgebruik.<br />
Beoogde effecten<br />
De instandhouding en verbetering van het <strong>Vlaams</strong>e gewestwegennet voor de weggebruiker op het gebied<br />
van verkeersleefbaarheid, verkeerscomfort en verkeersveiligheid verzekeren en de algemene mobiliteit<br />
verbeteren.<br />
Kostendrijvers<br />
* aantal contracten voor onderhoudswerken met beroep op derden :<br />
- uitbesteden :<br />
° opmaak bestekken<br />
° opmaak aanbestedingsdocumenten<br />
° effectieve aanbesteding<br />
° gunning<br />
- contracten afsluiten
- concessies verlenen<br />
- toezicht houden<br />
- controle uitoefenen (inspecties)<br />
95<br />
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
* aantal onderhoudswerken in eigen beheer : eigen operationele diensten (districten en regies) :<br />
- werkplanning<br />
- programmatie<br />
* aantal sensibiliseringscampagnes voor beïnvloeding van het gedrag van de weggebruiker waarmee<br />
een versterking van de alternatieven van het privé autoverkeer wordt beoogd.<br />
* aantal mobiliteitsconvenants als instrument ter bevordering van een multimodale en integrale<br />
aanpak (openbare werken, vervoer en ruimtelijke ordening) van de verkeersproblematiek alsook ter<br />
verbetering van de effectiviteit van het investeringsbeleid door de aanwezigheid van duurzame<br />
afsprakenregelingen tussen de betrokken mobiliteitsactoren.<br />
* aantal objectieve behoefteanalyses die toelaten de mobiliteitsknelpunten te ordenen naar prioriteit,<br />
waardoor de samenstelling van een driejarenprogramma en een effectief fysisch jaarprogramma op<br />
objectieve wijze plaatsvindt en voor externe controle vatbaar wordt.<br />
* aantal inspecties op asweeginstallaties langs het wegennet om de schade aan de gewestwegen en<br />
kunstwerken te beperken.<br />
Financieringsbronnen<br />
• ontvangsten die rechtstreeks aan het VIF worden toegewezen (‘eigen ontvangsten’):<br />
- diverse ontvangsten,<br />
- ontvangsten van nevenbedrijven langs autosnelwegen,<br />
- ontvangsten uit huurovereenkomsten,<br />
- ontvangsten uit beteugeling van de aantasting van de wegeninfrastructuur door overgewicht<br />
of door overtollige asdruk (‘aslasten’),<br />
- schadevergoedingen van derden,<br />
- ontvangsten van de verkoop van gronden, gebouwen en buiten gebruik gestelde roerende goederen.<br />
• jaarlijkse dotatie aan het VIF uit de gewone begroting van de diensten van de secretaris-generaal<br />
(programma 69.9 - b.a. 61.03 en 61.05).
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 96<br />
Hoofdstuk 2. Toelichting per basisallocatie<br />
BASISALLOCATIE 12.30 PROGRAMMA 63.00 :<br />
'Uitgaven in het kader van het project 'Netheidsactie Wegen' en van de informatie naar de weggebruiker'.<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
1998 1999 2000 2001<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Kredietvoorstel<br />
in mio Bef<br />
NGK 30,5 88,8 35,1 96,9 32,0 34,0<br />
GVK<br />
GOK<br />
VRK<br />
Macht.<br />
Het betreft hier een verderzetting van het gevoerde beleid in 2000.<br />
Daarnaast zijn er kosten voor bijkomende verzendingen van brochures en nieuwsbrieven, de samenstelling<br />
van een jaarboek van de administratie Wegen en Verkeer (dit gebeurde in het verleden enkel op afdelingsen<br />
departementsniveau) en de uitgifte van een jaarlijkse presentatiefolder van AWV waarin nuttige<br />
adressen, telefoonnummers en bevoegdheden van de administratie beknopt worden vermeld voor de<br />
weggebruiker. Deze kosten worden geraamd op 2,0 miljoen frank en worden volledig gecompenseerd op<br />
DAB-VIF pr. 63.00 b.a. 12.50.<br />
BASISALLOCATIE 12.50 PROGRAMMA 63.00 :<br />
'Onroerende voorheffing op het patrimonium van het <strong>Vlaams</strong> gewest beheerd door AWV'.<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
1998 1999 2000 2001<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Kredietvoorstel<br />
in mio Bef<br />
NGK 9,0 98,9 4,0 90,0 6,0 4,0<br />
GVK<br />
GOK<br />
VRK<br />
Macht.<br />
Voor de vereffening van de onroerende voorheffing op het patrimonium van de Wegen zal in 2001 een<br />
krediet van 4,0 miljoen fr. volstaan.<br />
De resterende 2,0 miljoen fr. wordt gecompenseerd naar DAB-VIF pr. 63.00 b.a. 12.30.
BASISALLOCATIE 34.40 PROGRAMMA 63.00 :<br />
'Allerhande schadevergoedingen aan derden'.<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
97<br />
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
1998 1999 2000 2001<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Kredietvoorstel<br />
in mio Bef<br />
NGK 65,0 95,1 78,0 96,3 60,0 60,0<br />
GVK<br />
GOK<br />
VRK<br />
Macht.<br />
De uitgaven t.g.v. dadingen of gerechtelijke procedures, waarbij de administratie wordt veroordeeld tot het<br />
betalen van schadevergoedingen, zijn moeilijk te ramen en sterk afhankelijk van de gerechtelijke<br />
uitspraken. De 40,0 miljoen frank die initieel werden ingeschreven voor 2000 waren eind mei 2000 reeds<br />
volledig opgebruikt waardoor een kredietherschikking vanuit pr. 63.00 b.a. 73.11 binnen het VIF<br />
noodzakelijk was.<br />
Voor 2001 is het daarom opportuun het krediet te verhogen tot 60,0 miljoen frank om te anticiperen op<br />
gerechtelijke uitspraken in ons nadeel.<br />
Hiervoor wordt een bedrag van 20,0 miljoen fr. van pr. 63.00 b.a. 73.11 overgeheveld naar b.a. 34.40.<br />
BASISALLOCATIE 51.11 PROGRAMMA 63.00 :<br />
'Investeringssubsidies aan de VVM (De Lijn) ter verbetering van de infrastructuur van het openbaar<br />
vervoer op de wegen in samenhang met de verbetering van de verkeersveiligheid, verkeersleefbaarheid en<br />
multi-modale bereikbaarheid, alsmede uitgaven m.b.t. de beveiliging van het personeel en de openbaar<br />
vervoergebruikers'.<br />
NGK<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
1998 1999 2000 2001<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Kredietvoorstel<br />
in mio Bef<br />
GVK 569,5 100,0 850,0 98,5 980,0 980,0<br />
GOK 569, 87,0 850,0 55,8 980,0 980,0<br />
VRK<br />
Macht.<br />
Deze middelen worden aangewend voor de aanleg van tram-infrastructuur en vrije busbanen op<br />
gewestwegen. Met betrekking tot de traminfrastructuur dient aangestipt dat het in hoofdzaak over vrije<br />
trambanen gaat, die in sommige gevallen ook door bussen worden gebruikt. In de meeste gevallen betreft<br />
het ook gemeenschappelijke projecten AWV-VVM.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 98<br />
Zonder het fysisch programma in detail te vermelden kan ik hieronder de belangrijkste projecten<br />
opsommen :<br />
• de oost-west-as te Antwerpen tussen de Leien en de Kerkstraat;<br />
• de Bredabaan te Antwerpen;<br />
• de uitbreiding van de tramlijn naar Mortsel en Boechout te Antwerpen;<br />
• de uitbreiding van het tramnet op de linkeroever te Antwerpen;<br />
• de spoorvernieuwing Kortrijksesteenweg en Elisabethlaan te Gent;<br />
• de spoorrenovatie op de kusttramlijn;<br />
• de aanleg van de nieuwe tramlijn naar Flanders Expo te Gent;<br />
• de vrije busbaan op de Haachtsesteenweg in <strong>Vlaams</strong> Brabant.<br />
BASISALLOCATIE 63.21 PROGRAMMA 63.00 :<br />
'Subsidies aan de provincies, gemeenten en verenigingen van gemeenten voor de uitvoering van door het<br />
gewest bevolen verplaatsingen van gas- en elektriciteitsinstallaties en rioleringen lokale overheden voor<br />
rioleringen en verplaatsen van nutsleidingen'.<br />
NGK<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
1998 1999 2000 2001<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Kredietvoorstel<br />
in mio Bef<br />
GVK 103,2 99,7 103,0 99,9 103,0 103,0<br />
GOK 99,0 91,4 128,0 93,3 153,0 153,0<br />
VRK<br />
Macht.<br />
Het betreft hier een verderzetting van het gevoerde beleid in 2000.<br />
BASISALLOCATIE 73.11 PROGRAMMA 63.00 :<br />
'Investeringsuitgaven voor structureel onderhoud van wegen en kunstwerken en ter structurele bestrijding<br />
van de verkeersoverlast en de omgevingshinder alsmede ter bevordering van verkeersveiligheid en comfort,<br />
verbetering van verkeersleefbaarheid en ter bevordering van de multimodale bereikbaarheid i.v.m. de<br />
gewestwegen met inbegrip van de fietspaden en de kunstwerken alsmede de benodigde elektrische en<br />
elektromechanische installaties de MER-studies, de specifieke projectstudies, de kosten m.b.t.<br />
verkeersomleiding en de aankopen en onteigeningen en de daaraan verbonden lasten'.<br />
NGK<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
1998 1999 2000 2001<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Kredietvoorstel<br />
in mio Bef<br />
GVK 8.875,1 100,0 9.771,8 100,0 8.592,6 10.292,9<br />
GOK 9.304,0 77,2 9.886,7 78,8 9.575,9 11.192,9<br />
VRK<br />
Macht.
Deze basisallocatie wordt zowel gebruikt voor zowel uitgaven van AWV als van AOSO.<br />
Deel AWV :<br />
Constant beleid<br />
99<br />
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
AWV staat in voor de uitvoering van wegenwerken in het kader van het structureel onderhoud en nieuwe<br />
investeringsuitgaven voor de <strong>Vlaams</strong>e gewestwegen.<br />
De uitgaven voor structureel onderhoud en investeringen dienen te kaderen in de vooropgestelde<br />
doelstellingen van AWV : de structurele bestrijding van de verkeersoverlast en omgevingshinder en de<br />
bevordering van de verkeersveiligheid, het verkeerscomfort, de verkeersleefbaarheid en de multimodale<br />
bereikbaarheid.<br />
De meeste grote <strong>Vlaams</strong>e gewestwegen (autosnelwegen en primaire wegen) zijn aangelegd in de jaren '60<br />
en '70 en zijn dringend aan structureel onderhoud toe. Visuele inspectie en metingen van de stroefheid, de<br />
spoorvorming en de vlakheid tonen aan dat onderhoudswerken nodig zijn om het <strong>Vlaams</strong>e wegennet op een<br />
gewenst kwaliteitsniveau te brengen en te houden (zie ook het rapport: “Rationeel wegenonderhoud in<br />
Vlaanderen” van de afdeling Wegenbouwkunde).<br />
Het instandhouden van het wegenpatrimonium is een strategische beleidsdoelstelling van minister Stevaert.<br />
De laatste jaren bedroeg het niveau van de kredieten voor structureel onderhoud en nieuwe<br />
investeringsuitgaven waarover AWV expliciet kon beschikken + 7,5 miljard fr. per jaar. Naar de toekomst<br />
toe dient dit niveau minstens gehandhaafd te blijven om de minimaal noodzakelijke structurele<br />
onderhoudswerken te kunnen uitvoeren.<br />
Nieuwe uitgaven<br />
Er wordt een bijkomend krediet voor AWV toegekend van 1,65 miljard fr. voor belangrijke en<br />
noodzakelijke structurele onderhouds- en investeringswerken.<br />
Deze 1,65 miljard fr. zal aangewend worden binnen 3 onderscheiden domeinen in het kader van de<br />
veiligheidsverhogende investeringen :<br />
• Het wegwerken van de achterstand inzake het structureel onderhoud.<br />
Noodzaak - beleidseffecten<br />
Het <strong>Vlaams</strong> <strong>Parlement</strong> heeft het uitzonderlijk belang van een goede infrastructuur onderstreept. Met haar<br />
motie van 18.12.1997 wordt de <strong>Vlaams</strong>e regering gevraagd de achterstand inzake het structureel<br />
wegenonderhoud weg te werken.<br />
Het nieuw initiatief past eveneens in het 'Strategisch Plan Mobiliteit en Openbare Werken' binnen de<br />
volgende doelstellingen :<br />
• op een selectieve wijze de bereikbaarheid en de economische knooppunten en poorten waarborgen.<br />
• de verkeersonveiligheid in Vlaanderen verder terugdringen met het oog op een wezenlijke<br />
terugdringing van het aantal verkeersslachtoffers.<br />
Een goed onderhouden wegenpatrimonium is een noodzakelijke voorwaarde om het economisch voordeel<br />
dat Vlaanderen haalt uit zijn centrale ligging te behouden, de veiligheid van de wegeninfrastructuur te<br />
waarborgen en om buitensporige herstellingskosten te vermijden. Het bedrag dat momenteel jaarlijks aan<br />
structureel onderhoud besteed wordt, is voldoende om de veroudering van het wegennet tegen te houden
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 100<br />
maar niet om de bestaande onderhoudsachterstand in te halen. Als doelstelling op middellange termijn stelt<br />
de Administratie Wegen en Verkeer dat slechts 2% van de autosnelwegen, 4% van de primaire wegen en<br />
8% van de secundaire wegen tot de klasse “slecht” mogen behoren. Geen enkel wegvak mag tot de klasse<br />
“zeer slecht” behoren (zie ook rapport “Rationeel wegenonderhoud in Vlaanderen”).<br />
Op lange termijn mag geen enkel wegvak zich langer dan 3 jaar in de klasse “slecht” bevinden.<br />
Voor het wegwerken van de achterstand inzake het structureel onderhoud wordt in 2001 een krediet<br />
voorzien van 750,0 miljoen Bef.<br />
Maatschappelijke effecten<br />
De resultaten uit het verleden hebben aangetoond dat in de loop der jaren een grote achterstand inzake<br />
structurele onderhoudswerken op de <strong>Vlaams</strong>e gewestwegen is ontstaan, wat de verkeersveiligheid en<br />
bereikbaarheid ernstig in het gedrang kan brengen.<br />
In de toekomst komt het er dan ook op aan deze structurele onderhoudsachterstand zo snel mogelijk af te<br />
bouwen teneinde de verkeersveiligheid, de verkeersleefbaarheid, het comfort en de bereikbaarheid te<br />
verbeteren zodat een duurzame mobiliteit voor iedereen kan worden gewaarborgd.<br />
Doelgroep : automobilisten, bus- en vrachtwagenchauffeurs, motorrijders, bromfietsers, fietsers,<br />
voetgangers, gebruikers van het openbaar vervoer en omwonenden.<br />
• Het wegwerken van gevaarlijke punten.<br />
Noodzaak - beleidseffecten<br />
Er zijn in Vlaanderen ongeveer 800 gevaarlijke punten. De herinrichting van een gevaarlijk punt kost<br />
gemiddeld 25 miljoen fr.<br />
De totale kostprijs voor het wegwerken van deze gevaarlijke punten bedraagt dus 20 miljard fr.<br />
Voor het wegwerken van de gevaarlijke punten in Vlaanderen wordt in 2001 een aanvullend krediet<br />
voorzien van 400,0 miljoen fr.<br />
Maatschappelijke effecten<br />
De resultaten uit het verleden hebben aangetoond dat het wegwerken van gevaarlijke punten niet in<br />
evenredige mate gebeurt in verhouding tot de toename van het verkeer.<br />
In de toekomst komt het er dan ook op aan het wegwerken van de gevaarlijke punten te versnellen teneinde<br />
de verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid voor zowel de weggebruikers als de omwonenden te<br />
bevorderen.<br />
Doelgroep : automobilisten, bus- en vrachtwagenchauffeurs, motorrijders, bromfietsers, fietsers,<br />
voetgangers en gebruikers van het openbaar vervoer.<br />
Deel AOSO :<br />
AOSO-EM staat in voor de realisatie en instandhouding van de elektrische en elektromechanische<br />
uitrustingen langs de autosnelwegen en gewestwegen.<br />
Centraal hierbij staan het maximaal verzekeren van de mobiliteit, de bereikbaarheid, de leefbaarheid en de<br />
veiligheid.<br />
De aan AOSO-EM toegekende kredieten voor investering in de sector “Wegen” schommelen van jaar tot<br />
jaar (onafhankelijk van de indexering). Zij worden geput uit het globale krediet op de betreffende<br />
basisallocatie beheerd door AWV.
101<br />
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
De effectieve kredietverdeling tussen AWV en AOSO op deze BA gebeurt telkens in functie van de door<br />
de heer minister vooropgestelde beleidsprioriteiten.<br />
De realisatie van de genoemde beleidsobjectieven door AOSO gebeurt in nauwe samenwerking met AWV.<br />
Voor de meeste projecten dient het programma van AOSO afgestemd op dat van AWV zoals bij de aanleg<br />
van wegen, kruispunten, rotondes, doortochten, tunnels, pompstations, enz... waarbij de elektrische en<br />
elektromechanische uitrustingen onontbeerlijk zijn.<br />
Ter verhoging van de veiligheid worden installaties gerealiseerd op basis van beslissingen van de<br />
multidisciplinaire overlegorganisaties zoals AVVG (Adviesgroep voor Verkeersveiligheid op de <strong>Vlaams</strong>e<br />
Gewestwegen) of de PCV's (Provinciale Commissie voor Verkeersveiligheid) en de stuurgroep voor<br />
verkeerslichtenbeïnvloeding door openbaar vervoer (met AWV en De Lijn).<br />
Het niveau van de vereiste kredieten voor nieuwe uitrustingen staat in grote mate in een vaste verhouding<br />
tot de uitgaven van basisinfrastructuur gerealiseerd door AWV.<br />
In zoverre dat het investeringsvolume voor de basisinfrastructuur en de aard ervan tijdens de volgende jaren<br />
gelijk blijft, zal ook het door AOSO benodigde krediet voor nieuwe installaties op hetzelfde peil moeten<br />
gehandhaafd worden (laatste 4 jaar : 800,0 miljoen fr./jaar).<br />
De meeste installaties werden gerealiseerd vanaf eind jaren '60. Vele installaties dienen aangepast of<br />
vervangen op grond van de technische vetustiteit of hun economische levensduur, o.m. verlichting,<br />
verkeerslichten, signalering, uitrustingen van tunnels, enz...<br />
Het instandhouden van het patrimonium is een voorname beleidsdoelstelling. Voor de wegen is dit een van<br />
de strategische doelstellingen van minister Steve Stevaert.<br />
De laatste jaren bedroeg het niveau van de kredieten voor structureel onderhoud voor elektromechanische<br />
installaties 300,0 miljoen fr./jaar. Naar de toekomst toe dient dit niveau gehandhaafd te blijven.<br />
Globaal wordt er dus geopteerd om het niveau van de kredieten aan te houden zoals in het recente verleden,<br />
aangezien zowel de behoefte aan nieuwe installaties als het structureel onderhoud ongeveer constant<br />
blijven.<br />
Hierbij wordt geen rekening gehouden met de tijdelijke verhoging van de kredieten in 1998 en 1999 voor<br />
twee dringende specifieke projecten, nl. verkeerslichtenbeïnvloeding voor openbaar vervoer en de aanleg<br />
van een glasvezelkabelnetwerk die binnen een beperkte tijd dienden gerealiseerd.<br />
Aangezien echter deze basisallocatie de meest geëigende is en praktisch de enige is voor de voorgestelde<br />
compensaties, wordt dit bedrag verminderd met het bedrag van de compensaties.<br />
Wat de effecten betreft, is in de meeste gevallen slechts een globale beoordeling per project van de<br />
investeringen van AWV en AOSO te samen mogelijk, aangezien het veelal gecombineerde werken betreft,<br />
vb. tunnels, kruispunten, rotondes, doortochten, enz...<br />
• Het realiseren of herinrichten van doortochten.<br />
Noodzaak - beleidseffecten<br />
Een ander belangrijk element in de verhoging van de verkeersveiligheid is het degelijk realiseren en/of<br />
heraanleggen van doortochten. Er zijn in Vlaanderen meer dan 500 doortochten met een totale<br />
(gecumuleerde) lengte van 665 km. De heraanleg van een doortocht heeft een kostprijs van ongeveer 40<br />
miljoen fr. per km.<br />
Dit betekent dat de herinrichting van alle doortochten samen ongeveer 27 miljard fr. kost.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 102<br />
Voor het realiseren of herinrichten van doortochten in Vlaanderen wordt in 2001 een aanvullend krediet<br />
voorzien van 500,0 miljoen fr.<br />
Maatschappelijke effecten<br />
De resultaten uit het verleden hebben aangetoond dat het realiseren of herinrichten van doortochten niet in<br />
evenredige mate gebeurt in verhouding tot de toename van het verkeer.<br />
In de toekomst komt het er dan ook op aan het realiseren of herinrichten van doortochten te versnellen<br />
teneinde de verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid voor zowel de weggebruikers als de omwonenden<br />
te bevorderen.<br />
Doelgroep : automobilisten, bus- en vrachtwagenchauffeurs, motorrijders, bromfietsers, fietsers,<br />
voetgangers, gebruikers van het openbaar vervoer en omwonenden.<br />
BASISALLOCATIE 51.11 PROGRAMMA 63.10 :<br />
'Investeringssubsidies aan de MIVB ter verbetering van de infrastructuur van de tramlijnen, gelegen in het<br />
<strong>Vlaams</strong> Gewest, alsmede uitgaven m.b.t. de beveiliging van het personeel en de openbaar<br />
vervoergebruikers'.<br />
NGK<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
1998 1999 2000 2001<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Kredietvoorstel<br />
in mio Bef<br />
GVK --- --- 0,0 0,0 48,0 48,5<br />
GOK --- --- 0,0 0,0 48,0 30,0<br />
VRK<br />
Macht.<br />
Volgens het principieel akkoord van 10.06.1998 afgesloten tussen het <strong>Vlaams</strong> Gewest en het Brussels<br />
Hoofdstedelijk Gewest tot regeling van de samenwerking inzake gemeenschappelijke<br />
mobiliteitsproblemen, wordt een tussenkomst van het <strong>Vlaams</strong> Gewest voorzien in de vernieuwing van<br />
tramsporen gelegen op het <strong>Vlaams</strong> grondgebied en geëxploiteerd door de MIVB.<br />
Het betreft hier een verderzetting van het gevoerde beleid in 2000.
BASISALLOCATIE 63.21 PROGRAMMA 63.10 :<br />
103<br />
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
'Investeringssubsidies aan de lokale overheden ter ondersteuning van het fiets- en doortochtenbeleid en<br />
schoolomgevingen van het <strong>Vlaams</strong> Gewest en daaraan verbonden kosten voor onteigeningen, aankopen in<br />
der minne en specifieke studies'.<br />
NGK<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
1998 1999 2000 2001<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Kredietvoorstel<br />
in mio Bef<br />
GVK --- --- --- --- 1000,0 1350,0<br />
GOK --- --- --- --- 200,0 950,0<br />
VRK<br />
Macht.<br />
Constant beleid<br />
De b.a. 63.21 van pr. 63.10 kadert in het <strong>Vlaams</strong> mobiliteitsplan ter bevordering van de verkeersveiligheid,<br />
zoals in het regeerprogramma werd opgenomen.<br />
Een gezamenlijke aanpak op alle beleidsniveaus moet een vermindering van het aantal verkeersslachtoffers<br />
met één derde nastreven.<br />
De administratie Wegen en Verkeer zal hieraan concreet meewerken door het versneld aanleggen van<br />
nieuwe fietspaden, doortochten en veiliger maken van schoolomgevingen.<br />
De lokale besturen kunnen de administratie hierbij aanvullen door zelf sommige infrastructuurwerken uit te<br />
voeren waarvoor zij dan op een investeringssubsidie van het <strong>Vlaams</strong> Gewest kunnen rekenen.<br />
Hiervoor zullen mobiliteitsconvenanten met de lokale besturen worden afgesloten.<br />
Nieuwe uitgaven<br />
Er wordt een bijkomend krediet voor AWV toegekend van 350,0 miljoen fr. voor belangrijke en<br />
noodzakelijke structurele onderhouds- en investeringswerken.<br />
• Het uitbouwen van een fiets- en voetpadennetwerk.<br />
Noodzaak - beleidseffecten<br />
Vooral in het kader van de beoogde verkeersveiligheid van de zwakke weggebruiker en de nood aan een<br />
complementair vervoernet voor het woon-, werk- en schoolverkeer is de verdere uitbouw van een adequaat<br />
voet- en fietspadennetwerk in heel Vlaanderen een noodzaak. De fiets is, in het bijzonder in de steden, het<br />
ideale vervoermiddel voor korte afstanden (minder dan 5 km).<br />
Belangrijke budgettaire inspanningen moeten daarbij worden geleverd voor de realisatie van vrijliggende of<br />
afgescheiden fietspaden en de herinrichting van 'zwarte punten' inzake fietsveiligheid.<br />
Tevens zal de complementariteit tussen de fiets en de andere alternatieve vervoersmodi verder moeten<br />
uitgebouwd worden.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 104<br />
In de behoefteanalyse wordt op dit ogenblik een totale lengte van 670 km nieuw aan te leggen fietspaden<br />
voorzien. De aanleg van één kilometer fietspad kan geraamd worden op ongeveer 20 miljoen fr. Dit<br />
betekent dat de totale aanleg hiervan ongeveer 14 miljard fr. kost.<br />
Voor het uitbouwen van een fiets- en voetpadennetwerk in Vlaanderen wordt in 2001 een aanvullend<br />
krediet voorzien van 350,0 miljoen fr.<br />
Maatschappelijke effecten<br />
De resultaten uit het verleden hebben aangetoond dat er een duidelijke inhaalbeweging dient te gebeuren<br />
inzake het aanleggen van een degelijk voet- en fietspadennetwerk.<br />
In de toekomst dient dan ook werk gemaakt van de uitbouw van een adequaat netwerk teneinde de<br />
verkeersveiligheid en het comfort van de zwakke weggebruiker te verbeteren en alternatieve<br />
verplaatsingswijzen te stimuleren zodat een duurzame mobiliteit voor iedereen kan worden gewaarborgd.<br />
Doelgroep<br />
Het fiets- en voetgangersbeleid van de <strong>Vlaams</strong>e overheid is uiteraard gericht op alle fietsers en voetgangers<br />
die gebruikmaken van de <strong>Vlaams</strong>e gewestwegen.<br />
BASISALLOCATIE 73.11 PROGRAMMA 63.10 :<br />
'Werken en leveringen van bouwkundige en elektromechanische aard met inbegrip van voorbereidende<br />
haalbaarheids- en uitvoeringsstudies met betrekking tot het verkeersbeheer in de grootstedelijke gebieden<br />
Brussel, Antwerpen en Gent, o.a. ten voordele van de doorstroming van het openbaar vervoer op de<br />
voorstedelijke vervoersassen en de uitbouw van grootstedelijke multimodale verkeersinformatie- en<br />
beheerscentra met inbegrip van de daarbijhorende specifieke hard- en software, ten behoeve van de<br />
administraties AWV en AOSO en de VVM '.<br />
NGK<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
1998 1999 2000 2001<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Kredietvoorstel<br />
in mio Bef<br />
GVK --- --- --- --- 98,0 98,0<br />
GOK --- --- --- --- 38,0 77,5<br />
VRK<br />
Macht.<br />
De projecten die op deze basisallocatie voorgesteld worden, hebben tot doel de mobiliteitsproblematiek te<br />
verlichten door middel van moderne telematicatoepassingen.<br />
In het <strong>Vlaams</strong> Regeerakkoord van 08.07.1999 (deel VI – hoofdstuk 2 – Een <strong>Vlaams</strong> Mobiliteitsplan) wordt<br />
vermeld dat een inhaaloperatie zal uitgevoerd worden inzake de inschakeling van telematica bij het<br />
wegverkeer teneinde de bestaande wegcapaciteit beter te benutten en om economisch verlies ten gevolge<br />
van verkeersknelpunten en files tegen te gaan.<br />
Door de heer minister Steve Stevaert werd dit als strategisch project weerhouden in zijn beleidsnota.<br />
Rekening houdend met andere prioritaire projecten en de budgettaire mogelijkheden werd in 2000 slechts<br />
100,0 miljoen fr. weerhouden.
105<br />
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
Voor 2001 en de volgende jaren wordt nu voorgesteld het project op kruissnelheid te realiseren zodat<br />
binnen een beperkte tijd merkbare effecten bekomen worden.<br />
De mogelijkheden geboden door de toepassing van moderne technologieën dienen optimaal benut voor een<br />
degelijk verkeersbeheer.<br />
De aandacht gaat voornamelijk naar een multimodaal verkeersbeheer door telematica op de hoofdwegen en<br />
op de primaire en secundaire wegen binnen de stedelijke gebieden en dit zowel voor autoverkeer als<br />
openbaar vervoer.<br />
De verschillende subsystemen die verder worden uitgebouwd omvatten onder meer :<br />
• multimodale verkeersinformatie: veranderlijke signalering langs wegen of bij haltes openbaar vervoer,<br />
website op internet, radio, RDS-TMC, DAB, GSM, P&R en parkeergeleidingssystemen;<br />
• verkeersregeling: snelheidsharmonisatie, omleidingen, toeritdosering, afsluiten rijstroken, coördinatie<br />
verkeerslichten en voorrang openbaar vervoer.<br />
Een effectief en efficiënt verkeersbeheer door middel van de hiervoor vermelde outputsystemen vergt de<br />
beschikbaarheid van actuele en adequate gegevens door onder meer verkeersdetectie, opvolging openbaar<br />
vervoer, videobewaking, input van rijkswacht, politie, wegbeheerders, VMM-De Lijn en de NMBS. Deze<br />
inputgegevens worden automatisch verwerkt tot verkeersinformatie, verkeersregeling en voorstellen van<br />
beslissingsscenario’s voornamelijk bij incidenten.<br />
In een eerste fase wordt het grootstedelijk gebied Antwerpen uitgerust en wordt het Verkeerscentrum te<br />
Antwerpen verder uitgebouwd. In de volgende fasen worden de grootstedelijke gebieden Brussel en Gent<br />
uitgerust en voorzien van lokale verkeerscentra.<br />
Het verkeerscentrum Antwerpen blijft hierbij de coördinerende rol vervullen voor gans Vlaanderen.<br />
De beoogde effecten zijn :<br />
• het verminderen van de verkeersoverlast t.g.v. structurele filevorming en de congestie op het<br />
<strong>Vlaams</strong>e hoofdwegennet door het verhogen van de capaciteit van de bestaande infrastructuur, het<br />
aangeven van de alternatieve reisroutes (rerouting), een betere verkeersinformatie en<br />
toeritdosering;<br />
• het verbeteren van de bereikbaarheid, en dus beperking van de economische verliezen ten gevolge<br />
van filevorming;<br />
• het verhogen van de veiligheid;<br />
• het inperken van de milieuhinder door verminderde uitstoot van milieubelastende stoffen.<br />
De meting van de effecten kan rechtstreeks gebeuren door :<br />
• de relatieve vermindering van het aantal en de duur van de files;<br />
• de vermindering van het aantal ongevallen, rekening houdend met de normaal verwachte toename<br />
ervan tijdens de referentieperiode ten gevolge van vastgestelde verkeerstoename.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 106<br />
Mogelijke alternatieven :<br />
In diverse beleidsdocumenten inzake mobiliteit zoals<br />
• de bijdrage van de <strong>Vlaams</strong>e administratie aan het regeerprogramma van de aantredende <strong>Vlaams</strong>e<br />
regering – spoor “Mobiliteit”;<br />
• de “Beleidsnota Mobiliteit en Openbare Werken” van minister Steve Stevaert en het hieraan<br />
gekoppelde “Strategisch Plan Mobiliteit en Openbare Werken”;<br />
• de maatschappelijke beleidsnota opgesteld en goedgekeurd door de Commissie Mobiliteit van het<br />
<strong>Vlaams</strong> <strong>Parlement</strong> in februari 1999;<br />
wordt telkens beklemtoond dat er buiten het inzetten van het instrument “verkeersbeheer” middels de<br />
doorgedreven toepassing van telematica, geen aanvaardbaar alternatief bestaat om de onder 3 vermelde<br />
effecten te bereiken: het verbeteren van de auto-mobiliteit door grootschalige uitbreidingen van de<br />
wegeninfrastructuur is immers om maatschappelijke, ecologische en financiële redenen niet haalbaar.<br />
Kostendrijvers :<br />
Onder begeleiding van een stuur- en werkgroep binnen LIN werden 2 externe studies uitgevoerd m.b.t. de<br />
implementatie van de nodige verkeersbeheersystemen in Vlaanderen, nl.:<br />
• “Verkeerskundige en organisatorische specificatie” (TRITEL);<br />
• “Technisch implementatieplan voor realisatie en exploitatie” (CIMAD).<br />
In de laatste studie is een gedetailleerde budgetraming voorzien voor de verschillende subsystemen<br />
(= kostendrijvers) ten behoeve van het verkeersbeheer: de uitbouw van de verkeerscentra, de locale<br />
installaties op te stellen langs het hoofdwegennet, de uitbreiding naar verkeersregeling op primaire<br />
gewestwegen in grootstedelijke gebieden met inachtname van het openbaar vervoer.<br />
De implementatie van de verschillende subsystemen kan modulair en progressief gebeuren per wegtraject,<br />
maar elke investeringsfase zal onmiddellijk rendement opleveren, onafhankelijk van de voortzetting van het<br />
programma tijdens de volgende fasen.<br />
Tijdens de laatste jaren werden een aantal initiatieven ontplooid die rechtstreeks kaderen in het<br />
voorgestelde project, nl.:<br />
• de aanleg van een performant glasvezelkabelnet dat de nodige communicatiecapaciteit kan verzekeren;<br />
• het aanvangen met de uitbouw van het <strong>Vlaams</strong> verkeersbeheercentrum te Antwerpen.
107<br />
Overzichtstabel voorstellen programma 63.00 / 63.10 - V.I.F. (AWV)<br />
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
(In miljoenen franken)<br />
pr. b.a. Libellé NGK GVK GOK<br />
63.00 12.30 Uitgaven in het kader van het project "Netheidsactie<br />
Wegen" en van de informatie naar de weggebruiker<br />
63.00 12.50 Onroerende voorheffing op het patrimonium van het<br />
<strong>Vlaams</strong> Gewest beheerd door AWV<br />
34,0<br />
63.00 34.40 Allerhande schadevergoedingen aan derden 60,0<br />
63.00 51.11 Investeringssubsidies aan de VVM (De Lijn) ter<br />
verbetering van de infrastructuur van het openbaar<br />
vervoer op de wegen in samenhang met de<br />
verbetering van de verkeersveiligheid, verkeersleefbaarheid<br />
en de multimodale bereikbaarheid,<br />
alsmede uitgaven met betrekking tot de beveiliging<br />
van het personeel en de openbaar vervoergebruikers<br />
63.00 63.21 Subsidies aan de provincies, gemeenten en<br />
verenigingen van gemeenten voor de uitvoering van<br />
door het Gewest bevolen verplaatsingen van gas- en<br />
elektriciteitsinstallaties en rioleringen<br />
63.00 73.11 Investeringsuitgaven voor structureel onderhoud van<br />
wegen en kunstwerken en ter structurele bestrijding<br />
van de verkeersoverlast en de omgevingshinder<br />
alsmede ter bevordering van verkeersveiligheid en -<br />
comfort, verbetering van verkeersleefbaarheid en ter<br />
bevordering van de multimodale bereikbaarheid<br />
i.v.m. de gewestwegen met inbegrip van de<br />
fietspaden en de kunstwerken alsmede de benodigde<br />
elektrische en elektromechanische installaties, de<br />
MER-studies, de specifieke projectstudies, de kosten<br />
m.b.t. verkeersomleiding en de aankopen en<br />
onteigeningen en de daaraan verbonden lasten<br />
63.10 51.11 Investeringssubsidies aan de Maatschappij voor<br />
Intercommunaal Vervoer te Brussel ter verbetering<br />
van de infrastructuur van de tramlijnen, gelegen in<br />
het <strong>Vlaams</strong> Gewest, alsmede uitgaven met betrekking<br />
tot de beveiliging van het personeel en de openbaar<br />
vervoergebruikers<br />
63.10 63.21 Investeringssubsidies aan de lokale overheden ter<br />
ondersteuning van het fiets- en doortochtenbeleid en<br />
schoolomgevingen van het <strong>Vlaams</strong> Gewest en<br />
daaraan verbonden kosten voor onteigeningen,<br />
aankopen in der minne en specifieke studies.<br />
4,0<br />
980,0 980,0<br />
103,0 153,0<br />
10.292,9 11.192,9<br />
48,5 30,0<br />
1.350,0 950,0
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 108<br />
pr. b.a. Libellé NGK GVK GOK<br />
63.10 73.11 Werken en leveringen van bouwkundige en<br />
elektromechanische aard met inbegrip van<br />
voorbereidende haalbaarheids- en uitvoeringsstudies<br />
met betrekking tot het verkeersbeheer in de<br />
grootstedelijke gebieden Brussel, Antwerpen en<br />
Gent, o.a. ten voordele van de doorstroming van het<br />
openbaar vervoer op de voorstedelijke vervoersassen<br />
en de uitbouw van grootstedelijke multimodale<br />
verkeersinformatie- en beheerscentra met inbegrip<br />
van de daarbijhorende specifieke hard- en software,<br />
ten behoeve van de administraties AWV en AOSO en<br />
de VVM<br />
98,0 77,5<br />
totaal AWV 98,0 12.872,4 13.383,4
ALGEMEEN<br />
109<br />
PROGRAMMA 64 :<br />
ADMINISTRATIE WATERWEGEN EN ZEEWEZEN<br />
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
Omdat de huidige nummering van de basisallocaties in het VIF niet toelaat die posten die bij elkaar horen<br />
(algemene zaken, havens en maritieme toegangswegen, binnenvaart en waterbeheersing) samen te voegen<br />
op een logische wijze, werden de basisallocaties die bij elkaar horen, samen behandeld, en worden deze als<br />
een programma beschouwd.<br />
Voor AWZ werden in het VIF zodoende de volgende programma’s gecreëerd.<br />
I. ALGEMEEN GEDEELTE PROGRAMMA 64.00<br />
Dit programma omvat volgende basisallocaties:<br />
64.00 03.30 Terugbetaling RMT en Flandria<br />
64.00 12.50 Milieuheffingen<br />
64.00 12.51 Onroerende voorheffing<br />
64.00 34.40 Schadevergoeding aan derden<br />
Het gaat hier om heffingen, schadevergoedingen en terugbetalingen aan RMT en Flandria.<br />
Deze basisallocaties hebben niet een direct verband met de realisatie van de doelstellingen van AWZ, maar<br />
worden aan de administratie ofwel op wettelijke basis zoniet na juridische uitspraken opgelegd. De<br />
administratie kan hierin niet sturend optreden.<br />
Derhalve zal voor dit programma alleen het cijferoverzicht per basisallocatie worden aangegeven.<br />
DEEL 1: EVOLUTIE VAN DE KREDIETEN<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
1998 1999 2000 2001<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Kredietvoorstel<br />
in mio Bef<br />
NGK 112,1 100,0 111,6 99,9 45,6 45,6<br />
GVK 95,0 100,0 77,0 100 115 115<br />
GOK 160,0 58,4 206,6 94,3 115 115<br />
VRK<br />
Macht.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 110<br />
DEEL 2: INHOUDELIJKE TOELICHTING<br />
BA Aard<br />
kredieten<br />
Krediet<br />
in Mio<br />
BEF<br />
1998 1999 2000 2001<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in Mio<br />
BEF<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet in<br />
Mio BEF<br />
Krediet in<br />
Mio BEF<br />
64.00 03.30 GVK 40,0 100,0 5,0 100 15,0 15,0<br />
GOK 60,0 64,0 15,0 87,1 15,0 15,0<br />
64.00 12.50 GVK 55,0 100,0 72,0 100 100,0 100,0<br />
GOK 100,0 55,0 80,0 90,0 100,0 100,0<br />
64.00 12.51 NGK 18,7 96,2 20,0 100 20,0 20,0<br />
64.00 34.40 NGK 93,4 100,0 91,6 99,8 25,6 25,6<br />
De vastleggings- en ordonnanceringskredieten voor het begrotingsjaar 2001 wijken niet significant af van<br />
deze voor 2000: er worden geen nieuwe initiatieven genomen, en de voorziene kredieten zijn noodzakelijk<br />
met het oog op continuïteit van het gevoerde beleid.<br />
II. HAVENS EN MARITIEME TOEGANGSWEGEN<br />
DEEL 1: EVOLUTIE VAN DE KREDIETEN<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
1998 1999 2000 2001<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Kredietvoorstel<br />
in mio Bef<br />
NGK 0,0 0,0 60,0 100 20,5 pm<br />
GVK 5.297,9 100,0 4.754,9 98,8 5.487,9 6.112,9<br />
GOK 5.519,8 67,7 5.660,7 71,1 5.670,4 6.485,4<br />
VRK - - - - - -<br />
Macht. - - - - - -<br />
Dit programma omvat volgende basisallocaties<br />
64.00 31.22 Subsidies voor werkingskosten blok- en shuttle treinen<br />
64.00 34.31 Realisatie globaal begeleidingsplan Doel<br />
64.00 43.10 Kosten verbonden aan de organisatie van overlegorganen in havengebieden<br />
64.00 51.11 Investeringen Linker Scheldeoevergebied<br />
64.00 51.22 Investeringssubsidies blok- en shuttle treinen<br />
64.00 63.21 Havensubsidies<br />
64.00 71.10 Onteigeningen Doel<br />
64.00 73.21 Haveninvesteringen
DEEL 2: INHOUDELIJKE TOELICHTING<br />
Hoofdstuk 1. Beleidsprioriteiten<br />
A. Strategische doelstellingen voor de havens<br />
111<br />
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
Een strategische doelstelling voor de havens is het verminderen van de aanloopkosten van schepen naar de<br />
<strong>Vlaams</strong>e zeehavens om hun aandeel in de range Le Havre Hamburg te verhogen, zonder afbreuk te doen<br />
aan de veiligheidscontouren.<br />
In de rand wordt verwezen naar de strategische doelstelling die stelt dat het aandeel van de kustvaart in het<br />
totaal van het goederenvervoer betekenisvol moet stijgen.<br />
De kosten voor de aanloop naar de havens zijn een belangrijke factor voor de reders om voor een bepaalde<br />
haven te kiezen. Het hoeft dan ook geen betoog dat deze kostprijs een belangrijke factor is voor het<br />
aandeel van de <strong>Vlaams</strong>e havens in de goederenoverslag in de range Hamburg-Le Havre. Dit geldt evenzeer<br />
voor de kustvaart (Short Sea Shipping). Er mag verwacht worden dat het aandeel van naar de <strong>Vlaams</strong>e<br />
zeehavens en ook verder landinwaarts gunstig kan beïnvloed worden door de aanloopkosten te drukken.<br />
Dit mag echter in geen geval ten koste gaan van de veiligheidsgraad. Eén calamiteit kan aanzienlijke<br />
negatieve maatschappelijke effecten hebben, ook op de concurrentiepositie van één of meer <strong>Vlaams</strong>e<br />
zeehavens.<br />
In historisch perspectief staat de welvaart in Vlaanderen in nauw verband met de bloei van haar zeehavens.<br />
De zeehavens zijn de economische poorten voor Vlaanderen. Langs deze poorten worden de producten<br />
aan- en afgevoerd. Zij vormen aldus een essentieel onderdeel van het economisch gebeuren. De havens<br />
creëren economisch toegevoegde waarde en vormen een belangrijk aandeel in de tewerkstelling zowel<br />
direct als indirect. Hierdoor creëren zij een belangrijk aandeel in de welvaart van de <strong>Vlaams</strong>e bevolking.<br />
Om deze troef voluit te valoriseren is het noodzakelijk om over een goede toegankelijkheid en adequate<br />
basisinfrastructuur te beschikken.<br />
Met goede toegankelijkheid wordt zowel de maritieme toegankelijkheid bedoeld als de verbindingen naar<br />
het hinterland via diverse modi.<br />
De zeehavens vragen een grote actualisatie en optimalisatie van de basisinfrastructuur. In het bijzonder de<br />
grote vraag naar aanmeerinfrastructuur voor de zeesluizen betekent een ommezwaai in de<br />
infrastructuurbehoefte met enorme budgettaire gevolgen.<br />
Just in time, world around the clock en serial in sequence zijn basisprincipes voor de containervaart<br />
waardoor overslag steeds meer moet kunnen gerealiseerd worden voor de zeesluizen.<br />
De verruiming en het daaruit voortvloeiende onderhoud van de maritieme toegangswegen tot onze<br />
<strong>Vlaams</strong>e zeehavens is een van de belangrijke opgave voor het <strong>Vlaams</strong> Gewest.<br />
Door de ondertekening van het verdrag tussen Vlaanderen en Nederland werd een belangrijke doorbraak<br />
gerealiseerd inzake de verruiming van de Westerschelde (48' - 43' - 38') ten bate van de aanloop naar de<br />
haven van Antwerpen. Het lopende verdiepingsprogramma bevat nog de ruiming van de resterende<br />
wrakken.<br />
De havenontwikkelingen en de hinterlandverbindingen moeten zodanig worden op elkaar afgestemd<br />
worden dat de huidige en toekomstige goederenstromen kunnen verwerkt worden. Hierin moeten zowel de<br />
binnenvaart als het spoor een belangrijke rol spelen gezien de bestaande congestieproblemen op de weg.<br />
Het gecombineerd vervoer dient in dit verband verder gestimuleerd te worden.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 112<br />
B. Operationele doelstellingen voor de havens<br />
• een doelmatige en veilige toegang tot de havens versterken; in de mate van het mogelijke de toegang<br />
aanpassen aan actuele scheepvaartvereisten.<br />
• het ondersteunen van de bouw van haveninfrastructuur in overleg met de havenbesturen rekening<br />
houdend met de complementariteit van de investeringen en de gelijkwaardige behandeling van de<br />
havens en het <strong>Vlaams</strong>e beleidskader dat voortvloeit uit het Havendecreet.<br />
De maritieme toegangswegen tot de <strong>Vlaams</strong>e havens worden onderhouden, de lopende verdieping van de<br />
Westerschelde en de vaarpassen in zee wordt verder gerealiseerd via de wrakkenruiming. De<br />
natuurcompensaties en het flankerend veiligheidsbeleid wordt verder gezet.<br />
Hoofdstuk 2. Toelichting per basisallocatie<br />
BA Aard<br />
kredieten<br />
Krediet in<br />
Mio BEF<br />
1998 1999 2000 2001<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet in<br />
Mio BEF<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet in<br />
Mio BEF<br />
Krediet in<br />
Mio BEF<br />
64.00 34.31 GVK - - 5,0 55,7 50,0 5,0<br />
GOK - - 5,0 23,0 50,0 5,0<br />
64.00 43.10 GVK - - - - - 10,0<br />
GOK - - - - - 10,0<br />
64.00 51.11 GVK 20,7 100,0 20,9 100 20,9 20,9<br />
GOK 50,0 40,8 23,4 93,4 20,4 50,0<br />
64.00 51.22 NGK 0,0 - 60,0 100 0,5 pm<br />
64.00 63.21 GVK 1.455,4 100,0 1.572,3 96,4 1.638,3 1.638,3<br />
GOK 1.967,1 87,6 1.856,0 87,3 2.000,0 1.976,9<br />
64.00 71.10 GVK - - 100,0 100 100,0 345,0<br />
GOK - - 100,0 0 100,0 345,0<br />
64.00 73.21 GVK 3.821,8 100,0 3.056,7 100 3.678,7 4.093,7<br />
GOK 3.502,7 56,9 3.616,3 65,9 3.500,0 4.098,5
BASISALLOCATIE 34.31:<br />
113<br />
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
Kosten verbonden aan de realisatie van het Globaal Begeleidingsplan inzake de deelgemeente Doel<br />
wegens de aanleg van het Containergetijdedok (Deurganckdok)<br />
Voor de realisatie van het globaal begeleidingsplan Doel wordt het benodigd krediet verminderd van 50 tot<br />
5 miljoen BEF.<br />
Het sociaal begeleidingsplan vergde in de eerste fase aanzienlijke organisatorische uitgaven, ondermeer<br />
voor de stuurgroep en de diverse werkgroepen. Nu het sociaal begeleidingsplan op kruissnelheid komt,<br />
kunnen de budgetten voor deze organen worden gereduceerd.<br />
De kosten voor 2001 zullen van dezelfde grootte orde zijn als de uitgaven in 1999 en worden geraamd op 5<br />
miljoen BEF<br />
BASISALLOCATIE 43.10:<br />
Kosten verbonden aan de organisatie van subregionale overlegorganen in de diverse havengebieden<br />
van het <strong>Vlaams</strong>e Gewest<br />
De subregionale overlegorganen moeten op verzoek van de havenbedrijven en één of meer gemeenten<br />
grenzend aan de havengebieden door de <strong>Vlaams</strong>e regering opgericht worden. Deze basisallocatie is nodig<br />
om de oprichting en werking van de overlegorganen mogelijk te maken.<br />
BASISALLOCATIE 51.11:<br />
Investeringen in de haven van Antwerpen in toepassing van de beslissing van de <strong>Vlaams</strong>e regering<br />
dd. 13 november 1991, punt 52 met betrekking tot gronden Linkerscheldeoever m.i.v. de nodige<br />
aankopen, onteigeningen en de daaraan verbonden lasten en van de kosten verbonden aan specifieke<br />
studies<br />
Op dit ogenblik is voorzien dat op deze basisallocatie in 2000 een aantal achterstallige betalingen zullen<br />
worden uitgevoerd. Hierdoor is het noodzakelijk het betalingskrediet door middel van een<br />
kredietherschikking op te trekken in 2000.<br />
Ook in 2001 worden nog uitgaven uit het verleden verwacht waardoor het GOK werd opgetrokken tot 50<br />
miljoen BEF.<br />
BASISALLOCATIE 51.22:<br />
Investeringssubsidies voor het bevorderen van het intermodaal vervoer via de binnenvaart en het<br />
spoor zoals ondermeer de opstarting van shuttles en/of bloktreinen van en naar de <strong>Vlaams</strong>e<br />
zeehavens en de daaraan verbonden kosten voor specifieke studies<br />
Deze basisallocatie laat toe subsidies te verschaffen voor werkingskosten met het oog op de bevordering<br />
van het intermodaal vervoer via de binnenvaart en het spoor.<br />
Hoewel het belang van het intermodaal vervoer onderkend wordt, konden de projecten nog niet<br />
geconcretiseerd worden. Er is een lopend project stopgezet vanwege faillissement van de uitbater<br />
niettegenstaande de Gewestelijke opstartsteun. Er wordt geen krediet meer voorzien voor deze<br />
basisallocatie voor het jaar 2001, maar deze basisallocatie wordt pro memorie behouden. Indien zich een<br />
opportuniteit voordoet zal middels een kredietherschikking binnen het VIF hiervoor het nodige gedaan<br />
worden.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 114<br />
BASISALLOCATIE 63.21:<br />
Investeringssubsidies aan de door de lagere openbare besturen en autonome gemeentelijke<br />
havenbedrijven beheerde havens, ter ondersteuning van het beleid van het <strong>Vlaams</strong>e Gewest inzake<br />
zeehavens en subsidies aan havenbedrijven voor investeringen in de haveninterne<br />
basisinfrastructuur en uitrustingsinfrastructuur<br />
Het toekennen van subsidies aan havenbesturen met het doel de basisinfrastructuur van de havens aan te<br />
passen en uit te bouwen volgens de noodwendigheden is het doel van deze basisallocatie.<br />
Het ordonnanceringskrediet op deze basisallocatie werd aangepast aan de reëel ingeschatte behoefte.<br />
BASISALLOCATIE 71.10:<br />
Kosten verbonden aan de onteigeningen van de woonkern van de deelgemeente Doel en de terreinen<br />
er omheen begrensd door het industriegebied en haar uitbreidingsgebied<br />
Het krediet wordt opgetrokken van 100 miljoen BEF naar 345 miljoen BEF in GVK en in GOK.<br />
De bewoners van Doel die conform het sociaal begeleidingsplan wensen te verhuizen, kunnen vervroegde<br />
verwerving vragen.<br />
In 2000 werden de vervroegde verwervingen vertraagd door juridische complicaties. De<br />
gewestplanwijziging is nu volledig doorgevoerd zodat de verwervingen in 2001 volgens de aanvragen<br />
kunnen worden verdergezet.<br />
Op basis van de gegevens van de onteigeningscommissarissen wordt geraamd dat een aanzienlijke<br />
verhoging van het krediet noodzakelijk is.<br />
BASISALLOCATIE 73.21:<br />
Investeringsuitgaven en buitengewoon onderhoud ter ondersteuning van het beleid van de <strong>Vlaams</strong>e<br />
Gemeenschap inzake de zeehavens en de maritieme toegangswegen en in de basisinfrastructuur<br />
Extra kredieten werden voor het begrotingsjaar 2001 voorzien als gevolg van de implementatie van het<br />
havendecreet (625 mio).<br />
Volgens dat Havendecreet en de Nederlandse WVO-vergunning moet de onderwaterbodem van de<br />
Zeeschelde gesaneerd worden. In de loop van de komende jaren moeten daartoe nieuwe plaatsen ingericht<br />
worden voor de opslag van verontreinigd slib omdat de huidige bergingsplaatsen bijna vol zijn. Deze kost<br />
werd geraamd op 175 miljoen per jaar.<br />
Invoering van het havendecreet impliceert daarenboven dat het <strong>Vlaams</strong>e gewest alle kosten gerelateerd aan<br />
bouw en exploitatie op de maritieme toegangswegen tot de havens moet dragen, wat eveneens een<br />
aanzienlijke meerkost betekent, en waarvoor het vastleggingskrediet verhoogd werd.<br />
Het ordonnanceringskrediet werd opgeschroefd tot de reëel ingeschatte behoeften.
III. WATERWEGEN EN BINNENVAART<br />
DEEL 1: EVOLUTIE VAN DE KREDIETEN<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
115<br />
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
1998 1999 2000 2001<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Kredietvoorstel<br />
in mio Bef<br />
NGK 0,0 - 0,0 - - -<br />
GVK 2.615,6 100,0 3.481,1 99,8 3485,9 3960,0<br />
GOK 2.741,2 74,7 3.267,4 64,2 3522,5 4076,5<br />
VRK - - - - - -<br />
Macht. - - - - - -<br />
Dit programma omvat volgende basisallocaties:<br />
64.10 63.21 Verplaatsen van leidingen<br />
64.00 73.11 Herbouw, vernieuwing en structurele herstelling van bruggen<br />
64.10 73.21 Investeringen in de binnenvaart<br />
DEEL 2: INHOUDELIJKE TOELICHTING<br />
Hoofdstuk 1. Beleidsprioriteiten<br />
In dit programma worden werken verricht inzake herbouw, vernieuwing en structurele herstelling van<br />
bruggen, het verplaatsen van leidingen langs binnenvaartwegen en investeringen in de binnenvaart en de<br />
waterwegen. Het beleid wordt door AWZ uitgetekend en de werken worden uitgevoerd voor en door AWZ<br />
zelf, door de Dienst voor de Scheepvaart en door de NV Zeekanaal en watergebonden grondbeheer<br />
Vlaanderen.<br />
De NV Zeekanaal en de Dienst voor de Scheepvaart zijn bouwheer voor de projecten die op het door hen<br />
beheerde grondgebied worden uitgevoerd.<br />
Voor de opmaak en het toezicht op de uitvoering van de projecten wordt door AWZ bijstand verleend aan<br />
deze V.O.I.’s.<br />
Voor het voeren van promotie rond de waterwegen en het kenbaar maken van de mogelijkheden van de<br />
binnenvaart wordt beroep gedaan op de v.z.w. promotie Binnenvaart Vlaanderen die voor het uitvoeren van<br />
haar opdrachten van AWZ hiervoor een subsidie ontvangt.<br />
A. Strategische doelstellingen voor de binnenvaart<br />
• Het aandeel van de binnenvaart in het goederenvervoer betekenis vol doen stijgen.<br />
• Het verhogen van de biodiversiteit langs de waterwegen.<br />
• Een visie ontwikkelen op de meervoudige functies van de waterwegen en zijn aanhorigheden en deze<br />
verankeren in bestemmingsplannen/ontwikkelingsplannen.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 116<br />
Voor de uitvoering van werken en voor het buitengewoon onderhoud aan de elektrische en de<br />
elektromechanische installaties langs de binnenvaartwegen stelt AWZ een bedrag van 143,45 miljoen BEF<br />
in GVK en 158 miljoen BEF in GOK ter beschikking van de administratie Ondersteunende Studies en<br />
Opdrachten. Deze administratie is gespecialiseerd in de uitvoering van dergelijke opdrachten. De uit te<br />
voeren werken worden gepland in overleg tussen de administratie en de waterwegbeheerders.<br />
In de laatste decennia is het verkeer zodanig toegenomen dat de wegen dichtslibben, met alle negatieve<br />
gevolgen vandien voor de economie, de verkeersleefbaarheid, de veiligheid en het leefmilieu. Het<br />
bijkomend bouwen van autowegen neemt zeer veel ruimte in beslag wat momenteel maatschappelijk niet<br />
meer aanvaard wordt. De binnenvaart kan hier een volwaardig alternatief bieden. Vlaanderen beschikt over<br />
een dicht waterwegennet. Als transportmodus heeft de binnenvaart voldoende vervoerscapaciteit om zowel<br />
het huidig overaanbod aan transport van goederen langs de weg, als de voorziene groei over langere termijn<br />
aan te kunnen. Wanneer Vlaanderen als distributieland in Europa competitief wil blijven zonder verdere<br />
aantasting van de open ruimte, de verkeersleefbaarheid, de veiligheid en het leefmilieu, dan zullen de<br />
waterwegen hiervoor om strategische redenen het nodige alternatief betekenen.<br />
Het is evenwel noodzakelijk dat hierom de nog bestaande knelpunten op de hoofdtransportassen worden<br />
weggewerkt.<br />
De verbindingen met het buitenland inzake capaciteit moeten op elkaar worden afgestemd. De toegang van<br />
en naar de waterweg is de kaai langs waar de overslag van en naar de waterweg geschiedt. De bouw van<br />
kaaimuren is dan ook een belangrijk element in de valorisatie van de waterwegen.<br />
Een aantal bestaande projecten die reeds jaren geleden gestart zijn, zullen bij voorrang worden afgewerkt<br />
zodat de gedane investeringen optimaal gerendabiliseerd worden. Ruimtelijk zouden de nodige initiatieven<br />
moeten genomen worden opdat gronden gelegen langs de waterwegen als watergebonden worden<br />
gevaloriseerd en alleen in die functie een bestemming kunnen krijgen.<br />
Omdat naast zijn transportfunctie de waterweg ook belangrijke andere functies heeft zoals de natuurfunctie,<br />
de recreatieve functie en de milieufunctie is het noodzakelijk dat de waterweg op een geïntegreerde manier<br />
wordt aangepakt.<br />
Momenteel worden binnen de administratie Waterwegen en Zeewezen per bekken functieplannen<br />
opgemaakt die voornoemde functies van de waterweg catalogeren en de hoofd- en nevenfuncties aangeven.<br />
Deze functieplannen tonen duidelijk aan dat een geïntegreerde aanpak noodzakelijk is.<br />
Inzake een geïntegreerd mobiliteitsplan stelt de <strong>Vlaams</strong>e regering dat de beleidsmaatregelen elkaar moeten<br />
versterken en dat de complementariteit van alle vervoerswijzen goed moet worden uitgebouwd, waarbij<br />
wordt gerefereerd naar goede overslagmogelijkheden tussen weg, water en spoor.<br />
Om de automobiliteit te kunnen afremmen moeten alle milieuvriendelijke alternatieven op een<br />
gecoördineerde manier worden uitgebouwd. Voor het goederenvervoer is dit het gecombineerd<br />
goederenvervoer en de binnenvaart die de milieuvriendelijke transportmodus bij uitstek is.<br />
B. Operationele doelstellingen voor de binnenvaart<br />
• Het uniform maken van de hoofdvaarweg-as en deze afstemmen op de capaciteit van de aansluitende<br />
vaarwegen in het buitenland.<br />
• Het wegwerken van de knelpunten op de hoofdas met name:<br />
• de realisatie van de doortocht te Kortrijk<br />
• de afwerking van de verbreding van het Albertkanaal<br />
• de realisatie van het Trans Europees vaarwegennet<br />
• de bouw van een tweede sluis te Evergem
117<br />
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
• de bouw van de kaaimuren die de toegang vormen van en naar de waterwegen voor overslag van<br />
goederen.<br />
De realisatie van deze projecten is afhankelijk van de beschikbare kredieten, zodat voor de realisatie van de<br />
operationele doelstellingen geen timing kan worden vooropgesteld.<br />
Doelgroep<br />
• De <strong>Vlaams</strong>e overheidsinstellingen.<br />
• De binnenvaarders (schippers), de verladers, de industrie en de rederijen voor de binnenvaart.<br />
• De recreanten op en langs de waterwegen.<br />
• De binnenvaart is de meest milieuvriendelijke transportmodus zodat het gebruik van de waterweg de<br />
ganse gemeenschap ten goede komt.<br />
Instrumenten<br />
• Het opdragen en doen uitvoeren van werken door aannemers die in hoofdzaak geselecteerd worden via<br />
openbare aanbestedingen of offerteaanvragen.<br />
• Het creëren van co-financiering met de private sector wat de bouw van kaaimuren betreft.<br />
• Het afsluiten van beheersovereenkomsten met VOI’s.<br />
• Het eigen personeel van AWZ dat de VOI’s bijstaat in de opmaak en het toezicht op de uitvoering van<br />
projecten binnen het door hen beheerde territorium.<br />
• Het ter beschikking stellen van kredieten aan de VOI’s voor het uitvoeren van buitengewoon<br />
onderhoud op het door hen beheerde patrimonium.<br />
• Het samenwerken met andere overheden en organisaties en het verstrekken van co-financiering voor de<br />
realisatie van projecten rond grensoverschrijdend watertoerisme.<br />
Beoogd effect<br />
• Het aandeel van de binnenvaart betekenisvol doen stijgen in het goederenvervoer.<br />
• Meewerken aan de oplossing van het mobiliteitsprobleem en de congestie op de wegen.<br />
• Het ter beschikking stellen van infrastructuur aan de waterrecreant.<br />
• Het streven naar maximale valorisatie van de waterweg.<br />
Indicatoren<br />
• Vaststellen van het marktaandeel van vervoerde goederen langs de waterweg in relatie tot andere<br />
transportmodi.<br />
• Evolutie van het aantal verkochte vignetten voor de pleziervaart.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 118<br />
Prestaties<br />
• Het wegwerken van de knelpunten op de hoofdvaaras.<br />
• Het nagaan van de lengtes van gebouwde kaaien.<br />
• Het vaststellen van het aantal bruggen die prioritair moeten worden hersteld of herbouwd.<br />
Prestatiedrijvers<br />
De ingezette middelen om de knelpunten weg te werken. Het bepalen van de relatie tussen de lengte van de<br />
aan te passen waterlopen op de totale lengte waterloop.<br />
Budgettaire parameters<br />
Er zijn voor de binnenvaart geen budgettaire parameters voorhanden.<br />
Hoofdstuk 2. Toelichting per basisallocatie<br />
BA Aard<br />
kredieten<br />
Krediet in<br />
Mio BEF<br />
1998 1999 2000 2001<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet in<br />
Mio BEF<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet in<br />
Mio BEF<br />
Krediet in<br />
Mio BEF<br />
64.10 63.21 GVK 27,1 99,1 23,0 99,6 77,5 77,5<br />
GOK 1,0 100,0 30,0 87,7 87,5 88,8<br />
64.00 73.11 GVK 346,0 100,0 421,0 100 401,0 421,0<br />
GOK 344,5 99,4 377,2 92,3 372,2 533,6<br />
64.10 73.21 GVK 2.242,5 100,0 3037,1 99,8 3007,4 3461,5<br />
GOK 2.395,7 71,2 2860,2 61,1 3062,8 3454,1<br />
Basisallocatie 73.11: Herbouw, vernieuwing en structurele herstelling van de bruggen onder beheer<br />
van de administratie Waterwegen en Zeewezen, van de Dienst voor de Scheepvaart en van de N.V.<br />
Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen, m.i.v. de nodige aankopen en onteigeningen<br />
en van de kosten verbonden aan specifieke studies<br />
Voor de bouw van een brug wordt in principe met een uitvoeringsperiode van 3 jaar gerekend. De<br />
betalingen worden gespreid als volgt : 30% eerste jaar, 50% tweede jaar en 20% derde jaar<br />
Het totale encours op deze basisallocatie bedraagt per 31 december 1999 602,9 miljoen BEF. Op basis van<br />
de voorziene betalingen die nog moeten gebeuren van projecten die 3 jaar geleden of vroeger werden<br />
opgestart wordt er geraamd dat in 2001 hiervoor 207 miljoen zal moeten worden geordonnanceerd. Dit<br />
komt overeen met ± 35% van het totale encours. Voor de verbintenissen ten bedrage van 401 miljoen BEF<br />
in 2000 wordt geschat dat in 2001 hierop 50% zal moeten worden geordonnanceerd of 200,5 miljoen BEF.<br />
Op de verbintenissen die in 2001 worden aangegaan wordt geschat dat 30% zal moeten worden betaald of<br />
126,1 miljoen BEF. Dit vertegenwoordigt een bedrag van 533,6 miljoen BEF.<br />
Er kan gesteld worden dat de encours reeds opgelopen is tot 50% boven het jaarbudget en dat hiervan een<br />
groot gedeelte in 2001 zal worden gevraagd voor betaling wat de kredietverhoging verantwoord.
BASISALLOCATIE 73.21:<br />
119<br />
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
Buitengewoon onderhoud en investeringsuitgaven ter structurele bevordering van de Binnenvaart,<br />
inzonderheid met het oog op de verbetering van de verbindingen tussen de havens en hun hinterland<br />
(waterbouwkundige en bijhorende werken) m.i.v. de kosten van patrimoniumbeheer, de nodige<br />
aankopen en onteigeningen en de kosten verbonden aan specifieke studies<br />
In het kader van het mobiliteitsprobleem vormt de binnenvaart een belangrijke schakel. Deze<br />
verkeersmodus is immers in staat om de verkeersaangroei voor een groot deel op zich te nemen wat kan<br />
leiden tot een verminderde druk op de congestie op de wegen.<br />
Om de binnenvaart als verkeersmodus voluit te kunnen uitspelen, moet het waterwegennet in goede staat<br />
worden gebracht en moet de waterweg bereikbaar zijn via kaaimuren waar goederenoverslag kan gebeuren.<br />
In 2001 is een kredietverhoging toegekend die zal worden aangewend voor het wegwerken van knelpunten<br />
op de waterwegen zoals de verbredingwerken Wijnegem-Antwerpen op het Albertkanaal, het afwerken van<br />
het moderniseringsprogramma 4500 ton/10.000 ton van het Zeekanaal Brussel Schelde en de bouw van een<br />
tweede sluis te Evergem.<br />
De verbreding van het Albertkanaal is belangrijk omdat deze waterweg de haven van Antwerpen verbindt<br />
met het Europese hinterland. Het project Brussel Schelde maakt ver landinwaartse trafieken voor SSS<br />
mogelijk.<br />
Trafiek faciliterende maatregelen zijn noodzakelijk om verschuivingen van andere verkeersmodi naar de<br />
binnenvaart te bewerkstelligen.<br />
Verder wordt ook aandacht besteed aan de introductie van verkeersbegeleiding en telematica waardoor<br />
schepen kunnen worden opgevolgd, de kunstwerken efficiënt kunnen worden bediend en een beleid voor<br />
het vervoer van gevaarlijke stoffen langs de waterweg vorm krijgt.<br />
Naast trafiek faciliterende maatregelen gaat de aandacht ook verder uit naar trafiek genererende<br />
maatregelen zoals de bouw van kaaimuren.<br />
IV. ZEE- EN RIVIERWATERKERING EN -BEHEERSING<br />
DEEL 1: EVOLUTIE VAN DE KREDIETEN<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
1998 1999 2000 2001<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Kredietvoorstel<br />
in mio Bef<br />
NGK 0,0 0,0 0,0 - 2,5 pm<br />
GVK 1.810,7 100,0 1.981,0 100 2.150,4 1.850,4<br />
GOK 1.989,5 55,1 2.253,0 100 2.800,0 1.850,4<br />
VRK - - - - - -<br />
Macht. - - - - - -<br />
Dit programma omvat volgende basisallocaties<br />
64.20 03.30 Provisie voor integraal waterbeheer<br />
64.20 73.21 Investeringen en buitengewoon onderhoud in waterbeheersing en zeewering
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 120<br />
DEEL 2: INHOUDELIJKE TOELICHTING<br />
Hoofdstuk 1. Beleidsprioriteiten<br />
A. Strategische doelstellingen<br />
• Het verzekeren van een maatschappelijk en economisch aanvaardbaar veiligheidsniveau tegen<br />
overstromingen, afhankelijk van de omgeving.<br />
• Het spelen van een strategische rol in de coördinatie van het beheer van de zoetwaterreserves in<br />
Vlaanderen. Dit vergt zowel maatregelen bij watersnood als bij waternood.<br />
• Het onderzoek en de studie van de nog te realiseren veiligheidswerken na de afwerking van de<br />
dijkwerken aan het Sigmaplan, het maasdijkplan en de kustverdediging.<br />
Een tweede zeer belangrijke functie van de waterweg, naast het vervoer is de afvoer van het water en het<br />
beheersen van de waterpeilen en de afvoerdebieten. Zowel voor de rivieren als voor de zeewering staat<br />
deze functie rechtstreeks in relatie tot het beveiligen van de bevolking tegen overstromingen.<br />
Hierbij wordt ervan uitgegaan dat Vlaanderen voor gans zijn grondgebied een economisch aanvaardbaar<br />
veiligheidsniveau zal creëren dat qua niveau in overeenstemming is met de veiligheid geboden in de ons<br />
omringende landen.<br />
Het afwerken van het urgentieprogramma waterbeheersing.<br />
De realisatie van dijkwerken wordt gehypothekeerd door de milieuwetgeving. Het aanwenden van<br />
baggerspecie voor dijkverhogingen wordt steeds aan strengere eisen onderworpen.<br />
Wanneer specie elders moet gehaald worden, heeft dat zijn repercussie op de kostprijs wat een vertraging<br />
meebrengt in de afwerking van het urgentieplan. Beleidsmatig moeten hier de nodige maatregelen getroffen<br />
worden om het urgentieplan, dat reeds een aanzienlijke vertraging heeft opgelopen, af te werken. Dit<br />
impliceert dat ofwel minder strenge normen voor verontreiniging worden opgelegd ofwel dat het krediet<br />
van dit artikel aanzienlijk wordt verhoogd.<br />
Bij calamiteiten en overstromingen is de kostprijs van de economische verliezen vaak een veelvoud van de<br />
geïnvesteerde bedragen, om dan nog niet te spreken over het menselijk leed.<br />
Zowel de <strong>Vlaams</strong>e regering als de minister bevoegd voor openbare werken staan achter een<br />
beveiligingsbeleid tegen overstromingen. Daar waar mogelijk zullen de werken worden uitgevoerd volgens<br />
de principes van integraal waterbeleid.<br />
B. Operationele doelstellingen<br />
Het afwerken van de 1 ste fase van het sigmaplan op de aan tij onderhevige rivieren en het maasdijkenplan in<br />
het bekken van de Maas en de realisatie van het kustactieplan 2002.<br />
Het verder afwerken van het urgentieprogramma waterbeheersing.<br />
• Het opstellen en realiseren van een beleidsplan voor de zeewering tegen 2005.<br />
• Het vernieuwen van de stuwen te Oudenaarde, Asper en Kerkhove tegen 2003.<br />
• Het op diepte houden van de waterwegen zodat hun waterafvoercapaciteit verzekerd blijft. Hier dient<br />
speciale aandacht geschonken aan de opmaak van een korte en lange termijnplan voor de berging van<br />
baggerspecie uit de rivieren.
• De opmaak van een bergingsplan voor baggerspecie.<br />
• Het herstellen van stormschade zodat de infrastructuur operationeel gehouden wordt.<br />
121<br />
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
• Het realiseren van het verdrag met Nederland omtrent de gegarandeerde waterdebieten in 2000.<br />
• Realisatie van het kustactieplan.<br />
Doelgroep<br />
• De ganse bevolking.<br />
• De aangelanden van de waterwegen en de kustbewoners.<br />
• De Nederlandse overheid.<br />
• De watermaatschappijen.<br />
Instrumenten<br />
• Het opdragen en doen uitvoeren van werken door aannemers die in hoofdzaak geselecteerd worden via<br />
openbare aanbestedingen of offerte-aanvragen.<br />
• Het afsluiten van verdragen met aangrenzende staten (Nederland).<br />
• Het veiligheidsplan dat bepaalt waar welke veiligheid wordt geboden.<br />
• Het eigen personeel dat enerzijds instaat voor bewaking en toezicht op de uitgevoerde werken en<br />
anderzijds de projectstudies opmaakt.<br />
• Het sigmaplan en het maasdijkenplan.<br />
Beoogd effect<br />
Het vermijden van schade bij overstromingen bij hoge afvoerdebieten op de rivieren en bij stormen vanuit<br />
de zee.<br />
Indicatoren<br />
• Het aantal dijkbreuken per jaar.<br />
• Het aantal noodingrepen per jaar.<br />
• Het aantal keren dat waterschade wordt opgelopen door bewoners bij het overstromen van de zeedijken<br />
in relatie tot het aantal stormen en bij het buiten de oevers treden van rivieren bij lage afvoerdebieten.<br />
• Het aantal dijkoverlopen per jaar in relatie tot de neerslag.<br />
Prestaties<br />
• Het verder uitbouwen van een hydrologisch informatiecentrum dat aan de hand van de vastgestelde<br />
neerslag waterpeilen kan voorspellen op het ganse <strong>Vlaams</strong>e waterlopennet.<br />
• Het percentage gerealiseerd in de afwerking van het sigmaplan, het maasdijkenplan en de<br />
waterbeheersing door de bouw van stuwen op de Bovenschelde.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 122<br />
• Het percentage dat gerealiseerd wordt van het kustverdedigingsplan.<br />
Prestatiedrijvers<br />
• De beschikbare en ingezette financiële middelen.<br />
Budgettaire parameters<br />
• Er zijn momenteel geen budgettaire parameters voorhanden.<br />
Hoofdstuk 2. Toelichting per basisallocatie<br />
BA Aard<br />
kredieten<br />
Krediet in<br />
Mio BEF<br />
1998 1999 2000 2001<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet in<br />
Mio BEF<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet in<br />
Mio BEF<br />
Krediet<br />
voorstel in<br />
Mio BEF<br />
64.20 03.30 NGK - - - - 2,5 pm<br />
64.20 73.21 GVK 1.810,7 100,0 1.981,0 100 2.150,4 1.850,4<br />
BASISALLOCATIE 03.30:<br />
GOK 1.989,5 55,2 2.253,0 100 2.800,0 1.850,4<br />
Provisie voor het integraal waterbeheer<br />
Deze basisallocatie werd gecreëerd om problemen die het gevolg zijn van wateroverlast door stormen en<br />
zware regenval, op te lossen. Deze problemen werden tot vandaag opgevangen in andere basisallocaties,<br />
maar deze basisallocatie wordt pro memorie behouden. Op het ogenblik dat het noodzakelijk is kunnen op<br />
deze basisallocatie middelen worden gezet middels een kredietherschikking binnen het VIF.<br />
BASISALLOCATIE 73.21:<br />
Investeringsuitgaven en buitengewoon onderhoud inzake waterbeheersingswerken aan de kust, op de<br />
waterwegen en rivieren<br />
Bij constant beleid werd een krediet in 2000 voorzien van 1.752,4 miljoen BEF. Bij de begrotingscontrole<br />
2000 werd het budget opgetrokken met 398 miljoen tot 2150,4 miljoen BEF in GVK. De bijkomende<br />
kredieten werden éénmalig ingeschreven voor noodzakelijke herstellingen in dijken ingevolge de<br />
wateroverlast eind 1999-begin 2000.<br />
Het normale krediet wordt verhoogd met 100 miljoen voor de implementatie van projecten langs<br />
waterwegen en in havens inzake milieuvriendelijke energieproduktie, zogenaamde ‘groene energie’ uit<br />
water en wind (bouwen van waterkrachtcentrales en verlenen van stimuleren van de bouw van<br />
windmolenparken).
123<br />
PROGRAMMA 66.00 :<br />
ADMINISTRATIE ONDERSTEUNENDE STUDIES EN OPDRACHTEN<br />
DEEL 1: EVOLUTIE VAN DE KREDIETEN<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
1998 1999 2000 2001<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Kredietvoorstel<br />
in mio Bef<br />
GVK 145 94 125 75 145 145<br />
GOK 145 94 145 60 145 145<br />
DEEL 2: INHOUDELIJKE TOELICHTING<br />
Hoofdstuk 1 – Beleidsprioriteiten<br />
A. Strategische doelstellingen<br />
Het programma beoogt het instandhouden ten behoeve van de weggebruiker van de elektrische en<br />
elektromechanische uitrustingen langs de wegen nadat er schade is aan toegebracht door derden.<br />
Centraal staat hierbij de instandhouding van de mobiliteit, van het beheer van de verkeersafwikkeling, en<br />
van de veiligheid van de kunstwerken.<br />
B. Operationele doelstellingen<br />
Aangezien de goede werking van de installaties moet verzekerd blijven, moet elke toegebrachte schade zo<br />
snel mogelijk hersteld worden.<br />
C. Instrumenten<br />
De uitvoering van de dringende tussenkomsten na ongevallen, enz. en de definitieve herstelling wordt<br />
verzekerd in het kader van de algemene onderhoudsopdrachten met betrekking tot de diverse elektrische en<br />
elektromechanische uitrustingen langs de wegen. Ze worden afgesloten na een openbare procedure.<br />
D. Prestaties, prestatiedrijvers en budgettaire parameters<br />
De te leveren prestaties omvatten de investeringen voor het herstellen van de schade aan of het vervangen<br />
van elektromechanische uitrustingen die beschadigd werden t.g.v. verkeersongevallen, vandalisme, en t.g.v.<br />
heirkracht (water- en stormschade, blikseminslag, enz.). De belangrijkste prestatiedrijver is het aantal<br />
verkeersongevallen.<br />
Voor de averijen waarvan de schadeaanrichter bekend is, bestaat een regeling met de Beroepsvereniging<br />
van de Verzekeringsondernemingen (BVVO) waarbij de schade in principe vergoed wordt aan het <strong>Vlaams</strong>e<br />
Gewest. Deze ontvangsten (ca. 70 % van de uitgaven) worden geboekt op de B.A. .63.00.38.30 van de<br />
DAB-VIF.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 124<br />
PROGRAMMA 69 :<br />
SECRETARIAAT-GENERAAL<br />
ADMINISTRATIE ALGEMENE ADMINISTRATIEVE DIENSTEN<br />
DEEL 1: EVOLUTIE VAN DE KREDIETEN<br />
Krediet<br />
(MlnF)<br />
1998 1999 2000 2001<br />
Uitvoering<br />
(%)<br />
Krediet<br />
(MlnF)<br />
Uitvoering<br />
(%)<br />
Krediet<br />
(MlnF)<br />
Kredietvoorstel<br />
(MlnF)<br />
NGK 51,0 84,50 56,1 81,81 76,6 39,0<br />
GVK 140,0 99,64 190,0 90,16 185,0 139,5<br />
GOK 83,0 51,80 108,0 62,49 143,0 139,5<br />
DEEL 2: INHOUDELIJKE TOELICHTING<br />
Hoofdstuk 1: Beleidsprioriteiten<br />
De basisallocaties binnen programma 69 00 van het VIF richten zich vooral op de ondersteuning van de<br />
realisering van de strategische en operationele doelstellingen van de administraties AWV, AWZ en AOSO<br />
van het departement LIN.<br />
Zijn aldus ondersteunend voor de administraties LIN:<br />
BASISALLOCATIE 69 00 01.00:<br />
"Diverse uitgaven".<br />
Allerhande kosten betrekking hebbend op het VIF en niet onder te brengen op andere basisallocaties<br />
BASISALLOCATIE 69 00 01.01:<br />
“Belast ordonnanceringskrediet, bestemd voor de betaling op het encours,overdraagbaar naar de<br />
overige VIF-basisallocaties".<br />
Besluit financieel en materieel beheer van de DAB-VIF van 16/09/1992.<br />
Art. 5 § 3: “ De per 31 december van het begrotingsjaar op de artikelen van de uitgavenbegroting van het<br />
<strong>Vlaams</strong> Infrastructuurfonds beschikbare saldi zijn inzake overdraagbaarheid naar het volgend<br />
begrotingsjaar onderworpen aan de regelen vervat in de wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende<br />
de rijkscomptabiliteit met dien verstande dat de bedoelde saldi inzake de gesplitste<br />
ordonnanceringskredieten worden geboekt als ontvangsten van de begroting van het <strong>Vlaams</strong><br />
Infrastructuurfonds voor het volgend begrotingsjaar.”<br />
Het juiste bedrag kan slechts ingevuld worden bij de begrotingscontrole (cfr.VIF-ontvangsten ba 69 00<br />
08.20).
BASISALLOCATIE 69 00 11.00:<br />
125<br />
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
"Lonen, vergoedingen en sociale lasten in verband met de aanstelling van een sociaal bemiddelaar bij<br />
de uitvoering van het project Doel".<br />
Op 20 januari 1998 besliste de <strong>Vlaams</strong>e regering tot de inplanting van een containerterminal ten noorden<br />
van Doel. Het proces van onteigeningen moet sociaal begeleid worden. Om dit te realiseren werd een<br />
sociaal begeleidingsplan opgemaakt. Teneinde de uitvoer van dit sociaal begeleidingsplan mogelijk te<br />
maken heeft de <strong>Vlaams</strong>e regering in vergadering van 21 april 1998 beslist een sociaal bemiddelaar bij de<br />
uitvoering van het project Doel aan te stellen met een contract voor een duur van 5 jaar.<br />
Er werd tevens beslist deze uitgave aan te rekenen op het <strong>Vlaams</strong> Infrastructuurfonds.<br />
BASISALLOCATIE 69 00 11.01:<br />
"Lonen, vergoedingen en sociale lasten in verband met de aanstelling van een havencommissaris in<br />
uitvoering van het havendecreet".<br />
Aanwerving van een havencommissaris in uitvoering van het havendecreet van 2/3/1999.<br />
BASISALLOCATIE 69 00 11.02:<br />
Lonen, vergoedingen en sociale lasten in verband met de aanstelling van personeelsleden ter<br />
ondersteuning van de infrastructuurwerken<br />
Tewerkstelling van personeelsleden ter ondersteuning van de infrastrucruurwerken van het departement<br />
LIN.<br />
BASISALLOCATIE 69 00 12.00:<br />
"Werkingskosten in verband met de sociaal bemiddelaar Doel".<br />
Op 20 januari 1998 besliste de <strong>Vlaams</strong>e regering tot de inplanting van een containerterminal ten noorden<br />
van Doel. Het proces van onteigeningen moet sociaal begeleid worden. Om dit te realiseren werd een<br />
sociaal begeleidingsplan opgemaakt. Teneinde de uitvoer van dit sociaal begeleidingsplan mogelijk te<br />
maken heeft de <strong>Vlaams</strong>e regering in vergadering van 21 april 1998 beslist een sociaal bemiddelaar bij de<br />
uitvoering van het project Doel aan te stellen met een contract voor een duur van 5 jaar.<br />
Er werd tevens beslist deze uitgave voor de werkingskosten aan te rekenen op het <strong>Vlaams</strong><br />
Infrastructuurfonds.<br />
BASISALLOCATIE 69 00 12.01:<br />
"Werkingskosten in verband met de havencommissaris".<br />
Werkingskosten i.v.m. de aanstelling van een havencommissaris ingevolge het havendecreet van 2/3/1999.<br />
BASISALLOCATIE 69 00 12.30:<br />
"Allerhande uitgaven m.b.t. vervoer en mobiliteit: studies en proefprojecten alsmede de uitgaven<br />
voor de begeleiding bij het opstellen en uitvoeren van bedrijfsvervoerplannen".
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 126<br />
A) Strategische doelstellingen<br />
Volgende doelstellingen werden weerhouden als strategisch voor het beleid van de huidige regering (zie<br />
beleidsnota “Mobiliteit en Openbare Werken)<br />
Doelstelling 1 :<br />
Op een selectieve wijze de bereikbaarheid van de economische knooppunten en poorten waarborgen.<br />
Doelstelling 2 :<br />
De mogelijkheid tot verplaatsing voor eenieder op een selectieve manier waarborgen om volwaardig deel te<br />
kunnen nemen aan het maatschappelijk leven.<br />
Doelstelling 3 :<br />
De verkeersonveiligheid in Vlaanderen verder terugdringen met het oog op een wezenlijke vermindering<br />
van het aantal verkeersslachtoffers.<br />
Doelstelling 4 :<br />
Ondanks de toenemende mobiliteit de verkeersleefbaarheid verbeteren.<br />
Doelstelling 5 :<br />
Ondanks de toenemende mobiliteit de milieuoverlast en het energieverbruik terugdringen.<br />
B) Operationele doelstellingen<br />
Om deze strategische doelstellingen te bereiken zijn maatregelen op diverse terreinen noodzakelijk. Deze<br />
maatregelen vormen tezamen het strategisch vernieuwingsbeleid. Er worden tien kritische domeinen<br />
onderscheiden waarin maatregelen dienen genomen te worden :<br />
• Het structureel beheersen van de mobiliteitsvraag.<br />
• Het structureel beheren van het vervoersaanbod.<br />
• Het optimaal gebruik van de aangeboden verkeers- en vervoersinfrastructuur.<br />
• Specifieke aandacht voor de zwakke weggebruikers.<br />
• Beperken van de emissies van het transportsysteem.<br />
• Het optimaal inpassen van de verkeers- en vervoersinfrastructuur in de omgeving.<br />
• Het maken van bindende afspraken binnen het eigen beleidsveld en overheen de verschillende<br />
beleidssectoren.<br />
• Het creëren van een maatschappelijk draagvlak.<br />
• Het doelmatig aanwenden van de middelen binnen elke modus en tussen de verschillende modi.<br />
• Voldoende middelen en sturende instrumenten om het beleid te realiseren.
C) Instrumenten die ingezet worden<br />
127<br />
De instrumenten die worden ingezet om het programma te realiseren zijn :<br />
openbare aanbestedingen waarbij opdrachten gegund worden aan onderzoeksbureaus.<br />
Voorstel van programma 2001 :<br />
• Het structureel beheersen van de mobiliteitsvraag<br />
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
De voorgestelde projecten met een totaal geraamde kostprijs van 9,4 Mio bef. hebben tot doel de aard en<br />
de omvang na te gaan van wijzigingen in de ruimtelijke organisatie maar ook van nieuwe technologische<br />
mogelijkheden zoals (I.T.) op het verplaatsingsgedrag, de modale keuze, de omvang en richting van de<br />
verkeersstromen, enz.<br />
• Het structureel beheren van het vervoersaanbod.<br />
De voorgestelde projecten met een totaal geraamde kostprijs van 15 Mio bef. hebben tot doel nader in te<br />
gaan op de voorwaarden waaronder of de wijze waarop het vervoersaanbod of verkeersinfrastructuur kan<br />
aangepast worden om te voldoen aan de voorwaarden/wensen gesteld vanuit de <strong>Vlaams</strong>e Regering, de<br />
bevoegde minister, specifieke gebruikersgroepen enz.<br />
• Het optimaal gebruik van de aangeboden verkeers- en vervoersinfrastructuur.<br />
De voorgestelde projecten met een totaal geraamde kostprijs van 47,35 Mio bef. hebben tot doel de<br />
mogelijkheden te verkennen of de voorwaarden te scheppen om te komen tot enerzijds een efficiënt gebruik<br />
van de aangeboden vervoersalternatieven en anderzijds een optimaal gebruik van de aangeboden verkeersen<br />
vervoerscapaciteit.<br />
• Specifieke aandacht voor de zwakke weggebruikers.<br />
De voorgestelde projecten met een totaal geraamde kostprijs van 2 Mio bef. hebben tot doel gevolg te<br />
geven aan het in het regeerakkoord opgenomen totaalplan fiets en de hiermee verband houdende<br />
maatregelen.<br />
• Beperken van de emissies van het transportsysteem.<br />
De voorgestelde projecten met een totaal geraamde kostprijs van 6,25 Mio bef. hebben tot doel de<br />
mogelijkheden te verkennen van voertuigtechnologie en de versnelde implementatie ervan op niveau van<br />
het wagenpark. De afweging gebeurt op basis van kostefficiëntie ten aanzien van de verschillende<br />
strategische doelstellingen van het mobiliteitsbeleid.<br />
• Het optimaal inpassen van de verkeers- en vervoersinfrastructuur in de omgeving.<br />
De voorgestelde projecten met een totaal geraamde kostprijs van 12,5 Mio bef. hebben tot doel de criteria<br />
te verkennen of de instrumenten te ontwikkelen waaraan infrastructuren dienen te voldoen teneinde te<br />
komen tot een optimale inpassing in de stedelijke – of de open ruimte.<br />
• Het maken van bindende afspraken binnen het eigen beleidsveld en overheen de verschillende<br />
beleidssectoren.<br />
De voorgestelde projecten met een totaal geraamde kostprijs van 7 Mio bef. hebben tot doel het kader te<br />
creëren voor een coherent optreden van de verschillende beleidsactoren of voorstellen te formuleren om de<br />
onderlinge consistentie van beleidsplannen op de verschillende beleidsniveaus te verbeteren.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 128<br />
• Het creëren van een maatschappelijk draagvlak.<br />
Voor de toelichting en de desbetreffende projecten wordt verwezen naar het desbetreffende communicatie<br />
artikel 69 00 BASISALLOCATIE 12 20. Daar dit slechts pro memorie weerhouden werd, wordt hier 2<br />
Mio bef voorzien voor de absoluut noodzakelijke communicatie en overleg ivm Mobiliteitsplan<br />
Vlaanderen.<br />
• Het doelmatig aanwenden van de middelen binnen elke modus en tussen de verschillende modi.<br />
Het voorgestelde project met een geraamde kostprijs van 2 Mio bef. heeft tot doel een verkennend<br />
onderzoek uit te voeren naar bestaande of te ontwikkelen instrumenten waarmee de overheid een<br />
geïntegreerd toetsingskader bekomt (over de verschillende modi).<br />
• Voldoende middelen en sturende instrumenten om het beleid te realiseren.<br />
De voorgestelde projecten met een totaal geraamde kostprijs van 36 Mio hebben tot de doel de in het<br />
verleden ontwikkelde instrumenten verder te verfijnen, uit te bouwen en in te zetten i.f.v. het verkennen<br />
van de beleidskeuzes. Specifieke aandacht gaat uit naar het verder uitbouwen van het monitoringssysteem<br />
dat moet toelaten de effecten van het gevoerde beleid in kaart te brengen.<br />
BASISALLOCATIE 69 00 12.31:<br />
"Werkingskosten van het <strong>Vlaams</strong> Infrastructuurfonds".<br />
Allerhande werkingskosten ten behoeve van het VIF, zoals het drukken van vignetten m.b.t. de pleziervaart<br />
en de bankkosten i.v.m. de ontvangsten binnenvaart in de verschillende kantoren.<br />
Hoofdstuk 2: Toelichting per basisallocatie<br />
BASISALLOCATIE 01.00:<br />
Diverse uitgaven<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
1998 1999 2000 2001<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Kredietvoorstel<br />
in mio Bef<br />
NGK 28,1 84,34 24,5 92,49 21,8 5,0<br />
De vermindering van de kredieten is een gevolg van het feit dat de kosten voor de tewerkstelling van<br />
werklozen bij de administratie Wegen en Verkeer aangerekend worden op de daarvoor in functie van de<br />
ESR-codering voorziene basisallocatie.
BASISALLOCATIE 12.30:<br />
129<br />
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
Allerhande uitgaven m.b.t. vervoer en mobiliteit: studies en proefprojecten alsmede de uitgaven voor<br />
de begeleiding bij het opstellen en uitvoeren van bedrijfsvervoerplannen<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
1998 1999 2000 2001<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Kredietvoorstel<br />
in mio Bef<br />
GVK 140,0 99,64 190,0 90,16 185,0 139,5<br />
GOK 83,0 51,80 108,0 62,49 143,0 139,5<br />
De vermindering is te wijten aan een compensatie van 45,5 miljoen ten voordele van programma 63.40 van<br />
de algemene uitgavenbegroting.<br />
BASISALLOCATIE 12.31:<br />
Werkingskosten van het <strong>Vlaams</strong> Infrastructuurfonds<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
1998 1999 2000 2001<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Krediet<br />
in mio Bef<br />
Kredietvoorstel<br />
in mio Bef<br />
NGK 22,9 84,71 23,1 65,15 23,1 1,0<br />
Door de invoering van de economische boekhouding in het ministerie van de <strong>Vlaams</strong>e Gemeenschap wordt<br />
het COI-financieel systeem vervangen door ORACLE-Financials<br />
Daardoor vallen de kosten verbonden aan het gebruik van het COI-financieel systeem, specifiek voor het<br />
VIF, weg.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 130<br />
AANVULLENDE TOELICHTING VOOR HET VIF - DEEL AWZ<br />
NA CORRECTIE VAN DE BEDRAGEN IN DE TABELLEN VOOR 2000<br />
BASISALLOCATIE 64 00 71.10:<br />
Kosten verbonden aan de onteigeningen van de woonkern van de deelgemeente Doel en de<br />
terreinen er omheen begrensd door het industriegebied en haar uitbreidingsgebied<br />
Het krediet wordt opgetrokken van 100 miljoen BEF naar 345 miljoen BEF in GVK en in GOK.<br />
De bewoners van Doel die conform het sociaal begeleidingsplan wensen te verhuizen, kunnen<br />
vervroegde verwerving vragen.<br />
In 2000 werden de vervroegde verwervingen vertraagd door juridische complicaties. De<br />
gewestplanwijziging is nu volledig doorgevoerd zodat de verwervingen in 2001 volgens de aanvragen<br />
kunnen worden verdergezet.<br />
Op basis van de gegevens van de onteigeningscommissarissen wordt geraamd dat een aanzienlijke<br />
verhoging van het krediet noodzakelijk is.<br />
BASISALLOCATIE 64 00 34.31:<br />
Kosten verbonden aan de realisatie van het Globaal Begeleidingsplan inzake de deelgemeente Doel<br />
wegens de aanleg van het Containergetijdedok (Deurganckdok)<br />
Voor de realisatie van het globaal begeleidingsplan Doel wordt het benodigd krediet verminderd van<br />
50 tot 5 miljoen BEF.<br />
Het sociaal begeleidingsplan vergde in de eerste fase aanzienlijke organisatorische uitgaven,<br />
ondermeer voor de stuurgroep en de diverse werkgroepen. Nu het sociaal begeleidingsplan op<br />
kruissnelheid komt, kunnen de budgetten voor deze organen worden gereduceerd.<br />
De kosten voor 2001 zullen van dezelfde grootte orde zijn als de uitgaven in 1999 en worden geraamd<br />
op 5 miljoen BEF<br />
BASISALLOCATIE 64 00 51.11:<br />
Investeringen in de haven van Antwerpen in toepassing van de beslissing van de <strong>Vlaams</strong>e regering<br />
dd. 13 november 1991, punt 52 met betrekking tot gronden Linkerscheldeoever m.i.v. de nodige<br />
aankopen, onteigeningen en de daaraan verbonden lasten en van de kosten verbonden aan specifieke<br />
studies<br />
Op dit ogenblik is voorzien dat op deze basisallocatie in 2000 een aantal achterstallige betalingen<br />
zullen worden uitgevoerd. Hierdoor is het noodzakelijk het betalingskrediet door middel van een<br />
kredietherschikking op te trekken in 2000.<br />
Ook in 2001 worden nog uitgaven uit het verleden verwacht waardoor het GOK werd opgetrokken tot<br />
50 miljoen BEF.
BASISALLOCATIE 64 00 73.11:<br />
131<br />
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
Herbouw, vernieuwing en structurele herstelling van de bruggen onder beheer van de administratie<br />
Waterwegen en Zeewezen, van de Dienst voor de Scheepvaart en van de N.V. Zeekanaal en<br />
Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen, m.i.v. de nodige aankopen en onteigeningen en van de<br />
kosten verbonden aan specifieke studies<br />
Voor de bouw van een brug wordt in principe met een uitvoeringsperiode van 3 jaar gerekend. De<br />
betalingen worden gespreid als volgt : 30% eerste jaar, 50% tweede jaar en 20% derde jaar.<br />
Het totale encours op deze basisallocatie bedraagt per 31 december 1999 602,9 miljoen BEF. Op basis<br />
van de voorziene betalingen die nog moeten gebeuren van projecten die 3 jaar geleden of vroeger<br />
werden opgestart wordt er geraamd dat in 2001 hiervoor 207 miljoen zal moeten worden<br />
geordonnanceerd. Dit komt overeen met ± 35% van het totale encours. Voor de verbintenissen ten<br />
bedrage van 401 miljoen BEF in 2000 wordt geschat dat in 2001 hierop 50% zal moeten worden<br />
geordonnanceerd of 200,5 miljoen BEF. Op de verbintenissen die in 2001 worden aangegaan wordt<br />
geschat dat 30% zal moeten worden betaald of 126,1 miljoen BEF. Dit vertegenwoordigt een bedrag<br />
van 533,6 miljoen BEF.<br />
Er kan gesteld worden dat de encours reeds opgelopen is tot 50% boven het jaarbudget en dat hiervan<br />
een groot gedeelte in 2001 zal worden gevraagd voor betaling wat de kredietverhoging verantwoord.<br />
BASISALLOCATIE 64 10 73.21:<br />
Buitengewoon onderhoud en investeringsuitgaven ter structurele bevordering van de Binnenvaart,<br />
inzonderheid met het oog op de verbetering van de verbindingen tussen de havens en hun hinterland<br />
(waterbouwkundige en bijhorende werken) m.i.v. de kosten van patrimoniumbeheer, de nodige<br />
aankopen en onteigeningen en de kosten verbonden aan specifieke studies<br />
In de memorie werd inderdaad slechts over een stijging van minder dan 5% gesproken terwijl het voor<br />
deze basisallocatie wel degelijk over een stijging van een 15% gaat.<br />
In het kader van het mobiliteitsprobleem vormt de binnenvaart een belangrijke schakel. Deze<br />
verkeersmodus is immers in staat om de verkeersaangroei voor een groot deel op zich te nemen wat<br />
kan leiden tot een verminderde druk op de congestie op de wegen.<br />
Om de binnenvaart als verkeersmodus voluit te kunnen uitspelen, moet het waterwegennet in goede<br />
staat worden gebracht en moet de waterweg bereikbaar zijn via kaaimuren waar goederenoverslag kan<br />
gebeuren.<br />
In 2001 is een kredietverhoging toegekend die zal worden aangewend voor het wegwerken van<br />
knelpunten op de waterwegen zoals de verbredingwerken Wijnegem-Antwerpen op het Albertkanaal,<br />
het afwerken van het moderniseringsprogramma 4500 ton/10.000 ton van het Zeekanaal Brussel<br />
Schelde en de bouw van een tweede sluis te Evergem.<br />
De verbreding van het Albertkanaal is belangrijk omdat deze waterweg de haven van Antwerpen<br />
verbindt met het Europese hinterland. Het project Brussel Schelde maakt ver landinwaartse trafieken<br />
voor SSS mogelijk.<br />
Trafiek faciliterende maatregelen zijn noodzakelijk om verschuivingen van andere verkeersmodi naar<br />
de binnenvaart te bewerkstelligen.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 132<br />
Verder wordt ook aandacht besteed aan de introductie van verkeersbegeleiding en telematica waardoor<br />
schepen kunnen worden opgevolgd, de kunstwerken efficiënt kunnen worden bediend en een beleid<br />
voor het vervoer van gevaarlijke stoffen langs de waterweg vorm krijgt.<br />
Naast trafiek faciliterende maatregelen gaat de aandacht ook verder uit naar trafiek genererende<br />
maatregelen zoals de bouw van kaaimuren.<br />
De toelichting van BA 64 20 73.21 wordt vervangen door het volgende:<br />
BASISALLOCATIE 73.21<br />
Investeringsuitgaven en buitengewoon onderhoud inzake waterbeheersingswerken aan de kust, op de<br />
waterwegen en rivieren<br />
Bij constant beleid werd een krediet in 2000 voorzien van 1.752,4 miljoen BEF. Bij de<br />
begrotingscontrole 2000 werd het budget opgetrokken met 398 miljoen tot 2150,4 miljoen BEF in<br />
GVK. De bijkomende kredieten werden éénmalig ingeschreven voor noodzakelijke herstellingen in<br />
dijken ingevolge de wateroverlast eind 1999-begin 2000.<br />
Het normale krediet wordt verhoogd met 100 miljoen voor de implementatie van projecten langs<br />
waterwegen en in havens inzake milieuvriendelijke energieproduktie, zogenaamde ‘groene enrgie’ uit<br />
water en wind (bouwen van waterkrachtcentrales en verlenen van stimuleren van de bouw van<br />
windmolenparken).
DEEL 1: EVOLUTIE VAN DE KREDIETEN<br />
Krediet in<br />
Mio BEF<br />
133<br />
PROGRAMMA 64.60<br />
INTEGRAAL WATERBEHEER<br />
1999 2000 2001<br />
Uitvoering<br />
in %<br />
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
Krediet in Mio BEF Krediet in Mio BEF<br />
GVK 899,7 100 609,4 698,4<br />
GOK 500,0 5,3 610,0 639,4
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 134<br />
BIJLAGE II<br />
AANPASSING TOELICHTING BIJ DE MEERJARENBEGROTING<br />
In de meerjarenbegroting zijn op dit ogenblik geen spectaculaire zaken te vermelden.<br />
De kredietverhogingen die werden gerealiseerd in de begrotingen 2000 (de initiële en de aangepaste) en<br />
2001 worden doorgetrokken. Daarbij wordt een voorzichtige aanpassing van de ordonnanceringskredieten<br />
ingevoerd.<br />
Wat de beleidskredieten betreft werden kredietverhogingen ingecalculeerd voor de volgende programma’s :<br />
Op programma 63.2, gemeenschappelijk vervoer, is zowel voor de NGK’s als voor de GVK’s de som<br />
gemaakt van de goedgekeurde bedragen in de begroting 2001. Deze worden verhoogd voor de jaren 2002,<br />
2003 en 2004 voor de verdere invoering van de basismobiliteit. Voor de GOK’s werden een aantal<br />
aanpassingen doorgevoerd voor de meerjarenbegroting. De som van de goedgekeurde bedragen voor de<br />
begroting 2001 bedraagt 4.998,7 mio BEF. Bij constant beleid dienen de GOK’s voor de convenants,<br />
basismobiliteit en tariefhervormingen verhoogd te worden om de nieuwe initiatieven van 2001 te<br />
financieren. Deze verhoging bedraagt voor 2002 een inhaalbeweging wegens de beperkte behoefte aan<br />
GOK’s in 2001. Voor 2003 en 2004 komen de GOK’s op dezelfde hoogte als de GVK’s. De benodigde<br />
GOK’s voor de investeringen zijn voor de volgende jaren steeds kleiner bij constant beleid.<br />
Op programma 64.2 worden de kredieten aangepast aan de noden voor de implementatie van het<br />
havendecreet. Anderzijds vermindert het benodigd krediet voor de afwerking van de verdiepingswerken die<br />
totnogtoe werden aangegaan.<br />
Deze toelichting vervangt degene die opgenomen is in de in het <strong>Parlement</strong> ingediende meerjarenbegroting.
BIJLAGE 111<br />
Investeringsprogramma AWV<br />
2001-2003<br />
I<br />
II<br />
Hoofdwegen<br />
Primaire wegen<br />
Primaire weaen<br />
Rubriekindeling<br />
D<br />
Nieuwe fietspaden F<br />
Veiligheid IV<br />
Doortochten<br />
Fietspaden<br />
KruIspunten<br />
(Medegedeeld op 30 november 2000 1<br />
Doorstroming Id<br />
Veiligheid ZV<br />
Doorstroming zd<br />
Nieuwe beveiligings- Vb<br />
constructie3<br />
Rijweg Or<br />
Fietspaden Of<br />
Kunstwerken Ok<br />
Beveiligingsconstructies Ob<br />
Aanleg nieuwe wegen Wn<br />
Functiewijziging van wo<br />
bestaande wegen<br />
Herinrichting van bestaande Wv<br />
wegen buiten de bebouwde<br />
kom<br />
B<br />
Zones<br />
Veiligheid<br />
Sttllctureel<br />
onderhoud<br />
Wegen<br />
Steve Stevaert<br />
Minister vice-president van de <strong>Vlaams</strong>e Regering<br />
<strong>Vlaams</strong> minister van Mobiliteit, Openbare Werken<br />
en Energie<br />
A<br />
G<br />
Nieuwe signalisatie S<br />
C<br />
BUzondere<br />
projecten<br />
Aanplantingen<br />
Geluid<br />
Signatisatie<br />
Carpoolparking
Hoofdwegen<br />
Mede Opdrachtgever: ~_<br />
Rubrlek 1 2001<br />
PromNr van km tot km omschrljvlng<br />
--. I_ii_-.-_;-i-~-~ _~~-- _-ii-..--- . ~~ ~. .;--.3= _~ ~-<br />
Art. 73.11<br />
tot km 11,508<br />
van km<br />
AWl vak1 RO(Machelen)-Zernst<br />
1. .9 11<br />
ll- 1<br />
Ok<br />
1626 0 11,5 Lijnen 25, 27 en 27bis - onderhoudswerken<br />
onderbruggingen (werken uil te voeren door NMBS)<br />
tot km 69,637<br />
van km<br />
/<br />
AoOl vak3 RI (Ekeren)-Hoogstraten<br />
1. O_ ; neen NMBS<br />
11~4 l<br />
Ok<br />
1680 35 60 Aanpassen van de bruggen ter geleglenheid van de<br />
aanleg van de HSL<br />
11 262 1<br />
Id<br />
1162 37,2 37,2 Aanpassing van het complex noord van de<br />
verkeerswlsselaar ElS/Nl/Nl 1 ter gelegenheid van<br />
de aanleg van de HSL<br />
tot km 50<br />
van km<br />
AOO2 vak1 Ned.grens(Maawmechelen)-Halen<br />
// --I<br />
l! l<br />
: 20<br />
I<br />
5<br />
G<br />
610 -1 -11 A2-A13:Plaatsen geluidsschermen.<br />
WO<br />
614 30 39,d Herinrichting Verkeerswisselaar A2 - Al3 te<br />
Lummen<br />
tot km 87,56<br />
van km<br />
AOOZ vak2 blest43(Berteim)<br />
/i l<br />
ji 10 /<br />
A<br />
Vak Aarschot - Halen: Beplantingen<br />
632 50 68<br />
10<br />
Or<br />
Aanleg wachtbekkens, verbeteren waterafvoer te<br />
Rillaar. Holsbeek en Leuven.<br />
1660 63,4 63,66<br />
1, /<br />
G<br />
Oppervlaktebehandeling te Gelrode en Nieuwrode<br />
(Aarschot en Holsbeek)<br />
1661 68,4 711<br />
I<br />
1’<br />
11<br />
wo<br />
1772 79,Ol 79,40 Project ‘Leuven-Noord’: herinrichting complex 20<br />
(De Vunt) en herinrichting omgeving Vaartkom<br />
tot km 44,196<br />
van km<br />
l<br />
AW3 vak2 RO(Kraalnem)-IHoegaarden<br />
l 80<br />
1<br />
ll l<br />
Or<br />
Herstellen op- en afritten Woluwelaan, Bertem,<br />
Leuven, Boulersem, Tienen en Walsihoutem<br />
794 3,3 55,il<br />
/i 70 /<br />
Ok<br />
Bruggen NE, ZE, W en B9 te St. Stevens-Woluwe<br />
Vervangen hardsteen en leuning, herstellen<br />
brugdekvoegen, vernieuwen brugdr’%uning en<br />
waterafvoer.<br />
792 5.9 63
_~__~<br />
Hoofdwegen<br />
Mede Opdrachtgever:<br />
!<br />
/<br />
/<br />
Rubrtek / 2001 11 29%! 11 2663 1<br />
/ ./I -//<br />
Ok<br />
ProjactNr van km lot km omechrljvlng<br />
----;_._-_-<br />
1644 53 633 Bruggen ZI - NI - 0 : sanering (verharding,<br />
voegen.....) te St. Stevens-Woluwe (Zaventem)<br />
/ Il li<br />
/<br />
11 II<br />
Or<br />
Overlagen van het doorlopend gewapend beton te<br />
Zaventem, Kortenberg, Bertem<br />
1656 9 16<br />
Or<br />
Overlagen van het doorlopend gewapend beton met<br />
SMA - vak Eedem - Leuven<br />
1265 1525 24<br />
13,476<br />
ven km 3,9 tot km<br />
AOO4 RO(Hoellaart)-ríchtlng Namen<br />
150 i<br />
1<br />
I 1: II<br />
wo<br />
1629 634 65 Aanleg complex ‘Brabandtlaan’<br />
100 ;<br />
I<br />
I 11 11<br />
Ok<br />
641 736 12,5 Bruggen 84 _ Bl 0 - Bl 1 te Overijse - Vernieuwen<br />
bruggen<br />
13,332<br />
AM)7 RO(Drogenbos) - richting Bergen<br />
l<br />
vankm 0,367 tot km<br />
l._ . ..1_.ll _dL<br />
Or<br />
1647 5 10 Vernieuwen verhardingen te Halle<br />
VNiklll 4,016 tot km<br />
AOOg RO(Halle) - rlohtlng Doomlk<br />
i<br />
l<br />
1 Il . . II<br />
I<br />
/ -~ ll ! l ..-.<br />
wo<br />
746 -1 -1 E429 - Oprit richting Brussel (overbrugglng) te Halle<br />
wo<br />
1642 0 4 E429 - Omvorming tot autosnelweg m.i.v.<br />
geluidsmaatregelen te Halle<br />
14,026<br />
van km Ir1 tot km<br />
AOlO vak2 RO(Qroot~Bìjgaarden)-Affllgem<br />
ll 100 /!<br />
Il .I<br />
Or<br />
Vernieuwen verharding - Groot-Bijgaarden - Affligem<br />
645 1,1 14.9<br />
Ok<br />
Vernieuwen bruggen CXII te Hekeigem en CXXI te<br />
Groot-Bijgaarden.<br />
967 3,t 32<br />
I<br />
/ /i ;<br />
Ok<br />
Vernieuwen bruggen 39 bis te Ternat en CXV te<br />
Essene<br />
965 7#7 11,03<br />
72113<br />
van km 14,026 tot km<br />
AOIO vak3 Aalst-Aalter<br />
01 5<br />
I<br />
I /I 50 ‘1<br />
G<br />
Geluidswerende schermen te Sint-Denijs Westrem<br />
en te Drongen<br />
1101 -1 -1<br />
396 j<br />
I Il 1<br />
Herinrichting toegangscomplex te Aalter wo<br />
1769 -1 -1<br />
0 /<br />
i/<br />
/40// /<br />
//<br />
~ I/ 50 /<br />
Vervangen van vetuste stootbanden Ob<br />
1549 1499 72,19<br />
0 l<br />
Wegwerken spoorvorming Qr<br />
646 2527 46.2
Hoofdwegen<br />
MC Mede Opdrachtgever:<br />
Rubrlek 1 2001<br />
;; -- =-<br />
ProJectNr van km tot km omechrljvlng<br />
____~_ _I~__ ____~.___-~=-_ --~<br />
wo<br />
647 32,5 36,5 AIO - N42 - Herinrichten Toegangscomplex te<br />
Wetteren 2de fase: wegenis<br />
125 j<br />
11 ll 1<br />
wo<br />
649 51,62 51,62 AIO - N466 - Aanpassing toegangscomplex te<br />
Drongen<br />
72,13 tot km 93,lB<br />
van km<br />
AOlO vsk4 Beernem-AlB(Jabbeke)<br />
‘/ 60 jI _I<br />
I<br />
Or<br />
93,18 Structureel onderhoud<br />
643 72.13<br />
/ 5<br />
Ok<br />
90,21 Jabbeke: afbraak en herbouwen van de Pelechybrug<br />
1415 SS,21<br />
‘1 1: 1<br />
! 35 1; I<br />
I<br />
/ 160<br />
wo<br />
93,18 Aansluiting Al0 - Noord AiO/N377 en bouwen<br />
kunstwerk<br />
689 93,18<br />
36,5 tot km 54,185<br />
van km<br />
AOI 2 vak3 Al (Ekeren)- rlehtlng Bergen op Zoom<br />
0<br />
1:<br />
I/ l<br />
11<br />
/ 80<br />
G<br />
1311 40 42 Rechttrekken Leugenbergbocht : vervolledigen<br />
project ingevolge eisen bouwvergunning :<br />
geluidsschermen e.a.<br />
0 j<br />
wo 15<br />
7 42 46 Ombouw tot autosnelweg t.b.v. Leugenberg t<br />
complex 1.h.v. Smalle Weg - m.i.v. opmaak<br />
streefbeeld vak AntwerpenNederlandse grens<br />
0 tot km 48,46<br />
van km<br />
A013 vak1 Ft1 (WlJnegem) - Meerhout<br />
.-ö- l<br />
1’ ll ~ I<br />
/ 60<br />
/ 10<br />
Ok<br />
herbouwen brug 31<br />
1815 -1 -1<br />
0 l 5<br />
/ 11 1 /<br />
G<br />
Laakdal-Geel : deelname WVA in<br />
geluidsmaatregelen, samen met gemeentes en<br />
AMOCO<br />
1797 -1 -1<br />
-0 ..l<br />
l il ~<br />
l<br />
Ok<br />
Herbouwen 0-bruggen in de sectie Borgerhoout-<br />
Rans1<br />
1232 0 5<br />
30 !<br />
Herbouwen brug 88 Ok<br />
569 8,5 ff,55<br />
0<br />
/ I/<br />
1, I- I<br />
I -- 50<br />
Herbouwen brug 025 Ok<br />
557 26,88 26.88<br />
4946 tot ” km 190,173<br />
van km<br />
AO13 vak2 Ham - Rlemst<br />
49<br />
0<br />
_iI20] ’<br />
1: $20<br />
1 20<br />
Or<br />
Herstellen cement betonverhardingen(Punch-Out)<br />
1523 48,2 07,3<br />
Ijl /I I<br />
I 390<br />
Or<br />
Renovatie vak Lummen-Paal: rijrichting Antwerpen-<br />
2”f ase<br />
679 62,5 57,3
Hoofdwegen<br />
/ Na2003.j IMC Mede Opdrachtgever:<br />
ll 2002 ll 2003 I<br />
Rubriek [ 2001<br />
van km<br />
ProlectNr van km tot km omechrllvlng<br />
___
Hoofdwegen<br />
i Na2003 j MC Mede Opdrachtgever:<br />
ProjectNr van km lot km omachrllvlng<br />
-~-.___-=__~.~.~ ~~---_--~--;;-; ~~.i-~- .-~;; ._---._ - _ ~.<br />
wo<br />
687 5,414 4736 Jabbeke. Verbinding AIO - Al8 Het verwezenlijken<br />
van de verbindingeln Nieuwpoort Oostende en<br />
Oostende Nieuwpoort.<br />
1 16 :~ii IK ;<br />
l _ilI Cl1 _~_’<br />
1 _: -_--_]I_-- : :-ll’..;o- 1<br />
Ok<br />
1544 23 -1 Herstellen van de bsug 016 te Nieuwpoort<br />
Or<br />
686 30,25 4736 Vak Jabbeke-Middelkerke. aanleggen slijtlaag<br />
Olk<br />
1416 41,5 -1 Roksem. Vernieuwren van de brug<br />
ven km 9,51 tot km 59,oi 9<br />
A921 AiB(Rarwt) - richting Eindhoven<br />
834 26,73 27,s Oppersen van diverse betonverhardingen ( + km 49)<br />
I- 8 ~:-.~ti .II 1<br />
van km 10,4 tot km 24,35<br />
Or<br />
f$IO4 vanaf NO49 tot afleldingskanaal<br />
I. 1.799 -1<br />
/ !l 11 -i<br />
Wln<br />
626 18,4 23,461 Oostelijke ontsluttirrg haven Zeebrugge tot<br />
afleidingskanalen Westkapelle<br />
van km tot km 70,166<br />
l /I” i! l<br />
NO49 vak1 Alrl(L,O)-Maldegem<br />
W’O<br />
Herinrichten van Hollands complex tot twee<br />
rotondes op N450 tse Kallo<br />
1132 6 6<br />
1’ l<br />
, 50 :/ 50 1, 50 j<br />
Inrichting nevenbedrijf te Stekene B<br />
659 24.2 24,6<br />
Or<br />
Herstellen spoorvorming, stroefheid,<br />
betonverhardingen<br />
651 29 32,04<br />
/ // Il 1<br />
WIO<br />
Toegangscomplex 1th.v. de Kruisstraat te<br />
Wachtbeke<br />
30,25<br />
662 30,i<br />
0 _<br />
l ~75 l! I. l<br />
WIO<br />
Vervolledigen verkeerswisselasr N49 - Ft4 oostelijke<br />
oever te Zelzate (Zuid)<br />
656 37,7 38.2<br />
[ ~.i’. ,, 235 .!<br />
WID<br />
Vervolledigen verkeerswisselaar N49R4 oostelijke<br />
oever te Zelzale (Noord)<br />
38,2<br />
37,7<br />
1550<br />
i- _l.l=. .j<br />
WID<br />
Vak Maldegem - Zelzate. Verdere ombouw tot<br />
autosnelweg<br />
70.19<br />
41,15<br />
650<br />
WlO<br />
Vak Maldegem-Zelzate. Brug in de N458 te<br />
Assenede<br />
45,2<br />
45<br />
1707<br />
0<br />
Wo<br />
Bouwen van verkee!rswisselaar N49 - R4(westelijke<br />
oever) te Zelzate. (11 ste fase + 2de fase)<br />
58.77<br />
50,77<br />
669
_~<br />
Hoofdwegen<br />
Rubrlek 1.. 2001 Ij 2002 j[-. 2OW j j Na2003 MC Mede Opdrachtgever:<br />
ProJectNr van km tot km omschrljvlng<br />
__*~_--__---._-..<br />
N949 vak9 Damme-Maroudreaf (Westkapelle)<br />
1. 750 ~<br />
[ 20<br />
wo<br />
Ombouw N49 tot autosnelweg.<br />
1240 70,19 79,8<br />
Or<br />
Structureel onderhoud<br />
1767 70,19 79,8<br />
RW0 Hoellaart - Dilbeek<br />
B<br />
FAST-project<br />
588 -1 -1<br />
Or<br />
Structureel onderhoud op de autosnelwegen rond<br />
Brussel<br />
1172 -1 -1<br />
Or<br />
RO-vak: Waterloo - Leonardkruispunt<br />
Modernisering van de rijweg te Hoeilaarl<br />
14,2 22<br />
1637<br />
Ok<br />
Sanering tunnel Groenendaal<br />
183<br />
17,9<br />
636<br />
wo<br />
RO- kruising met A4 (E411).<br />
Nlel gelijkgrondse kruising richting Namen te<br />
Tervuren<br />
22,5<br />
21 ,!ï<br />
1636<br />
Ok<br />
Sanering Leonardtunnel - niveau -2<br />
21,75 22,45<br />
966<br />
IV<br />
Herinrichten kruispunt “Leonard”<br />
22 23<br />
534<br />
wo<br />
RO- vak: Leonard - Vier-Armen<br />
Ombouw tot 2x3 rijstroken - gemeente Kraainem<br />
24 26<br />
1959<br />
Or<br />
25 30 RO - vak Vier Armen - A3(E40)<br />
Structureel onderhoud - rijwegverharding te<br />
Wezembeek-Oppem<br />
1535<br />
Zd<br />
29 35 RO - vak A3(E40) - Al.<br />
Aanleg laterale wegen (rangeenveg)<br />
1541<br />
wo<br />
30 34,s Machelen-Zaventem: 4de rijstrook tussen E19(Al)<br />
en E40(A3) in beide richtingen<br />
519<br />
30,2 30,2 Zaventem: Vervangen van de brug Bi6 Ok<br />
512<br />
Ok<br />
32.5 32,5 Diegem: BNggen R21 ,R22,D7,D8 en 03 :<br />
herstellen voegen, vernieuwen waterafvoer,<br />
opkrikken landhoofden en aanpassen talud<br />
592
(B<br />
z 77<br />
G<br />
G<br />
Hoofdwegen<br />
Rubriek / 2001 11 2002 /[ 2003 1 MC Mede Opdrachtgever:<br />
il / .250 ..l k<br />
wo<br />
ProjectNr van km tolt km omschrljvlng<br />
_-.~~E_- --. _-._ _~-- ____ __.__ . .._.__. i i. -. -- .~<br />
691 34,5 42 VilvoordeGrimbergen: 4de rijstrook tussen E19(A1)<br />
en Al2<br />
ö<br />
v<br />
I<br />
Ok<br />
Vilvoorde: Vernieuwen voegen van de<br />
toegangsbruggen van het viaduct R7<br />
699 x5 97.5<br />
Ok<br />
Wemmel-Zellik: vervangen bruggen W20 sen W21 te<br />
Strombeek-Bever<br />
597 42 42<br />
Or<br />
RO- Vak: Ai2 - Wemmel<br />
Vernieuwen rijwegverharding te Wemmel en<br />
Strombeek<br />
1643 42.5 45<br />
j- -J i!50~~~]/... 1<br />
van km tot km 17,i?3<br />
wo<br />
Wlemmel-Zellik: verbreding tot 2x41 en modernisering<br />
594 43 47<br />
RM);I Al (Ekeren)-Al 1 (LO)<br />
0 K<br />
I 7 !1°7 l/ 7 I<br />
B<br />
FAST-project<br />
19 0 16<br />
l 137 li ijl_ _l<br />
t-LO.. 1<br />
Or<br />
structureel onderhoud verkeerswisselaar<br />
Ft1 ,E17,E34 : samen met Oost-vlaanderen (1113)<br />
1997 0 17<br />
I 20 Il ‘j aö0 l I- m l<br />
Or<br />
Grondige vernieuwlng wegverharjding en<br />
aanverwanten op de ring te Antwerpen, studie en<br />
uitvoering herstellen fundering, afwatering1 en<br />
drainering, aanleg geluidsarme toplaag :<br />
technische, financiele en economische aspecten,<br />
alternatieve fincanciering<br />
26 0 17<br />
Or<br />
Verbeteren water afvoer op Rl en aan<br />
Kennedytunnel<br />
1799 7 15<br />
Zd<br />
ROO2 N4O(Beveren)-Al2!(Btabroek)<br />
1823 -1 -1 verbeteren van de toegangelijkheid van LI-lT om bij<br />
calamttetten te kunnen omleiden.<br />
2035 jj 2345 ,: 2113 I 14364 1<br />
TotlaaI Hoofdwegen
Primair I<br />
Rubriek j 2001 j/ 2992 i( 2093 i 1 Na2993 I MC Mede Opdrachtgever:<br />
Art. 73.11<br />
van km 93,18 tot km 164.469<br />
/ ‘1 25 Ii ~~ 1<br />
Ok<br />
AOlO.vakS AlO(Jabbske) - Oostende(rond punt)<br />
898 72,13 72,13 Herbouwen van de Vijvestraat<br />
/ /I 50 11:~ 1<br />
wo<br />
1263 99 99 Oudenburg : aanleg op- en afrit richting Brussel -<br />
ontsluiting Plassendale<br />
van km 1,268 tot km 15,763<br />
A012 vak1 RO(~rombeek-Bever)-Kapelle o/d Bos<br />
1 0<br />
I 220 11 Il i<br />
G<br />
Geluidsabsorberende toplaag in beide richtingen<br />
992 4,x 738<br />
i 500<br />
I 1: jj j<br />
wo<br />
Verdere ombouw van de Al 2 tot autosnelweg in de<br />
provincie <strong>Vlaams</strong>Brabant<br />
769 9 1576<br />
i 20<br />
/b Il ’<br />
Or<br />
1646 12,5 15.8 Vernieuwen rijweg in de richting van Antwerpen te<br />
Londerzeel<br />
A012 vak2 Willebroek41 (Antwerpen)<br />
r F<br />
í. 0<br />
van km 15,763 tot km 36,499<br />
1. 11 /I 60 l<br />
Or<br />
grens <strong>Vlaams</strong> Brabant tot Pierstraat richting<br />
Antwerpen : structureel onderhoud op Al 2, 101 en<br />
193<br />
16fml -1 -1<br />
0<br />
1~<br />
j 15 Ij ‘j /<br />
Zd<br />
vak Boom-Antwerpen en vak Boom<strong>Vlaams</strong>-<br />
Brabant : streefbeeldstudie<br />
1730 15 365<br />
1. 0<br />
20 /I ‘1 1<br />
Ok<br />
Rupeltunnel: Studie en voorlopige maatregelen :<br />
Stabilisatie taluds en herstellen drainering<br />
576 21,9 22,3<br />
I 0~<br />
Ok<br />
Definitieve maatregelen : wateruittrede uit taluds en<br />
wegdek en waarborgen stabiliteit in-situgebouwen<br />
van de Rupellunnel op basis van studie 2000<br />
1669 22 23<br />
/ 20<br />
mi l i l<br />
Ok<br />
Puurs : Rupeltunnel : Vervangen van<br />
leisteenbekleiding in zuidelijke toegang<br />
697 22,19 22,24<br />
i ~0<br />
40 :/ ~.l<br />
Wn<br />
Boom-Antwerpen: bouwen bruggen rotonde N177-<br />
N171<br />
36 2545 2555<br />
van km 3,5 tot km 432<br />
/<br />
l<br />
MO1 ontwl aansl.Zaventem A3(aansl.21)-Zaventem<br />
/ 298<br />
727 35 4,2 Verbindingsweg vanaf AJ(Sterrebeek) tot luchthaven Wn
Primair I<br />
jNa2003 / MC Mede Opdrachtgever:<br />
Rubriek / 2001 1’; 2002 ]( 2063 /<br />
.~ ~~~<br />
ProledNr van km tot km omschrlJvlng<br />
---~_--_ ~ _ “---- ~ --.~- -.~- _..-.~._-..._..__<br />
van km 3,5 tot km 4,2<br />
A201 ontw2 aanal.Zaventem Al (aansl.l2)-Zaventem<br />
0-1 2<br />
1 Ij ij 300 ~1<br />
wo<br />
1037 3-5 4,2 Verbindingsweg vanaf Al lot parking luchthaven.<br />
Vervolledigen complex Machelen (aansl.12) en<br />
aanleg ongelijkgronds kruispunt N21 fxN21<br />
(BRUCARGO)<br />
vankm 1,652 tot km 11,420<br />
NO19 vak2 Al(aanslultihg 9)- AlB(Willebroek-Zuid)<br />
0 -1<br />
i 3 Ij .l! l<br />
wo<br />
939 8.9 8,95 Ring Willebroek : Doorsteek middenberm +<br />
verbreding rijweg ten westen en ten oosten van<br />
kanaalbrug<br />
NO16 vak3 Al2(Willebroek-Noord) - Temse<br />
0 ( 18<br />
van km 11,420 tot km 22,97<br />
I 145 I! jj -/<br />
ZV<br />
31 19,3 20,7 Bornem-Hingenesteenwnreg, Roddam, Vitsdam 2”<br />
fase<br />
NO19 vak4 Tamme - Ai 4(aansl.l0)<br />
0 ! 18<br />
lv<br />
1141 24,45 24,85 Herinrichten kruispunt Doornstraat te Temse<br />
NO19 vak4 Rl4(Gssl-Zuid) - Al3(Geel aans1.23)<br />
120 I 16<br />
wo<br />
974 16,8 22 R14 tot Geel Punt : Herinrichting<br />
p_ / 16<br />
vankm 22,87 tot km 27,73<br />
l<br />
1~ lb I<br />
van km 18,814 tot km 22,899<br />
I lj .II -.I<br />
1.. Il 174 !l ~.~ l<br />
van km 0 tot km 18,993<br />
IV<br />
973 21,7 22,7 Geel Punt tot Al3 : Verbetering doorstroming<br />
NO31 AlO(0ostkamp) - Zeebrugge(haven)<br />
0. l<br />
0 --1 16<br />
Or<br />
Wegwerken van spoorvorming<br />
1094 0 18.98<br />
/ 1.~ 119 _Ji ]/ ;;,501<br />
wo<br />
Heraanleg kruispunt Chartreuseweg<br />
623 0,5 1,5<br />
200 1<br />
wo<br />
Vervolledigen netwerk parallelwegen<br />
1940 1 8<br />
400 .i<br />
j 11 ~1 40 1<br />
I /[ 11 I<br />
l 1: I !/ /<br />
wo<br />
Heraanleg verkeerswlsselaar Albert I-laan<br />
1937 1-7 1,8<br />
250 1 16<br />
wo<br />
Heraanleg met gescheiden verkeersafwikkeling:<br />
tunnel Astridlaan t aanzet sleuf.<br />
822 3 3,5<br />
50 ;<br />
II 1~ I<br />
il 1 I<br />
wo<br />
Heraanleg kruispunt Torhoutsesteenweg<br />
1939 39 4<br />
200 ~<br />
wo<br />
Aanleg sleuf tussen kruispunt Gistelsesteenweg en<br />
Torhoutsesteenweg<br />
1844 39 4,5<br />
*<br />
50 /<br />
11 ~ I<br />
wo<br />
Heraanleg kruispunt Gistelsesteenweg<br />
1841 4,5 4,6
Primair I<br />
MC Mede Opdrachtgever:<br />
Rubriek l_ 2001<br />
Il<br />
wo<br />
ProjectNr van km tot km omschrljvlng<br />
~=__~~ ._=.. i _ .~_ _--;_ == _ ___~---~i;_;<br />
1838 5 5,l Heraanleg met gescheiden verkeersafwikkeling:<br />
tunnel Legeweg + aanzet sleuf.<br />
1 i. 400 ._<br />
36,302<br />
11<br />
7,667<br />
wo<br />
1643 6 6,l Heraanleg verkeerswisselaar Bevrijdingslaan<br />
NO80 vak2 A14(Zevergem) - A8<br />
18<br />
/ 1 0<br />
Il<br />
VClflklTl<br />
1 15<br />
Iv<br />
Herinrichten kruispunt te Oudenaarde(Graaf van<br />
Landaststraat)<br />
720 20,15 20,15<br />
10<br />
11<br />
j 47<br />
Iv<br />
N6 te Oudenaarde - aanleg rotonde<br />
717 25,8 26.3<br />
1,2<br />
11<br />
I<br />
Wn<br />
Omlegging Ronse - noordelijk gedeelte tot en met<br />
de N425<br />
715 32,9 33,9<br />
1,2<br />
/<br />
Wn<br />
Omlegging Ronse - overbrugging N36<br />
1146 33,9 30,30<br />
1,2<br />
Ii<br />
11<br />
j<br />
Wn<br />
Omlegging Ronse tunnel Wittentak<br />
721 33,9 38.30<br />
1,2<br />
11<br />
23<br />
I<br />
Wn<br />
Omlegging Ronse - resterende wegenis<br />
1149 33,9 36,30<br />
NO71 vak2 R14(Geel) - Balen<br />
16<br />
/l<br />
van km<br />
j<br />
wo<br />
Verbetering verbinding tussen ring Mol en ring Geel<br />
53 23 5<br />
/I<br />
9<br />
Or<br />
structureel onderhoud tussen ring van Geel en ring<br />
van Mol<br />
1822 2.5 5<br />
19<br />
ll<br />
I 5<br />
wo<br />
studie streefbeeld NO71 van Ring van Geel tot N74<br />
:provincie-overschrijdende studie<br />
1666 2,5 16.35<br />
18<br />
Ií 40<br />
l<br />
1<br />
l<br />
IV<br />
Mol:Herinrichting kruispunt Borgerhoutse dijk (Ni 10)<br />
64 0,435 6,435<br />
10<br />
! 20<br />
Iv<br />
Mol:Herinrichting kruispunt N71-Molderdijk :<br />
ongelijkgrondse voetgangers-en fietsersoversteek of<br />
herinrichting kruispunt<br />
66 9,727 9,727<br />
31,176<br />
16,346<br />
il<br />
67<br />
van km<br />
NO71 vak3 Lommel - N74(Neerpelt)<br />
1 ö j 18 Lommel<br />
~ 50<br />
IV<br />
726 25 25 Aanleg rotonde N746 (Stationsstraat) te Lommel<br />
66,972<br />
van km<br />
I<br />
NO74 vak2 A2(HouthalewHelchteren)-rotonde Hechtel<br />
1200 !<br />
11<br />
Wn<br />
619 -1 -1 Omlegging te Houthalen-Helchteren<br />
I 0 ’ 4:<br />
‘1<br />
:,<br />
Iv<br />
1447 9 9.1 Herinrichting aansluitingen complex A2 te<br />
Houthalen-Helchteren en te Zonhoven
Primair I<br />
MC Mede Opdrachtgever:<br />
Wn<br />
ProjectNr van km tot km omechrljvlng<br />
--L__ ~_-.-_~~~;~~.~~-~_~~--.~~ L_I _._<br />
723 64,6 67,4 Kunstwerken, onteigeningen, grondwerken en<br />
verhardingen op het vak Hechtel - Helchteren<br />
Wn<br />
614 67,4 79 Aanleg tweede rijbaan vak Overpelt-Helchteren<br />
RW1 mordeliJke ontslbltlng ontwerp<br />
wv<br />
1793 17 25 Oosterweelverblnding : orienterende natuurstudie<br />
natuurgebieden LO en RO en andere orienterende<br />
studies (mogelijke tolheffing, ontwerp complex Ft1 -<br />
E34-E17, MER)<br />
16<br />
wo<br />
Aansluttingscomplex t.b.v. Flandersexpo<br />
RW4 R4(West) -Al O(Drongen) - Zelzate<br />
690 3385 36<br />
16<br />
wo<br />
Aanleg van laterale wegenis met fietsersvoorziening.<br />
50<br />
1136 42<br />
16<br />
wo<br />
Bouwen van fietserskoker t.b.v. de Vrouwenstraat.<br />
44<br />
1139 44<br />
wo<br />
R4-studie voor het bouwen van een ongelijkvloerse<br />
kruising t.b.v. kruispunt te Evergem<br />
46,3<br />
1339 45,93<br />
16<br />
wo<br />
Bouwen van een tunnel in R4 onder trambaan,<br />
Evergemsesteenweg en N456 m.i.v.<br />
aanpassingswerken van bestaande spoorwegbrug.<br />
46,3<br />
1136 45.93<br />
16<br />
wo<br />
R4 Ondenunneling Langerbruggestraat<br />
47<br />
1662 46,5<br />
16<br />
wo<br />
Bouwen kunstwerken in vak N458-N49 :<br />
ondertunneling t.b.v. Els10<br />
46,6<br />
629 46,6<br />
16<br />
wo<br />
Bouwen van een brug over R4 t.b.v. N458<br />
Drogenbrocdstraat.<br />
50<br />
1136 50<br />
Or<br />
heraanleg 1 e rijbaan op vak N458/N49<br />
57,6<br />
626 50<br />
16<br />
wo<br />
Bouwen van verkeersuitwisselaar met aansluiting<br />
op N458<br />
51,46<br />
1134 51,48<br />
16<br />
wo<br />
Bouwen van fietsersbrug t.b.v. Hoogstraat<br />
52<br />
1561 52<br />
16<br />
wo<br />
Bouwen kunstwerken in vak N458-N49:<br />
Ondertunneling Riemsesteenweg<br />
55,5<br />
630 55,5
I Stuk í5 í2ûûû-2ûûî j - 1%. ó-1 )
~___._..<br />
Primair II<br />
MC Mede Opdrachtgever:<br />
Art. 63.21<br />
vankm 64,366 tot km 66.1<br />
NO29 vak2 A3(aansl.26)Tlenen - Ft27<br />
12<br />
Isnkm “- 30 // .- j I- 0 I<br />
616 545 54,5 Fietserstunnel in de fietsverbinding tioegaarden-<br />
Tienen onder de N29<br />
11,13 Bree<br />
NO73 vak2 N74brug Wlllemsvaart(Hechtel)<br />
899 157 16 Aanleg van rotonde en fietspaden te Bree le faze<br />
(art 73.11) 2e en 3e fase (art 63.21)<br />
vankm 3,766 tot km 10,666<br />
11<br />
I 60 II 11 40 ! i. _:o .:J<br />
N37> AX(E404) c N33S(Blankenberge)<br />
095 3,766 10,69 Dubbelrichtingsfïetspad<br />
Iste fase en 2de fase<br />
van km O tot km 1,402<br />
Rol1 vak1 NlP(Schllda) - Al3(aansl.l9)Wijnegem<br />
11<br />
l 70 -1, d. ~.I la__ 9 ~~ I<br />
van km 1,402 tot km 9,7<br />
73 1,4 1,5 Fietserstunnels Rond Punt Wommelgem<br />
Ft01 1 vak2 Al 3(Wommelgem) - Al (Mortsel)<br />
11<br />
/ II /IK60 l I ~~ ~~~ 100 ~. /<br />
661 3.6 8.1 Van Ai3 (Wommetgem) tot NI 73: Fietspaden<br />
6,6@Q<br />
van km<br />
Ft013 NlP(Tumhout- West) - N119(Turnh.Oost)<br />
l_~ .i 1<br />
,,.O30 ykm /<br />
129 22 2,21 TumhoubVoetgangerstunnel stadspark
Primair II<br />
Mede Opdrachtgever:<br />
Rubriek [ 2001 Ij 2002 -11 2006 1 [ Na200_] MC<br />
ProlectNr van km tot km omschrllvlng<br />
~=~. _~~__ ~. ~-.-l;_~.~~=_._ _-~-~~_~--_-i_<br />
Art. 73.11<br />
VMkì7l 0,824 tot km 23,148<br />
Or<br />
AO’IS vak2 Al7(kortrlJk)-E42@2&frankrljk)<br />
658 9 15 Structureel onderhoud<br />
NO03 vak4 N3(Tienae$W) - N;YLulker@tw. St Truld.)<br />
SLTruiden<br />
18<br />
z,, ;I -30~ ll I<br />
80,173 tot km 83,421<br />
I Ii 30 II l<br />
IV<br />
744 61,5 62,5 Vervollediglng bestaande complex NWN80<br />
16<br />
/- -- I IIL 25 I<br />
van km 145,2 tot km 180,918<br />
IV<br />
1446 63,5 63,5 Rotonde SSnShhinQ N3e<br />
NW9 vak6 AlB(aansl.la) - N399(Koksijde)<br />
j l/ lij_ -1<br />
Or<br />
1366 145,6 147,7 Veurne: Westelijke omleiding Veurne. Structureel<br />
onderhoud.<br />
I 11~ ll. .:---l<br />
Id<br />
1366 147,7 147.7 Veurne: aanleg rontonde aan kruispunt NB/N35<br />
totkm 1,868<br />
van km<br />
NO19 vak1 R13 - A2l(aanslultlng 24)<br />
I ;i a 11~ 10 I<br />
Or<br />
1796 0 1 steeenweg op Zevendonk structureel onderhoud<br />
fietspad<br />
vankm 1,808 tot km 14,866<br />
NO19 vak2 A21 (aansluitlng 24) - Rlrl(Geel-Noord)<br />
2<br />
/ Ii II- l<br />
Wn<br />
Wegverharding tussen rotonde NI Q/Nl23 en ring<br />
Geel<br />
52 6 14<br />
Or<br />
Kastertee-GeeLTen Aerl structureel onderhoud<br />
1795 6.3 12<br />
2<br />
~330 i<br />
Wn<br />
Tunnel t.h.v.Hoge Mouw (landschapsstudie t.g.v.<br />
MER) en uitvoering<br />
59 6,5 8.5<br />
2<br />
// Il 1 65<br />
Wn<br />
Kunstwerken in de zone ring geel - omleiding<br />
Kasterlee<br />
45 12,6 12,Ei<br />
van km tot km 3,664<br />
NO26 vak1 A3(aansl.23)HaasrodeN3(KorbeekLo)<br />
16<br />
1 Il 55 I<br />
wo<br />
lg63 t,5 3,5 Herinrichting van het complex A3/N25 d.m.v. twee<br />
rotondes<br />
van km 86,ofIl tot km 87,447<br />
NO29 vak6 Al B(aansl.26) - N72(Berlngen)<br />
i<br />
! 80<br />
I /14o/í /<br />
Or<br />
611 05 66 Herinrichting kruispunten
Primair II<br />
Mede Opdrachtgever:<br />
MC<br />
Rubriek [_ 2001 ]j 20021 ][ 2QO3 1 rtia2ö0i 1<br />
PmjectNr van km tot km omechrllving<br />
___,____,___ __-.__ _.~~ ___.~_____..__ ..__ . ..-. r<br />
van km 3,064 .tot km 9,222<br />
i -1 /l ll -40 1<br />
C_----<br />
NO33 vak2 AlI(asnsl.5 Wstel) - N34l(Oostende)<br />
Or<br />
1752 3 4,35 Oostende gedeelte tussen Ft313 en Oostendse<br />
Halten. Structureel onderhoud<br />
van km 13,135 tot km 17,344<br />
N036 vak2 Alf(aansM)Rumbeke-N32FI32Roeselare<br />
3<br />
I :II-tl -~ il___l...-l<br />
van km 17,344 tot km 23<br />
D<br />
1375 13,14 13.64 Roeselare: doortocht Diksmuidesìeenweg<br />
N036 vak3 Al7(aansM)Rumbeke<br />
Or<br />
Structureel onderhoud<br />
1344 1734 23<br />
16<br />
IV<br />
Herinrichten kruispunt Krekelmotestraat - Leenstraat<br />
1074 16,0 16,9<br />
17,lE<br />
Iv<br />
Herinrichten kruispunt Meensesteenweg<br />
Vandenbogaerdelaan<br />
1075 19,6 19,9<br />
í7,16<br />
Id<br />
Herinrichten kruispunt Kortrijksestraat en<br />
Ondankstraat<br />
1057 20,9 20,9<br />
vankm 2,532 tot km 11,362<br />
NO37 vak2 Alg(aansl.1 l)-N3!5/N37<br />
1 1’ -11 20 / / 0 -~ .-I<br />
van km 11,362 tot km 15,955<br />
Or<br />
1254 6,3 11,3 Tielt-Ruiselede: herstellen spoorvorming<br />
N031 vak3 N39/N37(Alnglaan-Tlelt)- tot Plttem<br />
/ 11 11 30 / !.i i<br />
Or<br />
1352 14 16 Pittem Tielt.<br />
Structureel onderhoud - herstellen betonplaten<br />
van km 16,965 tot km 23,963<br />
NO37 vak4 Plttem - Al7(aansL8)Ardoole<br />
l llf3d _l I ö<br />
Or<br />
1350 20,6 22,6 Ardooie (Oostlaan)<br />
Structureel onderhoud<br />
van km 0,735 tot km 14J97<br />
II 12 l l<br />
N038 vak2 Al7(kortrljk)-E42(A2!Mankrijk)<br />
16<br />
‘- 0~1<br />
Ieper (Vlamertinge). Herinrichten kruispunt met de<br />
Pilkemseweg.<br />
1619 286 2,9<br />
18<br />
II 1.Y l 1 !- 12 -~/<br />
Ieper. Herinrichten kruispunt NO36 met de NO06<br />
(Veurnseweg)<br />
1620 5 51<br />
18<br />
!I -iö-. 1, ” I ILO 1<br />
~1121 I<br />
I<br />
I<br />
Ieper kruispunt Rodenbachlaan met de N36<br />
1090 787 78<br />
1%<br />
Vlamertinge (Ieper). Herinrichten kruispunt NO36<br />
met de Bellestraat.<br />
1617 6,7 6,6
--~<br />
Primair II<br />
MC Mede Opdrachtgever:<br />
Rubriek 1 2001 11 2062 I( 12903 1<br />
van km 14,997 tot km 19a1<br />
ProlectNr van km tot km omschri)vlng<br />
___~_~__._~~_~~_.~__-~~~~~~ --- --. .----. .- -----<br />
NO38 vak3 Al7(kortriJk)-E42@2S-frankrijk)<br />
16<br />
wo<br />
1397 14,l 19,61 Vak Poperinge - Abeele. Ontdubbeling<br />
NO41 vak2 N47 w Ai4(aensl.l4)<br />
16<br />
wo<br />
1150 20,3 26,7 Herinrichting vak Hamme - Temse : wegvak zelf<br />
NO42 valQ AlO(aansl.17 - N46O(Schendelbeke)<br />
16<br />
wo<br />
105 Aanleg tweede rijbaan vak Oosterzele - Salegem<br />
25<br />
745<br />
Gemeente<br />
16<br />
Iv<br />
1505 Aanleg van rotonde op het kruispunt met de N454<br />
Langestraat te Zottegem<br />
14.7<br />
1151<br />
16<br />
wo<br />
746 15,3 16 Deelvak Sint-Lieven+Esse(Herzele)<br />
#&47 vak4 N44!5(Zele) - NirO(Lokeren)<br />
16<br />
Zd<br />
741 23,4 252 Herinrichting wegvak en kruispunten te Lokeren<br />
van km 31,176 tot km 36,396<br />
, ~,~_~ ,/ I.i,. -~~,<br />
NO71 vak4 Nill(Nwpelt) - N748(Hamont-Achel)<br />
19<br />
wo<br />
1449 32,5 355 Haalbaarhefdsstudie en werken<br />
NO73 vak2 N74brug Wlllemsvaart(Hechtel)<br />
10<br />
IV<br />
14,2 Aanleg van rotonde N793 Millenstraat Eiree<br />
1626 13,9<br />
16<br />
vm km 13 tot km 396<br />
I 11201/ I<br />
II SJ ;1 I<br />
IV<br />
159 Herlnrlchting kruispunt Meeuwerklezel (N76) met<br />
onderdoorgang voor fietsers<br />
613 155<br />
van km 0,67 tot km 9,197<br />
NO74 vak1 R’IO(llassek) - AZ(aansl.29)<br />
6<br />
wv<br />
1499 3 4 Aanleg busbaan.<br />
van km 13,955 tot km 16,SW<br />
NO75 vakl! A2 NXO(Genk)-A2(aansl.Z2)<br />
16<br />
! L 30 - 1: 11 /<br />
D<br />
1499 12,9 13,2 Aanleg rotonde N75/N750 te Genk.(als poorteffect<br />
doortocht Europalaan)<br />
van km 15,364 tot km 29,X3<br />
NO75 vak3 A2(aansl,32) N’IEI(Dllsen)<br />
Genk<br />
16<br />
Iv<br />
920 15,5 15,6 Aanleg rotondes t.h.v.complex E314 te Genk-Oost<br />
10<br />
IV<br />
1454 27,5 27,6 Herinrichting kruispunten Pannenhuisstraat,<br />
Siemenslaan en Nijverheidslaan te Dilsen<br />
van km 11,664 tot km 24,9Y<br />
NO76 vak2 A2(aansl.30) - Al 3(aansl.31)
Primair II<br />
MC Mede Opdrachtgever:<br />
II 2QQ2 II 2003 l<br />
Rubriek 1 2001<br />
tot km omschrl)vlng<br />
ProlectNr van km<br />
_ =.; _T33==.~ .; _<br />
16 Diepenbeek<br />
Il4O_l/ :<br />
11,9 Rotondes complex 30 te Diepenbeek Iv<br />
624 11,6<br />
18<br />
j/ /I --<br />
25<br />
13.7 Rotonde kruispunt N2 te Diepenbeek Iv<br />
622 13,6<br />
3<br />
I II I<br />
20<br />
16,5 Herinrichting ter hoogte van Lutselus (Diepenbeek) wo<br />
1502 16<br />
11 40 .I/ . . ..l<br />
24,6 Renovatie Westerring te Genk Or<br />
623 17,9<br />
16<br />
ll _ll 50 l<br />
19 Reconstructie tot primaire weg te Genk. wo<br />
1501 16<br />
16<br />
1/5Oll I<br />
25.3 Herinrichting aansluitingen complex A2 te Genk. Iv<br />
1600 24,9<br />
24,7<br />
van km<br />
Na79 vak2 Al 3(aanel.32) - N6l S(Berg)te Tongeren<br />
2<br />
,;2.5.Y I<br />
/<br />
Wn<br />
1503 20,5 22 Oostelijke indringingsweg te Tongeren.<br />
198 tot km 16,363<br />
vankm<br />
I/ 11 30 I<br />
!<br />
Or<br />
NO66 vak2 Al3(aansl.26) - N3(St.Truidsn)<br />
1459 6 16 Oppervlaktebehandeling te St.Truiden<br />
18 St.Truiden<br />
ll 40 ll. .I<br />
l<br />
Iv<br />
825 17 19 Herinrichting kruispunten Oostelijke omlegging met<br />
N722, N79 en N3e te St.Truiden<br />
0 tot km 3,044<br />
van km<br />
N264 AtL(aansl.1 S)Leuven-R23(Leuven)<br />
ia<br />
1; /<br />
I<br />
I<br />
Iv<br />
Herinrichten kruispunt met de Celestijnenlaan te<br />
Leuven.<br />
981 1,05 0.65<br />
Il ll l<br />
lv<br />
Herinrichting kruispunt met de N253 St<br />
Janbergsesteenweg te Leuven (rotonde)<br />
897 2.25 z4<br />
tot km 3,122<br />
van km<br />
/<br />
l<br />
N326 N36g(Siljpe) - N324<br />
Or<br />
Structureel onderhoud Slijpe-Drieweg.<br />
1604 0 136<br />
1<br />
1/ o 11~ I<br />
1: ,,45 1/-.40tot<br />
km<br />
I<br />
van km<br />
Or<br />
Structureel onderhoud<br />
1110 0 3,111<br />
6,728<br />
N33Q AlB(aansi.2) - N396(0ostdulnkerke)<br />
Ii’ ll !<br />
/<br />
Or<br />
1394 0 4 Veurne: Structureel onderhoud<br />
5,255 tot km 8,817<br />
van km<br />
N355 Al6(aansl.3) - N398(Nleuwpoort}<br />
II<br />
I<br />
van km<br />
Or<br />
1384 5,2 6,2 Nieuwpoort. Structureel onderhoud<br />
tol km 10,688<br />
MI I<br />
I<br />
il<br />
N371 AX(E464) - N335(Blankenberge)<br />
Or<br />
1395 1,9 10,69 Blankenberge: Structureel onderhoud
Prirnair II<br />
MC Mede Opdrachtgevel:<br />
ProJectlNr van km tot km omachrljvlng<br />
..-.-_ -----.-- _,*-. --- -.-__ _---, - _-.-. --- _ __ --.. --._ ~,__~_ ~.~ ~~<br />
N377 AlO(nenal.6 Jebbeke) - NQ(vlJfwegen)<br />
Or<br />
1396 3 6,8 Vak Jabbeke - De Haan. Structureel onderhoud<br />
N332 vak2 Al4(aansl.S)-Waregem<br />
Ok<br />
Waregem: (aanpassen pijler brug<br />
1464<br />
IV<br />
9.3 Waregem, Iherinrichten kruispunt<br />
Vredestraall/Bieststraat<br />
1129 9,2<br />
Iv<br />
11622 10,4 10.5 Waregem. IHerinrichten kruispunt met de J.<br />
Duthoystraat.<br />
Iv<br />
1’130 11,7 116 Waregem: Iherinrichten kruispunt<br />
Eikenlaan/FIenthuisstraat<br />
F&9? Ronlng Albertlaan(N31)-lWO(Brugge)<br />
zv<br />
1096 03 1,7 Gevaarlijke zone: Koning Albertlaan. kruispunt<br />
achterkant Station<br />
Or<br />
13rt 067 266 Struotureet onderhoud<br />
Wn<br />
N424 RlryaPnsl.13) - R4O(Dampoort)<br />
734 1,2 1,2 Brug over Handelsdok + aansluitende wegenis<br />
N466 AlO(aanel.13) - R4O(Roolgemla~an)<br />
Id<br />
732 5 5 Aansluiting E40 te Drongen - Rotonde met<br />
aansluiting top industriezone<br />
N702 Rl71vak2(Haeselt~ N76(Genk)<br />
16 Diepenbeek<br />
Wv<br />
1327 1 35 Herinrichting vak Grote Ring Hasselt - Toegang<br />
LUC te Diepenbeek<br />
wv<br />
lt55 10 12,l Reconstructie Henry Fordlaan te Genk.<br />
Iv<br />
ltS4 14,3 14,4 Aanleg rotcmde N702/N750.<br />
Wn<br />
AOO4 (blnnen&buitenring:R4&R4a)<br />
689 29.5 32.5 Zuid uitbouw buitenring Zwijnaarde - Merelbeke<br />
ROO4 R4(Kennedylaan) - Rodenhulze~tunnel
_~______~____._.~ -.--. ..-<br />
Primair II<br />
ProteotNr van km tot km omschrllvlna Rubriek 1~ 2901 11 2992 1; 2ÖO3 1 MC Mede Opdrachtgever:<br />
--..._--i .--- _--- _-..-.,<<br />
16<br />
Ombouw tot primair net II<br />
1552 0 15<br />
2<br />
Aanleg hollands complex t.b.v. Skaldenstraat<br />
1799 10,5 11<br />
Studieopdracht voor de realisatie van de<br />
knooppunten 7 ( Skaldenstraat), 7 bis en 8<br />
(Langerbruggestraat)<br />
1776 1’ 095 13<br />
Bouwen van een brug over de R4 tussen het<br />
Skaldenpark en de Philips Landbergrieslaan<br />
1776 1,8 12<br />
Aanleg van een tijdelijke 2de aansluiting van het<br />
Skaldenpark op de Ft4 Oost<br />
1776 11.8 12<br />
Aanleg Hollands complex t.b.v. de<br />
tangerbruggestraat<br />
1777 12,8 13<br />
Ft998 Al(acmdil.Q)Nlech~len~Noard~NiS(St.Knt.W<br />
Wn<br />
63 1,‘3 10 Mechelen-StKatelijne-Waver:Vervollediging en<br />
herinrichting ring Mechelen vak Al - NI5<br />
Putsesteenweo : studie en uitvoering<br />
Ft909 AlQ(Kortrl]k-West) - A14(aansL2)<br />
1691 2.3 2.9 Kortrijk. H. Dewildestraat - Ft. Vermendelestraat - P.<br />
Sterckstraat: geluidswerende schermen: <strong>Vlaams</strong><br />
Aandeel<br />
1927 3,412 15,5 Aanleg slijtlaag 2e fase (oostelijk deel) Or<br />
1766 15.3 167 Bouwen van een nieuw complex 0<br />
RbiO Nl8O(N.lqiin)-NlOl(Scheldel.)-Nil3(A.lel)<br />
16<br />
67 0 88 Antwerpen(Berchem):Herinrichting<br />
stationsomgevlng - - : raming pro memorie<br />
&jiti Nl(&chslen station)-NlS(Nekkwspoel)<br />
Or<br />
655 2,143 3.1 Vak Kard. Mercierplein-Bleekstraat : Structureel<br />
onderhoud<br />
ROi3 Nllflumhout- West) - NllQ(Turnh.Oost)<br />
1731 0 5,801 structureel on?--houd fietspaden Of
Primair II<br />
INa2003] MC Mede Opdrachtgever:<br />
Aubrlek 1. 2001 ]/ 2992 11 2903 1<br />
l 0 I ~-_ 19<br />
wo<br />
ProlectNr van km tot km omschrlfvlng<br />
--...j .i; -~-=.. .-~. _= ~~__~_. _~~ _~ _ ~~--..~~..-_~<br />
1692 0 7 opstellen van streefbeeld voor de Ri 3<br />
i.:.~ó~ -mi 18<br />
IV<br />
1693 0,8 0,9 kruispunt met N140<br />
i Om_:1 18<br />
IV<br />
86 1,9 2 TurnhoutKruispunt met steenweg op Tielen<br />
L 0 ~_. 1 18<br />
IV<br />
87 2.4 2.5 TurnhouLKruispunt met Ni9<br />
Or<br />
131 4,146 6,899 Turnhout:Structureel onderhoud wegverharding<br />
Streefbeeldstudie ring van Lier<br />
Aanpassing kruispunten R16-NI0 (kant Lier-<br />
Aarschot) en R16-NI 4 (kant Lier-Duffel) :<br />
gevaarlijke punten<br />
FtO23’i4$fM(Lèuven-Z.W) wN2(imven-statlon)<br />
Iv<br />
1773 34 3,7 Herinrlchting kruispunt ‘Parkpoort’ (Phllipsstte)<br />
RoiS N223(Aarschot-&d)-NlO(Aarschot-Noord)<br />
16<br />
wv<br />
1640 2.5 4.5 Herinrichting kruispunten en aanleg ventwegen<br />
RO3g N32(Roeselare-Z!uld)-N32Qbesel.Noord)<br />
18<br />
IV<br />
1616 1,7 1,8 Roeselare. Herinrichten van het kruispunt met de<br />
Ieperstraat.<br />
18<br />
Iv<br />
1372 386 3,7 Kruispunt Ft032 met Diksmuidsesteenweg.<br />
18<br />
Iv<br />
1371 4,7 4,8 Roeselare: Herlnrichten kruispunt R032<br />
“Hoogledesteenweg’<br />
18<br />
IV<br />
1814 4.7 4.8 Roeselare. Herinrichten kruispunt R032 met de<br />
Hoogledesteenweg.<br />
Wn<br />
730 8,45 10,65 Omleiding Roeselare,eindfase<br />
R(K)4 N32(TorhoutZuid)-N32(Torhout-Noord)<br />
2,17<br />
Wn<br />
1318 081 1 (TorhoutNoord) 2de fase
Primair II<br />
hied8 OpdreChtgeVer:<br />
Rubriek / _~2661 ~11 26921 ]I 2063 j i Ne2693-!..__ --MC<br />
Projectrtr van km tot km omachrl~vlng<br />
~.~__~~____,_,_._~~__. __._.__._. ._ . . . _.~ ~_~_<br />
Rtil AlO(aensl.19) - NS(Aelst-West) van km 6 tot km ‘1,638<br />
1211 0 0,45 Herinrichten kruispunten te Aalst<br />
RW iJ499(EeMo-Ursel) - N49/All<br />
Aanleg vak Nieuwendorpe-N499 Wn j ~--ji j[ ] 1751 2<br />
1154 2,461 3,5<br />
Brug over Eekloose Vaart Wn 1.~ .~~ 11 11 i iL60__1 2<br />
1163 3 3<br />
vankm 6 tot km 10,669<br />
ROTI Alng om Hasselt<br />
Hasselt<br />
NB0 : conflictvrije regeling en onderdoorgang te IV I 16ö ]j 11 j LIG 11 16<br />
Hasselt en herinrichting kruispunten complex Al 3<br />
en aanleg rotonde kruispunt N6O/N722<br />
748 584 586<br />
Totaal Prlmalr II / 966 ]/ 1416 ‘i/ 1625 I [ 5601 j
Investeringsprogramma AWV<br />
2001-2003<br />
Secundaire wegen<br />
1 Rubriekindeling 1<br />
c 1<br />
Doortochten<br />
Fietspaden<br />
Kruispunten<br />
IMedegedeeld op 30 november 2000 1<br />
D<br />
Nieuwe fietspaden F<br />
Veiligheid IV<br />
Doorstroming Id<br />
Veiligheid<br />
zv<br />
Doorstroming Zd<br />
Nieuwe beveiligings- Vb<br />
constructies<br />
Rijweg<br />
Or<br />
Fietspaden<br />
Of<br />
Kunstwerken Ok<br />
Beveiligingsconstructies Ob<br />
Aanleg nieuwe wegen Wn<br />
Functiewijziging van wo<br />
bestaande wegen<br />
Herinrichting van bestaande Wv<br />
wegen buiten de bebouwde<br />
kom<br />
B<br />
Zones<br />
Veiligheid<br />
Structureel<br />
onderhoud<br />
Wegen<br />
Steve Stevaert<br />
Minister vice-presldent van de <strong>Vlaams</strong>e Regering<br />
<strong>Vlaams</strong> minister van Mobiliteit, Openbare Werken<br />
en Energie<br />
A<br />
G<br />
Nieuwe signalisatie S<br />
C<br />
B&undere<br />
projecten<br />
Aanplantingen<br />
Geluid<br />
Signalisatie<br />
Carpoolparkiug
Antwemen<br />
Mede Opdrachtgever:<br />
Rubriek /- 2661<br />
0 tof km 1,612<br />
Ti<br />
mi 45 11. j<br />
i. 0~ ~. 14<br />
ven km<br />
stad Mechelen<br />
Id<br />
Bl01 Ultrlt Al te Mechelen(Zuld)<br />
2 6 4 Mechelen: Al complex Mechelen Zuid: 2)fase<br />
herinrichting aansluiting Bl01 -Nl (viaduct)<br />
Algemene werken In de provincie Antwerpen<br />
AMINAL (MINA-plan)<br />
van km<br />
I 1ö-<br />
0<br />
1247 -1 -1 Ontsnipperingsprojecten - later nominatief te<br />
bepalen.<br />
1 -.---3ö-<br />
Ok<br />
Kleine herstellingen aan de kunstwerken.<br />
565 -1 -1<br />
/ 20<br />
Or<br />
Herstellen kwsverharding<br />
177 -1 -1<br />
1 o-<br />
Or<br />
Herstellen cementbetonverhardingen.<br />
1245 -1 -1<br />
/ 15<br />
Ob<br />
Leveren en plaatsen van veiligheidsinrichtingen.<br />
176 -1 -1<br />
/ 0<br />
Or<br />
Oppervlaktebehandeling op wegen en fietspaden<br />
1246 -1 -1<br />
~ 10<br />
A<br />
Aanbrengen functionele beplantingen op allerlei<br />
wegvakken - later nominatief te bepalen.<br />
139 -1 -1<br />
1; 3ö Ij 30 /<br />
I 30<br />
Allerlei ingrepen van beperkte omvang met het<br />
oog op het verbeteren van de verkeersveiligheid.<br />
-1<br />
-1<br />
152<br />
j 5<br />
Aanleggen van autobusstanden en/of<br />
infostanden - later nominatief te bepalen.<br />
144 -1 -1<br />
50<br />
Uitvoering overeenkomst Fietsersbond:<br />
wegwerken kleine knelpunten i.v.m. fietspaden<br />
1535 -1 -1<br />
~ 20<br />
Aanpassing en vernieuwing signalisatie.<br />
-1<br />
-1<br />
155<br />
: 25<br />
Aanleg carpoolparkings en PtR-parkings later<br />
nominatief te bepalen.<br />
-1<br />
-1<br />
153<br />
/’ 5 !I 5 ~<br />
~ 5<br />
Bouwputten voor weeginstallaties - later<br />
nominatief te bepalen.<br />
147 -1 -1
M_-__.aam-~<br />
Antwerpen _~ ~-<br />
1<br />
l Na2003 / MC Mede Opdrachtgever:<br />
Rubriek i 2001~ IJ 2002~ ll 2003 )<br />
van km 15,497 tot km 17,062<br />
26,3- 1) 2 j[ 35 j ,...<br />
i 0 II<br />
IV<br />
PraJoctNr van km tot km omschrl)vlng<br />
NO01 vak2 Mechelen - aanslulting Mechelen - tuld<br />
863 15,45 17 Mechelen : Structureel onderhoud<br />
Brusselsesteenweg (laf ase) en herinrichting<br />
kruispunt aan maxi-GB (2” fase)<br />
NO01 &krl Mechelen(Ri2) - Nederlandse grens (Wuust<br />
Or<br />
Kontich: Structureel onderhoud<br />
1331 27 31<br />
D<br />
Mortsel doortocht<br />
193 33,44 35.9<br />
0<br />
Leien 2’ fase tussen M. Theresialei en<br />
Paardenmarkt<br />
1924 41,5 43<br />
0<br />
Antwerpen:Herinrichting Bredabaan(Merksem)<br />
met vrije tram-en busbaan (2”f ase van een totaal<br />
project)<br />
195 45,l 46,5<br />
. ../ p__. tyy2<br />
VEUlkDl<br />
1-..-.- Q -. -.l<br />
i 5<br />
B<br />
NOU b Colomastraat te Mechelen<br />
1793 0 0,226 Herinrichting Colomastraat met oog op overdracht<br />
tot km 0,957<br />
van km<br />
l I0 2511 1 0 ‘1<br />
Or<br />
WOlc Bussestreat te Rumst (verbinding NI Al<br />
232 63 0,657 Bussestraat:Structureel onderhoud<br />
van km 0 tot km 9,116<br />
! 15 ,( i/ 150 1 10.1 3 de lijn<br />
D<br />
NO10 vak1 Mortsel - Ller<br />
234 0,t 1 ,l 1 Mortsel: studie en uitvoering voor doortocht en<br />
voor verlenging trambaan tot Boechout (aandeel<br />
AW<br />
Or<br />
242 3 8 Lier - Mortsel:Structureel onderhoud<br />
D<br />
NO11 Merksem - Kapellen<br />
244 z7 4,2 Mariaburg: Heraanleg doortocht met fietspaden<br />
e.d.<br />
1’ ][ .- 120 1<br />
Id<br />
1332 5,t 52 Kapetlen:Afschaffing van de spooroverweg nr.25<br />
:aandeel AWV<br />
NO12 Antwerpen - Poppel van km 0 tol km 666
Antwerpen =<br />
Mede Opdrachtgever:<br />
NMBS<br />
Na&3 i<br />
/ 0 j<br />
D<br />
omachrljvlng<br />
2”f ase:Camotstraat - Rooseveltplaats<br />
ProlectNr van km tot km<br />
246 0 0,7<br />
D<br />
Aandeel AWV in de werken ter hoogte van<br />
Cogelsplein : raming pro memorie<br />
1713 1 2<br />
Or<br />
Ravels-Weelde structureel onderhoud en bocht<br />
verbetering<br />
1707 45 50,l<br />
Iv<br />
Herinrichting kNiSpUnt NI52 en N13 Primalux<br />
NO13 Lier - 0-1<br />
1667 21,3 21,4<br />
Iv<br />
Herinrichting kruispunt “Bastiaen”<br />
1999 27,4 2797<br />
1 E<br />
1 112<br />
Ller-Nll6 +fietspaden + structureel onderhoud wv<br />
22,5<br />
NO14 FM(Lier) - Mede<br />
292<br />
17<br />
ll<br />
II<br />
j<br />
wv<br />
vak ‘t Veer - Massenhoven herinrichting<br />
24<br />
1816 22,15<br />
/<br />
Id<br />
24,5 Massenhoven: aanpassingen t.h.v In- en uitritten<br />
complex Massenhoven nr. 19<br />
14 24<br />
/i<br />
l 5<br />
D<br />
26,65 Zandhoven: studie van de heraanleg van de weg<br />
tussen E313 en E34<br />
277 24<br />
I/ 1<br />
j! 25<br />
wv<br />
26 Vak Massenhovan-Zandhoven<br />
herinrichting<br />
1917 24,45<br />
li 25 .,<br />
!<br />
I<br />
wv<br />
31,3 vak Zandhoven-EM<br />
herinrichting<br />
1618 26<br />
l<br />
i 95<br />
Wn<br />
2oersel:Rlngweg Zoersel (aanleg en<br />
onteigeningen)<br />
3564<br />
266 32,5<br />
I 10 /<br />
0<br />
36.6 Malle : aansluiting tussen Industriezone met N14<br />
en ring van Zoersel : aandeel AWV<br />
264 35,64<br />
/j /<br />
!I<br />
i 30<br />
43,3 Oostmalle _ Rijkevorsel:Structureel onderhoud Or<br />
36,2<br />
299<br />
‘4<br />
1, j<br />
Il 50<br />
I<br />
44,72 Rijkevorsel: Doortocht D<br />
279 42,9<br />
totkm 39,943<br />
20,009<br />
van km<br />
NO18 vak1 Mol - Balen
..L = --- __- __=-._~_~=~.=~== _<br />
___=-i Antwerpen<br />
I<br />
Rubrlek 1 _296__ J/ 2&? ]) 2993 ~1<br />
MC Mede Opdrachtgever:<br />
3<br />
__~l; 50 II ~ /<br />
D<br />
ProJectNr van km tot km omschrl)vlng<br />
1235 195 21,6 Doortocht Mol<br />
van km 22,698 tat km 39,639<br />
79:. 11 ll 1<br />
Gr<br />
NOi 9 vak6 Al 3(Geel aan& 23) - Ramssl<br />
313 31 33.5 Herselt - WesterloStructureel onderhoud<br />
van km 0 tot km 2,728<br />
!I’ .-.-: 11 -7: l<br />
Or<br />
N166 verblnding Rb - St-Katelljns-Waver<br />
1892 -1 -1 St-KatelijneWaver tussen Mussepi en<br />
Stationsstraat : structureel onderhoud<br />
” I, __ __.j p_ _._.. ‘~:“. “jml<br />
16<br />
Iv<br />
NI1 1 Stabroek - Wuustwszel<br />
332 72 7.3 Kalmthouhaanpassen<br />
Canadezenlaan,Grensstraat<br />
van km<br />
/ , p. ;5. y/km q’”<br />
Or<br />
Nlt4 Ekeren (N186) (Antwerpen) - Stabroek<br />
878 694 1919 Ekeren-Stabroek : Structureel onderhoud<br />
van km totkm 26394<br />
I IP 11 120 j<br />
Or<br />
Nl IS Merksem (Antwerpen) - Haogstratsn<br />
346 6 16 Brecht - St.Job: aanleg fietspad, herinrichting<br />
kruispunt met Andrelaan, doortocht Sint Job.<br />
2<br />
/ Il 1: 1<br />
Wn<br />
344 145 19 Brecht: Ringweg Brecht<br />
VC4Itklll 0 tot km 18,174<br />
16<br />
..- .._,.._ , _. _. i.<br />
1 ll- --.- “1<br />
Ni 16 Borgerhout (Antwerpen) - Nijlen<br />
1333 10 10.1 Ranst: Herinrichting kruispunt Doggenhoutstraat<br />
van km<br />
/. ;;.. .20 “T!krn..._ 2’”<br />
N117 Bt-Job-In-‘T-Goor (Brecht) - Essen<br />
18<br />
96 0,9 Oostelijke uitgang E19: Elouwen van een rotonde<br />
1326<br />
16<br />
l 5.. 1) 2011 ~<br />
9,1 9,4 Kalmthout: Hertnrichting krpt.Heikantstraat<br />
359<br />
3 gemeente<br />
130j~ 1;<br />
10‘8 12,151 Kalmthout: Docutochl Achterbroek(l”fase<br />
km10.6 - 12,15) 1” fase<br />
359<br />
3<br />
// 15 ;<br />
/<br />
1810 12,15 13,4 Doortocht Achterbroek 2” fase<br />
van km 0 tot km 31,281<br />
N118 Geel - Retie -Weelde (Ravels)
MC Mede Opdrachtgever:<br />
omschrljvlng Rubriek<br />
Herinrichting kruispunt met “ring” te Retie<br />
Id<br />
ProjectNr van km tot km<br />
1675 12 123<br />
3<br />
D<br />
Arendonk: Doortocht :aandeel AWV in een totaal<br />
projectrond centrum Arendonk<br />
371 19 198<br />
N121 Brasschaat - Schilde<br />
16<br />
lv<br />
0,9 Herinrichting kruispunt met Miksebaan<br />
1632 06<br />
3<br />
D<br />
61 Schoten - s Gravenwezet: Heraanleg doortocht<br />
m.i.v. fietspaden<br />
396 3,1<br />
12<br />
F<br />
9,436 s Gravenwezel - Schilde: fietspaden(alternatief 5)<br />
397 6<br />
16<br />
lv<br />
63 herinrichting kruispunt met Sint-Jobsesteenweg<br />
1912 6,2<br />
Or<br />
NI22 Hoevenen (Rp. Havenweg) - Essen<br />
399 0 6 Kapellen: Structueel onderhoud<br />
16<br />
van km tot km 33,326<br />
:. .+ ‘li’ __. ,<br />
I _.’<br />
Id<br />
Ni23 Herentals - Postel<br />
1674 20 20,l Kastertee-Retie : herinrichting kruispunt met<br />
“ring” te Retie<br />
Or<br />
403 24 29 Van ophaalbrug tot aansluiting Nl36:Structureel<br />
onderhoud<br />
3<br />
D<br />
N128 Essen - NederLgrens<br />
410 0 1.5 Doortocht Essen<br />
Ok<br />
1683 1,5 1,5 Herstellen spoorwegbrug en oprkten<br />
van km 5,799 tol km 14,733<br />
1 52 II ii / 0<br />
Or<br />
N127 Molenstede - Zammel (Geel)<br />
1782 10 125 Veerle-Zammel structureel onderhoud<br />
/ 15 ll /I .I .~.O :<br />
Ok<br />
1792 14 14 Vervanging brug over Grote Nete te Zammel<br />
1<br />
4<br />
3,022<br />
I<br />
Or<br />
NI28 Meerle (Hoogstraten) - BaarleHertog<br />
882 0.5 25 Meerle : Ulicotensteenweg : Aanleg betongreppels
. ii m_m~_i.y_-__ ._____~_ .~. _~ _i~<br />
~~=._= Antwerpen<br />
MC Mede Opdrachtgever:<br />
tot km 2,693<br />
li 6 i i: -0 _-l<br />
Or<br />
ProjectNr van km tot km omschriJvlng<br />
N12B SchIJnpoort - Noorderlaan te AntWerpan<br />
883 0 0.75 Groenendaallaan -vak Lambrechtshoekelaan-<br />
Noorderlaan : Structureel onderhoud<br />
tot km 13,935<br />
// .17. /<br />
Or<br />
Nl&l St-Lenaar& (Bracht) - Merksplas<br />
432 0 4 Sint-Lenaerts - Rijkevorsei: Structureel onderhoud<br />
tot km 17,13<br />
ij ~. [ 30””<br />
vankm<br />
l<br />
wv<br />
NI32 Glerle (Lille) - Weelde Station (Ravsls)<br />
1734 2,2- 4,671 ontsluiting Industrieterrein Beerse-zuid vanaf E34<br />
NI33 Wastmalle (Malb) - h3b’i<br />
Wn<br />
Aandeel AWV In het verleggen van de<br />
verkeerswisselaar naar aanleiding van de aanleg<br />
van de ring rond Brecht, het NMBS-station aldaar<br />
en de aanleg van de HSL<br />
1714 6 9<br />
Or<br />
Brecht - Wuustwezel: Structureel onderhoud<br />
466 9 13<br />
Or<br />
Herstelling wegdek Kalmthoutsesteenweg te<br />
Wuustwezel<br />
1736 13,6 14,3<br />
Or<br />
Wuustwezel - Essen: Structureel onderhoud - 2<br />
fasen<br />
467 15,5 25.5<br />
B<br />
Vervangen slijtlaag met oog op overdracht aan<br />
gemeente<br />
1813 25,7 27,1<br />
tot km 2.422<br />
‘11’ J<br />
van km<br />
.<br />
Or<br />
NI37 Rnvels - Eel (Ravels)<br />
1766 0 2,4 Ravels-Ravels/Eel structureel onderhoud<br />
van km 5,215 tot km 11,376<br />
25 11 I/ ..- .l I 0 --. i<br />
Or<br />
Ni44 Hoogstraten - Braken (Wuustwezel)<br />
087 0 11,36 Hoogstraten-Wuustwezel : Structureel onderhoud<br />
van km 0 tot km 5,842<br />
.._..<br />
! 30 j! ‘~óo i[ ;70 j 3<br />
D<br />
N143 Antwerpen - Hemiksem<br />
480 0-3 3,95 Antwerpen - Hoboken: Doortocht<br />
StBernardsesteenweg (3 fases):
Stuk 15 (2000-2001)- Nr.6-1<br />
: ,-7--<br />
$4<br />
,‘S,<br />
__.-<br />
0’<br />
:F<br />
- __<br />
c<br />
--<br />
: ’<br />
El 164<br />
f 4<br />
:g i f’ 0<br />
o- _<br />
-_ -<br />
1 :’<br />
-<br />
_<br />
0<br />
J<br />
E<br />
x __~<br />
v-<br />
E<br />
O-<br />
E<br />
Y<br />
@-<br />
i- /--<br />
; ’<br />
L-<br />
-:<br />
0:<br />
/<br />
0<br />
m<br />
0 10 0,<br />
_- -.-<br />
_ -.<br />
5 z<br />
__ -<br />
Is.<br />
_<br />
Q _-_<br />
z<br />
0 ___<br />
-<br />
ò 1 0 5 5<br />
I 0 0<br />
”<br />
0<br />
0<br />
;<br />
l” h<br />
Cu mi<br />
Q ri I f
___-_. Antwerpen -. .-_.<br />
Na2003 1 MC Mede Opdrachtgever:<br />
, 0 /<br />
Or<br />
ProjectNr van km tot km omechrlJvlng<br />
530 6.6 9.5 Vak Aartselaar - Wilrijk (richting Brussel):<br />
Structureel onderhoud<br />
1-0<br />
Or<br />
Structureel<br />
694 14 15 Vak Zeekanaal-Al 2 richting Brussel<br />
onderhoud<br />
( 0<br />
van km<br />
l<br />
Or<br />
NI66 Noorderlasn te Antwerpen<br />
1237 1 3 Antwerpen structureel onderhoud Noorderlaan<br />
vankm 11,566 tot km 13,766<br />
r 206 jl 1~ ./<br />
Or<br />
ROlf vak4 AlZ(Wllrijk) - Hoboken (Antwerpen)<br />
539 11 12,5 Antwerpen: Heraanleg tussen Ai2 en N148:<br />
Structureel onderhoud<br />
/ .o ;i<br />
van km 0 tot km 2,143<br />
~ 22 if ll i<br />
Or<br />
Rb;2 Klelne Rlng om Mechelen(N10 tot N26)<br />
854 0 1,4 Vak 0. Van Kesbeeckslraat-Brusselpoort :<br />
Structureel onderhoud<br />
Secundaire Wegen art. 63.21<br />
van km 18,782 tot km 70,ll<br />
I --y 1~ 6. .j[... 1<br />
11<br />
N601 vak4 Mechelan(Ri2) - Nederlandse grens (Wuust !<br />
1330 18,78 21,5 Mechelen: Structureel onderhoud vak Ri 2-<br />
Walem en aanleg fietspaden tussen Ri 2 en<br />
doortocht Walem<br />
van km 0 tot km 0,571<br />
11<br />
15 ]Í ti I<br />
N6Oia LeopoldMraat te Mechelen - Qntdubbeling<br />
200 0 0,6 Mechelen:Leopoldstraat:Fietspaden +<br />
herinrichting<br />
van km UI,951 tot km 28,674<br />
., 25 i ,<br />
NO10 vak2 Lier - Booischot<br />
11<br />
22,2 Lier - Aarschot:Fietspaden Lier - Nl5<br />
236 123<br />
11<br />
0<br />
0 i<br />
-0~ l<br />
25,2 Lier - Aarschot:Fietspaden NO15 - Lostraat<br />
237 22,2<br />
11<br />
28,87 Lier - Aarschot:Fietspaden Losstraat - grens<br />
<strong>Vlaams</strong> - Brabant<br />
235 25.2
;~~<br />
Antwerpen<br />
MC Mede Opdrachtgever:<br />
Rubrtek 1 2001 11 2002 11. 2003 1 / Na2&~l<br />
VWlkl?l 0 tot km 56,6<br />
11<br />
ProNctNr van km tot km omschrl)vlnQ<br />
NO12 Antwerpen - Poppel<br />
258 159 17 Schilde - SintAntonIus: aanleg fietspad en<br />
herinrichting kruispunt met Toverfluit<br />
ven km 0 totkm 29,029<br />
I .25 . . . . /,.<br />
l<br />
13<br />
ti013 Uw- Geel<br />
270 034 3,7 Lier - Kesselzfietspaden<br />
13<br />
j 35 _II _jI<br />
272 14,9 18.5 Grobbendonk - Herentals: fietspaden<br />
van km 17,045 tot km 61,959<br />
11 of 13<br />
._<br />
0 j<br />
‘1 j 30 l [-<br />
--.‘.‘.’ I /<br />
NO14 RlB(Lier) - Mwrle<br />
1619 20,05 22,151 vak Emblem-E313<br />
aanleg fietspaden<br />
van km 20,009 tot km 30,943<br />
11<br />
I’.._‘lI .ll.~1 I 60<br />
NO18 vak1 Mol - Balen<br />
303 24 30,94 Mol - Balen - Leopoldsburg: structureel<br />
onderhoud in samenwerking met Aquafin en<br />
aanleg vrijliggende fietspaden<br />
18<br />
van km 22,696 tot km 39,539<br />
/ 55 Ij ll _l<br />
NO1 9 vak5 Al 3(Geel aansl. 23) - Ramsel<br />
975 285 30 Herinrichting kruispunt met Ni 27 en structureel<br />
onderhoud , in samenwerking met Aquafin, ten<br />
voordele van zwakke weggebruikers<br />
j ~iotm_i<br />
vankm<br />
~<br />
Ni10 Mol - MBerhout - GenendIjk (Ham)<br />
1718 0 11 Aanleg fietspad Mol-Ham-Genendijk<br />
11,16<br />
van km 0 tol km 19,031<br />
Ii yil II .. -. 1<br />
NI 11 Stabroek - Wuuatwezd<br />
326 0 4,5 Stabroek:Heraanleg wegvak en aanleg fietspaden<br />
van km tot km 16,174<br />
11<br />
1 -.. i<br />
0<br />
1. ,O &0i!_ )<br />
Ni 18 Borgerhout (Antwerpen) - NIJlen<br />
357 - 0- 1 sectie Singel-Lt Lippenslaan : fietspaden en<br />
aanpassing kruispunten ter beveiliging van de<br />
schoolomgeving
Antwerpen<br />
Mede Opdrachtgever:<br />
MC<br />
11<br />
Rubriek 2001 1; 2002 ;/ 2003 ) i Na2003<br />
F<br />
’ 0<br />
PKBj6CW van km tot km omechrlJvlng<br />
363 1 2 Antwerpen: fietspaden en kruispunten vak<br />
LLLippenslaan lot Ni 16a ter beveiliging van de<br />
schoolomgeving<br />
11<br />
LI/ il i<br />
F<br />
366 l4,7 18,17 t Veer - Nijlen: fietspaden<br />
11<br />
van km 0 tot km 9,436<br />
I. ..;a’_..,I ., .i,._ ,<br />
1 0 I<br />
F<br />
N121 Brasschaat - Schilde<br />
385 1,7 2,9 Brasschaat - Schoten: Dubbelrichtingsfietspad +<br />
kruispunt met NI 15 (Botermelk)<br />
11<br />
tot km 15,244<br />
/’<br />
I, ‘1 i 0<br />
van km<br />
40: ,P<br />
F<br />
NI24 Turnhout - Hoogstraten<br />
406 62 12,2 Hoogstraten(Worlel) - Merksplas: fietspaden :<br />
aanleg<br />
van km tot km 27,072<br />
r i/<br />
F<br />
NI33 Weetmalle (Malle) - Essen<br />
1814 0 4,3 Fietspaden Malle-Brecht<br />
13<br />
ll li j<br />
F<br />
461 4,3 5,2 Malle - Brecht: fietspad( gedeeltelijk<br />
gecombineerd met riolering gemeente<br />
van km 2,662 tot km 11,019<br />
I 30 /: l/<br />
F<br />
Ni40 Turnhout - Lille<br />
474 4 5 Turnhout - Gierle: fietspaden<br />
van km 5,215 tot km 11,375<br />
I .I/ so<br />
F<br />
N144 Hoogstreten - Braken (Wuustwezel)<br />
477 0 5 Hoogstraten - Loenhout: fietspaden<br />
F<br />
470 5 ll.36 Loenhout - Wuushvezel: fietspaden<br />
tot km 26,631<br />
van km<br />
l<br />
I0 ,I 100<br />
F<br />
N153 H&ntals - St-Lenaarts (Brecht)<br />
í715 2 11 aanleg ontbrekende fietspaden langs N153<br />
tussen Herentals en Wechelderzande<br />
11<br />
tot km 15,617<br />
j! &j(J 1 0 I<br />
van km<br />
/<br />
F<br />
NI77 Antwerpen - Breendonk (Parallelwegen Al<br />
1236 2 3 kruispunt NI66 +fietspad<br />
van km 0 tot km 2,2!<br />
N227 Europalaan te Mechelen
Stuk 15 (2000-2001)- Nr.6-1 El 168<br />
:, Y-<br />
N<br />
8’0 5:<br />
I=<br />
2<br />
$
[ Na?OO3_] MC i Mede Opdrachtgever:__<br />
Rubriek 1 2001 11 2002 11 2003 1<br />
van km 1,037 tot km 2,95<br />
I l5 j j .i :’ ... ,<br />
Or<br />
A201 vak1 Evere - Machelen<br />
1629 1,037 2,95 Vernieuwing wegverharding<br />
wo<br />
994 2 2,5 Bi]komende op- en afrit naar de Grensstraat en<br />
Kennedylaan te Machelen<br />
Algemene werken in de provlnole <strong>Vlaams</strong>-Brabant<br />
AMINAL (MINA-plan)<br />
1. zo- -1<br />
van km -1 tot km -1<br />
/ 20 /j io -11 jö -1<br />
0<br />
-1 Ontsnipperingsprojecten - later nominatief te<br />
bepalen.<br />
-1<br />
1253<br />
Or<br />
-1 Herstellen kws-verharding<br />
-1<br />
226<br />
Iv<br />
-1 Allerlei ingrepen van beperkte omvang met het<br />
oog op het verbeteren van de verkeersveiligheid.<br />
-1<br />
75<br />
Ok<br />
-1 Herstellingen aan de kunstwerken.<br />
224 -1<br />
S<br />
-1 Aanpassing en vernieuwing signatisatie.<br />
74 -1<br />
0<br />
-1 Aanleggen van autobusstanden enlof<br />
infostanden - later nominatief te bepalen.<br />
72 -1<br />
Or<br />
-1 Herstellen cementbetonverhardingen.<br />
51 -1<br />
Ob<br />
-1 Leveren en plaatsen van veiligheidsinrichtingen.<br />
1254 -1<br />
Or<br />
-1 Oppervlaktebehandeling op wegen en fietspaden.<br />
1563 -1<br />
A<br />
-1 Aanbrengen functionele beplantingen op allerlei<br />
wegvakken - later nominatief te bepalen.<br />
68 -1<br />
van km 4,333 tot km 15,487<br />
, , /<br />
l<br />
.Il<br />
wv<br />
NO01 tiaki Vllvowtle - Zemst<br />
1698 6-9 6,7 Herinrichting tussen de Herlaerstraat en<br />
Machelenstraat<br />
,l j( Ii l<br />
D<br />
1699 7,3 9.3 Herinrichting tussen de Fr. Rooseveltlaan en<br />
Woluwelaan
<strong>Vlaams</strong>-Brabant<br />
Mede Opdrachtgever:<br />
omechrllvlng<br />
heraanleg tussen de rotonde met de Woluwelaan<br />
en station Eppegem<br />
ProjectNr van km tot km<br />
65 996 11,2<br />
Gemeente Zemst. Aquafin<br />
D<br />
Doortocht Eppegem<br />
1177 11.7 12,3<br />
gemeente Zemst<br />
Iv<br />
Zemst: kruispunt met N267<br />
91 13,l 13,5<br />
Vi#lOIl 4,663 tot km 23,282<br />
I 1~ Ai i<br />
wv<br />
NO62 +iakl Brussel - R23 (Leuven)<br />
1739 6.3 10,3 Herinrichting Leuvensesteenweg met aanleg<br />
fietspaden tussen Ft22 Woluwelaan en N227<br />
Mechelsesteenweg<br />
lg36 7 9 Herstellen betonplaten te Zaventem Or<br />
16<br />
96 10.2 10.9 Zaventem: Kruispunt met N227 te Nossegem Iv<br />
3 gemeente Kortenberg<br />
1677 12,12 13,66 Doortocht Kortenberg D<br />
NO62 v&2 R23 (Leuven) - R26 (Diest)<br />
gemeente Tielt-Winge<br />
Or<br />
Verbeteren van het waterafvoerstelsel te Tielt-<br />
Winge<br />
1646 36,5 40,5<br />
3<br />
D<br />
doortocht Bekkevoort<br />
1630 43 44<br />
gemeente Bekkevoort<br />
Or<br />
Verbeteren van het waterafvoerstelsel te<br />
Eekkevoort<br />
1649 43,5 45<br />
16 Stad Diest<br />
wv<br />
Diest-Leuvensesteenweg Vak Reustraat - bocht<br />
Assen1 - Wegmodernisering<br />
93 47,3 49,l<br />
3 stad Diest - Aquafin<br />
D<br />
Dlest - Leuvensesteenweg Vak R26 - Reustraat -<br />
Wegmodemisering ( met Aquafin)<br />
g4 49,1 49,6<br />
van km 9,463 tot km 25,861<br />
/<br />
.- 1’ jf ;j (<br />
A<br />
d3 irakl RCi (aanslulting 1) - R23 (Leuven)<br />
99 9.5 12,37 Brussel - Leuven: Vernieuwen laanbeplanting<br />
Tervurenlaan te Tervuren<br />
Or<br />
983 22.75 22,66 Taludversteviging te Bertem (kant naar Brussel)<br />
3 Stad Leuven<br />
D<br />
1655 24.31 25,65 Herinrichting doortocht te Leuven<br />
NW3 vak2 R23(Leuven) - Zoutleeuw
<strong>Vlaams</strong>-Brabant<br />
MC Mede Opdrachtgever:<br />
11 of 16 Aquafin, Bierbeek<br />
/ -ia ?0031/<br />
II 1 I 80 -1<br />
Rubriek 1 2661 ~8 2002 11 2003 1<br />
/l<br />
Vw/F<br />
omschrljvlng<br />
Structureel onderhoud met aanleg van fietspaden<br />
: vak Larestraat - grens met Boutersem te<br />
Bierbeek<br />
ProjectNr van km tot km<br />
1440 31 33,2<br />
stad Tienen<br />
3<br />
D I_ 25 j/<br />
617 45.4 46 St. Truidensesteenweg te Tienen.<br />
Wegmodernisering.<br />
16 stad Tienen en gemeente<br />
Orsmaal<br />
11 / 0 ]<br />
I _!kJ 1:<br />
1W 49 52 Hakendover - Orsmaal : Wegmodernisering wv<br />
van km 5,661<br />
NO06 St Pieters-Leeuw - Halk<br />
3 gemeente St. Pieters<br />
Leeuw<br />
IK’ i /<br />
Doortocht St. PietersLeeuw D<br />
815 5.7 8,2<br />
stad Halle<br />
3<br />
I 1~<br />
Herinrichting doortocht te Halle D<br />
1594 13.55 1597<br />
stad Halle<br />
18<br />
/;<br />
~ 30<br />
Brussel-Bergen: Bevrijdingsplein (rotonde) Halle IV<br />
107 15,5 15,7<br />
ik<br />
1.<br />
Structureel onderhoud te Lembeek Or<br />
1887 16.71 1666<br />
tot km 19,oBB<br />
van km 3,783<br />
gemeente Dilbeek<br />
3, 19<br />
I<br />
ti<br />
95.. 11<br />
D<br />
NOR8 vak1 Dilbeek - Roosdaal<br />
110 6,59 12.5<br />
Brussel - Ninove - 1 e fase Vak Spanuit -<br />
Goudveerdegem (Dilbeek)<br />
gemeente Lennik<br />
3, 19<br />
!I 120 / l l-ö- -1<br />
I ,<br />
D<br />
Brussel - Ninove - 2e fase Vak Goudveerdegem -<br />
grens met Roosdaal (Lennik)<br />
111 l2,5 16,5<br />
gemeente Roosdaal<br />
3, 19<br />
I 11<br />
D<br />
Brussel - Ninove: 3e fase: Vak grens met Lennik<br />
Oost-Vlaanderen (Roosdaal)<br />
112 165 18,69<br />
tot km 21,359<br />
‘11’ .” l<br />
NO@ vak3 Kobbegem - Afftigem<br />
lg39 -1 -1 Herstellen betonplaten Or<br />
I ll 100 / l<br />
l Il II I<br />
114 68 135 Asse: Aanleg ring Wn<br />
1737 834 12 Herinrichting Brusselsesteenweg wv<br />
l 11 II l<br />
116 185 2136 Hekelgem: Heraanleg Brusselsesteenweg Or<br />
van km 28,874 tot km 34,4:<br />
NO10 vak3 Begijnendijk - R25(Aarschot)Km4,401
<strong>Vlaams</strong>-Brabant<br />
Mede Opdrachtgever:<br />
gemeente Begijnendijk<br />
MC<br />
18<br />
van km lot km omschrllvlng<br />
30,7 31 Begijnendijk _ Liersesteenweg: herinrichten<br />
kruispunten Haltestraat en Kerkstraat<br />
ProlectNr<br />
119<br />
1 il- _ [__ïs_l<br />
vankm 34,43 tot km 49,949<br />
._ . _, .-.<br />
...-‘-..-;I. ...<br />
NO10 vak4 R2S(Aarschot) - R26(Dlest)<br />
120 463 Diest _ Scherpenheuvel en N258<br />
Scherpenheuvel - beplantingen<br />
vankm 66,67 tot km 66,368<br />
, -. , , i , ] r.<br />
1 i-. 6% .~i 1 11 of 16 ot 3 Leuven. N.V. Zeekanaal<br />
NOlQ vak7 A2(aansluiting 19) - R23(L&iven)<br />
1442 57,7 58.38 Herinrichting Vaartkom te Leuven<br />
18 De Lijn<br />
van km 6,364 tot km 29,777<br />
1 ló -- I/ .-. 11. 1 / . ..O_.._.~!<br />
Id<br />
NO21 Dlegem - Rotselaar<br />
125 8,2 8,4 Machelen _ Kruispunt met Watertorenlaan<br />
Herinrichting<br />
van km 3,664 tat km 6.612<br />
afdeling Bos en Groen<br />
/~_/I II ~ i L 70 ,<br />
Or<br />
NO25 vak2 Kessel-Lo - Blerbeek<br />
126 58 8,812 Leuven - Overijse: totale vernieuwing van het vak<br />
Blanden - Hamme Mille te Oud - Heverlee<br />
van km 0,646 tot km 16,923<br />
NO26 vak2 A2(aanslultîng 18) - Hever<br />
gemeente Herent<br />
16<br />
1.~ II -11 j<br />
wv<br />
Herent: Herinrichtlng van de omleiding<br />
236 1,603 3,s<br />
gemeente Kampenhout,<br />
De Lijn en N.V. Zeekanaal<br />
16<br />
wv<br />
Leuven - Mechelen en Brussel - Haacht: aanleg<br />
van twee rotondes + nieuwe brug te Kampenhout<br />
(-Sas)<br />
136 10.25 11,25<br />
14 gemeente<br />
Boortmeerbeek en<br />
gemeente Kampenhout<br />
/ I ij- I<br />
wv<br />
Modernisering met aanleg van fietspaden en<br />
parallelweg te Kampenhout en Boortmeerbeek.<br />
137 11,3 l3,17<br />
16 gemeente Kampenhout -<br />
Boortmeerbeek<br />
/<br />
1<br />
!<br />
1. 1’<br />
wv<br />
Modernisering met aanleg van fietspaden en<br />
parallelwegen te Boortmeerbeek en Kampenhout<br />
1663 11.3 13,17<br />
18 gemeente Boortmeerbec<br />
Iv<br />
Boortmeerbeek: Herinrichten kruispunten met de<br />
Trianonlaan (N267) en de Stationstraat<br />
130 16.5 17<br />
van km 16,2 tot km 32,462<br />
I l .. -. 11. .-.. l<br />
structureel onderhoud te Pepingen Or<br />
NO28 vak1 Halle - Qoolk<br />
1595 20,53 23.2
Mede Opdrachtgever:<br />
Or<br />
omschrljvlng<br />
structureel onderhoud te Pepingen<br />
ProJectNr van km tot km<br />
1596 24,7 25,35<br />
Or<br />
structureel onderhoud te Gooik<br />
1597 25,35 27.72<br />
Or<br />
Halle - Ninove : structureel onderhoud<br />
808 27,9 29,73<br />
16<br />
Nb2ft vak1 Hoegaarden - A3(aanslultlng 25)<br />
934 52.9 54.3 Herinrichting vak N221 X40<br />
t&?$ tiak4 RPô(Dieti) - Scheffen<br />
3 stad Diest<br />
Doortocht Schoonaarde (Diest)<br />
935 74,7 75,5<br />
5,799<br />
stad Diest<br />
Langeberg te Diest - Bochtverbeteringen t<br />
fietspad<br />
N’t27 .Diest - Molenstede<br />
146 0 1,5<br />
Aanleg rotonde t.b.v. kruispunt stwg. Engsbergen-<br />
Hoomblaas<br />
937 3,9 4<br />
3 stad Scherpenheuvel-<br />
Zichem<br />
Doortocht Okselaar<br />
939 4,2 4,7<br />
18 gemeente Liedekerke<br />
Rotonde t.b.v. Sportlaan te Liedekerke<br />
N207 Nlnove - Liedekerke<br />
1599 12 1,4<br />
Vk<br />
Rotonde Sportlaan te Liedekerke<br />
1439 1.3 1,4<br />
Id<br />
Rotonde t.b.v. het station te Liedekerke<br />
1599 389 4,05<br />
16 of 18<br />
van km 9 tot km 4,109<br />
/ _ _.. .j 1 Iil Y-50 1 1.. ----cl<br />
Zd<br />
N208. IiekBlgem (Afftlgem) - Denderhuw<br />
1438 0 0,5 Rotondes op de N208 aan het op- en<br />
afrittencomplex te Affligem<br />
r.~<br />
_ 45 16<br />
vankm 1,913 tot km 12,118<br />
Ir-’ /<br />
wv<br />
NP11 Ft22 - AlP(aanslultlng 3)<br />
1658 1,813 2,945 Herinrichting Luchthavenlaan tussen rotonde met<br />
de R22 en de Benoit Hanssenslaan
<strong>Vlaams</strong>-Brabant<br />
Mede Opdrachtgever:<br />
gemeente Grimbergen -<br />
Aquafin<br />
MC<br />
3<br />
omschrljvlng<br />
Doortocht Grimbergen<br />
ProjectNr van km tot km<br />
150 75 9.3<br />
Or<br />
Grimbergen: Heraanleg tussen de Keienberglaan<br />
en kruispunt met de N276<br />
151 603 11,2<br />
16<br />
Id<br />
Aanleg van rotonde met de N277 te Wolvertem<br />
(Meise)<br />
1669 11,9 12<br />
N212 Hersett - Scherpenheuvel (Soherpenheuvel<br />
SF39 786 65 Doortocht Averbode.<br />
stad Scherpenheuvei-<br />
Zichem<br />
3<br />
stad Scherpenheuvel-<br />
ZichemlAquafin<br />
3<br />
s49 11 12 Doortocht Zichem<br />
3<br />
_ _.__-.._<br />
I-- ~_ 50 _i<br />
N226 Oudergem - Wezembeek-Oppem<br />
1659 426 5,063 Doortocht Kraainem<br />
N227 Hofstade - 4 Armen (tervuren)<br />
gemeente Zemst<br />
3<br />
D<br />
Zemst - Doortocht Elewijt<br />
1046 6 7<br />
BIAC<br />
2<br />
Wn<br />
Steenokkerzeel: Omleiding van Steenokkerzeel<br />
(co-financiering met BIAC).<br />
150 11,2 14<br />
gemeente Zaventem<br />
3<br />
D<br />
Herinrichting doortocht Sterrebeek (Zaventem)<br />
1663 16,05 1663<br />
Or<br />
Kraainem : Wegwerken wegverzakking<br />
156 23 235<br />
Stad Leuven<br />
3<br />
D<br />
k&l Leuven - Slanden (Oud Heverlee)<br />
1654 0 1.9 Herfnrichting doortocht te Leuven<br />
tot km 20,998<br />
stad Leuven en Aquafin<br />
3<br />
Or<br />
1,628 Wegmodernisering doortocht Egenhove te Leuven<br />
N252 Leuven - Overijs&<br />
160 1,367<br />
gemeente Bertem,<br />
Aquafin<br />
3<br />
/ 56<br />
D<br />
5.3 Volledige modernisering (waaronder een deel<br />
doortocht) te Korbeek-Dijle (Bertem)<br />
1670 3,4
-~ - ..--._ ~_<br />
-~E=~-- <strong>Vlaams</strong>-Brabant _; __ii; ;‘-_i~..__=.l==~-_~-C<br />
3 gemeente Huldenberg _<br />
Aquafin<br />
Pro)ectWr van km tot km. omschrl)vlng<br />
163 5.5 10,4 Structureel onderhoud te Loonbeek en Neerijse<br />
(Huldenberg) inclusief doortochten t riolering t.l.v.<br />
de gemeente en Aquafin<br />
van km 5,623<br />
i:__ JI<br />
Or<br />
N260 Vílvoordsesteenwag en Bruaselae atwg<br />
169 5,623 7,333 Vilvoorde: Heraanleg tussen het kruispunt met de<br />
N211 en de grens met Brussel<br />
van km 5‘61<br />
1:<br />
Iv<br />
N26l verblndlng R20 - A7 - N6 tussen Brussel<br />
170 6-7 6,6 Stallestraat rotonde met N266 (Ruisbroek)<br />
tot km 2,63<br />
van km 0<br />
1.. 30 I gemeente Zaventem<br />
II I<br />
Or<br />
N262 verblndíng N2 - A201 te Zaventem<br />
1042 0 1,1 Zaventem. Herinrichting tussen de H.<br />
Henneaulaan en de N2.<br />
1~ 3c 3 gemeente Zaventem<br />
:I.. l<br />
cl<br />
171 l,l 2 Zaventem: Herinrichting tussen de Henneaulaan<br />
en de Groenstraat<br />
Or<br />
NS63 iever - Zulllk<br />
1732 1,49 2,67 Vernieuwen rijwegverharding<br />
3 gemeente Bever<br />
0<br />
180 2,671 3,026 Viane-Bassily: Doortocht Bever<br />
16 gemeente Bever<br />
WV<br />
181 3,13 5,959 Viane - Bassily te Bever: Vernieuwen<br />
rijwegverharding<br />
~..<br />
! 55 ~1 16<br />
tot km 6,348<br />
// .-- /<br />
van km 0,366<br />
l I/<br />
Id<br />
N267 Hofstade - Zemst<br />
1661 3,7 4 N267 - Robert Schumanlaan.<br />
Aanleg van rotondes aan op- en afritten met El9<br />
gemeente Herne<br />
van km 0<br />
i 33 il<br />
Or<br />
N266 Herne - SbPletars-Kapelle (Herne)<br />
188 0,246 1,213 Herne - Sint-Pieters-Kapelle: Herstellen rijweg<br />
.-, T ,_^_ ..-..... .._i<br />
1’ l<br />
;_3’J l 18<br />
tot km 17,167<br />
‘-- ‘- -.<br />
van km<br />
i _. .-p<br />
IV<br />
N272 Peplngen - Galmaarden<br />
190 2,7 2,s Kruispunt met N285 (dubbele rotonde) Kester
<strong>Vlaams</strong>-Brabant<br />
Rubrlek 2991 11 2992 11 2993 1 lNa2003j MC Mede Opdrachtgever:<br />
Or 1~ 1:<br />
1 30 ;<br />
omschrlfvlng<br />
Pepingen - Galmaarden: structureel onderhoud te<br />
Vollezele<br />
ProJeotNr van km lot km<br />
166 7,624 0,956<br />
/ 60 gemeente Galmaarden<br />
Or I Ii I/<br />
Vernieuwen rijwegverhardingen: fase 2<br />
Galmaarden - Geraardsbergen<br />
192 14,24 16,63<br />
. ...” __._,<br />
i- -.’ 0 vl<br />
van km 3.966 tot km ft,21<br />
, ,. ;5.. ,<br />
Or<br />
Oppen4aktebehandeling van de slijtlaag<br />
(betonplaten).<br />
N276 Brússel - Hoeilaart<br />
980 53 6,2<br />
tot km 12,336<br />
N277 Strombeek - Bever (Konlnginnelaen - Mels van km 6017<br />
I “‘i/<br />
i: /<br />
Or<br />
Herstellen betonplaten.<br />
1644 -1 -1<br />
tot km 14,633<br />
// 1<br />
van km 8,816<br />
/ 1~<br />
Or<br />
N282 Mezenbeek - Goolk<br />
291 6,535 9,917<br />
AnderlecM - Gooik: Vernieuwen fase 2 vak<br />
Pedestraat - Rosweg - St. Martens-Lennik<br />
, II LIW 1 gemeente Lennik<br />
Or<br />
Vernleuwen fase 1 vak Rosweg -<br />
Vandersteenstraat<br />
294 9,917 1163<br />
60 I il 3 gemeente Lennik<br />
Anderlecht - Gooik: Doortocht Sint-Kwintens-<br />
Lennik<br />
199 1163 12,3<br />
van km 0 tot km 10,075<br />
// ‘1 I 20 ” -./ 16 stad Landen, NMBS<br />
N283 Orsmaal (Llnter) - Walshoutem (Landen)<br />
941 606 6,9 Rotonde t.b.v. het kruispunt Postiaan-<br />
Stationsstraat.<br />
tot km 3,533<br />
van km 0<br />
~í.. 1<br />
WV<br />
N287 verbinding Ni74 - N728 te Deurne (Diest)<br />
1294 -1 -1 Modernisering van rijweg en aanleg van<br />
fietspaden te Deurne (Diest)<br />
36 1 3<br />
van km<br />
tot km 1,339<br />
: ‘.”<br />
D il l<br />
N2%? Martelarenlaan te Leuven<br />
211 0 1,339 Herinrichting van de Martelarenlaan en<br />
Kortestraat (Leuven)<br />
tot km 19,628<br />
R022 Woluwelaan (Kraalnem - N211) van km 19,14
..-<br />
_l~-~ <strong>Vlaams</strong>-Brabant<br />
__-- -._ ~~=. _.~_<br />
Mede Opdrachtgever:<br />
Rubriek [ 2001 ji 2002 / j 2993 ~1<br />
18<br />
IV<br />
ProjectNr van km tot km omschrlhGng<br />
1043 15,8 16.2 Machelen - Herinrichten van het kruispunt met de<br />
N21<br />
stad Aarschot<br />
Wn<br />
RMS Ring om Aarscho?(OilJmelss stw tot NW)<br />
219 4,8 8,2 Ring om Aarschot - Vak Nt9 Herseltsesteenweg -<br />
Langdorpsesteenweg<br />
RO26 Alng om Diest<br />
220 1,s 3 Ring om Diest: Vak St. Jarsstraat -<br />
Weerstandsplein: Wegmodernisering<br />
~-_~--=_L_n=~~~-~~= ~;-~~~~~- .i_.~ _ _- _~<br />
Secundaire Wegen art. 63.21<br />
uitvoering door AWZ<br />
Algemene werken in de provincie <strong>Vlaams</strong>-Brabant<br />
70 -1 -1 Aanleg fietspad “Demerroute” te Aarschot,<br />
Scherpenheuvel-Zichem en Diest<br />
stad tanden<br />
944 -1 -1 Alternatief fietspad Waals-Brabant - Landen<br />
stad Tienen, gemeente<br />
Hoegaarden<br />
942 -1 -1 Alternatief fietspad Hoegaarden-Tienen.<br />
tot km 15,497<br />
gemeente Zemst, Aquafin<br />
IIÏ<br />
van km 4,333<br />
,.... _ _.._<br />
/ 35<br />
NO01 vak1 Vilvoorde - Zemst<br />
92 123 14 Zemst: vrijliggende fietspaden tussen centrum<br />
Zemst en centrum Eppegem (station Eppegem)<br />
tot km 23,202<br />
, /<br />
vankm_. _. 4,593 ‘1<br />
gemeente Kortenberg<br />
40 /<br />
NO02 vak1 Brussel - R23 (Leuven)<br />
95 14,l 151 Kortenberg: Aanleg fietspaden met aanpassen<br />
kruispunt met Zavelstraat<br />
tot km 25,651<br />
11 gemeente Tervuren en<br />
Aquafin<br />
0<br />
..]i’~l20 1<br />
vankm 9,463<br />
.” “.I ~<br />
NO03 vak1 RO (aansluitfng 1) - Ft23 (Leuven)<br />
97 12,5 16.35 Wegmodemisering met aanleg fietspaden en<br />
riolering ten laste van de gemeente en Aquafin te<br />
Tervuren.<br />
van km 26,874 tot km 34,429<br />
NO10 vak3 Begijnendijk - R25(Aarschot)Km4,401
<strong>Vlaams</strong>-Brabant<br />
Mede Opdrachtgever:<br />
gemeente Begijnendijk<br />
MC<br />
11<br />
omschrl)vlng<br />
Liersesteenweg. Vrijliggende fietspaden en<br />
waterafvoer te Begijnendijk.<br />
ProJectNr van km tot km<br />
932 25,9 32<br />
stad Aarschot<br />
11<br />
Liersesteenweg. Vrijliggende fietspaden en<br />
waterafvoer te Aarschot<br />
618 32 343<br />
van km 39,539 tot km 42,134<br />
stad Aarschot<br />
11<br />
I ‘-.. -.--“--.<br />
‘--. j ! ..---- ‘1 ,<br />
--l<br />
r __36. -1<br />
NO19 vak0 Langdorp - Aarschot<br />
933 39,54 40,5 Herseltsesteenweg. Vrijliggende fietspaden en<br />
wegmodernisering te Aarschot<br />
van km 6,354<br />
.-I’<br />
gemeente Haacht,<br />
gemeente Kampenhout<br />
en gemeente B<br />
11<br />
NO21 Diegem - Rotselear<br />
122 21,37 23,42 Brussel - Haacht : Aanleg vrijliggende fietspaden<br />
van Kampenhout - Sas tot rotonde Zoellaan<br />
Haacht<br />
11<br />
1441 25,2 28,i Vrijliggende fietspaden te Haacht<br />
van km 0,646<br />
I ;/<br />
gemeente<br />
Soortmeerbeek en<br />
gemeente Kampenhout<br />
11<br />
NO28 vak2 A2(aanslultlng 18) - Haver<br />
136 12,35 13.17 Leuven-Mechelen: Vak tussen Beringstraat en<br />
Laarstraat (Boortmeerbeek).<br />
gemeente Opwijk<br />
11<br />
van km 0 tot km 6,366<br />
!<br />
~. il .-1, -..I i -----.--. 39 -’ l<br />
NO47 vak1 Ng - @wijk<br />
143 5,1 6,356 Opwijk: Modernisering vanaf de N411 tot de<br />
grens met Oost-Vlaanderen<br />
van km 36,924 tol km 40,766<br />
11 stad Tienen<br />
I<br />
/ i ji<br />
NO64 Goetsenhoven - Tlenen ~<br />
1634 40,2 40,7 Fletspad Potterijstraat - Hannuitsesteenweg te<br />
Tienen<br />
tot km 32,632<br />
van km 27,930<br />
11 100<br />
NO80 vak4 Landen.- Walshoutem<br />
146 28 30.2 Walshoutem-Gingelom: Wegmodernisering<br />
(tfietspaden) te Landen<br />
tot km 6,7S<br />
van km 0<br />
!I ~<br />
NlP7 Diest - Molenstede<br />
936 1,s 5.8 Diest Molenstede. Vrijliggende fietspaden en<br />
wegmodernisering.
<strong>Vlaams</strong>-Brabant<br />
I<br />
Mede Opdrachtgever:<br />
MC<br />
Rubriek Ja 2OQl -1; 2002 ~/_2003 _j<br />
Stad Diest<br />
11<br />
tot km 18,136<br />
11 i<br />
vankm 16,l<br />
!-<br />
,<br />
Ni74 Schaffen - Diest<br />
1933 15,l 17 Ontdubbeling fietspad + wegmodernisering<br />
gemeente Overijse<br />
11<br />
tot km 1,445<br />
,<br />
Il 1<br />
van km 0<br />
/<br />
i -Il<br />
N218 NlJvelsebaan te OveriJse<br />
154 0 1,445 Nijvelsebaan te Overiise. Aanleg fietspaden met<br />
overlaging rijweg<br />
tot km 23,946<br />
N227 Hofstade - 4 Armen (tervuren)<br />
gemeente Zemst -<br />
Aquafin<br />
11<br />
! o-,<br />
~lr- !<br />
I 17<br />
Zemst: Vrijliggende fietspaden tussen de<br />
kruispunten met de N267 en de N270. In<br />
combinatie met de aanleg van rioleringen<br />
(gemeente Zemst)<br />
166 655 996<br />
VEUIklll<br />
N2!W Leuven - Overijse<br />
gemeente Bertem<br />
12<br />
Alternatief fietspad te Bertem (Korbeek-Dijle)<br />
parallel met N253<br />
972 2,6 5.4<br />
gemeente Huldenberg<br />
12<br />
Alternatief fietspad langs de Ijse te Huldenberg:<br />
onteigeningen t.l.v. gemeente<br />
167 5,4 13,7<br />
gemeente Overijse<br />
11<br />
ll. l<br />
Aanleggen van fietspaden langs de Dreef te<br />
Overijse<br />
165 13,69 15,95<br />
tot km 3,632<br />
,. ., _<br />
11 1<br />
van km<br />
gemeente Zemst /<br />
Aquafin<br />
11<br />
j 60 j<br />
1<br />
N27tl verbindlng Eppagem - Elewíjt te Zetist<br />
1682 0 2,666 Aanleg vrijliggende fietspaden te Eppegem en<br />
Elewijt (Zemst) - in combinatie met aanleg<br />
riolering gemeente Zemst<br />
tot km 17,167<br />
vankm<br />
gemeente Galmaarden<br />
11<br />
I 0 ~1<br />
1i 95 I<br />
N272 Peplngen - Galmaarden<br />
187 11,30 13,52 Pepingen - Galmaarden: Vernieuwen<br />
rijwegverhardingen: fase 1 (met aanleg<br />
fietspaden)<br />
van km<br />
! ... 0 I 11 gemeente Macheten<br />
N278 Perk (Steenokkerzeel) - Peutie (Vllvoord<br />
197 386 4,i 34 Machelen: Aanleg van fietspaden en<br />
wegmodernisering
~_ ~.<br />
<strong>Vlaams</strong>-Brabant<br />
1 Na2003 i MC Mede Opdrachtgever:<br />
Rubriek / 2001 j/ 2002 /I 2003 1<br />
ProjectNr van km tot km omschrl)vlng<br />
N283 Orsmaat (Llnter) - Walshoutem (Landen)<br />
iLo.1 16 stad Landen<br />
209 8 10 Landen - Hannuitsesteenweg: Wegmodernisering F<br />
(+fietspaden)<br />
N28$ Herent - Werchter (Rotselaar)<br />
1740 0 0,776 Aanleg fietspaden in de Eikestraat (Herent)<br />
12 stad Diest - N.M.B.S.<br />
RO26a Schaffeneepoort te .Dieet<br />
222 0 0,449 Schoonaarde - Schaffensepoort te Diest: Aanleg<br />
fietspad (co-financiering stad en N.M.B.S.)<br />
Totaal <strong>Vlaams</strong>-Brabant
West-Vlaanderen<br />
Na2663 : MC Mede Opdrachtgever:<br />
Rubriek / 2691 /I 2692 1: 2663 j<br />
van km -1 tot km -1<br />
..~..<br />
Algemene werken In de provlncle West-Vlaanderen<br />
Or<br />
-1 Oppervlakte behandeling op wegen en fietspaden.<br />
1255 -1<br />
Ok<br />
-1 Herstelling van kunstwerken<br />
964 -1<br />
Or<br />
-1 Herstellen kws-verharding<br />
1320 -1<br />
AMINAL (MINA-plan)<br />
B<br />
-1 Ontsnippersprojecten - later nominatief te<br />
bepalen.<br />
1269 -1<br />
[_- 38~ 1<br />
10 !i 10 // 10 l<br />
A<br />
574 -1 -1 Aanbrengen functionele beplantingen op allerlei<br />
wegvakken - later nominatief te bepalen<br />
1 40<br />
j 5 i/ 5 ll 5 /<br />
6<br />
575 -1 -1 Aanleggen autobusstanden en/of infostanden -<br />
later nominatief te bepalen<br />
150<br />
Iv 1 25 ]/ 25 ,! 25 1<br />
579 -1 -1 Allerlet ingrepen van beperkte omvang met het<br />
oog op het verbeteren van de verkeersveiligheid.<br />
1 0 11 10 Ir ia I<br />
-1 Leveren en plaatsen van veiligheidsinrichtingen.<br />
-1<br />
595<br />
j 10 1; 10 // ~-10 j<br />
-1 Aanpassing en vernieuwing signalisatie.<br />
-1<br />
577<br />
! 25 ]! 25 11 2ö j<br />
-1 Aanleg carpcolparkings - later nominatief te<br />
bepalen.<br />
-1<br />
593<br />
I<br />
i 60..<br />
/ 0 jI 5~ l/ 5 /<br />
6<br />
552 -1 -1 Bouwputten voor weeginstatlaties - later<br />
nominatief te bepalen<br />
van km 64,456 tot km 69,79<br />
~ 25 l<br />
Or<br />
NO08 vak3 Avelgem - N8E(KmO)<br />
1348 65.4 66.4 Structureel onderhoud<br />
iel 3<br />
D<br />
1119 66,77 6979 Doortocht Avelgem, Oudenaardse steenweg<br />
van km 70,232 tot km 84,9<br />
Or<br />
NO08 vak4 N353(KmO) - R36 (Kortrijk)<br />
1129 74.2 77,i 3 Structureel onderhoud<br />
50 1, /i :<br />
I II<br />
/l 50<br />
Or<br />
1349 77,t 3 62 Structureel nnderhoud
~ I<br />
West-Vlaanderen<br />
_~_~-~- ~~ _ .i .__;i._~._~ ___~==_i~.~~~- ;-~ ~~ _<br />
Mede Opdrachtgever:<br />
MC<br />
3<br />
Rubrtek .! .-2ÖÖi. .!j 2602 !i &Xi ‘i<br />
D<br />
ProleotNr van km tot km omschrljvlng<br />
1120 79322 EI,65 Doortocht Zwevegem (Kortrijkstraat)<br />
3<br />
D ! 1’ 30 j/- i<br />
1570 83,2 84,91 Kortrijk - Oudenaardsesteenweg - doortocht<br />
3<br />
van km 87,452 tot km 145,2<br />
.,<br />
11 II_.~~ l<br />
D<br />
Kortrijk Meensesteenweg Doortocht<br />
NO08 v&ki R36(Kortrijk) - AiCl(aanslultlng 1A)<br />
1580 07.4 90.2<br />
3<br />
D<br />
Doortocht Wevelgem, Kortrijkstraat<br />
94.4<br />
1121 91,9<br />
Or<br />
Structureel onderhoud<br />
96425<br />
1063 97.1<br />
Or<br />
Ieper: Structureel onderhoud<br />
117,a<br />
1398 116.6<br />
2<br />
Wn<br />
Rechtstreekse verbinding tussen N8 en N36 -<br />
alternatief doorlrekking Alg.<br />
126<br />
1257 118<br />
3<br />
D<br />
Doortocht Brielen<br />
120<br />
1102 119,l<br />
3<br />
D<br />
Doortocht Elverdinge<br />
123.2<br />
1098 122,3<br />
Or<br />
Elverdinge (structureel onderhoud)<br />
133<br />
1399 123,2<br />
Or<br />
Structureel onderhoud van NO08 op grondgebied<br />
Veurne en Aiveringem.<br />
145<br />
1393 136<br />
3<br />
D<br />
Doortocht Hoogstade<br />
136,8<br />
1111 136,3<br />
van km 0 tot km 4ffi5<br />
: ._j r<br />
ii -Í<br />
Or<br />
NO086 doortocht té Avelgem<br />
1350 033 0,7 Structureel onderhoud<br />
f&tbg vak7 Sijsele - Oostende<br />
Or<br />
Structureel onderhoud<br />
1769 M,I 86,35<br />
18<br />
IV<br />
Kruispunt Vossesteert<br />
1030 91 91.1<br />
i 0~<br />
B<br />
Brugge: Ezelstraat<br />
599 94876 95,3<br />
I 0<br />
1 0.<br />
Or<br />
Brugge, Scheepsdalelaan: structureel onderhoud<br />
1088 95,3 96,I<br />
Or<br />
Meetkerke: structureel onderhoud<br />
1087 100,l 101.8
-~--- West-Vlaanderen<br />
= ~_ - -~, --_-~~ ~- --_1-_---<br />
Mede Opdrachtgever:<br />
Or<br />
omachrljvlng<br />
Zuienkerke: structureel onderhoud<br />
ProJeoiNr van km tot km<br />
1086 101.8 103<br />
Or<br />
Den Haan, Herstellen KWS verhardingen op<br />
diverse locaties<br />
1006 108,O 110<br />
16<br />
wv<br />
Herstellen van de K.W.S.-verharding op<br />
verschillende locaties.<br />
1611 110 111.5<br />
vak1 Brugge - R30<br />
NO36<br />
Brugge: herinrichten kruispunt<br />
1400 1,1 1,3<br />
Or<br />
Mg32 wik4 N32A - N37<br />
lQ21 30,87 33.70 Kleine Ring Roeselare<br />
VUlkOl 9,222 tot km 24,183<br />
, “’ .-” /, ” j; ‘. ‘. ,<br />
18<br />
N& Gak3 Alg(ämilultin~ 3) - FKM(Torhout)<br />
1391 18,4 18,5 Eemegem: herinrichten van het kruispunt “Den<br />
Engel”<br />
van km 0 tot km 7,622<br />
i_ ‘-’ !/ ~. 3 1<br />
Or<br />
NO34 .Yakl Knokke - ZeebrUgge<br />
1602 0,54 4.1 Structureel onderhoud vak Knokke-Heist vanaf<br />
Heistlaan (N300) tot Casino.<br />
NO34 vak3 N31- Oostende<br />
1322 8,42 33,38 Veiligheidsmaatregelen met “De Lijn”.<br />
16<br />
1610 18,55 17,74 Het herinrichten van het vak Wenduine<br />
(Manitobalean) tot N317.<br />
. ..- _._-<br />
/ ~~96’. .; / / ~’ “- i C”’ .~~ .‘.. 0 -_.__J<br />
van km 34,021 totkm 69<br />
NO34 vak4 N33 - Adinkwke<br />
16,17<br />
Westende: 2de fase wv<br />
611 43,6 45,53<br />
Nieuwpoort Westende Structureel onderhoud Or<br />
1760 48,43 50,7<br />
Wn<br />
Nieuwpoort, aansluiting op de nieuwe<br />
Jachthavensite<br />
1326 49.3 50,3<br />
1015 5u3 51,43 Nieuwpoort, kaal, veiligheldsmaatregelen met De<br />
18,17<br />
uln
West-lIlaanderen<br />
MC Mede Opdrachtgever:<br />
3<br />
ProjectNr ‘van km tot km omschrljvlng<br />
1016 54,9 55,4 Nieuwpoort-Bad: 3e fase<br />
Ni&&kl Die Panne i Plttem vankm 0 tol km sir,997<br />
1417 12,45 12,45<br />
1337 14,13 14,13<br />
3,4<br />
996 22.85 238<br />
18<br />
Diksmuide. Herinrichten kruispunt NO35 met<br />
Tuinwijk.<br />
1621 23,9 24<br />
16,17<br />
Diksmuide, vak Stationstraat-Eikhofstraat met<br />
inbegrip van de aanleg van een rotonde op het<br />
kruispunt met de NI391<br />
1266 25.7 28,5<br />
2<br />
,.. ._ _... ._ . Wfll i__.!99 -1<br />
0 E<br />
NCMg Zuid~slljke omleldlng fielt: Oost. Tangwit<br />
1302 0 1,85 Tielt: Zuidelijke omleiding. Oostelijke<br />
Tangent. 1 ste fase<br />
Or<br />
Nd8 vak1 Zatin - R32(RO&blati)<br />
1363 11,7 13.8 Roeselare Diksmuidesteenweg.<br />
Structureel onderhoud<br />
l7,18<br />
Ng38 vak6 Ai4{aanslultlbg 4) - ti8<br />
1669 38 38 Kruispunt NO36 met de Pareelstraat-Ktijtenberg ld<br />
3<br />
Ni#?‘l# Zuidwring te Ieper<br />
1999 0.876 1,469 Doortocht Ieper: Nik. Fochlaan<br />
N& NIeuwpoort - Adlnkerke<br />
855 0 17,16 Adinkerke: ‘De Dijk” 0 !_ __o__ l<br />
/<br />
1367 10,l 11,2 Veurne: Vaartstraat. Structureel onderhoud 01 ! 10 __l<br />
NW3 vak2 ‘WareSem - R38(Kortrljkl van km 27,743 tol km 4Q,845
E West-Vlaanderen<br />
;~ ~~_ .__. ~..< _. _ ~_ _~__ ~_i = .~ ~_- .- -_~ =~<br />
Mede Opdrachtgever:<br />
Na2903 / MC<br />
Rubriek<br />
Or<br />
ProJectNr van km tot km omschrljvlng<br />
1125 27,74 36,17 Structureel onderhoud<br />
18<br />
IV<br />
1131 26.31 28.31 Waregem: herinrichten kruispunt<br />
PosterijstraaVVijfseweg N043/N357<br />
3<br />
D<br />
1100 36,17 36,7 Doortocht Harelbeke<br />
van km 41,675 tot km 49,064<br />
, , . / , !<br />
3<br />
D<br />
NO43~ vak3 FW(Kortrijk) - Rollegem<br />
1577 41,06 44,7 Kortrijk Pottelberg<br />
I2O_jl /<br />
Or<br />
1017 44,7 47,l Kortrijk-Aalbeke<br />
3<br />
-!, 11 .I<br />
D<br />
1733 47,lO 44,7 Kortrijk doortocht Aalbeke.<br />
3. 4<br />
van km<br />
í -”<br />
D<br />
NfMIh Parmentierlean te KnokktbHelst<br />
1003 0 0,6 Doortocht Parmentierlaan<br />
NMO vak1 Splere - Brugge<br />
Or<br />
Structureel onderhoud<br />
59<br />
1126 48,65<br />
18<br />
IV<br />
Kruispunt Doorniksesteenweg/Beneluxlaan<br />
NOSO/N323a<br />
58,4<br />
1034 58,3<br />
D<br />
Kortrijk Doorniksewijk<br />
61.34<br />
1579 59,9<br />
D<br />
Kortrijk Brugpoort - Ringlaan<br />
62,46<br />
1662 61.34<br />
Or<br />
Herstellen betonplaten<br />
64,17<br />
1033 63,2<br />
Or<br />
Structureel onderhoud<br />
74,4<br />
1433 66,66<br />
IV<br />
Piiem - kruispunt: Kruiskalsijde<br />
79,9<br />
1366 79.8<br />
Or<br />
Pittem Zwevezele.<br />
Structureel onderhoud<br />
07,5<br />
1381 61<br />
18<br />
Iv<br />
Zwevezelme - Kruispunt: De Hille<br />
85,9<br />
1369 05,8<br />
Or<br />
Oostkamp: Structureel onderhoud<br />
97,2<br />
1401 92,5<br />
Ok<br />
Oostkamp Aanleg rotonde Siemenslaan<br />
99,3<br />
1770 98,5
West-Vlaanderen<br />
.2003 Mede Opdrachtgever:<br />
!i 2002<br />
l II<br />
Rubriek / 2f)Ó!<br />
Or i 38<br />
van km tot km omschrl)vlng<br />
102 103.2 Brugge, Baron Ruzettelaan. 2e fase, aandeel<br />
<strong>Vlaams</strong> Gewest<br />
ProJectNr<br />
1724<br />
Or<br />
909 103,4 104,4 Baron Ruzeltelaan. Afvoer regenwater. Pro<br />
Memorie (diversen)<br />
NO!jOî doortocht te Oostkamp<br />
1026 0 0,8 Structureel onderhoud 2e fase<br />
Or<br />
N3O!J Dentergem - Meulebeke<br />
1384 0 9,535 Structureel onderhoud<br />
Or<br />
N306 verbinding Eernegem - Halve Bareel te IC<br />
1091 0 1,8 Structureel onderhoud<br />
Or<br />
N312 Llssewege (Brugge) - Vier Wegen (Zuienke<br />
1403 0 2,083 Lissewege: Structureel onderhoud<br />
Or<br />
N314 Nleuwkerke (Heuvelland) - 4 Konlngen (Ma<br />
lg32 0 $5 Structureel onderhoud<br />
0<br />
N317 Oostende - Wenduine (De Haan)<br />
1613 3.54 6,69 Driftweg: herinrichten van het vak De Haan-<br />
Bredene.<br />
N318 Oostende - Nleuwpoort<br />
Or<br />
Structureel onderhoud vak Oostende-Middelkerke.<br />
1607 4 7<br />
ZV<br />
Kruispunt N318/N324 en gevaarlijke zone<br />
lg29 6,25 ti,?5<br />
D<br />
Middelkerke - Oostendelaan - doortocht<br />
1573 7 8,s<br />
01<br />
Structureel onderhoud vak Middelkerke-<br />
Westende.<br />
1609 8,46 12,89<br />
Structureel onderhoud vak Westende-Nieuwpoo Or<br />
1606 12,89 15,71
[~ii2003 1 MC Mede Opdrachtgever:<br />
Rubriek 1 2001~ lim 2002 /j 2003 1<br />
ProjecINr van km tot km omschrljvlng<br />
van km tot km 9,771<br />
/ II -..’<br />
N$lO’ Otid~kapelle (Dlkamuide) - Alverlngem (N8<br />
9.2 Doortocht Alveringem: Nieuwstraat D<br />
72<br />
1115<br />
i 5 Ii 11 -1<br />
7.75 Herinrichten van de doortocht Aiveringem op de D<br />
N319 - aandeel <strong>Vlaams</strong> Gewest pro-memorie<br />
75<br />
1739<br />
van km ioI km 10,36<br />
ll. 4ö I<br />
N321 Poperinge - Oostvleteren (Vleteh)<br />
1404 0 9,4 Structureel onderhoud Or<br />
N322 verbinding Loker (N375) - Nieuwkerke te<br />
1495 19 2,7 Dranouter. Structureel onderhoud Or<br />
van km 0 totkm 4,IO2<br />
l li ll. .--l<br />
Nhi verblndlng Drie Wegen - Raversljde te Ml<br />
1605 0 4,15 Structureel onderhoud vak Middelkerke-Driewege- Or<br />
Kalkaert.<br />
Or<br />
1199 0 4,152 Structureel onderhoud<br />
Wn<br />
N32Sa Mlddelkerke: Westelijke omleldlng van Slijpe<br />
1155 0 1,375 Westelijke omleiding Slijpe<br />
Ok<br />
N326 verbinding N371 -N307 te Zuienkerke<br />
1419 0,875 -1 ,Zuienkerke duiker over het Lisseweegs vaartje<br />
Ok<br />
1429 255 -1 Zuienkerke: duiker over de Schoeringe<br />
van km 7,433 tot km 29,246<br />
1 -1; II ~1<br />
Or<br />
N327 Tlelt - Sint-Baafs-Vljve (Wlalsbske)<br />
1365 95 17 Structureel onderhoud<br />
van km 40.~. , p._<br />
/ .’ 0 -; 3.4 gemeente<br />
D<br />
ti227 Wlngene - Tielt<br />
688 0,s 1,2 Wingene - Doortocht Wingene 2de fase<br />
/ 0~ 17,18<br />
IV<br />
N331 Ieper - Nleuwkerke (Heuvelland)<br />
1008 15,II 1511 Ieper. Kruispunt Ruisschaertstraat<br />
van km 0 tot km 14,483<br />
N333 Elverdlnge (leaer) - Poperinge (N38)
West-Vlaanderen ~ _.<br />
___~_~~~ _-~ _~.~__~__ ~.~.~__~<br />
Mede Opdrachtgever:<br />
Or<br />
ProJectNr van km tot km omachrlfvlng<br />
1408 0 6 Poperinge: Structureel onderhoud<br />
D<br />
N339 jeper - Waasten (Komen-Waasten)<br />
1627 0 0,92 Ieper. Doortocht Rifselsesfraat<br />
D<br />
N337 6Ngge - Beet’nem<br />
lg% 12 3.7 Doortocht Astridlaan<br />
Or<br />
1407 37 13 Oedelem: Structureel onderhoud<br />
vankm<br />
/<br />
1.. 1.-..<br />
Or<br />
N369 verbIndin@ ti355 - N367 te NIeuwpoort<br />
1383 0 3,115 Ramskapelle. Verbindingsweg naar de<br />
ambachtelijke zone Nieuwpoort<br />
Ok<br />
N&7 Roeselare (N3ti) RE(Waregein)<br />
969 0,08 0,08 Duiker in de Zuidstraat<br />
3, 4 gemeente<br />
l... .49 _<br />
_----m<br />
1 60 I<br />
D<br />
1123 435 97 Doortocht Izegem, 1 ste, 2de en 3de fase<br />
Or<br />
1346 5,3 24.6 Structureel onderhoud<br />
Ok<br />
13% 12,97 -1 Herbouwen duiker over de Mandel - Ingelmunster<br />
D<br />
1028 22,15 23 St. Eloois-Wjve: Doortocht Iste en 2de fase<br />
WV<br />
NS!56 Nieuwpoort - Oudenburg - Oostende<br />
1005 19.1 19,9 Oudenburg: Stationstraat<br />
van km 0 tot km 3,399<br />
/<br />
, li ~~ ‘K -1 Ï<br />
Or<br />
.N399 vsrirlnding N34 - N49 teKnokks=Heist<br />
1104 0 3,168 Structureel onderhoud<br />
Or<br />
N397. Brugge - Nlsuwpciort<br />
lg94 0 0,2 Brugge: structureel onderhoud<br />
lg93 4,s 9,4 Jabbeke: structureel onderhoud Or
West-Vlaanderen<br />
IV<br />
Kruispunt Gistelsesteenweg/Aartrijkestraat<br />
ProJectNr van km lot km<br />
1031 9,4 9,6<br />
D<br />
Gistel Nieuwpoortsesteenweg - Srugsebaan 2de<br />
fase<br />
1578 17,6 20,2<br />
D<br />
Doortocht Gistel - Nieuwpoortsesteenweg -<br />
Brugsebaan 1 ste fase<br />
1575 17,0 20,2<br />
Or<br />
Middelkerke<br />
966 20 24<br />
D<br />
Zevekote<br />
677 22,20 23,62<br />
wv<br />
Herinrichten van het vak Middelkerke (N302)-<br />
Uniebrug (Llzer).<br />
1812 26346 31,61<br />
NW@ doortocht ta Jabbeka<br />
878 0 0,607 Jabbeke: Doortocht Permekelaan Or<br />
N399 Bsarnem - Oudenburg<br />
Or<br />
Structureel onderhoud 1 ste fase<br />
1366 1.8 6.4<br />
Or<br />
Structureel onderhoud<br />
1367 11 15.6<br />
D<br />
Zedelgem Doortocht Ruddervoordestraat: fase 2<br />
1563 21,32 22,63<br />
IV<br />
Zedelgem.Doortocht Ruddervoordestraat: fase 1<br />
herinrichting kruispunt Zuidwege<br />
1665 21,32 22,63<br />
Structureel onderhoud vak Oudenburg-Westkerke Or<br />
1608 36,39 30.57<br />
van km 0 tot km 0,615<br />
gemeente<br />
3,4<br />
/ .~ 50 I I ._ ‘-_l i..:i: I l<br />
N37lIc doortooht te Uchtervelde<br />
693 0 0,615 Lichtervelde: Doortocht Lichtetvelde D<br />
I 40 j<br />
3,7 Brugge: Structureel onderhoud Or<br />
N371 Brugge - N31<br />
1408 1,6<br />
tot km .14,194<br />
ll 46 l 1 ö j<br />
Or<br />
N374 Brugge - Wsstkspslle (N49) (Knokke-Helst<br />
1410 7 13 Brugge: Structureel onderhoud
West-Vlaanderen<br />
Mede Opdrachtgever:<br />
MC<br />
18<br />
Rubrlek<br />
IV<br />
van km tot km omschrl)vlng<br />
12.1 12.8 Gevaarlijke zone: Westkapelle<br />
ProJectNr<br />
1997<br />
Or<br />
Ieper: Structureel onderhoud<br />
NS5 iepei - Heuvelland<br />
1411 4 52<br />
Or<br />
Structureel onderhoud<br />
1035 1 Q,4 11,8<br />
van km<br />
,1_.11’30.. ., p .o .k.m ‘7B1a<br />
-I,.---:-’ 1<br />
Or<br />
N378 Brugge - Nederlandse grens<br />
1632 10 12 Westkapelle : Structureel onderhoud<br />
N379 verblndlngsweg Centrum - N8 te Ieper<br />
1565 0 1,746 Ieper Diksmuidseweg<br />
2,9 Structureel onderhoud herstel KWS verharding<br />
NS2 vak1 Kastsr (Anxegsm) - Ai4(aansluitlng 5)<br />
1355 0,s<br />
gemeente<br />
4,647 Anzegem: Doortocht Anzegem<br />
2” fase<br />
706 3,245<br />
Or<br />
1127 4,647 8,l Structureel onderhoud<br />
Or<br />
1356 53 7,l Structureel onderhoud herstel betonverharding<br />
Wn<br />
N382 vak3 N43 - Hulsterstraat<br />
1147 16.23 1833 Aanleg.nieuwe weg Ft. Ghellinckstraat -<br />
Hufstestraat<br />
tot km 2,012<br />
van km<br />
j/ ..y12. -1<br />
l-<br />
0<br />
N3&a verbindlng N382 F N483 te Kaster (Anzege<br />
1357 0 2 Structureel onderhoud kasseiverharding<br />
11<br />
van km<br />
l<br />
S<br />
N388 fiuínhoskstraat te De Panne<br />
1025 0 3,467 Structureel onderhoud + aanleg fietspaden<br />
16<br />
I 15 j<br />
wv<br />
N388 verbinding N34 - N318 te Westende (Mldde<br />
1663 0 0,88 Herinrichten van het vak Westende (dorp)-<br />
Westende (Bad).
_ ..~ ~~<br />
West-Vlaanderen<br />
MC Mede Opdrachtgever:<br />
ProjeotNr van km tot km omschrljvlng<br />
N3sl NS .. Bedltinlngweg kanaal KortrIjk-Bosauyt<br />
2<br />
Wn<br />
Omleiding Zwevegem 1” fase<br />
+ bouwen van de brug<br />
1143 0 1,3<br />
2<br />
Wn<br />
Omfefding van Zwevegem 2” fase<br />
1144 133 3,85<br />
Or<br />
fd HelklJn (Spiere-Helkljn) - Potte8 (Celle<br />
703 9 0,31 Spiere - Helkijn<br />
Or<br />
N431 Ai4 -Waregem R38<br />
1347 30 30,6 Structureel onderhoud<br />
van km 7,529 tot km 9,201<br />
-’ I/ ./l :<br />
Or<br />
N4@j Kerkhove (Avelgem)<br />
1358 9.1 9,281 Structureel ondehroud<br />
, -:ol ./<br />
van km 14,236 tot km 21,316<br />
18<br />
Iv<br />
N489 Ossegam - Afirsele (Tlolt)<br />
1370 151 15.1 Oeselgem - kruispunt: Vierschaar<br />
Or<br />
ti94 N382 - Tiegem (Anzegem)<br />
1359 17,5 21 Structureel onderhoud Kaster-Tiegem, met<br />
bijkomende veiligheidsmaatregelen<br />
Vb<br />
800s Rlng om Kortrljk<br />
683 9 155 Vernieuwen veiligheidsstootbanden<br />
Or<br />
lio30 -Ring om Brugge (Schwpedalebrug - NSO)<br />
1414 0 4,719 Brugge: Structureel onderhoud<br />
10<br />
van km 10,694 tot km 12594<br />
l -. -1i -- 10 --. jj- ~~. ~1 r-- -0 -. IYi<br />
lv<br />
RO32 Ring om Roeselare (Al7aanslultlng 8 tot<br />
1615 0,9 0,9 Roeselare. Herinrichten kruispunt met de<br />
Meiboomlaan.<br />
Ft034 Rlng om Torhout vankm 0 tot km 3,637
West-Vlaanderen<br />
Mede Opdrachtgever:<br />
MC<br />
i-- ----~-~i<br />
/ Na2003<br />
1 50 -!<br />
ProjsctNr van km tot km omschrljvlng Ftubrlek ! 2991- j1 2902<br />
1389 0 2,l Torhout: Vredelaan. Structureel onderhoud + Or 11~ !12063<br />
wegnemen brug over verlaten spoonvegbedding.<br />
10<br />
1<br />
!- .?5. _l<br />
1385 2 2.1 Torhout: aanleg rontonde aan kruispunt R034/N33 Id I-~--- ~~~11. ~11~ .~_I<br />
17,ltl<br />
Re StadsrIng KortrIjk<br />
0 1 Kortrijk. Herinrichten kruispunt en gevaarlijke ZV 1. 15 1 l .~ .~i l----- l l_..o -1<br />
zone.<br />
Secundaire Wegen art. 63.21<br />
12<br />
van km -1 lot km -1<br />
/~ .,,.......’ .,I _...<br />
301<br />
Algemene werken In de provincie West-Vlaanderen<br />
1701 -1 -1 Aanleg van een alternatief fietspad Kortemark F<br />
Dlksmulde langs spoor<br />
van km 70,232 tot km 84,9<br />
11<br />
I 7 02<br />
NW8 vak4 N3!33(Kmg) - 038 (Kortrijk)<br />
591 65 Avelgem - Kortrijk - Zwevegem F<br />
1 ste en 2de fsse<br />
F<br />
NOOB vakS RSe(Kortrljk) - Al8(eansluitlng IA)<br />
1768 116.8 117,6 Aanleg fietspaden<br />
tot km 94,997<br />
1. 11 ._-:_.__1<br />
NOfB vak1 De Panne - Pittem<br />
11<br />
1571 1.6 5,32 Veurne De Panne - Aanleg fietspaden ’ F<br />
11<br />
NiBU vak1 Zarian - R32(Roeselaie)<br />
1396 7,f 11,f Vak Steden - Roeselare: aanleg van fietspaden F<br />
11<br />
tiW vak3 R36(Kortrljk) - Rollegem<br />
1572 44.7 47,l Kortrijk Aalbeke - Aanleg fietspaden F<br />
..l p<br />
11<br />
van km<br />
l “”<br />
NS(Jo Demtergem * Meulebeke<br />
1664 0 9,5 Aanleg fietspaden fste en 2de fase F<br />
vankm 11,064 lot km 23,359<br />
N!JOB Poperinge - Roesbrugge - Harlnge
-- .~<br />
West-Vlaanderen<br />
- -~~I_~~F_~-I_=.. __-_ --.I~i_--<br />
Mede Opdrachtgever:<br />
ProJectNr van km tot km omachrilvlng<br />
1023 12.4 17,8 Provpn: aanleg fietspaden<br />
Nd& Tlelt - SI&BaafM/tjve (Wlelsb&) vankm 7,483 tot km 20,248<br />
1574 10,2 20,25 Tielt StBaafs-Vijve - Aanleg fietspaden - lste en F 1~ _:- II --~~--..II 40 /<br />
2de fase<br />
11<br />
F<br />
NSgt Brugge - Nleuwpoort<br />
1092 72 8,8 Jabbeke: aanleg fietspaden<br />
11<br />
N3W Beernem - Oudenburg<br />
1004 27.5 29,7 Eernegem, aanleg fletspaden<br />
van km 32,107 tot km 41,663<br />
11<br />
F ( .6’ Il ~~ ~11. _l<br />
N36$ SiIJ* - Lefflnge (N33) (MkJdtilkBrke)<br />
1665 40.95 41,75 Aanleg van een dubbelrichtingsfietspad<br />
van km tot km 14,635<br />
,)<br />
/ -.<br />
/<br />
,j70 :crneti ; N50<br />
11<br />
F<br />
1373 11,5 14~34 Aanleg fiekàpaden<br />
vak Wingene - Zwevezele<br />
ti375 teper h Heuyhtnd<br />
1412 8.2 10,2 Heuvelland. Ontdubbeling fietspad<br />
F<br />
Nrrif Brugge - Nede&md& grens<br />
1413 2 3,7 BNgg8: Ontdubbeling fietspad<br />
van km<br />
,.. _ -, ;.. .._. 0 k? ..._.!!217<br />
__~30. -lim-... .--1<br />
F<br />
i$$& vaki Kast& (Anregem) - AW(aanslultlng S)<br />
1576 435 7,95 Aanleg fietspaden - Anzegem<br />
F<br />
NsSe NIeuwpoort - De Panne<br />
705 lO,84 17,26 Koksijde - vak Zeepanne - Oosthoek<br />
tot km 4,719<br />
,i i<br />
I ” -.--‘. ..l<br />
l-L0.l 1’<br />
f?O30 Ring om Brugge (Scheepsdelebhg - N50)<br />
1097 0 0,8 Aanleg fietspaden
Stuk 15 (2000-2001)- Nr.6-1 El 194
Oost-Vlaanderen<br />
Rubrlek~ [ ~i&l 11 2002 11 2003 /<br />
van km -1 tot km -1<br />
, ?O.Cj[ -.2ö j/ 20 -1<br />
Algemene werken In de provlncle Oost-Vlaanderen<br />
Or<br />
Herstellen cementbetonverhardingen.<br />
1240<br />
[ 0 ;j 0 Il 0~. l<br />
Or<br />
Oppervlaktebehandeling op wegen en fietspaden<br />
1251<br />
j -50 // 5~ Ij 50 /<br />
Ok<br />
Kleine herstellingen aan de kunstwerken.<br />
1250<br />
[ 5 11 5 ,I 5 j<br />
0<br />
Aanleggen van autobusstanden en/of<br />
infostanden - later nominatief te bepalen.<br />
1222<br />
AMINAL (MINA-plan)<br />
1 20-__.j<br />
B<br />
Ontsnipperingsprojecten - later nominatief te<br />
bepalen.<br />
1249 -1 -1<br />
I ~20 11 20 I1 20 -1<br />
S<br />
Aanpassing en vernieuwing signalisatie.<br />
-1<br />
-1<br />
1223<br />
/ 10 jI 10 1:.--1ö -1<br />
A<br />
Aanbrengen functionele beplantingen op allerelei<br />
wegvakken - later nominatlef te bepalen.<br />
-1<br />
-1<br />
488<br />
Iv / 25 11 25 // 25 /<br />
Allerlei ingrepen van beperkte omvang met het<br />
oog op hel verbeteren van de verkeersveiligheid.<br />
487 -1 -1<br />
Ob<br />
Leveren en plaatsen van veiligheidsinrichtingen.<br />
-1<br />
1252 -1<br />
F<br />
Ultvoerlng overeenkomst Fietsersbond:<br />
wegwerken kleine knelpunten i.v.m. fietspaden.<br />
-1<br />
-1<br />
Or I 20 1’ 20 IIL 20 I<br />
Herstellen kws-verharding<br />
-1<br />
-1<br />
C 25 I 25 j/ 25 I<br />
Aanleg carpoolparkings - later nominatief te<br />
bepalen.<br />
-1<br />
-1<br />
0 ‘, 0 Il 0 l<br />
Bouwputten voor weeginstallaties - later<br />
nominatief te bepalen.<br />
1220 -1 -1<br />
van km 19,888 tot km 84,485<br />
, /<br />
1 ..---..- 80 ’ 16 gemeente<br />
1’ ....-l< II<br />
NO08 vak2 Nlnove r Kluisbergen<br />
1214 19.07 21 ,16 Herinrichting op het vak <strong>Vlaams</strong> Brabant -<br />
Tramstatie te Ninove
Oost-Vlaanderen<br />
MC Mede Opdrachtgever:<br />
16 gemeente<br />
van km tot km omschrilvlng<br />
21,15 21,57 Kruispunt: N28 Tramstatie te Ninove Aanleg van<br />
rotonde<br />
Pro@ctNr<br />
497<br />
gemeente<br />
Id<br />
495 22,i 22,3 Kruipunt met de N255: Sint Theresiakerk te<br />
Ninove<br />
gemeente<br />
494 24,04 24,4 Herinrichting kruispunt “De Os’ te Ninove<br />
Wn<br />
NO& Brusselsestr. - Geraadsbergsastr. te Brakel<br />
1156 0 1,7 Ring om Brakel<br />
3 gemeente + Aquafin<br />
van km 21,302 tot km 62,266<br />
~~ .j,~ i<br />
1 ‘_45-: jj<br />
~1<br />
D<br />
NO09 vak4 Erembodegem - R40 (Gent)<br />
1160 44,36 46,41 Doortocht Melle<br />
van km 52,269 tot km 56,127<br />
Or<br />
NW vak5 FMOA(Gent) - Gent<br />
1547 29,2 30,6 structureel onderhoud Gentsesteenweg<br />
16<br />
wv<br />
1262 52.3 55,5 Herinrichting van 3 naar 2 rijstroken<br />
Id<br />
NO08 vak0 Lovandsgem - Maldegem<br />
1166 56,53 56,53 Kruispunt Rabotstraat te Evergem.<br />
D<br />
1630 60,47 70,71 Doortocht te Eeklo<br />
16<br />
van km 16,025 tot km 17,459<br />
i jI 11 40 1<br />
NO17 vak2 Baasrode - N47<br />
1564 16,02 17,46 Herinrichting Mechelsesteenweg te Dendermonde wv<br />
van km 62,365 tot km 72,63<br />
16<br />
l_ lI.11 1<br />
N03S; vak3 Grammene - t)einte<br />
1173 62,35 67,35 Overiay en modernisering. wv<br />
3<br />
507 70 71 Doortocht Deinze D<br />
gemeente<br />
Wil<br />
NO41 vak1 R41(Aalst) - N47<br />
1167 2,7 6,5 Omlegging Gijzegem.<br />
Wn<br />
1166 695 1 I Wegeniswerken vak tussen NO47 en N406.<br />
Wn<br />
1164 6 6 Brug over de Dender te Denderbelle
___..__; = ~_ .~_ -_,=--=_ ~.~-..- -<br />
Oost-Vlaanderen<br />
MC Mede Opdrachtgever:<br />
2<br />
Wn<br />
Pto)eolNt van km tot km omschrllvlng<br />
1165 8,08 96 Bouwen kunstwerken Hoge Brug en Driesstraat.<br />
2<br />
van km 28,568 tot km 29,722<br />
l ji :ii -1<br />
Wn<br />
NO41 vak4 N70 - Slnt Nlklaas<br />
1253 -1 -1 Sluiten van ring te Sint-Niklaas<br />
van km 23,858 tot km 29,906<br />
i _.:. j( 16 Jl. : 1<br />
Or<br />
NW? vak3 N488 - Zwlardlrige<br />
1216 236 252 Structureel onderhoud te Geraardsbergen<br />
van km 0 tot km 27,743<br />
16 gemeente + Aquafin<br />
I_ ]i:löö Ij _j r-. .. 9 --<br />
NO43 vakl WO(Gent) - Zulte<br />
525 2,5 591 Herinrichting vak tussen kruispunten “De Sterre”<br />
en “Drie Sleutels” te Gent<br />
1<br />
150<br />
/ II Il I<br />
Or<br />
1198 115 158 Structureel onderhoud te Astene<br />
van km 5,358 totkm 21<br />
3 gemeente<br />
íq ~30.. J ii ~.-I<br />
D<br />
NO47 yak2 Eaardegem - Zele<br />
532 ‘388 953 Doortocht Lebbeke 2de fase<br />
Or<br />
Na48 vak1 N8 - Brakel<br />
1196 0 4,536 Structureel onderhoud te Brakel<br />
Or<br />
NOh vak2 Ronse - N8OB<br />
1199 9,04 íO,09 Structureel onderhoud te Ronse<br />
16, 6, 18<br />
wv<br />
N888 vak* lWl(Gent) - Ai4(aanslultlng 8)<br />
540 2 4,04 Aanleg rotonde kruispunt met Tramstraat te<br />
Zwijnaarde en aanpassing vak Sterre-Hutsepot<br />
18<br />
Id<br />
1142 7,13 7.13 Herinrichten van kruispunt Lange Groenstraat de<br />
te Pinte (rotonde)<br />
tot km 45,79<br />
ll 50 /<br />
van km<br />
/<br />
IV<br />
NO70 vak1 R48(Gent) - Melsele<br />
1780 4,65 5,25 Herinrichten van de N70 te Gent t.b.v. de<br />
aansluiting met de Ft4<br />
Or<br />
1774 17,7 22,3 Structureel onderhoud + plaatselijke<br />
aanpasslngen voor de veiligheid te Lokeren
Oost-Vlaanderen<br />
_~__~_~~-_~~‘_=:. ~~<br />
Mede Opdrachtgever:<br />
gemeente<br />
D<br />
omschrlJvlng<br />
Doortocht te Lokeren<br />
ProJectNr van km tot km<br />
1295 19.05 19,95<br />
Or<br />
Structureel onderhoud te Waasmunster en te<br />
Belsele<br />
1210 223 30,i<br />
16<br />
Aanpassen aan ringfunctie te St. Niklaas wv<br />
541 305 34,4<br />
gemeente<br />
3<br />
Doortocht te Melsele<br />
1295 42987 4501<br />
gemeente<br />
16<br />
Verlengen van busbaan en aanpassing<br />
wegprofiel tussen eindhalte en Snoekstraat te<br />
Beveren.<br />
1162 45 45,3<br />
VWlkTIl 0<br />
kJ408 Dendermonde - kJ41 te Hofstade (Aalst)<br />
16<br />
tot km 9,153<br />
11 ~.- 1<br />
/<br />
--- II<br />
165 Herinrichting Noordlaan te Dendermonde<br />
0,l<br />
1557<br />
Ir 1<br />
/ 15 II<br />
Or<br />
3,85 Dendermonde - Aalst: herstellingen te<br />
Dendermonde<br />
383<br />
547<br />
tot km 11,192<br />
van km<br />
18<br />
1~ IP ‘1,. -“.. ‘1<br />
Id<br />
N4QQ Deinze - Aalter (Al 0)<br />
1170 7,96 11,07 Aanpassen aansluitingen vak Aalter-Lotenhuile te<br />
Aalter<br />
16<br />
1.. il /, I<br />
1710 9 105 Herinrichting steenweg op Deinze wv<br />
gemeente<br />
18<br />
van km 0 tot km 7,806<br />
1” /I 25 1; -.. 1<br />
N411 Aalst - Baardsgem<br />
1176 0 0,27 Heraanleg kruispunten omgeving kliniek op N411 IV<br />
gemeente<br />
16<br />
wv<br />
N416 Dosterxele (N42) - N444<br />
550 4,05 5,902 Herinrichting Scheldewindeke<br />
gemeente + Aquafin<br />
N419 temse - Zwijndrecht (N4Q)<br />
1201 1,3 4.3 Structureel onderhoud te Temse Or<br />
gemeente<br />
3<br />
1207 3,474 3,763 Doortocht te Steendorp D<br />
vankm<br />
/<br />
Wn<br />
N437a Nsvelestraat te Hansbeke (Nevele)<br />
1559 0 06 Omlegging te Hansbeke - 2 de fase
._.__ __~ ~~ ~___.; _~ __~<br />
_ Oost-Vlaanderen<br />
..=; ___ -_.j~~ ~~l~.~~____.<br />
Rubriek 1 &k ]/ 2662 /[ 2663 mi [Na2693 1 MC Mede Opdrachtgever:<br />
Wn<br />
ProjectNr van km tot km omschrljvlng<br />
1666 66 1,6 Omlegging te Hansbeke Iste fase<br />
Or<br />
N441 verblndlng Elne ($l60) - Mater (N8) te Ou<br />
1175 5 6.5 Structureel onderhoud te Oudenaarde<br />
N442 Erpe (Ng) (Erpe-Mere) - Uitbergen (Berla<br />
1632 2,415 3,662 Doortocht te Lede<br />
Or<br />
N446 Belsele (St-Niklaas) - Grembergen (Dende<br />
1262 t,7 6,345 Structureel onderhoud te Waasmunster en<br />
Hamme<br />
Or<br />
m Zdzate - Watteren<br />
1169 0 ti ,04 Structureel onderhoud op het vak Zaffelare-<br />
Wachtebeke-Zelzate<br />
gemeente + Aquafin<br />
Or<br />
3.2 Structureel onderhoud te Wachtebeke<br />
2.5<br />
1166<br />
gemeente<br />
Or<br />
153 Structureel onderhoud op het vak te Beervelde<br />
tussen El 7 en Toleindestraat<br />
14,04<br />
1166<br />
tot km 26,367<br />
Il :: /<br />
vankm<br />
l l!<br />
Or<br />
N4!34 Ronse - Zottegem (N42)<br />
1266 0 11,2 Structureel onderhoud op het vak Ronse-<br />
Horebeke<br />
/ 35 3 gemeente + Aquafin<br />
I ll II i<br />
1566 796 6,9 Doortocht Maarkedal<br />
van km 0 tot km 26,764<br />
j J-- 1~ 1<br />
Id<br />
N458 Gent c Watervliet<br />
1169 15,24 15,24 Kruispunt Vietweeghe te Kaprijke (N448)<br />
vankm 0 tot km 25,625<br />
IfJ-! 3 gemeente<br />
&IS8 Qent - Boekhoute (Assenede) - Nederlands<br />
558 12.99 13,i 3 Doortocht te Ertvelde<br />
VaJlklll<br />
ik<br />
( 100 -. 3<br />
N460 Aalst - Schendelbeke (Geraardsbergen)<br />
1631 0,991 5,609 Doortocht te Kerksken (Haaltert)
_._<br />
Oost-Vlaanderen<br />
MC Mede Opdrachtgever:<br />
Rubriek 1 2901 11 2002 /j 2003 ~<br />
vankm 0 tot km 26.323<br />
ProjectNr van km tot km omschrljvlng<br />
Or<br />
N462 Wetteren - Zottegem - Brakel<br />
1192 6,6 79 Structureel onderhoud te Bavegem<br />
ia<br />
ld<br />
N4!#7 Schoonaarde (Dendermande) - Overmere (Be<br />
1159 657 6,57 Rotonde aan De Kteppel (N445)<br />
N469 Merelbeke - Zwljnaarde (Gent)<br />
1194 0 35 Aanleg fietspaden<br />
16 gemeente<br />
MU5 Beveren - Steendorp (temse)<br />
566 27 5,7 Vak tussen Ei7 en N70 te Beveren + aanleg<br />
fietspaden<br />
Secundaire Wegen art. 63.21<br />
van km 19,666 totkm 94,466<br />
11<br />
l Ii 36 ii I 1<br />
NO& vak2 Nlnove - KlUiSbWQWI<br />
1212 26,6 26,55 Structureel onderhoud + fietspaden tussen de<br />
N45 en de N460<br />
...l,c..M) ~,<br />
11<br />
l ~__!i<br />
1213 26,55 32,02 Structureel onderhoud + fietspaden op het vak<br />
Voorde - Ophasselt<br />
11<br />
van km 0 tot km 10,964<br />
i. 15 1i 1;<br />
NO41 vak1 R41(Aalst) - N47<br />
1555 za 3,39 Structureel onderhoud + fietspaden<br />
vankm 6,366 totkm 21<br />
gemeente<br />
11<br />
i “ll “-1<br />
N047 vel& Baardegem - Zele<br />
1195 6036 6,9 Aanleg fietspaden te Lebbeke<br />
11<br />
II /<br />
1566 15.37 16,3 Structureel onderhoud + fietspaden<br />
9,966 tot km 16,316<br />
Lm ”<br />
11 gemeente<br />
3, /I li !<br />
N25!3 bendemrlndeke - Nlnove<br />
545 12,55 1532 Aanleggen fietspaden op vak Denderwindeke -<br />
Meerbeke<br />
van km 0 tot km 7,696<br />
N411 Aalst - Baardegem
Oost-Vlaanderen<br />
MC Mede Dpdrachtgever:<br />
11 gemeente en Stedelijk<br />
F<br />
wan km lot k;m omschrljvlng<br />
0.27 7,8,85 Structureel onderhoud vak Aalst - E3aardegem<br />
met inbegrip van fietspaden<br />
ProlecfNr<br />
648<br />
11<br />
F<br />
N419 temse - Zwijndr~lht (N49)<br />
1294 4,382 ll.40 Aanleg fietspaden op het vak Bazel-Kruibeke<br />
N434 Eeklo - Kerselaer ([St-Lsurslns)<br />
11<br />
F<br />
652 2,57 8,348 Vak Eeklo. Kerselaar (N458)<br />
vankm<br />
l _- .. 1;.<br />
N435 Loze (Krulshoutem) - Nederzwalm @walm)<br />
F<br />
1566 5,5 ;!,7 Aanleg fietspaden te Zingem<br />
van km 1,666<br />
1 I<br />
N437 Brug over Al4 - Ni35<br />
11<br />
F<br />
3 8 Aanleg fietspaden I.e Nevele<br />
1711<br />
11<br />
II<br />
F<br />
12,05 17,03 Aanleggen fietspadlen te St. Martens Latem en<br />
Nazareth<br />
1163<br />
11<br />
van km 18,918<br />
l ll<br />
F<br />
N437 N35 - brug over Al4<br />
1164 22,34 25,8 Aanleggen fietspadlen op het vak Lozer-<br />
Kruishoutem<br />
11<br />
I Ï!<br />
F<br />
1165 25,8 223,8 Aanleg fietspaden op het vak Kruishoutem-<br />
Waregem<br />
van km<br />
/<br />
11<br />
IP<br />
F<br />
N449 Zelzatle - Wetteren<br />
1187 0 11,04 Aanleggen fietspadlen op het vak Zaffelare-<br />
Wachtebeke-Zelzalte<br />
tot km 8,148<br />
vankm<br />
i -’<br />
/ . . -1;<br />
N450 verbinldlng Melsele - Kallo te Beveren<br />
11<br />
-11 .I / 46 l<br />
F<br />
1190 1,58 :3,7 Structureel onderhoud en fietspaden<br />
tot km 8,136<br />
il 5 ( ó’ /<br />
van km 9<br />
11<br />
F<br />
N462 NazarMh = Semmsrzake (Gavere)<br />
1W 489 !5,1 N452 Fletspad te Semmerzake<br />
tot km 2f1,7<br />
van km 0<br />
N456 Gent - Watetvîiet
?;<br />
Oost-Vlaanderen ~.<br />
Mede Opdrachtgever:<br />
gemeente<br />
omschrl)vlng<br />
Aanleg fietspaden vak Evergem - Sleidinge van<br />
kmp 5,47 tot kmp 7,17<br />
ProlectNr van km tot km<br />
554 5.45 7.17<br />
Aanleggen fietspaden Molenstraat te Kaprijke<br />
1934 20.28 21.3<br />
gemeente<br />
N@ Gent - Boskhoute (Assenede) - Nederlands<br />
1191 9.39 9,25 Fietspaden cp het vak Beekstraat Wippelgem<br />
N481 brongen (Gent) - Knesselare<br />
559 0.3 2,232 Vak Drongen - Merendree - Aanleg fietspaden<br />
25323<br />
30 l<br />
yY_!!! :“’ .] p I.. ...!.~;_~<br />
gemeente + Aquafin<br />
F<br />
N482 Wetteren - Zottegem - Brakel<br />
1193 1st 3,i Aanleg van fietspaden te Massemen<br />
van km tot km 9,114<br />
F [ 25 ,; 1; /<br />
N&N Geraardsbergen - NB<br />
1197 6.5 8,~ Aanpassing bestaand fietspad te Parike<br />
i~LIl90 J l 974 1. 723 ~1<br />
Totaal Oost-Vlaanderen
,ProlactNr ---=__-_ van km tot km omschrljvlng<br />
Secundaire Wegen art. 73.11<br />
Algemene werken In de provlth Llmburg<br />
0<br />
Oppervlaktebehandeling op wegen en fietspaden<br />
253 -1 -1<br />
II~ 304 AMINAL (MINA-plan)<br />
B<br />
Ontsnipperingsprojecten - later nominatief te<br />
bepalen.<br />
1243 -1 -1<br />
Iv<br />
Allerlei ingrepen van beperkte omvang met het<br />
oog op het verbeteren van de verkeersvelligheid.<br />
1225 -1 -1<br />
0<br />
Aanleggen van autobushalten en/of infostanden<br />
later nominatief te bepalen.<br />
1219 -1 -1<br />
:.ö ~IÍ 5 II 5 l<br />
0<br />
Bouwputten voor weeginstallaties - later<br />
nominatief te bepalen.<br />
1218 -1 -1<br />
Or<br />
Herstellen kwsverharding<br />
454 -1 -1<br />
C<br />
Aanleg carpoolparklngs<br />
1304 -1 -1<br />
Vb<br />
Leveren en plaatsen van veiligheidsinrichtingen<br />
298 -1 -1<br />
Ok<br />
Kleine herstellingen aan de kunstwerken.<br />
283 -1 -1<br />
A<br />
Aanbrengen functionele beplantingen op allerlei<br />
wegvakken - later nominatief te bepalen.<br />
260 -1 -1<br />
S<br />
Aanpassing en vernieuwing signafisatie.<br />
251 -1 -1<br />
Or<br />
Herstellen cementbetonverhardingen of<br />
verhardingen In keibestrating.<br />
291 -1 -1<br />
Iv<br />
WO2 vek4 A2(aaniQultlng 2s) - R70 (Hasseft)<br />
1468 57,7 55 Kruispunt N2/N2d te Herk de Stad<br />
0<br />
1631 643 66 Hasselt: Herlnrichting doortocht te Kermt.
MC Mede Opdrachtgever:<br />
16 Hasselt<br />
Iv<br />
omschrljvlng<br />
Conflictvrije regeling en onderdoorgangen voor<br />
fietsers t.b.v. afrit Luik: complex Hasselt-West te<br />
Kuringen<br />
ProjeotNr van km tot km<br />
306 66,4 60,4<br />
8, 16 de Lijn<br />
wv<br />
Busbaan en rotonde Koningin Astridlaan te<br />
Hasselt<br />
305 71 71,5<br />
Herk de Stad<br />
3<br />
D<br />
&&2d doortocht te klerk-De-Stad<br />
312 1.2 1,5 Doortocht Herk de Stad.<br />
Herk de Stad<br />
16<br />
IV<br />
1157 1.6 1,9 Herinrichting kruispunten Centrumlus te Herk de<br />
Stad.<br />
16<br />
!-.-- ö-- -1<br />
van km 66,325 tot km 60,173<br />
1 .loO I! II 100 i<br />
wv<br />
N& tik3 St-Trulden - N3e(KmO)<br />
310 69.6 73,l Sint-Truiden - Heers: Renovatie vak Heers -<br />
grens Liege<br />
Ng72 vhkl N74 (Zonhoveti)-Heusden(Meukden-Zolder)<br />
Iv<br />
9,2 Heusden-Zolder: kruispunt Suska. Rotonde<br />
1627 9<br />
IV<br />
15 Rotondes wegvak Mijnschoolstraat-Kasteletsingel<br />
te Beringen.<br />
1510 11<br />
lv<br />
1511 16 16.1 Herinrichting kruispunt Kerk Beverfo (N72/N72b)<br />
0<br />
NO72b dtirtocht te Beverlo (Ekf%&I)<br />
1612 0 1 Herinrichting doortocht Beverlo (Beringen).<br />
D<br />
Ng72j vak1 N78 (Kinrckl)-Ek(brug Wlll~msvaart)<br />
1476 4,5 5,5 Doortocht Breeërsteenweg te Kinrooi<br />
’ i- 0 _._j<br />
van km PM tot km as2<br />
, ,.o.. , ,<br />
Il- ~~7<br />
0<br />
Ne3a R73(Brw) - N73<br />
322 0 0,5 N073sJN76 Bree: renovatie Nieuw Stadpoort,<br />
Cobbestraat en Kloosterpoort<br />
16 Hasselt<br />
WV<br />
NO75 vak1 N74 (Hasselt)-N%J(Genk)<br />
358 0 4 Herinrichting Genkersteenweg te Hasselt
=._.. -._._i~._;;;~; ..-_; ~~;= =~ ~~_ .___~<br />
Limburg _... ~ _L_~. ,~_~.. _<br />
Rubriek [:_“j[~“_j[~öj3j Mede Opdrachtgever:<br />
wv<br />
ProjectNr van km tot km omschrihrlng<br />
388 4 105 Genk: Herinrichting Hasseltweg te Genk.<br />
323 10.7 13 Genk: Herinrlchting Europalaan<br />
Or<br />
bd# viki N?g ; AiS(aansluAlng ti)(Borgtoon)<br />
1478 83 2 Renovatie vak te Borgioon<br />
D<br />
1479 604 7 Doortocht vak N777-N20 te Kortessem<br />
wo<br />
#076‘vak4 O&ibbwk - N%il(Bree)<br />
1489 29,8 31 Ontsluiting industriegebied Opgiabbeek<br />
&.#&~f&~tiVti~@&tï&~ &nti,(ghns N,,),<br />
Rotonde Noord t.b.v. complex A2<br />
(Maasmechelen)<br />
359 16,7 16,8<br />
Wn<br />
Onstiuiting reconversiegebied Eisden te<br />
Maasmechelen.<br />
370 195 215<br />
Doortocht vak N75-N771 te Lanklaar (Diisen-<br />
Stokkem)<br />
1482 25 28.5<br />
Ontsluiting BPA Kioosterbempden te Maaseik<br />
1483 35 35.5<br />
Rotonde N761 (Bieumerstraat) te Maaseik<br />
1481 35.5 3506<br />
,/ totkm ,,_ olll *#j7<br />
[_~~~_,<br />
“” _.._. O<br />
3 Maaseik<br />
D<br />
i&+~ii ciixmcht tB Mammjk<br />
1484 1,25 2.9 Doortocht Maastrichtersteenweg en<br />
Burgemeester Philipslaan te Maaseik<br />
20__-,;_. ..__ y,, .:J”<br />
van km<br />
r ..”<br />
IV<br />
Nor9 Yak1 St-Trulden - Tongeren<br />
1181 2.5 3 Rotonde N79 x N759 te Brustem<br />
vankm 8,402 tot km 19,17<br />
,_- .~.l____l, ~_~~.,,. _____~_./<br />
Wn<br />
Nl& Veerle (Laakdal) - Heppefl (Leopoldsburg)<br />
1513 -1 -1 Ontsluiting industriegebied Meerhout te Ham<br />
van km 9,168 tot km 15,189<br />
NB48 Voeren n Nederlandse grens
Limburg<br />
Mede Opdrachtgever:<br />
Or<br />
ProlectNr van km tot km omschrllvlng<br />
1514 10,8 14 Overlaging vak te SLPletersvoeren (Voeren)<br />
vankm 0,846 tot km 14,018<br />
i II 15 ii J<br />
IV<br />
N716 St~~iukb~ - Her%-De-Stad<br />
1182 0 9 Rotonde Menten de Horneplein te StTruiden<br />
HeusdenZolder<br />
N~iS~‘~tleUeden (Heusden-Zolder) - Meeuwen (Meeu<br />
413 1 1.9 Heusden - Zolder: Doortocht Brugstraat D<br />
N72l. hee 9 Neeroeteren (Maaselk)<br />
1488 4 45 Doortocht Opkter D<br />
ti722 Haee6lt - SbTruiden<br />
1489 0 1 Herinrichting te Hasselt Or<br />
18<br />
,N% -Bokrfjk(Genk) - Kelchterhoef(Houthalen-H<br />
1517 8 8 Aanleg rotonde Transportlaan te Genk IV<br />
18<br />
1518 607 9,l Herinrichting aansluitingen complex A2 te Genk Iv<br />
Heusden-Zolder<br />
18<br />
N729 iWmt (Hasselt) 1 Zolder (Heusden-Zolder<br />
1050 8 6,2 Poorteffect en rotonde Galgeneinde-Vrunstraat te Iv<br />
Zolder (toegang Domein Bovy)<br />
Or<br />
N$30 Tongeren - Bree<br />
435 11,8 12,5 renovatie vak Bilzen - Munsterbilzen<br />
Bilzen<br />
3.4<br />
D<br />
437 12,5 16 Bilzen: doortocht te Munsterbilzen<br />
18<br />
Iv<br />
1697 155 155 Bilzen: Rotonde Taunusweg<br />
riolering As<br />
3<br />
D<br />
436 27,5 28,2 As:Ooortocht Andre Dumontlaan<br />
van km 0 tot km 4,563<br />
r- /<br />
l j 20 1<br />
Or<br />
Ni42 verblndlng N;ra - De Mme te Dllsen<br />
1510 0,9 2,2 Renovatle ASauwenlaan te Dilsen-Stokkem
_: ^ __ -_~-mmT-mYamm-r _ .i-- - .~--. =<br />
_~__. Limburg _ .__..=<br />
Mede Opdrachtgever:<br />
Rubriek 1 2001 11 20&? l[ 2603 1<br />
ProjectNr van km tot km omschrljvlng<br />
bliu Zwartberg (Genk) - Wiemiesmeer (Zutendaal<br />
Or<br />
1520 0 1 ,l Onderwijslaan te Genk- structureel onderhoud<br />
Or<br />
N7rlti Sllzen - Rlsmst<br />
1495 0 1 Herinrichting vak te Bilzen<br />
Borgloon<br />
D<br />
N7114a doottcicht te Borgloon<br />
1522 0,5 1 ,l Doortocht Sittardstraat en Guldenbodemlaan te<br />
Borgloon<br />
Dilsen-Stokken<br />
N7H Klnrooi - Rotem-@hen-Stokkem)<br />
443 12 12,2 Rotem: Poorteffect (Dilsen-Stokkem) D<br />
Maaseik<br />
Nh Mhaelk - Nwoetersn (Maaselk)<br />
440 0 0,75 Maaseik: Herinrichting kruispunt Bospoort (N762, D<br />
N76b)en Bosmoienlaan (N773/N770)<br />
totkm 2.03<br />
vankm<br />
de lijn<br />
11 ëö:J<br />
1:. ._:<br />
D<br />
ROm Ring om Tongeren<br />
462 0 2 Tongeren: Doortocht Ringlaan<br />
__-. .._.__ _.-_ _~-~~~____..__<br />
Secundaire Wegen art. 63.21<br />
/ _ ,j ~..~ .,,............<br />
50 ‘-1<br />
van km 72,641 tot km 94,969<br />
Bilzen<br />
11<br />
NO62 vak5 R71 (Hasselt) - (NLQrens) haken<br />
1469 66,3 91,9 Fietspaden te Mopertingen (Bilzen) F<br />
van km 29.5 tot km 44,98<br />
13<br />
/ -lö11 40 II_k /<br />
Nb76 vak4 Opglabbesk - N78J(Bree)<br />
1049 37.6 44,6 Vak N719 Weg naar Helchteren(Meeuwen- F<br />
Gruitrode) - N73 Rode Kruislaan @ree) met<br />
inbegrip van studie.<br />
11<br />
van km 0 totkm 228<br />
>~<br />
50 ]i -;oo ][ ) I.-- o-- 1<br />
riolering<br />
Borgloon+Tongeren<br />
NO?g vak1 St-l’ruiden - Tongeren<br />
375 143 17,6 Borgloon: vak Borgloon - Tongeren: fietspaden F
- Limburg ._c_-__P- --~--.<br />
MC Mede Opdrachtgever:<br />
Rubriek 1 2001 11 2092 11 20031<br />
vankm 9,402 tot km 19.17<br />
ProJectNr van km tot km omechrlJvlng<br />
NI41 Vwirle (igakdal) - Hippen (Leopoldsburg)<br />
11 riolering Ham<br />
302 9,6 12 Ham: Rotonde en fietspaden vak Al 3 - F<br />
Albertkanaal<br />
11<br />
vankm 3,963 totkm 23,82<br />
~~_ 25-.-- ~, r ~---..-.. // ._.-._ . ll ..-.-<br />
N712 Lommel - keerpett<br />
1497 36 40 Fietspaden te Hamont F<br />
N717 Beringen -Herk-DeStad<br />
408 0,s 5,2 Aanleggen fietspaden te Lummen F 11.16 Lummen + Aquafin<br />
11<br />
vankm<br />
- _ .__-I. ,<br />
l_. ~.._~<br />
?&& HBSWt - St-‘hulden<br />
1490 2 12 Fietspaden te Alken<br />
Fietspaden te Thiewinkel (Lummen) 11 Aquafin + Lummen<br />
1516 3,3 5.5<br />
11 Opglabb.tAs<br />
h$g Tong& - Bres van km 0 tot km 42,7<br />
..-.._.<br />
434 2084 30.2 As (St.Aldegondissfraat)-Opglabbeek<br />
l..-..-- 20 .--.- ----.-. )I_ ‘-o-‘-I[ _]<br />
(Lietenstraat)<br />
F<br />
Vak Oude Kerkstraat-Leemkuilstraat le<br />
Opglabbeek<br />
1054 32,3 33,3<br />
Vak Campstraat-Venhovenstraat te Meeuwen- F<br />
Gruitrcde<br />
1056 34,1 36.2<br />
Vak Neerhovenstraat(Meeuwen-Gruitrode)- F<br />
N760 Muizendijk @ree)<br />
1053 37,7 39,6<br />
Vak N760 Muizendijk-Kipdorpstraat te Bree F<br />
1059 39,6 40,5<br />
Hasselt<br />
F<br />
Ni39 verblndlng Kurlngen - Wevoort te Hasselt<br />
439 3,6 4,2 Hasselt: aanleg fietspaden vak Stevoorl-<br />
Kuringen<br />
Totaal Limburg
VIF MEERJARENPROGRAMMA<br />
~mgnmma 64.10 - Binnenvaart - BA 73.21<br />
Pmgm,,,,,a 64.20 - Waterbehemlng . BA 73.21<br />
Pmgramms 64.00- Bruggen - BA 73.11<br />
BIJLAGE IV<br />
El 209 Stuk 15 (2000-2001) - Nr. 6-1<br />
INDICATIEF MEERJARENPROGRAMMA WATERWEGEN
Stuk 15 (2000-2001)- Nr.6-1 El 210<br />
le Zulendaal en
El 211 Stuk 15 (2000-2001)-Nr.6-1<br />
Aulomatiseting bruggen te Zeekanaal 20<br />
G,imbargen. Humbeek en BnrsselSchelde<br />
Tissell<br />
Herstellen van bruggen Zeekanaal 40<br />
Gnmberge”. Humbeek B” Sn,sset-Schelde<br />
l?*se,c aanpassing<br />
aandninng<br />
TOTAAL 4175 4264 4555 4767<br />
kanaal G<br />
ded,gmge” en d,,k
Stuk 15 (2000-2001)- Nr.6-1 El 212
El 213 Stuk 15 (2000-2001)-Nr.6-1
BIJLAGE V<br />
INDICATIEF MEERJARENPROGRAMMA HAVENS<br />
VIF INDICATIEF MEERJARENPROGRAMMA HAVENS Programma 64 00 BA 51.11; 71.10; 63.21 en 73.21.<br />
HAVEN VAN ANTWERPEN<br />
Linkeroever Containerdok West Baggerwerken 800 1.100 1.100 500<br />
Linkeroever Containerdok West Kaaimuren 2.130 432<br />
Linkeroever Containerdok West Onteigeningen 700 600 400 400<br />
Linkeroever Containerdok West Patentrechten 15<br />
Linkeroever Tweede sluis LO 30 450<br />
Linkeroever Verrebroekdok Baggewerken 200 448 370<br />
Linkeroever Verrebroekdok Duiker 35<br />
Linkeroever Verrebroekdok Kaaimuren 195 255<br />
Linkeroever Wegen 222 822 312 162<br />
Linkeroever Bufferzones 155<br />
Rechteroever Nieuwe Royerssluis Viaduct 500<br />
c Rechteroever Renovatie Middensector west Baggerwerken 50 50 50<br />
3<br />
Rechteroever Renovatie Middensector west Kaaimuren 90 120 120<br />
Rechteroever Renovatie Van Cauwelaertsluis Deuren 300 250 250<br />
Rechteroever Vernieuwing radarinstallatie 40 40 40<br />
Rechteroever Wachtdok voor lichters Baggerwerken 75<br />
Rechteroever Wachtdok voor lichters Kaaimuren 120<br />
Totaal Haven van Antwerpen 4.587 3.254 3.490 2.597
VIF INDICATIEF MEERJARENPROGRAMMA HAVENS Programma 64 00 BA 51.11; 71.10; 63.21 en 73.21.<br />
30 50 375 195<br />
200 250<br />
Kaaimuren<br />
Sanering stort Lange Akkers<br />
haven Kaaimuren Haven van Gent<br />
haven<br />
Kaaimuren Haven van Gent<br />
300 300 400<br />
Baggerwerken<br />
haven Kluizendok<br />
200 252 240 120<br />
80<br />
Kaaimuren<br />
Koppelingsgebieden<br />
haven Kluirendok<br />
haven<br />
Kluizendok<br />
150<br />
Sanering La Floridienne<br />
30<br />
Subsidies voor verplaatsingen leidingen<br />
en plaatsen van leidingen<br />
haven Kluizendok<br />
haven<br />
Kluizendok<br />
haven Kluizendok Onteigeningen omgeving Kluizendok 30 15 15 15<br />
haven Wegenis Wegeniswerken 550 650 350 550<br />
Studies 6<br />
Totaal Haven van Gent 816 1.497 1.510 1.530
VIF INDICATIEF MEERJARENPROGRAMMA HAVENS Programma 64 00 BA 51 .ll ; 71 .lO; 63.21 en 73.21.<br />
HAVEN VAN ZEEBRUGGE<br />
80<br />
50 90<br />
Afwerken van het dokuiteinde<br />
Noordelijk insteekdok<br />
Achterhaven<br />
45<br />
Baggerwerken<br />
Kaaimuur retourkaai<br />
Noordelijk insteekdok<br />
Noordelijk insteekdok<br />
Achterhaven<br />
Achlerhaven<br />
200 100<br />
25<br />
BaggeNverken<br />
Bouwen steigers<br />
Zuidelijk kanaaldok<br />
Zuidelijk kanaaldok<br />
Achterhaven<br />
Achterhaven<br />
25 25 25 25<br />
124 365 325 300<br />
Herstel oevers<br />
Zuidelijk kanaaldok<br />
Achterhaven<br />
Kaaimuren<br />
Zuidelijk kanaaldok<br />
Achterhaven<br />
m<br />
-<br />
50 50 50 50<br />
125 63<br />
Verdere ophoging van terreinen<br />
Dempen zuidelijk gedeelte en uitvoeren<br />
van baggerwerken<br />
Achterhaven<br />
Brittanniadok<br />
Haven te Brugge Renovatie haven Brugge 19 19<br />
Leopold Il-dam Bouwen van een steiger 36 50<br />
Leopold Il-dam Kaaimuren 20<br />
Wegenis in de zuidelijke Wegenis 100 100 50<br />
Wegenis in Westelijke Wegenis 9 9 39 9<br />
Wielingendok/Albert tl dok Albert II dok Baggerwerken 100<br />
Wielingendok/Albert II dok Albert II dok Bouw aanlegsteiger 83<br />
WielingendoWAlbert II dok Albert II dok Kaaimuren 155 150 175 150<br />
Wielingendok/Albert II dok Albert II dok Ophogen terreinen 83 83<br />
Studies 10 10 20 40<br />
Totaal Haven van Zeebrugge 740 892 1.183 896
VIF INDICATIEF MEERJARENPROGRAMMA HAVENS Programma 64 00 BA 51 .ll; 71 .lO; 63.21 en 73.21.<br />
HAVENVANOOSTENDE<br />
Inrichting Terrein Plassendale 200 307 138 270<br />
Terrein Plassendale I<br />
Achlerhaven<br />
Inrichting haventoegang 190 300 300 200<br />
Haventoegang<br />
Haventoegang<br />
Fly Ovedunder 30<br />
Inrichting Voorhaven<br />
Voorhaven<br />
Kaaimuren 75 90<br />
Inrichting Voorhaven<br />
Voorhaven<br />
Wegenis 100 30<br />
Inrichting Voorhaven<br />
Voorhaven<br />
Totaal Haven van Oostende 565 757 438 470
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 218<br />
BIJLAGE VI<br />
HOORZITTING MET DE LIJN<br />
Voorstel meerjareninvesteringsprogramma van De Lijn<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer, voorzitter : De heer Van Wesemael, de heer Peumans en de heer<br />
Vandeweghe zullen de inleiding verzorgen met betrekking tot de infrastructuurinvesteringen van De Lijn.<br />
De heer Van Wesemael heeft het woord.<br />
De heer Hugo Van Wesemael : Mevrouw de voorzitter, geachte leden van de commissie, met betrekking tot<br />
de investeringen 2000-2004 wordt nu een map rondgedeeld met de korte inhoud van wat ik hier wil aanbrengen.<br />
In het algemeen behelst dit wat er aan investeringen voor De Lijn wordt vooropgesteld en waarbinnen<br />
deze worden gekaderd. De discussie over de investeringen voor 2001 is voor het eerst in de raad<br />
van bestuur gevoerd vorige maand en komt volgende week opnieuw ter sprake. Vervolgens willen wij van<br />
de minister ook graag weten op welke bedragen we mogen rekenen voor de volgende jaren. Daarom gaat<br />
het ook om een totaalpakket van investeringen 2002-2004 met een algemene visie inzake de doelstellingen<br />
van De Lijn, mede in het kader van de behoeften.<br />
Ik overloop even de actuele kerncijfers voor 1999. Het betreft hier geen frank, maar wel 223 miljoen klanten<br />
! Aantallen dus. De vervoerontvangsten belopen 4,73 miljoen frank. Daarin zijn niet begrepen de tarifaire<br />
maatregelen zoals de derdebetalersystemen. Denk daarbij aan de 65-plussers en de -25-abonnementen<br />
die zullen worden ingevoerd, of aan de diverse tariefinvloeden die we nog hebben, zoals abonnementen,<br />
die ongeveer een miljard frank belopen. Dat moeten we eigenlijk bij die 4,73 miljard frank tellen, die<br />
betrekking hebben op vervoersontvangsten op de rijtuigen. Dit moeten we tegenover de 11 miljard stellen<br />
die we in het kader van de jaarbudgetten van de <strong>Vlaams</strong>e regering krijgen.<br />
Bij de afgelegde voertuigkilometers zien we volgende cijfers : bussen van De Lijn : 73,96 miljoen voertuigkilometer<br />
; bussen verhuurders : 41,35 miljoen voertuigkilometer. Het debat omtrent die verhouding wil ik<br />
graag op een andere keer aangaan, maar u ziet hoe deze twee zich tot elkaar verhouden en vooral de vertaling<br />
daarvan naar de toekomst in het licht van de Europese regelgeving. Trams komen aan 11,67 miljoen<br />
kilometer, trolleybussen aan 0,63 miljoen kilometer. Het totaal aantal afgelegde vervoerskilometers –<br />
127,61 miljoen – moeten we zien in verhouding tot het totaal van 223,23 miljoen klanten van De Lijn.<br />
De voorzitter : Hoe verklaart u een totaal van 223,23 miljoen 'reizigers' in een land met ongeveer 10 miljoen<br />
potentiële klanten ? Of gaat het hierbij om ritten ?<br />
De heer Hugo Van Wesemael : Zo kunt u het stellen, inderdaad. Het gaat om het totaal aantal 'opstappers'<br />
op De Lijn. Het opstappen geldt als 1 'reiziger'. Het jargon 'rit' behelst nog iets anders dan het jargon<br />
'klant' : een rit is de route van A naar B, een klant is een opstappende reiziger.<br />
Voor de bus- en tramvloot zijn volgende cijfers opgenomen : er zijn 1.679 bussen in regie bij De Lijn, 847<br />
bij de verhuurders ; er lopen 274 trams – ongeveer 165 in Antwerpen, 50 in Gent en 50 aan de kust – en 20<br />
trolleybussen in Gent. Bij de cijfers inzake de medewerkers ontbreken wel de cijfers over de chauffeurs<br />
van de verhuurders, de partners. Dat zijn er ongeveer 1.600. Dit aantal mag vanzelfsprekend niet in verband<br />
gebracht worden met de verhouding van het aantal medewerkers van De Lijn zelf, want wij doen ook<br />
nog aan beleid, controle en beheer van de lijnen. Het gaat dus niet louter om een verhouding aantal bussen/aantal<br />
chauffeurs.<br />
Geografisch gezien klopt de desbetreffende kaart niet helemaal, want Brussel ligt op de MIVB-stip, in<br />
tweetalig gebied. Ik laat dit dan ook verder terzijde.<br />
De beheersovereenkomst hebben wij al met deze commissie besproken. Daarin zijn de verplichtingen van<br />
De Lijn opgenomen. In het aanbod worden de normering, de kwaliteit en de kwantiteit centraal gesteld.<br />
Wat betreft de exploitanten zijn we met de vernieuwing van de contracten bezig. Ook de tarieven zijn al
219 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
aangegeven voor het komende jaar en ze worden volgende week aan de raad van bestuur voorgelegd om<br />
daarna bij de minister terecht te komen. Bovendien geldt er een verplichting tot informatieverstrekking.<br />
Op de samenwerkingsovereenkomst kom ik nog terug in het kader van de investeringen van De Lijn. De<br />
investeringen zelf en de uitvoering daarvan, daarover hebben we het vandaag. De mobiliteitsconvenants<br />
zijn er ook in opgenomen en ten slotte is er nog de verplichting tot het aanleggen van 2 kilometer tramspoor<br />
per jaar.<br />
Binnen de beheersovereenkomst zijn ook een aantal verplichtingen van het <strong>Vlaams</strong> Gewest ingeschreven.<br />
Dit behelst in eerste instantie de netnormering, een term die wordt vervangen door netmanagement. Vervolgens<br />
zitten daarin vervat de exploitatie-dotatie, de mobiliteitsconvenants – welke bedragen vertrouwt<br />
de overheid in dit verband toe aan De Lijn ? – de investeringen en de daaraan gekoppelde garanties. Ook<br />
de afbakening van de stadsgebieden behoort tot de verplichtingen van het <strong>Vlaams</strong> Gewest en is belangrijk<br />
in het kader van de ruimtelijke ontwikkeling. Wat betreft de samenwerkingsovereenkomsten, behelst deze<br />
verplichting dat we deze ten overstaan van het <strong>Vlaams</strong> Gewest, maar ook ten aanzien van de spoorwegen<br />
en de andere betrokken maatschappijen moeten respecteren.<br />
In de beheersovereenkomst met de <strong>Vlaams</strong>e Gemeenschap zit het integraal deel van de samenwerkingsovereenkomst<br />
vervat dat betrekking heeft op de samenstelling, de vorm en de timing. Dit stemt overeen<br />
met wat u vroeger hebt gevraagd in verband met de manier waarop we binnen de krijtlijnen van zo een beheersovereenkomst<br />
moesten werken. Ik kom daarop terug in het licht van de investeringen, de samenstelling<br />
en de vorm ervan en timing die we desbetreffend daartoe moeten respecteren. Vervolgens omvat de<br />
overeenkomst ook het totaal aan projecten die gefinancierd worden door middel van kapitaalsubsidies en<br />
eigen middelen. Dit behoort dus tot het totaalpakket van de eigen balansen van De Lijn.<br />
Algemeen verwijs ik naar het afwegingskader voor onze investeringen. In de eerste plaats is dit de regeringsverklaring<br />
en dus de vraag wat er met betrekking tot mobiliteit in Vlaanderen dient te gebeuren. Ten<br />
tweede heeft dit te maken met het voogdijbeleid van de bevoegde minister. Daaruit hebben we drie zaken<br />
gedistilleerd : de uitbreiding van de stedelijke en de voorstedelijke tramnetten, de basismobiliteit en de mobiliteitsconvenants.<br />
We hebben met het oog daarop de investeringen aangepast. Bovendien hebben we nog<br />
de beheersovereenkomst, waarin ook dehoogte van de investeringen opgenomen zijn. Er zijn ook nog het<br />
strategisch ondernemingsplan De Lijn, het operationeel plan en de actieplannen. Wij gaan uit van dat algemene<br />
strategisch plan waaronder diverse andere specifieke plannen ressorteren : exploitatie-, investerings-,<br />
financieel plan, personeelsplan, marketingplan.<br />
Binnen dat kader bekijken we de operationele plannen over vijf jaar. Het jaarlijks actieplan is bindend<br />
voor onze diverse 'entiteiten' teneinde binnen de vooropgestelde vijf jaar met dat actieplan te kunnen vorderen.<br />
We zien straks bij de details van de investeringen voor de volgende vijf jaar hoe zich dat tot elkaar<br />
verhoudt. Uiteraard worden op basis van de actieplannen door de verschillende entiteiten investeringsvoorstellen<br />
geformuleerd. Deze worden 'geclusterd' in Mechelen bij de centrale diensten. Er is ook nog samenwerking<br />
met andere besturen zoals AWV, de steden en gemeenten. Ook de continuïteit is van essentieel<br />
belang aangezien er investeringsprogramma's over verscheidene jaren lopen. In dit verband zal ik het<br />
er later nog over hebben hoe we deze programma's sneller kunnen doen vooruitgaan. Uiteindelijk moet er<br />
dan nog een projectmatige toetsing gebeuren via de doelmatigheidsanalyse.<br />
Binnen die doelmatigheidsanalyse vinden we een prioriteringslijst, waarbij per project een fiche wordt opgemaakt.<br />
Deze wordt meegenomen bij elke discussie over investeringen ten overstaan van de raad van bestuur<br />
: ze geeft namelijk het afwegings- en doelmatigheidskader en ook het waarom van iets weer. Deze<br />
methodiek wordt gehanteerd voor bedragen vanaf 10 miljoen frank teneinde enige stroomlijn ten opzichte<br />
van het geheel aan te houden.<br />
Voor de objectieve behoeftenanalyse zijn werkgroepen gecreëerd in samenwerking met de administratie,<br />
dit om de samenwerking ook concreet te kunnen toepassen. De projecten worden opgesplitst in beleidsdomeinen.<br />
De objectieve behoeftenanalyse wordt niet toegepast op projecten die deel uitmaken van een projectgroep<br />
: als men eenmaal begint en er ligt nog een deelproject onafgewerkt, dan is men met het geheel al<br />
wel bezig. Ook projecten die het gevolg zijn van andere projecten en de Projecten Rollend Materieel, die<br />
een apart verhaal vormen, ressorteren niet onder de toepassing van de objectieve behoeftenanalyse.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 220<br />
De beleidsdomeinen zelf kent u uiteraard : infrastructuur, het onderhoud daarvan, de exploitatie-ondersteunende<br />
zaken, die rechtstreeks met infrastructuur te maken hebben, het reizigersonthaal, de verkeersveiligheid<br />
en de veiligheid in het algemeen. Gisterennamiddag kregen we nog te maken met een onmiddellijke<br />
actie van onze chauffeurs naar aanleiding van een feit van agressie ten aanzien van de privé-wagen<br />
van een chauffeur en het gooien van een steen door het raam aan de kant van de chauffeur. Daaromtrent<br />
vindt overigens morgen een vergadering plaats met de vakbonden en de werkgroep agressie. Zelf doe ik in<br />
dit verband ook voorstellen met betrekking tot meer mensen op bussen en trams, investeringen in camera's<br />
op de vervoersmiddelen, enzovoort. Die discussie wordt dus gevoerd. Natuurlijk speelt als beleidsdomein<br />
het milieu ook een rol en ten slotte is er nog het stokpaardje van de minister en ikzelf : de doorstroming.<br />
Deze moet toelaten dat we met dezelfde middelen veel meer kunnen verwezenlijken.<br />
Hoeveel bedragen nu de investeringen voor het komende jaar ? Aan rechtstreekse subsidies ontvangen we<br />
2.273,1 miljoen frank, via de diensten afzonderlijk beheer/<strong>Vlaams</strong> Infrastructuurfonds wordt er 980 miljoen<br />
ter beschikking gesteld. Dit laatste betekent een verbetering ten aanzien van vroeger omdat we nu al enkele<br />
jaren via samenwerkingsverbanden met AWV efficiënter kunnen werken. Als bijvoorbeeld op een gegeven<br />
ogenblik wegen opnieuw worden aangelegd of als er fietspaden worden aangelegd, dan zal in tegenstelling<br />
tot vroeger terzelfder tijd een busbaan worden gemaakt en niet met een verschil van drie maanden.<br />
Dit gebeurt nu dus in samenspraak met alle verschillende afdelingen in Vlaanderen.<br />
De eigen investeringen beslaan voornamelijk autobussen en verder ook nog diverse zaken die we gedetailleerd<br />
terugvinden in de respectieve opsomming. Voor de eigen investeringen die ongeveer 1.200 miljoen<br />
frank bedragen, is er een garantie van de overheid ten belope van nu al anderhalf miljard frank, eerder één<br />
miljard.<br />
De gemiddelde levensduur van een bus is zeven jaar. Bussen worden afgeschreven op 14 jaar. Eind dit jaar<br />
'vieren' we 10 jaar De Lijn. Dankzij de verhoging van de investeringen zijn we erin geslaagd te evolueren<br />
van een gemiddelde levensduur van onze bussen van 10 tot 11 jaar naar 7 jaar. Op dit ogenblik hebben we<br />
dit gemiddelde voor het geheel van het autobussenpark bereikt. Jaarlijks vervangen we dus een quotum<br />
van 1/14de deel van het aantal bussen. Dat zijn die 116 bussen waarvan sprake. We breiden dit uit in het<br />
kader van het concept basismobiliteit en de convenants : er worden meer en meer bussen ingezet en het<br />
'bussenpark' wordt aangevuld en verbeterd. De voorbije twee tot drie jaar zijn er 200 bussen meer bijgekomen<br />
en zeker 500 chauffeurs. Ook inzake inkomsten en aantal vervoerde reizigers worden inspanningen<br />
geleverd die we weerspiegeld zien in de opgegeven cijfers van vorige jaren en dit jaar.<br />
Vervangingsinvesteringen in sporen en bovenleidingen belopen voor het komende jaar ongeveer 200 miljoen<br />
frank en vinden we altijd terug op de eigen investeringsbegroting. Dan zijn er nog kleinere investeringen<br />
in machines, computeruitrusting en hulp- en dienstvoertuigen.<br />
Het grote pakket aan kapitaalsubsidies komt vervolgens aan de orde. Binnen de samenwerkingsovereenkomst<br />
gebruiken we het model van de administratie. Dit model gaat uit van verscheidene onderdelen : voor<br />
de contractuele verplichtingen tot en met voor het rollend materieel is er een gedetailleerde opgave voor<br />
het volgende jaar en de daaropvolgende jaren. U ziet voor het komende jaar bij elk van die onderdelen – A<br />
tot en met J – de werkelijke bedragen en de 'reservebedragen'. Waarom is dit als dusdanig opgesteld ? De<br />
zaken die we bij het begin van een jaar plannen, kunnen we niet altijd ook werkelijk uitvoeren tegen het<br />
einde van dat jaar. Er is dus altijd een reserveprogramma. Met de inspectie van Financiën, met de administratie,<br />
met de raad van bestuur en met het kabinet kunnen we dan nog afspreken wat voorrang krijgt.<br />
Daarom maken we een vrij belangrijk pakket aan reserveprogramma's en -plannen op.<br />
De voorzitter : Het gaat hier dus niet om een optelsom ?<br />
De heer Hugo Van Wesemael : Neen, zeker niet. Het is een totaalpakket. 3.256 miljoen frank is het totaal<br />
aan investeringen, maar we leggen daarbij wel 1.894 miljoen frank vast zodat we kunnen 'switchen' om<br />
erop toe te zien dat de toegekende budgetten ook werkelijk worden gebruikt.<br />
Met betrekking tot de belangrijkste investeringen voor 2001 heb ik een aantal voorbeelden opgesomd om<br />
u een beeld te geven van wat daarmee wordt bedoeld. Dit is geen limitatieve opsomming. In het kader van<br />
de verbetering van spoorlijnen denken we bijvoorbeeld aan zaken die op bestaande spoorlijnen worden
221 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
uitgevoerd, in Antwerpen, Gent en aan de kust. Voor wat gebouwen en kunstwerken betreft, gaat het dan<br />
bijvoorbeeld om de park-and-ride en de keerlus voor de tram Noorderlaan in Antwerpen, dit in het kader<br />
van het project 'Punt-aan De Lijn'. Voorts is er de aankoop van het terrein Wissenhage in Gent voor de<br />
bouw van nieuwe stel- en werkplaatsen. Het is bekend dat we naar aanleiding van de instroming van nieuwe<br />
trams en grotere exemplaren in Gentbrugge uitkeken naar een nieuw terrein. Na lang zoeken zijn we<br />
op een 24 hectare groot terrein gestuit dat min of meer met twee tramlijnen verbonden is en zich op het gedeelte<br />
Wissenhage bevindt. Onder meer met lijn 1 is er een verbinding en er loopt ook nog een spoorlijn –<br />
lijn 58 – over de terreinen en die zal moeten worden opgehoogd. Daarover lopen momenteel onderhandelingen.<br />
Beetje bij beetje zullen we daar dan onze nieuwe stel- en werkplaatsen bouwen voor trams en bussen.<br />
Doel hiervan is stilaan een betere samenwerking te bewerkstelligen. Het gedeelte Gentbrugge, aan de<br />
steenweg, wordt te klein en met de stad is intussen afgesproken dat we het vermelde terrein met zekerheid<br />
kunnen verwerven.<br />
Het administratieve gebouw in Gentbrugge wordt op korte termijn uitgebreid. Dat is nodig want de druk<br />
op De Lijn vergroot door wat we aan initiatieven nemen. Denk daarbij maar aan de basismobiliteit, de mobiliteitsconvenants,<br />
derdebetalersystemen, uitbreiding van de ‘parken', steden en gemeenten waar mobiliteit<br />
hoog op de agenda staat, enzovoort.<br />
De aanpassing van stelplaatsen aan de Vlarem-reglementering gebeurt als vanzelfsprekend en we zijn er al<br />
enkele jaren mee bezig. Dit zal op termijn wel zowat 500 tot 600 miljoen frank kosten aan saneringen en<br />
aanpassingen.<br />
In Leuven is er ook de aankoop van het terrein voor de bouw van een stelplaats en een onderhoudscentrum.<br />
Wie Leuven kent, weet ook dat wij aan het station over een compleet nieuwe infrastructuur beschikken,<br />
met nieuwe directiegebouwen. Ten laatste binnen een jaar kunnen we de directiegebouwen in Brussel<br />
verlaten en die in Leuven betrekken. De bedoeling is in Leuven bij het nieuwe busstation een doorgang<br />
onder het station te maken en een nieuwe stelplaats aan te leggen. De huidige stelplaats is zeer cruciaal en<br />
we zullen die op een zeer positieve manier zo te gelde maken.<br />
Ten gevolge van de uitbreiding van De Panne naar Adinkerke, verlaten we ten slotte de stelplaats De<br />
Panne en bouwen we onze nieuwe stelplaats aan het eindpunt, Adinkerke, waar we al geïnstalleerd zijn en<br />
waar we onze trams en bussen samen kunnen laten opereren.<br />
In het kader van de belangrijke projecten voor 2001 kunt u zien dat aan nieuwe spoorlijnen onder meer de<br />
aanleg van een tram- en busbaan Leien Antwerpen is opgenomen. Het verheugt me te kunnen melden dat<br />
die discussie wat ons betreft afgelopen is in Antwerpen. Onze plannen zijn ingediend en genoten expliciete<br />
consensus. Er is sprake van een trambaan in het midden van de Leien met mooie zijwegen en 'ventwegen'<br />
en wat daar nog bijkomt aan aanleg van infrastructuur en halte-infrastructuur. Een eerste gedeelte slaat<br />
dus op nevenwerken, het totale project zal meer dan een miljard frank kosten. U ziet ook nog de studie inzake<br />
de tramlijnverlenging Mortsel-Boechout vermeld staan. In dit verband bracht ik enkele kaartjes mee<br />
om daaromtrent eventueel de drie grote onderdelen van ons beleid – Antwerpen, Gent en later het RIR –<br />
te bespreken. Uiteindelijk bewegen de helft van onze klanten in Vlaanderen zich rond en in die twee polen.<br />
Daaraan moet dus voldoende aandacht worden besteed, zonder daarom de rest van Vlaanderen te vergeten,<br />
want dan komen we in aanvaring met de minister. De verlenging van de tramlijn naar Flanders Expo is<br />
al bezig : denk maar aan de brug die we al aan het aanleggen zijn over de vaart. Voor komend jaar voorzien<br />
we dus de voortzeting van die werken. Dit op korte termijn.<br />
In de vijf entiteiten lopen er projecten in het kader van de verkeerslichtenbeïnvloeding en doorstroming en<br />
de eigen beddingen. Het gaat dan om de niet limitatieve lijst met onder meer de verkeerslichtenbeïnvloeding<br />
– dit zijn we nog aan het herwerken. Omtrent de impact daarvan op het verkeer van onze bussen en<br />
trams wordt momenteel nog een grote discussie gevoerd met AWV. De aanpak in dit verband is niet altijd<br />
zo vanzelfsprekend. Op bepaalde lijnen is daarin nog een grote achterstand. Daarrond wordt evenwel intensief<br />
en in zeer positieve zin samengewerkt en er wordt grote vooruitgang geboekt. Vervolgens zijn er de<br />
doortochten. Het dossier Merksem sleept, bijvoorbeeld, al jaren aan, maar nu is er een doorbraak bereikt.<br />
Er is ook nog een project halteaccomodatie, de centrumhaltes, dat ik persoonlijk heel erg steun. In de bespreking<br />
met minister Stevaert hebben we het erover gehad de sfeer van het openbaar vervoer, van mobili-
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 222<br />
teit, te schetsen via een 'centrumhalte'. De studie daaromtrent is bijna klaar en ze is zeer mooi geworden.<br />
Daarbij wordt uitgetekend hoe zo een halte eruit moet zien, maar ook wat er aan uitrusting nodig is : realtime<br />
informatie over vervoer, telefoonsystemen, fietsenstallingen, park-and-ridesystemen, verwijzingen<br />
daarnaar, de vuilnisbakjes, enzovoort. Het is een totaalconcept en we zullen in dit verband binnenkort dus<br />
met voorstellen komen. We bouwen trouwens zo een halte om het ook eens echt te kunnen zien. Voor<br />
halte-infrastructuur die niet via reclame wordt gesponsord, zijn er natuurlijk ook investeringen.<br />
Nog voor volgend jaar zien we onder F2 de autobusstations staan. In dit verband werken we samen met de<br />
spoorwegen, waar we spoorweggebonden zijn. Ook in het kader van de spoorwegstations doen we een en<br />
ander : Berchem, de Kievitstraat, staat op het programma : er is samenwerking met de spoorwegen en er<br />
wordt een ondergrondse parking gebouwd. Ook Wetteren en Gent-Dampoort zijn opgenomen. Voor Sint-<br />
Truiden is er een zeer goed uitgebouwd station ontwikkeld in samenspraak met de spoorwegen, die zeer<br />
goed gevolg hebben gegeven aan de nood aan integratie en voor- en natransport, die ook de uitstraling<br />
daarvan naar de klant met de bufferfunctie van het station in acht hebben genomen. Vervolgens zijn er nog<br />
Maaseik, Neerpelt en Menen, maar de lijst is zeker niet beperkend.<br />
Met het oog op bedrijfszekerheid lopen er diverse projecten : ontwaardingsapparatuur moet worden vernieuwd,<br />
bovenleidingen, onderstations, enzovoort.<br />
Wat de reizigersinformatie aangaat, zal men meer en meer aan de busstations en de belangrijkste haltes in<br />
real-time de gegevens met betrekking tot de doortochten van bussen en trams kunnen consulteren. Iedereen<br />
kent wel Infotram Antwerpen. In Gent begint het project te lopen. Via GPS lokaliseren we onze trams<br />
en bussen, waarna we via computervergelijking van de reële tijd die ze moeten rijden en de tijd die ze werkelijk<br />
maken aan de klant via screens informatie over de doortochten moeten kunnen aanbieden. Hiermee<br />
hebben we overigens een Europees project – Jupiter -gewonnen samen met Nantes en Bilbao.<br />
Volgend jaar wordt eveneens rollend materieel besteld : onder meer trams voor Antwerpen en Gent. Het<br />
gaat hierbij om het laatste lot van de 45 trams die we bij Siemens – DWA in Dresden hebben besteld. Dat<br />
lot is na een Europese prijsofferte aangekocht en stroomt nu in : de zogenaamde 'Hermelijnen' die meer<br />
en meer in het straatbeeld verschijnen. Er zijn er al 17 in Antwerpen en 8 in Gent. Aansluitend daarop is<br />
het lastenkohier goedgekeurd door de raad van bestuur en op 24 november gebeurt de opening van de<br />
offerte voor de volgende 47. In de wereld van het tramgebeuren zijn er maar enkele grote spelers, drie om<br />
precies te zijn : Bombardier, Siemens en Alstom in Frankrijk. Adtrans is opgekocht door Bombardier, en<br />
DWA, dat van Siemens was, is ook aan Bombardier verkocht. De concurrent van toen we de trams destijds<br />
hebben gekocht – Bombardier, Brugeoise Nivelles – was Siemens, dat de trams liet bouwen door DWA.<br />
Uiteindelijk kocht Bombardier DWA en werden de trams dus nog door de concurrentie gebouwd. Voor de<br />
volgende bestelling moeten we dus uiterst omzichtig te werk gaan : er zullen slechts twee aanbiedingen<br />
zijn : Siemens met Bombardier samen en Alstom. Dit betekent dat er minder en minder spelers zijn, ook internationaal.<br />
Van de Europese commissie kregen we de vraag of we het ermee eens waren dat Adtrans<br />
door Bombardier zou worden opgekocht. Er is dus een grote concentratie op de markt. De prijszetting<br />
voor de nieuwe trams zal dus een belangrijk onderdeel uitmaken van het geheel. Ik heb wel al verwittigd<br />
dat we geen nieuwe studiekosten zullen aanvaarden, aangezien deze zijn uitgevoerd bij de vorige bestelling<br />
van 47 trams. Tot zover het rollend materieel.<br />
Het reserveprogramma overloop ik vluchtig, want dat houdt altijd verband met het werkelijke programma<br />
van 2001. Stel- en werkplaatsen : een nieuwe stelplaats in Winterslag, Tongeren en Brugge. De oude stelplaats<br />
Brugge ligt bijna in het centrum. We hebben grond aangekocht en wijken nu uit buiten de stad. Het<br />
terrein beslaat zowat 3000 vierkante meter. Spoorlijnen : de Leien – fase 2 en de lijn naar Flanders Expo.<br />
Eigen beddingen : Korenmarkt Gent. Er zal 'geswitcht' worden naargelang het mogelijk is, maar de plannen<br />
worden wel klaargemaakt, zodat we te allen tijde de werken kunnen aanvatten als er geld beschikbaar<br />
komt. De studies zijn dan in elk geval afgerond en de voorzieningen getroffen. Dat is dus ook het geval<br />
voor halteaccomodatie en busstations. Er wordt een deel vooropgesteld voor bedrijfszekerheid, voor reizigersinfo,<br />
waar we voor het eerst een call-center wensen te ontwikkelen. Momenteel werken we aan het lastenkohier<br />
terzake : het doel is binnen het eigen bedrijf met één nummer te werken voor alle mogelijke informatie.<br />
Waarschijnlijk zal ik in dit verband een demonstratie geven voor de raad van bestuur en dan kan<br />
dit aspect ook hier worden bekeken. Voor de real-time informatie over een rit die van Bree naar De Panne
223 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
loopt, bijvoorbeeld, met een 'link' naar de spoorwegen en met concreet straat en nummer, moet het nu mogelijk<br />
zijn die informatie ook te verstrekken. Dergelijke informatie moet zeer snel op de schermen kunnen<br />
verschijnen en dit met betrekking tot het hele openbaar vervoer. Het dossier is evenwel klaar en het systeem<br />
is uitgetest. De volgende stap moet zijn die informatie thuis oproepen via internet en dan via gsm. Dit<br />
voor wat een call-center betreft.<br />
Het volgende punt is het meerjarenprogramma 2002-2004. Weeral volgens hetzelfde schema komen daarin<br />
dezelfde zaken terug, onder de loep genomen in het licht van de doelmatigheid, de bedrijfszekerheid en<br />
door alle partners. Het betreft hier een meerjarenprogramma, wat betekent dat daarin 'switchen' mogelijk<br />
is van A naar B of van het ene jaar naar het andere, zoals bijvoorbeeld bij het programma 2001. Dit heeft<br />
mede te maken met de ter beschikking gestelde middelen.<br />
Een eerste gedeelte heeft te maken met de verbetering van de spoorlijnen. Het tweede deel betreft de gebouwen<br />
: in Hoboken moet de stelplaats aangepast worden. We hebben die als werkplaats verlaten – dat is<br />
nu 'Punt-aan De Lijn – en nu denken we aan die kant van Antwerpen toch aan uitbreiding. Daarover kunnen<br />
we straks meer zeggen aan de hand van een kaartje.<br />
Ook in Sint-Niklaas wordt in een nieuwe stelplaats voorzien ; uitbreiding en uitwerking van de stelplaats<br />
Wissenhage ; een nieuwe stelplaats in Sint-Pieters-Leeuw, mochten we de oude van Dilbeek moeten verlaten<br />
; een stelplaats in Leuven, waarover ik het al had ; een stelplaats in Tongeren, als we binnenkort weg<br />
moeten op de Elfde-Novemberlaan ; Winterslag en Brugge.<br />
Met betrekking tot nieuwe spoorlijnen – toch een belangrijk onderdeel- keert de discussie terug die ook<br />
hier al is gevoerd over de evolutie van tram- en busverkeer in Vlaanderen. De prioriteiten daarin zijn : de<br />
doortocht van Mortsel tot Boechout, en waarom later ook niet tot Lier. Samenwerking met het AWV is<br />
daar ook aangewezen, want een groot gedeelte van die lijn loopt nog altijd door het centrum van Mortsel.<br />
Voorts zijn er nog het dossier Leien Antwerpen, de tweede fase ; de tramlijn Mortsel-Kontich, waarbij nog<br />
een vraagteken staat, omdat het nog niet duidelijk is hoe men in Kontich moet geraken met de tram : via<br />
Edegem of via Mortsel, vanaf de garage Gonthier ; de tramlijn naar Ekeren, eigenlijk de uitbreiding van de<br />
tramlijn op de Noorderlaan met een grote park-and-ride in het noorden van Antwerpen en ten slotte de<br />
tramlijn naar Wijnegem. Ik heb in verband hiermee kaartjes meegebracht en verstrek aan de hand daarvan<br />
nog nadere toelichting.<br />
De heer Carl Decaluwe : Wat is de kostprijs per kilometer ?<br />
De heer Hugo Van Wesemael : Een tramnet aanleggen kost 110 tot 120 miljoen frank per kilometer, de<br />
tram zelf kost ongeveer 75 miljoen frank.<br />
De heer Carl Decaluwe : Is dit met of zonder onteigeningen ?<br />
De heer Hugo Van Wesemael : Zonder onteigeningen. Het gaat namelijk om beddingen, bovenleidingen,<br />
enzovoort. Het gaat ook over bestaande gronden : bij Ekeren, bijvoorbeeld, liggen op de Noorderlaan nog<br />
stukken van vroegere tramlijnen. De tramlijnen die de toenmalige directie in 1964 in Antwerpen heeft afgebroken,<br />
zijn we nu opnieuw aan het opbouwen. Dat lijkt me een mooi beeld van een positieve evolutie.<br />
Dan zien we bij dat meerjarenprogramma ook nog de tweede fase van de lijn naar Flanders Expo. Daarover<br />
wil ik straks nog wel even uitweiden, vooral met betrekking tot een mogelijke snellere afwerking. Als<br />
het vier jaar duurt voor men ook maar ergens staat, dan is men verkeerd bezig me dunkt. Daarover kunnen<br />
we debatteren. De uitbreiding van de lijn naar Lochristi, de lijn naar het noordoosten van Antwerpen, staat<br />
ook op het programma. Over de kant van Merelbeke en Melle zal ik straks nog iets zeggen.<br />
Onder punt F vinden we de eigen beddingen en herprofileringen terug, met als eerste de tram- en busbaan<br />
over de Mechelsesteenweg. Voor de volledige Mechelsesteenweg, het hele pakket, willen we een tram- en<br />
busbaan aanleggen over de volledige afstand vanuit Mortsel. Een klein stukje ligt er al. Dit gecombineerd<br />
met de verkeerslichtenbeïnvloeding leidt tot een heel ander benadering van het openbaar vervoer.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 224<br />
Ook in Gent op de Brusselsesteenweg – daar ligt al een stukje van – en op de Serruyslaan in Oostende<br />
moet er een tram- en busbaan komen. In Oostende moet door het centrum van de stad Oostende en in samenwerking<br />
met het stadsbestuur snel een volledig eigen baan worden aangelegd. Met de respectieve<br />
stadsbesturen hebben we trouwens een zeer goede verstandhouding.<br />
Algemene doorstroming bekijken we in zijn geheel. De rest van het meerjarenprogramma is een logisch<br />
vervolg van wat we in detail bij het programma voor 2001 hebben bekeken : bushaltes op diverse locaties,<br />
de centrumhaltes, de randparkings, park-and-ride rond Brussel – maar daarover heb ik het in het kader van<br />
de GEN. De planning inzake autobusstations wordt voortgezet, en bedrijfszekerheid blijft ook in dit verband<br />
een item. Daarin zit overigens één belangrijk punt : de mobikaart. In de toekomst zullen we mijns inziens<br />
moeten werken met een vervoerbewijs/betaalmiddel dat geen contact impliceert. De mobikaart is een<br />
chipkaart die dit mogelijk maakt. Ik las net nog dat ook de elektriciteitsmaatschappijen interesse tonen<br />
voor een voorafbetaalde kaart om elektriciteit aan te kopen. Protonkaarten, bijvoorbeeld, dienen louter<br />
om te betalen, maar wij willen meer : onze kaart dient evenzeer om te registreren wie, waar en in welke<br />
mate mensen onze lijnen gebruiken. Er moet dus een protonfunctie op zitten – denk maar aan de testautomaten<br />
die we momenteel in Antwerpen plaatsen en testen voor betaling van tickets – maar daarnaast moet<br />
het ook een zogenaamd handsfree systeem worden en moet er een registratie aan gekoppeld zijn.<br />
Wat informatie aan de reizigers betreft, heb ik het infotramsysteem al belicht en de reizigersbegeleiding<br />
ook. Voor het rollend materieel kan ik nog toevoegen dat het gaat om loten van 9 tot 10 trams en de opvolging<br />
van de voortgang van dit project waarbij 30 trams voor Antwerpen en 17 voor Gent zijn bestemd.<br />
De heer Jan Loones : Is er iets voorzien voor fietsvervoer ?<br />
De heer Hugo Van Wesemael : Daar kwam ik net aan toe met de lagevloertussenkasten voor kusttrams.<br />
Die zullen worden verlengd van 7,5 meter zoals ze nu in dienst zijn, naar 8,5 meter met de mogelijkheid<br />
daarin fietsen mee te nemen. Ik heb geëist dat het prototype voor de zomer van volgend jaar af is, om daaraan<br />
wat uitstraling te kunnen geven. Het probleem dat in dit verband rijst, zijn de spits- en daluren, en het<br />
grote succes van de kusttrams. In september, normaal een 'stillere' maand dan andere, vervoerden we 40<br />
percent meer reizigers dan het jaar ervoor. Daarom wil ik dit project ook snel uitvoeren.<br />
Over het grote pakket in Brussel heb ik het nog niet gehad : het GEN-Brussel. We proberen daar een doorbraak<br />
te forceren in de samenwerking tussen het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, de federale overheid en<br />
de drie maatschappijen – NMBS, MIVB en TEC. U kent het net en weet wat het moet worden, met tariefintegratie,<br />
enzovoort. Dat is niet vanzelfsprekend.<br />
Specifiek voor De Lijn zijn wij bezig met de uitbouw van verschillende buslijnen – een vijftal – die uitermate<br />
belangrijk zijn om het GEN op een goede manier operationeel te maken. Het gaat om de lijnen Ninove,<br />
Londerzeel, Haacht, Leuven en Waver met de toevoerlijnen naar de GEN-stations en de uitbouw van sneldiensten<br />
op alle hoofdassen naar Brussel. Daarbij komen natuurlijk weer de eigen beddingen kijken. Wij<br />
hebben met de raad van bestuur de opdracht gegeven een studie uit te voeren met betrekking tot die vijf<br />
lijnen om de doorstroming en de eigen busbanen mogelijk te maken. Die studies lopen. Dan is er nog een<br />
ringverbinding vooropgesteld rond Brussel.<br />
De middelen die voor dit alles moeten worden ingezet, hebben alleen betrekking op het aandeel van De<br />
Lijn. Het totaalpakket is natuurlijk veel groter – 100 miljard frank of meer. Dit gaat over infrastructuur, bijkomend<br />
rollend materieel en exploitatiekosten voor De Lijn. Het verschil dus tussen inkomsten en uitgaven<br />
dat we samen met anderen hebben bekeken.<br />
Ik ga over tot de kaartjes die u ook hebt gekregen. Misschien kunt u even volgen en kunnen we in de discussie<br />
daar dieper op ingaan. Voor Antwerpen ziet u voor de noord/zuidas de uitbreiding die loopt vanuit<br />
Ekeren, naar Hemiksem over de Leien via de Noorderlaan, de Noorderplaats, Punt-aan De Lijn, dat operationeel<br />
is. Voor de oost/westas zien we voor volgend jaar dat Zwijndrecht operationeel wordt met een grote<br />
parkeerplaats die aansluit op de autosnelweg en de doortocht van Zwijndrecht. De mensen zullen dus voor<br />
de file aan Beveren kunnen parkeren en daar kunnen opstappen om op vijftien minuten in de binnenstad<br />
aan te komen. Later komen er doortochten naar Wijnegem en Wommelgem. De ondergrondse pijp tot
225 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
voorbij de Ringlaan rond Antwerpen is er al. In het zuiden zien we Edegem, Kontich en Boechout staan. In<br />
de eerste fase gaat het wel om Edegem en Boechout.<br />
Bij de verlenging van tramlijnen zien we het project Linkeroever, de tramlijn door het Vredespark in<br />
Zwijndrecht, waarover nogal wat discussie is geweest, maar dat nu tot grote tevredenheid van het publiek<br />
is opgelost, en het transferium van Melsele. Bij dit laatste is in een grote parking voorzien waar zowat 1200<br />
auto's terechtkunnen en een 'onderdoorgang' van het eindpunt van de tram dat loopt onder de rotonde.<br />
De tunnel is bijna af. Op de luchtfoto in uw pakket, merkt u de aanzet van het tunneltje naar de hoofdbaan<br />
en de aansluiting van de parkings op het geheel van het tramnet. Vervolgens is er nog de verlenging van<br />
Lijn 3 op de Bredabaan, met de keerlus momenteel aan de Keizershoek en de aansluiting op de Bredabaan,<br />
naar Ekeren en Brasschaat. Daar wordt ook de aanleg van een park-and-ridesysteem vooropgesteld<br />
opdat een doortocht van Merksem niet langer nodig is.<br />
Ook van de evolutie in Gent krijgt u een beeld. In eerste instantie gaat het om de evolutie van de Brusselsesteenweg,<br />
maar op een volgende kaartje ziet u het totaalbeeld van het GEN voor het Gentse net. Bovenaan<br />
ziet u daar de verlenging naar Evergem die er al ligt : een zeer mooie baan met een grote eigen bedding.<br />
Op uw kaart zou het om de blauwe lijn moeten gaan die doorgaat naar het transferium aan Gent-<br />
Sint-Pieters – van links onderaan vertrokken – en dan naar Flanders Expo. Ten behoeve daarvan zijn we<br />
bezig met de brug over De Ringvaart. Later komt – onderaan – ook nog de doortocht naar Zwijnaarde,<br />
met de park-and-ride. Vervolgens – rechts – zien we de groene lijn Ledeberg, lijn 21/22, die doorgaat naar<br />
Melle en ten slotte – rechts bovenaan – de verbinding van Sint-Amandsberg aan het spoorwegstation naar<br />
Lochristi, wat onze grote uitbreiding behelst.<br />
Ten slotte hebt u nog een kaart die een overzicht geeft van de aansluiting van het busnet op het tramnet.<br />
We hebben het bij het GEN Brussel over een straal van 30 kilometer – tot Leuven, Dendermonde, Aalst,<br />
Halle. U ziet hier een schematisch overzicht van het geheel zoals dit is besproken en zal worden uitgevoerd,<br />
met grote lijnen vanaf de R8, R9, R10, R11 en R12. De vijf grote toevoerlijnen van bussen dus en<br />
stations op die lijnen liggen en die het geheel van verbindingen naar Londerzeel, Nekkerspoel, Leuven,<br />
Denderleeuw, Geraardsbergen, de ontdubbeling van de lijn Braine-le-Comte,... vertegenwoordigen. Het<br />
grote cruciale punt hierin is de noord/zuidverbinding – momenteel op zes sporen – die verzadigd is. Er is nu<br />
sprake van de nieuwe tunnel Josaphat, die een omtrekkende beweging mogelijk maakt zodat niet alle treinen<br />
door de noord/zuidverbinding moeten. Zo kan er een rechtstreekse verbinding worden gemaakt van<br />
zuid naar oost, naar Leuven, de andere kant van Antwerpen, Aalst, enzovoort. Er is ook een verbinding<br />
met Zaventem luchthaven voorzien. Er komen al een aantal TGV-treinen daar aan en nu wordt dit uitgebreid.<br />
In het GEN-verhaal heb ik er altijd voor gepleit de reeds bestaande lijnen uit te voeren in GEN-look. Op<br />
die manier kan al worden uitgemaakt hoe zich dat verhoudt. Daar zou dan ook al voor de nodige doorstroming<br />
kunnen worden gezorgd, en vervolgens zou men ook, in samenwerking met de spoorwegen, de lijnen<br />
die aansluiten binnen het net van Brussel al een GEN-uitstraling kunnen geven om dit bij het publiek al<br />
positieve bekendheid te geven. Dat overstijgt uiteraard mijn verantwoordelijkheid en komt de politieke<br />
overheid en de minister toe. De discussie moet daarom ook op dit niveau worden gevoerd. Ik voer uiteindelijk<br />
uit wat daar zal worden beslist.<br />
De heer Johan Malcorps : Het lijkt me nuttig dat we deze uiteenzetting hebben gekregen : nu krijgen we<br />
alles mooi op een rijtje en er was enige nood aan een discussie ten gronde, ook naar aanleiding van de begroting.<br />
Daar zullen we wellicht ook een aantal vragen moeten stellen. De heer Van Wesemael werkt binnen<br />
de budgettaire middelen die er zijn. Als gemeenschap moeten we bekijken of er nog extra middelen<br />
moeten komen voor de mobiliteitsproblematiek.<br />
Ik had een aantal vragen over de vooropgestelde timing. Hij heeft het over het GEN, over investeringen in<br />
het Antwerpse tot de eerste gordel, over investeringen in het Gentse. Die plannen bestaan al heel lang. Zes<br />
jaar geleden was er bij de collegebesprekingen in Antwerpen sprake van dezelfde plannen. Hoe realistisch<br />
zijn die ? Mijnheer Van Wesemael, u hebt het over 2004. Dezelfde dingen komen terug in het Horizonprogramma<br />
2010. Dit is nog geen echt fysiek programma : we krijgen geen tijdschema per jaar. Voor 2001 zegt<br />
u wat u wilt proberen, maar we weten niet wat de jaren erna zullen opleveren. Ik betwijfel enigszins of dit<br />
lijstje afgewerkt zal zijn in 2004.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 226<br />
Nemen we Antwerpen als concreet voorbeeld. De getallen staan afgedrukt, maar is het geld er om dit te<br />
doen tegen 2004 ? Kunt u dat binnen uw begroting of hebt u daarvoor extra middelen nodig, via het MIA<br />
of zo ? Zijn de huidige budgettaire inspanningen van het <strong>Vlaams</strong> Gewest voldoende ? Alleen al de investeringen<br />
in sporen bedragen 2,5 miljard frank voor Antwerpen, 3,2 miljard frank voor Brussel en 1,2 miljard<br />
frank voor Gent. Is dat geld er ?<br />
Als we kijken naar de rol die het gemeenschappelijk vervoer moet spelen in het hele mobiliteitsprobleem,<br />
vinden we dat dit eigenlijk niet voldoende is. Er is de discussie over tariefmaatregelen en het aantrekkelijker<br />
maken van het openbaar vervoer. Het regeerakkoord voorziet echter in een tweesporenbeleid. Ook het<br />
aanbod moet worden verhoogd. In Antwerpen gaan we echter de komende vijf jaar nog niet eens alle<br />
noodzakelijke investeringen kunnen doen om de eerste gordel te bereiken. Afwezig zijn bijvoorbeeld de<br />
lijn naar Linkeroever en Hemiksem. Wijnegem staat er wel bij, maar Wommelgem niet. Dan hebben we het<br />
nog niet over de vraag wanneer we overgaan tot de tweede gordel : Brasschaat, Kapellen enzovoort. Van<br />
dit alles is geen sprake. U kunt wel verklaren op langere termijn aan Lier te denken, maar nu is daar geen<br />
sprake van. Dit is dus wel ambitieus, maar is het ambitieus genoeg in het licht van de totaalaanpak van het<br />
mobiliteitsprobleem in Antwerpen ? Is dit voldoende om een zekere trendbreuk te realiseren, om voldoende<br />
mensen uit de auto te krijgen en het fileprobleem en de congestie aan te pakken ?<br />
Op Antwerps gemeenteniveau was er een voorakkoord inzake mobiliteit. Daarin werd veel aandacht gevraagd<br />
voor tangentiële verbindingen en ook voor het fijnmazig net binnen de stad zelf. Ik neem aan dat<br />
investeringen in doorstroming kan samenvallen met dat laatste, maar van die tangentiële verbindingen<br />
hoor ik niet veel. Er wordt gedacht aan een cirkellijn, een singellijn en misschien zelfs nog een lijn verder<br />
rond de stad, voor de regio. In Antwerpen dringt men daar sterk op aan. Er wordt wel veel gedacht aan<br />
stamlijnen tussen de regio en de stad, maar er is vooral nood aan die tangentiële verbindingen. De Lijn<br />
denkt daar blijkbaar niet aan.<br />
De heer Jan Loones : Mijn fractie zou graag zien dat De Lijn nog veel agressiever optreedt tegenover de<br />
NMBS in verband met een aantal pijnpunten. Eigenlijk zouden we het liefst het hele openbaarvervoersnet<br />
in Vlaanderen overnemen. We stellen vast dat een aantal zaken ongecoördineerd blijven – denken we maar<br />
aan de aansluiting van bussen op treinen en aan bepaalde verbindingen. Het is de opdracht van de VVM<br />
om daar de aandacht op te vestigen.<br />
Dan is er de verbinding met de vervoersmodus van de fiets. Het <strong>Vlaams</strong> beleid heeft veel aandacht voor<br />
het fietsen, niet alleen recreatief, maar ook utilitair. De Lijn zal meer aandacht moeten besteden aan het<br />
fietsgebruik. In vele gevallen nemen mensen hun fiets mee in de auto : daarom worden die auto's ook<br />
steeds groter. Een oplossing zou het plaatsen van fietsen aan allerlei stelplaatsen kunnen zijn, maar het is<br />
veel prettiger om op de eigen fiets te rijden.<br />
Mijnheer Van Wesemael, daarnet bracht u het recreatief fietsen aan de kust ter sprake. Een van de eerste<br />
projecten van de huidige minister van Toerisme is een kustfietspad, binnen het kustactieplan. Dat zorgt<br />
voor een probleem, want niet iedereen zal 65 kilometer heen en 65 kilometer terug fietsen. Die tussenstukken<br />
van de trams zijn geen oplossing voor het meenemen van fietsen, want die tussenstukken zitten nu<br />
reeds stampvol. Wie jonger dan 50 jaar is, durft op die tram nu al niet plaats te nemen op een zetel, laat<br />
staan dat men er met een fiets binnenkomt. Wie dat doet wordt buiten gekeken. Men zal opnieuw een oplossing<br />
moeten vinden, misschien in de vorm van aanhangwagens.<br />
Dan is er het succesverhaal van het kusttram, waarvoor ik u feliciteer. Het is ook een van de succesformules<br />
voor het gratis vervoer en het speelt prachtig in op onze toeristische noden. Er is echter een keerzijde<br />
aan de medaille. De hele infrastructuur is esthetisch afschuwelijk. Die palen, die leidingen enzovoort worden<br />
niet veranderd. De verbinding De Panne-Adinkerke is er een goed voorbeeld van dat De Lijn dat<br />
beter kan : daar zijn verhardingen aangebracht tussen de rails, en groenstroken, en lichte palen. We vragen<br />
dus niet de mobilrail, maar een aanpassing van die afzonderlijke trambedding, opdat de hele kustlijn niet<br />
zou worden geteisterd door die afschuwelijke slagstenen. Er kan daar net zo goed gras komen.<br />
Het succes van die tram leidt er wel toe dat De Lijn vervelende middenstanderstrekjes begint te vertonen.<br />
Men bekijkt dit niet meer als vervoersmodus, maar als commercieel product. We hebben het moeilijk met<br />
de wijze waarop dat product soms wordt verkocht. We trachten in onze kustbadplaatsen de voetpaden vrij
227 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
te houden, maar dat is niet steeds de eerste zorg voor De Lijn, die er zomaar publiciteitsborden plaatst zonder<br />
al te veel toelatingen te vragen. Dan is er ook het probleem van de inplanting van de haltes. Terzake<br />
rees in de mooiste badplaats van de kust een probleem, waar men niet uit raakt. Men wil daar een halte uitdrukkelijk<br />
op een bepaalde plaats, niet met het oog op een vlotte verkeersdoorstroming, maar met het oog<br />
op het commerciële aspect.<br />
In een bepaalde periode had men het over de <strong>Vlaams</strong>e kusttram. Dat is nu de kusttram geworden. Ik beweer<br />
niet dat men in alles de <strong>Vlaams</strong>e beeldvorming moet versterken. Maar nu begint men algemeen af te<br />
wijken van een vroeger gehanteerde regel : dat ergert me in toenemende mate. Dit is toch Vlaanderen. We<br />
zijn aan de kust gastvrij genoeg om de mensen in hun eigen taal te behandelen, maar men mag niet zo ver<br />
gaan om de indruk te wekken dat de kust tweetalig gebied is. De reclameboodschappen op die lijn verschijnen<br />
nu bijna overal in twee talen. Dat is niet goed als we de mensen trachten duidelijk te maken dat de<br />
kust <strong>Vlaams</strong> gebied is. We moeten de bezoeker ontvangen in al onze eigenheid en authenticiteit, maar dit<br />
wordt hierdoor teniet gedaan. Ik hoop dat dit in de toekomst niet de TEC du littoral wordt. Hoe verlopen<br />
die commerciële relaties met de streek ?<br />
De heer Jacky Maes : Ik wil het nog even hebben over de kusttram, want die is een succes. In de zomer<br />
komt er elke 7 minuten een tram voorbij op bepaalde gedeelten, bijvoorbeeld tussen Oostende en De<br />
Haan, en dus niet elke 10 minuten. Daardoor zijn de tramspoorovergangen zeer gevaarlijk. De veiligheid<br />
inzake de kusttram zou veel beter moeten worden gewaarborgd dan nu gebeurt. Daarover vind ik niets<br />
terug in uw programma. Op de Koninklijke Baan moeten er telkens tal van wagens over die tramsporen.<br />
Het flikkerlicht dat er nu is zorgt voor veel onveiligheid.<br />
Verder is de toegankelijkheid van sommige tramhaltes benedenmaats. De reizigers moeten tunnels en<br />
bruggen gebruiken om de tramhaltes te bereiken. Men moet al bijna een Olympisch atleet zijn om die te<br />
bereiken. Mindervaliden en mensen met kinderwagens kunnen dat niet. Wil men het imago van De Lijn<br />
opkrikken, dan moet men op de eerste plaats een betere service bieden aan wie nu pas de tram gebruikt.<br />
Deze week werd op televisie aangetoond dat mensen een tramhalte in Bredene helemaal niet konden bereiken.<br />
Zulke toestanden zijn zeer penibel, zowel voor het <strong>Vlaams</strong> Gewest als voor De Lijn. Het is goed dat<br />
men miljarden in De Lijn pompt, maar de accommodatie die men de mensen aanbiedt moet ook in orde<br />
zijn. Een beter gebruik van de lange bussen en de gewone bussen in de stad tijdens de piekuren zou veel<br />
kunnen verhelpen.<br />
Dan nog een vraagje. Die doortocht in Oostende in het programma 2002-2004, is dat de verbinding Bolle-<br />
Kennedy ?<br />
De heer Hugo Van Wesemael :Ja.<br />
De heer Robert Voorhamme : Zoals de heer Malcorps al zei, is er naar aanleiding van een nieuw bestuursakkoord<br />
in Antwerpen grondig nagedacht over de rol van het openbaar vervoer in die stad. Men is het erover<br />
eens dat die rol moet worden versterkt en dat het aandeel van het openbaar vervoer in de mobiliteit in<br />
de grootstad moet worden opgedreven. Ik pleit niet tegen het doortrekken van de stamlijnen zoals dat in<br />
uw plan staat, maar experts zeggen dat men wellicht beter iets vlugger werk maakt van de tangentiële lijnen.<br />
Over de partijgrenzen heen is men het daarmee eens. Het overstappen van de wagen naar het openbaar<br />
vervoer zal des te sneller gebeuren naarmate de verplaatsing met het openbaar vervoer gemakkelijker<br />
wordt binnen het stedelijke gebied, en naarmate de aansluiting met de NMBS kan worden vergemakkelijkt.<br />
Daarvoor zijn die tangentiële verbindingen absoluut nodig. Deze verbindingen worden echter niet<br />
vermeld in uw programma tot 2004, want er is geen financiële ruimte voor.<br />
U weet ook dat het masterplan van Antwerpen plannen bevat voor het heraanleggen van de Singel. Bij die<br />
heraanleg is het evident dat in ruimte wordt voorzien voor het openbaar vervoer. Samen met de heer Malcorps<br />
zou ik graag weten of er terzake nog speelruimte is in het programma tot 2004. Het kan immers niet<br />
dat, indien we daarvan onze prioriteit maken, we zouden moeten wachten op het investeringsprogramma<br />
na 2004. Daar moeten mogelijkheden voor worden gecreëerd.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 228<br />
Een tweede vraag heeft te maken met de frequentie. In de discussie over basismobiliteit blijkt inderdaad<br />
dat de frequentie van het openbaar vervoer binnen de stedelijke gebieden hoger ligt dan in de landelijke<br />
gebieden. Voor een aantal landelijke gebieden blijkt dit een probleem te vormen. Dit moet worden aangepakt,<br />
en daarom zijn we voorstander van basismobiliteit en dergelijke. Het gebruik en de perceptie van<br />
openbaar vervoer verschilt natuurlijk tussen een stedelijk en een landelijk gebied, maar de frequentie op<br />
een aantal basislijnen in het stedelijke gebied ligt toch niet zo hoog. Men zou kunnen veronderstellen dat<br />
de frequentie op de hoofdas van Antwerpen, namelijk de oost-westas, die ook de metroas is, nog moet stijgen.<br />
De Lijn beweert echter zowat aan het plafond te zitten van de capaciteitsbenutting. Als dat het geval<br />
is, dan is daar een quasi-onoplosbaar probleem. De doorstroming is een belangrijk element in het stedelijke<br />
gebied. Als de doorstroming wordt opgevoerd, kan de frequentie worden opgevoerd, maar dan nog moet er<br />
een inspanning gebeuren.<br />
Een en ander is niet heel duidelijk als ik de cijfers bekijk inzake het vervangen van het aantal tramvoertuigen.<br />
Iedereen begrijpt dat men het hele tramwagenpark niet in één klap kan vervangen : dat is een kwestie<br />
van geleidelijke opbouw. Over hoeveel tramvoertuigen gaat het in de diverse stedelijke agglomeraties ?<br />
Dan wil ik niet weten hoeveel nieuwe er komen, maar wel hoeveel er zijn.<br />
De heer Hugo Van Wesemael : Er zijn er 166 in Antwerpen, 52 in Gent en 48 of 49 aan de kust. Voor een<br />
deel van de oude rijtuigen zijn we momenteel bezig aan een volledig vernieuwingsprogramma. In Antwerpen<br />
zag u die al rijden, en nu ziet men ze ook al in Gent. De rijtuigen van Antwerpen dateren van de bouwjaren<br />
1961 en 1970. De rijtuigen van Gent dateren van 1970. Een groot deel daarvan wordt vernieuwd, en<br />
dan is er nog de uitbreiding met de nieuwe trams. De kustrijtuigen werden besteld in 1978 en werden vanaf<br />
1980 in gebruik genomen.<br />
De heer Robert Voorhamme : Wanneer u het heeft over 45 en 47 nieuwe trams, dan gaat het over de trams<br />
voor Antwerpen en Gent, niet over die van de kust.<br />
De heer Hugo Van Wesemael : Momenteel zijn we 45 trams aan het instromen, waarvan 31 in Antwerpen<br />
en 14 in Gent. Wat de bijkomende trams betreft is dat respectievelijk 30 en 17 trams. Dat heeft enerzijds te<br />
maken met de uitbreiding van de lijnen waarover we het hadden, en anderzijds met een gedeeltelijke vervanging<br />
van de oudste rijtuigen, die 40 jaar oud zijn in Antwerpen en in Gent op het einde van de rit ook<br />
40 jaar oud zullen zijn. Er is dus sprake van uitbreiding, van vervanging en van het hergebruik van de bestaande<br />
rijtuigen. De 22 trams die we nu – met zeer groot succes – aan het hernieuwen zijn in Gent, zijn de<br />
oude rijtuigen van 1970. U kent de vernieuwing van de oudste rijtuigen van 1960, die we in Antwerpen in<br />
eigen ateliers hebben gedaan.<br />
De heer Robert Voorhamme : Is het de bedoeling dat het totale aantal tramvoertuigen gelijk blijft ? De<br />
nieuwe trams hebben natuurlijk meer capaciteit. Wil men de frequentie opdrijven en gaandeweg meer personen<br />
vervoeren, dan is dat natuurlijk ook een verantwoording voor een grotere capaciteit per voertuig.<br />
De heer Hugo Van Wesemael : Natuurlijk. De nieuwe hermelijntrams van Siemens hebben een capaciteit<br />
van 250 personen, de oude trams van 100 : de nieuwe trams hebben dus 2,5 maal de capaciteit van de oude<br />
trams.<br />
Natuurlijk is die capaciteit theoretisch en moeten we dat relativeren. We gaan uit van 7 staanplaatsen per<br />
vierkante meter. Wiskundig klopt dit wel, maar niet als men zich op de tram bevindt. Maar de vergelijking<br />
zelf gaat wel op. Er is dus sprake van een factor 2,5, behalve waar men gekoppeld rijdt. Zo rijdt men in<br />
Antwerpen gekoppeld op lijn 2 en reed men steeds gekoppeld op de vorige lijn 3, nu die van Merksem-Linkeroever.<br />
Nu rijden we daar met een enkel rijtuig, dat toch nog 25 percent meer capaciteit heeft dan de gekoppelde<br />
rijtuigen vroeger.<br />
We hebben beslist om geen enkele tram buiten dienst te stellen, ook niet de oude. Het beeld leeft dat men<br />
een tram tot in het oneindige kan hernieuwen, maar eigenlijk is dat, gezien de tramtechnologie, wel zo. We<br />
hebben beslist een aantal trams te vernieuwen : 22 in Gent en 100 in Antwerpen. We hebben ook beslist er<br />
bij te kopen. De uitbreiding die vandaag wordt voorgesteld in Antwerpen en Gent, net als de capaciteitsverhoging,<br />
is haalbaar met die 45 en 47 bijkomende trams. Daar is een hele discussie over geweest in de directieraad<br />
en de raad van bestuur, en we hebben toen berekend hoeveel trams we nodig hebben voor de
229 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
diverse uitbreidingen. Het tijdschema dat in onze documenten staat zullen we aanhouden voor die trams<br />
en voor die uitbreiding.<br />
De heer Robert Voorhamme : Wat er nu nog bijkomt aan nieuwe trams, is dus een surplus ? Dit komt neer<br />
op het verhogen van het aantal tramvoertuigen.<br />
De heer Hugo Van Wesemael : Het is een combinatie van vernieuwing en verbetering. Momenteel vernieuwen<br />
we de alleroudste trams niet, maar we houden ze wel bij. Elke vernieuwing kost ongeveer 20 tot 25<br />
miljoen frank. De vraag rijst steeds of men dat geld moet uitgeven, of dat men onmiddellijk 75 miljoen<br />
frank moet besteden aan de aankoop van nieuwe trams. We vernieuwen dus 22 van de 52 trams in Gent.<br />
Als de uitbreidingen er komen, dan zullen we daar de nieuwe trams inzetten. Op lijn 1 Evergem wordt nu<br />
al gereden met de nieuwe trams, vanaf het Centraal Station, met de uitbreiding over de Sint-Denijslaan.<br />
Later zal dit worden uitgebreid tot Flanders Expo. Daar gaan we nieuwe rijtuigen inzetten.<br />
Minister Steve Stevaert : Het aantal trams zal stijgen. De capaciteit zal nog sneller stijgen dan het aantal<br />
trams, omdat er nieuwe trams zijn met een grotere capaciteit. We moeten die capaciteitsverhoging echter<br />
enigszins relativeren : die trams vervoeren immers niet steeds 2,5 maal zoveel mensen, maar in de piekpuntbestrijding<br />
zijn die trams in theorie 2,5 maal ruimer.<br />
Dan stuiten we op een moeilijk probleem, dat onoplosbaar is en waarop ik als minister kan worden aangekeken.<br />
De vraag rijst immers wat we moeten doen : een nieuwe tram kopen van 75 miljoen frank of 25 miljoen<br />
frank investeren in een oude tram. Men moet die afweging maken, ermee rekening houdend dat de<br />
personeelskosten in een nieuwe tram dezelfde zijn als in een oude tram en dat een nieuwe tram veel meer<br />
mensen kan vervoeren. Dat alles leidt ertoe dat we een zeer moeilijke berekening moeten maken. Men kan<br />
het programma echter niet oneindig versnellen. Theoretisch-wiskundig zou men misschien kunnen besluiten<br />
die 25 miljoen frank voor een vernieuwing niet te besteden, maar ik ben er toch voorstander van dat we<br />
dat wel doen. We doen dat niet voor alle trams : sommige komen daar immers minder voor in aanmerking.<br />
De heer Voorhamme wees op het doorstromingsprobleem van de heer De Kesel, directeur van De Lijn<br />
Antwerpen. Die doorstroming bedraagt nu drie minuten. Dat is een zeer hoge frequentie. Dan is er nog het<br />
verhaal van de kusttram, maar daarin moeten de parlementsleden van de kust een zekere verantwoordelijkheid<br />
dragen.<br />
De heer Robert Voorhamme : Drie minuten is niet het cijfer dat de heer De Kesel ons heeft gegeven. Bovendien<br />
gaat het over een frequentie van diverse lijnen die op elkaar volgen. Op die centrale as is er immers<br />
sprake van verschillende lijnen. Die kan men natuurlijk niet door elkaar halen.<br />
Ik heb nog een vraag. Wordt bij de voorgestelde uitbouw van het park-and-ridesysteem en de koppeling<br />
met de spoorwegstations expliciet voorzien in de uitbouw van voldoende comfortabele fietsstallingen ?<br />
De heer Hugo Van Wesemael :Ja.<br />
De heer Robert Voorhamme : Is in die stallingen voorzien op het budget van De Lijn of op een ander budget<br />
?<br />
De heer Hugo Van Wesemael : Budgettair doen we het volgende. Alvorens aan een station te beginnen,<br />
sluit De Lijn een samenwerkingsovereenkomst met de gemeente of de stad in kwestie en met de spoorwegen.<br />
Deze overeenkomst laten we goedkeuren door de raad van bestuur. Ze is ingepast in het fysisch programma<br />
en geeft de verdeling van de kosten voor de diverse partijen. De fietsstallingen zijn deels voor rekening<br />
van De Lijn en deels voor de rekening van de spoorwegen. Er is immers sprake van gezamenlijk gebruik.<br />
De heer Robert Voorhamme : Nog een laatste vraag. Er zijn problemen inzake de onderlinge afstemming<br />
tussen de tijdschema's van de NMBS en die van De Lijn. Dat is een cruciale succesfactor voor het openbaar<br />
vervoer. Wat is de stand van zaken betreffende een betere afstemming ?
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 230<br />
Ten slotte nog deze opmerking : als de heer Loones het voor elkaar krijgt dat er een code komt voor de<br />
taal van de publiciteit op de trams, dan zou ik willen dat er een esthetische code komt voor de kleur van die<br />
publiciteit.<br />
De heer Marc Cordeel : Ik heb twee aandachtspunten. Een eerste is de verbinding met de industrieparken.<br />
Zo kent bijvoorbeeld Linkeroever een enorme expansie. Een kleiner industriepark is dat van Temse. Hoewel<br />
daar 3.000 mensen werken is er geen sprake van openbaar vervoer.<br />
Een tweede betreft de reden waarom moeders die hun kinderen naar school brengen niet het openbaar<br />
vervoer gebruiken. Ze doen dat omdat het gevaar bestaat dat hun kleintjes verstikt worden als er een te<br />
groot aantal personen is op één tram of bus tijdens de piekperiodes.<br />
De heer Dirk Holemans : Er is een goede toelichting gegeven voor wat er in de periode 2001-2004 zal gebeuren.<br />
Er is echter nog steeds geen meerjarenplan voor de investeringen.<br />
Specifiek voor de regio Gent is er een kaart en zijn er concrete voorstellen op papier gezet. Er is ook een<br />
nieuwe studie in de maak. Wanneer zal die klaar zijn ? Wat betekent die studie ten opzichte van de huidige<br />
plannen ? Zijn er extra middelen voor zaken die de nieuwe studie eventueel naar voren zou schuiven ?<br />
In het regeerakkoord is er sprake van een voorstedelijk tramnet voor Gent. In vergelijking met wat men<br />
reeds aan het uitvoeren is, is er één extra lijn, namelijk naar Lochristi. Wat is de timing ? Men blijkt zich<br />
vooral te richten naar het oosten. Het westelijk deel van Gent staat niet op de kaart. Ook daar zijn er een<br />
aantal belangrijke kleine steden en gewestwegen. Ook daar is er een reële nood aan een voorstedelijk<br />
tramnet.<br />
Gent beschikt gelukkig over een fijnmazig tramnet. Wel zijn er problemen met de doorstroming. Samen<br />
met de stad Gent moet men verdere stappen zetten. We moeten experimenten doen in verband met het doseren<br />
van auto's. De belangrijkste lijn van Gent, lijn 1, zit muurvast in het verkeer.<br />
In het reserveprogramma voor 2001 staat dat er 45 miljoen frank wordt ingeschreven voor het in eigen<br />
bedding laten rijden van de tram op de Korenmarkt. De Korenmarkt is voetgangersgebied. Er rijden dus al<br />
geen wagens. De herinrichting van de Korenmarkt zit nu volledig in het slop. Kunt u daar enige toelichting<br />
bij geven ? Kunt u zeggen wanneer de eigen bedding in de Brusselsesteenweg wordt gerealiseerd ?<br />
Ik ga ervan uit dat De Lijn het algemeen plan met eigen middelen wil realiseren. Zijn er extra middelen via<br />
PPS of de GIMV ? De huidige plannen zijn goed, maar ze volstaan niet om de files uit de wereld te helpen.<br />
De heer Jean Geraerts : Mijnheer Van Wesemael, de collega's zijn blijkbaar bang dat u niet voldoende middelen<br />
ter beschikking zult hebben. De minister heeft het over basismobiliteit. In plattelandsstreken zoals<br />
Limburg zijn er grote investeringen nodig. Ook de uitbatingskosten zullen hoog liggen. De plannen komen<br />
hier niet aan tegemoet.<br />
Voor de vervoersontvangsten verwacht u 4,73 miljard frank. In Hasselt is er bijvoorbeeld gratis openbaar<br />
vervoer. Men kan de som die De Lijn hiervoor krijgt perfect bepalen. Wie betaalt echter het vervoer voor<br />
de 65-plussers ?<br />
U doet bepaalde afschrijvingen. Ik heb vastgesteld dat er vandalisme op de voertuigen bij De Lijn wordt<br />
gepleegd. De investeringen die daar nodig zijn zullen zeer hoog oplopen. Hebt u daar bepaalde bedragen<br />
voor ingeschreven ? Indien ja, hoeveel ? Waar zullen die worden besteed ?<br />
De heer Eloi Glorieux : Ik heb een vraag over Brussel en de <strong>Vlaams</strong>e Rand. De doorstroming van de tienduizenden<br />
pendelaars die dagelijks naar de hoofdstad trekken, nopen ons tot een geïntensifieerd beleid inzake<br />
het openbaar vervoer. Er moet echter ook dringend een verbeterd aanbod zijn tussen de randgemeenten<br />
onderling. Nu moet men vaak van één buurgemeente naar een andere via Brussel. Op het kaartje staan<br />
de lijnen die richting Brussel gaan. Wat zal er met de andere verbindingen gebeuren ?
231 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
Op het kaartje staan een aantal nieuwe busverbindingen, onder andere via de R12, van Waver naar Brussel.<br />
In welke mate is dat een vernieuwing ? Er is reeds zo'n verbinding. Gaat het om een aanvulling of een<br />
vervanging van een bestaande lijn ? Of gaat het om een ander traject en een hogere frequentie ? In welke<br />
mate zijn de nieuwe verbindingen een vernieuwing en een verbetering inzake frequentie, kwaliteit en dies<br />
meer ?<br />
De heer Carl Decaluwe : Straks wordt een decreet over de basismobiliteit goedgekeurd. In de vastleggingen<br />
van de begroting wordt met basismobiliteit rekening gehouden, maar in het investeringsprogramma<br />
vinden we over deze problematiek niets terug. Die vastleggingen nemen elk jaar toe, maar de betalingskredieten<br />
blijven op hetzelfde niveau. Basismobiliteit zal op het platteland moeten leiden tot meer belbussen.<br />
Tijdens de begrotingsbesprekingen moeten we het daar concreet over hebben.<br />
Wat de doortochten betreft, heeft de minister al stoere taal gesproken. Gemeenten die niet meedoen, zullen<br />
als het ware verstoken blijven van investeringen. Hier heeft men het gehad over slechts 50 miljoen<br />
frank per jaar. Een kilometer tramspoor kost 120 miljoen frank. Sommige doortochten zullen duur zijn.<br />
Wat kost het om aan de totale behoeften aan doortochten tegemoet te komen ? En hoe lang zal het duren<br />
vooraleer dat is volbracht ?<br />
Het openbaar vervoer over het water is een nieuw gegeven. De minister heeft gezegd dat De Lijn daarin<br />
zal participeren. Hoe krijgt dat vorm in het investeringsprogramma ? Of komt dat pas in een tweede fase<br />
aan de orde ?<br />
De heer Pieter Huybrechts : De uitbreiding van het tram- en buspark impliceert dat er ook meer personeel<br />
moet komen. Is dat wel mogelijk, gezien de huidige economische conjunctuur ? Rijzen er geen problemen<br />
bij de aanwerving van nieuwe chauffeurs ?<br />
De heer Jul Van Aperen : Het parlement lijkt soms wel op een gemeenteraad, waar iedereen het heeft over<br />
de boom die men in zijn straat wil planten. Ik stel vast dat de kerncijfers van 1999 aantonen dat De Lijn<br />
een vloot van 1.679 voertuigen heeft, en de busverhuurder 847. Kan de privé-sector niet meer worden ingeschakeld<br />
? Er lopen een aantal aanbestedingen. Als men kan aantonen dat de dienstverlening op basis van<br />
de prioriteiten van De Lijn zelf goedkoper kan gebeuren door de privé-sector, dan moet de privé zijn kans<br />
krijgen. Het is niet belangrijk wie het doet, maar wel dat het goed gebeurt, en als het kan, ook goedkoper<br />
gebeurt. Op termijn kan dan misschien een fifty-fiftyverhouding tussen De Lijn en de privé-sector tot stand<br />
komen. Dat is niet noodzakelijk slechter dan de huidige toestand.<br />
Voor investeringen in 2001 is er in 3,2 miljard frank voorzien. Er is een reserve opgebouwd van 1,8 miljard<br />
frank. Samen gaat het om meer dan 5 miljard frank. Terzelfder tijd stelt u dat het totale investeringsbudget<br />
4,4 miljard frank bedraagt. Wat wilt u met de reserve aanvangen ? Wilt u daarvan in 2001 gebruik maken ?<br />
Ik hoop dat de prestaties van De Lijn verbeteren. Het belangrijkste is mijns inziens niet onmiddellijk een<br />
uitbreiding van de capaciteit. Ik laat de toestand tijdens de piekuren dan even buiten beschouwing : een<br />
tram met 250 reizigers kost niet tweeëneenhalve keer zo veel als een tram met 100 mensen. Belangrijker is<br />
de verhoging van de frequentie. Het is niet alleen belangrijk om elke tien minuten een tram 250 reizigers te<br />
laten vervoeren ; het is soms belangrijker om elke vijf minuten een tram te laten voorbijrijden. Het comfort<br />
en de frequentie zijn uiterst belangrijk. En in dat verband is de medewerking van de stadsbesturen zeer belangrijk.<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer : Ik heb een algemene vraag. Men heeft bij de burgers enorm veel<br />
verwachtingen gecreëerd. Die moeten worden ingelost. U hebt het totale investeringsbudget voor 2001<br />
meegedeeld. Het zou interessant zijn een overzicht te krijgen voor de gehele periode van vier jaar, tot en<br />
met 2004. Men heeft hier gesproken over trams, maar toch iets minder over bussen. Als busgebruiker sta ik<br />
voortdurend in de file, want de bus heeft geen eigen baanvak. Uw plan is prachtig, maar wanneer wordt het<br />
ook echt gerealiseerd ? En hoe wordt dat gecoördineerd met het beleid inzake het privé-vervoer, mijnheer<br />
de minister ?<br />
De heer Hugo Van Wesemael : Ik zal eerst antwoorden op de vragen in verband met het fysisch programma<br />
en de begroting die daarvoor werd opgesteld. Volgens ons hebben we een realistische timing voor het<br />
jaar 2001. Daarnaast hebben we ook een reserveprogramma. Als er middelen zouden vrijkomen, beschik-
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 232<br />
ken we over dossiers waarvoor die middelen gebruikt kunnen worden. Dat is dus de actie die we willen<br />
voeren. Als dat niet lukt, gaan we met het reserveprogramma als eerste prioriteit naar het programma<br />
2002. Het kan ook gebeuren dat men binnen een budgettair programma op een bepaald moment vastzit. In<br />
dat geval moeten we een ander programma kunnen invoeren. Er bestaan ook gedetailleerde programma's<br />
per jaar.<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer : Mijn grootste bekommernis is dat de verwachtingen die nu op allerlei<br />
vlakken worden gecreëerd, binnen twee of drie jaar – als vele ervan niet kunnen worden ingelost – in<br />
sterke mate voor desillusies en ontmoediging zullen zorgen. Daarom heb ik veel liever dat we de mensen<br />
een realistisch programma bieden in plaats van een hele hoop beloftes te doen. Als we iets niet kunnen realiseren,<br />
moeten we ook geen valse beloftes doen.<br />
Minister Steve Stevaert : Voor de begroting 2000 is er een toename van 5,5 miljard frank in mijn portefeuille.<br />
Onmiddellijk gevolg daarvan was een gigantische verhoging van 2,6 miljard frank voor de <strong>Vlaams</strong>e Vervoermaatschappij.<br />
Op het moment van de begrotingscontrole hebben we een tweede verhoging gedaan.<br />
Dat was niet voor openbaar vervoer, maar wel voor alles wat met waterwegen in de brede zin van het<br />
woord te maken heeft.<br />
Er is 5,5 miljard frank, waarvan 4,5 miljard frank recurrent. Dit jaar doen we opnieuw 5 miljard frank bovenop<br />
die 4,5 miljard. Dat is dus 9,5 miljard. Alles samen komen we dus aan 15 miljard frank op twee jaar<br />
tijd. Daarmee kunnen we uiteraard niet alle problemen oplossen. Dat verwachtingspatroon wil ik zeker<br />
ook niet creëren. Ik wil er wel voor zorgen dat er in de waterwegen een toename is. Die toename is zeker<br />
nog niet groot genoeg, maar het is wel een spectaculaire toename, die zijn gelijke niet kent in de <strong>Vlaams</strong>e<br />
overheid.<br />
De andere toename waar we voor hebben gezorgd betreft de <strong>Vlaams</strong>e Vervoermaatschappij. We zijn daar<br />
nu bezig met een zeer vernieuwend decreet. Ook in het plattelandsgebied heeft men immers recht op<br />
openbaar vervoer. Alles hangt met alles samen. Er zal dus een opbouw moeten komen. We zullen niet alleen<br />
stamlijnen moeten hebben, maar ook verbindingen. We moeten een soort spinnenweb creëren. Tot<br />
voor kort ging men ervan uit dat de mensen het openbaar vervoer nooit zouden gebruiken. Nu blijkt dat er<br />
zeer veel vraag is naar openbaar vervoer. Nu hebben we zelfs luxeproblemen. Als we aan de kust het luxeprobleem<br />
van de kusttram niet zouden hebben, welke autoproblemen zouden we dan niet hebben aan de<br />
kust ? Bovendien is het aantal gebruikers van de kusttram gigantisch toegenomen. Dankzij veiligheidsinvesteringen<br />
daalt het aantal slachtoffers.<br />
Ik wil echter zeker niet de indruk wekken dat deze regering denkt het fileprobleem te kunnen oplossen.<br />
Dat is een volledig ander probleem met totaal andere gegevens. Het idee dat men met het openbaar vervoer<br />
het fileprobleem zal oplossen, is dus een compleet verkeerd idee. Als men het openbaar vervoer zou<br />
afschaffen, zou men uiteraard in nog veel sterkere mate te maken krijgen met een fileprobleem.<br />
Ook de infrastructuur zal het fileprobleem niet oplossen. In Vlaanderen hebben we immers samen met<br />
Singapore al de meeste wegen van de hele wereld. We kunnen wel een aantal aanzetten geven. Bovenop de<br />
15 miljard frank zal er nog geld beschikbaar worden gesteld. Ik ben ervan overtuigd dat ik uiteindelijk via<br />
een groeipad 30 tot 35 miljard frank zal halen. Daarbovenop zullen er nog heel wat middelen komen vanuit<br />
de PPS en vanuit andere hoeken. Dat is voor de grote infrastructuurwerken.<br />
Ook in doorstroming is er echelonnering. Bij doorstroming waar we in eigen bedding zitten, kan die eigen<br />
bedding verbeterd worden. Dan is het een kwestie van handhaving en van mentaliteit. Dat is ook belangrijk<br />
in het geval van de kusttram. Het gaat trouwens niet noodzakelijk altijd over grote infrastructuurwerken.<br />
Een van de meest geslaagde busbanen in Vlaanderen is met witte verf getekend. Later moet dat in<br />
duurzame materialen worden omgezet. Zo zullen we de knelpunten in Vlaanderen uitgommen.<br />
Dan zijn er de problemen op plaatsen waar het verkeer stilstaat en waar er zelfs geen ruimte is om een busbaan<br />
te creëren. Daar hebben we geen oplossing voor.<br />
De heer Johan Malcorps : Er is hier al gezegd dat men met investeringen in De Lijn de fileproblemen niet<br />
kan oplossen. Ik ben het ermee eens dat we daarmee de fileproblemen niet volledig kunnen oplossen, maar
233 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
toch zit daar wel een deel van de oplossing. Het is dan ook mijn ambitie – en hopelijk ook die van de minister<br />
en van de mensen van De Lijn – om daar toch toe bij te dragen. Daarom wil ik concreet zicht krijgen op<br />
het aanbod. Kan men de getallen hardmaken die er nu al in staan ? Daarvoor moeten we de programmatie<br />
voor de volgende jaren al kunnen zien. Op die manier kunnen we nagaan of het al dan niet kan. Als het<br />
niet kan, moeten we dat weten en moeten we er in het parlement over discussiëren. Er moeten dan meer<br />
middelen komen om dit op zijn minst mogelijk te maken.<br />
Voor de NMBS is er nu een discussie geweest over een tienjareninvesteringsprogramma. Dan kan men zeggen<br />
welke extra middelen nodig zijn om bepaalde zaken tijdens de komende tien jaar mogelijk te maken.<br />
Voor De Lijn kunnen we die discussie dus eigenlijk nog niet voeren. Toch is dat nodig om te weten te<br />
komen welke extra middelen er precies nodig zijn om iets te doen aan de fileproblemen bijvoorbeeld. Natuurlijk<br />
moeten we de mensen niet wijsmaken dat De Lijn de fileproblemen volledig zal oplossen. Als er<br />
echter niets gebeurt, zullen de problemen alleen maar erger worden. De Lijn moet dus een maximale inspanning<br />
leveren.<br />
Daarom blijf ik vandaag enigszins op mijn honger zitten. Ik had verwacht dat we al een programma voor<br />
de eerstkomende jaren zouden krijgen. We zullen dat nu ook krijgen : beter laat dan nooit, maar eigenlijk<br />
zouden we de discussie moeten kunnen voeren over de komende tien jaar. We zouden ook een budgettaire<br />
discussie moeten kunnen voeren. Vanuit de Agalev-fractie hebben we gesteld dat er voor de komende tien<br />
jaar minstens een bedrag van 15 tot 20 miljard frank aan extra investeringen nodig is, bovenop alles wat nu<br />
al lopende is. Die discussie zouden we moeten kunnen voeren op basis van de echte prognoses. Zolang we<br />
over onvoldoende gegevens beschikken, kunnen we die discussie ten gronde niet voeren. Op die manier<br />
blijven we ook inzake controle op het beleid enigszins in de kou staan.<br />
De heer Carl Decaluwe : Een deel van het succes van het stijgende reizigersverkeer is het gratis openbaar<br />
vervoer. De kusttram is daarvan een schoolvoorbeeld. Het gratis openbaar vervoer heeft een sociale doelstelling.<br />
Het genereert ook mobiliteit. De vraag is echter wat het aandeel is van die extra investeringen<br />
voor gratis openbaar vervoer inzake het afnemen van de files. Vanuit die invalshoek hoor ik steeds meer<br />
het verhaal dat het gratis openbaar vervoer meer mobiliteit genereert dan dat het de bestaande problemen<br />
inzake verkeerscongestie zou verminderen. Ook die discussie moeten we ten gronde voeren. In het kader<br />
van de opmaak van een mobiliteitsplan Vlaanderen en in samenwerking met de mobiliteitscel van de administratie<br />
moeten we zicht krijgen op die stromen. Dan pas kunnen we ten volle beleidsmatig beslissingen<br />
nemen.<br />
Minister Steve Stevaert : Men blijft nog altijd openbaar vervoer aan files liëren. Als we die houding aannemen<br />
in dit parlement, zullen we in West-Vlaanderen en Limburg geen investeringen meer doen. Dan zullen<br />
we het over Gent en Antwerpen hebben. Als we de 235 miljoen reizigers van het openbaar vervoer bekijken,<br />
dan is dat voor 50 percent een Antwerps en Gents verhaal. Openbaar vervoer moet echter in zijn globaliteit<br />
worden bekeken. Meer nog, inzake filebestrijding is het <strong>Vlaams</strong> openbaar vervoer niet de soelaasbrenger,<br />
het federaal openbaar vervoer is de soelaasbrenger. Dat zijn de grote lijnen.<br />
Openbaar vervoer in het landelijk gebied is wel zeer interessant om het aantal verkeersslachtoffers te doen<br />
dalen. Die krachtlijnen nemen we als uitgangspunt. Als men het probleem van Zoersel wil oplossen, zal<br />
men dat in de algemene context van Antwerpen en Openbare Werken moeten doen.<br />
Ik heb ook nog een andere bedenking. Tot voor kort werd openbaar vervoer tegenover fietsvervoer gesteld.<br />
U ziet hoe snel het denken gaat. Toen ik hier pas kwam, kreeg ik de wind van voren omdat ik voor<br />
gratis openbaar vervoer was. Gratis openbaar vervoer zou er zogezegd immers toe leiden dat de mensen<br />
minder de fiets zouden gebruiken. Nu stellen we echter vast dat gratis openbaar vervoer het fietsgebruik in<br />
de hand werkt. Heel wat mensen combineren dat namelijk. De zaken evolueren dus vrij snel.<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer : Mijnheer de minister, ik geloof niet dat iemand gezegd heeft dat<br />
het probleem van het openbaar vervoer het probleem van de files oplost. Ik denk echter wel dat men die<br />
twee niet los van elkaar kan zien. Ik heb zeker niet gezegd dat het probleem in Zoersel opgelost zal worden<br />
door het openbaar vervoer. Ik heb gewoon één bepaald voorbeeld willen aanhalen.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 234<br />
U hebt zelf de vergelijking gemaakt met Singapore. Diegenen die daar al zijn geweest, weten zeer goed dat<br />
het fileprobleem daar is opgelost met het openbaar vervoer. Er zijn uiteraard wel flankerende maatregelen<br />
nodig. Als men van Zoersel naar Brussel wil rijden, dan begint men met een file aan de deur en eindigt<br />
men met een file in Brussel, en ook onderweg is het één lange file. Men zal inderdaad pas tot een oplossing<br />
komen als men op alle vlakken werkt : De Lijn, de NMBS, de wegen en de waterwegen. Anders zal het niet<br />
lukken.<br />
De heer Jan Loones : Ik denk niet dat een investeringsprogramma van De Lijn er enkel op gericht moet<br />
zijn om de files te vermijden. Openbaar vervoer dient net zo goed de kwaliteit van het leven op zich.<br />
De voorzitter : Natuurlijk.<br />
De heer Jan Loones : Dit is voor mij al voldoende reden om investeringen te doen, zelfs als het niets zou<br />
veranderen aan de fileproblematiek.<br />
De heer Dirk Holemans : Met investeringen in openbaar vervoer moet men inderdaad verschillende doelstellingen<br />
proberen realiseren : vervoersarmoede in de landelijke gebieden tegengaan, maar ook de fileproblemen<br />
in de steden aanpakken. In dat verband wil ik toch ook wijzen op de bedreigde leefkwaliteit van<br />
die steden. Het gaat niet enkel om de kwestie de pendelaar sneller in het centrum van de stad te krijgen,<br />
maar ook om ervoor te zorgen dat die wijken in de steden niet meer worden geterroriseerd door de automobilist<br />
die maar rondjes draait om een parkeerplaats te zoeken. Dat is een essentiële taak waarin De Lijn<br />
een belangrijke rol te vervullen heeft.<br />
De heer Hugo Van Wesemael : Mijnheer Malcorps, over timing hebben we het reeds gehad. Ik ben graag<br />
bereid om daar jaarlijks met de minister over te spreken. Dat is geen enkel probleem. We hebben die zaken<br />
en we kunnen daar verder aan werken. We gaan ervan uit dat wat we hier vandaag naar voren brengen,<br />
ook als dusdanig zullen uitvoeren. Ik praat regelmatig met de minister over een snellere uitvoering van de<br />
werken. Ik denk bijvoorbeeld aan de problemen in Zwijndrecht en in Gent. U hebt er geen idee van hoelang<br />
bepaalde problemen blijven aanslepen.<br />
Door de heer Voorhamme en de heer Malcorps werden vragen gesteld over de tangentiële verbindingen en<br />
het fijnmazige net. Laten we de kaart van Antwerpen eens bekijken. Hemiksem, Kontich, Mortsel, Hove,<br />
Boechout, Borsbeek en Wijnegem : die tangentiële verbinding is in voorbereiding en al gedeeltelijk uitgevoerd.<br />
Wat is nu het grote probleem ? Men kan geen enkele dienstregeling op die verbinding aanhouden<br />
op de spitsuren, omdat men overal vastzit. Dat is dus een probleem inzake doorstroming.<br />
Een tweede tangentiële verbinding is de 'circle line' over de Singel. Daar werken we aan. Een stuk ervan is<br />
al klaar. Daar is het een kwestie van verf en van wilskracht. Wil men daar de twee rijbanen op één rijbaan<br />
brengen ? Wil men daar het openbaar vervoer voorrang geven ? Als men dat wil, schilderen we strepen op<br />
het wegdek en zetten we onze halteplaatsen. Dat plan is er.<br />
Men kan ook paden maken waarmee men aan de kruispunten voorrang geeft aan de bussen, zodat ze kunnen<br />
invoegen. Inzake investeringen is dat niet echt een probleem. Het is alleen een probleem inzake de wil<br />
om het te doen. De twee plannen in verband met de Singel liggen klaar.<br />
De heer Robert Voorhamme : De vraag was enigszins anders. In het masterplan infrastructuur rond Antwerpen<br />
is bepaald dat de Singel heraangelegd zal worden. Dan zal het profiel van de Singel er wel anders<br />
uitzien. Hij zal ook een andere functie krijgen. Dan zal er ook infrastructuur voor het openbaar vervoer<br />
moeten zijn. Dat betekent iets meer dan kalklijnen. Daarom is er de vraag of daarvoor ruimte is in uw budget.<br />
Kunt u eventueel een verschuiving doen om in die infrastructuur te voorzien ? Nu is dat immers niet<br />
opgenomen in uw meerjarenplanning.<br />
De heer Jul Van Aperen : Ik wil toch een korte opmerking maken in verband met de Singel. Volgens mij<br />
moet men dit in een totaalproject bekijken. Er is de ring van Antwerpen en er is de Singel. Wat is eigenlijk<br />
de bedoeling van de ring ? De ring moet eigenlijk een doorstromingsader zijn. Het gevolg daarvan is dat<br />
men consequent een, twee of drie afritten zal moeten sluiten. Als men dat doet, moet men ervoor zorgen<br />
dat de binnensingel het verkeer goed laat doorstromen. Dat betekent een ondertunneling van de kruispun-
235 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
ten, maar dat betekent ook zeker en vast twee rijvakken. De enige oplossing is dus dat men de Singel uitbreidt<br />
met een extra vak dat speciaal is gereserveerd voor openbaar vervoer, anders krijgt men dat probleem<br />
nooit opgelost. Men moet daar realistisch in zijn.<br />
De heer Hugo Van Wesemael : Mijnheer Loones, wat de verhouding ten opzichte van de NMBS en de aansluiting<br />
op bus en tram betreft, zijn er verschillende stations die beschikken over een computergestuurd<br />
systeem waarbij de bussen niet vertrekken vooraleer het station daartoe het signaal geeft. Daarbij wordt<br />
een speling van ongeveer 5 minuten in de computer gehanteerd. Dit systeem wordt in steeds meer stations<br />
gebruikt.<br />
Wat het fietsenvervoer aan de kust betreft, wil ik u eraan herinneren dat we ooit een fietstram hebben<br />
gehad die we echter wegens een gebrek aan belangstelling hebben moeten afschaffen.<br />
We proberen nu om de middenbakken van de trams te verlengen om het probleem op bepaalde uren en<br />
voor bepaalde verbindingen aan te pakken.<br />
U hebt het over een aanpassing van de infrastructuur. Samen met de kustburgemeesters hebben we het net<br />
aangepast. Dit jaar is er dan ook geen enkel dodelijk of zwaar ongeval gebeurd. We gaan na waar dit nog<br />
verder mogelijk is.<br />
Wat de inplanting van haltes betreft, wil ik er u op wijzen dat er geen enkele halte wordt ingeplant zonder<br />
voorafgaand overleg met de steden en gemeenten langs de kust.<br />
Inzake het commercieel product verwijst u naar de NV Streep, voor 50 percent van De Lijn en voor 50 percent<br />
van privé-ondernemers. We boeken hier een omzet van 160 miljoen frank, met een belangrijke meerwaarde<br />
voor De Lijn. Op die manier ondersteunen we de relatie tussen privé- en publieke sector. We moeten<br />
die echter nog verder ontwikkelen, ook op andere vlakken, bijvoorbeeld door het gebruik van onze<br />
werkhuizen door derden. De bedoeling is het bestaande product beter te valoriseren en er winst uit te<br />
halen die opnieuw kan worden geïnvesteerd in het openbaar vervoer.<br />
Onze publiciteit kan in vier talen worden gevoerd. Onze mensen aan de kust zijn in vele gevallen ook viertalig.<br />
Mijnheer Maes, de toegankelijkheid van tramhaltes proberen we dagelijks te verbeteren. Als daar specifieke<br />
vragen over zijn, mag u me die altijd bezorgen. Ik begeef me regelmatig zelf op het terrein om na te<br />
gaan wat nog kan worden verbeterd.<br />
Mijnheer Voorhamme, voor de stad Antwerpen is de discussie zeker nog niet ten einde. Wat de frequentie<br />
betreft, trachten we te roeien met de riemen die we hebben. Iemand zei dat het misschien beter is om de 5<br />
minuten te rijden met een kleine tram dan om de 10 minuten met een grote tram. Volgens het beeld is dit<br />
juist, maar niet in de totaliteit. Vroeger reed aan de kust om het uur een tram, daarna om het halfuur, om<br />
de 20 minuten, om het kwartier, en nu om de 7 minuten. En telkens zagen we een toename van het aantal<br />
gebruikers. We stellen echter ook een toename van de kosten vast. Tijdens bepaalde periodes zijn sommige<br />
lijnen kostendekkend zoals de kusttram en de Gentse lijn 1.<br />
Wat de park-and-ridesystemen en de afstemming van tijdschema's betreft, geef ik het voorbeeld van de<br />
parking van Kontich die mettertijd steeds meer wordt gebruikt. Van daaruit moet er natuurlijk een goede<br />
verbinding zijn. Een park-and-ride mag niet te dicht bij de stad liggen. Een parking op Linkeroever zou een<br />
goede zaak zijn. Van daaruit zou men zich op korte tijd naar de stad kunnen begeven.<br />
Mijnheer Cordeel, wat de industrieparken betreft geef ik u het voorbeeld van Mechelen. We hebben een<br />
studie gemaakt van het industriepark van Mechelen. Toen Mechelen-Noord werd ingehuldigd, bedroeg de<br />
kostprijs voor het bijkomend vervoer van 100 mensen 10 miljoen frank extra. KMO's hebben immers zeer<br />
verscheidene werkuren. We hebben de bestaande lijnen van Mechelen dan ook uitgebreid en verbonden<br />
met de industrieparken. Verder moet worden gedacht aan afzonderlijk bedrijfsvervoer. Het lijkt me aangewezen<br />
om samen met de industrie na te gaan hoe we dit probleem kunnen oplossen.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 236<br />
U hebt het ook gehad over het piekuurvervoer naar scholen. Als De Lijn het schoolvervoer op zich zal<br />
nemen in het kader van het regeerakkoord, zal een clustering tot stand komen tussen het schoolvervoer en<br />
het klassieke vervoer. Het is niet de bedoeling dat we onmiddellijk alle contracten overnemen en de contracten<br />
met de privé-partners gaan afschaffen, maar we zullen wel overleg plegen over een integratie met<br />
het privé-vervoer. Via een cel leerlingenvervoer willen we dit probleem in zijn geheel aanpakken.<br />
Mijnheer Holemans, u weet dat in de regio van Gent een aantal sporen liggen. We gaan na of samen met de<br />
spoorwegen iets kan worden ondernomen.<br />
De heer Dirk Holemans : U bedoelt de lijn Gent-Eeklo ? Die naar Brugge is overbezet.<br />
De heer Hugo Van Wesemael : Ik denk aan de ontdubbeling van de lijn Gent-Brugge. Het is niet de bedoeling<br />
om daar concurrentie te gaan voeren.<br />
Wat de doorstroming van lijn 1 betreft, wordt momenteel nagegaan wat er terzake kan verbeteren. Wat de<br />
extra middelen van de GIMV betreft, verwijs ik naar de besprekingen.<br />
De heer Dirk Holemans : Mag ik uit uw toelichting begrijpen dat u Lochristi tegen 2004 klaar wilt<br />
hebben ?<br />
De heer Hugo Van Wesemael : Dat is onmogelijk.<br />
De heer Dirk Holemans : Wat gedeeltelijk ontbreekt, is de doortrekking van lijn 21 en 22 over de R4.<br />
De heer Hugo Van Wesemael : We willen deze doortrekken naar het station van Merelbeke.<br />
Wat uw vraag betreft inzake de extra middelen voor de Korenmarkt, gaat het over het hele pakket. De Korenmarkt<br />
is reeds volledig verkeersvrij.<br />
Een doortrekking van lijn 21 en 22 behoort tot onze gedachtegang, maar is voorlopig niet één van onze prioriteiten.<br />
De eerste prioriteit op die lijn is het goede gebruik van de park-and-ride onder de bruggen van<br />
de autosnelweg.<br />
Mijnheer Glorieux, voor het aanbod in de randgemeenten van Brussel verwijs ik naar het verhaal over<br />
Vlaanderen. Wat de discussie over het GEN betreft, gaat het om een opwaardering van de bestaande lijnen.<br />
Het zijn dus geen nieuwe lijnen.<br />
Mijnheer Decaluwe, inzake de problematiek over de basismobiliteit en de investering in belbussen beschikken<br />
we over 843 miljoen frank voor de vastleggingen. Daarna gaan we na wanneer dit kan worden uitgevoerd.<br />
Bij basismobiliteit gaat het wel over de exploitatie. De investeringen zitten vervat in het pakket. Die<br />
zijn niet erg groot, want het gaat om belbussen van 1,8 miljoen frank. Deze kosten worden vergoed via de<br />
kilometerkostprijs die we aan de exploitanten betalen.<br />
Voor de meeste basismobiliteitsdossiers richten we ons tot de privé-ondernemingen. Daardoor kan de huidige<br />
verhouding 65-35 percent evolueren naar een 50-50 verhouding.<br />
De vraag over de 50 miljoen frank per jaar voor de doortochten wordt ten dele beantwoord door het feit<br />
dat die doortochten niet altijd – zelfs weinig – in onze eigen investeringsbegroting zitten. Die doortochten<br />
zijn opgenomen in de begrotingen van Openbare Werken van de gemeenten, de steden, de provincies en<br />
het gewest.<br />
Een brief van vorige week van de minister handelt over twee projecten van openbaar vervoer te water, het<br />
project Willebroek-Brussel en het project Temse-Antwerpen. We hopen in de toekomst met een tot schip<br />
getransformeerde bus over het water te scheren.<br />
De heer Dirk Holemans : Klopt het dat de boot daarvoor nog gebouwd moet worden ?
De heer Hugo Van Wesemael : Ik heb de opdracht gekregen van de minister. Alle openbare-vervoersprojecten<br />
zullen worden uitgevoerd overeenkomstig de Europese regelgeving. Als het in uw commissie en in<br />
de regeringspolitiek als openbaar vervoer wordt aanzien, dan moet de Europese regelgeving gelden, ook<br />
voor de boot. Het moet dan niet specifiek door een of andere maatschappij gebeuren. Het principe is het<br />
proberen waard.<br />
De heer Van Aperen had het over het personeelstekort. We hebben in Antwerpen alleen al veertig mensen<br />
tekort. We schaffen daardoor elke dag diensten af. Dat levert ons ook dagelijks boze brieven op. Dat geldt<br />
ook voor Gent en Brussel. In de trams werden agressieve affiches opgehangen 'chauffeur gezocht'. We voeren<br />
campagnes via de kranten, de plaatselijke televisie, tijdschriften en mond-aan-mondreclame.<br />
We werven momenteel achttien mensen aan. We proberen de drempel daarbij een beetje te verlagen. Een<br />
en ander heeft echter te maken met de kwaliteit van de chauffeurs. Hoever kunnen we daarin gaan ? Van<br />
elke honderd aanvragen blijven er maar vijf over. De vraag is of wij verkeerd bezig zijn, dan wel of het potentieel<br />
dat zich aandient verkeerd is.<br />
De vakbonden zullen dit probleem zeker aankaarten in de discussies over de CAO. Ik wijs u op wat zich bij<br />
de TEC gedurende 32 dagen heeft afgespeeld. Wij hebben de situatie nog in de hand, maar het zal niet gemakkelijk<br />
zijn om het zo te houden.<br />
De heer Robert Voorhamme : Hebt u een analyse gemaakt van de belangrijkste redenen voor het niet vinden<br />
van voldoende personeel ?<br />
De heer Hugo Van Wesemael : Uiteraard hebben we die analyse gemaakt. Onze goede technici worden<br />
weggehaald omdat ze elders 10.000 frank per maand meer kunnen verdienen. Onze chauffeurs hebben alle<br />
mogelijke kansen. Het werk is niet gemakkelijk meer. De vakbonden zullen dit graag horen, maar het<br />
klopt.<br />
Gelukkig hebben we heel veel klanten, maar voor de chauffeurs is het niet gemakkelijk. Ik heb bewondering<br />
voor hen, want ze moeten voortdurend hun aandacht erbij houden. Ze worden er dan ook nog op aangekeken.<br />
Daarbij komt nog dat de agressiviteit op de weg toeneemt. Onze kaderleden kunnen niet eens beschikken<br />
over een dienstwagen. Ze zijn aangewezen op het openbaar vervoer. (Gelach)<br />
Ik kan u voorspellen dat we moeilijke CAO-onderhandelingen tegemoet gaan.<br />
237 Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I<br />
Ik denk hiermee een reactie te hebben gegeven op uw vragen over de Europese regelgeving, de inschakeling<br />
van de privé-sector, de investeringen voor 2001, het gebruik van de kleine trams en de doorstroming.<br />
Ik denk dat Vlaanderen in dat geheel van de Europese regelgeving toonaangevend is.<br />
De heer Johan Malcorps : We zullen nog meer details krijgen over de komende jaren, maar toch nog deze<br />
korte reactie. Voor Gent staan er twee bedragen voor concrete investeringen. U zegt dat we het tweede bedrag<br />
in deze termijn zeker niet moeten verwachten. Welke staat kunnen we dan maken op dit lijstje ? Wat<br />
betekent dat voor Antwerpen ? Als het eerste en het tweede bedrag er komen, dan mogen we onze handen<br />
kussen. De rest zal er wel niet komen. Op een parlementaire vraag over de lijn naar Ekeren heeft men mij<br />
al geantwoord dat ze er niet komt voor 2005. Wat u hier zegt, klopt dus niet.<br />
Ik zou willen weten wat we effectief mogen verwachten. Wat is realistisch ? Waarvoor is er geld ? Daarbij<br />
moet ook rekening worden gehouden met vertragingen in de procedures. Zonder die informatie kunnen<br />
we geen ernstige discussie voeren.
Stuk 15 (2000-2001) – Nr. 6-I 238<br />
Mevrouw Wivina Demeester-De Meyer : Die vraag is terecht, en ze wordt door iedereen gesteld. Op dit<br />
ogenblik is de begroting van De Lijn nog niet toegevoegd aan de documenten van de begroting. Ze moet<br />
normaal, net zoals alle begrotingen van de VOI's, op hetzelfde moment als de begroting worden ingediend.<br />
Dat kan nog gebeuren in de loop van volgende week. Dan kunnen we deze aangelegenheid bespreken.<br />
Ik dank de deelnemers aan dit debat.
BIJLAGE VII<br />
INVESTERINGSPROGRAMMA VAN DE LIJN
Stuk 15 (2000-2001) - Nr. 6-1 El 240
t<br />
El 241 Stuk 15 (2000-2001)-Nr.6-1<br />
c<br />
M
Stuk 15 (2000-2001)- Nr.6-1 El 242
El 245 Stuk 15 (2000-2001)-Nr.6-1
Stuk 15 (2000-2001)- Nr.6-1 El 246<br />
P<br />
E
El 247 Stuk 15 (2000-2001)-Nr.6-1
Stuk 15 (2000-2001)- Nr.6-1 El 248
Stuk 15 (2000-2001)- Nr.6-1 El 250
Stuk 15 (2000-2001)- Nr.6-1 El 252<br />
-<br />
-<br />
6
El 253 Stuk 15 (2000-2001)-Nr.6-1
Stuk 15 (2000-2001)- Nr.6-1 El 256<br />
,<br />
;
El 257 Stuk 15 (2000-2001) - Nr. 6-1
Stuk 15 (2000-2001)- Nr.6-1 El 258
El 259 Stuk 15 (2000-2001)-Nr.6-1
El 261 1 Stuk 15 (2000-2001)-Nr.6-1
El 263 1 Stuk 15 (2000-2001) -Nr.6-1 1